Nikon 2204 Handleiding

Type
Handleiding
74
Nl_01
Nl
Voor uw veiligheid
WAARSCHUWINGEN
Niet demonteren.
Het aanraken van de interne onderdelen van de camera of
objectief kan letsel veroorzaken.
In het geval van een defect moet het
product alleen door een gekwalificeerd technicus worden gerepareerd.
Mocht het product openbreken als gevolg van een val of ander ongeluk,
verwijder de camerabatterij en/of ontkoppel de lichtnetadapter en breng
het product naar een Nikon geautoriseerd servicecenter.
Zet de camera in het geval van een defect onmiddellijk uit.
Bemerkt u dat er rook
of een andere ongebruikelijke geur uit het apparaat komt, haal dan
onmiddellijk de lichtnetadapter uit het stopcontact en verwijder de
camerabatterij en zorg dat u geen brandwonden oploopt.
Het voortzetten
van de werking van het apparaat kan brand of letsel tot gevolg hebben.
Breng na het verwijderen van de batterij het apparaat voor inspectie naar
een Nikon geautoriseerd servicecenter.
Niet gebruiken in de aanwezigheid van brandbaar gas.
Het bedienen van
elektronische apparatuur in de aanwezigheid van brandbaar gas kan een
explosie of brand tot gevolg hebben.
Kijk niet via het objectief of de camerazoeker naar de zon.
Kijken naar de zon of
andere heldere lichtbron via het objectief of de zoeker kan permanent
visueel letsel veroorzaken.
Houd buiten bereik van kinderen.
Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregel kan letsel tot gevolg hebben.
Neem tijdens het hanteren van het objectief en de camera de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht:
Zorg dat het object en de camera droog blijven.
Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregel kan brand of een elektrische schok tot gevolg hebben.
Hanteer het objectief of de camera niet met natte handen.
Het niet in acht nemen
van deze voorzorgsmaatregel kan een elektrische schok tot gevolg hebben.
Houd de zon goed uit het beeld tijdens het opnemen van onderwerpen
met tegenlicht.
Zonlicht dat wordt scherpgesteld in de camera terwijl de
zon zich in of nabij het beeld bevindt kan brand veroorzaken.
Bevestig de achter- en voorlensdop als het objectief voor langere tijd niet
wordt gebruikt en bewaar het objectief niet in direct zonlicht.
Als u het in
direct zonlicht laat liggen, kan het objectief de zonnestralen op
brandbare objecten scherpstellen en brand veroorzaken.
Draag geen statieven met het objectief of de camera eraan bevestigd.
U kunt
struikelen of per ongeluk anderen raken, met letsel als gevolg.
Laat het objectief niet achter waar het wordt blootgesteld aan extreem hoge
temperaturen, zoals in een afgesloten auto of in direct zonlicht.
Het niet in acht
nemen van deze voorzorgsmaatregel kan de interne onderdelen van het
objectief nadelig beïnvloeden en brand veroorzaken.
A
-
-
-
-
Nl
75
Nl_01
Nl
Bedankt voor het aanschaffen van een AF-S NIKKOR
24-85mm f/3.5-4.5G ED VR objectief.
Lees voor het gebruik
van dit product zowel deze instructies als de
camerahandleiding aandachtig door.
Opmerking: Indien gemonteerd op een digitale reflexcamera in DX-
formaat zoals de D7000 of cameras in de D300 serie, heeft dit objectief
een kijkhoek van 61° 18° 50 en een brandpuntsafstand gelijkwaardig
aan 36 127,5 mm (35 mm formaat).
Onderdelen van het objectief
w e ty or ui !1!0 !2
!5
!4
!3q
q Zonnekap........................................ 79
w
Uitlijnmarkering op zonnekap
... 79
e Vergendelmarkering op
zonnekap................................... 79
r Bevestigingsmarkering voor
zonnekap................................... 79
t Zoomring ........................................ 76
y Schaal brandpuntsafstand ...76
u Markering brandpuntsafstand
i Aanduiding voor
scherpstelafstand
o
Markering voor scherpstelafstand
!0 Scherpstelring .............................. 77
!1 Objectief montagemarkering
!2 Rubberen afdichting voor
objectiefbevestiging ..........81
!3 CPU-contacten ............................81
!4 Schakelaar voor
scherpstelstand .....................77
!5 Vibratiereductie AAN/UIT-
schakelaar .................................78
76
Nl_01
Nl
Compatibiliteit
Vinkjes (““) duiden ondersteunde functies aan, functies met
een streepje (“—”) worden niet ondersteund.
Er zijn een
aantal beperkingen van toepassing: zie de
camerahandleiding voor details.
Camera
Belichtingsstand
(opname) Functie
P
2
S A M AF
3
VR
4
Nikon digitale reflexcameras in FX-formaat en in DX-formaat,
F6, F5, F100, F80-Serie, F75-Serie, F65-Serie
Pronea 600i, Pronea S
1
F4-Serie, F90X, F90-Serie, F70-Serie
F60-Serie, F55-Serie, F50-Serie, F-401x, F-401s, F-401
F-801s, F-801, F-601
m
F3AF, F-601, F-501, Nikon MF cameras (behalve F-601
m)
Belichtingsmodus M (handmatig) is niet beschikbaar.
Omvat AUTO en onderwerpstanden (Digitaal Vari-programma).
Autofocus.
Vibratiereductie.
Zoom en scherptediepte
Draai aan de zoomring voordat u scherpstelt om de
brandpuntsafstand aan te passen en de foto te kadreren.
Als
de camera over voorbeeld scherptediepte beschikt (stop
omlaag), kan scherptediepte ook als voorbeeld in de zoeker
worden bekeken (zie pagina 210 voor meer informatie).
Opmerking: Merk op dat de aanduiding voor scherpstelafstand alleen als
leidraad is bedoeld en is mogelijk niet nauwkeurig genoeg om de
afstand tot het onderwerp te tonen en toont mogelijk niet, door
scherptediepte of andere factoren, ∞ wanneer de camera op een ver
voorwerp wordt scherpgesteld.
1
2
3
4
77
Nl_01
Nl
Diafragma
Diafragma wordt met behulp van de camerabesturingen aangepast.
Zoom en maximale diafragma
Wijzigt zodat zoom het maximale diafragma tot maximaal
/ LW aan kan passen.
De camera houdt er bij het instellen
van de belichting echter automatisch rekening mee en zijn er
geen modificaties van de camera-instellingen vereist voor de
volgende zoomaanpassingen.
Scherpstellen
Ondersteunde scherpstelstanden worden in de volgende
tabel getoond (zie de camerahandleiding voor informatie over
de scherpstelmodi van de camera).
Camera
Camerascherp‑
stelstand
Objectiefscherpstelstand
M/A M
Nikon digitale reflexcameras in FX-
formaat en in DX-formaat, F6, F5, F4-
Serie, F100, F90X, F90-Serie, F80-Serie,
F75-Serie, F70-Serie, F65-Serie,
Pronea 600i, Pronea S
AF
Autofocus
met hand-
correctie
Handmatige
scherpstelling
met elektronische
afstandsmeter
MF
Handmatige scherpstelling
(elektronische afstandsmeter
beschikbaar voor alle
cameras behalve F-601m)
F60-Serie, F55-Serie, F50-Serie, F-801s,
F-801, F-601m, F-401x, F-401s, F-401
AF, MF
M/A (Autofocus met handcorrectie)
Om scherp te stellen met behulp van autofocus met
handcorrectie (M/A):
z
Schuif de schakelaar voor scherpstelstand van het
objectief naar M/A.
x
Scherpstellen.
Indien gewenst, kan autofocus worden overgenomen door aan
de scherpstelring van het objectief te draaien terwijl de
ontspanknop half wordt ingedrukt (of, als de camera is uitgerust
met een AF-ON-knop, terwijl de AF-ON-knop wordt ingedrukt).
Druk, om opnieuw scherp te stellen met behulp van autofocus,
de ontspanknop half in of druk nogmaals op de AF-ON-knop.
78
Nl_01
Nl
Vibratiereductie (VR)
Vibratiereductie (VR) vermindert onscherpte veroorzaakt
door cameratrilling, waardoor sluitertijden tot vier stops
langer duren dan anders het geval zal zijn (Nikon metingen;
effecten variëren afhankelijk van fotograaf en
opnameomstandigheden).
Dit vermindert het beschikbare
aantal sluitertijden en wordt handfotografie en statiefvrije
fotografie in vele verschillende situaties toegestaan.
De vibratiereductie AAN/UIT-schakelaar gebruiken
Selecteer ON om vibratiereductie in te schakelen.
Vibratiereductie wordt geactiveerd wanneer de
ontspanknop half wordt ingedrukt, waarbij de
effecten van cameratrilling voor verbeterde
kadrering en scherpstelling worden verminderd.
Selecteer OFF om vibratiereductie uit te schakelen.
Vibratiereductie gebruiken: opmerkingen
Schuif de vibratiereductieschakelaar naar OFF als de camera
geen vibratiereductie ondersteunt (pag. 76).
Het ingeschakeld
laten van de vibratiereductie kan de batterij snel doen
leeglopen, voornamelijk in het geval van Pronea 600i cameras.
Druk bij het gebruik van vibratiereductie de ontspanknop
half in en wacht totdat de afbeelding in de zoeker is
gestabiliseerd, voordat de ontspanknop in zijn geheel
wordt ingedrukt.
Wanneer vibratiereductie actief is, kan de afbeelding in de
zoeker onscherp worden nadat de sluiter wordt
vrijgegeven.
Dit duidt niet op een defect.
Wanneer de camera wordt gepand, past vibratiereductie
alleen de beweging toe dat geen deel uitmaakt van de pan
(als de camera bijvoorbeeld horizontaal wordt gepand,
wordt alleen vibratiereductie voor verticale trilling
toegepast), waardoor het veel eenvoudiger is de camera
gelijkmatig in een brede boog te pannen.
79
Nl_01
Nl
Zet de camera niet uit of verwijder het objectief niet
wanneer vibratiereductie in werking is.
Indien de voeding
naar het objectief wordt afgekoppeld wanneer
vibratiereductie actief is, kan het objectief rammelen
wanneer deze schudt.
Dit duidt niet op een defect en kan
met behulp van het herbevestigen van het objectief en het
inschakelen van de camera worden verholpen.
Als de camera is voorzien van een ingebouwde flitser, wordt
vibratiereductie uitgeschakeld wanneer de flitser laadt.
Schuif de schakelaar van de vibratiereductie naar OFF voor
lange tijdopnamen.
Schakel vibratiereductie uit wanneer de camera stevig op
een statief wordt gemonteerd, maar laat de camera
ingeschakeld wanneer de statiefknop niet vastzit of
wanneer een monopod wordt gebruikt.
De zonnekap
De zonnekap beschermt het objectief en blokkeert dwaallicht
dat anders lichtvlekken of beeldschaduwen veroorzaakt.
Lijn de vergrendelmarkering op de
zonnekap (—) uit met
bevestigingsmarkering voor de zonnekap
() op het objectief (e).
Houd, bij het bevestigen of verwijderen van de kap, deze
vlakbij het symbool op de bijbehorende basis om te
stevig vastpakken te vermijden.
Vignettering kan zich
voordoen als de kap niet juist is bevestigd.
Wanneer niet in gebruik, kan de kap worden omgedraaid en
gemonteerd op het objectief.
Als de kap wordt omgedraaid,
kan het door middel van draaien worden bevestigd en
verwijderd terwijl het vlakbij de vergrendelingsmarkering
wordt gehouden (—).
80
Nl_01
Nl
Ingebouwde flitser
Maak opnames bij een bereik van 0,6 m of meer bij het
gebruik van de ingebouwde flitser op cameras die zijn
uitgerust met een ingebouwde flitser en verwijder de
zonnekap om vignettering te voorkomen (schaduwen daar
waar het uiteinde van de lens de ingebouwde flitser
verduisterd).
Scherpstelschermen
De volgende cameras ondersteunen een verscheidenheid
aan scherpstelschermen voor gebruik in verschillende
situaties.
Scherm
Camera A B C E
EC‑B
EC‑E G1 G2 G3 G4 J L M U
F6
F5+DP-30
 
F5+DA-30
(+0,5)
 
(+0,5)
: Aanbevolen.
: Vignettering zichtbaar in zoeker (fotos worden niet beïnvloedt).
—: Niet compatibel met camera.
( ): Cijfers tussen haakjes geven de belichtingscompensatie voor
centrumgerichte lichtmeting.
Selecteer “Other screen (Ander
matglas)” voor Persoonlijke instelling b6 (“Screen comp.
(Compensatie voor matglas)”) tijdens het aanpassen van de
belichtingscompensatie voor de F6; merk op dat bij schermen
anders dan B of E “Other screen (Ander matglas)” moet worden
geselecteerd, zelfs wanneer de waarde voor belichtingscompensatie
0 is.
Belichtingscompensatie voor de F5 kan met behulp van
Persoonlijke instelling 18 worden aangepast; zie de
camerahandleiding voor details.
Lege cel: Niet geschikt voor gebruik met deze objectief.
Merk op dat type M
schermen niettemin kunnen worden gebruikt voor fotomicrografie
en macrofotografie bij vergrotingen van 1 : 1 of hoger.
Opmerking: De F5 ondersteunt alleen matrixmeting met A, B, E, EC-B/
EC-E, J en L scherpstelschermen.
81
Nl_01
Nl
Onderhoud objectief
Pak of houd het objectief of de camera niet alleen met
behulp van de zonnekap vast.
Houd de CPU-contacten schoon.
Mocht de rubberen afdichting voor objectiefbevestiging be-
schadigt zijn, staak onmiddellijk het gebruik en breng het objec-
tief voor reparatie naar een Nikon geautoriseerd servicecenter.
Gebruik een blaasbalgje om stof en pluizen van de
objectiefoppervlakken te verwijderen.
Voor het
verwijderen van vlekken en vingerafdrukken moet u een
kleine hoeveelheid ethanol of objectiefreiniger op een
zachte, schone katoenen doek of objectief reinigingsdoekje
aanbrengen en reinig met een draaiende beweging vanuit
het midden naar buiten toe.
Zorg dat er geen vegen
achterblijven en raak het glas niet met uw vingers aan.
Gebruik voor het reinigen van het objectief nooit
organische oplosmiddelen zoals verfthinner of benzeen.
De zonnekap of NC filters kunnen worden gebruikt ter
bescherming van het voorste objectiefelement.
Bevestig de voor- en achterlensdoppen voordat u het
objectief in het flexibele tasje plaatst.
Als het objectief voor langere tijd niet wordt gebruikt, moet
u het op een koele en droge plaats bewaren.
Zo voorkomt
u schimmel en roest.
Bewaar niet in direct zonlicht of in
combinatie met mottenballen van nafta of kamfer.
Zorg dat het objectief droog blijft.
Het roesten van het
interne mechanisme kan onherstelbare schade veroorzaken.
Het objectief achterlaten op extreem hete locaties kan
schade veroorzaken of onderdelen gemaakt van versterkt
plastic kunnen kromtrekken.
Meegeleverde accessoires
72 mm makkelijk te bevestigen voorste objectiefdop LC-72
Achterste objectiefdop LF-4
Bajonetkap HB-63
Flexibel objectiefetui CL-1118
82
Nl_01
Nl
Compatibele accessoires
72 mm vastschroefbare filters
Specificaties
Type Type G AF-S objectief met ingebouwde CPU- en F-
vatting
Brandpuntsafstand 24 85 mm
Maximale diafragma f/3.5 4.5
Objectiefconstructie 16 elementen in 11 groepen (inclusief 1 ED-objectiefelement
en 3 asferische objectiefelementen)
Weergavehoek Nikon film SLR en D‑SLR camera’s in FX‑formaat:
84° 28° 30
Nikon D‑SLR camera’s in DX‑formaat: 61° 18° 50
IX240 systeemcamera’s: 71° 22° 50
Schaal
brandpuntsafstand
Gegradeerd in millimeters (24, 35, 50, 70, 85)
Afstandsinformatie Uitvoer naar camera
Zoom Handmatige zoom met behulp van zoomring
Scherpstellen Nikon Internal Focusing (IF) System met autofocus
aangestuurd door Silent Wave Motor en
afzonderlijke scherpstelring voor handmatige
scherpstelling
Vibratiereductie Lens-shift met behulp van voice coil motors (VCMs)
Aanduiding voor
scherpstelafstand
0,38 m tot oneindig (∞)
Kortste
scherpstelafstand
0,38 m van filmvlak bij alle zoomposities
Diafragmabladen 7 (ronde diafragmaopeningen)
Diafragma Volledig automatisch
Diafragmabereik 24 mm brandpuntsafstand: f/3.5 tot f/22
85 mm brandpuntsafstand: f/4.5 tot f/29
Het weergegeven minimale diafragma kan variëren
afhankelijk van de grootte van de belichtingstoename
die is geselecteerd met de camera.
Lichtmeting Volledig diafragma
Maat voor filters/
voorzetlenzen
72 mm (P = 0,75 mm)
83
Nl_01
Nl
Afmetingen Ca. 78 mm maximum diameter × 82 mm (afstand vanaf
objectiefbevestigingsvlak van de camera)
Gewicht Ca. 465 g
Nikon behoudt zich het recht de specificaties van de hardware, zoals
beschreven in deze handleiding, te allen tijde zonder voorafgaande
kennisgeving te wijzigen.

Documenttranscriptie

Voor uw veiligheid A WAARSCHUWINGEN Nl 74 • Niet demonteren. Het aanraken van de interne onderdelen van de camera of objectief kan letsel veroorzaken. In het geval van een defect moet het product alleen door een gekwalificeerd technicus worden gerepareerd. Mocht het product openbreken als gevolg van een val of ander ongeluk, verwijder de camerabatterij en/of ontkoppel de lichtnetadapter en breng het product naar een Nikon geautoriseerd servicecenter. • Zet de camera in het geval van een defect onmiddellijk uit. Bemerkt u dat er rook of een andere ongebruikelijke geur uit het apparaat komt, haal dan onmiddellijk de lichtnetadapter uit het stopcontact en verwijder de camerabatterij en zorg dat u geen brandwonden oploopt. Het voortzetten van de werking van het apparaat kan brand of letsel tot gevolg hebben. Breng na het verwijderen van de batterij het apparaat voor inspectie naar een Nikon geautoriseerd servicecenter. • Niet gebruiken in de aanwezigheid van brandbaar gas. Het bedienen van elektronische apparatuur in de aanwezigheid van brandbaar gas kan een explosie of brand tot gevolg hebben. • Kijk niet via het objectief of de camerazoeker naar de zon. Kijken naar de zon of andere heldere lichtbron via het objectief of de zoeker kan permanent visueel letsel veroorzaken. • Houd buiten bereik van kinderen. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan letsel tot gevolg hebben. • Neem tijdens het hanteren van het objectief en de camera de volgende voorzorgsmaatregelen in acht: - Zorg dat het object en de camera droog blijven. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan brand of een elektrische schok tot gevolg hebben. - Hanteer het objectief of de camera niet met natte handen. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan een elektrische schok tot gevolg hebben. - Houd de zon goed uit het beeld tijdens het opnemen van onderwerpen met tegenlicht. Zonlicht dat wordt scherpgesteld in de camera terwijl de zon zich in of nabij het beeld bevindt kan brand veroorzaken. - Bevestig de achter- en voorlensdop als het objectief voor langere tijd niet wordt gebruikt en bewaar het objectief niet in direct zonlicht. Als u het in direct zonlicht laat liggen, kan het objectief de zonnestralen op brandbare objecten scherpstellen en brand veroorzaken. • Draag geen statieven met het objectief of de camera eraan bevestigd. U kunt struikelen of per ongeluk anderen raken, met letsel als gevolg. • Laat het objectief niet achter waar het wordt blootgesteld aan extreem hoge temperaturen, zoals in een afgesloten auto of in direct zonlicht. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan de interne onderdelen van het objectief nadelig beïnvloeden en brand veroorzaken. Bedankt voor het aanschaffen van een AF‑S NIKKOR 24‑85mm f/3.5‑4.5G ED VR objectief. Lees voor het gebruik van dit product zowel deze instructies als de camerahandleiding aandachtig door. Opmerking: Indien gemonteerd op een digitale reflexcamera in DXformaat zoals de D7000 of camera’s in de D300 serie, heeft dit objectief een kijkhoek van 61° – 18° 50′ en een brandpuntsafstand gelijkwaardig aan 36 – 127,5 mm (35 mm formaat). ■ Onderdelen van het objectief q w e r ty ui o!0 !1 !2 !3 Nl !4 !5 q Zonnekap........................................ 79 w Uitlijnmarkering op zonnekap.... 79 e Vergendelmarkering op zonnekap................................... 79 r Bevestigingsmarkering voor zonnekap................................... 79 t Zoomring......................................... 76 y Schaal brandpuntsafstand.... 76 u Markering brandpuntsafstand i Aanduiding voor scherpstelafstand Markering voor scherpstelafstand Scherpstelring............................... 77 Objectief montagemarkering Rubberen afdichting voor objectiefbevestiging........... 81 !3 CPU-contacten............................. 81 !4 Schakelaar voor scherpstelstand...................... 77 !5 Vibratiereductie AAN/UITschakelaar.................................. 78 o !0 !1 !2 75 ■ Compatibiliteit Vinkjes (“✔“) duiden ondersteunde functies aan, functies met een streepje (“—”) worden niet ondersteund. Er zijn een aantal beperkingen van toepassing: zie de camerahandleiding voor details. Nl Camera Nikon digitale reflexcamera’s in FX-formaat en in DX-formaat, F6, F5, F100, F80-Serie, F75-Serie, F65-Serie Pronea 600i, Pronea S 1 F4-Serie, F90X, F90-Serie, F70-Serie F60-Serie, F55-Serie, F50-Serie, F‑401x, F‑401s, F‑401 F‑801s, F‑801, F‑601m F3AF, F‑601, F‑501, Nikon MF camera’s (behalve F‑601m) 1 2 3 4 Belichtingsstand (opname) Functie P 2 S A M AF 3 VR 4 ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ — — ✔ ✔ — — — ✔ ✔ — — — — — — Belichtingsmodus M (handmatig) is niet beschikbaar. Omvat AUTO en onderwerpstanden (Digitaal Vari-programma). Autofocus. Vibratiereductie. ■ Zoom en scherptediepte Draai aan de zoomring voordat u scherpstelt om de brandpuntsafstand aan te passen en de foto te kadreren. Als de camera over voorbeeld scherptediepte beschikt (stop omlaag), kan scherptediepte ook als voorbeeld in de zoeker worden bekeken (zie pagina 210 voor meer informatie). Opmerking: Merk op dat de aanduiding voor scherpstelafstand alleen als leidraad is bedoeld en is mogelijk niet nauwkeurig genoeg om de afstand tot het onderwerp te tonen en toont mogelijk niet, door scherptediepte of andere factoren, ∞ wanneer de camera op een ver voorwerp wordt scherpgesteld. 76 ■ Diafragma Diafragma wordt met behulp van de camerabesturingen aangepast. Zoom en maximale diafragma Wijzigt zodat zoom het maximale diafragma tot maximaal 2/3 LW aan kan passen. De camera houdt er bij het instellen van de belichting echter automatisch rekening mee en zijn er geen modificaties van de camera-instellingen vereist voor de volgende zoomaanpassingen. ■ Scherpstellen Ondersteunde scherpstelstanden worden in de volgende tabel getoond (zie de camerahandleiding voor informatie over de scherpstelmodi van de camera). Camera Nikon digitale reflexcamera’s in FXformaat en in DX-formaat, F6, F5, F4Serie, F100, F90X, F90-Serie, F80-Serie, F75-Serie, F70-Serie, F65-Serie, Pronea 600i, Pronea S F60-Serie, F55-Serie, F50-Serie, F‑801s, F‑801, F‑601m, F‑401x, F‑401s, F‑401 Camerascherp‑ stelstand AF MF AF, MF Nl Objectiefscherpstelstand M/A M Handmatige Autofocus scherpstelling met handmet elektronische correctie afstandsmeter Handmatige scherpstelling (elektronische afstandsmeter beschikbaar voor alle camera’s behalve F‑601m) M/A (Autofocus met handcorrectie) Om scherp te stellen met behulp van autofocus met handcorrectie (M/A): z Schuif de schakelaar voor scherpstelstand van het objectief naar M/A. x Scherpstellen. Indien gewenst, kan autofocus worden overgenomen door aan de scherpstelring van het objectief te draaien terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt (of, als de camera is uitgerust met een AF‑ON-knop, terwijl de AF‑ON-knop wordt ingedrukt). Druk, om opnieuw scherp te stellen met behulp van autofocus, de ontspanknop half in of druk nogmaals op de AF‑ON-knop. 77 ■ Vibratiereductie (VR) Vibratiereductie (VR) vermindert onscherpte veroorzaakt door cameratrilling, waardoor sluitertijden tot vier stops langer duren dan anders het geval zal zijn (Nikon metingen; effecten variëren afhankelijk van fotograaf en opnameomstandigheden). Dit vermindert het beschikbare aantal sluitertijden en wordt handfotografie en statiefvrije fotografie in vele verschillende situaties toegestaan. De vibratiereductie AAN/UIT-schakelaar gebruiken Nl Selecteer ON om vibratiereductie in te schakelen. Vibratiereductie wordt geactiveerd wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt, waarbij de effecten van cameratrilling voor verbeterde kadrering en scherpstelling worden verminderd. Selecteer OFF om vibratiereductie uit te schakelen. 78 Vibratiereductie gebruiken: opmerkingen • Schuif de vibratiereductieschakelaar naar OFF als de camera geen vibratiereductie ondersteunt (pag. 76). Het ingeschakeld laten van de vibratiereductie kan de batterij snel doen leeglopen, voornamelijk in het geval van Pronea 600i camera’s. • Druk bij het gebruik van vibratiereductie de ontspanknop half in en wacht totdat de afbeelding in de zoeker is gestabiliseerd, voordat de ontspanknop in zijn geheel wordt ingedrukt. • Wanneer vibratiereductie actief is, kan de afbeelding in de zoeker onscherp worden nadat de sluiter wordt vrijgegeven. Dit duidt niet op een defect. • Wanneer de camera wordt gepand, past vibratiereductie alleen de beweging toe dat geen deel uitmaakt van de pan (als de camera bijvoorbeeld horizontaal wordt gepand, wordt alleen vibratiereductie voor verticale trilling toegepast), waardoor het veel eenvoudiger is de camera gelijkmatig in een brede boog te pannen. • Zet de camera niet uit of verwijder het objectief niet wanneer vibratiereductie in werking is. Indien de voeding naar het objectief wordt afgekoppeld wanneer vibratiereductie actief is, kan het objectief rammelen wanneer deze schudt. Dit duidt niet op een defect en kan met behulp van het herbevestigen van het objectief en het inschakelen van de camera worden verholpen. • Als de camera is voorzien van een ingebouwde flitser, wordt vibratiereductie uitgeschakeld wanneer de flitser laadt. • Schuif de schakelaar van de vibratiereductie naar OFF voor lange tijdopnamen. • Schakel vibratiereductie uit wanneer de camera stevig op een statief wordt gemonteerd, maar laat de camera ingeschakeld wanneer de statiefknop niet vastzit of wanneer een monopod wordt gebruikt. Nl ■ De zonnekap De zonnekap beschermt het objectief en blokkeert dwaallicht dat anders lichtvlekken of beeldschaduwen veroorzaakt. Lijn de vergrendelmarkering op de zonnekap (—¡) uit met bevestigingsmarkering voor de zonnekap (●) op het objectief (e). Houd, bij het bevestigen of verwijderen van de kap, deze vlakbij het symbool op de bijbehorende basis om te stevig vastpakken te vermijden. Vignettering kan zich voordoen als de kap niet juist is bevestigd. Wanneer niet in gebruik, kan de kap worden omgedraaid en gemonteerd op het objectief. Als de kap wordt omgedraaid, kan het door middel van draaien worden bevestigd en verwijderd terwijl het vlakbij de vergrendelingsmarkering wordt gehouden (—¡). 79 ■ Ingebouwde flitser Maak opnames bij een bereik van 0,6 m of meer bij het gebruik van de ingebouwde flitser op camera’s die zijn uitgerust met een ingebouwde flitser en verwijder de zonnekap om vignettering te voorkomen (schaduwen daar waar het uiteinde van de lens de ingebouwde flitser verduisterd). ■ Scherpstelschermen Nl De volgende camera’s ondersteunen een verscheidenheid aan scherpstelschermen voor gebruik in verschillende situaties. Scherm Camera F6 F5+DP-30 A   F5+DA-30  (+0,5) EC‑B B C E EC‑E G1 G2 G3 G4 J  —  — — — — —         L M U    ¡   (+0,5) ¡ Aanbevolen. Vignettering zichtbaar in zoeker (foto’s worden niet beïnvloedt). Niet compatibel met camera. Cijfers tussen haakjes geven de belichtingscompensatie voor centrumgerichte lichtmeting. Selecteer “Other screen (Ander matglas)” voor Persoonlijke instelling b6 (“Screen comp. (Compensatie voor matglas)”) tijdens het aanpassen van de belichtingscompensatie voor de F6; merk op dat bij schermen anders dan B of E “Other screen (Ander matglas)” moet worden geselecteerd, zelfs wanneer de waarde voor belichtingscompensatie 0 is. Belichtingscompensatie voor de F5 kan met behulp van Persoonlijke instelling 18 worden aangepast; zie de camerahandleiding voor details. Lege cel: Niet geschikt voor gebruik met deze objectief. Merk op dat type M schermen niettemin kunnen worden gebruikt voor fotomicrografie en macrofotografie bij vergrotingen van 1 : 1 of hoger. : ¡: —: ( ): Opmerking: De F5 ondersteunt alleen matrixmeting met A, B, E, EC‑B/ EC‑E, J en L scherpstelschermen. 80 ■ Onderhoud objectief • Pak of houd het objectief of de camera niet alleen met behulp van de zonnekap vast. • Houd de CPU-contacten schoon. • Mocht de rubberen afdichting voor objectiefbevestiging be‑ schadigt zijn, staak onmiddellijk het gebruik en breng het objec‑ tief voor reparatie naar een Nikon geautoriseerd servicecenter. • Gebruik een blaasbalgje om stof en pluizen van de objectiefoppervlakken te verwijderen. Voor het verwijderen van vlekken en vingerafdrukken moet u een kleine hoeveelheid ethanol of objectiefreiniger op een zachte, schone katoenen doek of objectief reinigingsdoekje aanbrengen en reinig met een draaiende beweging vanuit het midden naar buiten toe. Zorg dat er geen vegen achterblijven en raak het glas niet met uw vingers aan. • Gebruik voor het reinigen van het objectief nooit organische oplosmiddelen zoals verfthinner of benzeen. • De zonnekap of NC filters kunnen worden gebruikt ter bescherming van het voorste objectiefelement. • Bevestig de voor- en achterlensdoppen voordat u het objectief in het flexibele tasje plaatst. • Als het objectief voor langere tijd niet wordt gebruikt, moet u het op een koele en droge plaats bewaren. Zo voorkomt u schimmel en roest. Bewaar niet in direct zonlicht of in combinatie met mottenballen van nafta of kamfer. • Zorg dat het objectief droog blijft. Het roesten van het interne mechanisme kan onherstelbare schade veroorzaken. • Het objectief achterlaten op extreem hete locaties kan schade veroorzaken of onderdelen gemaakt van versterkt plastic kunnen kromtrekken. Nl ■ Meegeleverde accessoires • • • • 72 mm makkelijk te bevestigen voorste objectiefdop LC‑72 Achterste objectiefdop LF‑4 Bajonetkap HB‑63 Flexibel objectiefetui CL‑1118 81 ■ Compatibele accessoires • 72 mm vastschroefbare filters ■ Specificaties Type Nl 82 Type G AF‑S objectief met ingebouwde CPU- en Fvatting Brandpuntsafstand 24 – 85 mm Maximale diafragma f/3.5 – 4.5 Objectiefconstructie 16 elementen in 11 groepen (inclusief 1 ED-objectiefelement en 3 asferische objectiefelementen) Weergavehoek • Nikon film SLR en D-SLR camera’s in FX-formaat: 84° – 28° 30′ • Nikon D-SLR camera’s in DX-formaat: 61° – 18° 50′ • IX240 systeemcamera’s: 71° – 22° 50′ Schaal Gegradeerd in millimeters (24, 35, 50, 70, 85) brandpuntsafstand Afstandsinformatie Uitvoer naar camera Zoom Handmatige zoom met behulp van zoomring Scherpstellen Nikon Internal Focusing (IF) System met autofocus aangestuurd door Silent Wave Motor en afzonderlijke scherpstelring voor handmatige scherpstelling Vibratiereductie Lens-shift met behulp van voice coil motors (VCMs) Aanduiding voor 0,38 m tot oneindig (∞) scherpstelafstand Kortste 0,38 m van filmvlak bij alle zoomposities scherpstelafstand Diafragmabladen 7 (ronde diafragmaopeningen) Diafragma Volledig automatisch Diafragmabereik • 24 mm brandpuntsafstand: f/3.5 tot f/22 • 85 mm brandpuntsafstand: f/4.5 tot f/29 Het weergegeven minimale diafragma kan variëren afhankelijk van de grootte van de belichtingstoename die is geselecteerd met de camera. Lichtmeting Volledig diafragma Maat voor filters/ 72 mm (P = 0,75 mm) voorzetlenzen Afmetingen Gewicht Ca. 78 mm maximum diameter × 82 mm (afstand vanaf objectiefbevestigingsvlak van de camera) Ca. 465 g Nikon behoudt zich het recht de specificaties van de hardware, zoals beschreven in deze handleiding, te allen tijde zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Nl 83
1 / 1