13
CL3672_IM_new_Dec_2018 12.12.2018
Werkingsmodi
Gebruik de MODE
toets om één van de volgende werkingsmodi te
selecteren:
• Koelen (COOL)
• Ontvochtiging (DEHUM)
• Ventilator (FAN)
De controlelampjes geven de instelling aan.
Modus “Koelen”
In deze bedieningsmodus, kunt u de ventilatorsnelheid en de temperatuur
naar wens aanpassen.
OPMERKING:
Om het apparaat te bedienen met de compressor, moet de ingestelde
temperatuur lager zijn dan de huidige kamertemperatuur.
Modus “Ontvochtiging”
• Deze werkingsmodus biedt geen ondersteuning voor eventuele verdere
instellingen.
• Het apparaat zal de ingestelde temperatuur automatisch naar de omge-
vingstemperatuur minus 2 °C omzetten.
• De ventilator zal op de laagste snelheidsinstelling werken.
• Het apparaat zal de kamer koelen en de vochtigheid uit de lucht ontrek-
ken.
Instellen van de temperatuur
Gebruik de TEMP +
of TEMP − toetsen in de “Koelen” modus om
de temperatuur in te stellen. Selecteer een temperatuur tussen 16 °C en
31 °C.
Instellen van de ventilator
In de “Koelen” en “Ventilator” modus kunt u de snelheid van de ventilator
met 2 verschillende instellingen instellen. Druk dienovereenkomstig op de
SPEED
toets.
Instellen van de luchtuitlaat
Pas de vinnen voor het regelen van de richting van de uitgeblazen lucht
aan.
• Draai één van de vinnen om de lucht direct naar boven/naar beneden
te richten.
Timer (automatische timer)
Gebruik de timerfunctie om de inschakel- en uitschakeltijd van het
apparaat in te stellen. Selecteer een tijd tussen 1 en 24 uur.
Met behulp van de timerfunctie voor automatisch inschakelen
1. Druk op de POWER
toets om het apparaat aan te schakelen.
2. Selecteer de werkingsmodus, temperatuur en ventilatorsnelheid voor
het apparaat om op het vooringestelde tijdstip te werken.
3. Druk op de POWER toets om het apparaat uit te schakelen.
4. Druk op de TIMER toets. Het controlelampje TIMER brandt. Het
aantal uren knippert.
5. U kunt het gewenste aantal uren met de toetsen TEMP + en
TEMP − instellen. De instelling verandert snel wanneer u de
desbetreffende toets ingedrukt houdt. Bevestig uw instelling met de
TIMER toets, terwijl het scherm knippert. Anders wordt de instelling
afgesloten. In dit geval wordt de instelling niet toegepast.
Met behulp van de timerfunctie voor automatisch uitschakelen
1. Druk op de POWER
toets om het apparaat aan te schakelen.
2. Druk op de TIMER toets tijdens het bedrijf. Het controlelampje
TIMER brandt. Het aantal uren knippert.
3. Stel de TIMER in zoals hierboven in nummer 5 beschreven.
OPMERKING:
• Druk de TIMER
toets opnieuw in als u de TIMER-functie wilt
deactiveren.
• U kunt ook de timer-functie op elk gewenst moment annuleren
door op de POWER toets te drukken om het apparaat in / uit te
schakelen.
Het waterreservoir leegmaken
Het apparaat bevat een waterreservoir voor het verzamelen van conden-
satie. Wanneer de watertank vol is, licht het controlelampje “W.F” op. De
compressor wordt in elke bedieningsmodus uitgeschakeld. De ventilator
blijft onafhankelijk hiervan draaien.
LET OP:
Vervoer het apparaat niet terwijl de watertank vol is. Er zou water in het
apparaat kunnen lopen.
Voor continue werking met de compressor, moet u de watertank legen.
Hiervoor hebt u een dweil, een platte teil met een capaciteit van ca. 1,5 liter
water en de bijgeleverde waterslang nodig.
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Plaats de dweil en de platte kom onder de waterafvoer. Indien mogelijk,
zet u de teil op een lager niveau dan het apparaat.
3. Verwijder de rubberen dop en de plug. Bewaar de onderdelen voor
later gebruik.
4. Sluit de waterslang op de waterafvoer van het apparaat aan. Plaats
het uiteinde van de slang in de teil.
5. Verwijder de waterslang nadat het water is afgevoerd. Sluit de water-
afvoer met de plug en de rubberen dop weer op het apparaat aan
om de koeling circulatie van het condenswater te verzekeren.
Het apparaat uitschakelen
1. Druk op de POWER
toets om het apparaat uit te schakelen.
2. Haal de stekker uit het stopcontact.
Reiniging
WAARSCHUWING:
• Verwijder altijd de stekker uit het stopcontact vóór het
schoonmaken!
• Zorg ervoor dat tijdens het reinigen geen water in de
openingen van het apparaat terecht komt. Dit zou tot
een elektrische schok of brand kunnen leiden.
LET OP:
• Spuit het apparaat niet met reinigingsmiddelen in.
• Gebruik geen draadborstel of andere schurende voorwerpen.
• Gebruik geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen.
Filter
Reinig het lter elke 2 weken bij dagelijks gebruik van het apparaat.
Wanneer stof in het lter de ventilatie blokkeert, wordt de werking van het
apparaat niet langer gegarandeerd.
1. Verwijder de luchtafvoerslang met de adapter.
2. Trek het lter aan de zijkant van het apparaat eruit.
3. Zuig het lter met een stofzuiger.
4. Reinig het lter onder stromend water. Indien nodig, gebruik een mild
schoonmaakmiddel.
5. Laat het lter aan de lucht of in de schaduw drogen.
6. Plaats het lter terug in het apparaat als het helemaal droog is.