11
CL3671_IM_new2 14.12.2016
Elektrische aansluiting
1. Controleer of de netspanning die u wilt gebruiken overeenkomt met
de spanning van het toestel. Controleer het typeplaatje voor gedetail-
leerde specicaties.
2. Sluit het toestel aan op een correct geïnstalleerd geaard stopcontact.
Een signaal zal klinken om aan te geven dat het toestel klaar voor
gebruik is.
Bediening van het apparaat
Het toestel aan- / uitschakelen
• Druk op de POWER toets om het toestel aan te schakelen. Het
apparaat is vooringesteld op “Koelen” mode, met een temperatuur van
25 °C. Als de werking is gestopt zonder de stekker uit het stopcontact
te verwijderen, zullen alle eerder ingestelde werkingsmodi en tempe-
ratuurinstellingen worden bewaard. De controlelampjes geven deze
instelling aan.
• Druk opnieuw op de POWER toets om het apparaat uit te schakelen.
Compressor veiligheidssysteem
Als de werking wordt onderbroken, wordt het veiligheidssysteem voor de
compressor geactiveerd. Hiermee wordt de werking van de compressor
ca. 3 minuten onderbroken om de druk in het koelcircuit te verminderen.
Dit is geen defect van het apparaat. Wacht daarom ten minste 3 minuten
alvorens het apparaat opnieuw in te schakelen.
Bedieningspaneel
Toets Controlelampje Uitleg
POWER
- Apparaat aan / uitzetten
TEMP + - Temperatuur verhogen
TEMP − - Temperatuur verlagen
MODE
COOL (Koelen)
DEHUM (Ontvochtiging)
FAN (Ventilator)
Gebruiksmode selecteren
SPEED
HIGH (Hoge snelheid)
LOW (Lage snelheid)
Ventilatorsnelheid instellen
TIMER
TIMER Timerbediening
- W.F
Water moet worden verwij-
derd.
Werkingsmodi
Gebruik de MODE toets om één van de volgende werkingsmodi te
selecteren:
• Koelen (COOL)
• Ontvochtiging (DEHUM)
• Ventilator (FAN)
De controlelampjes geven de instelling aan.
Modus “Koelen”
In deze bedieningsmodus, kunt u de ventilatorsnelheid en de temperatuur
naar wens aanpassen.
OPMERKING:
Om het apparaat te bedienen met de compressor, moet de ingestelde
temperatuur lager zijn dan de huidige kamertemperatuur.
Modus “Ontvochtiging”
• Deze werkingsmodus biedt geen ondersteuning voor eventuele verdere
instellingen.
• Het apparaat zal de ingestelde temperatuur automatisch naar de omge-
vingstemperatuur minus 2 °C omzetten.
• De ventilator zal op de laagste snelheidsinstelling werken.
• Het toestel zal de kamer koelen en de vochtigheid uit de lucht ontrekken.
Instellen van de temperatuur
Gebruik de TEMP + of TEMP − toetsen in de “Koelen” modus om
de temperatuur in te stellen. Selecteer een temperatuur tussen 16 °C en
31 °C.
Instellen van de ventilator
In de “Koelen” en “Ventilator” modus kunt u de snelheid van de ventilator
met 2 verschillende instellingen instellen. Druk dienovereenkomstig op de
SPEED toets.
Instellen van de luchtuitlaat
Pas de vinnen voor het regelen van de richting van de uitgeblazen lucht
aan.
• Draai één van de vinnen om de lucht direct naar boven/naar beneden
te richten.
Timer (automatische timer)
Gebruik de timerfunctie om de inschakel- en uitschakeltijd van het
apparaat in te stellen. Selecteer een tijd tussen 1 en 24 uur.
Met behulp van de timerfunctie voor automatisch inschakelen
1. Druk op de POWER toets om het toestel aan te schakelen.
2. Selecteer de werkingsmodus, temperatuur en ventilatorsnelheid voor
het toestel om op het vooringestelde tijdstip te werken.
3. Druk op de POWER toets om het toestel uit te schakelen.
4. Druk op de TIMER toets. Het controlelampje TIMER brandt. Het
aantal uren knippert.
5. U kunt het gewenste aantal uren met de toetsen TEMP + en
TEMP − instellen. De instelling verandert snel wanneer u de
desbetreffende toets ingedrukt houdt. Bevestig uw instelling met de
TIMER toets, terwijl het scherm knippert. Anders wordt de instelling
afgesloten. In dit geval wordt de instelling niet toegepast.
Met behulp van de timerfunctie voor automatisch uitschakelen
1. Druk op de POWER toets om het toestel aan te schakelen.
2. Druk op de TIMER toets tijdens het bedrijf. Het controlelampje
TIMER brandt. Het aantal uren knippert.
3. Stel de TIMER in zoals hierboven in nummer 5 beschreven.
OPMERKING:
• Druk de TIMER toets opnieuw in als u de TIMER-functie wilt
deactiveren.
• U kunt ook de timer-functie op elk gewenst moment annuleren door
op de POWER toets te drukken om het toestel in / uit te schakelen.
Het waterreservoir leegmaken
Het toestel bevat een waterreservoir voor het verzamelen van conden-
satie. Wanneer de watertank vol is, licht het controlelampje “W.F” op. De
compressor wordt in elke bedieningsmodus uitgeschakeld. De ventilator
blijft onafhankelijk hiervan draaien.
LET OP:
Vervoer het apparaat niet terwijl de watertank vol is. Er zou water in het
apparaat kunnen lopen.
Voor continue werking met de compressor, moet u de watertank legen.
Hiervoor hebt u een dweil, een platte teil met een capaciteit van ca. 1,5 liter
water en de bijgeleverde waterslang nodig.
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Plaats de dweil en de platte kom onder de waterafvoer. Indien mogelijk,
zet u de teil op een lager niveau dan het apparaat.
3. Verwijder de rubberen dop en de plug. Bewaar de onderdelen voor
later gebruik.
4. Sluit de waterslang op de waterafvoer van het apparaat aan. Plaats
het uiteinde van de slang in de teil.