NL
19
HET OCULAIR
Het oculair is de lens die het dichtst bij het oog staat. Het bestaat meestal uit achromaten (3-6 individuele
lenzen). De optische kwaliteit (kleurcorrectie, beeldscherpte, beeldvertekening) wordt mede bepaald door de
kwaliteit van het oculair.
HET BRILDRAGERSOCULAIR
Het brildragersoculair biedt met en zonder bril het volle zichtveld. Het kan om de centrale as worden gedraaid
en kan daardoor worden aangepast aan de verschillende oogafstanden van de gebruikers. Wanneer de gebruiker
een beeldcirkel ziet wanneer hij door de lens kijkt, dan is de oogafstand correct ingesteld. Zonder bril kan de
oogafstand bij verrekijkers op drie verschillende manieren worden ingesteld:
Oogkap met schuifmechaniek, oogkap met draaimechaniek, rubberen omklapbare oogkap. Voor brildragers
worden de oogkappen omgevouwen of in vlakke positie gebracht, de niet-brildrager gebruikt ze in gestrekte of
uitgetrokken stand.
BINOCULAIR
Binoculaire verrekijkers hebben altijd twee oculairen
MONOCULAIR
Monoculaire verrekijkers en spotting scopes hebben altijd slechts één oculair.
SCHEMERGETAL
Het schemergetal is een maat voor de zichtprestaties en detailherkenning van verrekijkers bij slecht licht.
Formule:
√objectief Ø x vergroting
De uitkomst is alleen van wiskundige waarde en dient alleen ter vergelijking van verschillende verrekijkers (8x30,
7x50, 10x50 etc.). De uitkomst van de formule houdt geen rekening met eventuele coating, hoogwaardige glas-
soorten, etc.
DIOPTRIECOMPENSATIE
Bij verrekijkers met centrale instelling is het rechter oculair (bij de meeste zoom-verrekijkers het linker oculair)
draaibaar. Daarmee kan een eventuele zichtafwijking van de gebruiker worden gecompenseerd. Bij modellen
met individuele oculairinstelling zijn beide oculairen draaibaar en worden ook gebruikt voor het scherpstellen.
RUBBEROMHULSEL
Verrekijkers met rubberomhulsel worden aangeraden voor beroepsmatig of ruig gebruik. Het voorkomt schade
aan de verrekijker door stoten, vallen en vocht. Bij normaal gebruik is het door ons gebruikte rubberomhulsel
ongevoelig voor zonlicht.
UITLIJNING (Dubbelzicht)
De uitlijning van verrekijkers is de parallelle uitlijning van beide helften van de verrekijker. Wanneer een verrekij-
ker hard wordt gestoten of bijvoorbeeld op de grond valt dan kunnen de prisma’s verschuiven en is het glas niet
meer goed uitgelijnd. Wanneer door een slecht uitgelijnde verrekijker wordt gekeken dan ziet de gebruiker een
verschoven beeld (dubbelzicht). Een licht verschoven uitlijning wordt automatisch door aanpassing van de ogen
gecompenseerd, maar kan zorgen voor hoofdpijn na lang gebruik. Een slecht uitgelijnde verrekijker dient in alle
gevallen opgestuurd te worden voor reparatie.
LICHTSTERKTE (algemene tip)
De lichtsterkte (LS) is een maat voor de helderheid van de verrekijker. Onder normale omstandigheden is een