NEDERLANDS
Handleiding
19
• Onjuist gebruik kan schade aan het apparaat veroorzaken
en kan leiden tot letsel bij de gebruiker.
• Zorg er, voordat u het apparaat aansluit op het
stopcontact, voor dat uw lokale spanning overeenkomt
met de technische gegevens van het apparaat. Als dit niet
het geval is, kan het apparaat oververhit en beschadigd
raken.
• Vermijd contact met alle bewegende onderdelen. Wacht
altijd totdat alle bewegende onderdelen volledig tot
stilstand zijn gekomen voordat u ze aanraakt.
• Steek geen vingers in het rooster van de ventilator en zorg
ervoor dat er geen vreemde voorwerpen in het rooster
komen.
• Gebruik het apparaat niet als de ventilatorroosters niet
goed op hun plaats zitten of als de roosters zijn beschadigd
of loszitten.
• Zorg ervoor dat de ventilator uit in de buurt blijft van
gordijnen of andere voorwerpen (inclusief haar en kleding)
die in de ventilatoren kunnen worden getrokken.
• Plaats of gebruik het apparaat nooit op een plek waar het
kan worden blootgesteld aan:
- Warmtebronnen zoals radiatoren, verwarmingsroosters,
kachels of andere producten die warmte produceren
- Direct zonlicht
- Overmatig stof
- Mechanische trillingen of schokken
- Een gebrek aan ventilatie
- Ongelijke oppervlakken, om te voorkomen dat de
ventilator omvalt tijdens gebruik
• Schakel de ventilator altijd UIT (0) en trek de stekker uit
het stopcontact wanneer de ventilator niet wordt gebruikt
en/of bij het verplaatsen van de ventilator van de ene
locatie naar de andere.
Let op! Gevaar voor elektrische schokken!