Indexopgave
89
15 Indexopgave
A
Aan het einde van het oogstseizoen .................. 86
Aanbouw van het trekvoertuig ............................ 42
Aanbrengen van de veiligheids- en
aanwijzingsstickers ......................................... 30
Aandraaimomenten ............................................ 66
Aanduiding .......................................................... 35
Aankoppelen van voorzetwerktuigen of
aanhangers ..................................................... 14
Andere geldende documenten ............................. 6
B
Bandenspanning ................................................. 68
Basisinstelling van de wielrem ............................ 81
Bediening ............................................................ 48
Bediening, handelwijze ....................................... 80
Bedrijfsstoffen ............................................... 22, 37
Belang van de handleiding ................................. 13
C
Constructieve wijzigingen aan de machine ........ 15
Contactpersonen .......................................... 30, 36
Controles vóór de eerste inbedrijfstelling ........... 38
D
De machine voorbereiden voor het rijden op de
weg ................................................................. 44
Disselhoogte aanpassen .................................... 39
Doelgroep van dit document ................................. 6
E
Eerste ingebruikneming ...................................... 38
Elektrische aansluiting ........................................ 43
Extra uitrustingen en reserveonderdelen ............ 15
F
Fundamentele veiligheidsaanwijzingen .............. 13
G
Gebruik volgens bestemming ............................. 12
Gebruik voor de werkzaamheden ....................... 48
Gebruiksdoel ....................................................... 12
Gebruiksduur van de machine ............................ 12
Gegevens voor aanvragen en bestellingen ........ 35
Gevaren bij bepaalde werkzaamheden
Werkzaamheden aan de machine .................. 23
werkzaamheden aan wielen en banden ......... 24
Gevaren door de gebruiksomgeving .................. 22
Gevarenzones .................................................... 17
H
Hoe te handelen in gevaarlijke situaties en bij
ongevallen ...................................................... 24
I
Ingebruikneming ................................................ 41
Instellingen ......................................................... 61
K
Kinderen in gevaar ............................................. 14
Kwalificatie van personeel ................................. 13
L
Laden ................................................................. 48
Lijsten en verwijzingen ......................................... 7
M
Machine optillen ................................................. 47
Machine parkeren .............................................. 45
Machine stopzetten en beveiligen ..................... 25
Machine vastsjorren ........................................... 46
Machine veilig parkeren ..................................... 21
Machineoverzicht ............................................... 33
Metrische draadschroeven met fijn schroefdraad
....................................................................... 67
Metrische draadschroeven met normaal
schroefdraad .................................................. 66
Metrische draadschroeven met verzonkenkop en
binnenzeskant ................................................ 67
N
Nabestelling van de veiligheids- en
aanwijzingsstickers ........................................ 30
Nabestelling van dit document ............................. 6
O
Omhoog geheven machine en machinedelen
veilig ondersteunen ........................................ 25
Omvang van het document .................................. 8
Onderhoud ......................................................... 64
Opslag ................................................................ 85
P
Parkeerrem ........................................................ 31
Persoonlijke veiligheidsuitrustingen ................... 19
Positie en betekenis van de aanwijzingsstickers
op de machine ............................................... 28
Positie van de veiligheidsstickers op de machine
....................................................................... 26
R
Redelijkerwijze te verwachten foutieve toepassing
....................................................................... 12