Gebruik voor het reinigen van onderdelen of accessoires GEEN:
• schurende, scherpe of puntige gereedschappen of doeken (bv.
schuursponzen, schrapers, staalborstels enz.);
• waterstralen onder druk of stoomstralen;
• schurende of poederdetergenten;
• basische, agressieve of bijtende reinigingsmiddelen (bv. zoutzuur,
zwavelzuur of bijtende soda).
Deze stoffen kunnen blijvende schade veroorzaken aan de
oppervlakken en de katalysatoren van de apparatuur. Gebruik deze
stoffen ook NIET om de onderconstructie of de vloer onder de
apparatuur te reinigen: vluchtige emulsies van de verbindingen
kunnen nog steeds schade veroorzaken.
Voor u de reiniging start, controleer of er zich GEEN bakplaten in
de ovenkamer bevinden, aangezien dit een minder eciënte
reiniging tot gevolg heeft.
Open tijdens de reiniging de deur van de oven NIET om het gevaar
te beperken voor letsels aan de ogen, slijmvliezen en de huid ten
gevolgen van het contact met de chemische reinigingsmiddelen
die in de kookkamer rondgesproeid worden en onderhevig zijn aan
sterke luchtstromen.
De reiniging mag NIET door kinderen worden uitgevoerd, zeker
niet als ze niet onder toezicht staan van een volwassene.
Voer GEEN ingrepen uit of de tank met het reinigingsmiddel, de
aansluitingen op de oven en het interne en extern watercircuit,
aangezien dit ernstig letsel of de dood kan veroorzaken.
Controleer regelmatig of er zich roestvlekken in de overkamer
bevinden: als dit het geval is, dient u onmiddellijk contact op te
nemen met een Servicedienst, omdat het gebruikte water de oven
waarschijnlijk beschadigt; door snel in te grijpen verlengt u de
levensduur van het apparaat.