HP Photosmart Premium Fax e-All-in-One Printer series - C410 Handleiding

Type
Handleiding
HP Photosmart Premium Fax C410
series
Inhoudsopgave
1 Help voor HP Photosmart Premium Fax C410 series...........................................................3
2 Hoe kan ik?................................................................................................................................5
3 De installatie van de HP Photosmart voltooien
De HP Photosmart aan een netwerk toevoegen........................................................................7
De HP Photosmart configureren voor faxen.............................................................................16
4 Kennis maken met de HP Photosmart
Printeronderdelen.....................................................................................................................39
Functies van het bedieningspaneel..........................................................................................42
Pictogrammen weergeven........................................................................................................43
HP-toepassingen Manager.....................................................................................................44
6 Afdrukken
Documenten afdrukken............................................................................................................53
Foto's afdrukken.......................................................................................................................54
Een creatief project afdrukken..................................................................................................60
Een webpagina afdrukken........................................................................................................66
Formulieren en sjablonen afdrukken (Snelle formulieren).....................................................66
Vanaf een willekeurige locatie afdrukken.................................................................................71
Afdrukken vanaf internet zonder een computer........................................................................73
7 Scannen
Scannen naar een computer....................................................................................................75
Scannen naar een geheugenkaart of USB-opslagapparaat.....................................................76
8Kopiëren
Tekst of gemengde documenten kopiëren...............................................................................81
9Fax
Een faxbericht verzenden.........................................................................................................89
Een faxbericht ontvangen.........................................................................................................95
10 Foto's opslaan
Foto's op de computer opslaan................................................................................................97
Foto's vanaf een geheugenkaart op een ander opslagapparaat als back-up opslaan.............98
11 Met cartridges werken
Geschatte inktniveaus controleren.........................................................................................101
Inktproducten bestellen..........................................................................................................102
Vervang de cartridges............................................................................................................102
Informatie over de cartridgegarantie.......................................................................................104
Druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is..............................................105
12 Een probleem oplossen
HP-ondersteuning...................................................................................................................111
Problemen met de installatie oplossen...................................................................................115
1
Inhoudsopgave
De afdrukkwaliteit verbeteren.................................................................................................125
Problemen met afdrukken oplossen.......................................................................................132
Problemen met geheugenkaarten oplossen...........................................................................138
Problemen met scannen oplossen.........................................................................................141
Problemen met kopiëren oplossen.........................................................................................144
Problemen met faxen oplossen..............................................................................................149
Fouten....................................................................................................................................203
14 Technische informatie
Kennisgeving..........................................................................................................................251
Informatie over de cartridgechip.............................................................................................251
Specificaties...........................................................................................................................252
Programma voor milieubeheer...............................................................................................255
Overheidsvoorschriften...........................................................................................................260
Wettelijke informatie betreffende draadloze apparatuur.........................................................263
Kennisgevingen van telecommunicatievoorschriften..............................................................266
Japan safety statement..........................................................................................................270
Index............................................................................................................................................273
2
Inhoudsopgave
1 Help voor HP Photosmart
Premium Fax C410 series
Meer informatie over de HP Photosmart vindt u hier:
•"
De installatie van de HP Photosmart voltooien" op pagina 7
•"
Kennis maken met de HP Photosmart" op pagina 39
•"
Afdrukken" op pagina 53
•"
Scannen" op pagina 75
•"
Kopiëren" op pagina 81
•"
Fax" op pagina 89
•"
Foto's opslaan" op pagina 97
•"
Met cartridges werken" op pagina 101
•"
Een probleem oplossen" op pagina 111
•"
Technische informatie" op pagina 251
Help voor HP Photosmart Premium Fax C410 series 3
Help voor HP Photosmart Premium
Fax C410 series
Hoofdstuk 1
4 Help voor HP Photosmart Premium Fax C410 series
Help voor HP Photosmart Premium
Fax C410 series
2 Hoe kan ik?
Dit gedeelte bevat koppelingen naar veelvoorkomende taken, zoals het afdrukken van
foto's, scannen en kopiëren.
"Verschillende documenten afdrukken"
op pagina 53
"Documenten en foto's scannen"
op pagina 75
"Een kopie maken" op pagina 81
"Faxen verzenden en ontvangen"
op pagina 89
"Papier plaatsen" op pagina 48
"Vervang de cartridges" op pagina 102
Hoe kan ik? 5
Hoe kan ik?
Hoofdstuk 2
6 Hoe kan ik?
Hoe kan ik?
3 De installatie van de HP
Photosmart voltooien
De HP Photosmart aan een netwerk toevoegen
De HP Photosmart configureren voor faxen
De HP Photosmart aan een netwerk toevoegen
•"WiFi-beveiligde instelling (WPS)" op pagina 7
•"
Bekabeld (ethernet-)netwerk" op pagina 13
•"
Draadloos met een router (infrastructuurnetwerk)" op pagina 8
•"
Draadloos zonder router (ad hoc-verbinding)" op pagina 9
WiFi-beveiligde instelling (WPS)
Om de HP Photosmart op een draadloos netwerk aan te sluiten met een WiFi-beveiligde
installatie (WPS), hebt u het volgende nodig:
Een draadloos 802.11-netwerk met een draadloos toegangspunt of een WPS-
draadloze router.
Een pc of laptop met ondersteuning voor draadloze netwerken of een
netwerkinterfacekaart (NIC). De computer moet zijn aangesloten op het draadloze
netwerk waarop u de HP Photosmart wilt installeren.
De HP Photosmart aansluiten met WiFi-beschermde instellingen (WPS)
Voer een van de volgende handelingen uit:
Gebruik de methode PBC (drukknop)
a. Kies een manier van installeren.
Druk op de knop Draadloos.
Markeer WiFi Protected Setup en druk op OK.
Markeer Druk op knop en druk op OK.
b. Stel de draadloze verbinding in.
Druk op de bijbehorende knop op de WPS-router of het andere
netwerktoestel.
Druk op OK.
c. Installeer de software.
Opmerking Het apparaat toont een timer voor zowat 2 minuten, binnen deze
tijd moet u op de juiste knop drukken op uw netwerktoestel.
De installatie van de HP Photosmart voltooien 7
De installatie van de HP Photosmart
voltooien
PIN-methode gebruiken
a. Stel de draadloze verbinding in.
Druk op de knop Draadloos.
Markeer WiFi Protected Setup en druk op OK.
Markeer PIN en druk op OK.
Het toestel geeft een PIN weer.
Druk op de PIN of router met WPS of een ander netwerktoestel.
Controleer de apparaatdisplay om te controleren of de verbinding succesvol
was of niet. Bij een fout drukt u op OK om de verbinding weer te proberen.
b. Installeer de software.
Opmerking Het apparaattoont een timer voor zowat 2 minuten, binnen deze tijd
moet u de PIN ingeven op uw netwerktoestel.
Bij een succesvolle verbinding met het netwerk brandt het blauwe lampje op de knop
Draadloos voortdurend. Indien het knippert, geeft dit aan dat de netwerkverbinding
slecht is.
Verwante onderwerpen
"
De software voor een netwerkverbinding installeren" op pagina 14
Draadloos met een router (infrastructuurnetwerk)
Om de HP Photosmart aan te sluiten op een ingebouwd draadloos WLAN 802.11-
netwerk, hebt u het volgende nodig:
Een draadloos 802.11-netwerk met een draadloze router of toegangspunt.
Een pc of laptop met ondersteuning voor draadloze netwerken of een
netwerkinterfacekaart (NIC). De computer moet zijn aangesloten op het draadloze
netwerk waarop u de HP Photosmart wilt installeren.
Breedbandtoegang tot het Internet (aanbevolen), zoals kabel of DSL.
Wanneer u de HP Photosmart aansluit op een draadloos netwerk met Internet-
toegang, raadt HP u aan een draadloze router (toegangspunt of basisstation) met
Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP) te gebruiken.
Netwerknaam (SSID).
WEP-sleutel of WPA-toegangscode (indien nodig).
De HP Photosmart aansluiten met de Wizard Draadloos instellen
1. Noteer uw netwerknaam (SSID) en WEP-sleutel of WPA-toegangscode.
2. Start de Wizard draadloos instellen op.
a. Druk op de knop Draadloos.
b.Markeer Wizard Draadloze installatie en druk op OK.
In de wizard wordt er naar beschikbare netwerken gezocht en wordt er vervolgens
een lijst met gevonden netwerknamen (SSID's) weergegeven.
3. Markeer uw netwerknaam en druk op OK.
Hoofdstuk 3
8 De installatie van de HP Photosmart voltooien
De installatie van de HP Photosmart
voltooien
4. Volg de opdrachten op het scherm om de verbinding te voltooien.
5. Installeer de software.
Bij een succesvolle verbinding met het netwerk brandt het blauwe lampje op de knop
Draadloos voortdurend. Indien het knippert, geeft dit aan dat de netwerkverbinding
slecht is.
Verwante onderwerpen
"
De software voor een netwerkverbinding installeren" op pagina 14
Draadloos zonder router (ad hoc-verbinding)
Lees dit gedeelte als u de HP Photosmart wilt aansluiten op een draadloze computer
zonder gebruik te maken van een draadloze router of toegangspunt.
Er zijn twee methoden die u kunt gebruiken om de HP Photosmart op uw computer aan
te sluiten met een adhoc-draadloze netwerkverbinding. Na het aansluiten kunt u de HP
Photosmart-software installeren.
Zet de draadloze radio voor de HP Photosmart en de draadloze radio op uw computer
aan. Verbind op uw computer met de netwerknaam (SSID) hp (apparaatmodel).(unieke
identificatie van 6 cijfers), het standaard adhoc-netwerk aangemaakt door de HP
Photosmart. De 6-cijferige identificatie is uniek voor elke printer.
OF
Gebruik een adhoc-netwerkprofiel op uw computer om het apparaat aan te sluiten. Als
uw computer momenteel niet is geconfigureerd met een adhoc-netwerkprofiel, raadpleeg
dan het Help-bestand van het besturingssysteem van uw computer voor de juiste
methode om een adhoc-profiel op uw computer te maken. Als het adhoc-netwerkprofiel
is gemaakt, plaatst u de installatie-cd die bij het apparaat is meegeleverd, en installeert
u de software. Verbind u met het adhoc-netwerkprofiel dat u op uw computer hebt
gemaakt.
Opmerking Er kan een adhoc-verbinding worden gebruikt als u geen draadloze
router of draadloos toegangspunt hebt maar wel een draadloze radio op uw computer
hebt. Een adhoc-verbinding kan echter leiden tot een lager niveau netwerkbeveiliging
en mogelijk tot verminderde prestatie vergeleken met een
infrastructuurnetwerkverbinding met een draadloze router of een draadloos
toegangspunt.
Om de HP Photosmart aan te sluiten op een Windows-computer met een ad hoc-
verbinding, moet de computer beschikken over een adapter voor draadloos netwerk en
De HP Photosmart aan een netwerk toevoegen 9
De installatie van de HP Photosmart
voltooien
een ad hoc-profiel. Een netwerkprofiel creëren voor een computer met Windows Vista of
Windows XP met behulp van de onderstaande instructies.
Opmerking Het product wordt geleverd met een netwerkprofiel met hp
(apparaatmodel).(unieke identificatie van 6 cijfers) als netwerknaam (SSID). De
veiligheid en privacy van HP raden echter aan dat u een nieuw netwerkprofiel
aanmaakt op uw computer, zoals hier wordt beschreven.
Een netwerkprofiel aanmaken (Windows Vista)
Opmerking Het product wordt geleverd met een netwerkprofiel met hp
(apparaatmodel).(unieke identificatie van 6 cijfers) als netwerknaam (SSID). De
veiligheid en privacy van HP raden echter aan dat u een nieuw netwerkprofiel
aanmaakt op uw computer, zoals hier wordt beschreven.
1. Dubbelklik in het Controlepaneel, op Netwerk en internet en vervolgens op
Netwerkcentrum..
2. Selecteer bij Netwerkcentrum (bij Taken links) Een verbinding of een netwerk
instellen.
3. Kies de verbindingsoptie Draadloos ad-hocnetwerk instellen (computer naar
computer) en klik op Volgende. Lees de beschrijving en waarschuwingen over ad-
hocnetwerken en klik dan op Volgende>.
4. Voer de gegevens, inclusief Netwerknaam (de SSID voor uw ad-hocverbinding),
Veiligheidstype enVeiligheidscode in. Vink Dit netwerk opslaan aan indien u deze
netwerkverbinding gaat opslaan. Noteer de SSID en de veiligheidssleutel /
toegangscode voor later gebruik. Klik op Volgende
5. Volg de instructies om de installatie van het ad-hocknetwerk te voltooien.
Een netwerkprofiel maken (Windows XP)
Opmerking Het product wordt geleverd met een netwerkprofiel met hp
(apparaatmodel).(unieke identificatie van 6 cijfers) als netwerknaam (SSID). De
veiligheid en privacy van HP raden echter aan dat u een nieuw netwerkprofiel
aanmaakt op uw computer, zoals hier wordt beschreven.
1. Dubbelklik in het Configuratiescherm op Netwerkverbindingen.
2. Klik in het venster Netwerkverbindingen met de rechtermuisknop op de Draadloze
netwerkverbinding. Selecteer Inschakelen als dit wordt weergegeven in het
snelmenu. Als Uitschakelen wordt weergegeven in het menu, is de draadloze
verbinding al ingeschakeld.
3. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Draadloze netwerkverbinding en klik
vervolgens op Eigenschappen.
4. Klik op het tabblad Draadloze netwerken.
Hoofdstuk 3
10 De installatie van de HP Photosmart voltooien
De installatie van de HP Photosmart
voltooien
5. Schakel het selectievakje Draadloos netwerk automatisch configureren in.
6. Klik op Toevoegen en voer de volgende handelingen uit:
a. In het vakje Netwerknaam (SSID) typt u een unieke netwerknaam naar uw keuze.
Opmerking De netwerknaam is hoofdlettergevoelig, het is dus belangrijk
elke hoofd- en kleine letter te onthouden.
b. Selecteer Openen in de lijst Netwerkverificatie als die aanwezig is. Ga anders
door met de volgende stap.
c. Selecteer WEP in de lijst Gegevenscodering.
d. Zorg ervoor dat het selectievakje naast De sleutel wordt mij automatisch
aangeleverd niet is ingeschakeld. Als dit selectievakje is ingeschakeld, schakelt
u het uit.
e. Typ in het vak Netwerksleutel een WEP-sleutel met exact vijf of exact 13
alfanumerieke tekens (ASCII). Als u vijf tekens invoert, kunt u bijvoorbeeld
ABCDE of 12345 invoeren. Als u 13 tekens invoert, kunt u bijvoorbeeld
ABCDEF1234567 invoeren. (12345 en ABCDE zijn slechts voorbeelden.
Selecteer een combinatie van uw selectie.)
U kunt ook HEX-tekens (hexadecimale tekens) gebruiken voor de WEP-sleutel.
Een HEX WEP-sleutel moet tien tekens bevatten voor 40-bits codering of 26
tekens voor 128-bits codering.
f. Typ in het vak Netwerksleutel bevestigen dezelfde WEP-sleutel als in de vorige
stap.
Opmerking U moet de exacte hoofdletters en kleine letters onthouden. Als
u de WEP-sleutel onjuist invoert op het apparaat, wordt de draadloze
verbinding niet tot stand gebracht.
g. Noteer de WEP-sleutel exact zoals u deze hebt getypt, met hoofdletters en kleine
letters.
h. Schakel het selectievakje Dit is een computer-naar-computer netwerk. Er
worden geen draadloze toegangspunten gebruikt in.
i. Klik op OK om het venster Eigenschappen voor draadloos netwerk te sluiten
en klik vervolgens nogmaals op OK.
j. Klik nogmaals op OK om het venster Eigenschappen voor draadloze
netwerkverbinding te sluiten.
Maak met het configuratieprogramma voor LAN-kaarten een netwerkprofiel met de
volgende waarden:
Netwerknaam (SSID): Mijnnetwerk (dit is slechts een voorbeeld)
Opmerking U zou een unieke en makkelijk te onthouden netwerknaam moeten
aanmaken. Houd er rekening mee dat de netwerknaam hoofdlettergevoelig is.
Daarom moet u onthouden welke letters hoofdletters en kleine letters zijn.
Communicatiemodus: ad-hoc
Codering: ingeschakeld
De HP Photosmart aan een netwerk toevoegen 11
De installatie van de HP Photosmart
voltooien
Aansluiten op een draadloos adhoc-netwerk
1. Druk op de knop Draadloos.
2. Druk op pijltjestoets omlaag om Wizard Draadloze installatie te markeren en druk
vervolgens op OK.
Het Wizard Draadloze installatie wordt uitgevoerd. In de wizard wordt er naar
beschikbare netwerken gezocht en wordt er vervolgens een lijst met gevonden
netwerknamen (SSID's) weergegeven. De infrastructuurnetwerken staan vooraan in
de lijst, gevolgd door beschikbare adhoc-netwerken. De netwerken worden tevens
gerangschikt naar de kracht van het signaal.
3. Zoek op het scherm naar de netwerknaam die u hebt gemaakt op de computer
(bijvoorbeeld Mijnnetwerk).
4. Gebruik de pijlknoppen om de netwerknaam te markeren en druk op OK.
Als u uw netwerknaam hebt gevonden en geselecteerd, ga dan door naar stap 6.
Wanneer u uw netwerknaam niet in de lijst aantreft
a. Selecteer Een nieuwe netwerknaam (SSID) invoeren.
Het visuele toetsenbord wordt weergegeven.
b. Geef de SSID op. Gebruik de pijlknoppen op het bedieningspaneel om een letter
of cijfer te markeren op het visuele toetsenbord en druk vervolgens op OK om
deze/dit te selecteren.
Opmerking U moet de exacte hoofdletters en kleine letters invoeren.
Anders wordt de draadloze verbinding niet tot stand gebracht.
c. Wanneer u de nieuwe SSID hebt ingevoerd, markeert u met de pijlknoppen
Gereed op het visuele toetsenbord en drukt u vervolgens op OK.
Tip Als het apparaat het netwerk niet kan vinden op basis van de door u
ingegeven netwerknaam, zal u de volgende instructies zien. U wilt het
apparaat dichter bij de computer brengen en de Draadloze Setup Wizard
opnieuw proberen te starten om het netwerk automatisch te ontdekken.
d. Druk op de knop met de pijl omlaag tot Ad hoc is gemarkeerd en druk vervolgens
op OK.
e. Druk op de knop met de pijl omlaag totdat Ja, mijn netwerk maakt gebruik van
WEP-codering is gemarkeerd, en druk vervolgens OK. Het visuele toetsenbord
wordt weergegeven.
Als u de WEP-codering niet wilt proberen, drukt u op de knop met de pijl omlaag
tot Nee, mijn netwerk maakt geen gebruik van codering is gemarkeerd, en
drukt u vervolgens op OK. Ga naar stap 7.
5. Voer indien dit wordt gevraagd uw WEP-sleutel als volgt in. Anders gaat u verder met
stap 7.
a. Gebruik de pijlknoppen om een letter of cijfer te markeren op het visuele
toetsenbord en druk vervolgens op OK om deze/dit te selecteren.
Opmerking U moet de exacte hoofdletters en kleine letters invoeren.
Anders wordt de draadloze verbinding niet tot stand gebracht.
b. Markeer na het invoeren van de WEP-sleutel met de pijlknoppen Gereed op het
visuele toetsenbord.
Hoofdstuk 3
12 De installatie van de HP Photosmart voltooien
De installatie van de HP Photosmart
voltooien
6. Druk nogmaals op OK om te bevestigen.
Het apparaat probeert verbinding te maken met de SSID. Als in een bericht wordt
aangegeven dat u een ongeldige WEP-sleutel hebt ingevoerd, controleert u de sleutel
die u hebt genoteerd voor het nieuwe netwerk, volgt u de instructies om de WEP-
sleutel te corrigeren, en probeert u opnieuw.
7. Wanneer het apparaat verbinding heeft gemaakt met het netwerk, gaat u naar de
computer om de software te installeren.
Bij een succesvolle verbinding met het netwerk brandt het blauwe lampje op de knop
Draadloos voortdurend. Indien het knippert, geeft dit aan dat de netwerkverbinding
slecht is.
Opmerking U kunt het Testrapport van het draadloze netwerk afdrukken aan
het eind van een geslaagde aansluiting via de Wizard Draadloze instelling,
waarmee u mogelijke toekomstige problemen met de netwerkinstelling kunt
vaststellen.
Verwante onderwerpen
"
De software voor een netwerkverbinding installeren" op pagina 14
Bekabeld (ethernet-)netwerk
Voordat u de HP Photosmart op een netwerk aansluit, moet u controleren of u alle
benodigde materialen hebt.
Een werkend Ethernet-netwerk met een router, switch, of hub met een Ethernet-poort.
CAT-5 Ethernet-kabel.
Hoewel standaard Ethernet-kabels veel lijken op standaard telefoonkabels, kunt u
geen telefoonkabels gebruiken. Het aantal draden en de aansluiting van de twee
soorten kabels verschilt. Een Ethernet-kabelaansluiting (ook wel een RJ-45-
aansluiting genoemd) is breder en dikker en heeft altijd acht contactjes bij het
uiteinde. Een telefoonaansluiting heeft twee tot zes contactjes.
Een desktopcomputer of laptop op hetzelfde netwerk.
Opmerking De HP Photosmart ondersteunt netwerken met automatische
snelheidsregeling die 10 of 100 Mbps aankunnen.
Het apparaat op het netwerk aansluiten
1. Verwijder de gele stekker uit de achterzijde van het apparaat.
De HP Photosmart aan een netwerk toevoegen 13
De installatie van de HP Photosmart
voltooien
2. Sluit de Ethernet-kabel aan op de Ethernet-poort aan de achterkant van het apparaat.
3. Sluit het andere uiteinde van de Ethernet-kabel aan op een beschikbare poort op uw
Ethernet-router, -switch of draadloze router.
4. Installeer de software zodra u het apparaat hebt aangesloten op het netwerk.
Verwante onderwerpen
"
De software voor een netwerkverbinding installeren" op pagina 14
De software voor een netwerkverbinding installeren
Raadpleeg dit gedeelte als u de HP Photosmart-software wilt installeren op een computer
die op een netwerk is aangesloten. Zorg dat u de HP Photosmart hebt aangesloten op
een netwerk voordat u de software installeert. Als de HP Photosmart niet is aangesloten
op een netwerk, volg dan de instructies op het scherm tijdens de software-installatie om
het apparaat op het netwerk aan te sluiten.
Hoofdstuk 3
14 De installatie van de HP Photosmart voltooien
De installatie van de HP Photosmart
voltooien
Opmerking Als de computer is geconfigureerd om verbinding te maken met een
aantal netwerkstations, moet u ervoor zorgen dat de computer op dit moment is
verbonden met deze stations voordat u de software installeert. De software-installatie
van de HP Photosmart kan anders proberen om een van de gereserveerde
stationsletters te gebruiken, waardoor u het betreffende netwerkstation niet op uw
computer kunt openen.
Opmerking De installatie duurt 20 tot 45 minuten. Dit is afhankelijk van het
besturingssysteem, de beschikbare ruimte en de processorsnelheid op de computer.
De Windows HP Photosmart-software installeren op een op het netwerk
aangesloten computer
1. Sluit alle actieve toepassingen op de computer af.
2. Plaats de installatie-cd-rom die bij het apparaat werd geleverd in het cd-rom-station
op de computer en volg de instructies op het scherm.
Opmerking Als de HP Photosmart niet is aangesloten op een netwerk, voer de
Wizard voor draadloze instellingen dan uit vanuit het menu Netwerk op de HP
Photosmart. Als de software tijdens de software-installatie het product niet op het
netwerk kan vinden of als u de Wizard voor draadloze instellingen niet goed
kunt gebruiken, dan wordt u gevraagd om het apparaat tijdelijk aan de computer
aan te sluiten met de USB-kabel om de HP Photosmart op uw netwerk te
installeren. Sluit de USB-kabel niet op de computer aan totdat u dit wordt
gevraagd.
3. Volg de instructies als er een dialoogvenster over firewalls verschijnt. Als er vensters
met berichten over de firewall verschijnen, moet u deze berichten altijd accepteren
of toestaan.
4. Selecteer op het scherm Type aansluiting een geschikte optie en klik vervolgens op
Volgende.
Het scherm Zoeken wordt weergegeven terwijl het installatieprogramma zoekt naar
het apparaat in het netwerk
5. Controleer in het scherm Gevonden printer of de printerbeschrijving juist is.
Als er meerdere printers op het netwerk worden gevonden, wordt het scherm Printers
gevonden weergegeven. Selecteer het apparaat dat u wilt aansluiten.
6. Volg de aanwijzingen om de software te installeren.
Wanneer u de software hebt geïnstalleerd, kunt u het apparaat gebruiken.
7. Als u de netwerkverbinding wilt testen, gaat u naar de computer en drukt u een
testpagina af op het apparaat.
Tips voor het instellen en gebruiken van een netwerkprinter
Gebruik volgende tips om een netwerkprinter in te stellen en te gebruiken:
De HP Photosmart aan een netwerk toevoegen 15
De installatie van de HP Photosmart
voltooien
Bij het instellen van de draadloze netwerkprinter moet u ervoor zorgen dat uw
draadloze router of toegangspunt is ingeschakeld. De printer zoekt naar draadloze
routers en geeft dan een lijst van gedetecteerde netwerknamen op de display.
Om de draadloze verbinding te controleren controleert u het blauwe lampje op de
Draadloos knop.
Een gedoofd lampje geeft aan dat de draadloze radio is uitgeschakeld en dat de
HP Photosmart niet met het netwerk is verbonden.
Een brandend lampje geeft aan dat de draadloze radio is ingeschakeld en dat er
verbinding is met het netwerk.
Een knipperend lampje geeft aan dat de draadloze radio is ingeschakeld, maar
dat er geen verbinding is met het netwerk.
Indien uw computer is aangesloten op een Virtual Private Network (VPN), moet u
deze loskoppelen van het VPN alvorens toegang te krijgen tot een ander apparaat
(waaronder de printer) op uw netwerk.
Om meer te weten over het zoeken naar netwerkbeveiligingsinstellingen moet u van
een USB-verbinding overschakelen op een draadloze verbinding en met uw firewall-
en antivirusprogramma werken tijdens installatie van de printer. Zie gedrukte
documentatie voor informatie.
De HP Photosmart configureren voor faxen
Voordat u begint met het instellen van de HP Photosmart voor het uitvoeren van faxtaken,
moet u vaststellen wat voor soort telefoonsysteem in uw land/regio wordt gebruikt. De
instructies voor het instellen van de HP Photosmart voor het uitvoeren van faxtaken
verschillen, afhankelijk van de vraag of u een serieel of een parallel telefoonsysteem hebt.
Als uw land/regio niet in de onderstaande tabel voorkomt, gebruikt u waarschijnlijk
een serieel telefoonsysteem. Als u een serieel telefoonsysteem gebruikt, kan het type
connector op uw gedeelde apparatuur voor telefonie (modems, telefoon en
antwoordapparaten) niet fysiek worden aangesloten op de 2-EXT-poort op de HP
Photosmart. In dit geval moet alle apparatuur worden aangesloten op de
telefoonaansluiting.
Opmerking In sommige landen/regio's waar seriële telefoonsystemen worden
gebruikt, is het telefoonsnoer dat bij de HP Photosmart is meegeleverd soms
voorzien van een extra stekker. Hiermee kunt u ook andere telecomapparaten op
dezelfde telefoonaansluiting aansluiten waarop ook de HP Photosmart is
aangesloten.
Als uw land/regio wel in de onderstaande tabel voorkomt, gebruikt u waarschijnlijk
een parallel telefoonsysteem. Als u een parallel telefoonsysteem gebruikt, kunt u
gedeelde apparatuur voor telefonie aansluiten op de telefoonlijn via de poort "2-EXT"
aan de achterzijde van de HP Photosmart.
Opmerking HP raden u in dat geval aan om de HP Photosmart aan te sluiten
op de telefoonaansluiting met het tweeaderige telefoonsnoer dat bij de HP
Photosmart werd geleverd.
Hoofdstuk 3
16 De installatie van de HP Photosmart voltooien
De installatie van de HP Photosmart
voltooien
Tabel 3-1 Landen/regio's met een parallel telefoonsysteem
Argentinië Australië Brazilië
Canada Chili China
Colombia Griekenland India
Indonesië Ierland Japan
Korea Latijns-Amerika Maleisië
Mexico Filippijnen Polen
Portugal Rusland Saoedi-Arabië
Singapore Spanje Taiwan
Thailand V.S. Venezuela
Vietnam
Als u niet zeker weet welk type telefoonsysteem u gebruikt (serieel of parallel), kunt u dat
navragen bij uw telefoonmaatschappij.
Zie de volgende secties om de HP Photosmart in te stellen voor faxen:
•"
De juiste faxinstallatie voor thuis of op kantoor kiezen" op pagina 17
•"
De faxinstellingen voor uw situatie selecteren" op pagina 19
•"
Aanvullende informatie over faxen instellen" op pagina 38
De juiste faxinstallatie voor thuis of op kantoor kiezen
Als u probleemloos faxberichten wilt kunnen verzenden, moet u weten welke apparaten
en services de telefoonlijn delen met de HP Photosmart. Dit is belangrijk omdat u mogelijk
enkele bestaande kantoorapparaten rechtstreeks op de HP Photosmart moet aansluiten
en omdat u misschien enkele faxinstellingen moet wijzigen om goed te kunnen faxen.
Lees eerst de vragen in dit deel door en noteer uw antwoorden om te bepalen op welke
manier u de HP Photosmart het beste thuis of op kantoor kunt instellen. Zoek vervolgens
op basis van de antwoorden die u hebt genoteerd in de tabel hieronder de aanbevolen
instelling op.
Zorg ervoor dat u de volgende vragen leest en beantwoordt in de volgorde waarin ze
hieronder voorkomen.
1. Beschikt u over een DSL/ADSL-aansluiting via uw telefoonmaatschappij? (DSL wordt
in uw land/regio wellicht ADSL genoemd.)
Ja, ik heb DSL.
Nee.
Als u Ja hebt geantwoord, kunt u direct doorgaan naar "
Situatie B: De HP Photosmart
installeren als er sprake is van een DSL-lijn" op pagina 21. U hoeft de overige
vragen niet te beantwoorden.
De HP Photosmart configureren voor faxen 17
De installatie van de HP Photosmart
voltooien
Als u Nee hebt geantwoord, gaat u door naar de volgende vraag.
2. Beschikt u over een telefooncentrale (PBX) of een ISDN-aansluiting?
Als u Ja hebt geantwoord, kunt u direct doorgaan naar "
Situatie C: De HP Photosmart
installeren als er sprake is van een telefooncentrale (PBX) of een ISDN-aansluiting"
op pagina 22. U hoeft de overige vragen niet te beantwoorden.
Als u Nee hebt geantwoord, gaat u door naar de volgende vraag.
3. Bent u via uw telefoonmaatschappij geabonneerd op een service voor specifieke
belsignalen die uit meerdere telefoonnummers met verschillende belsignalen
bestaat?
Ja, ik heb een abonnement op de service voor specifieke belsignalen.
Nee.
Als u Ja hebt geantwoord, kunt u direct doorgaan naar "
Situatie D: Faxen terwijl u
een abonnement op specifieke belsignalen hebt en dezelfde lijn gebruikt"
op pagina 23. U hoeft de overige vragen niet te beantwoorden.
Als u Nee hebt geantwoord, gaat u door naar de volgende vraag.
Weet u niet zeker of u een abonnement hebt op de service voor specifieke
belsignalen? Veel telefoonmaatschappijen bieden een functie voor specifieke
belsignalen zodat u op één telefoonlijn diverse telefoonnummers kunt hebben.
Als u zich op deze service abonneert, heeft elk telefoonnummer een ander belsignaal.
U kunt bijvoorbeeld enkele, dubbele of drievoudige belsignalen voor verschillende
nummers hebben. U kunt bijvoorbeeld een telefoonnummer met een enkel belsignaal
toewijzen aan uw gespreksoproepen, en een ander telefoonnummer met een dubbel
belsignaal aan uw faxoproepen. Hierdoor hoort u het verschil tussen gespreks- en
faxoproepen als de telefoon overgaat.
4. Ontvangt u gespreksoproepen op het telefoonnummer dat u gaat gebruiken voor het
ontvangen van faxoproepen met de HP Photosmart?
Ja, ik ontvang gespreksoproepen.
Nee.
Ga door met de volgende vraag.
5. Hebt u computermodem die gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn als de HP
Photosmart?
Ja, ik beschik over een computermodem.
Nee.
Weet u niet zeker of u een computermodem gebruikt? Als u een van de volgende
vragen met Ja beantwoordt, maakt u gebruik van een computermodem:
Kunt u rechtstreeks vanuit computertoepassingen faxberichten verzenden en
ontvangen via een inbelverbinding?
Verzendt en ontvangt u e-mailberichten op uw computer via een inbelverbinding?
Maakt u verbinding met internet door middel van een inbelverbinding?
Ga door met de volgende vraag.
6. Hebt u een antwoordapparaat dat gespreksoproepen beantwoordt op het
telefoonnummer dat u ook gebruikt voor het ontvangen van faxoproepen op de HP
Photosmart?
Ja, ik heb een antwoordapparaat.
Nee.
Hoofdstuk 3
18 De installatie van de HP Photosmart voltooien
De installatie van de HP Photosmart
voltooien
Ga door met de volgende vraag.
7. Bent u geabonneerd op een voicemailservice van uw telefoonmaatschappij en
gebruikt u daarvoor het nummer dat u ook gebruikt voor het ontvangen van
faxoproepen op de HP Photosmart?
Ja, ik heb een abonnement op een voicemailservice.
Nee.
Als u klaar bent met het beantwoorden van de vragen, gaat u door naar het volgende
deel om de voor u meest geschikte fax-setup te selecteren.
"
De faxinstellingen voor uw situatie selecteren" op pagina 19
De faxinstellingen voor uw situatie selecteren
Nu u alle vragen hebt beantwoord over apparatuur en services die de telefoonlijn met de
HP Photosmart delen, kunt u de geschiktste instellingen voor thuis of kantoor kiezen.
Kies in de eerste kolom van de tabel de combinatie van apparaten en services die bij u
thuis of in uw kantoor wordt gebruikt. Zoek op basis van uw telefoonsysteem vervolgens
de juiste instelling op in de tweede of derde kolom van de tabel. Voor iedere situatie in
de volgende gedeelten zijn stapsgewijze instructies opgenomen.
Als u alle vragen in het vorige gedeelte hebt beantwoord en u geen van de beschreven
apparaten of services gebruikt, kiest u "Geen" in de eerste kolom van de tabel.
Opmerking Als uw thuis- of kantoorinstallatie in dit gedeelte niet wordt genoemd,
stelt u de HP Photosmart in als een gewone analoge telefoon. Sluit het ene uiteinde
van het telefoonsnoer dat is meegeleverd in de doos, aan op de telefoonaansluiting
en het andere uiteinde op de poort met het label 1-LINE achter op de HP Photosmart.
Als u een ander telefoonsnoer gebruikt, zult u mogelijk problemen ondervinden met
het verzenden en ontvangen van faxen.
Andere apparatuur/services
die uw faxlijn delen
Aanbevolen faxinstellingen
voor parallelle
telefoonsystemen
Aanbevolen faxinstellingen
voor seriële
telefoonsystemen
Geen
(U hebt alle vragen met Nee
beantwoord.)
"Situatie A: Aparte faxlijn (er
worden geen
gespreksoproepen
ontvangen)" op pagina 21
"Situatie A: Aparte faxlijn (er
worden geen
gespreksoproepen
ontvangen)" op pagina 21
DSL-aansluiting
(U hebt alleen vraag 1 met Ja
beantwoord.)
"Situatie B: De HP Photosmart
installeren als er sprake is van
een DSL-lijn" op pagina 21
"Situatie B: De HP Photosmart
installeren als er sprake is van
een DSL-lijn" op pagina 21
PBX-systeem of ISDN-
aansluiting
(U hebt alleen vraag 2 met Ja
beantwoord.)
"Situatie C: De HP Photosmart
installeren als er sprake is van
een telefooncentrale (PBX) of
een ISDN-aansluiting"
op pagina 22
"Situatie C: De HP Photosmart
installeren als er sprake is van
een telefooncentrale (PBX) of
een ISDN-aansluiting"
op pagina 22
Abonnement op specifieke
belsignalen
(U hebt alleen vraag 3 met Ja
beantwoord.)
"Situatie D: Faxen terwijl u een
abonnement op specifieke
belsignalen hebt en dezelfde
lijn gebruikt" op pagina 23
"Situatie D: Faxen terwijl u een
abonnement op specifieke
belsignalen hebt en dezelfde
lijn gebruikt" op pagina 23
De HP Photosmart configureren voor faxen 19
De installatie van de HP Photosmart
voltooien
Andere apparatuur/services
die uw faxlijn delen
Aanbevolen faxinstellingen
voor parallelle
telefoonsystemen
Aanbevolen faxinstellingen
voor seriële
telefoonsystemen
Gespreksoproepen
(U hebt alleen vraag 4 met Ja
beantwoord.)
"Situatie E: Gedeelde
gespreks-/faxlijn"
op pagina 25
"Situatie E: Gedeelde
gespreks-/faxlijn"
op pagina 25
Gespreksoproepen en
voicemailservice
(U hebt alleen de vragen 4 en
7 met Ja beantwoord.)
"Situatie F: Gedeelde
gespreks-/faxlijn met
voicemail" op pagina 26
"Situatie F: Gedeelde
gespreks-/faxlijn met
voicemail" op pagina 26
Computermodem voor inbellen
(U hebt alleen vraag 5 met Ja
beantwoord.)
"Situatie G: Gedeelde faxlijn
met computermodem voor
inbellen (er komen geen
gespreksoproepen binnen)"
op pagina 27
N.v.t.
Gespreksoproepen en
computermodem voor inbellen
(U hebt alleen de vragen 4 en
5 met Ja beantwoord.)
"Situatie H: Gedeelde
gespreks-/faxlijn met
computermodem voor
inbellen" op pagina 29
N.v.t.
Gespreksoproepen en
antwoordapparaat
(U hebt alleen de vragen 4 en
6 met Ja beantwoord.)
"Situatie I: Gedeelde lijn voor
zowel gespreks- als
faxoproepen en een
antwoordapparaat"
op pagina 32
N.v.t.
Gespreksoproepen,
computermodem voor inbellen
en antwoordapparaat
(U hebt alleen de vragen 4, 5
en 6 met Ja beantwoord.)
"Situatie J: Gedeelde lijn voor
zowel gespreks- als
faxoproepen, een
computermodem voor inbellen
en een antwoordapparaat"
op pagina 33
N.v.t.
Gespreksoproepen,
computermodem voor inbellen
en voicemailservice
(U hebt alleen de vragen 4, 5
en 7 met Ja beantwoord.)
"Situatie K: Gedeelde lijn voor
zowel gespreks- als
faxoproepen, een
computermodem voor inbellen
en voicemail" op pagina 36
N.v.t.
Verwante onderwerpen
"
Aanvullende informatie over faxen instellen" op pagina 38
Hoofdstuk 3
(vervolg)
20 De installatie van de HP Photosmart voltooien
De installatie van de HP Photosmart
voltooien
Situatie A: Aparte faxlijn (er worden geen gespreksoproepen ontvangen)
Als u een aparte telefoonlijn hebt waarop u geen gespreksoproepen ontvangt, en er geen
andere apparatuur op deze telefoonlijn is aangesloten, stelt u de HP Photosmart in zoals
in dit deel wordt beschreven.
Afbeelding 3-1 Achteraanzicht van de HP Photosmart
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de HP Photosmart is geleverd en sluit dit aan op de "1-LINE"-
poort
De HP Photosmart instellen met een aparte faxlijn
1. Gebruik het telefoonsnoer van de HP Photosmart om verbinding te maken tussen de
telefoonaansluiting en de aansluiting 1-LINE op de achterzijde van de HP
Photosmart.
Opmerking Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de HP
Photosmart op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten, kunt u
waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Dit speciale telefoonsnoer
verschilt van de telefoonsnoeren die misschien al in uw huis of kantoor aanwezig
zijn.
2. Zet de Automatisch antwoorden-instelling aan.
3. (Optioneel) Zet Keren rinkln voor antwrd op de laagste instelling (tweemaal
overgaan).
4. Voer een faxtest uit.
Wanneer de telefoon gaat, neemt de HP Photosmart automatisch op na het aantal
belsignalen dat u met Keren rinkln voor antwrd hebt opgegeven. Vervolgens verzendt
het apparaat faxontvangsttonen naar het apparaat dat het faxbericht verzendt en
ontvangt het apparaat het faxbericht.
Situatie B: De HP Photosmart installeren als er sprake is van een DSL-lijn
Als u via uw telefoonmaatschappij gebruikmaakt van een DSL-service, kunt u aan de
hand van de instructies in dit gedeelte een DSL-filter aansluiten tussen de
telefoonaansluiting en de HP Photosmart. Het DSL-filter haalt het digitale signaal weg
dat storingen veroorzaakt in de communicatie tussen de HP Photosmart en de
De HP Photosmart configureren voor faxen 21
De installatie van de HP Photosmart
voltooien
telefoonlijn, zodat de HP Photosmart probleemloos via de telefoonlijn kan communiceren.
(DSL wordt in uw land/regio wellicht ADSL genoemd.)
Opmerking Als u over een DSL-lijn beschikt en u geen DSL-filter gebruikt, kunt u
met de HP Photosmart geen faxberichten verzenden en ontvangen.
Afbeelding 3-2 Achteraanzicht van de HP Photosmart
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 DSL-filter en snoer (verkrijgbaar bij uw DSL-provider)
3 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de HP Photosmart is geleverd en sluit dit aan op de "1-LINE"-
poort
De HP Photosmart installeren als er sprake is van een DSL-lijn
1. U kunt een DSL-filter aanschaffen bij uw DSL-provider.
2. Gebruik het telefoonsnoer van de HP Photosmart om verbinding te maken tussen de
telefoonaansluiting en de aansluiting 1-LINE op de achterzijde van de HP
Photosmart.
Opmerking Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de HP
Photosmart op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten, kunt u
waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Dit speciale telefoonsnoer
verschilt van de telefoonsnoeren die misschien al in uw huis of kantoor aanwezig
zijn.
3. Sluit het snoer van de DSL-filter aan op de telefoonaansluiting op de wand.
Opmerking Raadpleeg het toepasselijke gedeelte verderop in dit hoofdstuk
voor aanvullende configuratierichtlijnen als deze telefoonlijn eveneens wordt
gebruikt door andere apparatuur of services, zoals een service voor specifieke
belsignalen, een antwoordapparaat of voicemail.
4. Voer een faxtest uit.
Situatie C: De HP Photosmart installeren als er sprake is van een telefooncentrale
(PBX) of een ISDN-aansluiting
Als u een PBX- of een ISDN-converter/terminaladapter gebruikt, dient u het volgende te
doen:
Hoofdstuk 3
22 De installatie van de HP Photosmart voltooien
De installatie van de HP Photosmart
voltooien
Sluit de HP Photosmart aan op de poort die voor fax- en telefoongebruik is bedoeld
als u een PBX- of een ISDN-converter/terminaladapter gebruikt. Zorg ook dat de
adapter zo mogelijk is ingesteld op het juiste switch-type voor uw land/regio.
Opmerking Bij sommige ISDN-systemen kunt u de poorten configureren voor
specifieke telefoonapparatuur. U kunt bijvoorbeeld een poort toewijzen aan een
telefoon en Groep 3-faxapparaat en een andere voor meerdere doelen. Als u
problemen hebt bij aansluiting op de fax-/telefoonpoort van uw ISDN-converter,
probeer dan de poort te gebruiken die voor meerdere doeleinden is bedoeld; deze
kan bijvoorbeeld Multi-combi heten.
Als u gebruik maakt van een telefooncentrale (PBX), stelt u de wisselgesprektoon in
op 'uit'.
Opmerking Veel digitale PBX-telefooncentrales hebben een wisselgesprektoon
die standaard is ingeschakeld. De wisselgesprektoon stoort de faxtransmissie en
u kunt geen faxen verzenden of ontvangen met de HP Photosmart. Raadpleeg
de documentatie die bij het PBX-telefoonsysteem is geleverd, voor instructies
voor het uitschakelen van de wisselgesprektoon.
Als u een PBX-telefooncentrale hebt, draait u het nummer van een buitenlijn voordat
u het faxnummer draait.
Zorg dat u het meegeleverde snoer gebruikt om de HP Photosmart op de
telefoonaansluiting aan te sluiten. Als u dat niet doet, zult u mogelijk geen faxen
kunnen verzenden of ontvangen. Dit speciale telefoonsnoer verschilt van de
telefoonsnoeren die misschien al in uw huis of kantoor aanwezig zijn. Als het
meegeleverde telefoonsnoer te kort is, kunt u een verbindingsstuk kopen in een
elektronicawinkel en het snoer verlengen.
Situatie D: Faxen terwijl u een abonnement op specifieke belsignalen hebt en
dezelfde lijn gebruikt
Als u een abonnement hebt op de service voor specifieke belsignalen (via uw
telefoonmaatschappij) en u één telefoonlijn wilt gebruiken voor verschillende
De HP Photosmart configureren voor faxen 23
De installatie van de HP Photosmart
voltooien
telefoonnummers waarvan elk een ander belsignaal heeft, stelt u de HP Photosmart in
zoals in dit deel wordt beschreven.
Afbeelding 3-3 Achteraanzicht van de HP Photosmart
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de HP Photosmart is geleverd en sluit dit aan op de "1-LINE"-
poort
De HP Photosmart instellen met een service voor specifieke belsignalen
1. Gebruik het telefoonsnoer van de HP Photosmart om verbinding te maken tussen de
telefoonaansluiting en de aansluiting 1-LINE op de achterzijde van de HP
Photosmart.
Opmerking Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de HP
Photosmart op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten, kunt u
waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Dit speciale telefoonsnoer
verschilt van de telefoonsnoeren die misschien al in uw huis of kantoor aanwezig
zijn.
2. Zet de Automatisch antwoorden-instelling aan.
3. Wijzig de instelling Specifiek belsignaal, zodat deze overeenstemt met het patroon
dat de telefoonmaatschappij aan uw faxnummer heeft toegekend.
Opmerking De HP Photosmart staat standaard ingesteld op het beantwoorden
van alle belpatronen. Als het belsignaal dat u voor Specifiek belsignaal instelt
niet overeenstemt met het belpatroon dat de telefoonmaatschappij aan uw
faxnummer heeft toegewezen, bestaat de kans dat de HP Photosmart zowel
gespreks- als faxoproepen beantwoordt of dat het apparaat helemaal niet
reageert.
4. (Optioneel) Zet Keren rinkln voor antwrd op de laagste instelling (tweemaal
overgaan).
5. Voer een faxtest uit.
De HP Photosmart beantwoordt automatisch binnenkomende oproepen met het
belpatroon dat u hebt opgegeven (met de instelling Specifiek belsignaal) na het aantal
belsignalen dat u hebt geselecteerd (met de instelling Keren rinkln voor antwrd).
Vervolgens verzendt het apparaat faxontvangsttonen naar het apparaat dat het faxbericht
verzendt en ontvangt het apparaat het faxbericht.
Hoofdstuk 3
24 De installatie van de HP Photosmart voltooien
De installatie van de HP Photosmart
voltooien
Situatie E: Gedeelde gespreks-/faxlijn
Als u zowel gespreks- als faxoproepen op hetzelfde telefoonnummer ontvangt en geen
andere kantoorapparatuur (of voicemail) op deze telefoonlijn is aangesloten, stelt u de
HP Photosmart in zoals in dit deel wordt beschreven.
Afbeelding 3-4 Achteraanzicht van de HP Photosmart
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de HP Photosmart is geleverd en sluit dit aan op de "1-LINE"-
poort
3 Telefoon (optioneel)
De HP Photosmart configureren voor faxen 25
De installatie van de HP Photosmart
voltooien
De HP Photosmart instellen met een gedeelde spraak- en faxlijn
1. Gebruik het telefoonsnoer van de HP Photosmart om verbinding te maken tussen de
telefoonaansluiting en de aansluiting 1-LINE op de achterzijde van de HP
Photosmart.
Opmerking Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de HP
Photosmart op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten, kunt u
waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Dit speciale telefoonsnoer
verschilt van de telefoonsnoeren die misschien al in uw huis of kantoor aanwezig
zijn.
2. Nu kunt u instellen hoe u wilt dat oproepen door de HP Photosmart worden
beantwoord, automatisch of handmatig:
Als u de HP Photosmart instelt op het automatisch beantwoorden van oproepen,
verloopt het beantwoorden van alle binnenkomende oproepen en het ontvangen
van faxen automatisch. De HP Photosmart kan dan geen onderscheid maken
tussen fax- en gespreksoproepen. Wanneer u vermoedt dat de oproep een
gespreksoproep is, moet u deze beantwoorden voordat de HP Photosmart de
oproep beantwoordt. Stel de HP Photosmart in op automatisch beantwoorden
van binnenkomende oproepen door Automatisch antwoorden in te schakelen.
Als u de HP Photosmart instelt op handmatig antwoorden bij faxen, moet u
aanwezig zijn om de binnenkomende faxoproepen te accepteren, omdat de HP
Photosmart anders geen faxen kan ontvangen. Stel de HP Photosmart in op het
handmatig beantwoorden van binnenkomende oproepen door Automatisch
antwoorden uit te schakelen.
3. Voer een faxtest uit.
4. Sluit de telefoon op de telefoonaansluiting aan.
5. Voer, afhankelijk van uw telefoonsysteem, een van de volgende handelingen uit:
Als u een parallel telefoonsysteem hebt, verwijdert u de witte plug van de poort
met het label 2-EXT achter op de HP Photosmart en sluit u vervolgens een
telefoon aan op deze poort.
Als u een serieel telefoonsysteem gebruikt, moet u de telefoon direct op de HP
Photosmart-kabel aansluiten met de seriestekker.
Als u de telefoon opneemt voordat de HP Photosmart reageert en u faxtonen hoort van
een faxapparaat dat een fax verzendt, moet u de faxoproep handmatig beantwoorden.
Situatie F: Gedeelde gespreks-/faxlijn met voicemail
Als u op hetzelfde telefoonnummer zowel gespreks- als faxoproepen ontvangt en u via
uw telefoonmaatschappij bent geabonneerd op een voicemailservice, stelt u de HP
Photosmart in zoals in dit deel wordt beschreven.
Opmerking Als u een voicemailservice hebt op hetzelfde telefoonnummer dat u
voor faxen gebruikt, kunt u niet automatisch faxen ontvangen. U moet faxen
handmatig ontvangen; dat betekent dat u aanwezig moet zijn om persoonlijk te
kunnen reageren op binnenkomende faxen. Als u uw faxen liever automatisch
ontvangt, neemt u contact op met uw telefoonmaatschappij om u te abonneren op
een service voor specifieke belsignalen of om een aparte telefoonlijn aan te vragen
voor het faxen.
Hoofdstuk 3
26 De installatie van de HP Photosmart voltooien
De installatie van de HP Photosmart
voltooien
Afbeelding 3-5 Achteraanzicht van de HP Photosmart
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de HP Photosmart is geleverd en sluit dit aan op de "1-LINE"-
poort
Instellen van de HP Photosmart met voicemail
1. Gebruik het telefoonsnoer van de HP Photosmart om verbinding te maken tussen de
telefoonaansluiting en de aansluiting 1-LINE op de achterzijde van de HP
Photosmart.
Opmerking Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de HP
Photosmart op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten, kunt u
waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Dit speciale telefoonsnoer
verschilt van de telefoonsnoeren die misschien al in uw huis of kantoor aanwezig
zijn.
2. Schakel de instelling Automatisch antwoorden uit.
3. Voer een faxtest uit.
U moet zelf aanwezig moet zijn om binnenkomende faxoproepen te accepteren, anders
kan de HP Photosmart geen faxen ontvangen.
Situatie G: Gedeelde faxlijn met computermodem voor inbellen (er komen geen
gespreksoproepen binnen)
Als u een faxlijn gebruikt waarop geen gespreksoproepen binnenkomen, maar waarop
wel een computermodem voor inbellen is aangesloten, stelt u de HP Photosmart in zoals
in dit gedeelte wordt beschreven.
Aangezien de computermodem de telefoonlijn deelt met de HP Photosmart, kunt u de
modem en de HP Photosmart niet gelijktijdig gebruiken. U kunt bijvoorbeeld de HP
De HP Photosmart configureren voor faxen 27
De installatie van de HP Photosmart
voltooien
Photosmart niet gebruiken om te faxen wanneer u de computermodem gebruikt om een
e-mailbericht te verzenden of te surfen op internet.
Afbeelding 3-6 Achteraanzicht van de HP Photosmart
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de HP Photosmart is geleverd en sluit dit aan op de "1-LINE"-
poort
3 Computer met modem
De HP Photosmart instellen met een computermodem voor inbellen
1. Verwijder de witte plug van de poort met het label 2-EXT achter op de HP Photosmart.
2. Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (het
computerinbelmodem) is aangesloten op een telefoonaansluiting. Koppel het snoer
los van de telefoonaansluiting en sluit het uiteinde aan op de 2-EXT-poort aan de
achterkant van de HP Photosmart.
3. Gebruik het telefoonsnoer van de HP Photosmart om verbinding te maken tussen de
telefoonaansluiting en de aansluiting 1-LINE op de achterzijde van de HP
Photosmart.
Opmerking Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de HP
Photosmart op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten, kunt u
waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Dit speciale telefoonsnoer
verschilt van de telefoonsnoeren die misschien al in uw huis of kantoor aanwezig
zijn.
4. Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van
faxen op de computer, moet u die instelling uitschakelen.
Opmerking Als u de instelling voor automatische faxontvangst niet uitschakelt
in de software van uw modem, kan de HP Photosmart geen faxen ontvangen.
5. Zet de Automatisch antwoorden-instelling aan.
6. (Optioneel) Zet Keren rinkln voor antwrd op de laagste instelling (tweemaal
overgaan).
7. Voer een faxtest uit.
Hoofdstuk 3
28 De installatie van de HP Photosmart voltooien
De installatie van de HP Photosmart
voltooien
Wanneer de telefoon gaat, neemt de HP Photosmart automatisch op na het aantal
belsignalen dat u met Keren rinkln voor antwrd hebt opgegeven. Vervolgens verzendt
het apparaat faxontvangsttonen naar het apparaat dat het faxbericht verzendt en
ontvangt het apparaat het faxbericht.
Situatie H: Gedeelde gespreks-/faxlijn met computermodem voor inbellen
Als u op hetzelfde telefoonnummer zowel gespreks- als faxoproepen ontvangt en u ook
een computermodem op deze telefoonlijn hebt aangesloten, stelt u de HP Photosmart in
zoals in dit deel wordt beschreven.
Aangezien de computermodem de telefoonlijn deelt met de HP Photosmart, kunt u de
modem en de HP Photosmart niet gelijktijdig gebruiken. U kunt bijvoorbeeld de HP
Photosmart niet gebruiken om te faxen wanneer u de computermodem gebruikt om een
e-mailbericht te verzenden of te surfen op internet.
Afhankelijk van het aantal telefoonpoorten op de computer zijn er twee verschillende
manieren waarop u de HP Photosmart kunt instellen. Controleer voordat u begint of uw
computer over één of twee telefoonpoorten beschikt:
Als de computer slechts één telefoonpoort heeft, moet u een parallelle splitter (of
verdeelstekker) aanschaffen, zoals in de volgende afbeelding. (Een parallelle splitter
heeft een RJ-11-poort aan de voorzijde en twee RJ-11-poorten aan de achterzijde.
Gebruik geen telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters
met twee RJ-11-poorten aan de achterzijde.)
Afbeelding 3-7 Voorbeeld van een parallelle splitter
De HP Photosmart configureren voor faxen 29
De installatie van de HP Photosmart
voltooien
Als de computer is voorzien van twee telefoonpoorten, kunt u de HP Photosmart
configureren op de wijze die hieronder wordt beschreven.
Afbeelding 3-8 Achteraanzicht van de HP Photosmart
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 "IN"-telefoonpoort op uw computer
3 "OUT"-telefoonpoort op uw computer
4 Telefoon
5 Computer met modem
6 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de HP Photosmart is geleverd en sluit dit aan op de "1-
LINE"-poort
De HP Photosmart op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee
telefoonpoorten
1. Verwijder de witte plug van de poort met het label 2-EXT achter op de HP Photosmart.
2. Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (het
computerinbelmodem) is aangesloten op een telefoonaansluiting. Koppel het snoer
los van de telefoonaansluiting en sluit het uiteinde aan op de 2-EXT-poort aan de
achterkant van de HP Photosmart.
3. Sluit een telefoon aan op de telefoonuitgang achter op het computermodem.
4. Gebruik het telefoonsnoer van de HP Photosmart om verbinding te maken tussen de
telefoonaansluiting en de aansluiting 1-LINE op de achterzijde van de HP
Photosmart.
Opmerking Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de HP
Photosmart op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten, kunt u
waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Dit speciale telefoonsnoer
verschilt van de telefoonsnoeren die misschien al in uw huis of kantoor aanwezig
zijn.
Hoofdstuk 3
30 De installatie van de HP Photosmart voltooien
De installatie van de HP Photosmart
voltooien
5. Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van
faxen op de computer, moet u die instelling uitschakelen.
Opmerking Als u de instelling voor automatische faxontvangst niet uitschakelt
in de software van uw modem, kan de HP Photosmart geen faxen ontvangen.
6. Nu kunt u instellen hoe u wilt dat oproepen door de HP Photosmart worden
beantwoord, automatisch of handmatig:
Als u de HP Photosmart instelt op het automatisch beantwoorden van oproepen,
verloopt het beantwoorden van alle binnenkomende oproepen en het ontvangen
van faxen automatisch. De HP Photosmart kan dan geen onderscheid maken
tussen fax- en gespreksoproepen. Wanneer u vermoedt dat de oproep een
gespreksoproep is, moet u deze beantwoorden voordat de HP Photosmart de
oproep beantwoordt. Stel de HP Photosmart in op automatisch beantwoorden
van binnenkomende oproepen door Automatisch antwoorden in te schakelen.
Als u de HP Photosmart instelt op handmatig antwoorden bij faxen, moet u
aanwezig zijn om de binnenkomende faxoproepen te accepteren, omdat de HP
Photosmart anders geen faxen kan ontvangen. Stel de HP Photosmart in op het
handmatig beantwoorden van binnenkomende oproepen door Automatisch
antwoorden uit te schakelen.
7. Voer een faxtest uit.
Als u de telefoon opneemt voordat de HP Photosmart reageert en u faxtonen hoort van
een faxapparaat dat een fax verzendt, moet u de faxoproep handmatig beantwoorden.
De HP Photosmart configureren voor faxen 31
De installatie van de HP Photosmart
voltooien
Situatie I: Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen en een
antwoordapparaat
Als u op hetzelfde telefoonnummer zowel gespreks- als faxoproepen ontvangt en u ook
een antwoordapparaat gebruikt dat gespreksoproepen beantwoordt op dit
telefoonnummer, stelt u de HP Photosmart in zoals in dit deel wordt beschreven.
Afbeelding 3-9 Achteraanzicht van de HP Photosmart
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 "IN"-poort op uw antwoordapparaat
3 "OUT"-poort op uw antwoordapparaat
4 Telefoon (optioneel)
5 Antwoordapparaat
6 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de HP Photosmart is geleverd en sluit dit aan op de "1-LINE"-
poort
De HP Photosmart instellen met een gedeelde spraak- en faxlijn met
antwoordapparaat
1. Verwijder de witte plug van de poort met het label 2-EXT achter op de HP Photosmart.
2. Koppel het antwoordapparaat los van de telefoonaansluiting en sluit het aan op de
poort met het label 2-EXT achter op de HP Photosmart.
Opmerking Als u het antwoordapparaat niet rechtstreeks op de HP Photosmart
aansluit, worden de faxtonen van een faxapparaat dat een faxbericht verzendt,
mogelijk opgenomen door het antwoordapparaat en kunt u geen faxberichten
ontvangen met de HP Photosmart.
Hoofdstuk 3
32 De installatie van de HP Photosmart voltooien
De installatie van de HP Photosmart
voltooien
3. Gebruik het telefoonsnoer van de HP Photosmart om verbinding te maken tussen de
telefoonaansluiting en de aansluiting 1-LINE op de achterzijde van de HP
Photosmart.
Opmerking Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de HP
Photosmart op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten, kunt u
waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Dit speciale telefoonsnoer
verschilt van de telefoonsnoeren die misschien al in uw huis of kantoor aanwezig
zijn.
4. (Optioneel) Als het antwoordapparaat niet is uitgerust met een ingebouwde telefoon,
kunt u voor uw gemak een telefoon op de "OUT"-poort aan de achterkant van het
antwoordapparaat aansluiten.
Opmerking Als u geen externe telefoon kunt aansluiten op uw
antwoordapparaat, kunt u een parallelle splitter (of verdeelstekker) aanschaffen.
Hiermee kunnen zowel het antwoordapparaat als de telefoon op de HP
Photosmart worden aangesloten. Voor deze verbindingen kunt u standaard
telefoonsnoeren gebruiken.
5. Zet de Automatisch antwoorden-instelling aan.
6. Stel het antwoordapparaat in op beantwoorden na een klein aantal belsignalen.
7. Wijzig de instelling voor Keren rinkln voor antwrd op de HP Photosmart in het
maximale aantal dat voor uw apparaat mogelijk is. (Het maximum aantal belsignalen
varieert per land/regio.)
8. Voer een faxtest uit.
Als de telefoon rinkelt, beantwoordt het antwoordapparaat de oproep na het ingestelde
aantal keren rinkelen. De door u ingesproken tekst wordt afgespeeld. De HP Photosmart
controleert ondertussen de telefoonlijn en “luistert” of er in de oproep ook faxtonen te
horen zijn. Als er binnenkomende faxtonen worden gedetecteerd, zendt de HP
Photosmart faxontvangsttonen uit waarna deze de fax ontvangt. Als er geen faxtonen
worden waargenomen, stopt de HP Photosmart met het controleren van de lijn en kan
het antwoordapparaat een bericht opnemen van degene die belt.
Situatie J: Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een
computermodem voor inbellen en een antwoordapparaat
Als u op hetzelfde telefoonnummer zowel gespreks- als faxoproepen ontvangt en u ook
een computermodem en antwoordapparaat op deze telefoonlijn hebt aangesloten, stelt
u de HP Photosmart in zoals in dit deel wordt beschreven.
Aangezien de computermodem de telefoonlijn deelt met de HP Photosmart, kunt u de
modem en de HP Photosmart niet gelijktijdig gebruiken. U kunt bijvoorbeeld de HP
Photosmart niet gebruiken om te faxen wanneer u de computermodem gebruikt om een
e-mailbericht te verzenden of te surfen op internet.
Afhankelijk van het aantal telefoonpoorten op de computer zijn er twee verschillende
manieren waarop u de HP Photosmart kunt instellen. Controleer voordat u begint of uw
computer over één of twee telefoonpoorten beschikt:
Als uw computer slechts één telefoonpoort heeft, moet u een parallelle splitter
(coupler) aanschaffen, zoals in de volgende afbeelding. (Een parallelle splitter heeft
een RJ-11-poort aan de voorzijde en twee RJ-11-poorten aan de achterzijde. Gebruik
De HP Photosmart configureren voor faxen 33
De installatie van de HP Photosmart
voltooien
geen telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee
RJ-11-poorten aan de achterzijde.)
Afbeelding 3-10 Voorbeeld van een parallelle splitter
Als de computer is voorzien van twee telefoonpoorten, kunt u de HP Photosmart
configureren op de wijze die hieronder wordt beschreven.
Afbeelding 3-11 Achteraanzicht van de HP Photosmart
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 "IN"-telefoonpoort op uw computer
3 "OUT"-telefoonpoort op uw computer
4 Telefoon (optioneel)
5 Antwoordapparaat
6 Computer met modem
7 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de HP Photosmart is geleverd en sluit dit aan op de "1-
LINE"-poort
De HP Photosmart op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee
telefoonpoorten
1. Verwijder de witte plug van de poort met het label 2-EXT achter op de HP Photosmart.
2. Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (het
computerinbelmodem) is aangesloten op een telefoonaansluiting. Koppel het snoer
los van de telefoonaansluiting en sluit het uiteinde aan op de 2-EXT-poort aan de
achterkant van de HP Photosmart.
Hoofdstuk 3
34 De installatie van de HP Photosmart voltooien
De installatie van de HP Photosmart
voltooien
3. Koppel het antwoordapparaat los van de telefoonaansluiting op de wand en sluit het
apparaat aan op de telefoonuitgang achter op de computermodem.
Op deze manier kan er een rechtstreekse verbinding tot stand worden gebracht
tussen de HP Photosmart en het antwoordapparaat, ondanks dat de
computermodem ertussen zit.
Opmerking Als u het antwoordapparaat niet op deze manier aansluit, worden
de faxtonen van een faxapparaat dat een fax verzendt, mogelijk vastgelegd op
het antwoordapparaat en kunt u geen faxen verzenden met de HP Photosmart.
4. Gebruik het telefoonsnoer van de HP Photosmart om verbinding te maken tussen de
telefoonaansluiting en de aansluiting 1-LINE op de achterzijde van de HP
Photosmart.
Opmerking Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de HP
Photosmart op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten, kunt u
waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Dit speciale telefoonsnoer
verschilt van de telefoonsnoeren die misschien al in uw huis of kantoor aanwezig
zijn.
5. (Optioneel) Als het antwoordapparaat niet is uitgerust met een ingebouwde telefoon,
kunt u voor uw gemak een telefoon op de "OUT"-poort aan de achterkant van het
antwoordapparaat aansluiten.
Opmerking Als u geen externe telefoon kunt aansluiten op uw
antwoordapparaat, kunt u een parallelle splitter (of verdeelstekker) aanschaffen.
Hiermee kunnen zowel het antwoordapparaat als de telefoon op de HP
Photosmart worden aangesloten. Voor deze verbindingen kunt u standaard
telefoonsnoeren gebruiken.
6. Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van
faxen op de computer, moet u die instelling uitschakelen.
Opmerking Als u de instelling voor automatische faxontvangst niet uitschakelt
in de software van uw modem, kan de HP Photosmart geen faxen ontvangen.
7. Zet de Automatisch antwoorden-instelling aan.
8. Stel het antwoordapparaat in op beantwoorden na een klein aantal belsignalen.
9. Wijzig de instelling voor Keren rinkln voor antwrd op de HP Photosmart in het
maximale aantal dat voor uw apparaat mogelijk is. (Het maximum aantal belsignalen
varieert per land/regio.)
10. Voer een faxtest uit.
Als de telefoon rinkelt, beantwoordt het antwoordapparaat de oproep na het ingestelde
aantal keren rinkelen. De door u ingesproken tekst wordt afgespeeld. De HP Photosmart
controleert ondertussen de telefoonlijn en “luistert” of er in de oproep ook faxtonen te
horen zijn. Als er binnenkomende faxtonen worden gedetecteerd, zendt de HP
Photosmart faxontvangsttonen uit waarna deze de fax ontvangt. Als er geen faxtonen
worden waargenomen, stopt de HP Photosmart met het controleren van de lijn en kan
het antwoordapparaat een bericht opnemen van degene die belt.
De HP Photosmart configureren voor faxen 35
De installatie van de HP Photosmart
voltooien
Situatie K: Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een
computermodem voor inbellen en voicemail
Stel de HP Photosmart in volgens de instructies in dit gedeelte als u op dezelfde lijn
gespreks- als faxoproepen ontvangt, terwijl u tegelijkertijd een computermodem voor
inbellen hebt aangesloten en een voicemailservice van uw telefoonmaatschappij hebt
ingesteld.
Opmerking Als u een voicemailservice hebt op hetzelfde telefoonnummer dat u
voor faxen gebruikt, kunt u niet automatisch faxen ontvangen. U moet faxen
handmatig ontvangen; dat betekent dat u aanwezig moet zijn om persoonlijk te
kunnen reageren op binnenkomende faxen. Als u uw faxen liever automatisch
ontvangt, neemt u contact op met uw telefoonmaatschappij om u te abonneren op
een service voor specifieke belsignalen of om een aparte telefoonlijn aan te vragen
voor het faxen.
Aangezien de computermodem de telefoonlijn deelt met de HP Photosmart, kunt u de
modem en de HP Photosmart niet gelijktijdig gebruiken. U kunt bijvoorbeeld de HP
Photosmart niet gebruiken om te faxen wanneer u de computermodem gebruikt om een
e-mailbericht te verzenden of te surfen op internet.
Afhankelijk van het aantal telefoonpoorten op de computer zijn er twee verschillende
manieren waarop u de HP Photosmart kunt instellen. Controleer voordat u begint of uw
computer over één of twee telefoonpoorten beschikt:
Als de computer slechts één telefoonpoort heeft, moet u een parallelle splitter (of
verdeelstekker) aanschaffen, zoals in de volgende afbeelding. (Een parallelle splitter
heeft een RJ-11-poort aan de voorzijde en twee RJ-11-poorten aan de achterzijde.
Gebruik geen telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters
met twee RJ-11-poorten aan de achterzijde.)
Afbeelding 3-12 Voorbeeld van een parallelle splitter
Hoofdstuk 3
36 De installatie van de HP Photosmart voltooien
De installatie van de HP Photosmart
voltooien
Als de computer is voorzien van twee telefoonpoorten, kunt u de HP Photosmart
configureren op de wijze die hieronder wordt beschreven.
Afbeelding 3-13 Achteraanzicht van de HP Photosmart
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 "IN"-telefoonpoort op uw computer
3 "OUT"-telefoonpoort op uw computer
4 Telefoon
5 Computer met modem
6 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de HP Photosmart is geleverd en sluit dit aan op de "1-
LINE"-poort
De HP Photosmart op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee
telefoonpoorten
1. Verwijder de witte plug van de poort met het label 2-EXT achter op de HP Photosmart.
2. Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (het
computerinbelmodem) is aangesloten op een telefoonaansluiting. Koppel het snoer
los van de telefoonaansluiting en sluit het uiteinde aan op de 2-EXT-poort aan de
achterkant van de HP Photosmart.
3. Sluit een telefoon aan op de telefoonuitgang achter op het computermodem.
4. Gebruik het telefoonsnoer van de HP Photosmart om verbinding te maken tussen de
telefoonaansluiting en de aansluiting 1-LINE op de achterzijde van de HP
Photosmart.
Opmerking Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de HP
Photosmart op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten, kunt u
waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Dit speciale telefoonsnoer
verschilt van de telefoonsnoeren die misschien al in uw huis of kantoor aanwezig
zijn.
De HP Photosmart configureren voor faxen 37
De installatie van de HP Photosmart
voltooien
5. Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van
faxen op de computer, moet u die instelling uitschakelen.
Opmerking Als u de instelling voor automatische faxontvangst niet uitschakelt
in de software van uw modem, kan de HP Photosmart geen faxen ontvangen.
6. Schakel de instelling Automatisch antwoorden uit.
7. Voer een faxtest uit.
U moet zelf aanwezig moet zijn om binnenkomende faxoproepen te accepteren, anders
kan de HP Photosmart geen faxen ontvangen.
Aanvullende informatie over faxen instellen
Ga voor aanvullende informatie over het instellen van faxen in specifieke landen/regio's
naar de hieronder opgegeven faxconfiguratiewebsite.
Oostenrijk www.hp.com/at/faxconfig
Duitsland www.hp.com/de/faxconfig
Zwitserland (Frans) www.hp.com/ch/fr/faxconfig
Zwitserland (Duits) www.hp.com/ch/de/faxconfig
Groot-Brittannië www.hp.com/uk/faxconfig
Spanje www.hp.com/es/faxconfig
Nederland www.hp.com/nl/faxconfig
België (Franstalig) www.hp.com/be/fr/faxconfig
België (Nederlandstalig) www.hp.com/be/nl/faxconfig
Portugal www.hp.com/pt/faxconfig
Zweeds www.hp.com/se/faxconfig
Finland www.hp.com/fi/faxconfig
Denemarken www.hp.com/dk/faxconfig
Noorwegen www.hp.com/no/faxconfig
Ierland www.hp.com/ie/faxconfig
Frankrijk www.hp.com/fr/faxconfig
Italië www.hp.com/it/faxconfig
Zuid-Afrika www.hp.com/za/faxconfig
Polen www.hp.pl/faxconfig
Rusland www.hp.ru/faxconfig
Hoofdstuk 3
38 De installatie van de HP Photosmart voltooien
De installatie van de HP Photosmart
voltooien
4 Kennis maken met de HP
Photosmart
Printeronderdelen
Functies van het bedieningspaneel
Pictogrammen weergeven
HP-toepassingen Manager
Printeronderdelen
Vooraanzicht van de printer
Kennis maken met de HP Photosmart 39
Kennis maken met de HP
Photosmart
1 Automatische documentinvoerlade
2 Bedieningspaneel
3 Fotolade
4 Verlengstuk van de uitvoerlade (ook wel ladeverlengstuk genoemd)
5 Papierbreedtegeleider voor de fotolade
6 Grafisch kleurenscherm (ook wel het scherm genoemd)
7 Uitvoerlade
8 Geheugenkaartsleuf voor Memory Stick-kaarten
9 Geheugenkaartsleuf voor Secure Digital- en xD-kaarten
10 Fotolampje
11 Geheugenkaart-sleuf voor CompactFlash-kaarten
12 USB-poort aan de voorzijde voor een camera of een ander opslagapparaat
13 Binnenkant van klep
14 Klep
15 Glasplaat
16 Toegangshendel cartridgeklep
17 Papierbreedtegeleider voor de hoofdinvoerlade
18 Hoofdinvoerlade (ook wel invoerlade genoemd)
Boven- en achteraanzicht van de printer
Hoofdstuk 4
40 Kennis maken met de HP Photosmart
Kennis maken met de HP
Photosmart
21 Printkopeenheid
22 Cartridgetoegangsgebied
23 Plaats van modelnummer
24 USB-poort aan de achterkant
25 Ethernet-poort
26 Stroomaansluiting (Gebruik alleen de netadapter die door HP is geleverd.)
27 Poorten 1-LINE (fax) en 2-EXT (telefoon)
28 Duplexmodule
Printeronderdelen 41
Kennis maken met de HP
Photosmart
Functies van het bedieningspaneel
Afbeelding 4-1 Functies van het bedieningspaneel
#
0
*
9 wxyz
8 tuv
7 pqrs
6 mno5 jkl
4 ghi
3 def
2 abc
1
OK
1 Grafisch kleurenscherm (ook wel het display/scherm genoemd): hierop worden menu's, foto's
en berichten weergegeven. Het scherm kan omhoog worden gehaald en gedraaid voor beter
zicht.
2 Terug: hiermee gaat u terug naar de vorige dia.
3 Menu: deze knop biedt een aantal opties betreffende het huidige scherm.
4 Waarschuwingslampje: Geeft aan dat er een probleem is opgetreden. Raadpleeg het scherm
voor meer informatie.
5 Start: hiermee keert u terug naar het beginscherm (het standaardscherm wanneer u het
apparaat inschakelt).
6 OK: hiermee selecteert u een menu-instelling, waarde of foto.
7 Navigatieknop: hiermee bladert u door de foto's en menuopties.
8 Inzoomen: hiermee zoomt u op een foto in. Gebruik deze knop met de pijltjes op het
richtinggevende pad om de foto bij te snijden voor het afdrukken.
9 Uitzoomen: hiermee zoomt u uit om meer van een foto te tonen.
10 Draadloos: opent het netwerkmenu waar u toegang krijgt tot de Wizard voor draadloze
instellingen en de Wi-Fi Protected Setup.
11 ePrint: opent het menu voor webservices. Hier kunt u uw e-mailadres bekijken, aanpassen
en afdrukken.
12 Apps: biedt een snelle en gemakkelijke manier om toegang te krijgen tot informatie op het
web, zoals kaarten, bonnen, kleurplaten en puzzels, en om deze af te drukken. Ook hiermee
drukt u verschillende lege formulieren af, zoals schoolpapier, muziekbladen, rasters en
checklists.
13 Automatisch antwoorden: hiermee schakelt u de functie Automatisch beantwoorden in of
uit. De aanbevolen instelling hangt af van de services en apparatuur op uw telefoonlijn.
14 Toetsenblok: hiermee voert u faxnummers, waarden of tekst in.
Hoofdstuk 4
42 Kennis maken met de HP Photosmart
Kennis maken met de HP
Photosmart
15 Aan: schakelt het apparaat in of uit. Als het apparaat uit is, gebruikt het toch nog een minimale
hoeveelheid stroom. Om de stroom helemaal te onderbreken schakelt u het apparaat uit en
haalt u de stekker uit het stopcontact.
16 Ruimte: hiermee kunt u spaties en tekens invoeren voor taken die betrekking hebben op de
fax.
17 Symbolen: hiermee kunt u symbolen en sterretjes (*) invoeren voor taken die betrekking
hebben op de fax.
18 Start faxen: hiermee kunt u een zwart-wit- of een kleurenfax versturen of ontvangen.
19 Kopiëren: hiermee start u een zwart/wit- of kleurenkopie.
20 Start scannen: opent het Scan Menu waarin u een bestemming kunt selecteren voor uw
scan.
21 Foto's afdrukken: drukt de geselecteerde foto's op uw geheugenkaart af. Indien er
momenteel geen foto's zijn geselecteerd, drukt het apparaat de foto af die momenteel op het
scherm wordt getoond.
22 Annuleren: Beëindigt de huidige handeling.
23 Help: biedt hulp over het huidige scherm.
24 Instellingen: hiermee opent u het menu Instellingen, waarmee u apparaatinstellingen kunt
wijzigen en onderhoudsfuncties kunt gebruiken.
25 2-zijdig: hiermee opent u het dubbelzijdige menu waarin u de instellingen kunt wijzigen om
dubbelzijdige kopieën en faxen te maken.
Pictogrammen weergeven
De volgende pictogrammen kunnen rechtsboven op het scherm worden weergegeven
om belangrijke informatie over de HP Photosmart te geven.
Symbool Doel
Dit pictogram geeft aan dat het inktniveau in alle printcartridges 50% of meer
is.
Dit pictogram geeft aan dat een of meerdere printcartridges bijna leeg zijn. U
moet de printcartridge vervangen als de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
Dit pictogram geeft aan dat er een onbekende inktpatroon in het apparaat is
geplaatst. Dit pictogram wordt mogelijk weergegeven als u een andere
inktpatroon dan een inktpatroon van HP in het apparaat plaatst.
Geeft aan dat er een vaste netwerkverbinding is.
Geeft aan dat de HP Photosmart is ingesteld om faxen automatisch te
ontvangen. Als dit pictogram niet te zien is, moet u faxen handmatig ontvangen.
Pictogrammen weergeven 43
Kennis maken met de HP
Photosmart
Symbool Doel
Geeft de aanwezigheid en signaalsterkte van een draadloze netwerkverbinding
aan.
Geeft de aanwezigheid en signaalsterkte van een draadloze ad-
hocnetwerkverbinding aan.
HP-toepassingen Manager
HP-toepassingen zijn speciale documenten, zoals kalenders, posters, recepten en
kaarten die u rechtstreeks vanaf uw printer kunt afdrukken zonder uw computer te
gebruiken. U kuntnog meer HP-toepassingen downloaden (hiervoor is een
internetverbinding vereist).
Beheren HP-toepassingen
Nieuwe HP-toepassingen toevoegen.
a. Druk op de pijltjestoetsen om te scrollen naar de HP-toepassingen menuoptie.
Druk op OK.
b. Druk op de knop met de pijl omlaag voor de menuoptie Meer en druk vervolgens
op OK.
c. Markeer de toepassing die u wilt toevoegen en druk dan op OK. Volg de
instructies.
d. Bekijk de animatie voor dit onderwerp.
Hoofdstuk 4
(vervolg)
44 Kennis maken met de HP Photosmart
Kennis maken met de HP
Photosmart
5 Elementaire informatie over
papier
U kunt een groot aantal verschillende papiersoorten en papierformaten in de HP
Photosmart plaatsen, waaronder papier van A4- of Letter-formaat, fotopapier,
transparanten en enveloppen.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•"
Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken" op pagina 45
•"
Aanbevolen papiersoorten om af te drukken" op pagina 46
•"
Afdrukmateriaal laden" op pagina 48
•"
Informatie over papier" op pagina 51
Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken
Voor een optimale afdrukkwaliteit adviseren wij u alleen HP-papier te gebruiken dat voor
deze bepaalde afdruktaak is bedoeld.
Het is mogelijk dat in uw land/regio bepaalde papiersoorten niet beschikbaar zijn.
HP Geavanceerd fotopapier
Dit dikke fotopapier heeft een sneldrogende, veegvaste toplaag. Het papier is bestand
tegen water, vegen, vingerafdrukken en vochtigheid. De foto's die u op deze papiersoort
afdrukt, lijken op foto's die u in een winkel hebt laten afdrukken. Dit papier is verkrijgbaar
in diverse formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch, 10 x 15 cm (met of zonder tabs) en 13
x 18 cm, en twee afwerkingen - glanzend of zachte glans (satijnmat). Het is zuurvrij voor
duurzame documenten.
HP Everyday Fotopapier
Druk kleurige, alledaagse snapshots goedkoop af, met papier dat is ontworpen voor
gewone fotoafdrukken. Dit voordelige fotopapier droogt snel en is direct te verwerken.
Dit papier produceert scherpe foto's met elke inkjetprinter. Dit papier is verkrijgbaar met
semi-glanzende afwerking in diverse formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch en 10 x 15
cm (met of zonder tabs). Voor foto's die lang goed blijven, is het zuurvrij.
HP Foto Value pack
HP Foto Value Packs verpakken originele HP cartridges en HP Geavanceerd
fotopapier gemakkelijk samen om u tijd te besparen en het giswerk voor het afdrukken
van betaalbare professionele foto's met uw HP Photosmart weg te nemen. De
oorspronkelijke HP inkten en HP Geavanceerd fotopapier zijn ontworpen om samen te
werken zodat uw foto's lang goed blijven en scherp zijn, afdruk na afdruk. Uitstekend voor
het afdrukken van alle foto's van de vakantie of van meerdere afdrukken om te delen.
Als u papier en andere materialen van HP wilt bestellen, gaat u naar
www.hp.com/buy/
supplies. Selecteer uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd, volg de aanwijzingen om
uw product te selecteren en klik vervolgens op een van de koppelingen voor bestellingen
op de pagina.
Elementaire informatie over papier 45
Elementaire informatie over papier
Opmerking Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen
beschikbaar in het Engels.
Aanbevolen papiersoorten om af te drukken
Voor een optimale afdrukkwaliteit adviseren wij u alleen HP-papier te gebruiken dat voor
deze bepaalde afdruktaak is bedoeld.
Het is mogelijk dat in uw land/regio bepaalde papiersoorten niet beschikbaar zijn.
HP Geavanceerd fotopapier
Dit dikke fotopapier heeft een sneldrogende, veegvaste toplaag. Het papier is bestand
tegen water, vegen, vingerafdrukken en vochtigheid. De foto's die u op deze papiersoort
afdrukt, lijken op foto's die u in een winkel hebt laten afdrukken. Dit papier is verkrijgbaar
in diverse formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch, 10 x 15 cm (met of zonder tabs) en 13
x 18 cm, en twee afwerkingen - glanzend of zachte glans (satijnmat). Het is zuurvrij voor
duurzame documenten.
HP Everyday Fotopapier
Druk kleurige, alledaagse snapshots goedkoop af, met papier dat is ontworpen voor
gewone fotoafdrukken. Dit voordelige fotopapier droogt snel en is direct te verwerken.
Dit papier produceert scherpe foto's met elke inkjetprinter. Dit papier is verkrijgbaar met
semi-glanzende afwerking in diverse formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch en 10 x 15
cm (met of zonder tabs). Voor foto's die lang goed blijven, is het zuurvrij.
HP Brochurpapier of HP Superior Inkjet papier
Deze papieren hebben een glanzende of matte laag aan beide kanten voor dubbelzijdig
gebruik. Dit papier is een ideale keuze voor reproducties van fotokwaliteit, omslagen van
bedrijfsrapporten, speciale presentaties, brochures, mailings en kalenders.
HP Premium Presentatiepapier of HP Professioneel papier
Deze papieren zijn zware dubbelzijdige mate papieren, perfect voor presentaties,
plannen, rapporten en nieuwsbrieven. Ze zijn extra zwaar voor een imponerende
uitstraling.
HP Helderwit inkjetpapier
HP Helderwit Inkjetpapier levert contrastrijke kleuren en scherp afgedrukte tekst op. Dit
papier is dik genoeg voor dubbelzijdig afdrukken in kleur, zodat het ideaal is voor
nieuwsbrieven, rapporten en folders. Het heeft ColorLok-techonologie voor minder
vlekken, krachtigere zwart en scherpe kleuren.
HP -afdrukpapier
HP Printing Paper is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit. Hiermee vervaardigt u
documenten die er veel professioneler uitzien dan documenten die op standaardpapier
of kopieerpapier zijn afgedrukt. Het heeft ColorLok-technologie voor minder vlekken,
krachtigere zwart en scherpe kleuren. Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
Hoofdstuk 5
46 Elementaire informatie over papier
Elementaire informatie over papier
HP Office Paper
HP Office Paper is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit. Het is geschikt voor
kopieën, schetsen, memo's en andere alledaagse documenten. Het heeft ColorLok-
technologie voor minder vlekken, krachtigere zwart en scherpe kleuren. Het is zuurvrij
voor duurzame documenten.
HP Opstrijkpatronen
HP Opstrijkpatronen (voor gekleurd textiel of voor lichtgekleurd of wit textiel) is het ideale
materiaal voor het maken van uw eigen T-shirts met uw digitale foto's.
HP Premium Inkjet Transparant
HP Premium Inkjet Transparant maakt uw kleurenpresentaties levendig en zelfs
aangrijpender. Deze transparanten zijn gemakkelijk in gebruik en drogen snel en zonder
vlekken.
HP Foto Value pack
HP Foto Value Packs verpakken originele HP cartridges en HP Geavanceerd
fotopapier gemakkelijk samen om u tijd te besparen en het giswerk voor het afdrukken
van betaalbare professionele foto's met uw HP Photosmart weg te nemen. De
oorspronkelijke HP inkten en HP Geavanceerd fotopapier zijn ontworpen om samen te
werken zodat uw foto's lang goed blijven en scherp zijn, afdruk na afdruk. Uitstekend voor
het afdrukken van alle foto's van de vakantie of van meerdere afdrukken om te delen.
ColorLok
HP raadt eenvoudig papier met het ColorLok-logo aan voor het afdrukken en kopiëren
van alledaagse documenten. Al het papier met het ColorLok-logo is onafhankelijk getest
om aan de hoogste standaarden van betrouwbaarheid en afdrukkwaliteit te voldoen, en
documenten te produceren met heldere kleuren, scherper zwart en die sneller drogen
dan normaal eenvoudig papier. Zoek naar papier met het ColorLok-logo in verschillende
gewichten en formaten van grote papierfabrikanten.
Als u papier en andere materialen van HP wilt bestellen, gaat u naar www.hp.com/buy/
supplies. Selecteer uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd, volg de aanwijzingen om
uw product te selecteren en klik vervolgens op een van de koppelingen voor bestellingen
op de pagina.
Aanbevolen papiersoorten om af te drukken 47
Elementaire informatie over papier
Opmerking Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen
beschikbaar in het Engels.
Afdrukmateriaal laden
1. Voer een van de volgende handelingen uit:
Plaats papier van 10 x 15 cm
a. Til de klep van de fotolade omhoog.
Til de klep van de fotolade omhoog en schuif de papierbreedtegeleider naar
buiten.
b. Plaats papier.
Plaats de stapel fotopapier in de fotolade met de korte rand naar voren en de
afdrukzijde naar beneden.
Schuif de stapel papier vooruit totdat de stapel niet verder kan.
Opmerking Als het fotopapier dat u gebruikt geperforeerde lipjes heeft,
plaatst u het fotopapier zo dat de lipjes naar u zijn gekeerd.
Schuif de papierbreedtegeleider naar binnen tot deze tegen de rand van het
papier aankomt.
Hoofdstuk 5
48 Elementaire informatie over papier
Elementaire informatie over papier
c. Breng de klep van de fotolade omlaag.
Plaats papier van A4- of 8,5 x 11 inch formaat
a. Til de uitvoerlade omhoog.
Til de uitvoerlade omhoog en schuif de papierbreedtegeleider naar buiten.
b. Plaats papier.
Plaats de stapel papier in de hoofdinvoerlade met de korte rand naar voren
en de afdrukzijde naar beneden.
Afdrukmateriaal laden 49
Elementaire informatie over papier
Schuif de stapel papier vooruit totdat de stapel niet verder kan.
Schuif de papierbreedtegeleider naar binnen tot deze tegen de rand van het
papier aankomt.
c. Laat de uitvoerlade zakken.
Breng de uitvoerlade omlaag en schuif het verlengstuk van de lade zo ver
mogelijk naar u toe. Draai de papiergreep aan het einde van het verlengstuk
van de lade om.
Opmerking Laat de papiergreep gesloten als u papier van Legal-
formaat gebruikt.
Enveloppen plaatsen
a. Til de uitvoerlade omhoog.
Til de uitvoerlade omhoog en schuif de papierbreedtegeleider naar buiten.
Hoofdstuk 5
50 Elementaire informatie over papier
Elementaire informatie over papier
Verwijder alle papier uit de hoofdinvoerlade.
b. Plaats de enveloppen.
Plaats een of meer enveloppen tegen de rechterzijde van de hoofdinvoerlade
met de flap van de envelop naar boven en aan de linkerkant.
Schuif de stapel enveloppen vooruit totdat de stapel niet verder kan.
Schuif de papierbreedtegeleider naar binnen totdat deze tegen de stapel
enveloppen komt.
c. Laat de uitvoerlade zakken.
2. Bekijk de animatie voor dit onderwerp.
Verwante onderwerpen
"
Informatie over papier" op pagina 51
Informatie over papier
De HP Photosmart is ontwikkeld voor het correct verwerken van de meeste
papiersoorten. Test diverse soorten papier alvorens grote hoeveelheden aan te schaffen.
Informatie over papier 51
Elementaire informatie over papier
Zoek een papiersoort die de gewenste resultaten biedt en die gemakkelijk is aan te
schaffen. HP Papier is ontwikkeld voor resultaten van de beste kwaliteit. Neem bovendien
de volgende tips ter harte:
Gebruik geen papier dat te dun is, een te gladde structuur heeft of gemakkelijk rekt.
Het kan verkeerd in de papierbaan worden ingevoerd en papierstoringen
veroorzaken.
Bewaar afdrukmaterialen voor foto's in de oorspronkelijke verpakking in een
hersluitbare plastic zak op een vlakke ondergrond op een koele, droge plaats. Als u
gaat afdrukken, haalt u alleen het papier eruit dat u onmiddellijk wilt gebruiken. Als u
klaar bent met afdrukken, doet u het niet gebruikte fotopapier terug in de plastic zak.
Laat ongebruikt fotopapier niet in de invoerlade zitten. Het fotopapier kan dan
omkrullen, wat leidt tot een mindere kwaliteit van de afdrukken. Gekruld papier kan
ook papierstoringen veroorzaken.
Houd fotopapier altijd bij de rand vast. Door vingerafdrukken op het fotopapier
vermindert de afdrukkwaliteit.
Gebruik geen zwaar geweven papier. Afbeeldingen of tekst worden dan mogelijk
onjuist afgedrukt.
Leg geen papier van verschillende soorten en formaten tegelijk in de invoerlade; de
hele papierstapel in de invoerlade moet van hetzelfde formaat en dezelfde soort zijn.
Lijst afgedrukte foto's in of plak ze in een album om te voorkomen dat de inkt na
verloop van tijd uitloopt door een hoge luchtvochtigheid.
Hoofdstuk 5
52 Elementaire informatie over papier
Elementaire informatie over papier
6 Afdrukken
"Documenten afdrukken" op pagina 53
"Foto's afdrukken" op pagina 54
"Een creatief project afdrukken" op pagina 60
"Een webpagina afdrukken" op pagina 66
"Formulieren en sjablonen afdrukken (Snelle formulieren)" op pagina 66
"Vanaf een willekeurige locatie afdrukken" op pagina 71
NOV
"Afdrukken vanaf internet zonder een computer" op pagina 73
Verwante onderwerpen
•"
Afdrukmateriaal laden" op pagina 48
•"
Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken" op pagina 45
•"
Aanbevolen papiersoorten om af te drukken" op pagina 46
Documenten afdrukken
De meeste afdrukinstellingen worden in de software automatisch afgehandeld. U hoeft
de instellingen alleen handmatig te wijzigen als u de afdrukkwaliteit wilt veranderen, als
u wilt afdrukken op speciale papiersoorten of transparanten of als u speciale functies wilt
gebruiken.
Afdrukken vanuit een softwaretoepassing
1. Zorg ervoor dat er papier in de invoerlade is geplaatst.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Controleer of het product de geselecteerde printer is.
Afdrukken 53
Afdrukken
4. Als u instellingen moet wijzigen, klikt u op de knop waarmee het dialoogvenster
Eigenschappen wordt geopend.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
Opmerking Als u een foto afdrukt, moet u opties selecteren voor het juiste
fotopapier en voor de verbetering van de foto.
5. Selecteer de gewenste opties voor de afdruktaak met de functies die beschikbaar zijn
op de tabbladen Geavanceerd, Snel afdrukopties instellen, Effecten, en Kleur.
Tip U kunt eenvoudig de gewenste opties voor uw afdruktaak selecteren door
een van de vooraf ingestelde taken op het tabblad Snel afdrukopties instellen
te kiezen. Klik op een type afdruktaak in de lijst Snel afdrukopties instellen. De
standaardinstellingen voor het type afdruktaak worden ingesteld en samengevat
op het tabblad Snel afdrukopties instellen. Indien nodig kunt u de instellingen
hier aanpassen en uw aangepaste instellingen opslaan als nieuwe snelle
afdrukoptie. Als u een aangepaste optie voor snel afdrukken wilt opslaan,
selecteert u de desbetreffende optie en klikt u op Opslaan als. Om een sneloptie
te verwijderen, selecteert u de sneloptie en klikt u op Verwijderen.
6. Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen te sluiten.
7. Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Verwante onderwerpen
•"
Aanbevolen papiersoorten om af te drukken" op pagina 46
•"
Afdrukmateriaal laden" op pagina 48
•"
De afdrukresolutie weergeven" op pagina 67
•"
Afdruksnelkoppelingen gebruiken" op pagina 68
•"
Standaardinstellingen voor afdrukken instellen" op pagina 69
•"
De huidige afdruktaak stoppen" op pagina 249
Foto's afdrukken
•"Foto's afdrukken die op uw computer zijn opgeslagen" op pagina 54
•"
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-opslagapparaat"
op pagina 56
Foto's afdrukken die op uw computer zijn opgeslagen
Een foto afdrukken op fotopapier
1. Plaats papier van tot 13 x 18 cm (5 x 7 inch) in de fotolade of fotopapier van groot
formaat in de hoofdinvoerlade.
2. Schuif de papierbreedtegeleider naar binnen tot deze tegen de rand van het papier
aankomt.
3. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
4. Controleer of het product de geselecteerde printer is.
Hoofdstuk 6
54 Afdrukken
Afdrukken
5. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
6. Klik op het tabblad Functies.
7. Selecteer Andere in de vervolgkeuzelijst Papiersoort, in het gedeelte
Basisopties. Selecteer vervolgens de gewenste fotopapiersoort.
8. Selecteer Andere in de vervolgkeuzelijst Formaat, in het gedeelte
Formaatwijzigingsopties. Selecteer vervolgens het juiste papierformaat.
Als het papierformaat en de papiersoort niet compatibel zijn, geeft de printersoftware
een waarschuwingsbericht weer en kunt u een ander papierformaat of een andere
papiersoort selecteren.
9. (Optioneel) Schakel het selectievakje Afdrukken zonder rand in als dit nog niet is
ingeschakeld.
Als het papierformaat en de papiersoort voor afdrukken zonder rand niet compatibel
zijn, geeft de printersoftware een waarschuwingsbericht weer en kunt u een ander
papierformaat of een andere papiersoort selecteren.
10. Selecteer in het gebied Basisopties een hoge afdrukkwaliteit, bijvoorbeeld
Optimaal, in de vervolgkeuzelijst Afdrukkwaliteit.
Opmerking U kunt de instelling Maximum dpi met ondersteunde soorten
fotopapier gebruiken om de hoogste dpi-resolutie te krijgen. Als Maximum dpi
niet in de vervolgkeuzelijst Afdrukkwaliteit is opgenomen, kunt u de instelling
vanuit het tabblad Geavanceerd inschakelen. Zie "
Afdrukken met maximum
aantal dpi" op pagina 67 voor meer informatie.
11. Klik in het gedeelte HP Real Life-technologieën op de vervolgkeuzelijst Foto
verbeteren en maak een keuze uit de volgende opties:
Uit: hiermee worden geen HP Real Life-technologieën op de afbeelding
toegepast.
Normaal: optimaliseert afbeeldingen met een lage resolutie; hiermee past u de
scherpte van het beeld enigszins aan.
12. Klik op OK om terug naar het dialoogvenster Eigenschappen te gaan.
13. Klik op OK en klik vervolgens op Afdrukken of OK in het dialoogvenster
Afdrukken.
Verwante onderwerpen
•"
Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken" op pagina 45
•"
Afdrukmateriaal laden" op pagina 48
•"
Afdrukken met maximum aantal dpi" op pagina 67
•"
De afdrukresolutie weergeven" op pagina 67
•"
Afdruksnelkoppelingen gebruiken" op pagina 68
•"
Standaardinstellingen voor afdrukken instellen" op pagina 69
•"
De huidige afdruktaak stoppen" op pagina 249
Foto's afdrukken 55
Afdrukken
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-opslagapparaat
1. Voer een van de volgende handelingen uit:
Een foto op klein papier afdrukken
a. Plaats papier.
Plaats fotopapier van tot 13 x 18 cm (5 x 7 inch) in de fotolade.
b. Plaats geheugen.
1 Memory Stick, Memory Stick Pro, Memory Stick Select, Memory Stick Magic Gate,
Memory Stick Duo or Pro Duo (adapter optioneel), Memory Stick Pro-HG Duo
(adapter optioneel), or Memory Stick Micro (adapter vereist)
2 MultiMediaCard (MMC), MMC Plus, Secure MultiMedia Card, MMC Mobile (RS-MMC;
adapter vereist), Secure Digital (SD), Secure Digital Mini (adapter vereist), Secure
Digital High Capacity (SDHC), TransFlash MicroSD Card (adapter vereist), of xD-
Picture card
3 CompactFlash (CF) types I en II
4 USB-poort aan de voorzijde: Voor digitale camera's en verwijderbare schijven
Hoofdstuk 6
56 Afdrukken
Afdrukken
c. Selecteren een foto.
Markeer Weerg. & afdr. en druk op OK.
Markeer de foto en druk op OK.
Verhoog het aantal afdrukken en druk op OK.
Druk op OK om een afdrukvoorbeeld te bekijken.
d. Druk de foto af.
Druk op Foto's afdrukken.
Een foto op groot papier afdrukken
a. Plaats papier.
Plaats groot papier in de hoofdinvoerlade.
b. Plaats geheugen.
Foto's afdrukken 57
Afdrukken
1 Memory Stick, Memory Stick Pro, Memory Stick Select, Memory Stick Magic Gate,
Memory Stick Duo or Pro Duo (adapter optioneel), Memory Stick Pro-HG Duo
(adapter optioneel), or Memory Stick Micro (adapter vereist)
2 MultiMediaCard (MMC), MMC Plus, Secure MultiMedia Card, MMC Mobile (RS-MMC;
adapter vereist), Secure Digital (SD), Secure Digital Mini (adapter vereist), Secure
Digital High Capacity (SDHC), TransFlash MicroSD Card (adapter vereist), of xD-
Picture card
3 CompactFlash (CF) types I en II
4 USB-poort aan de voorzijde: Voor digitale camera's en verwijderbare schijven
c. Selecteren een foto.
Markeer Weerg. & afdr. en druk op OK.
Markeer de foto en druk op OK.
Verhoog het aantal afdrukken en druk op OK.
d. Wijzig de paginaopmaak.
Druk op OK om een afdrukvoorbeeld te bekijken.
Druk op Menu om afdrukinstellingen te wijzigen.
Markeer Opmaak en druk op OK.
Markeer A4 zonder rand en druk op OK.
Druk op Terug.
e. Druk de foto af.
Druk op Foto's afdrukken.
Hoofdstuk 6
58 Afdrukken
Afdrukken
Meerdere foto's op groot papier afdrukken
a. Plaats papier.
Plaats groot papier in de hoofdinvoerlade.
b. Plaats geheugen.
1 Memory Stick, Memory Stick Pro, Memory Stick Select, Memory Stick Magic Gate,
Memory Stick Duo or Pro Duo (adapter optioneel), Memory Stick Pro-HG Duo
(adapter optioneel), or Memory Stick Micro (adapter vereist)
2 MultiMediaCard (MMC), MMC Plus, Secure MultiMedia Card, MMC Mobile (RS-MMC;
adapter vereist), Secure Digital (SD), Secure Digital Mini (adapter vereist), Secure
Digital High Capacity (SDHC), TransFlash MicroSD Card (adapter vereist), of xD-
Picture card
3 CompactFlash (CF) types I en II
4 USB-poort aan de voorzijde: Voor digitale camera's en verwijderbare schijven
Foto's afdrukken 59
Afdrukken
c. Selecteren een foto.
Markeer Weerg. & afdr. en druk op OK.
Markeer de foto en druk op OK.
Verhoog het aantal afdrukken en druk op OK.
d. Wijzig de paginaopmaak.
Druk op OK om een afdrukvoorbeeld te bekijken.
Druk op Menu om afdrukinstellingen te wijzigen.
Markeer Opmaak en druk op OK.
Markeer 10x15 op A4 en druk op OK.
Druk op Terug.
e. Druk de foto af.
Druk op Foto's afdrukken.
2. Bekijk de animatie voor dit onderwerp.
Verwante onderwerpen
•"
Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken" op pagina 45
•"
Foto's bewerken voor het afdrukken" op pagina 70
•"
De huidige afdruktaak stoppen" op pagina 249
Een creatief project afdrukken
1. Voer een van de volgende handelingen uit:
Albumpagina's afdrukken
a. Plaats papier.
Plaats fotopapier van tot 13 x 18 cm (5 x 7 inch) in de fotolade of fotopapier
van groot formaat in de hoofdinvoerlade.
b. Plaats geheugen.
Hoofdstuk 6
60 Afdrukken
Afdrukken
1 Memory Stick, Memory Stick Pro, Memory Stick Select, Memory Stick Magic Gate,
Memory Stick Duo or Pro Duo (adapter optioneel), Memory Stick Pro-HG Duo
(adapter optioneel), or Memory Stick Micro (adapter vereist)
2 MultiMediaCard (MMC), MMC Plus, Secure MultiMedia Card, MMC Mobile (RS-MMC;
adapter vereist), Secure Digital (SD), Secure Digital Mini (adapter vereist), Secure
Digital High Capacity (SDHC), TransFlash MicroSD Card (adapter vereist), of xD-
Picture card
3 CompactFlash (CF) types I en II
4 Voorste USB-poort voor digitale camera's en verwijderbare schijven
c. Selecteer een projecttype.
Markeer Maken en druk op OK.
Markeer Albumpagina's en druk op OK.
d. Volg de opdrachten.
Panoramafoto's afdrukken
a. Plaats papier.
Plaats panoramapapier van 10 x 30 cm (4 x 12 inch) in de hoofdinvoerlade.
Een creatief project afdrukken 61
Afdrukken
b. Plaats geheugen.
1 Memory Stick, Memory Stick Pro, Memory Stick Select, Memory Stick Magic Gate,
Memory Stick Duo or Pro Duo (adapter optioneel), Memory Stick Pro-HG Duo
(adapter optioneel), or Memory Stick Micro (adapter vereist)
2 MultiMediaCard (MMC), MMC Plus, Secure MultiMedia Card, MMC Mobile (RS-MMC;
adapter vereist), Secure Digital (SD), Secure Digital Mini (adapter vereist), Secure
Digital High Capacity (SDHC), TransFlash MicroSD Card (adapter vereist), of xD-
Picture card
3 CompactFlash (CF) types I en II
4 USB-poort aan de voorzijde: Voor digitale camera's en verwijderbare schijven
c. Selecteer een projecttype.
Markeer Maken en druk op OK.
Markeer Panorama-afdruk en druk op OK.
Hoofdstuk 6
62 Afdrukken
Afdrukken
d. Selecteren een foto.
Markeer de foto en druk op OK.
Verhoog het aantal afdrukken en druk op OK.
Druk op OK om een afdrukvoorbeeld te bekijken.
e. Druk de foto af.
Druk op Foto's afdrukken.
Pasfoto's afdrukken
a. Plaats papier.
Plaats fotopapier van tot 13 x 18 cm (5 x 7 inch) in de fotolade of fotopapier
van groot formaat in de hoofdinvoerlade.
b. Plaats geheugen.
1 Memory Stick, Memory Stick Pro, Memory Stick Select, Memory Stick Magic Gate,
Memory Stick Duo or Pro Duo (adapter optioneel), Memory Stick Pro-HG Duo
(adapter optioneel), or Memory Stick Micro (adapter vereist)
2 MultiMediaCard (MMC), MMC Plus, Secure MultiMedia Card, MMC Mobile (RS-MMC;
adapter vereist), Secure Digital (SD), Secure Digital Mini (adapter vereist), Secure
Digital High Capacity (SDHC), TransFlash MicroSD Card (adapter vereist), of xD-
Picture card
3 CompactFlash (CF) types I en II
4 USB-poort aan de voorzijde: Voor digitale camera's en verwijderbare schijven
Een creatief project afdrukken 63
Afdrukken
c. Selecteer een projecttype.
Markeer Maken en druk op OK.
Markeer Pasfoto's en druk op OK.
d. Volg de opdrachten.
pasfoto's afdrukken
a. Plaats papier.
Plaats fotopapier van tot 13 x 18 cm (5 x 7 inch) in de fotolade of fotopapier
van groot formaat in de hoofdinvoerlade.
b. Plaats geheugen.
1 Memory Stick, Memory Stick Pro, Memory Stick Select, Memory Stick Magic Gate,
Memory Stick Duo or Pro Duo (adapter optioneel), Memory Stick Pro-HG Duo
(adapter optioneel), or Memory Stick Micro (adapter vereist)
2 MultiMediaCard (MMC), MMC Plus, Secure MultiMedia Card, MMC Mobile (RS-MMC;
adapter vereist), Secure Digital (SD), Secure Digital Mini (adapter vereist), Secure
Digital High Capacity (SDHC), TransFlash MicroSD Card (adapter vereist), of xD-
Picture card
3 CompactFlash (CF) types I en II
4 USB-poort aan de voorzijde: Voor digitale camera's en verwijderbare schijven
c. Selecteer een projecttype.
Markeer Maken en druk op OK.
Markeer Pasfoto's en druk op OK.
d. Volg de opdrachten.
Hoofdstuk 6
64 Afdrukken
Afdrukken
Foto's opnieuw afdrukken
a. Plaats het origineel.
Til de klep van het apparaat omhoog.
Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar beneden tegen de rechter
voorhoek van de glasplaat.
Sluit de klep.
b. Plaats papier.
Plaats fotopapier van tot 13 x 18 cm (5 x 7 inch) in de fotolade of fotopapier
van groot formaat in de hoofdinvoerlade.
c. Selecteer een projecttype.
Markeer Maken en druk op OK.
Markeer Scannen en opnieuw afdrukken en druk op Foto's afdrukken.
2. Bekijk de animatie voor dit onderwerp.
Een creatief project afdrukken 65
Afdrukken
Verwante onderwerpen
•"
Aanbevolen papiersoorten om af te drukken" op pagina 46
•"
Foto's bewerken voor het afdrukken" op pagina 70
•"
De huidige afdruktaak stoppen" op pagina 249
Een webpagina afdrukken
U kunt op de HP Photosmart een webpagina van de webbrowser op uw computer
afdrukken.
Als u Internet Explorer 6.0 (of recenter) of Firefox (2.0 of recenter) als webbrowser
gebruikt, kunt u HP Smart Web Printing gebruiken voor eenvoudig en voorspelbaar
afdrukken van webpagina's, met controle over wat en hoe u wilt afdrukken. U kunt HP
Smart Web Printing openen vanuit de werkbalk in Internet Explorer. Raadpleeg het
helpbestand bij HP Smart Web Printing voor meer info.
Een webpagina afdrukken
1. Zorg ervoor dat er papier in de hoofdinvoerlade is geplaatst.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van de webbrowser.
Het afdrukvenster wordt geopend.
3. Controleer of het product de geselecteerde printer is.
4. Selecteer in de webbrowser welke onderdelen van de webpagina u wilt afdrukken
(als de webbrowser die mogelijkheid ondersteunt).
Klik in Internet Explorer bijvoorbeeld op Opties en selecteer opties zoals Zoals op
het scherm, Alleen het gekozen frame of Alle gekoppelde documenten
afdrukken.
5. Klik op Afdrukken of OK om de webpagina af te drukken.
Tip Mogelijk moet u de afdrukstand Liggend instellen om de webpagina's goed af
te drukken.
Formulieren en sjablonen afdrukken (Snelle formulieren)
De HP Photosmart bevat ingebouwde sjablonen waarmee u gangbare formulieren kunt
afdrukken op papier van Letter- of A4-formaat, zoals een notitieboekje met smalle of
brede regels, tekenpapier, kalenders (niet ondersteund op alle modellen) en
controlelijsten voor taken. U kunt ook spelletjes zoals stippen en doorhofen afdrukken,
die iedere keer dat u ze afdrukt een ander patroon hebben.
Formulieren afdrukken vanaf het bedieningspaneel
1. Zorg dat er papier in de invoerlade is geplaatst.
2. Druk op Apps.
3. Druk op de pijltjestoets om Snelle formulieren te markeren en druk vervolgens op
OK.
4. Druk op de pijltjestoets omlaag om het formulier dat u wilt afdrukken te selecteren en
druk op OK.
Hoofdstuk 6
66 Afdrukken
Afdrukken
5. Selecteer de formuliersoort die u wilt afdrukken, wanneer dit wordt gevraagd.
6. Druk op de knop omhoog om het aantal afdrukken te doen toenemen en druk
vervolgens op OK.
Afdrukken met maximum aantal dpi
Gebruik de modus Maximum dpi als u haarscherpe afbeeldingen van hoge kwaliteit wilt
afdrukken.
Profiteer optimaal van de modus Maximum dpi door deze te gebruiken voor het afdrukken
van beelden van hoge kwaliteit, zoals digitale foto's. Wanneer u de instelling Maximum
dpi gebruikt, geeft de printersoftware de geoptimaliseerde dots per inch (dpi) weer die de
HP Photosmart-printer kan afdrukken. Afdrukken met Maximum dpi wordt uitsluitend
ondersteund voor de volgende papiersoorten:
HP Premium Plus fotopapier
HP Premium fotopapier
HP Geavanceerd fotopapier
Hagaki-fotokaarten
Afdrukken met Maximum dpi duurt langer dan wanneer u afdrukt met andere instellingen
en bestanden nemen meer schijfruimte in beslag.
Afdrukken in de modus Maximum dpi
1. Zorg ervoor dat er papier in de invoerlade is geplaatst.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Controleer of het product de geselecteerde printer is.
4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Klik op het tabblad Geavanceerd.
6. Schakel in het gedeelte Functie het selectievakje Maximum dpi-instelling
inschakelen in.
7. Klik op het tabblad Functies.
8. Klik op Meer in de vervolgkeuzelijst Papiersoort en selecteer de juiste papiersoort.
9. Selecteer Maximum dpi in de vervolgkeuzelijst Afdrukkwaliteit.
Opmerking Klik op Resolutie om te weten te komen met welk dpi het apparaat
zal afdrukken op basis van de papiersoort en de instellingen van afdrukkwaliteit
die u hebt geselecteerd.
10. Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op OK.
Verwante onderwerpen
"
De afdrukresolutie weergeven" op pagina 67
De afdrukresolutie weergeven
De afdrukresolutie wordt in dots per inch (dpi) weergegeven. Het aantal dpi varieert,
afhankelijk van de papiersoort en de afdrukkwaliteit die u in de printersoftware selecteert.
De afdrukresolutie weergeven 67
Afdrukken
De afdrukresolutie weergeven
1. Zorg ervoor dat er papier in de invoerlade is geplaatst.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Controleer of het product de geselecteerde printer is.
4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Klik op het tabblad Functies.
6. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Papiersoort de papiersoort die u in het apparaat
hebt geplaatst.
7. In de vervolgkeuzelijst Afdrukkwaliteit selecteert u de gewenste afdrukkwaliteit voor
uw project.
8. Klik op de knop Resolutie om de afdrukresolutie dpi te bekijken voor de combinatie
papiersoort en papierkwaliteit die u hebt geselecteerd.
Afdruksnelkoppelingen gebruiken
Afdruksnelkoppelingen gebruiken om af te drukken met afdrukinstellingen die u vaak
gebruikt. De printersoftware heeft verscheidene speciaal ontworpen
afdruksnelkoppelingen die beschikbaar zijn in de lijst Snel afdrukopties instellen.
Opmerking Wanneer u een afdruksnelkoppeling selecteert, worden automatisch de
juiste afdrukopties weergegeven. U kunt ze laten zoals ze zijn, ze veranderen of uw
eigen snelkoppelingen maken voor vaak gebruikte taken.
Gebruik het tabblad Snel afdrukopties instellen voor de volgende afdruktaken:
Algemeen standaard afdrukken: Documenten snel afdrukken.
Foto's afdrukken zonder rand: Afdrukken tot bovenaan, onderaan en tot aan de
randen van het papier op HP-fotopapier van 10 x 15 cm en 13 x 18 cm.
Papierbesparend afdrukken Druk tweezijdige documenten met veelvoudige
pagina's op hetzelfde vel af om papiergebruik te verminderen.
Foto afdrukken met witte rand: Een foto met een witte rand rond de boorden
afdrukken.
Snel/besparend afdrukken: Snel afdrukken produceren met ontwerpkwaliteit.
Presentatie afdrukken: Documenten, brieven en dia's afdrukken met een hoge
kwaliteit.
Dubbelzijdig afdrukken: Dubbelzijdige pagina's afdrukken met de HP Photosmart.
Een afdruksnelkoppeling maken
1. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
2. Controleer of het product de geselecteerde printer is.
3. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
4. Klik op het tabblad Snel afdrukopties instellen.
Hoofdstuk 6
68 Afdrukken
Afdrukken
5. Klik in de lijst Snel afdrukopties instellen op een snelkoppeling.
De afdrukinstellingen voor de geselecteerde snelkoppeling worden weergegeven.
6. Wijzig de afdrukinstellingen in de waarden die u in de nieuwe snelkoppeling wilt
hebben.
7. Klik op Opslaan als, voer een naam in voor de nieuwe afdruksnelkoppeling en klik
op Opslaan.
De snelkoppeling wordt aan de lijst toegevoegd.
Een afdruksnelkoppeling verwijderen
1. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
2. Controleer of het product de geselecteerde printer is.
3. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
4. Klik op het tabblad Snel afdrukopties instellen.
5. Klik in de lijst Snel afdrukopties instellen op de snelkoppeling die u wilt verwijderen.
6. Klik op Wissen.
De snelkoppeling wordt uit de lijst verwijderd.
Opmerking Alleen de snelkoppelingen die u zelf hebt gemaakt, kunnen worden
verwijderd. De oorspronkelijke snelkoppelingen van HP kunnen niet worden
verwijderd.
Standaardinstellingen voor afdrukken instellen
Als u bepaalde instellingen vaak gebruikt voor het afdrukken, kunt u deze opslaan als
standaardinstellingen, zodat deze al zijn ingesteld als u het dialoogvenster Afdrukken
opent vanuit de softwaretoepassing.
Standaardinstellingen voor afdrukken wijzigen
1. Klik in de HP Solution Center op Instellingen, wijs Afdrukinstellingen aan en klik
vervolgens op Printerinstellingen.
2. Wijzig de afdrukinstellingen en klik op OK.
Standaardinstellingen voor afdrukken instellen 69
Afdrukken
Foto's bewerken voor het afdrukken
1. Voer een van de volgende handelingen uit:
Foto's draaien
a. Selecteren een foto.
Markeer Weerg. & afdr. en druk op OK.
Markeer de foto en druk op OK.
b. Bewerk de foto.
Druk op Menu.
Markeer Draaien en druk op OK.
Druk op OK als u klaar bent.
Foto bijsnijden
a. Selecteren een foto.
Markeer Weerg. & afdr. en druk op OK.
Markeer de foto en druk op OK.
b. Bewerk de foto.
Druk op Menu.
Markeer Bijsnijden en druk op OK.
Druk op OK als u klaar bent.
Foto verbeteren
a. Selecteren een foto.
Markeer Weerg. & afdr. en druk op OK.
Markeer de foto en druk op OK.
b. Bewerk de foto.
Druk op Menu.
Markeer Foto herstellen en druk op OK.
Selecteer de gewenste optie en druk op OK.
Rand toevoegen
a. Selecteren een foto.
Markeer Weerg. & afdr. en druk op OK.
Markeer de foto en druk op OK.
b. Bewerk de foto.
Druk op Menu.
Markeer Rand toevoegen en druk op OK.
Selecteer de gewenste optie en druk op OK.
Hoofdstuk 6
70 Afdrukken
Afdrukken
Helderheid aanpassen
a. Selecteren een foto.
Markeer Weerg. & afdr. en druk op OK.
Markeer de foto en druk op OK.
b. Bewerk de foto.
Druk op Menu.
Markeer Helderheid en druk op OK.
Stel de helderheid in en druk op OK wanneer u klaar bent.
Kleureffect
a. Selecteren een foto.
Markeer Weerg. & afdr. en druk op OK.
Markeer de foto en druk op OK.
b. Bewerk de foto.
Druk op Menu.
Markeer Kleureffect en druk op OK.
Selecteer de gewenste optie en druk op OK.
2. Bekijk de animatie voor dit onderwerp.
Vanaf een willekeurige locatie afdrukken
HP ePrint is een gratis service van HP waarmee u vanaf uw mobiele telefoon of computer
kunt afdrukken, altijd en overal. Stuur gewoon een e-mail met een bericht en eender
welke ondersteunde bestanden in bijlage naar het e-mailadres van uw printer. U kunt
afbeeldingen, Word-, PowerPoint-, en pdf-documenten afdrukken.
Opmerking Documenten afgedrukt met HP ePrint kunnen verschillen van het
origineel qua stijl, indeling en tekstpositie. Voor documenten die in hogere kwaliteit
moeten worden afgedrukt (zoals juridische documenten) raden we aan dat u afdrukt
in de softwaretoepassing op uw computer. Dit geeft u meer controle over het uitzicht
van uw afdruk.
Opmerking Om ongewenste e-mail te voorkomen wijst HP een willekeurig e-
mailadres toe aan uw printer. Het publiceert dit adres nooit; het adres zal standaard
niet op een willekeurige zender reageren. HP ePrint biedt ook een spamfilter naar
industriële normen en zet e-mails en bijlagen om naar een "alleen afdrukken" formaat
om het risico op een virus of schadelijke inhoud te beperken. Toch filtert HP ePrint e-
mails niet op basis van inhoud, en kan dus niet worden verhinderd dat bezwaarlijk of
auteursrechterlijk beschermd materiaal wordt afgedrukt.
Op weg met HP ePrint
Een document afdrukken vanaf een willekeurige locatie
Meer informatie over HP ePrint
Op weg met HP ePrint
Om HP ePrint te gebruiken moet uw printer zijn aangesloten op een netwerk en op het
internet. Indien u dit nog niet deed tijdens de installatie, moet u deze stappen volgen.
Vanaf een willekeurige locatie afdrukken 71
Afdrukken
Verbinden met internet
1. Druk op de knop ePrint.
2. Druk op de knop met de pijl omlaag om Webservices activeren te markeren en druk
vervolgens op OK.
3. Druk op OK om akkoord te gaan met de gebruiksvoorwaarden.
4. Volg de aanwijzingen op de display.
Na het voltooien van de installatie zal de HP Photosmart een rapport afdrukken met
belangrijke informatie over uw HP ePrint instellingen. Dit rapport bevat het e-
mailadres van uw printer. Noteer dit e-mailadres indien u HP ePrint wilt gebruiken.
5. Registreer online met HP ePrint, hier kunt u de veiligheidsopties instellen en de status
van de afdruktaak controleren.
Het webadres voor registratie vindt u op de afgedrukte pagina. Typ dit in de adresbalk
van uw webbrowser. Volg de instructies op de registratiepagina.
Opmerking Alleen de persoon die het e-mailadres registreerde kan zich
inschrijven.
Verwante onderwerpen
"
De HP Photosmart aan een netwerk toevoegen" op pagina 7
Een document afdrukken vanaf een willekeurige locatie
Een document afdrukken vanaf een willekeurige locatie
1. Volg deze stappen indien u het e-mailadres van de printer niet kent.
a. Druk op de knop ePrint.
b. Controleer of E-mailadres weergeven is gemarkeerd en druk vervolgens op
OK.
Het e-mailadres verschijnt op het scherm.
Tip Druk op OK om het e-maildres af te drukken. Druk dan op de pijltjestoets
omlaag tot Infopagina afdrukken is gemarkeerd. Druk vervolgens op OK.
Het e-mailadres verschijnt op de afdruk.
2. Stel de e-mail op en stuur hem naar uw printer.
a. Maak een nieuw e-mailbericht en typ het e-mailadres van de printer in het vak
Aan.
b. Typ de berichttekst van de e-mail en voeg de documenten afbeeldingen toe die
u wilt afdrukken.
c. Verstuur de e-mail.
De printer drukt uw e-mail af.
Opmerking Om de e-mail te ontvangen moet uw printer zijn aangesloten op
het internet. Uw e-mail zal worden afgedrukt zodra de printer hem heeft
ontvangen. Zoals voor elke e-mail is er geen garantie op ontvangst. Indien u
online registreert met HP ePrint, kunt u de status van uw taken controleren.
3. Bekijk de animatie voor dit onderwerp.
Hoofdstuk 6
72 Afdrukken
Afdrukken
Meer informatie over HP ePrint
Registreer op de gratis HP ePrinterCenter website van HP om een verhoogde beveiliging
in te stellen voor HP ePrint, geef aan welke e-mailadressen naar uw printer mogen sturen
en krijg toegang tot andere gratis diensten.
Om te registreren hebt u de naam van uw printer nodig, dit is het eerste deel van het e-
mailadres van uw printer.
Ga naar de HP ePrinterCenter website voor meer informatie en specifieke voorwaarden:
www.hp.com/go/ePrinterCenter.
Afdrukken vanaf internet zonder een computer
U kunt kleurenpagina's, weerberichten, bons en kaarten van het web rechtstreeks
afdrukken met uw HP Photosmart zonder dat u naar een computer met HP-
toepassingen moet gaan.
Op weg met HP-toepassingen
Een webpagina afdrukken met HP-toepassingen
Meer informatie over HP-toepassingen
Op weg met HP-toepassingen
Om HP-toepassingen te gebruiken moet uw printer zijn aangesloten op een netwerk en
op het internet. Indien u dit nog niet deed tijdens de installatie, moet u deze stappen
volgen.
Verbinden met internet
1. Druk op de knop ePrint.
2. Druk op de knop met de pijl omlaag om Webservices activeren te markeren en druk
vervolgens op OK.
3. Druk op OK om akkoord te gaan met de gebruiksvoorwaarden.
4. Volg de aanwijzingen op de display.
Verwante onderwerpen
"
De HP Photosmart aan een netwerk toevoegen" op pagina 7
Een webpagina afdrukken met HP-toepassingen
Afdrukken met HP-toepassingen
1. Zorg ervoor dat er papier in de hoofdinvoerlade is geplaatst.
2. Druk op de knop Apps.
3. Markeer de toepassing die u wilt afdrukken en druk dan op OK.
4. Volg de aanwijzingen op de display.
Meer informatie over HP-toepassingen
Ontdek meer over HP-toepassingen om eenvoudig en gemakkelijk webinhoud af te
drukken.
Klik hier voor meer informatie online.
Afdrukken vanaf internet zonder een computer 73
Afdrukken
Hoofdstuk 6
74 Afdrukken
Afdrukken
7 Scannen
•"Scannen naar een computer" op pagina 75
•"
Scannen naar een geheugenkaart of USB-opslagapparaat" op pagina 76
Tip U kunt ook een foto scannen en opnieuw afdrukken. Zie "Een creatief project
afdrukken" op pagina 60 voor meer informatie.
Scannen naar een computer
1. Voer een van de volgende handelingen uit:
Scan van enkele pagina
a. Plaats het origineel.
Til de klep van het apparaat omhoog.
Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar beneden tegen de rechter
voorhoek van de glasplaat.
Scannen 75
Scannen
Sluit de klep.
b. Start scannen.
Druk op Start scannen.
Markeer Scannen naar computer en druk op OK.
Markeer HP Photosmart en druk op OK.
Meerdere pagina’s scannen
a. Plaats het origineel.
Verwijder eventuele nietjes of paperclips uit het originele document.
Schuif het origineel met de afdrukzijde omhoog in de documenteninvoerlade
tot het apparaat de pagina's detecteert.
Schuif de papierbreedtegeleider naar binnen tot deze tegen de rand van het
papier aankomt.
b. Start scannen.
Druk op Start scannen.
Markeer Scannen naar computer en druk op OK.
Markeer de gewenste optie en druk op OK.
2. Bekijk de animatie voor dit onderwerp.
Verwante onderwerpen
"
De huidige afdruktaak stoppen" op pagina 249
Scannen naar een geheugenkaart of USB-opslagapparaat
Opmerking U kunt de gescande afbeelding als een JPEG-afbeelding verzenden
naar de geheugenkaart of opslagapparaat die op dit moment is ingevoerd. Op die
manier kunt u de fotoafdrukopties gebruiken om afdrukken zonder rand en
albumpagina's van de gescande afbeelding te maken.
Hoofdstuk 7
76 Scannen
Scannen
1. Voer een van de volgende handelingen uit:
Scan van enkele pagina
a. Plaats het origineel.
Til de klep van het apparaat omhoog.
Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar beneden tegen de rechter
voorhoek van de glasplaat.
Sluit de klep.
b. Plaats geheugen.
Scannen naar een geheugenkaart of USB-opslagapparaat 77
Scannen
1 Memory Stick, Memory Stick Pro, Memory Stick Select, Memory Stick Magic Gate,
Memory Stick Duo or Pro Duo (adapter optioneel), Memory Stick Pro-HG Duo
(adapter optioneel), or Memory Stick Micro (adapter vereist)
2 MultiMediaCard (MMC), MMC Plus, Secure MultiMedia Card, MMC Mobile (RS-MMC;
adapter vereist), Secure Digital (SD), Secure Digital Mini (adapter vereist), Secure
Digital High Capacity (SDHC), TransFlash MicroSD Card (adapter vereist), of xD-
Picture card
3 CompactFlash (CF) types I en II
4 USB-poort aan de voorzijde: Voor digitale camera's en verwijderbare schijven
c. Start scannen.
Druk op Start scannen.
Markeer Scannen naar geheugenkaart of Scannen naar USB Flash
Drive en druk op OK.
Markeer de gewenste optie en druk op OK.
Meerdere pagina’s scannen
a. Plaats het origineel.
Verwijder eventuele nietjes of paperclips uit het originele document.
Schuif het origineel met de afdrukzijde omhoog in de documenteninvoerlade
tot het apparaat de pagina's detecteert.
Hoofdstuk 7
78 Scannen
Scannen
Schuif de papierbreedtegeleider naar binnen tot deze tegen de rand van het
papier aankomt.
b. Plaats geheugen.
1 Memory Stick, Memory Stick Pro, Memory Stick Select, Memory Stick Magic Gate,
Memory Stick Duo or Pro Duo (adapter optioneel), Memory Stick Pro-HG Duo
(adapter optioneel), or Memory Stick Micro (adapter vereist)
2 MultiMediaCard (MMC), MMC Plus, Secure MultiMedia Card, MMC Mobile (RS-MMC;
adapter vereist), Secure Digital (SD), Secure Digital Mini (adapter vereist), Secure
Digital High Capacity (SDHC), TransFlash MicroSD Card (adapter vereist), of xD-
Picture card
3 CompactFlash (CF) types I en II
4 USB-poort aan de voorzijde: Voor digitale camera's en verwijderbare schijven
Scannen naar een geheugenkaart of USB-opslagapparaat 79
Scannen
c. Start scannen.
Druk op Start scannen.
Markeer Scannen naar geheugenkaart of Scannen naar USB Flash
Drive en druk op OK.
Markeer de gewenste optie en druk op OK.
2. Bekijk de animatie voor dit onderwerp.
Verwante onderwerpen
"
De huidige afdruktaak stoppen" op pagina 249
Hoofdstuk 7
80 Scannen
Scannen
8Kopiëren
"Tekst of gemengde documenten kopiëren" op pagina 81
Tip U kunt ook een foto kopiëren en opnieuw afdrukken. Zie "Een creatief project
afdrukken" op pagina 60 voor meer informatie.
Tekst of gemengde documenten kopiëren
1. Voer een van de volgende handelingen uit:
Enkelzijdig origineel naar enkelzijdige kopie
a. Plaats papier.
Plaats groot papier in de hoofdinvoerlade.
b. Plaats het origineel.
Til de klep van het apparaat omhoog.
Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar beneden tegen de rechter
voorhoek van de glasplaat.
Kopiëren 81
Kopiëren
Sluit de klep.
c. Stel het aantal exemplaren in.
Markeer Kopiëren en druk op OK.
Druk op de pijltjestoets of gebruik het toetsenblok om het aantal exemplaren
te verhogen.
d. Start het kopiëren.
Druk op Kopiëren.
Enkelzijdig origineel naar tweezijdige kopie
a. Plaats papier.
Plaats groot papier in de hoofdinvoerlade.
b. Plaats het origineel.
Schuif het origineel met de afdrukzijde omhoog in de documenteninvoerlade
tot het apparaat de pagina's detecteert.
Hoofdstuk 8
82 Kopiëren
Kopiëren
Opmerking U kunt het origineel ook met de afdrukzijde naar beneden
plaatsen tegen de rechterbenedenhoek van de glasplaat.
Schuif de papierbreedtegeleider naar binnen tot deze tegen de rand van het
papier aankomt.
c. Specificeer de dubbelzijdige optie.
Druk op 2-zijdig op het bedieningspaneel.
Markeer Kopiëren en druk op OK.
Markeer Eenzijdig origineel, dubbelzijdige kopie en druk op OK.
d. Stel het aantal exemplaren in.
Druk op de pijltjestoets of gebruik het toetsenblok om het aantal exemplaren
te verhogen.
e. Start het kopiëren.
Druk op Kopiëren.
Tweezijdig origineel naar tweezijdige kopie
a. Plaats papier.
Plaats groot papier in de hoofdinvoerlade.
b. Plaats het origineel.
Schuif het origineel met de afdrukzijde omhoog in de documenteninvoerlade
tot het apparaat de pagina's detecteert.
Schuif de papierbreedtegeleider naar binnen tot deze tegen de rand van het
papier aankomt.
Tekst of gemengde documenten kopiëren 83
Kopiëren
c. Specificeer de dubbelzijdige optie.
Druk op 2-zijdig op het bedieningspaneel.
Markeer Kopiëren en druk op OK.
Markeer Dubbelzijdig origineel, dubbelzijdige kopie en druk op OK.
d. Stel het aantal exemplaren in.
Druk op de pijltjestoets of gebruik het toetsenblok om het aantal exemplaren
te verhogen.
e. Start het kopiëren.
Druk op Kopiëren.
Tweezijdig origineel naar enkelzijdige kopie
a. Plaats papier.
Plaats groot papier in de hoofdinvoerlade.
b. Plaats het origineel.
Schuif het origineel met de afdrukzijde omhoog in de documenteninvoerlade
tot het apparaat de pagina's detecteert.
Schuif de papierbreedtegeleider naar binnen tot deze tegen de rand van het
papier aankomt.
c. Specificeer de dubbelzijdige optie.
Druk op 2-zijdig op het bedieningspaneel.
Markeer Kopiëren en druk op OK.
Markeer Dubbelzijdig origineel, eenzijdige kopie en druk op OK.
Hoofdstuk 8
84 Kopiëren
Kopiëren
d. Stel het aantal exemplaren in.
Druk op de pijltjestoets of gebruik het toetsenblok om het aantal exemplaren
te verhogen.
e. Start het kopiëren.
Druk op Kopiëren.
2. Bekijk de animatie voor dit onderwerp.
Verwante onderwerpen
•"
De kopieerinstellingen wijzigen" op pagina 85
•"
Een voorbeeld van een kopie bekijken voor het afdrukken" op pagina 87
•"
De huidige afdruktaak stoppen" op pagina 249
De kopieerinstellingen wijzigen
Het aantal kopieën instellen vanaf het bedieningspaneel
1. Druk op OK als Kopiëren op het beginscherm is gemarkeerd.
2. Druk op de pijl omhoog of gebruik het toetsenblok om het aantal afdrukken te doen
toenemen tot het maximum.
(Het maximumaantal kopieën verschilt per model.)
3. Druk op Kopiëren.
Het papierformaat instellen via het bedieningspaneel
1. Druk op OK als Kopiëren op het beginscherm is gemarkeerd.
2. Druk op de knop Menu om Kopieerinstellingen te selecteren.
3. Druk op de knop met de pijl omlaag om Papierformaat te markeren en druk
vervolgens op OK.
4. Druk op de knop met de pijl omlaag om het juiste papierformaat in de invoerlade te
markeren, en druk vervolgens op OK.
De papiersoort voor kopieën instellen
1. Druk op OK als Kopiëren op het beginscherm is gemarkeerd.
2. Druk op de knop Menu om Kopieerinstellingen te selecteren.
De kopieerinstellingen wijzigen 85
Kopiëren
3. Druk op de knop met de pijl omlaag om Papiersoort te markeren en druk vervolgens
op OK.
4. Druk op de knop met de pijl omlaag tot de juiste papiersoort verschijnt en druk op
vervolgens op OK.
Raadpleeg de volgende tabel om vast te stellen welke instelling van de papiersoort
u moet kiezen, gebaseerd op het papier dat in de invoerlade is geplaatst.
Papiersoort Instelling bedieningspaneel
Kopieer- of briefhoofdpapier Gewoon papier
HP Helderwit Papier Gewoon papier
HP Premium Plus Fotopapier, Glanzend Premium Foto
HP Premium Plus Fotopapier, Mat Premium Foto
HP Premium Plus Fotopapier van 10 x 15 cm Premium Foto
HP Fotopapier Fotopapier
HP Everyday Fotopapier Gewone Foto
HP Everyday Fotopapier, Matglanzend Gewoon Mat
HP Premium Papier Premium Inkjet
Ander inkjetpapier Premium Inkjet
HP Professional Brochure- & flyerpapier
(Glanzend)
Brochure Glanzend
HP Professional Brochure- & flyerpapier
(Mat)
Brochure Mat
HP Premium of Premium Plus
Inkjettransparant
Transparant
Ander transparantpapier Transparant
Gewoon Hagaki Gewoon papier
Hagaki, Glanzend Premium Foto
L (alleen Japan) Premium Foto
Geavanceerd Fotopapier Geavanceerde Foto
De instelling van de kopieerkwaliteit wijzigen vanaf het bedieningspaneel
1. Druk op OK als Kopiëren op het beginscherm is gemarkeerd.
2. Druk op de knop Menu om Kopieerinstellingen te selecteren.
Hoofdstuk 8
86 Kopiëren
Kopiëren
3. Druk op de knop met de pijl omlaag om Kwaliteit te markeren en druk vervolgens op
OK.
4. Druk op de pijltjestoets omhoog of omlaag om een kopieerkwaliteit te selecteren, en
druk vervolgens op OK.
Het contrast van de kopie wijzigen op het bedieningspaneel
1. Druk op OK als Kopiëren op het beginscherm is gemarkeerd.
2. Druk op de knop Menu om Kopieerinstellingen te selecteren.
3. Druk op de knop met de pijl omlaag om Lichter/Donkerder te markeren en druk
vervolgens op OK.
4. Kies een van de volgende opties:
Druk op de rechter pijltjestoets om de kopie donkerder te maken.
Druk op de linker pijltjestoets om de kopie lichter te maken.
5. Druk op OK.
Een voorbeeld van een kopie bekijken voor het afdrukken
Nadat u kopieerinstellingen op de HP Photosmart hebt gewijzigd, kunt u een voorbeeld
van het verwachte resultaat op het scherm bekijken voordat u begint met kopiëren.
Opmerking Verander papierformaat en -type naar het papier dat u daadwerkelijk in
de invoerlade hebt geplaatst, zodat het voorbeeld juist is. Als u de Automatische
instellingen gebruikt, geeft het voorbeeld op het scherm mogelijk de uitvoer niet juist
weer. Het voorbeeld geeft dan weer hoe de uitvoer zou zijn als papier van standaard
soort en formaat in de invoerlade was geplaatst.
U kunt een voorbeeld weergeven als u Voorbeeld op het Menu Kopiëren selecteert of
als u de bijsnijfunctie gebruikt om een specifiek deel van het origineel aan te geven dat
moet worden gekopieerd.
Een voorbeeld van de kopie weergeven vanaf het bedieningspaneel
1. Druk op OK als Kopiëren op het beginscherm is gemarkeerd.
2. Druk op de knop Menu om Kopieerinstellingen te selecteren.
3. U kunt de kopieerinstellingen van het apparaat wijzigen om precies de kopie te maken
die u wilt.
4. Druk op pijltjestoets omlaag om Voorbeeld te markeren en druk vervolgens op OK.
Op het scherm wordt een voorbeeld weergegeven van hoe de kopie zal worden
afgedrukt.
5. Druk op Kopiëren om het voorbeeld te accepteren en te beginnen met kopiëren.
Een voorbeeld van een kopie bekijken voor het afdrukken 87
Kopiëren
Verwante onderwerpen
"
De kopieerinstellingen wijzigen" op pagina 85
Hoofdstuk 8
88 Kopiëren
Kopiëren
9Fax
Een faxbericht verzenden
Een faxbericht ontvangen
Een faxbericht verzenden
1. Voer een van de volgende handelingen uit:
Foto faxen
a. Plaats het origineel.
Til de klep van het apparaat omhoog.
Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar beneden tegen de rechter
voorhoek van de glasplaat.
Fax 89
Fax
Sluit de klep.
b.Druk op Start faxen en wacht op de kiestoon.
c. Voer nummer in.
Een1-zijdig document faxen
a. Plaats het origineel.
Verwijder eventuele nietjes of paperclips uit het originele document.
Schuif het origineel met de afdrukzijde omhoog in de documenteninvoerlade
tot het apparaat de pagina's detecteert.
Schuif de papierbreedtegeleider naar binnen tot deze tegen de rand van het
papier aankomt.
b.Druk op Start faxen en wacht op de kiestoon.
c. Voer nummer in.
Een dubbelzijdig document faxen
a. Plaats het origineel.
Verwijder eventuele nietjes of paperclips uit het originele document.
Schuif het origineel met de afdrukzijde omhoog in de documenteninvoerlade
tot het apparaat de pagina's detecteert.
Hoofdstuk 9
90 Fax
Fax
Schuif de papierbreedtegeleider naar binnen tot deze tegen de rand van het
papier aankomt.
b. Specificeer de dubbelzijdige optie.
Druk op 2-zijdig op het bedieningspaneel.
Markeer Fax verzenden en druk op OK.
Markeer Dubbelzijdig origineel en druk op OK.
c. Druk op Start faxen en wacht op de kiestoon.
d. Voer nummer in.
2. Bekijk de animatie voor dit onderwerp.
Andere methodes om te faxen
•"
Een fax vanaf uw telefoon starten" op pagina 91
•"
Een fax verzenden naar meerdere ontvangers" op pagina 92
•"
Een later verzendtijdstip voor een fax instellen" op pagina 93
•"
Snelkiesnummers instellen en gebruiken" op pagina 94
Een fax vanaf uw telefoon starten
Als u een fax handmatig verzendt, kunt u de ontvanger bellen voordat u de fax verzendt.
Dit komt van pas als u de ontvanger wilt melden dat u hem of haar een fax wilt toesturen
voordat u deze daadwerkelijk gaat verzenden. Als u een fax handmatig verzendt, kunt u
de kiestonen, telefonische aanwijzingen en andere geluiden horen via de handset van
de telefoon. Op deze manier kunt u eenvoudig een telefoonkaart gebruiken voor het
verzenden van een fax.
Afhankelijk van de instellingen van het faxapparaat van de ontvanger, beantwoordt de
ontvanger de telefoon of ontvangt het faxapparaat de fax. Als een persoon de telefoon
beantwoordt, kunt u met de ontvanger spreken alvorens de fax te verzenden. Als de
oproep wordt aangenomen door een faxapparaat, kunt u de fax naar het apparaat
verzenden wanneer u de faxtonen van het ontvangende apparaat hoort.
Een fax handmatig verzenden via een aangesloten telefoon
1. Plaats de originelen met de bedrukte zijde omhoog in de documentinvoerlade.
Een fax vanaf uw telefoon starten 91
Fax
Opmerking De functie wordt niet ondersteund als u originelen op de glasplaat
legt. U moet de originelen in de automatische documentinvoer plaatsen.
2. Kies het nummer met behulp van het toetsenblok op de telefoon die op de HP
Photosmart is aangesloten.
Opmerking Gebruik niet het toetsenblok op het bedieningspaneel van de HP
Photosmart. U moet het toetsenblok op de telefoon gebruiken om het nummer
van de ontvanger te kiezen.
3. Als de ontvanger de telefoon opneemt, kunt u een gesprek voeren voordat u de fax
verzendt.
Opmerking Als de oproep wordt aangenomen door een faxapparaat, hoort u de
faxtonen van het ontvangende apparaat. Ga door met de volgende stap om de
fax te verzenden.
4. Druk op Start faxen zodra u klaar bent om de fax te verzenden.
Als u een gesprek voerde met de ontvanger voor het verzenden van de fax, zegt u
tegen de ontvanger dat Start moet worden ingedrukt op het ontvangende faxapparaat
wanneer de faxtonen hoorbaar worden.
Er is geen geluid hoorbaar over de telefoonlijn terwijl de fax wordt verzonden. Op dat
moment kunt u de telefoonverbinding verbreken. Als u verder wilt gaan met uw
gesprek, blijft u aan de lijn totdat de fax is verzonden.
Een fax verzenden naar meerdere ontvangers
U kunt een fax verzenden naar meerdere ontvangers zonder dat u eerst een groep
snelkiesnummers moet instellen.
Opmerking De lijst met ontvangers die u voor deze fax opgeeft, wordt niet
opgeslagen en werkt enkel voor het verzenden van zwart-witfaxen. Als u van plan
bent andere faxen te verzenden naar dezelfde ontvangerslijst, kunt u best een lijst
met een groep snelkiesnummers aanmaken.
Een fax naar meerdere ontvangers verzenden vanaf het bedieningspaneel
1. Druk op OK als Faxen op het beginscherm is gemarkeerd.
2. Druk op de knop Menu om Menu Faxen te selecteren.
3. Druk op pijltjestoets omlaag om Fax uitzenden te markeren en druk vervolgens op
OK.
4. Druk op OK en geef vervolgens het faxnummer op met het toetsenblok, of druk op
de pijltjestoets omlaag om naar de snelkiesnumers te gaan.
Opmerking U kunt maximaal 20 afzonderlijke faxnummers toevoegen.
5. Druk op Start faxen.
Hoofdstuk 9
92 Fax
Fax
6. Als dit wordt gevraagd, plaatst u uw originelen met de bedrukte zijde omhoog en naar
voren in het midden van de documentinvoerlade.
7. Druk nogmaals op Start faxen.
Een later verzendtijdstip voor een fax instellen
U kunt een zwart-witfax binnen de volgende 24 uren laten verzenden. Hierdoor kunt u
een zwart-witfax bijvoorbeeld later op de avond verzenden, wanneer het minder druk is
op de telefoonlijnen of wanneer lagere telefoontarieven gelden. De HP Photosmart
verzendt de fax automatisch op het opgegeven tijdstip.
U kunt slechts de verzending van één fax plannen. U kunt echter wel faxen op de gewone
wijze blijven verzenden wanneer de verzending van een fax is gepland.
Opmerking U kunt geen kleurenfax plannen vanwege de beperkte
geheugenruimte.
De verzending van een fax plannen vanaf het bedieningspaneel
1. Plaats de originelen met de bedrukte zijde omhoog in de documentinvoerlade.
2. Druk op OK als Faxen op het beginscherm is gemarkeerd.
3. Druk op de knop Menu om Menu Faxen te selecteren.
4. Druk op de pijltjestoets omlaag tot Fax later verzenden en druk vervolgens op OK.
5. Typ de verzendtijd met het numerieke toetsenblok en druk op OK. Druk wanneer u
dit wordt gevraagd op 1 voor AM of op 2 voor PM.
6. Voer het faxnummer in met behulp van het toetsenblok.
7. Druk op Start faxen.
De HP Photosmart scant alle pagina's en de geplande tijd wordt op het display
weergegeven. De fax wordt op het geplande tijdstip door de HP Photosmart
verzonden.
Een geplande fax annuleren
1. Druk op OK als Faxen op het beginscherm is gemarkeerd.
2. Druk op de knop Menu om Menu Faxen te selecteren.
Een later verzendtijdstip voor een fax instellen 93
Fax
3. Druk op de pijltjestoets omlaag om Fax later verzenden te markeren en druk
vervolgens op OK.
4. Druk op de pijltjestoets omlaag om Geplande fax annuleren te markeren en druk
vervolgens op OK.
Opmerking U kunt de geplande fax ook annuleren door op Annuleren op het
bedieningspaneel te drukken zodra de boodschap Fax later verzenden op het
display wordt weergegeven.
Snelkiesnummers instellen en gebruiken
Met snelkiesnummers kunt u snel een zwartwit- of kleurenfax verzenden met de HP
Photosmart. In dit deel vindt u instructies voor het verzenden van de fax in zwart-wit.
Snelkiesnummers instellen vanaf het bedieningspaneel
1. Druk op Instellingen.
2. Druk op de pijltjestoets omlaag om Snelkiesinstellingen te markeren en druk
vervolgens op OK.
3. Druk op de pijltjestoets omlaag om Individueel snelkiezen te markeren en druk
vervolgens op OK.
4. Druk op de pijltjestoets omlaag om het weergegeven snelkiesnummer te selecteren.
U kunt ook op de pijltjestoets omlaag drukken om een ander niet-toegewezen item
te selecteren. Druk vervolgens op OK.
5. Voer met behulp van het numerieke toetsenblok het faxnummer van het
snelkiesnummer in en druk vervolgens op OK.
Tip Druk op de pijltjestoets omlaag als u een pauze wilt invoegen in het
faxnummer dat u opgeeft. Er verschijnt een streepje (-) op het scherm.
Het visuele toetsenbord verschijnt op het scherm.
6. Gebruik het visuele toetsenbord om de naam in te voeren. Als u klaar bent, druk dan
op Gereed op het visuele toetsenbord, druk vervolgens op OK.
7. Druk op OK om een ander nummer in te stellen.
Een fax verzenden via het bedieningspaneel met behulp van snelkiesnummers
1. Plaats de originelen met de bedrukte zijde omhoog in de documentinvoerlade. Als u
een fax van één pagina verzendt, zoals een foto, kunt u deze ook met de bedrukte
zijde omlaag op de glasplaat leggen.
Opmerking Als u een fax van meerdere pagina's verzendt, moet u de originelen
in de automatische documentinvoer plaatsen. U kunt geen document met
meerdere pagina's vanaf de glasplaat faxen.
2. Druk op OK als Faxen op het beginscherm is gemarkeerd.
3. Druk op de pijltjestoets omlaag om naar de snelkiesnummers te gaan.
Hoofdstuk 9
94 Fax
Fax
4. Druk op de pijltjestoets omlaag tot het geschikte snelkiesnummer wordt gemarkeerd,
of geef de snelkiescode in via het toetsenblok op het bedieningspaneel.
Druk op OK.
5. Druk op Start faxen.
Als het apparaat een origineel detecteert in de automatische
documentinvoer, verzendt de HP Photosmart het document naar het opgegeven
nummer.
Als het apparaat geen origineel detecteert in de automatische
documentinvoer, wordt de vraag Invoer leeg weergegeven. Zorg dat het
origineel met de bedrukte kant omlaag op de glasplaat ligt en druk vervolgens op
de pijltjestoets omlaag om Origineel faxen vanaf scannerglasplaat te
markeren, en druk op OK.
Tip Als u van de ontvanger te horen krijgt dat de kwaliteit van de door u
verzonden fax niet goed is, kunt u de resolutie of het contrast van de fax wijzigen.
Een faxbericht ontvangen
Wanneer u aan de telefoon bent, kan uw gesprekspartner u een fax sturen terwijl u met
elkaar spreekt. Dit wordt ook wel handmatig faxen genoemd. Volg de instructies in dit
gedeelte om een fax handmatig te ontvangen.
U kunt faxen handmatig vanaf een telefoon ontvangen als deze:
Rechtstreeks op de HP Photosmart is aangesloten (op de 2-EXT-poort)
Is aangesloten op dezelfde telefoonlijn, maar niet rechtstreeks op de HP Photosmart
Een fax handmatig ontvangen
1. Zorg dat de printer is ingeschakeld en dat er papier in de invoerlade zit.
2. Verwijder eventuele originelen uit de documentinvoerlade.
3. Stel de instelling Keren rinkln voor antwrd in op een hoog getal zodat u eerst de
binnenkomende oproepen kunt beantwoorden voordat het apparaat de belsignalen
gaat beantwoorden. U kunt ook de instelling Automatisch antwoorden uitschakelen
zodat het apparaat niet automatisch binnenkomende oproepen beantwoordt.
4. Als u momenteel een gesprek voert met de verzender, zegt u tegen de verzender dat
Start moet worden ingedrukt op het zendende faxapparaat.
5. Wanneer u de faxtonen van een verzendend faxapparaat hoort, gaat u als volgt te
werk:
a. Druk op Start faxen op het bedieningspaneel.
b. Druk op de pijltjestoets omlaag als u de opdracht krijgt om Fax handmatig
ontvangen te markeren, en druk vervolgens op OK.
6. Zodra het toestel de fax begint te ontvangen, kunt u de telefoon ophangen of aan de
lijn blijven. De telefoonlijn is tijdens de faxtransmissie stil.
Verwante onderwerpen
"
De huidige afdruktaak stoppen" op pagina 249
Een faxbericht ontvangen 95
Fax
Hoofdstuk 9
96 Fax
Fax
10 Foto's opslaan
Foto's op de computer opslaan
Foto's vanaf een geheugenkaart op een ander opslagapparaat als back-up opslaan
Foto's op de computer opslaan
Foto's opslaan
1. Plaats geheugen.
1 Memory Stick, Memory Stick Pro, Memory Stick Select, Memory Stick Magic Gate,
Memory Stick Duo or Pro Duo (adapter optioneel), Memory Stick Pro-HG Duo (adapter
optioneel), or Memory Stick Micro (adapter vereist)
2 MultiMediaCard (MMC), MMC Plus, Secure MultiMedia Card, MMC Mobile (RS-MMC;
adapter vereist), Secure Digital (SD), Secure Digital Mini (adapter vereist), Secure Digital
High Capacity (SDHC), TransFlash MicroSD Card (adapter vereist), of xD-Picture card
3 CompactFlash (CF) types I en II
4 USB-poort aan de voorzijde: Voor digitale camera's en verwijderbare schijven
Foto's opslaan 97
Foto's opslaan
2. Foto's opslaan.
Markeer Opslaan en druk op OK.
Opmerking Als het apparaat op het netwerk is aangesloten, verschijnt er
een lijst met beschikbare computers. Selecteer de computer waarnaar u de
foto's wilt overbrengen, en ga dan naar de volgende stap.
3. Volg de opdrachten.
Volg de opdrachten op het computerscherm om foto's op de computer op te slaan.
4. Bekijk de animatie voor dit onderwerp.
Verwante onderwerpen
"
De huidige afdruktaak stoppen" op pagina 249
Foto's vanaf een geheugenkaart op een ander
opslagapparaat als back-up opslaan
Een back-up maken van foto's
1. Plaats geheugen.
a. Plaats een geheugenkaart in de juiste sleuf van het apparaat.
Hoofdstuk 10
98 Foto's opslaan
Foto's opslaan
1 Memory Stick, Memory Stick Pro, Memory Stick Select, Memory Stick Magic Gate,
Memory Stick Duo or Pro Duo (adapter optioneel), Memory Stick Pro-HG Duo
(adapter optioneel), or Memory Stick Micro (adapter vereist)
2 MultiMediaCard (MMC), MMC Plus, Secure MultiMedia Card, MMC Mobile (RS-MMC;
adapter vereist), Secure Digital (SD), Secure Digital Mini (adapter vereist), Secure
Digital High Capacity (SDHC), TransFlash MicroSD Card (adapter vereist), of xD-
Picture card
3 CompactFlash (CF) types I en II
4 USB-poort aan de voorzijde: Voor digitale camera's en verwijderbare schijven
b. Als het fotolampje stopt met knipperen, sluit u een opslagapparaat aan op de
voorste USB-poort.
2. Foto's opslaan.
Markeer Ja, een back-up maken van geheugenkaart op opslagapparaat. en
druk op OK.
3. Verwijder het geheugen.
4. Bekijk de animatie voor dit onderwerp.
Verwante onderwerpen
"
De huidige afdruktaak stoppen" op pagina 249
Foto's vanaf een geheugenkaart op een ander opslagapparaat als back-up opslaan 99
Foto's opslaan
Hoofdstuk 10
100 Foto's opslaan
Foto's opslaan
11 Met cartridges werken
Geschatte inktniveaus controleren
Inktproducten bestellen
Vervang de cartridges
Informatie over de cartridgegarantie
Druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is
Geschatte inktniveaus controleren
U kunt gemakkelijk de inktniveaus controleren als u wilt nagaan hoe lang de printcartridge
nog kan meegaan. De inktniveaus geven ongeveer aan hoeveel inkt de printcartridge
nog bevatten.
Opmerking Als u een opnieuw gevulde of herstelde printcartridge gebruikt, of een
cartridge die in een ander apparaat werd gebruikt, is de inktniveau-indicator mogelijk
onnauwkeurig of onbeschikbaar.
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwingsbericht
voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te
houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de cartridges pas te
vervangen als de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
Opmerking Inkt uit de cartridge wordt tijdens het afdrukproces op een aantal
verschillende manieren gebruikt, waaronder tijdens het initialisatieproces, dat het
apparaat en de cartridges voorbereidt op afdrukken, en tijdens onderhoud voor de
printkop, dat ervoor zorgt dat de printbuisjes schoon blijven en de inkt vlot wordt
aangebracht. Daarnaast blijft er wat inkt in de cartridge achter nadat deze is gebruikt.
Zie
www.hp.com/go/inkusage voor meer informatie.
Inktniveaus controleren vanaf het bedieningspaneel
1. Druk op Instellingen.
2. Druk op pijltjestoets omlaag om Extra te markeren en druk vervolgens op OK.
3. Druk op pijltjestoets omlaag om Geschatte inktniveaus weergeven te markeren en
druk vervolgens op OK.
Het apparaat geeft een inhoud weer die het geschatte inktniveau van alle
geïnstalleerde cartridges toont.
Met cartridges werken 101
Met cartridges werken
4. Druk op een knop om terug te gaan naar het menu Extra.
Inktniveaus controleren vanuit de HP Photosmart-software
Klik op het pictogram Geschat inktniveau in HP Solution Center.
Opmerking U kunt Printer Werkset ook openen vanuit het dialoogvenster
Afdrukeigenschappen. Klik in het dialoogvenster Afdrukeigenschappen op het
tabblad Functies en klik vervolgens op de knop Printeronderhoud.
Verwante onderwerpen
"
Inktproducten bestellen" op pagina 102
Inktproducten bestellen
Om te weten te komen welke HP-benodigdheden compatibel zijn met uw product, bestelt
u deze online of drukt u een bestellijstje af en gaat u naar HP Solution Center om dit onlin
te bestellen.
Cartridgegegevens en links naar online shopping worden ook weergegeven op
waarschuwingsberichten met betrekking tot inkt. Daarnaast vindt u cartridge-informatie
en online bestellingsmogelijkheden op
www.hp.com/buy/supplies
Opmerking Online cartridges bestellen is niet in alle landen/regio's mogelijk. Als dit
in uw land/regio niet mogelijk is, vraagt u een HP-leverancier bij u in de buurt om
informatie over het aanschaffen van cartridges.
Vervang de cartridges
De cartridges vervangen
1. Controleer dat de stroom is ingeschakeld.
2. Verwijder de cartridge.
a. Open de toegangsklep voor de cartridges door de blauwe toegangshendel aan
voorkant van het apparaat omhoog te tillen, totdat de klep in de geopende stand
is vergrendeld.
Hoofdstuk 11
102 Met cartridges werken
Met cartridges werken
Wacht tot de printwagen naar het midden van het apparaat beweegt.
b. Druk op het klepje op de cartridge en verwijder deze uit de sleuf.
3. Plaats een nieuwe cartridge.
a. Haal de cartridge uit de verpakking.
b. Draai het oranje kapje om het los te breken. U moet krachtig draaien om het kapje
te verwijderen.
Vervang de cartridges 103
Met cartridges werken
c. Pas de kleurpictogrammen bij elkaar en schuif de cartridge in de sleuf tot deze
op zijn plaats klikt.
d. Sluit de cartridgeklep.
4. Bekijk de animatie voor dit onderwerp.
Verwante onderwerpen
"
Inktproducten bestellen" op pagina 102
Informatie over de cartridgegarantie
De garantie op HP-cartridges is van toepassing wanneer het product wordt gebruikt in
combinatie met de daarvoor bedoelde printer van HP. Deze garantie is niet van
Hoofdstuk 11
104 Met cartridges werken
Met cartridges werken
toepassing op inktproducten van HP die zijn bijgevuld, gerecycled, gerepareerd of op
onjuiste wijze zijn gebruikt of zijn beschadigd.
Gedurende de garantieperiode is het product gedekt zolang de HP-inkt niet is opgebruikt
en de uiterste garantiedatum nog niet werd bereikt. Het einde van de garantiedatum, in
JJJJ/MM-formaat , vindt als volgt op het product terug:
Raadpleeg de gedrukte documentatie die met het product is meegeleverd voor de HP-
verklaring inzake beperkte garantie.
Druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed
is
Problemen met de afdrukkwaliteit kunnen diverse oorzaken hebben. Mogelijk gebruikt u
de verkeerde software-instellingen of drukt u een bronbestand van slechte kwaliteit af, of
er is mogelijk een probleem met het printsysteem in de HP Photosmart. Als u niet
tevreden bent met de kwaliteit van uw afdrukken, kunt u een afdrukkwaliteitsrapport
afdrukken om u te helpen vaststellen of het printsysteem goed werkt.
Een afdrukkwaliteitsrapport afdrukken
1. Plaats ongebruikt, gewoon wit papier van Letter- of A4-formaat in de invoerlade.
2. Druk op Instellingen.
3. Druk op de knop met de pijl omlaag om Extra te markeren en druk vervolgens op
OK.
4. Druk op de knop met de pijl omlaag om Rapport afdrukkwaliteit te markeren en druk
vervolgens op OK.
Het product drukt een afdrukkwaliteitrapport af dat u kunt gebruiken om problemen
met betrekking tot de afdrukkwaliteit op te lossen.
Het afdrukkwaliteitsrapport evalueren
1. Controleer de inktniveaus die op de pagina worden getoond. Als een cartridge zeer
lage inktniveaus vertoont en de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar is, overweeg dan die
Druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is 105
Met cartridges werken
printcartridge te vervangen. De afdrukkwaliteit verslechtert naarmate de cartridges
leeg raken.
Opmerking Als het afdrukkwaliteitrapport niet leesbaar is, kunt u de geschatte
inktniveaus controleren vanuit het bedieningspaneel of de software van HP
Photosmart.
Opmerking Waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een
waarschuwingsbericht voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een
vervangcartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden.
U hoeft de printcartridges niet te vervangen voor de afdrukkwaliteit
onaanvaardbaar wordt.
2. Bekijk de kleurbalken in het midden van de pagina. De balken moeten scherpen
randen hebben en zich ononderbroken met gelijke kleur helemaal over de pagina
uitstrekken.
Afbeelding 11-1 Gekleurde balken - verwacht resultaat
1 Zwarte inktpatroon
2 Cyaan cartridge
3 Magenta cartridge
4 Gele cartridge
5 Fotocartridge
Als er gekleurde balken onregelmatige strepen hebben, lichter zijn aan een kant,
of een of meerdere strepen van een andere kleur hebben, raadpleegt u de
volgende stappen.
Afbeelding 11-2 Gekleurde balken - onregelmatig gestreept of vervaagde
balk (bovenste balk)
Hoofdstuk 11
106 Met cartridges werken
Met cartridges werken
Afbeelding 11-3 Gekleurde balken - gemengde kleuren (gele balk met
magenta strepen)
Het inktniveau van de printcartridges controleren.
Controleer of het oranje lipje van de cartridge die hoort bij de gestreepte balk
is verwijderd.
Plaats de cartridge terug en zorg ervoor dat alle cartridges goed zijn geplaatst.
Reinig de printkop en druk deze diagnosepagina vervolgens nogmaals af.
Als de afdrukkwaliteit niet verbetert nadat u de printkop hebt gereinigd,
vervangt u de cartridge de overeenkomt met de gestreepte balk.
Opmerking Als met het vervangen van de cartridge dit probleem met de
afdrukkwaliteit niet is opgelost, neem dan contact op met HP-
ondersteuning voor hulp.
Als een van de gekleurde balken regelmatige witte strepen vertoont, volgt u de
volgende stappen op.
Controleer de PHA TTOE regel onder de kleurbalken. Indien de regel 0
aangeeft, moet u de printer uitlijnen.
Indien de PHA TTOE regel op de diagnostiekpagina een andere waarde
aangeeft, of wanneer uitlijnen niet helpt, moet u de printkop uitlijnen.
Opmerking Als met het reinigen van de printkop dit probleem met de
afdrukkwaliteit niet is opgelost, neem dan contact op met HP-
ondersteuning voor hulp.
3. Kijk naar de grote tekst boven het uitlijnpatroon. Het type moet scherp en duidelijk
zijn.
Afbeelding 11-4 Voorbeeld tekstgebied - verwacht resultaat
Als het type onregelmatig is, lijn de printer dan uit, en druk vervolgens deze
diagnosepagina nogmaals af.
Afbeelding 11-5 Voorbeeld tekstgebied - onregelmatige tekst
Druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is 107
Met cartridges werken
Als de tekst ongelijk en aan een kant gerafeld is, reinig dan de printkop en druk
vervolgens deze diagnosepagina nogmaals af. Als dit net nadat een nieuwe
zwarte cartridge is geïnstalleerd gebeurt, lossen de automatische
onderhoudsroutines van het apparaat het probleem na een paar dagen mogelijk
op.
Afbeelding 11-6 Voorbeeld tekstgebied - ongelijke inktverdeling
Als de tekst vlekkerig is, controleer dan of het papier omgekruld is, reinig de
printkop en druk vervolgens deze diagnosepagina nogmaals af.
Afbeelding 11-7 Voorbeeld tekstgebied - streperig of vlekkerig
4. Kijk naar de grote tekst boven de gekleurde vakken. De lijnen moeten recht en scherp
zijn.
Afbeelding 11-8 Uitlijnpatroon - verwachte resultaat
Als de lijnen gekarteld zijn, lijn de printer dan uit, en druk vervolgens deze
diagnosepagina nogmaals af.
Afbeelding 11-9 Uitlijnpatroon - gekartelde lijnen
Opmerking Als met het uitlijnen van de printer dit probleem met de
afdrukkwaliteit niet is opgelost, neem dan contact op met HP-ondersteuning voor
hulp.
Als u geen fouten ziet op het afdrukkwaliteitrapport, werkt het afdruksysteem correct. Er
is geen reden om onderdelen te vervangen of onderhoud uit te voeren, want het apparaat
werkt juist. Als u nog steeds een probleem met de afdrukkwaliteit ondervindt, zijn er een
aantal andere dingen die u kunt controleren:
Hoofdstuk 11
108 Met cartridges werken
Met cartridges werken
Controleer het papier.
Controleer de afdrukinstellingen.
Controleer of uw afbeelding voldoende resolutie heeft.
Als het probleem lijkt te liggen bij een strook bij de hoek van uw afdruk, gebruik dan
de software die u bij het apparaat hebt geïnstalleerd of een andere
softwaretoepassing om de afbeelding 180 graden te draaien. Mogelijk verschijnt het
probleem niet aan het andere uiteinde van de afdruk.
Druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is 109
Met cartridges werken
Hoofdstuk 11
110 Met cartridges werken
Met cartridges werken
12 Een probleem oplossen
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
HP-ondersteuning
Problemen met de installatie oplossen
De afdrukkwaliteit verbeteren
Problemen met afdrukken oplossen
Problemen met geheugenkaarten oplossen
Problemen met scannen oplossen
Problemen met kopiëren oplossen
Problemen met faxen oplossen
Fouten
HP-ondersteuning
Wat te doen bij problemen
Telefonische ondersteuning van HP
Extra garantieopties
Wat te doen bij problemen
Voer de volgende stappen uit als er sprake is van een probleem:
1. Raadpleeg de documentatie van het apparaat.
2. Ga naar de HP-website voor online ondersteuning op
www.hp.com/support. De on
line ondersteuning van HP is beschikbaar voor alle klanten van HP. HP ondersteuning
is de betrouwbaarste bron van actuele productinformatie en deskundige hulp, en biedt
de volgende voordelen:
Snelle toegang tot gekwalificeerde online ondersteuningstechnici
Software- en stuurprogramma-updates voor het product
Handige informatie over producten en het oplossen van veel voorkomende
problemen
Proactieve productupdates, ondersteuningswaarschuwingen en HP-
nieuwsbrieven die beschikbaar zijn wanneer u het product registreert
3. Bel HP-ondersteuning. De mogelijkheden voor ondersteuning en de beschikbaarheid
van deze mogelijkheden verschillen per product, per land/regio en of taal.
Telefonische ondersteuning van HP
De telefonische ondersteuningsopties en beschikbaarheid variëren per product, land/
regio en taal.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Periode voor telefonische ondersteuning
Telefonisch contact opnemen
Een probleem oplossen 111
Een probleem oplossen
Telefoonnummers voor ondersteuning
Na de periode van telefonische ondersteuning
Periode voor telefonische ondersteuning
Gedurende één jaar kunt u gratis een beroep doen op telefonische ondersteuning in
Noord-Amerika, Azië en Oceanië, en Latijns-Amerika (met inbegrip van Mexico). Ga naar
www.hp.com/support voor informatie over de lengte van de periode van gratis
telefonische ondersteuning in Oost-Europa, het Midden-Oosten en Afrika. De
standaardtelefoonkosten zijn van toepassing.
Telefonisch contact opnemen
Bel HP-ondersteuning terwijl u bij de computer en het apparaat zit. Zorg ervoor dat u de
volgende informatie kunt geven:
Productnaam (HP Photosmart Premium Fax C410 series)
Modelnummer (in de buurt van de toegang tot de cartridge)
[[[[[
Het serienummer van de printer (bevindt zich achteraan of onderaan op het apparaat)
Berichten die verschijnen wanneer het probleem zich voordoet
Antwoorden op de volgende vragen:
Doet dit probleem zich vaker voor?
Kunt u het probleem reproduceren?
Hebt u nieuwe hardware of software aan de computer toegevoegd kort voordat
dit probleem zich begon voor te doen?
Heeft er zich iets anders bijzonders voorgedaan voor deze toestand (een onweer,
werd het apparaat verplaatst, enz.)?
Zie "
Telefoonnummers voor ondersteuning" op pagina 112 voor de lijst met
telefoonnummers voor ondersteuning.
Telefoonnummers voor ondersteuning
De ondersteunde telefoonnummers en verbonden kosten die hier zijn opgenomen,
gelden ten tijde van de publicatie en zijn uitsluitend van toepassing op oproepen die vanaf
Hoofdstuk 12
112 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
een vastnummer zijn gepleegd. Mogelijk zijn andere tarieven van toepassing voor
mobiele telefoons.
Zie
www.hp.com/support voor de meest actuele lijst van HP met telefoonnummers voor
ondersteuning en informatie over de gesprekskosten.
HP-ondersteuning 113
Een probleem oplossen
$IULFD(QJOLVKVSHDNLQJ 
$IULTXHIUDQFRSKRQH 

ﺮﺋﺍﺰﺠﻟﺍ
$UJHQWLQD%XHQRV$LUHV 
$OJ«ULH 
$UJHQWLQD 
$XVWUDOLD 
$XVWUDOLDRXWRIZDUUDQW\ 
VWHUUHLFK 

ﻦﻳﺮﺤﺒﻟﺍ
%HOJL 
3HDN+RXUV೼SP
/RZ+RXUV೼SP
%HOJLTXH 
3HDN+RXUV೼P/RZ+RXUV
೼P
%UDVLO6DR3DXOR 
%UDVLO 
&DQDGD KS
LQYHQW
&HQWUDO$PHULFD7KH
&DULEEHDQ
ZZZKSFRPODVRSRUWH
&KLOH 
ѣള

ѣള

&RORPELD%RJRW£ 
&RORPELD 
&RVWD5LFD 
ÎHVN£UHSXEOLND 
'DQPDUN 
(FXDGRU$QGLQDWHO 

(FXDGRU3DFLILWHO 


ﺮﺼﻣ
(O6DOYDGRU 
(VSD³D 
)UDQFH 
'HXWVFKODQG

˃˨˨˙ˡ˞ 
ˈ˺˭ˮˬ˯ 
*XDWHPDOD 
俏⑥⢯࡛㺂᭵ॶ

,QGLD

,QGLD

,QGRQHVLD


ﻕﺍﺮﻌﻟﺍ

ﺖﻳﻮﻜﻟﺍ

ﻥﺎﻨﺒﻟ

ﺮﻄﻗ

ﻦﻤﻴﻟﺍ
,UHODQG

㡴㦻 

ﻥﺩﺭﻷﺍ
뼑霢 
/X[HPERXUJ)UDQ©DLV 
/X[HPEXUJ'HXWVFK 
0DOD\VLD 
0DJ\DURUV]£J 
0DGDJDVFDU 
0DXULWLXV 
0«[LFR&LXGDGGH0«[LFR 
0«[LFR 
0DURF 
1HGHUODQG 
1HZ=HDODQG 
1LJHULD 
1RUJH 

ﻥﺎﻤ ُ
3DQDP£ 
3DUDJXD\ 
3HU¼ 
3KLOLSSLQHV 
3ROVND 
3RUWXJDO 
3XHUWR5LFR 
5HS¼EOLFD'RPLQLFDQD 
5HXQLRQ 
5RP¤QLD 

̷͕͘͘͏ͦ̳͕͉͇͑͘ 
̷͕͘͘͏ͦ̸͇͔͙͑̶͙͈͚͌͌͗͗͊ 

ﺔﻴﺑﻮﻌﺴﻟﺍ
6LQJDSRUH 
6ORYHQVN£UHSXEOLND 
6RXWK$IULFD56$ 
6XRPL 
6YHULJH 
6ZLW]HUODQG 
&+)PLQ
㠰⚙

ࡷࡎ࡙ 

ﺲﻧﻮﺗ
7ULQLGDG7REDJR 
7XQLVLH 
7¾UNL\HòVWDQEXO$QNDUD
ò]PLU%XUVD

<HUHOQXPDUD
̺͇͔͇͑͗ͭ 

ﺓﺪﺤﺘﻤﻟﺍ ﺔﻴﺑﺮﻌﻟﺍ ﺕﺍﺭﺎﻣﻹﺍ
8QLWHG.LQJGRP 
8QLWHG6WDWHV 
8UXJXD\ 
9HQH]XHOD&DUDFDV 
9HQH]XHOD 
9L¬W1DP 
www.hp.com/support
GRSSHOWHU2UWVWDULI
೼SP
&DOOVFRVW&RVWFHQWSHDN
FHQWRIISHDNSHUPLQXWH
೼0LQ
+8)SHUFYH]HW«NHVWHOHIRQUD
NUPLQ
eSP
&=1PLQ
೼PLQ
೼0LQ
VWDUWHUS§.USHUPLQ
GHUHWWHU.USHUPLQ
೼0LQDXVGHPGHXWVFKHQ
)HVWQHW]EHL$QUXIHQDXV
0RELOIXQNQHW]HQN¸QQHQDQGHUH
3UHLVHJHOWHQ
.RV]WSRĄÇF]HQLD]WHO
VWDFMRQDUQHJRMDN]DLPSXOVZJ
WDU\I\RSHUDWRUD]WHO
NRPµUNRZHJRZJWDU\I\RSHUDWRUD
)UDPRELOWHOHIRQJMHOGHU
PRELOWHOHIRQWDNVWHU
2SNDOGNUSUPLQ
3UPLQPDQOºU
3UPLQºYULJHWLGVSXQNWHU
,WDOLD 

FRVWRWHOHIRQLFRORFDOH
&XVWRF¬QWLPRVQRSULPHLUR
PLQXWRHF¬QWLPRVUHVWDQWHV
PLQXWRV
-DPDLFD
㡴㦻

Hoofdstuk 12
114 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Na de periode van telefonische ondersteuning
Na afloop van de periode waarin u een beroep kunt doen op telefonische ondersteuning,
kunt u tegen vergoeding voor hulp terecht bij HP. Help is mogelijk ook beschikbaar via
de website voor online ondersteuning van HP:
www.hp.com/support. Neem contact op
met uw HP leverancier of bel het telefoonnummer voor ondersteuning in uw land/regio
voor meer informatie over de beschikbare ondersteuningsopties.
Extra garantieopties
U kunt tegen vergoeding uw garantie voor de HP Photosmart verlengen. Ga naar
www.hp.com/support, selecteer uw land/regio en taal en zoek in het deel over service en
garantie meer informatie over de uitgebreide serviceplannen.
Problemen met de installatie oplossen
Dit gedeelte bevat informatie over het oplossen van installatieproblemen voor het
apparaat.
Een groot aantal problemen wordt veroorzaakt doordat het apparaat op de computer
wordt aangesloten met een USB-kabel voordat de HP Photosmart-software op de
computer is geïnstalleerd. Als u het apparaat op uw computer hebt aangesloten voordat
dit gevraagd werd in het software-installatiescherm, dient u de volgende stappen uit te
voeren:
Algemene installatieproblemen oplossen
1. Koppel de USB-kabel los van de computer.
2. Verwijder de software (als u deze hebt geïnstalleerd).
Zie "
De software verwijderen en opnieuw installeren" op pagina 124 voor meer
informatie.
3. Start de computer opnieuw op.
4. Schakel het apparaat uit, wacht ongeveer één minuut en schakel het apparaat
opnieuw in.
5. Installeer de software voor de HP Photosmart opnieuw.
Let op Sluit de USB-kabel pas op de computer aan als er op het scherm een bericht
wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd om de USB-kabel op de computer aan
te sluiten.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
U kunt het apparaat niet inschakelen
Ik heb de USB-kabel aangesloten, maar ondervind problemen als ik het apparaat met
mijn computer gebruik
Nadat het apparaat werd geïnstalleerd, wil het niet drukken
In de menu's op het display worden de verkeerde maateenheden weergegeven
Een venster wordt geopend waarin wordt gecontroleerd of uw systeem voldoet aan
de minimale vereisten
Er wordt een rode X weergegeven in de melding over de USB-aansluiting
Er wordt een bericht weergegeven dat er een onbekende fout is opgetreden
Problemen met de installatie oplossen 115
Een probleem oplossen
Het registratiescherm wordt niet weergegeven
De software verwijderen en opnieuw installeren
U kunt het apparaat niet inschakelen
Probeer de volgende oplossingen als er geen licht, geen ruis en geen beweging van het
apparaat is als u het inschakelt.
Oplossing 1: gebruik het telefoonsnoer dat bij het apparaat werd geleverd
Oplossing 2: reset het apparaat
Oplossing 3: druk langzamer op de knop Aan
Oplossing 4: neem contact op met HP om de voeding te vervangen
Oplossing 5: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud
Oplossing 1: gebruik het telefoonsnoer dat bij het apparaat werd geleverd
Oplossing:
Controleer of het netsnoer goed op het apparaat en de netsnoeradapter is
aangesloten. Plaats het netsnoer in een wandcontactdoos, piekbeveiliging of
stekkerblok. Controleer of het lampje op de adapter brandt.
1 Aansluiting van netsnoer
2 Netsnoer en netsnoeradapter
3 Stopcontact
Controleer bij gebruik van een stekkerdoos of deze is ingeschakeld. U kunt het
apparaat ook rechtstreeks op een stopcontact aansluiten.
Test het stopcontact om te zien of er stroom op staat. Sluit een apparaat aan
waarvan u zeker weet dat dit werkt en controleer of het apparaat stroom ontvangt.
Als dat niet het geval is, kan er een probleem zijn met het stopcontact.
Als u het apparaat aansluit op een stopcontact met een schakelaar, dient u ervoor
te zorgen dat de schakelaar is ingeschakeld. Als de schakelaar is ingeschakeld
maar niet werkt, is er misschien een probleem met het stopcontact.
Oorzaak: Het apparaat werd niet met het meegeleverde netsnoer gebruikt.
Hoofdstuk 12
116 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: reset het apparaat
Oplossing: Schakel het apparaat uit en trek het netsnoer uit het stopcontact. Sluit
het netsnoer weer aan en druk op de knop Aan om het apparaat in te schakelen.
Oorzaak: Er is een fout opgetreden met het apparaat.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: druk langzamer op de knop Aan
Oplossing: Soms reageert het apparaat niet als u de knop Aan te snel indrukt.
Druk eenmaal op de knop Aan. Het kan enkele ogenblikken duren voordat het
apparaat wordt ingeschakeld. Als u in deze tijd nogmaals op de knop Aan drukt,
schakelt u het apparaat misschien weer uit.
Oorzaak: U hebt te snel op de knop Aan gedrukt.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 4: neem contact op met HP om de voeding te vervangen
Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning om een voedingseenheid
voor het toestel te vragen.
Ga naar:
www.hp.com/support.
Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact
op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning.
Oorzaak: De voedingseenheid was niet bedoeld voor gebruik met dit apparaat.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 5: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud
Oplossing: Als u alle stappen van de vorige oplossingen hebt uitgevoerd en nog
steeds een probleem ondervindt, neemt u contact op met HP-ondersteuning voor
onderhoud.
Bezoek:
www.hp.com/support.
Kies uw land/regio in de keuzelijst en klik vervolgens op Neem contact op met HP
voor technische ondersteuning.
Oorzaak: Mogelijk hebt u ondersteuning nodig om het apparaat of de software goed
te laten werken.
Problemen met de installatie oplossen 117
Een probleem oplossen
Ik heb de USB-kabel aangesloten, maar ondervind problemen als ik het apparaat
met mijn computer gebruik
Oplossing: U moet eerst de software installeren die bij de printer is geleverd en
pas daarna de USB-kabel aansluiten. Tijdens de installatie dient u de USB-kabel niet
aan te sluiten voordat u dat wordt gevraagd door de instructies op het scherm.
Als u de software eenmaal hebt geïnstalleerd, steekt u een uiteinde van de USB-
kabel in de achterkant van uw computer en het andere uiteinde in de achterkant van
het apparaat. U kunt elke USB-poort aan de achterzijde van de computer gebruiken.
Raadpleeg de startershandleiding bij de printer voor meer informatie over het
installeren van de software en het aansluiten van de USB-kabel.
Oorzaak: De USB-kabel is aangesloten voordat de software is geïnstalleerd. Als u
de USB-kabel aansluit voordat dit wordt gevraagd, dan kunnen er fouten optreden.
Nadat het apparaat werd geïnstalleerd, wil het niet drukken
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: Druk op de knop Aan om het apparaat in te schakelen
Oplossing 2: stel uw apparaat als standaardprinter in
Oplossing 3: Controleer de verbinding tussen het apparaat en de computer
Oplossing 4: controleer of de cartridges goed zijn geïnstalleerd en of ze nog inkt
bevatten
Oplossing 5: plaats papier in de invoerlade
Oplossing 1: Druk op de knop Aan om het apparaat in te schakelen
Oplossing: Bekijk het display van de printer. Als het display leeg is en de knop
Aan niet is verlicht, is de printer uitgeschakeld. Zorg dat het netsnoer stevig is
aangesloten op de printer en in een stopcontact gestoken is. Druk op de knop Aan
om de printer in te schakelen.
Hoofdstuk 12
118 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Oorzaak: Het apparaat stond mogelijk uitgeschakeld.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: stel uw apparaat als standaardprinter in
Oplossing: Gebruik de systeemtools op uw computer om uw apparaat in te stellen
als standaardprinter.
Oorzaak: U kunt de afdruktaak naar de standaardprinter sturen, maar dit apparaat
was niet de standaardprinter.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: Controleer de verbinding tussen het apparaat en de computer
Oplossing: Controleer de verbinding tussen het apparaat en de computer.
Oorzaak: Het apparaat en de computer stonden niet met elkaar in verbinding.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 4: controleer of de cartridges goed zijn geïnstalleerd en of ze nog inkt
bevatten
Oplossing: controleer of de cartridges goed zijn geïnstalleerd en of ze nog inkt
bevatten.
Zie voor meer informatie:
"
Met cartridges werken" op pagina 101
Oorzaak: Er was wellicht een probleem met een of meer cartridges.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 5: plaats papier in de invoerlade
Oplossing: Caricare la carta nel vassoio di alimentazione.
Zie voor meer informatie:
"
Afdrukmateriaal laden" op pagina 48
Oorzaak: Het papier was mogelijk op.
In de menu's op het display worden de verkeerde maateenheden weergegeven
Oplossing: Wijzig de land-/regio-instelling.
Opmerking U wordt verzocht zowel taal als land/regio in te stellen, door de
volgende procedure te volgen.
Problemen met de installatie oplossen 119
Een probleem oplossen
Het land/de regio en de taal instellen
1. Druk op Instellingen.
2. Druk op de knop met de pijl omlaag om Voorkeuren te markeren en druk
vervolgens op OK.
3. Druk op de knop met de pijl omlaag om Taal instellen te markeren en druk
vervolgens op OK.
4. Druk op de pijltjestoets omlaag om door de talen te bladeren. Als de taal die u
wilt gebruiken is gemarkeerd, drukt u op OK.
5. Druk op de pijltjestoets omlaag als u de opdracht krijgt om Ja ter bevestiging te
markeren, en druk vervolgens op OK.
Het menu Voorkeuren wordt weergegeven.
6. Druk op de knop met de pijl omlaag om Land/regio instellen te markeren en druk
vervolgens op OK.
7. Druk op de pijltjestoets omlaag om door de landen/regio's te bladeren. Druk op
OK als u het gewenste land of de gewenste regio is gemarkeerd.
8. Druk op de pijltjestoets omlaag als u de opdracht krijgt om Ja ter bevestiging te
markeren, en druk vervolgens op OK.
Oorzaak: Mogelijk hebt u het verkeerde land/de verkeerde regio geselecteerd bij
de installatie van de printer. De selectie van land/regio bepaalt de papierformaten die
op het display worden weergegeven.
Een venster wordt geopend waarin wordt gecontroleerd of uw systeem voldoet aan
de minimale vereisten
Oplossing: Klik op Details om na te gaan wat het probleem is en corrigeer dit
voordat u opnieuw probeert de software te installeren.
Oorzaak: Uw systeem voldeed niet aan de minimumvereisten voor installatie van
de software.
Er wordt een rode X weergegeven in de melding over de USB-aansluiting
Oplossing: Controleer of de printer is ingeschakeld en probeer dan opnieuw de
USB-verbinding tot stand te brengen.
Opnieuw proberen om USB-verbinding te maken
1. Controleer als volgt of de USB-kabel juist is aangesloten:
Koppel de USB-kabel los en sluit hem dan weer aan of probeer de USB-kabel
aan te sluiten op een andere USB-poort.
Sluit de USB-kabel niet aan op een toetsenbord.
Controleer of de USB-kabel niet langer is dan 3 meter .
Als u meerdere USB-apparaten op uw computer hebt aangesloten, kunt u
deze tijdens de installatie het beste verwijderen.
2. Koppel het netsnoer van het apparaat los en sluit dit weer aan.
3. Controleer of de USB-kabel en voedingskabel zijn aangesloten.
Hoofdstuk 12
120 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
4. Klik op Opnieuw om opnieuw verbinding proberen te maken.
5. Ga door met de installatie en start de computer opnieuw op wanneer dat wordt
gevraagd.
Oorzaak: De USB-verbinding tussen de printer en de computer is mislukt.
Er wordt een bericht weergegeven dat er een onbekende fout is opgetreden
Oplossing: Verwijder de software volledig en installeer deze vervolgens opnieuw.
De software verwijderen en het product opnieuw instellen
1. Ontkoppel en reset het apparaat.
Het apparaat ontkoppelen en resetten
a. Controleer of de printer aanstaat.
b. Druk op de knop Aan om de printer uit te schakelen.
c. Koppel de voedingskabel los van de achterzijde van het apparaat.
d. Sluit het netsnoer weer aan de achterzijde van het apparaat aan.
e. Druk op de knop Aan om de printer in te schakelen.
2. Verwijder de software volledig.
Opmerking Het is belangrijk dat u de verwijderprocedure strikt volgt om
ervoor te zorgen dat u de software volledige van de computer hebt verwijderd
voordat u de software opnieuw installeert.
De software volledig verwijderen
a. Klik op de taakbalk van Windows op Start, Instellingen,
Bedieningspaneel (of gewoon op Bedieningspaneel).
b. Dubbelklik op Programma's toevoegen/verwijderen (of klik op Installatie
van een programma ongedaan maken).
c. Verwijder alle items die gerelateerd zijn aan de HP Photosmart-software.
Problemen met de installatie oplossen 121
Een probleem oplossen
Let op Als de computer vervaardigd is door HP of Compac, verwijder
dan geen andere toepassingen dan deze die hieronder worden
weergegeven.
Functies van HP Imaging device
HP Document Viewer
HP Photosmart Essential
HP Image Zone
HP-galerie voor foto en beeldbewerking
HP Photosmart, Officejet, Deskjet (met productnaam en softwareversie)
HP Software Update
HP Share to Web
HP Solution Center
HP Director (HP-dirigent)
HP Memories Disk Greeting Card Creator 32
d. Ga naar C:\Program Files\HP of C:\Program Files\Hewlett-
Packard (voor sommige oudere producten) en verwijder de map Digital
Imaging.
e. Ga naar C:\WINDOWS en wijzig de naam van de map twain_32 in
twain_32 old.
3. Sluit programma's die op de achtergrond worden uitgevoerd.
Opmerking Wanneer de computer wordt ingeschakeld, wordt automatisch
een softwaregroep met de naam 'Terminate and Stay Resident (TSR)'
geladen. Deze programma's activeren enkele van de
computerhulpprogramma's zoals de anti-virussoftware, maar deze zijn niet
nodig om de computer te laten functioneren. Het gebeurt soms dat TSR''s
verhinderen dat de HP-software wordt geladen en bijgevolg niet correct wordt
geïnstalleerd. In Windows Vista en Windows XP gebruikt u het
hulpprogramma MSCONFIG om te verhinderen dat TSR-programma's en -
services opstarten.
Programma's die op de achtergrond worden uitgevoerd sluiten
a. Klik op de taakbalk van Windows op Start.
b. Ga, afhankelijk van het besturingssysteem, op een van de volgende manieren
te werk:
In Windows Vista: In Zoeken starten, tikt u MSCONFIG in, en vervolgens
drukt u op Enter.
Als het dialoogvenster Gebruikersaccountbeheer verschijnt, klikt u op
Doorgaan.
In Windows XP: Klik op Uitvoeren. Als het dialoogvenster Uitvoeren
verschijnt, tikt u MSCONFIG in, en vervolgens drukt u op Enter.
De hulpprogrammatoepassing MSCONFIG verschijnt.
c. Klik op het tabblad Algemeen.
d. Selecteer Selectief opstarten.
Hoofdstuk 12
122 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
e. Als het selectievakje naast Opstartonderdelen laden is geselecteerd, klikt u
op de selectiemarkering om deze te verwijderen.
f. Klik op het tabblad Services en schakel het vakje Alle Microsoft Services
verbergen in.
g.Klik op Alles uitschakelen.
h.Klik op Toepassen en klik vervolgens op Sluiten.
Opmerking Als u een bericht ontvangt met Toegang geweigerd terwijl
u veranderingen aanbrengt, klik dan op OK en ga door. Dit bericht
verhindert u niet de wijzigingen aan te brengen.
i.Klik op Opnieuw opstarten om de wijzigingen toe te passen op de computer
tijdens de volgende keer opnieuw opstarten.
Nadat u de computer opnieuw hebt opgestart, verschijnt het bericht U hebt
met het hulpprogramma voor systeemconfiguratie wijzigingen
aangebracht in de manier waarop Windows start.
j. Klik op het selectievakje naast Dit bericht niet meer weergeven.
4. Voer het hulpprogramma Schijfopruiming uit om tijdelijke bestanden en mappen
te verwijderen.
Het schijfhulpprogramma uitvoeren
a. Klik op de taakbalk van Windows op Start, klik op Programma's of Alle
programma's, en klik vervolgens op Bureau-accessoires.
b.Klik op Systeemwerkset en klik vervolgens op Schijfopruiming.
De Schijfopruiming analyseert de harde schijf en geeft vervolgens een
rapport weer met een lijst van te verwijderen componenten.
c. Selecteer de juiste selectievakjes om de overbodige componenten te
verwijderen.
Meer informatie over het hulpprogramma Schijfopruiming
Het hulpprogramma Schijfopruiming maakt ruimte vrij op de vaste schijf van
uw computer door het volgende te doen:
Het verwijderen van tijdelijke internet-bestanden
Het verwijderen van gedownloade programmabestanden
De prullenmand leegmaken
Het verwijderen van bestanden uit uw tijdelijke map
Het verwijderen van bestanden die door andere hulpprogramma's van
Windows werden gemaakt
Het verwijderen van optionele Windows-componenten die u niet gebruikt
d.Klik op OK nadat u de componenten hebt geselecteerd die u wilt verwijderen.
Problemen met de installatie oplossen 123
Een probleem oplossen
5. Installeer de software.
Ga als volgt te werk om de software te installeren
a. Plaats de software-cd in het cd-romstation van de computer.
De software-installatie moet nu automatisch opstarten.
Opmerking Als de installatie niet automatisch wordt uitgevoerd, klikt u
in het Windowsmenu Start op Zoeken starten (of Uitvoeren). In het
dialoogvenster Zoeken starten (of Uitvoeren) tikt u d:\setup.exe in
en vervolgens drukt u op Enter. (Als het cd-rom-station niet is toegewezen
aan de stationsletter D, moet u de juiste stationsletter gebruiken.)
b. Volg de aanwijzingen op de computer om de software te installeren.
6. Probeer het product opnieuw te gebruiken.
Oorzaak: De oorzaak van deze fout was onbekend.
Het registratiescherm wordt niet weergegeven
Oplossing: U kunt het registratiescherm (Nu aanmelden) openen vanuit de
Windows-taakbalk. Klik hiertoe op Start, wijs Programma's of Alle programma's
aan, wijs HP aan, wijs Photosmart Premium Fax C410 series aan en klik op
Productregistratie.
Oorzaak: Het registratiescherm is niet automatisch gestart.
De software verwijderen en opnieuw installeren
Wanneer de installatie onvolledig is of wanneer u de USB-kabel al had aangesloten
voordat u dat door het installatieprogramma is gevraagd te doen, moet u de software
waarschijnlijk verwijderen en opnieuw installeren. Verwijder de toepassingsbestanden
voor de HP Photosmart niet zomaar van de computer. Verwijder deze bestanden op de
juiste manier met het hulpprogramma voor het verwijderen de installatie dat bij de HP
Photosmart is meegeleverd.
De software-installatie ongedaan maken en opnieuw installeren
1. Klik op de taakbalk van Windows op Start, Instellingen, Bedieningspaneel (of
gewoon op Bedieningspaneel).
2. Dubbelklik op Programma's toevoegen/verwijderen (of klik op Installatie van een
programma ongedaan maken).
3. Selecteer HP Photosmart All-in-One Driver Software en klik vervolgens op
Wijzigen/Verwijderen.
Volg de instructies op het scherm.
4. Koppel het apparaat los van de computer.
Hoofdstuk 12
124 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
5. Start de computer opnieuw op.
Opmerking Het is belangrijk dat u het apparaat loskoppelt voordat u de
computer opnieuw opstart. Sluit het apparaat pas aan op de computer nadat u de
software opnieuw hebt geïnstalleerd.
6. Plaats de cd-rom van de printer in het cd-romstation van uw computer en start
vervolgens de installatie opnieuw.
Opmerking Als het configuratieprogramma niet wordt weergegeven, zoekt u
naar het bestand setup.exe op de cd-rom en dubbelklikt u op dit bestand.
Opmerking Als u de installatie-cd niet meer hebt, kunt u de software van
www.hp.com/support downloaden.
7. Volg de instructies op het scherm en in de startershandleiding van de printer.
Als de installatie van de software is voltooid, wordt het pictogram HP Digital Imaging
Monitor in het systeemvak van Windows weergegeven.
De afdrukkwaliteit verbeteren
Raadpleeg deze sectie om problemen met de afdrukkwaliteit, zoals foute of doorlopende
kleuren, vervorming, vegen, strepen, matte of wazige afdrukken.
De afdrukkwaliteit verbeteren 125
Een probleem oplossen
De afdrukkwaliteit verbeteren
1. Controleer of u originele HP-cartridges gebruikt
Opmerking HP kan de kwaliteit of betrouwbaarheid van materiaal dat niet van
HP is, niet garanderen. Onderhoud of herstellingen aan de printer die nodig zijn
door het gebruik van dergelijk materiaal, worden niet gedekt door de garantie.
Als u meent dat u originele HP-printcartridges hebt aangeschaft, gaat u naar:
www.hp.com/go/anticounterfeit
Het is raadzaam om originele HP-inktpatronen te gebruiken. Originele HP-
inktpatronen zijn ontworpen en getest met HP-printers, zodat u telkens weer
schitterende resultaten kunt bereiken.
Let op HP raadt aan dat u geen printcartridge verwijdert tot u een vervanging
klaar hebt om te installeren.
2. Controleer de geschatte inktniveaus om te zien welke cartridge bijna leeg is. Een te
laag inktniveau kan zorgen voor een slechte afdrukkwaliteit. Als een printcartridge
bijna leeg is, is het raadzaam deze te vervangen.
Zie "
Geschatte inktniveaus controleren" op pagina 101 voor meer informatie.
3. Controleer of u de juiste papiersoort gebruikt voor uw afdruktaak.
HP raadt u aan HP-papier te gebruiken of om het even welke andere papiersoort die
geschikt is voor het apparaat. Controleer of er maar een papiersoort tegelijk is
geladen.
Zorg er altijd voor dat het papier waarop u afdrukt plat ligt. Gebruik HP Geavanceerd
Fotopapier voor afdrukken met het beste resultaat.
4. Controleer de afdrukinstellingen om ervoor te zorgen dat u het juiste papiertype en
de afdrukkwaliteit voor uw afdruktaak hebt geselecteerd.
De instellingen die u kunt controleren omvatten:
Controleer de instelling voor de afdrukkwaliteit en zorg ervoor dat deze niet te
laag is ingesteld.
Druk de afbeelding af met een instelling voor hoge afdrukkwaliteit, zoals Beste
of Maximum aantal dpi.
5. Controleer of de inktcartridges juist zijn geplaatst. Het oranje lipje moet worden
verwijderd en het label bovenaan de cartridge moet lichtjes worden gescheurd.
Voor informatie over juist geplaatste inktcartridges zie "
Vervang de cartridges"
op pagina 102.
6. Druk een rapport voor de printkwaliteit af.
Een afdrukkwaliteitsrapport afdrukken
a. Plaats ongebruikt, gewoon wit papier van Letter- of A4-formaat in de invoerlade.
b.Druk op Instellingen.
Hoofdstuk 12
126 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
c. Druk op de knop met de pijl omlaag om Extra te markeren en druk vervolgens op
OK.
d. Druk op de knop met de pijl omlaag om Rapport afdrukkwaliteit te markeren en
druk vervolgens op OK.
Het product drukt een afdrukkwaliteitrapport af dat u kunt gebruiken om
problemen met betrekking tot de afdrukkwaliteit op te lossen.
7. Beoordeel het afdrukkwaliteitsrapport op gebreken zoals gestreepte of vage
kleurbalken of gerafelde tekst.
Het afdrukkwaliteitsrapport evalueren
a. Controleer de inktniveaus die op de pagina worden getoond. Als een cartridge
zeer lage inktniveaus vertoont en de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar is, overweeg
dan die printcartridge te vervangen. De afdrukkwaliteit verslechtert naarmate de
cartridges leeg raken.
Opmerking Waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een
waarschuwingsbericht voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een
vervangcartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te
vermijden. U hoeft de printcartridges niet te vervangen voor de afdrukkwaliteit
onaanvaardbaar wordt.
b. Bekijk de kleurbalken in het midden van de pagina. De balken moeten scherpen
randen hebben en zich ononderbroken met gelijke kleur helemaal over de pagina
uitstrekken.
Afbeelding 12-1 Gekleurde balken - verwacht resultaat
1 Zwarte inktpatroon
2 Cyaan cartridge
3 Magenta cartridge
4 Gele cartridge
5 Fotocartridge
De afdrukkwaliteit verbeteren 127
Een probleem oplossen
Als er gekleurde balken onregelmatige strepen hebben, lichter zijn aan een
kant, of een of meerdere strepen van een andere kleur hebben, raadpleegt u
de volgende stappen.
Afbeelding 12-2 Gekleurde balken - onregelmatig gestreept of
vervaagde balk (bovenste balk)
Afbeelding 12-3 Gekleurde balken - gemengde kleuren (gele balk met
magenta strepen)
Het inktniveau van de printcartridges controleren.
Controleer of het oranje lipje van de cartridge die hoort bij de gestreepte
balk is verwijderd.
Plaats de cartridge terug en zorg ervoor dat alle cartridges goed zijn
geplaatst.
Hoofdstuk 12
128 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Reinig de printkop en druk deze diagnosepagina vervolgens nogmaals af.
Als de afdrukkwaliteit niet verbetert nadat u de printkop hebt gereinigd,
vervangt u de cartridge de overeenkomt met de gestreepte balk.
Opmerking Als met het vervangen van de cartridge dit probleem met
de afdrukkwaliteit niet is opgelost, neem dan contact op met HP-
ondersteuning voor hulp.
Als een van de gekleurde balken regelmatige witte strepen vertoont, volgt u
de volgende stappen op.
Controleer de PHA TTOE regel onder de kleurbalken. Indien de regel 0
aangeeft, moet u de printer uitlijnen.
Indien de PHA TTOE regel op de diagnostiekpagina een andere waarde
aangeeft, of wanneer uitlijnen niet helpt, moet u de printkop uitlijnen.
Opmerking Als met het reinigen van de printkop dit probleem met
de afdrukkwaliteit niet is opgelost, neem dan contact op met HP-
ondersteuning voor hulp.
c. Kijk naar de grote tekst boven het uitlijnpatroon. Het type moet scherp en duidelijk
zijn.
Afbeelding 12-4 Voorbeeld tekstgebied - verwacht resultaat
Als het type onregelmatig is, lijn de printer dan uit, en druk vervolgens deze
diagnosepagina nogmaals af.
Afbeelding 12-5 Voorbeeld tekstgebied - onregelmatige tekst
Als de tekst ongelijk en aan een kant gerafeld is, reinig dan de printkop en
druk vervolgens deze diagnosepagina nogmaals af. Als dit net nadat een
nieuwe zwarte cartridge is geïnstalleerd gebeurt, lossen de automatische
onderhoudsroutines van het apparaat het probleem na een paar dagen
mogelijk op.
Afbeelding 12-6 Voorbeeld tekstgebied - ongelijke inktverdeling
De afdrukkwaliteit verbeteren 129
Een probleem oplossen
Als de tekst vlekkerig is, controleer dan of het papier omgekruld is, reinig de
printkop en druk vervolgens deze diagnosepagina nogmaals af.
Afbeelding 12-7 Voorbeeld tekstgebied - streperig of vlekkerig
d. Kijk naar de grote tekst boven de gekleurde vakken. De lijnen moeten recht en
scherp zijn.
Afbeelding 12-8 Uitlijnpatroon - verwachte resultaat
Als de lijnen gekarteld zijn, lijn de printer dan uit, en druk vervolgens deze
diagnosepagina nogmaals af.
Afbeelding 12-9 Uitlijnpatroon - gekartelde lijnen
Opmerking Als met het uitlijnen van de printer dit probleem met de
afdrukkwaliteit niet is opgelost, neem dan contact op met HP-ondersteuning
voor hulp.
8. Reinig de inktcartridges indien u gestreepte, vage of gerafelde tekst ziet op het
afdrukkwaliteitsrapport.
Cartridges reinigen vanuit de software
a. Plaats ongebruikt, gewoon wit papier van Letter- of A4-formaat in de invoerlade.
b. Klik in de HP Solution Center op Instellingen.
c.Klik op Printer Werkset in het gedeelte Afdrukinstellingen.
d. Klik op het tabblad Apparaatservice.
Hoofdstuk 12
130 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
e. Klik op Printkop reinigen.
f. Volg de aanwijzingen totdat u tevreden bent met de kwaliteit van de afdrukken
en klik vervolgens op Gereed.
Er zijn bepaalde reinigingsniveaus en na elk niveau wordt een testpagina
afgedrukt. Elke fase neemt ongeveer twee minuten in beslag, verbruikt een blad
papier en een toenemende hoeveelheid inkt. Controleer na elke fase de kwaliteit
van de testpagina. U moet de volgende reinigingsfase slechts starten indien de
testpagina strepen of vervaging vertoont.
Als de afdrukkwaliteit nog steeds slecht lijkt na beide reinigingsfasen, probeer
dan de printer uit te lijnen. Neem contact op met HP-ondersteuning als er na
uitlijnen en reinigen nog steeds problemen met de afdrukkwaliteit zijn.
9. Indien het afdrukkwaliteitsrapport uitlijningsfouten, zoals scheve verticale lijnen,
vertoont, moet u de printer uitlijnen.
De printer uitlijnen
a. Plaats ongebruikt, gewoon wit papier van Letter- of A4-formaat in de invoerlade.
b. Druk op Instellingen.
c. Druk op de knop met de pijl omlaag om Extra te markeren en druk vervolgens op
OK.
d. Druk op de knop met de pijl omlaag om Printer uitlijnen te markeren en druk
vervolgens op OK.
Het apparaat drukt een testpagina af, lijnt de printkop uit en kalibreert de printer.
10. Kijk naar de grote tekst boven het uitlijnpatroon. Het type moet scherp en duidelijk
zijn.
Afbeelding 12-10 Voorbeeld tekstgebied - verwacht resultaat
Indien de tekst ongelijk en rafelig is aan een zijde, en dit gebeurt vlak na het plaatsen
van een nieuwe zwarte cartridge, lossen de automatische onderhoudsroutines van
het apparaat het probleem na een paar dagen mogelijk op.
Afbeelding 12-11 Voorbeeld tekstgebied - ongelijke inktverdeling
U kunt de printkop ook reinigen via het controlepaneel om dit probleem op te lossen.
Hiervoor is echter meer inkt nodig.
De printkop reinigen vanaf het bedieningspaneel
a. Druk op Instellingen.
De afdrukkwaliteit verbeteren 131
Een probleem oplossen
b. Druk op de knop met de pijl omlaag om Extra te markeren en druk vervolgens op
OK.
c. Druk op de knop met de pijl omlaag om Printkop reinigen te markeren en druk
vervolgens op OK.
Het product reinigt de printkop.
11. Indien het afdrukkwaliteitsrapport geen gebreken vertoont, is er niets mis met de
inktcartridges en het inktsysteem. U moet de cartridges of de printkop dan ook niet
te vervangen. Ga stappen 1-4 in deze procedure opnieuw na.
Enkele bijkomende zaken die u kunt controleren zijn:
Controleer de resolutie van de afbeelding indien ze wazig of vaag is. Gebruik
mogelijk een afbeelding met een hogere resolutie. Als u een foto of afbeelding
afdrukt, en de resolutie is te laag, dan is het resultaat vaag.
Als het formaat van een digitale foto of een rasterafbeelding werd gewijzigd, kan
de afdruk wazig of vaag zijn.
Indien het probleem bestaat uit een horizontale vervormde strook onderaan
afdrukken van foto's, moet u de foto met een hogere afdrukkwaliteitsinstelling,
zoals Beste of Maximale dpi, afdrukken. U kunt ook proberen om de foto 180
graden te draaien in een softwareprogramma en kijken of dit helpt.
Mogelijk moet u een lagere instelling kiezen voor de afdrukkwaliteit, als de kleuren
in elkaar overlopen. Of kies een hogere instelling als u een kwaliteitsfoto afdrukt,
en zorg ervoor dat fotopapier zoals HP Geavanceerd Fotopapier, in de papierlade
is geplaatst. Zie "
Afdrukken met maximum aantal dpi" op pagina 67 voor
informatie over het gebruiken van de modus Maximum dpi.
Zorg dat de marges van het document binnen het afdrukgebied van het apparaat
vallen.
12. Indien de vorige stappen het probleem niet konden oplossen, probeer dan na te gaan
welke cartridge het probleem veroorzaakt en vervang deze. Elke cartridgekleur moet
overeenkomen met een kleur op de afdrukkwaliteitspagina. Indien die kleur gebreken
vertoont, is de overeenkomstige cartridge de probleemcartridge.
Meer informatie over het vervangen van cartridges vindt u bij "
Vervang de
cartridges" op pagina 102.
13. Indien de vorige stappen het probleem niet konden oplossen, moet u de mogelijk de
printkop vervangen of de printer onderhouden.
Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Bezoek:
www.hp.com/support.
Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact
op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning.
Problemen met afdrukken oplossen
Gebruik dit gedeelte voor het oplossen van de volgende afdrukproblemen:
Enveloppen worden verkeerd afgedrukt
Het apparaat drukt betekenisloze tekens af
Hoofdstuk 12
132 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
De pagina's in mijn document worden in de verkeerde volgorde uitgevoerd
De marges worden niet afgedrukt zoals verwacht
Er wordt een lege pagina afgedrukt
Het apparaat drukt langzaam af
Enveloppen worden verkeerd afgedrukt
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: plaats de stapel enveloppen juist
Oplossing 2: controleer de soort enveloppen
Oplossing 3: steek de flappen naar binnen om te voorkomen dat het papier vastloopt
Oplossing 1: plaats de stapel enveloppen juist
Oplossing: Plaats een stapel enveloppen in de invoerlade, met de flappen naar
boven en naar links.
Zorg ervoor dat u al het papier uit de invoerlade verwijdert voordat u de enveloppen
plaatst.
Zie voor meer informatie:
"
Afdrukmateriaal laden" op pagina 48
Oorzaak: Een stapel enveloppen was niet goed geladen.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: controleer de soort enveloppen
Oplossing: Gebruik geen glanzende of gebosseleerde enveloppen of enveloppen
met vensters of klemmetjes.
Oorzaak: De verkeerde soort enveloppen was geladen.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Problemen met afdrukken oplossen 133
Een probleem oplossen
Oplossing 3: steek de flappen naar binnen om te voorkomen dat het papier
vastloopt
Oplossing: Steek de flappen in de enveloppen. Hiermee voorkomt u
papierstoringen.
Oorzaak: De flappen kunnen in de rollers vast komen te zitten.
Het apparaat drukt betekenisloze tekens af
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: reset het apparaat
Oplossing 2: druk een eerder opgeslagen versie van het document af
Oplossing 1: reset het apparaat
Oplossing: Zet het toestel en de computer gedurende 60 seconden uit, zet beide
weer aan en probeer opnieuw af te drukken.
Oorzaak: Er was geen beschikbaar geheugen in het toestel.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: druk een eerder opgeslagen versie van het document af
Oplossing: Probeer een ander document af te drukken vanuit hetzelfde
programma. Als dit een goed resultaat oplevert, probeert u een eerder opgeslagen
versie van het document af te drukken die niet beschadigd is.
Oorzaak: Het document was beschadigd.
De pagina's in mijn document worden in de verkeerde volgorde uitgevoerd
Oplossing: Druk het document in omgekeerde volgorde af. Als het document is
afgedrukt, liggen de pagina's in de juiste volgorde.
Een document met meerdere pagina's in omgekeerde volgorde afdrukken
1. Zorg ervoor dat er papier in de invoerlade is geplaatst.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Controleer of het product de geselecteerde printer is.
4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam
Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Klik op het tabblad Geavanceerd.
Hoofdstuk 12
134 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
6. Selecteer bij Lay-outopties Voor naar achter in de optie Paginavolgorde.
Opmerking Als u hebt ingesteld dat u dubbelzijdig wilt afdrukken, is de optie
Voor naar achter niet beschikbaar. Het document zal automatisch in de juiste
volgorde worden afgedrukt.
7. Klik op OK en klik vervolgens op Afdrukken of OK in het dialoogvenster
Afdrukken.
Opmerking Als u meerdere kopieën afdrukt, wordt elke set volledig
afgedrukt voordat met de volgende wordt begonnen.
Oorzaak: De afdrukinstellingen zijn ingesteld om de eerste pagina van het
document eerst af te drukken. Gezien de wijze waarop het papier wordt ingevoerd in
het apparaat, ligt de eerste pagina met de bedrukte kant naar boven onder op de
stapel.
De marges worden niet afgedrukt zoals verwacht
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: controleer de kantlijnen
Oplossing 2: controleer de instelling van het papierformaat
Oplossing 3: plaats de stapel papier op de juiste wijze
Oplossing 1: controleer de kantlijnen
Oplossing: Controleer de kantlijnen.
Zorg dat de marges van het document binnen het afdrukgebied van het apparaat
vallen.
Marge-instellingen controleren
1. Bekijk de afdruktaak voordat u deze naar het apparaat zendt.
In de meeste softwaretoepassingen klikt u op Bestand en vervolgens op
Afdrukvoorbeeld.
2. Controleer de marges.
Gebruik de marges die u in de softwaretoepassing hebt ingesteld, zolang deze
groter zijn dan de minimummarges die het apparaat ondersteunt. Raadpleeg de
documentatie over de marge-instellingen in uw softwaretoepassing in de
handleiding die bij de software werd geleverd.
3. Annuleer de afdruktaak als de marges niet goed zijn en pas vervolgens de marges
aan in de softwaretoepassing.
Oorzaak: De marges in het programma werden niet goed ingesteld.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Problemen met afdrukken oplossen 135
Een probleem oplossen
Oplossing 2: controleer de instelling van het papierformaat
Oplossing: Controleer of u de juiste instelling voor het papierformaat voor het
project hebt geselecteerd. Zorg dat het juiste papierformaat in de invoerlade is
geladen.
Oorzaak: De instelling voor het papierformaat was mogelijk niet geschikt voor het
project dat u afdrukte.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: plaats de stapel papier op de juiste wijze
Oplossing: Verwijder de papierstapel uit de invoerlade, plaats het papier terug en
schuif de papiergeleider naar binnen tot hij stopt aan de rand van het papier.
Zie voor meer informatie:
"
Afdrukmateriaal laden" op pagina 48
Oorzaak: De papiergeleiders waren niet correct ingesteld.
Er wordt een lege pagina afgedrukt
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: verwijder extra pagina's of regels aan het einde van het document
Oplossing 2: plaats papier in de invoerlade
Oplossing 1: verwijder extra pagina's of regels aan het einde van het document
Oplossing: Open het documentbestand in het programma en verwijder extra
pagina's of regels aan het eind van het document.
Oorzaak: Het document dat u afdrukte, bevatte een extra lege pagina.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: plaats papier in de invoerlade
Oplossing: Als er nog maar een paar vellen in het apparaat over zijn, plaatst u
meer papier in de invoerlade. Als er voldoende papier in de invoerlade ligt, verwijdert
u de papierstapel, maakt u de stapel recht door deze tegen een vlakke ondergrond
te tikken en plaatst u het papier weer terug in de invoerlade.
Zie voor meer informatie:
"
Afdrukmateriaal laden" op pagina 48
Oorzaak: Het apparaat heeft twee vellen papier opgenomen.
Hoofdstuk 12
136 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Het apparaat drukt langzaam af
Probeer de volgende oplossingen als het apparaat erg langzaam afdrukt.
Oplossing 1: stel de afdrukkwaliteit lager in
Oplossing 2: controleer de inktniveaus
Oplossing 3: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing 1: stel de afdrukkwaliteit lager in
Oplossing: controleer de instelling voor de afdrukkwaliteit Optimaal en Maximum
dpi bieden de beste kwaliteit maar zijn langzamer dan Normaal of Snel. Snel biedt
de hoogste afdruksnelheid.
Een afdruksnelheid of -kwaliteit selecteren
1. Zorg ervoor dat er papier in de invoerlade is geplaatst.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Controleer of het product de geselecteerde printer is.
4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam
Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Klik op het tabblad Functies.
6. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Papiersoort de papiersoort die u in het apparaat
hebt geplaatst.
7. In de vervolgkeuzelijst Afdrukkwaliteit selecteert u de gewenste afdrukkwaliteit
voor uw project.
Opmerking Klik op Resolutie om te weten te komen met welk dpi het
apparaat zal afdrukken op basis van de papiersoort en de instellingen van
afdrukkwaliteit die u hebt geselecteerd.
Zie voor meer informatie:
"
Afdrukken met maximum aantal dpi" op pagina 67
Oorzaak: De instelling voor de afdrukkwaliteit was te hoog ingesteld.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: controleer de inktniveaus
Oplossing: Het inktniveau van de printcartridges controleren. Onvoldoende inkt
kan ertoe leiden dat de printkop oververhit raakt. Wanneer de printkop oververhit
raakt, gaat de printer langzamer werken zodat hij kan afkoelen.
Opmerking Waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een
waarschuwingsbericht voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een
vervangcartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden.
U hoeft de printcartridges niet te vervangen voor de afdrukkwaliteit
onaanvaardbaar wordt.
Problemen met afdrukken oplossen 137
Een probleem oplossen
Zie voor meer informatie:
"
Geschatte inktniveaus controleren" op pagina 101
Oorzaak: Mogelijk zit er onvoldoende inkt in de printcartridges.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Bezoek:
www.hp.com/support.
Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact
op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning.
Oorzaak: Er is een probleem opgetreden met het apparaat.
Problemen met geheugenkaarten oplossen
Raadpleeg dit deel om de volgende problemen met geheugenkaarten op te lossen:
De geheugenkaart werkt niet meer in mijn digitale camera
Het apparaat leest de geheugenkaart niet
De foto's op de geheugenkaart worden niet naar de computer overgebracht
De geheugenkaart werkt niet meer in mijn digitale camera
Oplossing: Formatteer de geheugenkaart in uw camera opnieuw of formatteer de
geheugenkaart in een computer met Windows door de indeling FAT te selecteren.
Zie de documentatie bij de digitale camera voor meer informatie.
Oorzaak: U hebt de kaart geformatteerd op een Windows XP-computer. Bij
Windows XP wordt een geheugenkaart van 8 MB of minder en 64 MB of meer
standaard geformatteerd met FAT32. Digitale camera's en andere apparaten
gebruiken de FAT (FAT16 of FAT12)-indeling en herkennen een met FAT32
geformatteerde kaart niet.
Het apparaat leest de geheugenkaart niet
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: Plaats de geheugenkaart juist
Oplossing 2: Plaats een geheugenkaart in de juiste sleuf van het apparaat
Oplossing 3: verwijder de tweede geheugenkaart
Oplossing 4: Formatteer de geheugenkaart in uw digitale camera opnieuw
Hoofdstuk 12
138 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Oplossing 1: Plaats de geheugenkaart juist
Oplossing: Draai de geheugenkaart op die manier dat de labelzijde naar boven ligt
en de contactpunten aan de kant van het apparaat liggen. Duw de kaart vervolgens
in de geschikte sleuf tot het lampje Foto begint te branden.
Als de geheugenkaart niet goed is geplaatst, reageert het apparaat niet en knippert
het waarschuwingslampje snel.
Zodra de geheugenkaart op de juiste manier is geplaatst, zal het groene lampje Foto
enkele seconden knipperen en dan blijven branden.
Oorzaak: De geheugenkaart was achterstevoren of ondersteboven geplaatst.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: Plaats een geheugenkaart in de juiste sleuf van het apparaat
Oplossing: Controleer of de geheugenkaart volledig in de juiste sleuf op het
apparaat is gestoken.
Als de geheugenkaart niet goed is geplaatst, reageert het apparaat niet en knippert
het waarschuwingslampje snel.
Zodra de geheugenkaart op de juiste manier is geplaatst, zal het groene lampje Foto
enkele seconden knipperen en dan blijven branden.
Oorzaak: De geheugenkaart was niet volledig in de juiste sleuf van het apparaat
geplaatst.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: verwijder de tweede geheugenkaart
Oplossing: U kunt maar één geheugenkaart tegelijk inbrengen.
Als er meerdere geheugenkaarten zijn geplaatst, knippert het
waarschuwingslampjelampje snel en wordt een foutbericht weergegeven op het
computerscherm. Verwijder de tweede geheugenkaart om het probleem op te lossen.
Oorzaak: U had meer dan één geheugenkaart geplaatst.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 4: Formatteer de geheugenkaart in uw digitale camera opnieuw
Oplossing: Controleer of op het computerscherm een foutbericht wordt
weergegeven dat de afbeelding op de geheugenkaart beschadigd is.
Als het bestandssysteem op de kaart is beschadigd, formatteert u de geheugenkaart
in de digitale camera opnieuw. Zie de documentatie bij de digitale camera voor meer
informatie.
Problemen met geheugenkaarten oplossen 139
Een probleem oplossen
Let op Bij het formatteren van de geheugenkaart worden alle foto's op de kaart
verwijderd. Als u de foto's al van de geheugenkaart naar een computer hebt
overgebracht, kunt u proberen of u de foto's van de computer kunt afdrukken.
Anders moet u foto's die u eventueel kwijt bent, opnieuw maken.
Oorzaak: Het bestandssysteem op de geheugenkaart is beschadigd.
De foto's op de geheugenkaart worden niet naar de computer overgebracht
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: Installeer de productsoftware
Oplossing 2: Schakel het apparaat in
Oplossing 3: Schakel de computer in
Oplossing 4: controleer de verbinding van het apparaat met de computer
Oplossing 1: Installeer de productsoftware
Oplossing: Installeer de printersoftware die bij de printer is geleverd. Start de
computer opnieuw nadat u de software opnieuw hebt geïnstalleerd.
Ga als volgt te werk om de printersoftware te installeren
1. Plaats de cd-rom van de printer in het cd-romstation van uw computer en start
vervolgens de installatie opnieuw.
2. Klik op Meer software installeren om de printersoftware te installeren.
3. Volg de instructies op het scherm en in de startershandleiding van de printer.
Oorzaak: De printersoftware is niet geïnstalleerd.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: Schakel het apparaat in
Oplossing: Schakel de printer in.
Oorzaak: De printer stond uit.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: Schakel de computer in
Oplossing: Zet de computer aan.
Oorzaak: De computer stond uit.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Hoofdstuk 12
140 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Oplossing 4: controleer de verbinding van het apparaat met de computer
Oplossing: Controleer de verbinding van het apparaat met de computer.
Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten op de USB-poort aan de achterzijde
van het apparaat. Controleer of andere kant van de USB-kabel is aangesloten op een
USB-poort van uw computer. Als de kabel goed is aangesloten, schakelt u het
apparaat uit en weer in. Als het apparaat op de computer is aangesloten door een
vaste, draadloze of Bluetooth-verbinding, controleer dan of de respectieve
verbindingen actief zijn en het apparaat is ingeschakeld.
Als u meer wilt weten over het instellen van de printer en het aansluiten ervan op de
computer, raadpleegt u de installatiehandleiding die is meegeleverd met de printer.
Oorzaak: De printer is niet goed aangesloten op de computer.
Problemen met scannen oplossen
Raadpleeg dit gedeelte om de volgende scanproblemen op te lossen:
De gescande afbeelding is leeg
De gescande afbeelding is niet goed bijgesneden
De gescande afbeelding heeft onjuiste paginalay-out
De gescande afbeelding heeft stippellijnen in plaats van tekst
De tekstopmaak is onjuist
Tekst is onjuist of weggevallen
De gescande afbeelding is leeg
Oplossing: Plaats het origineel op de glasplaat of in de documentinvoerlade.
Als u een origineel op de glasplaat legt, moet u dit met de bedrukte zijde omlaag
tegen de rechterbenedenhoek van de glasplaat plaatsen, zoals hieronder wordt
weergegeven. Als u een foto kopieert, legt u de foto zo dat de lange kant van de
foto langs de voorzijde van de glasplaat ligt.
Problemen met scannen oplossen 141
Een probleem oplossen
Als u het origineel in de documentinvoerlade plaatst, plaatst u het papier met de
bedrukte zijde omhoog in de lade, zoals hieronder wordt weergegeven. Plaats de
pagina's zodanig in de lade dat de bovenkant van het document als eerste wordt
ingevoerd.
Opmerking Laad geen foto's in de documentinvoerlade om deze te kopiëren.
Als u een foto wilt kopiëren, plaatst u deze op de glasplaat.
Oorzaak: Het origineel was niet goed op de glasplaat of in de documentinvoerlade
geplaatst.
De gescande afbeelding is niet goed bijgesneden
Oplossing: Met de softwarefunctie Automatisch bijsnijden wordt alles bijgesneden
wat niet tot de hoofdafbeelding behoort. Dit komt niet altijd overeen met wat u wilt.
Schakel in dat geval de functie voor automatisch bijsnijden uit in de software. U kunt
de scan dan met de hand bijsnijden of helemaal niet bijsnijden.
Oorzaak: De software was ingesteld om gescande afbeeldingen automatisch bij te
snijden.
De gescande afbeelding heeft onjuiste paginalay-out
Oplossing: Schakel de functie voor automatisch bijsnijden uit in de software om de
lay-out van de pagina te behouden.
Hoofdstuk 12
142 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Oorzaak: De paginalay-out veranderde door het automatisch bijsnijden.
De gescande afbeelding heeft stippellijnen in plaats van tekst
Oplossing: Maak een zwart-witkopie van het origineel en scan vervolgens de
kopie.
Oorzaak: Als u het afbeeldingstype Tekst gebruikte om tekst te scannen die u wilde
bewerken, heeft de scanner mogelijk geen gekleurde tekst herkend. Bij het
afbeeldingstype Tekst wordt gescand met een resolutie van 300 x 300 dpi in zwart-
wit.
Als u een origineel scande met illustraties of tekeningen rond de tekst, is het mogelijk
dat de scanner de tekst niet heeft herkend.
De tekstopmaak is onjuist
Oplossing: Sommige toepassingen ondersteunen geen tekstopmaak met kaders.
Omkaderde tekst is een van de instellingen in de software voor het scannen van
documenten. Complexe lay-outs, zoals nieuwsbrieven met meerdere kolommen,
blijven hierbij gehandhaafd doordat de tekst in verschillende kaders (vakken) in de
bestemmingstoepassing wordt geplaatst. Selecteer in de software het juiste formaat
zodat de lay-out en het formaat van de gescande tekst behouden blijven.
Oorzaak: De documentinstellingen voor de scan waren onjuist.
Tekst is onjuist of weggevallen
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: Pas de helderheid in de software aan
Oplossing 2: Maak de glasplaat en de klep schoon
Oplossing 3: Selecteer de juiste OCR-taal
Oplossing 1: Pas de helderheid in de software aan
Oplossing: Pas de helderheid aan in de software en scan het origineel opnieuw.
Oorzaak: De helderheid was niet goed ingesteld.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: Maak de glasplaat en de klep schoon
Oplossing: Schakel het apparaat uit, haal het netsnoer los en maak de glasplaat
en de binnenzijde van het deksel schoon met een zachte doek.
Oorzaak: Mogelijk is vuil achtergebleven op de glasplaat of op de binnenzijde van
het deksel. Dit veroorzaakt scans van een slechte kwaliteit.
Problemen met scannen oplossen 143
Een probleem oplossen
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: Selecteer de juiste OCR-taal
Oplossing: Selecteer de juiste OCR-taal in de software.
Opmerking Als u HP Photosmart Essential gebruikt, is de OCR-software
(Optical Character Recognition) mogelijk niet op de computer geïnstalleerd. Als
u de OCR-software wilt installeren, moet u de cd opnieuw in het cd-station
plaatsen en OCR selecteren bij de aangepaste installatieopties.
Oorzaak: De scaninstellingen voor documenten waren niet op de juiste OCR-taal
(Optical Character Recognition) ingesteld. De OCR-taal bepaalt hoe de software de
tekens in de oorspronkelijke afbeelding moet interpreteren en verwerken. Als de
OCR-taal niet overeenkomt met de taal van het originele document, wordt de
gescande tekst wellicht onbegrijpelijk.
Problemen met kopiëren oplossen
Raadpleeg dit gedeelte om de volgende kopieerproblemen op te lossen:
Er gebeurt niets wanneer ik probeer te kopiëren
Delen van het origineel ontbreken of zijn afgesneden
Aanpassen aan pagina werkt niet volgens verwachting
De afdruk is leeg
Er gebeurt niets wanneer ik probeer te kopiëren
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: Schakel het apparaat in
Oplossing 2: controleer of het origineel goed is geplaatst
Oplossing 3: wacht tot het apparaat klaar is met de huidige bewerking
Oplossing 4: Het apparaat ondersteunt het soort papier of envelop niet
Oplossing 5: controleer of er papier is vastgelopen
Oplossing 1: Schakel het apparaat in
Oplossing: Bekijk het lampje Aan op het apparaat. Als dit niet oplicht, is het
apparaat uitgeschakeld. Zorg dat het netsnoer stevig is aangesloten op de printer en
in een stopcontact gestoken is. Druk op de knop Aan om de printer in te schakelen.
Oorzaak: Het apparaat stond uit.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Hoofdstuk 12
144 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Oplossing 2: controleer of het origineel goed is geplaatst
Oplossing: Plaats het origineel op de glasplaat of in de documentinvoerlade.
Als u een origineel op de glasplaat legt, moet u dit met de bedrukte zijde omlaag
tegen de rechterbenedenhoek van de glasplaat plaatsen, zoals hieronder wordt
weergegeven. Als u een foto kopieert, legt u de foto zo dat de lange kant van de
foto langs de voorzijde van de glasplaat ligt.
Als u het origineel in de documentinvoerlade plaatst, plaatst u het papier met de
bedrukte zijde omhoog in de lade, zoals hieronder wordt weergegeven. Plaats de
pagina's zodanig in de lade dat de bovenkant van het document als eerste wordt
ingevoerd.
Opmerking Laad geen foto's in de documentinvoerlade om deze te kopiëren.
Als u een foto wilt kopiëren, plaatst u deze op de glasplaat.
Oorzaak: Het origineel was niet goed op de glasplaat of in de documentinvoerlade
geplaatst.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: wacht tot het apparaat klaar is met de huidige bewerking
Oplossing: Controleer het lampje Aan. Als het knippert, is het apparaat bezig.
Oorzaak: Het apparaat was bezig met kopiëren of afdrukken.
Problemen met kopiëren oplossen 145
Een probleem oplossen
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 4: Het apparaat ondersteunt het soort papier of envelop niet
Oplossing: Gebruik het apparaat niet om te kopiëren op enveloppen of ander
papier dat niet geschikt is voor het apparaat.
Oorzaak: Het apparaat herkent de papiersoort niet.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 5: controleer of er papier is vastgelopen
Oplossing: Verhelp de papierstoring en verwijder eventueel gescheurd papier dat
in het apparaat is achtergebleven.
Opmerking Verwijder eventuele nietjes of paperclips uit het originele document.
Oorzaak: Het papier in het apparaat is vastgelopen.
Delen van het origineel ontbreken of zijn afgesneden
Oplossing: Plaats het origineel op de glasplaat of in de documentinvoerlade.
Als u een origineel op de glasplaat legt, moet u dit met de bedrukte zijde omlaag
tegen de rechterbenedenhoek van de glasplaat plaatsen, zoals hieronder wordt
weergegeven. Als u een foto kopieert, legt u de foto zo dat de lange kant van de
foto langs de voorzijde van de glasplaat ligt.
Als u het origineel in de documentinvoerlade plaatst, plaatst u het papier met de
bedrukte zijde omhoog in de lade, zoals hieronder wordt weergegeven. Plaats de
pagina's zodanig in de lade dat de bovenkant van het document als eerste wordt
ingevoerd.
Hoofdstuk 12
146 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Opmerking Laad geen foto's in de documentinvoerlade om deze te kopiëren.
Als u een foto wilt kopiëren, plaatst u deze op de glasplaat.
Oorzaak: Het origineel was niet goed op de glasplaat of in de documentinvoerlade
geplaatst.
Aanpassen aan pagina werkt niet volgens verwachting
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: Scan, vergroot, en druk vervolgens een kopie af
Oplossing 2: controleer of het origineel correct op de glasplaat is gelegd
Oplossing 3: Veeg de glasplaat en de achterkant van de documentklep schoon
Oplossing 1: Scan, vergroot, en druk vervolgens een kopie af
Oplossing: Met Aanpassen aan pagina kan het origineel slechts tot het
maximumpercentage van het model worden vergroot. 200% kan bijvoorbeeld het
maximale vergrotingpercentage zijn dat mogelijk is op uw model. Een pasfoto met
200% vergroten is wellicht niet genoeg om deze een gehele pagina te laten vullen.
Als u een grote kopie wilt maken van een klein origineel, scant u het origineel naar
de computer, vergroot u de afbeelding in de software van HP Scan en drukt u
vervolgens een kopie af van de vergrote afbeelding.
Oorzaak: U probeerde het formaat te vergroten van een origineel dat te klein is.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: controleer of het origineel correct op de glasplaat is gelegd
Oplossing: Plaats het origineel met de bedrukte zijde omlaag tegen de
rechterbenedenhoek van de glasplaat, zoals hieronder wordt weergegeven.
Problemen met kopiëren oplossen 147
Een probleem oplossen
Opmerking U kunt de documentinvoerlade niet gebruiken met de functie
Aanpassen aan pagina. Als u de functie Aanpassen aan pagina wilt gebruiken,
plaatst u het origineel met de bedrukte zijde omlaag tegen de
rechterbenedenhoek van de glasplaat.
Oorzaak: Het origineel was niet goed op de glasplaat of in de documentinvoerlade
geplaatst.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: Veeg de glasplaat en de achterkant van de documentklep schoon
Oplossing: Schakel het apparaat uit, trek de stekker uit het stopcontact en veeg
de glasplaat en de documentachtergrondplaat met een zachte stofdoek schoon.
Oorzaak: Mogelijk is vuil achtergebleven op de glasplaat of op de binnenzijde van
het deksel. Het apparaat interpreteert alles wat hij op de glasplaat detecteert als een
onderdeel van de afbeelding.
De afdruk is leeg
Oplossing: Plaats het origineel op de glasplaat of in de documentinvoerlade.
Als u een origineel op de glasplaat legt, moet u dit met de bedrukte zijde omlaag
tegen de rechterbenedenhoek van de glasplaat plaatsen, zoals hieronder wordt
weergegeven. Als u een foto kopieert, legt u de foto zo dat de lange kant van de
foto langs de voorzijde van de glasplaat ligt.
Hoofdstuk 12
148 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Als u het origineel in de documentinvoerlade plaatst, plaatst u het papier met de
bedrukte zijde omhoog in de lade, zoals hieronder wordt weergegeven. Plaats de
pagina's zodanig in de lade dat de bovenkant van het document als eerste wordt
ingevoerd.
Opmerking Laad geen foto's in de documentinvoerlade om deze te kopiëren.
Als u een foto wilt kopiëren, plaatst u deze op de glasplaat.
Oorzaak: Het origineel was niet goed op de glasplaat of in de documentinvoerlade
geplaatst.
Problemen met faxen oplossen
Raadpleeg dit gedeelte om de volgende faxproblemen op te lossen:
Het apparaat heeft problemen met het verzenden en ontvangen van faxen
Het apparaat kan geen faxen verzenden, maar wel ontvangen
Het apparaat heeft problemen met het verzenden van een handmatige fax
Pagina's van een fax die ik heb verzonden, ontbreken
De kwaliteit van de fax die ik heb verzonden, is slecht
Delen van een fax die ik heb verzonden, zijn afgesneden
De fax die ik heb verzonden, is leeg ontvangen
Faxoverdracht is langzaam
Problemen met faxen oplossen 149
Een probleem oplossen
Er worden faxtonen opgenomen op mijn antwoordapparaat
Het apparaat kan geen faxen ontvangen maar wel verzenden
Het apparaat heeft problemen met het ontvangen van een handmatige fax
Het apparaat beantwoordt geen binnenkomende faxoproepen
Pagina's van een fax die ik heb ontvangen, ontbreken
Faxen worden ontvangen, maar niet afgedrukt
Delen van een fax die ik heb ontvangen, zijn afgesneden
De fax die ik heb ontvangen is leeg
De computer waarmee ik verbinding wil maken, heeft maar één telefoonpoort
Ik hoor statische ruis op mijn telefoonlijn sinds mijn apparaat hierop is aangesloten
De faxtest is mislukt
Ik heb problemen met faxen via Internet met een IP-telefoon
Het faxlogboekrapport geeft een fout weer
Het apparaat heeft problemen met het verzenden en ontvangen van faxen
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: controleer of het apparaat juist is ingesteld voor faxen
Oplossing 2: Schakel het apparaat in
Oplossing 3: Controleer of u het juiste type telefoonsnoer gebruikt
Oplossing 4: Zorg ervoor dat de andere kantoorapparatuur juist is aangesloten
Oplossing 5: Probeer de splitter te verwijderen
Oplossing 6: Controleer of de telefoonaansluiting goed werkt
Oplossing 7: Controleer of u ruis in de telefoonlijn hoort
Oplossing 8: Controleer of telefoontoestellen of andere apparatuur op de telefoonlijn
niet in gebruik zijn
Oplossing 9: Controleer dat het apparaat is aangesloten op een analoge telefoonlijn
Oplossing 10: Zorg ervoor dat u een DSL-filter hebt geïnstalleerd, als u een DSL-
service gebruikt
Oplossing 11: als u gebruik maakt van een DSL-service, controleer dan of de DSL-
modem op de juiste wijze is geaard
Oplossing 12: Zorg ervoor dat u een poort gebruikt die aan fax- en telefoonverkeer
is toegewezen, als u een PBX- of ISDN-converter gebruikt
Oplossing 13: Controleer op foutmeldingen en los deze op
Oplossing 14: De faxsnelheid vertragen
Oplossing 15: Als u over het internet faxt met een IP-telefoon, verstuur de fax dan op
een later moment
Oplossing 1: controleer of het apparaat juist is ingesteld voor faxen
Oplossing: Zorg ervoor dat u het apparaat goed hebt ingesteld voor faxen op basis
van de apparatuur en services die u op dezelfde telefoonlijn als het apparaat gebruikt.
Zie "
De HP Photosmart configureren voor faxen" op pagina 16 voor meer informatie.
Hoofdstuk 12
150 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Voer vervolgens een faxtest uit om de status van het apparaat te controleren en te
controleren of het apparaat juist is geconfigureerd.
De faxinstellingen controleren vanaf het bedieningspaneel
1. Plaats ongebruikt, gewoon wit papier van letter- of A4-formaat in de invoerlade.
2. Druk op Instellingen.
3. Druk op de pijltjestoets omlaag om Extra te markeren en druk vervolgens op
OK.
4. Druk op de pijltjestoets omlaag om Faxtest uitvoeren te markeren en druk
vervolgens op OK.
De HP Photosmart geeft de status van de test weer op het display en drukt een
rapport af.
5. Bekijk het rapport.
Als de test lukt, maar u nog steeds problemen hebt met faxen, dient u de
faxinstellingen te controleren die in het rapport worden weergegeven. Hierin
kunt u zien of de instellingen correct zijn. Een lege of onjuiste faxinstelling kan
faxproblemen veroorzaken.
Als de test is mislukt, kunt u in het rapport informatie vinden over het oplossen
van de aangetroffen problemen.
6. Nadat u het faxrapport van de HP Photosmart hebt ontvangen, drukt u op OK.
Los mogelijke gevonden problemen op en voer de test nogmaals uit.
Het apparaat drukt een rapport af met de testresultaten. Als de test is mislukt, bekijkt
u het rapport voor informatie over het oplossen van het probleem.
Meer informatie vindt u in:
"
De faxtest is mislukt" op pagina 194
Oorzaak: Het product werd niet goed opgesteld om te faxen.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: Schakel het apparaat in
Oplossing: Bekijk het display van de printer. Als het display leeg is en het Aan-
lampje niet brandt, is de printer uitgeschakeld. Zorg dat het netsnoer stevig is
aangesloten op de printer en in een stopcontact gestoken is. Druk op de knop Aan
om de printer in te schakelen.
Oorzaak: Het apparaat stond uit.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Problemen met faxen oplossen 151
Een probleem oplossen
Oplossing 3: Controleer of u het juiste type telefoonsnoer gebruikt
Oplossing:
Opmerking Deze mogelijke oplossing geldt alleen voor landen/regio's waar een
tweeaderig telefoonsnoer wordt meegeleverd in de verpakking met het apparaat:
Argentinië, Australië, Brazilië, Canada, Chili, China, Colombia, Griekenland,
India, Indonesië, Ierland, Japan, Korea, Latijns-Amerika, Maleisië, Mexico,
Filippijnen, Polen, Portugal, Rusland, Saoedi-Arabië, Singapore, Spanje, Taiwan,
Thailand, V.S., Venezuela en Vietnam.
Dit speciale tweeaderige telefoonsnoer verschilt van de meer gangbare vieraderige
telefoonsnoeren die u waarschijnlijk op kantoor gebruikt. Bekijk het uiteinde van het
telefoonsnoer en vergelijk dat met de twee soorten snoeren in de volgende
afbeelding.
Controleer of u het telefoonsnoer dat bij het apparaat werd geleverd voor de
telefoonaansluiting hebt gebruikt.
Het ene uiteinde van dit speciale tweeaderige telefoonsnoer moet worden
aangesloten op de poort 1-LINE op de achterkant van het apparaat en het andere
uiteinde op de wandaansluiting van de telefoon, zoals hieronder aangegeven.
1 Telefoonaansluiting
2 Gebruik het telefoonsnoer dat is meegeleverd in de doos van het product
Als u een vieraderig telefoonsnoer hebt gebruikt, koppelt u dit los, zoekt u het
tweeaderige telefoonsnoer en sluit u het tweeaderige telefoonsnoer vervolgens aan
op de poort 1-LINE op de achterkant van het apparaat.
Hoofdstuk 12
152 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Als het apparaat werd geleverd met een adapter voor een tweeaderig telefoonsnoer,
kunt u deze gebruiken met een vieraderig telefoonsnoer wanneer het geleverde
tweeaderige telefoonsnoer te kort is. Sluit de adapter voor het tweeaderige
telefoonsnoer aan op de poort 1-LINE aan de achterzijde van het apparaat. Sluit het
vieraderige telefoonsnoer aan op de beschikbare poort van de adapter en op de
telefoonaansluiting. Raadpleeg de meegeleverde documentatie voor meer informatie
over het gebruik van de adapter voor het tweeaderige telefoonsnoer.
Raadpleeg de documentatie van het apparaat voor meer informatie over het instellen
van het apparaat.
Oorzaak: Het verkeerde telefoonsnoer werd gebruikt om het apparaat aan te
sluiten, of het telefoonsnoer was op de verkeerde poort aangesloten.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 4: Zorg ervoor dat de andere kantoorapparatuur juist is aangesloten
Oplossing:
Opmerking Deze mogelijke oplossing geldt alleen voor landen/regio's waar een
tweeaderig telefoonsnoer wordt meegeleverd in de verpakking met het apparaat:
Argentinië, Australië, Brazilië, Canada, Chili, China, Colombia, Griekenland,
India, Indonesië, Ierland, Japan, Korea, Latijns-Amerika, Maleisië, Mexico,
Filippijnen, Polen, Portugal, Rusland, Saoedi-Arabië, Singapore, Spanje, Taiwan,
Thailand, V.S., Venezuela en Vietnam.
Controleer of u het apparaat juist hebt aangesloten op de telefoonaansluiting en op
de andere apparatuur en services die de telefoonlijn delen met uw apparaat.
Gebruik de poort 1-LINE op de achterkant van het apparaat voor aansluiting op de
telefoonaansluiting op de wand. Gebruik de poort 2-EXT voor aansluiting op andere
apparatuur, bijvoorbeeld een antwoordapparaat of telefoon, zoals hieronder
aangegeven.
Problemen met faxen oplossen 153
Een probleem oplossen
1 Telefoonaansluiting
2 Gebruik het telefoonsnoer dat is meegeleverd in de doos van het product
3 Telefoon (optioneel)
Raadpleeg de documentatie van het apparaat voor meer informatie over het instellen
van het apparaat.
Oorzaak: Andere kantoorapparatuur (zoals een antwoordapparaat of een telefoon)
was niet goed ingesteld met het apparaat.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 5: Probeer de splitter te verwijderen
Oplossing: Een telefoonlijnsplitter kan leiden tot faxproblemen. (Een splitter is een
verdeelstekker die wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de wand.) Als u
een splitter gebruikt, verwijder deze dan en sluit het apparaat direct aan op de
telefoonaansluiting op de wand.
Oorzaak: U gebruikte een telefoonlijnsplitter.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 6: Controleer of de telefoonaansluiting goed werkt
Oplossing: Probeer een werkende telefoon en telefoonsnoer aan te sluiten op de
telefoonaansluiting op de wand die u gebruikt voor het apparaat en controleer of u
een kiestoon hoort. Als u geen kiestoon hoort, neemt u contact op met de
telefoonmaatschappij voor service.
Oorzaak: De telefoonaansluiting op de wand werkte niet goed.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Hoofdstuk 12
154 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Oplossing 7: Controleer of u ruis in de telefoonlijn hoort
Oplossing: U kunt de geluidskwaliteit van de telefoonlijn controleren door een
telefoontoestel op een telefoonaansluiting aan te sluiten en te luisteren of u storingen
of ander ruis hoort. Als het probleem wordt veroorzaakt door ruis op de telefoonlijn,
neemt u contact op met de afzender om de fax opnieuw te laten verzenden. De
kwaliteit is mogelijk beter als u het opnieuw probeert. Als het probleem hiermee niet
is opgelost, schakelt u de Foutcorrectiemodus (ECM) uit en neemt u contact op met
de telefoonmaatschappij.
De instelling Lichter/Donkerder wijzigen vanaf het bedieningspaneel
1. Druk op Instellingen.
2. Druk op de pijltjestoets omlaag om Geavanc. faxinstellingen te markeren en
druk vervolgens op OK.
Het Geavanc. faxinstellingen-menu wordt weergegeven.
3. Druk op de pijltjestoets omlaag om Foutcorrectiemodus te markeren en druk
vervolgens op OK.
Het Foutcorrectiemodus-menu wordt weergegeven.
4. Druk op de pijltjestoets omlaag om Uit of Aan te markeren.
5. Druk op OK.
Oorzaak: Er was ruis op de telefoonlijn. Telefoonlijnen met een slechte
geluidskwaliteit (ruis) kunnen faxproblemen veroorzaken.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 8: Controleer of telefoontoestellen of andere apparatuur op de
telefoonlijn niet in gebruik zijn
Oplossing: Controleer of telefoontoestellen (telefoons op dezelfde telefoonlijn,
maar niet aangesloten op het apparaat) of andere apparatuur niet in gebruik zijn en
of de hoorn niet van de haak is. U kunt het apparaat bijvoorbeeld niet gebruiken om
te faxen als de hoorn van een telefoontoestel dat gebruik maakt van dezelfde
telefoonlijn van de haak is, of als u de computermodem gebruikt om te e-mailen of te
surfen op internet.
Oorzaak: Mogelijk is er andere apparatuur die gebruik maakt van dezelfde
telefoonlijn als het apparaat.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 9: Controleer dat het apparaat is aangesloten op een analoge
telefoonlijn
Oplossing: U moet het apparaat aansluiten op de analoge telefoonlijn voordat u
faxen kunt verzenden of ontvangen. Als u wilt controleren of uw telefoonlijn digitaal
is, sluit u een gewone analoge telefoon aan op de lijn en luistert u naar de kiestoon.
Problemen met faxen oplossen 155
Een probleem oplossen
Als u geen normale kiestoon hoort, is de telefoonlijn mogelijk bedoeld voor digitale
telefoons. Sluit het apparaat aan op een analoge telefoonlijn en probeer een fax te
verzenden of ontvangen.
Opmerking Als u niet zeker weet wat voor soort telefoonlijn u hebt (analoog of
digitaal), kunt u dit controleren bij uw dienstaanbieder.
Oorzaak: Het apparaat is mogelijk aangesloten op een telefoonaansluiting die was
ingesteld voor digitale telefoons.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 10: Zorg ervoor dat u een DSL-filter hebt geïnstalleerd, als u een DSL-
service gebruikt
Oplossing: Als u een DSL-verbinding gebruikt, kunt u alleen goed faxen als u een
DSL-filter aansluit. De DSL-service verzendt een digitaal signaal over de telefoonlijn
die het apparaat kan verstoren, waardoor het apparaat geen faxen kan verzenden of
ontvangen. Het DSL-filter verwijdert het digitale signaal en zorgt ervoor dat het
apparaat goed met de telefoonlijn kan communiceren.
Als u wilt controleren of er reeds een filter is geïnstalleerd, moet u naar de telefoonlijn
of kiestoon luisteren. Als u een ruis op de lijn hebt, is er waarschijnlijk geen DSL-filter
geïnstalleerd of niet correct geïnstalleerd. U kunt een DSL-filter aanschaffen bij uw
DSL-provider. Als u al een DSL-filter hebt, controleert u of het filter correct is
aangesloten.
Oorzaak: Het apparaat deelt dezelfde telefoonlijn met een DSL-verbinding en er
was geen DSL-filter aangesloten.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 11: als u gebruik maakt van een DSL-service, controleer dan of de DSL-
modem op de juiste wijze is geaard
Oplossing: Als de DSL-modem niet goed is geaard, kan deze ruis op de telefoonlijn
veroorzaken. Telefoonlijnen met een slechte geluidskwaliteit (ruis) kunnen
faxproblemen veroorzaken. U kunt de geluidskwaliteit van de telefoonlijn controleren
door een telefoontoestel op een telefoonaansluiting aan te sluiten en te luisteren of
u storingen of ander ruis hoort.
Schakel uw DSL-modem uit als u ruis hoort.
Opmerking Neem contact op met de DSL-aanbieder voor informatie over het
uitschakelen van de DSL-modem.
Hoofdstuk 12
156 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Zet de stroom gedurende ten minste 15 minuten volledig uit, en schakel de DSL-
modem vervolgens weer in.
Luister opnieuw naar de kiestoon.
Probeer een fax te verzenden of te ontvangen als de kiestoon duidelijk wordt
weergegeven (geen ruis).
Opmerking Mogelijk zal er in de toekomst opnieuw ruis optreden op de
telefoonlijn. Herhaal het proces als het apparaat geen faxen meer verzendt
en ontvangt.
Neem contact op met uw telefoonmaatschappij als u nog steeds ruis op de
telefoonlijn hoort.
Oorzaak: Het apparaat deelt dezelfde telefoonlijn met een DSL-verbinding en de
DSL-modem was mogelijk niet op de juiste wijze geaard.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 12: Zorg ervoor dat u een poort gebruikt die aan fax- en telefoonverkeer
is toegewezen, als u een PBX- of ISDN-converter gebruikt
Oplossing: Zorg ervoor dat het toestel is aangesloten op de poort die aan fax- en
telefoonverkeer is toegewezen. Zorg ook dat de adapter zo mogelijk is ingesteld op
het juiste switch-type voor uw land/regio.
Opmerking Bij sommige ISDN-systemen kunt u de poorten configureren voor
specifieke telefoonapparatuur. U kunt bijvoorbeeld een poort toewijzen aan een
telefoon en Groep 3-faxapparaat en een andere voor meerdere doelen. Als u
problemen hebt bij aansluiting op de fax-/telefoonpoort van uw ISDN-converter,
probeer dan de poort te gebruiken die voor meerdere doeleinden is bedoeld; deze
kan bijvoorbeeld Multi-combi heten.
Raadpleeg het documentatieboekje bij het toestel voor meer informatie over het
instellen van het toestel met een PBX-telefoonsysteem of ISDN-lijn.
Oorzaak: U gebruikte een PBX- of een ISDN-converter/adapter.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 13: Controleer op foutmeldingen en los deze op
Oplossing: Controleer of op het display of op de computer een foutmelding wordt
weergegeven met informatie over het probleem en de manier waarop u het kunt
oplossen. In geval van een fout kan het apparaat pas faxberichten verzenden of
ontvangen wanneer de foutsituatie is opgelost.
U kunt de status van het apparaat ook controleren door te klikken op Status in de HP
Solution Center.
Oorzaak: Een ander proces heeft een fout in het apparaat veroorzaakt.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Problemen met faxen oplossen 157
Een probleem oplossen
Oplossing 14: De faxsnelheid vertragen
Oplossing: U moet mogelijk faxen met een lagere snelheid verzenden. Stel de
optie Faxsnelheid in op Normaal (14400) of Langzaam (9600) als u een van de
volgende services gebruikt:
Een internet-telefoonservice
Een PBX-systeem
Fax over internetprotocol (FoIP)
Een ISDN-service
De faxsnelheid instellen via het bedieningspaneel
1. Druk op Instellingen.
2. Druk op de pijltjestoets omlaag om Geavanc. faxinstellingen te markeren en
druk vervolgens op OK.
3. Druk op de pijltjestoets omlaag om Faxsnelheid te markeren en druk vervolgens
op OK.
4. Druk op de pijltjestoets omlaag om een van de volgende instellingen te selecteren
en druk vervolgens op OK.
Instelling faxsnelheid Faxsnelheid
Snel (33600) v.34 (33600 baud)
Normaal (14400) v.17 (14400 baud)
Langzaam (9600) v.29 (9600 baud)
Oorzaak: De snelheid voor Faxsnelheid was te hoog.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 15: Als u over het internet faxt met een IP-telefoon, verstuur de fax dan
op een later moment
Oplossing: Probeer de fax op een later tijdstip opnieuw te verzenden. Controleer
ook of uw internetprovider faxen via internet ondersteunt.
Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met uw internetprovider.
Oorzaak: U faxte via internet met behulp van een IP-telefoon en er zijn problemen
met de transmissie.
Het apparaat kan geen faxen verzenden, maar wel ontvangen
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
Hoofdstuk 12
158 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: controleer of het apparaat juist is ingesteld voor faxen
Oplossing 2: Controleer het faxnummer
Oplossing 3: Kies het faxnummer langzamer
Oplossing 4: Controleer of er problemen zijn met het ontvangende faxapparaat
Oplossing 1: controleer of het apparaat juist is ingesteld voor faxen
Oplossing: Zorg ervoor dat u het apparaat goed hebt ingesteld voor faxen op basis
van de apparatuur en services die u op dezelfde telefoonlijn als het apparaat gebruikt.
Zie "
De HP Photosmart configureren voor faxen" op pagina 16 voor meer informatie.
Voer vervolgens een faxtest uit om de status van het apparaat te controleren en te
controleren of het apparaat juist is geconfigureerd.
De faxinstellingen controleren vanaf het bedieningspaneel
1. Plaats ongebruikt, gewoon wit papier van letter- of A4-formaat in de invoerlade.
2. Druk op Instellingen.
3. Druk op de pijltjestoets omlaag om Extra te markeren en druk vervolgens op
OK.
4. Druk op de pijltjestoets omlaag om Faxtest uitvoeren te markeren en druk
vervolgens op OK.
De HP Photosmart geeft de status van de test weer op het display en drukt een
rapport af.
5. Bekijk het rapport.
Als de test lukt, maar u nog steeds problemen hebt met faxen, dient u de
faxinstellingen te controleren die in het rapport worden weergegeven. Hierin
kunt u zien of de instellingen correct zijn. Een lege of onjuiste faxinstelling kan
faxproblemen veroorzaken.
Als de test is mislukt, kunt u in het rapport informatie vinden over het oplossen
van de aangetroffen problemen.
6. Nadat u het faxrapport van de HP Photosmart hebt ontvangen, drukt u op OK.
Los mogelijke gevonden problemen op en voer de test nogmaals uit.
Het apparaat drukt een rapport af met de testresultaten. Als de test is mislukt, bekijkt
u het rapport voor informatie over het oplossen van het probleem.
Meer informatie vindt u in:
"
De faxtest is mislukt" op pagina 194
Oorzaak: Het product werd niet goed opgesteld om te faxen.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Problemen met faxen oplossen 159
Een probleem oplossen
Oplossing 2: Controleer het faxnummer
Oplossing: Controleer of het door u ingevoerde nummer correct is en de juiste
notatie heeft. U moet bijvoorbeeld een '9' als prefix kiezen, afhankelijk van uw
telefoonsysteem.
Als u werkt met een telefooncentrale (PBX), moet u ervoor zorgen dat u het nummer
voor de uitgaande lijn kiest voordat u het faxnummer kiest.
Oorzaak: Het nummer dat u hebt ingegeven bij het versturen van de fax was niet
in het juiste formaat.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: Kies het faxnummer langzamer
Oplossing: Voeg een aantal pauzes in de nummer om de kiessnelheid te
vertragen. Als u bijvoorbeeld een buitenlijn moet kiezen voordat u het
telefoonnummer kiest, voegt u een pauze in na het toegangsnummer. Als uw nummer
95555555 is en u met een 9 toegang krijgt tot een buitenlijn, moet u mogelijk als volgt
pauzes invoegen: 9-555-5555. Druk meerdere keren op de symbooltoets
(aangegeven met een sterretje op het toetsenblok als u een pauze wilt invoegen in
het faxnummer dat u invoert, totdat een streepje (-) op het scherm verschijnt.
U kunt ook faxen verzenden via handsfree kiezen. Hierdoor kunt u de telefoonlijn
horen terwijl u een nummer kiest. U kunt de kiessnelheid zelf bepalen en reageren
op kiestonen terwijl u een nummer kiest.
Meer informatie vindt u in:
"
Een faxbericht verzenden" op pagina 89
Oorzaak: Het apparaat koos mogelijk te snel of te snel achter elkaar.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 4: Controleer of er problemen zijn met het ontvangende faxapparaat
Oplossing: Probeer het desbetreffende faxnummer te bellen met een gewone
telefoon en luister of u ook faxtonen hoort. Als u geen faxtonen hoort, is het
ontvangende faxapparaat mogelijk niet ingeschakeld of niet aangesloten of stoort een
voicemailservice de communicatie via de telefoonlijn van de ontvanger. U kunt ook
de ontvanger vragen om na te gaan of er misschien problemen zijn met het
ontvangende faxapparaat.
Oorzaak: Er waren problemen met het ontvangende faxapparaat.
Het apparaat heeft problemen met het verzenden van een handmatige fax
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Hoofdstuk 12
160 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Oplossing 1: Controleer of het ontvangende faxapparaat een handmatige fax kan
ontvangen
Oplossing 2: Sluit de telefoon op de juiste poort aan
Oplossing 3: Stuur de fax binnen 3 seconden nadat u de faxtonen hoort
Oplossing 4: De faxsnelheid vertragen
Oplossing 1: Controleer of het ontvangende faxapparaat een handmatige fax kan
ontvangen
Oplossing: Informeer bij de ontvanger of zijn faxapparaat handmatig faxen kan
ontvangen.
Oorzaak: Het faxapparaat van de ontvanger ondersteunt handmatig faxen niet.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: Sluit de telefoon op de juiste poort aan
Oplossing:
Opmerking Deze mogelijke oplossing geldt alleen voor landen/regio's waar een
tweeaderig telefoonsnoer wordt meegeleverd in de verpakking met het apparaat:
Argentinië, Australië, Brazilië, Canada, Chili, China, Colombia, Griekenland,
India, Indonesië, Ierland, Japan, Korea, Latijns-Amerika, Maleisië, Mexico,
Filippijnen, Polen, Portugal, Rusland, Saoedi-Arabië, Singapore, Spanje, Taiwan,
Thailand, V.S., Venezuela en Vietnam.
Als u handmatig een fax wilt verzenden, moet de telefoon rechtstreeks zijn
aangesloten op de poort 2-EXT op het apparaat, zoals hieronder aangegeven.
1 Telefoonaansluiting
2 Gebruik het telefoonsnoer dat is meegeleverd in de doos van het product
3 Telefoon
Problemen met faxen oplossen 161
Een probleem oplossen
Raadpleeg het documentatieboekje bij het apparaat voor meer informatie over het
instellen van het apparaat in combinatie met de telefoon.
Oorzaak: De telefoon die is gebruikt voor het initiëren van de faxoproep is niet
rechtstreeks aangesloten op het apparaat of is niet goed aangesloten.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: Stuur de fax binnen 3 seconden nadat u de faxtonen hoort
Oplossing: Als u handmatig een fax verzendt, moet u binnen drie seconden nadat
u de faxtonen van de ontvanger hebt gehoord, op Start faxen drukken, anders kan
de transmissie mislukken.
Oorzaak: U hebt niet binnen drie seconden na het horen van de faxtonen op Start
faxen gedrukt.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 4: De faxsnelheid vertragen
Oplossing: U moet mogelijk faxen met een lagere snelheid verzenden. Stel de
optie Faxsnelheid in op Normaal (14400) of Langzaam (9600) als u een van de
volgende services gebruikt:
Een internet-telefoonservice
Een PBX-systeem
Fax over internetprotocol (FoIP)
Een ISDN-service
De faxsnelheid instellen via het bedieningspaneel
1. Druk op Instellingen.
2. Druk op de pijltjestoets omlaag om Geavanc. faxinstellingen te markeren en
druk vervolgens op OK.
3. Druk op de pijltjestoets omlaag om Faxsnelheid te markeren en druk vervolgens
op OK.
4. Druk op de pijltjestoets omlaag om een van de volgende instellingen te selecteren
en druk vervolgens op OK.
Instelling faxsnelheid Faxsnelheid
Snel (33600) v.34 (33600 baud)
Normaal (14400) v.17 (14400 baud)
Langzaam (9600) v.29 (9600 baud)
Hoofdstuk 12
162 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Oorzaak: De snelheid voor Faxsnelheid was mogelijk te hoog ingesteld.
Pagina's van een fax die ik heb verzonden, ontbreken
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: Controleer of er problemen zijn met het ontvangende faxapparaat
Oplossing 2: Controleer of u ruis in de telefoonlijn hoort
Oplossing 3: controleer of er niet meerdere pagina's worden opgepakt door de
documentinvoer
Oplossing 1: Controleer of er problemen zijn met het ontvangende faxapparaat
Oplossing: Probeer het desbetreffende faxnummer te bellen met een gewone
telefoon en luister of u ook faxtonen hoort. Als u geen faxtonen hoort, is het
ontvangende faxapparaat mogelijk niet ingeschakeld of niet aangesloten of stoort een
voicemailservice de communicatie via de telefoonlijn van de ontvanger. U kunt ook
de ontvanger vragen om na te gaan of er misschien problemen zijn met het
ontvangende faxapparaat.
Oorzaak: Er waren problemen met het ontvangende faxapparaat.
Oplossing 2: Controleer of u ruis in de telefoonlijn hoort
Oplossing: U kunt de geluidskwaliteit van de telefoonlijn controleren door een
telefoontoestel op een telefoonaansluiting aan te sluiten en te luisteren of u storingen
of ander ruis hoort. Als het probleem wordt veroorzaakt door ruis op de telefoonlijn,
neemt u contact op met de afzender om de fax opnieuw te laten verzenden. De
kwaliteit is mogelijk beter als u het opnieuw probeert. Als het probleem hiermee niet
is opgelost, schakelt u de Foutcorrectiemodus (ECM) uit en neemt u contact op met
de telefoonmaatschappij.
De instelling Lichter/Donkerder wijzigen vanaf het bedieningspaneel
1. Druk op Instellingen.
2. Druk op de pijltjestoets omlaag om Geavanc. faxinstellingen te markeren en
druk vervolgens op OK.
Het Geavanc. faxinstellingen-menu wordt weergegeven.
3. Druk op de pijltjestoets omlaag om Foutcorrectiemodus te markeren en druk
vervolgens op OK.
Het Foutcorrectiemodus-menu wordt weergegeven.
Problemen met faxen oplossen 163
Een probleem oplossen
4. Druk op de pijltjestoets omlaag om Uit of Aan te markeren.
5. Druk op OK.
Oorzaak: Er was ruis op de telefoonlijn. Telefoonlijnen met een slechte
geluidskwaliteit (ruis) kunnen faxproblemen veroorzaken.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: controleer of er niet meerdere pagina's worden opgepakt door de
documentinvoer
Oplossing: Druk een rapport Laatste transactie af om te controleren hoeveel
pagina's zijn verzonden. Als er twee of meer pagina's aan elkaar kleefden en tegelijk
zijn ingevoerd in de documentinvoerlade, komt het aantal pagina's in het rapport niet
overeen met het werkelijke aantal pagina's. Als het aantal pagina's in het rapport niet
overeenkomt met het werkelijke aantal pagina's, dient u wellicht het
scheidingsmechanisme in de automatische documentinvoer te reinigen.
Een Laatste transactie-rapport afdrukken
1. Druk op Instellingen.
2. Druk op de knop met de pijl omlaag tot Rapport afdrukken is gemarkeerd en
druk vervolgens op OK.
3. Druk op de knop met de pijl omlaag tot Laatste transactie is gemarkeerd en druk
vervolgens op OK.
Oorzaak: Er zijn twee of meer pagina's tegelijk ingevoerd door de
documentinvoerlade.
De kwaliteit van de fax die ik heb verzonden, is slecht
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: Controleer of u ruis in de telefoonlijn hoort
Oplossing 2: De faxresolutie verhogen
Oplossing 3: Controleer dat de glasplaat schoon is
Oplossing 4: Controleer of er problemen zijn met het ontvangende faxapparaat
Oplossing 5: Gebruik de instelling Lichter/Donkerder om het origineel donkerder te
maken wanneer u de fax stuurt
Oplossing 1: Controleer of u ruis in de telefoonlijn hoort
Oplossing: U kunt de geluidskwaliteit van de telefoonlijn controleren door een
telefoontoestel op een telefoonaansluiting aan te sluiten en te luisteren of u storingen
Hoofdstuk 12
164 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
of ander ruis hoort. Als het probleem wordt veroorzaakt door ruis op de telefoonlijn,
neemt u contact op met de afzender om de fax opnieuw te laten verzenden. De
kwaliteit is mogelijk beter als u het opnieuw probeert. Als het probleem hiermee niet
is opgelost, schakelt u de Foutcorrectiemodus (ECM) uit en neemt u contact op met
de telefoonmaatschappij.
De instelling Lichter/Donkerder wijzigen vanaf het bedieningspaneel
1. Druk op Instellingen.
2. Druk op de pijltjestoets omlaag om Geavanc. faxinstellingen te markeren en
druk vervolgens op OK.
Het Geavanc. faxinstellingen-menu wordt weergegeven.
3. Druk op de pijltjestoets omlaag om Foutcorrectiemodus te markeren en druk
vervolgens op OK.
Het Foutcorrectiemodus-menu wordt weergegeven.
4. Druk op de pijltjestoets omlaag om Uit of Aan te markeren.
5. Druk op OK.
Oorzaak: Er was ruis op de telefoonlijn. Telefoonlijnen met een slechte
geluidskwaliteit (ruis) kunnen faxproblemen veroorzaken.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: De faxresolutie verhogen
Oplossing: Wijzig de faxresolutie in Fijn (indien beschikbaar), of Zeer fijn voor
faxen van de hoogste kwaliteit Foto.
Oorzaak: De faxresolutie stond ingesteld op een lage resolutie, bijvoorbeeld
Standaard.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: Controleer dat de glasplaat schoon is
Oplossing: Maak een kopie om de kwaliteit van de afdruk te controleren als u een
fax verzendt vanaf de glasplaat. Als de kwaliteit van de afdruk slecht is, reinigt u de
glasplaat.
Oorzaak: De glasplaat van het apparaat was misschien vuil.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 4: Controleer of er problemen zijn met het ontvangende faxapparaat
Oplossing: Probeer het desbetreffende faxnummer te bellen met een gewone
telefoon en luister of u ook faxtonen hoort. Als u geen faxtonen hoort, is het
Problemen met faxen oplossen 165
Een probleem oplossen
ontvangende faxapparaat mogelijk niet ingeschakeld of niet aangesloten of stoort een
voicemailservice de communicatie via de telefoonlijn van de ontvanger. U kunt ook
de ontvanger vragen om na te gaan of er misschien problemen zijn met het
ontvangende faxapparaat.
Oorzaak: Er waren problemen met het ontvangende faxapparaat.
Oplossing 5: Gebruik de instelling Lichter/Donkerder om het origineel donkerder
te maken wanneer u de fax stuurt
Oplossing: Maak een kopie om de kwaliteit van de afdruk te controleren. Als de
afdruk te licht is, kunt u deze donkerder maken door de instelling Lichter/
Donkerder aan te passen wanneer u de fax verzendt.
Oorzaak: De instelling Lichter/Donkerder was mogelijk te licht ingesteld. Als u een
vervaagde, gevlekte of handgeschreven fax verzond, of een document met een
watermerk (zoals een rood zegel of postzegel), kunt u de instelling voor Lichter/
Donkerder wijzigen om de fax donkerder dan het origineel te verzenden.
Delen van een fax die ik heb verzonden, zijn afgesneden
Oplossing: Zorg dat het ontvangende faxapparaat het papierformaat kan
accepteren dat door u verzonden wordt. Zo niet, vraag dan de ontvanger of het
ontvangende faxapparaat een instelling heeft voor aanpassen aan pagina, waarmee
de binnenkomende fax kan worden verkleind tot een standaard papierformaat zoals
Letter of A4.
Oorzaak: Sommige faxapparaten kunnen geen faxberichten ontvangen die groter
zijn dan Letter- of A4-formaat. De fax was groter dan brief- of A4-formaat.
De fax die ik heb verzonden, is leeg ontvangen
Oplossing: Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar beneden tegen de
rechterbenedenhoek van de glasplaat.
Hoofdstuk 12
166 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Oorzaak: Het origineel is niet of niet goed geplaatst.
Faxoverdracht is langzaam
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: Het faxbericht in zwart-wit verzenden
Oplossing 2: De faxresolutie verlagen
Oplossing 3: Controleer of u ruis in de telefoonlijn hoort
Oplossing 4: Controleer of er problemen zijn met het ontvangende faxapparaat
Oplossing 5: De faxsnelheid verhogen
Oplossing 1: Het faxbericht in zwart-wit verzenden
Oplossing: Het versturen van een fax in kleur duurt dikwijls langer dan het
versturen van een fax in zwart-wit. Probeer de fax in zwart-wit te versturen.
Oorzaak: U verzond een kleurenfaxbericht.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: De faxresolutie verlagen
Oplossing: Voor een snellere transmissie gebruikt u de resolutie Standaard. Deze
instelling biedt de snelst mogelijke transmissie, maar de minst goede kwaliteit. De
resolutie is standaard ingesteld op Fijn, waardoor het verzenden langer kan duren.
Oorzaak: Het document bevatte veel afbeeldingen of heel kleine details.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: Controleer of u ruis in de telefoonlijn hoort
Oplossing: U kunt de geluidskwaliteit van de telefoonlijn controleren door een
telefoontoestel op een telefoonaansluiting aan te sluiten en te luisteren of u storingen
of ander ruis hoort. Als het probleem wordt veroorzaakt door ruis op de telefoonlijn,
neemt u contact op met de afzender om de fax opnieuw te laten verzenden. De
kwaliteit is mogelijk beter als u het opnieuw probeert. Als het probleem hiermee niet
is opgelost, schakelt u de Foutcorrectiemodus (ECM) uit en neemt u contact op met
de telefoonmaatschappij.
De instelling Lichter/Donkerder wijzigen vanaf het bedieningspaneel
1. Druk op Instellingen.
Problemen met faxen oplossen 167
Een probleem oplossen
2. Druk op de pijltjestoets omlaag om Geavanc. faxinstellingen te markeren en
druk vervolgens op OK.
Het Geavanc. faxinstellingen-menu wordt weergegeven.
3. Druk op de pijltjestoets omlaag om Foutcorrectiemodus te markeren en druk
vervolgens op OK.
Het Foutcorrectiemodus-menu wordt weergegeven.
4. Druk op de pijltjestoets omlaag om Uit of Aan te markeren.
5. Druk op OK.
Oorzaak: Er was ruis op de telefoonlijn. Telefoonlijnen met een slechte
geluidskwaliteit (ruis) kunnen faxproblemen veroorzaken.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 4: Controleer of er problemen zijn met het ontvangende faxapparaat
Oplossing: Probeer het desbetreffende faxnummer te bellen met een gewone
telefoon en luister of u ook faxtonen hoort. Als u geen faxtonen hoort, is het
ontvangende faxapparaat mogelijk niet ingeschakeld of niet aangesloten of stoort een
voicemailservice de communicatie via de telefoonlijn van de ontvanger. U kunt ook
de ontvanger vragen om na te gaan of er misschien problemen zijn met het
ontvangende faxapparaat.
Oorzaak: Er waren problemen met het ontvangende faxapparaat.
Oplossing 5: De faxsnelheid verhogen
Oplossing: Zorg ervoor dat de optie Faxsnelheid is ingesteld opSnel (33600) of
Normaal (14400).
De faxsnelheid instellen via het bedieningspaneel
1. Druk op Instellingen.
2. Druk op de pijltjestoets omlaag om Geavanc. faxinstellingen te markeren en
druk vervolgens op OK.
3. Druk op de pijltjestoets omlaag om Faxsnelheid te markeren en druk vervolgens
op OK.
4. Druk op de pijltjestoets omlaag om een van de volgende instellingen te selecteren
en druk vervolgens op OK.
Instelling faxsnelheid Faxsnelheid
Snel (33600) v.34 (33600 baud)
Normaal (14400) v.17 (14400 baud)
Hoofdstuk 12
168 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Instelling faxsnelheid Faxsnelheid
Langzaam (9600) v.29 (9600 baud)
Oorzaak: De optie Faxsnelheid stond ingesteld op een langzame
transmissiesnelheid.
Er worden faxtonen opgenomen op mijn antwoordapparaat
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: Zorg ervoor dat het antwoordapparaat is aangesloten op de juiste poort
Oplossing 2: Stel het apparaat in om automatisch faxen te beantwoorden
Oplossing 1: Zorg ervoor dat het antwoordapparaat is aangesloten op de juiste
poort
Oplossing:
Opmerking Deze mogelijke oplossing geldt alleen voor landen/regio's waar een
tweeaderig telefoonsnoer wordt meegeleverd in de verpakking met het apparaat:
Argentinië, Australië, Brazilië, Canada, Chili, China, Colombia, Griekenland,
India, Indonesië, Ierland, Japan, Korea, Latijns-Amerika, Maleisië, Mexico,
Filippijnen, Polen, Portugal, Rusland, Saoedi-Arabië, Singapore, Spanje, Taiwan,
Thailand, V.S., Venezuela en Vietnam.
Als u een antwoordapparaat gebruikt op de telefoonlijn waarop u ook faxoproepen
ontvangt, moet u het antwoordapparaat rechtstreeks aansluiten op het apparaat via
de poort 2-EXT, zoals hieronder aangegeven.
Problemen met faxen oplossen 169
Een probleem oplossen
1 Telefoonaansluiting
2 Maak een verbinding met de "IN"-poort op uw antwoordapparaat
3 Maak een verbinding met de "OUT"-poort op uw antwoordapparaat
4 Telefoon (optioneel)
5 Antwoordapparaat
6 Gebruik het telefoonsnoer dat is meegeleverd in de doos van het product
Controleer of het apparaat is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen en
dat de instelling voor het aantal belsignalen voor antwoord correct is. Het aantal
belsignalen voordat de oproep wordt beantwoord, moet voor het apparaat groter zijn
dan voor het antwoordapparaat. Als het antwoordapparaat en het apparaat zijn
ingesteld op hetzelfde aantal belsignalen om te antwoorden, zullen beide apparaten
de oproep beantwoorden en worden faxtonen opgenomen op het antwoordapparaat.
Stel het antwoordapparaat in op een klein aantal belsignalen en het apparaat op het
hoogste aantal belsignalen dat is toegestaan. (Het maximum aantal belsignalen
varieert per land/regio.) Bij deze instelling beantwoordt het antwoordapparaat de
oproep en bewaakt het apparaat de lijn. Als het apparaat faxsignalen detecteert, zal
het apparaat de fax ontvangen. Als de oproep een gespreksoproep is, neemt het
antwoordapparaat het binnenkomende bericht op.
Raadpleeg "
De HP Photosmart configureren voor faxen" op pagina 16 voor informatie
over het instellen van het apparaat als u een voicemailservice gebruikt.
Oorzaak: Het antwoordapparaat was niet goed met het apparaat ingesteld of de
instelling van het aantal belsignalen voor het beantwoorden was niet juist.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: Stel het apparaat in om automatisch faxen te beantwoorden
Oplossing: Stel het apparaat in op automatisch beantwoorden van
binnenkomende oproepen door Automatisch antwoorden in te schakelen. Als deze
Hoofdstuk 12
170 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
is uitgeschakeld, bewaakt het apparaat geen binnenkomende oproepen en worden
geen faxen ontvangen. Het antwoordapparaat zal in dit geval de faxoproep
beantwoorden en de faxtonen opnemen.
Raadpleeg het documentatieboekje van het apparaat voor informatie over het
instellen van het apparaat als u een antwoordapparaat hebt.
Oorzaak: Het apparaat is ingesteld op handmatige ontvangst van faxen. Dit
betekent dat het apparaat geen binnenkomende oproepen beantwoordt. U moet zelf
aanwezig zijn om de binnenkomende faxoproepen te beantwoorden, anders kan het
apparaat de fax niet ontvangen en neemt uw antwoordapparaat de faxtonen op.
Het apparaat kan geen faxen ontvangen maar wel verzenden
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: controleer of het apparaat juist is ingesteld voor faxen
Oplossing 2: De instelling Automatisch beantwoorden controleren
Oplossing 3: Stel het apparaat in op het handmatig beantwoorden van faxen
Oplossing 4: Als u een computermodem voor inbellen hebt op dezelfde telefoonlijn
als het apparaat, moet u ervoor zorgen dat de modemsoftware de fax niet
onderschept
Oplossing 5: Als u een antwoordapparaat hebt op dezelfde telefoonlijn als het
apparaat, neem dan een nieuw uitgaand bericht op
Oplossing 6: Als u een antwoordapparaat op dezelfde telefoonlijn hebt als het
apparaat, zorg er dan voor dat het op de juiste poort is aangesloten
Oplossing 7: Als u een service voor specifieke belsignalen gebruikt, zorg er dan voor
dat de instelling voor Specifieke belsignalen past bij het belsignaal voor uw
faxnummer
Oplossing 8: Als u geen service voor specifieke belsignalen gebruikt, zorg er dan voor
dat de instelling Specifieke belsignalen staat ingesteld op Alle belsignalen
Oplossing 9: Controleer of andere apparatuur op de telefoonlijn het faxsignaal niet
verzwakt
Oplossing 10: Wis het geheugen van het apparaat
Oplossing 11: Controleer of er foutmeldingen op het display worden weergegeven
Oplossing 1: controleer of het apparaat juist is ingesteld voor faxen
Oplossing: Zorg ervoor dat u het apparaat goed hebt ingesteld voor faxen op basis
van de apparatuur en services die u op dezelfde telefoonlijn als het apparaat gebruikt.
Zie "
De HP Photosmart configureren voor faxen" op pagina 16 voor meer informatie.
Problemen met faxen oplossen 171
Een probleem oplossen
Voer vervolgens een faxtest uit om de status van het apparaat te controleren en te
controleren of het apparaat juist is geconfigureerd.
De faxinstellingen controleren vanaf het bedieningspaneel
1. Plaats ongebruikt, gewoon wit papier van letter- of A4-formaat in de invoerlade.
2. Druk op Instellingen.
3. Druk op de pijltjestoets omlaag om Extra te markeren en druk vervolgens op
OK.
4. Druk op de pijltjestoets omlaag om Faxtest uitvoeren te markeren en druk
vervolgens op OK.
De HP Photosmart geeft de status van de test weer op het display en drukt een
rapport af.
5. Bekijk het rapport.
Als de test lukt, maar u nog steeds problemen hebt met faxen, dient u de
faxinstellingen te controleren die in het rapport worden weergegeven. Hierin
kunt u zien of de instellingen correct zijn. Een lege of onjuiste faxinstelling kan
faxproblemen veroorzaken.
Als de test is mislukt, kunt u in het rapport informatie vinden over het oplossen
van de aangetroffen problemen.
6. Nadat u het faxrapport van de HP Photosmart hebt ontvangen, drukt u op OK.
Los mogelijke gevonden problemen op en voer de test nogmaals uit.
Het apparaat drukt een rapport af met de testresultaten. Als de test is mislukt, bekijkt
u het rapport voor informatie over het oplossen van het probleem.
Meer informatie vindt u in:
"
De faxtest is mislukt" op pagina 194
Oorzaak: Het product werd niet goed opgesteld om te faxen.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: De instelling Automatisch beantwoorden controleren
Oplossing: Afhankelijk van de installaties op uw kantoor kunt u het apparaat
mogelijk instellen op het automatisch beantwoorden van binnenkomende oproepen.
Raadpleeg het documentatieboekje van het apparaat als u wilt weten wat de
aanbevolen antwoordmodus is voor uw kantoorinstallatie.
Als Automatisch antwoorden uitgeschakeld moet zijn, moet u op Start faxen
drukken om een fax te ontvangen.
Oorzaak: Automatisch antwoorden was uitgeschakeld, wat betekent dat het
apparaat geen binnenkomende oproepen zou beantwoorden. U moet zelf aanwezig
zijn om de binnenkomende faxoproepen te beantwoorden om faxen te ontvangen.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Hoofdstuk 12
172 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Oplossing 3: Stel het apparaat in op het handmatig beantwoorden van faxen
Oplossing: Stel het apparaat in op het handmatig beantwoorden van faxen. U kunt
faxen niet automatisch ontvangen als u een voicemailservice hebt op hetzelfde
telefoonnummer dat u voor faxen gebruikt. U moet faxen handmatig ontvangen. Dit
betekent dat u zelf aanwezig moet zijn om binnenkomende faxoproepen te
beantwoorden.
Raadpleeg het documentatieboekje van het apparaat voor meer informatie over het
instellen van het apparaat als u een voicemailservice hebt.
Oorzaak: U was geabonneerd op een voicemailservice op hetzelfde
telefoonnummer dat u voor faxoproepen gebruikte.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 4: Als u een computermodem voor inbellen hebt op dezelfde telefoonlijn
als het apparaat, moet u ervoor zorgen dat de modemsoftware de fax niet
onderschept
Oplossing: Als u een computermodem gebruikt op dezelfde telefoonlijn als het
apparaat, moet u controleren of de software van de modem niet is ingesteld op het
automatisch ontvangen van faxen. Als de modemsoftware is ingesteld op het
automatisch ontvangen van faxen, wordt de telefoonlijn automatisch overgenomen.
In dat geval worden alle faxen door het modem ontvangen, zodat het apparaat geen
faxoproepen kan ontvangen.
Oorzaak: U had een computermodem die gebruik maakt van dezelfde telefoonlijn
als het apparaat.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 5: Als u een antwoordapparaat hebt op dezelfde telefoonlijn als het
apparaat, neem dan een nieuw uitgaand bericht op
Oplossing: Koppel het antwoordapparaat los en probeer vervolgens een fax te
ontvangen. Als u kunt faxen zonder het antwoordapparaat, ligt het probleem mogelijk
bij het antwoordapparaat. Sluit het antwoordapparaat weer aan en spreek het bericht
opnieuw in.
Neem een bericht van ongeveer 10 seconden op.
Spreek bij het opnemen van het bericht in een rustig tempo en met een niet te
hard volume.
Neem ten minste vijf seconden stilte op na het einde van het gesproken bericht.
Tijdens deze stilte dient er geen achtergrondgeluid te zijn.
Problemen met faxen oplossen 173
Een probleem oplossen
Oorzaak: Als u naast het apparaat een antwoordapparaat gebruikte op dezelfde
telefoonlijn, kan een van de volgende problemen zich voor hebben gedaan:
Het bericht dat is ingesproken op het antwoordapparaat, kan te lang of te luid zijn
geweest, waardoor het apparaat geen faxtonen kon detecteren en het
verzendende faxapparaat de verbinding kan hebben verbroken.
Mogelijk is de pauze na het ingesproken bericht te kort waardoor het apparaat
geen faxtonen kan detecteren. Dit probleem komt het vaakst voor bij digitale
antwoordapparaten.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 6: Als u een antwoordapparaat op dezelfde telefoonlijn hebt als het
apparaat, zorg er dan voor dat het op de juiste poort is aangesloten
Oplossing:
Opmerking Deze mogelijke oplossing geldt alleen voor landen/regio's waar een
tweeaderig telefoonsnoer wordt meegeleverd in de verpakking met het apparaat:
Argentinië, Australië, Brazilië, Canada, Chili, China, Colombia, Griekenland,
India, Indonesië, Ierland, Japan, Korea, Latijns-Amerika, Maleisië, Mexico,
Filippijnen, Polen, Portugal, Rusland, Saoedi-Arabië, Singapore, Spanje, Taiwan,
Thailand, V.S., Venezuela en Vietnam.
Als u een antwoordapparaat gebruikt op de telefoonlijn waarop u ook faxoproepen
ontvangt, moet u het antwoordapparaat rechtstreeks aansluiten op het apparaat via
de poort 2-EXT, zoals hieronder aangegeven. U moet ook het juiste aantal keren
rinkelen om te antwoorden instellen voor het antwoordapparaat en het apparaat.
Hoofdstuk 12
174 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
1 Telefoonaansluiting
2 Maak een verbinding met de "IN"-poort op uw antwoordapparaat
3 Maak een verbinding met de "OUT"-poort op uw antwoordapparaat
4 Telefoon (optioneel)
5 Antwoordapparaat
6 Gebruik het telefoonsnoer dat is meegeleverd in de doos van het product
Controleer of het apparaat is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen en
dat de instelling voor het aantal belsignalen voor antwoord correct is. Het aantal
belsignalen voordat de oproep wordt beantwoord, moet voor het apparaat groter zijn
dan voor het antwoordapparaat. Stel het antwoordapparaat in op een klein aantal
belsignalen en het apparaat op het hoogste aantal belsignalen dat op het apparaat
is toegestaan. (Het maximum aantal belsignalen varieert per land/regio.) Bij deze
instelling beantwoordt het antwoordapparaat de oproep en bewaakt het apparaat de
lijn. Als het apparaat faxsignalen detecteert, zal het apparaat de fax ontvangen. Als
de oproep een gespreksoproep is, neemt het antwoordapparaat het binnenkomende
bericht op.
Zie "
De HP Photosmart configureren voor faxen" op pagina 16 voor meer informatie
over het instellen van het apparaat.
Oorzaak: Het antwoordapparaat was niet goed geïnstalleerd in combinatie met het
apparaat.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 7: Als u een service voor specifieke belsignalen gebruikt, zorg er dan
voor dat de instelling voor Specifieke belsignalen past bij het belsignaal voor uw
faxnummer
Oplossing: Als aan uw faxnummer een speciaal belsignaal is toegewezen (via de
service voor specifieke belsignalen van uw telefoonmaatschappij), moet u ervoor
zorgen dat de instelling voor Specifiek belsignaal op het product overeenkomt. Als
Problemen met faxen oplossen 175
Een probleem oplossen
de telefoonmaatschappij aan uw nummer bijvoorbeeld een dubbel belsignaal heeft
toegewezen, moet u ervoor zorgen dat de instelling Dubbele belsignalen is
geselecteerd voor de optie Specifiek belsignaal.
Opmerking Het apparaat kan bepaalde rinkelpatronen niet herkennen, zoals
patronen met afwisselend korte en lange rinkelpatronen. Als u problemen hebt
met rinkelpatronen van dit type, vraagt u uw telefoonmaatschappij een
rinkelpatroon toe te wijzen zonder belsignalen van wisselende lengte.
Als u geen service voor specifieke belsignalen gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de
optie Specifiek belsignaal op het apparaat is ingesteld op Alle belsignalen.
Oorzaak: Aan uw faxnummer was een speciaal belsignaal toegewezen (via de
service voor specifieke belsignalen van uw telefoonmaatschappij) en de instelling
voor Specifiek belsignaal op het apparaat kwam niet overeen.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 8: Als u geen service voor specifieke belsignalen gebruikt, zorg er dan
voor dat de instelling Specifieke belsignalen staat ingesteld op Alle belsignalen
Oplossing: Als u geen service voor specifieke belsignalen gebruikt, moet u ervoor
zorgen dat de optie Specifiek belsignaal op het apparaat is ingesteld op Alle
belsignalen.
Oorzaak: De optie Specifiek belsignaal was niet ingesteld op Alle belsignalen
(en u gebruikte geen service voor specifieke belsignalen).
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 9: Controleer of andere apparatuur op de telefoonlijn het faxsignaal niet
verzwakt
Oplossing: Als het apparaat de telefoonlijn deelt met andere telefoonapparatuur,
zoals een antwoordapparaat, een computermodem of een schakelkast met meerdere
poorten, is het faxsignaal mogelijk minder sterk. Het faxsignaal kan ook minder sterk
zijn als u een splitter gebruikt of extra snoeren aansluit om het bereik van de telefoon
te vergroten. Een zwakker faxsignaal kan problemen met de ontvangst van faxen
veroorzaken.
Als u een splitter of verlengsnoeren gebruikt, koppelt u deze los en sluit u het
apparaat rechtstreeks aan op de telefoonaansluiting.
Om na te gaan of de andere apparatuur de problemen veroorzaakt, koppelt u
alles los van de telefoonlijn behalve het apparaat en probeert u vervolgens een
faxbericht te ontvangen. Als u zonder de andere apparatuur wel faxen kunt
ontvangen, worden de problemen veroorzaakt door een of meer van deze
losgekoppelde apparaten. Voeg de apparaten een voor een toe en voer na elk
toegevoegd onderdeel de test uit, totdat u kunt bepalen welk apparaat het
probleem veroorzaakt.
Oorzaak: Het faxsignaalniveau was mogelijk niet sterk genoeg, wat problemen kan
veroorzaken bij het ontvangen van faxen.
Hoofdstuk 12
176 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 10: Wis het geheugen van het apparaat
Oplossing: Als Back-up van faxontvangst is ingeschakeld en er een foutbericht
op het apparaat verschijnt, kan het geheugen vol raken met faxen die nog niet zijn
afgedrukt en zal het apparaat geen oproepen meer beantwoorden. Als er een fout is
opgetreden waardoor het apparaat geen faxen kan afdrukken, controleert u het
scherm voor informatie over de fout. Zorg ervoor dat:
Het apparaat aan staat. Druk op de knop Aan om het apparaat aan te zetten.
Het product juist is ingesteld voor faxen. Raadpleeg de gedrukte documentatie
voor meer informatie.
Er is papier ingevoerd in de invoerlade.
Er is geen papierstoring opgetreden.
De wagen met de inktpatronen is niet vastgelopen of geblokkeerd. Schakel het
apparaat uit, verwijder de objecten die de wagen met printcartridges blokkeren,
inclusief eventueel verpakkingsmateriaal, en schakel het apparaat weer in.
De klep van de printcartridge is gesloten. Zo niet, sluit dan het vak met
printcartridges, zoals hieronder wordt weergegeven.
Los eventuele problemen op. Het apparaat begint automatisch met het afdrukken van
alle faxen in het geheugen die nog niet zijn afgedrukt. Als u het geheugen wilt
leegmaken, kunt u de faxen die zijn opgeslagen in het geheugen verwijderen door
het apparaat uit te schakelen.
Oorzaak: Het geheugen van het apparaat is vol.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Problemen met faxen oplossen 177
Een probleem oplossen
Oplossing 11: Controleer of er foutmeldingen op het display worden weergegeven
Oplossing: Als er een fout is opgetreden waardoor het apparaat geen faxen kan
afdrukken, controleert u het scherm voor informatie over de fout. Zorg ervoor dat:
Het apparaat aan staat. Druk op de knop Aan om het apparaat aan te zetten.
Het product juist is ingesteld voor faxen. Raadpleeg de gedrukte documentatie
voor meer informatie.
Er is papier ingevoerd in de invoerlade.
Er is geen papierstoring opgetreden.
De wagen met de inktpatronen is niet vastgelopen of geblokkeerd. Schakel het
apparaat uit, verwijder de objecten die de wagen met printcartridges blokkeren,
inclusief eventueel verpakkingsmateriaal, en schakel het apparaat weer in.
De klep van de printcartridge is gesloten. Zo niet, sluit dan het vak met
printcartridges, zoals hieronder wordt weergegeven.
Opmerking Als op het apparaat een uitlijningsbericht wordt weergegeven, kunt
u mogelijk op de knop naast OK drukken om het bericht te verwijderen en het
faxen te hervatten.
Als u eventuele problemen hebt opgelost, kan het apparaat beginnen met het
beantwoorden van binnenkomende faxoproepen.
Oorzaak: Er was een fout opgetreden waardoor het apparaat geen faxen ontving
en Back-up van faxontvangst is ingesteld op Uit.
Het apparaat heeft problemen met het ontvangen van een handmatige fax
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: De faxsnelheid vertragen
Oplossing 2: Controleer of er foutmeldingen op het display worden weergegeven
Hoofdstuk 12
178 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Oplossing 1: De faxsnelheid vertragen
Oplossing: U moet mogelijk faxen met een lagere snelheid verzenden. Stel de
optie Faxsnelheid in op Normaal (14400) of Langzaam (9600) als u een van de
volgende services gebruikt:
Een internet-telefoonservice
Een PBX-systeem
Fax over internetprotocol (FoIP)
Een ISDN-service
De faxsnelheid instellen via het bedieningspaneel
1. Druk op Instellingen.
2. Druk op de pijltjestoets omlaag om Geavanc. faxinstellingen te markeren en
druk vervolgens op OK.
3. Druk op de pijltjestoets omlaag om Faxsnelheid te markeren en druk vervolgens
op OK.
4. Druk op de pijltjestoets omlaag om een van de volgende instellingen te selecteren
en druk vervolgens op OK.
Instelling faxsnelheid Faxsnelheid
Snel (33600) v.34 (33600 baud)
Normaal (14400) v.17 (14400 baud)
Langzaam (9600) v.29 (9600 baud)
Oorzaak: De snelheid voor Faxsnelheid was mogelijk te hoog ingesteld.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: Controleer of er foutmeldingen op het display worden weergegeven
Oplossing: Als er een fout is opgetreden waardoor het apparaat geen faxen kan
afdrukken, controleert u het scherm voor informatie over de fout. Zorg ervoor dat:
Het apparaat aan staat. Druk op de knop Aan om het apparaat aan te zetten.
Het product juist is ingesteld voor faxen. Raadpleeg de gedrukte documentatie
voor meer informatie.
Er is papier ingevoerd in de invoerlade.
Er is geen papierstoring opgetreden.
De wagen met de inktpatronen is niet vastgelopen of geblokkeerd. Schakel het
apparaat uit, verwijder de objecten die de wagen met printcartridges blokkeren,
inclusief eventueel verpakkingsmateriaal, en schakel het apparaat weer in.
De klep van de printcartridge is gesloten. Zo niet, sluit dan het vak met
printcartridges, zoals hieronder wordt weergegeven.
Problemen met faxen oplossen 179
Een probleem oplossen
Opmerking Als op het apparaat een uitlijningsbericht wordt weergegeven, kunt
u mogelijk op de knop naast OK drukken om het bericht te verwijderen en het
faxen te hervatten.
Als u eventuele problemen hebt opgelost, kan het apparaat beginnen met het
beantwoorden van binnenkomende faxoproepen.
Oorzaak: Er was een fout opgetreden waardoor het apparaat geen faxen ontving
en Back-up van faxontvangst is ingesteld op Uit.
Het apparaat beantwoordt geen binnenkomende faxoproepen
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: Schakel het apparaat in
Oplossing 2: De instelling Automatisch beantwoorden controleren
Oplossing 3: Als u een service voor specifieke belsignalen gebruikt, zorg er dan voor
dat de instelling voor Specifieke belsignalen past bij het belsignaal voor uw
faxnummer
Oplossing 4: Als u geen service voor specifieke belsignalen gebruikt, zorg er dan voor
dat de instelling Specifieke belsignalen staat ingesteld op Alle belsignalen
Oplossing 5: Wis het geheugen van het apparaat
Oplossing 6: Controleer of er foutmeldingen op het display worden weergegeven
Oplossing 1: Schakel het apparaat in
Oplossing: Bekijk het display van de printer. Als het display leeg is en het Aan-
lampje niet brandt, is de printer uitgeschakeld. Zorg dat het netsnoer stevig is
aangesloten op de printer en in een stopcontact gestoken is. Druk op de knop Aan
om de printer in te schakelen.
Oorzaak: Het apparaat stond uit.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Hoofdstuk 12
180 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Oplossing 2: De instelling Automatisch beantwoorden controleren
Oplossing: Afhankelijk van de installaties op uw kantoor kunt u het apparaat
mogelijk instellen op het automatisch beantwoorden van binnenkomende oproepen.
Raadpleeg het documentatieboekje van het apparaat als u wilt weten wat de
aanbevolen antwoordmodus is voor uw kantoorinstallatie.
Als Automatisch antwoorden uitgeschakeld moet zijn, moet u op Start faxen
drukken om een fax te ontvangen.
Oorzaak: Automatisch antwoorden was uitgeschakeld, wat betekent dat het
apparaat geen binnenkomende oproepen zou beantwoorden. U moet zelf aanwezig
zijn om de binnenkomende faxoproepen te beantwoorden om faxen te ontvangen.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: Als u een service voor specifieke belsignalen gebruikt, zorg er dan
voor dat de instelling voor Specifieke belsignalen past bij het belsignaal voor uw
faxnummer
Oplossing: Als aan uw faxnummer een speciaal belsignaal is toegewezen (via de
service voor specifieke belsignalen van uw telefoonmaatschappij), moet u ervoor
zorgen dat de instelling voor Specifiek belsignaal op het product overeenkomt. Als
de telefoonmaatschappij aan uw nummer bijvoorbeeld een dubbel belsignaal heeft
toegewezen, moet u ervoor zorgen dat de instelling Dubbele belsignalen is
geselecteerd voor de optie Specifiek belsignaal.
Opmerking Het apparaat kan bepaalde rinkelpatronen niet herkennen, zoals
patronen met afwisselend korte en lange rinkelpatronen. Als u problemen hebt
met rinkelpatronen van dit type, vraagt u uw telefoonmaatschappij een
rinkelpatroon toe te wijzen zonder belsignalen van wisselende lengte.
Als u geen service voor specifieke belsignalen gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de
optie Specifiek belsignaal op het apparaat is ingesteld op Alle belsignalen.
Oorzaak: Aan uw faxnummer was een speciaal belsignaal toegewezen (via de
service voor specifieke belsignalen van uw telefoonmaatschappij) en de instelling
voor Specifiek belsignaal op het apparaat kwam niet overeen.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 4: Als u geen service voor specifieke belsignalen gebruikt, zorg er dan
voor dat de instelling Specifieke belsignalen staat ingesteld op Alle belsignalen
Oplossing: Als u geen service voor specifieke belsignalen gebruikt, moet u ervoor
zorgen dat de optie Specifiek belsignaal op het apparaat is ingesteld op Alle
belsignalen.
Oorzaak: De optie Specifiek belsignaal was niet ingesteld op Alle belsignalen
(en u gebruikte geen service voor specifieke belsignalen).
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Problemen met faxen oplossen 181
Een probleem oplossen
Oplossing 5: Wis het geheugen van het apparaat
Oplossing: Als Back-up van faxontvangst is ingeschakeld en er een foutbericht
op het apparaat verschijnt, kan het geheugen vol raken met faxen die nog niet zijn
afgedrukt en zal het apparaat geen oproepen meer beantwoorden. Als er een fout is
opgetreden waardoor het apparaat geen faxen kan afdrukken, controleert u het
scherm voor informatie over de fout. Zorg ervoor dat:
Het apparaat aan staat. Druk op de knop Aan om het apparaat aan te zetten.
Het product juist is ingesteld voor faxen. Raadpleeg de gedrukte documentatie
voor meer informatie.
Er is papier ingevoerd in de invoerlade.
Er is geen papierstoring opgetreden.
De wagen met de inktpatronen is niet vastgelopen of geblokkeerd. Schakel het
apparaat uit, verwijder de objecten die de wagen met printcartridges blokkeren,
inclusief eventueel verpakkingsmateriaal, en schakel het apparaat weer in.
De klep van de printcartridge is gesloten. Zo niet, sluit dan het vak met
printcartridges, zoals hieronder wordt weergegeven.
Los eventuele problemen op. Het apparaat begint automatisch met het afdrukken van
alle faxen in het geheugen die nog niet zijn afgedrukt. Als u het geheugen wilt
leegmaken, kunt u de faxen die zijn opgeslagen in het geheugen verwijderen door
het apparaat uit te schakelen.
Oorzaak: Het geheugen van het apparaat is vol.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 6: Controleer of er foutmeldingen op het display worden weergegeven
Oplossing: Als er een fout is opgetreden waardoor het apparaat geen faxen kan
afdrukken, controleert u het scherm voor informatie over de fout. Zorg ervoor dat:
Het apparaat aan staat. Druk op de knop Aan om het apparaat aan te zetten.
Het product juist is ingesteld voor faxen. Raadpleeg de gedrukte documentatie
voor meer informatie.
Er is papier ingevoerd in de invoerlade.
Er is geen papierstoring opgetreden.
Hoofdstuk 12
182 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
De wagen met de inktpatronen is niet vastgelopen of geblokkeerd. Schakel het
apparaat uit, verwijder de objecten die de wagen met printcartridges blokkeren,
inclusief eventueel verpakkingsmateriaal, en schakel het apparaat weer in.
De klep van de printcartridge is gesloten. Zo niet, sluit dan het vak met
printcartridges, zoals hieronder wordt weergegeven.
Opmerking Als op het apparaat een uitlijningsbericht wordt weergegeven, kunt
u mogelijk op de knop naast OK drukken om het bericht te verwijderen en het
faxen te hervatten.
Als u eventuele problemen hebt opgelost, kan het apparaat beginnen met het
beantwoorden van binnenkomende faxoproepen.
Oorzaak: Er was een fout opgetreden waardoor het apparaat geen faxen ontving
en Back-up van faxontvangst is ingesteld op Uit.
Pagina's van een fax die ik heb ontvangen, ontbreken
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: plaats papier in de invoerlade
Oplossing 2: Controleer of er problemen zijn met het versturende faxapparaat
Oplossing 1: plaats papier in de invoerlade
Oplossing: Zorg ervoor dat het papier juist is geplaatst.
Als u Back-up van faxontvangst hebt ingeschakeld, heeft het apparaat wellicht de
fax bij ontvangst in het geheugen opgeslagen. Als het papier juist in de invoerlade is
geplaatst, begint het apparaat automatisch met het afdrukken van de faxen in het
geheugen die nog niet zijn afgedrukt, in de volgorde waarin ze werden ontvangen.
Als u Back-up van faxontvangst niet hebt ingeschakeld, of als de fax om een
bepaalde reden niet in het geheugen is opgeslagen (als het apparaat bijvoorbeeld
Problemen met faxen oplossen 183
Een probleem oplossen
niet genoeg geheugenruimte had), moet u de afzender vragen om de fax nogmaals
te verzenden.
Meer informatie vindt u in:
"
Afdrukmateriaal laden" op pagina 48
Oorzaak: Het papier was niet juist in de invoerlade geplaatst.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: Controleer of er problemen zijn met het versturende faxapparaat
Oplossing: Neem contact op met de afzender om na te gaan hoeveel pagina's er
verzonden zijn. Misschien is niet elke pagina van het origineel door het verzendende
faxapparaat ingevoerd.
Oorzaak: Er waren problemen met het versturende faxapparaat.
Faxen worden ontvangen, maar niet afgedrukt
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: Verwijder het vastgelopen papier en zorg ervoor dat er papier in de
invoerlade is geplaatst
Oplossing 2: Controleer of er foutmeldingen op het display worden weergegeven
Oplossing 1: Verwijder het vastgelopen papier en zorg ervoor dat er papier in de
invoerlade is geplaatst
Oplossing: Het apparaat kan een papierstoring hebben of het papier kan op zijn.
Als u Back-up van faxontvangst hebt ingeschakeld, heeft het apparaat wellicht de
fax bij ontvangst in het geheugen opgeslagen. Nadat u vastgelopen papier hebt
verwijderd of papier in de invoerlade hebt geplaatst, begint het apparaat automatisch
met het afdrukken van de faxen in het geheugen die nog niet zijn afgedrukt, in de
volgorde waarin ze zijn ontvangen. Als u Back-up van faxontvangst niet hebt
ingeschakeld, of als de fax om een bepaalde reden niet in het geheugen is
opgeslagen (als het apparaat bijvoorbeeld niet genoeg geheugenruimte had), moet
u de afzender vragen om de fax nogmaals te verzenden.
Meer informatie vindt u in:
"
Afdrukmateriaal laden" op pagina 48
Oorzaak: Het apparaat had een papierstoring of het papier was op.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Hoofdstuk 12
184 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Oplossing 2: Controleer of er foutmeldingen op het display worden weergegeven
Oplossing: Als er een fout is opgetreden waardoor het apparaat geen faxen kan
afdrukken, controleert u het scherm voor informatie over de fout. Zorg ervoor dat:
Het apparaat aan staat. Druk op de knop Aan om het apparaat aan te zetten.
Het product juist is ingesteld voor faxen. Raadpleeg de gedrukte documentatie
voor meer informatie.
Er is papier ingevoerd in de invoerlade.
Er is geen papierstoring opgetreden.
De wagen met de inktpatronen is niet vastgelopen of geblokkeerd. Schakel het
apparaat uit, verwijder de objecten die de wagen met printcartridges blokkeren,
inclusief eventueel verpakkingsmateriaal, en schakel het apparaat weer in.
De klep van de printcartridge is gesloten. Zo niet, sluit dan het vak met
printcartridges, zoals hieronder wordt weergegeven.
Opmerking Als op het apparaat een uitlijningsbericht wordt weergegeven, kunt
u mogelijk op de knop naast OK drukken om het bericht te verwijderen en het
faxen te hervatten.
Als u eventuele problemen hebt opgelost, kan het apparaat beginnen met het
beantwoorden van binnenkomende faxoproepen.
Oorzaak: Er was een fout opgetreden waardoor het apparaat geen faxen ontving
en Back-up van faxontvangst is ingesteld op Uit.
Delen van een fax die ik heb ontvangen, zijn afgesneden
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: Controleer of er problemen zijn met het versturende faxapparaat
Oplossing 2: zorg ervoor dat het papier in de invoerlade is geplaatst
Oplossing 1: Controleer of er problemen zijn met het versturende faxapparaat
Oplossing: Informeer bij de afzender of er problemen zijn met het verzendende
faxapparaat.
Problemen met faxen oplossen 185
Een probleem oplossen
Oorzaak: Er waren problemen met het verzendende faxapparaat.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: zorg ervoor dat het papier in de invoerlade is geplaatst
Oplossing: Zorg ervoor dat het papier juist is geplaatst.
Meer informatie vindt u in:
"
Afdrukmateriaal laden" op pagina 48
Oorzaak: De papierbreedtegeleider stond niet in de juiste plaats.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
De fax die ik heb ontvangen is leeg
Oplossing: Informeer bij de afzender of er problemen zijn met het verzendende
faxapparaat.
Oorzaak: Er waren problemen met het verzendende faxapparaat.
De computer waarmee ik verbinding wil maken, heeft maar één telefoonpoort
Oplossing: Deze mogelijke oplossing geldt alleen voor landen/regio's waar een
tweeaderig telefoonsnoer wordt meegeleverd in de verpakking met de HP
Photosmart, waaronder: Argentinië, Australië, Brazilië, Canada, Chili, China,
Colombia, Griekenland, India, Indonesië, Ierland, Japan, Korea, Latijns-Amerika,
Maleisië, Mexico, Filippijnen, Polen, Portugal, Rusland, Saoedi-Arabië, Singapore,
Spanje, Taiwan, Thailand, V.S., Venezuela en Vietnam.
Als uw computer slechts één telefoonpoort heeft, moet u een parallelle splitter
(coupler) aanschaffen, zoals in de volgende afbeelding. (Een parallelle splitter heeft
een RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant. Gebruik
geen telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee
RJ-11-poorten aan de achterkant.)
Afbeelding 12-12 Voorbeeld van een parallelle splitter
Hoofdstuk 12
186 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Het apparaat instellen met een gedeelde spraak- en faxlijn met een
computermodem
1. Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (het
computerinbelmodem) is aangesloten op een telefoonaansluiting. Koppel het
snoer los van de telefoonaansluiting en sluit het uiteinde aan op de 2-EXT-poort
aan de achterkant van het apparaat.
2. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer dat is geleverd bij het apparaat aan
op de telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE
aan de achterkant van het apparaat.
Opmerking Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om het
apparaat op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten, kunt u
waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Dit speciale telefoonsnoer
verschilt van de telefoonsnoeren die misschien al in uw huis of kantoor
aanwezig zijn.
3. Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op het apparaat.
4. Als u een ander telefoonsnoer gebruikt, sluit u het ene uiteinde aan op de 2-EXT-
poort op de achterzijde van het apparaat. Sluit het andere uiteinde van het
telefoonsnoer aan op de parallelle splitter op de zijde met één telefoonpoort.
5. Haal de stekker van uw computermodem uit het stopcontact en sluit deze aan op
de parallelle splitter aan de zijde met twee telefoonpoorten.
6. Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van
faxen op de computer, moet u die instelling uitschakelen.
Opmerking Als u de instelling voor automatische faxontvangst niet
uitschakelt in de software van uw modem, kan het apparaat geen faxen
ontvangen.
Problemen met faxen oplossen 187
Een probleem oplossen
7. (Optioneel) Sluit een telefoon aan op de andere, open telefoonpoort van de
parallelle splitter.
Afbeelding 12-13 Achteraanzicht van het apparaat
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Telefoonsnoer aangesloten op de poort 2-EXT
3 Parallelle splitter
4 Telefoon (optioneel)
5 Computer met modem
6 Telefoonsnoer meegeleverd bij het apparaat aangesloten op de poort 1-LINE
8. Vervolgens moet u bepalen hoe u met het apparaat faxoproepen wilt
beantwoorden: automatisch of handmatig:
Als u instelt dat het apparaat oproepen automatisch moet beantwoorden,
beantwoordt het apparaat alle binnenkomende oproepen automatisch en
ontvangt het faxberichten automatisch. Het apparaat kan dan geen
onderscheid maken tussen fax- en gespreksoproepen; Wanneer u vermoedt
dat de oproep een gespreksoproep is, dient u deze te beantwoorden voordat
het apparaat de oproep beantwoordt. Stel het apparaat in op automatisch
beantwoorden van binnenkomende oproepen door Automatisch
antwoorden in te schakelen.
Als u het apparaat instelt op handmatig antwoorden bij faxen, moet u
aanwezig zijn om de binnenkomende faxoproepen te accepteren, omdat het
apparaat anders geen faxen kan ontvangen. Stel het apparaat in op het
handmatig beantwoorden van binnenkomende oproepen door Automatisch
antwoorden uit te schakelen.
9. Voer een faxtest uit.
U moet de faxoproep handmatig beantwoorden als u faxtonen hoort van een
faxapparaat dat een fax verzendt wanneer u de telefoon opneemt voordat het
apparaat reageert.
Hoofdstuk 12
188 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Het apparaat instellen met een gedeelde spraak- en faxlijn met een
computermodem en een antwoordapparaat
1. Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (het
computerinbelmodem) is aangesloten op een telefoonaansluiting. Koppel het
snoer los van de telefoonaansluiting en sluit het uiteinde aan op de 2-EXT-poort
aan de achterkant van het apparaat.
2. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer dat is geleverd bij het apparaat aan
op de telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE
aan de achterkant van het apparaat.
Opmerking Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om het
apparaat op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten, kunt u
waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Dit speciale telefoonsnoer
verschilt van de telefoonsnoeren die misschien al in uw huis of kantoor
aanwezig zijn.
3. Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op het apparaat.
4. Als u een ander telefoonsnoer gebruikt, sluit u het ene uiteinde aan op de 2-EXT-
poort op de achterzijde van het apparaat. Sluit het andere uiteinde van het
telefoonsnoer aan op de parallelle splitter op de zijde met één telefoonpoort.
5. Haal de stekker van uw computermodem uit het stopcontact en sluit deze aan op
de parallelle splitter aan de zijde met twee telefoonpoorten.
6. Sluit uw antwoordapparaat aan op de andere vrije telefoonpoort op de parallelle
splitter.
Opmerking Als u het antwoordapparaat niet op deze manier aansluit,
worden de faxtonen van een faxapparaat dat een fax verzendt, mogelijk
vastgelegd op het antwoordapparaat en kunt u geen faxen verzenden met het
apparaat.
Problemen met faxen oplossen 189
Een probleem oplossen
7. (Optioneel) Als het antwoordapparaat niet is uitgerust met een ingebouwde
telefoon, kunt u voor uw gemak een telefoon op de "OUT"-poort aan de achterkant
van het antwoordapparaat aansluiten.
Afbeelding 12-14 Achteraanzicht van het apparaat
1 Telefoonaansluiting
2 Telefoonsnoer aangesloten op de poort 2-EXT
3 Parallelle splitter
4 Telefoon (optioneel)
5 Antwoordapparaat
6 Computer met modem
7 Telefoonsnoer meegeleverd bij het apparaat aangesloten op de poort 1-LINE
8. Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van
faxen op de computer, moet u die instelling uitschakelen.
Opmerking Als u de instelling voor automatische faxontvangst niet
uitschakelt in de software van uw modem, kan het apparaat geen faxen
ontvangen.
9. Zet de Automatisch antwoorden-instelling aan.
10. Wijzig het aantal keren dat de telefoon overgaat vóór het beantwoorden op het
apparaat in het maximum aantal keren ondersteund door uw apparaat. (Het
maximum aantal belsignalen varieert per land/regio.)
11. Stel het antwoordapparaat in op beantwoorden na een klein aantal belsignalen.
12. Voer een faxtest uit.
Als de telefoon overgaat, beantwoordt het antwoordapparaat de oproep na het
ingestelde aantal keren rinkelen. De door u ingesproken tekst wordt afgespeeld. Het
apparaat controleert ondertussen de telefoonlijn en “luistert” of er in de oproep ook
faxtonen te horen zijn. Als er binnenkomende faxtonen worden gedetecteerd, zendt
het apparaat faxontvangsttonen uit waarna het de fax ontvangt. Als er geen faxtonen
Hoofdstuk 12
190 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
worden waargenomen, stopt het apparaat met het controleren van de lijn en kan het
antwoordapparaat een bericht opnemen van degene die belt.
Het apparaat instellen met een gedeelde spraak- en faxlijn met een
computermodem en een voicemailservice
1. Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (het
computerinbelmodem) is aangesloten op een telefoonaansluiting. Koppel het
snoer los van de telefoonaansluiting en sluit het uiteinde aan op de 2-EXT-poort
aan de achterkant van het apparaat.
2. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer dat is geleverd bij het apparaat aan
op de telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE
aan de achterkant van het apparaat.
Opmerking Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om het
apparaat op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten, kunt u
waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Dit speciale telefoonsnoer
verschilt van de telefoonsnoeren die misschien al in uw huis of kantoor
aanwezig zijn.
3. Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op het apparaat.
4. Als u een ander telefoonsnoer gebruikt, sluit u het ene uiteinde aan op de 2-EXT-
poort op de achterzijde van het apparaat. Sluit het andere uiteinde van het
telefoonsnoer aan op de parallelle splitter op de zijde met één telefoonpoort.
5. Haal de stekker van uw computermodem uit het stopcontact en sluit deze aan op
de parallelle splitter aan de zijde met twee telefoonpoorten.
6. Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van
faxen op de computer, moet u die instelling uitschakelen.
Opmerking Als u de instelling voor automatische faxontvangst niet
uitschakelt in de software van uw modem, kan het apparaat geen faxen
ontvangen.
Problemen met faxen oplossen 191
Een probleem oplossen
7. (Optioneel) Sluit een telefoon aan op de andere, open telefoonpoort van de
parallelle splitter.
Afbeelding 12-15 Achteraanzicht van het apparaat
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Telefoonsnoer aangesloten op de poort 2-EXT
3 Parallelle splitter
4 Telefoon (optioneel)
5 Computer met modem
6 Telefoonsnoer meegeleverd bij het apparaat aangesloten op de poort 1-LINE
8. Schakel de instelling Automatisch antwoorden uit.
9. Voer een faxtest uit.
U moet de faxoproep handmatig beantwoorden als u faxtonen hoort van een
faxapparaat dat een fax verzendt wanneer u de telefoon opneemt voordat het
apparaat reageert.
Ik hoor statische ruis op mijn telefoonlijn sinds mijn apparaat hierop is
aangesloten
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: controleer of het apparaat juist is ingesteld voor faxen
Oplossing 2: Probeer de splitter te verwijderen
Oplossing 3: Probeer een ander stopcontact
Hoofdstuk 12
192 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Oplossing 1: controleer of het apparaat juist is ingesteld voor faxen
Oplossing: Zorg ervoor dat u het apparaat goed hebt ingesteld voor faxen op basis
van de apparatuur en services die u op dezelfde telefoonlijn als het apparaat gebruikt.
Zie "
De HP Photosmart configureren voor faxen" op pagina 16 voor meer informatie.
Voer vervolgens een faxtest uit om de status van het apparaat te controleren en te
controleren of het apparaat juist is geconfigureerd.
De faxinstellingen controleren vanaf het bedieningspaneel
1. Plaats ongebruikt, gewoon wit papier van letter- of A4-formaat in de invoerlade.
2. Druk op Instellingen.
3. Druk op de pijltjestoets omlaag om Extra te markeren en druk vervolgens op
OK.
4. Druk op de pijltjestoets omlaag om Faxtest uitvoeren te markeren en druk
vervolgens op OK.
De HP Photosmart geeft de status van de test weer op het display en drukt een
rapport af.
5. Bekijk het rapport.
Als de test lukt, maar u nog steeds problemen hebt met faxen, dient u de
faxinstellingen te controleren die in het rapport worden weergegeven. Hierin
kunt u zien of de instellingen correct zijn. Een lege of onjuiste faxinstelling kan
faxproblemen veroorzaken.
Als de test is mislukt, kunt u in het rapport informatie vinden over het oplossen
van de aangetroffen problemen.
6. Nadat u het faxrapport van de HP Photosmart hebt ontvangen, drukt u op OK.
Los mogelijke gevonden problemen op en voer de test nogmaals uit.
Het apparaat drukt een rapport af met de testresultaten. Als de test is mislukt, bekijkt
u het rapport voor informatie over het oplossen van het probleem.
Meer informatie vindt u in:
"
De faxtest is mislukt" op pagina 194
Oorzaak: Het product werd niet goed opgesteld om te faxen.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: Probeer de splitter te verwijderen
Oplossing: Een telefoonlijnsplitter kan leiden tot faxproblemen. (Een splitter is een
verdeelstekker die wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de wand.) Als u
een splitter gebruikt, verwijder deze dan en sluit het apparaat direct aan op de
telefoonaansluiting op de wand.
Oorzaak: U gebruikte een telefoonlijnsplitter.
Problemen met faxen oplossen 193
Een probleem oplossen
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: Probeer een ander stopcontact
Oplossing: Probeer deze aan te sluiten op een ander stopcontact.
Oorzaak: U gebruikte geen goed geaard stopcontact voor het apparaat.
De faxtest is mislukt
Als u hebt geprobeerd de faxtest uit te voeren vanaf uw computer en dat lukte niet, is het
apparaat wellicht bezig met een andere taak of is er een fout opgetreden waardoor de
faxtest niet kon worden uitgevoerd.
Wat te controleren
Het apparaat is goed ingesteld, aangesloten op een werkend stopcontact en
aangesloten op de computer. Raadpleeg de installatiehandleiding van het apparaat
voor meer informatie over het instellen van het apparaat.
Het apparaat is ingeschakeld. Is dat niet het geval, druk dan op de knop Aan om het
apparaat in te schakelen.
De printcartridges zijn correct geïnstalleerd, de wagen met printcartridges is niet
geblokkeerd en het vak met printcartridges is gesloten.
Het apparaat is nu niet bezig is met een andere taak, zoals het uitlijnen van de printer.
Kijk op de display. Als het apparaat bezig is, wacht dan tot de huidige taak is voltooid
en voer de faxtest opnieuw uit.
De achterklep is bevestigd aan de achterzijde van het apparaat.
Er worden geen foutberichten op het display weergegeven. Als er een foutbericht
wordt weergegeven, lost u het probleem op en voert u de test opnieuw uit.
Als u de faxtest uitvoert en het apparaat aangeeft dat de test is mislukt, lees dan de
volgende informatie zorgvuldig om vast te stellen hoe problemen met de faxinstellingen
kunnen worden opgelost. Verschillende onderdelen van de faxtest kunnen mislukken om
verschillende redenen.
De faxhardwaretest is mislukt
Het is niet gelukt de aansluiting van de fax op een actieve telefoonaansluiting te testen
Het is niet gelukt de aansluiting van het telefoonsnoer op de juiste poort op de fax te
testen
Het is niet gelukt te testen of het juiste type snoer bij de fax wordt gebruikt
De faxlijnconditietest is mislukt
De kiestoondetectietest is mislukt
Hoofdstuk 12
194 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
De faxhardwaretest is mislukt
Oplossing:
Schakel het apparaat uit met behulp van de knop Aan op het bedieningspaneel
en koppel vervolgens het netsnoer los van de achterkant van het apparaat. Sluit
het netsnoer na enkele seconden weer aan en schakel het apparaat in. Voer de
test opnieuw uit. Als de test opnieuw mislukt, zoekt u verder in de informatie over
het oplossen van problemen in dit gedeelte.
Opmerking De datum en tijd zijn mogelijk gewist, afhankelijk van hoe lang
het apparaat geen stroom heeft ontvangen. Als u het netsnoer weer aansluit,
moet u de datum en de tijd wellicht opnieuw instellen.
Probeer of u een fax kunt verzenden of ontvangen. Als u faxen kunt verzenden
of ontvangen, is er mogelijke geen sprake van een probleem met de fax.
Als u de test vanuit de wizard Fax-setup uitvoert, dient u te controleren of het
apparaat niet met een andere taak bezig is, zoals het maken van een kopie.
Controleer of op het scherm van de een bericht wordt weergegeven met de
melding dat het apparaat bezet is. Als het apparaat is bezet, wacht u totdat het
apparaat niet meer actief is en alle bewerkingen zijn voltooid en voert u de test
opnieuw uit.
Nadat u de gevonden problemen hebt opgelost, voert u de faxtest nogmaals uit om
te controleren of de test slaagt en het apparaat gereed is om te faxen. Als de
Faxhardwaretest blijft mislukken en er problemen zijn met het faxen, neemt u contact
op met HP-ondersteuning. Ga naar
www.hp.com/support. Kies uw land/regio
wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact op met HP voor
informatie over het aanvragen van technische ondersteuning.
Het is niet gelukt de aansluiting van de fax op een actieve telefoonaansluiting te
testen
Oplossing:
Controleer de verbinding tussen de wandcontactdoos voor de telefoon en het
apparaat en verifieer of het telefoonsnoer correct is bevestigd.
Gebruik het telefoonsnoer dat bij het apparaat werd geleverd. Als u het
meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om het apparaat op de
telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen verzenden of
ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij het apparaat geleverde
telefoonsnoer hebt aangesloten.
Zorg dat u het apparaat op de juiste wijze hebt aangesloten op de
telefoonaansluiting. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer dat is geleverd
bij het apparaat aan op de telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde
op de poort 1-LINE aan de achterkant van het apparaat. Raadpleeg het
documentatieboekje voor meer informatie over het instellen van het apparaat voor
faxen.
Problemen met faxen oplossen 195
Een probleem oplossen
1 Telefoonaansluiting
2 Gebruik het telefoonsnoer dat is meegeleverd in de doos van het product
Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een splitter is
een verdeelstekker die wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de
wand.) Probeer de problemen op te lossen door de splitter te verwijderen en het
apparaat rechtstreeks op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten.
Probeer een werkende telefoon en een werkend telefoonsnoer aan te sluiten op
de wandcontactdoos voor de telefoon die u gebruikt voor het apparaat en
controleer of u een kiestoon hoort. Als u geen kiestoon hoort, neemt u contact op
met de telefoonmaatschappij en verzoekt u hen de lijn te controleren.
Probeer of u een fax kunt verzenden of ontvangen. Als u faxen kunt verzenden
of ontvangen, is er mogelijke geen sprake van een probleem met de fax.
Nadat u de gevonden problemen hebt opgelost, voert u de faxtest nogmaals uit om
te controleren of de test slaagt en het apparaat gereed is om te faxen.
Het is niet gelukt de aansluiting van het telefoonsnoer op de juiste poort op de fax
te testen
Oplossing: Sluit het telefoonsnoer aan op de juiste poort.
Het telefoonsnoer aansluiten op de juiste poort
1. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer dat is geleverd bij het apparaat aan
op de telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE
aan de achterkant van het apparaat.
Opmerking Als u de 2-EXT-poort aansluit op de telefoonaansluiting, kunt u
geen faxen verzenden of ontvangen. U kunt de 2-EXT-poort alleen aansluiten
op andere apparatuur, zoals een antwoordapparaat of telefoon.
Hoofdstuk 12
196 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
1 Telefoonaansluiting
2 Gebruik het telefoonsnoer dat is meegeleverd in de doos van het product
2. Nadat u het telefoonsnoer hebt aangesloten op de 1-LINE-poort, voert u de
faxtest nogmaals uit om te controleren of het apparaat gereed is om te faxen.
3. Probeer een fax te verzenden of te ontvangen.
Het is niet gelukt te testen of het juiste type snoer bij de fax wordt gebruikt
Oplossing:
Controleer of u het telefoonsnoer dat bij het apparaat werd geleverd voor de
telefoonaansluiting hebt gebruikt. Het ene uiteinde van het telefoonsnoer moet
worden aangesloten op de poort 1-LINE op de achterkant van het apparaat en
het andere uiteinde op de telefoonaansluiting, zoals hieronder aangegeven.
1 Telefoonaansluiting
2 Telefoonsnoer meegeleverd in de doos van het apparaat
Problemen met faxen oplossen 197
Een probleem oplossen
Controleer de verbinding tussen de wandcontactdoos voor de telefoon en het
apparaat en verifieer of het telefoonsnoer correct is bevestigd.
De faxlijnconditietest is mislukt
Oplossing:
U moet het apparaat aansluiten op de analoge telefoonlijn voordat u faxen kunt
verzenden of ontvangen. Als u wilt controleren of uw telefoonlijn digitaal is, sluit
u een gewone analoge telefoon aan op de lijn en luistert u naar de kiestoon. Als
u geen normale kiestoon hoort, is de telefoonlijn mogelijk bedoeld voor digitale
telefoons. Sluit het apparaat aan op een analoge telefoonlijn en probeer een fax
te verzenden of ontvangen.
Controleer de verbinding tussen de wandcontactdoos voor de telefoon en het
apparaat en verifieer of het telefoonsnoer correct is bevestigd.
Zorg dat u het apparaat op de juiste wijze hebt aangesloten op de
telefoonaansluiting. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer dat is geleverd
bij het apparaat aan op de telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde
op de poort 1-LINE aan de achterkant van het apparaat. Raadpleeg de
documentatie van het apparaat voor meer informatie over het instellen van het
apparaat voor faxen.
Andere apparatuur die gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn als het apparaat,
kan ervoor zorgen dat de test mislukt. Koppel alle apparaten behalve het apparaat
los van de telefoonlijn en voer de test opnieuw uit.
Als de Faxlijnconditietest zonder de andere apparatuur wel slaagt, worden
de problemen veroorzaakt door een of meer andere apparaten. Voeg de
apparaten een voor een toe en voer na elk toegevoegd onderdeel de test uit,
totdat u kunt vaststellen welk apparaat het probleem veroorzaakt.
Als de Faxlijnconditietest niet slaagt als de andere apparatuur is
losgekoppeld, sluit u het apparaat aan op een werkende telefoonlijn en zoekt
u verder in de informatie over het oplossen van problemen in dit deel.
Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een splitter is
een verdeelstekker die wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de
wand.) Probeer de problemen op te lossen door de splitter te verwijderen en het
apparaat rechtstreeks op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten.
Nadat u de gevonden problemen hebt opgelost, voert u de faxtest nogmaals uit om
te controleren of de test slaagt en het apparaat gereed is om te faxen. Als de
Faxlijnconditietest blijft mislukken en er problemen blijven met faxen, vraagt u de
telefoonmaatschappij om uw telefoonlijn te controleren.
Opmerking Als u niet zeker weet wat voor soort telefoonlijn u hebt (analoog of
digitaal), kunt u dit controleren bij uw dienstaanbieder.
Hoofdstuk 12
198 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
De kiestoondetectietest is mislukt
Oplossing:
Andere apparatuur die gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn als het apparaat,
kan ervoor zorgen dat de test mislukt. Koppel alle apparaten behalve het apparaat
los van de telefoonlijn en voer de test opnieuw uit. Als de Kiestoondetectie
zonder de andere apparatuur wel slaagt, worden de problemen veroorzaakt door
een of meer andere apparaten. Voeg de apparaten een voor een toe en voer na
elk toegevoegd onderdeel de test uit, totdat u kunt vaststellen welk apparaat het
probleem veroorzaakt.
Probeer een werkende telefoon en een werkend telefoonsnoer aan te sluiten op
de wandcontactdoos voor de telefoon die u gebruikt voor het apparaat en
controleer of u een kiestoon hoort. Als u geen kiestoon hoort, neemt u contact op
met de telefoonmaatschappij en verzoekt u hen de lijn te controleren.
Zorg dat u het apparaat op de juiste wijze hebt aangesloten op de
telefoonaansluiting. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer dat is geleverd
bij het apparaat aan op de telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde
op de poort 1-LINE aan de achterkant van het apparaat. Raadpleeg de
documentatie van het apparaat voor meer informatie over het instellen van het
apparaat voor faxen.
1 Telefoonaansluiting
2 Gebruik het telefoonsnoer dat is meegeleverd in de doos van het product
Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een splitter is
een verdeelstekker die wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de
wand.) Probeer de problemen op te lossen door de splitter te verwijderen en het
apparaat rechtstreeks op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten.
Als uw telefoonsysteem geen standaardkiestoon gebruikt, zoals het geval is bij
sommige PBX-systemen, kan de test mislukken. Er zullen geen problemen
optreden bij het verzenden of ontvangen van faxen. Probeer een testfax te
verzenden of ontvangen.
Problemen met faxen oplossen 199
Een probleem oplossen
Controleer of u de juiste instelling voor uw land/regio hebt ingesteld. Als de
instelling voor land/regio niet of niet goed is ingesteld, kan de test mislukken en
zult u mogelijk problemen hebben met het verzenden en ontvangen van faxen.
U moet het apparaat aansluiten op de analoge telefoonlijn voordat u faxen kunt
verzenden of ontvangen. Als u wilt controleren of uw telefoonlijn digitaal is, sluit
u een gewone analoge telefoon aan op de lijn en luistert u naar de kiestoon. Als
u geen normale kiestoon hoort, is de telefoonlijn mogelijk bedoeld voor digitale
telefoons. Sluit het apparaat aan op een analoge telefoonlijn en probeer een fax
te verzenden of ontvangen.
Opmerking Als u niet zeker weet wat voor soort telefoonlijn u hebt (analoog
of digitaal), kunt u dit controleren bij uw dienstaanbieder.
Nadat u de gevonden problemen hebt opgelost, voert u de faxtest nogmaals uit om
te controleren of de test slaagt en het apparaat gereed is om te faxen. Als de
Kiestoondetectie blijft mislukken, vraagt u de telefoonmaatschappij om uw
telefoonlijn te controleren.
Ik heb problemen met faxen via Internet met een IP-telefoon
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: De faxsnelheid veranderen
Oplossing 2: Controleer dat het telefoonsnoer is aangesloten op de juiste poort op
het apparaat
Oplossing 3: Controleer dat de telefoonmaatschappij faxen over internet ondersteunt
Oplossing 1: De faxsnelheid veranderen
Oplossing: Als er problemen optreden tijdens het verzenden en ontvangen van
faxen via een Internet-faxservice, moet u een lagere baudsnelheid gebruiken. Dit kunt
u doen door de optie Faxsnelheid van Snel (33600) (de standaardinstelling) te
wijzigen in Normaal (14400) of Langzaam (9600).
De faxsnelheid instellen via het bedieningspaneel
1. Druk op Instellingen.
2. Druk op de pijltjestoets omlaag om Geavanc. faxinstellingen te markeren en
druk vervolgens op OK.
3. Druk op de pijltjestoets omlaag om Faxsnelheid te markeren en druk vervolgens
op OK.
4. Druk op de pijltjestoets omlaag om een van de volgende instellingen te selecteren
en druk vervolgens op OK.
Hoofdstuk 12
200 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Instelling faxsnelheid Faxsnelheid
Snel (33600) v.34 (33600 baud)
Normaal (14400) v.17 (14400 baud)
Langzaam (9600) v.29 (9600 baud)
Oorzaak: De FoIP-service werkte mogelijk niet goed, toen het apparaat faxen
verzond en ontving op hoge snelheid (33.600 bps).
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: Controleer dat het telefoonsnoer is aangesloten op de juiste poort op
het apparaat
Oplossing: U kunt uitsluitend faxen verzenden en ontvangen door een
telefoonsnoer aan te sluiten op de poort met het label 1-LINE op het apparaat. Dit
betekent, dat de verbinding met het Internet tot stand moet worden gebracht via een
converter (die is uitgerust met een gewone analoge telefooningangen voor de fax) of
via uw telefoonmaatschappij.
Oorzaak: Het product werd niet goed opgesteld om te faxen.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: Controleer dat de telefoonmaatschappij faxen over internet
ondersteunt
Oplossing: Controleer of de Internet-telefoonservice van uw telefoonmaatschappij
faxen ondersteunt. Als faxen niet wordt ondersteunt, zult u geen faxen via Internet
kunnen verzenden en ontvangen.
Oorzaak: Uw telefoonmaatschappij ondersteunde faxen over internet niet.
Het faxlogboekrapport geeft een fout weer
Oplossing: Raadpleeg de volgende tabel voor informatie over de foutcodes in het
Faxlogboek-rapport. Met deze informatie kunt u problemen oplossen die optreden
wanneer u de faxfuncties van het product gebruikt. In deze tabel wordt ook
aangegeven welke codes specifiek voor Foutcorrectiemodus (ECM) zijn. Als
dezelfde fout herhaaldelijk optreedt, probeer dan de ECM uit te schakelen.
Foutcode Foutdefinitie
(223 Foutcorrectiemodus)
224
Een of meer ontvangen pagina's zijn mogelijk
niet leesbaar.
225-231 Er is een incompatibiliteit van functies met het
verzendende faxapparaat.
232-234
(235-236 Foutcorrectiemodus)
De telefoonverbinding is verbroken.
Problemen met faxen oplossen 201
Een probleem oplossen
Foutcode Foutdefinitie
237
238
(239-241 Foutcorrectiemodus)
Het verzendende faxapparaat heeft een
onverwachte communicatie verzonden.
242 Het verzendende faxapparaat probeert te
ontvangen in plaats van de verzenden.
243-244
(245-246 Foutcorrectiemodus)
Het verzendende faxapparaat heeft de sessie
voortijdig beëindigd.
247-248
(249-251 Foutcorrectiemodus)
Er is een communicatiefout opgetreden met
het verzendende faxapparaat.
252 De conditie van de telefoonlijn is te slecht om
een fax te kunnen ontvangen.
253 Het verzendende faxapparaat heeft
geprobeerd een niet-ondersteunde
paginabreedte te gebruiken.
281
(282 Foutcorrectiemodus)
283-284
(285 Foutcorrectiemodus)
286
De telefoonverbinding is verbroken.
290 Er is een communicatiefout opgetreden met
het verzendende faxapparaat.
291 De ontvangen fax kan niet worden
opgeslagen.
314-320 Er is een incompatibiliteit van functies met het
ontvangende faxapparaat.
321 Er is een communicatiefout opgetreden met
het ontvangende faxapparaat.
322-324 De conditie van de telefoonlijn is te slecht om
een fax te kunnen verzenden.
(325-328 Foutcorrectiemodus)
329-331
Het ontvangende faxapparaat heeft
aangegeven dat een of meer pagina's
mogelijk niet leesbaar zijn.
332-337
(338-342 Foutcorrectiemodus)
343
Het ontvangende faxapparaat heeft een
onverwachte communicatie verzonden.
344-348
(349-353 Foutcorrectiemodus)
354-355
De telefoonverbinding is verbroken.
356-361
(362-366 Foutcorrectiemodus)
Het ontvangende faxapparaat heeft de sessie
voortijdig beëindigd.
Hoofdstuk 12
(vervolg)
202 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Foutcode Foutdefinitie
367-372
(373-377 Foutcorrectiemodus)
378-380
Er is een communicatiefout opgetreden met
het ontvangende faxapparaat.
381 De telefoonverbinding is verbroken.
382 Het ontvangende faxapparaat is gestopt met
het accepteren van pagina's.
383 De telefoonverbinding is verbroken.
390-391 Er is een communicatiefout opgetreden met
het ontvangende faxapparaat.
De instelling Lichter/Donkerder wijzigen vanaf het bedieningspaneel
1. Druk op Instellingen.
2. Druk op de pijltjestoets omlaag om Geavanc. faxinstellingen te markeren en
druk vervolgens op OK.
Het Geavanc. faxinstellingen-menu wordt weergegeven.
3. Druk op de pijltjestoets omlaag om Foutcorrectiemodus te markeren en druk
vervolgens op OK.
Het Foutcorrectiemodus-menu wordt weergegeven.
4. Druk op de pijltjestoets omlaag om Uit of Aan te markeren.
5. Druk op OK.
Oorzaak: Als er een probleem of een fout is opgetreden tijdens het verzenden of
ontvangen van een fax, wordt een Faxlogboek-rapport afgedrukt.
Fouten
Dit gedeelte bevat de volgende soorten berichten over uw apparaat:
Productberichten
Bestanden
Gebruikersfouten
Papier
Voeding en verbindingen
Berichten over printcartridge en printkop
Productberichten
Dit is een lijst van foutberichten die betrekking hebben op het apparaat zelf:
Verkeerde firmwareversie
(vervolg)
Fouten 203
Een probleem oplossen
Geheugen is vol
Probleem met fotolade
Fotolade kan geen papier nemen
Fotolade kan geen papier uitstoten
Ontbrekende HP Photosmart-software
Verkeerde firmwareversie
Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Bezoek:
www.hp.com/support.
Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact
op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning.
Oorzaak: Het versienummer van de firmware van het apparaat kwam niet overeen
met het versienummer van de software.
Geheugen is vol
Oplossing: Druk minder exemplaren tegelijk af.
Oorzaak: Het document dat u kopieerde is te groot voor het geheugen van het
apparaat.
Probleem met fotolade
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: plaats meer papier in de fotolade
Oplossing 2: controleer of het papier op de juiste manier in de fotolade is geplaatst
Oplossing 3: verwijder overtollig papier uit de fotolade
Oplossing 4: controleer of er geen vellen papier aan elkaar vastplakken
Oplossing 5: controleer of het fotopapier niet is gekruld
Oplossing 6: plaats één vel fotopapier tegelijk
Oplossing 1: plaats meer papier in de fotolade
Oplossing: Als de fotolade leeg is of als er slechts een paar vellen over zijn, dient
u meer papier in de fotolade te plaatsen. Als er nog papier in de fotolade ligt, haalt u
het papier eruit, klopt u met de stapel papier op een vlakke ondergrond en plaatst u
het weer terug in de fotolade. Volg de instructies op het scherm of het
computerscherm om door te aan met uw afdruktaak.
Plaats niet te veel afdrukmateriaal in de fotolade. zorg ervoor dat de stapel fotopapier
in de fotolade past en dat deze niet hoger is dan de bovenkant van de
papierbreedtegeleider.
Oorzaak: Er was niet voldoende papier in de fotolade.
Hoofdstuk 12
204 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: controleer of het papier op de juiste manier in de fotolade is geplaatst
Oplossing: Controleer of u op de juiste manier papier in de fotolade hebt geplaatst.
Zie voor meer informatie:
"
Afdrukmateriaal laden" op pagina 48
Oorzaak: Het papier werd niet op de juiste manier doorgevoerd omdat het niet
correct was geplaatst.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: verwijder overtollig papier uit de fotolade
Oplossing: Plaats niet te veel afdrukmateriaal in de fotolade. zorg ervoor dat de
stapel fotopapier in de fotolade past en dat deze niet hoger is dan de bovenkant van
de papierbreedtegeleider.
Oorzaak: Het was teveel papier in de fotolade geplaatst.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 4: controleer of er geen vellen papier aan elkaar vastplakken
Oplossing: Verwijder het papier uit de fotolade en blader met uw duim door de
stapel papier zodat de vellen niet aan elkaar kleven. Plaats het papier weer in de
fotolade en probeer het opnieuw.
Oorzaak: Twee of meer vellen papier kleefden aan elkaar.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 5: controleer of het fotopapier niet is gekruld
Oplossing: Wanneer het fotopapier gekruld is, plaatst u het papier in een plastic
zak en buigt u het voorzichtig in de tegenovergestelde richting tot het weer recht is.
Als dit niet lukt, gebruikt u fotopapier dat niet gekruld is.
Oorzaak: Het fotopapier was omgekruld.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 6: plaats één vel fotopapier tegelijk
Oplossing: Probeer steeds een vel fotopapier tegelijk in de fotolade te plaatsen.
Oorzaak: Het papier wordt mogelijk niet goed doorgevoerd als u het apparaat in
een omgeving met extreem hoge of lage vochtigheid gebruikt.
Fouten 205
Een probleem oplossen
Fotolade kan geen papier nemen
Oplossing: Verwijder de uitvoerlade en vervang het papier. Duw de uitvoerlade zo
ver mogelijk naar binnen. Zorg ervoor dat de uitvoerlade helemaal naar beneden is
gebracht en plat ligt.
Oorzaak: Mogelijk was de uitvoerlade niet helemaal ingevoerd.
Fotolade kan geen papier uitstoten
Oplossing: Duw de uitvoerlade helemaal naar beneden.
Oorzaak: Mogelijk was de uitvoerlade niet helemaal omlaag gebracht.
Ontbrekende HP Photosmart-software
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: installeer de HP Photosmart-software
Oplossing 2: Schakel het apparaat in
Oplossing 3: Schakel de computer in
Oplossing 4: controleer de verbinding van het apparaat met de computer
Oplossing 1: installeer de HP Photosmart-software
Oplossing: Installeer de HP Photosmart-software die bij de printer is geleverd.
Start de computer opnieuw nadat u de software opnieuw hebt geïnstalleerd.
De HP Photosmart-software installeren
1. Plaats de cd-rom van de printer in het cd-romstation van uw computer en start
vervolgens de installatie opnieuw.
2. Klik op Meer software installeren om de HP Photosmart-software te installeren.
3. Volg de instructies op het scherm en in de startershandleiding van de printer.
Oorzaak: De HP Photosmart-software is niet geïnstalleerd.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: Schakel het apparaat in
Oplossing: Schakel de printer in.
Oorzaak: De printer stond uit.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: Schakel de computer in
Oplossing: Zet de computer aan.
Hoofdstuk 12
206 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Oorzaak: De computer stond uit.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 4: controleer de verbinding van het apparaat met de computer
Oplossing: Controleer de verbinding van het apparaat met de computer.
Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten op de USB-poort aan de achterzijde
van het apparaat. Controleer of andere kant van de USB-kabel is aangesloten op een
USB-poort van uw computer. Als de kabel goed is aangesloten, schakelt u het
apparaat uit en weer in. Als het apparaat op de computer is aangesloten door een
vaste, draadloze of Bluetooth-verbinding, controleer dan of de respectieve
verbindingen actief zijn en het apparaat is ingeschakeld.
Als u meer wilt weten over het instellen van de printer en het aansluiten ervan op de
computer, raadpleegt u de installatiehandleiding die is meegeleverd met de printer.
Oorzaak: De printer is niet goed aangesloten op de computer.
Bestanden
Hieronder vindt u een lijst met foutberichten die worden weergegeven bij problemen met
het bestand:
Fout tijdens lezen of schrijven van bestand
Onleesbare bestanden. NN-bestanden konden niet worden gelezen
Kan foto's niet vinden
Bestand niet gevonden
Ongeldige bestandsnaam
Ondersteunde bestandstypen voor het apparaat
Bestand beschadigd
Fout tijdens lezen of schrijven van bestand
Oplossing: Controleer of u de juiste map en bestandsnaam hebt.
Fouten 207
Een probleem oplossen
Oorzaak: De software voor het apparaat is niet in staat om het bestand te openen
of op te slaan.
Onleesbare bestanden. NN-bestanden konden niet worden gelezen
Oplossing: Plaats de geheugenkaart opnieuw in het apparaat. Als dit niet werkt,
maakt u de foto's opnieuw met uw digitale camera. Als u de foto's al naar de computer
hebt overgebracht, kunt u proberen deze bestanden af te drukken met de
apparaatsoftware. Het is mogelijk dat de kopieën niet zijn beschadigd.
Oorzaak: Sommige bestanden op een geïnstalleerde geheugenkaart of
aangesloten opslagapparaat waren beschadigd.
Kan foto's niet vinden
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: Plaats de geheugenkaart terug
Oplossing 2: Druk foto's af vanaf de computer
Oplossing 1: Plaats de geheugenkaart terug
Oplossing: Plaats de geheugenkaart terug. Als dit niet werkt, maakt u de foto's
opnieuw met uw digitale camera. Als u de foto's al naar de computer hebt
overgebracht, kunt u proberen deze bestanden af te drukken met de
apparaatsoftware. Het is mogelijk dat de kopieën niet zijn beschadigd.
Oorzaak: Sommige bestanden op een geïnstalleerde geheugenkaart of
aangesloten opslagapparaat waren beschadigd.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: Druk foto's af vanaf de computer
Oplossing: Als u een aantal foto's maakt met uw digitale camera, of als u voordien
foto's op uw computer hebt opgeslagen, kunt u ze afdrukken met de software van het
apparaat.
Oorzaak: Er zijn geen foto's gevonden op de geheugenkaart.
Bestand niet gevonden
Oplossing: Sluit enkele toepassingen en probeer de taak opnieuw uit te voeren.
Oorzaak: Er was onvoldoende geheugen beschikbaar op uw computer om een
afdrukvoorbeeldbestand te creëren.
Hoofdstuk 12
208 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Ongeldige bestandsnaam
Oplossing: Controleer of de bestandsnaam geen ongeldige symbolen bevat.
Oorzaak: De bestandsnaam die u hebt opgegeven, was ongeldig.
Ondersteunde bestandstypen voor het apparaat
De software van het apparaat herkent alleen JPG- en TIF-afbeeldingen.
Bestand beschadigd
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: Plaats de geheugenkaart terug in het apparaat
Oplossing 2: Formatteer de geheugenkaart in uw digitale camera opnieuw
Oplossing 1: Plaats de geheugenkaart terug in het apparaat
Oplossing: Plaats de geheugenkaart terug. Als dit niet werkt, maakt u de foto's
opnieuw met uw digitale camera. Als u de foto's al naar de computer hebt
overgebracht, kunt u proberen deze bestanden af te drukken met de
apparaatsoftware. Het is mogelijk dat de kopieën niet zijn beschadigd.
Oorzaak: Sommige bestanden op een geïnstalleerde geheugenkaart of
aangesloten opslagapparaat waren beschadigd.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: Formatteer de geheugenkaart in uw digitale camera opnieuw
Oplossing: Controleer of op het computerscherm een foutbericht wordt
weergegeven dat de afbeelding op de geheugenkaart beschadigd is.
Als het bestandssysteem op de kaart beschadigd is, formatteert u de geheugenkaart
in de digitale camera opnieuw.
Let op Bij het formatteren van de geheugenkaart worden alle foto's op de kaart
verwijderd. Als u de foto's al van de geheugenkaart naar een computer hebt
overgebracht, kunt u proberen of u de foto's van de computer kunt afdrukken.
Anders moet u foto's die u eventueel kwijt bent, opnieuw maken.
Oorzaak: Het bestandssysteem op de geheugenkaart is beschadigd.
Gebruikersfouten
Hieronder vindt u een lijst met veelvoorkomende gebruikersfouten:
Geheugenkaartfout
Kan niet bijsnijden
Fouten 209
Een probleem oplossen
Onvoldoende schijfruimte
Geen toegang tot kaart
Gebruik slechts één kaart tegelijk
De kaart is verkeerd ingebracht
De kaart is beschadigd
De kaart is niet volledig ingebracht
Geheugenkaartfout
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: Verwijder alle geheugenkaarten op één na
Oplossing 2: Verwijder de kaart en plaats deze op de juiste wijze
Oplossing 3: Duw de geheugenkaart helemaal naar voren
Oplossing 1: Verwijder alle geheugenkaarten op één na
Oplossing: Verwijder alle geheugenkaarten op één na. Het apparaat leest de
overgebleven geheugenkaart en geeft de eerste foto weer die op de geheugenkaart
is opgeslagen.
Oorzaak: Er waren twee of meer geheugenkaarten tegelijk in het toestel geplaatst.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: Verwijder de kaart en plaats deze op de juiste wijze
Oplossing: Verwijder de kaart en installeer deze op de juiste wijze. Het label van
de geheugenkaart moet naar boven gericht zijn en moet leesbaar zijn als u deze in
de sleuf stopt.
Oorzaak: U hebt de geheugenkaart ondersteboven of achterstevoren geplaatst.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: Duw de geheugenkaart helemaal naar voren
Oplossing: Verwijder de geheugenkaart en schuif deze opnieuw in de sleuf voor
de geheugenkaart tot de kaart niet verder gaat.
Oorzaak: U had de geheugenkaart niet volledig in de sleuf gestoken.
Kan niet bijsnijden
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Hoofdstuk 12
210 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Oplossing 1: Sluit een aantal toepassingen of start uw computer opnieuw op
Oplossing 2: Maak de prullenbak op het bureaublad leeg
Oplossing 1: Sluit een aantal toepassingen of start uw computer opnieuw op
Oplossing: Sluit alle onnodig geopende toepassingen, Dit geldt ook voor
toepassingen die op de achtergrond draaien, zoals screensavers en
antivirusprogramma's. (Vergeet niet het antivirusprogramma weer te activeren als u
klaar bent.) Start de computer opnieuw op om het geheugen vrij te maken. Mogelijk
moet u meer geheugen aanschaffen. Raadpleeg de documentatie bij de computer.
Oorzaak: De computer had onvoldoende geheugen beschikbaar.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: Maak de prullenbak op het bureaublad leeg
Oplossing: Maak de prullenbak op het bureaublad leeg. Misschien moet u ook
bestanden van de vaste schijf verwijderen. U kunt bijvoorbeeld tijdelijke bestanden
verwijderen.
Oorzaak: Om te scannen hebt u minstens 50 MB beschikbare ruimte op de vaste
schijf van de computer nodig.
Onvoldoende schijfruimte
Oplossing: Sluit enkele toepassingen en probeer de taak opnieuw uit te voeren.
Oorzaak: De computer had onvoldoende geheugen beschikbaar.
Geen toegang tot kaart
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: Verwijder alle geheugenkaarten op één na
Oplossing 2: Verwijder de kaart en plaats deze op de juiste wijze
Oplossing 3: Duw de geheugenkaart helemaal naar voren
Oplossing 1: Verwijder alle geheugenkaarten op één na
Oplossing: Verwijder alle geheugenkaarten op één na. Het apparaat leest de
overgebleven geheugenkaart en geeft de eerste foto weer die op de geheugenkaart
is opgeslagen.
Oorzaak: Er waren twee of meer geheugenkaarten tegelijk in het toestel geplaatst.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Fouten 211
Een probleem oplossen
Oplossing 2: Verwijder de kaart en plaats deze op de juiste wijze
Oplossing: Verwijder de kaart en installeer deze op de juiste wijze. Het label van
de geheugenkaart moet naar boven gericht zijn en moet leesbaar zijn als u deze in
de sleuf stopt.
Oorzaak: U hebt de geheugenkaart ondersteboven of achterstevoren geplaatst.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: Duw de geheugenkaart helemaal naar voren
Oplossing: Verwijder de geheugenkaart en schuif deze opnieuw in de sleuf voor
de geheugenkaart tot de kaart niet verder gaat.
Oorzaak: U had de geheugenkaart niet volledig in de sleuf gestoken.
Gebruik slechts één kaart tegelijk
Oplossing: U kunt maar één geheugenkaart tegelijk inbrengen.
Als er meerdere geheugenkaarten zijn geplaatst, knippert het
waarschuwingslampjelampje snel en wordt een foutbericht weergegeven op het
computerscherm. Verwijder de tweede geheugenkaart om het probleem op te lossen.
Oorzaak: Er waren twee of meer geheugenkaarten tegelijk in het toestel geplaatst.
De kaart is verkeerd ingebracht
Oplossing: Draai de geheugenkaart op die manier dat de labelzijde naar boven ligt
en de contactpunten aan de kant van het apparaat liggen. Duw de kaart vervolgens
in de geschikte sleuf tot het lampje Foto begint te branden.
Als de geheugenkaart niet goed is geplaatst, reageert het apparaat niet en knippert
het waarschuwingslampje snel.
Zodra de geheugenkaart op de juiste manier is geplaatst, zal het groene lampje Foto
enkele seconden knipperen en dan blijven branden.
Oorzaak: U hebt de geheugenkaart ondersteboven of achterstevoren geplaatst.
De kaart is beschadigd
Oplossing: Formatteer de geheugenkaart in de camera opnieuw of formatteer de
geheugenkaart in een computer met Windows XP door de indeling FAT te selecteren.
Zie de documentatie bij de digitale camera voor meer informatie.
Let op Bij het formatteren van de geheugenkaart worden alle foto's op de kaart
verwijderd. Als u de foto's al van de geheugenkaart naar een computer hebt
overgebracht, kunt u proberen of u de foto's van de computer kunt afdrukken.
Anders moet u foto's die u eventueel kwijt bent, opnieuw maken.
Oorzaak: U hebt de kaart geformatteerd op een Windows XP-computer. Bij
Windows XP wordt een geheugenkaart van 8 MB of minder en 64 MB of meer
Hoofdstuk 12
212 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
standaard geformatteerd met FAT32. Digitale camera's en overige toestellen
gebruiken het FAT (FAT16 of FAT12) formaat en kunnen geen FAT32 geformatteerde
kaart herkennen.
De kaart is niet volledig ingebracht
Oplossing: Draai de geheugenkaart op die manier dat de labelzijde naar boven ligt
en de contactpunten aan de kant van het apparaat liggen. Duw de kaart vervolgens
in de geschikte sleuf tot het lampje Foto begint te branden.
Als de geheugenkaart niet goed is geplaatst, reageert het apparaat niet en knippert
het waarschuwingslampje snel.
Zodra de geheugenkaart op de juiste manier is geplaatst, zal het groene lampje Foto
enkele seconden knipperen en dan blijven branden.
Oorzaak: U had de geheugenkaart niet volledig in de sleuf gestoken.
Papier
Hieronder vindt u een lijst met foutberichten die worden weergegeven bij problemen met
het papier:
Inkt is bezig te drogen
Inkt is bezig te drogen
Oplossing: Voor dubbelzijdig afdrukken moeten de afgedrukte vellen droog zijn
voordat op de achterkant wordt afgedrukt. Wacht tot het apparaat het afgedrukte vel
trekt om op de achterzijde af te drukken.
Oorzaak: Transparanten en bepaalde andere media hebben een langere droogtijd
nodig dan normaal.
Voeding en verbindingen
Hieronder vindt u een lijst met foutberichten die worden weergegeven bij problemen met
de voeding en de verbindingen:
Verkeerd uitzetten
Verkeerd uitzetten
Oplossing: Druk op de knop Aan om het apparaat aan en uit te zetten.
Oorzaak: De vorige keer dat het apparaat is gebruikt, is het verkeerd uitgeschakeld.
Als u het apparaat uitschakelt door een stekkerdoos uit te schakelen of een
wandschakelaar om te zetten, kan het apparaat beschadigd raken.
Berichten over printcartridge en printkop
Hieronder vindt u een lijst met foutberichten die worden weergegeven bij problemen met
printcartridges en printkoppen:
Fouten 213
Een probleem oplossen
Printcartridges in de verkeerde sleuf
Algemene printerfout.
Incompatibele printcartridges
Incompatibele printkop
Inktalarm
Probleem met printcartridge
Waarschuwing inktniveau
Inktsysteemfout
controleer de printcartridges
Installeer de printkop en dan de cartridges
Cartridge die niet van HP is
Oorspronkelijke HP-inkt is op
Een originele HP-cartridge die eerder al werd gebruikt
De printkop lijkt te ontbreken of beschadigd te zijn.
Probleem met de printkop
Probleem met klaarmaken printer
Printcartridge ontbreekt, is verkeerd geplaatst of is niet bedoeld voor dit apparaat
Printcartridges in de verkeerde sleuf
Oplossing: Verwijder de aangegeven printcartridges en plaats ze terug in de juiste
sleuven zodat de kleur van de printcartridges overeenkomt met de kleur en het
pictogram van elke sleuf.
Om te kunnen afdrukken moet een van elk type printcartridge in de juiste sleuf zijn
geplaatst.
Zie voor meer informatie:
"
Vervang de cartridges" op pagina 102
Oorzaak: De aangegeven printcartridges werden in de verkeerde sleuf geplaatst.
Hoofdstuk 12
214 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Algemene printerfout.
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: reset het apparaat
Oplossing 2: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing 1: reset het apparaat
Oplossing: Schakel het apparaat uit en trek het netsnoer uit het stopcontact. Sluit
het netsnoer weer aan en druk op de knop Aan om het apparaat in te schakelen.
Oorzaak: Er is een fout opgetreden met het apparaat.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing: Schrijf de code van de foutmelding op die in het bericht wordt gegeven,
en neem contact op met de HP-ondersteuning. Ga naar:
www.hp.com/support
Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact
op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning.
Oorzaak: Er is een probleem opgetreden met het toestel.
Incompatibele printcartridges
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: Controleer of de printcartridges compatibel zijn
Oplossing 2: Neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing 1: Controleer of de printcartridges compatibel zijn
Oplossing: Controleer of u de juiste printcartridges voor uw apparaat gebruikt.
Wanneer u uw HP Photosmart voor de eerste keer gaat gebruiken, moet u eerst
de inktcartridges plaatsen die bij de printer zijn geleverd. Bij deze cartridges zal
"SETUP" op het label staan staan na het inktcartridgenummer. Deze cartridges
werden speciaal ontwikkeld voor het eerste gebruik van uw printer.
Bij vervangcartridges mag "SETUP" echter niet op het label worden vermeld.
Kijk na of u het netsnoer dat bij de HP Photosmart werd geleverd gebruikt.
Raadpleeg voor een lijst met nummers van compatibele inktcartridges de
gedrukte documentatie bij de printer.
Fouten 215
Een probleem oplossen
Let op HP raadt aan dat u geen printcartridge verwijdert tot u een vervanging
klaar hebt om te installeren.
Vervang de intcartridge(s) door de geschikte inktcartridges voor de HP Photosmart.
Als u de juiste printcartridges gebruikt, gaat u verder naar de volgende oplossing.
Zie voor meer informatie:
•"
Inktproducten bestellen" op pagina 102
•"
Vervang de cartridges" op pagina 102
Oorzaak: De aangegeven printcartridges waren niet bedoeld voor gebruik in dit
apparaat, zoals het op dat moment was geconfigureerd.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: Neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Bezoek:
www.hp.com/support.
Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact
op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning.
Oorzaak: De printcartridges waren niet bedoeld voor gebruik in dit apparaat.
Incompatibele printkop
Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Bezoek:
www.hp.com/support.
Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact
op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning.
Oorzaak: De printkop was niet bedoeld voor gebruik in dit apparaat of was
beschadigd.
Inktalarm
Oplossing: Als u een Inktwaarschuwing krijgt, hoeft u de aangegeven
printcartridge nog niet te vervangen. De hoeveelheid inkt kan echter zo laag zijn dat
een slechte afdrukkwaliteit wordt veroorzaakt. Volg stappen op het scherm om door
te gaan.
Let op HP raadt aan dat u geen printcartridge verwijdert tot u een vervanging
klaar hebt om te installeren.
Als u een opnieuw gevulde of herstelde printcartridge gebruikt, of een cartridge die
in een ander apparaat werd gebruikt, is de inktniveau-indicator mogelijk
onnauwkeurig of onbeschikbaar.
Waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen
om te kunnen plannen. Wanneer u een Inktwaarschuwing krijgt, overweeg dan om
Hoofdstuk 12
216 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
vervangcartridges klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U
hoeft de printcartridges niet te vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar
wordt.
Zie voor meer informatie:
"
Vervang de cartridges" op pagina 102
Oorzaak: De aangegeven printcartridges bevatten onvoldoende inkt om goed te
kunnen afdrukken.
Probleem met printcartridge
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: Installeer de printcartridges juist
Oplossing 2: Sluit de vergrendelingspal van de wagen met de printcartridges
Oplossing 3: Reinig de elektrische contactpunten
Oplossing 4: Vervang de printcartridge
Oplossing 5: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing 1: Installeer de printcartridges juist
Oplossing: Ga na of de printcartridges juist zijn geplaatst. Raadpleeg de volgende
stappen om deze fout op te lossen.
Nagaan of de printcartridges goed zijn geplaatst
1. Controleer of de printer aanstaat.
2. Open de toegangsklep voor de printcartridges door de rechtervoorkant van het
apparaat omhoog te tillen totdat de klep in de geopende stand is vergrendeld.
De wagen met de printcartridges beweegt naar het midden van het apparaat.
Fouten 217
Een probleem oplossen
Opmerking Wacht tot de wagen met de printcartridges stopt voor u verder
gaat.
3. Zorg ervoor dat de printcartridges in de juiste sleuven zijn geplaatst.
Breng de vorm van het pictogram en de kleur van de printcartridge in
overeenstemming met de sleuf met hetzelfde pictogram en dezelfde kleur.
4. Ga met uw vinger langs de bovenkant van de printcartridges om cartridges te
zoeken die niet volledig naar beneden zijn gedrukt.
5. Druk cartridges die omhoog steken naar beneden.
Ze moeten op hun plaats klikken.
6. Als er een printcartridge omhoog stak en u deze op zijn plaats kon klikken, sluit
dan de toegangsklep voor de printcartridges en controleer of het foutbericht weg
is.
Als het bericht weg is, stop dan hier met de foutenopsporing. De fout is
opgelost.
Als het bericht niet weg is, gaat u verder met de volgende stap.
Als geen van de printcartridges omhoog staken, gaat u verder met de
volgende stap.
7. Zoek de printcartridge die wordt aangegeven in het foutbericht en druk vervolgens
op het lipje op de printcartridge uit de sleuf te halen.
Hoofdstuk 12
218 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
8. Druk de printcartridge terug op zijn plaats.
Het lipje moet een klikkend geluid maken als de printcartridge correct is geplaatst.
Als de inktcartridge geen klikkend geluid maakt, moet het lipje mogelijk opnieuw
worden aangepast.
9. Verwijder de printcartridge uit de gleuf.
10. Plooi het lipje voorzichtig weg van de printcartridge.
Let op Zorg ervoor dat u het lipje niet meer plooit dan ongeveer 1,27 cm.
11. Installeer de printcartridge opnieuw.
Hij moet nu op zijn plaats klikken.
12. Sluit de toegangsklep voor de printcartridges en controleer of het foutbericht weg
is.
13. Als u nog steeds een foutbericht krijgt, schakelt u het apparaat uit en vervolgens
opnieuw in.
Oorzaak: De aangegeven printcartridges waren verkeerd geïnstalleerd.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: Sluit de vergrendelingspal van de wagen met de printcartridges
Oplossing: Breng de vergrendelingshendel omhoog en breng deze voorzichtig
omlaag om ervoor te zorgen dat de hendel die de printkop vergrendelt, stevig vastzit.
Als u de veiligheidspal ophoog laat kan dit ertoe leiden dat de printcartridges niet juist
zijn geplaatst, wat problemen bij het afdrukken kan geven. De vergrendelingspel moet
omlaag blijven om de printcartridges juist te plaatsen.
Fouten 219
Een probleem oplossen
Oorzaak: De vergrendelingspal van de wagen met printcartridges was niet goed
gesloten.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: Reinig de elektrische contactpunten
Oplossing: Reinig de elektrische contactpunten van de cartridge.
De elektrische contactpunten reinigen
1. Controleer of de printer aanstaat.
2. Open de toegangsklep voor de cartridges door de blauwe toegangshendel aan
voorkant van het apparaat omhoog te tillen, totdat de klep in de geopende stand
is vergrendeld.
De wagen met de printcartridges beweegt naar het midden van het apparaat.
Opmerking Wacht tot de wagen met de printcartridges stopt voor u verder
gaat.
3. Zoek de printcartridge die wordt aangegeven in het foutbericht en druk vervolgens
op het lipje om de printcartridge uit de sleuf te halen.
Hoofdstuk 12
220 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
4. Houd de printcartridge aan de zijkant vast met de onderkant naar boven, en zoek
de elektrische contactpunten op de printcartridge.
De elektrische contactpunten zijn vier kleine rechthoeken van koper- of
goudkleurig metaal aan de onderkant van de printcartridge.
1 Inktvenster
2 Elektronische contactpunten
5. Veeg de contactpunten met een droog wattenstaafje of een pluisvrij doekje
schoon.
6. Zoek aan de binnenkant van het apparaat de contactpunten in de printkop.
De contactpunten zien eruit als een set van vier koper- of goudkleurige pinnen
die zo zijn geplaatst dat ze op de contactpunten op de printcartridges passen.
7. Gebruik een droog wattenstaafje of een pluisvrije doek om de contactpunten mee
schoon te wrijven.
8. Installeer de printcartridge opnieuw.
Fouten 221
Een probleem oplossen
9. Sluit de toegangsklep voor de printcartridges en controleer of het foutbericht weg
is.
10. Als u nog steeds een foutbericht krijgt, schakelt u het apparaat uit en vervolgens
opnieuw in.
Als u dit bericht nog steeds ontvangt nadat u de contactpunten van de cartridges hebt
gereinigd, is er mogelijk een cartridge beschadigd.
Controleer of uw cartridge nog steeds onder garantie staat en of de einddatum van
de garantieperiode nog niet is bereikt.
Als de einddatum van de garantieperiode is bereikt, moet u een nieuwe
printcartridge kopen.
Als dat niet het geval is, neemt u contact op met HP-ondersteuning voor
onderhoud of vervanging van de cartridge.
Ga naar:
www.hp.com/support.
Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem
contact op met HP voor informatie over het aanvragen van technische
ondersteuning.
Zie voor meer informatie:
•"
Informatie over de cartridgegarantie" op pagina 104
•"
Vervang de cartridges" op pagina 102
Oorzaak: De elektrische contactpunten moesten worden gereinigd.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 4: Vervang de printcartridge
Oplossing: Vervang de aangegeven printcartridge.
Als uw cartridge nog steeds onder garantie staat, neem dan contact op met HP
support voor onderhoud of vervanging.
Ga naar:
www.hp.com/support.
Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact
op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning.
Zie voor meer informatie:
"
Informatie over de cartridgegarantie" op pagina 104
Oorzaak: De aangegeven printcartridges waren defect.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Hoofdstuk 12
222 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Oplossing 5: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Ga naar:
www.hp.com/support.
Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact
op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning.
Oorzaak: Er is een probleem opgetreden met het apparaat.
Waarschuwing inktniveau
Oplossing: Als u het apparaat gaat verplaatsen of vervoeren nadat u dit bericht
hebt gekregen, moet u het rechtop houden en mag u het niet opzij kantelen om
inktlekken te vermijden.
U kunt doorgaan met afdrukken, maar de werking van het inktsysteem kan
veranderen.
Oorzaak: Het inktniveau van het apparaat staat bijna op het maximum.
Inktsysteemfout
Oplossing: Zet het apparaat uit, koppel het netsnoer los en wacht vervolgens 10
seconden. Steek de stekker dan terug in en zet het apparaat aan.
Als u dit bericht nog steeds ontvangt, schrijf dan de foutcode uit het bericht op het
display van het apparaat over en neem contact op met HP-ondersteuning. Ga naar:
www.hp.com/support
Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact
op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning.
Oorzaak: De printkop of het inktsysteem is defect en het apparaat kan niet meer
afdrukken.
controleer de printcartridges
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: Installeer alle vijf de printcartridges
Oplossing 2: Zorg ervoor dat de printcartridges juist in de printer zijn geplaatst
Oplossing 3: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing 1: Installeer alle vijf de printcartridges
Oplossing: Installeer alle vijf printcartridges.
Fouten 223
Een probleem oplossen
Als alle vijf printcartridges al zijn geïnstalleerd, gaat u verder met de volgende
oplossing.
Zie voor meer informatie:
"
Vervang de cartridges" op pagina 102
Oorzaak: Een of meerdere printcartridges waren niet geïnstalleerd.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: Zorg ervoor dat de printcartridges juist in de printer zijn geplaatst
Oplossing: Ga na of de printcartridges juist zijn geplaatst. Raadpleeg de volgende
stappen om deze fout op te lossen.
Nagaan of de printcartridges goed zijn geplaatst
1. Controleer of de printer aanstaat.
2. Open de toegangsklep voor de printcartridges door de rechtervoorkant van het
apparaat omhoog te tillen totdat de klep in de geopende stand is vergrendeld.
De wagen met de printcartridges beweegt naar het midden van het apparaat.
Opmerking Wacht tot de wagen met de printcartridges stopt voor u verder
gaat.
3. Zorg ervoor dat de printcartridges in de juiste sleuven zijn geplaatst.
Breng de vorm van het pictogram en de kleur van de printcartridge in
overeenstemming met de sleuf met hetzelfde pictogram en dezelfde kleur.
Hoofdstuk 12
224 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
4. Ga met uw vinger langs de bovenkant van de printcartridges om cartridges te
zoeken die niet volledig naar beneden zijn gedrukt.
5. Druk cartridges die omhoog steken naar beneden.
Ze moeten op hun plaats klikken.
6. Als er een printcartridge omhoog stak en u deze op zijn plaats kon klikken, sluit
dan de toegangsklep voor de printcartridges en controleer of het foutbericht weg
is.
Als het bericht weg is, stop dan hier met de foutenopsporing. De fout is
opgelost.
Als het bericht niet weg is, gaat u verder met de volgende stap.
Als geen van de printcartridges omhoog staken, gaat u verder met de
volgende stap.
7. Zoek de printcartridge die wordt aangegeven in het foutbericht en druk vervolgens
op het lipje op de printcartridge uit de sleuf te halen.
8. Druk de printcartridge terug op zijn plaats.
Het lipje moet een klikkend geluid maken als de printcartridge correct is geplaatst.
Als de inktcartridge geen klikkend geluid maakt, moet het lipje mogelijk opnieuw
worden aangepast.
9. Verwijder de printcartridge uit de gleuf.
Fouten 225
Een probleem oplossen
10. Plooi het lipje voorzichtig weg van de printcartridge.
Let op Zorg ervoor dat u het lipje niet meer plooit dan ongeveer 1,27 cm.
11. Installeer de printcartridge opnieuw.
Hij moet nu op zijn plaats klikken.
12. Sluit de toegangsklep voor de printcartridges en controleer of het foutbericht weg
is.
13. Als u nog steeds een foutbericht krijgt, schakelt u het apparaat uit en vervolgens
opnieuw in.
Oorzaak: De printcartridges waren verkeerd geïnstalleerd.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Bezoek:
www.hp.com/support.
Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact
op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning.
Oorzaak: Er is een probleem opgetreden met de printcartridges.
Installeer de printkop en dan de cartridges
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
Hoofdstuk 12
226 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: installeer de printkop en dan de cartridges
Oplossing 2: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing 1: installeer de printkop en dan de cartridges
Oplossing: Controleer of de printkop en de cartridges geïnstalleerd zijn.
De printkop opnieuw installeren
1. Controleer of de printer aanstaat.
2. Open de klep van de printcartridge.
3. Verwijder iedere printcartridge door op het lipje op de printcartridge te drukken
en de printcartridge vervolgens uit de sleuf te trekken. Plaats de printcartridges
op een vel papier met de inktopeningen naar boven.
4. Til de vergrendelingshendel op de wagen met printcartridges op totdat deze stopt.
Fouten 227
Een probleem oplossen
5. Verwijder de printkop door deze recht omhoog te heffen.
6. Zorg ervoor dat de vergrendelingshendel omhoog staat en plaats vervolgens de
printkop opnieuw.
Hoofdstuk 12
228 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
7. Laat de vergrendelingsgreep voorzichtig zakken.
Opmerking Zorg ervoor dat u de vergrendelingsgreep laat zakken voordat
u de printcartridges opnieuw plaatst. Als u de vergrendelingsgreep omhoog
laat kan dit leiden tot verkeerd geplaatste printcartridges en problemen met
het afdrukken. De vergrendeling moet omlaag blijven om de printcartridges
correct te kunnen plaatsen.
8. Door de gekleurde pictogramvormen te gebruiken voor hulp, schuift u de
printcartridge in de lege sleuf tot deze op zijn plaats klikt en stevig in de sleuf zit.
9. Sluit de klep van de printcartridges.
Oorzaak: De printkop of printcartridges waren niet of verkeerd geplaatst.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Bezoek:
www.hp.com/support.
Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact
op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning.
Oorzaak: Er is een probleem opgetreden bij het plaatsen van de printkop en de
printcartridges.
Fouten 229
Een probleem oplossen
Cartridge die niet van HP is
Oplossing: Volg de instructies op het display om door te gaan of vervang de
aangegeven printcartridges.
Let op HP raadt aan dat u geen printcartridge verwijdert tot u een vervanging
klaar hebt om te installeren.
Het is raadzaam om originele HP-inktpatronen te gebruiken. Originele HP-
inktpatronen zijn ontworpen en getest met HP-printers, zodat u telkens weer
schitterende resultaten kunt bereiken.
Opmerking HP kan de kwaliteit of betrouwbaarheid van materiaal dat niet van
HP is, niet garanderen. Onderhoud of herstellingen aan de printer die nodig zijn
door het gebruik van dergelijk materiaal, worden niet gedekt door de garantie.
Als u meent dat u originele HP-printcartridges hebt aangeschaft, gaat u naar:
www.hp.com/go/anticounterfeit
Zie voor meer informatie:
"
Vervang de cartridges" op pagina 102
Oorzaak: Het apparaat heeft inkt gedetecteerd die niet van HP is.
Oorspronkelijke HP-inkt is op
Oplossing: Volg de instructies op het display om verder te gaan of vervang de
aangegeven printcartridges.
Controleer de afdrukkwaliteit van de huidige afdruktaak. Als de kwaliteit niet
bevredigend is, kunt u proberen de printkop te reinigen om te zien of dit de kwaliteit
verbetert.
Er is geen informatie over inktniveau's beschikbaar.
Let op HP raadt aan dat u geen printcartridge verwijdert tot u een vervanging
klaar hebt om te installeren.
Het is raadzaam om originele HP-inktpatronen te gebruiken. Originele HP-
inktpatronen zijn ontworpen en getest met HP-printers, zodat u telkens weer
schitterende resultaten kunt bereiken.
Opmerking HP kan de kwaliteit of betrouwbaarheid van materiaal dat niet van
HP is, niet garanderen. Onderhoud of herstellingen aan de printer die nodig zijn
door het gebruik van dergelijk materiaal, worden niet gedekt door de garantie.
Als u meent dat u originele HP-printcartridges hebt aangeschaft, gaat u naar:
www.hp.com/go/anticounterfeit
Zie voor meer informatie:
"
Vervang de cartridges" op pagina 102
Oorzaak: De oorspronkelijke HP-inkt in de aangegeven printcartridges was op.
Hoofdstuk 12
230 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Een originele HP-cartridge die eerder al werd gebruikt
Oplossing: Controleer de afdrukkwaliteit van de huidige afdruktaak. Als de kwaliteit
niet bevredigend is, kunt u proberen de printkop te reinigen om te zien of dit de
kwaliteit verbetert.
De printkop reinigen vanaf het bedieningspaneel
1. Druk op Instellingen.
2. Druk op pijltjestoets omlaag om Extra te markeren en druk vervolgens op OK.
3. Druk op pijltjestoets omlaag om Printkop reinigen te markeren en druk
vervolgens op OK.
Het apparaat reinigt de printkop.
4. Druk op een knop om terug te gaan naar het menu Extra.
Volg de stappen op het display of het computerscherm om door te gaan.
Opmerking HP raadt aan de printcartridge niet voor een langere periode buiten
de printer te laten. Controleer de afdrukkwaliteit als u een gebruikte printcartridge
hebt geplaatst. Als de kwaliteit niet voldoende is, voert u de reinigingsprocedure
van de werkset uit.
Oorzaak: De originele HP printcartridge werd eerder in een ander apparaat
gebruikt.
De printkop lijkt te ontbreken of beschadigd te zijn.
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: installeer de printkop en de cartridges opnieuw
Oplossing 2: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing 1: installeer de printkop en de cartridges opnieuw
Oplossing: Controleer of de printkop en de cartridges geïnstalleerd zijn.
De printkop opnieuw installeren
1. Controleer of de printer aanstaat.
2. Open de klep van de printcartridge.
Fouten 231
Een probleem oplossen
3. Verwijder alle printcartridges en plaats ze op een vel papier met de inktopening
naar boven.
4. Til de vergrendelingshendel op de wagen met printcartridges op totdat deze stopt.
5. Verwijder de printkop door deze recht omhoog te heffen.
Hoofdstuk 12
232 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
6. Reinig de printkop.
Op de printkop zijn er drie gebieden die moeten worden gereinigd: de plastic
randen aan beide kanten van de inktsproeiers, de hoek tussen de sproeiers en
de elektrische contactpunten en de elektrische contactpunten.
1 Plastic randen aan de kanten van de sproeiers
2 Rand tussen sproeiers en contactpunten
3 Elektronische contactpunten
Let op Raak de gebieden met de sproeiers en de elektrische contactpunten
alleen aan met reinigingsmateriaal en niet met uw vinger.
De printkop reinigen
a. Bevochtig een schoon, pluisvrij doekje lichtjes en wrijf van onder naar boven
over het gebied met de elektrische contactpunten. Ga niet verder dan de hoek
tussen de sproeiers en de elektrische contactpunten. Reinig totdat er geen
nieuwe inkt meer op het doekje zit.
Fouten 233
Een probleem oplossen
b. Gebruik een vers, licht bevochtigd en pluisvrij doekje om opgehoopte inkt en
vuil van de hoek tussen de sproeiers en de contactpunten te vegen.
c. Gebruik een vers, licht bevochtigd en pluisvrij doekje om de plastic randen
aan beide kanten van de sproeiers schoon te vegen. Veeg van de sproeiers
af.
d. Wrijf de eerder gereinigde gebieden droog met een droog pluisvrij doekje
voordat u verdergaat met de volgende stap.
Hoofdstuk 12
234 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
7. Reinig de elektrische contactpunten in het apparaat.
De elektrische contactpunten in het apparaat reinigen
a. Bevochtig een schone pluisvrije doek lichtjes met gedistilleerd water of
flessenwater.
b. Reinig de elektrische contactpunten in het apparaat door met het doekje van
boven naar onder te wrijven. Gebruik zo veel nieuwe doekjes als nodig. Reinig
totdat er geen inkt meer op het doekje zit.
c. Wrijf het gebied droog met een droog pluisvrij doekje voordat u verdergaat
met de volgende stap.
8. Zorg ervoor dat de vergrendelingshendel omhoog staat en plaats vervolgens de
printkop opnieuw.
9. Laat de vergrendelingsgreep voorzichtig zakken.
Opmerking Zorg ervoor dat u de vergrendelingsgreep laat zakken voordat
u de printcartridges opnieuw plaatst. Als u de vergrendelingsgreep omhoog
laat kan dit leiden tot verkeerd geplaatste printcartridges en problemen met
het afdrukken. De vergrendeling moet omlaag blijven om de printcartridges
correct te kunnen plaatsen.
Fouten 235
Een probleem oplossen
10. Door de gekleurde pictogramvormen te gebruiken voor hulp, schuift u de
printcartridge in de lege sleuf tot deze op zijn plaats klikt en stevig in de sleuf zit.
11. Sluit de klep van de printcartridges.
Oorzaak: De printkop of printcartridges waren niet correct geplaatst.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Bezoek:
www.hp.com/support.
Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact
op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning.
Oorzaak: Er is een probleem opgetreden bij de printkop of de printcartridges.
Probleem met de printkop
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: plaats de printkop opnieuw
Oplossing 2: neem contact op met HP-ondersteuning
Hoofdstuk 12
236 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Oplossing 1: plaats de printkop opnieuw
Oplossing: Controleer of de printkop is geplaatst en of de toegangsklep tot de
printcartridges gesloten is.
Installeer de printkop opnieuw.
De printkop opnieuw installeren
1. Controleer of de printer aanstaat.
2. Open de klep van de printcartridge.
3. Verwijder alle printcartridges en plaats ze op een vel papier met de inktopening
naar boven.
4. Til de vergrendelingshendel op de wagen met printcartridges op totdat deze stopt.
Fouten 237
Een probleem oplossen
5. Verwijder de printkop door deze recht omhoog te heffen.
6. Reinig de printkop.
Op de printkop zijn er drie gebieden die moeten worden gereinigd: de plastic
randen aan beide kanten van de inktsproeiers, de hoek tussen de sproeiers en
de elektrische contactpunten en de elektrische contactpunten.
1 Plastic randen aan de kanten van de sproeiers
2 Rand tussen sproeiers en contactpunten
3 Elektronische contactpunten
Hoofdstuk 12
238 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Let op Raak de gebieden met de sproeiers en de elektrische contactpunten
alleen aan met reinigingsmateriaal en niet met uw vinger.
De printkop reinigen
a. Bevochtig een schoon, pluisvrij doekje lichtjes en wrijf van onder naar boven
over het gebied met de elektrische contactpunten. Ga niet verder dan de hoek
tussen de sproeiers en de elektrische contactpunten. Reinig totdat er geen
nieuwe inkt meer op het doekje zit.
b. Gebruik een vers, licht bevochtigd en pluisvrij doekje om opgehoopte inkt en
vuil van de hoek tussen de sproeiers en de contactpunten te vegen.
c. Gebruik een vers, licht bevochtigd en pluisvrij doekje om de plastic randen
aan beide kanten van de sproeiers schoon te vegen. Veeg van de sproeiers
af.
Fouten 239
Een probleem oplossen
d. Wrijf de eerder gereinigde gebieden droog met een droog pluisvrij doekje
voordat u verdergaat met de volgende stap.
7. Reinig de elektrische contactpunten in het apparaat.
De elektrische contactpunten in het apparaat reinigen
a. Bevochtig een schone pluisvrije doek lichtjes met gedistilleerd water of
flessenwater.
b. Reinig de elektrische contactpunten in het apparaat door met het doekje van
boven naar onder te wrijven. Gebruik zo veel nieuwe doekjes als nodig. Reinig
totdat er geen inkt meer op het doekje zit.
c. Wrijf het gebied droog met een droog pluisvrij doekje voordat u verdergaat
met de volgende stap.
8. Zorg ervoor dat de vergrendelingshendel omhoog staat en plaats vervolgens de
printkop opnieuw.
Hoofdstuk 12
240 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
9. Laat de vergrendelingsgreep voorzichtig zakken.
Opmerking Zorg ervoor dat u de vergrendelingsgreep laat zakken voordat
u de printcartridges opnieuw plaatst. Als u de vergrendelingsgreep omhoog
laat kan dit leiden tot verkeerd geplaatste printcartridges en problemen met
het afdrukken. De vergrendeling moet omlaag blijven om de printcartridges
correct te kunnen plaatsen.
10. Door de gekleurde pictogramvormen te gebruiken voor hulp, schuift u de
printcartridge in de lege sleuf tot deze op zijn plaats klikt en stevig in de sleuf zit.
11. Sluit de klep van de printcartridges.
Oorzaak: Er is een probleem opgetreden met de printkop.
Fouten 241
Een probleem oplossen
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Bezoek:
www.hp.com/support.
Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact
op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning.
Oorzaak: Er is een probleem opgetreden met de printkop.
Probleem met klaarmaken printer
Oplossing: Controleer de afdrukkwaliteit van de huidige afdruktaak. Als die niet
voldoende is, kan dat betekenen dat de interne klok defect is en dat het apparaat de
printkop niet kon onderhouden zoals gepland. Probeer dan de printkop te reinigen
om te zien of de kwaliteit daardoor verbetert.
De printkop reinigen vanaf het bedieningspaneel
1. Druk op Instellingen.
2. Druk op pijltjestoets omlaag om Extra te markeren en druk vervolgens op OK.
3. Druk op pijltjestoets omlaag om Printkop reinigen te markeren en druk
vervolgens op OK.
Het apparaat reinigt de printkop.
4. Druk op een knop om terug te gaan naar het menu Extra.
Oorzaak: Het apparaat werd niet op de juiste manier uitgeschakeld.
Printcartridge ontbreekt, is verkeerd geplaatst of is niet bedoeld voor dit
apparaat
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: Plaats alle printcartridges
Oplossing 2: Controleer of alle printcartridges goed zijn geïnstalleerd
Oplossing 3: De contactpunten van printcartridges reinigen
Oplossing 4: neem contact op met HP-ondersteuning
Hoofdstuk 12
242 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Oplossing 1: Plaats alle printcartridges
Oplossing: Zorg ervoor dat alle printcartridges zijn geplaatst.
Zie voor meer informatie:
"
Vervang de cartridges" op pagina 102
Oorzaak: Een of meer printcartridges ontbraken.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: Controleer of alle printcartridges goed zijn geïnstalleerd
Oplossing: Ga na of de printcartridges juist zijn geplaatst. Raadpleeg de volgende
stappen om deze fout op te lossen.
Nagaan of de printcartridges goed zijn geplaatst
1. Controleer of de printer aanstaat.
2. Open de toegangsklep voor de printcartridges door de rechtervoorkant van het
apparaat omhoog te tillen totdat de klep in de geopende stand is vergrendeld.
De wagen met de printcartridges beweegt naar het midden van het apparaat.
Opmerking Wacht tot de wagen met de printcartridges stopt voor u verder
gaat.
3. Zorg ervoor dat de printcartridges in de juiste sleuven zijn geplaatst.
Breng de vorm van het pictogram en de kleur van de printcartridge in
overeenstemming met de sleuf met hetzelfde pictogram en dezelfde kleur.
Fouten 243
Een probleem oplossen
4. Ga met uw vinger langs de bovenkant van de printcartridges om cartridges te
zoeken die niet volledig naar beneden zijn gedrukt.
5. Druk cartridges die omhoog steken naar beneden.
Ze moeten op hun plaats klikken.
6. Als er een printcartridge omhoog stak en u deze op zijn plaats kon klikken, sluit
dan de toegangsklep voor de printcartridges en controleer of het foutbericht weg
is.
Als het bericht weg is, stop dan hier met de foutenopsporing. De fout is
opgelost.
Als het bericht niet weg is, gaat u verder met de volgende stap.
Als geen van de printcartridges omhoog staken, gaat u verder met de
volgende stap.
7. Zoek de printcartridge die wordt aangegeven in het foutbericht en druk vervolgens
op het lipje op de printcartridge uit de sleuf te halen.
8. Druk de printcartridge terug op zijn plaats.
Het lipje moet een klikkend geluid maken als de printcartridge correct is geplaatst.
Als de inktcartridge geen klikkend geluid maakt, moet het lipje mogelijk opnieuw
worden aangepast.
9. Verwijder de printcartridge uit de gleuf.
Hoofdstuk 12
244 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
10. Plooi het lipje voorzichtig weg van de printcartridge.
Let op Zorg ervoor dat u het lipje niet meer plooit dan ongeveer 1,27 cm.
11. Installeer de printcartridge opnieuw.
Hij moet nu op zijn plaats klikken.
12. Sluit de toegangsklep voor de printcartridges en controleer of het foutbericht weg
is.
13. Als u nog steeds een foutbericht krijgt, schakelt u het apparaat uit en vervolgens
opnieuw in.
Zie voor meer informatie:
"
Vervang de cartridges" op pagina 102
Oorzaak: Een of meerdere printcartridges waren niet geïnstalleerd.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: De contactpunten van printcartridges reinigen
Oplossing: Reinig de elektrische contactpunten van de cartridge.
De elektrische contactpunten reinigen
1. Controleer of de printer aanstaat.
2. Open de toegangsklep voor de cartridges door de blauwe toegangshendel aan
voorkant van het apparaat omhoog te tillen, totdat de klep in de geopende stand
is vergrendeld.
Fouten 245
Een probleem oplossen
De wagen met de printcartridges beweegt naar het midden van het apparaat.
Opmerking Wacht tot de wagen met de printcartridges stopt voor u verder
gaat.
3. Zoek de printcartridge die wordt aangegeven in het foutbericht en druk vervolgens
op het lipje om de printcartridge uit de sleuf te halen.
4. Houd de printcartridge aan de zijkant vast met de onderkant naar boven, en zoek
de elektrische contactpunten op de printcartridge.
De elektrische contactpunten zijn vier kleine rechthoeken van koper- of
goudkleurig metaal aan de onderkant van de printcartridge.
1 Inktvenster
2 Elektronische contactpunten
Hoofdstuk 12
246 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
5. Veeg de contactpunten met een droog wattenstaafje of een pluisvrij doekje
schoon.
6. Zoek aan de binnenkant van het apparaat de contactpunten in de printkop.
De contactpunten zien eruit als een set van vier koper- of goudkleurige pinnen
die zo zijn geplaatst dat ze op de contactpunten op de printcartridges passen.
7. Gebruik een droog wattenstaafje of een pluisvrije doek om de contactpunten mee
schoon te wrijven.
8. Installeer de printcartridge opnieuw.
9. Sluit de toegangsklep voor de printcartridges en controleer of het foutbericht weg
is.
10. Als u nog steeds een foutbericht krijgt, schakelt u het apparaat uit en vervolgens
opnieuw in.
Als u dit bericht nog steeds ontvangt nadat u de contactpunten van de cartridges hebt
gereinigd, is er mogelijk een cartridge beschadigd.
Controleer of uw cartridge nog steeds onder garantie staat en of de einddatum van
de garantieperiode nog niet is bereikt.
Als de einddatum van de garantieperiode is bereikt, moet u een nieuwe
printcartridge kopen.
Als dat niet het geval is, neemt u contact op met HP-ondersteuning voor
onderhoud of vervanging van de cartridge.
Ga naar:
www.hp.com/support.
Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem
contact op met HP voor informatie over het aanvragen van technische
ondersteuning.
Fouten 247
Een probleem oplossen
Zie voor meer informatie:
•"
Informatie over de cartridgegarantie" op pagina 104
•"
Vervang de cartridges" op pagina 102
Oorzaak: De aangegeven contactpunten van de printcartridges waren defect.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 4: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Bezoek:
www.hp.com/support.
Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact
op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning.
Oorzaak: De printcartridges waren niet bedoeld voor gebruik in dit apparaat.
Hoofdstuk 12
248 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
13 De huidige afdruktaak stoppen
Een afdruktaak stoppen via het apparaat
Druk op Annuleren op het bedieningspaneel. Als de afdruktaak niet stopt, drukt u
nogmaals op Annuleren.
Het kan even duren voordat de afdruktaak wordt geannuleerd.
De huidige afdruktaak stoppen 249
De huidige afdruktaak stoppen
Hoofdstuk 13
250 De huidige afdruktaak stoppen
De huidige afdruktaak stoppen
14 Technische informatie
Dit hoofdstuk bevat de technische specificaties en internationale overheidsvoorschriften voor de HP
Photosmart.
Zie voor bijkomende specificaties de gedrukte documentatie bij de HP Photosmart.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Kennisgeving
Informatie over de cartridgechip
Specificaties
Programma voor milieubeheer
Overheidsvoorschriften
Wettelijke informatie betreffende draadloze apparatuur
Kennisgevingen van telecommunicatievoorschriften
Japan safety statement
Kennisgeving
Kennisgevingen van Hewlett-Packard Company
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Alle rechten voorbehouden. Niets in dit materiaal mag worden verveelvoudigd, aangepast of vertaald zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van Hewlett-Packard, behalve voor zover toegestaan op grond van de wet op het auteursrecht. De enige garanties voor producten en
services van HP worden uiteengezet in de garantieverklaringen die bij de desbetreffende producten en services worden verstrekt. Niets hierin mag
worden opgevat als een aanvullende garantie. HP is niet aansprakelijk voor technische of andere fouten of omissies in dit materiaal.
© 2009 Hewlett-Packard Development Company, L.P.
Microsoft, Windows, Windows XP en Windows Vista zijn in de V.S. gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Windows 7 is een gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van Microsoft Corporation, in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Intel en Pentium zijn handelsmerken of gedepondeerde handelsmerken van Intel Corporation of haar dochterondernemingen, in de Verenigde Staten
of andere landen.
Informatie over de cartridgechip
De HP cartridges die bij dit apparaat worden gebruikt, bevatten een geheugenchip die de werking
van het apparaat ondersteunt. Verder verzamelt deze geheugenchip een beperkte hoeveelheid
informatie over het gebruik van het apparaat, waaronder mogelijk: de datum waarop de cartridge
voor het eerst werd geplaatst, de datum waarop de cartridge voor het laatst werd geplaatst, het
aantal pagina's dat werd afgedrukt met de cartridge, het paginagebied, de gebruikte afdrukstanden,
eventuele afdrukfouten die zijn opgetreden en het productmodel. Deze informatie helpt HP om
apparaten in de toekomst te ontwerpen die aan de afdrukbehoeften van onze klanten voldoen.
De gegevens die worden verzameld door de cartridgegeheugenchip bevatten geen informatie die
kan worden gebruikt om een klant of gebruiker van de cartridge of hun apparaat te identificeren.
HP verzamelt een greep uit de geheugenchips van cartridges die naar het gratis terugbrengen en
recyclingprogramma van HP worden teruggebracht (HP Planet Partners:
www.hp.com/hpinfo/
globalcitizenship/environment/recycle/). De geheugenchips uit deze greep worden gelezen en
bestudeerd om de HP producten in de toekomst te verbeteren. HP partners die helpen bij de
recycling van deze cartridge hebben mogelijk ook toegang tot deze gegevens.
Een derde partij die de cartridge bezit heeft mogelijk toegang tot de anonieme informatie op de
geheugenchip. Als u liever geen toegang geeft to deze informatie, kunt u de chip onbruikbaar maken.
Nadat u de geheugenchip echter onbruikbaar maakt, kan de cartridge niet meer worden gebruikt in
een HP-product.
Als u bezorgd bent over het bieden van deze anonieme informatie, kunt u deze informatie
ontoegankelijk maken door het vermogen van de geheugenchip om de gebruiksinformatie van het
product te verzamelen, uit te schakelen.
Technische informatie 251
Technische informatie
De functie voor gebruiksinformatie uitschakelen
1. Druk op Instellingen.
2. Druk op de knop met de pijl omlaag tot Voorkeuren is gemarkeerd en druk vervolgens op
OK.
3. Druk op de knop met de pijl omlaag tot Informatie over Cartridge chip is gemarkeerd en druk
vervolgens op OK.
Opmerking Om de functie voor gebruiksinformatie weer in te schakelen, herstelt u de
fabrieksinstellingen.
Opmerking U kunt de cartridge in het HP apparaat blijven gebruiken als u het vermogen van
de geheugenchip om de gebruiksinformatie van het apparaat te verzamelen, uitschakelt.
Specificaties
In dit gedeelte worden de technische specificaties voor de HP Photosmart beschreven. Zie het
Apparaatgegevensblad op
www.hp.com/support voor de volledige productspecificaties.
Systeemvereisten
De systeemvereisten voor de software worden vermeld in het Leesmij-bestand.
Voor meer informatie over toekomstige releases van het besturingssysteem verwijzen we naar de
online ondersteunende website van HP op
www.hp.com/support.
Omgevingsspecificaties
Aanbevolen temperatuurbereik bij werkend apparaat: 15 ºC tot 32 ºC (59 ºF tot 90 ºF)
Toegestaan temperatuurbereik bij werkend apparaat: 5 ºC tot 40 ºC (41 ºF tot 104 ºF)
Vochtigheid: 15 tot 80% RV niet-condenserend; 28 ºC maximum dauwpunt
Temperatuurbereik bij niet-werkend apparaat (opslag): -40 ºC tot 60 ºC (-40 ºF tot 140 ºF)
In sterke elektromagnetische velden kan de uitvoer van de HP Photosmart enigszins worden
verstoord
HP raadt aan een USB-kabel te gebruiken met een lengte van maximaal 3 m om de invlied va
neventuele hoog elektromagnetische velden te minimaliseren
Papierspecificaties
Type
Gewicht
papier
Invoerlade
*
Uitvoerlade
Fotolade
*
Documentinv
oerlade
Gewoon papier 75 tot 90 g/m² Maximaal 125
vellen (papier
van 75 g/m²)
50 (papier van
75 g/m²)
n.v.t. Maximaal 50
Legal-papier 75 tot 90 g/m² Maximaal 100
vellen (papier
van 75 g/m²)
10 (papier van
75 g/m²)
n.v.t. Maximaal 50
Kaarten index van
maximaal 200
g/m²
Maximaal 20 25 Maximaal 20 n.v.t.
Hoofdstuk 14
252 Technische informatie
Technische informatie
Type Gewicht
papier
Invoerlade
*
Uitvoerlade
Fotolade
*
Documentinv
oerlade
Enveloppen 75 tot 90 g/m² Maximaal 15 15 n.v.t. n.v.t.
Transparanten n.v.t. Maximaal 40 25 n.v.t. n.v.t.
Etiketten n.v.t. Maximaal 40 25 n.v.t. n.v.t.
Fotopapier van 13 x
18 cm
236 g/m² Maximaal 20 20 Maximaal 20 n.v.t.
Fotopapier van 10 x
15 cm
236 g/m² Maximaal 20 20 Maximaal 20 n.v.t.
Panoramafotopapi
er van 10 x 30cm (4
x 12 inch)
n.v.t. Maximaal 40 25 n.v.t. n.v.t.
Fotopapier van 216
x 279 mm
n.v.t. Maximaal 40 25 n.v.t. n.v.t.
* Maximale capaciteit
De capaciteit van de uitvoerlade is afhankelijk van de papiersoort en de hoeveelheid inkt die u
gebruikt. HP raadt u aan de uitvoerlade regelmatig leeg te maken. Voor de afdrukkwaliteit van
de modus SNEL moet het verlengstuk van de lade zijn uitgeklapt en de eindlade omhoog zijn
geklapt. Als de eindlade niet omhoog is geklapt, valt het papier van zowel letter- als legal-formaat
op het eerste vel.
*
Opmerking Zie de printerdriver voor een volledige lijst van de ondersteunde afdrukmaterialen
en hun afmetingen.
Papierspecificaties voor de accessoire voor dubbelzijdig afdrukken
Type
Formaat Gewicht
Papier Letter: 8,5 x 11 inch
Executive: 7,25 x 10,5 inch
A4: 210 x 297 mm
A5: 148 x 210 mm
60 tot 90 g/m
2
(16 tot 24lb.)
Brochurepapier Letter: 8,5 x 11 inch
A4: 210 x 297 mm
Tot 180 g/m
2
(48 lb. briefpapier)
Kaarten en foto's 4 x 6 inch
5 x 8 inch
10 x 15 cm
A6: 105 x 148,5 mm
Hagaki: 100 x 148 mm
Tot 200 g/m
2
(110 lb. index)
Uitlijning scheef
,006 mm/mm op gewoon papier (2de zijde)
Opmerking Beschikbaarheid van afdrukmateriaal varieert per land/regio.
(vervolg)
Specificaties 253
Technische informatie
Afdrukspecificaties
De afdruksnelheid is afhankelijk van de complexiteit van het document.
Afdrukken op panoramaformaat
Methode: drop-on-demand thermal inkjet
Taal: PCL3 GUI
Scanspecificaties
Afbeeldingseditor inbegrepen
Geïntegreerde tekstherkenningssoftware converteert gescande tekst automatisch naar
bewerkbare tekst (indien geïnstalleerd)
Software TWAIN-interface
Resolutie: tot 4.800 x 4.800 ppi optisch (afhankelijk van model); 19.200 geoptimaliseerde ppi
(software)
Voor meer informatie over de ppi-resolutie, zie de scannersoftware.
Kleur: 48-bits kleur, 8-bits grijsschaal (256 grijstinten)
Maximaal scanformaat van glas: 21,6 x 29,7 cm
Kopieerspecificaties
Digitale beeldverwerking
Het maximumaantal kopieën verschilt per model.
De kopieersnelheid is afhankelijk van de complexiteit en het model van het document.
De maximale kopievergroting gaat van 200 tot 400 % (afhankelijk van het model)
De maximale kopieverkleining gaat van 25 tot 50 % (afhankelijk van het model)
Faxspecificaties
Mogelijkheid voor zwart-wit en kleur bij apparaat.
Maximaal 110 snelkiesnummers (verschilt per model).
Geheugen van maximaal 120 pagina's (verschilt per model, volgens ITU-T-testafbeelding nr. 1
bij standaardresolutie). Complexere pagina's of hogere resoluties vragen meer tijd en
geheugen.
Fax handmatig verzenden en ontvangen.
Automatisch tot vijf keer opnieuw kiezen bij in gesprek (verschilt per model).
Automatisch een keer opnieuw kiezen bij geen gehoor (verschilt per model).
Bevestigings- en activiteitenrapporten.
CCITT/ITU Group 3-fax met foutcorrectiemodus.
33,6 Kbps overdracht.
Snelheid van 3 sec. per pagina bij 33,6 Kbps (volgens ITU-T-testafbeelding nr. 1 bij
standaardresolutie). Complexere pagina's of hogere resoluties vergen meer tijd en geheugen.
Oproepherkenning met automatisch schakelen tussen fax en antwoordapparaat.
Foto (dpi) Zeer fijn (dpi) Fijn (dpi) Standaard (dpi)
Zwart 200 x 200 (8-bits
grijstinten)
300 x 300 200 x 200 200 x 100
Kleur 200 x 200 200 x 200 200 x 200 200 x 200
Afdrukresolutie
Zie de printersoftware voor meer informatie over de printerresolutie. Zie "
De afdrukresolutie
weergeven" op pagina 67 voor meer informatie.
Hoofdstuk 14
254 Technische informatie
Technische informatie
Rendement printcartridge
Bezoek
www.hp.com/go/learnaboutsupplies voor meer informatie over de gewenste
printcartridgeopbrengst.
Programma voor milieubeheer
Hewlett-Packard streeft ernaar om producten van hoge kwaliteit te leveren die op milieuvriendelijke
wijze zijn geproduceerd. Dit product is ontworpen met het oog op recycling. Het aantal materialen
is tot een minimum beperkt, zonder dat dit ten koste gaat van de functionaliteit en de
betrouwbaarheid. De verschillende materialen zijn ontworpen om eenvoudig te kunnen worden
gescheiden. Bevestigingen en andere aansluitingen zijn eenvoudig te vinden, te bereiken en te
verwijderen met normale gereedschappen. Belangrijke onderdelen zijn zo ontworpen dat deze
eenvoudig zijn te bereiken waardoor demontage en reparatie efficiënter worden.
Raadpleeg de HP-website over de betrokkenheid van HP bij het milieu op:
www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/index.html
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Eco-Tips
Papiergebruik
Plastics
Veiligheidsinformatiebladen
Kringloopprogramma
Recyclingprogramma van HP inkjet-onderdelen
Stroomverbruik
Disposal of waste equipment by users in private households in the European Union
Chemische stoffen
Battery disposal in the Netherlands
Battery disposal in Taiwan
Bericht aan gebruikers in California
EU battery directive
Eco-Tips
HP is geëngageerd om klanten hun ecologische voetstap te helpen verminderen. HP biedt de
onderstaande Eco- Tips om u te helpen letten op manieren waarop u de effecten van uw
afdrukkeuzes kunt evalueren en beperken. Naast specifieke functies in dit product kunt u de HP Eco
Solutions-website bezoeken voor meer informatie over de milieu-initiatieven van HP.
www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/
De Eco-functies van uw product
Duplex afdrukken: Gebruik Papierbesparend afdrukken om tweezijdige documenten met
veelvoudige pagina's op hetzelfde vel af te drukken, om papiergebruik te verminderen. Zie
"
Afdruksnelkoppelingen gebruiken" op pagina 68 voor meer informatie.
Slim afdrukken via het web: De interface HP Slim afdrukken via het web bevat een venster
Clipboek en Clips bewerken waar u clips die u op internet hebt verzameld, kunt opslaan,
organiseren of afdrukken. Zie "
Een webpagina afdrukken" op pagina 66 voor meer informatie.
Informatie over energiebesparing: Zie "
Stroomverbruik" op pagina 256 om de ENERGY
STAR®-qualificatiestatus voor dit product te bekijken.
Gerecyclede materialen: Meer informatie over het recyclen van HP producten kunt u vinden
op:
www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/recycle/
Programma voor milieubeheer 255
Technische informatie
Papiergebruik
Dit product is geschikt voor het gebruik van kringlooppapier dat voldoet aan DIN-norm 19309 en EN
12281:2002.
Plastics
Onderdelen van kunststof die zwaarder zijn dan 25 gram zijn volgens de internationaal geldende
normen gemerkt. Deze onderdelen kunnen hierdoor eenvoudig worden herkend en aan het einde
van de levensduur van het product worden gerecycled.
Veiligheidsinformatiebladen
Material Safety Data Sheets (MSDS, veiligheidsbladen) kunt u verkrijgen via de website van HP:
www.hp.com/go/msds
Kringloopprogramma
HP biedt in veel landen en regio's een toenemend aantal productrecyclingprogramma's. Daarnaast
werkt HP samen met een aantal van de grootste centra voor het recyclen van elektronische
onderdelen ter wereld. HP bespaart op het verbruik van kostbare hulpbronnen door een aantal van
zijn populairste producten opnieuw te verkopen. Ga voor informatie over het recyclen van HP
producten naar de volgende website:
www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/recycle/
Recyclingprogramma van HP inkjet-onderdelen
HP streeft ernaar om het milieu te beschermen. Het recyclingprogramma van HP Inkjet-onderdelen
is in veel landen/regio's beschikbaar. Het programma biedt u de mogelijkheid gebruikte
printcartridges gratis te recyclen. Ga voor meer informatie naar de volgende website:
www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/recycle/
Stroomverbruik
Afdruk- en beeldbewerkingsapparatuur van Hewlett-Packard met het ENERGY STAR®-logo voldoet
aan de ENERGY STAR-vereisten van de Environmental Protection Agency van de VS voor
beeldbewerkingsapparatuur. Op beeldbewerkingsproducten met de kwalificatie ENERGY STAR
wordt het volgende merk weergeven:
Meer informatie over beeldbewerkingsproducten met de ENERGY STAR-kwalificatie is te vinden
op:
www.hp.com/go/energystar
Hoofdstuk 14
256 Technische informatie
Technische informatie
Disposal of waste equipment by users in private households in the European Union
Disposal of Waste Equipment by Users in Private Households in the European Union
This symbol on the product or on its packaging indicates that this product must not be disposed of with your other household waste. Instead, it is your responsibility to dispose of your waste
equipment by handing it over to a designated collection point for the recycling of waste electrical and electronic equipment. The separate collection and recycling of your waste equipment
at the time of disposal will help to conserve natural resources and ensure that it is recycled in a manner that protects human health and the environment. For more information about where
you can drop off your waste equipment for recycling, please contact your local city office, your household waste disposal service or the shop where you purchased the product.
Évacuation des équipements usagés par les utilisateurs dans les foyers privés au sein de l'Union européenne
La présence de ce symbole sur le produit ou sur son emballage indique que vous ne pouvez pas vous débarrasser de ce produit de la même façon que vos déchets courants.
Au contraire, vous êtes responsable de l'évacuation de vos équipements usagés et, à cet effet, vous êtes tenu de les remettre à un point de collecte agréé pour le recyclage des
équipements électriques et électroniques usagés. Le tri, l'évacuation et le recyclage séparés de vos équipements usagés permettent de préserver les ressources naturelles et de s'assurer
que ces équipements sont recyclés dans le respect de la santé humaine et de l'environnement. Pour plus d'informations sur les lieux de collecte des équipements usagés, veuillez contacter
votre mairie, votre service de traitement des déchets ménagers ou le magasin où vous avez acheté le produit.
Entsorgung von Elektrogeräten durch Benutzer in privaten Haushalten in der EU
Dieses Symbol auf dem Produkt oder dessen Verpackung gibt an, dass das Produkt nicht zusammen mit dem Restmüll entsorgt werden darf. Es obliegt daher Ihrer Verantwortung, das
Gerät an einer entsprechenden Stelle für die Entsorgung oder Wiederverwertung von Elektrogeräten aller Art abzugeben (z.B. ein Wertstoffhof). Die separate Sammlung und das
Recyceln Ihrer alten Elektrogeräte zum Zeitpunkt ihrer Entsorgung trägt zum Schutz der Umwelt bei und gewährleistet, dass sie auf eine Art und Weise recycelt werden, die keine
Gefährdung für die Gesundheit des Menschen und der Umwelt darstellt. Weitere Informationen darüber, wo Sie alte Elektrogeräte zum Recyceln abgeben können, erhalten Sie bei
den örtlichen Behörden, Wertstoffhöfen oder dort, wo Sie das Gerät erworben haben.
Smaltimento di apparecchiature da rottamare da parte di privati nell'Unione Europea
Questo simbolo che appare sul prodotto o sulla confezione indica che il prodotto non deve essere smaltito assieme agli altri rifiuti domestici. Gli utenti devono provvedere allo
smaltimento delle apparecchiature da rottamare portandole al luogo di raccolta indicato per il riciclaggio delle apparecchiature elettriche ed elettroniche. La raccolta e il riciclaggio
separati delle apparecchiature da rottamare in fase di smaltimento favoriscono la conservazione delle risorse naturali e garantiscono che tali apparecchiature vengano rottamate
nel rispetto dell'ambiente e della tutela della salute. Per ulteriori informazioni sui punti di raccolta delle apparecchiature da rottamare, contattare il proprio comune di residenza,
il servizio di smaltimento dei rifiuti locale o il negozio presso il quale è stato acquistato il prodotto.
Eliminación de residuos de aparatos eléctricos y electrónicos por parte de usuarios domésticos en la Unión Europea
Este símbolo en el producto o en el embalaje indica que no se puede desechar el producto junto con los residuos domésticos. Por el contrario, si debe eliminar este tipo de residuo, es
responsabilidad del usuario entregarlo en un punto de recogida designado de reciclado de aparatos electrónicos y eléctricos. El reciclaje y la recogida por separado de estos residuos
en el momento de la eliminación ayudará a preservar recursos naturales y a garantizar que el reciclaje proteja la salud y el medio ambiente. Si desea información adicional sobre los
lugares donde puede dejar estos residuos para su reciclado, póngase en contacto con las autoridades locales de su ciudad, con el servicio de gestión de residuos domésticos o con la
tienda donde adquirió el producto.
Likvidace vysloužilého zařízení uživateli v domácnosti v zemích EU
Tato značka na produktu nebo na jeho obalu označuje, že tento produkt nesmí být likvidován prostým vyhozením do běžného domovního odpadu. Odpovídáte za to, že vysloužilé
zařízení bude předáno k likvidaci do stanovených sběrných míst určených k recyklaci vysloužilých elektrických a elektronických zařízení. Likvidace vysloužilého zařízení samostatným
sběrem a recyklací napomáhá zachování přírodních zdrojů a zajišťuje, že recyklace proběhne způsobem chránícím lidské zdraví a životní prostředí. Další informace o tom, kam můžete
vysloužilé zařízení předat k recyklaci, můžete získat od úřadů místní samosprávy, od společnosti provádějící svoz a likvidaci domovního odpadu nebo v obchodě, kde jste produkt
zakoupili.
Bortskaffelse af affaldsudstyr for brugere i private husholdninger i EU
Dette symbol på produktet eller på dets emballage indikerer, at produktet ikke må bortskaffes sammen med andet husholdningsaffald. I stedet er det dit ansvar at bortskaffe affaldsudstyr
ved at aflevere det på dertil beregnede indsamlingssteder med henblik på genbrug af elektrisk og elektronisk affaldsudstyr. Den separate indsamling og genbrug af dit affaldsudstyr på
tidspunktet for bortskaffelse er med til at bevare naturlige ressourcer og sikre, at genbrug finder sted på en måde, der beskytter menneskers helbred samt miljøet. Hvis du vil vide mere
om, hvor du kan aflevere dit affaldsudstyr til genbrug, kan du kontakte kommunen, det lokale renovationsvæsen eller den forretning, hvor du købte produktet.
Afvoer van afgedankte apparatuur door gebruikers in particuliere huishoudens in de Europese Unie
Dit symbool op het product of de verpakking geeft aan dat dit product niet mag worden afgevoerd met het huishoudelijk afval. Het is uw verantwoordelijkheid uw afgedankte apparatuur
af te leveren op een aangewezen inzamelpunt voor de verwerking van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur. De gescheiden inzameling en verwerking van uw afgedankte
apparatuur draagt bij tot het sparen van natuurlijke bronnen en tot het hergebruik van materiaal op een wijze die de volksgezondheid en het milieu beschermt. Voor meer informatie over
waar u uw afgedankte apparatuur kunt inleveren voor recycling kunt u contact opnemen met het gemeentehuis in uw woonplaats, de reinigingsdienst of de winkel waar u het product
hebt aangeschaft.
Eramajapidamistes kasutuselt kõrvaldatavate seadmete käitlemine Euroopa Liidus
Kui tootel või toote pakendil on see sümbol, ei tohi seda toodet visata olmejäätmete hulka. Teie kohus on viia tarbetuks muutunud seade selleks ettenähtud elektri- ja elektroonikaseadmete
utiliseerimiskohta. Utiliseeritavate seadmete eraldi kogumine ja käitlemine aitab säästa loodusvarasid ning tagada, et käitlemine toimub inimeste tervisele ja keskkonnale ohutult.
Lisateavet selle kohta, kuhu saate utiliseeritava seadme käitlemiseks viia, saate küsida kohalikust omavalitsusest, olmejäätmete utiliseerimispunktist või kauplusest, kust te seadme
ostsite.
Hävitettävien laitteiden käsittely kotitalouksissa Euroopan unionin alueella
Tämä tuotteessa tai sen pakkauksessa oleva merkintä osoittaa, että tuotetta ei saa hävittää talousjätteiden mukana. Käyttäjän velvollisuus on huolehtia siitä, että hävitettävä laite
toimitetaan sähkö- ja elektroniikkalaiteromun keräyspisteeseen. Hävitettävien laitteiden erillinen keräys ja kierrätys säästää luonnonvaroja. Näin toimimalla varmistetaan myös,
että kierrätys tapahtuu tavalla, joka suojelee ihmisten terveyttä ja ympäristöä. Saat tarvittaessa lisätietoja jätteiden kiertyspaikoista paikallisilta viranomaisilta, jäteyhtiöiltä tai tuotteen
jälleenmyyjältä.
Απόρριψη άχρηστων συσκευών στην Ευρωπαϊκή Ένωση
Το παρόν σύμβολο στον εξοπλισμό ή στη συσκευασία του υποδεικνύει ότι το προϊόν αυτό δεν πρέπει να πεταχτεί μαζί με άλλα οικιακά απορρίμματα. Αντίθετα, ευθύνη σας είναι να
απορρίψετε τις άχρηστες συσκευές σε μια καθορισμένη μονάδα συλλογής απορριμμάτων για την ανακύκλωση άχρηστου ηλεκτρικού και ηλεκτρονικού εξοπλισμού. Η χωριστή συλλογή και
ανακύκλωση των άχρηστων συσκευών θα συμβάλει στη διατήρηση των φυσικών πόρων και στη διασφάλιση ότι θα ανακυκλωθούν με τέτοιον τρόπο, ώστε να προστατεύεται η υγεία των
ανθρώπων και το περιβάλλον. Για περισσότερες πληροφορίες σχετικά με το πού μπορείτε να απορρίψετε τις άχρηστες συσκευές για ανακύκλωση, επικοινωνήστε με τις κατά τόπους αρμόδιες
αρχές ή με το κατάστημα από το οποίο αγοράσατε το προϊόν.
A hulladékanyagok kezelése a magánháztartásokban az Európai Unióban
Ez a szimbólum, amely a terméken vagy annak csomagolásán van feltüntetve, azt jelzi, hogy a termék nem kezelhető együtt az egb háztartási hulladékkal. Az Ön feladata,
hogy a készülék hulladékanyagait eljuttassa olyan kijelölt gyűjtőhelyre, amely az elektromos hulladékanyagok és az elektronikus berendezések újrahasznosításával foglalkozik.
A hulladékanyagok elkülönített gyűjtése és újrahasznosítása hozzájárul a természeti erőforrások megőrzéséhez, egyúttal azt is biztosítja, hogy a hulladék újrahasznosítása az
egészségre és a környezetre nem ártalmas módon történik. Ha tájékoztatást szeretne kapni azokról a helyekről, ahol leadhatja újrahasznosításra a hulladékanyagokat, forduljon
a helyi önkormányzathoz, a háztartási hulladék begyűjtésével foglalkozó vállalathoz vagy a termék forgalmazójához.
Lietotāju atbrīvošanās no nederīgām ierīcēm Eiropas Savienības privātajās mājsaimniecībās
Šis simbols uz ierīces vai tās iepakojuma norāda, ka šo ierīci nedrīkst izmest kopā ar pārējiem mājsaimniecības atkritumiem. Jūs esat atbildīgs par atbrīvošanos no nederīgās ierīces,
to nododot norādītajā savākšanas vietā, lai tiktu veikta nederīgā elektriskā un elektroniskā aprīkojuma otrreizējā pārstrāde. Speciāla nederīgās ierīces savākšana un otrreizējā pārstrāde
palīdz taupīt dabas resursus un nodrošina tādu otrreizējo pārstrādi, kas sargā cilvēku veselību un apkārtējo vidi. Lai iegūtu papildu informāciju par to, kur otrreizējai pārstrādei var
nogādāt nederīgo ierīci, lūdzu, sazinieties ar vietējo pašvaldību, mājsaimniecības atkritumu savākšanas dienestu vai veikalu, kurā iegādājāties šo ierīci.
Europos Sąjungos vartotojų ir privačių namų ūkių atliekamos įrangos išmetimas
Šis simbolis ant produkto arba jo pakuotės nurodo, kad produktas negali būti išmestas kartu su kitomis namų ūkio atliekomis. Jūs privalote išmesti savo atliekamą įrangą atiduodami ją
į atliekamos elektronikos ir elektros įrangos perdirbimo punktus. Jei atliekama įranga bus atskirai surenkama ir perdirbama, bus išsaugomi natūralūs ištekliai ir užtikrinama, kad įranga
yra perdirbta žmogaus sveikatą ir gamtą tausojančiu būdu. Dėl informacijos apie tai, kur galite išmesti atliekamą perdirbti skirtą įrangą kreipkitės į atitinkamą vietos tarnybą, namų ūkio
atliekų išvežimo tarnybą arba į parduotuvę, kurioje pirkote produktą.
Utylizacja zużytego sprzętu przez użytkowników domowych w Unii Europejskiej
Symbol ten umieszczony na produkcie lub opakowaniu oznacza, że tego produktu nie należy wyrzucać razem z innymi odpadami domowymi. Użytkownik jest odpowiedzialny za
dostarczenie zużytego sprzętu do wyznaczonego punktu gromadzenia zużytych urządzeń elektrycznych i elektronicznych. Gromadzenie osobno i recykling tego typu odpadów
przyczynia się do ochrony zasobów naturalnych i jest bezpieczny dla zdrowia i środowiska naturalnego. Dalsze informacje na temat sposobu utylizacji zużytych urządzeń można
uzyskać u odpowiednich władz lokalnych, w przedsiębiorstwie zajmującym się usuwaniem odpadów lub w miejscu zakupu produktu.
Descarte de equipamentos por usuários em residências da União Européia
Este símbolo no produto ou na embalagem indica que o produto não pode ser descartado junto com o lixo doméstico. No entanto, é sua responsabilidade levar os equipamentos
a serem descartados a um ponto de coleta designado para a reciclagem de equipamentos eletro-eletrônicos. A coleta separada e a reciclagem dos equipamentos no momento do
descarte ajudam na conservação dos recursos naturais e garantem que os equipamentos serão reciclados de forma a proteger a saúde das pessoas e o meio ambiente. Para obter mais
informações sobre onde descartar equipamentos para reciclagem, entre em contato com o escritório local de sua cidade, o serviço de limpeza pública de seu bairro ou a loja em que
adquiriu o produto.
Postup používateľov v krajinách Európskej únie pri vyhadzovaní zariadenia v domácom používaní do odpadu
Tento symbol na produkte alebo na jeho obale znamená, že nesmie by vyhodený s iným komunálnym odpadom. Namiesto toho máte povinnos odovzda toto zariadenie na zbernom
mieste, kde sa zabezpečuje recyklácia elektrických a elektronických zariadení. Separovaný zber a recyklácia zariadenia určeného na odpad pomôže chráni prírodné zdroje a
zabezpečí taký spôsob recyklácie, ktorý bude chráni ľudské zdravie a životné prostredie. Ďalšie informácie o separovanom zbere a recyklácii získate na miestnom obecnom úrade,
vo firme zabezpečujúcej zber vášho komunálneho odpadu alebo v predajni, kde ste produkt kúpili.
Ravnanje z odpadno opremo v gospodinjstvih znotraj Evropske unije
Ta znak na izdelku ali embalaži izdelka pomeni, da izdelka ne smete odlagati skupaj z drugimi gospodinjskimi odpadki. Odpadno opremo ste dolžni oddati na določenem zbirnem
mestu za recikliranje odpadne električne in elektronske opreme. Z ločenim zbiranjem in recikliranjem odpadne opreme ob odlaganju boste pomagali ohraniti naravne vire in zagotovili,
da bo odpadna oprema reciklirana tako, da se varuje zdravje ljudi in okolje. Več informacij o mestih, kjer lahko oddate odpadno opremo za recikliranje, lahko dobite na občini,
v komunalnem podjetju ali trgovini, kjer ste izdelek kupili.
Kassering av förbrukningsmaterial, för hem- och privatanvändare i EU
Produkter eller produktförpackningar med den här symbolen får inte kasseras med vanligt hushållsavfall. I stället har du ansvar för att produkten lämnas till en behörig återvinningsstation
för hantering av el- och elektronikprodukter. Genom att lämna kasserade produkter till återvinning hjälper du till att bevara våra gemensamma naturresurser. Dessutom skyddas både
människor och miljön när produkter återvinns på rätt sätt. Kommunala myndigheter, sophanteringsföretag eller butiken där varan köptes kan ge mer information om var du lämnar
kasserade produkter för återvinning.
Изхвърляне на оборудване за отпадъци от потребители в частни домакинства в Европейския съюз
Този символ върху продукта или опаковката му показва, чепродуктът не трябва да се изхвърля заедно с домакинските отпадъци. Вие имате отговорността да изхвърлите
оборудването за отпадъци, като го предадете на определен пункт за рециклиране на електрическо или механично оборудване за отпадъци. Отделното събиране и рециклиране
на оборудването за отпадъци при изхвърлянето му помага за запазването на природни ресурси и гарантира рециклиране, извършено така, чеда не застрашава човешкото
здраве и околната среда. За повече информация къде можете да оставите оборудването за отпадъци за рециклиране се свържете със съответния офис в града ви, фирмата за
събиране на отпадъци или смагазина, от който сте закупили продукта
Înlăturarea echipamentelor uzate de către utilizatorii casnici din Uniunea Europeană
Acest simbol de pe produs sau de pe ambalajul produsului indică faptul că acest produs nu trebuie aruncat alături de celelalte deşeuri casnice. În loc să procedaţi astfel, aveţi
responsabilitatea să vă debarasaţi de echipamentul uzat predându-l la un centru de colectare desemnat pentru reciclarea deşeurilor electrice şi aechipamentelor electronice.
Colectarea şi reciclarea separată aechipamentului uzat atunci când doriţi să îl aruncaţi ajută la conservarea resurselor naturale şi asigură reciclarea echipamentului într-o manieră care
protejează sănătatea umană şi mediul. Pentru informaţii suplimentare despre locul în care se poate preda echipamentul uzat pentru reciclare, luaţi legătura cu primăria locală, cu
serviciul de salubritate sau cu vânzătorul de la care aţi achiziţionat produsul.
EnglishFrançaisDeutschItalianoEspañolČeskyDanskNederlandsEestiSuomiΕλληνικάMagyarLatviskiLietuviškaiPolskiPortuguêsSlovenčinaSlovenščinaSvenskaБългарскиRomână
Chemische stoffen
HP engageert zich ertoe om onze klanten te informeren over chemische stoffen in onze producten,
om te voldoen aan de wettelijke bepalingen, zoals REACH (EG-richtlijn 1907/2006 van het Europees
Programma voor milieubeheer 257
Technische informatie
parlement en de Raad). Een rapport met de chemische informatie over dit product vindt u hier:
www.hp.com/go/reach.
Battery disposal in the Netherlands
Dit HP Product bevat een lithium-manganese-dioxide
batterij. Deze bevindt zich op de hoofdprintplaat.
Wanneer deze batterij leeg is, moet deze volgens de
geldende regels worden afgevoerd.
Battery disposal in Taiwan
Bericht aan gebruikers in California
De bij dit product geleverde batterij kan perchloraat bevatten. Moet mogelijk speciaal worden
behandeld. Ga voor meer informatie naar de volgende website:
www.dtsc.ca.gov/hazardouswaste/perchlorate
Hoofdstuk 14
258 Technische informatie
Technische informatie
EU battery directive
European Union Battery Directive
This product contains a battery that is used to maintain data integrity of real time clock or product settings and is designed to last the life of the
product. Any attempt to service or replace this battery should be performed by a qualified service technician.
Directive sur les batteries de l'Union Européenne
Ce produit contient une batterie qui permet de maintenir l'intégrité des données pour les paramètres du produit ou l'horloge en temps réel et qui a
été conçue pour durer aussi longtemps que le produit. Toute tentative de réparation ou de remplacement de cette batterie doit être effectuée par un
technicien qualifié.
Batterie-Richtlinie der Europäischen Union
Dieses Produkt enthält eine Batterie, die dazu dient, die Datenintegrität der Echtzeituhr sowie der Produkteinstellungen zu erhalten, und die für die
Lebensdauer des Produkts ausreicht. Im Bedarfsfall sollte das Instandhalten bzw. Austauschen der Batterie von einem qualifizierten Servicetechniker
durchgeführt werden.
Direttiva dell'Unione Europea relativa alla raccolta, al trattamento e allo smaltimento di batterie e accumulatori
Questo prodotto contiene una batteria utilizzata per preservare l'integrità dei dati dell'orologio in tempo reale o delle impostazioni del prodotto e
la sua durata si intende pari a quella del prodotto. Eventuali interventi di riparazione o sostituzione della batteria devono essere eseguiti da un
tecnico dell'assistenza qualificato.
Directiva sobre baterías de la Unión Europea
Este producto contiene una batería que se utiliza para conservar la integridad de los datos del reloj de tiempo real o la configuración del producto
y está diseñada para durar toda la vida útil del producto. El mantenimiento o la sustitución de dicha batería deberá realizarla un técnico de
mantenimiento cualificado.
Směrnice Evropské unie pro nakládání s bateriemi
Tento výrobek obsahuje baterii, která slouží k uchování správných dat hodin reálného času nebo nastavení výrobku. Baterie je navržena tak, aby
vydržela celou životnost výrobku. Jakýkoliv pokus o opravu nebo výměnu baterie by měl provést kvalifikovaný servisní technik.
EU's batteridirektiv
Produktet indeholder et batteri, som bruges til at vedligeholde dataintegriteten for realtidsur- eller produktindstillinger og er beregnet til at holde i
hele produktets levetid. Service på batteriet eller udskiftning bør foretages af en uddannet servicetekniker.
Richtlijn batterijen voor de Europese Unie
Dit product bevat een batterij die wordt gebruikt voor een juiste tijdsaanduiding van de klok en het behoud van de productinstellingen. Bovendien is
deze ontworpen om gedurende de levensduur van het product mee te gaan. Het onderhoud of de vervanging van deze batterij moet door een
gekwalificeerde onderhoudstechnicus worden uitgevoerd.
Euroopa Liidu aku direktiiv
Toode sisaldab akut, mida kasutatakse reaalaja kella andmeühtsuse või toote sätete säilitamiseks. Aku on valmistatud kestma terve toote kasutusaja.
Akut tohib hooldada või vahetada ainult kvalifitseeritud hooldustehnik.
Euroopan unionin paristodirektiivi
Tämä laite sisältää pariston, jota käytetään reaaliaikaisen kellon tietojen ja laitteen asetusten säilyttämiseen. Pariston on suunniteltu kestävän laitteen
koko käyttöiän ajan. Pariston mahdollinen korjaus tai vaihto on jätettävä pätevän huoltohenkilön tehtäväksi.
Οδηγία της Ευρωπαϊκής Ένωσης για τις ηλεκτρικές στήλες
Αυτό το προϊόν περιλαμβάνει μια μπαταρία, η οποία χρησιμοποιείται για τη διατήρηση της ακεραιότητας των δεδομένων ρολογιού πραγματικού
χρόνου ή των ρυθμίσεων προϊόντος και έχει σχεδιαστεί έτσι ώστε να διαρκέσει όσο και το προϊόν. Τυχόν απόπειρες επιδιόρθωσης ή αντικατάστασης
αυτής της μπαταρίας θα πρέπει να πραγματοποιούνται από κατάλληλα εκπαιδευμένο τεχνικό.
Az Európai unió telepek és akkumulátorok direktívája
A termék tartalmaz egy elemet, melynek feladata az, hogy biztosítsa a valós idejű óra vagy a termék beállításainak adatintegritását. Az elem úgy
van tervezve, hogy végig kitartson a termék használata során. Az elem bármilyen javítását vagy cseréjét csak képzett szakember végezheti el.
Eiropas Savienības Bateriju direktīva
Produktam ir baterija, ko izmanto reālā laika pulksteņa vai produkta iestatījumu datu integritātes saglabāšanai, un tā ir paredzēta visam produkta
dzīves ciklam. Jebkura apkope vai baterijas nomaiņa ir jāveic atbilstoši kvalificētam darbiniekam.
Europos Sąjungos baterijų ir akumuliatorių direktyva
Šiame gaminyje yra baterija, kuri naudojama, kad būtų galima prižiūrėti realaus laiko laikrodžio veikimą arba gaminio nuostatas; ji skirta veikti
visą gaminio eksploatavimo laiką. Bet kokius šios baterijos aptarnavimo arba keitimo darbus turi atlikti kvalifikuotas aptarnavimo technikas.
Dyrektywa Unii Europejskiej w sprawie baterii i akumulatorów
Produkt zawiera baterię wykorzystywaną do zachowania integralności danych zegara czasu rzeczywistego lub ustawień produktu, która
podtrzymuje działanie produktu. Przegląd lub wymiana baterii powinny być wykonywane wyłącznie przez uprawnionego technika serwisu.
Diretiva sobre baterias da União Européia
Este produto contém uma bateria que é usada para manter a integridade dos dados do relógio em tempo real ou das configurações do produto e
é projetada para ter a mesma duração que este. Qualquer tentativa de consertar ou substituir essa bateria deve ser realizada por um técnico
qualificado.
Smernica Európskej únie pre zaobchádzanie s batériami
Tento výrobok obsahuje batériu, ktorá slúži na uchovanie správnych údajov hodín reálneho času alebo nastavení výrobku. Batéria je skonštruovaná
tak, aby vydržala celú životnosť výrobku. Akýkoľvek pokus o opravu alebo výmenu batérie by mal vykonať kvalifikovaný servisný technik.
Direktiva Evropske unije o baterijah in akumulatorjih
V tem izdelku je baterija, ki zagotavlja natančnost podatkov ure v realnem času ali nastavitev izdelka v celotni življenjski dobi izdelka. Kakršno koli
popravilo ali zamenjavo te baterije lahko izvede le pooblaščeni tehnik.
EU:s batteridirektiv
Produkten innehåller ett batteri som används för att upprätthålla data i realtidsklockan och produktinställningarna. Batteriet ska räcka produktens
hela livslängd. Endast kvalificerade servicetekniker får utföra service på batteriet och byta ut det.
Директива за батерии на Европейския съюз
Този продукт съдържа батерия, която се използва за поддържане на целостта на данните на часовника в реално време или настройките за
продукта, създадена на издържи през целия живот на продукта. Сервизът или замяната на батерията трябва да се извършва от квалиф
ициран
техник.
Directiva Uniunii Europene referitoare la baterii
Acest produs conţine o baterie care este utilizată pentru a menţine integritatea datelor ceasului de timp real sau setărilor produsului şi care este
proiectată să funcţioneze pe întreaga durată de viaţă a produsului. Orice lucrare de service sau de înlocuire a acestei baterii trebuie efectuată de
un tehnician de service calificat.
EnglishFrançaisDeutschItalianoEspañolČeskyDanskNederlandsEestiSuomiΕλληνικάMagyarLatviskiLietuviškaiPolskiPortugsSlovenčinaSlovenščinaSvenskaБългарскиRomână
Programma voor milieubeheer 259
Technische informatie
Overheidsvoorschriften
De HP Photosmart voldoet aan de producteisen van overheidsinstellingen in uw land/regio.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Voorgeschreven identificatienummer van het model
FCC statement
VCCI (Class B) compliance statement for users in Japan
Notice to users in Japan about the power cord
Notice to users in Korea
Notice to users in Germany
Noise emission statement for Germany
HP Photosmart Premium Fax C410 series declaration of conformity
Voorgeschreven identificatienummer van het model
Om het product te kunnen identificeren, is aan het product een voorgeschreven modelnummer
toegewezen. Het voorgeschreven modelnummer voor uw product is SDGOB-0826. Verwar dit
nummer niet met de marketingnaam (zoals HP Photosmart Premium Fax C410 series) of met
productnummers (zoals CQ521A).
Hoofdstuk 14
260 Technische informatie
Technische informatie
FCC statement
FCC statement
The United States Federal Communications Commission (in 47 CFR 15.105) has specified
that the following notice be brought to the attention of users of this product.
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital
device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reason-
able protection against harmful interference in a residential installation. This equipment
generates, uses and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in
accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications.
However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular installation.
If this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can
be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct
the interference by one or more of the following measures:
Reorient the receiving antenna.
Increase the separation between the equipment and the receiver.
Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the
receiver is connected.
Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
For further information, contact:
Manager of Corporate Product Regulations
Hewlett-Packard Company
3000 Hanover Street
Palo Alto, Ca 94304
(650) 857-1501
Modifications (part 15.21)
The FCC requires the user to be notified that any changes or modifications made to this
device that are not expressly approved by HP may void the user's authority to operate the
equipment.
This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following
two conditions: (1) this device may not cause harmful interference, and (2) this device must
accept any interference received, including interference that may cause undesired
operation.
VCCI (Class B) compliance statement for users in Japan
ሶቑ孔函ቒᇬኌ዆ኖ%㍔⫀㔏嫢孔函ቊሼᇭሶቑ孔函ቒᇬ⹅ㄼ䜿⬒ቊ∎䞷ሼቮሶቋት䥽䤓ቋሺ
቉ሧቡሼሯᇬሶቑ孔函ሯ዆ንኇቧኣዉኰንዄዐ♦≰㳮቎扠㘴ሺ቉∎䞷ሸቯቮቋᇬ♦≰椫⹂ት
ㆤሰ怆ሶሼሶቋሯሥቭቡሼᇭ♥㔀崻㢝㦇቎㈢ቆ቉㷲ሺሧ♥ቭ㔀ሧትሺ቉ₚሸሧᇭ
9&&,%
Notice to users in Japan about the power cord
Overheidsvoorschriften 261
Technische informatie
Notice to users in Korea
넩韥韥鱉閵뇊끞B鞾냱ꈑ놹녅볁놶뼞麦ꈒ냹뼑
韥韥ꈑ꫑늱ꈑ閵뇊꾅꫑ꩡ끞뼍鱉阸냹ꑞ놶냱ꈑ뼍ꐥ
ꑝ麕덵꾢꾅꫑ꩡ끞뼕ꯍ넽걪鱽鲙
B鞾韥韥
閵뇊끞ꗞꭖ뭪겕韥韥
Notice to users in Germany
Sehanzeige-Arbeitsplätze
Das Gerät ist nicht für die Benutzung am Bildschirmarbeitsplatz gemäß BildscharbV
vorgesehen.
Noise emission statement for Germany
Geräuschemission
LpA < 70 dB am Arbeitsplatz im Normalbetrieb nach DIN 45635 T. 19
Hoofdstuk 14
262 Technische informatie
Technische informatie
HP Photosmart Premium Fax C410 series declaration of conformity
Wettelijke informatie betreffende draadloze apparatuur
Dit deel bevat de volgende overheidsvoorschriften met betrekking tot draadloze producten.
Exposure to radio frequency radiation
Wettelijke informatie betreffende draadloze apparatuur 263
Technische informatie
Notice to users in Brazil
Notice to users in Canada
European Union regulatory notice
Notice to users in Taiwan
Exposure to radio frequency radiation
Exposure to radio frequency radiation
Caution The radiated output power of this device is far below the FCC radio
frequency exposure limits. Nevertheless, the device shall be used in such a manner
that the potential for human contact during normal operation is minimized. This
product and any attached external antenna, if supported, shall be placed in such
a manner to minimize the potential for human contact during normal operation. In
order to avoid the possibility of exceeding the FCC radio frequency exposure
limits, human proximity to the antenna shall not be less than 20 cm (8 inches)
during normal operation.
Notice to users in Brazil
Aviso aos usuários no Brasil
Este equipamento opera em caráter secundário, isto é, não tem direito à proteção
contra interferência prejudicial, mesmo de estações do mesmo tipo, e não pode causar
interferência a sistemas operando em caráter primário. (Res.ANATEL 282/2001).
Notice to users in Canada
Notice to users in Canada/Note à l'attention des utilisateurs canadiens
For Indoor Use. This digital apparatus does not exceed the Class B limits for radio noise
emissions from the digital apparatus set out in the Radio Interference Regulations of the
Canadian Department of Communications. The internal wireless radio complies with RSS
210 and RSS GEN of Industry Canada.
Utiliser à l'intérieur. Le présent appareil numérique n'émet pas de bruit radioélectrique
dépassant les limites applicables aux appareils numériques de la classe B prescrites dans
le Règlement sur le brouillage radioélectrique édicté par le ministère des Communications
du Canada. Le composant RF interne est conforme a la norme RSS-210 and RSS GEN
d'Industrie Canada.
Hoofdstuk 14
264 Technische informatie
Technische informatie
European Union regulatory notice
European Union Regulatory Notice
Products bearing the CE marking comply with the following EU Directives:
Low Voltage Directive 2006/95/EC
EMC Directive 2004/108/EC
CE compliance of this product is valid only if powered with the correct CE-marked AC
adapter provided by HP.
If this product has telecommunications functionality, it also complies with the essential
requirements of the following EU Directive:
R&TTE Directive 1999/5/EC
Compliance with these directives implies conformity to harmonized European standards
(European Norms) that are listed in the EU Declaration of Conformity issued by HP for this
product or product family. This compliance is indicated by the following conformity
marking placed on the product.
The wireless telecommunications functionality of this product may be used in the following
EU and EFTA countries:
Austria, Belgium, Bulgaria, Cyprus, Czech Republic, Denmark, Estonia, Finland, France,
Germany, Greece, Hungary, Iceland, Ireland, Italy, Latvia, Liechtenstein, Lithuania,
Luxembourg, Malta, Netherlands, Norway, Poland, Portugal, Romania, Slovak Republic,
Slovenia, Spain, Sweden, Switzerland and United Kingdom.
Products with 2.4-GHz wireless LAN devices
France
For 2.4 GHz Wireless LAN operation of this product certain restrictions apply: This
product may be used indoor for the entire 2400-2483.5 MHz frequency band (channels
1-13). For outdoor use, only 2400-2454 MHz frequency band (channels 1-9) may be used.
For the latest requirements, see http://www.art-telecom.fr.
Italy
License required for use. Verify with your dealer or directly with the General Direction for
Frequency Planning and Management (Direzione Generale Pianificazione e Gestione
Frequenze).
Notice to users in Taiwan
Wettelijke informatie betreffende draadloze apparatuur 265
Technische informatie
Kennisgevingen van telecommunicatievoorschriften
De HP Photosmart voldoet aan de telecommunicatievereisten die voortkomen uit de
overheidsvoorschriften van uw land/regio.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Notice to users of the U.S. telephone network: FCC requirements
Notice to users of the Canadian telephone network
Notice to users in the European Economic Area
Notice to users of the German telephone network
Australia wired fax statement
Hoofdstuk 14
266 Technische informatie
Technische informatie
Notice to users of the U.S. telephone network: FCC requirements
Notice to users of the U.S. telephone network: FCC requirements
This equipment complies with FCC rules, Part 68. On this equipment is a label that
contains, among other information, the FCC Registration Number and Ringer Equivalent
Number (REN) for this equipment. If requested, provide this information to your telephone
company.
An FCC compliant telephone cord and modular plug is provided with this equipment. This
equipment is designed to be connected to the telephone network or premises wiring using
a compatible modular jack which is Part 68 compliant. This equipment connects to the
telephone network through the following standard network interface jack: USOC
RJ-11C.
The REN is useful to determine the quantity of devices you may connect to your telephone
line and still have all of those devices ring when your number is called. Too many devices
on one line might result in failure to ring in response to an incoming call. In most, but not
all, areas the sum of the RENs of all devices should not exceed five (5). To be certain of the
number of devices you may connect to your line, as determined by the REN, you should call
your local telephone company to determine the maximum REN for your calling area.
If this equipment causes harm to the telephone network, your telephone company might
discontinue your service temporarily. If possible, they will notify you in advance. If advance
notice is not practical, you will be notified as soon as possible. You will also be advised of
your right to file a complaint with the FCC. Your telephone company might make changes
in its facilities, equipment, operations, or procedures that could affect the proper operation
of your equipment. If they do, you will be given advance notice so you will have the
opportunity to maintain uninterrupted service. If you experience trouble with this equipment,
please contact the manufacturer, or look elsewhere in this manual, for warranty or repair
information. Your telephone company might ask you to disconnect this equipment from the
network until the problem has been corrected or until you are sure that the equipment is not
malfunctioning.
This equipment may not be used on coin service provided by the telephone company.
Connection to party lines is subject to state tariffs. Contact your state public utility commis-
sion, public service commission, or corporation commission for more information.
This equipment includes automatic dialing capability. When programming and/or making
test calls to emergency numbers:
Remain on the line and explain to the dispatcher the reason for the call.
Perform such activities in the off-peak hours, such as early morning or late evening.
Note The FCC hearing aid compatibility rules for telephones are not applicable
to this equipment.
The Telephone Consumer Protection Act of 1991 makes it unlawful for any person to use a
computer or other electronic device, including fax machines, to send any message unless
such message clearly contains in a margin at the top or bottom of each transmitted page
or on the first page of transmission, the date and time it is sent and an identification of the
business, other entity, or other individual sending the message and the telephone number
of the sending machine or such business, other entity, or individual. (The telephone number
provided might not be a 900 number or any other number for which charges exceed local
or long-distance transmission charges.) In order to program this information into your fax
machine, you should complete the steps described in the software.
Kennisgevingen van telecommunicatievoorschriften 267
Technische informatie
Notice to users of the Canadian telephone network
Note à l’attention des utilisateurs du réseau téléphonique
canadien/Notice to users of the Canadian telephone network
Cet appareil est conforme aux spécifications techniques des équipements terminaux
d’Industrie Canada. Le numéro d’enregistrement atteste de la conformité de l’appareil.
L’abréviation IC qui précède le numéro d’enregistrement indique que l’enregistrement a été
effectué dans le cadre d’une Déclaration de conformité stipulant que les spécifications
techniques d’Industrie Canada ont été respectées. Néanmoins, cette abréviation ne signifie
en aucun cas que l’appareil a été validé par Industrie Canada.
Pour leur propre sécurité, les utilisateurs doivent s’assurer que les prises électriques reliées
à la terre de la source d’alimentation, des lignes téléphoniques et du circuit métallique
d’alimentation en eau sont, le cas échéant, branchées les unes aux autres. Cette précaution
est particulièrement importante dans les zones rurales.
Remarque Le numéro REN (Ringer Equivalence Number) attribué à chaque
appareil terminal fournit une indication sur le nombre maximal de terminaux qui
peuvent être connectés à une interface téléphonique. La terminaison d’une
interface peut se composer de n’importe quelle combinaison d’appareils, à
condition que le total des numéros REN ne dépasse pas 5.
Basé sur les résultats de tests FCC Partie 68, le numéro REN de ce produit est 0.0B.
This equipment meets the applicable Industry Canada Terminal Equipment Technical
Specifications. This is confirmed by the registration number. The abbreviation IC before the
registration number signifies that registration was performed based on a Declaration of
Conformity indicating that Industry Canada technical specifications were met. It does not
imply that Industry Canada approved the equipment.
Users should ensure for their own protection that the electrical ground connections of the
power utility, telephone lines and internal metallic water pipe system, if present, are
connected together. This precaution might be particularly important in rural areas.
Note The REN (Ringer Equivalence Number) assigned to each terminal device
provides an indication of the maximum number of terminals allowed to be
connected to a telephone interface. The termination on an interface might consist
of any combination of devices subject only to the requirement that the sum of the
Ringer Equivalence Numbers of all the devices does not exceed 5.
The REN for this product is 0.0B, based on FCC Part 68 test results.
Hoofdstuk 14
268 Technische informatie
Technische informatie
Notice to users in the European Economic Area
Notice to users in the European Economic Area
This product is designed to be connected to the analog Switched Telecommunication
Networks (PSTN) of the European Economic Area (EEA) countries/regions.
Network compatibility depends on customer selected settings, which must be reset to use
the equipment on a telephone network in a country/region other than where the product
was purchased. Contact the vendor or Hewlett-Packard Company if additional product
support is necessary.
This equipment has been certified by the manufacturer in accordance with Directive
1999/5/EC (annex II) for Pan-European single-terminal connection to the public switched
telephone network (PSTN). However, due to differences between the individual PSTNs
provided in different countries, the approval does not, of itself, give an unconditional
assurance of successful operation on every PSTN network termination point.
In the event of problems, you should contact your equipment supplier in the first instance.
This equipment is designed for DTMF tone dialing and loop disconnect dialing. In the
unlikely event of problems with loop disconnect dialing, it is recommended to use this
equipment only with the DTMF tone dial setting.
Notice to users of the German telephone network
Hinweis für Benutzer des deutschen Telefonnetzwerks
Dieses HP-Fax ist nur für den Anschluss eines analogen Public Switched Telephone Network
(PSTN) gedacht. Schließen Sie den TAE N-Telefonstecker, der im Lieferumfang des
HP All-in-One enthalten ist, an die Wandsteckdose (TAE 6) Code N an. Dieses HP-Fax kann
als einzelnes Gerät und/oder in Verbindung (mit seriellem Anschluss) mit anderen zugelass-
enen Endgeräten verwendet werden.
Australia wired fax statement
In Australia, the HP device must be connected to Telecommunication Network through a line
cord which meets the requirements of the Technical Standard AS/ACIF S008.
Kennisgevingen van telecommunicatievoorschriften 269
Technische informatie
Japan safety statement
For safety use i
Hoofdstuk 14
270 Technische informatie
Technische informatie
Japan safety statement 271
Technische informatie
Hoofdstuk 14
272 Technische informatie
Technische informatie
Index
A
aanpassen aan pagina
mislukt 147
aansluiting testen, fax 195
aansluitproblemen
HP All-in-One kan niet
worden ingeschakeld
116
Aansluitproblemen
Fax 150, 158, 160, 171,
178
ADSL. zie DSL
afdrukken
betekenisloze tekens 134
enveloppen worden
verkeerd afgedrukt 133
kwaliteit, problemen
oplossen 164
langzaam, problemen
oplossen 137
lege afdruk 136
marges niet correct 135
omgekeerde
paginavolgorde 134
problemen oplossen 132
specificaties 254
afdrukkwaliteitsrapport 105
annuleren
geplande fax 93
antwoordapparaat
faxtonen opgenomen 169
instellen met fax 32
instellen op fax 186
instellen voor fax 33
B
bedieningspaneel
kenmerken 42
knoppen 42
Beeldscherm
pictogrammen 43
beschadigde inktpatroon 217
bestand
ondersteunde indelingen
209
ongeldige naam 209
onleesbaar 208
beveiliging
netwerk, WEP-sleutel 11,
14
problemen oplossen 11
bijsnijden
mislukt 210
C
CAT-5 Ethernet-kabel 13
Codering
WEP-sleutel 11
computermodem
instellen voor fax 27, 29,
33, 36
computermodem, instellen op
fax 186
D
diagnosepagina 105
display
maateenheden wijzigen
119
draadloze router 13
DSL, instellen met fax 21
E
Een document afdrukken vanaf
een willekeurige locatie 72
enveloppen
specificaties 252
etiketten
specificaties 252
F
fax
antwoordapparaat,
instellen 32
specificaties 254
voicemail, instellen 26
Fax
niet antwoorden 180
problemen met
ontvangen 180
faxen
antwoordapparaat,
instellen 33, 186
computermodem,
instellen 27, 29, 33, 36,
186
DSL, instellen 21
Internet, via 200
IP-telefoon, via 200
ISDN-aansluiting,
instellen 22
parallelle splitter 186
problemen oplossen 149
specifiek belsignaal 23
telefooncentrale (PBX),
instellen 22
verbindingsstuk 186
voicemail, instellen 36,
186
faxen, problemen
ontvangen 150, 171, 178
problemen oplossen 149
ruis op de lijn 192
verzenden 150, 158, 160
faxproblemen
faxtonen opgenomen 169
langzame overdracht 167
lege pagina's 166
niet afdrukken 184
ontbrekende pagina's 163,
183
ontvangen 167
slechte afdrukkwaliteit 164
tekst afgesneden 166, 185
verzenden 167
FoIP 200
foto's
ontbreken 208
fotopapier
aanbevolen soorten 45
specificaties 252
fotopapier van 10 x 15 cm
specificaties 252
foutberichten
geheugenkaarten 210
tijdens lezen of schrijven van
bestand 207
273
Index
G
garantie 115
geheugenkaarten
bestand onleesbaar 208
digitale camera kan niet
lezen 138
foto's ontbreken 208
foutberichten 210
HP Photosmart kan niet
lezen 138
problemen oplossen 138
Gevonden printer (scherm),
Windows 15
grafisch kleurenscherm 42
H
hardwaretest, fax 195
HP ePrint 71
HP-toepassingen 73
I
inkt
bijna op 136
droogtijd 213
inktniveaus
pictogrammen 43
inktpatronen
beschadigd 217
HP-inkt is op 230
ontbreken 217
installatie
computermodem 27, 29,
36
DSL 21
ISDN-aansluiting 22
telefooncentrale (PBX) 22
voicemail 36
installatie van software
opnieuw installeren 124
verwijderen 124
instellen
antwoordapparaat 32, 186
aparte faxlijn 21
computermodem 186
gedeelde telefoonlijn 25
specifiek belsignaal 23
voicemail 26, 186
instellingen
antwoordapparaat 33
computermodem 33
interfacekaart 7, 8
Internet, faxen via 200
IP
telefoon 200
ISDN-verbinding, instellen met
fax 22
J
juiste poort testen, fax 196
K
kennisgevingen van
telecommunicatievoorschrifte
n 266
kiestoontest, fax 199
klantensupport
garantie 115
knoppen, bedieningspaneel
42
kopie
aanpassen aan pagina
mislukt 147
ontbrekende informatie
146
kopiëren
leeg 148
problemen oplossen 144
specificaties 254
L
leeg
kopiëren 148
scannen 141
Legal-papier
specificaties 252
lege pagina's
faxen 166
Letter-papier
specificaties 252
lijnconditietest, fax 198
M
marges
niet correct 135
milieu
Programma voor
milieubeheer 255
modem. zie computermodem
modem voor inbellen. zie
computermodem
N
na de ondersteuningsperiode
115
netwerk
beveiliging 11
interfacekaart 7, 8
O
omgeving
omgevingsspecificaties
252
onderhoud
afdrukkwaliteitsrapport
105
diagnosepagina 105
Ongeldige bestandsnaam 209
ontbreken
informatie van de kopie
146
inktpatroon 217
tekst op scan 143
opnieuw installeren van
software 124
overheidsvoorschriften 260
P
papier
aanbevolen soorten 46
specificaties 252
tips 51
parallel telefoonsysteem 17
pc-modem. zie computermodem
periode telefonische
ondersteuning
periode voor
ondersteuning 112
printcartridges
eerder gebruikt 231
inkt bijna op 136
Printcartridges
foutbericht 242
foutberichten 213
inkt van andere
fabrikanten 230
niet compatibel 215
niet correct 215, 242
printen
afdrukkwaliteitsrapport
105
diagnosepagina 105
printkop
Problemen 236
problemen
afdrukken 132
foutberichten 203
274
Index
kopiëren 144
scannen 141
problemen oplossen
afdrukken 132
faxen, problemen 149,
150, 158, 160, 171, 178,
180, 192
faxproblemen 163, 164,
166, 167, 169, 183, 184,
185, 200
foutberichten 203
installatie 115
kopiëren 144
onjuiste maateenheden
119
scannen 141
USB-kabel 118
Problemen oplossen
geheugenkaart 138
R
rapporten
afdrukkwaliteit 105
diagnose 105
recycling
printcartridges 256
Rinkelen om te antwoorden
23
RJ-45-aansluiting 13
router 13
S
scannen
bijsnijden onjuist 142
leeg 141
paginalay-out onjuist 142
problemen oplossen 141
scanspecificaties 254
tekst onjuist 143
tekstopmaak onjuist 143
tekst verschijnt als
stippellijnen 143
serieel telefoonsysteem 17
slechte afdrukkwaliteit
faxen 164
specifiek belsignaal 23
systeemvereisten 252
T
technische gegevens
afdrukspecificaties 254
faxspecificaties 254
kopieerspecificaties 254
omgevingsspecificaties
252
papierspecificaties 252
technische informatie
scanspecificaties 254
systeemvereisten 252
tekst
afgesneden 166, 185
betekenisloze tekens 134
onjuiste opmaak op scan
143
onjuist of ontbreekt op
scan 143
stippellijnen op scan 143
telefonische ondersteuning
111
telefoonaansluiting testen,
fax 195
telefooncentrale (PBX), instellen
met fax 22
Telefoonsnoer
controleren 196
verbinding, probleem 196
testen
faxhardware 195
faxlijnconditie 198
faxpoort 196
Kiestoon 199
telefoonaansluiting 195
Telefoonsnoer 196
transparanten
specificaties 252
U
USB-kabel, aansluiting 118
V
Vanaf een willekeurige locatie
afdrukken 71, 72, 73
verkeerde firmwareversie 204
verkeerd uitzetten 213
verwijderen van software 124
voicemail
instellen met fax 26
instellen voor fax 36
voicemail, instellen op fax 186
voorschriften
voor draadloos werken
263
voorgeschreven
identificatienummer van
het model 260
W
wat te doen bij problemen 111
WEP-sleutel, instellen 11
Index
275
Index
276
Index
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278

HP Photosmart Premium Fax e-All-in-One Printer series - C410 Handleiding

Type
Handleiding