Documenttranscriptie
WAARSCHUWING
Stel dit apparaat niet bloot aan regen of
vocht, om brandgevaar of elektrische
schokken te voorkomen.
Open de behuizing niet, om gevaar voor elektrische
schokken te voorkomen. Laat alle reparaties aan
deskundig personeel over.
Om brand te voorkomen, mogen de
ventilatieopeningen van het apparaat niet worden
afgedekt door kranten, tafelkleden, gordijnen, enz.
Zet ook geen brandende kaarsen op het apparaat.
Plaats geen met vloeistof gevulde voorwerpen zoals
bijvoorbeeld een vaas op het toestel om elektrocutie
of brand te voorkomen.
Installeer de stereo-installatie niet in een krappe
ruimte, zoals een boekenkast of ingebouwde kast.
Dit apparaat is
geclassificeerd als een
KLASSE 1 LASER
product.
Dit label bevindt zich
achteraan op het toestel.
Dit waarschuwingslabel bevindt zich binnenin het
apparaat.
Gooi de batterij niet weg maar lever
deze in als klein chemisch afval (KCA).
2NL
Inhoudsopgave
Lijst van bedieningstoetsen
en referentiepagina’s
Hoofdapparaat ........................................... 4
Afstandsbediening ..................................... 5
Geluidsregeling
Regeling van het geluid ........................... 21
Voorinstellingen uit het muziekmenu
kiezen ................................................ 22
Equalizer instellen en instellingen
opslaan .............................................. 22
Voorbereidingen
Aansluiten van het systeem ....................... 6
Plaatsing van twee R6 (AA-formaat)
batterijen in de afstandsbediening ...... 7
De luidsprekervoetjes bevestigen .............. 7
De klok instellen ....................................... 8
CD
Plaatsing van een CD ................................ 8
Afspelen van een CD
— NORMAL-afspeelfunctie/
SHUFFLE-afspeelfunctie/
REPEAT-afspeelfunctie ..................... 9
Programmeren van CD-muziekstukken
— PROGRAM-afspeelfunctie ......... 10
Invoeren van CD-titels
— CD-geheugen ............................... 11
Tuner
Radiozenders voorinstellen ..................... 13
Luisteren naar de radio
— Afstemmen op voorkeuzezenders 15
— Handmatig afstemmen ................. 15
Toewijzing van een naam aan een
voorgeprogrammeerde zender
— Station Name ............................... 16
Gebruik van het radio-informatiesysteem
(RDS)* .............................................. 17
Cassette
Plaatsing van een cassette ....................... 18
Afspelen van een cassette ....................... 18
Opnemen op een cassette
— CD-synchroonopname/handmatige
opname/montage .............................. 19
Timeropname van radioprogramma’s ..... 20
Timer
Inslapen met muziek
— SLEEP-timerfunctie .................... 23
Ontwaken met muziek
— DAILY-timerfunctie .................... 23
Display
Het display afzetten
— Stroomspaarstand ........................ 24
De displayverlichting regelen ................. 24
Gebruik van het uitleesvenster ................ 25
NL
Los verkrijgbare
componenten
Aansluiten van los verkrijgbare
componenten .................................... 26
Een aangesloten component beluisteren . 27
Opnemen met een aangesloten digitale
component ........................................ 27
Geluid opnemen van een aangesloten
component ........................................ 27
Verhelpen van storingen
Problemen en oplossingen ...................... 28
Meldingen ............................................... 30
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ............................ 31
Technische gegevens ............................... 33
* Alleen Europees model
3NL
Lijst van bedieningstoetsen en referentiepagina’s
Illustratienummer
Gebruik van deze pagina
Aan de hand van deze pagina vindt u de toetsen en andere
systeemonderdelen die in de tekst vermeld staan.
r
PLAY MODE qg (9, 13, 14)
R
R
Naam toets/onderdeel Referentiepagina
Hoofdapparaat
ALFABETISCHE VOLGORDE
A–G
Afstandsbedieningssensor q;
CD SYNC wj (19)
CD NX wl (9)
DBFB ws (21)
Deksel van cassettedeck 4 (18)
DIMMER 2 (24)
DISC 1 – 3 ql (10)
DISC 1 – 3 Z ql (8)
Disc-lade voor CD qk (8)
Display 5
DISPLAY 3 (24)
EDIT wg (20)
ENTER/YES qd (8, 10, 12, 13,
14, 21, 22, 23)
EQ EDIT qj (22)
FUNCTION qg (9, 18)
GROOVE wa (21)
4NL
BESCHRIJVING VAN DE
TOETSEN
M–Z
MD (VIDEO) 9 (27)
MUSIC MENU wd (22)
PHONES-aansluiting w;
PLAY MODE/TUNING MODE
qf (9, 13, 15)
REC PAUSE/START wk (19)
REPEAT/FM MODE qh (9, 15)
SURROUND wf (21)
TAPE nN qs (18, 19)
TUNER/BAND e; (13, 15)
TUNER MEMORY/DIRECTION
qa (14, 19)
VOL 8
?/1 1
+/M L 7
x wh
l –/m 6
Voorbereidingen
Aansluiten van het systeem
Volg de onderstaande procedure 1 t/m 4 op om uw systeem met behulp van de bijgeleverde
snoeren en accessoires aan te sluiten.
AM-raamantenne
FM-antenne
Rechter luidspreker
1 Sluit de luidsprekers aan.
Sluit de luidsprekersnoeren aan op de
SPEAKER-aansluitingen zoals hieronder is
aangegeven.
Linker luidspreker
2 Sluit de FM/AM-antennes aan.
Installeer de AM-raamantenne en sluit deze
daarna aan.
Steek dit gedeelte erin
Type aansluiting A
Rood (3)
AM-raamantenne
Trek de FM-draadantenne er
horizontaal uit
FM
75
Zwart (#)
AM
6NL
Type aansluiting B
Trek de FM-draadantenne er
horizontaal uit
AM-raamantenne
L
AM
3 Bij modellen met een spanningskiezer
stelt u VOLTAGE SELECTOR in op de
plaatselijke netspanning.
e
E
e
Voorbereidingen
FM
75
COA
XIA
Plaatsing van twee R6
(AA-formaat) batterijen in
de afstandsbediening
E
VOLTAGE SELECTOR
Tip
230240V
220V
Wanneer u het systeem niet langer op afstand kunt
bedienen, dient u beide batterijen te vernieuwen.
120V
Opmerking
4 Steek de stekker in het stopcontact.
De demonstratie wordt op het display
weergegeven.
Indien de stekker niet in het stopcontact
past, dient u de bijgeleverde adapter te
bevestigen aan de stekker (alleen bij
modellen met een stekkeradapter). Om het
systeem in te schakelen, drukt u op ?/1.
Bij verplaatsing van dit systeem
Indien u de afstandsbediening lange tijd niet denkt te
gebruiken, dient u de batterijen te verwijderen om
mogelijke beschadiging door batterijlekkage te
voorkomen.
De luidsprekervoetjes
bevestigen
Kleef de meegeleverde kussentjes onderaan op
de luidsprekers om ze te stabiliseren en te
voorkomen dat ze verschuiven.
Volg de onderstaande procedure om het
CD-mechanisme te beschermen.
1 Zorg dat alle discs uit het systeem zijn
verwijderd.
2 Druk herhaaldelijk op FUNCTION tot
“CD” verschijnt.
3 Druk op FUNCTION totdat “LOCK”
verschijnt terwijl u DISC 1 ingedrukt
houdt.
4 Trek de stekker uit het stopcontact.
7NL
CD
De klok instellen
1 Zet het toestel aan.
2 Druk op CLOCK/TIMER SET op de
afstandsbediening.
3 Druk op . of > op de
afstandsbediening om de uren in te
stellen.
4 Druk op ENTER/YES.
De minuten knipperen.
5 Druk op . of > op de
afstandsbediening om de minuten in te
stellen.
6 Druk op ENTER/YES.
De klok begint te lopen.
Indien u zich hebt vergist
Druk herhaaldelijk op m of M op de
afstandsbediening tot het verkeerde item
knippert en stel het dan opnieuw in.
De klok instellen
1 Druk op CLOCK/TIMER SET op de
afstandsbediening.
2 Druk op . of > op de
afstandsbediening om “CLOCK SET?” te
kiezen en druk vervolgens op ENTER/YES.
3 Doe hetzelfde als in stap 3 tot 6 hierboven.
Opmerking
De klok kan niet worden ingesteld in de
stroomspaarstand.
8NL
Plaatsing van een CD
1 Druk op DISC 1 – 3 Z.
De disc-lade gaat open.
2 Plaats een CD met de labelkant naar
boven in de disc-lade.
Wanneer u een CDsingle (8 cm CD)
afspeelt, dient u
deze op de
binnenste cirkel van
de lade te plaatsen.
Om nog meer CD’s te laden, drukt u op een
andere Z en plaatst u de CD in de disc-lade.
3 Druk opnieuw op dezelfde Z om de
disc-lade te sluiten.
Afspelen van een CD
— NORMAL-afspeelfunctie/
SHUFFLE-afspeelfunctie/
REPEAT-afspeelfunctie
Afspeelduur
Disc-ladenummer
Muziekstuknummer
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie CD.
2 Druk in de stopstand herhaaldelijk op
PLAY MODE/TUNING MODE tot de
gewenste stand verschijnt op het
display.
Om
Doe het volgende
Het afspelen te
stoppen
Druk op x.
Te pauzeren
Druk op CD NX (of X op de
afstandsbediening). Druk opnieuw
om verder te gaan met afspelen.
Een muziekstuk
te kiezen
Druk de knop naar L (om
vooruit te gaan) of naar l (om
achteruit te gaan) en laat los
wanneer u het gewenste
muziekstuk hebt gevonden (of
druk op . of > op de
afstandsbediening).
Een bepaald punt
in een
muziekstuk te
vinden
Hou de knop tijdens de weergave
naar m of M gedrukt en laat
los in het gewenste punt (of hou
m of M op de
afstandsbediening ingedrukt).
Een CD te kiezen • Druk op DISC 1 – 3. Het
afspelen begint wanneer de toets
wordt ingedrukt.
• Druk herhaald op DISC SKIP op
de afstandsbediening totdat
DISC 1 – 3 verschijnt. Druk op
CD NX (of N op de
afstandsbediening) om de
gekozen CD af te spelen.
Kies
Voor afspelen van
ALL DISCS
(NORMALafspeelfunctie)
Alle in de disc-lade aanwezige
CD’s zonder onderbreking.
1 DISC
(NORMALafspeelfunctie)
De muziekstukken op de door
u gekozen CD in de
oorspronkelijke volgorde.
ALL DISCS
SHUFFLE
(SHUFFLEafspeelfunctie)
De muziekstukken op alle
CD’s in willekeurige
volgorde.
Een CD te
verwijderen
Druk op één van de toetsen
DISC 1 – 3 Z om de lade met de
te verwijderen CD te openen.
1 DISC
SHUFFLE
(SHUFFLEafspeelfunctie)
De muziekstukken op de door
u gekozen CD in willekeurige
volgorde.
Herhaald af te
spelen
(REPEATafspeelfunctie)
PROGRAM
(PROGRAMafspeelfunctie)
De muziekstukken op alle
CD’s in de volgorde waarin u
deze wilt afspelen (zie
“Programmeren van CDmuziekstukken” op pagina
10).
Druk tijdens het afspelen op
REPEAT/FM MODE totdat
“REPEAT” of “REPEAT 1”
verschijnt.
REPEAT*: Alle muziekstukken op
de CD tot vijfmaal.
REPEAT 1: Slechts één
muziekstuk.
Om te stoppen met herhaald
afspelen, drukt u op REPEAT/FM
MODE totdat “REPEAT” of
“REPEAT 1” is verdwenen.
3 Druk op CD NX (of N op de
afstandsbediening).
Voorbereidingen/CD
Met dit systeem kunt u de CD op verschillende
manieren afspelen.
Andere bedieningsfuncties
Indien u DISC 1 – 3 tijdens het
afspelen indrukt, wordt de gekozen
CD gewisseld en begint het
afspelen van de nieuwe CD.
* U kunt “REPEAT” en “ALL DISCS SHUFFLE”
niet tegelijkertijd kiezen.
vervolg
9NL
Afspelen van een CD (vervolg)
Tips
• Normale of geprogrammeerde weergave kan
worden gestart vanaf de gewenste track. Schuif de
knop naar l of L (of druk op . of >
op de afstandsbediening) tot het gewenste
muziekstuknummer verschijnt na stap 1.
• De toets DISC 1 – 3 licht op in oranje wanneer er
een CD in de lade is geplaatst.
Alle DISC 1 – 3 toetsindicatoren lichten oranje op
wanneer u het systeem voor het eerst aanschakelt en
doven wanneer het systeem bepaalt dat er geen CD
is ingebracht nadat de CD-lade werd gesloten, enz.
Programmeren van CDmuziekstukken
— PROGRAM-afspeelfunctie
U kunt een programma creëren van maximaal
25 muziekstukken.
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie CD.
2 Druk herhaald op PLAY MODE/TUNING
MODE totdat “PROGRAM” verschijnt.
3 Druk op DISC 1 – 3 om een CD te
kiezen.
Om alle muziekstukken op een CD
tegelijkertijd te programmeren, gaat u door
naar stap 5 terwijl “AL” op het display
wordt weergegeven.
4 Schuif de knop naar l of L (of
druk op . of > op de
afstandsbediening) totdat het gewenste
muziekstuknummer verschijnt.
Gekozen CD en
muziekstuknummer
Afspeelduur van het
gekozen muziekstuk
5 Druk op ENTER/YES.
Het muziekstuk is nu geprogrammeerd.
“STEP” verschijnt, gevolgd door het
nummer van het muziekstuk in de
geprogrammeerde volgorde. Het nummer
van het laatst geprogrammeerde muziekstuk
verschijnt, gevolgd door de totale
afspeelduur van het programma.
Laatst geprogrammeerde
muziekstuk
10NL
Totale afspeelduur
6 Om nog meer muziekstukken te
programmeren, herhaalt u de stappen 3
t/m 5.
7 Druk op CD NX (of N op de
afstandsbediening).
Doe het volgende
Het programma
te controleren
Druk in de stopstand herhaald op
CHECK op de afstandsbediening.
Na het laatste muziekstuk
verschijnt “Check End”.
Een muziekstuk Druk in de stopstand op CLEAR
vanaf het einde te op de afstandsbediening.
wissen
Een bepaald
muziekstuk te
wissen
Druk in de stopstand herhaaldelijk
op CHECK op de
afstandsbediening tot het nummer
van het muziekstuk dat u wilt
wissen oplicht en druk vervolgens
op CLEAR.
In de stopstand Volg de stappen 3 t/m 5.
een muziekstuk
toe te voegen aan
het programma
Tips
• Uw programma blijft bewaard nadat het is
afgespeeld. Om hetzelfde programma nogmaals af
te spelen, drukt u op CD NX.
• Wanneer de totale afspeelduur van uw CDprogramma meer dan 100 minuten is, of wanneer u
een muziekstuk kiest met nummer 21 of hoger,
verschijnt “- -.- -”.
— CD-geheugen
U kunt maximaal 50 CD’s voorzien van titels
van elk maximaal 20 symbolen en tekens.
Wanneer u een CD met een titel plaatst,
verschijnt de titel op het display.
CD
Om
De PROGRAM- Druk herhaald op PLAY MODE/
afspeelfunctie uit TUNING MODE totdat
te schakelen
“PROGRAM” en “SHUFFLE”
zijn verdwenen.
Invoeren van CD-titels
Opmerkingen
• U kunt geen titel geven aan een CD waarbij “CDTEXT” op het display verschijnt.
• Wanneer u CD’s voor het eerst een titel
geeft, dient u vooraf altijd alle disctitels te
wissen die in het systeemgeheugen zijn
vastgelegd (zie “Een disc-titel wissen” op
pagina 13).
• Steek de stekker minstens eenmaal per dag in het
stopcontact om te vermijden dat disc-titels uit het
geheugen worden gewist.
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie CD.
2 Druk herhaald op DISC SKIP op de
afstandsbediening totdat de gewenste
CD verschijnt.
Indien “SHUFFLE” of “PROGRAM” op
het display verschijnt, druk dan herhaald op
PLAY MODE/TUNING MODE totdat
beide indicaties zijn verdwenen.
3 Druk op NAME EDIT/CHARACTER op
de afstandsbediening.
De cursor begint te knipperen.
4 Druk op NAME EDIT/CHARACTER op
de afstandsbediening om het gewenste
soort teken te kiezen.
Bij elke druk op de toets verandert het
display als volgt:
(spatie) t A (hoofdletters) t a (kleine
letters) t 0 (cijfers) t ’ (symbolen)
vervolg
11NL
Invoeren van CD-titels (vervolg)
Disc-titels controleren
1 Druk herhaaldelijk op FUNCTION om over
5 Druk op . of > op de
afstandsbediening om het gewenste
teken te kiezen.
U kunt de volgende symbolen gebruiken.
’–/,.():!?&+<>_=”;#$%@ `
Om een spatie in te voeren
Druk op M op de afstandsbediening.
6 Druk op M op de afstandsbediening.
Het teken dat u bij stap 5 hebt gekozen,
stopt met knipperen en de cursor gaat naar
rechts.
7 Herhaal de stappen 4 t/m 6 om de
volledige titel in te voeren.
8 Druk op ENTER/YES om het benoemen
te beëindigen.
Indien u zich hebt vergist
Druk in stap 4 tot 6 op m of M op de
afstandsbediening tot het teken dat u wilt
wijzigen knippert, en herhaal vervolgens stap 4
tot 6.
Om een teken te wissen
Druk in stap 4 tot 6 op m of M op de
afstandsbediening tot de cursor op het teken
staat dat u wilt wissen, en druk dan op CLEAR
op de afstandsbediening terwijl het teken
knippert. Er kunnen geen tekens worden
ingevoegd.
Het benoemen annuleren
Druk op MENU/NO op de afstandsbediening.
12NL
te schakelen naar CD.
2 Druk herhaaldelijk op DISC SKIP op de
afstandsbediening tot de gewenste CD
verschijnt.
3 Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening in de stopstand.
4 Druk op . of > op de
afstandsbediening tot “Name Check?”
verschijnt en druk vervolgens op ENTER/
YES op de afstandsbediening.
5 Druk op . of > op de
afstandsbediening om de disc-titels tussen
01 en 50 te kiezen die in het geheugen zijn
opgeslagen.
Om de huidige disctitel te
controleren
Druk in de stopstand op SCROLL op de
afstandsbediening.
Tuner
Een disc-titel wissen
1 Druk herhaaldelijk op FUNCTION om over
te schakelen naar CD.
2 Druk herhaaldelijk op DISC SKIP op de
afstandsbediening tot de gewenste CD
verschijnt.
3 Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening in de stopstand.
afstandsbediening tot “Name Erase?”
verschijnt en druk vervolgens op ENTER/
YES.
5 Druk op . of > op de
afstandsbediening om de disc-titel te
kiezen die u wilt wissen.
De disc-titel rolt in het display.
“No Name” verschijnt wanneer de disc niet
is benoemd.
U kunt maximum 20 zenders instellen voor FM
en 10 voor AM. U kunt dan makkelijk
afstemmen op die zenders door gewoon het
betreffende voorkeuzenummer te kiezen.
Radiozenders kunnen op twee manieren
worden vooringesteld.
Om
Methode
Automatisch af te stemmen op Automatische
alle zenders die in uw streek
voorinstelling
kunnen worden ontvangen en
deze handmatig op te slaan
CD/Tuner
4 Druk op . of > op de
Radiozenders
voorinstellen
De frequentie van uw favoriete Handmatige
zenders handmatig in te stellen voorinstelling
en op te slaan
6 Druk op ENTER/YES.
“Complete!” verschijnt.
Alle disc-titels wissen
Druk op . of > op de afstandsbediening
tot “All Erase?” verschijnt in stap 4 en druk
vervolgens tweemaal op ENTER/YES.
Het wissen ongedaan maken
Druk op MENU/NO op de afstandsbediening.
Voorinstellen door
automatisch afstemmen
1 Druk herhaaldelijk op TUNER/BAND om
“FM” of “AM” te kiezen.
2 Druk op PLAY MODE/TUNING MODE tot
“AUTO” verschijnt.
3 Schuif de knop naar l of L (of
druk op m of M op de
afstandsbediening).
De frequentie verandert en het scannen stopt
wanneer het toestel afstemt op een zender.
“TUNED” en “STEREO” (voor een stereo
programma) verschijnen.
Als “TUNED” niet verschijnt en het
scannen niet stopt
Stel de frequentie van de gewenste
radiozender in zoals beschreven in stap 2 tot
7 van “Voorinstellen door handmatig
afstemmen” op pagina 14.
vervolg
13NL
Radiozenders voorinstellen (vervolg)
4 Druk op TUNER MEMORY/DIRECTION.
5 Schuif de knop herhaaldelijk naar l
of L (of druk op m of M op de
afstandsbediening) om het gewenste
voorinstelnummer te kiezen.
Voorinstellen door handmatig
afstemmen
1 Druk herhaaldelijk op TUNER/BAND om
“FM” of “AM” te kiezen.
2 Druk op PLAY MODE/TUNING MODE tot
“AUTO” en “PRESET” verdwijnen.
3 Schuif de knop herhaaldelijk naar l
Voorkeuzenummer
6 Druk op ENTER/YES.
“Complete!” verschijnt en de zender wordt
opgeslagen.
7 Herhaal stap 1 tot 6 om andere zenders
op te slaan.
of L (of druk op m of M op de
afstandsbediening) om af te stemmen
op de gewenste zender.
4 Druk op TUNER MEMORY/DIRECTION.
5 Schuif de knop herhaaldelijk naar l
of L (of druk op m of M op de
afstandsbediening) om het gewenste
voorinstelnummer te kiezen.
Voorkeuzenummer
6 Druk op ENTER/YES.
“Complete!” verschijnt en de zender wordt
opgeslagen.
7 Herhaal stap 1 tot 6 om andere zenders
op te slaan.
Andere handelingen
Om
Doe dit
Af te stemmen op een Ga tewerk zoals beschreven
zender met een zwak onder “Voorinstellen door
signaal
handmatig afstemmen”.
Te stoppen met
voorinstellen
Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening.
Te stoppen met
scannen
Druk op PLAY MODE/
TUNING MODE.
Een voorinstelzender Begin opnieuw vanaf stap 1.
te wijzigen
Een
voorinstelnummer te
wijzigen
14NL
Begin opnieuw vanaf stap 1.
Om het AM-afsteminterval te
veranderen (behalve bij het
Europese model)
Opmerking
Het AM-afsteminterval kan niet worden gewijzigd in
de stroomspaarstand.
Tips
• De voorkeuzezenders blijven een dag lang in het
geheugen opgeslagen wanneer de stekker wordt
uitgetrokken of de stroom uitvalt.
• U kunt de voorkeuzezenders benoemen (zie pagina
16).
• Richt of plaats de meegeleverde antenne dichter bij
een venster of buiten om de ontvangst te verbeteren.
U kunt een radiozender beluisteren door af te
stemmen op een voorkeuzezender of handmatig
op een zender af te stemmen.
Luisteren naar een
voorkeuzezender
— Afstemmen op voorkeuzezenders
Sla eerst radiozenders op in het geheugen van
de tuner (zie “Radiozenders voorinstellen” op
pagina 13).
Tuner
Het AM-afsteminterval is in de fabriek
ingesteld op 9 kHz (in bepaalde gebieden
10 kHz). Om het AM-afsteminterval te
veranderen, dient u eerst op een willekeurige
AM-zender af te stemmen en daarna het
systeem uit te schakelen. Terwijl u REPEAT/
FM MODE ingedrukt houdt, schakelt u het
systeem weer in. Wanneer u het interval
verandert, worden alle voorgeprogrammeerde
AM-zenders uit het geheugen gewist. Om het
oorspronkelijke interval te herstellen, herhaalt u
deze procedure.
Luisteren naar de radio
1 Druk herhaaldelijk op TUNER/BAND om
“FM” of “AM” te kiezen.
2 Druk op PLAY MODE/TUNING MODE tot
“PRESET” verschijnt.
3 Schuif de knop naar l of L (of
druk op . of > op de
afstandsbediening) om de gewenste
voorkeuzezender (of zendernaam* of
RDS zendernaam**) te kiezen.
* De zendernaam verschijnt alleen indien de
zender is benoemd (zie “Toewijzing van een
naam aan een voorgeprogrammeerde zender”
op pagina 16).
** Alleen Europees model.
Luisteren naar een niet
vooringestelde zender
— Handmatig afstemmen
1 Druk herhaaldelijk op TUNER/BAND om
“FM” of “AM” te kiezen.
2 Druk op PLAY MODE/TUNING MODE tot
“PRESET” en “AUTO” verdwijnen.
3 Schuif de knop naar m of M (of druk
op m of M op de afstandsbediening)
om af te stemmen op de gewenste
zender.
vervolg
15NL
Luisteren naar de radio (vervolg)
Tips
• Voor een optimale ontvangst dient u de bijgeleverde
antennes opnieuw te richten of een in de handel
verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten.
• Wanneer er tijdens een FM-programma ruis
optreedt, druk dan herhaald op REPEAT/FM
MODE totdat “MONO” verschijnt. Er is dan geen
stereo-effect, maar de ontvangst verbetert.
• Om automatisch af te stemmen, drukt u
herhaaldelijk op PLAY MODE/TUNING MODE
tot “AUTO” verschijnt in stap 2 hierboven en
schuift u vervolgens de knop naar m of M (of
drukt u op m of M op de afstandsbediening).
De frequentie verandert en het scannen stopt
wanneer het toestel afstemt op een zender
(Automatische afstemming).
Toewijzing van een naam
aan een voorgeprogrammeerde zender
— Station Name
Aan elke voorgeprogrammeerde zender kunt u
een naam van maximaal 14 tekens (Station
Name) toewijzen.
1 Stem af op de zender waaraan u een
naam wilt toewijzen (zie “Luisteren naar
de radio” op pagina 15).
2 Volg dezelfde aanwijzingen als bij stap
3 t/m 8 van “Invoeren van CD-titels” op
pagina 11.
Het benoemen annuleren
Druk op MENU/NO op de afstandsbediening.
Om de zendernaam te wissen
1 Stem af op de zender.
2 Druk op NAME EDIT/CHARACTER op de
afstandsbediening.
3 Druk herhaald op CLEAR op de
afstandsbediening om de naam te wissen.
4 Druk op ENTER/YES.
16NL
Gebruik van het radioinformatiesysteem (RDS)
(Uitsluitend het Europese model)
Wat is het radioinformatiesysteem?
Kies gewoon een zender op de FM-band.
Wanneer u afstemt op een zender die RDSdiensten verzorgt, zal de zendernaam op het
display verschijnen.
RDS informatie controleren
Bij elke druk op DISPLAY verandert de
indicatie als volgt:
Zendernaam* t Frequentie t
Programmatype* t Klok t Effectnaam
Tuner
Het radio-informatiesysteem (RDS: Radio Data
System) is een omroepdienst die radiozenders
in staat stelt om extra informatie uit te zenden
naast het gewone programmasignaal. Deze
tuner biedt handige RDS-functies zoals
weergave van de zendernaam en het
programmatype*. RDS is alleen beschikbaar bij
FM-zenders.**
Ontvangen van RDSuitzendingen
* Wanneer geen RDS uitzending wordt ontvangen,
verschijnen zendernaam en programmatype
eventueel niet in het uitleesvenster.
Opmerking
RDS zal mogelijk niet juist werken indien de zender
waarop u hebt afgestemd het RDS-signaal niet juist
uitzendt of het signaal te zwak is.
* Programmatypes zijn NEWS (nieuws), AFFAIRS
(actualiteit), INFO (informatie), SPORT,
EDUCATE (educatieve programma’s), DRAMA
(hoorspelen), CULTURE (cultuur), SCIENCE
(wetenschappen), VARIED (interviews, spelletjes
en humor), POP M (popmuziek), ROCK M
(rockmuziek), EASY M (amusementsmuziek),
LIGHT M (licht klassiek), CLASSICS (klassiek),
OTHER M (andere muziek), WEATHER
(weerberichten), FINANCE (financieel),
CHILDREN (kinderprogramma’s), SOCIAL
(maatschappelijke onderwerpen), RELIGION
(religie), PHONE IN (telefoongesprek), TRAVEL
(reizen), LEISURE (ontspanning), JAZZ,
COUNTRY (countrymuziek), NATION M
(nationale muziek), OLDIES, FOLK M
(folkmuziek), DOCUMENT
(documentaires),TEST (testsignaal voor
nooduitzendingen), ALARM (nooduitzendingen)
en NONE (andere programma’s).
** Niet alle FM-zenders verzorgen de RDS-dienst of
hetzelfde soort RDS-dienst. Als u niet vertrouwd
bent met het RDS-systeem, doe dan navraag bij uw
plaatselijke radiozenders voor details betreffende
RDS-diensten in uw gebied.
17NL
Cassette
Plaatsing van een
cassette
1 Open met uw hand het deksel en plaats
een cassette.
Met de kant die
u wilt afspelen
omhoog gericht
Om de cassette te verwijderen, tilt u deze
omhoog vanaf de kant zoals op de
afbeelding is aangegeven.
2 Sluit met uw hand het deksel.
Afspelen van een
cassette
U kunt TYPE I (normal) cassettes gebruiken.
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie TAPE.
2 Druk herhaald op TUNER MEMORY/
DIRECTION totdat g verschijnt om
één kant af te spelen of op h (of j*)
om beide kanten af te spelen.
3 Druk op TAPE nN (of N op de
afstandsbediening).
Druk opnieuw op TAPE nN (of N op
de afstandsbediening) om de onderkant af te
spelen.
* Nadat deze bediening vijfmaal is herhaald, stopt het
cassettedeck automatisch.
18NL
Om
Doe het volgende
Het afspelen te
stoppen
Druk op x.
Te pauzeren
Druk op X op de
afstandsbediening. Druk opnieuw
om verder te gaan met afspelen.
Snel vooruit te
spoelen of terug
te spoelen
Schuif de knop naar m of M
(Druk op m of M op de
afstandsbediening).
Opmerkingen
• Als u het deksel niet sluit, kan er niet worden
begonnen met het afspelen van de cassette.
• Indien u tijdens het afspelen van een cassette het
deksel opent, zal het afspelen stoppen.
Opnemen op een cassette
— CD-synchroonopname/handmatige opname/montage
U kunt opnemen van een CD, de radio of aangesloten componenten. U kunt TYPE I (normal)
cassettes gebruiken. Het opnameniveau wordt automatisch geregeld.
Stappen
Opnemen van een CD
(CD-synchroonopname)
Handmatig opnemen van een CD
(of aangesloten componenten)/radio
Breng een blanco cassette in.
2
Druk op DISC 1 – 3 Z.
Druk herhaaldelijk op FUNCTION om de
bron te kiezen die u wilt opnemen.
3
Breng de CD in die u wilt opnemen.
Breng de CD (of andere audiobron) in of
stem af op de zender die u wilt opnemen.
4
Druk op CD SYNC.
Druk op REC PAUSE/START.
Cassette
1
Het cassettedeck schakelt over naar de opnamewachtstand.
Druk op TAPE nN om op te nemen op de achterkant.
5
Druk herhaaldelijk op TUNER MEMORY/DIRECTION en kies g om op te nemen
op een kant. Kies h (of j) om op te nemen op beide kanten.
6
Druk op REC PAUSE/START.
Druk op REC PAUSE/START en start dan
de weergave van de gewenste bron.
Stoppen met opnemen
Tips
Druk op x.
• Om op beide kanten op te nemen, moet u beginnen
vanaf de voorkant. Indien u begint op de achterkant,
stopt de opname aan het eind van de achterkant.
• CD-synchroonopname:
Wanneer op beide kanten wordt opgenomen en de
voorkant halverwege een muziekstuk ten einde is,
wordt het hele muziekstuk opnieuw vanaf het begin
van de achterkant opgenomen.
• Opnemen van de radio:
Indien er bij het opnemen van de radio ruis
hoorbaar is, moet u de respectieve antenne richten
om de ruis te onderdrukken.
vervolg
19NL
Opnemen op een cassette (vervolg)
Muziekstukken in een
bepaalde volgorde opnemen
van een CD
— Program Edit
1 Breng een CD en een opneembare
cassette in.
2 Programmeer CD muziekstukken door
stap 2 tot 6 te volgen van
“Programmeren van CDmuziekstukken” op pagina 10.
3 Druk op CD SYNC.
Het cassettedeck schakelt over naar de
opnamewachtstand. De CD-speler schakelt
over naar de weergavewachtstand.
4 Druk herhaaldelijk op TUNER MEMORY/
DIRECTION en kies g om op te
nemen op een kant. Kies h (of j)
om op te nemen op beide kanten.
5 Druk op REC PAUSE/START.
De opname start.
Tip
Om te controleren hoe lang de band moet zijn om een
CD op te nemen, drukt u op EDIT nadat u een CD
hebt ingebracht. De vereiste bandlengte voor de
gekozen CD verschijnt, gevolgd door de totale
speelduur voor kant A en kant B (Tape Select
Edit).
Timeropname van
radioprogramma’s
Zorg dat u de radiozender hebt voorgeprogrammeerd (zie “Radiozenders voorinstellen”
op pagina 13) en vooraf de klok hebt ingesteld
(zie “De klok instellen” op pagina 8).
1 Stem af op de voorgeprogrammeerde
radiozender (zie “Luisteren naar de
radio” op pagina 15).
2 Druk op CLOCK/TIMER SET op de
afstandsbediening.
“DAILY SET?” verschijnt.
3 Druk op . of > om “REC SET?” te
kiezen en druk vervolgens op ENTER/
YES.
“ON” licht op en de uur-indicatie begint te
knipperen.
4 Stel de starttijd voor opnemen in.
Druk op . of > op de
afstandsbediening om de uren in te stellen
en druk vervolgens op ENTER/YES.
De minuten knipperen.
Druk op . of > op de
afstandsbediening om de minuten in te
stellen en druk vervolgens op ENTER/YES.
5 Stel de stoptijd voor opname in volgens
de procedure bij stap 4.
6 Plaats een voor opname geschikte
Opmerking
cassette.
Tape Select Edit werkt niet met discs waarop meer
dan 20 muziekstukken staan.
Het opnemen begint bij de bovenkant.
Plaats een cassette, met de kant waarop u
wilt opnemen omhoog gericht.
7 Druk op ?/1 om het systeem uit te
schakelen.
20NL
Geluidsregeling
Om
Doe het volgende
De instelling te
activeren/
controleren
Druk op CLOCK/TIMER
SELECT op de afstandsbediening
en vervolgens op . of > op
de afstandsbediening om “REC
SELECT?” te kiezen, en druk op
ENTER/YES.
De instelling te
wijzigen
Begin opnieuw vanaf stap 1.
De timer uit te
schakelen
Druk op CLOCK/TIMER
SELECT op de afstandsbediening
en vervolgens op . of > op
de afstandsbediening om “TIMER
OFF” te kiezen, en druk op
ENTER/YES.
• Wanneer u de opnametimer samen met de
sluimertimer gebruikt, heeft de sluimertimer
voorrang.
• De opnametimer en DAILY-timer werken niet
tegelijkertijd.
• Het toestel schakelt 30 seconden voor het ingestelde
tijdstip automatisch aan. Bedien het toestel niet
voor de opname is gestart.
• Indien de spanning niet eerder dan 30 seconden
vóór de ingestelde tijd is aangesloten, zal de
timeropname niet geactiveerd worden.
• Tijdens de opname wordt het volume tot het
minimum verminderd.
Voor een krachtiger geluid
— GROOVE
U kunt het geluid van de muziek krachtiger
maken.
Druk op GROOVE.
“GROOVE” verschijnt op het display en het
volume wordt automatisch op volle sterkte
ingesteld (hiermee wordt ook DBFB
ingeschakeld).
Druk opnieuw om GROOVE uit te schakelen.
Hiermee wordt ook DBFB uitgeschakeld.
Tip
GROOVE is in de fabriek ingeschakeld.
Versterken van de lage tonen
— DBFB
U kunt de lage tonen van de muziek versterken.
Druk op DBFB*.
“DBFB” verschijnt op het display en de lage
tonen worden versterkt.
Druk opnieuw om DBFB uit te schakelen.
Cassette/Geluidsregeling
Opmerkingen
Regeling van het geluid
* DBFB: Dynamic Bass Feedback (dynamische
basterugkoppeling)
Tip
DBFB is in de fabriek ingeschakeld.
Surround-effecten kiezen
Druk op SURROUND.
“SURROUND” verschijnt op het display.
Druk opnieuw om SURROUND uit te
schakelen.
21NL
Voorinstellingen uit het
muziekmenu kiezen
In het audio-accentueringsmenu kunt u de
geluidskenmerken kiezen die het beste passen
bij de muziek waarnaar u op dat moment
luistert.
Druk herhaald op MUSIC MENU om de
gewenste voorinstelling te kiezen.
De naam van de voorinstelling verschijnt op
het display. Zie het schema “Opties van het
muziekmenu”.
Opties van het muziekmenu
Equalizer instellen en
instellingen opslaan
U kunt de klank regelen door bepaalde
frequenties te verhogen of te verlagen, en
vervolgens deze instellingen (P FILE) op te
slaan in het geheugen.
Kies eerst de basisakoestiekregeling.
1 Druk op EQ EDIT.
“LOW” verschijnt en u kunt de lage
frequenties regelen.
2 Schuif de knop naar l of L om het
“SURROUND” verschijnt wanneer u een effect
met surround-effecten kiest.
niveau te regelen en druk vervolgens
op EQ EDIT.
Effect
Aanbevolen voor
ROCK
POP
JAZZ
DANCE
SOUL
Standaard geluidsbronnen
De lage frequenties worden ingesteld en
“MID” verschijnt.
ACTION
DRAMA
GAME
SF
Soundtracks en bijzondere
luistersituaties
FLAT
Om het effect uit te schakelen
P FILE
Zie “Equalizer instellen en
instellingen opslaan” rechts.
3 Schuif de knop naar l of L om het
niveau te regelen en druk vervolgens
op EQ EDIT.
De middenfrequenties worden ingesteld en
“HIGH” verschijnt.
4 Schuif de knop naar l of L om het
Om het effect uit te schakelen
Druk herhaald op MUSIC MENU totdat
“FLAT” verschijnt.
niveau te regelen.
5 Druk op ENTER/YES.
De instelling wordt automatisch opgeslagen
als persoonlijk bestand (P FILE in het
muziekmenu).
De instelling niet opslaan
Druk na stap 4 nogmaals op EQ EDIT.
Opmerking
Wanneer u een nieuwe instelling opslaat, wordt de
vorige geannuleerd.
22NL
Timer
Inslapen met muziek
Ontwaken met muziek
— DAILY-timerfunctie
— SLEEP-timerfunctie
U kunt het systeem na verloop van een vooraf
ingestelde tijd automatisch laten uitschakelen,
zodat u kunt inslapen met muziek.
Druk op SLEEP op de afstandsbediening.
Bij elke druk op deze toets verandert de
minuten-indicatie (de uitschakeltijd) als volgt:
AUTO* t 90min t 80min t … t 10min
t OFF
* Het systeem wordt automatisch uitgeschakeld nadat
het afspelen van de huidige CD of cassette is
beëindigd (na maximaal 100 minuten).
In de stand TUNER schakelt het toestel uit na 100
minuten.
U kunt op een vooraf ingestelde tijd ontwaken
met muziek. Zorg eerst dat de klok juist is
ingesteld (zie “De klok instellen” op pagina 8).
1 Tref de nodige voorbereidingen bij de
geluidsbron die u wilt afspelen.
• CD: Plaats een CD. Om te beginnen bij
een bepaald muziekstuk dient u eerst
een programma samen te stellen (zie
“Programmeren van CDmuziekstukken” op pagina 10).
• Cassette: Plaats een cassette.
• Radio: Stem af op een zender (zie
“Luisteren naar de radio” op pagina 15).
Druk
De resterende tijd
te controleren**
eenmaal op SLEEP op de
afstandsbediening.
De uitschakeltijd
te wijzigen
op SLEEP op de
afstandsbediening om de
gewenste tijd te kiezen.
3 Druk op CLOCK/TIMER SET.
De SLEEPtimerfunctie uit te
schakelen
herhaald op SLEEP op de
afstandsbediening totdat
“SLEEP OFF” verschijnt.
4 Druk op ENTER/YES.
** In de stand “AUTO” kan de resterende tijd niet
worden gecontroleerd.
afstandsbediening om het volume te
regelen.
“DAILY SET?” verschijnt.
“ON” licht op en de uur-indicatie begint te
knipperen.
Geluidsregeling/Timer
2 Druk op VOL + of – op de
Om
5 Stel de starttijd voor afspelen in.
Druk op . of > op de
afstandsbediening om de uren in te stellen
en druk vervolgens op ENTER/YES.
De minuten knipperen.
Druk op . of > op de
afstandsbediening om de minuten in te
stellen en druk vervolgens op ENTER/YES.
6 Stel de stoptijd voor afspelen in
volgens de procedure bij stap 5.
7 Druk op . of > op de
afstandsbediening om de gewenste
geluidsbron te kiezen.
De indicatie verandert als volgt:
t TUNER y CD PLAY T
t TAPE PLAY T
vervolg
23NL
Display
Ontwaken met muziek (vervolg)
Het display afzetten
8 Druk op ENTER/YES.
De starttijd, de stoptijd en de geluidsbron
verschijnen beurtelings en daarna verschijnt
weer de oorspronkelijke indicatie.
9 Druk op ?/1 om het systeem uit te
schakelen.
Om
Doe het volgende
De instelling te
activeren/
controleren
Druk op CLOCK/TIMER
SELECT op de afstandsbediening
en vervolgens op . of > tot
“DAILY SELECT?” verschijnt.
Druk vervolgens op ENTER/YES.
De instelling te
wijzigen
Begin opnieuw vanaf stap 1.
De timer uit te
schakelen
Druk op CLOCK/TIMER
SELECT op de afstandsbediening
en vervolgens op . of > tot
“TIMER OFF” verschijnt. Druk
vervolgens op ENTER/YES.
Opmerkingen
• Indien de spanning niet eerder dan 30 seconden
vóór de ingestelde tijd is aangesloten, zal de
DAILY-timer niet geactiveerd worden.
• Het toestel schakelt 30 seconden voor het ingestelde
tijdstip automatisch aan. Bedien het toestel niet
voor de weergave is gestart.
• De opnametimer en DAILY-timer werken niet
tegelijkertijd.
— Stroomspaarstand
Het demonstratiedisplay (uitleesvenster en
toetsen lichten op en knipperen zelfs wanneer
het systeem af staat) en het klokdisplay kunnen
worden uitgeschakeld om het stroomverbruik
in de wachtstand te beperken
(stroomspaarstand).
Druk herhaaldelijk op DISPLAY terwijl het
systeem af staat tot de demonstratie of de
tijd niet meer worden getoond.
De stroomspaarstand annuleren
Druk op DISPLAY terwijl het toestel af staat.
Bij elke druk op de toets verandert het display
als volgt:
Demonstratie t Tijd* t Geen indicatie
(stroomspaarstand)
* “--:--” verschijnt wanneer de klok niet is ingesteld.
Tips
• De ?/1 indicator licht ook op in de
stroomspaarstand.
• De timer werkt ook in de stroomspaarstand.
De displayverlichting
regelen
1 Druk op DIMMER terwijl het toestel aan
staat.
2 Schuif de knop naar l of L (of
druk op . of > op de
afstandsbediening) om de
displayverlichting te regelen.
De displayverlichting kan in 11 stappen
worden geregeld van 0 tot 10.
24NL
Gebruik van het
uitleesvenster
U kunt de resterende duur van het huidige
muziekstuk of de huidige CD controleren.
Wanneer een CD TEXT disc is ingebracht,
kunt u de informatie op de disc, zoals
bijvoorbeeld titels of artiestennamen,
controleren.
Resterende duur en
muziekstuktitel controleren
(CD)
Zendernaam controleren
(Tuner)
Druk op DISPLAY.
Bij elke druk op de toets verandert de indicatie
als volgt:
Zendernaam* t Frequentie t
Programmatype* t Klok t Effectnaam
* Verschijnt alleen wanneer de zender is benoemd of
andere informatie is ingevoerd (zie “Gebruik van
het radio-informatiesysteem (RDS)” op pagina 17).
Zonder deze informatie verschijnt er niets.
Een lange naam laten rollen
Druk op SCROLL op de afstandsbediening.
De titel rolt in het display.
Tips
Bij elke druk op de toets verandert de indicatie
als volgt:
Verstreken speelduur huidig muziekstuk t
Resterende speelduur huidig muziekstuk t
Resterende speelduur huidige CD (“1 DISC”
mode) of “--.--” display (“ALL DISCS” mode)
t Titel huidig muziekstuk* t Klokweergave
t Effectstatus
• Om een disc te benoemen, zie “Invoeren van CDtitels” op pagina 11.
• Om een voorkeuzezender te benoemen, zie
“Toewijzing van een naam aan een
voorgeprogrammeerde zender” op pagina 16.
* Verschijnt alleen wanneer een muziekstuk is
benoemd. Zonder deze informatie verschijnt er
niets. Als de CD meer dan 20 muziekstukken bevat,
verschijnt CD TEXT niet vanaf muziekstuk 21.
Timer/Display
Druk op DISPLAY tijdens de weergave.
Resterende totale speelduur
en disc-titel controleren (CD)
Druk op DISPLAY in de stopstand.
Bij elke druk op de toets verandert de indicatie
als volgt:
Totaal aantal muziekstukken en totale
speelduur t CD disc-titel* t Klokweergave
t Effectstatus
* Verschijnt alleen wanneer een CD is benoemd.
Zonder deze informatie verschijnt er niets.
25NL
Los verkrijgbare componenten
Aansluiten van los verkrijgbare componenten
Op dit systeem kunt u een digitale of analoge component aansluiten.
Los verkrijgbare
analoge
component
Van de audio-uitgangen
van een analoge
component
Los verkrijgbare
digitale
component
Naar de digitale
ingangsaansluiting van een
digitale component
26NL
A MD (VIDEO) IN aansluitingen
B CD DIGITAL OUT aansluiting
Gebruik audiokabels (niet meegeleverd) om
een los verkrijgbare component (bijvoorbeeld
een MD-speler of een videorecorder) hierop
aan te sluiten. Opname of weergave van die
analoge component is dan mogelijk via dit
toestel.
Gebruik een digitale kabel (vierkant, niet
meegeleverd) om een los verkrijgbare digitale
component (bijvoorbeeld een MD recorder)
hierop aan te sluiten. Met deze digitale
component kunt u dan digitaal opnemen.
Een aangesloten
component beluisteren
1 Sluit de audiokabels aan.
Zie “Aansluiten van los verkrijgbare
componenten” op pagina 26.
2 Druk op MD (VIDEO) om over te
schakelen naar MD of VIDEO.
Start de weergave van de aangesloten
component.
Opmerkingen
• Door op FUNCTION en ?/1 te drukken terwijl het
toestel af staat, schakelt het automatisch aan en
wordt “VIDEO” gekozen. Deze functie werkt niet
in de stroomspaarstand.
• Indien het geluid vervormd of te luid is wanneer u
“VIDEO” kiest of weer over wilt schakelen naar
“MD”, herhaalt u de bovenstaande procedure om
over te schakelen naar “MD”.
Opnemen met een
aangesloten digitale
component
1 Sluit de digitale kabel aan.
Zie “Aansluiten van los verkrijgbare
componenten” op pagina 26.
2 Start de opname.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de
aangesloten component.
Geluid opnemen van een
aangesloten component
1 Sluit de audiokabels aan.
Zie “Aansluiten van los verkrijgbare
componenten” op pagina 26.
Zie “Opnemen op een cassette” op pagina
19.
Opmerkingen
• Door op FUNCTION en ?/1 te drukken terwijl het
toestel af staat, schakelt het automatisch aan en
wordt “VIDEO” gekozen. Deze functie werkt niet
in de stroomspaarstand.
• Indien het geluid vervormd of te luid is wanneer u
“VIDEO” kiest of weer over wilt schakelen naar
“MD”, herhaalt u de bovenstaande procedure om
over te schakelen naar “MD”.
Los verkrijgbare componenten
2 Start de opname handmatig.
27NL
Verhelpen van storingen
De timer werkt niet.
Problemen en oplossingen
Indien er tijdens het gebruik van dit systeem
een storing optreedt, raadpleeg dan de
onderstaande storingsgids.
Controleer eerst of de stekker van het systeem
goed in het stopcontact zit en of de luidsprekers
juist en stevig zijn aangesloten.
Als een probleem niet te verhelpen is, neem
dan contact op met uw dichtstbijzijnde Sonyhandelaar.
Algemeen
Het display en toetsen blijven knipperen, ook
wanneer het toestel is uitgeschakeld.
• Druk met uitgeschakeld toestel herhaaldelijk op
DISPLAY op de afstandsbediening en schakel
over naar klokweergave of de stroomspaarstand
(geen indicatie) (zie pagina 24).
“--:--” verschijnt in het uitleesvenster.
• Stel de klok opnieuw in (zie pagina 8).
• Druk op CLOCK/TIMER SELECT op de
afstandsbediening om de timer in te stellen en de
indicatie “DAILY” of “REC” op het display te
doen oplichten (zie pagina 21, 24).
• Controleer de instellingen en zorg dat de klok
goed is ingesteld (zie pagina 21, 24).
De afstandsbediening werkt niet.
• Verwijder het obstakel.
• Breng de afstandsbediening dichter naar het
systeem.
• Richt de afstandsbediening naar de sensor op het
systeem.
• Vernieuw de batterijen (R6/formaat AA).
• Plaats het systeem op grotere afstand van de TLbuisverlichting.
“PROTECT” en “PUSH POWER” verschijnen
beurtelings.
• Druk op ?/1 (spanning) om het systeem uit te
schakelen. Schakel het systeem even later weer
in.
• Controleer de luidsprekeraansluitingen (zie
pagina 6).
Er is geen geluid.
• Draai VOL omhoog (of druk op VOL + op de
afstandsbediening).
• Zorg dat de hoofdtelefoon niet is aangesloten.
• Controleer de luidsprekeraansluitingen (zie
pagina 6).
Het geluid komt van slechts één kanaal, of het
links/rechts-volume is niet gebalanceerd.
• Sluit de luidsprekersnoeren goed aan (zie pagina
6).
• Plaats de luidsprekers zo symmetrisch mogelijk.
• Sluit slechts één van de bijgeleverde luidsprekers
aan op elk stel luidsprekeraansluitingen.
• Sluit de bijgeleverde luidsprekers aan.
Er is veel brom of ruis.
• Zet het systeem verder weg van de storingsbron.
• Sluit het systeem aan op een ander stopcontact.
• Monteer een ruisfilter (in de handel verkrijgbaar)
op de elektriciteitsleiding.
De timer kan niet worden ingesteld.
• Stel de klok opnieuw in (zie pagina 8)
28NL
CD-speler
De disc-lade sluit niet.
• Plaats de CD precies in het midden van de lade.
• Sluit de lade altijd door indrukken van DISC 1 –
3 Z. Wanneer u de lade probeert te sluiten door
er tegen te duwen, kan de CD-speler defect
raken.
De CD kan niet worden verwijderd.
• Neem contact op met uw dichtstbijzijnde Sonyhandelaar.
De CD begint niet met afspelen.
• Open de CD-lade en controleer of er een CD is
geplaatst.
• Veeg de CD schoon (zie pagina 32).
• Vervang de CD.
• Plaats de CD precies in het midden van de lade.
• Plaats de CD in de lade, met de labelkant naar
boven.
• Verwijder de CD en veeg het vocht van de CD.
Laat het systeem daarna een paar uur
ingeschakeld totdat het vocht is verdampt.
• Druk op CD NX om het afspelen te laten
beginnen.
De CD slaat over.
• Veeg de CD schoon (zie pagina 32).
• Vervang de CD.
• Verplaats het systeem zo mogelijk naar een plek
zonder trillingen (bijvoorbeeld op een stabiele
stander).
• Plaats de luidsprekers zo mogelijk op grotere
afstand van het systeem, of plaats ze op aparte
standers.
• Wanneer u naar een muziekstuk luistert met lage
tonen en een hoog volume, is de kans aanwezig
dat de CD door de trillingen van de luidsprekers
overslaat.
Het afspelen begint niet vanaf het eerste
muziekstuk.
• Druk in de stopstand herhaaldelijk op PLAY
MODE/TUNING MODE tot “PROGRAM” of
“SHUFFLE” verdwijnt en de normale weergave
is hersteld.
De disc-lade opent niet en “LOCKED” verschijnt.
• Neem contact op met uw Sony handelaar of een
plaatselijke erkende Sony onderhoudsdienst.
Cassettedeck
De cassette neemt niet op.
De cassette neemt niet op en speelt niet af, of
het geluidsniveau vermindert.
• De koppen zijn vuil. Reinig deze.
• De opname- en weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer deze (zie
pagina 32).
De cassette wordt niet volledig gewist.
• De opname- en weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer deze (zie
pagina 32).
Er is veel wow of flutter, of het geluid valt weg.
• De aandrukassen in het cassettedeck zijn vuil.
Reinig deze met een reinigingscassette.
De ruis neemt toe of de hoge frequenties worden
gewist.
• De opname- en weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer deze (zie
pagina 32).
Er is geen geluid.
• Raadpleeg de algemene rubriek “Er is geen
geluid.” op pagina 28 en controleer de toestand
van het systeem.
• Sluit de component goed aan (zie pagina 26) en
controleer daarbij:
– of de snoeren goed zijn aangesloten.
– of de stekkers van de snoeren er goed zijn
ingeduwd.
• Schakel de aangesloten component in.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die is
meegeleverd met de aangesloten component en
begin met afspelen.
Het geluid is vervormd.
• Stel het volume van de aangesloten component
lager in.
Tuner
Er is veel brom of ruis, of zenders kunnen niet
worden ontvangen.
• Stel de juiste golfband en frequentie in (zie
pagina 13).
• Zorg dat de antenne goed is aangesloten (zie
pagina 6).
• Zoek een plaats en een oriëntatie die geschikt
zijn voor een goede ontvangst en installeer
daarna de antenne opnieuw. Indien u geen goede
ontvangst krijgt, is het raadzaam om een in de
handel verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten.
• De bijgeleverde FM-draadantenne ontvangt de
signalen over de volle lengte. Daarom moet u de
antenne volledig uittrekken.
• Plaats de antennes zo ver mogelijk van de
luidsprekersnoeren.
• Indien de bijgeleverde AM-antennedraad is
losgeraakt van de kunststof stander, dient u
contact op te nemen met uw dichtstbijzijnde
Sony-handelaar.
• Schakel de elektrische apparatuur in de buurt uit,
indien mogelijk.
Verhelpen van storingen
• Het wispreventienokje is verwijderd. Bedek de
opening met plakband (zie pagina 32).
• Het einde van de cassette is bereikt.
Los verkrijgbare componenten
Een stereo FM-programma kan niet in stereo
ontvangen worden.
• Druk op REPEAT/FM MODE totdat “STEREO”
op het display verschijnt.
• Zie “Er is veel brom of ruis, of zenders kunnen
niet worden ontvangen.” en controleer de
antenne.
vervolg
29NL
Problemen en oplossingen (vervolg)
Indien het systeem ook na het
nemen van de bovenstaande
maatregelen nog niet goed werkt,
dient u het systeem als volgt
opnieuw in te stellen:
1 Trek de stekker uit het stopcontact.
2 Steek de stekker weer in het stopcontact.
3 Druk op ?/1 om het systeem in te
schakelen.
4 Druk x, ?/1 en ENTER/YES tegelijkertijd
in.
5 Trek de stekker uit het stopcontact.
6 Steek de stekker weer in het stopcontact
en druk op ?/1 om het systeem aan te
schakelen.
Het systeem is nu opnieuw ingesteld en de
fabrieksinstellingen zijn weer van kracht. Alle
door u gemaakte instellingen, zoals de
voorgeprogrammeerde zenders, klokinstelling,
timerinstellingen en CD-disctitels, zijn
geannuleerd en moeten opnieuw worden
ingesteld.
Opmerking
Het systeem kan niet worden teruggesteld in de
stroomspaarstand.
Meldingen
Tijdens bediening kan er op het display één van
de onderstaande meldingen verschijnen of
knipperen.
CD
Cannot Edit
• U probeert een titel in te voeren voor een CD
TEXT-disc.
• U probeerde Tape Select Edit te gebruiken met
discs waarop meer dan 20 muziekstukken staan.
Name Full
Er zijn reeds 50 disctitels in het systeem ingevoerd.
No Disc
Er zit geen CD in DISC 1 – 3.
NO STEP
U hebt alle geprogrammeerde muziekstukken
gewist.
OVER
Het einde van de CD is bereikt terwijl u tijdens het
afspelen of pauzeren M ingedrukt houdt.
Push STOP!
Tijdens het afspelen hebt u op PLAY MODE/
TUNING MODE gedrukt.
Step Full!
U probeert om 26 of meer muziekstukken
(stappen) te programmeren.
CASSETTE
No Tab
U kunt de cassette niet opnemen omdat het
wispreventienokje is verwijderd.
No Tape
Er zit geen cassette in het cassettedeck.
Open
U probeert een bediening op het cassettedeck uit te
voeren terwijl het deksel daarvan niet volledig
gesloten is.
30NL
Aanvullende informatie
Ontwikkeling van hitte
Voorzorgsmaatregelen
Netspanning
Controleer vóór bediening van het systeem of
de bedrijfsspanning van uw systeem
overeenkomt met de plaatselijke netspanning.
Voor uw veiligheid
• Het apparaat blijft op de stroombron (netspanning)
aangesloten zolang de stekker in het stopcontact zit,
zelfs indien het apparaat zelf is uitgeschakeld.
• Trek de stekker uit het stopcontact als u denkt het
systeem geruime tijd niet te gebruiken.
Om de aansluiting van de stekker op het stopcontact
te verbreken, dient u de stekker vast te pakken. Trek
nooit aan het snoer zelf.
• Mocht er een vast voorwerp of vloeistof in het
systeem terechtkomen, trek dan de stekker uit het
stopcontact en laat het systeem eerst door een
deskundige controleren alvorens het weer in
gebruik te nemen.
• Het netsnoer mag uitsluitend door een erkend
servicecentrum worden vernieuwd.
Installeren
Bediening
• Indien het systeem rechtstreeks van een koude naar
een warme omgeving wordt gebracht, of in een zeer
vochtige kamer wordt geplaatst, kan vocht uit de
lucht condenseren op de lens in de CD-speler. In
dergelijke gevallen zal het systeem niet juist
werken. Verwijder de CD en laat het systeem
ongeveer een uur ingeschakeld staan totdat de
condens is verdampt.
• Zorg dat u alle discs verwijdert wanneer u het
systeem gaat verplaatsen.
Indien u vragen of problemen het betreffende uw
systeem, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde
Sony-handelaar.
Luidsprekersysteem
Dit luidsprekersysteem is niet magnetisch
afgeschermd. Hierdoor kan op sommige TVtoestellen magnetische vervorming van het beeld
optreden. In dergelijke gevallen dient u de TV
eenmaal uit te schakelen en vervolgens na 15 à 30
minuten weer in te schakelen.
Indien de storing hierdoor niet wordt verholpen, dient
u het luidsprekersysteem verder van het TV-toestel te
plaatsen. Plaats ook geen voorwerpen waaraan
magneten zijn bevestigd of waarin magneten worden
gebruikt, zoals audiorekken, TV-standers en
speelgoed, dicht bij het luidsprekersysteem. Deze
kunnen magnetische vervorming van het TV-beeld
veroorzaken ten gevolge van hun inwerking op het
systeem.
vervolg
Verhelpen van storingen/Aanvullende informatie
• Zorg dat de ventilatie van het systeem tijdens
gebruik is ingeschakeld.
Installeer het systeem op een plaats met voldoende
luchtcirculatie. U mag niets op het systeem
plaatsen.
• Installeer het systeem niet in een hellende positie.
• Installeer het systeem niet:
— op uiterst warme of koude plaatsen
— op stoffige of vuile plaatsen
— in een zeer vochtige omgeving
— op plaatsen die aan trillingen onderhevig zijn
— op plaatsen die zijn blootgesteld aan direct
zonlicht.
• Wees voorzichtig wanneer u het apparaat of de
luidsprekers op een ondergrond plaatst die een
speciale behandeling heeft ondergaann (met was,
olie, polijstmiddel, enz.) aangezien er hierdoor
vlekken op de ondergrond kunnen ontstaan of de
ondergrond kan gaan verkleuren.
• Tijdens gebruik wordt het systeem warm. Dit is
echter geen defect.
• Installeer het systeem op een plaats met voldoende
ventilatie om ontwikkeling van hitte in het systeem
te voorkomen.
Indien u dit systeem voortdurend met een hoog
volume gebruikt, zal de temperatuur van de behuizing
aan de bovenkant, zijkanten en onderkant aanzienlijk
stijgen. Om te voorkomen dat u zich brandt, mag u de
behuizing niet aanraken.
Om een defect te voorkomen, mag de
ventilatieopening van de koelventilator niet worden
afgedekt.
31NL
Voorzorgsmaatregelen (vervolg)
Beveiligen van een opgenomen tape
Opmerkingen over CD’s
Om een opgenomen tape tegen abusievelijk wissen te
beveiligen, verwijdert u het nokje van kant A of B
(zie afbeelding).
• Alvorens u de CD gaat afspelen, dient u deze te
reinigen met een schoonmaakdoek. Veeg de CD
vanaf het midden naar de rand.
• Gebruik geen CD met plakband, stickers of lijm
erop omdat de speler hierdoor beschadigd kan
raken.
• Gebruik geen oplosmiddelen.
• Stel de CD niet bloot aan direct zonlicht of
warmtebronnen.
• Discs met een onregelmatige vorm (bijvoorbeeld
een hart, vierkant of ster) kunnen op dit systeem
niet worden afgespeeld. Indien u probeert om dat
wel te doen, kan het systeem beschadigd raken.
Maak daarom geen gebruik van dergelijke discs.
Opmerking betreffende het afspelen
van CD-R’s en CD-RW’s
Kant A
Nokje van
kant A
Nokje van
kant B
Verwijder het
nokje van kant A
Indien u later opnieuw op de cassette wilt opnemen,
dient u de opening met plakband te bedekken.
Discs die zijn opgenomen in CD-R- en CD-RWstations kunnen soms niet worden afgespeeld
vanwege krassen of vuil, of vanwege de conditie van
de opname of de kenmerken van het station. Ook
discs die aan het einde van de opname nog niet
gefinaliseerd zijn, kunnen niet worden afgespeeld.
Reiniging van de behuizing
Gebruik hiervoor een zachte doek, licht bevochtigd
met een oplossing van mild schoonmaakmiddel.
Alvorens een cassette in het
cassettedeck te plaatsen
Trek de cassette strak indien deze loshangt. Anders
zou de cassette in het mechanisme van het
cassettedeck verwikkeld kunnen raken, met kans op
beschadiging.
Bij gebruik van een cassette die
langer is dan 90 minuten
Een dergelijke cassette rekt gemakkelijk uit. Vermijd
daarom herhaald afspelen en stoppen, of herhaald
vooruit- en terugspoelen. Hierdoor kan de cassette in
het cassettedeck verstrikt raken.
32NL
Reinigen van de koppen van het
cassettedeck
Reinig de koppen na ongeveer iedere 10 uren van
gebruik.
Reinig ook de koppen telkens vóór het opnemen van
belangrijk materiaal of na het afspelen van een oude
cassette.
Gebruik voor het reinigen een los verkrijgbare
reinigingscassette van het droge of natte type. Voor
nadere bijzonderheden dient u de gebruiksaanwijzing
van de reinigingscassette te raadplegen.
Demagnetiseren van de koppen
Na elke 20 à 30 uur dient u de cassettekoppen en de
metalen onderdelen die met de cassette in aanraking
komen, te demagnetiseren met een los verkrijgbare
demagnetiseercassette. Voor nadere bijzonderheden
dient u de gebruiksaanwijzing van de
demagnetiseercassette te raadplegen.
Technische gegevens
Hoofdapparaat (HCD-TB20)
Cassettedeck
Opnamesysteem
Frequentiebereik
Wow en flutter
Versterker
Laser
FM-stereo, FM/AM superheterodyne tuner
FM-tuner
Afstembereik
Antenne
Antenneaansluitingen
Middenfrequentie
AM-tuner
Afstembereik
Europese modellen:
Amerikaanse modellen:
Overige modellen:
Antenne
Middenfrequentie
CD-speler
Systeem
Tuner
Compactdisc- en digitaal
audiosysteem
Halfgeleider-laser
(λ=795 nm)
Emissieduur: continu
2 Hz – 20 kHz (±0,5 dB)
Frequentiebereik
CD DIGITAL OUT
(vierkante optische aansluiting achteraan)
Golflengte
660 nm
87,5 – 108,0 MHz
(50 kHz stap)
FM-draadantenne
75 ohm asymmetrisch
10,7 MHz
531 – 1 602 kHz
(met interval ingesteld op
9 kHz)
531 – 1 710 kHz
(met interval ingesteld op
9 kHz)
530 – 1 710 kHz
(met interval ingesteld op
10 kHz)
531 – 1 602 kHz
(met interval ingesteld op
9 kHz)
530 – 1 710 kHz
(met interval ingesteld op
10 kHz)
AM-raamantenne
Buitenantenneaansluitingen
450 kHz
vervolg
Aanvullende informatie
Europese modellen
DIN-uitgangsvermogen (nominaal):
45 + 45 W (6 ohm bij
1 kHz, DIN)
Continu RMS-uitgangsvermogen (referentie):
60 + 60 W (6 ohm bij
1 kHz, 10% THD)
Muziek-uitgangsvermogen (referentie):
120 + 120 W (6 ohm bij
1 kHz, 10% THD)
Overige modellen
Gemeten bij AC 120/220/240 V, 50/60 Hz:
DIN-uitgangsvermogen (nominaal):
40 + 40 W (6 ohm bij
1 kHz, DIN)
Continu RMS-uitgangsvermogen (referentie):
50 + 50 W (6 ohm bij
1 kHz, 10 % THD)
Ingangen
MD (VIDEO) IN (tulpstekkers):
spanning 450 mV (250
mV), impedantie 47
kilohm
Uitgangen
PHONES (stereo-mini-aansluiting):
geschikt voor
hoofdtelefoon van 8 ohm
of meer.
SPEAKER:
geschikt voor impedantie
van 6 tot 16 ohm.
4-sporen 2-kanaals stereo
50 – 13 000 Hz (±3 dB),
bij gebruik van Sony
TYPE I cassette
±0,15% W. Peak (IEC)
0,1% W. RMS (NAB)
±0,2% W. Peak (DIN)
33NL
Technische gegevens (vervolg)
Luidspreker
Europese modellen (SS-TB20)
Luidsprekersysteem
2-weg, basreflex-type
Luidsprekereenheden
Woofer:
15 cm diameter, conustype
Tweeter:
5 cm diameter, conus-type
Nominale impedantie
6 ohm
Overige modellen (SS-TB50)
Luidsprekersysteem
2-weg, basreflex-type
Luidsprekereenheden
Woofer:
15 cm diameter, conustype
Tweeter:
5 cm diameter, conus-type
Nominale impedantie
6 ohm
Algemeen
Stroomvoorziening
Europese modellen:
Mexicaans model:
Overige modellen:
Stroomverbruik
Europese modellen:
Overige modellen:
230 V AC, 50/60 Hz
120 V AC, 60 Hz
120 V, 220 V,
230 – 240 V AC,
50/60 Hz
Instelbaar met
spanningskiezer
120 W
0,5 W (in de
stroomspaarstand)
100 W
Afmetingen (b/h/d), inclusief uitstekende onderdelen
en regelaars
Versterker/tuner/tapedeck/CD-speler:
ca. 215 × 285 × 386 mm
Luidspreker SS-TB20:
ca. 205 × 285 × 220 mm
Luidspreker SS-TB50:
ca. 205 × 285 × 240 mm
Gewicht
Versterker/tuner/tapedeck/CD-speler:
ca. 7,7 kg
Luidsprekers SS-TB20: ca. 3,0 kg netto per
luidspreker
Luidsprekers SS-TB50: ca. 3,5 kg netto per
luidspreker
Bijgeleverde accessoires
Afstandsbediening (1)
R6 (formaat AA)
batterijen (2)
AM-raamantenne (1)
FM-draadantenne (1)
Luidsprekerkussens (8)
Ontwerp en technische gegevens kunnen zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
34NL