Xerox DocuColor 5000 Installatie gids

Type
Installatie gids
Fiery
®
EXP50 Color Server
Afdrukken in kleur
© 2006 Electronics for Imaging, Inc. De informatie in deze publicatie wordt beschermd
volgens de
Kennisgevingen
voor dit product.
45055391
11 mei 2006
INHOUD
3
I
NHOUD
I
NLEIDING
7
Terminologie en conventies
7
Over dit document
8
Belangrijkste functies van ColorWise
9
C
OLOR
W
ISE
P
RO
T
OOLS
11
Over dit hoofdstuk
12
ColorWise Pro Tools installeren en configureren op een Windows-computer
13
ColorWise Pro Tools installeren 13
De ICC-profielen installeren 13
De verbinding configureren 15
De configuratie bewerken 16
ColorWise Pro Tools installeren op een Mac OS-computer
17
ColorWise Pro Tools installeren op een Mac OS-computer 17
De ColorSync-profielen installeren 18
De verbinding configureren 20
De configuratie bewerken 22
ColorWise Pro Tools gebruiken
22
Calibrator gebruiken 22
Color Editor gebruiken 22
Profile Manager gebruiken 24
Spot-On gebruiken 29
Color Setup gebruiken 30
I
NHOUD
INHOUD
4
K
ALIBRATIE
32
Over dit hoofdstuk
32
Kalibreren met ColorWise Pro Tools Calibrator
33
Calibrator starten 33
Expertmodus 34
Metingen toepassen op verscheidene kalibratiesets 36
De standaard meetwaarden voor kalibratie herstellen 36
Kalibreren met de DTP32 37
Kalibreren met de DTP41 39
Kalibreren met de ES-1000 42
Kalibratie begrijpen
45
Kalibratieoverzicht 45
Hoe werkt kalibratie? 46
Kalibratie plannen 47
Kalibratiestatus controleren 48
A
FDRUKOPTIES
VAN
C
OLOR
W
ISE
49
Over dit hoofdstuk
49
Kleurbeheer op de Fiery EXP50
50
ColorWise-afdrukopties
51
Automatisch overvullen 51
Zwartdetectie 52
Zwarte overdruk 52
Tekst/afbeeldingen zwart 53
CMYK-simulatieprofiel 55
CMYK-simulatiemethode 56
Scheidingen combineren 57
Uitvoerprofiel 57
INHOUD
5
Weergavestijlen 58
RGB-scheiding 59
RGB-bronprofiel 60
Overdruk simuleren 61
Steunkleuraanpassing 62
Printerstuurprogramma’s en afdrukopties
63
Afdrukopties voor Windows instellen 63
Afdrukopties voor kleurbeheer instellen voor Mac OS 65
Device Link-profielen inschakelen met Aangepaste kleurinstellingen 67
K
LEURMEETINSTRUMENTEN
69
De DTP 32 gebruiken
69
De DTP32 instellen 69
De DTP32 kalibreren 72
De DTP41 gebruiken
73
De DTP41 instellen 73
De DTP41 kalibreren 76
De ES-1000 gebruiken
79
De ES-1000 instellen 79
De ES-1000 kalibreren 79
D
ENSITEITMETINGEN
IMPORTEREN
80
De bestandsindeling Simple ASCII Import File Format (SAIFF)
80
Voorbeeld van 1D Status T-densiteit voor EFI-pagina met 21 kleurvlakken 81
Voorbeeld van 1D Status T-densiteit voor EFI-pagina met 34 kleurvlakken 81
Voorbeeld van 1D Status T-densiteit voor een willekeurige pagina 82
I
NDEX
83
INLEIDING
7
I
NLEIDING
In dit document wordt uitgelegd hoe u kleurenafdrukken op de
Fiery EXP50 Color Server
kunt
beheren. Er wordt ook aandacht besteed aan kalibratie en kleurprofielen.
Dit document maakt deel uit van de set met handleidingen voor gebruikers en
systeembeheerders. Raadpleeg de andere op uw site verkrijgbare documentatie voor een
volledige beschrijving van uw Fiery EXP50 Color Server.
Terminologie en conventies
Dit document gebruikt de volgende terminologie en conventies.
Term of conventie Verwijst naar
Aero Fiery EXP50 (in illustraties en voorbeelden)
Command WorkStation Command WorkStationWindows Edition en
Command WorkStation, Macintosh Edition
Digitale pers DocuColor 5000 digitale pers
Fiery EXP50 Fiery EXP50 Color Server
Mac OS Apple Mac OS X
Titels in
cursief
Andere documenten in dit pakket
Windows Microsoft Windows 2000, Windows XP,
Windows Server 2003
Onderwerpen waarvoor aanvullende informatie beschikbaar is door
de Help te openen in de software
Tips en informatie
Belangrijke informatie
Belangrijke informatie over problemen die u of anderen
lichamelijke schade kunnen toebrengen
INLEIDING
8
Over dit document
Dit document bevat belangrijke informatie voor het beheren van kleurenafdrukken die met de
Fiery EXP50 worden gemaakt.
Dit document bestrijkt de volgende onderwerpen:
ColorWise Pro Tools installeren en configureren.
Color Editor, Profile Manager en ColorSetup gebruiken.
•Overzicht van de kalibratie en een beschrijving van het kalibreren van de Fiery EXP50 met
verschillende methoden van ColorWise Pro Tools Calibrator.
Afdrukopties voor ColorWise instellen op Windows- en Mac OS-computers.
•Overzicht van de kleurmeetinstrumenten die als afzonderlijk aangekochte opties
beschikbaar zijn.
•Beschrijvingen van Simple ASCII File Format (SAIFF), waarmee densiteitmeetwaarden
voor toner kunnen worden geïmporteerd uit meetapparaten.
O
PMERKING
:
De
Verklarende woordenlijst
geeft uitleg over de vet gedrukte woorden, zoals
uitvoerprofiel
, die in dit document voorkomen. Termen en concepten uit de kleurenleer en
begrippen als “kleurenruimte”, “steunkleur”, “kleurengamma” en “bronprofiel” worden in
heel dit document gebruikt. Als u nog niet eerder hebt gewerkt met kleurentoepassingen of als
u een term niet kent, raadpleegt u de
Verklarende woordenlijst
.
INLEIDING
9
Belangrijkste functies van ColorWise
ColorWise
is het
Color Management System
(
CMS
) of kleurbeheersysteem dat is
ingebouwd in de Fiery EXP50 en dat is ontworpen om occasionele en professionele
gebruikers de beste kleurenafdrukken voor verschillende doeleinden te bieden. Met de
standaardinstellingen van ColorWise kunt u vanuit veel Windows- en Mac OS-toepassingen
zonder aanpassingen uitstekende kleurenresultaten behalen. Dit betekent dat occasionele
gebruikers uitvoer van hoge kwaliteit kunnen verkrijgen zonder op de hoogte te zijn van de
kleurinstellingen op de Fiery EXP50 of ze te moeten wijzigen.
Voor een constante kleurkwaliteit is het noodzakelijk dat u de Fiery EXP50 regelmatig
kalibreert. ColorWise Pro Tools bevat hiervoor een eenvoudig te gebruiken
kalibratieprogramma, waarmee u kunt kalibreren via een optionele
spectrofotometer
of
densitometer
(zie “Kalibratie op pagina 32).
Met de functies van ColorWise kunt u de afdrukresultaten waar nodig aanpassen. Afhankelijk
van de behoeften, kunt u:
•De werking van
CMYK
-afdrukken zo instellen dat de specificaties van de offsetpers
DIC
,
Euroscale
, en
SWOP
worden geëmuleerd.
•PANTONE-kleuren en andere
steunkleuren
toewijzen voor de beste overeenstemming bij
het afdrukken met met vierkleurenpersen of persen met extra, aangepaste platen.
Een
Color Rendering Dictionary
(CRD) of kleurenweergavebibliotheek, ook
weergavestijl genoemd, selecteren voor
RGB
-afdrukken. Met CRD’s kunt u
presentatieafbeeldingen
rijk en verzadigd afdrukken of fotos glad en haarscherp
afdrukken. Daarnaast beschikt u over relatieve of absolute colorimetrische weergave voor
speciale doeleinden.
•De bron van binnenkomende RGB-kleurgegevens definiëren om een betere
kleurenconversie van RGB-gegevens zonder brongegevens te verkrijgen.
•Bepalen of RGB-gegevens worden geconverteerd naar het volledige gamma van de digitale
pers, of eerst worden geconverteerd naar het gamma van een ander apparaat, zoals een
drukpersnorm. Deze functie is heel nuttig als u wilt dat een bepaald apparaat zich als een
ander apparaat gedraagt. De functie is ook handig voor de beoordeling van de weergave
van een RGB-bestand onder verschillende afdrukomstandigheden, zonder eerst het RGB-
bestand om te zetten naar CMYK.
INLEIDING
10
ColorWise-kleurbeheer
(
ColorWise
) heeft een open kleurarchitectuur, zodat de gebruikers
de Fiery EXP50 aan eventuele nieuwe afdrukbehoeften kunnen aanpassen. ColorWise
ondersteunt
ICC-profielen
. Dit zijn standaardkleurprofielen die bepalen hoe kleuren worden
verwerkt door een apparaat. Merk op dat profielen met versie 4 van de ICC-specificatie
(profielversie 4.2.0.0) en met versie 2 worden ondersteund. Het downloaden van ICC-
profielen naar de Fiery EXP50 maakt het mogelijk een aangepaste pers (of een andere digitale
pers) te simuleren op de Fiery EXP50 en kleuren van een bepaalde monitor of scanner
nauwkeurig af te drukken. Daarnaast kunt u aangepaste ICC-profielen maken voor de digitale
pers.
Met ColorWise kunt u ook elke
Status T
-densitometer gebruiken door gegevens in een
standaard bestandsindeling te importeren (zie “Densiteitmetingen importeren op pagina 80).
In dat geval moet u er rekening mee houden dat de kwaliteit van het gebruikte instrument de
kwaliteit van de
kalibratie
bepaalt.
COLORWISE PRO TOOLS
11
C
OLOR
W
ISE
P
RO
T
OOLS
Met de standaardinstellingen van ColorWise kunt u vanuit veel Windows- en Mac OS-
toepassingen zonder aanpassingen uitstekende kleurenresultaten behalen. Dit betekent dat
occasionele gebruikers uitvoer van hoge kwaliteit kunnen verkrijgen zonder op de hoogte te
zijn van de kleurinstellingen op de Fiery EXP50 of ze te moeten wijzigen. Met het
kleurbeheersysteem van ColorWise (CMS) kunnen deskundige gebruikers de beste
kleuruitvoer bereiken. ColorWise Pro Tools geeft de gebruikers de mogelijkheid de
instellingen aan te passen om de beste uitvoer voor een variëteit van toepassingen te bereiken.
ColorWise Pro Tools is speciaal ontworpen voor flexibiliteit bij het beheren van
kleurenafdrukken. Het product omvat de volgende hulpmiddelen voor kleurbeheer:
Calibrator (de Fiery EXP50 op verschillende manieren kalibreren)
Color Editor (simulatie- en uitvoerprofielen aanpassen)
•Profile Manager (profielen beheren)
•Spot-On (CMYK-equivalenten voor steunkleuren bepalen)
Spot-On wordt aangeboden in het Graphic Arts Package. Zie
Graphic Arts Package
voor
meer informatie over Spot-On.
Color Setup (standaardwaarden voor de afdrukopties van ColorWise instellen)
COLORWISE PRO TOOLS
12
Over dit hoofdstuk
In dit hoofdstuk worden de procedures beschreven voor de installatie, de configuratie en het
gebruik van ColorWise Pro Tools op Windows- en Mac OS-computers.
Platform Beschrijving Raadpleeg
Windows ColorWise Pro Tools installeren pagina 13
De ICC-profielen installeren pagina 13
De verbinding configureren pagina 15
De configuratie wijzigen pagina 16
Mac OS ColorWise Pro Tools installeren pagina 17
De ColorSync-profielen installeren pagina 18
De verbinding configureren pagina 20
De configuratie wijzigen pagina 22
Windows en Mac OS Calibrator gebruiken pagina 22
Color Editor gebruiken pagina 22
Profile Manager gebruiken pagina 24
Spot-On gebruiken pagina 29
Color Setup gebruiken pagina 30
COLORWISE PRO TOOLS
13
ColorWise Pro Tools installeren en configureren op een
Windows-computer
De volgende delen beschrijven de installatie van ColorWise Pro Tools en andere bestanden en
de configuratie van de verbinding op een Windows-computer.
ColorWise Pro Tools installeren
De installatie van alle gebruikerssoftware op een Windows-computer gebeurt via de Fiery
User Software Installer. De procedures in Hulpprogrammas beschrijven de installatie vanaf de
dvd met gebruikerssoftware of via het netwerk.
Om ColorWise Pro Tools op een Windows-computer te gebruiken, moet u Sun Java 5
installeren. Als dit bestand niet op uw computer geïnstalleerd is, zal het installatieprogramma
van ColorWise Pro Tools het installatieproces automatisch starten. Volg de instructies op het
scherm.
De ICC-profielen installeren
U kunt aanvullende ICC-profielen vanaf de Fiery EXP50 naar uw computer kopiëren.
Gebruik de ICC-profielen met toepassingen die ICC-normen ondersteunen, zoals Adobe
Photoshop. Voor de meeste ICC-toepassingen moeten de bestanden worden geïnstalleerd in
een map met de naam Color in de map System. Voor gebruik met ColorWise Pro Tools kunt
u de bestanden kopiëren naar een map van uw keuze.
DE ICC-PROFIELEN INSTALLEREN OP EEN WINDOWS-COMPUTER
1 Blader naar de Fiery EXP50 via het netwerk. Maak hierbij gebruik van het IP-adres of de DNS-
servernaam.
2 Geef indien nodig uw gebruikersnaam en wachtwoord.
Raadpleeg uw netwerkbeheerder om te weten of dit nodig is.
3 Dubbelklik op de directory PC_User_SW.
4 Open de map ICC.
5 Windows 2000: Kopieer de profielen naar de map Windows\System32\Color.
Als in de map System32 geen map met de naam “Color” (Kleur) bestaat, moet u deze map
aanmaken en de profielen erin kopiëren.
Windows XP of Windows Server 2003: Klik met de rechtermuisknop op het gewenste profiel
en klik op Profiel installeren.
De profielen worden automatisch geïnstalleerd in de map
Windows\System32\spool\drivers\color van uw computer.
COLORWISE PRO TOOLS
14
Kleurenbestanden
U kunt aanvullende kleurenbestanden vanaf de Fiery EXP50 naar uw computer kopiëren.
Veel van deze bestanden zijn PostScript-bestanden die u kunt downloaden en afdrukken met
Downloader of Command WorkStation.
Map Windows Color
Files
CMYK Color Reference.ps: Een PostScript-bestand van elf paginas
in Letter-formaat dat als referentie kan worden gebruikt bij het
definiëren van CMYK-kleuren in toepassingen.
PANTONE Book.ps: Een PostScript-bestand van 19 paginas in
Letter-formaat dat de beste equivalenten van gecoate
PANTONE-kleuren bevat die kunnen worden geproduceerd
met de Fiery EXP50 en de DocuColor 5000 digitale pers. De
methode voor het afdrukken van het bestand Pantone.ps hangt af
van de instelling voor Steunkleuraanpassing. Zie Afdrukopties
van ColorWise op pagina 49 voor meer informatie.
RGB page 01.doc: Een bestand dat u in Microsoft Word 97 of
hoger kunt afdrukken om beschikbare RGB-kleuren te bekijken.
RGB page 02.ppt: Een bestand dat u in PowerPoint 6.0 of hoger
kunt afdrukken om beschikbare RGB-kleuren te bekijken.
Map Color Bars (in
de map Windows
Color Files)
FieryColorBar.eps: Wordt gebruikt voor de optie Kleurbalk.
Raadpleeg Graphic Arts Package voor meer informatie over
Kleurbalk.
Map PS Files
(in de map Windows
Color Files\
Calibration Files)
Custom21.ps, Custom34.ps, Standard21.ps en Standard34.ps
Vier PostScript-bestanden met kleurvlakken voor het uitvoeren
van metingen.
De getallen in de bestandsnamen verwijzen naar het aantal
vlakken op de pagina. Met de aangepaste bestanden kunt u
meetvlakken downloaden die de huidige kalibratieset van de
digitale pers bevatten. Met de standaardbestanden kunt u
standaardmeetvlakken downloaden die de huidige kalibratieset
van de digitale pers vervangen.
OPMERKING: Deze bestanden zijn bedoeld voor ervaren
gebruikers en worden het best niet gebruikt voor gewone
kalibratie.
Map Halftone
Calibration
(in de map Windows
Color Files\
Calibration Files)
Afbeeldingen van kalibratiepaginas voor verschillende
instrumenten en paginaformaten, gebruikt voor de kalibratie van
de Fiery EXP50 voor verschillende halftoonrasters. Bestanden
voor Adobe Photoshop en andere toepassingen zijn beschikbaar.
Zie Graphic Arts Package voor meer informatie over de kalibratie
van halftoonrasters.
COLORWISE PRO TOOLS
15
De verbinding configureren
De eerste keer dat u ColorWise Pro Tools start, moet u de verbinding met de Fiery EXP50
configureren.
VOORDAT U BEGINT
Druk de configuratiepagina af vanaf Command WorkStation en noteer het IP-adres voor de
Fiery EXP50.
Deze pagina bevat informatie die u nodig hebt bij het configureren van de verbinding, zoals
het IP-adres. Voor TCP/IP-installaties kunt u de DNS-naam van de Fiery EXP50 gebruiken
in plaats van het IP-adres. Controleer of de Fiery EXP50 opgenomen is in een DNS dat door
uw netwerk wordt gebruikt. Raadpleeg de Windows-systeemdocumentatie voor meer
informatie.
DE VERBINDING VOOR COLORWISE PRO TOOLS CONFIGUREREN
1 Start ColorWise Pro Tools.
2 Als het dialoogvenster Printer kiezen wordt weergegeven, klikt u op Toevoegen.
3Voer de juiste gegevens in voor de Fiery EXP50.
Bijnaam:
Typ een naam voor de Fiery EXP50. Deze naam hoeft niet overeen te komen met de
servernaam van de Fiery EXP50.
OPMERKING: De bijnaam mag niet de volgende tekens bevatten:
[ ] _ " ' <spatie> <tab>
Servernaam of IP-adres server: Typ het IP-adres (of de DNS-naam) van de Fiery EXP50.
Nieuw apparaat: Typ de naam van het apparaat waarmee de Fiery EXP50 is verbonden:
DC5000.
COLORWISE PRO TOOLS
16
4 Klik op Toevoegen als u alle informatie hebt ingevoerd.
5 Klik op OK terwijl de apparaatnaam is geselecteerd in de lijst Apparaten.
De Fiery EXP50 wordt weergegeven in de lijst met beschikbare servers. De eerste regel van de
vermelding bevat de bijnaam die u de Fiery EXP50 hebt gegeven, gevolgd door het gekozen
protocol. De tweede regel bevat de apparaatnaam.
6 Klik op Selecteren terwijl de apparaatnaam is geselecteerd in de lijst met beschikbare
servers.
Het hoofdvenster van ColorWise Pro Tools wordt geopend.
De configuratie bewerken
Werk de configuratie bij na elke wijziging in uw Fiery EXP50 of netwerk, zoals een wijziging
van de servernaam of het IP-adres. Wijzig eerst de specifieke Setup-informatie van de
Fiery EXP50 voordat u de verbinding configureert.
DE CONFIGURATIE BEWERKEN
1 Als u een nieuwe Fiery EXP50 wilt toevoegen, klikt u op Toevoegen. Vul het dialoogvenster
Instellingen in zoals beschreven in stappen 3 tot en met 5 in de vorige procedure.
2 Als u een Fiery EXP50 wilt verwijderen, selecteert u de Fiery EXP50 aan de hand van de
bijnaam en klikt u op
Verwijderen.
3 Om informatie te wijzigen, selecteert u de Fiery EXP50 met zijn bijnaam en klikt u op
Wijzigen. Breng de gewenste wijzigingen aan in het dialoogvenster Serverinstellingen
aanpassen en klik op OK.
De aangebrachte wijzigingen worden doorgevoerd in de lijst met beschikbare servers.
COLORWISE PRO TOOLS
17
ColorWise Pro Tools installeren op een Mac OS-computer
De volgende delen beschrijven de installatie van ColorWise Pro Tools en andere bestanden en
de configuratie van de verbinding op een Mac OS-computer.
ColorWise Pro Tools installeren op een Mac OS-computer
Voordat u met een installatieprocedure begint, moet u eerst bepalen waar u de diverse
onderdelen op de vaste schijf wilt installeren. Als u dat niet doet, wordt de software standaard
in de map “Fiery” geplaatst.
COLORWISE PRO TOOLS INSTALLEREN EN CONFIGUREREN OP EEN MAC OS-COMPUTER VANAF DE DVD MET
GEBRUIKERSSOFTWARE.
1 Plaats de dvd met gebruikerssoftware in het dvd-station.
2 Blader naar de map voor uw besturingssysteem.
3 Dubbelklik op het pictogram van het installatieprogramma van ColorWise Pro Tools.
4Volg de instructies op het scherm.
5 Klik als daarom wordt gevraagd op Afsluiten om het installatieprogramma af te sluiten.
COLORWISE PRO TOOLS INSTALLEREN EN CONFIGUREREN OP EEN MAC OS-COMPUTER VIA HET NETWERK
1 Kies Verbinden met server in het menu Ga.
2Typ smb:// gevolgd door het IP-adres van de Fiery EXP50 en klik op Verbinden.
Neem contact op met de netwerkbeheerder als u de Fiery EXP50 niet kunt vinden.
3 Geef indien nodig uw gebruikersnaam en wachtwoord.
Raadpleeg uw netwerkbeheerder om te weten of dit nodig is.
4 Dubbelklik op het pictogram voor de directory Mac_User_SW.
5 Open de map OS X.
6 Dubbelklik op het pictogram van het installatieprogramma van ColorWise Pro Tools.
7Volg de instructies op het scherm.
8 Klik als daarom wordt gevraagd op Afsluiten om het installatieprogramma af te sluiten.
COLORWISE PRO TOOLS
18
De ColorSync-profielen installeren
U kunt aanvullende ICC-profielen vanaf de Fiery EXP50 naar uw computer kopiëren.
Gebruik de ICC-profielen met toepassingen die ICC-normen ondersteunen, zoals Adobe
Photoshop. Voor de meeste ICC-toepassingen moeten de bestanden worden geïnstalleerd in
een map met de naam Profiles (Profielen) op de <Opstartschijf>: Bibliotheek: ColorSync.
Voor gebruik met ColorWise Pro Tools kunt u de bestanden kopiëren naar een map van uw
keuze.
DE COLORSYNC-PROFIELEN INSTALLEREN OP EEN MAC OS-COMPUTER
1 Kies Verbinden met server in het menu Ga.
2Typ smb:// gevolgd door het IP-adres van de Fiery EXP50 en klik op Verbinden.
Raadpleeg uw netwerkbeheerder als u uw Fiery EXP50 niet vindt.
3 Geef indien nodig uw gebruikersnaam en wachtwoord.
Raadpleeg uw netwerkbeheerder om te weten of dit nodig is.
4 Dubbelklik op de directory Mac_User_SW.
5 Open de map ColorSync.
6 Installeer de profielen in Bibliotheek: ColorSync: Profiles.
Na de installatie van de ColorSync-bestanden, raadpleegt u de documentatie van ColorSync
voor het instellen van ColorSync-profielen zoals EFIRGB.
COLORWISE PRO TOOLS
19
Kleurenbestanden
U kunt aanvullende kleurenbestanden vanaf de dvd met gebruikerssoftware naar uw
computer kopiëren. Veel van deze bestanden zijn PostScript-bestanden die u kunt
downloaden en afdrukken met Downloader of Command WorkStation.
Map Mac Color Files CMYK Color Reference.ps: Een PostScript-bestand van elf paginas in
Letter-formaat dat als referentie kan worden gebruikt bij het
definiëren van CMYK-kleuren in toepassingen.
PANTONE Book.ps: Een PostScript-bestand van 19 paginas in Letter-
formaat dat de beste equivalenten van gecoate PANTONE-kleuren
bevat die kunnen worden geproduceerd met de Fiery EXP50 en de
DocuColor 5000 digitale pers. De methode voor het afdrukken van
het bestand PANTONE Book.ps hangt af van de instelling voor
Steunkleuraanpassing. Zie Afdrukopties van ColorWise op
pagina 49 voor meer informatie.
RGB page 01: Een bestand dat u in Microsoft Word97 of hoger kunt
afdrukken om beschikbare RGB-kleuren te bekijken.
RGB page 02: Een bestand dat u in PowerPoint 6.0 of hoger kunt
afdrukken om beschikbare RGB-kleuren te bekijken.
Map Color Bars (in
de map Mac Color
Files)
FieryColorBar.eps: Wordt gebruikt voor de optie Kleurbalk.
Raadpleeg Graphic Arts Package voor meer informatie over Kleurbalk.
Map PS Files (in de
map Mac Color
Files: Calibration
Files)
Custom21.ps, Custom34.ps, Standard21.ps en Standard34.ps: Vier
PostScript-bestanden met kleurvlakken voor het uitvoeren van
metingen.
De getallen in de bestandsnamen verwijzen naar het aantal vlakken
op de pagina. Met de aangepaste bestanden kunt u meetvlakken
downloaden die de huidige geïnstalleerde kalibratieset bevatten. Met
de standaardbestanden kunt u standaardmeetvlakken downloaden
die de huidige geïnstalleerde kalibratieset vervangen.
OPMERKING: Deze bestanden zijn bedoeld voor gebruik door experts
en niet voor dagelijkse kalibratietaken.
Map Halftone
Calibration Files,
(in de map Mac
Color Files:
Calibration Files)
Afbeeldingen van kalibratiepaginas voor verschillende instrumenten
en paginaformaten, gebruikt voor de kalibratie van de Fiery EXP50
voor verschillende halftoonrasters. Bestanden voor Adobe Photoshop
en andere toepassingen zijn beschikbaar. Zie Graphic Arts Package
voor meer informatie over de kalibratie van halftoonrasters.
COLORWISE PRO TOOLS
20
De verbinding configureren
De eerste keer dat u ColorWise Pro Tools start, moet u de verbinding met de Fiery EXP50
configureren.
OPMERKING: ColorWise Pro Tools werkt alleen via TCP/IP-netwerken.
VOORDAT U BEGINT
Druk de configuratiepagina af vanaf Command WorkStation en noteer het IP-adres voor de
Fiery EXP50.
Deze pagina bevat informatie die u nodig hebt bij het configureren van de verbinding. Voor
TCP/IP-installaties kunt u de DNS-naam (Domain Name Server) van de Fiery EXP50
gebruiken in plaats van het IP-adres. Controleer of de Fiery EXP50 opgenomen is in een
DNS dat door uw netwerk wordt gebruikt. Raadpleeg de documentatie van uw Macintosh-
systeem voor meer informatie.
DE VERBINDING VOOR COLORWISE PRO TOOLS CONFIGUREREN
1 Dubbelklik op het pictogram ColorWise Pro Tools.
Het dialoogvenster Printer kiezen wordt weergegeven.
2 Als het dialoogvenster No Servers Configured (Geen servers geconfigureerd) verschijnt, klikt
u op OK. Als het dialoogvenster Printer kiezen wordt weergegeven, klikt u op Toevoegen.
COLORWISE PRO TOOLS
21
3Voer de juiste gegevens in voor de Fiery EXP50.
Bijnaam:
Typ een naam voor de Fiery EXP50. Deze naam hoeft niet overeen te komen met de
servernaam van de Fiery EXP50.
OPMERKING: De bijnaam mag niet de volgende tekens bevatten:
[ ] _ " ' <spatie> <tab>
Protocol: TCP/IP is het enige netwerkprotocol dat wordt ondersteund. U hoeft dus geen
keuze te maken.
Servernaam: Typ het IP-adres (of de DNS-naam) van de Fiery EXP50.
Nieuw apparaat: Typ de naam van het apparaat waarmee de Fiery EXP50 is verbonden:
DC5000. Deze apparaatnaam wordt weergegeven in de sectie Printerinstellingen van de
configuratiepagina.
4 Klik op Toevoegen als u alle informatie hebt ingevoerd.
5 Klik op OK terwijl de apparaatnaam is geselecteerd in de lijst Apparaten.
De Fiery EXP50 wordt weergegeven in de lijst met beschikbare servers. De eerste regel van de
vermelding bevat de bijnaam die u de Fiery EXP50 hebt gegeven, gevolgd door het gekozen
protocol. Op de tweede regel staat de apparaatnaam.
6 Klik op Selecteren terwijl de apparaatnaam is geselecteerd in de lijst met beschikbare
servers.
Het hoofdvenster van ColorWise Pro Tools wordt geopend.
COLORWISE PRO TOOLS
22
De configuratie bewerken
Werk de configuratie bij na elke wijziging in uw Fiery EXP50 of netwerk, zoals een wijziging
van de servernaam of het IP-adres. Wijzig eerst de specifieke Setup-informatie van de
Fiery EXP50 voordat u de verbinding configureert.
DE CONFIGURATIE BEWERKEN
1 Als u een nieuwe Fiery EXP50 wilt toevoegen, klikt u op Toevoegen. Vul het dialoogvenster
Instellingen in zoals beschreven in stappen 3 tot en met 5 in de vorige procedure.
2 Als u een Fiery EXP50 wilt verwijderen, selecteert u de Fiery EXP50 aan de hand van de
bijnaam en klikt u op
Verwijderen.
3 Om informatie te wijzigen, selecteert u de Fiery EXP50 met zijn bijnaam en klikt u op
Wijzigen. Breng de gewenste wijzigingen aan in het dialoogvenster Serverinstellingen
aanpassen en klik op OK.
De aangebrachte wijzigingen worden doorgevoerd in de lijst met beschikbare servers.
ColorWise Pro Tools gebruiken
ColorWise Pro Tools geeft u een flexibele controle over het afdrukken in kleur door u de
mogelijkheid te geven de Fiery EXP50 te kalibreren, simulatie- en uitvoerprofielen aan te
passen, profielen op de Fiery EXP50 te beheren, steunkleuren te beheren en
standaardwaarden te bepalen voor de afdrukopties van ColorWise.
Calibrator gebruiken
Met ColorWise Pro Tools Calibrator kunt u de Fiery EXP50 kalibreren via een aantal
meetmethoden. Zie pagina 32 voor meer informatie over het kalibreren van de Fiery EXP50.
Color Editor gebruiken
Met ColorWise Pro Tools Color Editor kunt u aangepaste profielen maken door bestaande
simulatie- of uitvoerprofielen te bewerken en de wijzigingen als een nieuw profiel op te slaan.
Gebruik Color Editor om een profiel nauwkeurig af te stemmen op de Fiery EXP50 om exact
aan uw specificaties te voldoen. Color Editor is rechtstreeks toegankelijk via het
programmapictogram in het hoofdvenster van ColorWise Pro Tools, of indirect via Profile
Manager.
OPMERKING: U kunt bronprofielen niet bewerken. Alleen simulatie- en uitvoerprofielen
kunnen worden bewerkt.
COLORWISE PRO TOOLS
23
COLOR EDITOR GEBRUIKEN
1 Start ColorWise Pro Tools en maak verbinding met de Fiery EXP50.
2 Klik op Color Editor.
Simulatie toont een lijst van de simulatieprofielen op de Fiery EXP50. Uitvoer toont een lijst
van de uitvoerprofielen op de Fiery EXP50.
3 Selecteer een profiel en klik op Selecteren.
Zie ColorWise Pro Tools Help voor meer informatie over Color Editor.
COLORWISE PRO TOOLS
24
Profile Manager gebruiken
Met ColorWise Pro Tools Profile Manager kunt u ICC-profielen beheren en bewerken.
PROFILE MANAGER GEBRUIKEN
1 Start ColorWise Pro Tools en maak verbinding met de Fiery EXP50.
2 Klik op Profile Manager.
Het venster Profile Manager wordt geopend.
3 Klik op een profiel om het te selecteren.
Informatie over het profiel, zoals de aanmaakdatum en de datum van de ICC-specificatie,
verschijnt onder aan het venster. Merk op dat profielen met versie 4 van de ICC-specificatie
(profielversie 4.2.0.0) en met versie 2 worden ondersteund.
Zie ColorWise Pro Tools voor meer informatie over Profile Manager.
Zie het volgende gedeelte voor informatie over de optie Door media bepaald profiel.
Zie pagina 25 voor meer informatie over het gebruik van Device Link-profielen.
1 Uitvoerprofielen
1
COLORWISE PRO TOOLS
25
De standaardprofielen instellen
Gebruik Profile Manager om een standaard RGB-bronprofiel, simulatieprofiel en
uitvoerprofiel in te stellen. De standaard RGB-bron- en simulatieprofielen die u instelt
worden toegepast op alle afdruktaken die naar de Fiery EXP50 zijn verzonden, tenzij u de
profielen vervangt door afdrukopties op te geven. Hetzelfde geldt voor het standaard
uitvoerprofiel dat u instelt, tenzij u de optie Mediaprofiel gebruiken ingeschakeld laat.
De optie Mediaprofiel gebruiken geeft aan of het uitvoerprofiel dat aan de in een printtaak
gebruikt media gekoppeld is wel of niet automatisch wordt toegepast. Zie het volgende
gedeelte voor meer informatie.
Door media bepaalde uitvoerprofielen gebruiken
In plaats van het automatisch toepassen van een standaard uitvoerprofiel door Profile Manager
op al uw afdruktaken, kunt u ook de optie Mediaprofiel gebruiken ingeschakeld laten. Deze
optie past automatisch het uitvoerprofiel toe dat vooraf gedefinieerd werd voor het type media
in uw afdruktaak. Wanneer uw taak gemengde media bevat, kan deze optie verschillende
uitvoerprofielen toepassen die vooraf gedefinieerd zijn voor de verschillende media.
De optie Mediaprofiel gebruiken in Profile Manager is standaard ingeschakeld. Zij wordt
toegepast op alle afdruktaken die naar de Fiery EXP50 worden verzonden, tenzij een
gebruiker de optie overschrijft voor een afzonderlijke taak, door instellingen in het
printerstuurprogramma te wijzigen.
DOOR MEDIA BEPAALDE UITVOERPROFIELEN GEBRUIKEN
1 Start ColorWise Pro Tools en klik op Profile Manager.
2 Selecteer Mediaprofiel gebruiken in de uitvoerbalk van Profile Manager.
Wanneer u de instelling van de optie Mediaprofiel gebruiken wijzigt in Profile Manager,
wordt dezelfde instelling automatisch gewijzigd in Color Setup. Voor meer informatie,
zie“Color Setup gebruiken op pagina 30.
Info over Device Link-profielen
De Fiery EXP50 ondersteunt het gebruik van Device Link-profielen. Een Device Link-profiel
beschrijft de omzetting van een kleurenruimte naar een andere. Device Link-profielen zijn
beperkend omdat zij de volledige omzetting van een bronapparaat naar een doelapparaat
definiëren. Wanneer u met behulp van een Device Link-profiel print, kiest u geen bronprofiel
of uitvoerprofiel, aangezien het Device Link-profiel ze allebei specificeert. ColorWise
ondersteunt twee soorten Device Link-profielen: RGB-bron naar CMYK-doel en CMYK-
bron naar CMYK-doel.
Wanneer u een Device Link-profiel gebruikt, vervangt dit grotendeels het kleurbeheer van
ColorWise. De informatie die nodig is om van de bron te converteren naar het doel is immers
volledig vervat in het Device Link-profiel.
COLORWISE PRO TOOLS
26
OPMERKING: Of het gebruik van Device Link-profielen aangewezen is, hangt af van de
workflow van uw taak.
Device Link-profielen installeren
Als u een beheerder bent, kunt u de Device Link-profielen downloaden naar de Fiery EXP50
met Profile Manager. U moet een Device Link-profiel koppelen aan:
•Een instelling voor een RGB-bronprofiel of een CMYK-simulatieprofiel en
•Een instelling voor een uitvoerprofiel
Het Device Link-profiel wordt actief wanneer deze twee instellingen geselecteerd zijn.
U kunt een Device Link-profiel inschakelen op drie manieren:
•Selecteer de Color Setup van ColorWise Pro Tools de standaard instellingen voor RGB-
bronprofiel, CMYK-simulatieprofiel en uitvoerprofiel. Deze instellingen gelden voor alle
taken, tenzij u ze voor een bepaalde taak vervangt.
•Gebruik in het printerstuurprogramma van de Fiery EXP50 Aangepaste kleurinstellingen
om de instellingen te kiezen voor RGB-bronprofiel, CMYK-simulatieprofiel en
uitvoerprofiel wanneer u een taak afdrukt.
•Gebruik Taakeigenschappen in Command WorkStation om de instellingen voor RGB-
bronprofiel, CMYK-simulatieprofiel en uitvoerprofiel voor een specifieke taak te
vervangen.
Voor meer informatie over het inschakelen van Device Link-profielen met Color Setup, zie
pagina 31. Raadpleeg pagina 67 voor meer informatie over het inschakelen van Device Link-
profielen met Geavanceerde kleurinstellingen in het printerstuurprogramma van de
Fiery EXP50.
COLORWISE PRO TOOLS
27
DEVICE LINK-PROFIELEN DOWNLOADEN MET PROFILE MANAGER
1 Als het Device Link-profiel niet wordt weergegeven in de lijst van Beschrijving van Profile
Manager, selecteert u de map die het Device Link-profiel bevat door te klikken op Bladeren,
links bovenaan.
2 Klik op OK om de inhoud van de map toe te voegen aan de lijst Beschrijving.
Het Device Link-profiel wordt toegevoegd aan de lijst Beschrijving.
3 Als u het Device Link-profiel wilt toevoegen aan het Device Link-paneel, selecteert u het
Device Link-profiel in de lijst Beschrijving en klikt u op de groene pijl die in de richting van
het Device Link-paneel wijst.
Het dialoogvenster Instellingen Device Link-profiel wordt weergegeven. Zie de volgende
procedure voor het toewijzen van instellingen.
1Device Link-paneel
1
COLORWISE PRO TOOLS
28
Instellingen toewijzen aan een Device Link-profiel
In de volgende schermafdrukken van het dialoogvenster Instellingen Device Link-profiel
wordt de beschrijving van een RGB-bronprofiel afgebeeld. Als u een CMYK-simulatieprofiel
gebruikt, geeft het scherm de beschrijving van het CMYK-simulatieprofiel weer in plaats van
de beschrijving van een RGB-bronprofiel.
INSTELLINGEN TOEWIJZEN AAN EEN DEVICE LINK-PROFIEL
1 Nadat u het Device Link-profiel hebt gedownload met Profile Manager en het hebt toegevoegd
aan het Device Link-paneel, selecteert u de bron- en uitvoerprofielen voor het Device Link-
profiel in het dialoogvenster Instellingen Device Link-profiel.
Als in het Device Link-profiel reeds wordt verwezen naar een bron en een uitvoer, worden de
bron- en uitvoerprofielen automatisch weergegeven.
Als het bron- of uitvoerprofiel waarnaar wordt verwezen in het Device Link-profiel niet is
gevonden op de Fiery EXP50, wordt “Niet toegewezen” weergegeven als bronprofiel en
verschijnt een bericht met de melding dat het bron- of uitvoerprofiel niet kan worden
gevonden.
Klik op Informatie voor meer informatie over het ontbrekende profiel.
Als u op de Fiery EXP50 het bron- of uitvoerprofiel installeert dat overeenkomt met het
ontbrekende profiel waarnaar wordt verwezen in het Device Link-profiel, wordt de instelling
“Niet toegewezen” automatisch bijgewerkt.
OPMERKING: Als de bron- of uitvoerinstelling niet toegewezen is, kan het Device Link-profiel
niet worden gebruikt. U moet de instellingen selecteren.
COLORWISE PRO TOOLS
29
2 Als aan het Device Link-profiel geen bron of uitgang is toegewezen, selecteert u de naam van
een Profielbeschrijving en de bron- en uitvoerprofielen voor het Device Link-profiel.
3 Als u klaar bent met het toewijzen van instellingen aan het Device Link-profiel,
klikt u op OK.
Device Link-profielen aanpassen
Ga als volgt te werk om de instellingen van het Device Link-profiel te wijzigen.
INSTELLINGEN VAN EEN DEVICE LINK-PROFIEL AANPASSEN
1 Dubbelklik op het Device Link-profiel in het Device Link-paneel.
Het dialoogvenster Instellingen Device Link-profiel wordt weergegeven.
2 Geef nieuwe bron- en uitvoerprofielen in.
3 Klik op Toepassen en daarna op OK.
OPMERKING: U kunt het Device Link-profiel niet bewerken in ColorWise Pro Tools. U moet
de toepassing gebruiken waarin het Device Link-profiel werd gemaakt.
Spot-On gebruiken
Spot-On biedt de mogelijkheid lijsten met steunkleuren en hun CMYK-equivalenten aan te
passen en te beheren. Deze overeenkomstige lijsten van steunkleuren en CMYK-waarden
worden steunkleurenbibliotheken genoemd. Met Spot-On kunt u verschillende
steunkleurenbibliotheken beheren voor elk uitvoerprofiel op de Fiery EXP50.
OPMERKING: Als u de Spot-On-functies met benoemde kleuren wilt gebruiken, moet u de
afdrukoptie Steunkleuraanpassing inschakelen. Zie pagina 62 voor meer informatie over
deze functie.
OPMERKING: Benoemde steunkleuren worden afgedrukt met de opgegeven CMYK-waarden.
De manier waarop steunkleuren worden afgedrukt, wordt niet beïnvloed door de wijzigingen
die u met Color Editor in het uitvoerprofiel aanbrengt.
COLORWISE PRO TOOLS
30
Color Setup gebruiken
Met ColorWise Pro Tools Color Setup kunt u de standaardwaarden instellen voor de
afdrukopties van ColorWise en de afdrukinstellingen voor de Fiery EXP50.
Deze instellingen worden toegepast op alle afdruktaken die naar de Fiery EXP50 worden
verzonden, tenzij een gebruiker de instellingen verandert voor een afzonderlijke taak door
instellingen in het printerstuurprogramma te wijzigen. U kunt deze standaardinstellingen ook
opheffen via Command WorkStation. Daarnaast worden de standaardinstellingen die in
Color Setup zijn ingesteld automatisch weergegeven in andere Fiery EXP50-hulpprogrammas
waarin een overzicht wordt gegeven van standaardinstellingen.
De opties in Color Setup worden gerangschikt in een patroon dat de stroom van
kleurverwerking op de Fiery EXP50 voorstelt. U kunt de Fiery EXP50 ook terugzetten op de
fabrieksinstellingen door op de knop Fabrieksinstellingen te klikken in de linkerbenedenhoek
van het venster Color Setup.
COLOR SETUP GEBRUIKEN
1 Start ColorWise Pro Tools en maak verbinding met de Fiery EXP50.
2 Klik op Color Setup.
COLORWISE PRO TOOLS
31
Zie Graphic Arts Package voor informatie over de opties Bedieningsbalk, configureerbaar
Automatisch overvullen, Progressieve proeven en Rasterschermen in Color Setup.
Device Link-profielen inschakelen met Color Setup
U kunt Device Link-profielen inschakelen met behulp van Color Setup.
Zie pagina 26 voor informatie over het installeren en toewijzen van Device Link-profielen.
DEVICE LINK-PROFIELEN INSCHAKELEN MET COLOR SETUP
1 Klik op Color Setup in ColorWise Pro Tools.
2 Selecteer het RGB-bronprofiel of CMYK-simulatieprofiel en het uitvoerprofiel.
Wanneer u een combinatie van een bron en uitvoer selecteert die is gedefinieerd als een Device
Link-profiel, wordt het Device Link-profiel automatisch ingeschakeld.
Wanneer het Device Link-profiel is geselecteerd, wordt de workflow Kleurproces (Stroom
Proces kleurs) bijgewerkt en worden sommige Fiery-afdrukopties mogelijk niet weergegeven.
U krijgt de melding “Gebruikt Device Link-profiel” onder het RGB-bronprofiel of CMYK-
simulatieprofiel.
3 Klik op OK om Color Setup af te sluiten.
1 Gebruikt Device Link-profiel
1
KALIBRATIE
32
KALIBRATIE
Het kalibreren van de Fiery EXP50 garandeert consistente, betrouwbare kleuren. Kalibreer de
Fiery EXP50 met behulp van ColorWise Pro Tools Calibrator met een densitometer of
spectrofotometer.
Dit document gebruikt de volgende terminologie voor kleurmeetinstrumenten:
Over dit hoofdstuk
Dit hoofdstuk beschrijft de procedure voor het kalibreren van de Fiery EXP50 met ColorWise
Pro Tools Calibrator en diverse kleurmeetinstrumenten. De volgende tabel geeft de locatie van
elke procedure.
Als u een aangepast halftoonraster hebt gedefinieerd, moet u de Fiery EXP50 voor dat
halftoonraster kalibreren voor u er een taak mee afdrukt. Raadpleeg Graphic Arts Package voor
meer informatie.
Dit hoofdstuk beschrijft ook belangrijke concepten en suggesties voor een beter begrip van
kalibratie. De volgende tabel geeft de locatie van elke beschrijving.
OPMERKING: De procedures die in dit hoofdstuk worden beschreven, zijn in grote lijnen
dezelfde voor Windows- en Mac OS-computers. In dit hoofdstuk worden illustraties van een
Windows-computer gebruikt.
Term Verwijst naar
DTP32 X-Rite DTP32-automatische densitometer
DTP41 X-Rite DTP41-automatische spectrofotometer
ES-1000 Spectrofotometer ES-1000-handbediende spectrofotometer
Kalibratiemethode Raadpleeg
DTP32 met Calibrator pagina 37
DTP41 met Calibrator pagina 39
ES-1000 met Calibrator pagina 42
Voor meer informatie over Raadpleeg
Kalibratieoverzicht pagina 45
Hoe werkt kalibratie? pagina 46
Kalibratie plannen pagina 47
Kalibratiestatus controleren pagina 48
KALIBRATIE
33
Kalibreren met ColorWise Pro Tools Calibrator
Met ColorWise Pro Tools Calibrator kunt u de Fiery EXP50 kalibreren via de meetmethode
van uw keuze.
Wanneer u de kalibratie wijzigt, kan dat gevolgen hebben voor alle afdruktaken van alle
gebruikers. Daarom is het verstandig slechts een beperkt aantal mensen de mogelijkheid te
geven om te kalibreren. U kunt een beheerderswachtwoord instellen om de toegang tot de
kalibratiefunctie te regelen (zie Configuratie en instellingen).
OPMERKING: ColorWise Pro Tools biedt ondersteuning voor de gelijktijdige verbinding van
meerdere gebruikers met de Fiery EXP50. Er kan echter altijd maar één gebruiker werken met
Calibrator. Er wordt een foutbericht weergegeven als u Calibrator probeert te gebruiken
terwijl een andere gebruiker ColorWise Pro Tools gebruikt om te kalibreren.
Calibrator starten
U start Calibrator vanuit het hoofdvenster van ColorWise Pro Tools.
DE FIERY EXP50 KALIBREREN MET CALIBRATOR
1 Start ColorWise Pro Tools en maak verbinding met de Fiery EXP50.
Voor informatie over het instellen van de verbinding met de Fiery EXP50, zie paginas 15
en 20.
2 Klik op Calibrator.
KALIBRATIE
34
3 Kies een methode uit het menu Meetmethode selecteren.
De procedures voor de verschillende kalibratiemethoden worden in latere secties van dit
hoofdstuk beschreven.
Expertmodus
Calibrator kent twee modi: Standaard en Expert. In de standaardmodus kunt u alle essentiële
kalibratietaken uitvoeren. De expert-modus biedt twee extra opties: Print Paginas afdrukken
en Metingen bekijken.
1Kalibratiemethoden
1
1Kalibratiemethoden
1
KALIBRATIE
35
Met de optie Paginas afdrukken kunt u een kalibratievergelijkingspagina afdrukken. Deze
bevat de resultaten van het gebruik van de nieuwe metingen met een willekeurig profiel dat
aan de huidige kalibratieset is gekoppeld. U kunt een aangepaste vergelijkingspagina maken
en deze opslaan als een PostScript- of Encapsulated PostScript-bestand (EPS-bestand) met de
naam CALIB.PS. Daarna drukt u het bestand vanuit uw toepassing af naar de
blokkeringswachtrij van de Fiery EXP50, of verstuurt u het naar de blokkeringswachtrij met
Downloader. U kunt het bestand CALIB.PS ook maken door de naam van een taak in de
blokkeringswachtrij te wijzigen met behulp van Command WorkStation (zie
Hulpprogramma’s).
Met de optie Metingen bekijken kunt u de huidige set metingen weergeven in tabelvorm of
als een grafiek met zowel metingen als richtwaarden.
Wanneer in verschillende profielen dezelfde richtwaarde is gedefinieerd, wordt in de rechter
bovenhoek van het dialoogvenster een extra menu weergegeven, met de naam Plotten met.
Deze lijst bevat alle uitvoerprofielen die dezelfde kalibratieset gebruiken. Selecteer een
uitvoerprofiel in deze lijst om de richtwaarden voor dat profiel uit te zetten in de grafiek. Als
in elk uitvoerprofiel een unieke kalibratierichtwaarde is gedefinieerd, wordt na het kiezen van
een ander profiel de grafiekweergave automatisch aangepast.
1 Naam uitvoerprofiel
1
KALIBRATIE
36
Metingen toepassen op verscheidene kalibratiesets
Calibrator heeft een optie (Toepassen op alle kalibr. sets) waarmee u de metingen van de
huidige kalibratie kunt kopiëren naar alle kalibratiesets op de server. Deze optie is alleen
beschikbaar als de Fiery EXP50 meer dan een kalibratieset heeft. Ze is standaard geselecteerd.
Als u de optie Toepassen op alle kalibr. sets uitschakelt, kunt u kiezen om de huidige kalibratie
toe te passen op een geselecteerde subset van de kalibratiesets op de server. U duidt aan op
welke set de kalibratie moet worden toegepast, door op Aanpassen te klikken, naast de optie
Toepassen op alle kalibr. sets. Als een of meer geselecteerde kalibratiesets niet aan een
uitvoerprofiel gekoppeld zijn, krijgt u een waarschuwing maar kunt u kiezen om de
kalibratiemetingen toch op die set toe te passen.
De kalibratiemetingen worden op het einde van het kalibratieproces naar de opgegeven
kalibratiesets gekopieerd wanneer u op Toepassen klikt.
De standaard meetwaarden voor kalibratie herstellen
Ga als volgt te werk om terug te keren naar de standaard meetwaarden voor kalibratie.
DE STANDAARD MEETWAARDEN VOOR KALIBRATIE HERSTELLEN
1 Klik in het dialoogvenster van Calibrator op Standaard herstellen.
2 Klik op OK om de vooraf ingestelde standaard kalibratieset te herstellen.
OPMERKING: Als Toepassen op alle kalibr. sets geselecteerd is, worden alle kalibratiesets op de
server hersteld. Als Toepassen op alle kalibr. sets niet geselecteerd is, wordt Standaard
herstellen alleen toegepast op de onder Aanpassen geselecteerde kalibratiesets.
KALIBRATIE
37
Kalibreren met de DTP32
Met de DTP32-densitometer kunt u snel kleurvlakken meten die door de digitale pers zijn
gegenereerd en deze metingen vervolgens downloaden naar de Fiery EXP50.
OPMERKING: Volg voordat u ColorWise Pro Tools en de DTP-32 gebruikt om de Fiery EXP50
te kalibreren de instructies op pagina 72 voor het kalibreren van de DTP32.
DE FIERY EXP50 KALIBREREN MET DE DTP32
1 Start Calibrator.
Zie pagina 33 voor instructies.
2 Kies X-Rite DTP32 in de vervolgkeuzelijst Meetmethode selecteren.
3 Kies een kalibratieset in het deelvenster Afdrukinstellingen controleren.
Als er meerdere opties zijn, kiest u de kalibratieset die geschikt is voor het type media en raster
die u het meest zult gebruiken.
OPMERKING: De kalibratie wordt pas van kracht als de kalibratieset is gekoppeld aan een of
meer uitvoerprofielen. De standaardkalibratieset is reeds gekoppeld aan het standaard
uitvoerprofiel. U moet geen nieuwe koppelingen maken.
4 Klik op Afdrukken in het deelvenster Meetpagina genereren.
Het dialoogvenster Afdrukopties wordt weergegeven.
5 Kies de gepaste opties en klik op Afdrukken.
Paginatype:
Kies 21 of 34 gesorteerde vlakken.
Papierformaat: Automatisch ingesteld op LTR/A4 voor 21 gesorteerde vlakken. Kies
11x17/A3 of 12x18/SRA3 voor 34 gesorteerde vlakken.
Invoerlade: Kies de papierbron.
KALIBRATIE
38
6 Haal de meetpagina op bij de digitale pers.
7 Klik op Meting in het deelvenster Metingen ophalen.
Het dialoogvenster Meetopties toont de opgegeven instellingen voor paginatype en
papierformaat.
8 Klik op Meting.
Volg de aanwijzingen op het scherm om de meetpagina door de DTP32 te sturen.
In het veld Status worden instructies weergegeven om de poort te selecteren en de meetpagina
vier keer door de DTP32 te voeren, één keer voor elke kleurstrip.
9Wanneer in het veld Status wordt aangegeven dat de metingen met succes zijn uitgevoerd,
klikt u op Accepteren.
10 Klik op OK in het dialoogvenster Meting.
11 Klik in het dialoogvenster Calibrator op Toepassen om de nieuwe kalibratieset te
implementeren.
12 Klik op OK in het dialoogvenster Information (Informatie).
Het kalibreren is nu voltooid.
KALIBRATIE
39
Kalibreren met de DTP41
Met de DTP41-spectrofotometer kunt u snel kleurvlakken meten die door de digitale pers
zijn gegenereerd en deze metingen vervolgens downloaden naar de Fiery EXP50.
OPMERKING: Voordat u de Fiery EXP50 gaat kalibreren met behulp van ColorWise Pro Tools
en de DTP41, moet u de instructies op pagina 76 volgen om de DTP41 te kalibreren.
DE FIERY EXP50 KALIBREREN MET DE DTP41
1 Start Calibrator.
Zie pagina 33 voor instructies.
2 Kies X-Rite DTP41 als meetmethode.
3 Kies een kalibratieset in het deelvenster Afdrukinstellingen controleren.
Als er meerdere opties zijn, kiest u de kalibratieset die geschikt is voor het type media en raster
die u het meest zult gebruiken.
OPMERKING: De kalibratie wordt pas van kracht als de kalibratieset is gekoppeld aan een of
meer uitvoerprofielen. De standaardkalibratieset is reeds gekoppeld aan het standaard
uitvoerprofiel. U moet geen nieuwe koppelingen maken.
4 Klik op Afdrukken in het deelvenster Meetpagina genereren.
Het dialoogvenster Afdrukopties wordt weergegeven.
5 Kies de gepaste opties en klik op Afdrukken.
Paginatype:
Kies 21 of 34 gesorteerde vlakken.
Papierformaat: Automatisch ingesteld op LTR/A4 voor 21 gesorteerde vlakken. Kies
11x17/A3 of 12x18/SRA3 voor 34 gesorteerde vlakken.
Invoerlade: Kies de papierbron om de meetpagina af te drukken.
6 Haal de meetpagina op bij de digitale pers.
7 Klik op Meting in het deelvenster Metingen ophalen.
Het dialoogvenster Meetopties toont de opgegeven instellingen voor paginatype en
papierformaat.
KALIBRATIE
40
8 Klik op Meting.
9 Kies indien nodig de juiste COM-poort voor de DTP41 in het menu Beschikbare poorten en
klik op Metingen starten.
10 Voer de meetpagina met de cyaankleurige strip naar voren in de DTP41.
Lijn de pagina zo uit in de sleuf voor meetpaginas van de DTP41 dat de juiste kleurkolom
onder het uitlijnteken gecentreerd is (zie het diagram op pagina 73). Voer de pagina ongeveer
7,5 centimeter in, voorbij de voorste rollers, tot ze tegen de achterste aandrijfrollers stopt en u
weerstand voelt.
11 Klik op Strip lezen.
De meetpagina wordt automatisch door de DTP41 gevoerd.
Als de meetpagina is gelezen, wordt u gevraagd de pagina opnieuw te plaatsen en uit te lijnen
voor de volgende kleur.
KALIBRATIE
41
12 Herhaal het meetproces voor de strips magenta, geel en zwart.
De kleur is met succes gemeten als in de cirkel van de gelezen kleur een vinkje wordt
weergegeven en het veld Status dit ook aangeeft.
Met de knoppen Vorige en Volgende kunt u naar de vorige of volgende stap van het
meetproces gaan.
13 Wanneer in het veld Status wordt aangegeven dat alle vier de kleurstrips met succes zijn
gelezen, klikt u op Metingen accepteren.
14 Klik op OK in het dialoogvenster Meting.
15 Klik in het dialoogvenster Calibrator op Toepassen om de nieuwe kalibratieset te
implementeren.
16 Klik op OK in het dialoogvenster Information (Informatie).
Het kalibreren van de Fiery EXP50 is nu voltooid.
KALIBRATIE
42
Kalibreren met de ES-1000
U kunt ColorWise Pro Tools gebruiken in combinatie met de ES-1000-spectrofotometer om
de Fiery EXP50 te kalibreren.
OPMERKING: Volg voordat u ColorWise Pro Tools en de ES-1000 voor de kalibratie van de
Fiery EXP50 de instructies op pagina 79 voor het instellen en kalibreren van de ES-1000.
DE FIERY EXP50 KALIBREREN MET BEHULP VAN DE ES-1000
1 Start Calibrator.
Zie pagina 33 voor instructies.
2 Kies ES-1000 als meetmethode.
3 Kies een kalibratieset in het deelvenster Afdrukinstellingen controleren.
Als er meerdere opties zijn, kiest u de kalibratieset die geschikt is voor het type media en raster
die u het meest zult gebruiken.
OPMERKING: De kalibratie wordt pas van kracht als de kalibratieset is gekoppeld aan een of
meer uitvoerprofielen. De standaardkalibratieset is reeds gekoppeld aan het standaard
uitvoerprofiel. U moet geen nieuwe koppelingen maken.
4 Klik op Afdrukken in het deelvenster Meetpagina genereren.
Het dialoogvenster Afdrukopties wordt weergegeven.
5 Kies de gepaste opties en klik op Afdrukken.
Paginatype:
Kies 21 of 34 gesorteerde vlakken, of 21 of 34 willekeurige vlakken. Gesorteerde
vlakken worden op de pagina afgedrukt in de volgorde van hun tint- en verzadigingsniveaus.
Willekeurige vlakken worden in willekeurige volgorde op de pagina afgedrukt, zodat
verschillen in densiteit op diverse gedeelten van de pagina worden gecompenseerd.
Papierformaat: Automatisch ingesteld op LTR/A4 voor 21 gesorteerde vlakken. Kies
11x17/A3 of 12x18/SRA3 voor 34 gesorteerde vlakken.
Invoerlade: Automatisch ingesteld op Automatisch selecteren.
6 Haal de afgedrukte meetpagina op bij de digitale pers.
KALIBRATIE
43
7 Klik op Meting in het deelvenster Metingen ophalen.
Het dialoogvenster Meetopties wordt weergegeven.
Paginatype wordt automatisch ingesteld op het type dat u in stap 5 hebt geselecteerd.
8 Controleer de instellingen en klik op Meting.
Het dialoogvenster Information (Informatie) wordt weergegeven.
9 Plaats de ES-1000 in de kalibratiesteun.
Wanneer u de ES-1000 in de kalibratiesteun plaatst, wordt de witte-puntkalibratie gebruikt
om de spectrofotometer te kalibreren en om geleidelijke veranderingen in het instrument te
compenseren. Zorg ervoor dat de meetopening volledig in contact is met het witte
referentievak op de kalibratiesteun. Als de spectrofotometer niet juist in de kalibratiesteun
wordt geplaatst, zult u geen nauwkeurige metingen verkrijgen.
10 Klik op OK.
Het dialoogvenster Metingen wordt weergegeven. In het statusgebied ziet u instructies voor
het meten van de strips.
KALIBRATIE
44
11 De meest nauwkeurige meting verkrijgt u door diverse vellen wit papier onder de meetpagina
te leggen.
Dit zorgt ervoor dat onderliggende kleuren niet kunnen worden gelezen door het instrument.
12 Plaats de meetpagina zodanig dat de strips horizontaal zijn en dat de scanrichting
(aangeduid door de pijlen bij het begin van elke strip) van links naar rechts is.
13 Houd de ES-1000 loodrecht op de scanrichting en plaats de meetopening in de witte ruimte
bij het begin van de opgegeven kleur.
14 Houd de Meetknop ingedrukt en wacht tot u een pieptoon hoort of wacht tot de
achtergrondkleur van het dialoogvenster van groen in wit verandert.
OPMERKING: Op Windows-compatibele computers hoort u alleen een pieptoon als een
geluidskaart en luidspreker(s) zijn geïnstalleerd. Mogelijk moet u het volume op uw computer
verhogen om de pieptoon te kunnen horen.
15 Nadat u een pieptoon hoort of de achtergrondkleur hebt zien veranderen, verplaatst u de
ES-1000 langzaam maar gelijkmatig over de strip.
Doe er ongeveer vijf seconden over om de hele strip te meten.
16 Laat de knop los wanneer alle vlakken in de strip zijn gemeten en de witte ruimte aan het
einde van de strip is bereikt.
Als een strip met succes is gemeten, verandert de achtergrondkleur van het dialoogvenster in
groen en verschuift de kruiscursor naar de volgende kleur. Als een strip niet met succes is
gemeten, verandert de achtergrondkleur van het dialoogvenster in rood en wordt u gevraagd
het opnieuw te proberen.
17 Herhaal 13 tot 16 totdat alle strips zijn gemeten.
OPMERKING: Voer de metingen uit in de volgorde die in het veld Status is opgegeven.
18 Wanneer alle vlakken met succes zijn gelezen, klikt u op Accepteren.
19 Klik op Toepassen in het dialoogvenster Calibrator.
De nieuwe kalibratiemeting wordt toegepast.
20 Klik op OK in het dialoogvenster Information (Informatie).
Het kalibreren van de Fiery EXP50 is nu voltooid.
KALIBRATIE
45
Kalibratie begrijpen
Het volgende gedeelte beschrijft belangrijke concepten en suggesties voor een beter begrip van
kalibratie.
Kalibratieoverzicht
Met kalibratie worden curven gemaakt waarmee het verschil wordt gecompenseerd tussen de
werkelijke tonerdensiteit (metingen) en het resultaat dat werd verwacht op basis van het
uitvoerprofiel.
•Metingen geven het werkelijke kleurgedrag van de digitale pers aan.
Kalibratiesets zijn reeksen met metingen die media en raster opties voor Calibrator
combineren.
•Elk uitvoerprofiel bevat een kalibratierichtwaarde waarin het verwachte gedrag van de
digitale pers wordt beschreven.
Nadat u de Fiery EXP50 hebt gekalibreerd, wordt er een kalibratieset opgeslagen. Deze
kalibratieset wordt gebruikt als de set aan een uitvoerprofiel is gekoppeld. Elk uitvoerprofiel
heeft een bijbehorende kalibratieset. Als u geen kalibratieset hebt opgegeven, wordt de
kalibratieset gebruikt die bij het standaard uitvoerprofiel hoort.
Als u de kalibratie wijzigt na het verwerken (RIPpen) van een opgeslagen taak, hoeft u de taak
niet opnieuw te verwerken. De nieuwe kalibratie wordt op de taak toegepast zonder nieuwe
verwerking.
OPMERKING: Wanneer u de kalibratie wijzigt, kan dat gevolgen hebben voor alle afdruktaken
van alle gebruikers. Daarom is het verstandig slechts een beperkt aantal mensen de
mogelijkheid te geven om te kalibreren. U kunt in Setup van de Fiery EXP50 een
beheerderswachtwoord instellen om de toegang tot de kalibratiefunctie te regelen (zie de
Configuratie en instellingen).
KALIBRATIE
46
Hoe werkt kalibratie?
Hoewel de standaard kalibratieset afdoende is voor de taakvereisten van de meeste gebruikers,
kunt u op de Fiery EXP50 een andere kalibratieset kiezen om de kalibratie voor speciale taken
aan te passen.
Kalibratie biedt de volgende mogelijkheden:
•Optimaliseren van de functies voor kleurreproductie van de Fiery EXP50.
•Garanderen van een constante kleurkwaliteit over langere perioden.
•Produceren van identieke uitvoer op Fiery EXP50-servers.
•Realiseren van betere kleurovereenkomsten bij het reproduceren van steunkleuren, zoals
PANTONE-kleuren of kleursystemen van andere bekende merken.
•Optimaliseren van de Fiery EXP50 voor het gebruik van ColorWise-weergavestijlen
(CRD’s, CMYK-simulaties en ICC-profielen.
Als u een bevredigende afdrukkwaliteit wilt verkrijgen bij gebruik van de Fiery EXP50, moet
u rekening houden met verscheidene factoren. Een zeer belangrijke factor is bijvoorbeeld dat
de tonerdensiteit altijd optimaal is. De densiteit is een meeteenheid voor lichtabsorptie door
een oppervlak. Wanneer u de tonerdensiteit nauwkeurig instelt, kunt u consistente
afdrukkleuren verkrijgen.
Zelfs op een gekalibreerd systeem is de tonerdensiteit onderhevig aan de instellingen van de
digitale pers, de luchtvochtigheid en temperatuur. De densiteit kan bovendien na verloop van
tijd afwijken. Een ongelijkmatige densiteit van de toner op het papier beïnvloedt de
kalibratieresultaten. Regelmatige metingen detecteren variaties van dag tot dag van de
dichtheid, gradatie en kleurenreproductie, en kalibratie corrigeert ze.
Bij de kalibratie worden op de Fiery EXP50 kalibratiecurven gemaakt die het verschil tussen
werkelijke (meetwaarden) en gewenste (richtwaarden) densiteitwaarden compenseren.
Kalibratiecurven vormen de grafische weergave van overdrachtsfuncties. Dit zijn wiskundige
beschrijvingen van de wijzigingen die aan de oorspronkelijke gegevens zullen worden
aangebracht. Overdrachtsfuncties worden vaak weergegeven als invoer- of uitvoercurven.
De Fiery EXP50 genereert kalibratiecurven na vergelijking van de meetwaarden met de
uiteindelijke richtwaarden voor elk van de vier tonerkleuren. De richtwaarden zijn gebaseerd
op het opgegeven uitvoerprofiel.
KALIBRATIE
47
Metingen
Meetbestanden bevatten numerieke waarden die overeenkomen met de tonerdensiteit die
door de digitale pers wordt geproduceerd bij het afdrukken van verzadigd cyaan, magenta,
geel en zwart, en van minder verzadigde tinten van deze kleuren.
Als u een meetbestand wilt maken, moet u eerst een pagina met kleurvlakken afdrukken.
Meet de vlakken met behulp van een kleurmeetinstrument dat aangesloten is op een
computer van het netwerk. De nieuwe metingen worden automatisch gedownload naar de
Fiery EXP50.
Uitvoerprofielen en kalibratiesets
Met uitvoerprofielen en kalibratiesets worden de gewenste kalibratieresultaten gedefinieerd.
Bij de Fiery EXP50 worden een of meer uitvoerprofielen en kalibratiesets geleverd. Wanneer u
de Fiery EXP50 kalibreert, kunt u de kalibratieset selecteren die overeenkomt met de
gemiddelde afdruktaken op uw locatie. Deze kalibratieset kan vervolgens worden gekoppeld
aan een of meer uitvoerprofielen. Zie pagina 57 voor meer informatie over uitvoerprofielen.
Kalibratie plannen
Kalibreer de Fiery EXP50 ten minste eenmaal per dag, afhankelijk van het aantal afdruktaken.
Als het erg belangrijk is dat de kleurkwaliteit constant blijft, of als de digitale pers wordt
gebruikt in een ruimte waar de temperatuur of luchtvochtigheid sterk schommelt, moet u om
de paar uren kalibreren. Voor optimale prestaties moet u altijd kalibreren wanneer u merkt dat
er een verandering optreedt in de afdrukkwaliteit of de afdrukresultaten.
Als u een afdruktaak moet splitsen in twee of meer batches die op verschillende momenten
worden afgedrukt, is het belangrijk dat u voor het afdrukken van elke batch opnieuw
kalibreert. De Fiery EXP50 moet ook worden gekalibreerd na een onderhoudsbeurt van de
digitale pers. Wacht echter met de kalibratie tot u ongeveer 50 paginas hebt afgedrukt,
aangezien de digitale pers onmiddellijk na een onderhoudsbeurt minder stabiel kan zijn.
OPMERKING: De afgedrukte uitvoer van de digitale pers is erg gevoelig voor wijzigingen in
temperatuur en luchtvochtigheid. De digitale pers mag daarom niet dicht bij een raam,
radiator of airconditioner worden geplaatst of aan direct zonlicht worden blootgesteld. Papier
is ook gevoelig voor klimaatwijzigingen. Bewaar het in een koele, droge, stabiele omgeving en
pak het pas uit wanneer het wordt gebruikt.
KALIBRATIE
48
Druk de volgende kleurpaginas af om de afdrukkwaliteit te controleren:
Kleurendiagram (uit Command WorkStation)
Kleurreferentiepaginas op de server of de dvd met gebruikerssoftware
(zie paginas 13 en 18)
Deze paginas bevatten volledig verzadigde kleurvlakken en onverzadigde tinten cyaan,
magenta, geel en zwart. Afbeeldingen met huidkleur vormen vaak een goede basis voor
vergelijking. Bewaar de paginas die u afdrukt en vergelijk ze regelmatig. Als een
waarneembaar verschil optreedt, moet u de Fiery EXP50 kalibreren.
Wanneer u de testpagina controleert, moeten alle kleurvlakken zichtbaar zijn, zelfs wanneer
deze erg licht zijn in het bereik van vijf tot twee procent. De set met vlakken moet een
uniform verloop laten zien tussen opeenvolgende vlakken naarmate de kleur lichter wordt van
100 procent tot nul procent.
Als de verzadigde kleurvlakken (100% cyaan, magenta, geel of zwart) na verloop van tijd
minder verzadigd lijken, kunt u de paginas laten zien aan een onderhoudsmonteur van de
digitale pers om na te gaan of de uitvoer van de digitale pers kan worden verbeterd door het
apparaat opnieuw af te stellen.
Kalibratiestatus controleren
U kunt als volgt controleren of de Fiery EXP50 is gekalibreerd, welke kalibratieset en welk
uitvoerprofiel zijn gebruikt en wanneer de digitale pers de laatste keer is gekalibreerd:
•Druk een configuratiepagina of een testpagina af via Command WorkStation.
•Selecteer een kalibratieset in Calibrator. De vorige kalibratie en de gebruiker die ze heeft
uitgevoerd worden getoond.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE
49
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE
Het ColorWise-kleurbeheersysteem levert afdrukopties die de uitvoer van objecten in
verscheidene kleurruimten beïnvloeden. Door voor elk afdrukoptie de juiste instelling te
kiezen, kunt u het verwachte resultaat voor uw taken krijgen.
Over dit hoofdstuk
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van het ColorWise-beheersysteem dat de kleur op de
Fiery EXP50 controleert (zie pagina 50) en geeft gedetailleerde uitleg bij elke afdrukoptie.
Raadpleeg de volgende tabel voor de locatie van elke afdrukoptie.
In dit hoofdstuk vindt u ook informatie over PostScript-printerstuurprogrammas en
instructies om de ColorWise-afdrukopties in te stellen voor Windows- en Mac OS-
computers. Zie pagina 63 voor informatie over printerstuurprogrammas.
ColorWise-afdrukoptie Raadpleeg
Automatische overvullen pagina 51
Zwartdetectie pagina 52
Zwarte overdruk pagina 52
Tekst/afbeeldingen zwart pagina 53
Kleurscheidingen samenvoegen pagina 57
CMYK-simulatieprofiel pagina 55
CMYK-simulatiemethode pagina 56
Uitvoerprofiel pagina 57
Weergavestijlen pagina 58
RGB-scheiding pagina 59
RGB-bronprofiel pagina 60
Overdruk simuleren pagina 61
Steunkleuraanpassing pagina 62
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE
50
Kleurbeheer op de Fiery EXP50
U kunt op de volgende manieren het afdrukken op de Fiery EXP50 aanpassen:
•Bepaal ColorWise-opties voor een afzonderlijke afdruktaak via de menus van het
printerstuurprogramma.
•Specificeer de meeste opties van ColorWise als standaardinstellingen van de server via
Color Setup in ColorWise Pro Tools (zie pagina 30). U kunt standaardinstellingen ook
opgeven via de Setup van Fiery EXP50, zoals beschreven in de Configuratie en instellingen.
De standaardinstellingen worden gebruikt voor alle volgende afdruktaken, tenzij u ze voor
een bepaalde taak vervangt.
•Bepaal in ColorWise Pro Tools de opties voor ColorWise, in het bijzonder de instellingen
voor ICC-profiel en de kalibratie-opties. Voorbeelden hiervan zijn het standaard
simulatieprofiel (zie pagina 55), de simulatiemethode (zie pagina 56), het standaard
bronprofiel (zie pagina 60), RGB-scheiding (zie pagina 59) en de bijbehorende
kalibratieset (zie pagina 33).
Toepassingen geven u de mogelijkheid om in veel verschillende kleurenruimten
kleurgegevens te genereren voor de Fiery EXP50. RGB is het meest voorkomende type van
kleurgegevens dat wordt geproduceerd vanuit kantoortoepassingen, terwijl
prepresstoepassingen meestal CMYK-gegevens produceren. Desktoptoepassingen kunnen
ook steunkleuren, zoals PANTONE-kleuren genereren. Daarnaast kan één pagina ook nog
een combinatie van RGB-, CMYK- en steunkleuren bevatten. Met de Fiery EXP50 kunt u
het afdrukken van deze documenten met gemengde kleuren beheren via functies die specifiek
gelden voor RGB-, CMYK-, of steunkleurgegevens.
In het volgende diagram ziet u de afdrukopties in het Fiery EXP50-kleurbeheerproces die van
invloed zijn op de conversie van kleurgegevens. U krijgt toegang tot deze afdrukopties
wanneer u een afdruktaak naar de Fiery EXP50 verzendt. De meeste van deze opties en
instellingen worden beschreven in de volgende secties van dit hoofdstuk.
RGB-bronprofiel
Weergavestijl (CRD)
Helderheid
Tekst/afbeeldingen zwart
RGB-scheiding
Uitvoerprofiel
Kleurgegevens
verzonden
naar de
digitale pers
Fiery EXP50
kleurenproces
RGB-gegevens
CMYK-gegevens
Steunkleurgegevens Steunkleuraanpassing
Overdruk simuleren
CMYK-simulatieprofiel
CMYK-simulatiemethode
Helderheid
Tekst/afbeeldingen zwart
Scheidingen combineren
Uitvoerprofiel
Overdruk simuleren
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE
51
RGB-bronprofiel is de enige kleuroptie die strikt van toepassing is op RGB-kleurgegevens.
De andere opties die van invloed zijn op RGB-kleuren, zijn ook van invloed op de minder
vaak gebruikte Lab-, XYZ- en andere gekalibreerde kleurenruimten.
OPMERKING: Bij PostScript 3-kleuren beïnvloedt het RGB-bronprofiel alle CIEBasedABC-
kleurenruimten (als de bronruimte RGB is). Als u bijvoorbeeld CMYK-gegevens naar de
Fiery EXP50 verzendt in de indeling CIEBasedDEFG, door PostScript Color Management te
kiezen in Photoshop, zal de instelling voor de afdrukoptie Weergavestijl, die normaal alleen
RGB-gegevens beïnvloedt, ook deze CMYK-gegevens beïnvloeden.
ColorWise-afdrukopties
De volgende gedeelten geven gedetailleerde uitleg over de afdrukopties van ColorWise en hoe
zij de afdruktaken beïnvloeden.
OPMERKING: Zie Graphic Arts Package voor meer informatie over de volgende afdrukopties.
Rasterschermen
•Papiersimulatie
•Vervangkleuren
Automatisch overvullen
Overvullen is een techniek waarbij de grootte van objecten wordt gewijzigd, zodat
aangrenzende kleuren elkaar lichtjes overlappen, om witte randen tussen twee kleuren te
vermijden Deze witte randen of “gaten” kunnen het gevolg zijn van factoren zoals
registerfouten, de fysieke eigenschappen van de toner en de stijfheid van de media.
Wanneer u de optie Automatisch overvullen selecteert, wordt overvullen toegepast op de
objecten in een taak.
De Fiery EXP50 wordt geleverd met waarden voor overvullen die geoptimaliseerd zijn voor
een Fiery-afdrukapparaat dat normaal papier gebruikt. Als deze waardenn niet het gewenste
resultaat opleveren voor de media die u gebruikt en als Graphic Arts Package, Premium
Editionop de Fiery EXP50 geconfigureerd is, kunt u de waardenn aan uw vereisten aanpassen.
Raadpleeg Graphic Arts Package voor meer informatie.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE
52
Zwartdetectie
Met de optie Zwartdetectie kunt u bepalen of zwartwitpaginas wel of niet worden
gedetecteerd voor uw taak wordt afgedrukt. Om deze optie te gebruiken, stelt u Kleurmodus
in op CMYK, Standaardkleuren of Aangepaste kleuren.
Uit: Selecteer Uit als de taak bestaat uit tekstpaginas waarin alleen zwart wordt gebruikt en
tevens een aanzienlijk aantal tekstpaginas in kleur.
Aan: Selecteer Aan als u een taak afdrukt die voornamelijk zwartwit is.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar met het PCL-stuurprogramma.
Zwarte overdruk
Met de optie Zwarte overdruk kunt u opgeven of zwarte tekst of tekst, gedefinieerd als
RGB=0, 0, 0, of CMYK=0%, 0%, 0%, 100%, over gekleurde achtergronden wordt gedrukt.
Tekst: Zwarte tekst wordt over gekleurde achtergronden gedrukt. Hierdoor worden witte
gaten en kraalranden voorkomen en kunnen kleuren niet uit register raken. Als voor deze
optie is gekozen, wordt de optie Zwarte tekst/afbeeldingen automatisch ingesteld op
Zuiver zwart aan.
Tekst en afbeeldingen: Zwarte tekst wordt over gekleurde achtergronden gedrukt.
Hierdoor worden witte gaten en kraalranden voorkomen en kunnen kleuren niet uit
register raken. Als voor deze optie is gekozen, wordt de optie Zwarte tekst/afbeeldingen
automatisch ingesteld op Zuiver zwart aan.
Uit: Gekleurde achtergronden worden weggelaten voor zwarte tekst of tekst en grafische
objecten.
OPMERKING: Het is mogelijk dat PostScript-toepassingen een eigen conversie voor zwart
overdrukken uitvoeren voordat de afdruktaak naar de digitale pers wordt verzonden.
Een voorbeeld van hoe u deze instelling kunt gebruiken, is een pagina die zwarte tekst bevat
op een lichtblauwe achtergrond. Het blauw van de achtergrond is CMYK=40%, 30%, 0%,
0%. De zwarte tekst is CMYK=0%, 0%, 0%, 100%.
Als Zwarte overdruk ingesteld is op Tekst of Tekst/afbeeldingen, worden de definitieve
tekstgedeelten of tekst en grafische objecten van de pagina overdrukt, of gecombineerd met
de onderliggende kleuren. Zwarte kleuren die door toepassingen zijn gegenereerd
(bijvoorbeeld RGB=0, 0, 0 or CMYK=0%, 0%, 0%, 100%) worden met de zwarte toner
afgedrukt. Dit betekent dat in de zwarte tekst en lijntekeningen geen rasterartefacten
(ongewenste rastereffecten) worden weergegeven (tenminste wanneer de digitale pers
correct gekalibreerd is). Er is geen overgang in de toners voor cyaan en magenta. De
kwaliteit van de uitvoer is beter, aangezien aan de randen van de in de RGB-kleurruimte
(RGB=0,0,0) geen artefacten verschijnen.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE
53
Als Zwarte overdruk is uitgeschakeld, bevindt de grens van de tekst of de tekst en de
grafische objecten zich op een rand die aan de ene kant toners voor cyaan en magenta heeft
(buiten de tekst), en aan de andere kant zwarte toner (binnen de tekst). Deze overgang kan
zichtbare ongewenste effecten (artefacten) veroorzaken vanwege de praktische beperkingen
van de digitale pers.
OPMERKING: Als u de optie Zwarte overdruk instelt op Tekst/afbeeldingen, kunnen zwarte
tekst of afbeeldingen over gekleurde achtergronden worden gedrukt (zie “CMYK-
simulatiemethode op pagina 56).
OPMERKING: De reproductie van CMYK-componenten wordt beïnvloed door de instelling
voor CMYK-simulatie en door de kalibratiecurve wanneer CMYK niet 0%, 0%, 0% is.
Tekst/afbeeldingen zwart
De optie Tekst/afbeeldingen zwart is van invloed op de afdruk van zwarte tekst en
vectorafbeeldingen op een pagina. In de meeste gevallen is het raadzaam deze optie op Zuiver
zwart aan in te stellen. Wanneer Tekst/afbeeldingen zwart op Zuiver zwart aan ingesteld is,
worden zwarte kleuren die door toepassingen zijn gegenereerd (bijvoorbeeld RGB=0, 0, 0 of
CMYK=0%, 0%, 0%, 100%) met uitsluitend zwarte toner afgedrukt. De zwarte tekst en
lijntekeningen geven geen gerasterde artefacten (ongewenste effecten) weer (indien de digitale
pers juist is gekalibreerd) en vallen niet uit het register, aangezien er slechts één toner wordt
gebruikt. Daarnaast wordt met deze instelling blasting geëlimineerd. Deze optie wordt
automatisch ingesteld op Zuiver zwart aan wanneer de optie Zwarte overdruk geselecteerd is.
Voor sommige taken verdient het de voorkeur deze optie uit te schakelen, bijvoorbeeld als de
pagina verloopopvullingen bevat waarin zwart wordt gebruikt. In de onderstaande tabel
wordt de werking van de optie Tekst/afbeeldingen zwart beschreven bij gebruik met zwarte
gegevens die in verschillende kleurenruimten zijn gedefinieerd.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE
54
OPMERKING: Gebruik de optie Tekst/afbeeldingen zwart alleen voor het maken van
composietafdrukken, niet om scheidingen af te drukken.
OPMERKING: Het is mogelijk dat PostScript-toepassingen, bijvoorbeeld QuarkXPress,
elementen die zijn gedefinieerd als RGB = 0, 0, 0 converteren naar CMYK-zwart in vier
kleuren voordat de taak naar de Fiery EXP50 wordt verstuurd. De optie Tekst/afbeeldingen
zwart heeft geen invloed op deze elementen. Raadpleeg Fiery-kleurenreferentie voor meer
informatie. Daarnaast worden zwarte tekst en lijntekeningen die in kantoortoepassingen
(zoals Microsoft Word) zijn gedefinieerd als RGB = 0, 0, 0 door het Microsoft PostScript
Level 3-stuurprogramma voor Windows 2000/XP geconverteerd naar zwart in één kleur
(CMYK = 0%, 0%, 0%, 100%). Als u dit zwart met één kleur wilt afdrukken met de
maximale toner-dichtheid van de digitale pers, stelt u de optie Tekst/afbeeldingen zwart in op
Zuiver zwart aan.
Kleur Tekst/afbeeldingen zwart = Normaal Tekst/afbeeldingen zwart = Zuiver zwart
aan of CMYK-zwart aan
RGB = 0, 0, 0
(alle andere RGB-waarden
worden niet beïnvloed door de
instelling Tekst/afbeeldingen
zwart)
RGB = 0,0,0 wordt afgedrukt volgens de
definitie van RGB=0, 0, 0 in het uitvoerprofiel.
Dit kan rijk zwart zijn met gebruik van alle
toners, als het uitvoerprofiel rijk zwart bepaalt,
of het kan enkel K zijn als het uitvoerprofiel
eenkleurig zwart bepaalt voor RGB = 0, 0, 0. De
uitvoer wordt beïnvloed door de kalibratiecurve.
RGB = 0,0,0 wordt afgedrukt als enkel K, met
de zwarte toner (Zuiver zwart) of 100% K plus
50% Cyaan (CMYK-zwart) met zwarte en cyaan
toner. Alle andere RGB-waarden worden niet
beïnvloed door de instelling Tekst/afbeeldingen
zwart.
CMYK = 0%, 0%, 0%, 100%
(alle andere CMYK-waarden
worden niet beïnvloed door de
instelling Tekst/afbeeldingen
zwart)
CMYK = 0%, 0%, 0%, 100% kan worden
afgedrukt alsenkel K of als rijk zwart met
gebruik van alle toners, afhankelijk van de
instellingen van het CMYK-simulatieprofiel en
de CMYK-simulatiemethode.
Voor Snel en Volledig (Bron VGR) wordt
CMYK = 0%, 0%, 0%, 100% afgedrukt als
enkel K en wordt de hoeveelheid zwarte toner
beperkt door het simulatieprofiel en de
kalibratiecurve.
Voor Volledig (Output VGR) wordt CMYK =
0%, 0%, 0%, 100% afgedrukt als enkel K en
wordt de hoeveelheid zwarte toner beperkt door
het simulatieprofiel en de kalibratiecurve.
Als CMYY-simulatie ingesteld is op ColorWise
Uit, zijn het simulatieprofiel en de
kalibratiecurve uitgeschakeld. In dit geval wordt
de zwarte toner niet beperkt door de
kalibratiecurve.
CMYK = 0%,0%,0%,100% wordt afgedrukt als
enkel K, met de zwarte toner (Zuiver zwart) of
100 K plus 50% Cyaan (CMYK-zwart) met
zwarte en cyaan toner, ongeacht de instellingen
voor CMYK-simulatieprofiel en CMYK-
simulatiemethode. Alle andere CMYK-waarden
worden niet beïnvloed door de instelling Tekst/
afbeeldingen zwart.
Als CMKY-simulatie ingesteld is op ColorWise
Uit, zijn het simulatieprofiel en de
kalibratiecurve uitgeschakeld. In dit geval wordt
de zwarte toner niet beperkt door de
kalibratiecurve.
Steunkleuren
(niet beïnvloed door de
instelling Tekst/afbeeldingen
zwart)
Standaardverwerking van steunkleuren Standaardverwerking van steunkleuren
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE
55
CMYK-simulatieprofiel
Met de afdrukoptie CMYK-simulatieprofiel kunt u drukproeven of simulaties afdrukken. Met
deze instelling geeft u de specificatie op van de offsetpers of een ander kleurenafdrukapparaat
dat u wilt simuleren. Deze optie is alleen van invloed op CMYK-gegevens.
U kunt een onbeperkt aantal aangepaste simulaties weergeven die met ColorWise Pro Tools
zijn gemaakt. Het aantal aangepaste simulaties hangt af van de schijfruimte op de
Fiery EXP50.
Als u het PostScript-stuurprogramma gebruikt om af te drukken en
tweerichtingscommunicatie is ingeschakeld, worden de namen van alle gedownloade of
aangepaste profielen weergegeven in de vervolgkeuzelijst CMYK-simulatieprofiel. Als
Tw eerichtingscommunicatie niet ingeschakeld is, verschijnen gedownloade of aangepaste
profielen als Simulatie-1 tot Simulatie-10. Raadpleeg Afdrukken uit Windows of Afdrukken uit
Mac OS voor meer informatie over Tweerichtingscommunicatie.
Met de instelling Geen worden de oorspronkelijke CMYK-gegevens in gekalibreerde toestand
naar de digitale pers verstuurd, zonder conversies om een andere printer te simuleren. De
instelling ColorWise uit stuurt de oorspronkelijke CMYK-gegevens zonder kalibratie naar de
digitale pers, zonder conversies om een andere printer te simuleren.
De instelling die u opgeeft voor het CMYK-simulatieprofiel hangt af van de persspecificatie
waarvoor de CMYK-gegevens zijn gescheiden.
•Voor afbeeldingen die zijn gescheiden met een aangepaste scheiding (zoals een scheiding
die is geproduceerd met een ICC-profiel), kiest u met de instelling CMYK-simulatieprofiel
het bijbehorende profiel op de Fiery EXP50.
•Voor afbeeldingen die zijn gescheiden voor SWOP, kiest u SWOP als het CMYK-
simulatieprofiel.
Als u een afgedrukte afbeelding die via het gebruik van een ICC-profiel is gescheiden op de
juiste wijze wilt simuleren, moet hetzelfde profiel aanwezig zijn op de Fiery EXP50. Zie
pagina 13 voor meer informatie over het downloaden van ICC-profielen naar de
Fiery EXP50.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE
56
CMYK-simulatiemethode
Met de CMYK-simulatiemethode kunt u uw voorkeur voor de CMYK-in-CMYK-
conversietechniek opgeven.
Snel past eendimensionale overdrachtscurven toe waarmee de uitvoerdensiteit van de
kanalen voor cyaan, magenta, geel en zwart wordt aangepast. Deze techniek geeft een
mooie kleuruitvoer via de digitale pers omdat zuiver primaire kleuren niet worden
“besmet” door andere kleurstoffen. Hoewel dit de snelste simulatiemethode is, perfect
voor conceptafdruk, is het niet aanbevolen ze te gebruiken voor definitieve documenten
die als drukproeven worden gebruikt. Andere technieken bieden accuratere kleursimulaties
die beantwoorden aan de eisen voor drukproeven.
Volledig (Bron VGC) geeft een volledige en accurate simulatie op basis van colorimetrische
transformaties. Tinten blijven behouden, zelfs voor primaire kleuren. Het niveau van
grijscomponentvervanging (VGC) dat in het oorspronkelijke (bron)document is
opgegeven, blijft ook behouden voor eenkleurig zwarte tekst en afbeeldingen. Verwerkt
zwart dat uitgedrukt is in CMY wordt gereproduceerd met CMY-toner. De modus
Volledig (Bron VGC) is aanbevolen voor drukproeven van de hoogste kwaliteit.
Volledig (Uitvoer VGC) is ook een volledige en accurate simulatiemethode die berust op
colorimetrische transformaties. Tinten blijven behouden, zelfs voor primaire kleuren. Met
deze methode blijft het niveau van grijscomponentvervanging (GCR) dat in het
oorspronkelijke (bron)document is opgegeven, niet behouden. In de plaats daarvan
worden alle CMYK-gegevens gescheiden met behulp van het VGC-niveau dat in het
uitvoerprofiel is opgegeven. Deze simulatietechniek lijkt sterk op de traditionele ICC-
kleuraanpassingsmethoden en is beter dan Volledig (Bron VGC) voor full-color afdrukken
die bedoeld zijn voor de drukpers maar op uw digitale pers worden gereproduceerd.
OPMERKING: De zwarte kleur van uw afdruktaak blijft bewaard wanneer C=M=Y=0.
Eenkleurig zwarte tekst en afbeeldingen worden gereproduceerd met uitsluitend K-toner. In
CMY uitgedrukt verwerkt zwart wordt gereproduceerd met CMY-toner, die een rijker zwart
geeft dan haalbaar is met Volledig (Bron VGR).
OPMERKING: Als u de optie Zuiver zwart aan kiest voor Tekst/afbeeldingen zwart en Volledig
(Uitvoer GCR) voor CMYK-simulatiemethode, worden de zwarte tekst en afbeeldingen in
uw document afgedrukt met alleen 100% zwarte toner.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE
57
Scheidingen combineren
Met de instelling voor Scheidingen combineren geeft u aan hoe gescheiden CMYK-gegevens
moeten worden afgedrukt. Met het Graphic Arts Package, kunt u naast de CMYK-
scheidingen een onbeperkt aantal steunkleurscheidingen combineren.
Uit drukt elke kleurscheiding afzonderlijk af.
Aan combineert kleurscheidingen tot één document met composietkleuren. Deze
instellingen van de volgende afdrukopties worden automatisch aangepast: Kleurmodus
(CMYK), Tekst/afbeeldingen zwart (Normaal) of Zwarte overdruk (Uit) en
Steunkleuraanpassing (Uit).
Zie Fiery-kleurenreferentie voor meer informatie over het gebruik van de optie Scheidingen
combineren met toepassingen zoals Photoshop.
Uitvoerprofiel
Omdat het uitvoerprofiel wordt toegepast op alle gegevens in de afdruktaak, moet u ervoor
zorgen dat u het juiste profiel voor de taak selecteert. Het standaard uitvoerprofiel bestaat uit
een profiel voor uw digitale pers dat de kleureigenschappen beschrijft en een
kalibratierichtwaarde waarmee het verwachte gedrag van de digitale pers wordt beschreven.
U kunt ColorWise Pro Tools Profile Manager gebruiken om een eigen uitvoerprofiel te
downloaden naar de Fiery EXP50 (zie “Profile Manager gebruiken op pagina 24).
Gedownloade uitvoerprofielen worden het eerst gekoppeld aan de kalibratierichtwaarde die is
toegewezen aan het standaarduitvoerprofiel. U kunt de D-Max-waarden van de
kalibratierichtwaarde afzonderlijk wijzigen.
Als u het PostScript-stuurprogramma gebruikt om af te drukken en
Tw eerichtingscommunicatie is ingeschakeld, worden de namen van alle gedownloade of
aangepaste profielen weergegeven in de vervolgkeuzelijst Uitvoerprofiel. Als
Tw eerichtingscommunicatie niet ingeschakeld is, verschijnen gedownloade of aangepaste
profielen als Uitvoer-1 tot Uitvoer-10. Raadpleeg Afdrukken uit Windows of Afdrukken uit
Mac OS voor meer informatie over Tweerichtingscommunicatie.
Selecteer de instelling Mediaprofiel gebruiken om automatisch het uitvoerprofiel toe te passen
dat aan het in een afdruktaak gebruikte mediatype is gekoppeld, in plaats van een specifiek
uitvoerprofiel in te stellen. Zie “Door media bepaalde uitvoerprofielen gebruiken op
pagina 25 voor meer informatie.
Selecteer de instelling Standaard van server gebruiken om het in Color Setup gekozen
standaard uitvoerprofiel te gebruiken. Zie “Color Setup gebruiken op pagina 30 voor meer
informatie over Color Setup.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE
58
Weergavestijlen
Met de optie Weergavestijl kunt u een CRD opgeven die u wilt gebruiken voor
kleurconversies. Selecteer de optie weergavestijl om de weergave van afbeeldingen te bepalen,
zoals afdrukken van kantoortoepassingen of RGB-fotos van Photoshop. Op de Fiery EXP50
kunt u een keuze maken uit vier weergavestijlen. Deze stijlen maken deel uit van de ICC-
profielen die op dit moment de industriestandaard vormen.
Fiery EXP50-weergavestijl Aanbevolen voor Overeenkomstige
ICC-weergavestijl
Fotografisch: Resulteert bij het
afdrukken van kleuren die buiten het
gamma vallen doorgaans in een
minder verzadigde uitvoer dan bij de
stijl Presentatie. Deze stijl behoudt de
toonrelaties in afbeeldingen.
Fotos, zoals scans en afbeeldingen
van cd’s met allerlei vrij te
gebruiken beeldmateriaal en
digitale camera-afbeeldingen.
Image
(Afbeelding)
,
Contrast
(Contrast)
,
Perceptual
(Waarneming)
Presentatie:
Resulteert in verzadigde
kleuren, maar afgedrukte kleuren
komen niet precies overeen met de
weergegeven kleuren. Kleuren
binnen het gamma, zoals
huidskleuren, worden goed
weergegeven. Deze stijl is
vergelijkbaar met de weergavestijl
Fotografisch.
Illustraties en grafieken in
presentaties. In veel gevallen kan
deze weergavestijl worden gebruikt
voor paginas die zowel
presentatieafbeeldingen als fotos
bevatten.
Saturation
(Verzadiging)
,
Graphics (Grafisch)
Relatieve kleurmeting:
Biedt
transformatie van witte punten
tussen de witte punten van de bron
en de bestemming. Het blauwgrijs
van een monitor wordt bijvoorbeeld
toegewezen aan neutraal grijs. Deze
stijl voorkomt zichtbare overgangen
tussen blanco ruimten en witte
objecten.
Geavanceerde toepassingen
wanneer kleuraanpassing
belangrijk is, maar u er de voorkeur
aan geeft voor het afdrukken van
witte kleuren in het document de
kleur wit van het papier te
gebruiken. U kunt deze stijl ook
gebruiken bij PostScript-
kleurbeheer om CMYK-gegevens
aan te passen voor
simulatiedoeleinden.
Relatieve
kleurmeting
Absolute kleurmeting
: Geeft geen
transformatie van witte punten
tussen de witte punten van de bron
en de bestemming. Het blauwwit van
een monitor wordt bijvoorbeeld niet
vervangen door papierwit.
Situaties waarin exacte kleuren
nodig zijn en zichtbare grenzen
niet storend werken. U kunt deze
stijl ook gebruiken bij PostScript-
kleurbeheer om CMYK-gegevens
aan te passen voor
simulatiedoeleinden.
Absolute
kleurmeting
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE
59
RGB-scheiding
Met de optie RGB-scheiding wordt bepaald hoe RGB-kleuren (zowel Lab- als XYZ-kleuren)
worden geconverteerd naar CMYK. De naam van deze optie is beschrijvend bedoeld,
aangezien met de optie de kleurenruimten definieert die door de Fiery EXP50 worden
gebruikt om de RGB-gegevens in CMYK-waarden te “scheiden”.
De twee keuzen die voor deze optie beschikbaar zijn, bepalen of RGB-gegevens worden
geconverteerd naar het volledige gamma van de digitale pers (uitvoer), of eerst worden
geconverteerd naar het gamma van een andere digitale printer of een persstandaard
(simulatie). Deze functie is handig om RGB-gegevens op een apparaat op dezelfde manier te
verwerken als op een ander apparaat. Als bijvoorbeeld een ICC-profiel van hoge kwaliteit
beschikbaar is voor een ander afdrukapparaat, kan de digitale pers het gedrag van dat apparaat
simuleren.
RGB-scheiding is ook bruikbaar voor prepress-toepassingen. U kunt bijvoorbeeld
experimenteren met de weergave van een RGB-scan onder verschillende afdrukvoorwaarden
zonder dat u voor elke afdrukvoorwaarde de RGB-gegevens naar CMYK-gegevens hoeft te
converteren. Als de gewenste afdrukvoorwaarde is gevonden, kunt u het bestand naar CMYK
converteren met hetzelfde CMYK-simulatieprofiel dat werd gebruikt tijdens het
experimenteren.
OPMERKING: De afdrukoptie RGB-scheiding moet samen worden gebruikt met de
afdrukoptie Uitvoerprofiel of CMYK-simulatieprofiel.
•Met Uitvoer worden (als de optie op standaardwaarde van de printer is ingesteld) alle
RGB-kleuren naar de CMYK-kleurenruimte van de digitale pers geconverteerd, of naar
een aangepaste CMYK-kleurenruimte voor uw digitale pers (als de optie is ingesteld op
Uitvoer 1-10).
•Met Simulatie worden alle RGB-kleuren geconverteerd naar de CMYK-kleurenruimte
voor de opgegeven simulatie (zorg dat u de gewenste simulatie selecteert met de
afdrukoptie CMYK-simulatieprofiel).
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE
60
RGB-bronprofiel
Met de instelling RGB-bronprofiel kunt u de kenmerken definiëren van de RGB-gegevens in
uw document, zodat de juiste kleurenconversie kan worden uitgevoerd op de Fiery EXP50.
Veelgebruikte kleurenruimten voor monitoren zijn beschikbaar vanuit het
printerstuurprogramma en vanuit Fiery EXP50. Voor andere kleurenruimten kunt u
ColorWise Pro Tools Profile Manager gebruiken om aangepaste monitor- of scannerprofielen
te downloaden.
Wanneer u een andere instelling dan Geen opgeeft voor het RGB-bronprofiel, worden
definities van bronkleurenruimten of profielen die in andere kleurbeheersystemen zijn
opgegeven niet gebruikt door de Fiery EXP50. Als u bijvoorbeeld een ColorSync-profiel hebt
opgegeven op uw Mac OS-computer, wordt de instelling van het RGB-bronprofiel gebruikt
in plaats van dit profiel. Kies de instelling Geen als u niet wilt dat door deze instelling een
andere opgegeven bronkleurenruimte wordt vervangen.
Als u een andere instelling dan Geen opgeeft voor het RGB-bronprofiel worden de definities
van de kleurenruimte vervangen en is de uitvoer van de Fiery EXP50 consistent op
verschillende platforms. De opties voor het RGB-bronprofiel van de Fiery EXP50 zijn:
EFIRGB bepaalt een door EFI gedefinieerde kleurenruimte, aanbevolen voor gebruikers die
niet beschikken over gedetailleerde informatie over hun RGB-gegevens.
sRGB (PC) bepaalt de definitie van een monitorprofiel van een Windows-computer dat als
standaard wordt gebruikt.
Apple Standard bepaalt de definitie van een monitorprofiel van een Mac OS-computer dat
als standaard wordt gebruikt.
Adobe RGB (1998) is een door Adobe gedefinieerde kleurenruimte die in prepress wordt
gebruikt als de standaard werkruimte in Photoshop 5.
ECI-RGB is de door het European Color Initiative (ECI) aanbevolen ruimte voor gebruik
als een kleurenruimte voor RGB en als uitwisselingsformaat voor kleurgegevens voor
reclamebureaus, uitgevers, kopieerbedrijven en drukkerijen.
Splash RGB D65 is de standaard RGB-kleurenruimte die wordt aanbevolen voor gebruikers
van Splash die geen gedetaileerde informatie over hun RGB-gegevens bezitten. U moet
Tw eerichtingscommunicatie inschakelen om Splash RGB D65 te kunnen selecteren.
Raadpleeg Afdrukken uit Windows of Afdrukken uit Mac OS voor meer informatie over het
inschakelen van Tweerichtingscommunicatie.
Bron 1-10 bepalen de definities die u downloadt als RGB-bronprofielen.
Wanneer u afdrukt met Tweerichtingscommunicatie ingeschakeld, verschijnt de naam van
alle gedownloade profielen in de vervolgkeuzelijst RGB-bronprofiel. Wanneer u afdrukt
zonder Tweerichtingscommunicatie ingeschakeld, verschijnen gedownloade profielen als
Bron-1 tot Bron-10. Raadpleeg Afdrukken uit Windows of Afdrukken uit Mac OS voor
meer informatie over het inschakelen van Tweerichtingscommunicatie.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE
61
Geen vertelt de Fiery EXP50 dat de RGB-bronnen die u op een andere plaats hebt
gedefinieerd, bijvoorbeeld in de toepassing, mogen worden gebruikt. Als u de RGB-bron
instelt op Geen, is de weergave van kleuren niet onafhankelijk van het bestandstype. RGB
EPS-bestanden zien er bijvoorbeeld anders uit dan RGB TIFF-bestanden.
Als de RGB-bron is ingesteld op Geen, worden PostScript RGB-gegevens die een definitie
van de bronkleurenruimte bevatten, geconverteerd met de kleurenweergavebibliotheek
(CRD) die met de optie Weergavestijl is opgegeven (zie “Weergavestijlen op pagina 58).
Niet-PostScript RGB-gegevens en PostScript RGB-gegevens zonder de definitie van een
bronkleurenruimte, worden geconverteerd met een algemene conversiemethode voor
onderkleurverwijdering (UCR).
Overdruk simuleren
Wanneer overlappende objecten worden afgedrukt, kan het object op de voorgrond het object
op de achtergrond overdrukken of verdringen. Bij overdrukken is de kleur van het object op
de achtergrond zichtbaar door het object op de voorgrond op de plaatsen waar ze elkaar
overlappen; de resulterende kleur is een combinatie van de kleuren van de twee objecten. Bij
verdringen verbergt het object op de voorgrond het object op de achtergrond op de plaatsen
waar ze elkaar overlappen.
Met de optie Overdruk simuleren kunt u overdruk simuleren wanneer het bronbestand
overdrukken specificeert. Voor deze simulatie worden de overlappende objecten omgezet in
hun CMYK-equivalent voor het kleurenbeheer en de verwerking; de overlappende zone wordt
omgezet in een derde object waarvan de kleur een combinatie van de kleuren van de twee
objecten is.
De optie Overdruk simuleren is standaard uitgeschakeld.
De optie Overdruk simuleren wordt ondersteund voor PDF-taken en PPML-taken met
PDF-bronnen.
Steunkleur overdrukken
De simulatie van het overdrukken van steunkleuren wordt bereikt door steunkleuren voor het
kleurenbeheer om te zetten in hun CMYK-equivalent. De optie Steunkleuraanpassing heeft
geen gevolg als Overdruk simuleren ingeschakeld is. Als Spot-On wordt gebruikt om
steunkleuren te definiëren, wordt de steunkleurdefinitie in de kleurenbibliotheek van Spot-
On niet toegepast op een taak met Overdruk simuleren.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE
62
Zwarte overdruk
Wanneer de optie Zwarte overdruk geselecteerd is (voor tekst of tekst en afbeeldingen)
overdrukken zwarte objecten hun achtergrondobjecten, ongeacht het feit of het bronbestand
opgeeft dat het object overdrukt of verdringt. Indien Overdruk simuleren echter eveneens
ingeschakeld is, heeft het een invloed op alle zwarte objecten waarvoor overdruk
gespecificeerd is, voor de optie Zwarte overdruk in beschouwing wordt genomen. Indien een
zwart object gespecificeerd is om een ander object te overdrukken, worden de twee objecten
omgezet in hun CMYK-equivalenten en wordt het overgedrukte gebied een derde object
waarvan de kleur niet zuiver zwart is. Dit overgedrukte gebied wordt niet beïnvloed door de
optie Zwarte overdruk, aangezien die optie alleen voor zwarte objecten geldt. Wanneer
Overdruk simuleren en Zwarte overdruk dus samen op een taak worden toegepast, beïnvloedt
Zwarte overdruk uitsluitend zwarte objecten die gespecificeerd zijn om de objecten die zij
overlappen te verdringen.
Steunkleuraanpassing
De optie Steunkleuraanpassing zorgt voor automatische toewijzing van steunkleuren aan de
beste CMYK-equivalenten.
Aan: De Fiery EXP50 gebruikt een ingebouwde opzoektabel voor het genereren van de
meest gelijkende CMYK-overeenkomsten van steunkleuren die de digitale pers kan
produceren. (Er worden nieuwe tabellen gegenereerd als u nieuwe uitvoerprofielen
toevoegt.)
Met het Graphic Arts Package gebruikt de Fiery EXP50 de CMYK-equivalenten die zijn
vastgesteld met Spot-On (zie Graphic Arts Package).
Uit: De Fiery EXP50 verwerkt de steunkleur als CMYK-gegevens en gebruikt CMYK-
equivalenten die door de fabrikant van de steunkleur zijn gedefinieerd, bijvoorbeeld
PANTONE. Deze komen overeen met de CMYK-equivalenten die worden gebruikt door
toepassingen die steunkleurenbibliotheken bevatten.
OPMERKING: Steunkleuren die niet in de ingebouwde tabel zijn opgenomen worden als
CMYK behandeld.
Voor taken die steunkleuren bevatten, stelt u Steunkleuraanpassing in op Aan, tenzij u
drukperssimulaties afdrukt. In dat geval stelt u Steunkleuraanpassing in op Uit en kiest u de
juiste instelling voor CMYK-simulatie (zie pagina 55).
Als u voor PDF-taken met steunkleuren die niet in de ingebouwde opzoektabel zijn
opgenomen, de functie Steunkleuraanpassing instelt op Aan blijven de oorspronkelijk
opgegeven steunkleuren behouden. De Fiery EXP50 verwijst naar de ingebouwde
opzoektabel voor het genereren van de meest gelijkende CMYK-overeenkomsten van de
oorspronkelijke steunkleur.
OPMERKING: De optie Steunkleuraanpassing kan alleen worden gebruikt voor het maken van
composietafdrukken en niet voor het afdrukken van scheidingen.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE
63
Steunkleuraanpassing en de PANTONE-kleurenreferentie voor gecoat papier
De manier waarop de PANTONE-kleurenreferentie voor gecoat papier wordt afgedrukt,
hangt af van de instelling van Steunkleuraanpassing (zie Fiery-kleurenreferentie).
Aan: De Fiery EXP50 gebruikt een ingebouwde tabel of de Spot-On-kleurenbibliotheken
om de beste equivalenten te genereren voor de PANTONE-kleuren die uw digitale pers
kan produceren. Het PANTONE-nummer wordt onder elk staal weergegeven.
Uit: De Fiery EXP50 drukt stalen af met de CMYK-waarden die worden aanbevolen door
Pantone, Inc. (en die worden gebruikt door toepassingen met PANTONE-
kleurenbibliotheken). Onder elk staal worden de CMYK-waarden voor de kleur en het
PANTONE-nummer van de kleur afgedrukt. Deze CMYK-waarden worden afgedrukt
met behulp van de geselecteerde instellingen voor CMYK-simulatie en het uitvoerprofiel.
Printerstuurprogramma’s en afdrukopties
Het printerstuurprogramma schrijft een PostScript-bestand met de instructies die zijn
gegenereerd door uw toepassing en met de afdrukopties van ColorWise die u hebt
geselecteerd. Dit PostScript-bestand wordt door het printerstuurprogramma naar de
Fiery EXP50 verzonden. De Fiery EXP50 voert de PostScript-verwerking en de
kleurconversies uit en verzendt rasterkleurengegevens naar de digitale pers.
Afdrukopties voor Windows instellen
Dit gedeelte legt uit hoe u de afdrukopties voor kleurenbeheer instelt met de Adobe- en
Microsoft PostScript-printerstuurprogrammas voor Windows, PostScript 3-
printerstuurprogrammas die het maximum halen uit de kleurenfuncties van de Fiery EXP50.
Voer de volgende procedures uit voordat u doorgaat:
•Installeer het PostScript-printerstuurprogramma en het Fiery EXP50-
printerdefinitiebestand (PPD) (zie Afdrukken uit Windows).
•Installeer de Fiery EXP50 om af te drukken (zie Afdrukken uit Windows).
OPMERKING: De volgende schermafbeeldingen en instructies gelden niet voor alle
toepassingen. Veel toepassingen, zoals Adobe PageMaker, Photoshop, Adobe Illustrator,
QuarkXPress en CorelDRAW, hebben andere opties voor kleurbeheer naast de opties die
beschikbaar zijn in het printerstuurprogramma. Raadpleeg Fiery-kleurenreferentie voor meer
informatie over specifieke toepassingen.
Ga als volgt te werk om de kleuropties in te stellen voor Windows-computers.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE
64
AFDRUKOPTIES INSTELLEN VOOR WINDOWS COMPUTERS
1 Kies Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt.
2 Selecteer Fiery EXP50 als uw printer en klik op Eigenschappen.
In het dialoogvenster Eigenschappen verschijnt het tabblad Fiery-afdrukken.
3 Klik op de afdrukoptiebalk van ColorWise.
4 Geef in het venster ColorWise de gewenste instellingen op voor de afdrukopties.
Zie pagina 51 voor informatie over de afdrukopties van ColorWise.
5 Klik op Aangepaste kleurinstellingen.
Het dialoogvenster Aangepaste kleurinstellingen wordt weergegeven.
Dit dialoogvenster toont de meeste afdrukopties van ColorWise voor de Fiery EXP50.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE
65
6 Klik op Bijwerken om de huidige Fiery EXP50-instellingen weer te geven.
Als de knop Bijwerken niet wordt weergegeven, controleert u of tweerichtingscommunicatie is
ingesteld. Zie Afdrukken uit Windows voor informatie over het inschakelen van
tweerichtingscommunicatie.
7 Geef de gewenste instellingen op voor de belangrijkste afdrukopties van ColorWise.
De meeste gebruikers hebben voldoende aan de standaardinstellingen voor kleurbeheer. Zie
pagina 51 voor informatie over de verschillende afdrukopties.
Afdrukopties voor kleurbeheer instellen voor Mac OS
Dit gedeelte legt uit hoe u de afdrukopties voor kleurenbeheer instelt met het
printerstuurprogramma voor Mac OS.
Voer de volgende procedures uit voordat u doorgaat:
•Installeer het PPD voor de Fiery EXP50 (zie Afdrukken uit Mac OS).
•Stel de Fiery EXP50 in voor afdrukken (zie Afdrukken uit Mac OS).
AFDRUKOPTIES INSTELLEN VOOR MAC OS X-COMPUTERS
1 Kies Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt.
Het dialoogvenster voor afdrukken wordt weergegeven.
2 Kies voor Mac OS X v10.3 en later ColorSync in het menu.
Het deelvenster ColorSync wordt weergegeven.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE
66
3 Kies In Printer in het menu Kleurconversie.
4 Kies ColorWise in de keuzelijst.
Het deelvenster ColorWise wordt weergegeven.
5 Selecteer Tweerichtingscommunicatie gebruiken.
Zie Afdrukken uit Mac OS voor informatie over het inschakelen van
tweerichtingscommunicatie.
6 Geef in het deelvenster ColorWise de gewenste instellingen op voor de afdrukopties.
Zie pagina 51 voor informatie over de afdrukopties van ColorWise.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE
67
7 Klik op Aangepaste instellingen in het deelvenster Afdrukmodus.
Het dialoogvenster Geavanceerde instellingen van ColorWise wordt geopend.
8 Kies instellingen voor de belangrijkste afdrukopties van ColorWise.
Zie pagina 51 voor informatie over de afdrukopties van ColorWise.
9 Klik op OK.
Het deelvenster ColorWise wordt opnieuw weergegeven.
10 Klik op Afdrukken.
Device Link-profielen inschakelen met Aangepaste kleurinstellingen
Wanneer u een taak afdrukt, kunt u Device Link-profielen inschakelen via het
printerstuurprogramma van de Fiery EXP50 als u de optie Tweerichtingscommunicatie hebt
ingeschakeld. Wanneer u een Device Link-profiel inschakelt, wordt het als gebruikt Device
Link-profiel weergegeven in Geavanceerde kleuren.
OPMERKING: Als u de optie tweerichtingscommunicatie niet hebt ingeschakeld en u een RGB-
bronprofiel en uitvoerprofiel selecteert die overeenkomen met een Device Link-profiel, wordt
het Device Link-profiel geactiveerd. Het wordt evenwel niet weergegeven als gebruikt Device
Link-profiel in Geavanceerde kleuren.
Zie pagina 25 voor informatie over het installeren en toewijzen van Device Link-profielen.
OPMERKING: De procedures voor het inschakelen van Device Link-profielen via Aangepaste
kleurinstellingen zijn vrijwel identiek voor Windows en voor Mac OS X. Hierna worden
schermafdrukken van Windows getoond. Belangrijke verschillen worden aangestipt.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE
68
DEVICE LINK-PROFIELEN INSCHAKELEN MET HET PRINTERSTUURPROGRAMMA VAN DE FIERY EXP50
1 Schakel de Tweerichtingscommunicatie in.
Raadpleeg Afdrukken uit Windows of Afdrukken uit Mac OS voor meer informatie over het
inschakelen van tweerichtingscommunicatie.
2 Kies Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt.
3 Klik op de afdrukoptiebalk van ColorWise in het printerstuurprogramma van de Fiery EXP50.
4 Selecteer Aangepaste kleuren.
5 Selecteer het bronprofiel en het uitvoerprofiel.
Wanneer u een combinatie van een bronprofiel en uitvoerprofiel kiest die is gedefinieerd in
een Device Link-profiel, wordt het Device Link-profiel automatisch ingeschakeld.
Wanneer het Device Link-profiel is gekozen, wordt de venster Aangepaste kleurinstellingen
bijgewerkt en worden sommige afdrukopties mogelijk niet weergegeven. U krijgt de melding
“Gebruikt Device Link-profiel” onder het RGB-bronprofiel of CMYK-simulatieprofiel.
6 Klik op OK om Aangepaste kleuren af te sluiten.
7 Klik op OK om uw taak te verzenden.
1 Gebruikt Device Link-profiel
1
KLEURMEETINSTRUMENTEN
69
KLEURMEETINSTRUMENTEN
Dit hoofdstuk legt uit hoe u de volgende kleurmeetinstrumenten, die als afzonderlijk
aangekochte opties beschikbaar zijn, kunt instellen en kalibreren:
DTP32-densitometer
DTP41-spectrofotometer
ES-1000-handbediende spectrofotometer
De DTP 32 gebruiken
ColorWise Pro Tools is ontworpen voor gebruik met de DTP32-densitometer, die
kleurmetingen automatisch naar de Fiery EXP50 verzendt.
OPMERKING: U kunt metingen van andere densitometers invoeren met de bestandsindeling
Simple ASCII File Format (SAIFF) (zie “Densiteitmetingen importeren op pagina 80).
De DTP32 instellen
Voordat u de Fiery EXP50 met de DTP32 kalibreert, moet u de DTP32 aansluiten,
configureren en kalibreren voor het meten van de afgedrukte kleurvlakken (zie “De DTP32
kalibreren op pagina 72). Zie de documentatie bij de DTP32 voor meer informatie over het
instellen en gebruiken van de DPT41.
KLEURMEETINSTRUMENTEN
70
DE DTP32 AANSLUITEN OP DE COMPUTER
1Zet de computer uit.
2 Steek het vierkante uiteinde van de interfacekabel (lijkt op een modulaire telefoonstekker)
in de I/O-poort aan de zijkant van de DTP32.
3 Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de computer.
Sluit bij een Windows-systeem de 8-pins mini-DIN-stekker van de interfacekabel aan op de
9-pins DB9-stekker van het verloopstuk. Steek de 9-pins stekker in de poort COM1 of
COM2 van de computer en draai de schroeven vast. Als op uw computer alleen een 25-pins
poort beschikbaar is, moet u een 8-naar-25-pins verloopstuk gebruiken.
1 Vierkante stekker
1
1 Aansluiten op de computer
2 Ongebruikte stekker
3 Aansluiten op het
verloopstuk
4 Vierkante stekker
5 Interfacekabel
1
2
3
4
5
KLEURMEETINSTRUMENTEN
71
Sluit bij een Mac OS-systeem de 8-pins mini-DIN-stekker direct aan op de seriële poort van
de computer.
OPMERKING: Bij Mac OS-computers met een USB-poort hebt u een verloopstuk nodig om de
DTP32 op de computer aan te sluiten. Zie de website van X-Rite, Inc. (www.x-rite.com) voor
informatie over ondersteunde verloopstukken (adapters).
4 Steek de kleine stekker van de adapterkabel in de zijkant van de DTP32 en steek de
wisselstroomadapter in een stopcontact.
5Zet de computer aan.
6Kalibreer de DTP32 (zie de volgende sectie).
7Kalibreer de Fiery EXP50 met behulp van ColorWise Pro Tools en de DTP32 (ziepagina 37).
1 Ongebruikte stekker
2 Aansluiten op de seriële
poort
1
2
1 Kleine stekker
2 Wisselstroomadapter
1
2
KLEURMEETINSTRUMENTEN
72
De DTP32 kalibreren
Hiervoor gebruikt u de zwart-witte X-Rite AutoCal-strip die bij de DTP32 wordt geleverd.
Voor het kalibreren van de DTP32 hoeft u geen gebruik te maken van ColorWise Pro Tools.
DE DTP32 KALIBREREN
1 Sluit de DTP32 aan op de computer en schakel de stroomtoevoer in (zie pagina 70).
2 Druk in het hoofdmenu op het bedieningspaneel van de DTP32 eenmaal op de toets p1 om p2
weer te geven.
3 Druk op de toets cal.
De tekst Calibrating motor speed (Motorsnelheid kalibreren) wordt weergegeven, gevolgd
door de tekst INSERT CAL STRIP (Plaats referentiestrip).
4 Leg de X-Rite AutoCal-strip met de pijl naar voren in de 35 mm brede sleuf aan de voorkant
van de DTP32 totdat de strip wordt tegengehouden of naar binnen wordt getrokken.
De tekst Reading (Lezen) wordt kort weergegeven, gevolgd door de densiteitwaarden en het
bericht CALIBRATION OK (KALIBRATIE OK). Op de DTP32 wordt automatisch weer het MAIN
MENU (HOOFDMENU)
weergegeven.
Als de tekst UNRECOGNIZABLE STRIP (ONLEESBARE STRIP) verschijnt, herhaalt u de procedure
of maakt u de strip schoon (zie hiervoor de handleiding van de DTP32).
Kalibreer de DTP32 ten minste eenmaal per maand opnieuw. Als het belangrijk is dat de
kleurkwaliteit constant blijft, moet u de DTP32 kalibreren telkens als u de Fiery EXP50
kalibreert. Het is ook mogelijk dat DTP32 zelf aangeeft dat kalibratie vereist is.
KLEURMEETINSTRUMENTEN
73
De DTP41 gebruiken
ColorWise Pro Tools Calibrator biedt ondersteuning voor de DTP41-spectrofotometer, een
apparaat voor het meten van densiteit- en kleurgegevens. De DTP41 communiceert
rechtstreeks met de toepassing Calibrator in ColorWise Pro Tools, waarna metingen
automatisch worden verzonden naar de Fiery EXP50.
De DTP41 instellen
Voordat u de Fiery EXP50 gaat kalibreren, moet u de DTP41 aansluiten, configureren en
kalibreren voor het meten van de afgedrukte kleurvlakken. Zie de documentatie bij de
DTP41 voor meer informatie over het instellen en gebruiken van de DPT41.
DE DTP41 AANSLUITEN OP DE COMPUTER
1Zet de computer uit.
2 Neem de DTP41 uit de verpakking en verwijder het vulstuk uit de sleuf voor meetpagina’s.
3 Steek het vierkante uiteinde van de interfacekabel (lijkt op een modulaire telefoonstekker)
in de seriële aansluiting aan de zijkant van de DTP41.
1 Sleuf voor meetpagina’s
2 Uitlijnmarkering
3 Opening voor kalibratiestrip
4 Instrumentknop
5 LED-indicator
6 Seriële aansluiting
7 Netsnoeraansluiting
1
2
3
4
5
6
7
KLEURMEETINSTRUMENTEN
74
4 Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de computer.
Sluit bij een Windows-systeem de 8-pins mini-DIN-stekker van de interfacekabel aan op de
9-pins DB9-stekker van het verloopstuk. Steek de 9-pins stekker in de poort COM1 of
COM2 van de computer en draai de schroeven vast. Als op uw computer alleen een 25-pins
poort beschikbaar is, moet u een 8-naar-25-pins verloopstuk gebruiken.
Sluit bij een Mac OS-systeem de 8-pins mini-DIN-stekker direct aan op de seriële poort van
de computer.
OPMERKING: Bij Mac OS-computers met een USB-poort (bijvoorbeeld een iMac) hebt u een
verloopstuk nodig om de DTP41 op de computer aan te sluiten. Zie de website van X-Rite,
Inc. (www.x-rite.com) voor informatie over ondersteunde verloopstukken (adapters).
1 Aansluiten op de computer
2 Ongebruikte stekker
3 Aansluiten op het
verloopstuk
4 Vierkante stekker
5 Interfacekabel
1
2
3
4
5
1 Ongebruikte stekker
2 Aansluiten op de seriële
poort
1
2
KLEURMEETINSTRUMENTEN
75
5 Gebruik de wisselstroomadapter voor de stroomvoorziening.
Steek de kleine stekker van de adapterkabel in de netsnoeraansluiting aan de zijkant van de
DTP41 en sluit het netsnoer aan op de adapter. Steek de stekker van het netsnoer in een
stopcontact.
6Zet de computer aan.
7Kalibreer de DTP31 met behulp van ColorWise Pro Tools (zie de volgende sectie).
8Kalibreer de Fiery EXP50 met behulp van ColorWise Pro Tools en de DTP41 (zie pagina 39).
OPMERKING: Om de Fiery EXP50 met de DTP41 te kalibreren, moet u zorgen dat de zwarte
doos aan de achterzijde van de densitometer in de stand “BL3 staat, zoals op de volgende
illustratie.
1 Wisselstroomadapter
2 Netsnoer
3 Kleine stekker
1
2
3
1Zwarte doos in de stand BL
1
KLEURMEETINSTRUMENTEN
76
De DTP41 kalibreren
U krijgt de beste kleurnauwkeurigheid als u de DTP41-spectrofotometer kalibreert wanneer u
de Fiery EXP50 kalibreert. Start het kalibratieproces in ColorWise Pro Tools Calibrator als
onderdeel van het kalibreren van de Fiery EXP50. De computer kan u ook vragen om de
DTP41 te kalibreren.
U kunt het kalibreren van de DTP41 ook starten met de instrumentknop op de DTP41. Zie
de documentatie bij de DTP41 voor meer informatie over deze methode.
Meerdere gebruikers kunnen verbinding maken met Fiery EXP50-server met ColorWise Pro
Tools. Er kan echter altijd maar één gebruiker werken met Calibrator. Er wordt een
foutbericht weergegeven wanneer u probeert te kalibreren terwijl een andere gebruiker
Calibrator gebruikt.
U hebt de referentiestrip nodig die bij de DTP41 wordt geleverd. Neem de strip voorzichtig
uit de verpakking. Houd de strip alleen aan de randen vast. Zorg dat er geen stof of vlekken
op de strip komen en bewaar de strip altijd in de oorspronkelijke verpakking.
DE DTP41 KALIBREREN
1 Sluit de DTP41 aan op de computer en schakel de stroomtoevoer in (zie pagina 73).
2 Start Calibrator.
Raadpleeg pagina 33 voor instructies voor het starten van Calibrator.
3 Kies DTP41 als meetmethode.
4 Klik op Meting in het deelvenster Metingen ophalen.
5 Klik op Meting in het dialoogvenster Meetopties.
KLEURMEETINSTRUMENTEN
77
6 Kies de juiste COM-poort voor de DTP41 in het vak Beschikbare poorten.
Bij Instructies worden aanwijzingen weergegeven voor het selecteren van de poort.
7 Klik op Hulpprogramma’s.
Het gelijknamige dialoogvenster wordt weergegeven.
Om het versie- en het serienummer te zien, klikt u op DTP-41-gegevens weergeven. Klik op
Voltooid als u klaar bent.
8 Klik op DTP-41 kalibreren.
Het dialoogvenster Metingen wordt weergegeven.
KLEURMEETINSTRUMENTEN
78
9Verwijder het vulstuk uit de sleuf voor meetpagina’s als u dat nog niet hebt gedaan.
10 Plaats het uiteinde van de referentiestrip met de pijl naar voren in de opening voor de strip
op de DTP41, gecentreerd onder het uitlijnteken (zie het diagram op pagina 73).
Voer de strip ongeveer 7,5 centimeter in, voorbij de voorste rollers, tot hij tegen de achterste
aandrijfrollers stopt en u weerstand voelt.
11 Klik op Referentie lezen.
De kalibratiestrip wordt automatisch door de DTP41 gevoerd.
Er wordt een bericht weergegeven in het statusgebied wanneer het kalibreren is voltooid.
12 Klik op Voltooid om het dialoogvenster Instrumentenkalibratie te sluiten.
13 Sluit het dialoogvenster Utilities (Hulpprogramma’s).
Het kalibreren van de DTP41 is voltooid.
Uw computer zal u waarschuwen wanneer de DTP41 opnieuw moet worden gekalibreerd.
Wanneer dit bericht wordt weergegeven, klikt u op Calibrate Now (Nu kalibreren) en volgt u
de instructies vanaf stap 8 op pagina 77.
Kalibreer eerst de DTP41 en daarna de Fiery EXP50 (zie pagina 39).
KLEURMEETINSTRUMENTEN
79
De ES-1000 gebruiken
De ES-1000 is een handbediende spectrofotometer waarmee het spectraal licht wordt
gemeten dat wordt weerkaatst door gedrukte uitvoer en andere gekleurde materialen.
Aangezien de ES 1000 zowel de densiteit als de kleur van de gedrukte uitvoer nauwkeurig
meet, is het een efficiënt instrument voor de kalibratie van de Fiery EXP50.
De ES-1000 is verkrijgbaar als een afzonderlijk aangekochte optie.
De ES-1000 instellen
U kunt de ES-1000 alleen gebruiken voor kalibratiedoeleinden als het instrument is ingesteld
voor gebruik met uw computer. Raadpleeg de documentatie bij de ES-1000 voor volledige
instructies voor het instellen en kalibreren van de ES-1000.
In de volgende afbeelding ziet u de verschillende onderdelen van de ES-1000.
De ES-1000 kalibreren
Wanneer u de ES-1000 in de kalibratiesteun plaatst, wordt de witte-puntkalibratie gebruikt
om de spectrofotometer te kalibreren. Zorg ervoor dat de meetopening volledig in contact is
met het witte referentievak op de kalibratiesteun.
1 Meetknop
2 Meetopening
3 Wit referentievak
4Kalibratiesteun
1
2
3
4
DENSITEITMETINGEN IMPORTEREN
80
DENSITEITMETINGEN IMPORTEREN
Dit hoofdstuk beschrijft de bestandsindeling Simple ASCII File Format (SAIFF), waarmee u
densiteitmetingen van meetapparaten kunt importeren. Als u uw eigen meetgegevens van een
ander meetinstrument wilt gebruiken, slaat u de meetwaarden op in een tekstbestand dat u op
de hieronder beschreven wijze indeelt.
De bestandsindeling Simple ASCII Import File Format (SAIFF)
Deze indeling heeft betrekking op Status T-meetgegevens en is bestemd voor het importeren
van gegevens in ColorWise Pro Tools Calibrator. Er bestaan drie verschillende
bestandsindelingen:
1D Status T-densiteit voor EFI-pagina met 21 kleurvlakken
1D Status T-densiteit voor EFI-pagina met 34 kleurvlakken
1D Status T-densiteit voor andere paginas (maximaal 256 vlakken per inkt)
Dit zijn ASCII-bestandsindelingen zonder tabs. Er worden een of meer spaties gebruikt als
scheidingsteken. Lege regels zijn niet toegestaan. Elke regel van het bestand vertegenwoordigt
vier vlakken. (C, M, Y, K) of een specifieke inktwaarde. Commentaar moet op een
afzonderlijke regel worden geplaatst. Commentaarregels moeten beginnen met een hekje (#),
gevolgd door een spatie. (Als een regel begint met een hekje dat niet door een spatie wordt
gevolgd maar door een teken, dan is deze regel gereserveerd.) Commentaar moet op een
afzonderlijke regel worden geplaatst.
Elke gegevensregel bevat vijf waarden. Het eerste getal is het volgnummer van het kleurvlak
(voor EFI-paginas met 21 en 34 vlakken) of het percentage van de inktwaarde (voor andere
paginas). De volgende vier waarden zijn de densiteitwaarden voor C, M, Y, K van het
overeenkomstige kleurvlak. Regels worden gerangschikt door de volgnummers voor
kleurvlakken of de inktwaarde te wijzigen.
Bij Windows-computers moet het bestand de extensie.cm1 hebben. Bij Mac OS-computers
moet het bestandstype ‘TEXT’zijn.
Voor EFI 21 en EFI 34 zijn de meetgegevens afhankelijk van het papier. Voor andere paginas
geldt dat Calibrator uitgaat van absolute meetgegevens als de inktwaarde voor de eerste regel
nul is. De meetgegevens worden vervolgens aan het papier aangepast door de densiteitwaarde
van de eerste regel af te trekken van de resterende kleurvlakken.
DENSITEITMETINGEN IMPORTEREN
81
Voorbeeld van 1D Status T-densiteit voor EFI-pagina met 21
kleurvlakken
Deze bestandsindeling wordt gebruikt om de Status T-densiteitmetingen van de EFI-pagina
met 21 kleurvlakken op te geven. De waarde in de eerste kolom is het kleurvlaknummer. Het
eerste kleurvlak moet 1 zijn en het laatste vlak 21.
#!EFI 3
# EFI ColorWise 2.0 Data
type: 1DST21
# Cyan Magent Yellow Black
1 0.0300 0.0400 0.0200 0.0400
2 0.0600 0.0700 0.0800 0.0700
3 0.1000 0.1000 0.1000 0.1000
(...more data...)
20 1.6700 1.3400 0.8900 1.6700
21 1.7200 1.4300 0.9300 1.7500
Voorbeeld van 1D Status T-densiteit voor EFI-pagina met 34
kleurvlakken
Deze bestandsindeling wordt gebruikt om de Status T-densiteitmetingen van de EFI-pagina
met 34 kleurvlakken op te geven. De waarde in de eerste kolom is het kleurvlaknummer. Het
eerste kleurvlak moet 1 zijn en het laatste vlak 34.
#!EFI 3
# EFI ColorWise 2.0 Data
type: 1DST34
# Cyan Magent Yellow Black
1 0.0300 0.0400 0.0200 0.0400
2 0.0600 0.0700 0.0800 0.0700
3 0.1000 0.1000 0.1000 0.1000
(...more data...)
33 1.6700 1.3400 0.8900 1.6700
34 1.7200 1.4300 0.9300 1.7500
DENSITEITMETINGEN IMPORTEREN
82
Voorbeeld van 1D Status T-densiteit voor een willekeurige pagina
Deze bestandsindeling wordt gebruikt om de Status T-densiteitmetingen van een door de
gebruiker gedefinieerde pagina op te geven. De waarde in de eerste kolom is de percentwaarde
voor inkt/toner van het kleurvlak. Het eerste percentage moet 0 zijn en het laatste percentage
100. Tussen deze waarden moeten de percentages toenemen.
#!EFI 3
# EFI ColorWise 2.0 Data
type: 1DST
# percnt Cyan Magent Yellow Black
0.0000 0.0300 0.0400 0.0200 0.0400
0.3922 0.0600 0.0700 0.0800 0.0700
1.1765 0.1000 0.1000 0.1000 0.1000
(...more data...)
98.0000 1.6700 1.3400 0.8900 1.6700
100.0000 1.7200 1.4300 0.9300 1.7500
INDEX
83
A
aangepaste simulaties 55
Absolute kleurmeting, weergavestijl 58
afdrukopties
Mac OS 65
standaardinstellingen opgeven 30
Windows 63
apparaatnaam 16, 21
Apple Standaard, optie RGB-bronprofiel 60
B
Bron 1-10, optie RGB-bronprofiel 60
C
Calibration Files, map 14, 19
Calibrator
Expertmodus 34
gebruiken 22, 33
metingen bekijken 35
standaardwaarden herstellen 36
vergelijkingspagina afdrukken 35
CMYK Color Reference.ps 14, 19
CMYK-simulatiemethode, optie 56
CMYK-simulatieprofiel, optie 55
Color Editor 22
Color Setup 30
ColorWise
afdrukopties 30, 63
belangrijkste functies 9
stroomdiagram 50
ColorWise Pro Tools
Calibrator 22, 33
kalibratiestatus controleren 48
composietafdrukken 54, 57, 62
configuratiepagina 15, 20, 48
Contrast, ICC-weergavestijl 58
CRD 9, 58
Custom21.ps 14, 19
Custom34.ps 14, 19
D
densiteit 46, 48
importeren 80
densitometer
DTP32 37, 69
Device Link-profielen
info 25
inschakelen met Aangepaste
kleurinstellingen 67
inschakelen met Color Setup 31
installeren 26
instellingen toewijzen 28
DNS-naam 15, 20
Domain Name Server 20
DTP32
kalibreren 72
kalibreren met 37
setup 69
DTP41
kalibreren 76
kalibreren met 39
setup 73
E
EFIRGB, optie RGB-bronprofiel 60
ES-1000 79
kalibreren 79
kalibreren met 42
overzicht 79
F
Fiery-Hulpprogrammas, verbinding configureren
voor 16, 22
FieryColorBar.eps 14, 19
Fotografisch, weergavestijl 58
G
Geen, optie RGB-bronprofiel 61
Graphic Arts Package
onbeperkt aantal kleurscheidingen 57
Spot-On 62
Graphics, ICC-weergavestijl 58
INDEX
INDEX
84
I
ICC-profielen 11
bewerken 22
definitie 10
downloaden 25
weergavestijlen 58
Image, ICC-weergavestijl 58
K
kalibratie
curven 35, 46
densiteitmetingen importeren 80
DTP32 37
DTP41 39
ES-1000 42
kleurvlakken 47
meetpagina 47
metingen 45
metingen bekijken 35
overzicht 45
plannen 47
richtwaarden 45, 46
standaardwaarden herstellen 36
status controleren 48
vergelijkingspagina 35
kleurbeheersysteem (CMS) 9
Kleurendiagram 48
kleurenreferentiebestanden
voor Windows-gebruikers 14
kleurenruimte 50
kleurenweergavebibliotheek (CRD) 9, 58
kleurprofielen 11
Kleurreferentiepaginas 48
kleurvlakpagina 47
M
Mac OS, kleurbeheeropties 65
meetpagina 47
O
onderkleurverwijdering (UCR) 61
overdrachtsfuncties 46
Overdruk simuleren, optie 61
Overvullen inschakelen, optie 51
P
PANTONE Book.ps 14, 19
PANTONE-kleurenreferentie voor gecoat
papier 63
Perceptual, ICC-weergavestijl 58
PostScript-kleuraspecten 51, 52, 54, 61
PowerPoint, RGB-kleurenreferentiebestand 19
PPD 63, 65
Presentatie, weergavestijl 58
printerstuurprogrammas
Mac OS 65
Tw eerichtingscommunicatie 55, 57, 60
Windows 63
profielen 11
Profile Manager
gebruiken 24
profielen downloaden 25
R
Relatieve kleurmeting, weergavestijl 58
RGB page 01 19
RGB page 01.doc 14
RGB page 02 19
RGB page 02.ppt 14
RGB-afbeeldingen
bronprofielen definiëren voor 60
conversie voor PostScript en
niet-PostScript 61
RGB-bronprofiel, optie 51, 60
RGB-scheiding, optie 59
richtwaarden, voor kalibratie 46
S
SAIFF-bestandsindeling 80
Saturation, ICC-weergavestijl 58
Scheidingen
afdrukken 54, 57, 62
doelkleurenruimte 59
Scheidingen combineren, optie 57
simulaties, aangepaste 55
Snel, instelling voor de optie CMYK-
simulatiemethode 56
spectrofotometer
DTP41 39, 73
ES-1000 79
INDEX
85
spectrometer, zie spectrofotometer
Spot-On 29, 62
benoemde kleuren 29
Steunkleuraanpassing 29
sRGB, optie RGB-bronprofiel 60
Standard21.ps 14, 19
Standard34.ps 14, 19
Status T 80
Steunkleuraanpassing, optie 62
steunkleuren, CMYK-equivalenten 62
steunkleuren, koppelen aan CMYK-
equivalenten 29
Steunkleurenbibliotheken 29
SWOP 55
T
Tekst/afbeeldingen zwart, optie 53
terminologie 7, 32
Testpagina 48
Tw eerichtingscommunicatie 55, 57, 60
U
uitvoerprofiel
Spot-On 29
Uitvoerprofiel, optie 57
uitvoerprofielen 46, 47
V
verbinding, configureren 15, 16, 20, 22
vergelijkingspagina 35
Volledig (Bron VGC), optie CMYK-
simulatiemethode 56
Volledig (Uitvoer VGC), optie CMYK-
simulatiemethode 56
W
wachtwoorden, voor kalibratie 33, 45
weergavestijlen 9, 51
Weergavestijlen, optie 58
Windows Color Files, map 14
Windows, afdrukopties 63
Word, RGB-kleurenreferentiebestand 19
Z
Zwartdetectie 52
Zwarte overdruk, optie 52
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86

Xerox DocuColor 5000 Installatie gids

Type
Installatie gids