Xerox DocuColor 7000/8000 Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Fiery
®
EXP8000/50 Color Server
Hulpprogramma’s
©2007 Electronics for Imaging, Inc. De informatie in deze publicatie wordt beschermd
volgens de
Kennisgevingen
voor dit product.
45059272
09 maart 2007
3
I
NHOUD
I
NHOUD
I
NLEIDING
7
Terminologie en conventies
8
Over dit document
9
Over Help 9
Installatie voorbereiden op Windows-computers
10
Installatie voorbereiden op Mac OS-computers
11
Lettertypen 11
Gebruikerssoftware installeren
13
Gebruikerssoftware installeren op een Windows-computer 13
Gebruikerssoftware installeren op een Mac OS-computer 15
C
OMMAND
W
ORK
S
TATION
, W
INDOWS
E
DITION
17
Command WorkStation, Windows Edition installeren
18
Configureren van de verbinding met de Fiery EXP8000/50
19
Command WorkStation, Windows Edition gebruiken
22
Extra functies
23
Gebruikersauthenticatie 23
Papierladen uitlijnen 23
Gemengde media 25
Tabbladen invoegen 31
Papier/lade-koppeling 31
Virtuele printers 33
Afdrukvoorbeeld 35
ImageViewer 35
Problemen oplossen
36
Command WorkStation kan geen verbinding maken met de Fiery EXP8000/50 36
Command WorkStation reageert niet 37
I
NHOUD
INHOUD
4
I
MPOSE
38
Impose installeren en inschakelen
38
Impose installeren 38
Adobe Acrobat en Enfocus PitStop installeren 39
Impose gebruiken
40
P
RODUCTIE
-
AFDRUKPAKKET
41
Productie-afdrukpakket installeren
42
Werken met het Productie-afdrukpakket
43
Compose 43
Paper Catalog 44
Preflight 46
Taken opnieuw ordenen 48
Verkeerde combinatie in taak 49
Versneld afdrukken 49
Afdrukken plannen 50
Tabbladen invoegen 51
Quick Doc Merge 55
Microsoft Office-filters voor Hot Folders 58
Filterinstellingen opgeven voor een Hot Folder 59
C
OMMAND
W
ORK
S
TATION
, M
ACINTOSH
E
DITION
60
Command WorkStation, Macintosh Edition installeren
60
Configureren van de verbinding met de Fiery EXP8000/50
61
Command WorkStation, Macintosh Edition gebruiken
64
Extra functies
65
Gebruikersauthenticatie 65
Gemengde media 65
Tabbladen invoegen 69
Afdrukken plannen 69
INHOUD
5
Problemen oplossen
70
Command WorkStation kan geen verbinding maken met de Fiery EXP8000/50 70
Command WorkStation reageert niet 71
H
OT
F
OLDERS
72
Hot Folders installeren
72
Hot Folders gebruiken
73
Over Hot Folders-filters 73
VDP R
ESOURCE
M
ANAGER
74
VDP Resource Manager installeren
74
De verbinding met de Fiery EXP8000/50 configureren
75
VDP Resource Manager gebruiken
77
W
EB
T
OOLS
78
WebTools instellen
79
De home page van WebTools openen
80
WebTools gebruiken
81
Begin 81
Downloads 81
Documenten 81
Configure 81
I
NDEX
83
INLEIDING
7
I
NLEIDING
Het mediapakket voor Fiery EXP8000/50 Color Server bevat een set hulpprogrammas
waarmee u de Fiery EXP8000/50 Color Server, de workflow voor afdruktaken en de inhoud
van de taken op de Fiery EXP8000/50 Color Server kunt beheren.
Dit document biedt een overzicht van de installatie, de configuratie en het gebruik van de
volgende hulpprogrammas voor Fiery EXP8000/50:
Command WorkStation, Windows Edition
•Impose
Command WorkStation, Macintosh Edition
•Productie-afdrukpakket
•Hot Folders
VDP Resource Manager
•WebTools
INLEIDING
8
Terminologie en conventies
Dit document gebruikt de volgende terminologie en conventies.
Term of conventie Verwijst naar
Aero Fiery EXP8000/50 (in illustraties en voorbeelden)
Digitale pers DocuColor 8000/7000/5000 digitale pers
Fiery EXP8000/50 Fiery EXP8000/50 Color Server
Mac OS Apple Mac OS X
Titels in
cursief
Andere documenten in dit pakket
Windows Microsoft Windows 2000, Windows XP, Windows Server 2003
Onderwerpen waarvoor aanvullende informatie beschikbaar is door
de Help te openen in de software
Tips en informatie
Belangrijke informatie
Belangrijke informatie over problemen die u of anderen
lichamelijke schade kunnen toebrengen
INLEIDING
9
Over dit document
Dit document behandelt de volgende onderwerpen:
Command WorkStation, Windows Edition:
Controleren en beheren van de workflow van
afdruktaken op de Fiery EXP8000/50 (alleen Windows).
Impose:
Inslagfuncties toepassen op taken voor aangepast afdrukken, binden en bijsnijden
(alleen Windows).
Command WorkStation, Macintosh Edition:
Controleren en beheren van de workflow van
afdruktaken op de Fiery EXP8000/50 (alleen Mac OS X).
Productie-afdrukpakket:
Bijkomende taakbeheerfuncties die toegankelijk zijn via
Command WorkStation, Windows Edition (standaard voor de Fiery EXP8000,
verkrijgbaar als optie voor de Fiery EXP50, alleen Windows). Dit pakket omvat de
toepassingen Compose en Paper Catalog.
Hot Folders:
Veelgebruikte afdrukopties bij het afdrukken van PostScript- en PDF-
bestanden op de Fiery EXP8000/50 opslaan en opnieuw gebruiken.
VDP Resource Manager:
Globale objecten vinden en verwijderen die worden gebruikt bij
het afdrukken van variabele gegevens.
WebTools:
Op afstand beheren van uw Fiery EXP8000/50 via het Internet of uw
bedrijfsintranet.
Raadpleeg
Afdrukken in kleur voor meer informatie over het installeren, configureren en
gebruiken van ColorWise Pro Tools.
Over Help
Gedetailleerde instructies voor het gebruik van de meeste hulpprogrammas voor
Fiery EXP8000/50 zijn te vinden in de Help. Indien van toepassing wordt in dit document
naar de Help verwezen voor aanvullende informatie. Bovendien wordt uitgelegd hoe u de
Help voor elk hulpprogramma kunt openen.
INLEIDING
10
Installatie voorbereiden op Windows-computers
Doe het volgende voordat u Fiery EXP8000/50-software gaat installeren op een Windows-
computer:
Als u de gebruikerssoftware van de Fiery EXP8000/50 wilt gebruiken op een Windows-
computer, moet u het Sun Java-bestand Java Runtime Environment (JRE) op uw
computer installeren dat u kunt vinden in de map Common Utilities op de dvd met
gebruikerssoftware. Als het juiste Sun Java-bestand niet is geïnstalleerd, zal het
installatieprogramma van de Fiery User Software het automatisch installeren voor de
software van de Fiery EXP8000/50 wordt geïnstalleerd.
O
PMERKING
:
JRE, SE v1.5.0_01 (de aanbevolen versie) staat op de dvd met
gebruikerssoftware.
Als u de Fiery EXP8000/50-software wilt installeren op een Windows 2000-computer,
moet Service Pack 4 op de computer zijn geïnstalleerd. Als u met Windows XP werkt,
moet Service Pack 2 zijn geïnstalleerd. Indien dit niet het geval is, vraagt een waarschuwing
u om het vereiste Service Pack te installeren.
Na de installatie van Sun Java JRE, wordt een snelkoppeling Java Web Start op het bureaublad
van uw computer geplaatst. Deze snelkoppeling is niet bedoeld voor gebruik met
Fiery EXP8000/50-software en kan worden verwijderd.
U kunt verschillende versies van Sun Java JRE op uw computer hebben. De Fiery EXP8000/
50-software vindt automatisch de juiste versie. U hoeft dus geen andere versies van Sun Java
JRE te verwijderen die nodig zijn voor andere toepassingen.
INLEIDING
11
Installatie voorbereiden op Mac OS-computers
Op een Mac OS X-computer moet u scherm- en printerlettertypen installeren.
Lettertypen
De lettertypen op de dvd met gebruikerssoftware bevatten schermlettertypen die
overeenkomen met de 136 ingebouwde PostScript- en True Type-printerlettertypen op de
Fiery EXP8000/50. De schermlettertypen moeten worden geïnstalleerd in Mac OS X om in
toepassingen te kunnen worden gebruikt.
S
CHERMLETTERTYPEN
INSTALLEREN
IN
M
AC
OS X
V
10.4.
X
1 Plaats de dvd met gebruikerssoftware in het dvd-station van de Mac OS X-computer.
2 Start de toepassing Lettertypencatalogus in Programma’s/Lettertypencatalogus.
3 Kies Voeg lettertypen toe in het menu Archief.
4 Kies User Software/OSX/Fonts/Albertus MT.
5 Kies Selecteer alles in het menu Wijzig.
6 Kies een van de volgende opties voor Installeer lettertypen:
•Voor uw persoonlijk gebruik: alleen voor mij
•Voor gedeeld gebruik: voor alle gebruikers van deze computer
•Voor Classic: voor Classic Mac OSX
O
PMERKING
:
U moet eerst Gebruiker, Computer of Classic Mac OS selecteren bij
Voorkeuren/Installeer standaard van Lettertypencatalogus.
7 Klik op Openen.
8 Sluit de toepassing Lettertypencatalogus af.
INLEIDING
12
S
CHERMLETTERTYPEN
INSTALLEREN
IN
M
AC
OS V10.4.X VIA HET NETWERK
1 Kies Verbinden met server in het menu Ga.
2Typ smb:// gevolgd door het IP-adres van de Fiery EXP8000/50 en klik op Verbinden.
Neem contact op met de netwerkbeheerder als u de Fiery EXP8000/50 niet kunt vinden.
3Typ indien nodig de gebruikersnaam en het wachtwoord.
Raadpleeg de netwerkbeheerder om te weten of dit nodig is.
4 Dubbelklik op het pictogram voor de map Mac_User_SW of selecteer Mac_User_SW en klik
op OK.
5 Start de toepassing Lettertypencatalogus in Programma’s/Lettertypencatalogus.
6 Kies Voeg lettertypen toe in het menu Archief.
7 Kies User Software/OSX/Fonts/Albertus MT.
8 Kies Selecteer alles in het menu Wijzig.
9 Kies een van de volgende opties voor Installeer lettertypen:
•Voor uw persoonlijk gebruik: alleen voor mij
•Voor gedeeld gebruik: voor alle gebruikers van deze computer
•Voor Classic: voor Classic Mac OSX
OPMERKING: U moet eerst Gebruiker, Computer of Classic Mac OS selecteren bij
Voorkeuren/Installer standaard van Lettertypencatalogus.
10 Klik op Openen.
11 Sluit de toepassing Lettertypencatalogus af.
INLEIDING
13
Gebruikerssoftware installeren
U kunt de gebruikerssoftware voor de Fiery EXP8000/50 op de volgende manieren
installeren:
•Vanaf de dvd met gebruikerssoftware
•Via het netwerk
•Vanaf de Fiery EXP8000/50 via het Internet of intranet
Als u voordien reeds Fiery EXP8000/50-gebruikerssoftware hebt geïnstalleerd op uw
computer, stelt het installatieprogramma u in staat deze toepassingen te verwijderen tijdens
het installatieproces.
Gebruikerssoftware installeren op een Windows-computer
De installatie van alle gebruikerssoftware op een Windows-computer gebeurt via de Fiery
User Software Installer. In de onderstaande procedures wordt beschreven hoe u
gebruikerssoftware installeert vanaf de dvd met gebruikerssoftware, via het netwerk of via het
Internet en hoe u gebruikerssoftware wijzigt.
De enige toepassingen die niet worden geïnstalleerd door de Fiery User Software Installer zijn
Adobe Acrobat en Enfocus PitStop, die worden gebruikt met Impose. Zie “Adobe Acrobat en
Enfocus PitStop installeren op pagina 39 voor meer informatie.
GEBRUIKERSSOFTWARE OP EEN WINDOWS-COMPUTER INSTALLEREN VANAF DE DVD MET GEBRUIKERSSOFTWARE
1 Plaats de dvd met gebruikerssoftware in het dvd-station van de computer.
Het welkomstvenster van het installatieprogramma wordt geopend.
2Volg de instructies op het scherm.
INLEIDING
14
Probeer de gebruikerssoftware niet te installeren door de afzonderlijke mappen voor de
toepassingen te openen. Gebruik steeds de Fiery User Software Installer.
Als u gebruikerssoftware wilt wijzigen of verwijderen nadat u deze op de computer hebt
geïnstalleerd, gebruikt u de dvd met gebruikerssoftware. Zie de onderstaande procedure.
Probeer de geïnstalleerde software niet te verwijderen door de toepassingsmappen van de
Fiery EXP8000/50 rechtstreeks te verwijderen van uw computer. Gebruik steeds de Fiery User
Software Installer.
GEBRUIKERSSOFTWARE WIJZIGEN MET HET INSTALLATIEPROGRAMMA OP DE DVD MET GEBRUIKERSSOFTWARE
1 Plaats de dvd met gebruikerssoftware in het dvd-station van de computer.
2 In het venster dat verschijnt, selecteert u Wijzigen, Herstellen of Verwijderen.
3Volg de instructies op het scherm.
Als uw computer geen dvd-station heeft, kunt u de gebruikerssoftware installeren vanaf de
Fiery EXP8000/50 via het netwerk. Vraag de netwerkbeheerder om het IP-adres of de DNS-
servernaam van de Fiery EXP8000/50.
U kunt de gebruikerssoftware voor de Fiery EXP8000/50 ook via het Internet installeren.
Vraag uw netwerkbeheerder om het IP-adres van de Fiery EXP8000/50.
Gebruik uw Internetbrowser om toegang te krijgen tot WebTools. Zie Welkom voor complete
informatie over browser- en systeemvereisten.
GEBRUIKERSSOFTWARE INSTALLEREN OP EEN WINDOWS-COMPUTER VIA HET NETWERK
1 Klik op Start, kies Uitvoeren en type ofwel “\\IP-adres” of “\\DNS servernaam” van de
Fiery EXP8000/50.
2Typ indien nodig de gebruikersnaam en het wachtwoord.
Raadpleeg de netwerkbeheerder om te weten of dit nodig is.
3 Dubbelklik op de map PC_User_SW.
4 Dubbelklik op het pictogram Master Installer.
5Volg de instructies op het scherm.
Probeer de gebruikerssoftware niet te installeren door de afzonderlijke mappen voor de
toepassingen te openen. Gebruik steeds de Fiery User Software Installer.
GEBRUIKERSSOFTWARE INSTALLEREN OP EEN WINDOWS-COMPUTER VIA HET INTERNET
1 Start uw Internet-browser.
2Voer het IP-adres of de DNS-naam van de Fiery EXP8000/50 in.
De home page van Fiery EXP8000/50 wordt weergegeven.
3 Klik op het tabblad voor downloads.
INLEIDING
15
4 Klik op de koppeling voor de software die u wilt installeren.
5 Kies Uitvoeren om het bestand te openen of Opslaan om het op uw computer op te slaan.
6 Als u Uitvoeren kiest, gaat u naar stap 9.
7 Als u Opslaan kiest, bladert u naar de locatie waar u het bestand USERSWMI.exe wilt opslaan
en klikt u op Opslaan.
Het bestand wordt gedownload vanuit de Fiery EXP8000/50.
8 Dubbelklik op het bestand USERSWMI.exe.
9 Geef op of u het bestand wilt openen of het wilt opslaan op uw computer.
Als u ervoor kiest het bestand USERSWMI.exe op te slaan op uw computer, zoekt u naar het
bestandspictogram en dubbelklikt u op het pictogram om het installatieprogramma te starten.
10 Volg de instructies op het scherm.
Raadpleeg Help in Downloads voor volledige instructies over het gebruik van Downloads.
Raadpleeg WebTools voor meer informatie over WebTools en Downloads.
Gebruikerssoftware installeren op een Mac OS-computer
De installatie van gebruikerssoftware op een Mac OS-computer gebeurt afzonderlijk voor elke
toepassing.
GEBRUIKERSSOFTWARE INSTALLEREN OP EEN MAC OS-COMPUTER VANAF DE DVD MET GEBRUIKERSSOFTWARE
1 Plaats de dvd met gebruikerssoftware in het dvd-station van de computer.
2 Blader naar de map OSX.
3 Dubbelklik op het installatiepictogram van de toepassing die u wilt installeren.
4Volg de instructies op het scherm.
GEBRUIKERSSOFTWARE INSTALLEREN OP EEN MAC OS-COMPUTER VIA HET NETWERK
1 Kies Verbinden met server in het menu Ga.
2Typ smb:// gevolgd door het IP-adres van de Fiery EXP8000/50 en klik op Verbinden.
Neem contact op met de netwerkbeheerder als u de Fiery EXP8000/50 niet kunt vinden.
3Typ indien nodig de gebruikersnaam en het wachtwoord.
Raadpleeg de netwerkbeheerder om te weten of dit nodig is.
4 Dubbelklik op het pictogram voor de map Mac_User_SW of selecteer Mac_User_SW en klik
op OK.
5 Open de map OSX.
6 Dubbelklik op het installatiepictogram van de toepassing die u wilt installeren.
INLEIDING
16
7Volg de instructies op het scherm.
U kunt de gebruikerssoftware voor de Fiery EXP8000/50 ook via het Internet installeren.
Vraag uw netwerkbeheerder om het IP-adres van de Fiery EXP8000/50.
Gebruik uw Internetbrowser om toegang te krijgen tot WebTools. Zie Welkom voor complete
informatie over browser- en systeemvereisten.
GEBRUIKERSSOFTWARE INSTALLEREN OP EEN MAC OS-COMPUTER VIA HET INTERNET
1 Start uw Internet-browser.
2Voer het IP-adres of de DNS-naam van de Fiery EXP8000/50 in.
De home page van Fiery EXP8000/50 wordt weergegeven.
3 Klik op het tabblad voor downloads.
4 Klik op de koppeling voor de software die u wilt installeren.
Het bestand osxutils.dmg wordt gedownload naar uw computer en er wordt een virtuele schijf
weergegeven op uw bureaublad.
5Volg de instructies op het scherm.
Raadpleeg Help in Downloads voor volledige instructies over het gebruik van Downloads.
Raadpleeg “WebTools op pagina 78 voor meer informatie over WebTools en Downloads.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION
17
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION
Met Command WorkStation, Windows Edition kunnen operators van de Fiery EXP8000/50
(of gebruikers met operator- of beheerdersrechten) de workflow voor afdruktaken op de
Fiery EXP8000/50 controleren en beheren. Met Command WorkStation, Windows Edition
kunt u het volgende doen:
•De status van afdruktaken op de Fiery EXP8000/50 bekijken
•Taken blokkeren, verwerken en afdrukken
•Vervangende instellingen opgeven voor door de gebruiker ingestelde afdrukopties
•Een voorbeeld bekijken van de pagina-inhoud van een taak
•Paginas van een taak in een andere volgorde plaatsen en paginas van verschillende taken
met elkaar combineren
•FreeForm-hoofdbestanden maken en gebruiken voor het afdrukken van variabele gegevens
•Taakbestanden archiveren
•Takenlogboeken met recente afdrukactiviteiten bekijken
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION
18
Command WorkStation, Windows Edition installeren
Installeer Command WorkStation, Windows Edition op een Microsoft Windows-computer
met een netwerkverbinding naar de Fiery EXP8000/50. Raadpleeg Welkom voor een complete
lijst met systeemvereisten.
Het installatieprogramma voor Command WorkStation, Windows Edition staat op de
dvd met gebruikerssoftware. Met het installatieprogramma worden behalve de software van
Command WorkStation ook de Java-bestanden geïnstalleerd die nodig zijn om Setup te
kunnen gebruiken vanuit Command WorkStation. Zie Configuratie en instellingen voor meer
informatie over het gebruik van Fiery Setup.
Voordat u het hulpprogramma gaat installeren, leest u eerst de richtlijnen door in “Installatie
voorbereiden op Windows-computers op pagina 10.
Zie “Gebruikerssoftware installeren op een Windows-computer” op pagina 13 voor de
installatie van Command WorkStation.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION
19
Configureren van de verbinding met de Fiery EXP8000/50
De eerste keer dat u Command WorkStation gebruikt, wordt u gevraagd de verbinding met
de Fiery EXP8000/50 te configureren.
U kunt ook de configuratie bijwerken na elke wijziging in uw Fiery EXP8000/50-server of
netwerk, zoals een wijziging in de servernaam of het IP-adres. Als u de instellingen van de
Fiery EXP8000/50 wijzigt, moet u dit doen voordat u de configuratie van de verbinding
aanpast. Raadpleeg “De configuratie van Command WorkStation, Windows Edition
wijzigen op pagina 21 voor meer informatie over het bijwerken van de configuratie van de
verbinding.
VOORDAT U BEGINT
Maak een afdruk van de configuratiepagina van de Fiery EXP8000/50.
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor nadere instructies voor het afdrukken van de
configuratiepagina.
Deze pagina bevat informatie die u nodig hebt bij het configureren van de verbinding, zoals
het IP-adres van de Fiery EXP8000/50. Voor TCP/IP-installaties kunt u de DNS-naam
gebruiken in plaats van het IP-adres. Zorg dat de Fiery EXP8000/50 al is geregistreerd op een
Domain Name Server (DNS) op het netwerk. Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor meer
informatie.
DE VERBINDING VOOR COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION CONFIGUREREN
1 Kies Start> Programma’s> Fiery > Command WorkStation om het hulpprogramma te starten.
In het dialoogvenster Beschikbare servers worden alle servers weergegeven die zijn gevonden
in het lokale subnetwerk.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION
20
2 Als geen Fiery EXP8000/50-servers zijn gevonden, klikt u op het tabblad Handmatig om te
zoeken op DNS-naam of IP-adres. Typ de DNS-naam of het IP-adres en klik op Toevoegen om
de server toe te voegen aan de lijst Beschikbare servers.
Als geen Fiery EXP8000/50-servers zijn gevonden tijdens de handmatige zoekactie, klikt u op
het tabblad Automatisch zoeken en vervolgens op Geavanceerd om te zoeken op een bereik
van IP-adressen of op een IP-adres en subnetmasker.
Alle beschikbare servers worden weergegeven in de lijst Beschikbare servers.
3 Selecteer de Fiery EXP8000/50-server die u wilt gebruiken en klik op Toevoegen.
De geselecteerde Fiery EXP8000/50 wordt toegevoegd aan het dialoogvenster Aanmeldserver.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION
21
4 Klik op de knop links van de servernaam.
Het dialoogvenster Aanmelden wordt weergegeven.
5 Klik op de sleutel links naast beheerder, operator of gastgebruiker en typ het juiste
wachtwoord indien dit nodig is.
6 Klik op Aanmelden.
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie over het instellen van
wachtwoorden en het standaardbeheerderswachtwoord voor de Fiery EXP8000/50.
Command WorkStation is nu verbonden met de Fiery EXP8000/50.
DE CONFIGURATIE VAN COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION WIJZIGEN
1 Start Command WorkStation.
Het dialoogvenster Aanmeldserver wordt weergegeven.
2 Selecteer de Fiery EXP8000/50-server waarvoor u de configuratie wilt wijzigen en klik op
Verwijderen.
3 Herhaal “De verbinding voor Command WorkStation, Windows Edition configureren” op
pagina 19.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION
22
Command WorkStation, Windows Edition gebruiken
Nadat u Command WorkStation hebt geïnstalleerd en geconfigureerd, kunt u het gaan
gebruiken voor het controleren en beheren van taken op de Fiery EXP8000/50.
Volledige instructies met betrekking tot het gebruik van de standaardfuncties van Command
WorkStation kunt u vinden in Command WorkStation Help. Extra functies worden
beschreven in de secties die beginnen op pagina 23. De functies die beschikbaar zijn met het
optionele Productie-afdrukpakket worden beschreven in Productie-afdrukpakket.
DE COMMAND WORKSTATION HELP OPENEN
1 Start Command WorkStation.
Selecteer de Fiery EXP8000/50 in het dialoogvenster Serverlijst en meld u aan bij de server.
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie over de wachtwoorden en het
standaardbeheerderswachtwoord voor de Fiery EXP8000/50.
2 Kies Help in het menu Help.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION
23
Extra functies
In de volgende secties wordt beschreven hoe u extra functies van Command WorkStation
kunt gebruiken die niet worden behandeld in Command WorkStation Help.
Gebruikersauthenticatie
Als gebruikersauthenticatie is ingeschakeld in Fiery EXP8000/50 Setup, moeten gebruikers
mogelijk een gebruikersnaam en wachtwoord invoeren in het printerstuurprogramma om een
taak naar de Fiery EXP8000/50 te kunnen zenden. Of en hoe u de taak kunt beheren in
Command WorkStation wordt bepaald door hoe u bent aangemeld bij de Fiery EXP8000/50,
als beheerder, operator of gastgebruiker.
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie over het instellen van gebruikers
en groepen en het inschakelen van gebruikersauthenticatie in de WebTool Configure. Voor
meer informatie over gebruikersauthenticatie in het printerstuurprogramma raadpleegt u
Afdrukopties.
Papierladen uitlijnen
Met de functie Papierladen uitlijnen kunt u tekst en afbeeldingen zo op de pagina plaatsen dat
ze correct worden uitgelijnd op een vel papier. Hierdoor kunt u ervoor zorgen dat beide zijden
van een dubbelzijdig vel exact dezelfde uitlijning hebben.
Ga als volgt te werk om laden uit te lijnen:
•Meld u als beheerder aan op de Fiery EXP8000/50 en activeer Lade-uitlijning in de
instellingen van de Fiery EXP8000/50.
Schakel Lade-uitlijning in het gebied Media van het printerstuurprogramma van de
Fiery EXP8000/50 in.
•Selecteer de juiste papierlade voor u afdrukt.
OPMERKING: Lade-uitlijning werkt alleen tijdens het afdrukken van een taak als u de lade
selecteert die u voor het afdrukken hebt uitgelijnd in het gebied Media. Lade-uitlijning werkt
niet als u later een taak afdrukt met de automatische ladekeuze.
PAGINAS UITLIJNEN OM ZE AF TE DRUKKEN
1 Selecteer in het venster Actieve taken de aangesloten Fiery EXP8000/50 waarvoor u laden
wilt uitlijnen.
Als het venster Actieve taken niet zichtbaar is, kiest u Actieve taken in het menu Venster om
dit weer te geven.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION
24
2 Kies Papierladen uitlijnen in het menu Server.
Er wordt een dialoogvenster geopend met verschillende opties voor het uitlijnen van de laden.
3 Selecteer in het menu Laden selecteren de lade die u wilt uitlijnen.
4 Selecteer in het menu Mediaformaat het papierformaat dat in de lade is geplaatst.
OPMERKING: De uitlijning die wordt uitgevoerd, is afhankelijk van de specifieke combinatie
van lade en papierformaat. Als u een bepaalde lade uitlijnt voor papier van het formaat Letter
en u vervolgens papier van het formaat Legal in de lade legt, is de uitlijning onjuist. U moet
de uitlijning voor elke combinatie van lade en papierformaat opnieuw uitvoeren.
5 Schakel bij Uitlijnpagina afdrukken het selectievakje voor dubbelzijdig afdrukken in als u de
pagina dubbelzijdig wilt bedrukken, of laat het vakje leeg als u de pagina enkelzijdig wilt
bedrukken.
6 Klik op Afdrukken.
7Voer de aanwijzingen op de afgedrukte uitlijnpagina uit.
Vouw het vel eerst in horizontale richting dubbel en vervolgens in verticale richting. Ga
hierbij zorgvuldig te werk. Wanneer u het vel openvouwt, ziet u dat de vouwen drie schalen
doorkruisen die aan drie zijden van de pagina zijn afgedrukt. Kijk bij welk nummer de
vouwlijn elke schaal doorkruist.
8 Geef in het groepsvak Uitlijnwaarden invoeren voor Zijde 1 de waarden op die worden
weergegeven waar de vouwlijn elk van de drie schalen (A, B en C) doorkruist. Als u de lade
wilt uitlijnen voor dubbelzijdig afdrukken, moet u ook de waarden voor de drie schalen voor
Zijde 2 van de pagina invoeren.
OPMERKING: Als u verschillende waarden invoert in A en C, wordt het paginabeeld gedraaid,
wat tot gevolg heeft dat de afdruk ongelijkmatige gebieden bevat. Als dit het geval is, voert u
dezelfde waarde in bij A en C.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION
25
9 Klik op Toepassen nadat u de uitlijnwaarden hebt ingevoerd en klik vervolgens op Uitlijning
controleren om de uitlijnpagina af te drukken.
10 Als u de uitlijningen wilt verwijderen, selecteert u een lade en klikt u op Standaardwaarden
in het groepsvak Uitlijnwaarden invoeren.
11 Klik op Voltooid.
Gemengde media
Met de functie Gemengde media kunt u de subhoofdstukken voor een taak definiëren,
paginabereiken afdrukken op verschillende soorten media, lege media tussen paginas
toevoegen en tabbladen met tekst invoegen.
De volgende richtlijnen en beperkingen gelden voor de instellingen van Gemengde media:
•In het dialoogvenster Gemengde media kunt u geen instellingen opgeven die conflicteren
met instellingen voor media, paginaformaat of afwerking die voor de taak zijn opgegeven
in het dialoogvenster Taakeigenschappen of in het printerstuurprogramma.
Als twee of meer instellingen voor gemengde media strijdig zijn, worden de namen van
deze instellingen rood gemarkeerd in het dialoogvenster Gemengde media om aan te geven
dat u het conflict moet oplossen.
Als u afdrukopties opgeeft (in het dialoogvenster Taakeigenschappen of in het
printerstuurprogramma) nadat u instellingen voor gemengde media hebt opgegeven,
kunnen bepaalde afdrukopties in conflict zijn met de paginaspecifieke instellingen voor
gemengde media. U moet dit conflict oplossen door andere afdrukopties te kiezen of
bepaalde specificaties voor gemengde media te verwijderen.
•Instellingen voor gemengde media zijn van invloed op het gebruik van
kleuruitvoerprofielen als de optie “Mediaprofiel gebruiken” is ingeschakeld in ColorWise
Pro Tools. Raadpleeg Afdrukken in kleur voor meer informatie.
Als tellers zijn geconfigureerd voor de digitale pers, tellen blanco media die tussen paginas
worden ingevoegd als afgedrukte paginas.
Basisinstructies voor het openen en gebruiken van Gemengde media vindt u in Command
WorkStation Help. In de onderstaande procedures worden de specifieke functies van de
Fiery EXP8000/50 besproken.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION
26
SPECIFICATIES VOOR GEMENGDE MEDIA DEFINIËREN
1 Selecteer of klik met de rechtermuisknop op een taak met de status In wachtrij/Geblokkeerd
in het venster Actieve taken en kies Compose in het menu Acties of dubbelklik op een taak.
2 Klik op het pictogram Media en schuif naar Gemengde Media.
In het dialoogvenster Gemengde media worden alle eerder gedefinieerde media-instellingen
weergegeven. Bovendien vindt u hier knoppen voor het definiëren, wijzigen en verwijderen
van instellingen.
3Voer bij Hoofdstukbeginpagina de paginanummers in waarop u nieuwe hoofdstukken wilt
laten beginnen.
Typ de paginanummers als door komma gescheiden waarden (bijvoorbeeld: 4,9,17) om het
begin van elk nieuwe hoofdstuk aan te geven. Met deze functie kunt u zorgen dat voor elke
beginpagina een rechterpagina wordt gebruikt, door indien nodig een voorafgaande lege
linkerpagina in te voegen.
OPMERKING: Het is niet nodig de eerste pagina te typen. De paginanummers verwijzen naar de
nummering van het oorspronkelijke document. Als u de functie Hoofdstukbeginpagina
gebruikt, moeten alle media die zijn opgegeven in de vervolgkeuzelijst Papier per hoofdstuk
dezelfde afmetingen hebben (bijvoorbeeld, allemaal Letter, allemaal Tabloid of allemaal A4).
4 Als u op elk hoofdstuk dat u met de functie Hoofdstukbeginpagina maakt afwerkingsopties
wilt toepassen (bijvoorbeeld nieten of sorteren), schakelt u de optie “Elk hoofdstuk
definiëren als afzonderlijke afwerkingsset” in.
OPMERKING: U kunt de functie Elk hoofdstuk definiëren als afzonderlijke verwerkingsset
gebruiken om afwerkstijlen voor subsets te definiëren wanneer de afwerkstijl voor de volledige
set dezelfde is. Als u bijvoorbeeld nieten opgeeft voor een document van 10 paginas met
Hoofdstukbeginpagina(’s) als 3 en 6, worden de paginas verdeeld in groepen 1-2, 3-5 en 6-10
en wordt elke groep geniet. U kunt ook hoofdstuksubsets gebruiken om de afwerkopties
Multi-Center Fold (Multi-centervouwen) en Vouwen en Nieten op te geven.
OPMERKING: Niet alle afwerkingsopties kunnen worden toegepast op hoofdstukken die media
van gemengd formaat bevatten (bijvoorbeeld Letter en A4).
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION
27
5U kunt eigenschappen voor voor- en achteromslagen definiëren door op Omslag definiëren te
klikken.
Zie “Instellingen voor omslagmedia definiëren op pagina 28 voor meer informatie.
6U kunt eigenschappen voor afzonderlijke pagina’s of paginabereiken definiëren door op
Nieuw paginabereik te klikken.
Zie “Media definiëren voor specifieke paginas” op pagina 29 voor meer informatie.
7 Als u blanco pagina’s wilt invoegen, klikt u op Nieuw tussenvel.
Zie “Blanco paginas invoegen op pagina 30 voor meer informatie.
8 Als u tabbladen wilt invoegen, klikt u op Nieuw tabblad.
Het dialoogvenster Tabblad invoegen wordt weergegeven. Zie pagina 31 voor meer informatie
over het definiëren van tabbladinstellingen.
OPMERKING: De functie Tabblad invoegen wordt niet ondersteund voor ingeslagen taken.
9 Als u een bestaande definitie wilt wijzigen of verwijderen, selecteert u deze definitie in de
lijst Definitie gemengde media en klikt u op Bewerken of Verwijderen.
Als u op Bewerken klikt, voert u nieuwe instellingen in voor de definitie en klikt u vervolgens
op Wijzigen.
10 Nadat u het definiëren van instellingen voor gemengde media hebt voltooid, klikt u op OK om
het dialoogvenster Gemengde media en Taakeigenschappen te sluiten.
De instellingen voor gemengde media worden toegepast op de taak.
OPMERKING: U kunt tot 100 verschillende instellingen voor de selectielijst opslaan in het
dialoogvenster Gemengde media.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION
28
INSTELLINGEN VOOR OMSLAGMEDIA DEFINIËREN
1 Klik in het dialoogvenster Gemengde media op Omslag definiëren.
Het dialoogvenster Omslagmedia wordt weergegeven.
2 Als u identieke media voor voor- en achteromslagen wilt definiëren, schakelt u de optie
“Zelfde instellingen toepassen op voor- en achteromslag” in.
Als u aparte media-instellingen wilt definiëren voor voor- en achteromslagen, schakelt u de
optie Vooromslag of Achteromslag in.
3 Definieer Tabverschuiving zoals gewenst.
4 Kies andere instellingen naar wens.
5 Selecteer uw gewenste media in het menu Paper Catalog.
6U kunt ook klikken op de knop Details of Selecteren om het venster Paper Catalog te openen,
de gewenste media selecteren en op OK klikken.
Zie “Paper Catalog” op pagina 44 voor meer informatie over Paper Catalog.
7 Klik op OK om terug te gaan naar het dialoogvenster Gemengde media.
De instellingen voor voor-/achteromslagen hebben voorrang op instellingen die worden
gedefinieerd in het dialoogvenster Pagina/Paginabereik media.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION
29
MEDIA DEFINIËREN VOOR SPECIFIEKE PAGINAS
1 Klik in het dialoogvenster Gemengde media op Nieuw paginabereik.
Het dialoogvenster Pagina/Paginabereik media wordt weergegeven.
2Typ pagina’s en paginabereiken als door komma gescheiden waarden (bijvoorbeeld:
3,9–14,18).
3 Kies andere instellingen naar wens.
Als u een nieuwe mediasoort toewijst aan de achterzijde van een vel dat dubbelzijdig wordt
afgedrukt, wordt een blanco pagina ingevoegd zodat de inhoud van de toegewezen pagina op
de voorzijde van het volgende vel wordt afgedrukt.
4 Selecteer uw gewenste media in het menu Paper Catalog.
5U kunt ook klikken op de knop Details of Selecteren om het venster Paper Catalog te openen,
de gewenste media selecteren en op OK klikken.
Zie “Paper Catalog” op pagina 44 voor meer informatie over Paper Catalog.
6 Klik op Definitie toevoegen na elke media-instelling die u definieert.
7 Klik op Sluiten om terug te gaan naar het dialoogvenster Gemengde media.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION
30
BLANCO PAGINAS INVOEGEN
1 Klik in het dialoogvenster Gemengde media op Nieuw tussenvel.
Het dialoogvenster Blanco invoegen wordt weergegeven.
2 Geef aan of u de blanco pagina wilt invoegen vóór of na de doelpagina. Definieer de
doelpagina als de eerste of laatste pagina in het document of als een pagina met een
specifiek nummer.
3 Kies andere instellingen naar wens.
4 Selecteer uw gewenste media in het menu Paper Catalog.
5U kunt ook klikken op de knop Details of Selecteren om het venster Paper Catalog te openen,
de gewenste media selecteren en op OK klikken.
Zie “Paper Catalog” op pagina 44 voor meer informatie over Paper Catalog.
6 Klik op Invoegen na elke blanco pagina die u definieert.
7 Klik op Sluiten om terug te gaan naar het dialoogvenster Gemengde media.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION
31
Tabbladen invoegen
Met de functie Tabbladen invoegen kunt u automatisch tabbladen in een taak invoegen. Met
deze functie beschikt u over diverse formaten en soorten tabbladen. De gebruikers kunnen
tekst op het tabblad invoegen en tekstattributen per taak wijzigen.
De functie Tabbladen invoegen wordt geopend vanuit het dialoogvenster Gemengde media en
maakt deel uit van het Productie-afdrukpakket. Zie “Tabbladen invoegen op pagina 51 voor
meer informatie.
Papier/lade-koppeling
De functie Papier/lade-koppeling is beschikbaar in Command WorkStation en maakt het
mogelijk een ingang van de papiercatalogus toe te wijzen aan een lade van het afdrukapparaat.
Wanneer u deze functie gebruikt, voert het afdrukapparaat automatisch de toegewezen
specifieke media van de papiercatalogus in voor een taak die een bepaalde ingang van de
papiercatalogus gebruikt.
Media toewijzen aan een lade
Wanneer u media in uw afdrukapparaat plaatst, moet u de functie Papier/lade-koppeling
gebruiken om de media te definiëren die u wilt toewijzen aan de laden van uw
afdrukapparaat.
Paper Catalog filtert de weergegeven ingangen voor elke lade op basis van de
papiereigenschappen die worden gemeld door de afdrukserver.
MEDIA TOEWIJZEN AAN EEN LADE
1 Kies in het hoofdvenster van Command WorkStation Server>Papier/lade-koppeling.
Als u bent aangemeld als beheerder, kunt u ook naar Server>Paper Catalog>Tools
(Extra)>Papier/lade-koppeling gaan.
Alle geïnstalleerde laden worden weergegeven in het hoofdvenster van Papier/lade-koppeling.
2 Plaats de cursor op een lade om de details van de ladekoppeling weer te geven. Als een lade
niet is toegewezen, wordt “Niet toegewezen” weergegeven. Een lade die is toegewezen geeft
een overzicht van de ingang van de papiercatalogus weer.
3 Klik op een lade in de lijst links.
Alle beschikbare ingangen worden weergegeven voor die lade. Als de lade geen
papiercatalogusinformatie herkent, wordt de volledige papiercataloguslijst weergegeven.
4 Selecteer één ingang van de papiercatalogus.
5 Klik op OK.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION
32
De mediastatus in een lade controleren
Als uw afdrukapparaat het melden van medianiveaus in elke lade ondersteunt, kunt u de
status controleren vanuit het venster Papier/lade-koppeling.
DE MEDIASTATUS IN EEN LADE CONTROLEREN
1 Kies in het hoofdvenster van Command WorkStation Server>Papier/lade-koppeling.
Voor elke lade wordt de hoeveelheid geplaatste media weergegeven, uitgedrukt in percentage.
2 Klik op Annuleren om het venster te sluiten en geen wijzigingen aan te brengen in de Papier/
lade-koppeling.
Problemen oplossen: taken worden afgedrukt met verkeerde media
Controleer of de juiste ingang van de papiercatalogus is gekoppeld met de juiste lade van het
afdrukapparaat.
Als een ingang van de papiercatalogus die is gekoppeld met een lade niet wordt bijgewerkt
wanneer de media in de lade worden vervangen, wordt de taak afgedrukt met de geplaatste
media.
Controleer of de gewenste ingang van de papiercatalogus die is gekoppeld met uw taak niet is
verwijderd.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION
33
Virtuele printers
Met virtuele printers beschikken gebruikers over een methode om af te drukken naar de
Fiery EXP8000/50 met vooraf gedefinieerde instellingen om de afdruktaak te configureren.
De beheerder van de Fiery EXP8000/50 kan virtuele printers en wachtrijen instellen en deze
publiceren zodat gebruikers toegang hebben tot deze printers via het netwerk. De SMB-,
LPR- en FTP-services worden ondersteund.
OPMERKING: Standaard zijn reeds drie virtuele printers ingesteld die overeenkomen met de
wachtrijen afdrukken, blokkeren en direct. Deze virtuele printers kunnen niet worden
gewijzigd.
De beheerder geeft taakinstellingen voor de virtuele printer op. De beheerder kan een
inslagsjabloon toepassen op een virtuele printer. Inslaginstellingen krijgen voorrang op de
instellingen van de taakeigenschappen.
De beheerder van de Fiery EXP8000/50 kan de beschikbare virtuele printers en gepubliceerde
wachtrijen bekijken, een virtuele printer publiceren en een virtuele printer verwijderen,
dupliceren of bewerken.
Als u virtuele printers wilt configureren, moet u aangemeld zijn met beheerdersbevoegdheden.
EEN VIRTUELE PRINTER CONFIGUREREN
1 Kies in het menu Server van Command WorkStation de optie Virtuele printers.
2 Klik op Nieuw.
3 Geef de volgende instellingen op:
Naam virtuele printer: typ een alfanumerieke naam.
Opmerkingen: voeg commentaar toe om de virtuele printer te helpen definiëren voor de
gebruiker, bijvoorbeeld “dubbelzijdige bedrijfsbrochure”.
Bezig met afdrukken: selecteer een van de standaardacties van de Fiery EXP8000/50 die
beschikbaar zijn vanuit Command WorkStation, zoals Blokkeren, Verwerken en
blokkeren, Afdrukken en Afdrukken en blokkeren.
Aangepaste taakeigenschappen gebruiken: Open en kies Taakeigenschappen.
Inslaginstellingen toepassen: Open en kies Inslaginstellingen.
4 Klik op OK.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION
34
VIRTUELE PRINTERS BEHEREN
1 Kies Server>Virtuele printers.
2 Selecteer een virtuele printer in de lijst en klik op Bewerken, Dupliceren of Verwijderen.
OPMERKING: Wanneer een virtuele printer is gemaakt, kan zijn naam niet meer worden
gewijzigd, hoewel de afdrukinstellingen wel kunnen worden gewijzigd.
Afdrukken naar een virtuele printer via SMB
Virtuele printers worden gepubliceerd op het netwerk. Volg de onderstaande procedure als u
met behulp van SMB vanaf een clientcomputer wilt afdrukken naar een gepubliceerde
virtuele printer.
AFDRUKKEN NAAR EEN VIRTUELE PRINTER VIA SMB
1 Klik met de rechtermuisknop op Netwerkomgeving of Mijn netwerklocaties en klik op
Computer zoeken of Zoeken naar computers.
2Typ de naam van de Fiery EXP8000/50 die u zoekt en klik op Nu zoeken.
Neem contact op met de netwerkbeheerder als u de Fiery EXP8000/50 niet kunt vinden.
3 Dubbelklik op de naam van de Fiery EXP8000/50 om gepubliceerde virtuele printers weer te
geven.
4 Dubbelklik op de virtuele printer waarmee u verbinding wilt maken.
U moet het printerstuurprogramma van de dvd met gebruikerssoftware installeren zoals
beschreven in Afdrukken uit Windows.
De virtuele printer wordt weergegeven in Instellingen > Printers en faxapparaten.
Afdrukken naar een virtuele printer via LPR onder Windows
Als u vanaf een clientcomputer via een LPR-verbinding onder Windows wilt afdrukken naar
een virtuele printer, moet u een standaard-TCP/IP-poort voor afdrukken via LPR
configureren en de stuurprogrammas voor de Fiery EXP8000/50 installeren. Selecteer tijdens
het configureren van de poort LPR als protocol en typ de naam van de virtuele printer als
wachtrijnaam.
Zie Afdrukken uit Windows voor meer informatie.
Afdrukken naar een virtuele printer via LPR onder Mac OS
Als u vanaf een clientcomputer via een LPR-verbinding onder Mac OS wilt afdrukken naar
een virtuele printer, volgt u de instructies voor het instellen van de Fiery EXP8000/50 onder
Mac OS X voor afdrukken via IP. Voer bij Wachtrijnaam de naam van de virtuele printer in.
Raadpleeg Afdrukken uit Mac OS voor meer informatie.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION
35
Afdrukken naar een virtuele printer via FTP
Als de beheerder over FTP-services beschikt, kan de Fiery EXP8000/50 fungeren als een FTP-
server. Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie over de instellingen.
Als u naar een virtuele printer wilt afdrukken via FTP, gebruikt u uw FTP-clientsoftware en
maakt u op dezelfde wijze als bij elke andere FTP-server verbinding met de Fiery EXP8000/
50. Vraag uw netwerkbeheerder om de volgende informatie:
IP-adres of DNS-naam van de Fiery EXP8000/50
•Gebruikersnaam en wachtwoord, indien vereist
•De naam van de virtuele printer
Raadpleeg Afdrukken uit Windows of Afdrukken uit Mac OS voor meer informatie over
afdrukken via FTP.
Afdrukvoorbeeld
Met Afdrukvoorbeeld kunt u accurate kleurenafdrukvoorbeelden van afdruktaken bekijken
op een monitor.
Zie Graphic Arts Package voor meer informatie over het gebruik van de functie
Afdrukvoorbeeld.
ImageViewer
Als het Graphic Arts Package, Premium Edition is geïnstalleerd en ingeschakeld op de
Fiery EXP8000/50, kunt u ImageViewer gebruiken om taken te bekijken en te bewerken. Zie
Graphic Arts Package voor meer informatie over het gebruik van ImageViewer.
Graphic Arts Package, Premium Edition, is standaard voor de Fiery EXP8000 en optioneel
voor de Fiery EXP50.
OPMERKING: Indien ImageViewer beschikbaar is, vervangt dit programma het
standaardvoorbeeldvenster voor weergave op volledig scherm dat wordt beschreven in de
Command WorkStation Help.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION
36
Problemen oplossen
Raadpleeg de volgende secties bij het oplossen van elementaire verbindings- en
softwareproblemen met Command WorkStation. Raadpleeg Command WorkStation Help
voor aanvullende informatie over het oplossen van problemen.
Command WorkStation kan geen verbinding maken met de
Fiery EXP8000/50
Als u geen verbinding kunt maken met de Fiery EXP8000/50 of de Fiery EXP8000/50 niet
kunt vinden vanaf uw computer, neemt u contact op met de netwerkbeheerder. Mogelijk
moet de beheerder uw netwerkverbindingen controleren en de instellingen op de servers
bekijken waarop u afdrukt. Als er instellingen zijn gewijzigd, kan het nodig zijn de
Fiery EXP8000/50 opnieuw te configureren (zie Configuratie en instellingen).
Als u verbinding kunt maken met de Fiery EXP8000/50 via een ander hulpprogramma, moet
u mogelijk de verbinding van Command WorkStation met de Fiery EXP8000/50 opnieuw
configureren (zie pagina 19).
Als u de Fiery EXP8000/50 hebt geconfigureerd en clientcomputers en netwerkservers hebt
ingesteld volgens de instructies in Configuratie en instellingen, drukt u een testpagina af. Als u
wel de testpagina kunt afdrukken, maar nog steeds geen document kunt afdrukken vanaf een
externe computer, moet u de netwerkbeheerder vragen de netwerkverbinding te controleren.
Als u geen verbinding kunt maken en geen testpagina kunt afdrukken, kijkt u op de digitale
pers voor informatie over de fout.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION
37
Command WorkStation reageert niet
Gebruik de volgende richtlijnen voor het oplossen van problemen als Command WorkStation
niet reageert.
ALS DE VENSTERS VAN COMMAND WORKSTATION NIET WORDEN BIJGEWERKT
1 Meld u af en sluit vervolgens Command WorkStation af.
2 Start Command WorkStation opnieuw of start de computer opnieuw op.
Als de vensters van Command WorkStation niet worden bijgewerkt of als geen taken worden
weergegeven en u de muis niet kunt gebruiken (u kunt geen taak of venster selecteren, een
opdracht in een snelmenu gebruiken of een menuopdracht kiezen), betekent dit dat de
Fiery EXP8000/50 offline is of dat de netwerkcommunicatie is mislukt.
COMMAND WORKSTATION GEFORCEERD AFSLUITEN
1 Druk op Ctrl-Alt-Delete en gebruik Programmabeheer om Command WorkStation te sluiten.
2 Maak vervolgens de netwerkkabel van de Fiery EXP8000/50 los, sluit de kabel weer aan en
probeer vervolgens een test- of configuratiepagina af te drukken.
3 Als dit niet lukt, moet u de Fiery EXP8000/50 opnieuw starten.
IMPOSE
38
IMPOSE
Impose is een hulpprogramma dat u opent vanuit Command WorkStation,
Windows Edition. Met Impose kunt u het volgende doen:
•Inslagfuncties toepassen op taken voor aangepast afdrukken, binden en bijsnijden
•Inslagfuncties toepassen op taken met variabele gegevens
•De ingeslagen taak opslaan als PDF-bestand
Impose installeren en inschakelen
In de volgende secties wordt beschreven hoe u Impose moet installeren en inschakelen.
Impose installeren
De Impose-software wordt automatisch geïnstalleerd als u Command WorkStation, Windows
Edition installeert vanaf de dvd met gebruikerssoftware.
Probeer Impose niet handmatig te installeren vanaf de dvd met gebruikerssoftware (door
Setup.exe te starten vanuit de map Impose). Impose wordt automatisch geïnstalleerd wanneer
u Command WorkStation installeert. Als u Impose afzonderlijk installeert vanaf Command
WorkStation, kan dit onvoorspelbare resultaten opleveren.
Om Impose in te schakelen op een clientwerkstation, moet u het volgende doen:
•Adobe Acrobat en de invoegtoepassing Enfocus PitStop installeren.
OPMERKING: De cd(’s) Adobe Acrobat en Enfocus PitStop maken deel uit van het Impose-
mediapakket.
•Installeer de softwarebeveiligingssleutel (dongle) voor Impose op de juiste poort van
het clientwerkstation.
Als u vaststelt dat er al een dongle is geïnstalleerd op het werkstation, is Impose reeds
ingeschakeld en klaar voor gebruik. Raadpleeg de documentatie bij de Impose-kit als de
dongle niet is geïnstalleerd. U kunt Impose zonder dongle in de demonstratiemodus
gebruiken. In demonstratiemodus kunt u documenten inslaan en opslaan, maar krijgt alle
afgedrukte materiaal een watermerk met “Demo”.
OPMERKING: De beveiligingssleutel (dongle) kan van het type parallelle poort of USB zijn.
Raadpleeg de documentatie in het Impose-pakket voor meer informatie.
IMPOSE
39
Adobe Acrobat en Enfocus PitStop installeren
Als u Impose wilt gebruiken, moet u Acrobat en PitStop (een invoegtoepassing voor Acrobat
voor gebruik met Impose) installeren met de installatieprogrammas voor Adobe Acrobat en
Enfocus PitStop die bij uw Impose-pakket worden geleverd. Impose wordt geïnstalleerd
wanneer u Command WorkStation installeert en wordt geopend uit Command WorkStation.
OPMERKING: Als Acrobat na Command WorkStation wordt geïnstalleerd, kan het zijn dat u
Command WorkStation opnieuw moet starten om Impose te kunnen gebruiken.
Raadpleeg voor meer informatie over Acrobat het bestand ReadMe (Leesmij) in de map
Acrobat op de cd(’s) met Adobe Acrobat/Enfocus PitStop.
Wij adviseren u de bij uw Impose-pakket geleverde versie van Acrobat te installeren en
eventuele andere op uw computer geïnstalleerde versies van Acrobat te verwijderen.
ADOBE ACROBAT 7.0 EN PITSTOP 6.5.2 INSTALLEREN
1Verwijder alle versies van Acrobat die momenteel zijn geïnstalleerd op uw computer.
•Sluit alle geopende toepassingen af.
•Volg de instructies van Windows voor het verwijderen van programmas.
Zorg dat u niet alleen de hoofdmap van de toepassing maar ook de bijbehorende map Acrobat
verwijdert. Deze bevindt zich standaard in C:\Program Files\Common Files\Adobe. (De
precieze letter van het station kan verschillen volgens de computer.)
2 Start de computer opnieuw nadat u oudere versies van Acrobat hebt verwijderd.
3 Sluit alle momenteel geopende toepassingen af.
4 Plaats de cd met Adobe Acrobat/Enfocus PitStop in het cd-rom- of dvd-station.
5 Als het installatieprogramma niet automatisch start, bladert u naar de locatie van het cd-
rom- of dvd-station en dubbelklikt u op het pictogram Setup.exe.
OPMERKING: Gebruik alleen Setup.exe in het hoofdniveau van de cd. Blader niet in een van de
mappen op de cd. Als u setup.exe uitvoert vanuit de map Runtime, kan dit leiden tot een
onvolledige installatie met systeemproblemen tot gevolg.
6 Als u eraan herinnerd wordt dat u alle toepassingen moet afsluiten, klikt u op Ja.
7Zorg op het volgende installatiescherm dat “Adobe Acrobat” en “PitStop” allebei
geselecteerd zijn en klik op Volgende.
Het installatieprogramma begint met het kopiëren van softwarebestanden naar de computer
en geeft voortgangsbalken weer. Wacht tot het kopiëren is voltooid.
8 Als u het bericht ziet dat de installatie geslaagd is, klikt u op OK.
9 Op het volgende scherm klikt u op Voltooien.
Als de nieuwste versie van Command WorkStation al op het werkstation geïnstalleerd is, is
Impose nu volledig klaar. Als Command WorkStation nog niet geïnstalleerd is, installeert u
Command WorkStation zoals beschreven op pagina 18.
IMPOSE
40
Impose gebruiken
Volledige instructies met betrekking tot het gebruik van Impose kunt u vinden in de Help bij
Command WorkStation, Windows Edition.
DE HELP BIJ IMPOSE OPENEN
1 Start Command WorkStation, Windows Edition.
2 Kies Help in het menu Help.
3 Gebruik de deelvensters Inhoud, Index of Zoeken om de Help-onderwerpen voor Impose te
bekijken.
PRODUCTIE-AFDRUKPAKKET
41
PRODUCTIE-AFDRUKPAKKET
Het Productie-afdrukpakket (Production Printing Package, standaard voor de Fiery
EXP8000, verkrijgbaar als optie voor de Fiery EXP50) biedt Fiery EXP8000/50-operators (of
gebruikers met de bevoegdheid van Operator of Beheerder) diverse bijkomende functies om
de afdrukwerkstroom van taken op de Fiery EXP8000/50 te controleren en te beheren. Alle
functies zijn toegankelijk vanuit Command WorkStation, WindowsEdition. Afdrukken
plannen en Preflight zijn ook beschikbaar vanuit Command WorkStation, Macintosh
Edition. De beschikbare bijkomende functies zijn:
Compose
•Paper Catalog
•Preflight (ook beschikbaar vanuit Command WorkStation, Macintosh Edition)
•Taken opnieuw ordenen
•Onderbreken bij verkeerde combinatie
•Versneld afdrukken
Afdrukken plannen (ook beschikbaar vanuit Command WorkStation, Macintosh Edition)
•Tabbladen invoegen (ook beschikbaar vanuit Command WorkStation, Macintosh Edition)
•Quick Doc Merge
•Microsoft Office-filters voor Hot Folders
PRODUCTIE-AFDRUKPAKKET
42
Productie-afdrukpakket installeren
Productie-afdrukpakket wordt geïnstalleerd samen met Command WorkStation en wordt,
indien ondersteund, ingeschakeld op de Fiery EXP8000/50. De functies zijn alleen
beschikbaar in Command WorkStation wanneer het clientwerkstation is aangesloten op de
Fiery EXP8000/50 waarop de functies van Productie-afdrukpakket zijn ingeschakeld.
OPMERKING: Productie-afdrukpakket is standaard voor de Fiery EXP8000 en optioneel voor
de Fiery EXP50.
U moet het Productie-afdrukpakket op de Fiery EXP8000/50 inschakelen en Compose
activeren met een afzonderlijke dongle op elk clientwerkstation waarop u Compose wilt
gebruiken. Het Productie-afdrukpakket moet geactiveerd zijn voor u Compose activeert.
Raadpleeg de documentatie die is meegeleverd met het Productie-afdrukpakket voor meer
informatie over het inschakelen van het Productie-afdrukpakket. Raadpleeg de documentatie
die is meegeleverd met het Compose-pakket voor meer informatie over het inschakelen van
Compose.
OPMERKING: Een geautoriseerde onderhoudsdienst/servicemonteur moet het Productie-
afdrukpakket inschakelen op de Fiery EXP8000/50. De gebruiker wijzigt de installeerbare
opties in het printerstuurprogramma. Raadpleeg de geautoriseerde onderhoudsdienst/
servicemonteur voor meer informatie.
Raadpleeg “Command WorkStation, Windows Edition installeren op pagina 18 voor meer
informatie over het installeren van Command WorkStation, Windows Edition. Raadpleeg
“Configureren van de verbinding met de Fiery EXP8000/50” op pagina 19 voor meer
informatie over het configureren van Command Workstation.
Raadpleeg “Command WorkStation, Macintosh Edition installeren op pagina 60 voor meer
informatie over het installeren van Command WorkStation, Macintosh Edition. Raadpleeg
“Configureren van de verbinding met de Fiery EXP8000/50” op pagina 61 voor meer
informatie over het configureren van Command Workstation.
Volledige instructies met betrekking tot het gebruik van de standaardfuncties van Command
WorkStation kunt u vinden in de Command WorkStation Help. Raadpleeg “De Command
WorkStation Help openen op pagina 22 voor instructies over het openen van de Command
WorkStation, Windows Edition Help. Raadpleeg “De Command WorkStation Help openen
op pagina 64 voor instructies over het openen van de Command WorkStation Help,
Macintosh Edition.
PRODUCTIE-AFDRUKPAKKET
43
Werken met het Productie-afdrukpakket
Hierna wordt beschreven hoe u toegang krijgt tot de functies van het Productie-afdrukpakket
en hoe u ze kunt gebruiken.
Compose
Met de toepassing Compose kunt u de subhoofdstukken voor een taak definiëren,
paginabereiken afdrukken op verschillende soorten media, lege media tussen paginas
toevoegen en tabbladen met tekst invoegen. U kunt ook voorbeelden van taken bekijken in de
vorm van miniaturen of op volledige schermgrootte en documenten bewerken met Acrobat en
PitStop.
Op elk werkstation dat Compose gebruikt moet een speciale dongle worden geïnstalleerd.
Raadpleeg de documentatie bij het Compose-pakket voor meer informatie over de dongle en
zijn installatie.
Om Compose te gebruiken, moet u bovendien Acrobat en PitStop op het clientwerkstation
installeren. Bij het Compose-pakket worden installatieprogrammas voor Acrobat en PitStop
geleverd. Raadpleeg de documentatie bij het Compose-pakket of “Adobe Acrobat en Enfocus
PitStop installeren op pagina 39 voor meer informatie over de installatie van Acrobat en
PitStop.
Raadpleeg de Compose Help voor volledige instructies over het gebruik van Compose.
COMPOSE EN COMPOSE HELP OPENEN
1 Selecteer een taak met de status In wachtrij/Geblokkeerd in het venster Actieve taken en
kies Compose in het menu Acties of klik met de rechtermuisknop op de taak en kies Compose
in het menu dat wordt weergegeven.
2 Kies Help in het menu Help.
Als u over de functie Compose beschikt, raden wij u aan deze te gebruiken in plaats van
Gemengde media.
PRODUCTIE-AFDRUKPAKKET
44
Paper Catalog
Paper Catalog is een op het systeem gebaseerde magazijndatabase die kenmerken kan opslaan
van alle media die beschikbaar zijn voor afdrukken op de Fiery EXP8000/50. U kunt dan
kiezen uit de lijst van media in de database voor uw taak.
U kunt Paper Catalog openen op een van de volgende manieren:
Command WorkStation
Compose
•Instellingen gemengde media
•Taakeigenschappen
•Hot Folders
•Printerstuurprogramma (zie Afdrukopties)
Hierna wordt beschreven hoe u Paper Catalog kunt openen en gebruiken vanuit elk van deze
interfaces.
PAPER CATALOG OPENEN IN COMMAND WORKSTATION
Om Paper Catalog te openen in Command WorkStation, selecteert u een in wachtrij
geplaatste/geblokkeerde taak in het venster Actieve taken en kiest u Paper Catalog in het
menu Server.
Open de helpfunctie van Paper Catalog vanuit het menu Paper Catalog Help of druk op de
F1-toets van het toetsenbord voor meer informatie over het gebruik van Paper Catalog. Alleen
beheerders kunnen ingangen en instellingen van Paper Catalog configureren en bewerken.
PAPER CATALOG OPENEN IN COMPOSE
Selecteer een taak met de status In wachtrij/Geblokkeerd in het venster Actieve taken en
kies Compose in het menu Acties. Kies Paper Catalog in het menu Bestand van Compose.
Zie de helpfunctie van Compose voor meer informatie over het gebruik van Compose. De
Help van Compose bevat ook informatie over het toepassen van ingangen van Paper Catalog
op uw taak.
PRODUCTIE-AFDRUKPAKKET
45
PAPER CATALOG OPENEN VIA INSTELLINGEN GEMENGDE MEDIA
1 Selecteer een taak met de status In wachtrij/Geblokkeerd in het venster Actieve taken en
kies Eigenschappen in het menu Acties van Command Workstation.
2 Klik op het pictogram Media en schuif naar Gemengde media. Klik indien nodig op de pijl om
het venster Gemengde media weer te geven.
3 Selecteer in het venster Omslag definiëren, Nieuw paginabereik of Nieuw tussenvel uw
gewenste media in de lijst Paper Catalog.
4U kunt ook klikken op de knop Details of Selecteren om het venster Paper Catalog te openen,
de gewenste media selecteren en op OK klikken.
Zie “Gemengde media op pagina 25 voor meer informatie over het gebruik van Instellingen
gemengde media.
PAPER CATALOG OPENEN VIA TAAKEIGENSCHAPPEN
1 Selecteer een taak met de status In wachtrij/Geblokkeerd in het venster Actieve taken en
kies Eigenschappen in het menu Acties van Command Workstation.
2 Klik in het dialoogvenster Taakeigenschappen op het pictogram Media en selecteer
vervolgens de gewenste media in de vervolgkeuzelijst Paper Catalog.
3U kunt ook klikken op Details of Selecteren om het venster Paper Catalog te openen, de
gewenste media selecteren en op OK klikken.
4 Klik op OK in het venster Taakeigenschappen.
Het gekozen medium wordt weergegeven in het gedeelte Media.
PAPER CATALOG OPENEN VIA HOT FOLDERS
1 Selecteer Taakinstellingen in het dialoogvenster Mapeigenschappen en klik op Definiëren.
2 Klik in het dialoogvenster Taakeigenschappen op het pictogram Media en selecteer
vervolgens de gewenste media in de vervolgkeuzelijst Paper Catalog.
3U kunt ook klikken op Details of Selecteren om het venster Paper Catalog te openen, de
gewenste media selecteren en op OK klikken.
4 Klik op OK om terug te gaan naar het venster Eigenschappen van Hot Folders.
PRODUCTIE-AFDRUKPAKKET
46
Preflight
De preflight-functie voert een eenvoudige controle uit op de meest voorkomende
foutgebieden. Deze controle zorgt ervoor dat de taak met succes en met de verwachte kwaliteit
wordt afgedrukt op het gekozen afdrukapparaat.
OPMERKING: Deze functie is beschikbaar vanuit Command WorkStation op zowel Windows-
als Mac OS X-computers.
PREFLIGHT-CONTROLE UITVOEREN VOOR EEN TAAK
1 Selecteer een taak met de status In wachtrij/Geblokkeerd in het venster Actieve taken en
kies Acties>Preflight.
2 Stel een kennisgevingsniveau in voor elke fout of gebruik de standaard Voorkeuze.
Zie “Preflight-controles instellen op pagina 47 en “Kennisgevingsniveaus instellen op
pagina 47 voor meer informatie.
3 Klik op Opslaan om de instellingen op te slaan als een nieuwe voorkeuze als u ze later
opnieuw wilt gebruiken.
4 Klik op Preflight om de Preflight-controle uit te voeren.
5 Klik op Opslaan om het rapport op te slaan als PDF-bestand.
6 Klik op Rapport afdrukken om het rapport af te drukken.
7 Klik op Preflight om de Preflight-controle te herhalen.
8 Klik op Sluiten om Preflight af te sluiten.
Ondersteunde bestandsindelingen voor Preflight
De volgende bestandsindelingen worden ondersteund voor Preflight:
•PostScript
•Adobe Acrobat PDF
EPS
PPML
VPS
OPMERKING: TIFF wordt niet ondersteund voor Preflight-controles.
PRODUCTIE-AFDRUKPAKKET
47
Preflight-controles instellen
U kunt de volgende Preflight-controles instellen:
Lettertypen: wanneer ze ontbreken en wanneer ze worden vervangen
Steunkleuren: wanneer ze ontbreken
Afbeeldingen met lage resolutie: wanneer de resolutie van een afbeelding lager is dan de
opgegeven dpi
VDP-hulpbronnen: wanneer geen bronnen worden gevonden
U kunt een Preflight-controle instellen voor afzonderlijke VDP-bronnen.
Harlijnen: wanneer de lijnbreedte lager is dan de opgegeven puntgrootte
Overdruk: wanneer overdruk wordt gevonden
PostScript: wanneer een PostScript-fout wordt gevonden
Preflight beëindigen bij eerste fout: wanneer een fout wordt gevonden
Kennisgevingsniveaus instellen
Voor elke Preflight-categorie kunt u een kennisgevingsniveau opgeven:
Kritiek: markeert fouten met het pictogram Kritiek .
Waarschuwing: markeert fouten met het pictogram Waarschuwing .
Informatie: markeert fouten met het pictogram Informatie en geeft informatie.
Negeren: slaat de controle van de desbetreffende categorie over.
Een categorie zonder fouten wordt gemarkeerd met het pictogram In orde ( ).
PRODUCTIE-AFDRUKPAKKET
48
Taken opnieuw ordenen
De Fiery EXP8000/50 verwerkt batches van geselecteerde taken en drukt deze af in de
volgorde die wordt bepaald door de positie van de taak in de wachtrij. Met de functie Taken
opnieuw ordenen kunt u de prioriteit bij het verwerken en afdrukken van taken sturen door
de volgorde in de takenwachtrij te wijzigen. Wanneer u taken naar voren verplaatst in de
wachtrij, krijgen deze taken een hogere prioriteit dan de overige taken op de Fiery EXP8000/
50.
Zo kunt u bijvoorbeeld de volgorde in de wachtrij wijzigen om taken met vergelijkbare
afdrukopties, zoals media- of ladeselecties, te groeperen. Als u de taken selecteert en de
opdracht Afdrukken toepast, worden batches van taken met vergelijkbare opties samen
afgedrukt.
U kunt alleen taken opnieuw ordenen als u zich als beheerder hebt aangemeld bij de
Fiery EXP8000/50.
TAKEN OPNIEUW ORDENEN
1 Kies Taken opnieuw ordenen in het menu Server.
Het dialoogvenster Taken opnieuw ordenen wordt weergegeven.
2 Klik op het tabblad voor het type taak dat u opnieuw wilt ordenen.
De Fiery EXP8000/50 ondersteunt het opnieuw ordenen van taken met de status In wachtrij/
Geblokkeerd, taken met de status Verwerkt/Geblokkeerd en taken die wachten op
verwerking.
3 Selecteer de taak of taken die u opnieuw wilt ordenen.
Houd Ctrl ingedrukt en klik om meerdere taken te selecteren. Houd Shift ingedrukt en klik
om een reeks taken te selecteren.
PRODUCTIE-AFDRUKPAKKET
49
4Orden de geselecteerde taak of taken opnieuw.
U kunt de prioriteit van de taak verhogen of verlagen door op de knop Omhoog of Omlaag te
klikken. U kunt de taak of taken de hoogste of laagste prioriteit geven door op de knop
Bovenaan of Onderaan te klikken.
Taken boven aan de lijst hebben een hogere prioriteit dan taken onder aan de lijst.
5 Als u klaar bent met het definiëren van de volgorde, klikt u op Gereed.
Verkeerde combinatie in taak
Wanneer Verkeerde combinatie in taak is ingeschakeld, detecteert de Fiery EXP8000/50 of
een taak kan worden afgedrukt op basis van de media die beschikbaar zijn op de digitale pers.
Als het medium niet beschikbaar is, wordt de taak verwijderd uit de lijst van momenteel
afgedrukte taken, zodat verder kan worden gegaan met het afdrukken van de overige taken.
Verkeerde combinatie in taak is ingeschakeld in Serverinstellingen. Zie Configuratie en
instellingen voor meer informatie.
In de Setup kan de beheerder Verkeerde combinatie in taak als volgt instellen:
•Een taak met een verkeerde combinatie annuleren, zodat de taak wordt verplaatst naar de
wachtrij Afgedrukt met een fout die beschrijft welk medium moet worden geplaatst.
•Een taak met een verkeerde combinatie onderbreken, zodat de taak de status onderbroken
krijgt met een fout die beschrijft welk medium moet worden geplaatst.
•Een time-out instellen die bepaalt hoe lang de taak wacht op het plaatsen van het juiste
medium.
Versneld afdrukken
Met de functie Versneld afdrukken kunt u een taak onmiddellijk afdrukken en krijgt de taak
voorrang boven andere taken in de afdrukwachtrij. Om een taak versneld af te drukken, moet
u de taak eerst in de blokkeringswachtrij plaatsen en vervolgens Versneld afdrukken selecteren
in het menu Acties.
De volgende beperkingen zijn van toepassing:
•U kunt geen afdruktaak met slechts één set onderbreken. Bij het afdrukken van variabele
gegevens of andere taken die worden gescheiden op basis van records, kunt u de taak
onderbreken tussen de records.
•U kunt geen taak onderbreken die zich in het verwerkingsproces bevindt.
•U kunt geen andere versnelde afdruktaak onderbreken.
PRODUCTIE-AFDRUKPAKKET
50
Afdrukken plannen
Met de functie Afdrukken plannen kunt u een specifieke datum en tijd instellen voor het
afdrukken van een taak. Deze functie is beschikbaar vanuit Command WorkStation op zowel
Windows- als Mac OSX-computers.
U kunt instellingen voor het plannen van het afdrukken van een taak toewijzen vanuit de
volgende gebieden:
•Printerstuurprogramma, alleen op een Windows-computer (zie Afdrukopties)
•Het venster Taakeigenschappen in Command WorkStation
•Het venster Actieve taken in Command WorkStation
Command WorkStation biedt u tevens de mogelijkheid te zoeken naar taken die zijn gepland
voor afdrukken.
In de onderstaande procedures wordt beschreven hoe u Afdrukken plannen opent vanuit
Command WorkStation, Windows Edition. Zie pagina 69 om Afdrukken plannen te openen
vanuit Command WorkStation, Macintosh Edition.
EEN TAAK PLANNEN VOOR AFDRUKKEN VANUIT HET VENSTER ACTIEVE TAKEN
1 Selecteer een taak in het venster Actieve taken en kies Afdrukken plannen in het menu
Acties.
2 Geef in het dialoogvenster dat wordt weergegeven de datum en tijd op waarop u de taak wilt
afdrukken en klik op OK.
EEN TAAK PLANNEN VOOR AFDRUKKEN VANUIT HET VENSTER TAAKEIGENSCHAPPEN
1 Selecteer een taak in het venster Actieve taken en kies Eigenschappen in het menu Acties.
2 Klik op het pictogram Taakinfo en schuif naar Bestemming.
3 Selecteer Afdrukken plannen, geef de datum en tijd op waarop u de taak wilt afdrukken, geef
de bestemming op en klik op OK.
OPMERKING: Geef de geplande datum en tijd weer door een informatiekolom over het
geplande afdrukken toe te voegen in het venster Actieve taken. RaadpleegCommand
WorkStation Help voor meer informatie over het toevoegen van kolommen met informatie.
PRODUCTIE-AFDRUKPAKKET
51
GEPLANDE TAKEN ZOEKEN
Kies Geplande taken zoeken in het menu Bewerken.
De zoekresultaten worden weergegeven in een venster.
Tabbladen invoegen
Met de functie Tabbladen invoegen kunt u tabbladen maken en direct invoegen in
documenten. U kunt tekst invoeren voor elk tabblad en de plaats van het tabblad in het
document opgeven. Met deze functie beschikt u over diverse formaten en soorten tabbladen.
Tabbladen invoegen wordt alleen ondersteund als de digitale pers het afdrukken van
tabbladen ondersteunt.
OPMERKING: De functie Tabbladen invoegen wordt niet ondersteund voor ingeslagen taken.
OPMERKING: Wanneer u tellers configureert voor de digitale pers, worden bedrukte tabbladen
als zwart-witpaginas beschouwd, mits de kleuren zodanig zijn gekalibreerd dat puur zwarte
toner wordt gebruikt. Geroyeerde tabbladen worden niet als afgedrukte paginas beschouwd.
Tabblad invoegen is beschikbaar in het dialoogvenster Gemengde media. Zie pagina 25 en
pagina 65 voor meer informatie over het gebruik van andere functies van Gemengde media.
De afbeeldingen in de onderstaande procedure tonen een Windows-computer, maar de
procedures voor Windows en Mac OS X zijn gelijklopend.
TABBLADEN INVOEGEN
1 Selecteer of klik met de rechtermuisknop op een taak met de status In wachtrij/Geblokkeerd
in het venster Actieve taken en kies Compose in het menu Acties of dubbelklik op een taak.
2 Klik op het pictogram Media en schuif naar Gemengde media.
PRODUCTIE-AFDRUKPAKKET
52
3 Klik in het dialoogvenster Gemengde media op Nieuw tabblad.
Het dialoogvenster Tabblad invoegen wordt weergegeven.
4Voer het aantal tabbladen in een complete set tabbladen in bij “Aantal tabbladen in een set”.
Deze specificatie zorgt ervoor dat de tekst voor het tabblad op de juiste positie wordt
afgedrukt. Zo verschillen bijvoorbeeld de tabbladposities in een set van tien tabbladen van de
tabbladposities in een set van vijf tabbladen.
5 Kies andere instellingen voor het tabbladpapier indien gewenst.
De waarden bij Paginaformaat hebben betrekking op de afmetingen van het papier, inclusief
het gedeelte met de tab.
OPMERKING: De Fiery EXP8000/50 noch de digitale pers kunnen de tabbladposities
herkennen. Maak documenten en selecteer items zodanig dat het afdrukbeeld niet buiten het
tabbladgebied valt.
6 Selecteer uw gewenste media in de vervolgkeuzelijst Paper Catalog.
7U kunt ook klikken op Details of Selecteren om het venster Paper Catalog te openen, de
gewenste media selecteren en op OK klikken.
Zie pagina 44 voor meer informatie over Paper Catalog.
PRODUCTIE-AFDRUKPAKKET
53
8U kunt kenmerken voor de tabbladtekst opgeven door het aantal tabbladen in te voeren bij
Aantal in te voegen tabbladen” en op Invoegen te klikken.
9 Selecteer “Dezelfde tekstkenmerken toepassen op alle tabbladen” als u voor alle tabbladen
dezelfde tekstkenmerken wilt gebruiken.
10 Klik in het gedeelte Tekstkenmerken op de pijlen om de keuzelijsten voor lettertype, grootte,
tekstrotatie en tekstuitlijning weer te geven en selecteer de gewenste kenmerken in elke
lijst.
11 Geef aan waar u elk tabblad wilt invoegen in het document.
•Voer in het veld Pagina het paginanummer in waar u het tabblad wilt invoegen.
•Selecteer Voor om het tabblad in te voegen voor het paginanummer of klik op het
selectievakje om het uit te schakelen.
OPMERKING: Als u definieert dat een tabblad moet worden ingevoegd tussen een pagina met
een oneven nummer en een pagina met een even nummer in een taak voor dubbelzijdig
afdrukken, wordt het tabblad ingevoegd na de pagina met het oneven nummer op de eerste
pagina, terwijl de pagina met het even nummer wordt afgedrukt op het volgende vel.
12 Voer de gewenste tabbladtekst in voor elk tabblad in het veld Tabtekst.
Geef indien gewenst afzonderlijke tekstkenmerken op voor elk tabblad.
PRODUCTIE-AFDRUKPAKKET
54
13 Nadat u het definiëren van de tabbladtekst hebt voltooid, klikt u op OK om het
dialoogvenster Tabblad invoegen te sluiten.
In de lijst Definitie gemengde media van het dialoogvenster Gemengde media worden de
huidige tabbladinstellingen weergegeven.
14 Als u media-instellingen voor de tabbladen wilt wijzigen, selecteert u de tabbladbeschrijving
in de lijst Definitie gemengde media en klikt u op Bewerken.
15 U kunt uw instellingen voor het invoegen van tabbladen toepassen op het document door op
OK te klikken om het dialoogvenster Gemengde media en Taakeigenschappen te sluiten.
PRODUCTIE-AFDRUKPAKKET
55
Quick Doc Merge
De functie Quick Doc Merge stelt u in staat meerdere bestanden of taken samen te voegen,
zodat ze als één taak kunnen worden afgedrukt op de Fiery EXP8000/50.
De documenten moeten de indeling PostScript of PDF (Portable Document Format) hebben
om te kunnen worden samengevoegd tot één taak in Quick Doc Merge. Wanneer
documenten worden samengevoegd tot één taak op de Fiery EXP8000/50, krijgt de taak de
indeling VDP.
OPMERKING: Wanneer documenten worden samengevoegd tot een Quick Doc Merge-taak,
worden alle instellingen voor Taakeigenschappen voor de afzonderlijke documenten
overschreven en teruggezet op de standaardinstellingen van de Fiery EXP8000/50. U moet
Taakeigenschappen instellen nadat u de afzonderlijke documenten hebt gecombineerd tot één
Quick Doc Merge-taak.
QUICK DOC MERGE GEBRUIKEN
1U kunt Quick Doc Merge openen door een taak te selecteren in het venster Actieve taken en
met de rechtermuisknop te klikken of Quick Doc Merge te kiezen in het menu Acties.
De geselecteerde taak wordt weergegeven.
PRODUCTIE-AFDRUKPAKKET
56
U kunt ook Bestand> Importeren> Quick Doc Merge importeren kiezen.
Er worden geen geselecteerde taken weergegeven.
2 Klik op Toevoegen vanuit Netwerken om te bladeren naar de te importeren PostScript- of PDF-
bestanden en ze te selecteren.
Klik op Toevoegen vanuit Fiery om een lijst weer te geven van alle PostScript- en PDF-
bestanden in de blokkeringswachtrij op de Fiery EXP8000/50.
3Wanneer de taken die u hebt geselecteerd worden weergegeven, klikt u op Omhoog of Omlaag
om de volgorde waarin ze worden afgedrukt te wijzigen. Klik op Verwijderen om een taak te
verwijderen.
4 Kies of “Taakeigenschappen toepassen op elk document afzonderlijk” moet worden
geselecteerd.
Deze optie is van toepassing op de taakeigenschappen die u instelt na het maken en opslaan
van de Quick Doc Merge-taak. Zie “Taakeigenschappen toepassen op Quick Doc Merge-
taken op pagina 57 voor meer informatie.
5Typ een naam voor het samengevoegde document in het veld “QDM-taak opslaan als”.
6 Klik op Opslaan.
De taak wordt gemaakt en weergegeven in het venster Actieve taken.
7 Geef taakeigenschappen op voor de nieuwe Quick Doc Merge-taak.
PRODUCTIE-AFDRUKPAKKET
57
Taakeigenschappen toepassen op Quick Doc Merge-taken
Wanneer een Quick Doc Merge-taak wordt gemaakt, worden alle vorige taakeigenschappen
die zijn ingesteld voor de afzonderlijke documenten teruggezet op de standaardinstellingen
van de Fiery EXP8000/50. Na het maken en opslaan van de Quick Doc Merge-taak moet u
taakeigenschappen opgeven voor de taak. De optie “Taakeigenschappen toepassen op elk
document afzonderlijk” is van toepassing op deze taakeigenschappen.
Als u “Taakeigenschappen toepassen op elk document afzonderlijk” selecteert, worden de
taakeigenschappen afzonderlijk toegepast op elk document dat is samengevoegd tot de Quick
Doc Merge-taak. Als u de optie uitschakelt, worden de taakeigenschappen toegepast op de
Quick Doc Merge-taak als één enkele taak. De toegepaste instellingen, afhankelijk van het wel
of niet selecteren van deze optie, worden beschreven in de onderstaande tabel:
OPMERKING: Wanneer een Quick Doc Merge-taak wordt ingeslagen, stelt Impose het
paginaformaat voor de volledige taak in op basis van de eerste pagina van de Quick Doc
Merge-taak. Als de Quick Doc Merge-taak gemengde paginaformaten bevat, worden de
paginas met een ander formaat dan de eerste pagina ingeslagen alsof ze hetzelfde formaat
hadden als de eerste pagina (indien nodig wordt het beeld afgekapt).
Optie “Taakeigenschappen toepassen op elk document afzonderlijk”
Geselecteerd Niet geselecteerd
Afwerkingskenmerken Afzonderlijk toegepast op elk document Toegepast op de samengevoegde
taak als één taak
Dubbelzijdig
afdrukken
De eerste pagina van elk document
wordt afgedrukt op de voorzijde van
het vel
Dubbelzijdig afdrukken wordt
continu uitgevoerd in de
samengevoegde taak.
Instellingen gemengde
media
Afzonderlijk toegepast op elk document
in de samengevoegde taak
Toegepast op de samengevoegde
taak als één taak
Inslag Elk document wordt behandeld als een
afzonderlijk record van een VDP-taak
Het samengevoegde document
wordt behandeld als één record van
een VDP-taak
PRODUCTIE-AFDRUKPAKKET
58
Microsoft Office-filters voor Hot Folders
Met de functie Microsoft Office-filters voor Hot Folders kunt u bepaalde MS Office-
bestandsindelingen converteren naar PostScript. De bestandsconversie vindt plaats op uw
computer in Hot Folders, waar de Fiery EXP8000/50-hulpmiddelen worden opgeslagen. U
kunt bestanden direct afdrukken via de Hot Folders-filters zonder het programma te starten
waarin die zijn gemaakt.
De Microsoft Office-filters hebben geen opties die u kunt configureren; u moet echter wel de
volgende versies van elke toepassing hebben en een PostScript-printer of Acrobat Distiller
geïnstalleerd hebben om de bestanden naar PostScript-bestanden te kunnen converteren.
•Microsoft Excel 2000 of hoger
•Microsoft Publisher 2002 of hoger
•Microsoft PowerPoint 2000 of hoger
•Microsoft Word 2000 of hoger
PRODUCTIE-AFDRUKPAKKET
59
Filterinstellingen opgeven voor een Hot Folder
Eerst geeft u de filterinstellingen en opties voor uw Hot Folder op; vervolgens sleept u de
gewenste bestandsindelingen naar uw Hot Folder en zet u ze daar neer om de conversie te
starten.
Open het dialoogvenster Filterinstellingen onder het dialoogvenster Mapeigenschappen.
EEN FILTERINSTELLING SELECTEREN
1 Selecteer in het Hot Folders Configuratiescherm de Hot Folder en klik op Eigenschappen.
2 Selecteer Filterinstellingen en klik op Definiëren.
Het dialoogvenster Filterinstellingen wordt geopend. Hier kunt u het filter selecteren.
Voor Windows hebben de filters een kleurcode. Exclusieve filters zijn blauw en niet-exclusieve
filters zijn zwart.
Als u een exclusieve filter selecteert, kunt u geen andere filter selecteren. Microsoft Office-
filters zijn niet-exclusieve filters. U kunt er dus zoveel selecteren als u wilt.
3U kunt alle PostScript-bestanden automatisch converteren naar PDF door PS converteren naar
PDF en een taakoptie te selecteren in de keuzelijst Distiller-profiel in het deelvenster
PostScript->PDF Normalisatie.
4 Klik op OK.
Zie “Hot Folders” op pagina 72 voor meer informatie over Hot Folders.
Zie Graphic Arts Package voor meer informatie over filters voor Hot Folders.
Zie Hot Folders Help voor meer informatie over het gebruik van de toepassing Hot Folders.
COMMAND WORKSTATION, MACINTOSH EDITION
60
COMMAND WORKSTATION, MACINTOSH EDITION
Met Command WorkStation, Macintosh Edition kunnen operators van de Fiery EXP8000/
50, of gebruikers met operator- of beheerdersrechten, de workflow voor afdruktaken op de
Fiery EXP8000/50 controleren en beheren.
Met Command WorkStation, Macintosh Edition, kunt u het volgende doen:
•De status van afdruktaken op de Fiery EXP8000/50 bekijken
•Taken blokkeren, verwerken en afdrukken
•Vervangende instellingen opgeven voor door de gebruiker ingestelde afdrukopties
•Een voorbeeld bekijken van de pagina-inhoud van een taak
•FreeForm-hoofdbestanden maken en gebruiken voor het afdrukken van variabele gegevens
•Taakbestanden archiveren
•Takenlogboeken met recente afdrukactiviteiten bekijken
Command WorkStation, Macintosh Edition installeren
Installeer Command WorkStation, Macintosh Edition op een Mac OS X-computer met een
netwerkverbinding naar de Fiery EXP8000/50. Zie Welkom voor een volledig overzicht van de
systeemvereisten.
Voordat u het hulpprogramma gaat installeren, controleert u eerst of u de inleidende
procedures hebt uitgevoerd die worden beschreven op “Installatie voorbereiden op Mac OS-
computers op pagina 11.
Zie “Gebruikerssoftware installeren op een Mac OS-computer op pagina 15 voor de
installatie van Command WorkStation, Macintosh Edition.
COMMAND WORKSTATION, MACINTOSH EDITION
61
Configureren van de verbinding met de Fiery EXP8000/50
De eerste keer dat u Command WorkStation gebruikt, wordt u gevraagd de verbinding met
de Fiery EXP8000/50 te configureren.
U kunt ook de configuratie bijwerken na elke wijziging in uw Fiery EXP8000/50-server of
netwerk, zoals een wijziging in de servernaam of het IP-adres. Als u de instellingen van de
Fiery EXP8000/50 wijzigt, moet u dit doen voordat u de configuratie van de verbinding
aanpast.
VOORDAT U BEGINT
Maak een afdruk van de configuratiepagina van de Fiery EXP8000/50.
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor nadere instructies voor het afdrukken van de
configuratiepagina.
Deze pagina bevat informatie die u nodig hebt bij het configureren van de verbinding, zoals
het IP-adres van de Fiery EXP8000/50. Voor TCP/IP-installaties kunt u de DNS-naam
gebruiken in plaats van het IP-adres. Zorg dat de Fiery EXP8000/50 al is geregistreerd op een
Domain Name Server (DNS) op het netwerk. Raadpleeg de documentatie van uw
netwerksysteem voor meer informatie.
DE VERBINDING VOOR COMMAND WORKSTATION, MACINTOSH EDITION CONFIGUREREN
1 Open de map Programma’s: Fiery: map CWS Macintosh Edition op de vaste schijf van de
Mac OS X. Dubbelklik op het bestand CWS Macintosh Edition om de toepassing te starten.
Het dialoogvenster Beschikbare Servers wordt weergegeven. In dit venster staan alle servers die
zijn gevonden in het lokale subnetwerk.
COMMAND WORKSTATION, MACINTOSH EDITION
62
2 Als geen Fiery EXP8000/50-servers zijn gevonden, klikt u op het tabblad Handmatig om te
zoeken op DNS-naam of IP-adres. Klik op Toevoegen om de server toe te voegen aan de lijst
met beschikbare servers.
Als geen Fiery EXP8000/50-servers zijn gevonden tijdens de handmatige zoekactie, klikt u op
het tabblad Automatisch zoeken en vervolgens op Geavanceerd om te zoeken op een bereik
van IP-adressen of op een IP-adres en subnetmasker.
Alle beschikbare servers worden weergegeven in de lijst Beschikbare servers.
3 Selecteer de Fiery EXP8000/50-server die u wilt gebruiken en klik op Toevoegen.
De geselecteerde Fiery EXP8000/50-server wordt weergegeven in het dialoogvenster
Serverlijst.
COMMAND WORKSTATION, MACINTOSH EDITION
63
4 Klik op de servernaam om deze te selecteren en klik vervolgens op de sleutel of op de knop
Aanmelden.
Het dialoogvenster Login wordt weergegeven.
5 Selecteer beheerder, operator of gastgebruiker, typ indien nodig rechts van de sleutel het
juiste wachtwoord en klik vervolgens op Aanmelden.
Er wordt een verbinding tot stand gebracht tussen uw computer en de server.
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie over het instellen van
wachtwoorden en het standaard beheerderswachtwoord voor de Fiery EXP8000/50.
Als u de verbinding van Command WorkStation met de Fiery EXP8000/50 wilt wijzigen,
moet u de server verwijderen uit de lijst in het venster Serverlijst en de procedure voor het
configureren van de verbinding uitvoeren.
COMMAND WORKSTATION, MACINTOSH EDITION
64
Command WorkStation, Macintosh Edition gebruiken
Nadat u Command WorkStation hebt geïnstalleerd en geconfigureerd, kunt u het gaan
gebruiken voor het controleren en beheren van taken op de Fiery EXP8000/50.
Volledige instructies met betrekking tot het gebruik van de functies van Command
WorkStation kunt u vinden in Command WorkStation Help.
DE COMMAND WORKSTATION HELP OPENEN
1 Start Command WorkStation.
Selecteer de Fiery EXP8000/50 in de serverlijst en meld u aan bij de server.
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie over het instellen van
wachtwoorden en het standaard beheerderswachtwoord voor de Fiery EXP8000/50.
2 Kies Help in het menu Help.
COMMAND WORKSTATION, MACINTOSH EDITION
65
Extra functies
In de volgende secties wordt beschreven hoe u extra functies van Command WorkStation
kunt gebruiken die niet worden behandeld in Command WorkStation Help.
Gebruikersauthenticatie
Als gebruikersauthenticatie is ingeschakeld in Fiery EXP8000/50 Setup, moeten gebruikers
mogelijk een gebruikersnaam en wachtwoord invoeren in het printerstuurprogramma om een
taak naar de Fiery EXP8000/50 te kunnen zenden. Of en hoe u de taak kunt beheren in
Command WorkStation wordt bepaald door hoe u bent aangemeld bij de Fiery EXP8000/50,
als beheerder, operator of gastgebruiker.
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie over het instellen van gebruikers
en groepen en het inschakelen van gebruikersauthenticatie in de WebTool Configure. Voor
meer informatie over gebruikersauthenticatie in het printerstuurprogramma raadpleegt u
Afdrukopties.
Gemengde media
Met de functie Gemengde media kunt u de hoofdstukverdelingen voor een taak definiëren,
paginabereiken afdrukken op verschillende soorten media, lege media tussen paginas
toevoegen en tabbladen met tekst invoegen.
De volgende richtlijnen en beperkingen gelden voor de instellingen van Gemengde media:
•In het dialoogvenster Gemengde media kunt u geen instellingen opgeven die conflicteren
met instellingen voor media, paginaformaat of afwerking die voor de taak zijn opgegeven
in het dialoogvenster Taakeigenschappen of in het printerstuurprogramma.
Als twee of meer instellingen voor gemengde media strijdig zijn, worden de namen van
deze instellingen rood gemarkeerd in het dialoogvenster Gemengde media en moet u het
conflict oplossen.
Als u afdrukopties opgeeft (in het dialoogvenster Taakeigenschappen of in het
printerstuurprogramma) nadat u instellingen voor gemengde media hebt opgegeven,
kunnen bepaalde afdrukopties in conflict zijn met de paginaspecifieke instellingen voor
gemengde media. U moet dit conflict oplossen door andere afdrukopties te kiezen of
bepaalde specificaties voor gemengde media te verwijderen.
Als tellers zijn geconfigureerd voor de digitale pers, tellen blanco media die tussen paginas
worden ingevoegd als afgedrukte paginas.
In de onderstaande procedures worden de specifieke functies van de Fiery EXP8000/50
besproken.
OPMERKING: De procedures voor het bepalen van de instellingen in Command WorkStation,
Windows Edition zijn dezelfde als in Command WorkStation, Macintosh Edition, maar
omvatten illustraties. Zie pagina 25 voor meer informatie.
COMMAND WORKSTATION, MACINTOSH EDITION
66
SPECIFICATIES VOOR GEMENGDE MEDIA DEFINIËREN
1 Selecteer of klik met de rechtermuisknop op een taak met de status In wachtrij/Geblokkeerd
in het venster Actieve taken en kies Eigenschappen in het menu Acties of dubbelklik op een
taak.
2 Klik op het pictogram Media en schuif naar Gemengde Media.
In het dialoogvenster Gemengde media worden alle eerder gedefinieerde media-instellingen
weergegeven. Bovendien vindt u hier knoppen voor het definiëren, wijzigen en verwijderen
van instellingen.
3Voer bij Hoofdstukbeginpagina de paginanummers in waarop u nieuwe hoofdstukken wilt
laten beginnen.
Typ de paginanummers als door komma gescheiden waarden (bijvoorbeeld: 4,9,17) om het
begin van elk nieuw hoofdstuk aan te geven. Met deze functie kunt u zorgen dat voor elke
beginpagina een rechterpagina wordt gebruikt, door indien nodig een voorafgaande lege
linkerpagina in te voegen.
OPMERKING: Het is niet nodig de eerste pagina te typen. De paginanummers verwijzen naar de
nummering van het oorspronkelijke document. Als u de functie Hoofdstukbeginpagina
gebruikt, moeten alle media die zijn opgegeven in de vervolgkeuzelijst Papier per hoofdstuk
dezelfde afmetingen hebben (bijvoorbeeld, allemaal Letter, allemaal Tabloid of allemaal A4).
4 Als u op elk hoofdstuk dat u met de functie Hoofdstukbeginpagina maakt afwerkingsopties
wilt toepassen (bijvoorbeeld nieten of sorteren), schakelt u de optie “Elk hoofdstuk
definiëren als afzonderlijke afwerkingsset” in.
OPMERKING: Niet alle afwerkingsopties kunnen worden toegepast op hoofdstukken die media
van gemengd formaat bevatten (bijvoorbeeld Letter en A4).
5U kunt eigenschappen voor voor- en achteromslagen definiëren door op Omslag definiëren te
klikken.
Zie “Instellingen voor omslagmedia definiëren op pagina 67 voor meer informatie.
6U kunt eigenschappen voor afzonderlijke pagina’s of paginabereiken definiëren door op
Nieuw paginabereik te klikken.
Zie “Media definiëren voor specifieke paginas” op pagina 67 voor meer informatie.
7 Als u blanco pagina’s wilt invoegen, klikt u op Nieuw tussenvel.
Zie “Blanco paginas invoegen op pagina 68 voor meer informatie.
8 Als u tabbladen wilt invoegen, klikt u op Nieuw tabblad.
Het dialoogvenster Tabblad invoegen wordt weergegeven. Zie pagina 31 voor informatie over
het definiëren van tabbladinstellingen.
OPMERKING: De functie Tabblad invoegen wordt niet ondersteund voor ingeslagen taken.
COMMAND WORKSTATION, MACINTOSH EDITION
67
9 Als u een bestaande definitie wilt wijzigen of verwijderen, selecteert u deze definitie in de
lijst Definitie gemengde media en klikt u op Bewerken of Verwijderen.
Als u op Bewerken klikt, voert u nieuwe instellingen in voor de definitie en klikt u vervolgens
op Wijzigen.
10 Nadat u het definiëren van instellingen voor gemengde media hebt voltooid, klikt u op OK om
het dialoogvenster Gemengde media en Taakeigenschappen te sluiten.
De instellingen voor gemengde media worden toegepast op de taak.
OPMERKING: U kunt tot 100 verschillende instellingen voor de selectielijst opslaan in het
dialoogvenster Gemengde media.
INSTELLINGEN VOOR OMSLAGMEDIA DEFINIËREN
1 Klik in het dialoogvenster Gemengde media op Omslag definiëren.
Het dialoogvenster Omslagmedia wordt weergegeven.
2 Als u identieke media voor voor- en achteromslagen wilt definiëren, schakelt u de optie
“Zelfde instellingen toepassen op voor- en achteromslag” in.
Als u aparte media-instellingen wilt definiëren voor voor- en achteromslagen, schakelt u de
optie Vooromslag of Achteromslag in.
3 Definieer Tabverschuiving zoals gewenst.
4 Kies andere instellingen naar wens.
5 Selecteer uw gewenste media in de lijst Paper Catalog.
6U kunt ook klikken op de knop Details of Selecteren om het venster Paper Catalog te openen,
de gewenste media selecteren en op OK klikken.
Zie “Paper Catalog” op pagina 44 voor meer informatie over Paper Catalog.
7 Klik op OK om terug te gaan naar het dialoogvenster Gemengde media.
De instellingen voor voor-/achteromslagen hebben voorrang op instellingen die worden
gedefinieerd in het dialoogvenster Pagina/Paginabereik media.
MEDIA DEFINIËREN VOOR SPECIFIEKE PAGINAS
1 Klik in het dialoogvenster Gemengde media op Nieuw paginabereik.
Het dialoogvenster Pagina/Paginabereik media wordt weergegeven.
2Typ pagina’s en paginabereiken als door komma gescheiden waarden (bijvoorbeeld:
3,9–14,18).
3 Kies andere instellingen naar wens.
Als u een nieuwe mediasoort toewijst aan de achterzijde van een vel dat dubbelzijdig wordt
afgedrukt, wordt een blanco pagina ingevoegd zodat de inhoud van de toegewezen pagina op
de voorzijde van het volgende vel wordt afgedrukt.
4 Selecteer uw gewenste media in het menu Paper Catalog.
COMMAND WORKSTATION, MACINTOSH EDITION
68
5U kunt ook klikken op de knop Details of Selecteren om het venster Paper Catalog te openen,
de gewenste media selecteren en op OK klikken.
Zie “Paper Catalog” op pagina 44 voor meer informatie over Paper Catalog.
6 Klik op Definitie toevoegen na elke media-instelling die u definieert.
7 Klik op Sluiten om terug te gaan naar het dialoogvenster Gemengde media.
BLANCO PAGINAS INVOEGEN
1 Klik in het dialoogvenster Gemengde media op Nieuw tussenvel.
Het dialoogvenster Blanco invoegen wordt weergegeven.
2 Geef aan of u de blanco pagina wilt invoegen vóór of na de doelpagina. Definieer de
doelpagina als de eerste of laatste pagina in het document of als een pagina met een
specifiek nummer.
3 Kies andere instellingen naar wens.
4 Selecteer uw gewenste media in het menu Paper Catalog.
5U kunt ook klikken op de knop Details of Selecteren om het venster Paper Catalog te openen,
de gewenste media selecteren en op OK klikken.
Zie “Paper Catalog” op pagina 44 voor meer informatie over Paper Catalog.
6 Klik op Invoegen na elke blanco pagina die u definieert.
7 Klik op Sluiten om terug te gaan naar het dialoogvenster Gemengde media.
COMMAND WORKSTATION, MACINTOSH EDITION
69
Tabbladen invoegen
Met de functie Tabbladen invoegen kunt u automatisch tabbladen in een taak invoegen. Met
deze functie beschikt u over diverse formaten en soorten tabbladen. De gebruikers kunnen
tekst op het tabblad invoegen en tekstattributen per taak wijzigen.
De functie Tabbladen invoegen wordt geopend vanuit het dialoogvenster Gemengde media en
maakt deel uit van het Productie-afdrukpakket. Zie “Tabbladen invoegen op pagina 51 voor
meer informatie.
Afdrukken plannen
Met de functie Afdrukken plannen kunt u een specifieke datum en tijd instellen voor het
afdrukken van een taak. U kunt instellingen voor het plannen van het afdrukken van een taak
toewijzen vanuit de volgende gebieden:
•Dialoogvenster Taakeigenschappen in Command WorkStation, Macintosh Edition (zie
Command WorkStation Help en de volgende procedures)
•Dialoogvenster Actieve taken in Command WorkStation, Macintosh Edition (zie de
volgende procedures)
EEN TAAK PLANNEN VOOR AFDRUKKEN VANUIT HET VENSTER ACTIEVE TAKEN
1 Selecteer een taak in het venster Actieve taken en kies Afdrukken plannen in het menu
Acties.
2 Geef de datum en tijd op waarop u de taak wilt afdrukken en klik op OK.
EEN TAAK PLANNEN VOOR AFDRUKKEN VANUIT HET VENSTER TAAKEIGENSCHAPPEN
1 Selecteer een taak in het venster Actieve taken en kies Eigenschappen in het menu Acties.
2 Klik op het pictogram Taakinfo en schuif naar Bestemming.
3 Open het menu Bestemming.
4 Selecteer Afdrukken plannen, geef de datum en tijd waarop u de taak wilt afdrukken en de
bestemming op en klik op OK.
OPMERKING: Geef de geplande datum en tijd weer door informatie over het geplande
afdrukken toe te voegen in het venster Actieve taken. Raadpleeg Command WorkStation
Help voor meer informatie over het toevoegen van kolommen met informatie.
COMMAND WORKSTATION, MACINTOSH EDITION
70
Problemen oplossen
Raadpleeg de volgende secties bij het oplossen van elementaire verbindings- en
softwareproblemen met Command WorkStation. Raadpleeg Command WorkStation Help
voor aanvullende informatie over het oplossen van problemen.
Command WorkStation kan geen verbinding maken met de
Fiery EXP8000/50
Als u geen verbinding kunt maken met de Fiery EXP8000/50 of de Fiery EXP8000/50 niet
kunt vinden vanaf uw computer, neemt u contact op met de netwerkbeheerder. Mogelijk
moet de beheerder uw netwerkverbinding controleren en de instellingen op de servers
bekijken waarop u afdrukt. Als er instellingen zijn gewijzigd, kan het nodig zijn de
Fiery EXP8000/50 opnieuw te configureren.
Als u verbinding kunt maken met de Fiery EXP8000/50 via een andere toepassing, moet u
mogelijk de verbinding van Command WorkStation met de Fiery EXP8000/50 opnieuw
configureren (zie pagina 61).
Als u de Fiery EXP8000/50 hebt geconfigureerd en clientcomputers en netwerkservers hebt
ingesteld volgens de instructies in Configuratie en instellingen, drukt u een testpagina af. Als u
wel de testpagina kunt afdrukken, maar nog steeds geen document kunt afdrukken vanaf een
externe computer, moet u de netwerkbeheerder vragen de netwerkverbinding te controleren.
Als u geen verbinding kunt maken en geen testpagina kunt afdrukken, kijkt u op de digitale
pers voor informatie over de fout.
COMMAND WORKSTATION, MACINTOSH EDITION
71
Command WorkStation reageert niet
Gebruik de volgende richtlijnen voor het oplossen van problemen als Command WorkStation
niet reageert.
ALS DE VENSTERS VAN COMMAND WORKSTATION NIET WORDEN BIJGEWERKT
1 Meld u af en sluit vervolgens Command WorkStation af.
2 Start Command WorkStation opnieuw of start de computer opnieuw op.
Als de vensters van Command WorkStation niet worden bijgewerkt of als geen taken worden
weergegeven en u de muis niet kunt gebruiken (u kunt geen taak of venster selecteren, een
opdracht met de Ctrl-toets gebruiken of een menuopdracht kiezen), betekent dit dat de
Fiery EXP8000/50 offline is of dat de netwerkcommunicatie is mislukt.
COMMAND WORKSTATION GEFORCEERD AFSLUITEN
1 Druk op Command-Option-Escape en gebruik het dialoogvenster Programma’s geforceerd
verlaten om Command WorkStation te sluiten.
2 Maak vervolgens de netwerkkabel van de Fiery EXP8000/50 los, sluit de kabel weer aan en
probeer vervolgens een test- of configuratiepagina af te drukken.
3 Als dit niet lukt, moet u de Fiery EXP8000/50 opnieuw starten.
HOT FOLDERS
72
HOT FOLDERS
Hot Folders is een hulpprogramma dat u in staat stelt veelgebruikte afdrukopties bij het
afdrukken van PostScript- en PDF-bestanden op de Fiery EXP8000/50 op te slaan en
opnieuw te gebruiken. Met Hot Folders kunt u het volgende doen:
•Speciale mappen (Hot Folders) maken waarmee specifieke afdrukinstellingen en
afdrukwachtrijen worden toegewezen aan taken.
•Taken afdrukken op de Fiery EXP8000/50 door deze naar Hot Folders op het bureaublad
van uw computer te slepen.
•De status van taken controleren die naar Hot Folders zijn verzonden.
Hot Folders installeren
Als u Hot Folders wilt installeren en gebruiken, moet u over een Windows-computer met een
netwerkverbinding beschikken. Zie Welkom voor een gedetailleerd overzicht van de
systeemvereisten.
Het installatieprogramma voor Hot Folders staat op de dvd met gebruikerssoftware.
Voordat u het hulpprogramma gaat installeren, controleert u eerst of u de inleidende
procedures hebt uitgevoerd die worden beschreven op “Installatie voorbereiden op Windows-
computers op pagina 10.
Raadpleeg “Gebruikerssoftware installeren op een Windows-computer” op pagina 13 voor de
installatie van Hot Folders op een Windows-computer. Zie “Gebruikerssoftware installeren op
een Mac OS-computer op pagina 15 voor de installatie van Hot Folders op een Mac OS-
computer.
HOT FOLDERS
73
Hot Folders gebruiken
Volledige instructies met betrekking tot het gebruik van de standaardfuncties van Hot Folders
kunt u vinden in de Hot Folders Help.
DE HOT FOLDERS HELP OPENEN
1 Start Hot Folders.
2 Kies Help > EFI Hot Folders Help.
Over Hot Folders-filters
Met Hot Folders-filters kunt u bepaalde bestanden converteren naar PostScript of PDF, of
bestanden op conformiteit preflighten. De bestandsconversie en het preflighten vinden plaats
op uw computer in Hot Folders, waar de Fiery EXP8000/50-hulpmiddelen worden
opgeslagen. U kunt bestanden direct afdrukken via de Hot Folders-filters zonder het
programma te starten waarin die zijn gemaakt.
Als het Graphic Arts Package, Premium Edition is geïnstalleerd en ingeschakeld op de
Fiery EXP8000/50, kunt u aanvullende bestandsindelingsfilters gebruiken in combinatie met
Hot Folders. Zie Graphic Arts Package voor meer informatie over deze bestandsindelingsfilters.
Microsoft Office-filters voor Hot Folders worden aangeboden als onderdeel van het
Productie-afdrukpakket. Zie “Microsoft Office-filters voor Hot Folders op pagina 58 voor
meer informatie.
Het filter PDF naar PS gebruiken
Het filter PDF naar PS is standaard. Het filter PDF naar PS accepteert PDF-bestanden (v1.2
tot v1.6) en voert PostScript-bestanden uit.
OPMERKING: Het filter converteert PDF v1.2-bestanden naar PDF v1.6-bestanden en daarna
naar PostScript Level 3-bestanden, voor het ze naar de Fiery EXP8000/50 verstuurt.
VDP RESOURCE MANAGER
74
VDP RESOURCE MANAGER
Met VDP Resource Manager kunt u het volgende doen:
•Zoeken naar globale objecten die worden gebruikt bij het afdrukken van variabele
gegevens
•Globale objecten verwijderen die worden gebruikt bij het afdrukken van variabele
gegevens
VDP Resource Manager installeren
Als u VDP Resource Manager wilt installeren en gebruiken, moet u over een Windows- of
Mac OS-computer beschikken. Zie Welkom voor een gedetailleerd overzicht van de
systeemvereisten.
Het installatieprogramma voor VDP Resource Manager is te vinden op de dvd met
gebruikerssoftware.
Voordat u het hulpprogramma gaat installeren, controleert u eerst of u de inleidende
procedures hebt uitgevoerd die worden beschreven op “Installatie voorbereiden op Windows-
computers op pagina 10 en “Installatie voorbereiden op Mac OS-computers op pagina 11.
Zie “Gebruikerssoftware installeren op een Windows-computer” op pagina 13 voor de
installatie van VDP Resource Manager op een Windows-computer. Zie “Gebruikerssoftware
installeren op een Mac OS-computer op pagina 15 voor de installatie van VDP Resource
Manager op een Mac OS-computer.
VDP RESOURCE MANAGER
75
De verbinding met de Fiery EXP8000/50 configureren
De eerste keer dat u VDP Resource Manager start, moet u de verbinding met de
Fiery EXP8000/50 configureren.
VOORDAT U BEGINT
Maak een afdruk van de configuratiepagina van de Fiery EXP8000/50.
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor nadere instructies voor het afdrukken van de
configuratiepagina.
Deze pagina bevat informatie die u nodig hebt bij het configureren van de verbinding, zoals
het IP-adres van de Fiery EXP8000/50. Voor TCP/IP-installaties kunt u de DNS-naam
gebruiken in plaats van het IP-adres. Zorg dat de Fiery EXP8000/50 al is geregistreerd op een
Domain Name Server (DNS) op het netwerk. Raadpleeg de documentatie van uw
netwerksysteem voor meer informatie.
DE VERBINDING VOOR FIERY VDP RESOURCE MANAGER CONFIGUREREN
1 Klik op een Windows-computer op Start, wijs Programma’s aan en klik op Fiery VDP-
bronbeheer in de map Fiery.
Klik op een Mac OS X-computer op Ga, wijs Programma’s aan en klik op Fiery VDP-bronbeheer
in de map Fiery.
In het dialoogvenster Beschikbare servers worden alle Fiery EXP8000/50-servers weergegeven
die zijn gevonden in het lokale subnetwerk.
VDP RESOURCE MANAGER
76
2 Als u een server wilt zoeken op basis van zijn IP-adres, klikt u op het tabblad Handmatig,
typt u het IP-adres en klikt u vervolgens op Toevoegen.
De server wordt weergegeven in het dialoogvenster Beschikbare servers.
3 Als u de Fiery EXP8000/50 wilt zoeken op een bereik van IP-adressen of op het IP-adres en
subnetmasker, klikt u op het tabblad Automatisch zoeken en daarna op Geavanceerd.
4 Klik op het tabblad IP-bereik of het tabblad Subnet.
5 Als u op een bereik van IP-adressen wilt zoeken via het tabblad IP-bereik, typt u de
informatie in de velden Van IP en Naar IP. Klik vervolgens op Toevoegen en daarna op Zoeken.
Als u op een IP-adres en subnetmasker wilt zoeken via het tabblad Subnet, typt u de
informatie in de velden Van IP en Subnet. Klik vervolgens op Toevoegen en daarna op Zoeken.
Alle beschikbare servers worden weergegeven in het dialoogvenster Beschikbare servers.
6 Selecteer de gewenste servers en klik op Toevoegen.
Alle verbonden servers worden weergegeven in de lijst Fiery-servers in het dialoogvenster Fiery
VDP Resource Manager.
VDP RESOURCE MANAGER
77
DE CONFIGURATIE VOOR FIERY VDP RESOURCE MANAGER WIJZIGEN
1 Klik op een Windows-computer op Start, wijs Programma’s aan en klik op Fiery VDP Resource
Manager in de map Fiery.
Klik op een Mac OS X-computer op Ga, wijs Programma’s aan en klik op Fiery VDP Resource
Manager in de map Fiery.
Alle servers waarmee u eerder verbinding hebt gehad, worden weergegeven.
2 Als u een server wilt verwijderen, selecteert u de server die u wilt verwijderen en kiest u
Verbinding verbreken in het menu Server.
3 Als u een server wilt toevoegen, kiest u Verbinding maken in het menu Server en volgt u de
procedure “De verbinding voor Fiery VDP Resource Manager configureren” op pagina 75.
VDP Resource Manager gebruiken
Volledige instructies met betrekking tot het gebruik van VDP Resource Manager kunt u
vinden in de VDP Resource Manager Help.
VDP RESOURCE MANAGER HELP OPENEN
1 Start VDP Resource Manager.
2 Kies Help > Fiery VDP Resource Manager Help.
WEBTOOLS
78
WEBTOOLS
WebTools stelt u in staat uw Fiery EXP8000/50 op afstand te beheren via het Internet of uw
bedrijfsintranet. Vanaf de home page van Fiery EXP8000/50 kunt u een keuze maken uit de
volgende WebTools:
Begin biedt actuele informatie over de taken die worden verwerkt en afgedrukt op de
Fiery EXP8000/50.
Downloads stelt externe gebruikers in staat installatieprogrammas (voor
printerstuurprogrammas, PPD’s en andere software) rechtstreeks te downloaden van de
Fiery EXP8000/50.
Documenten stelt externe gebruikers in staat toegang te krijgen tot taken op de
Fiery EXP8000/50 via het Internet of intranet.
Configure stelt de beheerder van de Fiery EXP8000/50 in staat op afstand instellingsopties
te bekijken en te wijzigen vanaf een Windows-computer.
WEBTOOLS
79
WebTools instellen
De WebTools bevinden zich op de vaste schijf van de Fiery EXP8000/50 en vereisen geen
speciale installatie. De WebTools moeten echter wel in eerste instantie worden ingesteld door
de beheerder van de Fiery EXP8000/50.
Voordat netwerkgebruikers toegang kunnen krijgen tot WebTools en ze kunnen gebruiken,
moet de beheerder specifieke opties instellen in Netwerkinstellingen en Printerinstellingen.
Zie Configuratie en instellingen voor meer informatie over deze specifieke instellingen.
De beheerder moet ook de computers van alle gebruikers voorbereiden voor communicatie
met de Fiery EXP8000/50 via Internet of intranet.
CLIENTCOMPUTERS INSTELLEN VOOR GEBRUIK VAN WEBTOOLS
1Activeer het TCP/IP-netwerkprotocol.
2 Controleer of het werkstation een geldig, uniek IP-adres heeft.
3Zorg ervoor dat op de computer een ondersteunde Internetbrowser is geïnstalleerd.
Raadpleeg Welkom voor meer informatie over ondersteunde browsers.
4 Controleer of Java is geactiveerd in uw Internetbrowser.
Controleer bovendien of u de inleidende procedures hebt uitgevoerd die worden beschreven
in “Installatie voorbereiden op Windows-computers op pagina 10.
OPMERKING: Als de clientcomputer onder Windows XP met Service Pack 2 (SP2) draait, is
Pop-upblokkering standaard ingeschakeld. Wanneer deze functie ingeschakeld is, ziet u een
waarschuwing wanneer u WebTools opent en wordt de toegang u ontzegd. Ga als volgt te
werk om toegang te krijgen:
•Wijzig de instelling van de Pop-up Blocker door op de waarschuwing te klikken en een van
de selecties te kiezen die verschijnen.
Schakel Pop-upblokkering in Internet Explorer uit via het menu Extra of in Internet-
opties.
Raadpleeg de help van Internet Explorer of de documentatie van uw Windows-systeem voor
meer informatie.
WEBTOOLS
80
De home page van WebTools openen
Gebruik uw Internetbrowser om toegang te krijgen tot WebTools. Zie Welkom voor complete
informatie over browser- en systeemvereisten.
1 Start uw Internet-browser.
2Voer het IP-adres of de DNS-naam van de Fiery EXP8000/50 in.
De home page van Fiery EXP8000/50 wordt weergegeven.
Als de home page voor de digitale pers wordt weergegeven in plaats van de home page van
WebTools, klikt u op de koppeling van WebTools.
3 Klik op het tabblad van de WebTool die u wilt gebruiken.
WEBTOOLS
81
WebTools gebruiken
In de volgende secties wordt beschreven hoe u WebTools kunt gebruiken.
Begin
Begin biedt u de mogelijkheid taken te bekijken die momenteel worden verwerkt en afgedrukt
op de Fiery EXP8000/50. De afdruk- en verwerkingsinformatie wordt elke 30 seconden
bijgewerkt.
Raadpleeg de Help in WebTools Home voor volledige instructies over het gebruik van Home.
Downloads
De WebTool Downloads stelt u in staat installatieprogrammas (voor stuurprogrammas,
PPD’s en andere software van de Fiery EXP8000/50) rechtstreeks te downloaden van de
Fiery EXP8000/50.
Raadpleeg de Help in WebTools Downloads voor volledige instructies over het gebruik van
Downloads.
Documenten
Documenten stelt u in staat toegang te krijgen tot taken op de Fiery EXP8000/50 via het
Internet of intranet. U kunt:
•Taken in uw postvak beheren en distribueren.
Er worden postvakken ingesteld in het WebTool Configure.
•Taken besturen en wijzigen.
•Taken naar de afdrukserver verzenden.
Raadpleeg de Help in WebTools Documenten voor volledige instructies over het gebruik van.
Configure
Configure stelt de beheerder van de Fiery EXP8000/50 in staat op afstand instellingsopties te
bekijken en te wijzigen vanaf een Windows-computer. Zie Configuratie en instellingen voor
meer informatie over het gebruik van Configure.
Controleer voordat u Configure gaat gebruiken, of u de procedures voor het voorbereiden van
Configure hebt uitgevoerd die worden beschreven in “Installatie voorbereiden op Windows-
computers op pagina 10.
Raadpleeg de Help in WebTools Configure voor volledige instructies over het gebruik van
Configure.
INDEX
83
A
Adobe Acrobat 39
Afdrukken plannen 50, 69
afdrukken van variabele gegevens, zie VDP-taken
Afdrukken via LPR
in MacOS 34
in Windows 34
afdrukken via slepen-en-neerzetten 72
afdrukken, afdrukopties 72
B
Begin, WebTool 81
Bestandsfilters
instellingen selecteren 59
opgeven 59
bestandsindelingsfilters 73
C
Configure 81
configureren
Command WorkStation, Macintosh
Edition 61
Command WorkStation, Windows
Edition 19
server 81
VDP Resource Manager 75
virtuele printers 33
WebTools 79
conventies 8
D
DNS-naam 19, 61, 75
Documenten, WebTool 81
Domain Name Server, zie DNS-naam
dongle 38
Downloads, WebTool 81
E
EFI ImageViewer 35
externe instelling 81
F
Fiery Graphic Arts Package, Premium Edition
bestandsindelingsfilters 73
Filter CT/LW naar PS
configureren 73
info 73
Filter DCS 2.0 naar PS
configureren 58
info 58
FTP-afdrukken 35
G
gebruikers en groepen 23, 65
gebruikersauthenticatie 23, 65
Gemengde media 25
globale objecten, in VDP 74
Graphic Arts Package, Premium Edition
ImageViewer 35
H
hoofdstukdefinities voor taken 26, 66
I
ImageViewer 35
inslaan van taken 38
inslaginstellingen 38
installeren
Acrobat 39
Impose 38
PitStop 39
VDP Resource Manager 74
invoegtoepassing Enfocus PitStop 39
invoegtoepassing PitStop 39
J
Java 18, 79
Java JRE 10
L
lade-uitlijning 23
M
mediadefinities 25
INDEX
INDEX
84
O
omslagmedia 28, 67
opnieuw ordenen van taken 48
P
papierdefinities 25
Papierladen uitlijnen 23
pictogrammen, in documentatie 8
problemen oplossen
Command WorkStation, Macintosh
Edition 70
Command WorkStation, Windows
Edition 36
S
serverinstelling 81
software downloaden 81
softwarebeveiligingssleutel 38
Sun Java JRE 10
T
tabblad
invoegen 51
media 51
Tabbladen invoegen 51
tabbladen invoegen 51
taken
definities van gemengde media 25
hoofdstukdefinities 26, 66
omslagmedia 28, 67
plannen 50, 69
VDP 38
versneld afdrukken 49
taken naar achteren verplaatsen 48
taken naar voren verplaatsen 48
taken opnieuw ordenen 48
takenwachtrij, opnieuw ordenen 48
TCP/IP 19, 61, 75
terminologie 8
V
VDP-taken
globale objecten beheren 74
inslaan 38
Versneld afdrukken 49
virtuele printers
afdrukken naar 34
Afdrukken via LPR 34
configureren 33
FTP-afdrukken 35
Mac OS 34
overzicht 33
virtuele printers bewerken 34
virtuele printers dupliceren 34
virtuele printers verwijderen 34
voorbeeldvenster 35
W
WebTools
Begin 14, 16, 80, 81
Configure 81
Documenten 81
Downloads 81
weergave op volledig scherm 35
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84

Xerox DocuColor 7000/8000 Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor