33
In gebruik nemen
Alvorens het gereedschap te monteren of af te stellen, zet u de •
motor uit en trekt u de bougiekap eraf of verwijdert u de accu.
Trek veiligheidshandschoenen aan voordat u het snijblad •
hanteert.
Voordat u de motor start, inspecteert u het gereedschap op •
beschadigingen, losse bouten/moeren en verkeerde montage.
Als het snijblad verbogen of beschadigd is, vervangt u hem.
Controleer of alle bedieningshendels en -schakelaars gemakkelijk
kunnen worden bediend. Maak de handgrepen schoon en droog.
Probeer nooit de motor te starten als het gereedschap •
beschadigd is of nog niet volledig gemonteerd is. Als u zich hier
niet aan houdt, kan ernstig letsel ontstaan.
Stel het schouderdraagstel en de handgreep af op de •
lichaamsgrootte van de gebruiker.
De motor starten
Trek de persoonlijke veiligheidsuitrusting aan voordat u de motor •
start.
Start de motor op ten minste 3 meter afstand van de plaats waar •
u brandstof hebt bijgevuld.
Voordat u de motor start controleert u of zich geen personen of •
dieren binnen het werkgebied bevinden.
Wanneer u de motor start of een accu aanbrengt, controleert u •
dat het snijgarnituur uw lichaam en andere voorwerpen, zoals
de grond, niet raakt. Het kan bij het starten gaan draaien en
persoonlijk letsel, schade aan het gereedschap en/of materiële
schade veroorzaken.
Zet het gereedschap op een stevige plaats op de grond. Zorg •
ervoor dat u een goede balans hebt en dat u stevig staat.
Houd het aandrijfsysteem met uw linkerhand stevig tegen de •
grond gedrukt en trek aan de trekstarthandgreep. Ga nooit op de
aandrijfas van het aandrijfsysteem staan.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het aandrijfsysteem voor •
het starten van de motor.
Als het snijgarnituur bij stationair toerental ronddraaien, zet u de •
motor uit en verlaagt u het stationair toerental.
Bediening
In geval van nood zet u de motor onmiddellijk uit.•
Als u tijdens gebruik een ongebruikelijke situatie opmerkt (bijv. •
geluid, trillingen), zet u de motor uit. Gebruik het gereedschap
niet meer totdat de oorzaak is opgespoord en verholpen.
Het snijgarnituur blijft gedurende een korte tijd doordraaien nadat •
de gashendel van de motor is losgelaten. Raak het snijgarnituur
niet onmiddellijk aan.
Terwijl de motor slechts stationair loopt, maakt u het gereedschap •
vast aan het schouderdraagstel.
Gebruik tijdens het werk het schouderdraagstel. Houd het •
gereedschap stevig tegen uw rechterzij.
Houd de voorhandgreep met uw linkerhand vast, en houd •
de achterhandgreep met uw rechterhand vast, ongeacht of u
links- of rechtshandig bent. Vouw uw vingers en duimen om de
handgrepen.
Probeer nooit het gereedschap met één hand te bedienen. Als •
u de controle over het gereedschap verliest, kan dat leiden tot
ernstig of fataal letsel. Om de kans op verwonding te verkleinen,
houdt u uw handen en voeten uit de buurt van het snijgarnituur.
Reik niet te ver. Zorg altijd voor een stevige stand en goede •
lichaamsbalans. Kijk uit voor verborgen obstakels, zoals
boomstronken, boomwortels en greppels, om te voorkomen dat
u valt.
Werk nooit op een ladder of in een boom om te voorkomen dat u •
de controle over het gereedschap verliest.
Nadat tegen het gereedschap is gestoten of het is gevallen, •
controleert u de conditie van het gereedschap voordat u de
werkzaamheden hervat. Controleer het brandstofsysteem
op brandstoekkage, en de bedieningselementen en
veiligheidsvoorzieningen op een juiste werking. Als enige
beschadiging zichtbaar is of u twijfelt, vraagt u een erkend
Dolmar-servicecentrum om inspectie en reparatie.
Raak het tandwielhuis niet aan. Het tandwielhuis wordt tijdens •
gebruik erg warm.
Neem een pauze om te voorkomen dat u door vermoeidheid de •
controle over het gereedschap verliest. Wij adviseren u ieder uur
10 tot 20 minuten te rusten.
Wanneer u het gereedschap achterlaat, al is het maar even, •
zet u altijd de motor uit of verwijdert u de accu. Een onbeheerd
gereedschap met een draaiende motor kan door onbevoegden
worden gebruikt en tot een ernstig ongeval leiden.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het aandrijfsysteem voor •
het juiste gebruik van de gashendel en vergrendelingsknop.
Leg tijdens of na gebruik het warme gereedschap niet op droog •
gras of brandbare materialen.
Als gras of takken bekneld raken tussen het snijgarnituur en de •
beschermkap, zet u altijd de motor uit en trekt u de bougiekap
eraf of verwijdert u de accu voordat u ze verwijdert. Anders kan
door onbedoeld draaien van het snijblad ernstig letsel ontstaan.
Als het snijgarnituur stenen of andere harde voorwerpen raakt, •
moet u de motor onmiddellijk uitschakelen en het snijgarnituur
controleren.
Controleer het snijgarnituur tijdens bedrijf veelvuldig op barsten •
of beschadigingen. Voordat u inspecteert, zet u de motor uit en
wacht u tot het snijgarnituur volledig tot stilstand is gekomen.
Vervang een beschadigd snijgarnituur onmiddellijk, ook wanneer
het slechts oppervlakkige barsten vertoont.
Werk nooit boven heuphoogte.•
Nadat u de aan-uitschakelaar hebt ingeknepen, wacht u tot het •
snijgarnituur een constant toerental heeft bereikt alvorens het
maaien te starten.
Zorg er op een helling altijd voor dat u stevig staat. •
Loop rustig, nooit te snel. •
Pas goed op als u achteruit loopt of de grasrandsnijder naar u toe •
trekt.
Controleer of het snijblad stilstaat voordat u een oppervlak •
oversteekt waar geen gras groeit, en bij het vervoeren van de
grasrandsnijder naar en van een te maaien gedeelte.
Zet de motor uit elke keer wanneer u de grasrandsnijder •
achterlaat.