9
BEDIENING
POMPDRUKSCHAKELAAR
De pompdrukschakelaar schakelt de pomp uit wanneer deze zijn
maximumdruk bereikt. Sproeien met heel weinig vloeistof kan tot
gevolg hebben dat de schakelaar de pomp in een snelle cyclus in-
en uitschakelt. Voorkom dat een dergelijke cyclus van snel in- en
uitschakelen lang achtereen gebeurt.
AAN-UITKNOP
De AAN-UITKNOP schakelt de toevoer naar de sproeiarm af.
AFSTELBARE SPUITMOND
Door aan de spuitmond te draaien, stelt u de sproeistraal af van een
kegelvormige nevel tot een vaste straal.
VOORDAT U BEGINT
1. Bevestig de sproeier aan de koppelhaak van de tractor.
2. Sluit de rode draad van de pompkabel aan op de positieve (+)
aansluiting en de bruine draad op de negatieve (-) aansluiting.
3. Controleer met water op lekken. Repareer lekkend beslag met
teontape.
ONDERHOUD
NA ELK GEBRUIK
1. Vul de sproeier deels met water en pomp het water door de
sproeiers en handsproeier. Reinig met de handsproeier de
binnenkant van de tank.
2. Vul de tank nogmaals voor de helft met water en een oplossing
die de chemicaliën neutraliseert, en herhaal de bovenstaande
reinigingsinstructies. Volg de instructies van de fabrikant voor
lozing van alle chemicaliën.
WANNEER NODIG
3. Reinig periodiek de tanklter aan het einde van de invoerslang.
Haal de nylon wartelmoer van de slang af, trek het lter eruit en
spoel hem met water.
4. Reinig ook de lters in de spuitmonden regelmatig. Haal de
spuitmond los, trek het lter eruit en spoel hem met water.
WINTERSTALLING
5. Laat alle water weglopen uit de sproeier, en vooral uit de pomp
en handsproeier. Juist deze twee onderdelen zijn gevoelig voor
schade door bevriezing.
6. Maak de sproeier klaar voor de winter door een oplossing
van 50-50 water en een camperantivriesmiddel door de
sproeiarmen te pompen.
NEDERLANDS
VEILIGHEID
1. Lees de gebruiksaanwijzing voor de sproeier en de
tractorhandleiding voordat u de sproeier gebruikt.
2. U mag nooit kinderen de sproeier laten bedienen.
3. U mag niet toelaten dat iemand op deze sproeier zit of meerijdt.
4. Houd iedereen van het terrein af, dat geldt vooral voor kleine
kinderen.
5. Lees het chemicaliënetiket voordat u de chemicaliën hanteert of
vermengt.
6. Draag een veiligheidsbril en handschoenen wanneer u
gazonchemicaliën hanteert of sproeit.
7. Niet op dagen met wind sproeien.
8. Ken het vermogen van uw tractor. Remmen en stabiliteit van de
tractor kunnen anders zijn als deze sproeier eraan is bevestigd.
9. RIJD NIET OP STEILE HELLINGEN. Neem de instructies voor
veilig rijden op hellingen in de tractorhandleiding zorgvuldig
door.
10. Rijd langzaam op ruw terrein, langs beken of sloten en op
heuvels om te voorkomen dat u controle verliest.
DOSISDIAGRAM
WAARSCHUWING: uitsluitend aansluiten op een 12
volt accu.
WAARSCHUWING: Draag een veiligheidsbril en
handschoenen bij het werken met gazonchemicaliën.
1. Stel de dosis (liter per 100 m2) vast en ga daarbij uit van de
aanbevelingen van de chemicaliënfabrikant.
4. Gebruik schoon water om de juiste sproeidruk voor de arm in te
stellen. Zet de sproeiarmknop op ON (aan). Bij nevel de knop
stukje bij beetje sluiten tot de nevelvorming verdwijnt
5. Giet de chemische oplossing in de tank en volg daarbij de
aanbevelingen van de fabrikant.
6. Zet de sproeiarmen in de sproeistand. Schuif de sproeiers
helemaal uit naar het einde van de gleuven zodat de
sproeimonden iets meer dan een meter uit elkaar komen te
liggen. Stel de sproeimonden zo bij dat ze circa 35 cm boven de
grond liggen.
7. Begin te sproeien en zorg dat u bij elke ronde of draai die u
maakt de sproeistraal iets laat overlappen met het deel dat u
net hebt besproeid.
8. Zorg ervoor uit de buurt te blijven van planten, struiken en
bomen om te voorkomen dat de vloeistof dit gevoelige groen
raakt.
DE HANDSPROEIER GEBRUIKEN
9. Zet de knop op OFF (uit) om de sproeiarm af te sluiten.
DE SPROEIER GEBRUIKEN
LITER / 100 M2
2 KM/U 3 KM/U 4 KM/U 5 KM/U 10 KM/U 15 KM/U
5,30 2,73 1,83 1,34 1,10 0,53
Nu stevig vastdraaien.
Nog niet vastdraaien.
MONTAGE
Dit is de betekenis van de gebruikte symbolen in de illustraties:
2. Schat de grootte van het te sproeien terrein en de hoeveelheid
sproeimiddel die u nodig hebt. Daarmee kunt u voorkomen dat
er een restant sproeimiddel in de tank achterblijft.
3. Zie het onderstaande dosisdiagram voor de snelheid die nodig
is om de dosis te bereiken die de fabrikant aanbeveelt.