Whirlpool EUR Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

VOOR U HET APPARAAT GEBRUIKT
Lees alle instructies zorgvuldig voordat u dit product gebruikt. Tijdens het gebruik van dit apparaat moet u
deze instructies altijd opvolgen om het risico op brand, elektrische schok en persoonlijk letsel tot een
minimum te beperken. Bewaar deze handleiding. Als u het apparaat aan een andere gebruiker geeft, voeg
dan deze handleiding erbij.
Deze aanwijzingen kunt u ook vinden op de website: www.whirlpool.eu.
VOORZORGSMAATREGELEN
De Installatie en het
onderhoud/de reparatie moeten
uitgevoerd worden door een
gekwalificeerd technicus, in
overeenstemming met de
aanwijzingen van de fabrikant en
de plaatselijke
veiligheidsvoorschriften. Repareer
of vervang geen enkel onderdeel
van het apparaat tenzij dit
specifiek is opgenomen in de
instructies voor de gebruiker.
Trek niet aan de voedingskabel om
de stekker uit het stopcontact te
verwijderen. Draai of duw niet
aan het netsnoer en zorg ervoor
dat het niet kapot is.
Raak de stekker,
installatieautomaat en noodknop
niet aan met natte handen.
Steek uw vingers of vreemde
voorwerpen niet in de luchtinlaat/-
uitlaat van de binnen- en
buitenunit.
Blokkeer de luchtinlaat of -uitlaat
van de binnen- en buitenunit
nooit.
Mensen en kinderen met
lichamelijke of verstandelijke
beperkingen en mensen zonder
enige ervaring met het product
mogen het apparaat alleen
gebruiken als zij specifieke training
gekregen hebben over hoe het
apparaat gebruikt moet worden
van een persoon die
verantwoordelijk is voor hun
veiligheid en welzijn. Het apparaat
is niet bedoeld voor gebruik door
mensen met een lichamelijke
beperking.
Houd kinderen in de gaten om er
zeker van te zijn dat ze niet met
het apparaat spelen (met inbegrip
van de afstandsbediening).
Dit apparaat kan gebruikt worden
door kinderen van 8 jaar en ouder
en personen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of
verstandelijke vermogens of
gebrek aan ervaring en kennis als
zij onder toezicht staan of
aanwijzingen hebben gekregen
over het op veilige wijze
gebruiken van het apparaat en
zich bewust zijn van de
bijbehorende gevaren. Kinderen
mogen niet met het apparaat
spelen.
Reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden
mogen niet door kinderen
worden uitgevoerd als er geen
toezicht gehouden wordt.
82
Dit apparaat is gemaakt van materiaal dat
gerecycled of hergebruikt kan worden. Het
apparaat moet worden weggeruimd in
overeenstemming met de lokale regelgeving
betreffende afvalverwijdering. Voor het apparaat
wordt weggeruimd, moet u ervoor zorgen dat u
het netsnoer afknipt zodat het apparaat niet
opnieuw kan worden gebruikt.
Neem, voor meer gedetailleerde informatie
over de verwerking en recycling van dit product,
contact op met uw plaatselijke overheden die
zich bezig houden met gescheiden
afvalinzameling of met de winkel waar u het
apparaat hebt aangeschaft.
WEGRUIMEN VAN VERPAKKING
De verpakking kan volledig gerecycled worden,
zoals aangegeven voor het recyclingsymbool
. De verschillende onderdelen van de
verpakking mogen niet in het milieu worden
verspreid, maar moeten worden weggeruimd in
overeenstemming met de lokale regelgeving.
WEGRUIMEN VAN APPARAAT
Dit apparaat is voorzien van het merkteken
volgens de Europese Richtlijn 2002/96/EG inzake
Afgedankte elektrische en elektronische
apparaten (AEEA).
Door ervoor te zorgen dat dit apparaat op de
juiste manier als afval wordt verwerkt, helpt u
mogelijk negatieve gevolgen voor het milieu en
de gezondheid te voorkomen.
Het symbool op het product of op de
documenten die bij het product zijn gevoegd
geeft aan dat dit apparaat niet behandeld mag
worden als huishoudelijk afval maar afgegeven
moet worden bij het daarvoor bedoelde
inzamelingspunt waar elektrische en
elektronische apparaten bewaard en gerecycled
worden.
MILIEUBESCHERMING
83
VOORZORGSMAATREGELEN
AIRCONDITIONER
Gelieve de onderstaande
instructies strikt na te leven:
Langdurige en rechtstreekse
blootstelling aan koude lucht kan
schadelijk zijn voor uw
gezondheid. Het wordt
aanbevolen dat de
ventilatieroosters zo worden
ingesteld dat directe koele lucht
wordt vermeden en dat deze
koele lucht in de kamer wordt
verspreid.
Zodra zich een storing voordoet,
het apparaat uitschakelen door op
de toets ON/OFF op de
afstandsbediening te drukken,
koppel het daarna los van de
elektrische voeding.
Schakel de airconditioner altijd
eerst uit met de
afstandsbediening. Gebruik de
installatieautomaat niet en trek de
stekker niet uit het stopcontact
om het apparaat uit te schakelen.
Schakel het apparaat niet te vaak
in en uit aangezien dit kan
leidentot beschadiging van het
apparaat.
Leg geen voorwerpen op de
buitenunit.
Koppel de airconditioner los van
de stroomtoevoer als het
gedurende lange tijd of tijdens
onweer niet gebruikt wordt.
Dit product bevat Gefluoreerde
Broeikasgassen die onder het
Kyoto Protocol vallen, het koelgas
bevindt zich in een hermetisch
afgesloten systeem. Koelgas:
R410a heeft een
aardopwarmingspotentieel (GWP)
van 2087.5.
De afbeeldingen in de gebruikershandleiding zijn gebaseerd op externe weergaven van standaardmodellen,
de vorm en het ontwerp variëren naargelang het model.
84
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
Binnenunit
1. Luchtinlaat
2. Voorpaneel
3. Weergavepaneel
4. Luchtuitlaat
5. Elektrische doos
6. Toets om het filter te resetten
7. Ventilatierooster verticale aanpassing
8. Ventilatierooster horizontale aanpassing
9. Luchtfilter
10. Afstandsbediening
11. Aan-uit schakelaar
Buitenunit
12. Luchtinlaat
13 Leidingen en voedingskabel
14. Afvoerslang
Opmerking: Tijdens KOELEN en DROGEN
wordt condenswater afgevoerd.
15. Luchtuitlaat
Binnenunit
Buitenunit
85
BESCHRIJVING INDICATOREN DISPLAY
BEDIENINGSPANEEL
Indicatie temperatuur (1)
Weergave van de ingestelde temperatuur.
Wanneer “FC” wordt weergegeven, moet het filter gereinigd worden.
Indicatie apparaat In bedrijf (2)
Dit brandt wanneer het apparaat in werking is.
Knippert tijdens het ontdooien van de buitenunit.
Timer (3)
Gaat branden gedurende de ingestelde tijd.
Gaat uit als de werking van de timer eindigt.
Indicator slaapstand (4)
Het gaat branden zodra de sleepmodus is ingesteld, In “bedrijf” knippert 10 maal, daarna wordt het
display uitgeschakeld.
Controlelampje filter (5)
Knippert wanneer het filter gereinigd moet worden.
Het controlelampje van het filter gaat na 200 uur werking knipperen om u eraan te herinneren dat
het filter gereinigd moet worden.
Druk, nadat het filter gereinigd is, op de resetknop die zich achter het voorpaneel op de binnenunit
bevindt om het knipperen van het controlelampje te onderbreken.
86
FUNCTIES EN INDICATOREN
AFSTANDSBEDIENING
1. AAN/UIT-TOETS
Druk op deze toets om het apparaat te starten
en/of te stoppen.
2. MODUS-TOETS
Gebruikt om de werkingsmodaliteit te selecteren.
3. VENTILATOR-TOETS
Gebruikt om de ventilatorsnelheid te kiezen,
achtereenvolgens automatisch, hoog, gemiddeld of
laag.
4-5.TEMPERATUURTOETS
Gebruikt om de kamertemperatuur te selecteren.
Gebruikt om de ingestelde tijd in de timer-modus
en om de tijd van de klok in te stellen.
6. 6th SENSE-TOETS
Hiermee wordt de werking van 6th Sense-modus
ingesteld of geannuleerd.
7. SWING-TOETS
Hiermee kan de horizontale beweging van de
lamellen gestopt of gestart worden en de gewenste
luchtstroomrichting omhoog/omlaag ingesteld
worden.
8. SLEEP-TOETS
Hiermee wordt de werking van Sleep-modus
ingesteld of geannuleerd.
9. AROUND U-TOETS
Hiermee kan de functie Around U in- of
uitgeschakeld worden.
10. TIMER ON/CLOCK-TOETS
Wordt gebruikt om de huidige tijd in te stellen.
Wordt gebruikt om de timer in te stellen of te
annuleren.
11 TIMER OFF-TOETS
Gebruikt om de werking van de timer voor
uitschakeling van de airconditioner in te stellen of te
annuleren.
12. JET-TOETS
Hiermee kan de functie snel koelen of snel
verwarmen in- of uitgeschakeld worden.
13. DIM-TOETS
Gebruikt om de verlichting van het display van de
binnenunit in of uit te schakelen.
14. TOETS ENERGIEBESPARING
Gebruikt om de energiebesparende werking te
starten of te stoppen.
15. TOETS SUPERSTIL
Gebruikt om de stille werking te starten of te
stoppen.
rq
e
t
d
f
i
o
g
s
u
w
y
a
h
INDICATORSYMBOLEN OP DISPLAY
AFSTANDSBEDIENING
Koelindicator
Droogindicator
Indicator Alleen ventilator
Verwarmingsindicator
Automatische ventilatorsnelheid
Hoge ventilatorsnelheid
Gemiddelde ventilatorsnelheid
Lage ventilatorsnelheid
Indicator Super Silent
Indicator 6th Sense
Indicator slaapstand 1
Indicator slaapstand 2
Indicator slaapstand 3
Indicator slaapstand 4
Indicator Around U
Indicator Jet
Signaaloverdracht
Weergave ingestelde timer
Weergave huidig tijdstip
Weergave ingestelde temperatuur
Indicator Power Save
O
ON
OFF
OPSLAG EN TIPS VOOR HET GEBRUIK VAN
DE AFSTANDSBEDIENING
Plaatsen van de batterijen
1. Steek een stift tussen het batterijdeksel en druk
het voorzichtig omlaag in de richting van de pijl
om het te verwijderen, zoals weergegeven.
2. Plaats 2 AAA-batterijen (1,5 V) in het
batterijvakje.
Zorg ervoor dat de “+” en “-” polen correct
geplaatst zijn.
3. Sluit het batterijdeksel van de afstandsbediening.
Verwijderen van de batterijen
Verwijder het batterijdeksel in de richting van de
pijl.
Druk met uw vingers zachtjes op de plus pool van
de batterij, en trek vervolgens de batterijen uit het
vak. Deze handelingen dienen te worden
uitgevoerd door volwassenen. Het is kinderen
verboden om de batterijen uit de
afstandsbediening te verwijderen, om het gevaar
van het inslikken van de batterijen te voorkomen
Het afdanken van de batterijen
Om natuurlijke bronnen te beschermen en
hergebruik van materialen te bevorderen,
batterijen scheiden van andere soorten afval en ze
weggooien in de plaatselijke bakken voor lege
batterijen.
Voorzorgsmaatregelen
Wanneer u de batterijen vervangt, mag u geen
nieuwe batterijen samen met oude batterijen of
verschillende types batterijen plaatsen. Dit kan
leiden tot een defect aan de afstandsbediening.
Als u van plan bent de afstandsbediening enige
tijd niet te gebruiken, moet u de batterijen eruit
halen, om lekken van batterijzuur in de
afstandsbediening te voorkomen.
Gebruik de afstandsbediening binnen het
doeltreffende bereik. Houd de afstandsbediening
minstens 1 meter van een tv-toestel of HiFi-
apparatuur verwijderd.
Als de afstandsbediening niet normaal werkt,
haalt u de batterijen eruit en plaatst u ze na 30
seconden terug. Plaats nieuwe batterijen als de
afstandsbediening nog steeds niet werkt.
Om het apparaat via de afstandsbediening te
bedienen, richt u de afstandsbediening naar de
ontvanger op de binnenunit. Zo garandeert u
een optimale ontvangst.
Als een boodschap van de afstandsbediening
wordt verzonden, gaat het symbool
gedurende 1 seconde knipperen. Bij ontvangst
van de boodschap weerklinkt een piep op het
apparaat.
De airconditioner kan met de afstandsbediening
tot een afstand van 7 m worden bediend.
Telkens wanneer de batterijen in de
afstandsbediening worden vervangen, wordt de
afstandsbediening automatisch ingesteld op de
modus Verwarmen.
Signaalontvanger
87
88
BESCHRIJVING VAN DE WERKINGSMODI
Werkingsmodaliteiten:
1. Selecteren van de modus
Elke keer als de toets MODE wordt ingedrukt,
wordt de bedrijfsmodus achtereenvolgens
gewijzigd:
;
KOELEN
g
DROGEN
g
ALLEEN
VENTILATIE
g
VERWARMEN
?
De verwarmingmodus is niet beschikbaar bij
airconditioners met alleen een koelfunctie.
Modus KOELEN: hiermee kan de kamer gekoeld
worden voor koelte en comfort in het warme
seizoen.
Modus DROGEN: hiermee kan de
luchtvochtigheid verlaagd worden voor comfort in
een vochtig klimaat.
Modus ALLEEN VENTILATOR: hiermee kan de
kamer geventileerd worden, de airconditioner
werkt als een ventilator.
Modus VERWARMEN: hiermee kan de kamer
verwarmd worden voor een behaaglijk gevoel in
het koude seizoen.
Opmerking: Om te voorkomen dat er koude
lucht in de kamer wordt geblazen,
moet de binnenunit bij het begin van de werking
VERWARMEN gedurende 2-5 minuten
voorverwarmd worden. De ventilator van de
binnenunit zal niet werken tijdens het
voorverwarmen.
2. Ventilatorsnelheid instellen
Telkens wanneer u op de toets “FAN” drukt,
verandert de ventilatorsnelheid achtereenvolgens
in:
;
Auto
g
Hoog
g
Gemiddeld
g
Laag
?
In de modus “ALLEEN VENTILATIE” zijn alleen
“Hoog”,”Gemiddeld” en “Laag” beschikbaar.
In de modus “DROGEN” wordt de
ventilatorsnelheid automatisch ingesteld op “Auto”;
de toets “FAN” werkt dan niet.
3. Instellen van de temperatuur
Druk eenmaal op de toets om de
temperatuurinstelling met 1°C te verhogen
Druk eenmaal op de toets om de
temperatuurinstelling met 1°C te verlagen
Houd deze twee toetsen ingedrukt om de
temperatuur snel te veranderen.
*Opmerking: De verwarmingmodus is NIET
beschikbaar bij modellen met alleen een
koelfunctie.
4. Inschakelen
Druk op de toets . Wanneer het apparaat
het signaal ontvangt, gaat de indicator IN
WERKING op de binnenunit branden.
Wanneer u een andere modus kiest, moet u enkele
seconden wachten en de handeling herhalen als de
unit niet onmiddellijk reageert.
Wanneer u de functie verwarmen selecteert, zal de
luchtstroom na 2 tot 5 minuten starten.
Bereik van beschikbare temperatuurinstellingen
*VERWARMEN, KOELEN 18°C ~ 32°C
DROGEN +/-7°C
ALLEEN VENTILATIE kan niet ingesteld worden
4
1 2
3
89
REGELING RICHTING LUCHTSTROOM
5. Regeling richting luchtstroom
De horizontale luchtstroom wordt automatisch na
inschakeling van de unit op een bepaalde hoek
ingesteld in overeenstemming met de
werkingsmodaliteit.
De richting van de luchtstroom kan eveneens
worden aangepast aan uw eigen behoeften. Druk
hiervoor op de toets “SWING” op de
afstandsbediening.
*De verwarmingmodus is alleen beschikbaar bij
modellen met warmtepomp.
Regeling horizontale luchtstroom (met behulp
van de afstandsbediening)
Gebruik de afstandsbediening om de hoeken voor
de luchtstroom in te stellen.
Kantelen luchtstroom
Als eenmaal op de toets “SWING” gedrukt wordt,
zal de horizontale lamel automatisch omhoog en
omlaag bewegen.
Gewenste richting luchtstroom
Wanneer de toets “SWING” nogmaals wordt
ingedrukt bewegen de horizontale lamellen naar de
gewenste hoek.
Regeling verticale luchtstroom (met de hand)
Draai aan de regelstangen om de verticale
luchtstroom te verstellen, zoals afgebeeld.
Opmerking: De vorm van de unit kan er anders
uitzien dan die van de airconditioner die u hebt
gekozen.
A - Verstel de horizontale lamellen niet met de
hand, dit kan tot storingen leiden. Als dit
gebeurt, schakelt u de unit eerst uit, verbreekt
u de stroomtoevoer en schakelt u de
stroomtoevoer daarna terug aan.
B - Het is beter om de horizontale lamellen niet te
lang omlaag te zetten in de modus KOELEN of
DROGEN om te voorkomen dat er
condenswater gaat lekken.
Werkingsmodaliteit Richting van luchtstroom
KOELEN, DROGEN horizontaal
*VERWARMEN, ALLEEN
VENTILATIE
omlaag
regelstang voor het instellen
van de verticale lamellen
90
BESCHRIJVINGEN MODI EN FUNCTIES
6th SENSE-MODUS
Druk op de toets ; de unit gaat dan
onmiddellijk over in de 6th sense-modus,
ongeacht of hij aan of uit staat.
In deze modus worden de temperatuur en de
ventilatorsnelheid automatisch ingesteld op basis
van de kamertemperatuur.
De werkingsmodaliteit en temperatuur
worden bepaald door de binnentemperatuur.
Modellen met warmtepomp
Toets werkt niet in de Jet-modus.
Opmerking: Temperatuur, luchtstroom en richting
worden automatisch geregeld in de 6th Sense-
modus.
Als u de temperatuur desondanks nog niet
aangenaam vindt, kunt u een verhoging of verlaging
van maximaal 7°C instellen met de
afstandsbediening.
Wat u kunt doen in de 6th Sense-modus
Binnentemperatuur Werkingsmodaliteit
Doeltemperatuur
21°C of lager VERWARMEN 22°C
21°C-23°C
ALLEEN
VENTILATIE
23°C - 26°C DROGEN
De
kamertemperatuur
wordt 2°C lager
na 3 minuten
werking
Hoger dan 26°C KOELEN 26°C
Uw gevoel alarm Werkwijze aanpassing
Onaangenaam omwille van te veel of
te weinig luchtstroom.
Ventilatorsnelheid binnenunit wisselt tussen Hoog,
Gemiddeld en Laag telkens wanneer deze toets
wordt ingedrukt.
Onaangenaam omwille van een
ongeschikte richting luchtstroom.
Door het eenmaal indrukken van deze toets
verandert de horizontale lamel de richting van de
luchtstroom. Druk opnieuw op de toets, het
kantelen stopt. Zie voor de richting van de verticale
luchtstroom hoofdstuk “Regeling
luchtstroomrichting”.
91
Klokfunctie
U kunt het werkelijke tijdstip aanpassen door op
de toets TIMER ON/KLOK te drukken. Houd deze
toets langer dan 3 seconden ingedrukt om de klok
in te stellen, de cijfers van de klok knipperen, met
behulp van de toetsen en kan de juiste
tijd worden ingesteld, wanneer de toets nogmaals
wordt ingedrukt is het werkelijke tijdstip ingesteld.
SLEEP-modus
SLEEP modus kan ingesteld worden op
bedrijfsmodus KOELEN, VERWARMEN of
DROGEN.
Deze functie biedt u een aangename omgeving om
in te slapen.
Het apparaat wordt automatisch na 8 uur werken
uitgeschakeld.
De ventilatorsnelheid wordt automatisch op lage
snelheid ingesteld.
Alleen voor 9K/12K modellen.
Elke keer als de toets SLEEP wordt ingedrukt,
wordt de bedrijfsmodus achtereenvolgens
gewijzigd:
;
SLEEP 1
N
g
SLEEP 2
N
g
SLEEP 3
N
g
SLEEP 4
N
g
NORMAAL
N
g
SLEEP AFSLUITEN
?
SLEEP voor Volwassenen (modus 1)
De ingestelde temperatuur stijgt met max. 2°C als
het apparaat gedurende 2 uur continu in
koelmodus werkt, daarna blijft de temperatuur
constant.
De ingestelde temperatuur daalt met max. 2°C als
het apparaat gedurende 2 uur in de
verwarmingsmodus werkt, daarna blijft de
temperatuur constant.
SLEEP voor Senioren (modus 2):
De ingestelde temperatuur stijgt met max. 2°C als
het apparaat gedurende 2 uur continu in
koelmodus werkt, daalt met 1°C na 6 uur, daalt
daarna met 1°C na 7 uur.
De ingestelde temperatuur daalt met 2°C als het
apparaat gedurende 2 uur continu in
verwarmingsmodus werkt, stijgt met 1°C na 6 uur,
stijgt daarna met 1°C na 7 uur.
SLEEP voor Jongeren/Tieners (modus 3):
De ingestelde temperatuur stijgt met 1°C als het
apparaat gedurende 1 uur in koelmodus werkt,
stijgt met 2°C na 2 uur, daalt daarna met 2°C na 6
uur, daalt daarna met 1°C na 7 uur.
De ingestelde temperatuur daalt met 2°C als het
apparaat gedurende 1 uur in verwarmingsmodus
werkt, daalt met 2°C na 2 uur, stijgt daarna met
2°C na 6 uur, stijgt daarna met 2°C na 7 uur.
SLEEP voor Kinderen (modus 4):
De ingestelde temperatuur blijft constant.
*Opmerking:
Verwarming is NIET beschikbaar bij airconditioners
met alleen een koelfunctie.
Als de sleepmodus is ingesteld, gaat het lampje
“sleep” op het voorpaneel branden en het lampje
“In bedrijf” 10 maal knipperen, daarna wordt het
display uitgeschakeld.
92
JET-modus
De JET-modus wordt gebruikt om snel koelen of
snel verwarmen te starten of te stoppen.
Snel koelen werkt met hoge ventilatorsnelheid,
en de temperatuur wordt automatisch ingesteld
op 18 °C.
Snel verwarmen werkt met automatische
ventilatorsnelheid, waarbij de temperatuur
automatisch ingesteld wordt op 32 °C.
In de JET-modus kunt u de richting van de
luchtstroom of de timer instellen. Als u de JET-
modus wilt sluiten, drukt u op een van de
toetsen JET, MODE, VENTILATIE, AAN/UIT of
TEMPERATUURINSTELLING; de weergave
keert terug naar de oorspronkelijke modus.
Opmerking:
De toetsen SLEEP en 6th Sense zijn niet
beschikbaar in de JET-modus.
Het apparaat blijft in de JET-modus werken als u
niet op een van de bovengenoemde toetsen
drukt.
93
Timerfunctie
U kunt de timer op een handige manier
inschakelen. Druk gewoon op de toets TIMER
ON/CLOCK om een aangename
kamertemperatuur te hebben wanneer u thuis
komt.
U kunt de timer uitzetten door op de toets TIMER
OFF te drukken, zodat u ‘s nachts goed kunt
slapen.
TIMER ON instellen
De toets TIMER ON/CLOCK kan worden gebruikt
om de timer naar wens te programmeren om het
apparaat op het gewenste tijdstip in te schakelen.
i) Druk op de toets TIMER ON/CLOCK. Wanneer
ON 12:00” knippert op het scherm, kunt u op de
toets of drukken om de gewenste tijd te
kiezen om het apparaat in te schakelen.
Druk eenmaal op de toets of om de
tijdinstelling met 1 minuut te verhogen of te
verlagen.
Houd de toets of 5 seconden ingedrukt
om de tijdinstelling met 10 minuten te verhogen of
te verlagen.
Houd de toets of nog langer ingedrukt
om de tijdinstelling met 1 uur te verhogen of te
verlagen.
Opmerking: Als u de tijd niet instelt binnen 10
seconden nadat u op de toets TIMER ON/CLOCK
heeft gedrukt, dan wordt de TIMER ON-modus op
de afstandsbediening automatisch afgesloten.
ii) Als de door u gewenste tijd wordt weergegeven
op het scherm, drukt u op de toets TIMER
ON/CLOCK om deze te bevestigen.
Er klinkt een “piep”.
ON” stopt met knipperen.
De TIMER-indicator op de binnenunit gaat
branden.
iii) Nadat de ingestelde tijd 5 seconden is
weergegeven, wordt de klok weergegeven op het
scherm van de afstandsbediening in plaats van de
ingestelde timer.
TIMER ON annuleren
Druk nogmaals op de toets TIMER ON/CLOCK. Er
klinkt een “piep” en de indicator gaat uit. De
TIMER ON-modus is nu geannuleerd.
Opmerking: Op dezelfde manier kunt u TIMER
OFF instellen, het tijdstip waarop u wilt dat het
apparaat automatisch uitgeschakeld wordt.
OON
Verhogen
Verlagen
Around U-functie
Als u op deze toets drukt, wordt
weergegeven. De afstandsbediening stuurt dan de
effectieve kamertemperatuur om de
afstandsbediening heen naar de binnenunit en het
apparaat zal werken op basis van deze temperatuur
om u een aangenamer gevoel te geven.
Bewaar de afstandsbediening op een plaats waarop
deze het signaal goed naar het apparaat kan
verzenden.
Druk eenmaal om deze functie in te stellen en druk
nogmaals om te annuleren.
DIM-functie
Druk op deze knop om de verlichting van het
display op het bedieningspaneel van de binnenunit
in of uit te schakelen.
Druk eenmaal om de verlichting van het display op
het bedieningspaneel uit te schakelen, druk
nogmaals of druk op een willekeurige toets om de
verlichting weer in te schakelen.
Als u op een andere toets drukt, terwijl de
verlichting van het display van de binnenunit uit is,
eenmaal indrukken om de verlichting in te
schakelen, nogmaals indrukken om de functie te
activeren.
POWER SAVE-functie
De POWER SAVE-modus (Energiebesparing) is
beschikbaar in de werkingsmodaliteiten KOELEN,
VERWARMEN, DROGEN en ALLEEN
VENTILATIE.
Als u op deze toets drukt, wordt weergegeven
op de afstandsbediening.
Met de POWER SAVE-functie in de modi KOELEN,
VERWARMEN en DROGEN wordt de
temperatuur ingesteld op 25°C met lage
ventilatorsnelheid.
Met de POWER SAVE-functie in de modus
ALLEEN VENTILATIE wordt het apparaat ingesteld
op een lage ventilatorsnelheid.
Kies een andere modus of druk op de toets Power
Save om deze functie uit te schakelen.
Opmerking: In deze modus kan de
ventilatorsnelheid en de temperatuur niet worden
aangepast.
Functie SUPERSILENT
Druk op de toets om de unit zo geruisloos
mogelijk te laten werken, zodat u een stille en
comfortabele woonomgeving krijgt. wordt op
de afstandsbediening weergegeven.
Opmerking: De Super silent-functie wordt
uitgeschakeld als u op de MODUS-toets drukt of
als u nogmaals op de toets SUPER SILENT drukt.
Op sommige modellen is deze functie niet
beschikbaar.
94
95
NOODWERKING
In een noodsituatie of wanneer de afstandsbediening
niet beschikbaar is, kunt u de unit bedienen via de
Aan/uit-schakelaar op de binnenunit.
Het apparaat inschakelen: wanneer de unit uit
staat, op deze toets drukken, het apparaat wordt
ingeschakeld en zal werken in de 6th SENSE-
modus.
Het apparaat uitschakelen: wanneer de unit aan
staat, deze toets indrukken, de unit stopt met
werken.
Opmerking: Druk deze toets niet langdurig in,
dat kan tot storingen leiden.
Functie Auto-Restart
Als u auto-restart in wilt stellen, de stroomtoevoer inschakelen, op de toets ON/OFF drukken op de
binnenunit en langer dan 5 seconden ingedrukt houden, auto-restart is ingesteld en er klinkt een zoemer.
Indien de functie auto-restart is ingesteld, op de toets ON/OFF op de binnenunit drukken en langer dan 5
seconden ingedrukt houden, de functie auto-restart wordt uitgeschakeld, er klinkt een zoemer en de
airconditioner staat nu in stand-by.
BEVEILIGING
Bedrijfstoestand
De beveiligingsvoorziening kan in werking treden
en het apparaat uitschakelen in onderstaande
gevallen.
Als de airconditioner in de modus KOELEN of
DROGEN werkt terwijl er gedurende lange tijd
een deur of raam open staat en de relatieve
luchtvochtigheid hoger is dan 80%, kan er
condenswater uit de afvoer druppelen.
Kenmerken van beveiligingsapparaat
Wacht minstens 3 minuten voor u de unit opnieuw
start als deze stopt met werken of als u een
andere modus kiest tijdens de werking. Nadat u de
stekker hebt aangesloten en het apparaat
onmiddellijk inschakelt, kan een vertraging van 20
seconden optreden voor het apparaat begint te
werken. Als de werking gestopt is, op de toets
ON/OFF drukken om opnieuw te starten. De
timer moet opnieuw worden ingesteld alsof u deze
geannuleerd hebt.
Kenmerken van modus KOELEN
Antivries
Wanneer de temperatuur van de warmtewisselaar
binnen onder 1°C zakt, zal de compressor stoppen
met werken om het apparaat te beschermen.
Kenmerken van de modus VERWARMEN
Voorverwarming
Om te voorkomen dat er koude lucht in de kamer
wordt geblazen, moet de binnenunit bij het begin
van de werking VERWARMEN gedurende 2-5
minuten voorverwarmd worden. De ventilator van
de binnenunit zal niet werken tijdens het
voorverwarmen.
Ontdooien
Tijdens de werking In VERWARMEN zal het
apparaat automatisch ontdooien om de efficiëntie
te verhogen. Deze procedure duurt gewoonlijk 6
tot 10 minuten. Tijdens het ontdooien stopt de
ventilator met draaien en knippert de indicator IN
WERKING.
Na voltooiing van het ontdooien, keert het
apparaat automatisch terug naar de modus
VERWARMEN.
Verwarmen
Buitentemperatuur is hoger dan 24°C.
Buitentemperatuur is lager dan -7°C.
Kamertemperatuur is hoger dan 27°C.
Koelen
Buitentemperatuur is hoger dan 43°C.
Kamertemperatuur is lager dan 21°C.
Ontvochtigen Kamertemperatuur is lager dan 18°C.
Aan/uit-schakelaar
ONDERHOUD
Voorpaneel van binnenunit reinigen
1. Schakel de stroomtoevoer uit
Schakel het apparaat eerst uit voordat u de
stekker uit het stopcontact trekt.
2. Voorpaneel verwijderen
Open het voorpaneel zoals aangegeven door de
pijl (Fig. A).
Trek met kracht aan de hendeltjes aan de zijkant
van het voorpaneel om het te verwijderen (Fig.
B).
3. Het reinigen van het voorpaneel
Afvegen met een zachte en droge doek. Gebruik
lauw water (minder dan 40°C) om te reinigen als
het apparaat erg vuil is. Laat het gereinigde
apparaat drogen.
4. Plaats het voorpaneel terug en sluit het
Plaats het voorpaneel terug en sluit het door het
naar beneden te duwen.
Opmerking:
Gebruik geen producten zoals bezien of
polijstpoeder om het apparaat te reinigen.
Sproei geen water op de binnenunit
Gevaarlijk! Elektrische schok!
Luchtfilter schoonmaken
Nadat het apparaat ongeveer 200 uur gebruikt is,
moet het luchtfilter gereinigd worden. Maak het
luchtfilter om de twee weken schoon als de
airconditioner in een uiterst stoffige omgeving
werkt.
1. Schakel de stroomtoevoer uit
Schakel het apparaat eerst uit voordat u de
stekker uit het stopcontact trekt.
2. Verwijder het luchtfilter (Fig. C).
1. Open het voorpaneel.
2. Duw zachtjes op de handgreep van het filter.
3. Schuif het filter uit het apparaat.
3. Het luchtfilter reinigen (Fig. D)
Als het filter erg vervuild is, het schoonmaken
met een oplossing van lauw water en een
neutraal reinigingsmiddel.
Laat het gereinigde apparaat drogen.
4. Zet het filter weer op zijn plaats en druk op
de toets om het filter te resetten (Fig.E) op
de rechterkant met behulp van een
cilinderstift en sluit het voorpaneel.
Opmerking:
Om letsel te voorkomen, de vinnen van de
binnenunit na het verwijderen van het filter
niet met uw vingers aanraken.
Probeer niet zelf de binnenkant van de
airconditioner schoon te maken.
Reinig het filter niet in de wasmachine.
Afb. A
Afb. B
Afb. C
Afb. D
96
Fig. E
Toets om het filter
te resetten
97
PROBLEMEN OPLOSSEN
Probleem Analyse
Werkt niet
Is de beveiliging in werking getreden of is er een zekering doorgebrand?
Wacht alstublieft 3 minuten en start het apparaat weer, de beveiliging kan
verhinderen dat de unit werkt.
Zijn de batterijen van de afstandsbediening leeg?
Zit de stekker goed in het stopcontact?
Geen koele of
warme lucht
Is het luchtfilter vuil?
Zijn de luchtinlaat- en uitlaatleidingen van de airconditioner geblokkeerd?
Is de temperatuur goed ingesteld?
Staan er deuren of ramen open?
Ondoeltreffende
regeling
Is er een sterke interferentie geweest (van excessieve ontlading van statische
elektriciteit, afwijking van de voedingsspanning)? Als het apparaat op een
abnormale manier werkt, moet u het netsnoer uit het stopcontact halen en na 2
tot 3 seconden opnieuw in het stopcontact steken.
Werkt niet
onmiddellijk
Er is een vertraging van 3 minuten nadat de modus tijdens de werking gewijzigd
wordt.
Rare geur
Deze geur kan afkomstig zijn van een andere bron zoals meubilair, sigarettenrook
enz. die in de unit gezogen wordt en met de lucht mee uitgeblazen wordt.
Geluid van
stromend water
Normaal verschijnsel veroorzaakt door de stroom van het koelmiddel in de
airconditioner.
Ontdooigeluid in de modus verwarmen.
Krakend geluid
Dit geluid kan veroorzaakt worden door de expansie of samentrekking van het
voorpaneel vanwege veranderingen van de temperatuur.
Er wordt nevel uit
de uitlaat geblazen
Is er stoom in de kamer bij lage temperatuur? Normaal verschijnsel veroorzaakt
door koele lucht uit de binnenunit tijdens de werking in de modus KOELEN of
DROGEN.
Lampje “In bedrijf
knippert, maar de
binnenventilator
stopt.
De unit schakelt om van verwarmen naar ontdooien. Het lampje gaat uit en het
apparaat keert terug naar de modus verwarmen.
Problemen met de werking van het apparaat zijn meestal te wijten aan minder
belangrijke oorzaken. Controleer en verwijs naar de volgende tabel voor u contact
opneemt met de servicedienst. Dit kan tijd en onnodige kosten besparen.
Opmerking: Als de problemen zich blijven voordoen, schakelt u het apparaat uit en trekt
u de stekker uit het stopcontact. Neem vervolgens contact op met het dichtstbijzijnde
erkende Servicecentrum van Whirlpool. Probeer het apparaat niet zelf te verplaatsen, te
repareren, te demonteren of aan te passen.
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
Installatieschema
OPMERKING: De bovenstaande afbeelding is slechts een vereenvoudigde weergave van de unit, die
mogelijk niet helemaal overeenstemt met het uitzicht van het product dat u hebt gekocht. De installatie
moet worden uitgevoerd in overeenstemming met de nationale normen voor bedrading en mag alleen
door gemachtigd onderhoudspersoneel worden uitgevoerd.
Afstand van de muur
dient groter te zijn
dan 50 mm
Afstand van het plafond
dient groter te zijn dan 200 mm
Afstand van de vloer
dient groter te zijn dan 2500 mm
Afstand van de muur
dient groter te zijn dan 50 mm
Afstand luchtinlaat van
de muur dient groter te
zijn dan 250 mm
Afstand luchtinlaat van
de muur dient groter te
zijn dan 250 mm
Afstand luchtuitlaat van de muur
dient groter te zijn dan 500 mm
Groter dan
250 mm
98
Binnenunit
Buitenunit
99
INSTALLATIE SERVICE
Alvorens het apparaat te
installeren
1. Lees deze handleiding grondig
door voor u het apparaat
installeert.
2. Het apparaat moet worden
geïnstalleerd in overeenstemming
met de nationale regelgeving voor
bedrading en door gekwalificeerd
technisch personeel volgens de
instructies in deze handleiding.
3. Elke wijziging van positie van de
installatie moet worden
uitgevoerd door professionals.
4. Controleer het product om na te
gaan dat het niet beschadigd
werd voor de installatie.
5. Monteer het apparaat met de
laagste bewegende onderdelen
van de binnenunit minstens 2,5 m
boven het vloerniveau.
6. Na de installatie moet de
gebruiker het apparaat correct
bedienen zoals beschreven in
deze handleiding, houd
voldoende ruimte vrij voor
onderhoudswerkzaamheden en
eventuele verplaatsing in de
toekomst
VOORZORGSMAATREGELEN
1. De stroomvoorziening moet met
een nominale spanning met een
speciaal circuit voor het apparaat
zijn. Het normale spanningsbereik
is 90%~110% van de nominale
spanning. De diameter van de
stroomkabel moet voldoen aan de
vereisten.
2. De stroomkabel van de gebruiker
moet een betrouwbare
aardingsklem hebben. Het is
verboden de massadraad te
verbinden met de volgende
onderdelen:
1) Watertoevoerleiding
2) Gasleiding
3) Afvoerleiding
4) Andere plaatsen die als onveilig
worden beschouwd.
3. Zorg voor een veilige aarding en
een aarddraad aangesloten op het
speciale aardingssysteem van het
gebouw, geïnstalleerd door
professionals. Het apparaat moet
voorzien zijn van een
beveiligingsschakelaar tegen
elektrische ontlading en een
hulpinstallatieautomaat met
voldoende capaciteit. De
installatieautomaat moet tevens
voorzien zijn van een magnetische
en thermische schakelaar om
beveiliging te garanderen in geval
van kortsluiting en overbelasting.
Ty p e Model
Vereiste capaciteit
van luchtschakelaar
Gesplitst
Aan/Uit
9/12K 16 A
18K 20A
100
VOORZORGSMAATREGELEN
4. Zorg ervoor dat de stroomkabel
lang genoeg is voor de juiste
aansluiting. Gebruik geen
verlengsnoer voor de
stroomvoorziening.
5. Als het netsnoer beschadigd is,
moet het vervangen worden door
de fabrikant of de klantenservice
of een gekwalificeerd persoon om
elke gevaarlijke situatie te
voorkomen.
6. Er moet een alpolige
stroomonderbreker met een
afstand tussen de contacten van
minstens 3 mm aangesloten zijn in
vaste bedrading.
7. Risico op elektrische schokken kan
leiden tot verwondingen of de
dood. Koppel alle stroomkabels
los voor er onderhoud aan het
apparaat wordt uitgevoerd.
8. De aansluiting van de stroomkabel
en de kabelaansluiting tussen de
binnenunit en de buitenunit moet
in overeenstemming zijn met het
bedradingsschema dat zich op het
apparaat bevindt.
9. Nadat de installatie is voltooid,
mogen de elektrische
componenten niet toegankelijk zijn
voor de gebruikers.
10.Maak gebruik van twee of meer
personen om het apparaat te
installeren en het risico op
overtollig gewicht te vermijden.
11.Houd, nadat het apparaat is
uitgepakt, het
verpakkingsmateriaal uit de buurt
van kinderen.
12.Vanwege de aard van het
koelmiddel is de druk in de leiding
zeer hoog, wees dus uiterst
voorzichtig bij het installeren en
repareren van het apparaat.
Kies de beste plaats
Plaats voor het installeren van de binnenunit
Waar geen obstakels in de buurt van de
luchtuitlaat zijn en de lucht vrij kan circuleren in
elke hoek van de kamer.
Waar gemakkelijk leidingen gelegd kunnen
worden en gaten in de muur geboord kunnen
worden.
Houd u aan de vereiste afstanden van plafond en
wanden in overeenstemming met het
installatieschema.
Waar het luchtfilter gemakkelijk kan worden
verwijderd.
Houd de unit en de afstandsbediening op een
afstand van minstens 1 meter van televisie, radio
enz.
Om effecten van fluoriscerende lampen te
vermijden, de unit zo ver mogelijk hiervandaan
houden.
Plaats niets in de buurt van de luchtuitlaat die
deze zouden kunnen blokkeren.
Op een plaats die het gewicht kan dragen en
waar bedrijfsgeluid en trillingen niet toenemen.
De binnenunit is niet geschikt voor installatie op
plaatsen waar de was wordt gedaan.
Plaats voor het installeren van de buitenunit
Plaats het apparaat in een droge en goed
geventileerde ruimte.
Installeer het apparaat niet op plaatsen waar
brandbare gassen aanwezig zijn.
Houd u aan de vereiste afstand van de wand in
overeenstemming met het installatieschema.
De afstand tussen de binnen- en buitenunit moet
minstens 3 meter en mag maximaal 15 meter
zijn met aanvullende lading koelmiddel.
Installeer de buitenunit niet op een vuile of
vettige plaats, in de buurt van een
gasuitlaatleiding.
Installeer het apparaat niet aan de kant van de
weg waar het bevuild kan raken met water en
modder.
Een stevige ondergrond waar het bedrijfsgeluid
niet toeneemt.
Waar de luchtuitlaat niet geblokkeerd wordt.
De plaats van installatie moet geschikt zijn voor
het gewicht en de trillingen van de buitenunit en
veilig zijn;
Waar afvoerwater niet tot problemen leidt.
Installeer de buitenunit op een plaats waar de
lucht kan worden afgevoerd en het lawaai van de
werking uw buren niet stoort.
Model Standaardleiding
Lengte (m)
Maximale lengte
leiding
Lengte (m)
Maximaal hoogte-
verschil H (m)
Benodigd extra
koelmiddel met
aangesloten lei-
ding langer dan 5
m (g/m)
9K/12K/18K 5 15 5 20
24K 5 15 5 30
Binnenunit
Lengte van de
leiding is
3~15 meter
Buitenunit
Hoogte dient
minder dan 5 m te zijn
Buitenunit
Lengte van de
leiding is
3~15 meter
Binnenunit
Hoogte dient minder
te zijn dan 5 m
101
INSTALLATIE BINNENUNIT
1. Installatie van de montageplaat
Selecteer een plaats voor de installatie van de
montageplaat in overeenstemming met de plaats
van de binnenunit en de richting van de
leidingen.
Leg de montageplaat horizontaal met behulp
van een waterpas.
Boor gaten van 32 mm diep in de muur om de
plaat te bevestigen.
Plaats de kunstofpluggen in de gaten, zet de
montageplaat vast met zelftappende bouten.
Controleer of de montageplaat goed vast zit.
OPMERKING: De vorm van uw montageplaat kan verschillen van de bovenstaande afbeelding, maar de
installatiemethode is gelijkaardig.
2. Boor een gat voor de leiding
Bepaal de plaats van het gat voor de leiding in
overeenstemming met de plaats van de
montageplaat.
Boor een gat met een diameter van 70 mm in
de wand. Het gat moet lichtjes naar beneden
hellen naar buiten toe.
Installeer een mof in het gat in de muur om de
wand netjes en schoon te houden.
3. Installatie leidingen binnenunit
Voer de leidingen (vloeistof- en gasleiding) en de
kabels door het gat in de muur van buitenaf of monteer ze van binnenuit nadat de leidingen en
kabelverbindingen van de binnenunit zijn voltooid om deze aan te sluiten op de buitenunit.
Bepaal of het kunstofdeel afgezaagd moet worden in overeenstemming met de richting van de leidingen
(zoals hieronder is afgebeeld).
OPMERKING:
Wanneer u de leiding in de richtingen 1, 2 of 4 bevestigt, moet u het overeenkomstige plastic gedeelte van
de basis van de binnenunit afzagen.
Na het aansluiten van de leidingen zoals vereist, de afvoerslang installeren. Sluit daarna de stroomkabel
aan. Na aansluiting omwikkelt u het leidingwerk, de kabel en de afvoerslang samen met thermisch
isolatiemateriaal.
OPMERKING: Sluit de stroomkabel niet aan op de stroomvoorziening tijdens de installatie.
Mof voor gat in muur
(starre polyethyleen
buis voorbereid door
de gebruiker)
Binnen
Buiten
5 mm
(inclinatie
omlaag)
1
2
3
4
goot
Richting leidingwerk
Afvoerstuk
Zaag het uitstekende stuk af
langs de rand
102
Montageplaat
BELANGRIJK:
Thermische isolatie verbindingsstukken leidingwerk:
Omwikkel de verbindingsstukken van het leidingwerk met thermisch isolatiemateriaal en omwikkel ze
daarna met vinyltape.
Thermische isolatie leidingwerk:
a. Monteer de afvoerslang onder de leiding.
b. Isolatiemateriaal: polyethyleen schuim met een dikte van 6 mm.
OPMERKING: Afvoerslang is voorbereid door de
gebruiker.
De afvoerslang moet naar beneden gericht zijn
zodat het water gemakkelijk afgevoerd kan worden.
Draai de afvoerleiding niet, laat ze niet uit het gat
steken of in het rond wapperen, dompel het
uiteinde niet onder in water. Als er op de
afvoerleiding een verlengstuk van een afvoerslang is
aangesloten, moet u ervoor zorgen dat u dit
thermisch isoleert wanneer het door de binnenunit
gaat.
Wanneer de leidingen naar rechts gericht zijn,
moeten de leidingen, de voedingskabel en
afvoerslang thermisch geïsoleerd en aan de
achterkant van de unit bevestigd worden.
Aansluiting leidingwerk:
a. Sluit de leidingen van de binnenunit aan met twee
sleutels. Besteed veel aandacht aan het koppel, zoals
hieronder afgebeeld, om te voorkomen dat het
leidingwerk, de connectoren en de moeren
vervormd en beschadigd worden.
b. Draai ze eerst vast met de hand en vervolgens met
behulp van de sleutels.
Opmerking: snij de leiding niet af als de aansluitleiding
langer is dan nodig.
Thermische isolatie
Omwikkeld met vinyltape
Grote leiding
Thermisch
geïsoleerde
buis
Kleine
leiding
Afvoerslang
(voorbereid door gebruiker)
Stroomverbindingskabel
103
Leidingdiameter Koppel Breedte moer Min. dikte
Vloeistofzijde (1/4 inch) 15~20N.m 17 mm 0,5 mm
Vloeistofzijde (3/8 inch) 30~35N.m 22 mm 0,6 mm
Gaszijde (3/8 inch) 30~35N.m 22 mm 0,6 mm
Gaszijde (1/2 inch) 50~55N.m 24 mm 0,6 mm
Gaszijde (5/8 inch) 60~65N.m 27 mm 0,6 mm
Gaszijde (3/4 inch) 70~75N.m 32 mm 1,0 mm
4. De kabel aansluiten
Binnenunit
1) Open het voorpaneel, verwijder de afdekplaat door
de bout los te draaien.
2) Sluit de voedingskabel aan op de binnenunit door de
draden één voor één op de klemmen aan te sluiten
op het bedieningspaneel in overeenstemming met
het bedradingsschema.
3) Zet de voedingskabel vast op het bedieningspaneel
met een kabelklem.
4) Monteer de afdekplaat weer en draai de bout vast.
OPMERKING: (afhankelijk van het model) De kast
moet worden verwijderd om de verbindingen met de
aansluitklemmen van de binnenunit uit te voeren.
Buitenunit
1) Verwijder het toegangsdeurtje van de unit door de
bout los te draaien. Sluit de draden individueel aan
op de aansluitklemmen op het schakelbord in
overeenstemming met de aansluiting van de
binnenunit.
2) Zet de voedingskabel vast op het bedieningspaneel
met een kabelklem.
3) Zet het toegangsdeurtje weer op zijn
oorspronkelijke plaats en draai de bout vast.
4) Gebruik een goedgekeurde beveiligingsschakelaar
voor model 24K tussen de vermogensbron en de
unit. Er moet een ontkoppelingsvoorziening
gemonteerd worden om alle voedingslijnen te
kunnen onderbreken.
Dekplaat
Buitenunit
Voedingskabel
104
Toegangsdeurtje
Aansluitklem
(binnenkant)
Ty p e
Capaciteit
(Btu/u)
Netsnoer Stroomverbindingskabel
Netvoeding
voeding
(Opmerking)
Omvormer
9k
H05VV-F, 3G x 1,0 mm / 1,5 mm² H07RN-F, 4G 1,0 mm² / 1,5 mm²
Naar binnenunit
12k
H05VV-F, 3G x 1,0 mm / 1,5 mm² H07RN-F, 4G 1,0 mm² / 1,5 mm²
Naar binnenunit
18k
H07RN-F, 3G 1.5 mm² H07RN-F, 5G 1.5 mm²
Naar binnenunit
24k
H05VV-F, 3G 2,5 mm
2
H07RN-F, 4G 2,5 mm²
Naar binnenunit
VOORZICHTIG:
1. Zorg ervoor dat de kleur van de draden en het nummer van de klem van de buitenunit hetzelfde zijn als
op de binnenunit.
2. Gebruik een afzonderlijk vermogenscircuit specifiek voor de airconditioner. Zie voor wat betreft de
bedradingswijze het schema op het apparaat.
3. Controleer of de kabelspecificatie conform de volgende tabel is.
4. Controleer de draden en zorg ervoor dat ze allemaal stevig vastgezet zijn nadat de kabel is aangesloten.
De kabel moet goed vastgemaakt zijn met een kabelklem.
5. Zorg ervoor dat er een aardlekschakelaar gemonteerd is in een natte of vochtige zone.
Kabelspecificaties
Voorpaneel
Binnenunit
Aansluitklem
(binnenkant)
Behuizing
105
INSTALLATIE BUITENUNIT
BEDRADINGSDIAGRAM
1. Installeer de afvoerput en de afvoerslang
De condens wordt afgevoerd van de buitenunit wanneer
de unit in verwarmingsmodus werkt. Installeer een
afvoeropening en -slang om het condenswater op te
vangen. Zo stoort u uw buren niet en beschermt u het
milieu. Installeer de afvoeropening op het frame van de
buitenunit en sluit een afvoerslang aan op de opening zoals
afgebeeld op de afbeelding rechts.
2. Buitenunit installeren en bevestigen
Maak de buitenunit stevig vast met bouten en moeren op
een vlakke en stevige vloer. Als de unit op een muur of
dak wordt geïnstalleerd, moet u ervoor zorgen dat u de
houder stevig bevestigt. Zo verhindert u dat deze gaat
schudden omwille van grote trillingen of een stevige wind.
Aanbevolen: het is beter om een rubber mat (optioneel
onderdeel) onder de ODU-poot te plaatsen om trillingen tijdens de werking te absorberen.
3. Aansluiting leidingen buitenunit
• Verwijder de ventieldoppen van het 2-wegs- en 3-wegsventiel.
• Sluit de leidingen apart aan op de 2-wegs en 3-wegs kleppen met het vereiste koppel.
4. Kabel buitenunit installeren (zie vorige pagina)
Afvoeropening
Afvoerslang
(voor te bereiden door
gebruiker)
2(N)
1(L)
0(L) 0(L)
2(N)
1(L)
L
N
BN
BU
YE/GN
4(SL)
4(SL)
Voedingsverbindi
ngskabel
Binnenunit
Aansluitklem
Buitenunit
Klemmenbord
Netvoeding
Opmerking:
Bij de modellen 9K en 12K wordt de netvoeding
aangesloten via de binnenunit met een stekker.
Bij de modellen 18K wordt de netvoeding aangesloten
via de buitenunit met een stroomonderbreker.
Bij 24k modellen is de voedingskabel aangesloten op de
binnenunit met een beveiligingsschakelaar.
24K Modellen
Voedingsverbinding
skabel
Buitenunit
Aansluitklem
Binnenunit
Klemmenbord
Geel/Groen
Blauw (Grijs)
Bruin
Zwart
Geel/Groen
Blauw (Grijs)
Bruin
Zwart
Netvoeding
AC L-IN
AC N-IN
1(N)
2(L)
1(N)
3(SI)
2(L)
3(SI)
Voedingsverbindin
gskabel
Binnenunit
Aansluitklem
Buitenunit
Klemmenbord
Geel/Groen
Blauw (Grijs)
Bruin
Zwart
Geel/Groen
Blauw (Grijs)
Bruin
Zwart
Verdamper
Schakelbord binnenunit
Netvoeding
BLAUW
BRUIN
GEEL/GROEN
Bruin
Grijs
Blauw
Zwart
Geel/Groen
Bruin
Geel/Groen
Grijs
Blauw
Zwart
BLAUW
BRUIN
GEEL/GROEN
• Modellen 9K/12K • Model 18K
106
LUCHT ZUIVEREN
Als er vochtige lucht in de koelcyclus blijft zitten, kan dit ertoe leiden dat de compressor defect raakt.
Nadat u de binnen- en buitenuit hebt geïnstalleerd, moet u met een vacuümpomp de lucht en het vocht
uit de koelcyclus halen, zoals hieronder afgebeeld.
Opmerking: Aangezien de systeemdruk hoog is en om het milieu te beschermen, moet u ervoor zorgen
dat u het koelmiddel niet rechtstreeks in de lucht laat.
Luchtleidingen purgeren:
1. Doppen van de 2- en 3-wegsventielen losdraaien en verwijderen.
2. Dop van onderhoudsventiel losdraaien en verwijderen.
3. Slang van vacuümpomp aansluiten op onderhoudsventiel.
4. Vacuümpomp 10-15 minuten laten werken tot een absoluut vacuüm van 10 mm Hg bereikt is.
5. Terwijl de vacuümpomp nog loopt de lagedrukknop op het spruitstuk van de vacuümpomp sluiten. Stop
vervolgens de vacuümpomp.
6. Open het 2-wegsventiel 1/4 slag, sluit hem na 10 seconden. Controleer dat alle pakkingen goed vast
zitten met vloeibare zeep of een elektronische lekdetectie.
7. Draai de 2- en 3-wegsventielen. Koppel de flexibele slang van de vacuümpomp los.
8. Vervang alle ventieldoppen en haal ze aan.
Vacuümpomp
Binnenunit
Stroomrichting
koelmiddel
3-wegs klep
Opening voor
onderhoud
(2) Draaien
(8) Aanspannen
(7) Draai om de klep
volledig te openen
Dop klep
(1) Draaien
(8) Aanspannen
2-wegs klep
(6) Open 1/4-draai
(7) Draai om de klep volledig te openen
(1) Draaien
Dop klep
(8) Aanspannen
Aansluiten op binnenunit
Doorsnede 3-wegs klep
Open stand
As
Aansluiten op buitenunit
Kern klep
Naald
Dop opening voor
onderhoud
107
KLANTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de
Klantenservice:
1. Probeer het probleem zelf op te lossen aan de
hand van de beschrijvingen in
“Problemen/Oplossingen”.
2. Zet het apparaat uit en weer aan om te zien of
de storing aanhoudt.
Als de storing aanhoudt nadat u
bovengenoemde controles heeft uitgevoerd,
neem dan contact op met de Klantenservice.
Geef a.u.b.:
een korte omschrijving van de storing;
het exacte model van de airconditioner;
het servicenummer (dit is het nummer dat
onder het woord Service staat op de sticker die
zich op de zijkant of onderkant van de
binnenunit bevindt).
Het servicenummer staat ook in het
garantieboekje;
uw volledige adres;
uw telefoonnummer.
Indien er reparatiewerkzaamheden moeten
worden uitgevoerd, contact opnemen met de
Klantenservice (Gebruik van originele onderdelen
en een goede reparatie worden gegarandeerd).
U moet de originele aankoopbon laten zien.
Het niet naleven van deze instructies kan de
veiligheid en kwaliteit van uw product in
gevaar brengen.

Documenttranscriptie

VOOR U HET APPARAAT GEBRUIKT Lees alle instructies zorgvuldig voordat u dit product gebruikt. Tijdens het gebruik van dit apparaat moet u deze instructies altijd opvolgen om het risico op brand, elektrische schok en persoonlijk letsel tot een minimum te beperken. Bewaar deze handleiding. Als u het apparaat aan een andere gebruiker geeft, voeg dan deze handleiding erbij. Deze aanwijzingen kunt u ook vinden op de website: www.whirlpool.eu. VOORZORGSMAATREGELEN • De Installatie en het onderhoud/de reparatie moeten uitgevoerd worden door een gekwalificeerd technicus, in overeenstemming met de aanwijzingen van de fabrikant en de plaatselijke veiligheidsvoorschriften. Repareer of vervang geen enkel onderdeel van het apparaat tenzij dit specifiek is opgenomen in de instructies voor de gebruiker. • Trek niet aan de voedingskabel om de stekker uit het stopcontact te verwijderen. Draai of duw niet aan het netsnoer en zorg ervoor dat het niet kapot is. • Raak de stekker, installatieautomaat en noodknop niet aan met natte handen. • Steek uw vingers of vreemde voorwerpen niet in de luchtinlaat/uitlaat van de binnen- en buitenunit. • Blokkeer de luchtinlaat of -uitlaat van de binnen- en buitenunit nooit. • Mensen en kinderen met lichamelijke of verstandelijke beperkingen en mensen zonder enige ervaring met het product mogen het apparaat alleen gebruiken als zij specifieke training gekregen hebben over hoe het apparaat gebruikt moet worden van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid en welzijn. Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik door mensen met een lichamelijke beperking. • Houd kinderen in de gaten om er zeker van te zijn dat ze niet met het apparaat spelen (met inbegrip van de afstandsbediening). • Dit apparaat kan gebruikt worden door kinderen van 8 jaar en ouder en personen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of gebrek aan ervaring en kennis als zij onder toezicht staan of aanwijzingen hebben gekregen over het op veilige wijze gebruiken van het apparaat en zich bewust zijn van de bijbehorende gevaren. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reinigings- en onderhoudswerkzaamheden mogen niet door kinderen worden uitgevoerd als er geen toezicht gehouden wordt. 82 VOORZORGSMAATREGELEN AIRCONDITIONER installatieautomaat niet en trek de stekker niet uit het stopcontact om het apparaat uit te schakelen. • Schakel het apparaat niet te vaak in en uit aangezien dit kan leidentot beschadiging van het apparaat. • Leg geen voorwerpen op de buitenunit. • Koppel de airconditioner los van de stroomtoevoer als het gedurende lange tijd of tijdens onweer niet gebruikt wordt. • Dit product bevat Gefluoreerde Broeikasgassen die onder het Kyoto Protocol vallen, het koelgas bevindt zich in een hermetisch afgesloten systeem. Koelgas: R410a heeft een aardopwarmingspotentieel (GWP) van 2087.5. Gelieve de onderstaande instructies strikt na te leven: • Langdurige en rechtstreekse blootstelling aan koude lucht kan schadelijk zijn voor uw gezondheid. Het wordt aanbevolen dat de ventilatieroosters zo worden ingesteld dat directe koele lucht wordt vermeden en dat deze koele lucht in de kamer wordt verspreid. • Zodra zich een storing voordoet, het apparaat uitschakelen door op de toets ON/OFF op de afstandsbediening te drukken, koppel het daarna los van de elektrische voeding. • Schakel de airconditioner altijd eerst uit met de afstandsbediening. Gebruik de MILIEUBESCHERMING • Dit apparaat is gemaakt van materiaal dat gerecycled of hergebruikt kan worden. Het apparaat moet worden weggeruimd in overeenstemming met de lokale regelgeving betreffende afvalverwijdering. Voor het apparaat wordt weggeruimd, moet u ervoor zorgen dat u het netsnoer afknipt zodat het apparaat niet opnieuw kan worden gebruikt. • Neem, voor meer gedetailleerde informatie over de verwerking en recycling van dit product, contact op met uw plaatselijke overheden die zich bezig houden met gescheiden afvalinzameling of met de winkel waar u het apparaat hebt aangeschaft. verspreid, maar moeten worden weggeruimd in overeenstemming met de lokale regelgeving. WEGRUIMEN VAN APPARAAT • Dit apparaat is voorzien van het merkteken volgens de Europese Richtlijn 2002/96/EG inzake Afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA). • Door ervoor te zorgen dat dit apparaat op de juiste manier als afval wordt verwerkt, helpt u mogelijk negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid te voorkomen. • Het symbool op het product of op de documenten die bij het product zijn gevoegd geeft aan dat dit apparaat niet behandeld mag worden als huishoudelijk afval maar afgegeven moet worden bij het daarvoor bedoelde inzamelingspunt waar elektrische en elektronische apparaten bewaard en gerecycled worden. WEGRUIMEN VAN VERPAKKING • De verpakking kan volledig gerecycled worden, zoals aangegeven voor het recyclingsymbool . De verschillende onderdelen van de verpakking mogen niet in het milieu worden 83 BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT Binnenunit Buitenunit Binnenunit 1. Luchtinlaat 2. Voorpaneel 3. Weergavepaneel 4. Luchtuitlaat 5. Elektrische doos 6. Toets om het filter te resetten 7. Ventilatierooster verticale aanpassing 8. Ventilatierooster horizontale aanpassing 9. Luchtfilter 10. Afstandsbediening 11. Aan-uit schakelaar Buitenunit 12. Luchtinlaat 13 Leidingen en voedingskabel 14. Afvoerslang Opmerking: Tijdens KOELEN en DROGEN wordt condenswater afgevoerd. 15. Luchtuitlaat De afbeeldingen in de gebruikershandleiding zijn gebaseerd op externe weergaven van standaardmodellen, de vorm en het ontwerp variëren naargelang het model. 84 BESCHRIJVING INDICATOREN DISPLAY BEDIENINGSPANEEL Indicatie temperatuur (1) Weergave van de ingestelde temperatuur. Wanneer “FC” wordt weergegeven, moet het filter gereinigd worden. Indicatie apparaat In bedrijf (2) Dit brandt wanneer het apparaat in werking is. Knippert tijdens het ontdooien van de buitenunit. Timer (3) Gaat branden gedurende de ingestelde tijd. Gaat uit als de werking van de timer eindigt. Indicator slaapstand (4) Het gaat branden zodra de sleepmodus is ingesteld, In “bedrijf” knippert 10 maal, daarna wordt het display uitgeschakeld. Controlelampje filter (5) Knippert wanneer het filter gereinigd moet worden. Het controlelampje van het filter gaat na 200 uur werking knipperen om u eraan te herinneren dat het filter gereinigd moet worden. Druk, nadat het filter gereinigd is, op de resetknop die zich achter het voorpaneel op de binnenunit bevindt om het knipperen van het controlelampje te onderbreken. 85 FUNCTIES EN INDICATOREN AFSTANDSBEDIENING 1. AAN/UIT-TOETS Druk op deze toets om het apparaat te starten en/of te stoppen. 2. MODUS-TOETS Gebruikt om de werkingsmodaliteit te selecteren. 3. VENTILATOR-TOETS Gebruikt om de ventilatorsnelheid te kiezen, achtereenvolgens automatisch, hoog, gemiddeld of laag. 4-5. TEMPERATUURTOETS Gebruikt om de kamertemperatuur te selecteren. Gebruikt om de ingestelde tijd in de timer-modus en om de tijd van de klok in te stellen. 6. 6th SENSE-TOETS Hiermee wordt de werking van 6th Sense-modus ingesteld of geannuleerd. 7. SWING-TOETS Hiermee kan de horizontale beweging van de lamellen gestopt of gestart worden en de gewenste luchtstroomrichting omhoog/omlaag ingesteld worden. 8. SLEEP-TOETS Hiermee wordt de werking van Sleep-modus ingesteld of geannuleerd. 9. AROUND U-TOETS Hiermee kan de functie Around U in- of uitgeschakeld worden. 10. TIMER ON/CLOCK-TOETS Wordt gebruikt om de huidige tijd in te stellen. Wordt gebruikt om de timer in te stellen of te annuleren. 11 TIMER OFF-TOETS Gebruikt om de werking van de timer voor q e w u y a h 12. 13. 14. 15. r t i d f o g s uitschakeling van de airconditioner in te stellen of te annuleren. JET-TOETS Hiermee kan de functie snel koelen of snel verwarmen in- of uitgeschakeld worden. DIM-TOETS Gebruikt om de verlichting van het display van de binnenunit in of uit te schakelen. TOETS ENERGIEBESPARING Gebruikt om de energiebesparende werking te starten of te stoppen. TOETS SUPERSTIL Gebruikt om de stille werking te starten of te stoppen. INDICATORSYMBOLEN OP DISPLAY AFSTANDSBEDIENING Koelindicator Indicator slaapstand 2 Droogindicator Indicator slaapstand 3 Indicator Alleen ventilator Indicator slaapstand 4 Verwarmingsindicator Indicator Around U Automatische ventilatorsnelheid Indicator Jet Hoge ventilatorsnelheid Signaaloverdracht ON Gemiddelde ventilatorsnelheid OFF Lage ventilatorsnelheid Weergave ingestelde timer Weergave huidig tijdstip Indicator Super Silent Weergave ingestelde temperatuur Indicator 6th Sense Indicator Power Save Indicator slaapstand 1 86 OPSLAG EN TIPS VOOR HET GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING Plaatsen van de batterijen 1. Steek een stift tussen het batterijdeksel en druk het voorzichtig omlaag in de richting van de pijl om het te verwijderen, zoals weergegeven. 2. Plaats 2 AAA-batterijen (1,5 V) in het batterijvakje. Zorg ervoor dat de “+” en “-” polen correct geplaatst zijn. 3. Sluit het batterijdeksel van de afstandsbediening. Verwijderen van de batterijen Verwijder het batterijdeksel in de richting van de pijl. Druk met uw vingers zachtjes op de plus pool van de batterij, en trek vervolgens de batterijen uit het vak. Deze handelingen dienen te worden uitgevoerd door volwassenen. Het is kinderen verboden om de batterijen uit de afstandsbediening te verwijderen, om het gevaar van het inslikken van de batterijen te voorkomen Het afdanken van de batterijen Om natuurlijke bronnen te beschermen en hergebruik van materialen te bevorderen, batterijen scheiden van andere soorten afval en ze weggooien in de plaatselijke bakken voor lege batterijen. Voorzorgsmaatregelen • Wanneer u de batterijen vervangt, mag u geen nieuwe batterijen samen met oude batterijen of verschillende types batterijen plaatsen. Dit kan leiden tot een defect aan de afstandsbediening. • Als u van plan bent de afstandsbediening enige tijd niet te gebruiken, moet u de batterijen eruit halen, om lekken van batterijzuur in de afstandsbediening te voorkomen. • Gebruik de afstandsbediening binnen het doeltreffende bereik. Houd de afstandsbediening minstens 1 meter van een tv-toestel of HiFiapparatuur verwijderd. • Als de afstandsbediening niet normaal werkt, haalt u de batterijen eruit en plaatst u ze na 30 seconden terug. Plaats nieuwe batterijen als de afstandsbediening nog steeds niet werkt. • Om het apparaat via de afstandsbediening te bedienen, richt u de afstandsbediening naar de ontvanger op de binnenunit. Zo garandeert u een optimale ontvangst. Signaalontvanger • Als een boodschap van de afstandsbediening wordt verzonden, gaat het symbool gedurende 1 seconde knipperen. Bij ontvangst van de boodschap weerklinkt een piep op het apparaat. • De airconditioner kan met de afstandsbediening tot een afstand van 7 m worden bediend. • Telkens wanneer de batterijen in de afstandsbediening worden vervangen, wordt de afstandsbediening automatisch ingesteld op de modus Verwarmen. 87 BESCHRIJVING VAN DE WERKINGSMODI Werkingsmodaliteiten: 1. Selecteren van de modus Elke keer als de toets MODE wordt ingedrukt, wordt de bedrijfsmodus achtereenvolgens gewijzigd: ; KOELEN g DROGEN g ALLEEN VENTILATIE g VERWARMEN ? De verwarmingmodus is niet beschikbaar bij airconditioners met alleen een koelfunctie. 4 Modus KOELEN: hiermee kan de kamer gekoeld worden voor koelte en comfort in het warme seizoen. 1 3 2 Modus DROGEN: hiermee kan de luchtvochtigheid verlaagd worden voor comfort in een vochtig klimaat. Modus ALLEEN VENTILATOR: hiermee kan de kamer geventileerd worden, de airconditioner werkt als een ventilator. Modus VERWARMEN: hiermee kan de kamer verwarmd worden voor een behaaglijk gevoel in het koude seizoen. Opmerking: Om te voorkomen dat er koude lucht in de kamer wordt geblazen, moet de binnenunit bij het begin van de werking VERWARMEN gedurende 2-5 minuten voorverwarmd worden. De ventilator van de binnenunit zal niet werken tijdens het voorverwarmen. Houd deze twee toetsen ingedrukt om de temperatuur snel te veranderen. Bereik van beschikbare temperatuurinstellingen 2. Ventilatorsnelheid instellen Telkens wanneer u op de toets “FAN” drukt, verandert de ventilatorsnelheid achtereenvolgens in: *VERWARMEN, KOELEN 18°C ~ 32°C DROGEN +/-7°C ALLEEN VENTILATIE kan niet ingesteld worden *Opmerking: De verwarmingmodus is NIET beschikbaar bij modellen met alleen een koelfunctie. ; Auto g Hoog g Gemiddeld g Laag ? In de modus “ALLEEN VENTILATIE” zijn alleen “Hoog”,”Gemiddeld” en “Laag” beschikbaar. In de modus “DROGEN” wordt de ventilatorsnelheid automatisch ingesteld op “Auto”; de toets “FAN” werkt dan niet. 4. Inschakelen Druk op de toets . Wanneer het apparaat het signaal ontvangt, gaat de indicator IN WERKING op de binnenunit branden. 3. Instellen van de temperatuur Wanneer u een andere modus kiest, moet u enkele seconden wachten en de handeling herhalen als de unit niet onmiddellijk reageert. Wanneer u de functie verwarmen selecteert, zal de luchtstroom na 2 tot 5 minuten starten. Druk eenmaal op de toets om de temperatuurinstelling met 1°C te verhogen Druk eenmaal op de toets om de temperatuurinstelling met 1°C te verlagen 88 REGELING RICHTING LUCHTSTROOM 5. Regeling richting luchtstroom De horizontale luchtstroom wordt automatisch na inschakeling van de unit op een bepaalde hoek ingesteld in overeenstemming met de werkingsmodaliteit. De richting van de luchtstroom kan eveneens worden aangepast aan uw eigen behoeften. Druk hiervoor op de toets “SWING” op de afstandsbediening. Werkingsmodaliteit Richting van luchtstroom KOELEN, DROGEN horizontaal *VERWARMEN, ALLEEN VENTILATIE omlaag *De verwarmingmodus is alleen beschikbaar bij modellen met warmtepomp. Regeling horizontale luchtstroom (met behulp van de afstandsbediening) Gebruik de afstandsbediening om de hoeken voor de luchtstroom in te stellen. Kantelen luchtstroom Als eenmaal op de toets “SWING” gedrukt wordt, zal de horizontale lamel automatisch omhoog en omlaag bewegen. Gewenste richting luchtstroom Wanneer de toets “SWING” nogmaals wordt ingedrukt bewegen de horizontale lamellen naar de gewenste hoek. Regeling verticale luchtstroom (met de hand) Draai aan de regelstangen om de verticale luchtstroom te verstellen, zoals afgebeeld. Opmerking: De vorm van de unit kan er anders uitzien dan die van de airconditioner die u hebt gekozen. A - Verstel de horizontale lamellen niet met de hand, dit kan tot storingen leiden. Als dit gebeurt, schakelt u de unit eerst uit, verbreekt u de stroomtoevoer en schakelt u de stroomtoevoer daarna terug aan. B - Het is beter om de horizontale lamellen niet te lang omlaag te zetten in de modus KOELEN of DROGEN om te voorkomen dat er condenswater gaat lekken. regelstang voor het instellen van de verticale lamellen 89 BESCHRIJVINGEN MODI EN FUNCTIES 6th SENSE-MODUS Druk op de toets ; de unit gaat dan onmiddellijk over in de 6th sense-modus, ongeacht of hij aan of uit staat. In deze modus worden de temperatuur en de ventilatorsnelheid automatisch ingesteld op basis van de kamertemperatuur. De werkingsmodaliteit en temperatuur worden bepaald door de binnentemperatuur. Modellen met warmtepomp Binnentemperatuur Werkingsmodaliteit Doeltemperatuur 21°C of lager VERWARMEN ALLEEN VENTILATIE 21°C-23°C 23°C - 26°C DROGEN Hoger dan 26°C KOELEN 22°C De kamertemperatuur wordt 2°C lager na 3 minuten werking 26°C Toets werkt niet in de Jet-modus. Opmerking: Temperatuur, luchtstroom en richting worden automatisch geregeld in de 6th Sensemodus. Als u de temperatuur desondanks nog niet aangenaam vindt, kunt u een verhoging of verlaging van maximaal 7°C instellen met de afstandsbediening. Wat u kunt doen in de 6th Sense-modus Uw gevoel alarm Werkwijze aanpassing Onaangenaam omwille van te veel of te weinig luchtstroom. Ventilatorsnelheid binnenunit wisselt tussen Hoog, Gemiddeld en Laag telkens wanneer deze toets wordt ingedrukt. Onaangenaam omwille van een ongeschikte richting luchtstroom. Door het eenmaal indrukken van deze toets verandert de horizontale lamel de richting van de luchtstroom. Druk opnieuw op de toets, het kantelen stopt. Zie voor de richting van de verticale luchtstroom hoofdstuk “Regeling luchtstroomrichting”. 90 Klokfunctie U kunt het werkelijke tijdstip aanpassen door op de toets TIMER ON/KLOK te drukken. Houd deze toets langer dan 3 seconden ingedrukt om de klok in te stellen, de cijfers van de klok knipperen, met behulp van de toetsen en kan de juiste tijd worden ingesteld, wanneer de toets nogmaals wordt ingedrukt is het werkelijke tijdstip ingesteld. SLEEP-modus SLEEP modus kan ingesteld worden op bedrijfsmodus KOELEN, VERWARMEN of DROGEN. Deze functie biedt u een aangename omgeving om in te slapen. Het apparaat wordt automatisch na 8 uur werken uitgeschakeld. De ventilatorsnelheid wordt automatisch op lage snelheid ingesteld. Alleen voor 9K/12K modellen. Elke keer als de toets SLEEP wordt ingedrukt, wordt de bedrijfsmodus achtereenvolgens gewijzigd: ; SLEEP 1N g SLEEP 2N g SLEEP 3N g SLEEP 4N g NORMAALN g SLEEP AFSLUITEN ? SLEEP voor Volwassenen (modus 1) De ingestelde temperatuur stijgt met max. 2°C als het apparaat gedurende 2 uur continu in koelmodus werkt, daarna blijft de temperatuur constant. De ingestelde temperatuur daalt met max. 2°C als het apparaat gedurende 2 uur in de verwarmingsmodus werkt, daarna blijft de temperatuur constant. SLEEP voor Senioren (modus 2): De ingestelde temperatuur stijgt met max. 2°C als het apparaat gedurende 2 uur continu in koelmodus werkt, daalt met 1°C na 6 uur, daalt daarna met 1°C na 7 uur. De ingestelde temperatuur daalt met 2°C als het apparaat gedurende 2 uur continu in verwarmingsmodus werkt, stijgt met 1°C na 6 uur, stijgt daarna met 1°C na 7 uur. SLEEP voor Kinderen (modus 4): De ingestelde temperatuur blijft constant. *Opmerking: Verwarming is NIET beschikbaar bij airconditioners met alleen een koelfunctie. Als de sleepmodus is ingesteld, gaat het lampje “sleep” op het voorpaneel branden en het lampje “In bedrijf” 10 maal knipperen, daarna wordt het display uitgeschakeld. SLEEP voor Jongeren/Tieners (modus 3): De ingestelde temperatuur stijgt met 1°C als het apparaat gedurende 1 uur in koelmodus werkt, stijgt met 2°C na 2 uur, daalt daarna met 2°C na 6 uur, daalt daarna met 1°C na 7 uur. De ingestelde temperatuur daalt met 2°C als het apparaat gedurende 1 uur in verwarmingsmodus werkt, daalt met 2°C na 2 uur, stijgt daarna met 2°C na 6 uur, stijgt daarna met 2°C na 7 uur. 91 JET-modus • De JET-modus wordt gebruikt om snel koelen of snel verwarmen te starten of te stoppen. Snel koelen werkt met hoge ventilatorsnelheid, en de temperatuur wordt automatisch ingesteld op 18 °C. Snel verwarmen werkt met automatische ventilatorsnelheid, waarbij de temperatuur automatisch ingesteld wordt op 32 °C. • In de JET-modus kunt u de richting van de luchtstroom of de timer instellen. Als u de JETmodus wilt sluiten, drukt u op een van de toetsen JET, MODE, VENTILATIE, AAN/UIT of TEMPERATUURINSTELLING; de weergave keert terug naar de oorspronkelijke modus. Opmerking: • De toetsen SLEEP en 6th Sense zijn niet beschikbaar in de JET-modus. • Het apparaat blijft in de JET-modus werken als u niet op een van de bovengenoemde toetsen drukt. 92 Timerfunctie U kunt de timer op een handige manier inschakelen. Druk gewoon op de toets TIMER ON/CLOCK om een aangename kamertemperatuur te hebben wanneer u thuis komt. U kunt de timer uitzetten door op de toets TIMER OFF te drukken, zodat u ‘s nachts goed kunt slapen. TIMER ON instellen De toets TIMER ON/CLOCK kan worden gebruikt om de timer naar wens te programmeren om het apparaat op het gewenste tijdstip in te schakelen. Verhogen i) Druk op de toets TIMER ON/CLOCK. Wanneer “ON 12:00” knippert op het scherm, kunt u op de toets of drukken om de gewenste tijd te kiezen om het apparaat in te schakelen. ON Verlagen Druk eenmaal op de toets of om de tijdinstelling met 1 minuut te verhogen of te verlagen. Houd de toets of 5 seconden ingedrukt om de tijdinstelling met 10 minuten te verhogen of te verlagen. Houd de toets of nog langer ingedrukt om de tijdinstelling met 1 uur te verhogen of te verlagen. Opmerking: Als u de tijd niet instelt binnen 10 seconden nadat u op de toets TIMER ON/CLOCK heeft gedrukt, dan wordt de TIMER ON-modus op de afstandsbediening automatisch afgesloten. ii) Als de door u gewenste tijd wordt weergegeven op het scherm, drukt u op de toets TIMER ON/CLOCK om deze te bevestigen. Er klinkt een “piep”. “ON” stopt met knipperen. De TIMER-indicator op de binnenunit gaat branden. iii) Nadat de ingestelde tijd 5 seconden is weergegeven, wordt de klok weergegeven op het scherm van de afstandsbediening in plaats van de ingestelde timer. TIMER ON annuleren Druk nogmaals op de toets TIMER ON/CLOCK. Er klinkt een “piep” en de indicator gaat uit. De TIMER ON-modus is nu geannuleerd. Opmerking: Op dezelfde manier kunt u TIMER OFF instellen, het tijdstip waarop u wilt dat het apparaat automatisch uitgeschakeld wordt. 93 Around U-functie Als u op deze toets drukt, wordt weergegeven. De afstandsbediening stuurt dan de effectieve kamertemperatuur om de afstandsbediening heen naar de binnenunit en het apparaat zal werken op basis van deze temperatuur om u een aangenamer gevoel te geven. Bewaar de afstandsbediening op een plaats waarop deze het signaal goed naar het apparaat kan verzenden. Druk eenmaal om deze functie in te stellen en druk nogmaals om te annuleren. DIM-functie Druk op deze knop om de verlichting van het display op het bedieningspaneel van de binnenunit in of uit te schakelen. Druk eenmaal om de verlichting van het display op het bedieningspaneel uit te schakelen, druk nogmaals of druk op een willekeurige toets om de verlichting weer in te schakelen. Als u op een andere toets drukt, terwijl de verlichting van het display van de binnenunit uit is, eenmaal indrukken om de verlichting in te schakelen, nogmaals indrukken om de functie te activeren. POWER SAVE-functie De POWER SAVE-modus (Energiebesparing) is beschikbaar in de werkingsmodaliteiten KOELEN, VERWARMEN, DROGEN en ALLEEN VENTILATIE. Als u op deze toets drukt, wordt weergegeven op de afstandsbediening. Met de POWER SAVE-functie in de modi KOELEN, VERWARMEN en DROGEN wordt de temperatuur ingesteld op 25°C met lage ventilatorsnelheid. Met de POWER SAVE-functie in de modus ALLEEN VENTILATIE wordt het apparaat ingesteld op een lage ventilatorsnelheid. Kies een andere modus of druk op de toets Power Save om deze functie uit te schakelen. Opmerking: In deze modus kan de ventilatorsnelheid en de temperatuur niet worden aangepast. Functie SUPERSILENT Druk op de toets om de unit zo geruisloos mogelijk te laten werken, zodat u een stille en comfortabele woonomgeving krijgt. wordt op de afstandsbediening weergegeven. Opmerking: De Super silent-functie wordt uitgeschakeld als u op de MODUS-toets drukt of als u nogmaals op de toets SUPER SILENT drukt. Op sommige modellen is deze functie niet beschikbaar. 94 NOODWERKING In een noodsituatie of wanneer de afstandsbediening niet beschikbaar is, kunt u de unit bedienen via de Aan/uit-schakelaar op de binnenunit. • Het apparaat inschakelen: wanneer de unit uit staat, op deze toets drukken, het apparaat wordt ingeschakeld en zal werken in de 6th SENSEmodus. • Het apparaat uitschakelen: wanneer de unit aan staat, deze toets indrukken, de unit stopt met werken. Aan/uit-schakelaar Opmerking: Druk deze toets niet langdurig in, dat kan tot storingen leiden. Functie Auto-Restart Als u auto-restart in wilt stellen, de stroomtoevoer inschakelen, op de toets ON/OFF drukken op de binnenunit en langer dan 5 seconden ingedrukt houden, auto-restart is ingesteld en er klinkt een zoemer. Indien de functie auto-restart is ingesteld, op de toets ON/OFF op de binnenunit drukken en langer dan 5 seconden ingedrukt houden, de functie auto-restart wordt uitgeschakeld, er klinkt een zoemer en de airconditioner staat nu in stand-by. BEVEILIGING Kenmerken van modus KOELEN Antivries Wanneer de temperatuur van de warmtewisselaar binnen onder 1°C zakt, zal de compressor stoppen met werken om het apparaat te beschermen. Bedrijfstoestand De beveiligingsvoorziening kan in werking treden en het apparaat uitschakelen in onderstaande gevallen. Buitentemperatuur is hoger dan 24°C. Buitentemperatuur is lager dan -7°C. Kamertemperatuur is hoger dan 27°C. Buitentemperatuur is hoger dan 43°C. Koelen Kamertemperatuur is lager dan 21°C. Ontvochtigen Kamertemperatuur is lager dan 18°C. Verwarmen Kenmerken van de modus VERWARMEN Voorverwarming Om te voorkomen dat er koude lucht in de kamer wordt geblazen, moet de binnenunit bij het begin van de werking VERWARMEN gedurende 2-5 minuten voorverwarmd worden. De ventilator van de binnenunit zal niet werken tijdens het voorverwarmen. Als de airconditioner in de modus KOELEN of DROGEN werkt terwijl er gedurende lange tijd een deur of raam open staat en de relatieve luchtvochtigheid hoger is dan 80%, kan er condenswater uit de afvoer druppelen. Ontdooien Tijdens de werking In VERWARMEN zal het apparaat automatisch ontdooien om de efficiëntie te verhogen. Deze procedure duurt gewoonlijk 6 tot 10 minuten. Tijdens het ontdooien stopt de ventilator met draaien en knippert de indicator IN WERKING. Na voltooiing van het ontdooien, keert het apparaat automatisch terug naar de modus VERWARMEN. Kenmerken van beveiligingsapparaat Wacht minstens 3 minuten voor u de unit opnieuw start als deze stopt met werken of als u een andere modus kiest tijdens de werking. Nadat u de stekker hebt aangesloten en het apparaat onmiddellijk inschakelt, kan een vertraging van 20 seconden optreden voor het apparaat begint te werken. Als de werking gestopt is, op de toets ON/OFF drukken om opnieuw te starten. De timer moet opnieuw worden ingesteld alsof u deze geannuleerd hebt. 95 ONDERHOUD Voorpaneel van binnenunit reinigen 1. Schakel de stroomtoevoer uit Schakel het apparaat eerst uit voordat u de stekker uit het stopcontact trekt. 2. Voorpaneel verwijderen Open het voorpaneel zoals aangegeven door de pijl (Fig. A). Trek met kracht aan de hendeltjes aan de zijkant van het voorpaneel om het te verwijderen (Fig. B). 3. Het reinigen van het voorpaneel Afvegen met een zachte en droge doek. Gebruik lauw water (minder dan 40°C) om te reinigen als het apparaat erg vuil is. Laat het gereinigde apparaat drogen. 4. Plaats het voorpaneel terug en sluit het Plaats het voorpaneel terug en sluit het door het naar beneden te duwen. Opmerking: • Gebruik geen producten zoals bezien of polijstpoeder om het apparaat te reinigen. • Sproei geen water op de binnenunit Gevaarlijk! Elektrische schok! Afb. A Afb. B Luchtfilter schoonmaken Nadat het apparaat ongeveer 200 uur gebruikt is, moet het luchtfilter gereinigd worden. Maak het luchtfilter om de twee weken schoon als de airconditioner in een uiterst stoffige omgeving werkt. 1. Schakel de stroomtoevoer uit Schakel het apparaat eerst uit voordat u de stekker uit het stopcontact trekt. 2. Verwijder het luchtfilter (Fig. C). 1. Open het voorpaneel. 2. Duw zachtjes op de handgreep van het filter. 3. Schuif het filter uit het apparaat. 3. Het luchtfilter reinigen (Fig. D) Als het filter erg vervuild is, het schoonmaken met een oplossing van lauw water en een neutraal reinigingsmiddel. Laat het gereinigde apparaat drogen. 4. Zet het filter weer op zijn plaats en druk op de toets om het filter te resetten (Fig.E) op de rechterkant met behulp van een cilinderstift en sluit het voorpaneel. Afb. C Afb. D Opmerking: • Om letsel te voorkomen, de vinnen van de binnenunit na het verwijderen van het filter niet met uw vingers aanraken. • Probeer niet zelf de binnenkant van de airconditioner schoon te maken. • Reinig het filter niet in de wasmachine. Toets om het filter te resetten Fig. E 96 PROBLEMEN OPLOSSEN Problemen met de werking van het apparaat zijn meestal te wijten aan minder belangrijke oorzaken. Controleer en verwijs naar de volgende tabel voor u contact opneemt met de servicedienst. Dit kan tijd en onnodige kosten besparen. Probleem Analyse Werkt niet • Is de beveiliging in werking getreden of is er een zekering doorgebrand? • Wacht alstublieft 3 minuten en start het apparaat weer, de beveiliging kan verhinderen dat de unit werkt. • Zijn de batterijen van de afstandsbediening leeg? • Zit de stekker goed in het stopcontact? Geen koele of warme lucht • • • • Ondoeltreffende regeling • Is er een sterke interferentie geweest (van excessieve ontlading van statische elektriciteit, afwijking van de voedingsspanning)? Als het apparaat op een abnormale manier werkt, moet u het netsnoer uit het stopcontact halen en na 2 tot 3 seconden opnieuw in het stopcontact steken. Werkt niet onmiddellijk • Er is een vertraging van 3 minuten nadat de modus tijdens de werking gewijzigd wordt. Rare geur • Deze geur kan afkomstig zijn van een andere bron zoals meubilair, sigarettenrook enz. die in de unit gezogen wordt en met de lucht mee uitgeblazen wordt. Geluid van stromend water • Normaal verschijnsel veroorzaakt door de stroom van het koelmiddel in de airconditioner. • Ontdooigeluid in de modus verwarmen. Krakend geluid • Dit geluid kan veroorzaakt worden door de expansie of samentrekking van het voorpaneel vanwege veranderingen van de temperatuur. Er wordt nevel uit de uitlaat geblazen • Is er stoom in de kamer bij lage temperatuur? Normaal verschijnsel veroorzaakt door koele lucht uit de binnenunit tijdens de werking in de modus KOELEN of DROGEN. Is het luchtfilter vuil? Zijn de luchtinlaat- en uitlaatleidingen van de airconditioner geblokkeerd? Is de temperatuur goed ingesteld? Staan er deuren of ramen open? Lampje “In bedrijf” knippert, maar de • De unit schakelt om van verwarmen naar ontdooien. Het lampje gaat uit en het binnenventilator apparaat keert terug naar de modus verwarmen. stopt. Opmerking: Als de problemen zich blijven voordoen, schakelt u het apparaat uit en trekt u de stekker uit het stopcontact. Neem vervolgens contact op met het dichtstbijzijnde erkende Servicecentrum van Whirlpool. Probeer het apparaat niet zelf te verplaatsen, te repareren, te demonteren of aan te passen. 97 AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE Installatieschema Afstand van het plafond dient groter te zijn dan 200 mm Afstand van de muur dient groter te zijn dan 50 mm Afstand van de muur dient groter te zijn dan 50 mm Binnenunit Afstand van de vloer dient groter te zijn dan 2500 mm Buitenunit Afstand luchtinlaat van de muur dient groter te zijn dan 250 mm Afstand luchtinlaat van de muur dient groter te zijn dan 250 mm Af die stand nt gro luch ter tuit te laat zijn va dan n de 50 muu 0m r m Groter dan 250 mm OPMERKING: De bovenstaande afbeelding is slechts een vereenvoudigde weergave van de unit, die mogelijk niet helemaal overeenstemt met het uitzicht van het product dat u hebt gekocht. De installatie moet worden uitgevoerd in overeenstemming met de nationale normen voor bedrading en mag alleen door gemachtigd onderhoudspersoneel worden uitgevoerd. 98 INSTALLATIE SERVICE Alvorens het apparaat te installeren 1. Lees deze handleiding grondig door voor u het apparaat installeert. 2. Het apparaat moet worden geïnstalleerd in overeenstemming met de nationale regelgeving voor bedrading en door gekwalificeerd technisch personeel volgens de instructies in deze handleiding. 3. Elke wijziging van positie van de installatie moet worden uitgevoerd door professionals. 4. Controleer het product om na te gaan dat het niet beschadigd werd voor de installatie. 5. Monteer het apparaat met de laagste bewegende onderdelen van de binnenunit minstens 2,5 m boven het vloerniveau. 6. Na de installatie moet de gebruiker het apparaat correct bedienen zoals beschreven in deze handleiding, houd voldoende ruimte vrij voor onderhoudswerkzaamheden en eventuele verplaatsing in de toekomst VOORZORGSMAATREGELEN 1. De stroomvoorziening moet met een nominale spanning met een speciaal circuit voor het apparaat zijn. Het normale spanningsbereik is 90%~110% van de nominale spanning. De diameter van de stroomkabel moet voldoen aan de vereisten. 2. De stroomkabel van de gebruiker moet een betrouwbare aardingsklem hebben. Het is verboden de massadraad te verbinden met de volgende onderdelen: 1) Watertoevoerleiding 2) Gasleiding 3) Afvoerleiding 4) Andere plaatsen die als onveilig worden beschouwd. 3. Zorg voor een veilige aarding en een aarddraad aangesloten op het speciale aardingssysteem van het gebouw, geïnstalleerd door professionals. Het apparaat moet voorzien zijn van een beveiligingsschakelaar tegen elektrische ontlading en een hulpinstallatieautomaat met voldoende capaciteit. De installatieautomaat moet tevens voorzien zijn van een magnetische en thermische schakelaar om beveiliging te garanderen in geval van kortsluiting en overbelasting. 99 Type Model Vereiste capaciteit van luchtschakelaar Gesplitst Aan/Uit 9/12K 16 A 18K 20A VOORZORGSMAATREGELEN 4. Zorg ervoor dat de stroomkabel lang genoeg is voor de juiste aansluiting. Gebruik geen verlengsnoer voor de stroomvoorziening. 5. Als het netsnoer beschadigd is, moet het vervangen worden door de fabrikant of de klantenservice of een gekwalificeerd persoon om elke gevaarlijke situatie te voorkomen. 6. Er moet een alpolige stroomonderbreker met een afstand tussen de contacten van minstens 3 mm aangesloten zijn in vaste bedrading. 7. Risico op elektrische schokken kan leiden tot verwondingen of de dood. Koppel alle stroomkabels los voor er onderhoud aan het apparaat wordt uitgevoerd. 8. De aansluiting van de stroomkabel en de kabelaansluiting tussen de binnenunit en de buitenunit moet in overeenstemming zijn met het bedradingsschema dat zich op het apparaat bevindt. 9. Nadat de installatie is voltooid, mogen de elektrische componenten niet toegankelijk zijn voor de gebruikers. 10. Maak gebruik van twee of meer personen om het apparaat te installeren en het risico op overtollig gewicht te vermijden. 11. Houd, nadat het apparaat is uitgepakt, het verpakkingsmateriaal uit de buurt van kinderen. 12. Vanwege de aard van het koelmiddel is de druk in de leiding zeer hoog, wees dus uiterst voorzichtig bij het installeren en repareren van het apparaat. 100 Kies de beste plaats Plaats voor het installeren van de binnenunit • Waar geen obstakels in de buurt van de luchtuitlaat zijn en de lucht vrij kan circuleren in elke hoek van de kamer. • Waar gemakkelijk leidingen gelegd kunnen worden en gaten in de muur geboord kunnen worden. • Houd u aan de vereiste afstanden van plafond en wanden in overeenstemming met het installatieschema. • Waar het luchtfilter gemakkelijk kan worden verwijderd. • Houd de unit en de afstandsbediening op een afstand van minstens 1 meter van televisie, radio enz. • Om effecten van fluoriscerende lampen te vermijden, de unit zo ver mogelijk hiervandaan houden. • Plaats niets in de buurt van de luchtuitlaat die deze zouden kunnen blokkeren. • Op een plaats die het gewicht kan dragen en waar bedrijfsgeluid en trillingen niet toenemen. • De binnenunit is niet geschikt voor installatie op plaatsen waar de was wordt gedaan. Binnenunit Hoogte dient minder dan 5 m te zijn Lengte van de leiding is 3~15 meter Buitenunit Buitenunit Lengte van de leiding is 3~15 meter Hoogte dient minder te zijn dan 5 m Plaats voor het installeren van de buitenunit • Plaats het apparaat in een droge en goed geventileerde ruimte. • Installeer het apparaat niet op plaatsen waar brandbare gassen aanwezig zijn. • Houd u aan de vereiste afstand van de wand in overeenstemming met het installatieschema. • De afstand tussen de binnen- en buitenunit moet minstens 3 meter en mag maximaal 15 meter zijn met aanvullende lading koelmiddel. • Installeer de buitenunit niet op een vuile of vettige plaats, in de buurt van een gasuitlaatleiding. • Installeer het apparaat niet aan de kant van de weg waar het bevuild kan raken met water en modder. • Een stevige ondergrond waar het bedrijfsgeluid niet toeneemt. • Waar de luchtuitlaat niet geblokkeerd wordt. Binnenunit • De plaats van installatie moet geschikt zijn voor het gewicht en de trillingen van de buitenunit en veilig zijn; • Waar afvoerwater niet tot problemen leidt. • Installeer de buitenunit op een plaats waar de lucht kan worden afgevoerd en het lawaai van de werking uw buren niet stoort. Model Standaardleiding Lengte (m) Maximale lengte Maximaal hoogteleiding verschil H (m) Lengte (m) 9K/12K/18K 5 15 5 20 24K 5 15 5 30 101 Benodigd extra koelmiddel met aangesloten leiding langer dan 5 m (g/m) INSTALLATIE BINNENUNIT 1. Installatie van de montageplaat • Selecteer een plaats voor de installatie van de montageplaat in overeenstemming met de plaats van de binnenunit en de richting van de leidingen. • Leg de montageplaat horizontaal met behulp van een waterpas. • Boor gaten van 32 mm diep in de muur om de plaat te bevestigen. • Plaats de kunstofpluggen in de gaten, zet de montageplaat vast met zelftappende bouten. • Controleer of de montageplaat goed vast zit. Montageplaat OPMERKING: De vorm van uw montageplaat kan verschillen van de bovenstaande afbeelding, maar de installatiemethode is gelijkaardig. Mof voor gat in muur (starre polyethyleen buis voorbereid door de gebruiker) Buiten Binnen 2. Boor een gat voor de leiding • Bepaal de plaats van het gat voor de leiding in overeenstemming met de plaats van de montageplaat. • Boor een gat met een diameter van 70 mm in de wand. Het gat moet lichtjes naar beneden hellen naar buiten toe. • Installeer een mof in het gat in de muur om de wand netjes en schoon te houden. 5 mm (inclinatie omlaag) 3. Installatie leidingen binnenunit • Voer de leidingen (vloeistof- en gasleiding) en de kabels door het gat in de muur van buitenaf of monteer ze van binnenuit nadat de leidingen en kabelverbindingen van de binnenunit zijn voltooid om deze aan te sluiten op de buitenunit. • Bepaal of het kunstofdeel afgezaagd moet worden in overeenstemming met de richting van de leidingen (zoals hieronder is afgebeeld). Richting leidingwerk goot Afvoerstuk Zaag het uitstekende stuk af langs de rand 4 1 3 2 OPMERKING: Wanneer u de leiding in de richtingen 1, 2 of 4 bevestigt, moet u het overeenkomstige plastic gedeelte van de basis van de binnenunit afzagen. • Na het aansluiten van de leidingen zoals vereist, de afvoerslang installeren. Sluit daarna de stroomkabel aan. Na aansluiting omwikkelt u het leidingwerk, de kabel en de afvoerslang samen met thermisch isolatiemateriaal. OPMERKING: Sluit de stroomkabel niet aan op de stroomvoorziening tijdens de installatie. 102 BELANGRIJK: Thermische isolatie verbindingsstukken leidingwerk: Omwikkel de verbindingsstukken van het leidingwerk met thermisch isolatiemateriaal en omwikkel ze daarna met vinyltape. Omwikkeld met vinyltape Thermische isolatie Thermische isolatie leidingwerk: a. Monteer de afvoerslang onder de leiding. b. Isolatiemateriaal: polyethyleen schuim met een dikte van 6 mm. OPMERKING: Afvoerslang is voorbereid door de gebruiker. Grote leiding Stroomverbindingskabel • De afvoerslang moet naar beneden gericht zijn zodat het water gemakkelijk afgevoerd kan worden. Draai de afvoerleiding niet, laat ze niet uit het gat steken of in het rond wapperen, dompel het uiteinde niet onder in water. Als er op de afvoerleiding een verlengstuk van een afvoerslang is aangesloten, moet u ervoor zorgen dat u dit thermisch isoleert wanneer het door de binnenunit gaat. • Wanneer de leidingen naar rechts gericht zijn, moeten de leidingen, de voedingskabel en afvoerslang thermisch geïsoleerd en aan de achterkant van de unit bevestigd worden. Thermisch geïsoleerde buis Kleine leiding Afvoerslang (voorbereid door gebruiker) Aansluiting leidingwerk: a. Sluit de leidingen van de binnenunit aan met twee sleutels. Besteed veel aandacht aan het koppel, zoals hieronder afgebeeld, om te voorkomen dat het leidingwerk, de connectoren en de moeren vervormd en beschadigd worden. b. Draai ze eerst vast met de hand en vervolgens met behulp van de sleutels. Opmerking: snij de leiding niet af als de aansluitleiding langer is dan nodig. Leidingdiameter Koppel Breedte moer Min. dikte Vloeistofzijde (1/4 inch) 15~20N.m 17 mm 0,5 mm Vloeistofzijde (3/8 inch) 30~35N.m 22 mm 0,6 mm Gaszijde (3/8 inch) 30~35N.m 22 mm 0,6 mm Gaszijde (1/2 inch) 50~55N.m 24 mm 0,6 mm Gaszijde (5/8 inch) 60~65N.m 27 mm 0,6 mm Gaszijde (3/4 inch) 70~75N.m 32 mm 1,0 mm 103 4. De kabel aansluiten • Binnenunit 1) Open het voorpaneel, verwijder de afdekplaat door de bout los te draaien. 2) Sluit de voedingskabel aan op de binnenunit door de draden één voor één op de klemmen aan te sluiten op het bedieningspaneel in overeenstemming met het bedradingsschema. 3) Zet de voedingskabel vast op het bedieningspaneel met een kabelklem. 4) Monteer de afdekplaat weer en draai de bout vast. Dekplaat Voedingskabel Voorpaneel Aansluitklem (binnenkant) OPMERKING: (afhankelijk van het model) De kast moet worden verwijderd om de verbindingen met de aansluitklemmen van de binnenunit uit te voeren. Behuizing Binnenunit • Buitenunit 1) Verwijder het toegangsdeurtje van de unit door de bout los te draaien. Sluit de draden individueel aan op de aansluitklemmen op het schakelbord in overeenstemming met de aansluiting van de binnenunit. 2) Zet de voedingskabel vast op het bedieningspaneel met een kabelklem. 3) Zet het toegangsdeurtje weer op zijn oorspronkelijke plaats en draai de bout vast. 4) Gebruik een goedgekeurde beveiligingsschakelaar voor model 24K tussen de vermogensbron en de unit. Er moet een ontkoppelingsvoorziening gemonteerd worden om alle voedingslijnen te kunnen onderbreken. Toegangsdeurtje Aansluitklem (binnenkant) Buitenunit VOORZICHTIG: 1. Zorg ervoor dat de kleur van de draden en het nummer van de klem van de buitenunit hetzelfde zijn als op de binnenunit. 2. Gebruik een afzonderlijk vermogenscircuit specifiek voor de airconditioner. Zie voor wat betreft de bedradingswijze het schema op het apparaat. 3. Controleer of de kabelspecificatie conform de volgende tabel is. 4. Controleer de draden en zorg ervoor dat ze allemaal stevig vastgezet zijn nadat de kabel is aangesloten. De kabel moet goed vastgemaakt zijn met een kabelklem. 5. Zorg ervoor dat er een aardlekschakelaar gemonteerd is in een natte of vochtige zone. Kabelspecificaties Type Omvormer Capaciteit (Btu/u) Netsnoer Stroomverbindingskabel Netvoeding voeding (Opmerking) 9k H05VV-F, 3G x 1,0 mm / 1,5 mm² H07RN-F, 4G 1,0 mm² / 1,5 mm² Naar binnenunit 12k H05VV-F, 3G x 1,0 mm / 1,5 mm² H07RN-F, 4G 1,0 mm² / 1,5 mm² Naar binnenunit 18k H07RN-F, 3G 1.5 mm² H07RN-F, 5G 1.5 mm² Naar binnenunit 24k H05VV-F, 3G 2,5 mm H07RN-F, 4G 2,5 mm² Naar binnenunit 2 104 BEDRADINGSDIAGRAM • Modellen 9K/12K Binnenunit Aansluitklem Geel/Groen Blauw (Grijs) Geel/Groen 1(N) Bruin Blauw (Grijs) 2(L) Bruin 3(SI) Zwart • Model 18K Buitenunit Klemmenbord Voedingsverbindin gskabel Zwart Binnenunit Buitenunit Aansluitklem Klemmenbord 0(L) 1(N) 2(L) 1(L) 3(SI) 2(N) Voedingsverbindi ngskabel Bruin Bruin Grijs Grijs Blauw Blauw Geel/Groen Geel/Groen Zwart GEEL/GROEN 1(L) 2(N) 4(SL) Zwart BN 4(SL) Verdamper 0(L) BU YE/GN Schakelbord binnenunit L N Netvoeding AC L-IN BRUIN BLAUW AC N-IN • 24K Modellen Binnenunit Klemmenbord Buitenunit Netvoeding Aansluitklem Opmerking: Bij de modellen 9K en 12K wordt de netvoeding aangesloten via de binnenunit met een stekker. Bij de modellen 18K wordt de netvoeding aangesloten via de buitenunit met een stroomonderbreker. Bij 24k modellen is de voedingskabel aangesloten op de binnenunit met een beveiligingsschakelaar. Geel/Groen Geel/Groen Blauw (Grijs) Blauw (Grijs) Bruin Bruin Voedingsverbinding skabel Zwart Zwart BRUIN BLAUW GEEL/GROEN Netvoeding INSTALLATIE BUITENUNIT 1. Installeer de afvoerput en de afvoerslang De condens wordt afgevoerd van de buitenunit wanneer de unit in verwarmingsmodus werkt. Installeer een afvoeropening en -slang om het condenswater op te vangen. Zo stoort u uw buren niet en beschermt u het milieu. Installeer de afvoeropening op het frame van de buitenunit en sluit een afvoerslang aan op de opening zoals afgebeeld op de afbeelding rechts. 2. Buitenunit installeren en bevestigen Maak de buitenunit stevig vast met bouten en moeren op een vlakke en stevige vloer. Als de unit op een muur of Afvoeropening dak wordt geïnstalleerd, moet u ervoor zorgen dat u de houder stevig bevestigt. Zo verhindert u dat deze gaat Afvoerslang schudden omwille van grote trillingen of een stevige wind. (voor te bereiden door gebruiker) Aanbevolen: het is beter om een rubber mat (optioneel onderdeel) onder de ODU-poot te plaatsen om trillingen tijdens de werking te absorberen. 3. Aansluiting leidingen buitenunit • Verwijder de ventieldoppen van het 2-wegs- en 3-wegsventiel. • Sluit de leidingen apart aan op de 2-wegs en 3-wegs kleppen met het vereiste koppel. 4. Kabel buitenunit installeren (zie vorige pagina) 105 LUCHT ZUIVEREN Als er vochtige lucht in de koelcyclus blijft zitten, kan dit ertoe leiden dat de compressor defect raakt. Nadat u de binnen- en buitenuit hebt geïnstalleerd, moet u met een vacuümpomp de lucht en het vocht uit de koelcyclus halen, zoals hieronder afgebeeld. Opmerking: Aangezien de systeemdruk hoog is en om het milieu te beschermen, moet u ervoor zorgen dat u het koelmiddel niet rechtstreeks in de lucht laat. Aansluiten op binnenunit Doorsnede 3-wegs klep Open stand Vacuümpomp Aansluiten op buitenunit As Naald nunit Binne Dop opening voor onderhoud Stroomrichting koelmiddel 2-wegs klep Kern klep 3-wegs klep (6) Open 1/4-draai (7) Draai om de klep volledig te openen (7) Draai om de klep volledig te openen Dop klep (1) Draaien Opening voor onderhoud (1) Draaien (8) Aanspannen (8) Aanspannen (2) Draaien (8) Aanspannen Dop klep Luchtleidingen purgeren: 1. Doppen van de 2- en 3-wegsventielen losdraaien en verwijderen. 2. Dop van onderhoudsventiel losdraaien en verwijderen. 3. Slang van vacuümpomp aansluiten op onderhoudsventiel. 4. Vacuümpomp 10-15 minuten laten werken tot een absoluut vacuüm van 10 mm Hg bereikt is. 5. Terwijl de vacuümpomp nog loopt de lagedrukknop op het spruitstuk van de vacuümpomp sluiten. Stop vervolgens de vacuümpomp. 6. Open het 2-wegsventiel 1/4 slag, sluit hem na 10 seconden. Controleer dat alle pakkingen goed vast zitten met vloeibare zeep of een elektronische lekdetectie. 7. Draai de 2- en 3-wegsventielen. Koppel de flexibele slang van de vacuümpomp los. 8. Vervang alle ventieldoppen en haal ze aan. 106 KLANTENSERVICE Indien er reparatiewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd, contact opnemen met de Klantenservice (Gebruik van originele onderdelen en een goede reparatie worden gegarandeerd). U moet de originele aankoopbon laten zien. Het niet naleven van deze instructies kan de veiligheid en kwaliteit van uw product in gevaar brengen. Voordat u contact opneemt met de Klantenservice: 1. Probeer het probleem zelf op te lossen aan de hand van de beschrijvingen in “Problemen/Oplossingen”. 2. Zet het apparaat uit en weer aan om te zien of de storing aanhoudt. Als de storing aanhoudt nadat u bovengenoemde controles heeft uitgevoerd, neem dan contact op met de Klantenservice. Geef a.u.b.: • een korte omschrijving van de storing; • het exacte model van de airconditioner; • het servicenummer (dit is het nummer dat onder het woord Service staat op de sticker die zich op de zijkant of onderkant van de binnenunit bevindt). Het servicenummer staat ook in het garantieboekje; • uw volledige adres; • uw telefoonnummer. 107
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292
  • Page 293 293
  • Page 294 294
  • Page 295 295
  • Page 296 296
  • Page 297 297
  • Page 298 298
  • Page 299 299
  • Page 300 300
  • Page 301 301
  • Page 302 302
  • Page 303 303
  • Page 304 304
  • Page 305 305
  • Page 306 306
  • Page 307 307
  • Page 308 308
  • Page 309 309
  • Page 310 310
  • Page 311 311
  • Page 312 312
  • Page 313 313
  • Page 314 314
  • Page 315 315
  • Page 316 316
  • Page 317 317
  • Page 318 318
  • Page 319 319
  • Page 320 320
  • Page 321 321
  • Page 322 322
  • Page 323 323
  • Page 324 324
  • Page 325 325
  • Page 326 326
  • Page 327 327
  • Page 328 328
  • Page 329 329
  • Page 330 330
  • Page 331 331
  • Page 332 332
  • Page 333 333
  • Page 334 334
  • Page 335 335
  • Page 336 336
  • Page 337 337
  • Page 338 338
  • Page 339 339
  • Page 340 340
  • Page 341 341
  • Page 342 342
  • Page 343 343
  • Page 344 344
  • Page 345 345
  • Page 346 346
  • Page 347 347
  • Page 348 348
  • Page 349 349
  • Page 350 350
  • Page 351 351
  • Page 352 352
  • Page 353 353
  • Page 354 354
  • Page 355 355
  • Page 356 356
  • Page 357 357
  • Page 358 358
  • Page 359 359
  • Page 360 360
  • Page 361 361
  • Page 362 362
  • Page 363 363
  • Page 364 364
  • Page 365 365
  • Page 366 366
  • Page 367 367
  • Page 368 368
  • Page 369 369
  • Page 370 370
  • Page 371 371
  • Page 372 372
  • Page 373 373
  • Page 374 374
  • Page 375 375
  • Page 376 376
  • Page 377 377
  • Page 378 378
  • Page 379 379
  • Page 380 380
  • Page 381 381
  • Page 382 382
  • Page 383 383
  • Page 384 384
  • Page 385 385
  • Page 386 386
  • Page 387 387
  • Page 388 388
  • Page 389 389
  • Page 390 390
  • Page 391 391
  • Page 392 392
  • Page 393 393
  • Page 394 394
  • Page 395 395
  • Page 396 396
  • Page 397 397
  • Page 398 398
  • Page 399 399
  • Page 400 400
  • Page 401 401
  • Page 402 402
  • Page 403 403
  • Page 404 404
  • Page 405 405
  • Page 406 406
  • Page 407 407
  • Page 408 408
  • Page 409 409
  • Page 410 410
  • Page 411 411
  • Page 412 412
  • Page 413 413
  • Page 414 414
  • Page 415 415
  • Page 416 416
  • Page 417 417
  • Page 418 418
  • Page 419 419
  • Page 420 420
  • Page 421 421
  • Page 422 422
  • Page 423 423
  • Page 424 424
  • Page 425 425
  • Page 426 426
  • Page 427 427
  • Page 428 428
  • Page 429 429
  • Page 430 430
  • Page 431 431
  • Page 432 432
  • Page 433 433
  • Page 434 434
  • Page 435 435
  • Page 436 436
  • Page 437 437
  • Page 438 438
  • Page 439 439
  • Page 440 440
  • Page 441 441
  • Page 442 442
  • Page 443 443
  • Page 444 444
  • Page 445 445
  • Page 446 446
  • Page 447 447
  • Page 448 448
  • Page 449 449
  • Page 450 450
  • Page 451 451
  • Page 452 452
  • Page 453 453
  • Page 454 454
  • Page 455 455
  • Page 456 456
  • Page 457 457
  • Page 458 458
  • Page 459 459
  • Page 460 460
  • Page 461 461
  • Page 462 462
  • Page 463 463
  • Page 464 464
  • Page 465 465
  • Page 466 466
  • Page 467 467
  • Page 468 468
  • Page 469 469
  • Page 470 470
  • Page 471 471
  • Page 472 472
  • Page 473 473
  • Page 474 474
  • Page 475 475
  • Page 476 476
  • Page 477 477
  • Page 478 478
  • Page 479 479
  • Page 480 480
  • Page 481 481
  • Page 482 482
  • Page 483 483
  • Page 484 484
  • Page 485 485
  • Page 486 486
  • Page 487 487
  • Page 488 488
  • Page 489 489
  • Page 490 490
  • Page 491 491
  • Page 492 492
  • Page 493 493
  • Page 494 494
  • Page 495 495
  • Page 496 496
  • Page 497 497
  • Page 498 498
  • Page 499 499
  • Page 500 500

Whirlpool EUR Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor