Privileg PCCF 30201050 X Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
Gebrauchsanweisung
Instructions for use
Mode d’emploi
Gebruiksaanwijzing
Istruzioni per l’uso
Brugsanvisning
Bruksanvisning
Käyttöohje
Manual de utilização
Instrucciones para el uso
Instrukcje użytkowania
Használati utasítás
ИнструкциЯ за употреба
Návod k použití
Návod na použitie
Instruciuni de utilizare
Инструкции по эксплуатации
315226
Hartelijk dank voor uw aankoop. Overtuig u er zich zelf
van: op onze producten kunt u vertrouwen.
Om het gebruik van het apparaat gemakkelijker te
maken, geven we u een uitvoerige gebruiksaanwijzing.
Laat deze u helpen om uw nieuwe apparaat zo snel mogelijk te
leren kennen. Wij verzoeken u voor het eerste gebruik van het
apparaat de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door te lezen.
Controleer in elk geval of u een onbeschadigd apparaat heeft
ontvangen. Als u transportschade vaststelt, verzoeken we u
contact op te nemen met de verkoper bij wie u het apparaat
heeft gekocht of met het regionale magazijn dat het heeft
geleverd. U vindt het telefoonnummer op de rekening of op het
a everingsbewijs. Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe
apparaat.
De aansluiting op het elektriciteitsnet moet worden verricht
overeenkomstig het hoofdstuk Aansluiting en volgens de
geldende voorschriften en normen. Het werk mag alleen door
een vakman worden verricht.
Het typeplaatje met de basisgegevens van het apparaat is aan
de rand van de oven bevestigd en is zichtbaar als u de ovendeur
opent.
Aanwijzingen voor de
aansluiting
Aanwijzingen voor de
aansluiting
TypeplaatjeTypeplaatje
Belangrijke waarschuwingen ........................................3
Beschrijving .................................................................... 5
Kookplaat ........................................................................8
Werking van de kookplaat - normale zones ...............10
Werking van de kookplaat - glazen
keramische zones......................................................... 11
Oven...............................................................................12
Het klaarmaken van gerechten....................................19
Reiniging en onderhoud ..............................................30
Speciale waarschuwingen en melding
van storingen ................................................................38
Instructies voor installatie en aansluiting ..................40
Technische gegevens ..................................................43
2
Vrijstaand elektrisch fornuis
Geachte koper!
315226
Het apparaat mag enkel worden aangesloten aan de netstroom door een technicus of andere
opgeleide vakman.
• Wanneer een onbevoegd person het apparaat probeert aan te sluiten of te onderhouden, kan dit
leiden tot persoonlijk letsel en schade aan het apparaat. Onderhoud mag enkel worden uitgevoerd
door het servicepersoneel of een bevoegde vakman.
• Tijdens het koken kan oververhit vet of olie op de kookplaat in brand vliegen. Er is een risico op
brand en vuur; houd daarom het kookproces altijd in de gaten.
• Let op: het brandgevaar is groot, in het bijzonder voor kleine kinderen en kinderen die zich niet
volledig bewust zijn van het gevaar. Er is een risico op verbranding en brandwonden. Houd kleine
kinderen daarom weg van het apparaat en laat alleen oudere kinderen onder geschikt toezicht het
apparaat gebruiken.
• Let op: brandgevaar. Verwarmingselementen, de oven en onderdelen van de gebruiksvoorwerpen
kunnen tijdens het gebruik erg heet worden; gebruik daarom altijd een keukendoek of ovenwanten
wanneer u kookgerei vastpakt en wees uiterst voorzichtig om brandwonden te voorkomen.
• Stroomkabels of andere apparaten die dicht bij dit grote apparaat worden geplaatst kunnen
worden beschadigd als deze bijvoorbeeld in aanraking komen met de ovendeur, wat kan leiden tot
kortsluiting. Houd daarom stroomkabels van andere apparaten op een passende afstand.
• Gebruik geen stoomreinigers of hogedrukreinigers om de kookplaat schoon te maken, aangezien
dit kan leiden tot een elektrische schok.
• Wees bijzonder aandachtig als u voedsel bereidt in de oven. Bakpannen, het rooster en de
volledige binnenkant van de oven zijn erg heet door hoge temperaturen. Het gebruik van
beschermende handschoenen wordt daarom sterk aangeraden.
• Tijdens de werking van de oven wordt de ovendeur warm. Er is een derde glasplaat gebruikt voor
extra bescherming, waardoor de temperatuur van het oppervlak van de buitendeur wordt verlaagd
(alleen bij sommige modellen).
• Bedek de binnenkant van de oven niet met aluminiumfolie en plaats de ovenschalen of andere
bakvormen niet op de bodem van de oven. Aluminiumfolie stopt de luchtcirculatie in de oven,
waardoor het kookproces wordt gehinderd en de emaillen laag wordt beschadigd.
• Gebruik de kookplaat niet voor het verwarmen van uw ruimte. Plaats geen lege pannen op de
kookplaat.
• Plaats geen ontvlambare, explosieve, temperatuurgevoelige of vluchtige voorwerpen (zoals papier,
keukendoeken, plastic tassen, schoonmaakmiddelen en diverse spuitbussen) in de lade onder het
apparaat, aangezien deze voorwerpen vuur kunnen vatten en brand kunnen veroorzaken tijdens
de werking van de oven. Gebruik de lade voor opslag van ovenuitrusting en accessoires (platte
bakplaat, rooster, enz.).
• Gebruik de glazen keramische kookplaat niet als deze gebarsten of gebroken is, aangezien er dan
risico bestaat op een elektrische schok. Als er een zichtbare barst verschijnt, zet dan onmiddellijk
alle schakelaars voor de kookzones af en verwijder de zekering. U kunt ook de hoofdzekering
afzetten om het fornuis volledig af te sluiten van de stroomtoevoer. Neem contact op met uw
servicecentrum.
• De glazen keramische kookplaat mag niet worden gebruikt als werkblad, aangezien er krassen
kunnen ontstaan of de kookplaat beschadigd kan worden. Gebruik de glazen keramische
kookplaat nooit om voedsel op te warmen in aluminiumfolie of in een plastic bakje, aangezien er
een gevaar bestaat dat de folie of het bakje gaat smelten of branden en er bijbehorende schade
ontstaat aan het kookoppervlak.
Belangrijke waarschuwingen
3
315226
• Scharnieren van de ovendeur kunnen worden beschadigd als deze overbelast worden. Plaats
geen zware pannen op de open deur en leun niet tegen de deur als u de binnenkant van de
oven schoonmaakt. Verwijder voor het schoonmaken de ovendeur (zie onderdeel De ovendeur
verwijderen en terugplaatsen). Stap niet op de open ovendeur en ga er niet op zitten – dit is in het
bijzonder van toepassing op kinderen.
Het apparaat is bedoeld om direct op de vloer te worden geïnstalleerd, zonder enige ondersteuning.
Het apparaat is geproduceerd in overeenstemming met de van toepassing zijn effectieve
veiligheidsnormen.Toch raden we sterk aan dat personen met een fysieke, motorische of mentale
handicap, of personen met te weinig ervaring of kennis, het apparaat niet gebruiken tenzij ze
worden geholpen door een geschikt persoon. Hetzelfde advies is van toepassing wanneer het
apparaat wordt gebruikt door personen jonger dan 18 jaar.
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden
gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor
zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor
mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u
het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de
verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Het apparaat is bestemd voor voedselbereiding in het
huishouden en mag niet voor andere doeleinden worden
gebruikt! De afzonderlijke gebruiksmogelijkheden zijn uitgebreid
beschreven in het vervolg van deze gebruiksaanwijzing.
Doelmatig gebruikDoelmatig gebruik
4
315226
1 Opening voor afvoer van damp
2 Glazen keramische kookplaat
3 Bedieningspaneel
4 Handvat ovendeur
5 Ovendeur
6 Fornuislade
7 Extra ondersteuning (alleen bij
ommige modellen)
8 Verstelbare voetjes, toegankelijk
wanneer de fornuislade wordt
itgenomen (alleen bij sommige
modellen)
De afbeelding toont een van de modellen van het apparaat. Aangezien sommige apparaten waarop
deze instructies van toepassing zijn, andere functies hebben, kan de handleiding functies en
uitrusting beschrijven die in uw apparaat niet beschikbaar zijn.
1 Afdekklep voor kookplaat (alleen bij
sommige modellen)
2 Opening voor afvoer van damp
3 Gebied rond de kookzones
4 Bedieningspaneel
5 Handvat ovendeur
6 Ovendeur
7 Fornuislade
8 Verstelbare voetjes, toegankelijk
anneer de fornuislade wordt
uitgenomen (alleen bij sommige
modellen)
5
Beschrijving
315226
1 Kookzoneknop, links achter
2 Kookzoneknop, links voor
3 Controlelampje. Dit lampje geeft aan dat de
oven of een van de kookzones in werking is.
4 Knop aan/uit en werkingsmodus
5 Timer (alleen bij sommige modellen)
6 Knop voor instellen oventemperatuur
7 Controlelampje oven. Het lampje licht op
als de oven wordt opgewarmd. Als de
geselecteerde temperatuur is bereikt, gaat
het lampje uit.
8 Kookzoneknop, rechts voor
9 Kookzoneknop, rechts achter
Ga voordat u de afdekklep opent na of deze schoon is en er
geen resten van vloeibare stoffen op liggen. De afdekklep van
het fornuis is vernist en gemaakt van glas. Hij kan alleen worden
gesloten als de kookzones volledig zijn afgekoeld.
Het aparaat heeft een ingebouwde koelventilator, die de ombouw
en het bedieningspaneel van het apparaat koelt.
Na het uitschakelen van de oven blijft de koelventilator nog korte
tijd werken, waardoor het apparaat extra wordt gekoeld.
Druk eerst zachtjes op de knop, zodat hij er uit springt. Dan de
werkingswijze en de juiste oventemperatuur of de kookstand
van de kookplaat instellen.
Als de oven of de kookzone is ingeschakeld is, het display van
de knop verlicht (alleen bij modellen met verlichte knoppen).
• Draai na elk gebruik de knop op de stand uit of buiten werking
en druk hem terug in de verzonken stand.
U kunt de verzonken knop alleen weer in het
bedieningspaneel terugdrukken als de oven is
uitgeschakeld of buiten werking is (alleen bij
modellen met verlichte knoppen).
Afdekklep van het
fornuis
Afdekklep van het
fornuis
KoelventilatorKoelventilator
Verlengde werking van
de koelventilator
Verlengde werking van
de koelventilator
Verzonken knoppenVerzonken knoppen
6
(slechts bij enkele modellen)
315226
Geel lampje
Het lampje brandt als een functie van het apparaat is
ingeschakeld.
Rood lampje
Het rode lampje brandt als de verwarmingselementen in de oven
in werking zijn en gaat uit als de ingestelde temperatuur is bereikt.
Verlichte displays van de knoppen
(alleen bij sommige modellen)
Het display van de ingeschakelde knop is verlicht als de
functie is gekozen.
Deze apparaten hebben geen geel lampje.
U kunt de dagtijd instellen zoals in de bijgevoegde
gebruiksaanwijzing voor het gebruik van timers is beschreven.
De instelling van de dagtijd is dringend noodzakelijk voor het
gebruik van het apparaat. De oven werkt pas nadat de dagtijd is
ingesteld.
De maximale instelbare tijd is 60 minuten. Na a oop van de
ingestelde tijd klinkt er een akoestisch signaal dat ongeveer vijf
seconden aanhoudt.
U stelt de tijd in door de knop eerst in de richting van de wijzers
van de klok draait. Daarna bereikt u de precieze instelling door
de knop in tegenovergestelde richting te draaien.
De uitschakelkookwekker kan van 0-120 minuten worden
ingesteld.
• Draai de knop in de richting van de wijzers van de klok op de
gewenste tijd. Na a oop van de ingestelde tijd schakelt het
gekozen verwarmingssysteem uit.
Als u de tijdschakelaar niet wilt gebruiken of de tijd korter is
dan 15 minuten (voorverwarmen, bakken van pizza’s e.d.) of
langer is dan 120 minuten (voor gerechten die een langere
bereidingstijd hebben) is het gebruik van handmatige instelling
aan te bevelen.
• Voor handmatige instelling draait u de knop naar links (tegen
de klok in) naar het symbool
. In de stand “0” staat de oven
uit.
ControlelampjesControlelampjes
TimerTimer
Mechanische kookwekkerMechanische kookwekker
Uitschakelkookwekker
– 120 minuten (timer)
Uitschakelkookwekker
– 120 minuten (timer)
7
315226
• Zet elke kookzone drie tot vijf minuten aan op de hoogste
stand zonder er kookgerei op te zetten. Tijdens de eerste
opwarming kan de beschermingslaag op de kookplaat wat
rook afgeven. Op deze manier bereikt de beschermende laag
zijn maximale bestendigheid.
• Maak de glazen keramische plaat schoon met een
vochtige doek en wat afwasmiddel. Gebruik geen agressieve
schoonmaakmiddelen zoals schuurmiddelen, een spons die
krassen kan achterlaten of vlekkenverwijderaars.
Zet de kookzones niet aan als er geen kookgerei op staat en
gebruik deze nooit voor het verwarmen van uw ruimte!
Zorg ervoor dat de kookzones en de bodem van de
pan schoon en droog zijn. Dit zorgt voor een goede
hittetransmissie en voorkomt schade aan de kookzone.
Tijdens het koken kan oververhit vet of olie op de kookplaat
in brand vliegen. Wees daarom voorzichtig bij het bereiden
van voedsel met vet of olie (bijvoorbeeld frietjes) en houd het
kookproces altijd in de gaten.
Plaats geen vochtige pannen of stoomdeksels op de
kookzones. Vocht is schadelijk voor de kookzones.
Laat een hete pan niet afkoelen op de kookzones, aangezien
er dan vocht wordt gevormd, die corrosie veroorzaakt.
Belangrijke waarschuwingen in verband met de glazen
keramische kookplaat
De kookzone bereikt het geselecteerde temperatuurniveau erg
snel. Het gebied rond de kookzones blijft echter redelijk koud.
De kookplaat is bestend tegen temperatuurwisselingen.
De kookplaat is ook bestend tegen invloeden van buitenaf. De
pannen kunnen krachtig op de kookplaat worden gezet zonder
dat de kookplaat beschadigd wordt.
Glazen keramische kookplaten mogen niet worden gebruikt als
werkblad. Scherpe voorwerpen kunnen krassen veroorzaken.
U kunt op de hete kookzones geen voedsel in aluminium of
plastic bakjes bereiden. Plaats geen plastic voorwerpen of
aluminiumfolie op de glazen keramische kookplaat.
Gebruik nooit een gebarsten of gebroken glazen keramische
kookplaat. Als een voorwerp met de scherpe kant op de
kookplaat valt, kan dit ervoor zorgen dat de kookplaat of het
glazen keramische paneel breekt. De gevolgen zijn direct of
na een poosje zichtbaar. Als er een zichtbare barst verschijnt,
sluit het apparaat dan onmiddellijk af van de netstroom.
Als er suiker wordt gemorst op een glazen keramische
plaat, of voedsel dat suiker bevat, maak de kookplaat dan
onmiddellijk schoon.
Voordat u het apparaat
voor de eerste keer gaat
gebruiken (afhankelijk
van het model)
Voordat u het apparaat
voor de eerste keer gaat
gebruiken (afhankelijk
van het model)
Belangrijke
waarschuwingen
Belangrijke
waarschuwingen
8
Kookplaat
315226
Tips voor het gebruik van kookgerei
Gebruik kookgerei van goede kwaliteit met een vlakke en
stabiele bodem.
De hittetransmissie verloop het beste als de bodem van de
pan en de kookzone dezelfde diameter hebben en als de pan
in het midden van de kookzone wordt geplaatst.
Wanneer u glazen (Pyrex) of porseleinen kookgerei gebruikt,
volg dan de instructies van de producent van dit kookgerei.
Wanneer u een hogedrukpan gebruikt, laat deze dan niet
achter totdat de gewenste druk is bereikt. De kookzone moet
eerst worden ingesteld op de maximale stand; als de druk
stijgt, kunt u de sensoren gebruiken om de stand aan te
passen, overeenkomstig de instructies van de producent van
de hogedrukpan.
• Zorg ervoor dat er altijd genoeg water is, of dit nu in een
hogedrukpan of een ander soort pan is, aangezien het gebruik
van een lege pan op de kookplaat leidt tot oververhitting,
waarbij zowel de pan als de kookzone wordt beschadigd.
Glazen (Pyrex) pannen met een speciaal geborstelde bodem
zijn geschikt voor het gebruik op kookplaten als de diameter
overeenkomt met de kookzone. Kookgerei met een grotere
diameter kan breken door thermische druk.
Wanneer u speciaal of ongebruikelijk kookgerei gebruikt, volg
dan de instructies van de producent van het kookgerei.
Wanneer u een extra glimmende pan (met een helder metalen
oppervlak) of een pan met een dikke bodem gebruikt op
een glazen keramische kookplaat, kan de kooktijd een paar
minuten worden verlengd (tot 10 minuten). Als u een grotere
hoeveelheid voedsel wilt koken, wordt aangeraden een pan te
gebruiken met een donkere, vlakke bodem.
Gebruik geen kookgerei van klei, aangezien dit krassen kan
achterlaten op de glazen keramische kookplaat.
De diameter van de bodem van de pan moet gelijk zijn aan
de diameter van de kookzone. Als de pan te klein is, gaat een
deel van de hitte verloren. Bovendien kan een te kleine pan de
kookzone beschadigen.
Gebruik steeds een deksel als dit in het kookproces mogelijk is.
De pan moet een geschikte grootte hebben voor de hoeveelheid
te bereiden voedsel. Het bereiden van weinig voedsel in een
grote pan zorgt ervoor dat er energie verloren gaat.
Gerechten die een lange kooktijd nodig hebben, kunnen het
beste worden bereid in een hogedrukpan.
Verschillende groenten, aardappelen, enz. kunnen worden
gekookt in een kleine hoeveelheid water. De pan moet dan
echter wel worden afgesloten met een deksel. Wanneer het
water in de pan kookt, verlaag de stand dan zodanig dat de
temperatuur net boven het kookpunt blijft.
KookgereiKookgerei
EnergiebesparingEnergiebesparing
9
315226
Zet de kookzones aan met de knoppen op het
bedieningspaneel.
Het symbool naast iedere knop geeft aan welke kookzone
ermee wordt bediend.
De stand van de kookzone kan continu worden ingesteld (1-9)
of stapsgewijs (1-6).
De stappenknoppen kunnen in beide richten worden gedraaid.
Met continue knoppen wordt de stand verhoogd wanneer u
deze met de klok meedraait, en verlaagd wanneer u tegen de
klok in draait.
De kookzone kan drie tot vijf minuten worden afgezet voor het
einde van de kooktijd, om resthitte te gebruiken en energie te
besparen (in de volgende lijst vindt u een aantal voorbeelden
voor het gebruik van individuele standen).
SE
00 Kookzone staat uit.
1 1-2
Behoud van temperatuur en opwarmen van kleine
hoeveelheden voedsel.
2 3-4 Opwarmen.
3 5-6
Opwarmen of langer koken van grotere
hoeveelheden.
47
Achtereenvolgens koken / bakken (bijvoorbeeld een
omelet).
58 Grondig bakken.
69 Snel opwarmen.
Snelle kookzones (alleen beschikbaar in sommige modellen)
zijn anders dan de normale kookzones door hun maximaal
vermogen, dat ervoor zorgt dat ze sneller opwarmen.
Deze kookzones worden aangegeven door een rode stip in het
midden. Na een tijd kan deze stip, door herhaaldelijk gebruik en
reiniging, verdwijnen.
10
Werking van de kookplaat - normale zones
315226
(alleen beschikbaar in sommige modellen)
Met drievoudige kookzones kan het kookoppervlak worden
aangepast aan de eigenlijke grootte en vorm van het kookgerei.
Zet de kookzone aan en uit met de bijbehorende knop.
• De middelste kookzone wordt aangezet door de knop van
de gewenste kookzone te draaien naar het symbool van de
dubbele zone. Stel vervolgens de stand in.
• De grootste, buitenste kookzone, of hitteplaat, kunt u aanzetten
door de knop van de bijbehorende kookzone zo ver mogelijk
te draaien (zie het symbool, de knop geeft nu een klik). Stel
vervolgens de stand in.
Alle kookzones worden uitgezet door de knop naar “0” (uit) te
draaien.
Bij de dubbele kookzone en de kookzone voor de bakplaat kan
het op te warmen oppervlak worden aangepast aan de grootte
en vorm van het kookgerei.
• Zet de kookzone aan en uit met de bijbehorende knop.
• Zet het grotere op te warmen oppervlak aan door de knop zo
ver mogelijk te draaien (zie het symbool, de knop geeft nu een
klik). Stel vervolgens de stand in.
Alle kookzones worden uitgezet door de knop naar “0” (uit) te
draaien.
De drievoudige
kookzone bedienen
De drievoudige
kookzone bedienen
De dubbele kookzone
en de kookzone voor de
bakplaat bedienen
De dubbele kookzone
en de kookzone voor de
bakplaat bedienen
Knop voor de kookzone
met twee extra hitteplaten /
uitbreidingszones.
Knop voor de kookzone
met één extra hitteplaat /
uitbreidingszone.
Drievoudige kookzone Kookzone voor de
ovalen bakplaat
Dubbele kookzone
11
Werking van de kookplaat - glazen keramische zones
315226
Hi-Light kookzones onderscheiden zich van de normale zones
door snelle opwarming. Daarom begint het kookproces hier erg
snel.
Indicator voor resterende hitte
Elke kookzone heeft een signaallicht dat oplicht als de kookzone
heet is. Wanneer de kookzone afkoelt, gaat dit licht uit. De
indicator voor resterende hitte kan oplichten wanneer een hete
pan op de plaat werd geplaatst, ook al is de kookzone al een
tijdje niet meer gebruikt.
Hi-Light kookzonesHi-Light kookzones
Verwijder alle delen van het toebehoren uit de oven en
reinig ze met een warm sopje. Gebruik geen schurende
schoonmaakmiddelen. Als u de oven voor de eerste keer
verwarmt komt er een typische geur van »nieuw« vrij. Daarom
moet u tijdens het verwarmen de ruimte grondig luchten.
Gebruik donkere bakblikken met een siliconen- of email laag,
omdat deze een bijzonder goede warmtegeleiders zijn.
• Verwarm de oven alleen voor als dit in het recept of in de
tabellen van deze gebruiksaanwijzing is vermeld.
• Bij het verwarmen van de lege oven wordt veel energie
verbruikt, daarom kunt u energie besparen door verschillende
soorten gebak of pizza’s opeenvolgend te bakken, omdat de
oven dan al warm is.
• Tegen het einde van de baktijd kunt u de oven ongeveer 10
minuten voor het einde uitschakelen. Hiermee bespaart u
energie en benut u de geaccumuleerde warmte.
Voor het eerste gebruikVoor het eerste gebruik
Belangrijke aanwijzingenBelangrijke aanwijzingen
12
Oven
315226
Voor de bediening van de oven zijn de knoppen aan/uit en keuze
van de werking van de oven en de knop voor het instellen van de
temperatuur bestemd.
Knop voor het instellen van de temperatuur
Knop aan/uit en keuze van de ovenfunctie
Opmerking: Stel de temperatuurknop in op de stand
, , , als u de ovenfunctie Grote grill
of grill gebruikt.
13
Bediening van de oven
315226
Ovenverlichting
Sommige modellen hebben twee lampjes voor de
ovenverlichting: één boven aan de achterwand en een extra
lampje in het midden van de zijwand.
U kunt de ovenverlichting onafhankelijk inschakelen, zonder een
andere functie van de oven in te schakelen.
Bij alle andere functies wordt de ovenverlichting automatisch
ingeschakeld bij het instellen van de functie.
Boven/onderverwarming
De verwarmingselementen aan de boven- en onderkant van
de oven stralen gelijkmatig warmte uit in de oven. Het bakken
van gebak of het braden van vlees is slechts op één niveau
mogelijk.
Grote grill
Bij deze functie werkt het bovenste verwarmingselement met
infraverwarming. De warmte wordt rechtstreeks uitgestraald
door het infraverwarmingselement, dat aan de bovenkant van
de oven is bevestigd. Om het verwarmingseffect te versterken of
de hele oppervlakte van het ovenrooster optimaal te benutten is
tegelijkertijd ook de bovenverwarming ingeschakeld.
Deze functie is geschikt voor het grilleren van kleinere stukken
vlees zoals steak, braadworst, schnitzels, koteletten enz.
Grill
Alleen het infraverwarmingselement werkt, dat deel uitmaakt
van de grote grill. Geschikt voor het grilleren van kleinere
hoeveelheden belegde broodjes, bierworstjes, het
roosteren van toast.
Grill met ventilator
Bij deze functie werken het infraverwarmingselement en
de ventilator tegelijkertijd. De functie is geschikt voor het
grilleren van vlees en het braden van grotere stukken vlees of
gevleugelte op één niveau van de oven. Het is ook geschikt voor
het gratineren en zorgt voor een krokante bovenlaag van het
gerecht.
De oven heeft de
volgende functies:
De oven heeft de
volgende functies:
14
315226
Hete lucht en onderverwarming
Bij deze functie werken de onderverwarming en de ventilator met
hete luchtverwarming tegelijkertijd. De functie is vooral geschikt
voor het bakken van pizza’s. Het beste resultaat wordt bereikt
bij het bakken van vochtig of zwaar gebak, vruchtentaarten van
gistdeeg of zandtaartdeeg en kwarktaarten.
Hete lucht
Bij deze functie werken het ronde verwarmingselement en de
ventilator tegelijkertijd. De ventilator aan de achterwand van de
oven zorgt voor een voortdurende cirkulatie van de hete lucht om
rond het vlees of gebak.
De functie is geschikt voor het braden van vlees en gebak op
meerdere niveau’s. De bak/braadtemperaturen zijn lager dan bij
het conventionele systeem.
Ontdooien
Bij deze functie cirkuleert de lucht zonder dat de
verwarmingselementen zijn ingeschakeld. Alleen de ventilator
werkt.
Onderverwarming en ventilator
Bij deze wijze werken de onderverwarming en de ventilator
tegelijkertijd. Te gebruiken voor het bakken van laag gerezen
gebak en het inkoken van fruit en groenten.
Gebruik de 1e geleider van beneden en niet te hoge bakblikken,
zodat de warme lucht ook rond de bovenkant van het gerecht
kan cirkuleren.
Boven- en onderverwarming met ventilator
De boven- en onderwarming en de ventilator werken. De ventilator
zorgt voor een gelijkmatige cirkulatie van de hete lucht in de oven.
Het systeem is geschikt voor het bakken van alle soorten gebak,
voor het ontdooien van voedsel, het drogen van fruit en groenten.
Wacht tot het lampje voor de eerste keer uitgaat voordat u het
gerecht in de warme oven plaatst. De beste bakresuttaten worden
bereikt bij het bakken op één niveau.
Minder goede bakresultaten worden bereikt bij het bakken op twee
niveau’s. De oven moet worden voorverwarmd. Gebruik de 2. en
4. richel (van beneden af geteld). De bak/braadtemperaturen zijn
lager dan bij het conventionele verwarmingssysteem.
15
315226
Onderverwarming/Aqua Clean
Alleen het verwarmingselement aan de onderkant van de
oven geeft warmte af. U kiest deze functie als u de onderkant
van gebak sterker wilt bakken) bijvoorbeeld bij het bakken
van vochtig gebak met vruchtenvulling). Stel de knop voor het
instellen van de temperatuur in op de gewenste temperatuur.
U kunt het onderste verwarmingselement ook gebruiken om de
oven te reinigen. Details over de reiniging kunt u lezen in het
hoofdstuk Reiniging en onderhoud.
Bovenverwarming
Alleen het verwarmingselement aan de bovenkant van de
oven verwarmt het gerecht. Deze functie gebruikt u als u de
bovenkant van het gerecht bruiner wilt bakken (bijvoorbeeld
voor bruinen achteraf).
Toebehoren (rooster, ondiep en diep bakblik) kunt op 4
niveau’s in de oven plaatsen.
• Let er op dat de bak/braadniveau’s altijd van beneden
naar boven worden geteld! (In de hierna vermelde bak/
braadtabellen zijn de afzonderlijke niveau’s beschreven).
• De geleiders zijn: schuif-, rooster- of telescopisch uittrekbare
geleiders (afhankelijk van het model van het apparaat). De
niveau’s 2, 3 en 4 zijn met telescopisch uittrekbare geleiders
uitgerust. Bij roostergeleiders moet u het rooster en de
bakblikken altijd in de spleet van de roosterpro elen plaatsen
bepaald.
Bakniveau’s (afhankelijk
van het model)
Bakniveau’s (afhankelijk
van het model)
16
315226
Het 2e, 3e en 4e niveau zijn met telescopisch uittrekbare
geleiders uitgerust. Links en rechts in de oven bevinden zich
telescopische geleiders op 3 niveau’s.
De uittrekbare niveaus zijn uitgevoerd met (afhankelijk van het
model):
- drie gedeeltelijk uittrekbare geleiders
- één volledig en twee gedeeltelijk uittrekbare geleiders
- drie volledig uittrekbare geleiders
De telescopisch uittrekbare geleiders en andere delen
van het toebehoren worden warm! Gebruik bij het
werk een ovenwant of soortgelijke bescherming!
Trek de telescopisch uittrekbare geleiders van één niveau uit
alvorens het rooster, bakblik of de pan voor het vet in de oven
te plaatsen. Trek de telescopisch uittrekbare geleiders van één
niveau uit.
• Plaats het rooster en het lage of diepe bakblik op de
uittrekbare geleiders en schuif het het dan met de hand zo
ver mogelijk in de oven. Sluit de ovendeur pas nadat de
telescopische geleiders helemaal zijn ingeschoven.
De gemakkelijk te reinigen inzetstukken voorkomen dat bij het
braden het vet direct op de ovenwanden spettert.
Montage:
• Verwijder de rooster- of uittrekbare telescopische geleiders
(zie hoofdstuk Verwijderen van de uitrrekbare telescopische-
en roostergeleiders)
Geleidestangen (uit draad of telescooprails) op de plaat voor
eenvoudige reiniging (A) zetten, alles samen in de voorziene
openingen hangen en naar boven treken.
Bij de montage van de uittrekbare teslecopische geleiders
(volledig uittrekbaar) en de gemakkelijk te reinigen inzetstukken
plaatst u de bijgeleverde palletjes in de onderste openingen in de
ovenwand en plaatst u de geleiders in de palletjes. De palletjes
zorgen voor een betere bevestiging van de geleiders.
Telescopisch uittrekbare
geleiders (afhankeljk van
het model)
Telescopisch uittrekbare
geleiders (afhankeljk van
het model)
A
Gemakkelijk te reinigen
inzetstukken
A
Gemakkelijk te reinigen
inzetstukken
17
315226
De glazen bakplaat dient voor het bakken/braden van gerechten
en dient ook als serveerblad.
Rooster waarop u de schaal met het gerecht of rechtstreeks het
gerecht plaatst.
Het lage bakblik is uitsluitend bestemd voor het bakken van
gebak en koekjes.
Het diepe bakblik is bestemd voor het braden van vlees en
het bakken van vochtig gebak. Het kan ook worden gebruikt als
bakblik om het druipende vet op te vangen.
Tijdens het braden mag u het diepe bakblik niet in
de 1e geleider plaatsen, behalve als u de grillspies
gebruikt, waarbij het diepe bakblik dient om het vet
op te vangen.
De achterwand van de oven is bekleed met een katalytische
laag, die uitsluitend door een vakman of de servicedienst mag
worden verwijderd.
Oventoebehoren
(afhankelijk van het
model)
Oventoebehoren
(afhankelijk van het
model)
18
315226
Voor het bakken van gebak kunt u , en gebruiken. (De
bediening van de oven met het gekozen systeem is afhankelijk
van het model van het apparaat).
• Bij het bakken van gebak moet u het vet lter altijd uit de oven
verwijderen!
Aanwijzingen
• Neem bij het bakken van gebak altijd de keuze van de
geleider, de temperatuur en de baktijd uit de tabel voor het
bakken van gebak in acht en vergeet eventuele vroegere
ervaringen, die u heeft opgedaan bij het gebruik van andere
ovens. De waarden in de tabel voor het bakken van gebak zijn
speciaal voor deze oven bepaald en gecontroleerd.
Als u een bepaalde gebaksoort niet aantreft in de tabel
voor het bakken van gebak, kies dan de gegevens van een
soortgelijk gebak.
Het bakken van gebak met boven/onderverwarming
• Gebruik slechts één bakniveau.
De boven/onderverwarming zijn bijzonder geschikt voor het bakken
van verschillende soorten gebak, brood en het braden van vlees.
• Gebruik donkere bakblikken. In lichte bakblikken wordt het
gebak minder goed gebakken (wordt minder bruin) omdat ze
de warmte terugkaatsen.
• Plaats bakvormen altijd op het rooster. Verwijder het rooster
als u het bijgeleverde bakblik gebruikt.
• Voorverwarmen verkort de baktijd. Plaats het gebak pas in
de oven als de gekozen temperatuur is bereikt, dat is als het
controlelampje voor de eerste keer uitgaat.
Het bakken van gebak met hetelucht
Het bakken van gebak met hetelucht is bijzonder geschikt voor
het bakken op meerdere niveau’s, vooral van koekjes op lage
bakplaten. We bevelen aan de oven voor te verwarmen en de 2e
Het bakken van gebakHet bakken van gebak
Het geplaatste vet lter aan de achterwand van de oven
beschermd de ventilator, de verwarmingsring en de oven tegen
ongewenste bevuiling met vet. Bij het braden van vlees is het
gebruik van het vet lter aan te bevelen. Verwijder het lter altijd
bij het bakken van gebak! Het vet lter kan bij het bakken van
cake minder goede resultaten geven.
Vet lter (afhankelijk van
het model)
Vet lter (afhankelijk van
het model)
19
Het klaarmaken van gerechten
315226
en 3e geleider te gebruiken. Eveneens geschikt voor het bakken van
vochtig gebak en vruchtentaarten (bakken op één niveau).
• De temperatuur is gewoonlijk lager dan bij het bakken van gebak
met boven/onderverwarming (zie ook de tabel voor het bakken van
gebak).
U kunt verschillende soorten gebak samen bakken als de vereiste
temperatuur ongeveer gelijk is.
• De baktijd kan ook bij dezelfde bakblikken verschillend zijn.
Als u op meerdere bakblikken tegelijkertijd bakt – op twee of
drie niveau’s, kan de baktijd voor de afzonderlijke bakblikken
verschillen. Misschien zult u het ene bakblik eerder uit de oven
moeten halen dan het andere (het bakblik in de bovenste geleider).
• Maak klein gebak, zoals bijvoorbeeld koekjes, indien mogelijk van
gelijke dikte. Ongelijkmatig gebak zal ongelijkmatig bruin worden!
Als u meer gebak tegelijkertijd bakt, zal in de oven een grotere
hoeveelheid damp onstaan, die condens kan vormen op de
ovendeur.
Aanwijzingen voor het bakken van gebak
Is het gebak gaar?
Prik met een houten stokje in het gebak op de plaats waar het het
dikst is. Als er geen deeg aan het stokje blijft zitten, is het gebak gaar.
U kunt de oven uitschakelen en de restwarmte gebruiken.
Het gebak is ingezakt
Controleer het recept. Gebruik de volgende keer minder vocht.
Neem de tijd voor het mixen in acht, vooral bij het gebruik van
keukenmachines.
Het gebak is te licht aan de onderkant
Gebruik de volgende keer een donkere bakvorm voor het bakken,
plaats het gebak een geleider lager of schakel de onderverwarming in
aan het eind van het bakken.
Gebak met een vochtige vulling (bijvoorbeeld kwarktaart) is niet
helemaal gaar
Bak de volgende keer op een lagere temperatuur en verleng de baktijd.
Waarschuwingen bij de tabel voor het bakken van gebak:
• De temperatuur is vermeld met een hogere en een lagere waarde.
Stel eerst de lagere temperatuur in en als het gebak niet bruin
genoeg wordt, kunt u de volgende keer de temperatuur verhogen.
• De baktijden zijn ongeveer aangegeven en kunnen onder
verschillende omstandigheden verschillen.
• De vetgedrukte gegevens in de temperatuurtabel geven de meest
geschikte verwarmingswijze voor de afzonderlijke soorten gebak
aan.
• Het teken * betekent dat u de oven moet voorverwarmen met het
gekozen verwarmingssysteem.
20
315226
• Controleer als u bakpapier gebruikt of dit bestendig is tegen hoge
temperaturen.
Tabel voor het bakken van gebak met boven/onderverwarming of hetelucht - bij bakken op
één niveau
Soort gebak Geleider
(van bene-
den af)
Temperatuur
(in °C)
Geleider
(van bene-
den af)
Temperatuur
(in °C)
Baktijd (in
min.)
Zoet gebak
Marmercake, tulband 1 160-170 1 150-160 50-70
Cake in vierkant bakblik 1 160-170 1 150-160 55-70
Cake in taartvorm 1 160-170 2 150-160 45-60
Kwarktaart in taartvorm 1 170-180 2 150-160 65-85
Vruchtentaart, zandtaartdeeg 1 180-190 2 160-170 50-70
Vruchtentaart met garnering 1 170-180 2 160-170 60-70
Biscuittaart* 1 170-180 2 150-160 30-40
Cake met strooisel 2 180-190 2 160-170 25-35
Vruchtentaart, roerdeeg 2 170-180 2 150-160 45-65
Pruimentaart 2 180-200 2 150-160 35-60
Biscuitrollade* 2 180-190 2 160-170 15-25
Cake van roerdeeg 2 160-170 2 150-160 25-35
Gevlochten brood, krans 2 180-200 2 160-170 35-50
Kerstbrood 2 170-180 2 150-160 45-70
Appelstrudel 2 180-200 2 170-180 40-60
Gevulde bollen 1 170-180 2 150-160 40-55
Pikant gebak
Quiche Lorraine 1 190-210 2 170-180 50-65
Pizza* 2 210-230 2 190-210 25-45
Brood 2 190-210 2 170-180 50-60
Broodjes* 2 200-220 2 180-190 30-40
Klein gebak
Koekjes van zandtaartdeeg* 2 160-170 2 150-160 15-25
Spritskoekjes* 2 160-170 2 150-160 15-28
Koekjes van gistdeeg 2 180-190 2 170-180 20-35
Koekjes van bladerdeeg 2 190-200 2 170-180 20-30
Schuimgebak/gebak gevuld met
crème
2 180-190 2 180-190 25-45
Souf és
Rijstsouf é 1 190-200 2 180-190 35-50
Kwarksouf é 1 190-200 2 180-190 40-50
Diepvriesgebak
Appel-, kwarkstrudel 2 180-200 2 170-180 50-70
Kwarktaart 2 180-190
2 160-170 65-85
Pizza 2 200-220 2 170-180 20-30
Gebakken aardappelen voor
de oven*
2 200-220 2 170-180 20-35
Ovenkroketten 2 200-220 2 170-180 20-35
Waarschuwing: De geleider heeft betrekking op het draagrooster waarop u op een laag bakblik kleinere
bakblikken of -vormen plaatst. Tijdens het bakken mag u het diepe bakblik niet in de 1e geleider plaatsen.
21
315226
Tabela voor het bakken van gebak met hetelucht en onderverwarming
Soort gebak Geleider
(van beneden af)
Temperatuur (in °C) Baktijd (in min.)
Kwarktaart (750g kwark) -
zandtaartdeeg
2 150-160 65-80
Pizza * - Gistdeeg 2 200-210 15-20
Quiche Loraine - krhko testo 2 180-200 35-40
Appelgebak met strooisel - gistdeeg 2 150-160 35-40
Vruchtencake – roerdeeg 2 150-160 45-55
Appelstrudel – strudeldeeg 2 170-180 45-65
Tabela voor het bakken van gebak met boven en onderverwarming en ventilator
Soort gebak Geleider
(van beneden af)
Temperatuur (in °C) Baktijd (in min.)
Zoet gebak
Marmercake, tulband 1 150-160 50-60
Cake in vierkant bakblik 1 150-160 55-65
Cake in taartvorm 1 150-160 45-55
Kwarktaart in taartvorm 1 150-160 65-75
Vruchtentaart, zandtaartdeeg 1 160-170 45-65
Vruchtentaart met garnering 1 160-170 55-65
Biscuittaart* 1 150-160 25-35
Cake met strooisel 2 160-170 25-35
Vruchtentaart, roerdeeg 2 150-160 45-60
Pruimentaart 2 150-160 30-40
Biscuitrollade* 2 160-170 15-23
Cake van roerdeeg 2 150-160 25-35
Gevlochten brood, krans 2 160-170 35-45
Kerstbrood 2 150-160 45-65
Appelstrudel 2 160-170 50-60
Gevulde bollen 1 150-160 35-45
Pikant gebak
Quiche Lorraine 1 170-180 45-55
Pizza* 2 190-200 20-25
Brood 2 170-180 50-60
Broodjes* 2 180-190 15-20
Klein gebak
Koekjes van zandtaartdeeg* 2 150-160 15-25
Spritskoekjes* 2 150-160 15-25
Koekjes van gistdeeg 2 160-170 18-23
Koekjes van bladerdeeg 2 170-180 20-30
Schuimgebak/gebak gevuld met
crème
2 170-180 20-30
Diepvriesgebak
Appel-, kwarkstrudel 2 170-180 50-70
Kwarktaart 2 160-170 65-85
Pizza 2 170-180 20-30
Opozorilo: De geleider heeft betrekking op het lage bakblik of op het rooster waarop u kleinere
bakblikken of vormen plaatst.
22
315226
Voor het braden van vlees kunt u en gebruiken.
De vetgedrukte gegevens in de tabel laten de meest geschikte
wijze van verwarming zien voor de afzonderlijke soort vlees.
• Bij het braden van vlees wordt het gebruik van het vet lter
aanbevolen.
Tips voor pannen
• U kunt pannen van email, vuurvast glas, aardewerk of gietijzer
gebruiken.
• Bakblikken van roestvrij staal zijn niet geschikt omdat ze de
warmte zeer sterk weerkaatsen.
Als u een braadstuk afdekt zal het sappiger blijven en zal de
oven niet zo vuil worden.
Aanwijzingen voor het braden van vlees
• In de tabel voor het braden van vlees vindt u gegevens over
de temperatuur, het niveau en de baktijd. Omdat de baktijden
sterk afhankelijk zijn van de soort, het gewicht en de kwaliteit
van het vlees, zijn afwijkingen mogelijk.
• Het braden van vlees, gevleugelte en vis is pas economisch
bij een gewicht van meer dan 1 kg.
• Bij het braden moet u zoveel vocht toevoegen dat het vet en
het sap van het braadstuk niet verbranden. Dit betekent dat
u het braadstuk bij langere braadtijden meerdere malen moet
controleren en water toe moet voegen.
• Keer het braadstuk na a oop van de helft van de tijd, vooral
bij het braden in de braadslee. Het beste resultaat wordt
verkregen als het braadstuk eerst met de bovenkant naar
beneden wordt gebraden.
• Bij het braden van grotere stukken vlees kan sterkere
dampvorming onstaan en kan de ovendeur beslaan. Dit is een
natuurlijk verschijnsel en heeft geen invloed op de werking van
het apparaat. Droog de ovendeur en het glas in de ovendeur
goed af na a oop van het braden.
• Om beslaan te vermijden de gerechten niet laten afkoelen in
een gesloten oven.
Braden van vleesBraden van vlees
23
315226
Tabel voor het braden van vlees met een combinatie van boven-/onderverwarming of met
heteluchtverwarming - bij bakken op één niveau
Soort vlees Gewicht
(in g)
Geleider
(van onde-
raf)
Tempera-
tuur
(in °C )
Geleider
(van onde-
raf)
Tempera-
tuur
(in °C )
Braad-tijd
(in min.)
Rundvlees
Rundergebraad 1000 2 190-210 2 180-190 100-120
Rundergebraad 1500 2 190-210 2 170-180 120-150
Roastbeef, medium 1000 2 200-210 2 180-200 30-50
Roastbeef, doorbraden 1000 2 200-210 2 180-200 40-60
Varkensvlees
Varkensgebraad met huid 1500 2 180-190 2 170-180 140-160
Buikstuk 1500 2 190-200 2 170-180 120-150
Buikstuk 2000 2 180-200 2 160-170 150-180
Schouderstuk 1500 2 190-200 2 160-170 120-140
Varkensrollade 1500 2 190-200 2 160-170 120-140
Casselerrib 1500 2 180-200 2 160-170 100-120
Gebraad van gehakt 1500 2 200-210 2 170-180 60-70
Kalfsvlees
Kalfsrollade 1500 2 180-200 2 170-190 90-120
Kalfsbout 1700 2 180-200 2 170-180 120-130
Lamsvlees
Lamsrug 1500 2 190-200 2 170-180 100-120
Hamelbout 1500 2 190-200 2 170-180 120-130
Wildbraad
Hazenrug 1500 2 190-200 2 180-190 100-120
Reebout 1500 2 190-200 2 170-180 100-120
Bout van wild zwijn 1500 2 190-200 2 170-180 100-120
Gevleugelte
Kip, heel 1200 2 190-200 2 180-190 60-80
Hen 1500 2 190-200 2 180-190 70-90
Eend 1700 2 180-190 2 160-170 120-150
Gans 4000 2 160-170 2 150-160 180-200
Kalkoen, kalkoenenhen 5000 2 150-160 2 140-150 180-240
Vis
Hele vis 1000 2 190-200 2 170-180 50-60
Vissouf é 1500 2 180-200 2 150-170 50-70
Waarschuwing: De geleider heeft betrekking op het diepe bakblik. Plaats kleinere bakblikken
op het rooster, dat u in de 1e -2e geleider plaatst (het diepe bakblik mag u niet in de 1e geleider
plaatsen).
24
315226
Wees extra voorzichtig bij het grilleren. Door de hoge
temperatuur van de infragrill zijn het rooster en de andere
delen van het toebehoren in de oven erg heet. Gebruik
daarom ovenwanten en een speciale vleestang!
Als u in het vlees prikt kan er heet vet uit spuiten (bijvoorbeeld
uit braadworst). Gebruik een vleestang om brandwonden aan
huid en ogen te voorkomen.
• Houd voortdurend toezicht tijdens het grilleren. Het vlees kan
snel verbranden door de hoge temperatuur!
• Laat kinderen niet in de buurt van de grill komen.
• Grillen met de infragrill is geschikt om braadworst, stukken
gesneden vlees en vis (steak, schitzels, plakken zalm …)
knapperig en zonder vet klaar te maken en voor toast en
bruinen..
Tips voor het grilleren
• Bij het grilleren moet de ovendeur altijd gesloten zijn.
• In de grilltabel vindt u gegevens over de temperatuur, het
niveau en de grilltijd. Omdat de grilltijd sterk afhankelijk is van
de soort, het gewicht en de kwaliteit van het vlees, kunnen
afwijkingen optreden.
• Bij het grilleren van vlees wordt het gebruik van het vet lter
aanbevolen (afhankelijk van het model).
• De infragrill (grote en kleine grill) 5 minuten voorverwarmen.
• Bestrijk het rooster met olie als u op het rooster grilleert, zodat
het vlees er niet aan vast kleeft.
• Leg dunne plakken vlees op het rooster en plaats dit in de 4e
geleider.
• Plaats het bakblik voor het opvangen van druipend vet en
vleessap in de 1e of 2e geleider.
• Keer het vlees tijdens het grilleren. Laat de eerste kant wat
langer bruinen dan de tweede kant.
• Plaats als u grotere stukken vlees op het rooster grilleert
(kip, vis) het rooster in de 2e geleider en het bakblik om het
druipende vet op te vangen in de 1e geleider.
• Keer dunnere stukken vlees maar één keer, grotere meerdere
keren. Gebruik hierbij een vleestang, zodat er niet teveel
vleessap uit het vlees loopt.
• Donkere vleessorten worden sneller bruin dan licht varkens- of
kalfsvlees.
• Reinig na het grilleren altijd de oven en het toebehoren, zodat
het vuil er de volgende keer niet inbakt.
Grilleren en bruinenGrilleren en bruinen
25
315226
Grillen aan de spies
(alleen bij sommige modellen)
• De draaispiesset bestaat uit een draaibare spies met
verwijderbare handgreep en twee vorken met schroeven om
het vlees aan te bevestigen.
• Plaats bij het gebruik van de draaispies altijd eerst de speciale
houder in de 3e geleider van onder af.
• U steekt het vlees aan de draaispies en prikt aan beide kanten
de bijgevoegde vorken in het vlees, zodat het vlees goed vast
zit. Draai dan de schroeven van de vorken aan.
• Bevestig de handgreep aan de voorkant van de spies.
Steek de scherpe punt van de spies in de opening aan de
rechterkant van de achterwand van de oven, die met een
draaibaar plaatje is beschermd. Plaats het voorste deel van de
spies op het laagste deel van de houder, zodat hij vastspringt.
• Plaats een diep bakblik 1 geleider lager om het druipende vet
en vleessap op te vangen.
U activeert de spies door de functie »Grote grill«
te kiezen.
Draai de handgreep van de spies los voordat u de ovendeur
sluit.
De infragrill werkt via een thermostaat en alleen als de
ovendeur gesloten is.
26
315226
Tabel: grilleren met de grote grill
Soort gerecht Gewicht
(in g)
Geleider (van
onderaf)
Tempera-
tuur (in °C)
Tempera-
tuur (in °C)
Grilleertijd
(in min.)
Vlees en worstjes
4 runderbiefstuklapjes, raw 180g/stuk 4
Niveau
- 14-16
4 runder biefstuklapjes, rose 4
- 16-20
4 runderbiefstuklapjes,
doorbakken
“4
-
18-21
4 schnitzels van
varkensnekstuk
“4
- 19-23
4 ribstukken 4 - 20-24
4 kalfsschnitzels 4 - 19-22
6 lamskoteletten 100g/stuk 4 - 15-19
8 grillworstjes 100g/stuk 4 - 11-14
3 plakken leverkaas 200g/stuk 4
- 9-15
1/2 kip 600g 2 - 180-190 25 (ene kant)
20 (andere kant)
Vis
Plakken zalm 600 3
- 19-22
4 forellen 200g/stuk 2 - 170-180 45-50
Toast
6 witte boterhammen / 4
- 1,5-3
4 boterhammen uit gemengd
meel
/4
- 2-3
Belegde broodjes / 4
- 3,5-7
Vlees/gevleugelte*
Eend* 2000 2 210 150-170 80-100
Kip* 1500 2 210-220 160-170 60-85
Varkensbraadstuk 1500 2 - 150-160 90-120
Varkensschouder 1500 2 - 150-160 120-160
Varkensbout 1000 2 - 150-160 120-140
Roastbeef/runder let 1500 2 - 170-180 40-80
Gegratineerde groenten **
Bloemkool, savooiekool 750 2 - 210-230 15-25
Asperges 750 2 - 210-230 15-25
Let op: De geleider heeft betrekking op het draagrooster waarop u het vlees plaatst; in het
hoofdstuk vlees/gevogelte heeft de geleider betrekking op het diepe bakblik en bij kip op het rooster.
Zorg bij het grilleren van vlees altijd voor voldoende vloeistof in het bakblik, zodat het vlees niet
verbrandt en keer het vlees tijdens het grilleren. Plaats als u vlees op het rooster grilleert een diep
bakblik om het druipende vet op te vangen (zie tips voor het grilleren) op de 1e of 2e geleider.
Aanbeveling: Droog forellen af met een vel keukenpapier. Vul de binnenkant van de vis met
peterselie, zout en wrijf de buitenkant van de vis in met olie. Leg de vis op het rooster. Vis niet keren
tijdens het grillen.
* Als u wilt kunt u ook de spies gebruiken (zie aanwijzingen voor de spies).
** groenten zijn voorgekookt en overgoten met bechamelsaus met geraspte kaas. De kleinere
glazen schotel wordt op het rooster geplaatst.
27
315226
Om te wekken gebruikt u de functie onderverwarming met
ventilator.
Bereid het voedsel om te wekken en de potten op de gewone
wijze voor. Gebruik gewone potten met een rubber ring en glazen
deksel. Gebruik geen potten met draai- of metalen deksels en
blikken. De potten moeten indien mogelijk even groot, gevuld
met dezelfde inhoud en goed gesloten zijn. U kunt tot 6 potten
van 1 liter in de oven plaatsen.
• Gebruik uitsluitend verse levensmiddelen.
• Giet ongeveer 1 liter heet water (ca. 70°C) in een diep bakblik,
zodat de juiste vochtigheidsgraad in de oven kan ontstaan.
Plaats de potten zo in de oven, dat ze de wanden en elkaar
niet aanraken (zie afbeelding). De rubber ringen voor gebruik
nat maken.
• Plaats het diepe bakblik met de potten in de 2e geleider van
onder af. Let tijdens het wekken goed op de levensmiddelen
en breng ze aan de kook – tot de eerste pot gaat borrelen.
Neem de wektijden uit de tabel in acht.
WekkenWekken
Tabel: grilleren met de grill
Soort gerecht Gewicht
(in g)
Geleider (van
onder af)
Tempera-
tuur (in °C)
Tempera-
tuur (in °C)
Grilleertijd
(in min.)
Vlees en worstjes
2 runderbie apjes, doorbakken 180g/stuk 4
Niveau
- 18-21
2 ribstukken 4
- 20-22
2 varkensschnitzels - nekstuk 180g/stuk 4
18-22
4 grillworsten 100g/stuk 4
- 11-14
4 belegde toastjes 4
- 5-7
Toast - bruinen 4
3-4
3 forellen – op het rooster 200g/stuk 2 - 160-170 40-50
Kip – op het rooster 1500g 2 - 160-170 60-80
Varkensschouderstuk – in een
diep bakblik
1500g 2 - 150-160 120-160
28
315226
Door het circuleren van de lucht in de oven kunt u het
ontdooien van bevroren levensmiddelen bespoedigen.
Hiervoor moet u de oven op de functie »Ontdooien« instellen.
Bij onbedoeld activeren van de knop voor het
instellen van de temperatuur gaat het controlelampje
van de oven branden. De verwarmingselementen zijn
niet ingeschakeld.
Geschikt om te ontdooien zijn taarten met slagroom of crème,
gebak en koekjes, brood en broodjes en diepgevroren fruit.
• Ontdooi om hygienische redenen geen vlees en gevogelte in
de oven.
Draai de levensmiddelen indien mogelijk meerdere malen om of
roer ze door, zodat ze gelijkmatig ontdooien.
.
OntdooienOntdooien
Wektabel
Levensmiddelen om te
wekken
Hoeveelheid
T=170-180°C,
Tot er bobbeltjes in
de potten verschijnen
(in min.)
Nadat de
vloeistof aan de
kook is gebracht
– als hij gaat
borrelen
Rusttijd in de
oven (in min)
Aardbeien
Fruit met pitten 6x1 liter ong.. 40-55 uitschakelen 25
Appelmoes 6x1 liter ong. 40-55 uitschakelen 30
Čežana 6x1 liter ong. 40-55 uitschakelen 35
Groenten
Zure augurken 6x1 liter ong. 40 do 55 uitschakelen 30
Boontjes, worteltjes 6x1 liter ong. 40 do 55 instellen op
120°C
60 min
30
Waarschuwing: De tijden in de tabel zijn slechts ter oriëntatie. Ze worden beïnvloed door de
kamertemperatuur, het aantal potten en de warmte van het te wekken fruit en de groenten. Kijk
voordat u de oven uitschakelt – bij fruit, of voordat u de temperatuur verlaagt bij een bepaalde
groente, of de vloeistof in de wekpotten borrelt.
Belangrijk: Let goed op als de vloeistof in de eerste pot begint te borrelen.
29
315226
U mag het apparaat niet met een apparaat op hete stoom of hogedruk stoomreiniger
schoonmaken. Schakel de oven uit en laat hem afkoelen alvorens hem te reinigen.
Voorkant van de ombouw
Reinig de oppervlakte met vloeibare nietschurende schoonmaakmiddelen, die bestemd zijn voor
het reinigen van gladde oppervlaktes en met een zacht vileda doekje. Doe het schoonmaakmiddel
op de vileda doek en veeg het vuil weg. Vervolgens met water afspoelen. Het schoonmaakmiddel
niet rechtstreeks op de oppervlakte aanbrengen. Gebruik geen schurende en agressieve
schoonmaakmiddelen, scherpe voorwerpen en sponsjes, die krassen veroorzaken.
Oppervlaktes van het apparaat met een aluminiumlaagje
Reinig delen van het apparaat met een aluminiumlaagje met niet schurende vloeibare
schoonmaakmiddelen, die speciaal voor deze oppervlaktes zijn bestemd. Breng het
schoonmaakmiddel aan op een vochtige doek en reinig de oppervlakte. Spoel vervolgens de
oppervlakte af met water. Het schoonmaakmiddel niet rechtstreeks op de oppervlakte met het
aluminiumlaagje aanbrengen. U mag geen schurende reinigingsmiddelen en sponsjes gebruiken.
De oppervlakte mag niet in aanraking komen met ovenreinigingssprays.
Voorkant van de roestvrijstalen ombouw
(alleen bij sommige modellen)
Reinig de oppervlakte alleen met een mild schoonmaakmiddel (sopje) en een zacht sponsje, dat
geen krassen achterlaat. Gebruik geen schurende schoonmaakmiddelen of schoonmaakmiddelen,
die oplosmiddelen bevatten. Bij het niet in acht nemen van deze aanwijzingen kunt u de
oppervlakte van de ombouw beschadigen.
Gelakte oppervlaktes en kunststofdelen
(alleen bij sommige modellen)
Reinig de knoppen en de handgreep van de deur met een zachte doek en vloeibare
schoonmaakmiddelen, bestemd voor de reiniging van gelakte oppervlaktes.
U kunt ook schoonmaakmiddelen gebruiken die speciaal voor dit soort oppervlaktes zijn bestemd.
Neem hierbij de aanwijzingen van de fabrikant van het schoonmaakmiddel in acht.
WAARSCHUWING: De genoemde oppervlaktes mogen in geen geval in aanraking komen met
ovenreinigingsprays. Deze kunnen oppervlaktes met een aluminiumlaagje zichtbaar en blijvend
beschadigen.
30
Reiniging en onderhoud
315226
Keramische glazen kookplaat
Wacht na elk gebruik van de glazen keramische kookplaat
totdat deze afgekoeld is en maak de plaat schoon. Als u dit
niet doet, kan het kleinste voedselrestje in het hete oppervlak
branden bij de volgende keer dat u het apparaat gebruikt.
Gebruik voor het dagelijkse schoonmaken en onderhoud
van het glazen keramische oppervlak speciale
schoonmaakmiddelen die een beschermingslaag op het
oppervlak nalaten, waardoor de plaat beschermd wordt tegen
vuil. Verwijder voor elk gebruik stof of andere substanties
van het oppervlak van de kookplaat en van de bodem van
de pan, aangezien deze krassen kunnen achterlaten op het
oppervlak (afbeelding 1). Let op: staalwol, schuursponsjes en
schuurmiddelen kunnen krassen achterlaten op het oppervlak
van de kookplaat. Het glazen keramische oppervlak kan
ook worden beschadigd door agressieve spuitbussen en
ongeschikte of onvoldoende geschudde (gemengde) vloeibare
schoonmaakmiddelen (afbeelding 1 en afbeelding 2). Er
kunnen op de kookplaat tekenen en indicaties ontstaan als u
agressieve schoonmaakmiddelen gebruikt op de kookzones of
als u kookgerei gebruikt met een beschadigde bodem.
Lichte vlekken kunnen worden verwijderd met een vochtige
doek. Droog vervolgens het oppervlak goed af (afbeelding 3).
Watervlekken kunnen worden verwijderd met een milde
oplossing van azijn. Gebruik deze oplossing echter nooit om
het frame schoon te maken (aleen bij sommige modellen),
aangezien het frame dan mat kan worden. Gebruik geen
agressieve spuitbussen of ontkalkingsmiddelen (afbeelding 3).
Grondige vlekken kunnen worden verwijderd met speciale
middelen voor het schoonmaken van glazen keramische
kookplaten. Wanneer u deze producten gebruikt, volg dan de
instructies op van de producenten van deze producten.
Zorg ervoor dat resten van schoonmaakmiddelen grondig
worden verwijderd, aangezien deze de glazen keramische
kookplaat kunnen beschadigen wanneer de kookzone wordt
opgewarmd (afbeelding 3).
Resten van aangebrand voedsel kunnen worden verwijderd
met een schraper. Zorg ervoor dat het plastic deel van de
schraper niet in aanraking komt met een hete kookzone. Wees
voorzichtig en snijd uzelf niet
met de schraper!
Suiker en voedsel dat suiker bevat kan het glazen keramische
oppervlak permanent beschadigen (afbeelding 5). Daarom
moeten deze zo snel mogelijk worden verwijderd van het glazen
keramische oppervlak, zelfs
wanneer de kookzone nog heet is ( guur4). Een verandering
van kleur op het glazen keramische oppervlak heeft geen
invloed op de werking of de stabiliteit van het oppervlak.
SchoonmakenSchoonmaken
31
slika 2
slika 3
slika 4
slika 5
slika 1
315226
Verkleuringen zijn meestal
een resultaat van verbrande voedselresten of het gebruik van
kookgerei dat gemaakt is van materialen zoals aluminium of
koper. Deze vlekken zijn moeilijk te verwijderen.
Waarschuwing: alle schade die hierboven is beschreven, gaat
vooral over het uiterlijk van het apparaat en heeft geen directe
invloed op de werking. Dit soort fouten kunnen geen onderwerp
zijn van een garantieclaim.
Kookplaat
Gebruik warm water met wat afwasmiddel om het gebied
schoon te maken rond de kookringen (of hitteplaten).
Gebruik voordat u dit doet een spons om eventuele grondige
resten te verzachten.
Vuile kookzones moeten onmiddellijk na het gebruik
grondig worden schoongemaakt. Als er weinig vlekken
op de kookzones zijn, is het genoeg om deze schoon te
maken met een vochtige doek die u even onderdompelt
in water en wat afwasmiddel. Als de hitteplaat erg vuil is,
gebruik dan een staalsponsje (staalwol) met afwasmiddel.
Na het schoonmaken moeten de kookzones altijd worden
drooggemaakt.
Vloeibare stoffen die zout bevatten, gerechten die zijn
overgekookt of vocht kunnen de kookzones beschadigen.
Maak de kookzones daarom altijd goed schoon en droog ze
af.
Gebruik om de kookzones te conditioneren af en toe
wat olie voor de naaimachine of andere producten voor
schoonmaak en onderhoud die beschikbaar zijn op de
markt. Gebruik nooit boter, bacon/vet, of een gelijkwaardige
substantie (risico op corrosie). Als de kookzone lichtjes is
opgewarmd, kan het middel sneller intrekken in de poriën.
De ringen van de hitteplaten zijn gemaakt van roestvrij
staal. Ze kunnen door de thermische belasting tijdens het
kookproces lichtjes verkleuren tot een gele kleur. Dit fenomeen
is een resultaat van fysieke processen. Gele stippen kunnen
worden hersteld door normale schoonmaakmiddelen voor
metaal. Gebruik geen agressieve schoonmaakmiddelen om
de onderdelen schoon te maken, aangezien deze krassen
kunnen achterlaten op de ringen.
32
315226
Oven
U kunt de oven traditioneel reinigen (met
schoonmaakmiddelen, met een ovenspray). Doe dit alleen bij
hartnekkig vuil en spoel resten van de schoonmaakmiddelen
grondig af.
• Voor de regelmatige reiniging van de oven (na elk gebruik)
wordt de volgende procedure aanbevolen: Draai de knop voor
de keuze van de functie werking van de afgekoelde oven in de
stand
. Stel de temperatuurkeuzeknop in op 70°C. Giet 0,6
l water in het bakblik en plaats het in de onderste geleider. Na
30 minuten worden de voedselresten op het email van de oven
zacht en kunt u ze wegvegen met een vochtige doek.
Neem bij hartnekkig vuil het volgende in acht:
De oven moet voor de reiniging altijd afgekoeld zijn.
• De oven en delen van het toebehoren na elk gebruik reinigen,
zodat het vuil niet inbakt.
• Vet verwijdert u het eenvoudigst met een warm sopje als de
oven nog warm is.
• Gebruik bij hartnekkig vuil of als de oven erg vuil is
gewone schoonmaakmiddelen voor de oven. Neem de
oven grondig af met schoon water, zodat u alle resten van
schoonmaakmiddelen verwijdert.
• Gebruik nooit agressieve schoonmaakmiddelen, zoals
schurende schoonmaakmiddelen, schuursponsjes voor
pannen, roest- en vlekkenverwijderaars en dergelijke.
• Gelakte, roestvrijstalen en verzinkte oppervlaktes of aluminium
delen mogen niet met ovensprays in aanraking komen, omdat
ze kunnen beschadigen en verkleuren. Hetzelfde geldt voor de
voeler van de thermostaat (als het fornuis een klok met een
sonde heeft) en het verwarmingselement boven in het fornuis.
• Denk bij de aanschaf en dosering van reinigingsmiddelen aan
het milieu en neem de aanwijzingen van de fabrikant van het
reinigingsmiddel in acht.
Katalytische laag in de oven (alleen bij sommige modellen)
• Katalytisch email is zacht en gevoelig voor wrijving. Daarom is
het gebruik van schurende schoonmaakmiddelen en scherpe
voorwerpen af te raden.
• Het ruwe katalytische email bevordert het uiteenvallen van
vetten en ander vuil. Kleinere vlekken die achterblijven na
het bakken of braden worden gewoonlijk afgebouwd als
u de oven de volgende keer gebruikt. Over het algemeen
geldt dat vlekken verdwijnen bij temperaturen boven 220°C,
bij lagere temperaturen verdwijnen ze maar gedeeltelijk.
De zelfreinigende kracht van de katalytische delen wordt
in de loop van de tijd minder. Aanbevolen wordt de laag te
vervangen na enkele jaren gebruik van de oven.
33
315226
Nuttige wenken
Als u grote stukken vet vlees braadt, is aan te bevelen deze
in aluminiumfolie of in een hiervoor geschikt bakzakje te
verpakken, zodat het vet niet door de oven spettert.
• Plaats bij het grilleren onder het rooster met het vlees een
bakblik om het druipende vet op te vangen.
Reiniging van de bovenwand van de oven (alleen bij
sommige modellen)
• Om de bovenwand van de oven gemakkelijker te kunnen
reinigen is in sommige apparaten een opvouwbaar bovenste
infra-verwarmingselement ingebouwd.
Alvorens het verwarmingselement neer te klappen moet u de
verbinding van het fornuis met het elektriciteitsnet verbreken
door de zekering los te draaien of de hoofdschakelaar uit te
schakelen. Het verwarmingselement moet afgekoeld zijn,
anders bestaat verbrandingsgevaar!
• Het verwarmingselement mag niet worden gebruikt als het is
neergeklapt!
Verwijder de bakblikken, het rooster en de geleiders alvorens
de oven te reinigen en trek het verwarmingselement horizontaal
naar u toe. Trek zo lang aan het verwarmingselement dat het
dwarsstaafje vrij komt en uit de lagers aan de linker en rechter
kant van de oven kan springen (zie afbeelding).
Na het reinigen van het verwarmingselement duwt u volgens
dezelfde procedure het verwarmingselement terug, totdat het
dwarsstaafje weer in de lagers vastspringt.
Toebehoren
Toebehoren zoals bijvoorbeeld bakblikken, het rooster en
dergelijke, wast u af in een heet sopje.
Vet lter (alleen bij sommige modellen)
Reinig het vet lter na elk gebruik met een zacht borsteltje in
een heet sopje of was het af in de vaatwasser.
Gemakkelijk te reinigen inzetstukken (alleen bij sommige
modellen)
Deze na elk gebruik reinigen met een zacht borsteltje in een heet
sopje of afwassen in de vaatwasser.
Speciaal email
De oven, de binnenkant van de ovendeur en de bakblikken
hebben een laagje speciaal email, dat een gladde en bestendige
oppervlakte heeft. Deze speciale laag vereenvoudigt het reinigen
bij kamertemperatuur.
34
315226
Het verwijderen van de telescopisch uittrekbare geleiders
Om de wanden van de oven gemakkelijker te kunnen reinigen
kunt u de telescopisch uittrekbare geleiders verwijderen.
• De geleiders aan de onderkant naar binnen draaien en ze
vanaf de bovenkant uit de openingen trekken.
• De zijroosters met de telescopische geleiders uitsluitend met
gewone schoonmaakmiddelen reinigen.
• Telescopisch uittrekbare geleiders mogen niet in de
vaatwasser worden afgewassen.
Telescopisch uittrekbare geleiders mogen niet
gesmeerd worden
De geleiders eenvoudig terugplaatsen in omgekeerde volgorde.
Het verwijderen van het rooster
Verwijder de roosters om de zijwanden van de oven
gemakkelijker te kunnen reinigen.
• Draai de roosters aan de onderkant naar binnen en trek ze
boven uit de openingen.
Reinig de roosters uitsluitend met gewone schoonmaakmiddelen.
• Daarna kunt u de roosters gewoon weer ophangen in de
hiervoor bestemde openingen en naar beneden trekken.
Het verwijderen van de binnenste glazen plaat van de deur
(geldt alleen voor Premium volledig glazen deuren met
afneembare hoeken) U kunt het glas van de deur ook vanaf de
binnenkant reinigen, maar u moet het er uit nemen:
• Verwijder de ovendeur (zie hoofdstuk Verwijderen en
terugplaatsen van de ovendeur.
• Pak de glazen plaat van de deur vast aan de onderste rand,
trek hem zachtjes naar u toe en til hem een beetje omhoog.
Niet teveel! Hoogstens 10 mm, zodat het lipje van de drager
uit loskomt uit de gleuf (afbeelding 1).
• Verwijder het glas (in de richting van pijltje 3) en verwijder de
hoekstukken.
• De derde binnenruit (hebben slechts enkele modellen)
verwijdert u door eerst de schroeven aan de dragers van het
glas los te draaien en hem daarna omhoog te tillen (afbeelding
2). Verwijder voor het reinigen eerst de dragers.
• Plaats de deur terug in omgekeerde volgorde.
Onderhoud (afhankelijk
van het model)
Onderhoud (afhankelijk
van het model)
afbeelding 1
afbeelding 2
afbeelding 1
afbeelding 2
35
315226
Opmerking: Plaats de glazen plaat in de gleuf en schuif hem
naar voren (afbeelding 3).
Het verwijderen en plaatsen van de deur met een
beweegbaar scharnier
• Open de ovendeur volledig. Til de klemmen van de onderste
dragers van de scharnieren omhoog in verticale stand en
plaats ze op de lipjes van de bovenste scharnierdragers.
• Doe de ovendeur half dicht en trek hem er zachtjes uit. Plaats
de deur terug in omgekeerde volgorde.
• Plaats de deur terug in half geopende stand (onder een hoek
van ongeveer 60°C) en wel zo, dat u hem tijdens het openen
zover mogelijk tegen de oven aandrukt. Hierbij moet u er op
letten, dat de inkepingen aan de onderste scharnierdragers
in de benedenrand van de gleuven aan de voorwand komen.
Open de ovendeur volledig, verwijder de klemmen van de
lipjes van de bovenste scharnierdragers en breng ze terug in
verticale stand.
Het verwijderen en terugplaatsen van een ovendeur met een
eenassig scharnier
Open de ovendeur volledig en draai de vergrendelingtegen het
uittrekken tot het einde terug (afbeelding 1).
• Sluit de deur dan langzaam, zodat de vergrendeling in
de houders komt vast te zitten Bij ongeveer 15° (bij een
gesloten deur) tilt u de deur enigzins op en trekt hem uit beide
scharnierhouders (afbeelding 2).
• Het terugplaatsen verloopt in omgekeerde volgorde. Plaats de
deur onder een hoek van 15° in de scharnierhouders aan de
voorkant van het apparaat en schuif hem naar voren en naar
beneden, zodat de scharnieren in de inkepingen springen.
Controleer of de inkepingen van de scharnieren goed in hun
houders gesprongen zijn.
• Open vervolgens de deur volledig en draai de vergrendeling
zo ver mogelijk in de beginpositie. Sluit de deur dan langzaam
en controleer of hij goed sluit. Als de deur niet goed open
of dicht gaat, controleer dan of de inkepingen van de
scharnieren goed in de scharnierhouders geplaatst zijn.
afbeelding 3afbeelding 3
afbeelding 2
afbeelding 1
afbeelding 2
afbeelding 1
36
315226
Let op:
Overtuig u er altijd van dat de vergrendeling voor het afnemen
van de scharnieren voor de inbouw of voor het plaatsen van
de ovendeur goed in de houders gesprongen is. Als dit niet
zo is, kan bij het verwijderen of plaatsen van de deur de
hoofdscharnier onverwachts loskomen of dichtgaan door de
sterke veer. Hierbij kunt u zich verwonden.
De fornuislade is beveiligd tegen toevallig openen. Als u de
lade wilt openen, moet u deze lichtjes optillen. Om de lade
te verwijderen, neemt u de lade eerst uit tot de stopper, til de
lade vervolgens opnieuw op en neem de lade er volledig uit.
• Bewaar geen ontvlambare, explosieve of
temperatuurgevoelige voorwerpen en materialen in de
fornuislade.
• Bij sommige apparaten wordt de lade teruggeplaatst door
de lage achterste glijder in te schuiven in de leider van het
fornuis. Als de fornuislade aan de zijkant uitgerust is met
wielen, plaats de lade dan terug door de wielen in de glijders
te schuiven en sluit de lade.
De ovendeur is uitgerust met een deurvergrendeling, zodat hij
niet open kan gaan zolang de vergrendeling niet los laat. U
kunt de deurvergrendeling openen door hem zachtjes met de
duim naar rechts te duwen en tegelijkertijd de deur naar u toe
te trekken.
Als de ovendeur gesloten wordt, keert de deurvergrendeling
automatisch terug in de originele stand.
Opmerking: Als een vergrendeling van de deur bij het
apparaat geleverd is, bevestigt u de vergrendeling onder
het bedieningspaneel van het apparaat overeenkomstig de
aanwijzingen voor de inbouw, die bij de vergrendeling zijn
gevoegd.
De tting van de ovengloeilamp staat onder spanning. Er
bestaat gevaar van elektrische schok!
Schakel het fornuis altijd uit alvorens het lampje voor de
ovenverlichting te vervangen door de zekering los te draaien of
de stroomtoevoer met de beveiligingsschakelaar te verbreken.
FornuisladeFornuislade
Vergrendeling van de
deur (alleen bij sommige
modellen)
Vergrendeling van de
deur (alleen bij sommige
modellen)
Vervangen van
onderdelen van het
apparaat
Vervangen van
onderdelen van het
apparaat
37
315226
Het ovenlampje
(hebben alleen enkele modellen)
Het lampje is verbruiksmateriaal en valt daarom niet onder de
garantie! Voor de vervanging heeft u een gloeilamp nodig met de
volgende speci caties: tting E 14, 230 V, 25 W, 300°C.
• Draai het glazen kapje los tegen de wijzers van de klok,
verwissel de ovengloeilamp en draai het glazen kapje weer
vast.
In de garantieperiode moet een door de fabrikant gemachtigde servicedienst alle reparaties
uitvoeren.
Voor de reparatie moet de verbinding tussen het apparaat en het elektriciteitsnet worden verbroken
door het losdraaien van de zekering of door de aansluitkabel uit het stopcontact te trekken.
Ingrepen in en reparaties aan het apparaat door onbevoegden kunnen een elektrische schok
en kortsluiting veroorzaken. Verricht daarom zelf geen reparaties en laat dit werk over aan een
vakman of de servicedienst.
Kijk in het geval van kleinere storingen in de werking van het apparaat in deze gebruiksaanwijzing
of u de oorzaken zelf kunt verhelpen.
Het bezoek van de servicedienst tijdens de garantieperiode is
niet gratis als het apparaat niet werkt door onjuiste bediening.
Zorg ervoor dat de gebruiksaanwijzing altijd bij de hand is en
als u het apparaat aan anderen doorgeeft, doe er dan ook de
gebruiksaanwijzing bij.
Hieronder vindt u enkele tips in verband met het verhelpen van
storingen.
BelangrijkBelangrijk
38
Speciale waarschuwingen en melding van storingen
315226
De sensors reageren
niet, de gegevens
op het display zijn
»bevroren«...
Verbreek enkele minuten de verbinding tussen het apparaat
en het elektriciteitsnet (draai de zekering los of schakel de
hoofdschakelaar uit). Herstel dan de verbinding met het
elektriciteitsnet en schakel de oven in.
De zekering in huis
schakelt de stroom
meerdere malen uit.....
Bel de servicedienst of een vakman!
De ovenverlichting
brandt niet...
De vervanging van het lampje in de oven is beschreven in het
hoofdstuk “Vervanging van onderdelen van het apparaat”.
De oven wordt niet
warm ...
• Heeft u de temperatuur en het verwarmingssysteem juist ingesteld?
• Is de deur van de oven gesloten?
Het gebak is niet gaar... • Heeft u het vet lter verwijderd?
• Heeft u de aanwijzingen en tips uit het hoofdstuk “Het bakken van
gebak” opgevolgd?
Heeft u de aanwijzingen uit de baktabel nauwkeurig opgevolgd?
De timer laat
ongewone waarden
zien of schakelt
ongecontroleerd aan
of uit…
• Verbreek de verbinding tussen het apparaat en het elektriciteitsnet
enkele minuten (draai de zekering los, verbreek de verbinding met het
elektriciteitsnet of zet de hoofdschakelaar uit) als de timer niet goed
werkt. Herstel dan de verbinding met het elektriciteitsnet en stel de
juiste dagtijd in.
Het display van de
programmeerklok
knippert
• Er is stroomuitval geweest of het apparaat is zojuist op het
elektriciteitsnet aangesloten. Alle ingestelde tijden zijn gewist.
• Stel de juiste tijd in, zodat de werking van de oven kan beginnen.
• Na de automatische werking schakelt de oven uit, verschijnt de tijd
en klinkt gedurende beperkte tijd een akoestisch signaal. Neem het
gerecht uit de oven en draai de knop voor de keuze van de functie
en de temperatuurkeuzeknop in de uitgangsstand. Kies de functie
“handmatige werking”, zodat u de oven op traditionele wijze kunt
gebruiken (zonder programmeren).
Het controlelampje
voor de werking brandt
niet....
Heeft u alle nodige knoppen geactiveerd?
• Is de huiszekering uitgeschakeld?
• Heeft u de knop voor de temperatuurkeuze of de knop voor de
verwarmingswijze van de oven juist ingesteld?
Als het u ondanks de boven vermelde tips niet is gelukt de
storing te verhelpen, bel dan de servicedienst. Het verhelpen van
een storing of klacht, ontstaan door ondeskundige aansluiting of
gebruik van het apparaat valt niet onder de garantie. In dit geval
betaalt de gebruiker zelf de kosten van de reparatie.
39
315226
Het fornuis uitbalanceren en extra ondersteuning
De hoogte van het fornuis, inclusief de ondersteuning, is 90 cm;
zonder de ondersteuning is de hoogte 85 cm. De ondersteuning
is uitgerust met twee rolletjes links en rechts achteraan.
Deze zorgen ervoor dat het fornuis makkelijker kan worden
verplaatst. Vooraan links en rechts is het fornuis uitgerust met
aanpassingsschroeven die kunnen worden gebruikt om het
fornuis horizontaal uit te balanceren en om de bovenste rand op
gelijke hoogte in te stellen als het meubelstuk dat ernaast staat
(indien van toepassing).
U kunt de voetjes instellen als u de fornuislade uitneemt. Indien
gewenst, kunnen deze voetjes worden gebruikt om de
hoogte te verhogen of verlagen, als het apparaat nog niet
helemaal horizontaal staat. De aanpassingsschroeven kunnen
eenvoudig worden aangedraaid als het fornuis lichtjes wordt
opgetild om het gewicht te verplaatsen. Extra ondersteuning kan
ook worden verwijderd door de vier schroeven onderaan uit te
draaien. Deze schroeven zorgen ervoor dat de ondersteuning
vast zit aan de zijkanten van het fornuis. In dit geval verwijdert
u de aanpassingsschroeven van de ondersteuning en draait
u ze links en rechts in het laagste ondersteuningspaneel
van het fornuis. Balanceer het fornuis horizontaal uit zoals
hierboven beschreven. Sommige fornuizen zijn uitgerust met
Het apparaat mag alleen worden aangesloten door een opgeleide vakman.
Het apparaat moet worden uitgerust met een toestel dat het apparaat afsluit van alle polen van
het thuisnetwerk (een omnipolaire schakelaar), met minstens 3 cm afstand tussen de contacten
in open positie. LS-schakelaars of zekeringen zijn geschikt.
Gebruik om het apparaat aan te sluiten de rubberen hoofdbedrading (type HO5RR-F met de
groene/gele aarddraad), PVC-geïsoleerd (type HO5VV-F met de groene/gele aarddraad), of
andere gelijkwaardige of betere kabels.
De afstand tussen de kookplaat en de afzuigkap mag niet minder zijn dan aangegeven in de
instructies voor de aansluiting van de afzuigkap.
De afwerking van neer, lijm of plastic van het meubelstuk dat naast het fornuis geplaatst wordt,
moet hittebestendig zijn ( >75°C). Als het neer niet bestendig is tegen hoge temperaturen, kan
het vervormen.
Het netsnoer achter het vrijstaande fornuis moet zo worden geplaatst dat het niet in aanraking
komt met de achterkant van het fornuis. Tijdens werking wordt de achterkant erg heet.
Verpakkingsmaterialen (plastic folie, polystyreen, enz.) moeten buiten het bereik van kinderen
worden gehouden, aangezien ze voor hen een bedreiging kunnen vormen. Kleine onderdelen
kunnen door de kinderen worden ingeslikt, en de folies zijn uiterst gevaarlijk door het risico op
verstikking.
40
Instructies voor installatie en aansluiting
Belangrijke
waarschuwingen
315226
vier aanpassingsschroeven onderaan (twee vooraan en twee
achteraan). Deze zijn bedoeld
voor uitbalancering op een ongelijkmatige vloer of voor instelling
van het fornuis op de hoogte van het keukenmeubilair dat naast
het fornuis staat.
De elektrische aansluiting mag alleen door de servicedienst of
een erkend vakman worden verricht!
Door onjuiste aansluiting kunnen onderdelen van het apparaat
vernield worden. Dit valt niet onder de garantie!
Open de aansluitdoos met behulp van een schroevendraaier,
zoals de afbeelding op het afdekplaatje laat zien.
• De aansluitspanning van de gebruiker (230 V tegen N) moet
door de vakman met een meetinstrument worden gemeten!
• De verbindingsbruggen moeten overeenkomstig de
netaansluiting worden geplaatst!
• Controleer of de spanning die op het typeplaatje is vermeld
overeenkomt met de feitelijke netspanning, alvorens het
apparaat aan te sluiten.
• De lengte van de aanluitkabel moet minstens 1,5 m bedragen,
zodat u het apparaat aan kunt sluiten voordat u het tegen de
wand schuift.
• De aardleiding van de aansluitkabel moet zo lang zijn, dat bij
eventuele trekbelasting van de kabel de beschermleider later
wordt belast dan de draden die onder spanning staan.
De procedure
• Open aan de achterkant van het apparaat het afdekplaatje
van de aansluitdoos met een schroevendraaier. Hierbij maakt
u met de schroevendraaier de vergrendeling los, zoals op de
afbeelding van het afdekplaatje van de aansluitdoos te zien is.
• De aansluitkabel moet via de ontspanner geleid worden, die
de kabel tegen uittrekken beveiligt. Als de ontspanner nog niet
is gemonteerd, moet u hem zo bevestigen dat hij aan het ene
einde aan de mantel van de aansluitdoos wordt vastgehaakt.
• Verricht daarna de aansluiting overeenkomstig één van de
mogelijkheden die op de afbeeldingen is weergegeven. Bij
verschillende netspanningen moeten de verbindingsbruggen
op de juiste wijze opnieuw worden gemonteerd!
• Schroef de ontspanner stevig vast en sluit het afdekplaatje
van de aansluitdoos.
LET OP: Verbindingsbruggen worden bewaard in de gleuven in
de verbindingsdoos. De verbindingsschroeven zijn al open
en vereisen geen verdere opening. Wanneer u de schroeven
vastdraait, geven ze een klik. Dit geeft aan dat de schroef
helemaal moet worden vastgedraaid.
AansluitingAansluiting
41
315226
Kleuren van de draden
L1, L2, L3 = buitenste draden die onder spanning staan. Als
regel zijn de kleuren van de draden: zwart, zwart, bruin.
N = neutrale draad
De kleur van de draad is als regel blauw. Let op de juiste N-
aansluiting!
PE = aardleiding
De kleur van de draad is groen-geel.
42
WE BEHOUDEN ONS HET RECHT VOOR TOT
VERANDERINGEN, DIE DE FUNCTIE VAN HET APPARAAT
NIET BEÏNVLOEDEN.
315226
Typeplaatje
A Serienummer
B Code
C Model
D Type
E Merk
F Tehnische gegevens
G Conformiteits-aanduidingen
43
Technische gegevens
NL
315226/nl (05-11)
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

Privileg PCCF 30201050 X Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding