ProForm PETL14618 de handleiding

Categorie
Loopbanden
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Serienummer-
sticker
Modelnummer PETL14618.1N
Serienummer
Schrijf het serienummer in het vakje
hierboven voor latere naslag.
OPGELET
Lees alle instructies en voor-
zorgsmaatregelen in deze
handleiding door voordat u dit
apparaat gaat gebruiken. Bewaar
deze handleiding voor verdere
raadpleging.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
iconeurope.com
KLANTENDIENST
Neem contact op met de
Klantendienst (zie informatie hier-
onder) of neem contact op met de
winkel waar u dit product gekocht
heeft wanneer u nog vragen heeft of
wanneer er onderdelen ontbreken of
beschadigd zijn.
207 082 883
Maandag–Vrijdag 08:00–17:00
Website:
iconsupport.eu/nl
Email:
ENDURANCE 1250
2
PLAATSING WAARSCHUWINGSSTICKER. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN ...................................................3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
ONDERDEEL IDENFICATIESCHEMA ...........................................................6
MONTAGE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
DE LOOPBAND GEBRUIKEN ................................................................18
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN ................................................27
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ...............................................28
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
LIJST MET ONDERDELEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN ..................................................Achterzijde
INFORMATIE OVER RECYCLING ......................................................Achterzijde
De hier afgebeelde waarschuwingsstickers
worden meegeleverd bij dit product. Bevestig
de waarschuwingsstickers boven op de Engelse
waarschuwingen op de aangegeven locatie. Bel,
wanneer een sticker ontbreekt of niet leesbaar
is, het nummer op de voorkant van deze hand-
leiding en vraag om een gratis vervangende
sticker. Plak de sticker op de aangegeven
plaats. Let op: De stickers worden mogelijk niet
op ware grootte weergegeven.
DE-323073
PLAATSING WAARSCHUWINGSSTICKER
INHOUDSOPGAVE
PROFORM en IFIT zijn gedeponeerd handelsmerken van ICON Health & Fitness, Inc. App store is een handels-
merk van Apple Inc., geregistreerd in de VS en andere landen. Het Bluetooth
®
woordmerkteken en de logo’s zijn
geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. en worden gebruikt onder licentie. Google Maps is een
handelsmerk van Google LLC.
3
1. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar om zich ervan te vergewissen dat alle
gebruikers van de loopband voldoende op de
hoogte zijn van alle waarschuwingen en alle
voorzorgsmaatregelen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
enig ander oefenprogramma begint. Dit is
vooral belangrijk voor personen boven de
35 jaar, of personen met reeds aanwezige
gezondheidsproblemen.
3. Het is niet de bedoeling dat de loopband
wordt gebruikt door mensen met mentale,
sensitieve of fysieke beperkingen of gebrek
aan ervaring en kennis, tenzij zij onder
supervisie of instructie staan betreffende het
gebruik van de loopband door iemand die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
4. Gebruik de loopband alleen zoals beschreven
in deze handleiding.
5. De loopband is alleen voor gebruik in huis
bedoeld. Gebruik de loopband niet commer-
cieel, niet voor verhuur of in een instelling.
6. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis
en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de
loopband niet in een garage, op een overdekt
terras of bij water.
7. Plaats de loopband op een vlakke onder-
grond met minstens 2,4 m ruimte rondom,
ruimte achter de loopband en 0,6 m ruimte
aan iedere kant van de loopband. Zorg
ervoor dat de loopband geen enkele lucht-
opening blokkeert. Leg een matje onder de
loopband om de vloer of vloerbedekking te
beschermen.
8. Gebruik de loopband niet daar waar spuit-
bussen gebruikt worden of waar zuurstof
beheerd wordt.
9. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 13
jaar en huisdieren bij de loopband vandaan.
10. De loopband kan alleen door mensen die niet
meer dan 135 kg wegen gebruikt worden.
11. Laat nooit meer dan één persoon tegelijker-
tijd op de loopband.
12. Draag juiste kleding bij gebruik van de
loopband. Draag geen losse kleding die in
de loopband verstrikt kan raken. Atletische
ondersteunende kleding wordt zowel voor
mannen als voor vrouwen aanbevolen. Draag
altijd sportschoenen. Gebruik de loopband
nooit op blote voeten, nooit op sokken, of
met sandalen.
13. Steek de stekker alleen in een geaard stop-
contact (zie bladzijde 18). Geen enkel ander
apparaat mag op dezelfde groep aangesloten
zijn.
14. Mocht een verlengsnoer nodig zijn, gebruik
dan alleen een 3-dradige geleider: snoer maat
14 (2 mm
2
) van 1,5 m of korter.
15. Houd het netsnoer uit de buurt van ver-
warmde oppervlakken.
16. Loop nooit op de loopband wanneer het
apparaat uitgeschakeld is. Gebruik de loop-
band niet wanneer het netsnoer of de stekker
beschadigd is. Gebruik de loopband niet
wanneer deze niet goed werkt. (Zie ONDER-
HOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
op bladzijde 28 als de loopband niet goed
werkt.)
17. Lees de noodstopprocedure grondig door
en test deze voordat u de loopband gaat
gebruiken (raadpleeg HET APPARAAT
INSCHAKELEN op bladzijde 20). Draag altijd
de clip tijdens het gebruik van de loopband.
18. Ga altijd op de voetleuningen staan wanneer
de loopband wordt gestart of gestopt. Houd
bij gebruik van de loopband de handleunin-
gen altijd vast.
WAARSCHUWING: Lees alle belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in
deze handleiding en alle waarschuwingen op uw loopband voordat u deze gebruikt om het risico op
brandwonden, brand, elektrische schok of ernstig letsel aan personen te verminderen. ICON is niet
verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het gebruik van dit product.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
4
19. Als een persoon op de loopband loopt,
zal het geluidsniveau van de loopband
toenemen.
20. Houd vingers, haar en kleding weg van de
bewegende loopband.
21. De loopband kan hoge snelheden bereiken.
Stel de snelheid geleidelijk af om schokkende
versnellingen te voorkomen.
22. De hartslagmonitor is geen medisch instru-
ment. Verschillende factoren, waaronder
bewegingen van de gebruiker, kunnen de
nauwkeurigheid van de hartslagmetingen
beïnvloeden. De hartslagmonitor dient
slechts om de hartslag globaal te meten, als
hulpmiddel bij het oefenen.
23. Laat de loopband nooit zonder toezicht
ronddraaien. Verwijder altijd de sleutel, zet
de stroomschakelaar in de stand Off (Uit) (zie
tekening op bladzijde 5 voor de locatie van
de stroomschakelaar) en haal het netsnoer
uit het stopcontact als de loopband niet
wordt gebruikt.
24. Voltooi eerst de montage van de loopband
voordat u deze verplaatst. (Zie MONTAGE op
bladzijde 7 en DE LOOPBAND INKLAPPEN
EN VERPLAATSEN op bladzijde 27). U moet
in staat zijn om 20 kg veilig op te kunnen
tillen om de loopband te verplaatsen.
25. Zorg ervoor dat de opbergvergrendeling het
onderstel stevig in de opbergstand houdt tij-
dens het inklappen of het verplaatsen van de
loopband. Gebruik de loopband niet als deze
is ingevouwen.
26. Verander de helling van de loopband niet
door voorwerpen onder de loopband te
plaatsen.
27. Steek geen enkel voorwerp in welke opening
van de loopband dan ook.
28. Controleer steeds bij gebruik alle onderdelen
van de loopband en draai ze goed vast.
29. GEVAAR: Trek de stekker altijd direct
na gebruik van de loopband uit het stopcon-
tact. Doe dit ook bij het schoonmaken van
de loopband, voor het plegen van onderhoud
en voor het afstellen zoals staat beschre-
ven in deze handleiding. Verwijder nooit de
motorkap tenzij een technicus dat aangeeft.
Onderhoud, anders dan de procedures in
deze handleiding, dient uitsluitend door een
erkende onderhoudsmonteur uitgevoerd te
worden.
30. Te veel oefeningen doen kan leiden tot
ernstig letsel of de dood. Stop onmiddellijk
en begin met af te koelen als u tijdens het
oefenen uitgeput raakt, kortademig wordt of
pijn voelt.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
5
Dank u dat u heeft gekozen voor de revolutionaire
PROFORM
®
Endurance1250 loopband. De
Endurance1250 loop-band kent een indrukwekkende
reeks mogelijkheden die ontwikkeld zijn om uw
oefeningen thuis effectiever en leuker te maken. Als u
geen oefeningen doet, kunt
u deze unieke loopband opvouwen, waardoor deze
minder dan de helft van de ruimte inneemt van andere
loopbanden.
Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat
u de loopband begint te gebruiken. Raadpleeg de
voorkant van deze handleiding mocht u nog vragen
hebben nadat u de handleiding hebt doorgelezen.
Noteer het modelnummer en serienummer van het
product voordat u contact met ons opneemt, zodat
wij u beter van dienst kunnen zijn. De plaats waar u
de sticker van het modelnummer en het serienummer
kunt vinden wordt op de voorkant van de handleiding
aangegeven.
Voordat u verder gaat met lezen, kunt u het beste de
volgende tekening aandachtig bekijken om bekend te
raken met de verschillende onderdelen.
VOORDAT U BEGINT
Handleuning
Houder
Lengte: 196 cm
Breedte: 99 cm
Gewicht: 110 kg
Staander
Houder
Sleutel/Clip
Stroomschakelaar
Loopband
Kussen van het Loopvlak
Voetleuning
Schroeven van de Spanrol
Bedieningspaneel
Hartslagmonitor
Tablethouder
Motorkap
6
ONDERDEEL IDENFICATIESCHEMA
Gebruik de onderstaande tekeningen om kleine onderdelen te herkennen. Het getal tussen haakjes onder iedere
tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN aan het eind van deze handleiding.
Het nummer naast het sleutelnummer is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Let op: Als een onder-
deel zich niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al vooraf is gemonteerd. Er kunnen extra
onderdelen zijn meegeleverd.
5/16" x 1 1/4"
Schroef (29)–6
1/4" x 5/8"
Schroef (99)–2
3/8" Sterring
(25)–8
5/16" Sterring
(8)–10
#10 x 3/4"
Schroef (6)–2
5/16" x 3/4"
Schroef (1)–4
#8 x 3/4"
Trusskopschroef
(24)–18
3/8" x 2 3/4" Schroef (23)–4
3/8" x 1 1/4"
Schroef (20)–4
#8 x 1/2" Zilveren
Schroef (13)–1
1/4" Sterring
(77)–2
#8 x 3/4"
Schroef (5)–2
M4 x 16mm
Schroef (3)–4
7
MONTAGE
De montage moet door twee personen worden
uitgevoerd.
Leg alle onderdelen op een open plek en ver-
wijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het
verpakkingsmateriaal niet weg tot u volledig klaar
bent met de montage.
Na het verzenden, kan er een vettige substantie
op de buitenkant van de loopband zitten. Dit is
normaal. Mocht er zich wat vet op de bovenkant
van de loopband bevinden, veeg dit dan weg
met een zachte doek en een mild, niet-schurend
reinigingsmiddel.
Voor het vaststellen van de kleine onderdelen,
kijkt u op bladzijde 6.
Linker onderdelen worden met “L” of “Left” aange-
geven en rechter onderdelen worden met “R” of
“Right” aangegeven.
Voor montage heeft u het volgende gereedschap
nodig:
de meegeleverde inbussleutel
één instelbare sleutel
één kruiskopschroevendraaier
Gebruik geen elektrisch gereedschap om schade
aan onderdelen te voorkomen.
1
1. Ga naar iconsupport.eu op uw computer en
registreer uw product.
• documenteert uw eigendom
activeert uw garantie
garandeert eersteklas klantenondersteuning
als u ooit hulp nodig hebt
Let op: Indien u geen toegang tot internet heeft,
bel dan met de Klantendienst (zie de kaft van
deze handleiding) en registreer uw product.
8
3. Leg de Rechterstaander (84) naast de Basis
(93). Druk de Doorvoerhuls (86) in het vierkante
gat (B) in de Rechterstaander. Zorg ervoor dat
de aardingsdraad (C) niet bekneld raakt.
Als er een schroef (D) is die vooraf is geïnstal-
leerd in de Rechterstaander (84), moet u deze
verwijderen en weggooien.
Maak vervolgens de aardingsdraad (C) aan de
Rechterstaander (84) vast met een #8 x 1/2"
Zilveren Schroef (13).
93
84
13
86
C
B
D
3
84
A
2
83
2. Zorg ervoor dat het netsnoer niet op het stop-
contact is aangesloten.
Verwijder de draadbinder die de Draad van de
Staander (83) aan de voorkant van de Basis (93)
bevestigd.
Zoek vervolgens naar de Rechterstaander (84).
Laat een tweede persoon de Rechterstaander bij
de Basis (93) houden.
Zie de inzet-tekening. Maak de draadbinder
(A) in de Rechterstaander (84) stevig rond het
uiteinde van de Draad van de Staander (83)
vast. Steek dan de Draad van de Staander in het
onderste uiteinde van de Rechterstaander terwijl
u het andere uiteinde van de draadbinder door
de Rechterstaander trekt.
93
84
83
A
9
4
20
93
84
23
23
4. Houd de Rechterstaander (84) tegen de Basis
(93). Zorg ervoor dat de Draad van de
Staander (83) niet bekneld raakt.
Bevestig de Rechterstaander (84) met twee
3/8" x 2 3/4" Schroeven (23), twee 3/8" x 1 1/4"
Schroeven (20) en vier 3/8" Sterringen (25) zoals
afgebeeld; draai de Schroeven nog niet volle-
dig vast.
Maak de Linkerstaander (niet getoond) op
dezelfde manier vast. Let op: Er zijn geen dra-
den aan de linkerkant.
25
25
25
83
5. Zoek de Kappen van de Linker- en de Rechter-
staander (89, 90).
Schuif de Kap van de Linkerstaander (89) op
de Linkerstaander (91) en schuif de Kap van de
Rechterstaander (90) op de Rechterstaander
(84). Druk de Kappen van de Staander omlaag,
maar druk ze nog niet vast.
Verwijder vervolgens de vier aangegeven
5/16" x 2" Schroeven (2) en bewaar ze.
Als er folie (E) zit op de sticker op elke
Staander (84, 91) haal de folie er dan voor-
zichtig af.
89
90
84
E
E
5
2
2
91
20
25
10
6
7
6. Maak de twee Handleuningen (74) vast aan de
Linker- en Rechterstaander (91, 84) met de vier
5/16" x 2" Schroeven (2) die u hebt verwijderd
in stap 5 en vier 5/16" Sterringen (8). Draai alle
vier Schroeven aan en zet ze dan vast. Zorg
ervoor dat de Draad van de Staander (83) aan
de rechterkant niet bekneld raakt.
Verwijder en gooi de twee aangegeven schroe-
ven (F) weg.
F
F
91
84
83
74
74
8
2
8
2
7. Plaats de bedieningspaneelmodule (G) met hulp
van een tweede persoon op de Handleuningen
(74). Zorg dat de bedrading (H) niet beklemt
raakt.
Maak de Bedieningspaneelmodule (G) met
vier 5/16" x 1 1/4" Schroeven (29) en vier 5/16"
Sterringen (8) vast. Draai de Schroeven nog
niet helemaal vast.
29
8
H
74
G
74
8
29
11
9. Steek de draden (H) in de bovenkant van de
Rechterstaander (84).
Zoek vervolgens naar de Draadbinder (113) die
bij de hardware is geleverd. Steek de Draadbin-
der door de kleine opening in de zijkant van de
Rechterstaander (84). Bind de Draadbinder ver-
volgens rond de draden (H) en snij het uiteinde
van de Draadbinder eraf.
9
83
H
8
83
H
8. Zie de inzet-tekening. Verbind de Draad van
de Staander (83) met de draad van het bedie-
ningspaneel (H). De connectoren moeten nu
makkelijk samen kunnen glijden en op hun
plaats klikken. Draai aan een van de con-
nectoren en probeer het opnieuw als dit niet
gebeurt. ALS U DE VERBINDINGSSTUKKEN
NIET GOED VERBINDT, KAN HET BEDIE-
NINGSPANEEL BESCHADIGD RAKEN ALS
DE STROOM WORDT INGESCHAKELD.
Verwijder vervolgens alle draadbinders (I) van de
Draad van de Staander.
113
84
H
I
12
10
99
99
80
29
77
77
6
6
10. BELANGRIJK: Gebruik geen elektrisch
gereedschap en draai de #10 x 3/4" Schroe-
ven (6) of de 1/4" x 5/8" Schroeven (99) niet
te vast, om de Stang met Hartslagdwarsstang
(80) niet te beschadigen.
Draai twee 1/4" x 5/8" Schroeven (99) met
twee 1/4" Sterringen (77) en twee #10 x 3/4"
Schroeven (6) vast in de Hartslagdwarsstang
(80). Draai alle vier Schroeven eerst aan, en
draai ze daarna vast.
Draai de vier 5/16" x 1 1/4" Schroeven (29)
vervolgens stevig vast.
11
11. Plaats de Bovenste Kap van de Linkerhandleu-
ning (73) op de linker Handleuning (74). Draai
vier #8 x 3/4" Trusskopschroeven (24) en een #8
x 3/4" Schroef (5) aan in de onderkant van de
Bovenste Kap van de Linkerhandleuning. (Let
op: De #8 x 3/4" Trusskopschroeven hebben een
plattere kop dan de #8 x 3/4" Schroeven.) Draai
vervolgens alle Schroeven vast. Zorg dat u de
Schroeven niet te vast draait.
Maak de Bovenste Kap van de Rechter-
handleuning (81) aan de rechter Handleuning
(74) vast zoals hierboven beschreven.
29
5
74
73
24
24
5
74
81
24
13
12
75
24
12. Bevestig de Onderste Kap van de Linkerhand-
leuning (75) aan de linker Handleuning (74) met
twee #8 x 3/4” Trusskopschroeven (24). Draai
alle vier de Trusskopschroeven aan en zet ze
dan vast. Zorg dat u de Trusskopschroeven
niet te vast draait.
Maak de Onderste Kap van de Rechter-
handleuning (82) aan de rechter Handleuning
(74) vast zoals hierboven beschreven.
13
24
24
94
13. Zoek de Linker- en de Rechterhouder (94, 32).
Bevestig de Houders aan de bedieningspaneel-
module (G) met zes #8 x 3/4" Trusskopschroe-
ven (24). Draai alle zes de Trusskopschroeven
aan en zet ze dan vast. Draai de Trusskop-
schroeven niet te vast aan.
74
74
24
82
24
24
32
G
14
14. Schuif de Dwarsstang van de Staander (76) tus-
sen de Linker- en de Rechterstaander (84, 91).
Bevestig de Dwarsstang van de Staander met
vier #5/16 x 3/4" Schroeven (1). Draai alle vier
Schroeven eerst aan, en zet ze vast.
14
91
1
76
84
1
15. Bevestig de Houder (97) aan de Dwarsstang van
de Staander (76) met vier #8 x 3/4" Trusskop-
schroeven (24); draai alle vier de Trusskop-
schroeven aan en zet ze dan vast.
15
24
76
24
97
15
52
78
K
8
16
J
L
7
17
16. Til het Onderstel (52) rechtop. BELANGRIJK:
Laat een tweede persoon het Onderstel vast-
houden totdat stap 18 voltooid is.
Richt de Vergrendelingsdwarsstang (78) zoals
afgebeeld. Zorg ervoor dat de sticker (J) “This
side toward belt” (Deze zijde richting band)
gericht is naar de loopband.
Bevestig de Vergrendelingsdwarsstang (78)
aan de beugels (K) op het Onderstel (52) met
de twee 5/16" x 1 1/4" Schroeven (29) en twee
5/16" Sterringen (8).
K
29
8
29
9
93
17. Verwijder de 5/16" Moer (9) en de 5/16" x 1 3/4"
Bout (7) uit de beugel van de Basis (93).
Draai vervolgens de Opbergvergrendeling (56)
zoals afgebeeld.
Maak het onderste uiteinde van de Opbergver-
grendeling (56) aan de beugel op de Basis (93)
vast met de 5/16" x 1 3/4" Bout (7) en de 5/16"
Moer (9).
Til de Opbergvergrendeling (56) vervolgens naar
een verticale stand en verwijder de draadband
(L).
56
16
19
18. Verwijder de 5/16" Moer (9) en de 5/16" x 2 1/4"
Bout (4) uit de beugel van de Vergrendelings-
dwarsstang (78).
Lijn het bovenste uiteinde van de Opberg-
vergrendeling (56) uit met de beugel op het
Onderstel (52) en steek de 5/16" x 2 1/4" Bout
(4) door de beugel en de Opbergvergrendeling.
Hierdoor wordt een tussenstuk (M) uit de
Opbergvergrendeling geduwd; gooi het tus-
senstuk weg.
Maak vervolgens de 5/16" Moer (9) vast op de
5/16" x 2 1/4" Bout (4). Draai de Moer niet te
vast; de Opbergvergrendeling (56) moet kun-
nen draaien.
Breng het Onderstel (52) omlaag (zie DE
LOOPBAND NEERLATEN VOOR GEBRUIK op
bladzijde 27).
78
4
9
56
M
18
52
19. Draai de vier 3/8" x 2 3/4" Schroeven (23) en
de vier 3/8" x 1 1/4" Schroeven (20) stevig
vast.
Schuif vervolgens de Kappen van de Linker- en
Rechterstaander (89, 90) omlaag tot ze op hun
plaats klikken.
90
89
23
23
23
20
20
17
20
3
100
G
3
20. Bevestig de Tablethouder (100) aan de bedie-
ningspaneelmodule (G) met vier M4 x 16mm
Schroeven (3); draai alle vier Schroeven aan
en zet ze dan vast. Draai de Schroeven niet te
vast aan.
21. Zorg dat alle delen goed vastzitten voordat u de loopband gebruikt. Als er velletjes plastic op de stickers
van de loopband zitten, verwijder die dan. Plaats een mat onder de loopband om de vloer of de vloerbedek-
king te beschermen. Houd de loopband weg uit direct zonlicht om schade aan de loopband te voorkomen.
Berg de meegeleverde inbussleutels goed op; een van de inbussleutels wordt gebruikt om de loopband mee
af te stellen (zie bladzijden 29 en 30). Let op: Er kunnen extra onderdelen zijn meegeleverd.
18
HET NETSNOER INSTEKEN
Dit apparaat moet goed geaard zijn. Mocht het niet
goed functioneren of defect raken, dan biedt aarding
de weg van minste weerstand voor de stroom, waar-
door het risico op een elektrische schok afneemt.
Het netsnoer van het apparaat heeft een aardings-
geleider en een aardestekker. BELANGRIJK: Als
het stroomsnoer beschadigd is moet u het ver-
vangen met een door de fabrikant aanbevolen
stroomsnoer.
Volg de stappen hieronder om het netsnoer aan te
sluiten.
1. Steek het aangegeven uiteinde van het netsnoer in
het contactpunt op de loopband.
2. Steek het netsnoer vervolgens in een juist stopcon-
tact dat goed geïnstalleerd en geaard is volgens de
geldende bepalingen en verordeningen.
IT
FR/SP
UK
GR
RU
HU
Contactpunt op de Loopband
Netsnoer
GEVAAR: Een foutieve aanslui-
ting van de aardingsgeleider van het apparaat
kan tot een hoger risico op elektrische schok
leiden. Laat een erkende elektricien of onder-
houdsmonteur de aarding nakijken als u
er niet zeker van bent of het apparaat goed
geaard is. Pas de stekker die bij het apparaat
meegeleverd, niet aan – laat een erkende elek-
tricien een juist stopcontact installeren als de
stekker niet in het stopcontact past.
DE LOOPBAND GEBRUIKEN
UK
Dubai
DU
GR
RU
HU
CZ
TR
RO
BU
UKR
SW
FR/
SP/
PL/
SK
IT
AUS
AUS
TYPE E
TYPE F
Stopcontact
19
ETPE14618
(PETL14618)
DIAGRAM
VAN HET
BEDIENINGS-
PANEEL
DE WAARSCHUWINGSSTICKER OPPLAKKEN
Zoek de Engelse waarschuwingen op het bedie-
ningspaneel. U vindt dezelfde waarschuwingen in
andere talen op het meegeleverde stickervel. Plak
de waarschuwingssticker in het Nederlands op het
bedieningspaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel van de loopband biedt een
reeks functies die zijn ontwikkeld om uw oefeningen
effectiever te maken. U kunt wanneer u de handma-
tige instelling kiest de snelheid en de hellingstand van
de loopband veranderen door een druk op een toets.
Tijdens de oefening zal het bedieningspaneel door-
lopende feedback over uw oefening geven. U kunt
zelfs uw hartslag meten door gebruik te maken van
de ingebouwde handgreep-hartslagmonitor of door
middel van een geschikte hartslagmonitor. Zie blad-
zijde 26 voor informatie over het kopen van een
borstkas-hartslagmonitor.
Het bedieningspaneel biedt ook een selectie vooraf
ingestelde oefeningen die zijn ontwikkeld om u te
helpen bij het verbranden van calorieën en uw hart- en
vaatsysteem versterken. Elke oefening regelt de snel-
heid en de helling van de loopband als het u door een
effectieve oefeningsessie begeleidt.
U kunt uw tablet ook aansluiten op het bedieningspaneel
en de iFit
®
–Smart Cardio Equipment app gebruiken voor
het opnemen en volgen van uw oefeninginformatie.
U kunt zelfs tijdens het oefenen via het geluidssysteem
van het bedieningspaneel naar uw favoriete oefening
muziek of audioboeken luisteren.
Om het apparaat aan te zetten, zie bladzijde 20. Om
de handmatige instelling te gebruiken, zie bladzijde
20. Voor gebruik van een vooraf ingestelde oefe-
ning, zie bladzijde 22. Om uw tablet aan te sluiten
op het bedieningspaneel, zie bladzijde 23. Om
uw hartslagmonitor aan te sluiten op het bedie-
ningspaneel, zie bladzijde 24. Voor gebruik van de
instellingenmodus, zie bladzijde 24. Voor gebruik
van het geluidssysteem, zie bladzijde 26. Voor
gebruik van de tablethouder, zie bladzijde 26.
BELANGRIJK: Als er een velletje plastic op het
bedieningspaneel zit, verwijder dat dan. Draag
alleen schone trainingsschoenen wanneer u de
loopband gebruikt om beschadiging aan het loop-
vlak te voorkomen. Bekijk de eerste keer dat u de
loopband gebruikt, de uitlijning van de loopband
en leg, indien nodig, de loopband in het midden
(zie bladzijde 30).
Let op: Het bedieningspaneel kan de snelheid en de
afstand in kilometers of mijlen weergeven. Druk op de
toets St/Met (standaard/metrisch) om de meeteenheid
te wijzigen. Om het eenvoudig te houden, verwijzen
alle instructies in dit gedeelte van de handleiding naar
kilometers.
20
HET APPARAAT INSCHAKELEN
BELANGRIJK: Laat, wanneer de loopband aan
koude temperaturen blootgesteld is geweest, de
loopband op kamertemperatuur komen voordat u
de elektriciteit inschakelt. Als u dat niet doet,
kunnen het bedieningspaneel en andere elektri-
sche componenten beschadigd raken.
Steek de stekker van het
netsnoer in het stopcontact
(zie bladzijde 18). Zoek
vervolgens naar de stroom-
schakelaar op het onderstel
van de loopband bij het
stroomsnoer. Zorg ervoor
dat de schakelaar in de resetstand staat.
BELANGRIJK: Het bedieningspaneel kan zijn
uitgerust met een demostand, die ontwikkeld is
voor gebruik als de loopband wordt geëtaleerd
in een winkel. Als de displays oplichten als het
stroomsnoer wordt ingestoken en de stroomscha-
kelaar in de resetstand is gezet, gaat de demostand
aan. Houd de toets Stop enkele lang seconden
ingedrukt om de demo instelling uit te schakelen.
Indien de schermen verlicht blijven, kijkt u bij DE
INSTELLINGENMODUS op bladzijde 24 en 25 om
de demostand uit te zetten.
Ga vervolgens op
de voetleuningen
van de loopband
staan. Zoek naar de
clip (A) die aan de
sleutel (B) vastzit en
schuif de clip aan
de tailleband van
uw kleding. Plaats
de sleutel in het
bedieningspaneel.
Kort daarna zal de
display oplichten.
BELANGRIJK: Bij een noodsituatie kunt u de
sleutel uit het bedieningspaneel halen, zodat de
loopband vertraagt en tot stilstand komt. Test de
clip door voorzichtig een paar stappen achteruit
te zetten totdat de sleutel uit het bedieningspaneel
kan wordt getrokken. Als de sleutel niet uit het
bedieningspaneel komt, stel dan de lengte van de
clip bij.
BELANGRIJK: Volg voordat u de loopband gaat
gebruiken, de volgende stappen om er voor te
zorgen dat het bedieningspaneel het juiste hel-
lingniveau van de loopband aangeeft: Druk eerst
eenmaal op de toenametoets Incline (helling). Druk
dan op de afnametoets Incline (helling) of op de
hellingtoets met het laagste cijfer om de loopband
op zijn laagste stand in te stellen. Wanneer het
onderstel niet meer beweegt is de loopband klaar
voor gebruik.
DE HANDMATIGE INSTELLING GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HET APPARAAT INSCHAKELEN aan de
linkerkant.
2. Kies de handmatige instelling.
Wanneer de sleutel wordt ingestoken dan zal de
handmatige instelling worden gekozen. Indien u
een oefening heeft geselecteerd, drukt u op de
toets Manual Control (handmatige bediening). Er
moeten alleen nullen verschijnen op het display.
3. Start de loopband.
Om de loopband te starten drukt u op de toets Start
of op een van de genummerde snelheidstoetsen.
Indien u op de toets Start drukt, zal de loopband
met een lage snelheid beginnen te bewegen.
U kunt tijdens het oefenen de snelheid van de
loopband naar wens veranderen door op de
toenametoets of afnametoets Speed (snelheid) te
drukken. Steeds als u op een van de toetsen drukt,
verandert de snelheidsinstelling met kleine stapjes.
Als u de toets ingedrukt houdt, verandert de snel-
heidsinstelling steeds sneller.
Indien u drukt op een van de genummerde snel-
heidstoetsen, zal de snelheid van de loopband
geleidelijk aangepast worden tot het de gewenste
snelheidsinstelling bereikt.
Om de loopband te stoppen, druk op de toets Stop.
De tijd zal op de display knipperen. Om de loop-
band te herstarten drukt u op de toets Start of op
een van de genummerde snelheidstoetsen.
Resetten
ETPE14618
(PETL14618)
B
A
21
4. De hellingstand van de loopband veranderen
zoals gewenst.
Druk om de helling van de loopband te veranderen,
op de helling-toenametoets en -afnametoets, of
een van de genummerde hellingtoetsen. Elke keer
als u op de toenametoets of afnametoets Incline
(helling) drukt, verandert de helling met 0,5%. Als
u op een van de genummerde hellingtoetsen drukt,
dan zal de helling zich geleidelijk in de gekozen
stand bijstellen.
5. Volg uw vordering op de display.
De display kan de volgende oefeninginformatie
bevatten:
CALS (calorieën) – Wanneer de handmatige
instelling en de meeste vooraf ingestelde oefe-
ningen worden gekozen zal deze display het
geschatte aantal calorieën dat u verbrand heeft
aangeven. Wanneer calorie-oefeningen worden
gekozen, zal deze display het geschatte aantal
calorieën dat u nog moet verbranden met de oefe-
ning aangeven.
CALS/HR (calorieën per uur) – Het geschatte
aantal calorieën dat u per uur verbrandt.
MI of KI (afstand) – De afstand die u in mijlen of
kilometers heeft gelopen of gerend. Druk op de
toets St/Met (standaard/metrisch) om de meeteen-
heid te wijzigen.
%Grade (helling) – Het hellingniveau van de
loopband.
Pace (tempo) – Uw snelheid in minuten per mijl
of minuten per kilometer. Druk op de toets St/
Met (standaard/metrisch) om de meeteenheid te
wijzigen.
BPM en hartsymbool (hartslag) – Uw hartslag
als u de hartslagmonitor met handgreep gebruikt of
een geschikte borstkashartslagmonitor (zie stap 6
op bladzijde 14).
MPH of KPH (snelheid) – Uw trapsnelheid in
mijlen of kilometers per uur. Druk op de toets
St/Met (standaard/metrisch) om de meeteenheid te
wijzigen.
Time (tijd) – In de manuele instelling toont deze
weergave de verstreken tijd. Wanneer een vooraf
ingestelde oefening is geselecteerd, de resterende
tijd van de oefening.
VRT FT of VRT M (verticale afstand) – De
afstand die u lopend of rennend heeft afgelegd in
verticale feet of meters.
Druk herhaaldelijk op de toets Next Display (vol-
gende display) om de gewenste oefeninginformatie
op de display te zien.
Scanmodus – Het bedieningspaneel heeft ook een
scanmodus waarmee oefeninginformatie in een
herhalingscyclus wordt getoond. Om de scanmo-
dus aan te zetten, drukt u op de Multi-scan toets;
de scan-indicator (C) zal op het display aangaan.
Om de scancyclus handmatig verder te laten
gaan, drukt u herhaaldelijk op de toets Multi-Scan.
Om de scanmodus uit te zetten, drukt u op de
toets Next Display (volgende display); de scanindi-
cator gaat dan uit.
U kunt de scanmodus ook aanpassen om alleen
de gewenste oefeninginformatie in een herhalende
cyclus te zien.
Om de scanmodus aan te passen, drukt u eerst
herhaaldelijk op de toets Next Display (volgende
display) tot de oefeninginformatie die u wilt toevoe-
gen of verwijderen uit de scancyclus in de display
verschijnt.
Druk vervolgens op de toets +/- om oefeninginfor-
matie toe te voegen aan of te verwijderen uit de
scancyclus. Wanneer oefeninginformatie wordt
toegevoegd, zal de indicator ervan aan gaan in
de display. Wanneer oefeninginformatie wordt
verwijderd, zal de indicator uitgaan.
Druk vervolgens op de toets Multi-Scan om de
scanmodus aan te zetten.
Om de display te resetten drukt u twee keer op de
toets Stop, haalt u de sleutel eruit en steekt u de
sleutel er weer in.
C
22
6. Meet desgewenst uw hartslag.
U kunt uw hartslag meten door gebruik te maken
van de ingebouwde handgreep-hartslagmonitor of
door middel van de bijbehorende borstkas-hart-
slagmonitor. Zie bladzijde 26 voor informatie
over het kopen van een optionele borst-
kas-hartslagmonitor.
Het bedieningspaneel is compatibel met alle
Bluetooth
®
Smart hartslagmonitoren. Om uw
hartslagmonitor aan te sluiten op het bedie-
ningspaneel, zie bladzijde 24.
Let op: Wanneer u beide hartslagmonitoren te-
gelijkertijd gebruikt, heeft de Bluetooth Smart-
hartslagmonitor voorrang.
Verwijder de
plastic velletjes
van de metalen
contactpunten
(D) voordat u de
handgreep-hart-
slagmonitor
gaat gebruiken.
Zorg er ook voor
dat uw handen
schoon zijn.
Om uw hartslag te meten, stap vervolgens op de
voetleuningen en plaats uw handen op de meta-
len contactpunten – beweeg uw handen niet. Uw
hartslag zal worden weergegeven wanneer uw pols
gemeten kan worden. Houd de contactpunten
ongeveer 15 seconden lang vast voor de meest
nauwkeurige hartslagwaarde.
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
De ventilator heeft verschil-
lende snelheidsinstellingen.
Druk herhaaldelijk op de
ventilatortoetsen om een
ventilatorsnelheid te kiezen
of om de ventilator uit te
zetten.
8. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
wanneer u klaar bent met oefenen.
Ga op de voetleuning staan, druk op de toets Stop
en stel de helling van de loopband af op nul. De
helling moet op nul staan als u de loopband in
de opbergstand inklapt, anders kunt u de loop-
band beschadigen. Trek vervolgens de sleutel uit
het bedieningspaneel en berg deze veilig op.
Wanneer u klaar bent met het gebruik van de
loopband, zet u de stroomschakelaar in de stand
Off (Uit) en haalt u het netsnoer uit het stopcontact.
BELANGRIJK: Als u dit niet doet, kunnen de
elektrische onderdelen van de loopband voortij-
dig slijten.
EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING
GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HET APPARAAT INSCHAKELEN op bladzijde
20.
2. Kies een vooraf ingestelde oefening.
Druk herhaaldelijk op de toets Workouts (oefenin-
gen) voor een vooraf ingestelde oefening totdat de
gewenste oefening op het scherm verschijnt.
Een paar seconden nadat u een oefening heeft
geselecteerd verschijnt de duur, de afstand en de
maximum snelheidsinstelling van de oefening in de
display gedurende een paar seconden.
3. Start de loopband.
Druk op de toets Start. Even nadat u op de toets
heeft gedrukt, zal de loopband zich automatisch
aanpassen aan de eerste snelheid- en hellingsin-
stelling van de oefening. Houd de handleuningen
vast en begin te lopen.
Elk oefenprogramma is onderverdeeld in ver-
schillende segmenten van 1 minuut. Er is één
snelheidsinstelling en één hellinginstelling voor
elk segment geprogrammeerd. Let op: Dezelfde
snelheid- en/of hellingsinstelling kan worden gepro-
grammeerd voor opeenvolgende onderdelen.
D
ETPE14618
(PETL14618)
23
Aan het einde van elk segment, zal de snelheids-
en/of hellingsinstelling voor het volgende segment
in de display knipperen om u erop alert te maken
of de instelling op het punt staat te veranderen.
De loopband zal dan automatisch de nieuwe snel-
heids- of hellinginstelling van het volgende seg-
ment instellen.
De oefening zal zo door gaan tot het laatste
segment eindigt. De loopband zal dan langzaam
tot stilstand komen.
Indien de snelheids- of hellingsinstelling voor
het huidige onderdeel te hoog of te laag staat,
dan kunt u de instelling handmatig overschrijven
door te drukken op de toetsen Speed (snelheid)
en Incline (helling), als het huidige segment
van de oefening eindigt, dan zal de loopband
zich automatisch aanpassen aan de snel-
heid- en hellinginstellingen voor het volgende
onderdeel.
Druk op de toets Stop om de oefening op enig
moment te stoppen. Druk op de toets Start om de
oefening te hervatten. De loopband zal beginnen
te bewegen met lage snelheid. Als het volgende
onderdeel van de oefening begint, zal de loopband
zich automatisch aanpassen aan de snelheid- en
hellingsinstellingen voor dat onderdeel.
4. Volg uw vordering op de display.
Zie stap 5 op bladzijde 21.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op bladzijde 22.
6. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op bladzijde 22.
7. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
wanneer u klaar bent met oefenen.
Zie stap 8 op bladzijde 22.
UW TABLET OP HET BEDIENINGSPANEEL
AANSLUITEN
Het bedieningspaneel ondersteunt Bluetooth-
verbindingen naar tablets via de iFit–Smart Cardio
Equipment app en naar compatibele hartslagmonito-
ren. Let op: Andere Bluetooth-verbindingen worden
niet ondersteund.
1. Download en installeer de iFit–Smart Cardio
Equipment app op uw tablet.
Open op uw iOS
®
of Android™ tablet, de App
Store℠ of de Google Play™ store, zoek naar de
gratis iFit–Smart Cardio Equipment app, en instal-
leer dan de app op uw tablet. Zorg ervoor dat de
optie Bluetooth op uw tablet is ingeschakeld.
Open dan de iFit–Smart Cardio Equipment app
en volg de instructies om een iFit-account aan te
maken en instellingen aan te passen.
2. Sluit uw hartslagmonitor indien gewenst aan op
het bedieningspaneel.
Indien u zowel uw hartslagmonitor en uw tablet
aansluit op het bedieningspaneel, dient u de hart-
slagmonitor eerder dan de tablet aan te sluiten.
Zie UW HARTSLAGMONITOR AANSLUITEN OP
HET BEDIENINGSPANEEL op bladzijde 24.
3. Uw tablet aansluiten op het bedieningspaneel.
Druk op de toets iFit Sync op het bedie-
ningspaneel; het koppelingsnummer van het
bedieningspaneel zal in de display verschijnen.
Volg vervolgens de instructies op de iFit–Smart
Cardio Equipment app om uw tablet op het bedie-
ningspaneel aan te sluiten.
Als er een verbinding tot stand is gekomen dan zal
de LED-verlichting op het bedieningspaneel blauw
branden.
24
4. Uw oefeninginformatie opslaan en volgen.
Volg de instructies op de iFit–Smart Cardio
Equipment app om uw oefeninginformatie vast te
leggen en bij te houden.
5. Ontkoppel desgewenst uw tablet van het
bedieningspaneel.
Om uw tablet te ontkoppelen van het bedie-
ningspaneel, dient u eerst de ontkoppelingsoptie in
de iFit–Smart Cardio Equipment app te selecteren.
Houd vervolgens de toets iFit Sync op het bedie-
ningspaneel ingedrukt tot de LED-verlichting op het
bedieningspaneel groen brandt.
Let op: Alle Bluetooth-verbindingen tussen het
bedieningspaneel en andere toestellen (inclusief
tablets, hartslagmonitoren etc.) zullen losgekoppeld
worden.
UW HARTSLAGMONITOR AANSLUITEN OP HET
BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel is geschikt voor alle Bluetooth
Smart hartslagmonitoren.
Druk op de toets iFit Sync op het bedieningspaneel om
uw Bluetooth Smart hartslagmonitor met het bedie-
ningspaneel te verbinden; het koppelingsnummer van
het bedieningspaneel zal in het display verschijnen.
Wanneer een verbinding tot stand is gekomen, zal de
LED-verlichting op het bedieningspaneel tweemaal
rood knipperen.
Let op: Indien er meer dan één geschikte hartslagmo-
nitor in de buurt is van het bedieningspaneel, zal het
bedieningspaneel verbinding maken met de hartslag-
monitor met het sterkste signaal.
Om uw hartslagmonitor los te koppelen van het
bedieningspaneel, houdt u de toets iFit Sync op het
bedieningspaneel ingedrukt tot de LED-verlichting
groen gaat branden.
Let op: Alle Bluetooth-verbindingen tussen het bedie-
ningspaneel en andere toestellen (inclusief tablets,
hartslagmonitoren etc.) zullen losgekoppeld worden.
DE INSTELLINGENMODUS
1. Selecteer de instellingenmodus.
Druk op de toets Settings (instellingen) om de
instellingen te kiezen. Het eerste instellingen-
scherm verschijnt op de display. Let op: Als een
oefening heeft geselecteerd, moet u mogelijk
herhaaldelijk op de toets Stop drukken om terug te
keren naar het hoofdmenu voordat u de instellin-
genmodus selecteert.
2. Navigeer door de instellingenmodus.
U kunt door verschillende instellingsschermen
navigeren wanneer u de instellingenmodus heeft
gekozen. Druk herhaaldelijk op de toets Stop om
het gewenste instellingenscherm te kiezen.
3. Verander desgewenst instellingen.
Softwareversienummer – Het softwareversienum-
mer zal in de display verschijnen.
Hellingsysteemkalibratie – De letters CAL
(kalibratie) zullen in het display verschijnen. Als het
hellingsysteem niet goed functioneert, moet het
mogelijk worden geijkt. Druk op de toenametoets of
afnametoets Incline (helling) om het hellingsysteem
te ijken. De loopband zal automatisch naar het
maximum hellingniveau stijgen en dan naar het
minimumniveau terugkeren. Wanneer het platform
stopt met bewegen, is het hellingsysteem geijkt.
25
Displaytest – Dit scherm is is bedoeld om door
onderhoudsmonteurs gebruikt te worden om te
bepalen of de display correct werkt.
Toetstest – Dit scherm is is bedoeld om door
onderhoudsmonteurs gebruikt te worden om te
bepalen of een bepaalde toets correct werkt.
Totale Tijd – Het woord TIME (tijd) zal in de
display verschijnen. De display zal het totaal aantal
uren dat de loopband gebruikt, aangeven.
Totale Afstand – De letters MI (mijlen) of KM
(kilometers) verschijnen in de display. De display
toon de totale afstand (in kilometers of mijlen)
waarop de loopband heeft bewogen.
Contrastniveau – Het huidig geselecteerde
contrastniveau verschijnt op de display. Druk op de
toenametoets en afnametoets Incline (helling) om
het contrastniveau aan te passen.
Demomodus – De huidig geselecteerde demomo-
dus verschijnt op de display. Het bedieningspaneel
toont een demostand, die ontwikkeld is voor
gebruik als de loopband wordt geëtaleerd in een
winkel. Als de demo-instelling aan staat, gaat het
bedieningspaneel niet uit en reset de display niet
als u klaar bent met oefenen. Druk herhaaldelijk op
de toenametoets Speed (snelheid) om een demo-
modusoptie te kiezen. Selecteer Don (demo aan)
om de demomodus aan te zetten. Selecteer Doff
(demo uit) om de demomodus uit te zetten.
4. De instellingenmodus verlaten.
Druk op de toets Settings (instellingen) om de
instellingenmodus te verlaten.
26
HET GELUIDSSYSTEEM GEBRUIKEN
Om muziek of ingesproken boeken met de geluidsin-
stallatie van het bedieningspaneel te beluisteren, sluit
u een 3,5 mm mannetje tot mannetje audiokabel (niet
inbegrepen) in de aansluiting op het bedieningspaneel
en uw persoonlijke audio-speler; zorg ervoor dat de
audiokabel goed aangesloten is. Let op: Ga naar uw
plaatselijke elektronicawinkel om een audiokabel aan
te schaffen.
Druk vervolgens op de play-toets
van uw eigen audiospeler. Pas
het volume aan met de volume-
toenametoets en -afnametoets
op het bedieningspaneel of met
de volumeregelknop op uw eigen
audiospeler.
DE OPTIONELE BORSTKAS-HARTSLAGMONITOR
Of uw doel is
om vet te ver-
branden of om
uw cardiovas-
culair systeem
te verbeteren,
de sleutel tot
het bereiken
van de beste
resultaten is
het behouden
van de juiste hartslagwaarde tijdens uw oefening. De
optionele borstkas-hartslagmonitor stelt u in staat om
tijdens het oefenen voortdurend uw hartslag te meten,
en dat zal u helpen om uw persoonlijke tnessdoelen
te behalen. Zie de voorkant van deze handleiding
om een optionele borstkas-hartslagmonitor aan te
schaffen.
Let op: Het bedieningspaneel is geschikt voor alle
Bluetooth Smart hartslagmonitoren.
DE TABLETHOUDER GEBRUIKEN
BELANGRIJK: De tablethouder (E) is ontwikkeld
voor gebruik met de meest gebruikte formaten
tablets. Plaats geen ander elektronisch apparaat of
object in de tablethouder.
Plaats de onderste rand van de tablet in de houder om
een tablet in de tablethouder (E) te steken. Trek
vervolgens het lipje over de bovenrand van de tablet.
Zorg ervoor dat de tablet stevig vastzit in de
tablethouder. Voer deze handelingen in omgekeerde
volgorde uit om de tablet uit de tablethouder te halen.
ETPE14618
(PETL14618)
E
27
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
DE LOOPBAND INKLAPPEN
Stel de helling in op nul voordat u de loopband
inklapt om te voorkomen dat de loopband bescha-
dig raakt. Verwijder dan de sleutel en haal de
stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
OPGELET: U moet in staat zijn om 20 kg veilig op
te kunnen tillen om de loopband in te klappen, te
laten zakken of te verplaatsen.
1. Houd het metalen onderstel (A) stevig vast op de
plaats die door de onderstaande pijl wordt aange-
geven. OPGELET: Houd het onderstel niet bij de
plastic voetleuningen vast. Buig uw knieën en
houd uw rug recht.
2. Til het onderstel (A) omhoog tot de opbergvergren-
deling (B) in de opbergstand vastklikt. OPGELET:
Zorg ervoor dat de opbergvergrendeling
vastzit.
Plaats een mat onder de loopband om de vloer
of de vloerbedekking te beschermen. Houd de
loopband weg uit direct zonlicht. Berg de loopband
nooit op in een omgeving waar de temperatuur
hoger is dan 30°C.
DE LOOPBAND VERPLAATSEN
Als u de loopband wilt verplaatsen, dient u deze eerst
in te klappen zoals aan de linkerkant staat beschreven.
OPGELET: Zorg dat de opbergvergrendeling is
vergrendeld. Er kunnen twee mensen nodig zijn om
de loopband te verplaatsen.
1. Houd een
van de
handleu-
ningen
(C) en het
onderstel
(A) vast
en zet een
voet tegen
een wiel
(D).
2. Trek de handleuning naar achter tot de loopband
op de wielen rijdt; verplaats de loopband dan
voorzichtig naar de gewenste locatie. OPGELET:
Verplaats de loopband niet zonder deze naar
achter te laten kantelen, trek niet aan het onder-
stel en verplaats de loopband niet over een
oneffen ondergrond.
3. Plaats een voet tegen een van de wielen en laat de
loopband voorzichtig zakken.
DE LOOPBAND NEERLATEN VOOR GEBRUIK
1. Duw het bovenste uit-
einde van het onderstel
naar voren en druk
tegelijkertijd voorzichtig
met uw voet tegen het
bovenste gedeelte van de
opbergvergrendeling.
2. Trek het bovenste uit-
einde van het onderstel
naar u toe terwijl u met
uw voet op de opbergver-
grendeling drukt.
3. Zet een stap terug en laat
het onderstel op de vloer
zakken.
1
A
2
A
B
1
2
C
D
A
1
28
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
ONDERHOUD
Regelmatig onderhoud is belangrijk voor een optimale
werking en om slijtage te verminderen. Controleer
steeds bij gebruik alle onderdelen van de loopband
en draai ze goed vast. Vervang versleten onderdelen
direct.
Maak de loopband regelmatig schoon en houd de
loopband schoon en droog. Druk eerst de stroom-
schakelaar in de stand Off (Uit) en maak het
netsnoer los. Reinig de buitenkant van de loopband
met een vochtige doek en een beetje zachte zeep.
BELANGRIJK: Spuit geen vloeistoffen recht-
streeks op de loopband. Houd vloeistoffen weg
van het bedieningspaneel om schade aan het
bedieningspaneel te voorkomen. Maak de loopband
vervolgens met een zachte doek goed droog.
PROBLEMEN OPLOSSEN
De meeste problemen met de loopband kunnen
met de onderstaande eenvoudige stappen worden
opgelost. Zoek het symptoom dat van toepassing
is en volg de vermelde stappen. Zie de kaft van
deze handleiding als u verdere hulp nodig heeft.
SYMPTOOM: Het apparaat gaat niet aan
a. Zorg ervoor dat de stekker goed is aangesloten op
een geaard stopcontact (zie bladzijde 18). Mocht
een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen
een 3-dradige geleider: snoer maat 14 (2 mm
2
) van
1,5 m of korter.
b. Steek de sleutel in het bedieningspaneel nadat u
het snoer in het stopcontact heeft gestoken.
c. Controleer de stroomschakelaar bij de net-
snoeraansluiting op het onderstel van de loopband.
De schakelaar is doorgeslagen wanneer de scha-
kelaar uitsteekt zoals afgebeeld. Wacht vijf minuten
en druk dan de schakelaar weer in om de stroom-
schakelaar te resetten.
SYMPTOOM: De stroom gaat uit tijdens gebruik
a. Controleer de stroomschakelaar (zie tekening c
links). Als de schakelaar doorgeslagen is, wacht
dan vijf minuten en druk de schakelaar weer in.
b. Zorg ervoor dat het netsnoer aangesloten is. Als
het netsnoer aangesloten is, maak het netsnoer
dan los, wacht vijf minuten en sluit hem dan weer
aan.
c. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
steek hem er weer in.
d. Zie de voorkant van deze handleiding als de loop-
band nog steeds niet werkt.
SYMPTOOM: De displays van het bedieningspaneel
werken niet goed
a. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel en TREK
HET NETSNOER UIT HET STOPCONTACT.
Verwijder vervolgens de vijf #8 x 3/4" Schroeven
(5), en draai nauwkeurig de Motorkap (62) eraf.
Resetten
Doorgeslagen
c
62
5
5
5
5
a
29
Zoek de Snelheidssensor (118) en de Magneet
(117) aan de linkerkant van de Katrol (51). Draai
de Katrol tot de Magneet is uitgelijnd met de
Snelheidssensor. Zorg dat het gat tussen de
Magneet en de Snelheidssensor ongeveer
3 mm is. Draai indien nodig de #8 x 3/4" Truss-
kopschroef (24), beweeg de Snelheidssensor iets,
en draai de Trusskopschroef weer vast. Maak de
Motorkap (niet afgebeeld) weer vast met de #8 x
3/4" Schroeven (niet afgebeeld) en loop een paar
minuten op de loopband om de snelheidsmeting na
te kijken.
SYMPTOOM: De helling van de loopband verandert
niet juist
a. Kalibreer het hellingsysteem van de loopband (zie
DE INSTELLINGENMODUS op bladzijde 24).
SYMPTOOM: De loopband vertraagt als u erop
loopt
a. Mocht een verlengsnoer nodig zijn, gebruik dan
alleen een 3-aderig snoer, snoermaat 14 (2 mm
2
),
van 1,5 m of korter.
b. Als de loopband te strak staat, draait de loopband
langzamer en kan het loopvlak zelfs bescha-
digd raken. Verwijder de sleutel en HAAL DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Draai beide
schroeven van de spanrol (A) met de inbussleutel
een kwartslag naar links. Als de loopband goed
vastligt, moet u elke rand van de loopband 5 tot
7 cm van het loopvlak kunnen optillen. Zorg ervoor
dat de loopband in het midden blijft liggen. Steek
dan de stekker in het stopcontact, plaats de sleutel
en loop een paar minuten op de loopband. Herhaal
tot de loopband goed vastzit.
c. Het apparaat is voorzien van een loopband die
al met een hoogwaardig smeermiddel is behan-
deld. BELANGRIJK: Behandel de loopband
of het loopvlak nooit met siliconenspray of
enig andere substantie, tenzij dit door een
erkende onderhoudsmonteur wordt aangege-
ven. Dergelijke substanties kunnen de kwaliteit
van de loopband verslechteren en leiden tot
overmatige slijtage. Zie de voorkant van deze
handleiding als u vermoedt dat de loopband meer
smering nodig heeft.
d. Zie de voorkant van deze handleiding als de loop-
band nog steeds vertraagt als erop gelopen wordt.
117
24
118
3 mm
51
Boven-
aanzicht
A
5–7 cm
b
30
SYMPTOOM: De loopband ligt niet in het midden
van de voetleuningen
a. BELANGRIJK: Als de loopband langs de
voetleuningen (B) schuurt, kan de loopband
beschadigd raken. Verwijder eerst de sleutel en
HAAL DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT.
Als de loopband naar links is verschoven, kunt
u de inbussleutel gebruiken om de linkerschroef
van de spanrol een halve slag naar rechts te
draaien. Als de loopband naar rechts is ver-
schoven, kunt u de linkerschroef van de spandrol
een halve slag naar links draaien. Zorg dat u de
loopband niet te strak draait. Steek dan de stekker
in het stopcontact, plaats de sleutel en loop een
paar minuten op de loopband. Herhaal deze proce-
dure tot de band goed in het midden ligt.
SYMPTOOM: De loopband slipt als u erop loopt
a. Verwijder eerst de sleutel en HAAL DE STEKKER
UIT HET STOPCONTACT. Draai met de inbussleu-
tel beide schroeven van de spanrol een kwartslag
naar rechts. Als de loopband goed vastligt, moet u
elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van het loop-
vlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat de loopband
in het midden blijft liggen. Steek dan de stekker in
het stopcontact, plaats de sleutel en loop een paar
minuten op de loopband. Herhaal tot de loopband
goed vastzit.
SYMPTOOM: De tablethouder blijft niet op z’n
plaats
a. Draai de tablethouder (C) tot deze naar achteren is
gericht. Draai vervolgens de aangegeven schroef
(D) lichtjes aan tot de tablethouder op zijn plaats
blijft wanneer deze naar de gewenste positie wordt
gedraaid.
a
B
B
a
D
C
a
31
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw
oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde oefe-
ninginformatie, dient u een erkend boek te kopen of
uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding en
voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle
resultaten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren
van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel
voor het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag
gebruiken als gids voor het vinden van het juiste inten-
siteitniveau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen
hartslagen voor het verbranden van vet en voor een
aerobic-oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt u
uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden afge-
rond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie getallen
boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone”. Het
laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet Verbranden – Om op doeltreffende wijze vet te
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende
periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt
uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas
na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw
lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als
het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensi-
teit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich
bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen
met uw hartslag in het middelste nummer van uw
trainingszone.
Aerobic-oefeningAls het uw doel is om uw hart
en vaatsysteem te versterken dan moet u een aero-
bic-oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote
hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere peri-
oden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit
van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van
het hoogste nummer van uw trainingszone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming Up – Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro-
ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening – Oefen gedurende 20
tot 30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningen-
programma, dient u uw hartslag niet langer dan 20
minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regel-
matig en diep bij het uitvoeren van de oefening; houd
uw adem niet in.
Afkoelen – Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi-
maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin-
gen de sleutel tot uw succes is.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING: Voordat
u begint met dit of een ander oefeningen-
programma, dient u een arts te consulteren.
Dit is vooral belangrijk voor personen boven
de 35 jaar of personen met bestaande
gezondheidsproblemen.
De hartslagmonitor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
hartslagmonitor is alleen bedoeld als hulpmid-
del bij de oefening voor het bepalen van de
hartslag over het algemeen.
32
AANBEVOLEN STREKOEFENINGEN
De juiste manier voor verschillende basisstrekoefeningen wordt rechts getoond. Beweeg langzaam bij het strek-
ken–spring nooit op.
1. Teen Aanraken Strekoefening
Sta met lichtgebogen knieën en buig langzaam vanuit uw heupen
naar voren. Houd uw rug en schouders ontspannen als u zover
mogelijk naar beneden reikt, richting uw tenen. Houd deze positie
gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie
keer. Strekken: Achillespees, achterkant van de knieën en rug.
2. Strekken van de Achillespees
Ga zitten met één uitgestrekt been. Breng de zool van de andere voet
naar u toe en laat deze rusten tegen de binnenkant van de dij van
uw uitgestrekte been. Probeer zover mogelijk naar uw teen te reiken.
Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer.
Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: Achillespezen, onder-
rug en liezen.
3. Strekken van Kuiten/Achillespees
Reik naar voren met het ene been voor de ander en plaats uw han-
den tegen een muur. Houd uw achterbeen gestrekt en uw achtervoet
plat op de vloer. Buig uw voorbeen, leun naar voren en beweeg uw
heupen in de richting van de muur. Houd deze positie gedurende 15
seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk
been. Voor het nog verder strekken van de achillespezen, kunt u ook
uw achterbeen buigen. Strekken: Kuiten, achillespezen en enkels.
4. Strekken van de Dijbeenspier
Leun met een hand tegen de muur voor balans en reik met de andere
hand naar achteren en grijp uw voet. Breng uw hiel zo dicht moge-
lijk bij uw billen. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en
ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken:
Dijbeenspier en heupspieren.
5. Strekken Binnenkant Dijbeen
Zit met de zolen van uw voeten tegen elkaar aan en uw knieën naar
buiten gericht. Trek uw voeten zover mogelijk naar uw liezen. Houd
deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer.
Herhaal dit drie keer. Strekken: Dijbeenspier en heupspieren.
1
2
3
4
5
33
OPMERKINGEN
34
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
LIJST MET ONDERDELEN
Modelnummer PETL14618.1 R1218A
1 4 5/16" x 3/4" Schroef
2 4 5/16" x 2" Schroef
3 4 M4 x 16mm Schroef
4 1 5/16" x 2 1/4" Bout
5 86 #8 x 3/4" Schroef
6 2 #10 x 3/4" Schroef
7 5 5/16" x 1 3/4" Bout
8 10 5/16" Sterring
9 6 5/16" Moer
10 20 #8 x 3/4" Tekschroef
11 2 5/16" Motorschroef
12 3 1/4" x 2 1/2" Schroef
13 1 #8 x 1/2" Zilveren Schroef
14 1 3/8" x 1 1/2" Bout
15 1 3/8" x 1 3/4" Bout
16 16 #8 x 3/4" Kopschroef van de
Tussenring
17 2 Achtervoet
18 4 #8 Schroef van de Loopbandgeleider
19 4 M8 x 20mm Schroef
20 4 3/8" x 1 1/4" Schroef
21 1 1/4" Moer
22 2 3/8" x 1 3/8" Bout
23 4 3/8" x 2 3/4" Schroef
24 19 #8 x 3/4" Trusskopschroef
25 8 3/8" Sterring
26 2 1/2" x 2 5/8" Bout
27 4 Rubberkussen
28 2 3/8" x 1" Schroef
29 6 5/16" x 1 1/4" Schroef
30 1 Basis van het Bedieningspaneel
31 4 5/16" Platte Tussenring
32 1 Rechterhouder
33 1 Onderstel van het Bedieningspaneel
34 2 1/2" Moer
35 6 3/8" Moer
36 5 Kapklem
37 4 Kussen
38 1 Waarschuwingssticker
39 1 Loopvlak
40 1 Loopband
41 1 Linkervoetleuning
42 1 Rechtervoetleuning
43 2 Riemgeleider
44 1 Linkerkap van het Onderstel
45 4 3/8" Bus
46 4 3/8" Drukring
47 2 1/2" Drukring
48 1 Controller
49 2 #8 Sterring
50 1 Controllerbeugel
51 1 Aandrijfrol/Katrol
52 1 Onderstel
53 4 Bandje
54 1 Aandrijfmotor
55 1 Riem van de Motor
56 1 Opbergvergrendeling
57 1 Rechterkap van het Onderstel
58 10 #8 x 1/2" Schroef
59 1 Spanrol
60 1 Linkerachterkap
61 1 Rechterachterkap
62 1 Motorkap
63 2 Tussenstuk van het Onderstel van
het Hellingsysteem
64 2 Tussenstuk van het Onderstel
65 1 Onderstel van het Hellingsysteem
66 1 Hellingmotor
67 2 Tussenstuk van de Hellingmotor
68 2 Kapmontuur
69 1 Stroomsnoer
70 3 #8 x 1/2" Bout
71 1 Aansluiting
72 1 Onderpan
73 1 Bovenste Kap van de Linker-
handleuning
74 2 Handleuning
75 1 Onderste Kap van de Linker-
handleuning
76 1 Dwarsstang van de Staander
77 2 1/4" Sterring
78 1 Vergrendelingsdwarsstang
79 1 Sleutel/Klem
80 1 Hartslagdwarsstang
81 1 Bovenste Kap van de Rechter-
handleuning
82 1 Onderste Kap van de Rechter-
handleuning
83 1 Draad van de Staander
84 1 Rechterstaander
85 2 Waarschuwingssticker
86 2 Doorvoerhuls
87 2 1/2" Bus
88 1 M8 x 75mm Schroef
89 1 Kap van de Linkerstaander
90 1 Kap van de Rechterstaander
91 1 Linkerstaander
92 2 Achterwiel
93 1 Basis
94 1 Linkerhouder
95 2 Ventilator
96 1 Bedieningspaneel
97 1 Accessoireshouder
98 1 Controllerklem
99 2 1/4" x 5/8" Schroef
100 1 Tablethouder
35
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
Let op: Deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Zie de achter-
kant van deze handleiding voor informatie over het bestellen van vervangende onderdelen. *Deze onderdelen
worden niet afgebeeld.
101 4 Kussen van de Basis
102 3 Draadbinder van het
Bedieningspaneel
103 1 Aardingsdraad van het
Bedieningspaneel
104 4 1/4" x 1" Schroef
105 1 Stang met Handsensoren
106 1 Ventilatorkap
107 1 Behuizing van de Ventilator
108 2 Klem van het Bedieningspaneel
109 1 Filter
110 1 Kap van de Motorkap
111 4 M8,4 Sterring
112 1 Stopbeugel van de Helling
113 1 Draadbinder
114 16 7/32" Tussenring
115 1 Motorbeugel
116 1 Klem
117 1 Magneet
118 1 Snelheidssensor
119 2 Huls van de Motor
120 3 #8 Moer
121 1 Motorisolator
122 3 #8 Moer
* Gebruikershandleiding
36
37
5
37
5
5
37
53
55
54
56
9
4
9
7
7
26
43
57
9
31
27
26
10
10
115
10
10
10
10
9
31
27
42
41
40
39
59
60
12
12
7
38
44
10
10
10
10
10
10
51
52
5
43
18
18
19
19
111
111
5
7
7
9
31
27
21
12
78
29
8
29
8
104
104
104
104
61
5
17
5
5
5
5
5
5
5
17
50
48
5
5
58
58
58
49
98
120
120
70
109
88
70
121
16
114
16
114
16
114
16
114
16
114
16
114
16
114
16
16
114
16
114
16
114
16
114
58
118
117
24
116
119
46
11
GEDETAILLEERDE TEKENING A
Modelnummer PETL14618.1 R1218A
37
36
66
65
67
34
35
14
63
15
34
63
64
28
64
35
28
5
5
72
71
5
5
69
68
5
5
5
68
36
47
47
87
87
45
45
5
5
5
5
110
62
36
36
5
5
5
36
5
5
5
112
5
GEDETAILLEERDE TEKENING B
Modelnummer PETL14618.1 R1218A
38
97
35
46
45
13
84
91
22
35
92
35
22
10
101
10
101
10
101
86
10
101
35
45
46
92
20
20
20
20
23
23
23
25
25
25
25
25
25
25
85
85
90
89
93
1
24
76
1
83
8
82
74
75
24
24
74
81
5
5
5
5
24
24
24
24
29
80
73
5
105
58
6
8
2
8
24
29
2
8
6
1
24
99
99
77
77
113
GEDETAILLEERDE TEKENING C
Modelnummer PETL14618.1 R1218A
39
96
95
32
30
94
95
107
108
5
102
33
100
103
24
24
24
24
24
3
24
5
5
58
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
106
79
5
5
5
5
108
5
5
GEDETAILLEERDE TEKENING D
Modelnummer PETL14618.1 R1218A
Onderdeelnr. 407253 R1218A Gedrukt in China © 2018 ICON Health & Fitness, Inc.
Voor het kopen van vervangende onderdelen, raadpleegt u de voorkant van deze handleiding. Om ons te helpen
u van dienst te zijn, dient u de volgende informatie bij de hand te houden wanneer u contact met ons opneemt:
het modelnummer en het serienummer van het product (zie de kaft van deze handleiding)
de naam van het product (zie de kaft van deze handleiding)
het onderdeelnummer en de beschrijving van de vervangingsonderdelen (zie de LIJST MET ONDERDELEN en
de GEDETAILLEERDE TEKENING aan het eind van deze handleiding)
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Dit elektronische product mag niet worden afgevoerd met huishoudelijk
afval. Voor het behoud van het milieu moet dit product volgens de wet na
zijn levensduur worden gerecycled.
Gebruik recyclingfaciliteiten bij u in de buurt die bevoegd zijn om dit type afval te
verzamelen. Door dit te doen helpt u mee aan het behoud van natuurlijke bron-
nen en draagt u bij aan de Europese normen voor milieubescherming. Als u meer
informatie nodig hebt over veilige en correcte afvoermethoden, neem dan contact
op met de lokale autoriteiten of de locatie waar u dit product hebt gekocht.
INFORMATIE OVER RECYCLING
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

ProForm PETL14618 de handleiding

Categorie
Loopbanden
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor