NL
5
deuren van de vakken goed
sluiten, met name de deur van
het vriesvak.
Een beschadigde afdichting
dient zo snel mogelijk vervangen
te worden.
Gebruik het koelkastcomparti-
ment uitsluitend voor het bewa-
ren van vers voedsel en het
diepvriezercompartiment uitslui-
tend voor het bewaren van
bevroren voedsel, het invriezen
van vers voedsel en het maken
van ijsblokjes.
Vermijd het bewaren van onver-
pakt voedsel in direct contact
met interne oppervlakken van de
koelkast- of diepvriezercomparti-
menten.
Apparaten kunnen over speciale
compartimenten beschikken (vak
voor verse etenswaar, nul gra-
den-vak,...). Indien niet anders
gespeciceerd in het betreende
productboekje kunnen deze
compartimenten verwijderd
worden en blijven daarbij verge-
lijkbare prestaties behouden.
C-pentaan wordt gebruikt als
blaasmiddel in het isolatieschuim
en is een licht ontvlambaar gas.
INSTALLATIE
Het apparaat moet gehanteerd
en geïnstalleerd worden door
twee of meer personen. Gebruik
beschermende handschoenen
bij het uitpakken en installeren
van het apparaat.
Installaties en reparaties moeten
worden uitgevoerd door een
gespecialiseerd monteur, volgens
de instructies van de fabrikant en
in overeenstemming met de
plaatselijke veiligheidsvoorschrif
-
ten. Repareer of vervang geen
enkel onderdeel van het appa-
raat, behalve als dit expliciet
aangegeven wordt in de gebrui-
kershandleiding.
De installatie mag niet door
kinderen worden uitgevoerd.
Tijdens het installeren moeten
kinderen er vandaan worden
gehouden. Houd, tijdens en na
de installatie, het verpakkings-
materiaal (plastic zakken, onder-
delen van polystyreen, enz.)
buiten het bereik van kinderen.
Zorg dat u de vloer (bijv. parket)
niet beschadigt tijdens het
verplaatsen van het apparaat.
Installeer het apparaat op een
vloer of steun die sterk genoeg is
om het gewicht te kunnen heb-
ben, en op een plaats die ge-
schikt is voor grootte en gebruik.
Controleer na het uitpakken van
het apparaat of deze tijdens het
transport geen beschadigingen
heeft opgelopen. Neem in geval
van twijfel contact op met uw
leverancier of het dichtstbijzijnde
servicecentrum.
Het apparaat moet worden
losgekoppeld van het elektrici-
teitsnet, voordat u installatie-
werkzaamheden uitvoert.
Zorg er tijdens de installatie voor
dat het apparaat het netsnoer
niet beschadigt.
Om voor voldoende ventilatie te
zorgen dient er aan beide zijkan-
ten en aan de bovenkant van het
apparaat ruimte vrijgelaten te
worden. De afstand tussen de
achterzijde van het apparaat en
de muur achter het apparaat
dient minimaal 50 mm te bedra-
gen, om contact met hete opper-
vlakken te voorkomen. Bij minder
ruimte aan de achterzijde neemt
het energieverbruik van het
product toe.
Het apparaat alleen activeren als
de installatie is voltooid.
Wacht minstens twee uur alvo-
rens het apparaat in te schakelen
om zeker te stellen dat het koel-
circuit volledig eciënt is.
Installeer het product niet in de
buurt van een warmtebron.
ELEKTRISCHE WAARSCHU
WINGEN
Om ervoor te zorgen dat de
installatie voldoet aan de gelden
-
de veiligheidsvoorschriften moet
er een multipolaire schakelaar
met een afstand van minstens 3
mm worden gebruikt en moet
het apparaat geaard worden.
Vervang een beschadigde
stroomkabel door een soortgelijk
exemplaar. De stroomkabel mag
uitsluitend vervangen worden
door een gespecialiseerd mon-
teur, volgens de instructies van
de fabrikant en in overeenstem-
ming met de geldende veilig-
heidsvoorschriften. Neem con-
tact op met een erkend
servicecentrum.
Als de bijgeleverde stekker niet
geschikt is voor uw stopcontact
neem dan contact op met een
erkende monteur.
De stroomkabel moet lang
genoeg zijn om het apparaat,
nadat dit is ingebouwd in het
meubel, te kunnen aansluiten op
het stopcontact van de netvoe-
ding. Niet aan de stroomkabel
trekken.
Gebruik geen verlengkabels,
meervoudige stopcontacten of
adapters.
Gebruik het apparaat niet als het
netsnoer of de stekker bescha-
digd is, als het apparaat niet
goed werkt of als het beschadigd
of gevallen is. Houd het snoer uit
de buurt van hete oppervlakken.
Als de installatie voltooid is,
mogen de elektrische onderde-
len niet meer toegankelijk zijn
voor de gebruiker.
Raak het apparaat niet aan met
vochtige lichaamsdelen en
gebruik het niet op blote voeten.
REINIGING EN ONDERHOUD
Gebruik geen stoomreinigers.
Draag bij reiniging en onder
-
houd beschermende handschoe-
nen.
Het apparaat moet worden
losgekoppeld van het elektrici-
teitsnet voordat u onderhouds-
werkzaamheden uitvoert.
Gebruik op kunststof onderde-
len, binnen- en deurranden of
afdichtingen geen schurende of
agressieve schoonmaakmiddelen
zoals ruitensprays, schurende
reinigingsmiddelen, brandbare
vloeistoen, schoonmaakwas-
sen, geconcentreerde schoon-
maakmiddelen, bleekmiddelen
en reinigingsmiddelen die aard-
olieproducten bevatten. Gebruik
geen papieren handdoeken,
schuursponsjes of ander hard
schoonmaakmateriaal.