7 De afvalvernietiger op het elektriciteitsnet aansluiten
GEVAAR Elektrische schokken
• Om elektrische schokken te vermijden moet u voordat de afvalvernietiger geïnstalleerd of gerepareerd
wordt de stroom uitschakelen.
• Als u niet door en door vertrouwd bent met elektriciteit moet u een vakkundige elektricien inschakelen
om de afvalvernietiger op het elektriciteitsnet aan te sluiten.
• Als er een geaarde driewegstekker gebruikt wordt moet deze in een geaard driegats stopcontact
gestoken worden.
• Verander de stekker die bij het apparaat geleverd is (indien van toepassing) niet.
• Verkeerde aansluiting van de aardaansluiting van het apparaat kan elektrische schokken tot gevolg
hebben.
• Alle aansluitingen moeten aan de geldige elektrische voorschriften voldoen.
• Sluit de aarddraad (massadraad) niet op de gastoevoerpijp aan.
• De afvalvernietiger moet op een geaard permanent elektriciteitsnet aangesloten worden of de geleiders
moeten over een aardkabel beschikken en aangesloten zijn op een aardklem van het apparaat of een
geleider op de afvalvernietiger.
• Schakel de stroom naar de hoofdschakelkast niet opnieuw in zolang de aarding niet deugdelijk is.
Vereisten voor de installatie van de afvalvernietiger
Verzeker u ervan dat er aan de volgende elektrische vereisten
voldaan is alvorens de afvalvernietiger op de schakelaar (4) aan
te sluiten (zie figuur 7.1 voor een typisch rechtstreeks
bedraad elektrisch schema).
• Verwijder de zekering (of open de circuitonderbreker)
alvorens de afvalvernietiger op het net aan te sluiten.
• Voor deze afvalvernietiger is een schakelaar benodigd waar
de “Off” (uit) stand op gemarkeerd is (aangesloten om alle
ongeaarde toevoergeleiders uit te schakelen) die in de
buurt van de gootsteen geplaatst moet zijn.
Zie het typeplaatje dat op de afvalvernietiger aangebracht is
voor de nominale elektrische specificaties.
Sluit de afvalvernietiger op het elektriciteitsnet aan (aard de
afvalvernietiger).
Volg onderstaande aanwijzingen op om de draad naar de
afvalvernietiger te laten lopen.
1. Verwijder de elektrische afdekplaat aan de onderkant van de afvalvernietiger en trek de blauwe en de
bruine draad eruit (zie figuur 7.1). VERWIJDER HET KARTONNEN ISOLATIESCHERM NIET.
2. Laat de elektrische leiding door het inlaatgat (1) in de bodem van de afvalvernietiger lopen en zet deze
met een klemverbinding vast. Strip de draden ongeveer 12 mm af. Sluit de blauwe (neutrale) elektrische
draad aan op de blauwe draad van de afvalvernietiger en de bruine (spanningsvoerende) elektrische
draad op de bruine draad van de afvalvernietiger en gebruik daarbij draadverbindingen of soldeer (zie
figuur 7.1). Isoleer de draadverbindingen met elektrisch tape en duw de verbindingen in de behuizing
van de afvalvernietiger.
3. Breng de elektrische afdekplaat niet weer aan zolang de afvalvernietiger niet deugdelijk geaard is.
Als het elektriciteitsnet dat u gebruikt in de hoofdschakelkast geaard is moet u de groene en de gele draad
op de groene aardschroef (2) in de opening van de elektrische afdekplaat aansluiten en moet u daarna de
elektrische afdekplaat (3) vastmaken (zie figuur 7.1).
Als het elektriciteitsnet dat u gebruikt in de hoofdschakelkast niet geaard is moet u de stappen 4 en 5
afwerken.
4. Bevestig een koperen draad die net zo dik is als de stroomdraad aan de groene aardschroef (massa) (2)
en laat de draad uit de opening van de elektrische afdekplaat lopen. Zet de elektrische afdekplaat (3) vast.
5. Neem contact op met een vakkundige elektricien om de aansluiting deugdelijk te aarden (met de massa
te verbinden).
8