Luchtafvoerleiding
32
Gelijktijdig gebruik van de damp‐
ka
p en een toestel dat lucht in die‐
zelfde ruimte verbruikt kan gevaarlijk
zijn! Er kunnen giftige gassen vrijko‐
men.
Neem beslist de veiligheidsinstruc‐
ties en waarschuwingen in het gelijk‐
namige hoofdstuk in acht.
Laat in ieder geval door de plaatse‐
li
jke schoorsteenveger controleren of
een veilig gebruik van de luchtafvoer
gewaarborgd is.
Gebruik voor de aansluiting van de
luc
htafvoerleiding enkel gladde bui‐
zen of soepele slangen van onbrand‐
baar materiaal.
Bij
werking met een externe ventilator
moet u ervoor zorgen dat de luchtaf‐
voerleiding voldoende stijf is. Door de
externe ventilator kan namelijk een
onderdruk ontstaan, waardoor de
luchtafvoerleidingen vervormd kun‐
nen raken.
Om er
voor te zorgen dat uw damp‐
kap optimaal werkt en zo weinig mo‐
gelijk geluid maakt wanneer deze
aanstaat, dient u de volgende punten
in acht te nemen:
– De diameter van de luchtafvoerlei‐
ding mag niet kleiner zijn dan 150
mm.
– Als platte luchtafvoertuiten worden
gebrui
kt, mag de diameter niet klei‐
ner zijn dan de diameter van de
luchtafvoertuit.
– De luchtafvoerleiding dient zo kort en
r
echt mogelijk te zijn.
– Pas enkel wijde bochten toe.
– De luchtafvoerleiding mag niet wor‐
den geknikt of samengedrukt.
– Zorg ervoor dat alle verbindingen
vast en dicht zijn.
Iedere barrière in de luchtstroming
vermi
ndert de afzuigcapaciteit en
verhoogt het geluidsniveau.
W
ordt de lucht naar buiten afge‐
voerd, dan kunt u het best een tele‐
scopisch muurkastje of een dakdoor‐
voer (mits toeslag verkrijgbaar toebe‐
horen) installeren.
Moet de lucht door een schouw wor‐
den afgevo
erd, dan moet de invoer‐
buis verticaal worden gebogen.
Als u de luchtafvoerleiding horizon‐
taal mo
nteert, dient u een minimum‐
verval van 1 cm per meter te voor‐
zien. Daarmee wordt voorkomen dat
er condenswater in de dampkap
loopt.
Als de luchtafvo
erleiding door koele
vertrekken, zolders e.d. wordt aange‐
legd, kan er tussen de afzonderlijke
vertrekken een groot temperatuurver‐
schil ontstaan. Hierdoor kan er con‐
denswater ontstaan. In zo'n geval
dient u de luchtafvoerleiding voldoen‐
de te isoleren.