Luchtafvoerleiding
29
Gelijktijdig gebruik van de damp-
kap en een toestel dat lucht in die-
zelfde ruimte verbruikt kan gevaarlijk
zijn! Er kunnen giftige gassen vrijko-
men.
Neem beslist de veiligheidsinstruc-
ties en waarschuwingen in het gelijk-
namige hoofdstuk in acht.
Laat in ieder geval door de plaatse-
lijke schoorsteenveger controleren of
een veilig gebruik van de luchtafvoer
gewaarborgd is.
Voor de luchtafvoer mogen alleen
gladde buizen of flexibele slangen
van niet-brandbaar materiaal worden
gebruikt.
Voor een zo groot mogelijk afzuigver-
mogen en een zo laag mogelijk geluids-
niveau moeten de volgende punten in
acht worden genomen.
– De luchtafvoer moet een doorsnede
hebben die niet minder is dan 150
mm.
– Wanneer er platte luchtafvoerkanalen
worden gebruikt, mag de doorsnede
niet kleiner zijn dan de doorsnede
van de luchtafvoertuit.
– De luchtafvoer moet zo kort en recht
mogelijk zijn.
– Alleen bochten met een grote straal
zijn toegestaan.
– Er mogen geen knikken in de luchtaf-
voer komen en de luchtafvoer mag
niet in elkaar worden gedrukt.
– De verbindingspunten mogen niet
lekken.
Iedere barrière in de luchtstroming
vermindert de afzuigcapaciteit en
verhoogt het geluidsniveau.
Wordt de lucht gewoon naar buiten
afgevoerd, dan kan het beste een
dakdoorvoering of een telescopische
muurkast worden geïnstalleerd. Deze
kunt u nabestellen.
Moet de lucht door een schoorsteen
worden afgevoerd, dan moet de in-
voerbuis verticaal worden gebogen.
Wanneer de luchtafvoer horizontaal
wordt aangelegd, moet het verval
minstens 1 cm per meter bedragen.
Daarmee wordt voorkomen dat er
condenswater in de dampkap loopt.
Wanneer de luchtafvoer door koele
ruimten, zolders e.d. wordt aange-
legd, kan er binnen de afzonderlijke
ruimten een groot temperatuurver-
schil ontstaan. Er kan zich dan con-
dens vormen. De luchtafvoer moet
daarom worden geïsoleerd.