Miele DA 3366 RVS de handleiding

Type
de handleiding
Gebruiks- en montagehandleiding
Dampkap
Lees absoluut de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toe-
stel installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voor-
komt schade aan uw toestel.
nl-BE M.-Nr. 10 553 850
Inhoud
2
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ................................................................... 4
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................ 13
De dampkap in één oogopslag .......................................................................... 14
Hoe werkt uw toestel? ........................................................................................ 16
Bediening ............................................................................................................. 17
Het in- en uitschakelen van de afzuiging .............................................................. 17
Naloop................................................................................................................... 17
Afzuiging uitschakelen........................................................................................... 17
Kookplaatverlichting in- en uitschakelen............................................................... 17
Tips om energie te besparen.............................................................................. 18
Reiniging en onderhoud...................................................................................... 19
Behuizing............................................................................................................... 19
Vetfilters................................................................................................................. 20
Actievekoolstoffilter ............................................................................................... 22
Actievekoolstoffilters weggooien...................................................................... 22
Lampjes vervangen ............................................................................................... 23
Technische Dienst van Miele en garantie.......................................................... 24
Positie van het typeplaatje .................................................................................... 24
Montage ............................................................................................................... 25
Voor de montage................................................................................................... 25
Montagemateriaal.................................................................................................. 26
Afmetingen van het toestel.................................................................................... 28
Afstand tussen kookplaat en dampkap (S) ........................................................... 29
Montagetips .......................................................................................................... 30
Het monteren van het frontpaneel......................................................................... 35
De luifel in de gewenste stand afstellen................................................................ 35
Het plaatsen van de vetfilter.................................................................................. 36
Luchtafvoeraansluiting .......................................................................................... 36
Luchtcirculatieaansluiting...................................................................................... 37
Elektrische aansluiting........................................................................................... 38
Elektrische aansluiting........................................................................................ 39
Luchtafvoerleiding............................................................................................... 40
Anti-condensvoorziening....................................................................................... 41
Geluidsdemper...................................................................................................... 41
Inhoud
3
Technische gegevens ......................................................................................... 43
Positie van het typeplaatje .................................................................................... 43
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
4
Deze dampkap voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoor-
schriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter let-
sel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig
door, voordat u de dampkap in gebruik neemt. Daarin vindt u be-
langrijke instructies met betrekking tot de montage, de veiligheid,
het gebruik en het onderhoud. Dit is in het belang van uw veilig-
heid en voorkomt schade aan de dampkap. Wanneer deze niet
worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef ze door aan
wie het toestel eventueel na u gebruikt.
Verantwoord gebruik
Deze dampkap is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
gelijkaardige omgevingen.
Deze dampkap is niet bestemd voor gebruik buiten.
Gebruik de dampkap uitsluitend in huishoudelijke context voor het
wegzuigen van kookdampen die ontstaan bij het bereiding van ge-
rechten.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
Wanneer de dampkap met luchtcirculatie wordt gebruikt, kan ze
boven een gaskookplaat niet voor de ontluchting van de opstelruim-
te worden gebruikt. Vraag om informatie bij uw gasspecialist.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
5
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteldheid,
hun onervarenheid of gebrek aan kennis van de dampkap niet in
staat zijn om deze veilig te bedienen, mogen de dampkap alleen on-
der toezicht gebruiken.
Deze personen mogen de dampkap alleen zonder toezicht gebruiken
als ze weten hoe ze het toestel veilig moeten bedienen. Ze moeten
de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen inzien en
begrijpen.
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het toestel
worden gehouden - tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de dampkap alleen maar ge-
bruiken wanneer hun de bediening ervan zo uitgelegd is dat ze de
dampkap veilig kunnen bedienen. Kinderen moeten de eventuele ri-
sico's van een foutieve bediening kunnen beseffen.
Kinderen mogen de dampkap niet zonder toezicht reinigen of on-
derhouden.
Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van de
dampkap bevinden. Laat kinderen nooit met de dampkap spelen.
De kookplaatverlichting is heel sterk.
Zorg dat vooral baby's niet direct in de lampen kijken.
Risico op verstikking! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen in
verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en
daardoor verstikken. Houd verpakkingsmateriaal zoals plastic buiten
het bereik van kinderen.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
6
Technische veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde installaties, onderhoudswerken of
herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico's ontstaan voor
de gebruiker. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen
alleen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend
zijn.
Schade aan de dampkap kan uw veiligheid in gevaar brengen.
Controleer de dampkap op zichtbare schade. Gebruik nooit een be-
schadigde dampkap.
De elektrische veiligheid van de dampkap is uitsluitend gegaran-
deerd, als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol-
gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze funda-
mentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elek-
trische installatie bij twijfel door een elektricien inspecteren.
De dampkap kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als zij
op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
van de dampkap moeten beslist met de waarden van het elektrici-
teitsnet overeenkomen om beschadiging van de dampkap te voorko-
men.
Vergelijk deze aansluitgegevens voordat u het toestel aansluit. Raad-
pleeg bij twijfel een elektricien.
Deze dampkap mag niet op het elektriciteitsnet worden aangeslo-
ten via meervoudige stopcontacten of verlengsnoeren die daarvoor
niet geschikt zijn. Dit in verband met gevaar voor oververhitting.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
7
Gebruik uw dampkap enkel in geïnstalleerde toestand. Enkel dan
is een veilige werking gewaarborgd.
Deze dampkap mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een
schip) worden gebruikt.
Raak geen onderdelen aan die onder spanning staan. Verander
niets aan de elektrische en mechanische opbouw van het toestel.
Open de ommanteling van de dampkap slechts zo ver als in het ka-
der van de montage en de reiniging is toegestaan. Open in geen ge-
val overige delen van de ommanteling.
Worden deze instructies niet opgevolgd, dan kunnen gebruikers een
elektrische schok krijgen en is het mogelijk dat het toestel niet meer
goed functioneert.
Het recht op garantie vervalt wanneer de dampkap door een tech-
nische dienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Enkel met originele Miele-wisselstukken bent u zeker dat deze ten
volle voldoen aan de eisen qua veiligheid. Defecte onderdelen mo-
gen alleen door originele Miele-wisselstukken worden vervangen.
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een er-
kend vakman/vakvrouw worden vervangen.
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mag er
geen elektrische spanning op de dampkap staan. Dat is het geval als
aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
de zekeringen van de elektrische installatie zijn uitgeschakeld of
de schroefzekeringen van de elektrische aansluiting zijn er geheel
uitgedraaid of
de stekker (indien aanwezig) is uit de contactdoos getrokken. Trek
daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
8
Gelijktijdig gebruik met een toestel dat lucht uit dezelfde ruimte verbruikt
Dit kan levensgevaarlijk zijn!
Wees heel voorzichtig als u de dampkap tegelijk gebruikt met ver-
brandingssystemen die lucht uit dezelfde ruimte gebruiken of ge-
bruikmaken van dezelfde afvoerinstallatie.
Dergelijke verbrandingssystemen halen de lucht die nodig is voor
de verbranding uit de ruimte waar het systeem zich bevindt en
voeren de rookgassen af via een afvoerkanaal (bijvoorbeeld via
een schoorsteen). Dit kunnen bijvoorbeeld gas-, olie-, hout- of
kolenkachels zijn, maar ook gasboilers, warmwaterketels op gas,
gaskookplaten en gasovens.
De dampkap zuigt lucht uit de keuken en de aangrenzende ruim-
ten. Dit geldt bij:
- luchtafvoer,
-luchtafvoer met externe ventilator en bij
- luchtcirculatie met een buiten de ruimte geplaatste luchtcircula-
tiebox.
Als de luchtaanvoer niet voldoende is, ontstaat er onderdruk. Het
verbrandingssysteem krijgt te weinig lucht. De verbranding wordt
negatief beïnvloed.
Giftige verbrandingsgassen kunnen uit de schoorsteen of een an-
der luchtafvoerkanaal naar de woonruimten geleid worden.
Levensgevaarlijk!
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
9
Het gelijktijdige gebruik van de dampkap en een verbrandingssys-
teem in dezelfde ruimte is ongevaarlijk als de onderdruk niet groter
is dan 4Pa (0,04mbar). In dat geval is er geen gevaar dat verbran-
dingsgassen worden teruggezogen.
Er zullen geen onderdrukproblemen ontstaan als door niet-afsluit-
bare openingen bijvoorbeeld in deuren of ramen voldoende lucht in
de ruimte kan komen. De diameter van de opening waardoor de
lucht naar binnen stroomt, moet dan wel groot genoeg zijn. Alleen
een muurkast voor luchttoevoer/luchtafvoer is meestal niet toerei-
kend.
Bij de beoordeling van een en ander dient men altijd rekening te
houden met de totale ventilatie van de woning. Raadpleeg in ieder
geval een vakman.
Wanneer de dampkap met luchtcirculatie wordt gebruikt en de
lucht wordt teruggevoerd in de ruimte waar het toestel is geplaatst,
is gelijktijdig gebruik van een dampkap en een verbrandingstoestel
in dezelfde ruimte niet gevaarlijk.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
10
Veilig gebruik
Door open vuur bestaat brandgevaar!
Werk met het oog op het risico op brand nooit met open vuur onder
de dampkap: zo is flamberen en grilleren met open vuur verboden.
Een dampkap die in gebruik is trekt de vlammen in het vetfilter/de
vetfilters aan, waardoor het daarin verzamelde vet vlam kan vatten.
Sterke hitte-ontwikkeling op een gaskookplaat kan de dampkap
beschadigen.
Let er bij gebruik van de dampkap boven een gaskookplaat of
gasfornuis op, dat er altijd een pan staat op de gaspit die in ge-
bruik is. Draai de gaspit ook uit, wanneer u de pan even van het
gas neemt.
Kies pannen die niet groter of kleiner zijn dan de kookzone.
Regel de stand van het gas zo dat er geen gas langs de pan om-
hoog komt.
Zorg ervoor dat u een pan nooit overmatig verhit, zoals bij het
wokken snel gebeurt.
Condenswater kan zorgen voor corrosieschade aan de dampkap.
Schakel de dampkap altijd in als u een kookzone gebruikt om opho-
ging van condenswater te voorkomen.
Olie en vet kunnen bij oververhitting vanzelf ontbranden en daarbij
de dampkap in brand zetten.
Let op potten, pannen en friteuses wanneer u met olie en vet werkt.
Ook het grillen op elektrische griltoestellen moet daarom onder con-
tinu toezicht plaatsvinden.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
11
Gebruik de dampkap nooit zonder vetfilters om te voorkomen dat
zich vuil en vet in de dampkap afzetten,
waardoor deze op den duur niet meer goed zal functioneren.
Hou ermee rekening dat de dampkap bij het koken door de opstij-
gende hitte erg warm kan worden.
Raak de ommanteling en de vetfilters pas aan wanneer de dampkap
is afgekoeld.
Deskundige montage
Controleer of het gebruik van een dampkap boven uw kooktoestel
volgens de fabrikant van deze apparatuur toegestaan is.
Het is niet toegestaan de dampkap boven stookplaatsen voor
vaste brandstoffen te monteren.
Als de afstand tussen kookplaat en dampkap te klein is, kan dit
schade aan de dampkap veroorzaken.
Tussen de dampkap en de plek waar gekookt, gebakken, gebraden,
gegrilld of gefrituurd wordt moeten de afstanden die in het hoofd-
stuk: 'Montage' worden aangegeven, aangehouden worden, tenzij
de fabrikant van de kookapparatuur een grotere afstand aangeeft.
Worden er onder de dampkap verschillende kooktoestellen gebruikt
waarvoor verschillende afstanden gelden, dan moet de grootste af-
stand worden aangehouden.
Neem voor het monteren van de dampkap de aanwijzingen in het
hoofdstuk “Montage” in acht.
Metalen platen kunnen scherpe randen hebben waaraan u zich
kunt verwonden.
Draag voor de montage handschoenen die u tegen snijwonden be-
schermen.
Gebruik voor de luchtafvoerleiding enkel buizen of slangen van
onbrandbaar materiaal. Die zijn bij uw Miele-handelaar of via de
Technische Dienst van Miele verkrijgbaar.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
12
De lucht mag niet worden afgevoerd via een afvoerschoorsteen
die wordt gebruikt voor de afvoer van rook of gas, noch via een
schacht die wordt gebruikt voor de ontluchting van ruimten waarin
wordt gestookt.
Wanneer de lucht moet worden afgevoerd via een schoorsteen die
niet meer in gebruik is, dan dient u eerst de officiële voorschriften te
raadplegen.
Reiniging en onderhoud
Er kan brand ontstaan als het toestel niet volgens de aanwijzingen
in deze gebruiksaanwijzing wordt gereinigd.
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen
die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken.
Gebruik voor het reinigen van de dampkap nooit een stoomreiniger.
Accessoires
Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga-
rantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen gemon-
teerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of pro-
ductaansprakelijkheid.
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
13
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd milieuvriende-
lijk en recycleerbaar verpakkingsmateri-
aal gekozen.
Door hergebruik van verpakkingsmateri-
aal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
Uw toestel afdanken
Oude elektrische en elektronische toe-
stellen bevatten meestal nog waarde-
volle materialen. Ze bevatten echter ook
stoffen, mengsels en onderdelen die
nodig zijn geweest om de toestellen
goed en veilig te laten functioneren.
Wanneer u uw oude toestel bij het ge-
wone afval doet of er op een andere
manier niet goed mee omgaat, kunnen
deze stoffen schadelijk zijn voor de ge-
zondheid en het milieu. Doe uw oude
toestel daarom nooit bij het gewone
huisafval.
Lever het in bij een gemeentelijk inza-
meldepot voor elektrische en elektro-
nische apparatuur, bij uw vakhandelaar
of bij Miele. U bent wettelijk zelf verant-
woordelijk voor het wissen van eventue-
le persoonlijke gegevens op het af te
danken toestel.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken
van uw oud toestel, neem dan contact
op met
de handelaar bij wie u het kocht
of
de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus-
sen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
De dampkap in één oogopslag
14
De dampkap in één oogopslag
15
a
Afzuiging voor luchtafvoer / recirculatie
b
Bedieningselementen
c
Vetfilter
d
Uittrekbare luifel
e
Kookplaatverlichting
f
Actievekoolstoffilter
Bij te bestellen accessoire voor luchtcirculatie
g
Toets van de kookplaatverlichting
h
Schuifschakelaar voor de afzuiging
i
Klapbaar frontpaneel
Het front van uw luifel kan worden voorzien van het frontpaneel uit het keuken-
meubelassortiment (bij te bestellen accessoire montageset DML 400 vereist).
Hoe werkt uw toestel?
16
De dampkap kan op de volgende ma-
nieren worden gebruikt:
Werking met luchtafvoer
De aangezogen lucht wordt door de
vetfilters gereinigd en naar buiten afge-
voerd.
Terugslagklep
Deze dampkap werkt met een terug-
slagklep.
Wanneer het toestel is uitgeschakeld,
kan er lucht stromen tussen het vertrek
en daarbuiten. Met een terugslagklep
kan dat worden voorkomen. De klep
gaat dicht, wanneer het toestel wordt
uitgeschakeld.
Nadat het toestel is ingeschakeld gaat
de terugslagklep open, zodat de kook-
luchtjes ongehinderd naar buiten kun-
nen worden afgevoerd.
Bij uw dampkap is een terugslagklep
gevoegd voor het geval uw luchtafvoer-
systeem daar niet over beschikt. Deze
klep wordt in de uitblaastuit van de mo-
toreenheid geplaatst.
Werking met luchtcirculatie
(enkel met ombouwset en actievekool-
stoffilter als mits toeslag verkrijgbaar
toebehoren; zie “Technische gegevens”)
De aangezogen lucht wordt door de
vetfilters en bovendien door een actie-
vekoolstoffilter gereinigd en wordt daar-
na weer in de keuken geleid.
Bediening
17
Het in- en uitschakelen van de
afzuiging
Voor lichte tot sterke dampen en geuren
bij de bereiding van levensmiddelen be-
schikt u over de vermogensstanden 1
tot 3. Wanneer u aanbraadt en levens-
middelen kookt waarbij veel luchtjes
vrijkomen, raden wij u aan om stand B,
de “boosterstand”, te gebruiken.
Trek de luifel uit. Voor een optimaal
afzuigen en een laag geluidspeil moet
u de luifel altijd geheel uittrekken.
Schakel de ventilator in met de scha-
kelaar en kies de gewenste vermo-
gensstand.
Naloop
Laat de afzuiging na het koken nog
enkele minuten werken.
De keukenlucht wordt gezuiverd van
eventueel nog aanwezige dampen en
geurtjes.
Resten in de dampkap en en de geur-
tjes die hierdoor ontstaan worden voor-
komen.
Afzuiging uitschakelen
Schakel door het inschuiven van de
luifel de ventilator uit. Wanneer u de
luifel de volgende keer uittrekt, scha-
kelt de ventilator weer in de gewenste
stand in of
Schakel de ventilatorschakelaar op 0.
Kookplaatverlichting in- en uit-
schakelen
De kookplaatverlichting kunt u bij in- en
uitgeschoven luifel, onafhankelijk van
de afzuiging, in- of uitschakelen.
Schakel de kookplaatverlichting met
de verlichtingsschakelaar in (1) en
uit (0).
Tips om energie te besparen
18
Deze dampkap werkt zeer efficiënt en
energiebesparend. Volgende maatre-
gelen ondersteunen u bij het spaarzame
gebruik:
Zorg bij het koken voor een goede
ventilatie van de keuken. Stroomt bij
luchtafvoer niet voldoende lucht, dan
werkt de dampkap niet efficiënt en
zijn er verhoogde werkingsgeluiden.
Kook op een zo laag mogelijke kook-
stand. Weinig kookdampen beteke-
nen een lage vermogensstand aan de
dampkap en hierdoor ook minder
stroomverbruik.
Controleer de gekozen vermogens-
stand op de dampkap. Meestal is een
lage vermogensstand voldoende. Ge-
bruik de boosterstand alleen als dat
nodig is.
Schakel bij sterke kookdampen al
vroeg op een hoge stand. Dat is effi-
ciënter dan de kookdampen nadien
proberen op te vangen.
Let erop om de dampkap na het ko-
ken weer uit te schakelen.
Maak de filters geregeld schoon of
vervang ze. Door erg vette filters
wordt het vermogen verlaagd en de
bestaat er brandgevaar. Voorts be-
staat dan een risico voor het hygiëne.
Reiniging en onderhoud
19
Maak voorafgaand aan onder-
houd en reiniging de dampkap span-
ningsvrij. Zie hoofdstuk: “Veiligheids-
instructies en waarschuwingen”.
Behuizing
Algemeen
Het oppervlak en de bedienings-
elementen zijn krasgevoelig.
Neem daarom de volgende reini-
gingstips in acht.
Reinig oppervlak en bedieningsele-
menten alleen met een doek, wat rei-
nigingsmiddel en wat warm water.
Let erop dat er geen water in de
dampkap komt.
Reinig vooral het gedeelte met de
bedieningselementen alleen met een
iets vochtige doek.
Wrijf alles daarna met een zachte
doek droog.
Gebruik geen:
zuur-, soda-, chloride- of oplosmid-
delhoudende reinigingsmiddelen,
schurende reinigingsmiddelen zoals
schuurpoeder en ook geen schuur-
sponsjes of sponsjes waar nog resten
van schuurmiddelen in zitten.
Roestvrijstalen oppervlakken
(Deze paragraaf geldt niet voor de be-
dieningstoetsen!)
Neem de algemene regels in acht en
gebruik daarnaast een niet-schurend
reinigingsmiddel dat speciaal ge-
schikt is voor roestvrij staal.
Gebruik ook een middel voor het on-
derhoud van roestvrij staal en breng
dit middel met een zachte doek ge-
lijkmatig en in kleine dosering aan.
Dit middel is verkrijgbaar bij de afde-
ling Wisselstukken van Miele België.
Bedieningselementen
De bedieningselementen kunnen ver-
kleuren
wanneer er vuil op blijft zitten.
Verwijder vuil daarom direct.
Neem de algemene regels in acht.
Gebruik geen reinigingsmiddel voor
roestvrij staal.
Reiniging en onderhoud
20
Vetfilters
Brandgevaar!
Een vetfilter met teveel vet is brand-
baar.
Reinig de vetfilter regelmatig.
De recyclebare metalen vetfilter in de
dampkap neemt de vaste deeltjes uit de
keukendampen op (vet, stof, etc.) en
zorgt er zo voor dat de dampkap niet
vuil wordt.
De vetfilter moet regelmatig worden ge-
reinigd.
Een sterk vervuild vetfilter vermindert
het afzuigvermogen en zorgt voor
meer vervuiling van de dampkap en
de keuken.
Reinigingsinterval
Aangekoekt vet wordt na verloop van
tijd hard en het wordt dan steeds moei-
lijker om de filters schoon te krijgen. U
kunt de vetfilter daarom het beste om
de 3–4weken schoonmaken.
De vetfilter uitnemen
Een vetfilter kan makkelijk uit uw
handen glippen.
Daarbij kunnen de vetfilter en de
kookplaat beschadigd raken.
Houd de vetfilter bij het verwijderen,
reinigen en terugplaatsen daarom
goed vast.
Klap de vetfilter wanneer u het ver-
wijdert niet naar beneden.
Dit kan schade aan de pennen ver-
oorzaken.
Pak de ingeschoven luifel tegelijk met
de vetfilter met beide handen vast en
trek ze eruit.
Haal de vetfilter uit de luifel.
Schakel de afzuiging uit.
De vetfilter met de hand reinigen
Reinig de vetfilter in warm water met
een afwasborstel en een zacht hand-
afwasmiddel. Gebruik het handaf-
wasmiddel niet geconcentreerd.
Reiniging en onderhoud
21
Ongeschikte reinigingsmiddelen
Vetfilters kunnen beschadigd raken
door reinigingsmiddelen die daarvoor
niet geschikt zijn.
De volgende reinigingsmiddelen mogen
niet worden gebruikt:
kalkoplossende reinigingsmiddelen
schuurpoeder of schuurcrème
agressieve allesreinigers en vetoplos-
sprays
ovenspray
Vetfilter in de vaatwasser reinigen
Plaats de vetfilter verticaal of schuin
in het onderrek. Let erop dat de
sproeiarm vrij kan bewegen.
Gebruik een reinigingsmiddel dat ge-
schikt is voor huishoudelijk gebruik.
Kies een programma met een tempe-
ratuur tussen de 50°C en 65°C.
Houd er bij reiniging van de vetfilter in
de vaatwasser rekening mee dat ge-
bruik van sommige reinigingsmiddelen
tot verkleuringen van het metaal van
de vetfilter kan leiden. Dit heeft geen
nadelig effect op de werking van de
vetfilter.
Na het reinigen
Leg de vetfilter na het schoonmaken
nog op een vochtopnemend voor-
werp te drogen.
Wanneer de vetfilter uitgenomen zijn,
kan u de bereikbare onderdelen van
de behuizing van vet ontdoen. Op die
manier voorkomt u brandgevaar.
Plaatsen van de vetfilter
Draai de vetfilter zo dat de rode
kunststofgeleiders aan de voorkant
liggen en naar boven wijzen.
Plaats de vetfilter aan de voorkant in
de luifel, druk het naar boven en
schuif het tegelijk met de luifel naar
binnen, waarbij het op de pennen
glijdt. Druk de vetfilter daarna aan de
achterkant nog even aan.
Reiniging en onderhoud
22
Actievekoolstoffilter
Wanneer de afzuigkap op luchtcirculatie
is aangesloten, moet er naast het vetfil-
ter ook nog 1 anti-geurfilter worden ge-
plaatst.
Dit filter neemt alle kookluchtjes op. Het
wordt in het wasemscherm boven het
vetfilter geplaatst.
U kunt de actievekoolstoffilters in de
webshop van Miele, bij Miele zelf (zie
achter in deze gebruiksaanwijzing) of bij
de Miele-vakhandelaar verkrijgen.
De type-aanduiding vindt u in het
hoofdstuk “Technische gegevens”.
Actievekoolstoffilter plaatsen / ver-
vangen
Om de reukfilter te monteren of te
vervangen, moet u eerst de vetfilter
uitnemen zoals tevoren beschreven.
Haal de actievekoolstoffilter uit de
verpakking.
Druk de actievekoolstoffilter in het
frame.
Zet de vetfilter weer terug.
Vervangingsfrequentie
Vervang de anti-geurfilter altijd zodra
kookluchtjes niet meer voldoende
worden opgenomen.
In ieder geval om de 6 maanden ver-
vangen.
Actievekoolstoffilters weggooien
Gooi de gebruikte filter bij het huis-
vuil.
Reiniging en onderhoud
23
Lampjes vervangen
Vervang de lampjes door lampjes van
hetzelfde type:
Fabrikant...................................... EGLO
Lamptype ..................................... GU10
Type-aanduiding.......................... 11427
Vermogen ........................................ 3W
De lampen zijn verkrijgbaar bij Miele
België en bij de vakhandel.
Trek de ingeschoven luifel uit en ver-
wijder hierbij de vetfilter, zoals boven
beschreven.
Schakel de afzuiging en de verlichting
uit.
De lampjes worden erg heet
wanneer ze een tijdje branden.
Ook nadat de verlichting is uitge-
schakeld, loopt u nog enige tijd het
risico dat u zich verbrandt wanneer u
ze aanraakt.
Wacht een paar minuten met het ver-
vangen van de lampjes.
Haal bij luchtcirculatie de actievekool-
stoffilter uit het toestel.
Haal de elektrische spanning van de
dampkap. Zie hoofdstuk: “Veilig-
heidsinstructies en waarschuwingen”.
Duw de lampunit door de uitsparing
in het rooster iets naar beneden.
Draai het lampje naar links en haal
het uit het toestel.
Plaats het nieuwe lampje in de fitting
en druk het naar boven. Neem daarbij
de aanwijzingen van de fabrikant in
acht.
Zet de vetfilter en (bij luchtcirculatie)
de actievekoolstoffilter weer terug in
het toestel.
Technische Dienst van Miele en garantie
24
Voor storingen die u niet zelf kunt ver-
helpen, waarschuwt u uw Miele-vak-
handelaar of Miele.
Het adres, het telefoonnummer en de
website van Miele vindt u achter in deze
gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling
moet de afdeling Consumentenbelan-
gen weten welk type toestel u heeft en
welk serienummer het heeft.
Beide gegevens vindt u op het typepla-
tje.
Positie van het typeplaatje
Het typeplaatje is zichtbaar nadat u (af-
hankelijk van het model) de vetfilter
heeft verwijderd.
Duur en voorwaarden van de
garantie
De duur van de garantie bedraagt
2jaar.
Meer informatie vindt u in de meegele-
verde garantievoorwaarden.
Montage
25
Voor de montage
Neem voordat u met monteren
begint de informatie in dit hoofdstuk
en in het hoofdstuk “Opmerkingen
omtrent uw veiligheid” in acht.
Montage
26
Montagemateriaal
Montage
27
a
1luchtafvoertuit
voor een luchtafvoerleiding
150mm.
b
1 reduceerstuk
voor een luchtafvoerleiding
125mm.
c
1 terugslagklep
te plaatsen in de uitblaastuit van de
motoreenheid (niet bij luchtcirculatie)
d
2montagehaken
voor het bevestigen van de damp-
kap in de wandkast.
e
1 afstandprofiel
voor het afdekken van de spleet tus-
sen achterwand van het toestel en
de muur.
f
Ombouwset voor luchtcirculatie
(wordt niet bijgevoegd, maar moet
worden bijbesteld. Zie hoofdstuk:
“Technische gegevens”). Ombouw-
set voor luchtcirculatie bevat uit-
blaasrooster, aluminium slang en
slangklemmen.
g
Aanbouwset DML 400 voor de
montage van een klapbaar front-
paneel
(wordt niet bijgevoegd, maar moet
worden bijbesteld). Bevat klaphaken
en bevestigingsschroeven voor aan-
bouw van een meubelfrontpaneel.
14 schroeven 4 x 15mm
om de dampkap in de wandkast te be-
vestigen.
8 schroeven M4 x 12mm
voor het bevestigen van de dampkap
aan de montagehaken.
4 schroeven kunnen alternatief voor de
kunststof nieten voor het bevestigen
van het afstandsprofiel worden ge-
bruikt.
4 kunststof nieten
voor het bevestigen van het afstands-
profiel.
Montage
28
Afmetingen van het toestel
a
De bovenkast moet van de voorkant tot de tussenwand een onderbodem heb-
ben. Wordt het toestel verder naar achteren geplaatst, bijv. wanneer er een
frontpaneel wordt gemonteerd, moet ook de onderbodem dieper zijn.
b
De tussenwand van de bovenkast moet uitneembaar zijn.
c
Luchtafvoer; bij het meten van de kasthoogte en de uitsparingen moet u re-
kening houden met gemonteerde accessoires (bijv. geluidsdempers en DSM-
modules).
d
Luchtcirculatie met ombouwset DUU 151
e
Neem bij montage met liftframe DAR3000 de afwijkende kasthoogte in acht
(zie maatschets DAR3000).
Montage
29
Afstand tussen kookplaat en dampkap (S)
Tussen de onderkant van de dampkap en de plek waar gekookt, gebakken, ge-
braden, gegrilleerd of gefrituurd wordt, moet een minimumafstand worden aan-
gehouden. Deze kunt u hieronder vinden.
Geeft de fabrikant echter een grotere afstand aan, houd dan deze aan.
Neem ook de veiligheidsinstructies en waarschuwingen in het gelijknamige
hoofdstuk in acht.
Kooktoestel Minimumafstand S
Elektrische kookplaat 450mm
Grill en friteuse (elektrisch) 650mm
Een gaskookplaat met verschillende branders met een
totale capaciteit van 12,6 kW,
waarbij geen brander een capaciteit van > 4,5 kW heeft.
650mm
Een gaskookplaat met verschillende branders met een
totale capaciteit van >12,6 kW en > 21,6 kW,
waarbij geen brander een capaciteit van 4,8 kW heeft.
760mm
Een gaskookplaat met verschillende branders met een
totale capaciteit van >21,6 kW,
of met bij één brander een capaciteit van > 4,8 kW.
niet mogelijk
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van 6 kW 650mm
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van > 6 kW en
8,1 kW
760mm
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van > 8,1 kW niet mogelijk
Monteert u een frontpaneel van hout of kunststof aan de dampkap, neem dan
de aanwijzingen van de fabrikant van de kooktoestellen in acht met betrekking
tot het gebruik van licht ontvlambaar materiaal boven kooktoestellen.
Montage
30
Montagetips
Om alle kookdampen op te kunnen
vangen, moet de dampkap precies in
het midden boven de kookplaat zijn
gemonteerd.
Zorg ervoor dat het kookplaat niet
groter is dan de dampkap, liefst klei-
ner.
De plaats waar de dampkap komt te
hangen moet makkelijk toegankelijk
zijn. In geval van een storing moet
een technicus makkelijk bij de damp-
kap kunnen komen en deze ongehin-
derd kunnen demonteren. Let bij het
monteren van de dampkap dus ook
op de plaatsing van kasten, planken,
plafond- of decorelementen in de
omgeving van de dampkap.
Montage
31
a
Voorbeeld: inbouwsituatie zonder
frontpaneel, voorkant van het naar
binnen geschoven luifel moet even-
wijdig lopen aan de voorkant van de
inbouwkast. In deze situatie is een
kastbodem nodig van minstens
95mm dik.
b
Voorbeeld: laat zien hoe het toestel
wordt ingebouwd wanneer er een
frontpaneel is geplaatst. Het toestel
wordt verder naar achteren geplaatst
en wel het aantal mm b van het
frontpaneel plus 5mm voor de be-
vestigingshaak DML 400.
In dit geval moet ook de kastbodem
groter zijn.
De resterende inbouwopening mag niet
kleiner zijn dan 180mm. Als dit het ge-
val is, plaats dan het toestel verder
naar achteren en kies een kleinere
maat T, die wel past.
De stand van de luifel kunt u later door
het afstellen van de diepte met maxi-
maal 35mm naar voren corrigeren.
Om het toestel precies te kunnen positi-
oneren moet u eerst het afstandsprofiel
aan de achterkant tot de vereiste afme-
ting T worden gekort en gemonteerd:
T= corpusdiepte K min toesteldiepte G
Maak het afstandsprofiel korter door
het overtollige deel tot T met een mes
af te snijden. Dit moet gebeuren op
de breuklijn van de strip die één
maat korter is.
Montage
32
Schroef het korter gemaakte afstand-
sprofiel onder de zijwanden van de
kast en zorg er daarbij voor dat het
tegen de muur aankomt.
Teken aan de voorkant van het af-
standsprofiel een verticale lijn rechts
en links aan de binnenkant van de
kast.
De haken zijn geschikt voor kast-
wanden van 16mm en 19mm dik.
Schroef de ijzers met de zijde vast die
de betreffende afdruk heeft.
Schroef de montagehaken met de
opstaande kant links en rechts in de
kast vast. Zorg er daarbij voor dat de
liggende kant van de haken plat op
de bodem van de kast komt. Op de
opstaande kant moet de dikte staan
die de kast heeft.
Montage
33
Verwijder, om krassen op de luifel te
voorkomen, de montagebescher-
ming tussen luifel en ommanteling
pas nadat het toestel in de kast is
geplaatst.
De dampkap wordt zonder vetfilter in-
gebouwd. Verwijder voor de montage
eventueel aangebrachte vetfilters (Zie
hoofdstuk: “Reiniging en onder-
houd”).
Til de dampkap van onderen in de
kast, de veerhouders aan de zijkant
moeten in de montagehaken vastklik-
ken.
Schuif de dampkap naar achteren te-
gen het afstandsprofiel aan.
Voor het geval u het toestel ooit wilt
demonteren: wanneer de beide
schroeven die links en rechts aan de
binnenkant van de ommanteling zit-
ten eruit worden geschroefd, raken
de veerhouders los en kan het toestel
uit de kast worden getild.
Montage
34
Schroef de dampkap links en rechts
vast aan de montagehaken in de kast
en wel via de 2 schroefgaten die aan
beide kanten zitten.
Trek de luifel uit en verwijder de mon-
tagebescherming tussen luifel en om-
manteling.
De dampkap wordt met vier schroe-
ven van onderen aan de onderzijde
van het keukenmeubel geschroefd.
( 6 schroeven bij een dampkap met
een breedte van 90cm).
Let er om beschadigingen bij het uit-
trekken van de luifel te voorkomen
op, dat alle bevestigingsschroeven er
recht ingedraaid worden en de
schroefkoppen verzonken zijn.
Maak het afstandsprofiel met de 4
kunststof nieten aan de achterzijde
van de ommanteling vast.
Montage
35
Het monteren van het frontpa-
neel
Aan de voorzijde van de luifel is de
montage van een frontpaneel van uw
keukenmeubelassortiment mogelijk.
Een frontpaneel mag niet meer dan
1300 g wegen. Frontpanelen met een
diepte van max. 30mm voldoen aan de-
ze eis. Frontpanelen met een grotere
diepte zijn te zwaar en moeten aan de
achterkant worden uitgevreesd.
Ter bevestiging van het frontpaneel is
montageset DML 400 vereist (bij te be-
stellen accessoire).
Neem bij de montage de aanwij-
zingen uit de montagehandleiding
van de montageset in acht.
De luifel in de gewenste stand
afstellen
Stel de luifel evenwijdig aan de panelen
van de kasten daarnaast en wel via de
beide schroeven rechts en links in de
luifel. U kunt de luifel max. 35mm naar
voren verplaatsen.
Stel met een schroevendraaier de lui-
fel af in de gewenste stand.
Montage
36
Het plaatsen van de vetfilter
Trek de beschermfolie van het frame
van de vetfilter af.
Draai de vetfilter zo dat de rode
kunststofgeleiders aan de voorkant
liggen en naar boven wijzen.
Plaats de vetfilter aan de voorkant in
de luifel, druk het naar boven en
schuif het tegelijk met de luifel naar
binnen, waarbij het op de pennen
glijdt. Druk de vetfilter daarna aan de
achterkant nog even aan.
Luchtafvoeraansluiting
Plaats de terugslagklep indien nodig.
Let er daarbij op dat de klep makke-
lijk opengaat en vanzelf weer sluit.
dai2699
Bevestig de luchtafvoerleiding op de
luchtafvoertuit, bijv. een flexibele
luchtafvoerslang met een slangklem
(na te bestellen accessoire). Als u een
luchtafvoerleiding met een doorsnede
van 125mm gebruikt, plaats dan
de bijgevoegde reduceertuit in de
luchtafvoertuit. Zie ook hoofdstuk:
“Luchtafvoersysteem”.
Montage
37
Plaats de luchtafvoerleiding op de
uitblaastuit van de afzuigkap.
Hoe u voor de montage van het
luchtafvoersysteem verder te werk
moet gaan, vindt u in het hoofdstuk:
“Luchtafvoersysteem”.
Luchtcirculatieaansluiting
Is een luchtafvoeraansluiting door de
bouwkundige constructie niet mogelijk,
laat de dampkap dan met luchtcircula-
tie werken. Hiervoor hebt u een om-
bouwset DUU 151 nodig die verkrijg-
baar is bij uw Miele-handelaar of bij de
Technische Dienst van Miele. Boven-
dien hebt u een actievekoolstoffilter no-
dig. Zie hoofdstuk: “Technische gege-
vens”.
Monteer de ombouwset zoals be-
schreven in de daarbij behorende
montagehandleiding. Zorg ervoor dat
de lamellen van het uitblaasrooster
naar het midden van het vertrek wij-
zen en niet direct naar de wand of het
Montage
38
plafond.
Bij luchtcirculatie wordt geen terug-
slagklep ingebouwd.
Plaats de actievekoolstoffilters. Zie
hoofdstuk: “Reiniging en onderhoud”.
Elektrische aansluiting
Neem voordat u de dampkap op de
elektriciteit aansluit de hoofdstukken:
“Elektrische aansluiting” en “Veilig-
heidsinstructies en waarschuwingen”
in acht.
Steek de stekker in het stopcontact.
Elektrische aansluiting
39
De dampkap mag alleen aangesloten
worden op een AC230V ~ 50Hz stop-
contact dat volgens de voorschriften
geaard en geïnstalleerd is.
De elektrische installatie moet volgens
VDE0100 uitgevoerd zijn!
Om de veiligheid te verhogen, is het
raadzaam een verliesstroomschakelaar
met een uitschakelstroom van 30mA
(DINVDE0664) voor het toestel te
schakelen (VDE in de richtlijn
DINVDE0100 deel 739).
Voer de aansluiting bij voorkeur via een
stopcontact uit. Dit vergemakkelijkt im-
mers eventuele tussenkomsten van de
Technische Dienst. Het stopcontact
moet nog toegankelijk zijn als het toe-
stel ingebouwd is.
Als het stopcontact na de inbouw niet
meer toegankelijk is, moet in de instal-
latie een scheidingsinrichting voor elke
pool voorhanden zijn. Als stroomonder-
brekers kunnen er schakelaars worden
gebruikt met een contactopening van
meer dan 3mm.
Bijvoorbeeld automatische schakelaars,
smeltstoppen en contactsluiters
(EN60335).
De vereiste aansluitgegevens vindt u op
het typeplaatje (zie hoofdstuk “Tech-
nische Dienst van Miele en garantie”).
Ga na of deze gegevens overeenstem-
men met de spanning en de frequentie
van het net.
Luchtafvoerleiding
40
Gelijktijdig gebruik van de damp-
kap en een toestel dat lucht in die-
zelfde ruimte verbruikt kan gevaarlijk
zijn! Er kunnen giftige gassen vrijko-
men.
Neem beslist de veiligheidsinstruc-
ties en waarschuwingen in het gelijk-
namige hoofdstuk in acht.
Laat in ieder geval door de plaatse-
lijke schoorsteenveger controleren of
een veilig gebruik van de luchtafvoer
gewaarborgd is.
Voor de luchtafvoer mogen alleen
gladde buizen of flexibele slangen
van niet-brandbaar materiaal worden
gebruikt.
Voor een zo groot mogelijk afzuigver-
mogen en een zo laag mogelijk geluids-
niveau moeten de volgende punten in
acht worden genomen.
De luchtafvoer moet een doorsnede
hebben die niet minder is dan 150
mm.
Wanneer er platte luchtafvoerkanalen
worden gebruikt, mag de doorsnede
niet kleiner zijn dan de doorsnede
van de luchtafvoertuit.
De luchtafvoer moet zo kort en recht
mogelijk zijn.
Alleen bochten met een grote straal
zijn toegestaan.
Er mogen geen knikken in de luchtaf-
voer komen en de luchtafvoer mag
niet in elkaar worden gedrukt.
De verbindingspunten mogen niet
lekken.
Iedere barrière in de luchtstroming
vermindert de afzuigcapaciteit en
verhoogt het geluidsniveau.
Wordt de lucht gewoon naar buiten
afgevoerd, dan kan het beste een
dakdoorvoering of een telescopische
muurkast worden geïnstalleerd. Deze
kunt u nabestellen.
Moet de lucht door een schoorsteen
worden afgevoerd, dan moet de in-
voerbuis verticaal worden gebogen.
Wanneer de luchtafvoer horizontaal
wordt aangelegd, moet het verval
minstens 1 cm per meter bedragen.
Daarmee wordt voorkomen dat er
condenswater in de dampkap loopt.
Wanneer de luchtafvoer door koele
ruimten, zolders e.d. wordt aange-
legd, kan er binnen de afzonderlijke
ruimten een groot temperatuurver-
schil ontstaan. Er kan zich dan con-
dens vormen. De luchtafvoer moet
daarom worden geïsoleerd.
Luchtafvoerleiding
41
Anti-condensvoorziening
Daarnaast is het aan te bevelen om een
anti-condensvoorziening te installeren
die het condenswater, dat ondanks de
isolatie van de luchtafvoer vrijkomt, op-
neemt en verdampt.
Dit accessoire is verkrijgbaar voor
luchtafvoerbuizen met een doorsnede
van 125mm of 150mm.
Plaats de anti-condensvoorziening
loodrecht en zo dicht mogelijk boven
de luchtafvoertuit van de dampkap.
De pijl op de ommanteling geeft de
blaasrichting aan.
Geluidsdemper
In de luchtafvoerleiding kan een ge-
luidsdemper worden gemonteerd (mits
toeslag verkrijgbaar). Deze zorgt voor
bijkomende geluidsdemping.
Luchtafvoer
De geluidsdemper reduceert zowel af-
zuiggeluiden die naar buiten dringen als
ook geluiden die van buiten via de
luchtafvoer de keuken binnendringen,
zoals straatlawaai. Daarom wordt de
geluidsdemper zo dicht mogelijk vóór
de opening geplaatst waarlangs de
lucht wordt afgevoerd .
Luchtafvoerleiding
42
Luchtcirculatie
De geluidsdemper wordt tussen uit-
blaastuit en uitblaasrooster geplaatst,
nl. bij . Deze plaats moet in individue-
le gevallen worden gecontroleerd.
Technische gegevens
43
Motor van de afzuiging 110W
Kookplaatverlichting 2 x 3W
Totale aansluitwaarde 116W
Netspanning, frequentie AC 230V, 50Hz
Zekering 10A
Lengte van de aansluitkabel 1,5m
Gewicht 12kg
Luchtcirculatie met bij te bestellen toebehoren:
Ombouwset DUU 151 en actievekoolstoffilter DKF 13-1.
Positie van het typeplaatje
Het typeplaatje is zichtbaar nadat u (afhankelijk van het model) de vetfilter heeft
verwijderd.
Technische gegevens
44
Productkaart voor huishoudelijke afzuigkappen
volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr.
66/2014
MIELE
Identificatie van het model DA 3366
Jaarlijks energieverbruik (AEC
afzuigkap
) 61,4kWh/jaar
Energie-efficiëntieklasse C
Energie-efficiëntie-index (EEI
afzuigkap
) 80,5
Hydrodynamische efficiëntie (FDE
afzuigkap
) 14,2
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) D
Verlichtingsefficiëntie (LE
afzuigkap
) 53,3lx/W
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Vetfilteringsefficiëntie 89,0%
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) B
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt
246,8m
3
/h
Luchtstroom (minimumsnelheid)
150m
3
/h
Luchtstroom (maximumsnelheid)
320m
3
/h
Luchtstroom (intensieve of boostmodus)
430m
3
/h
Max. luchtstroom (Q
max
)
430m
3
/h
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt 217 Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid) 44 dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid) 51 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus 58 dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt 105,0W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (P
o
) 0,00W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (P
s
) W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem 6,0W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookopper-
vlak
320 Ix
Tijdstoenamefactor 1,5
Herstellingen aan huis en andere inlichtingen: 02/451.16.16
nv Miele België
Z.5 Mollem 480
1730 Mollem (Asse)
Internet: www.miele.be
Duitsland
Miele & Cie. KG
Carl-Miele-Straße 29
33332 Gütersloh
M.-Nr. 10 553 850 / 02nl-BE
DA 3366
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

Miele DA 3366 RVS de handleiding

Type
de handleiding