2
3351-110
• Trek de maaimachine nooit achterwaarts, tenzij
dit strikt noodzakelijk is. Kijk naar beneden en
achterom vóór en tijdens het achteruitrijden.
• Gebruik de machine niet als goede schermen,
schilden, de grasvanger of andere beveiligings-
middelen ontbreken.
• Raadpleeg de instructies van Toro voor de juiste
bediening en installatie van accessoires. Gebruik
uitsluitend accessoires van Toro.
• Zet het maaimes stil als u een grindpad, voetpad,
of weg oversteekt.
• Zet altijd de motor af voordat u de machine
achterlaat, reinigingswerkzaamheden gaat
verrichten of de afvoertunnel ontstopt.
• Zet de motor af en wacht tot het maaimes geheel
tot stilstand komt, voordat u de grasvanger eraf
haalt.
• Maai uitsluitend bij daglicht of goed kunstlicht.
• Gebruik de machine niet als u onder de invloed
van alcohol of drugs bent.
• Gebruik de machine nooit op nat gras. Zorg
ervoor dat u altijd stevig staat en houd de
handgreep goed vast. Loop stapvoets; ga nooit
rennen.
• U mag een maaimachine nooit optillen of dragen
terwijl de motor loopt.
• Schakel de rijaandrijving uit voordat u de motor
start.
• Als de machine abnormaal begint te trillen, moet
u de motor afzetten en onmiddellijk nagaan wat
de oorzaak daarvan is. Trillingen duiden meestal
op problemen.
• Draag altijd oogbescherming of een veiligheidsbril
die de ogen geheel afsluit, als u de machine
gebruikt.
Maaien op hellingen
• Hellingen zijn een belangrijke oorzaak van
ongevallen waarbij de gebruiker wegglijdt en ten
val komt. Dit kan leiden tot ernstig letsel. Alle
hellingen vereisen bijzondere voorzichtigheid. Als
u zich bij een helling ongemakkelijk voelt, maai
die dan liever niet.
• Maai dwars over een helling; nooit helling op en
af. Ga zeer zorgvuldig te werk als u van richting
verandert op een helling.
• Verwijder obstakels zoals stenen, boomtakken,
enz. uit het werkgebied. Kijk uit voor gaten,
geulen, sporen en hobbels. In hoog gras zijn
obstakels niet altijd zichtbaar.
• Maai niet in de buurt van steile hellingen,
greppels of dijken. U zou dan uw evenwicht
kunnen verliezen of niet meer stevig kunnen
staan.
• Maai niet op al te steile hellingen.
• Maai niet op nat gras. Dit geeft weinig steun,
zodat de kans bestaat dat u wegglijdt.
Kinderen
Er kunnen fatale ongelukken gebeuren als de
gebruiker van de machine niet alert is op de
aanwezigheid van kinderen. Kinderen worden vaak
aangetrokken door de maaimachine en de
werkzaamheden die ermee worden verricht. Ga er
nooit van uit dat kinderen op de plaats blijven waar u
ze het laatst heeft gezien.
• Houd kinderen weg uit het maaigebied en zorg
ervoor dat een verantwoordelijke volwassene hen
in het oog houdt.
• Let goed op en zet de machine af als kinderen
het werkgebied binnenkomen.
• Kijk vóór en tijdens het achteruitrijden naar
beneden en achterom om te zien of er geen
kleine kinderen in de buurt zijn.
• Laat kinderen nooit de machine bedienen.
• Wees extra voorzichtig bij het naderen van blinde
hoeken, struiken, bomen, en andere objecten die
het zicht kunnen belemmeren.
Onderhoud
• Wees extra voorzichtig als u omgaat met
benzine. Benzine is ontvlambaar en de dampen
kunnen tot ontploffing komen.
• Gebruik uitsluitend een goedgekeurd vat of
blik.
• Verwijder nooit de dop van de brandstoftank
en vul nooit brandstof bij wanneer de motor
loopt. Laat de motor afkoelen voordat u
brandstof bijvult. Niet roken.
• U mag de brandstoftank nooit binnenshuis
bijvullen.
• Sla de maaimachine of een brandstofvat
nooit op in een ruimte waarin zich een open
vuur bevindt, zoals een waakvlam van een
boiler.
• Laat de motor nooit lopen in een afgesloten ruimte.