Toro 53cm Super Recycler Lawnmower Handleiding

Type
Handleiding
2001The Toro Company
8111 Lyndale Ave., Bloomington, MN 55420, VS
Gedrukt in de VS
Alle rechten voorbehouden
Registreer uw product op www.Toro.com
Vertaling van de oorspronkelijke instructies (NL)
53cm Super Recycler
)
Maaimachine
Modelnr. 20793 – Serienr. 250000001 en hoger
Modelnr. 20795 – Serienr. 250000001 en hoger
Form No. 3353-461 Rev A
Gebruikershandleiding
Inleiding
Lees deze handleiding zorgvuldig, zodat u weet hoe u
de machine op de juiste wijze kunt gebruiken en
onderhouden en letsel en schade aan de machine
kunt voorkomen. U bent verantwoordelijk voor het
juiste en veilige gebruik van de machine.
U kunt rechtstreeks contact met Toro opnemen op
www.toro.com om informatie over producten en
accessoires te verkrijgen, een dealer te vinden of uw
product te registreren.
Als u service, originele Toro-onderdelen of aan-
vullende informatie nodig hebt, kunt u contact
opnemen met een erkende Service Dealer. U dient
hierbij altijd het modelnummer en het serienummer
van het product te vermelden. De locatie van het
plaatje met het modelnummer en het serienummer
van het product is aangegeven op onderstaande
afbeelding. U kunt de nummers noteren in de ruimte
hieronder:
Modelnummer:
Serienummer:
m-8102
Deze handleiding noemt een aantal mogelijke
gevaren en bevat een aantal veiligheidsberichten
waarin de volgende woorden worden gebruikt:
Gevaar duidt op een zeer gevaarlijke situatie die
ernstig letsel of de dood tot gevolg zal hebben
wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in acht
worden genomen.
Waarschuwing duidt op een gevaarlijke situatie
die ernstig letsel of de dood tot gevolg kan
hebben wanneer de veiligheidsvoorschriften niet
in acht worden genomen.
Voorzichtig duidt op een gevaarlijke situatie die
licht letsel tot gevolg kan hebben wanneer de
veiligheidsvoorschriften niet in acht worden
genomen.
Er worden in deze handleiding nog twee woorden
gebruikt om uw aandacht op bijzondere informatie te
vestigen. Belangrijk: attendeert u op bijzondere
technische informatie en N.B.: duidt algemene
informatie aan die bijzondere aandacht verdient.
De uitlaatgassen van de motor van dit product
bevatten chemische stoffen waarvan bekend is
dat ze kanker, geboorteafwijkingen of andere
schade aan de voortplantingsorganen kunnen
veroorzaken.
BELANGRIJK: De motor van dit product is niet
uitgerust met een vonkenvanger. Als de maaimachine
wordt gebruikt in een bosgebied of op een met dicht
struikgewas of gras begroeid terrein in Californië
zonder vonkenvanger, handelt de bestuurder in strijd
met de bepalingen van de Wet op de Openbare
Hulpbronnen (Public Resources Code), Afdeling
4442, van de Staat Californië. In andere landen of
staten kunnen soortgelijke wetten van kracht zijn.
Dit vonkontstekingssysteem is in overeenstemming
met de Canadese ICES-002.
Ce système d’allumage par étincelle de véhicule est
conforme à la norme NMB-002 du Canada.
De bijgevoegde Bedieningshandleiding wordt
geleverd om informatie te verstrekken met betrekking
tot de Amerikaanse Environmental Protection Agency
(EPA) en de California Emission Control Regulation
betreffende uitlaatsystemen, onderhoud en
waarborgen. Nieuwe exemplaren kunt u bestellen via
de fabrikant van de motor.
Veiligheid
Deze maaimachine voldoet minstens aan de EN 836
en ISO 5395 normen, die van kracht waren op het
moment van productie.
Lees altijd deze handleiding en zorg ervoor dat u
deze begrijpt voordat u de machine start.
Dit is het veiligheidssymbool. Het wordt
gebruikt om u attent te maken op mogelijke
risico’s op lichamelijk letsel. Houd u aan alle
veiligheidsberichten bij dit symbool teneinde
lichamelijk of zelfs dodelijk letsel te voorkomen.
Onjuist gebruik of onderhoud van deze
maaimachine kan lichamelijk of dodelijk letsel
veroorzaken. Om dit risico te verminderen, dient
u zich aan de volgende instructies te houden.
De volgende instructies zijn ontleend aan
ANSI/OPEI-norm B71.1 en ISO-norm 5395.
2
3353-461 Rev A
Algemene
gebruiksaanwijzing
U moet ervoor zorgen dat u alle instructies op de
machine en in de handleiding hebt gelezen, be-
grepen en uitgevoerd. Zorg ervoor dat u ver-
trouwd raakt met de bedieningsorganen en weet
hoe u ze moet gebruiken, voordat u de maai-
machine start.
Houd handen en voeten uit de buurt van
draaiende onderdelen. Blijf altijd uit de buurt van
de afvoeropening.
Laat de machine uitsluitend gebruiken door
verantwoordelijke volwassenen die bekend zijn
met de instructies.
Verwijder uit het maaigebied voorwerpen zoals
stenen, speelgoed, draden, botten, stokken, enz.,
die het maaimes kan oppakken en uitwerpen.
Voordat u gaat maaien, moet u ervoor zorgen dat
er zich verder niemand in het werkgebied bevindt.
Stop de maaimachine als iemand het maaigebied
binnenkomt.
Draag tijdens het maaien geen schoenen met
open tenen en loop niet op blote voeten. Zorg
ervoor dat u altijd stevige schoenen draagt.
Trek de maaimachine nooit achterwaarts, tenzij
dit strikt noodzakelijk is. Kijk naar beneden en
achterom vóór en tijdens het achteruitrijden.
Gebruik de machine niet als goede schermen,
schilden, de grasvanger of andere
beveiligingsmiddelen ontbreken.
Raadpleeg de instructies van Toro voor de juiste
bediening en installatie van accessoires. Gebruik
uitsluitend accessoires van Toro.
Zet het maaimes stil als u een grindpad, voetpad,
of weg oversteekt.
Zet altijd de motor af voordat u de machine
achterlaat, reinigingswerkzaamheden gaat
verrichten of de afvoertunnel ontstopt.
Zet de motor af en wacht tot het maaimes geheel
tot stilstand komt, voordat u de grasvanger eraf
haalt.
Maai uitsluitend bij daglicht of goed kunstlicht.
Gebruik de machine niet als u onder de invloed
van alcohol of drugs bent.
Gebruik de machine nooit op nat gras. Zorg
ervoor dat u altijd stevig staat en houd de
handgreep goed vast. Loop stapvoets; ga nooit
rennen.
U mag een maaimachine nooit optillen of dragen
terwijl de motor loopt.
Schakel de rijaandrijving uit voordat u de motor
start.
Als de machine abnormaal begint te trillen, moet
u de motor afzetten en onmiddellijk nagaan wat
de oorzaak daarvan is. Trillingen duiden meestal
op problemen.
Draag altijd oogbescherming of een veiligheidsbril
die de ogen geheel afsluit, als u de machine
gebruikt.
Maaien op hellingen
Hellingen zijn een belangrijke oorzaak van onge-
vallen waarbij de gebruiker wegglijdt en ten val
komt. Dit kan leiden tot ernstig letsel. Alle
hellingen vereisen bijzondere voorzichtigheid. Als
u zich bij een helling ongemakkelijk voelt, maai
die dan liever niet.
Maai dwars over een helling; nooit helling op en
af. Ga zeer zorgvuldig te werk als u van richting
verandert op een helling.
Verwijder obstakels zoals stenen, boomtakken,
enz. uit het werkgebied. Kijk uit voor gaten,
geulen, sporen en hobbels. In hoog gras zijn
obstakels niet altijd zichtbaar.
Maai niet in de buurt van steile hellingen,
greppels of dijken. U zou dan uw evenwicht
kunnen verliezen of niet meer stevig kunnen
staan.
Maai niet op al te steile hellingen.
Maai niet op nat gras. Dit geeft weinig steun,
zodat de kans bestaat dat u wegglijdt.
Kinderen
Er kunnen fatale ongelukken gebeuren als de ge-
bruiker van de machine niet alert is op de aanwezig-
heid van kinderen. Kinderen worden vaak aange-
trokken door de maaimachine en de werkzaamheden
die ermee worden verricht. Ga er nooit van uit dat
kinderen op de plaats blijven waar u ze het laatst
heeft gezien.
Houd kinderen weg uit het maaigebied en zorg
ervoor dat een verantwoordelijke volwassene hen
in het oog houdt.
Let goed op en zet de machine af als kinderen
het werkgebied binnenkomen.
Kijk vóór en tijdens het achteruitrijden naar
beneden en achterom om te zien of er geen
kleine kinderen in de buurt zijn.
Laat kinderen nooit de machine bedienen.
Wees extra voorzichtig bij het naderen van blinde
hoeken, struiken, bomen, en andere objecten die
het zicht kunnen belemmeren.
3
3353-461 Rev A
Onderhoud
Wees extra voorzichtig als u omgaat met
benzine. Benzine is ontvlambaar en de dampen
kunnen tot ontploffing komen.
Gebruik uitsluitend een goedgekeurd vat of
blik.
Verwijder nooit de dop van de brandstoftank
en vul nooit brandstof bij wanneer de motor
loopt. Laat de motor afkoelen voordat u
brandstof bijvult. Niet roken.
U mag de brandstoftank nooit binnenshuis
bijvullen.
Sla de maaimachine of een brandstofvat
nooit op in een ruimte waarin zich een open
vuur bevindt, zoals een waakvlam van een
boiler.
Laat de motor nooit in een afgesloten ruimte
lopen.
De uitlaatgassen bevatten koolmonoxide, een
reukloos, dodelijk gif.
Laat de motor niet binnenshuis of in een
afgesloten ruimte draaien.
Verricht nooit onderhouds- of reparatiewerk-
zaamheden als de motor loopt. Maak de bougie-
kabel los en houd deze uit de buurt van de bougie
om te voorkomen dat de motor per ongeluk wordt
gestart.
Zorg ervoor dat alle moeren en bouten, met name
de bouten van de werktuigen, goed zijn vastge-
draaid, en houd de machine in goede conditie.
Knoei nooit met de veiligheidsvoorzieningen.
Controleer regelmatig of ze goed werken.
Houd de maaimachine vrij van gras, bladeren, of
andere opgehoopte rommel. Neem gemorste olie
of brandstof meteen op. Laat de motor afkoelen
voordat u de machine stalt.
Als u een voorwerp raakt, moet u stoppen en de
machine controleren. Indien nodig repareren
alvorens de maaimachine opnieuw te starten.
Probeer nooit de hoogte van de wielen af te
stellen, terwijl de motor loopt.
De onderdelen van de grasvanger zijn onderhevig
aan slijtage, beschadiging en breuk, waardoor
bewegende onderdelen bloot kunnen komen te
liggen of voorwerpen kunnen worden wegge-
slingerd. Controleer regelmatig de onderdelen en
vervang deze indien nodig door originele
Toro-onderdelen.
Maaimessen zijn scherp en kunnen snijden.
Omwikkel het maaimes of draag handschoenen
en wees extra voorzichtig als u onderhouds-
werkzaamheden aan het maaimes uitvoert.
Vervang een defecte geluiddemper.
Verander nooit de stand van de toerenregelaar
van de motor en laat de motor niet te snel
draaien.
Geluidsdruk
Deze machine oefent een geluidsdruk van 89 dBA uit
op het gehoor van de bestuurder, gebaseerd op
metingen bij identieke machines volgens EN 11094
en EN 836 procedures.
Geluidsniveau
Deze machine heeft een geluidsniveau van 100 dBA,
gebaseerd op metingen bij identieke machines
volgens EN 11094 procedures.
Trilling
Deze machine heeft een maximaal trillingsniveau van
7,0 m/s
2
op de handen en armen, gebaseerd op
metingen bij identieke machines volgens EN 1033
procedures.
4
3353-461 Rev A
Veiligheids- en instructiestickers
BELANGRIJK: Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan.
Vervang beschadigde stickers.
Merkteken van fabrikant
1. Geeft aan dat het mes onderdeel van een originele
Toro-maaimachine is.
94-8072
104-7908
1. Waarschuwing – Gebruik de machine niet zonder de afsluiter
van de achterafvoer of de grasvanger; gebruik de machine niet
zonder de afsluiter van de zijafvoer of de grasgeleider.
104-7909
1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding.
2. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Houd omstanders op
een veilige afstand van de machine.
3. Machine kan voorwerpen uitwerpen – Zorg ervoor dat de
grasgeleider op zijn plaats zit.
4. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd,
maaimes – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen.
5. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd,
maaimes – Maai nooit heuvelopwaarts en heuvelafwaarts;
gebruik de machine dwars op hellingen; zet de motor af alvorens
de bestuurderspositie te verlaten; en kijk achterom als u
achteruitloopt.
104-7953 (uitsluitend model 20795)
1. WaarschuwingLees de Gebruikershandleiding voor informatie over het opladen van de accu; bevat lood; niet weggooien.
2. Lees de Gebruikershandleiding.
5
3353-461 Rev A
108-4791 (uitsluitend model 20795)
108-9751 (uitsluitend model 20795)
1. MotorStoppen
2. Motor – Lopen
3. Motor – Starten
6
3353-461 Rev A
Algemeen overzicht van de machine
Model 20793
m-8206
8
3
1
4
10
5
7
11
13
6
9
2
12
1. Bovenste handgreep
2. Bedieningsstangsver-
grendeling
3. Handgreep van startkoord
4. Knoppen van bovenste en
onderste handgreep (4)
5. Dop van brandstoftank
6. Zijafvoer
7. Luchtfilter
8. Hulpstartknop
9. Bougie
10. Maaihoogtehendel (4)
11. Vulbuis/Peilstok
12. Contactschakelaar
13. Bedieningsstang voor
maaimes
Model 20795
m-8192
8
13
3
1
4
10
5
14
7
11
12
6
9
2
1. Bovenste handgreep
2. Bedieningsstangsver-
grendeling
3. Handgreep van startkoord
4. Knoppen van bovenste en
onderste handgreep (4)
5. Accu (niet getoond)
6. Dop van brandstoftank
7. Zijafvoer
8. Luchtfilter
9. Hulpstartknop
10. Bougie
11. Maaihoogtehendel (4)
12. Vulbuis/Peilstok
13. Elektrische starter
14. Bedieningsstang voor
maaimes
Modellen 20793 en 20795
m-5630/m-5637/m-8092
2
1
3
4
1. Grasvanger
2. Zijafvoertunnel
3. Oplader (uitsluitend
model 20795)
4. Afsluiter van achterafvoer
(gemonteerd)
7
3353-461 Rev A
Montage
BELANGRIJK: Verwijder de beschermfolie van de
motor en gooi deze weg.
De handgreep uitklappen
Als de handgreep verkeerd wordt in- of uitge-
klapt, kunnen de kabels schade oplopen, waar-
door de machine niet veilig kan worden gebruikt.
S Zorg ervoor dat u de kabels niet beschadigt
als u de handgreep in- of uitklapt.
S Indien een kabel is beschadigd, moet u
contact opnemen met een erkende Service
Dealer.
1. Monteer de bedieningsstang van het maaimes
aan het bovendeel van de handgreep.
m-8233
2. Beweeg het bovenste deel van de handgreep
voorzichtig naar voren totdat de helften van de hand-
greep in een lijn staan en laat ze dan in elkaar vallen.
m-8108
m-8109
A.
B.
3. Zet de hand-
greepknoppen zo
vast mogelijk.
m-8095
4. Draai de handgreep naar achteren.
m-8109
A.
B.
m-8110
5. Bevestig de beugels
van de handgreep (A)
aan de zijkanten van de
onderste handgrepen.
N.B.: Plaats een
borgring tussen elke
beugel en knop en
draai met de hand de
knop van de
onderste handgreep
zo vast mogelijk.
m-8097
A
8
3353-461 Rev A
Carter met olie bijvullen
BELANGRIJK: De maaimachine wordt geleverd
zonder olie in het carter.
1. Verwijder de peilstok.
m-8099/m-5571
m-8098
2. Giet langzaam olie in de vulbuis totdat het peil de
Vol markering op de peilstok bereikt. Niet te vol
vullen. Maximale vulhoeveelheid: 0,65 l, type:
SAE 30W reinigingsolie met API-onderhouds-
classificatie SF, SG, SH, SJ, SL, of hoger.
3. Plaats de peilstok weer stevig op zijn plaats.
BELANGRIJK: Ververs de motorolie na de eerste
5 bedrijfsuren; daarna moet dit elk jaar gebeuren.
Zie Motorolie verversen, blz. 17.
Voor het gebruik
Benzine is uitermate ontvlambaar en explosief. Brand of explosie van benzine kan
brandwonden veroorzaken.
S Om te voorkomen dat een statische lading de benzine tot ontbranding kan brengen,
moet u het benzinevat en/of de maaimachine alvorens de tank te vullen op de grond
plaatsen, niet op een voertuig of een ander object.
S Vul de brandstoftank in de open lucht wanneer de motor koud is. Neem gemorste
benzine op.
S Rook niet als u omgaat met benzine en houd benzine uit de buurt van open vuur of
vonken.
S Bewaar benzine in een goedgekeurd benzinevat en buiten bereik van kinderen.
Bij het instellen van de maaihoogte kunt u in aanraking komen met een bewegend mes.
Dit kan ernstig letsel veroorzaken.
S Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand gekomen
zijn.
S Plaats uw vingers niet onder de maaikast als u de maaihoogte instelt.
9
3353-461 Rev A
Zekering monteren
Uitsluitend model 20795
De maaimachine wordt geleverd met een 40 A
zekering, die het elektrische startsysteem beveiligt.
BELANGRIJK: U kunt de machine pas starten met
het elektrische startsysteem of de accu opladen als
de zekering is gemonteerd.
1. Maak beide
uiteinden van het
accudeksel los en
verwijder dit.
m-5621
N.B.: Verwijder de tijdelijke sticker van het
accudeksel.
2. Plaats de zekering
in de zekeringhouder
zoals wordt getoond.
N.B.: De machine wordt
geleverd met een
zekering in het
gebruikerspakket en een
andere zekering in de
accubak.
m-4796
3. Plaats het accudeksel.
Accu opladen
Uitsluitend model 20795
Zie Accu opladen, blz. 18.
Brandstoftank vullen
Vul de brandstoftank met verse loodvrije, normale
benzine van een bekend merk.
BELANGRIJK: Om startproblemen te verminderen,
moet u het hele seizoen een stabilizer toevoegen aan
de benzine. Gebruik nooit benzine die ouder is dan
30 dagen.
1 cm
m-?
m-8099/m-5571
Oliepeil van de motor
controleren
1. Verwijder de peilstok uit de buis en veeg deze
schoon. Schuif daarna de peilstok weer helemaal
terug.
m-8099/m-5571
m-8098
2. Haal de peilstok eruit en controleer het oliepeil.
Als het peil onder de Bijvullen-markering op de peil-
stok staat, giet dan langzaam voldoende olie in de
vulbuis totdat het peil de Vol-markering op de peilstok
bereikt. Niet te vol vullen. Maximale vulhoeveelheid:
0,65 l, type: SAE 30W reinigingsolie met API-onder-
houdsclassificatie SF, SG, SH, SJ, SL, of hoger.
3. Plaats de peilstok.
10
3353-461 Rev A
Maaihoogte instellen
Als de motor heeft gelopen, is de geluiddemper heet en kan ernstige brandwonden
veroorzaken.
Blijf uit de buurt van een hete geluiddemper.
Maaihoogte naar wens
instellen. Stel alle vier
wielen op dezelfde
hoogte in.
N.B.: Om de
maaimachine hoger te
zetten, moet u de 4 maai-
hoogtehendels naar
voren bewegen; om de
machine lager te zetten,
moet u deze allemaal
naar achteren bewegen.
m-5629a
m-8098
m-8100
A= 3 cm
B= 4 cm
C= 6 cm
D= 7 cm
E= 8 cm
F= 10 cm
G= 11 cm
Hoogte van handgreep instellen
U kunt de handgreep hoger of lager zetten in een
stand die u comfortabel vindt.
1. Verwijder de
knoppen en de
borgmoeren van
de onderste hand-
greep, waarmee
de beugels van de
handgreep zijn
bevestigd aan de
uiteinden van de
onderste
handgreep.
m-8097
2. Steek de bout door
het gat in elke beugel
waarmee de handgreep
in de gewenste positie
wordt gezet.
N.B.: A is de hoogste
stand; B (beide
gaten) is de
middelste stand; en
C is de laagste
stand.
A
B
C
m-8101
3. Plaats de borg-
moeren en de knoppen
van de onderste hand-
greep en draai de
knoppen van de
bovenste handgreep zo
vast mogelijk.
N.B.: Zorg ervoor dat
elke borgmoer zich
tussen de hand-
greepbeugel en de
laagste handgreep-
knop bevindt.
m-8097
11
3353-461 Rev A
Gebruiksaanwijzing
Motor starten
Uitsluitend model 20793
1. Draai het
contactsleuteltje op
Aan (“I”).
m-8203
2. Druk met uw
duim de hulpstarter
3 keer krachtig in.
Houd hierbij
telkens de hulp-
starter één
seconde ingedrukt
alvorens deze los
te laten.
N.B.: Als de lucht-
temperatuur
beneden 13°C is,
moet u de hulp-
starter 5 keer
krachtig indrukken.
m-7311
3. Trek het start-
koord uit in de
bedrijfsstand.
m-8208
4. Als de motor niet start na een of twee keer
trekken, moet u de knop van de hulpstarter 1 of 2
keer indrukken en de motor nogmaals proberen te
starten.
N.B.: Als de motor dan nog niet wil starten, moet u
contact opnemen met een erkende Service
Dealer.
Motor starten
Uitsluitend model 20795
1. Druk met uw
duim de hulpstarter
3 keer krachtig in.
Houd hierbij
telkens de hulp-
starter één
seconde ingedrukt
alvorens deze los
te laten.
N.B.: Als de lucht-
temperatuur
beneden 13°C is,
moet u de hulp-
starter 5 keer
krachtig indrukken.
m-7311
2. Start de motor op een van de volgende twee
manieren:
Draai het
contact-
sleuteltje op
Start; laat het
sleuteltje los
zodra de motor
start.
m-5,592a
m-4268
Draai het
contact-
sleuteltje op
Lopen en trek
het startkoord
uit in de
bedrijfsstand.
m-5,592a
m-4268
A.
B.
m-8208
3. Als de maaimachine niet start na 1 of 2 keer
trekken (of binnen 5 seconden als u het elektrisch
startsysteem gebruikt), moet u de knop van de
hulpstarter 1 of 2 keer indrukken en de machine
nogmaals proberen te starten.
N.B.: Als de motor dan nog niet wil starten, moet u
contact opnemen met een erkende Service
Dealer.
12
3353-461 Rev A
Zelfaandrijving gebruiken
Om de zelfaandrijving te activeren, loopt u eenvoudig
vooruit met uw handen op het bovenste deel van de
handgreep en uw ellebogen naast uw lichaam; de
maaimachine richt zich automatisch naar uw
loopsnelheid.
N.B.: U kunt zelf de maaier aandrijven met het mes
ingeschakeld of uitgeschakeld.
m-8209
m-8156
Motor afzetten
Uitsluitend model 20793
Draai het contact-
sleuteltje op Stop.
m-8203
Motor afzetten
Uitsluitend model 20795
1. Draai het
contactsleuteltje op
Uit.
m-5592a
m-4268
2. Verwijder het contactsleuteltje als u de
maaimachine achterlaat.
Het maaimes inschakelen
Wanneer u de motor start, draait het mes niet. U
moet het mes inschakelen om te kunnen maaien.
1. Trek de ver-
grendeling voor de
bedieningsstang
terug
m-8200
2. Trek de be-
dieningsstang van
het maaimes (A)
tegen de
handgreep.
A
m-5578
3. Houd de be-
dieningsstang van
het maaimes tegen
de handgreep.
m-5582
13
3353-461 Rev A
Het maaimes uitschakelen
Laat de bedieningsstang van het maaimes los.
m-5582
BELANGRIJK: Als u de bedieningsstang loslaat,
moet het mes binnen 3 seconden tot stilstand komen.
Als dit niet gebeurt, mag u de machine niet verder
gebruiken en moet u contact opnemen met een
erkende Service Dealer.
Controleren van werking
van de mesremkoppeling
Controleer de bedieninsgstang voor elk gebruik om
ervoor te zorgen dat de mesremkoppeling naar
behoren werkt.
De grasvanger gebruiken
U kunt met behulp van de grasvanger een aan-
vullende test uitvoeren om het mechanisme van de
mesremkoppeling te controleren:
1. Plaats de lege grasvanger op de maaimachine.
2. Start de motor.
3. Schakel het maaimes in.
N.B.: De grasvanger moet gaan opzwellen. Dit
betekent dat het mes is ingeschakeld en draait.
4. Laat de bedieningsstang van het maaimes los.
N.B.: Als de grasvanger niet onmiddellijk kleiner
wordt, betekent dit dat het mes nog steeds draait. Dit
kan erop duiden dat de mesremkoppeling gebreken
heeft. Als u hierop geen acht slaat, kan dit ertoe
leiden dat u de machine niet veilig kun ge-
bruiken. Neem contact op met een Erkende Service
Dealer om uw maaimachine te laten inspecteren en
repareren.
5. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
De grasvanger niet gebruiken
1. Plaats de maaimachine op een verhard oppervlak
uit de wind.
2. Zet alle 4 wielen in de E (8 cm) maaihoogtestand.
3. Neem een stuk krantenpapier (kwart pagina) en
verfrommel deze tot een bal die zo klein is dat hij
onder de maaikast past (ongeveer 8 cm in diameter).
13 cm
m-8202
4. Leg de papieren bal ongeveer 13 cm vóór de
maaier.
5. Start de motor.
6. Schakel het maaimes in.
7. Laat de bedieningsstang van het maaimes los.
8. Duw de maaimachine onmiddellijk over de prop
krantenpapier.
9. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
10. Ga naar de voorkant van de maaimachine en
controleer de bal.
N.B.: Als de prop niet onder het maaidek gaat,
herhaalt u stappen 4 tot en met 10.
11. Als de prop uit elkaar gevallen of versnipperd is,
duidt dit erop dat het mes niet op de juiste manier is
gestopt. Dit betekent dat u de machine niet veilig kunt
gebruiken. Neem contact op met een erkende Service
Dealer.
Maaisel recyclen
Als de machine wordt geleverd, is deze gereed om
maaisel en bladafval naar het gazon te recyclen.
Als de grasvanger op de machine zit, moet u die
verwijderen (zie De grasvanger verwijderen, blz. 14)
alvorens het maaisel te recyclen. Als de zijafvoer-
tunnel op de machine zit, moet u die verwijderen en
het afvoerdeurtje vergrendelen (zie Zijafvoertunnel
verwijderen, blz. 15) alvorens het maaisel te recyclen.
BELANGRIJK:
Controleer of de afsluiter
van de achterafvoer is
ge-
monteerd, alvorens het
maaisel te recyclen.
m-8103
14
3353-461 Rev A
Maaisel opvangen
Gebruik de grasvanger als u maaisel en bladafval wilt
verzamelen.
Als de zijafvoertunnel op de machine zit, moet u die
verwijderen en het afvoerdeurtje vergrendelen (zie
Zijafvoertunnel verwijderen, blz. 15) alvorens het
maaisel op te vangen.
Het maaimes is scherp; contact met het maaimes
kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken.
Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand zijn gekomen alvorens
de bedieningspositie te verlaten.
De grasvanger monteren
1. Zet de achterklep
omhoog en houd hem in
deze positie.
2. Verwijder de
afsluiter van de
achterafvoer.
1.
2.
m-8157
3. Leid het startkoord rond de lagere koordgeleider.
m-8182
N.B.: De lagere koordgeleider laat het startkoord
los wanneer u aan de hendel van de
terugloopstarter trekt.
4. Monteer de zak op de stang van de klep.
m-8158
m-8159
5. Zet de achterklep omlaag.
m-8169
De grasvanger verwijderen
Om de zak te verwijderen, voert u bovenstaande
stappen in omgekeerde volgorde uit.
15
3353-461 Rev A
Maaisel zijwaarts afvoeren
Gebruik de zijafvoer als u zeer hoog gras maait.
Als de grasvanger op de machine zit, moet u die
verwijderen en de afsluiter van de achterafvoer
monteren (zie De grasvanger verwijderen, blz. 14)
alvorens het maaisel zijwaarts af te voeren.
Het maaimes is scherp; contact met het maaimes
kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken.
Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand zijn gekomen alvorens
de bedieningspositie te verlaten.
Zijafvoertunnel monteren
1. Ontgrendel het
deurtje van de
zijafvoer.
m-7195
2. Zet het deurtje van
de zijafvoer open.
m-5584
3. Monteer de zijafvoertunnel en laat het deurtje
uitkomen op de tunnel.
m-5585
Zijafvoertunnel verwijderen
Om de zijafvoertunnel te verwijderen, voert u
bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde uit.
BELANGRIJK:
Vergrendel het
deurtje van de
zijafvoer nadat u
dit hebt gesloten.
m-7196
Tips voor bediening en
gebruik
Verwijder stokken, stenen, draden, takken en
andere rommel die het mes kan raken, uit het
werkgebied.
Zorg ervoor dat het mes geen vaste voorwerpen
raakt. Maai nooit met opzet over voorwerpen.
Als de maaimachine toch een voorwerp raakt of
begint te trillen, moet u meteen de motor
afzetten, de bougiekabel losmaken en de
maaimachine op beschadiging controleren.
De beste resultaten krijgt u door een nieuw mes
te monteren voordat het maaiseizoen begint.
Vervang indien nodig het maaimes door een
origineel Toro-mes.
Gras maaien
U moet telkens niet meer dan ongeveer eenderde
van de grassprieten afmaaien. Maai niet met een
stand lager dan 6 cm, tenzij de grasmat dun is, of
als laat in het najaar is wanneer het gras lang-
zamer begint te groeien. Zie Maaihoogte
instellen, blz. 10.
Als u gras wilt maken dat langer dan 15 cm is,
moet u maaien bij de maximale maaihoogte en
een langzamere loopsnelheid. Vervolgens gaat u
maaien bij een lagere maaihoogte om het gazon
een zo fraai mogelijk uiterlijk te geven. Als het
gras te hoog is, kan de maaimachine verstopt
raken en de motor afslaan.
Maai uitsluitend droog gras of droge bladeren.
Nat gras en natte bladeren gaan aankoeken,
waardoor de maaimachine verstopt kan raken of
de motor kan afslaan.
Als u nat gras en natte bladeren maait, kunt u
uitglijden, in aanraking komen met het mes en
ernstig letsel oplopen. Maai uitsluitend in droge
omstandigheden.
16
3353-461 Rev A
Maai steeds in wisselende richtingen. Hierdoor
wordt het maaisel beter over het gazon
verstrooid, zodat het gazon gelijkmatig wordt
bemest.
Als u met het uiterlijk van het voltooide gazon niet
tevreden bent, probeer dan een of meer van de
volgende stappen:
Vervang het maaimes of laat het slijpen.
Loop langzamer tijdens het maaien.
Stel de maaimachine in op een hogere
maaihoogte.
Maai het gras vaker.
Laat de maaibanen overlappen in plaats van
steeds een volledig nieuwe baan te maaien.
Stel de maaihoogte bij de voorwielen één stand
lager in dan bij de achterwielen. Bijvoorbeeld: stel
de maaihoogte van de voorwielen af op 6 cm en
die van de achterwielen op 7 cm.
Bladeren fijnmaken
Na het maaien moet altijd 50 % van het gazon
zichtbaar blijven door de bladerlaag. Dit kan een of
meerdere rondgangen over de bladeren vereisen.
Als er een laag bladeren van meer dan 13 cm op
het gazon ligt, moet u de voorwielen een of twee
uitsparingen hoger zetten dan de achterwielen.
Als de maaimachine de bladeren niet fijn genoeg
maakt, is het beter om wat langzamer te maaien.
Onderhoud
N.B.: De aanduidingen links en rechts zijn steeds gezien vanuit de positie van degene die de maaimachine bedient.
Aanbevolen onderhoudsschema
BELANGRIJK: Zie de gebruikershandleiding van de motor voor verdere onderhoudsprocedures.
Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure
Voor elk gebruik
Controleer het motoroliepeil. Zie Oliepeil van de motor controleren, blz. 9.
De stoptijd van de mesrem controleren. Het mes moet stoppen binnen drie
seconden nadat de bedieningstang is vrij gezet; als dit niet het geval is, moet u
contact opnemen met een Erkende Service Dealer. Zie Controleren van werking
van de mesremkoppeling, blz. 13.
Maaisel en vuil van de onderkant van de maaikast verwijderen. Zie Maaimachine
reinigen, blz. 19.
Elke maand
(5 bedrijfsuren)
1
Laad de accu (uitsluitend model 20795). Zie Accu opladen, blz. 18.
Elk jaar
(25 bedrijfsuren)
1
Het luchtfilter vervangen (vaker als de machine wordt gebruikt in stoffige of vuile
omstandigheden). Zie Luchtfilter vervangen, blz. 17.
Bougie controleren (zie de gebruikershandleiding van de motor).
Maaimes vervangen of laten slijpen; dit moet vaker gebeuren als de snijrand
snel bot wordt. Zie Maaimes vervangen, blz. 18.
Tandwieloverbrenging smeren. Zie Tandwieloverbrenging smeren, blz. 18.
Het scherm van de mesremkoppeling reinigen. Zie Scherm van de
mesremkoppeling reinigen, blz. 19.
Om de 2 jaar
(50 bedrijfsuren)
1
Ververs de motorolie.
2
Zie Motorolie verversen, blz. 17.
Om de 4 jaar
(100 bedrijfsuren)
1
Bougie vervangen (zie de gebruikershandleiding van de motor).
Koelsysteem reinigen (zie de gebruikershandleiding van de motor).
Jaarlijkse stalling
Laat de benzine uit de brandstoftank lopen voordat u vereiste reparaties uitvoert
of de machine stalt. Zie Voorbereidingen voor stalling, blz. 19.
Laad de accu (uitsluitend model 20795). Zie Accu opladen, blz. 18.
1
Houd hierbij de kortste periode aan
2
Ververs de motorolie na de eerste 5 bedrijfsuren.
17
3353-461 Rev A
Voorbereidingen voor
onderhoudswerkzaamheden
1. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
2. Trek de bougiekabel
los van de bougie
alvorens onderhouds-
werkzaamheden uit te
voeren.
m-7313
Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de
kans dat iemand de motor per ongeluk start
waardoor u of andere omstanders ernstig letsel
kunnen oplopen.
Haal de sleutel uit het contact voordat u onder-
houd pleegt aan uw maaimachine of deze
vervoert of opbergt.
3. Nadat u de onderhoudswerkzaamheden hebt
uitgevoerd, moet u de kabel weer aansluiten op de
bougie.
N.B.: Voordat u de machine kantelt om olie te
verversen of het mes te vervangen, moet u de
machine gebruiken totdat de benzinetank leeg is. Als
u de machine moet kantelen voordat de benzinetank
leeg is, dient u de benzine met een handpomp uit de
tank te pompen. Kantel de maaimachine altijd op de
zijkant, met het luchtfilter naar boven.
Als u de machine kantelt, kan er benzine uit de
tank lekken. Benzine is ontvlambaar en explosief
en kan brandwonden veroorzaken.
Laat de motor drooglopen of pomp de benzine
met een handpomp uit de tank. Gebruik nooit een
hevel.
Luchtfilter vervangen
Het luchtfilter moet elk jaar worden vervangen (vaker
als de machine wordt gebruikt in stoffige of vuile
omstandigheden).
Zie Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaam-
heden, blz. 17.
1. Gebruik een
schroevendraaier
om het luchtfilter-
deksel te openen.
m-7314
2. Vervang het
luchtfilter.
m-7315
3. Plaats het deksel terug.
Motorolie verversen
Ververs de motorolie na de eerste 5 bedrijfsuren;
daarna moet dit elk jaar gebeuren.
Voordat u de olie ververst, moet u de motor enkele
minuten laten lopen zodat de olie warm wordt. Warme
olie is vloeibaarder en voert vervuilingen beter mee.
Zie Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaam-
heden, blz. 17.
1. Verwijder de
peilstok.
m-7310
2. Kantel de machine
op de zijkant (met het
luchtfilter naar boven)
om de oude olie via de
vulbuis weg te laten
lopen.
m-7316
18
3353-461 Rev A
3. Giet langzaam olie
in de vulbuis totdat het
peil de Vol markering op
de peilstok bereikt. Niet
te vol vullen. Maximale
vulhoeveelheid: 0,65 l,
type: SAE 30W
reinigingsolie met
API-onderhouds-
classificatie SF, SG, SH,
SJ, SL, of hoger.
m-7310
4. Plaats de peilstok weer stevig op zijn plaats.
5. Geef de oude olie af bij een erkende
inzamelcentrum.
Accu opladen
Uitsluitend model 20795
Accuklemmen, accupolen en dergelijke onder-
delen bevatten lood en loodverbindingen. Van
deze stoffen is bekend dat ze kanker en schade
aan de voortplantingsorganen veroorzaken. Was
altijd uw handen nadat u met de accu in
aanraking bent geweest.
Laad de accu voor de eerste keer 24 uur op, daarna
wanneer dit nodig is. Gebruik de acculader altijd op
een beschutte plaats en laad de accu op bij kamer-
temperatuur (22 C) indien dit mogelijk is.
N.B.: De motor is uitgerust met een wissel-
stroomdynamo. Door het laten lopen van de motor
tijdens het maaiseizoen wordt de accu opgeladen.
1. Sluit de accu-
lader aan op de
kabelboom van de
machine, die zich
onder het contact-
sleuteltje bevindt.
BELANGRIJK:
Gebruik uitsluitend
de acculader die is
geleverd bij de
machine.
m-8303
2. Sluit de acculader aan op een stopcontact.
Als de loodaccu niet meer kan worden opgeladen,
moet u deze afvoeren of verwerken volgens de
plaatselijk geldende voorschriften.
Zekering vervangen
Uitsluitend model 20795
Als de accu niet oplaadt of de motor niet gaat lopen
met behulp van de elektrische starter, is de zekering
waarschijnlijk doorgebrand. Monteer een nieuwe 40 A
insteekzekering. Zie Zekering monteren, blz. 9.
Tandwieloverbrenging
smeren
Smeer elk jaar beide achterwielen.
1. Veeg de smeer-
nippels aan de binnen-
kant van de achter-
wielen af met een
schone doek.
2. Zet een vetspuit op
elke smeernippel en
pomp er voorzichtig
twee à drie slagen Nr.
2 smeervet op lithium-
basis voor algemene
doeleinden in.
m-8104
Maaimes vervangen
BELANGRIJK: U hebt een momentsleutel nodig
om het mes op correcte wijze te monteren. Als u
geen momentsleutel hebt of niet goed weet hoe u de
montage moet uitvoeren, kunt u contact opnemen
met een Erkende Service Dealer.
Controleer het mes wanneer de benzinetank leeg is.
Een beschadigd of gescheurd mes moet direct
worden vervangen. Als de snijrand bot is of bramen
vertoont, moet u het mes laten slijpen of vervangen.
Het maaimes is scherp; contact met het maaimes
kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken.
Gebruik een doek of leren handschoenen als u
het mes monteert.
1. Maak de bougiekabel los van de bougie. Zie
Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden,
blz. 17.
2. Kantel de maaimachine altijd op de zijkant met
het luchtfilter naar boven.
19
3353-461 Rev A
3. Verwijder de 2
mesmoeren (A) en
de mesversteviger
(B).
B
A
m-8071
4. Verwijder het mes.
5. Monteer een nieuw mes.
6. Installeer de mesversteviger die u in stap 3 hebt
verwijderd.
7. Monteer en draai de mesbouten tot 20–37 Nm.
Scherm van de
mesremkoppeling reinigen
Maak het scherm van de mesremkoppeling (BBC)
schoon na elke 25 werkuren of eenmaal per jaar om
te voorkomen dat het mes afslaat terwijl u aan het
maaien bent.
1. Maak de bougiekabel los van de bougie. Zie
Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden,
blz. 17.
2. Kantel de maaimachine altijd op de zijkant met
het luchtfilter naar boven.
3. Verwijder de
2 mesmoeren (A)
en de mesver-
steviger (B).
4. Verwijder het
mes (C).
5. Verwijder de
mesaandrijver (D)
en schijf (E).
6. Verwijder het
BBC-scherm (F).
m-8071
B
A
C
D
E
F
7. Borstel of blaas alle vuil weg aan de binnenkant
van het scherm en rond alle onderdelen.
8. Installeer het BBC-scherm dat u in stap 6 hebt
verwijderd.
9. Installeer de mesaandrijver die u in stap 5 hebt
verwijderd.
10. Installeer het mes en de versteviger die u in
stappen 3 en 4 hebt verwijderd.
11. Monteer en draai de mesbouten tot 20–37 Nm.
Maaimachine reinigen
1. Plaats de machine
op een verhard,
horizontaal oppervlak,
laat de motor lopen en
spuit een straal water
voor het rechter achter-
wiel.
1093
Het opspattende water komt dan in de baan van het
maaimes en spoelt het maaisel weg.
2. Als er geen maaisel meer onder de maaikast
vandaan komt, draait u de kraan dicht en brengt u de
maaimachine naar een droge plaats.
3. Laat de motor een paar minuten lopen om de
maaikast te drogen zodat deze niet gaat roesten.
Stalling
Stal de maaimachine op een koele, schone en droge
plaats.
Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de
kans dat iemand de motor per ongeluk start
waardoor u of andere omstanders ernstig letsel
kunnen oplopen.
Haal de sleutel uit het contact voordat u onder-
houd pleegt aan uw maaimachine of deze
vervoert of opbergt.
Voorbereidingen voor stalling
Benzinedampen kunnen tot ontploffing komen.
S Bewaar benzine niet langer dan 30 dagen.
S Stal de maaimachine nooit in een afgesloten
ruimte in de nabijheid van open vuur.
S Laat de motor afkoelen voordat u de machine
stalt.
1. Als u de tank voor de laatste keer van het jaar
vult, moet u een stabilizer toevoegen aan de benzine
volgens de voorschriften van de fabrikant.
2. Laat de motor lopen totdat hij afslaat door gebrek
aan benzine.
3. Gebruik de hulpstarter en start de motor nogmaals.
4. Laat de motor lopen totdat deze afslaat. Als de
motor niet meer wil starten, is de benzine voldoende
verbruikt.
20
3353-461 Rev A
5. Verwijder de bougiekabel van de bougie
6. Verwijder de bougie, giet 30 ml olie in het
bougiegat en trek verschillende keren langzaam aan
het startkoord om de olie over de cilinderwand te
verspreiden teneinde corrosie in de stallingsperiode te
voorkomen.
7. Monteer de bougie zonder deze vast te draaien.
8. Draai alle moeren, bouten en schroeven goed
aan.
9. Laad de accu gedurende 24 uur op (uitsluitend
model 20795), haal daarna de acculader uit het
stopcontact en stal de maaimachine in een niet-
verwarmde ruimte. Als u de machine in een
verwarmde ruimte stalt, moet u de accu om de
90 dagen opladen.
Handgreep inklappen
1. Verwijder de
knoppen van de
onderste hand-
greep en de
borgmoeren.
2. Maak de
beugels van de
handgreep (A) los
van de zijkanten
van de onderste
handgrepen.
A
m-8097
N.B.: Bevestig de knoppen van de onderste
handgreep aan de bouten van de handgreep om
te voorkomen dat u ze kwijtraakt.
3. Draai de handgreep naar voren.
A.
B.
m-8110
m-8109
4. Om de handgreep uit te klappen, zie De
handgreep uitklappen, blz. 7.
De maaimachine uit de
stalling halen
1. Verwijder de bougie en trek een paar keer aan
het startkoord om overtollige olie uit de cilinder te
verwijderen.
2. Plaats de bougie en draai hem met behulp van
een momentsleutel vast met een torsie van 20 Nm.
3. Laad de accu (uitsluitend model 20795).
4. Sluit de kabel aan op de bougie.
Werktuigen/
Accessoires
Er is een aantal door Toro goedgekeurde werktuigen
en accessoires beschikbaar voor gebruik met de
machine om de prestatie en mogelijkheden te ver-
beteren en uit te breiden. Neem contact op met een
Erkende Service Dealer of distributeur of ga naar
www.toro.com voor een lijst met goedgekeurde
werktuigen en accessoires.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20

Toro 53cm Super Recycler Lawnmower Handleiding

Type
Handleiding