Mode AVIC F850 BT Handleiding

Categorie
Microfoons
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Black plate (1,1)
Installation Manual
Manuel dinstallation
NAVIGATION AV SYSTEM
SYSTEME DE NAVIGATION AV
SISTEMA DI NAVIGAZIONE AV
SISTEMA DE NAVEGACIÓN AV
NAVIGATIONS-/AV-SYSTEM
AV NAVIGATIESYSTEEM
AVIC-F850BT
Some wiring and installation are described in the
separate installation manual.
Certains câblages et procédés dinstallation sont décrits
dans le manuel dinstallation séparé.
Alcuni dati di cablaggio e installazione sono descritti nel
Manuale dinstallazione separato.
En el manual de instalación independiente se describe
parte del proceso de cableado e instalación.
Gewisse Verkabelungs- und Installationsarbeiten sind in
der separaten Einbauanleitung beschrieben.
Sommige bedradings- en installatie-informatie staat in
de afzonderlijke installatiehandleiding.
English NederlandsDeutschEspañolItalianoFrançais
<CRD4740-A>1
Black plate (119,1)
Voorzorgen
Uw nieuwe navigatiesysteem en deze
handleiding 120
Belangrijke veiligheidsvoorschriften 120
Systeemcomponenten aansluiten
Voorzorgen voor het aansluiten van het
systeem 122
Voor u dit product inbouwt 122
Voorkomen van beschadigingen 123
Opmerking over de blauw/witte
draad 123
Opmerking over de violet/witte
draad 123
Meegeleverde onderdelen 124
De HDMI®-kabelhouder monteren 124
Systeemcomponenten aansluiten 125
Wanneer de iPhone wordt verbonden 126
Wanneer het Android apparaat wordt
aangesloten 128
Bij aansluiting op een los verkrijgbare
eindversterker 130
Bij aansluiting van een
achteruitkijkcamera 132
Bij aansluiting van een externe
videocomponent 133
Gebruik van een AV-ingang (AV1) 133
Gebruik van een AV-ingang (AV2) 134
Bij aansluiten van het achterdisplay 134
Bij gebruik van een achterdisplay dat
op de achtervideo-uitgang is
aangesloten 134
Inbouwen
Voorzorgen voor installatie 135
Voorkomen van elektromagnetische
storingen 135
Voor de installatie 136
Inbouwen van het navigatiesysteem 136
Opmerkingen betreffende de
installatie 136
Installeren van de GPS-antenne 138
Opmerkingen betreffende de
installatie 138
Meegeleverde onderdelen 138
Bevestigen van de antenne binnen in
de auto (op het dashboard of de
hoedenplank) 139
De microfoon installeren 140
Meegeleverde onderdelen 140
Montage op de zonneklep 140
Installatie op stuurkolom 141
De hoek van de microfoon
aanpassen 142
<CRD4740-A>119
Nl
119
Nederlands
Inhoudsopgave
Black plate (120,1)
Uw nieuwe navigatiesysteem
en deze handleiding
! De navigatie-elementen van dit product (en
de achteruitkijkcamera, indien aange-
schaft) zijn uitsluitend bedoeld als hulp-
middel voor de bediening van uw voertuig.
U mag het autonavigatiesysteem niet be-
schouwen als vervanging van uw eigen be-
oordelingsvermogen en alertheid tijdens
het rijden.
! Gebruik dit navigatiesysteem nooit om in
geval van nood naar ziekenhuizen, politie-
bureaus of dergelijke instellingen te rijden.
Bel dan het juiste hulpdienstnummer.
! Gebruik dit navigatiesysteem (of de achter-
uitkijkcamera, indien aangeschaft) niet als
dit gebruik op enigerlei wijze uw aandacht
afleidt van het veilig besturen van uw voer-
tuig. Neem altijd de plaatselijke verkeersre-
gels en de vereiste veiligheidsmaatregelen
in acht. Als u moeilijkheden ondervindt tij-
dens het gebruik van het systeem of als u
het beeldscherm niet duidelijk kunt lezen,
dient u uw voertuig te parkeren op een vei-
lige plek en de handrem aan te trekken
voor u de nodige aanpassingen uitvoert.
! In deze handleiding wordt de inbouw van
het navigatiesysteem in uw voertuig be-
schreven. Sommige bedradings- en instal-
latie-informatie staat echter in de
afzonderlijke installatiehandleiding. De be-
diening van het navigatiesysteem wordt in
een andere afzonderlijke handleiding be-
schreven.
! Installeer dit product niet op een plek waar
het (i) het zicht van de bestuurder kan be-
lemmeren, (ii) de werking van bedienings-
systemen of veiligheidsvoorzieningen van
het voertuig, zoals airbags, knoppen voor
noodverlichting enz., kan belemmeren, of
(iii) de bestuurder kan hinderen bij het vei-
lig besturen van het voertuig. In bepaalde
gevallen kan dit product niet worden geïn-
stalleerd vanwege het type voertuig of de
vorm van het interieur.
Belangrijke veiligheids-
voorschriften
WAARSCHUWING
Pioneer raadt u af het navigatiesysteem zelf
in te bouwen. Dit product mag alleen door
een vakman worden ingebouwd. Wij advise-
ren u om alleen bevoegd Pioneer onder-
houdspersoneel, dat speciaal is opgeleid en
ervaring heeft met mobiele elektronica, dit
product te laten instellen en inbouwen.
VOER NOOIT ZELF ONDERHOUD UIT AAN
DIT PRODUCT. Bij verkeerd inbouwen of on-
derhoud van dit product en de aansluitkabels
bestaat de kans op een elektrische schok of
een andere gevaarlijke situatie, en kan het
navigatiesysteem schade oplopen die niet
onder de garantie valt.
! Lees de handleiding zorgvuldig door voor-
dat u het navigatiesysteem gaat inbouwen.
! Bewaar de handleiding zodat u er later nog
eens iets in kunt opzoeken.
! Neem alle waarschuwingsinformatie in
deze handleiding in acht en volg de instruc-
ties nauwkeurig op.
! Onder bepaalde omstandigheden is het
mogelijk dat dit navigatiesysteem de positie
van uw voertuig, de afstand tot objecten op
het scherm en kompasaanduidingen niet
correct aangeeft. Daarnaast heeft het sys-
teem bepaalde beperkingen, onder andere
dat het eenrichtingsverkeer, tijdelijke ver-
keerssituaties en gebieden waar veilig rij-
den op een bepaald moment wellicht niet
mogelijk is niet kan herkennen. Vertrouw
op uw eigen beoordelingsvermogen met
betrekking tot de daadwerkelijke verkeerssi-
tuatie.
<CRD4740-A>120
Nl
120
Hoofdstuk
01
Voorzorgen
Black plate (121,1)
! Evenals bij het gebr uik van andere acces-
soires in uw auto dient u erop te letten dat
het navigatiesysteem niet uw aandacht van
het veilig besturen van uw voertuig afleidt,
want dit kan resulteren in ernstig of fataal
letsel. Indien u moeilijkheden heeft bij de
bediening van het apparaat of als de infor-
matie op het beeldscherm niet duidelijk is,
parkeer de auto dan op een veilige plaats
voordat u het probleem probeert op te los-
sen.
! Tijdens het rijden dient u altijd de veilig-
heidsgordel te dragen. Bij een ongeluk is
de kans op letsel aanzienlijk groter als u de
veiligheidsgordel niet of niet correct draagt.
! Bepaalde wetten en regels van de landelij-
ke zowel als plaatselijke overheid kunnen
de plaatsing en het gebruik van dit systeem
in uw voertuig verbieden of beperken. Volg
bij het gebruik, de installatie en de bedie-
ning van uw navigatiesysteem alle toepas-
selijke wetten en regels stipt op.
<CRD4740-A>121
Nl
121
Hoofdstuk
Nederlands
01
Voorzorgen
Black plate (122,1)
Voorzorgen voor het
aansluiten van het systeem
WAARSCHUWING
Probeer geen wijzigingen aan te brengen in
het interlocksysteem van de handrem of het
systeem uit te schakelen, want het systeem
is er voor uw veiligheid. Wijzigingen aan-
brengen in of uitschakelen van het interlock-
systeem van de handrem kan resulteren in
ernstig of fataal letsel.
BELANGRIJK
! Indien u besluit de installatie zelf uit te
voeren, een speciale opleiding heeft
gehad en ervaring heeft met het inbouwen
van mobiele elektronica, volg dan nauw-
gezet alle stappen van de installatiehand-
leiding.
! Maak alle draden met kabelklemmen of
isolatietape vast. Let er op dat er geen dra-
den blootliggen.
! Het is uiterst gevaarlijk als kabels of
snoeren rond de stuurkolom of de versnel-
ling gewikkeld kunnen raken. U moet
daarom dit product, de kabels en de be-
drading zo installeren en wegwerken dat
ze de besturing niet kunnen belemmeren
of hinderen.
! Zorg ervoor dat de kabels en de bedrading
niet in de weg zitten bij of vast kunnen
komen in de bewegende onderdelen van
het voertuig, met name het stuur, de ver-
snelling, de handrem, de rails van de ver-
stelbare stoelen, of andere
bedieningsorganen van het voertuig.
! Laat de draden niet langs plaatsen lopen
waar ze blootgesteld worden aan hoge
temperaturen. Als de isolatie van de dra-
den erg warm wordt, kunnen ze bescha-
digd raken, waardoor er kortsluiting of
een storing ontstaat en er mogelijk perma-
nente beschadiging aan dit product op-
treedt.
! Maak de GPS-antennedraad niet korter en
ook niet langer. Wijzigen van de antenne-
draad kan resulteren in kortsluiting of sto-
ring.
! Maak ook geen enkele andere draad kor-
ter. Wanneer dit gebeurt, is het mogelijk
dat het beveiligingscircuit (zekeringhou-
der, zekeringweerstand of filter, enz.) niet
goed meer functioneert.
! Tap nooit stroom af van de stroomtoevoer-
draad van het navigatiesysteem voor de
voeding van andere elektronische appara-
tuur. De stroomcapaciteit van de draad
kan overschreden worden, met oververhit-
ting tot gevolg.
Voor u dit product inbouwt
! Gebruik dit toestel uitsluitend met een 12
Volt accu met negatieve aarding. Doet u dit
niet, dan kunnen brand of storingen het ge-
volg zijn.
! Om kortsluitingen in het elektrische sys-
teem te voorkomen, moet u de () accuka-
bel loskoppelen voor de installatie.
<CRD4740-A>122
Nl
122
Hoofdstuk
02
Systeemcomponenten aansluiten
Black plate (123,1)
Voorkomen van
beschadigingen
WAARSCHUWING
! Gebruik luidsprekers van meer dan 50 W
(uitgangsvermogen) en tussen 4 W t/m 8 W
(impedantiewaarde). Gebruik geen luid-
sprekers van 1 W t/m 3 W voor dit toestel.
! Zorg ervoor dat u de zekering alleen ver-
vangt door een zekering met de waarde
die op dit product staat aangegeven.
! Wanneer u een stekker uittrekt, pak dan de
stekker zelf vast. Trek niet aan de draad,
want het is mogelijk dat u deze uit de stek-
ker trekt.
! Dit product kan niet worden geïnstalleerd
in een voertuig zonder ACC (Accessoire)
stand op de contactschakelaar.
A
C
C
O
N
S
T
A
R
T
O
F
F
O
N
S
T
A
R
T
O
F
F
ACC-stand Geen ACC-stand
! Om kortsluiting te voorkomen dient u de
losgekoppelde draad af te dekken met iso-
latieband. Het is met name van belang alle
ongebruikte speakerdraden te isoleren.
Wanneer deze onbedekt blijven, kan er kort-
sluiting ontstaan.
! Zie voor nadere informatie over het aanslui-
ten van de eindversterker en andere toestel-
len de gebruikershandleiding en voer de
aansluiting vervolgens uit zoals hierin be-
schreven.
! Omdat er een unieke BPTL-schakeling
wordt toegepast, mag u de * kant van de
speakerdraad niet direct aarden of de *
kant van een andere kant van de speaker-
draad samen aansluiten. U moet de * kant
van de speakerdraad aansluiten op de *
kant van de speakerdraad van dit navigatie-
systeem.
Opmerking over de blauw/
witte draad
! Wanneer de contactschakelaar wordt aan-
gezet (ACC ON), wordt er een regelsignaal
uitgevoerd via de blauw/witte draad. Ver-
bind de draad met de afstandsbedienings-
aansluiting van een externe eindversterker,
de bedieningsaansluiting van het relais
voor een automatische antenne, of de be-
dieningsaansluiting voor een antennesig-
naalversterker (max. 300 mA 12 V DC). Het
regelsignaal wordt uitgevoerd via de blauw/
witte draad, ook wanneer de audiobron is
uitgeschakeld.
! Gebruik deze draad in geen geval als de
stroomdraad voor externe eindversterkers.
Een dergelijke aansluiting kan leiden tot
een te hoge stroom en daardoor tot storin-
gen en defecten.
! Gebruik deze draad in geen geval als de
stroomdraad voor de automatische anten-
ne of de antennesignaalversterker. Een der-
gelijke aansluiting kan leiden tot een te
hoge stroom en daardoor tot storingen en
defecten.
Opmerking over de violet/witte
draad
De violet/witte draad moet zodanig worden
aangesloten dat het navigatiesysteem kan de-
tecteren of het voertuig naar voren of naar
achteren beweegt. Sluit de violet/witte draad
aan op de draad waarvan de spanning veran-
dert wanneer de versnellingshendel in de ach-
teruit wordt gezet. Wanneer de draad niet is
aangesloten, is het mogelijk dat de sensor niet
juist detecteert of uw voertuig naar voren/ach-
teren rijdt en bestaat de kans dat de voertuig-
positie die gedetecteerd wordt door de sensor
niet overeenkomt met de feitelijke positie.
<CRD4740-A>123
Nl
123
Hoofdstuk
Nederlands
02
Systeemcomponenten aansluiten
Black plate (124,1)
Meegeleverde onderdelen
De navigatie-eenheid RCA-aansluiting
GPS-antenne Microfoon
HDMI-kabelhouder
De HDMI
®
-kabelhouder
monteren
1 Steek het onderste lipje van de HDMI-
kabelhouder in de groef van dit product.
Groef
Lipje
2 Steek de twee bovenste lipjes in dit
product door tegen de HDMI-kabelhouder
te drukken.
Lipjes
p Gebruik de HDMI-kabelhouder wanneer u
dit product met de los verkrijgbare App-ver-
bindingskit (CD-AH200) of de los verkrijg-
bare HDMI/USB-interfacekabel voor de
iPod / iPhone (CD-IH202) verbindt.
p Pak nooit de houder hard vast en oefen
geen druk uit bij het verwijderen of beves-
tigen.
<CRD4740-A>124
Nl
124
Hoofdstuk
02
Systeemcomponenten aansluiten
Black plate (125,1)
Systeemcomponenten aansluiten
De navigatie-eenheid
Ingang afstandsbediening met draad
Raadpleeg de handleiding van de Bedrade
afstandsbediening-adapter (los verkrijgbaar).
WAARSCHUWING
· Om de ongelukken en mogelijke inbreuk op toepasselijke wetten en regels te vermijden, mag dit
product in geen geval worden gebruikt terwijl het voertuig bestuurd wordt, met uitzondering van
gebruik voor navigatie. Een eventueel achterdisplay mag niet zo geplaatst worden dat dit een
zichtbare afleiding voor de bestuurder kan opleveren.
· In sommige landen is het bekijken van beelden op een scherm in een voertuig, zelfs door
anderen dan de bestuurder, wettelijk verboden. Waar zulke regelgeving van toepassing is moet
deze worden nageleefd en mag de videofunctie van dit product niet worden gebruikt.
3,55 m
GPS-antenne
Antenne-aansluiting
Antenne van
het voertuig
Microfoon
4 m
Ingang voertuigbusadapter
Raadpleeg de handleiding van de
voertuigbusadapter (los verkrijgbaar).
13 cm
De weergave van de audiobron wordt uitgeschakeld of gedempt, terwijl de volgende geluiden niet
zullen worden uitgeschakeld of gedempt. Raadpleeg de bedieningshandleiding voor details.
— stembegeleiding van de navigatie
— binnenkomende beltoon of stem van de mobiele telefoon die via Bluetooth
®
draadloze technologie
is verbonden met dit navigatiesysteem
Opmerking
Zekering (10 A)
Stroomsnoer
Raadpleeg voor de aansluiting de apart meegeleverde
bedradings- en installatiehandleiding.
Geel/zwart
Als u apparatuur met een functie voor het tijdelijk
uitschakelen van de weergave (mute) gebruikt,
moet u die apparatuur aansluiten op de Audio Mute
draad. Gebruikt u dergelijke apparatuur niet, dan
mag u anders niets aansluiten op deze draad.
RCA-aansluiting
15 cm
<CRD4740-A>125
Nl
125
Hoofdstuk
Nederlands
02
Systeemcomponenten aansluiten
Black plate (126,1)
Wan neer de iPhone wordt verbonden
Opmerkingen
· Wanneer u de High Speed HDMI
®
-kabel aansluit, moet u de HDMI-kabelhouder gebruiken om de kabel
goed vast te zetten.
· De iPhone moet via Bluetooth
®
draadloze technologie met dit navigatiesysteem worden verbonden
wanneer u applicaties op het scherm van het navigatiesysteem wilt bedienen.
Een iPhone met Lightning-connector aansluiten
Lightning digitale AV-adapter
(Apple Inc. producten)
(los verkrijgbaar)
Lightning-naar-USB-kabel
(wordt bij de iPhone met Lightning-connector geleverd)
High Speed HDMI
®
-kabel (*1)
(Type A - A)
(los verkrijgbaar)
USB-kabel (*2)
(los verkrijgbaar)
17-pens poort
HDMI-poort
HDMI-kabelhouder
iPhone met Lightning-connector (*1)
(los verkrijgbaar)
(*1) Zie de Bedieningshandleiding voor meer details over de bediening en compatibiliteit.
(*2) Voor details over het aansluiten van de los verkrijgbare HDMI/USB-interfacekabel voor de iPod /
iPhone (CD-IH202) wordt u verwezen naar de handleiding van de HDMI/USB-interfacekabel voor de
iPod / iPhone.
<CRD4740-A>126
Nl
126
Hoofdstuk
02
Systeemcomponenten aansluiten
Black plate (127,1)
Een iPhone met een Lightning-naar-30-pens adapter aansluiten
Lightning naar 30-pens adapter
(Apple Inc. producten)
(los verkrijgbaar)
iPhone met Lightning-connector (*1)
(los verkrijgbaar)
Een iPhone met 30-pens connector aansluiten
USB-interfacekabel voor de iPod / iPhone (*2)
(los verkrijgbaar)
iPhone met 30-pens connector (*1)
(los verkrijgbaar)
(*1) Zie de Bedieningshandleiding voor meer details over de bediening en compatibiliteit.
(*2) Voor details over het aansluiten van de los verkrijgbare USB-interfacekabel voor de iPod / iPhone
(CD-IU201N) wordt u verwezen naar de handleiding van de USB-interfacekabel voor de iPod / iPhone.
USB-interfacekabel voor de iPod / iPhone (*2)
(los verkrijgbaar)
(*
1) Zie de Bedieningshandleiding voor meer details over de bediening en compatibiliteit.
(*2) Voor details over het aansluiten van de los verkrijgbare USB-interfacekabel voor de iPod / iPhone
(CD-IU201N) wordt u verwezen naar de handleiding van de USB-interfacekabel voor de iPod / iPhone.
<CRD4740-A>127
Nl
127
Hoofdstuk
Nederlands
02
Systeemcomponenten aansluiten
Black plate (128,1)
Wan neer het Android
apparaat wordt aangesloten
Verbinden van een Android apparaat met een HDMI-poort
Opmerkingen
· Wanneer u de High Speed HDMI
®
-kabel aansluit, moet u de HDMI-kabelhouder gebruiken om de kabel
goed vast te zetten.
· Het Android apparaat moet met dit navigatiesysteem verbonden worden via Bluetooth draadloze
technologie wanneer u applicaties wilt bedienen op het scherm van het navigatiesysteem.
· Er wordt geen MHL-adapter gebruikt als u gebruik maakt van de adapterkabel.
Opmerkingen
· Wanneer u de High Speed HDMI
®
-kabel aansluit, moet u de HDMI-kabelhouder gebruiken om de kabel
goed vast te zetten.
· Het Android apparaat moet met dit navigatiesysteem verbonden worden via Bluetooth draadloze
technologie wanneer u applicaties wilt bedienen op het scherm van het navigatiesysteem.
· Er wordt geen adapterkabel gebruikt als u gebruik maakt van de MHL-adapter.
Verbinden van een Android apparaat met een MHL-poort
(*1)
Raadpleeg de handleiding van de App-verbindingskit voor details
hoe u de los verkrijgbare App-verbindingskit (CD-AH200) moet
aansluiten.
HDMI-
poort
USB - micro-USB-kabel (*1)
(type USB A - micro-USB B)
(los verkrijgbaar)
USB-kabel (*1)
(los verkrijgbaar)
MHL-adapter (*1)
(los verkrijgbaar)
USB-poort
(1,6 A 5 V DC)
(CHARGE ONLY)
USB - micro-USB-kabel (*1)
(type USB A - micro-USB B)
(los verkrijgbaar)
HDMI-
poort
USB-kabel (*1)
(los verkrijgbaar)
Adapterkabel (*1)
(HDMI type A - D)
(los verkrijgbaar)
(*1)
Raadpleeg de handleiding van de App-verbindingskit voor details
hoe u de los verkrijgbare App-verbindingskit (CD-AH200)moet
aansluiten.
USB-poort
(1,6 A 5 V DC)
(CHARGE ONLY)
High Speed
HDMI
®
-kabel (*1)
(Type A - A)
(los verkrijgbaar)
HDMI-kabelhouder
High Speed
HDMI
®
-kabel (*1)
(Type A - A)
(los verkrijgbaar)
HDMI-kabelhouder
<CRD4740-A>128
Nl
128
Hoofdstuk
02
Systeemcomponenten aansluiten
Black plate (129,1)
<CRD4740-A>129
Nl
129
Hoofdstuk
Nederlands
02
Systeemcomponenten aansluiten
Black plate (130,1)
Bij aansluiting op een los verkrijgbare eindversterker
Blauw/wit
RCA-aansluiting
De navigatie-eenheid
25 cm
30 cm
30 cm
Achteruitgangen
(REAR OUTPUT)
Vooruitgangen
(FRONT OUTPUT)
Naar de systeembedieningsaansluiting van de
eindversterker (max. 300 mA 12 V DC).
Raadpleeg voor de aansluitingen de afzonderlijke
bedradings- en installatiehandleiding.
Subwooferuitgangen
(SUB WOOFER OUTPUT)
Opmerkingen
· Afhankelijk van uw subwoofersysteem kunt u de RCA-uitgang van de
subwoofer veranderen. (Zie de Bedieningshandleiding.)
· Het uitgangssignaal voor de subwoofer van dit navigatiesysteem is een
monosignaal.
<CRD4740-A>130
Nl
130
Hoofdstuk
02
Systeemcomponenten aansluiten
Black plate (131,1)
Systeem-afstandsbediening
Eindversterker
(los verkrijgbaar)
Eindversterker
(los verkrijgbaar)
Eindversterker
(los verkrijgbaar)
Voorluidspreker
Voorluidspreker
Achterluidspreker
Achterluidspreker
Subwoofer Subwoofer
RCA-kabels
(los verkrijgbaar)
Links Rechts
Als uw voertuig is
uitgerust met een
automatische
antenne, moet u
deze draad
aansluiten op een
eindversterker.
<CRD4740-A>131
Nl
131
Hoofdstuk
Nederlands
02
Systeemcomponenten aansluiten
Black plate (132,1)
Bij aansluiting van een
achteruitkijkcamera
Wanneer dit product wordt gebruikt met een
achteruitkijkcamera, kan er automatisch wor-
den overgeschakeld naar het beeld van die ca-
mera wanneer de schakelhendel in
REVERSE (R) wordt gezet. De Zicht achter
stand stelt u ook in staat te controleren wat er
achter u gebeurt terwijl u aan het rijden bent.
Wanneer u de achteruitkijkcamera gebruikt,
zorg er dan voor dat de violet/witte draad is
aangesloten. Anders zal het beeld van de ach-
teruitkijkcamera niet automatisch verschijnen
wanneer het voertuig achteruit rijdt.
De instructies voor de juiste aansluiting van
de violet/witte draad vindt u in de afzonderlijke
bedradings- en installatiehandleiding.
WAARSCHUWING
GEBRUIK DEZE INGANG ALLEEN VOOR DE OM-
GEKEERDE OF SPIEGELVERKEERD WEERGEGE-
VEN BEELDEN VAN DE
ACHTERUITKIJKCAMERA. ANDERSSOORTIG
GEBRUIK KAN LETSEL OF SCHADE TOT GEVOLG
HEBBEN.
BELANGRIJK
! Het beeld op het scherm kan omgekeerd wor-
den weergegeven.
! De achteruitkijkcamera kan worden gebruikt
om aanhangers in de gaten te houden, of bij
inparkeren. Gebruik deze functie niet voor
amusement.
! Objecten op het beeld van de achteruitkijkca-
mera kunnen dichterbij of verder weg lijken
dan ze in werkelijkheid zijn.
! Wij wijzen u er op dat het door de achteruit-
kijkcamera weergegeven gebied iets kan ver-
schillen wanneer de beelden op het volledige
scherm worden weergegeven bij achteruit rij-
den en wanneer er met de camera naar ach-
teren wordt gekeken terwijl er vooruit wordt
gereden.
(bijv. ND-BC6)
(los verkrijgbaar)
Achteruitkijkcamera
Naar video-uitgang
RCA-kabel
Bruin
(REAR VIEW CAMERA IN)
RCA-
aansluiting
20 cm
De navigatie-eenheid
Opmerkingen
! Deze stand is beschikbaar wanneer de in-
stelling voor de achteruitkijkcamera op
Aan staat. (Raadpleeg voor details de Be-
dieningshandleiding.)
! Sluit het navigatiesysteem alleen aan op de
achteruitkijkcamera. Sluit het niet aan op
andere apparatuur.
<CRD4740-A>132
Nl
132
Hoofdstuk
02
Systeemcomponenten aansluiten
Black plate (133,1)
Bij aansluiting van een
externe videocomponent
Gebruik van een AV-ingang (AV1)
Naar
audio-uitgangen
De navigatie-eenheid
15 cm
RCA-aansluiting
AV-kabel met
ministekker
(CD-RM10)
(los verkrijgbaar)
Geel
Rood, wit
RCA-kabels
(los verkrijgbaar)
Naar
video-uitgang
Externe
videocomponent
(los verkrijgbaar)
AUX ingang
! Deze stand is beschikbaar wanneer de in-
stelling voor de video-ingang 1 (AV1) is in-
gesteld op Aan. (Zie de
Bedieningshandleiding voor details.)
BELANGRIJK
Gebruik een AV-kabel met ministekker (CD-RM10)
(los verkrijgbaar) voor de aansluiting. Als u an-
dere kabels gebruikt, kan de bedradingsconfigu-
ratie verschillen waardoor beeld en geluid niet
goed kunnen worden weergegeven.
OK
G
V
R
L
G
R
V
L
L : Linkeraudio (Wit)
R : Rechteraudio (Rood)
V : Video (Geel)
G : Aarding
<CRD4740-A>133
Nl
133
Hoofdstuk
Nederlands
02
Systeemcomponenten aansluiten
Black plate (134,1)
Gebruik van een AV-ingang (AV2)
De navigatie-eenheid
20 cm
Rood, wit
(AUDIO INPUT)
RCA-kabels
(los verkrijgbaar)
Geel
(VIDEO INPUT)
RCA-aansluiting
Naar
video-uitgang
Naar
audio-uitgangen
Externe
videocomponent
(los verkrijgbaar)
! Deze stand is beschikbaar wanneer de in-
stelling voor de video-ingang 2 (AV2) is in-
gesteld op Aan. (Zie de
Bedieningshandleiding voor details.)
Bij aansluiten van het
achterdisplay
De navigatie-eenheid
RCA-aansluiting
Naar
video-ingang
Naar
audio-ingangen
Achterdisplay met
RCA-ingangsaansluitingen
15 cm
Rood, wit, geel
(REAR MONITOR
OUTPUT)
RCA-kabels
(los verkrijgbaar)
Bij gebruik van een achterdisplay
dat op de achtervideo-uitgang is
aangesloten
WAARSCHUWING
Plaats het achterdisplay NOOIT zo dat de be-
stuurder de video kan bekijken tijdens het rij-
den.
De achtervideo-uitgang van dit navigatiesysteem
is voor de aansluiting van een display zodat de
passagiers op de achterbank de video kunnen
bekijken.
<CRD4740-A>134
Nl
134
Hoofdstuk
02
Systeemcomponenten aansluiten
Black plate (135,1)
Voorzorgen voor installatie
BELANGRIJK
! Installeer dit product nooit op plaatsen
waar, of op een manier waardoor het:
De bestuurder of passagiers kan ver-
wonden als het voertuig plotseling
stopt.
De bestuurder kan hinderen bij de be-
diening van het voertuig, bijvoorbeeld
op de vloer voor de bestuurdersstoel,
of in de buurt van het stuur of de ver-
snelling.
! Controleer of er niets achter het dash-
board of de panelen zit wanneer u hierin
gaten gaat boren. Let erop dat u geen
brandstofleidingen, remleidingen, elektro-
nische componenten, communicatiedra-
den of voedingskabels beschadigt.
! Wanneer u schroeven gebruikt, let er dan
op dat deze niet in contact komen met de
elektrische bedrading. Door trillingen kan
de isolatie van de draden beschadigd
raken, met als gevolg kortsluiting of an-
dere schade aan het voertuig.
! Gebruik de bijgeleverde onderdelen op de
voorgeschreven wijze, zodat dit product
juist wordt ingebouwd. Indien u andere
onderdelen gebruikt, kunt u beschadigin-
gen aan het product veroorzaken of het
product kan losraken.
! Het is uiterst gevaarlijk als kabels of
snoeren rond de stuurkolom of de versnel-
ling gewikkeld kunnen raken. U moet
daarom dit product, de kabels en de be-
drading zo installeren en wegwerken dat
ze de besturing niet kunnen belemmeren
of hinderen.
! Zorg ervoor dat de draden niet geraakt
kunnen worden door een portier of stoel-
verschuivingsmechanisme, met eventueel
kortsluiting tot gevolg.
! Controleer of alle andere apparatuur van
uw voertuig goed werkt na de installatie
van het navigatiesysteem.
! Installeer dit navigatiesysteem niet op
een plek waar het (i) het zicht van de be-
stuurder kan belemmeren, (ii) de werking
van bedieningssystemen of veiligheids-
voorzieningen van het voertuig, zoals air-
bags, knoppen voor noodverlichting enz.,
kan belemmeren, of (iii) de bestuurder
kan hinderen bij het veilig besturen van
het voertuig.
! Installeer het navigatiesysteem tussen de
bestuurdersstoel en de voorste passa-
giersstoel, zodat het niet wordt geraakt
door de bestuurder of inzittende als het
voertuig abrupt afremt.
! Installeer het navigatiesysteem in geen
geval voor of naast de locaties in het
dashboard, het portier of de deurstijl van
waar de airbags van uw voertuig tevoor-
schijn zullen komen. Raadpleeg het in-
structieboekje van uw voertuig voor de
locatie van de airbags.
! Het niet opvolgen van al deze voorzorgs-
maatregelen kan resulteren in ernstig of
fataal letsel.
Voorkomen van
elektromagnetische storingen
Om storingen te voorkomen moeten de vol-
gende voorwerpen zo ver mogelijk van dit navi-
gatiesysteem alsmede andere kabels en
draden worden geplaatst:
! FM, MG/LG-antenne met de kabel
! GPS-antenne met de kabel
Bovendien moet u elke antennedraad zo ver
mogelijk van andere antennedraden en -kabels
houden. Bind ze niet samen, laat ze niet langs
elkaar lopen en laat ze elkaar niet kruisen.
Elektromagnetische ruis vergroot de kans op
fouten bij de positiebepaling van uw
voertuig.
<CRD4740-A>135
Nl
135
Hoofdstuk
Nederlands
03
Inbouwen
Black plate (136,1)
Voor de installatie
! Raadpleeg uw dichtstbijzijnde dealer als er
voor de installatie gaten moeten worden
geboord, of als er andere wijzigingen in het
voertuig moeten worden aangebracht.
! Voordat u dit product definitief installeert,
is het raadzaam tijdelijk alle aansluitingen
te maken om te kijken of deze correct zijn
en alles naar behoren functioneert.
Inbouwen van het
navigatiesysteem
Opmerkingen betreffende de
installatie
! Installeer het navigatiesysteem niet op
plaatsen die kunnen worden blootgesteld
aan hoge temperaturen of vocht, zoals:
Dichtbij een radiator, luchtopening of
airconditioningapparaat.
Op plaatsen blootgesteld aan direct zon-
licht, zoals op het dashboard.
Plaatsen die blootgesteld kunnen wor-
den aan regen, zoals dicht bij een por-
tier of op de vloer van het voertuig.
! Installeer dit navigatiesysteem op een plek
die stevig genoeg is om het gewicht van
het product te dragen. Kies een plaats waar
dit navigatiesysteem stevig kan worden ge-
ïnstalleerd en zorg voor een veilige bevesti-
ging. De actuele locatie van het voertuig
kan alleen correct worden weergegeven
wanneer het navigatiesysteem goed beves-
tigd is.
! Installeer het navigatiesysteem horizontaal
op een oppervlak onder hoek van niet meer
dan 0 tot 30 graden afwijking (binnen 5 gra-
den naar links of rechts). Onjuiste installa-
tie van het toestel op een oppervlak dat
schuiner staat dan deze waarden vergroot
de kans op fouten bij de plaatsbepaling van
het voertuig en kan ook op andere manie-
ren leiden tot verminderde prestaties van
het scherm.
30°
! Om verzekerd te kunnen zijn van voldoende
ventilatie bij gebruik van dit toestel, dient u
er bij de installatie voor te zorgen dat u ach-
ter het achterpaneel en rondom het toestel
voldoende ruimte vrij laat, en dient u even-
tuele losse bedrading samen te bundelen
zodat deze de ventilatie-openingen niet kan
blokkeren.
Laat voldoende
ruimte vrij
5 cm
5 cm
<CRD4740-A>136
Nl
136
Hoofdstuk
03
Inbouwen
Black plate (137,1)
! De bedrading mag het op de afbeelding
hieronder aangegeven gebied niet afdek-
ken. Dit is vereist zodat de versterker en de
navigatieschakelingen hun overtollige
warmte kwijt kunnen.
Bedek dit gebied niet.
! In geval van oververhitting wordt de halfge-
leiderlaser beschadigd. Bouw de navigatie-
eenheid daarom niet in op een plaats waar
deze te warm kan worden, bijvoorbeeld
naast een radiator.
<CRD4740-A>137
Nl
137
Hoofdstuk
Nederlands
03
Inbouwen
Black plate (138,1)
Installeren van de GPS-
antenne
BELANGRIJK
Maak de GPS-antennedraad niet korter en
ook niet langer. Wijzigingen aan de antenne-
kabel kunnen leiden tot kortsluiting of storin-
gen en permanente schade aan het
navigatiesysteem.
Opmerkingen betreffende de
installatie
! De antenne dient op een zo horizontaal mo-
gelijk oppervlak te worden bevestigd, op
een plaats waar de ontvangst van de radio-
golven zo min mogelijk wordt gehinderd.
De antenne kan de radiogolven van de sa-
telliet alleen ontvangen als er geen obsta-
kel tussen de antenne en de satelliet is.
Dashboard Hoedenplank
! Indien u de GPS-antenne binnen in de auto
aanbrengt, gebruik dan het metalen plaatje
dat bij het systeem wordt geleverd. Als dit
plaatje niet gebruikt wordt, zal de ont-
vangstgevoeligheid slecht zijn.
! Maak het bijgeleverde metalen plaatje niet
kleiner. Dit resulteert in een lagere gevoelig-
heid van de GPS-antenne.
! Trek niet aan de antennedraad wanneer u
de GPS-antenne wilt verwijderen. De mag-
neet van de antenne is erg krachtig en u
zou de draad kunnen lostrekken van de an-
tenne.
! Verf de GPS-antenne niet, aangezien dit de
prestaties van de antenne negatief beïn-
vloedt.
Meegeleverde onderdelen
GPS-antenne Metalen plaatje
<CRD4740-A>138
Nl
138
Hoofdstuk
03
Inbouwen
Black plate (139,1)
Bevestigen van de antenne binnen in de auto (op het dashboard of
de hoedenplank)
WAARSCHUWING
Installeer de GPS-antenne niet over andere
sensoren of de ventilatie-openingen in het
dashboard van het voertuig, want hierdoor
kan de juiste werking van de sensoren of
ventilatie-openingen belemmerd worden en
is het ook mogelijk dat de GPS-antenne niet
goed en stevig meer op het dashboard beves-
tigd kan worden met behulp van het metalen
plaatje.
Bevestig het metalen plaatje zo horizontaal
mogelijk op een plek waar de GPS-antenne
voor het raam komt te zitten. Plaats de GPS-
antenne op het metalen plaatje. (De GPS-an-
tenne wordt vastgezet met zijn magneet.)
Het metalen plaatje bevat
een sterk kleefmiddel, dat
na verwijdering sporen op
het oppervlak kan achterlaten.
Opmerking
Klemmen
Gebruik los verkrijgbare klemmen
om de draad waar nodig binnenin
de auto te bevestigen.
GPS-antenne
Metalen plaatje
Haal de beschermende laag aan
de onderkant van het plaatje.
Zorg dat het oppervlak
waarop u het metalen plaatje
gaat aanbrengen droog is en
vrij van stof, olie, vet enz.
<CRD4740-A>139
Nl
139
Hoofdstuk
Nederlands
03
Inbouwen
Black plate (140,1)
Opmerkingen
! Knip of snijd het metalen plaatje voor het
aanbrengen niet in kleine stukken.
! De ruiten van sommige autos laten de sig-
nalen van de GPS-satellieten niet door. In
dat geval dient u de GPS-antenne aan de
buitenzijde van de auto te bevestigen.
De microfoon installeren
! Installeer de microfoon in de juiste richting
en op de juiste afstand zodat de microfoon
gemakkelijk de stem van de bestuurder kan
opvangen.
! Sluit de microfoon aan op het navigatiesys-
teem wanneer het systeem is uitgeschakeld
(ACC OFF).
Meegeleverde onderdelen
Microfoon Dubbelzijdig plakband
Montage op de zonneklep
1 Duw de microfoonkabel in de groef.
Microfoonkabel
Groef
<CRD4740-A>140
Nl
140
Hoofdstuk
03
Inbouwen
Black plate (141,1)
2 Bevestig de microfoonklem aan de zon-
neklep.
Microfoonklem
Klemmen
Gebruik los verkrijgbare
klemmen om de draad waar
nodig binnenin de auto te
bevestigen.
Bevestig de microfoon aan de zonneklep ter-
wijl de klep omhoog staat. De microfoon kan
de stem van de bestuurder niet opvangen wan-
neer de zonneklep naar beneden is geklapt.
Installatie op stuurkolom
1 Maak de microfoonvoet los van de mi-
crofoonklem door de microfoonvoet te
schuiven terwijl op het lipje wordt ge-
drukt.
Microfoon Lipje
Microfoonklem Microfoonvoet
2 Bevestig de microfoon op de stuurko-
lom.
Dubbelzijdig plakband
Plaats de microfoon op de stuur-
kolom en houd hem uit de buurt
van het stuur.
<CRD4740-A>141
Nl
141
Hoofdstuk
Nederlands
03
Inbouwen
Black plate (142,1)
Klemmen
Gebruik los verkrijgbare
klemmen om de draad
waar nodig binnenin de
auto te bevestigen.
De hoek van de microfoon
aanpassen
De hoek van de microfoon kan worden inge-
steld.
<CRD4740-A>142
Nl
142
Hoofdstuk
03
Inbouwen
Black plate (143,1)
<CRD4740-A>143
Nl
143
Nederlands

Documenttranscriptie

Black plate (1,1) English Installation Manual Manuel d’installation Français NAVIGATION AV SYSTEM SYSTEME DE NAVIGATION AV SISTEMA DI NAVIGAZIONE AV SISTEMA DE NAVEGACIÓN AV Italiano NAVIGATIONS-/AV-SYSTEM AV NAVIGATIESYSTEEM AVIC-F850BT Español Deutsch Some wiring and installation are described in the separate installation manual. Certains câblages et procédés d’installation sont décrits dans le manuel d’installation séparé. Alcuni dati di cablaggio e installazione sono descritti nel Manuale d’installazione separato. En el manual de instalación independiente se describe parte del proceso de cableado e instalación. Gewisse Verkabelungs- und Installationsarbeiten sind in der separaten Einbauanleitung beschrieben. Sommige bedradings- en installatie-informatie staat in de afzonderlijke installatiehandleiding. Nederlands <CRD4740-A>1 Black plate (119,1) Inhoudsopgave Voorzorgen Uw nieuwe navigatiesysteem en deze handleiding 120 Belangrijke veiligheidsvoorschriften 120 Nederlands Systeemcomponenten aansluiten Voorzorgen voor het aansluiten van het systeem 122 Voor u dit product inbouwt 122 Voorkomen van beschadigingen 123 – Opmerking over de blauw/witte draad 123 – Opmerking over de violet/witte draad 123 Meegeleverde onderdelen 124 De HDMI®-kabelhouder monteren 124 Systeemcomponenten aansluiten 125 Wanneer de iPhone wordt verbonden 126 Wanneer het Android™ apparaat wordt aangesloten 128 Bij aansluiting op een los verkrijgbare eindversterker 130 Bij aansluiting van een achteruitkijkcamera 132 Bij aansluiting van een externe videocomponent 133 – Gebruik van een AV-ingang (AV1) 133 – Gebruik van een AV-ingang (AV2) 134 Bij aansluiten van het achterdisplay 134 – Bij gebruik van een achterdisplay dat op de achtervideo-uitgang is aangesloten 134 – Opmerkingen betreffende de installatie 138 – Meegeleverde onderdelen 138 – Bevestigen van de antenne binnen in de auto (op het dashboard of de hoedenplank) 139 De microfoon installeren 140 – Meegeleverde onderdelen 140 – Montage op de zonneklep 140 – Installatie op stuurkolom 141 – De hoek van de microfoon aanpassen 142 Inbouwen Voorzorgen voor installatie 135 Voorkomen van elektromagnetische storingen 135 Voor de installatie 136 Inbouwen van het navigatiesysteem 136 – Opmerkingen betreffende de installatie 136 Installeren van de GPS-antenne 138 Nl <CRD4740-A>119 119 Black plate (120,1) Hoofdstuk 01 Voorzorgen Uw nieuwe navigatiesysteem en deze handleiding ! De navigatie-elementen van dit product (en de achteruitkijkcamera, indien aangeschaft) zijn uitsluitend bedoeld als hulpmiddel voor de bediening van uw voertuig. U mag het autonavigatiesysteem niet beschouwen als vervanging van uw eigen beoordelingsvermogen en alertheid tijdens het rijden. ! Gebruik dit navigatiesysteem nooit om in geval van nood naar ziekenhuizen, politiebureaus of dergelijke instellingen te rijden. Bel dan het juiste hulpdienstnummer. ! Gebruik dit navigatiesysteem (of de achteruitkijkcamera, indien aangeschaft) niet als dit gebruik op enigerlei wijze uw aandacht afleidt van het veilig besturen van uw voertuig. Neem altijd de plaatselijke verkeersregels en de vereiste veiligheidsmaatregelen in acht. Als u moeilijkheden ondervindt tijdens het gebruik van het systeem of als u het beeldscherm niet duidelijk kunt lezen, dient u uw voertuig te parkeren op een veilige plek en de handrem aan te trekken voor u de nodige aanpassingen uitvoert. ! In deze handleiding wordt de inbouw van het navigatiesysteem in uw voertuig beschreven. Sommige bedradings- en installatie-informatie staat echter in de afzonderlijke installatiehandleiding. De bediening van het navigatiesysteem wordt in een andere afzonderlijke handleiding beschreven. ! Installeer dit product niet op een plek waar het (i) het zicht van de bestuurder kan belemmeren, (ii) de werking van bedieningssystemen of veiligheidsvoorzieningen van het voertuig, zoals airbags, knoppen voor noodverlichting enz., kan belemmeren, of (iii) de bestuurder kan hinderen bij het veilig besturen van het voertuig. In bepaalde gevallen kan dit product niet worden geïnstalleerd vanwege het type voertuig of de vorm van het interieur. 120 Belangrijke veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING Pioneer raadt u af het navigatiesysteem zelf in te bouwen. Dit product mag alleen door een vakman worden ingebouwd. Wij adviseren u om alleen bevoegd Pioneer onderhoudspersoneel, dat speciaal is opgeleid en ervaring heeft met mobiele elektronica, dit product te laten instellen en inbouwen. VOER NOOIT ZELF ONDERHOUD UIT AAN DIT PRODUCT. Bij verkeerd inbouwen of onderhoud van dit product en de aansluitkabels bestaat de kans op een elektrische schok of een andere gevaarlijke situatie, en kan het navigatiesysteem schade oplopen die niet onder de garantie valt. ! Lees de handleiding zorgvuldig door voordat u het navigatiesysteem gaat inbouwen. ! Bewaar de handleiding zodat u er later nog eens iets in kunt opzoeken. ! Neem alle waarschuwingsinformatie in deze handleiding in acht en volg de instructies nauwkeurig op. ! Onder bepaalde omstandigheden is het mogelijk dat dit navigatiesysteem de positie van uw voertuig, de afstand tot objecten op het scherm en kompasaanduidingen niet correct aangeeft. Daarnaast heeft het systeem bepaalde beperkingen, onder andere dat het eenrichtingsverkeer, tijdelijke verkeerssituaties en gebieden waar veilig rijden op een bepaald moment wellicht niet mogelijk is niet kan herkennen. Vertrouw op uw eigen beoordelingsvermogen met betrekking tot de daadwerkelijke verkeerssituatie. Nl <CRD4740-A>120 Black plate (121,1) Hoofdstuk Voorzorgen 01 ! Evenals bij het gebruik van andere accessoires in uw auto dient u erop te letten dat het navigatiesysteem niet uw aandacht van het veilig besturen van uw voertuig afleidt, want dit kan resulteren in ernstig of fataal letsel. Indien u moeilijkheden heeft bij de bediening van het apparaat of als de informatie op het beeldscherm niet duidelijk is, parkeer de auto dan op een veilige plaats voordat u het probleem probeert op te lossen. ! Tijdens het rijden dient u altijd de veiligheidsgordel te dragen. Bij een ongeluk is de kans op letsel aanzienlijk groter als u de veiligheidsgordel niet of niet correct draagt. ! Bepaalde wetten en regels van de landelijke zowel als plaatselijke overheid kunnen de plaatsing en het gebruik van dit systeem in uw voertuig verbieden of beperken. Volg bij het gebruik, de installatie en de bediening van uw navigatiesysteem alle toepasselijke wetten en regels stipt op. Nederlands Nl <CRD4740-A>121 121 Black plate (122,1) Hoofdstuk 02 Systeemcomponenten aansluiten Voorzorgen voor het aansluiten van het systeem WAARSCHUWING Probeer geen wijzigingen aan te brengen in het interlocksysteem van de handrem of het systeem uit te schakelen, want het systeem is er voor uw veiligheid. Wijzigingen aanbrengen in of uitschakelen van het interlocksysteem van de handrem kan resulteren in ernstig of fataal letsel. draad kan resulteren in kortsluiting of storing. ! Maak ook geen enkele andere draad korter. Wanneer dit gebeurt, is het mogelijk dat het beveiligingscircuit (zekeringhouder, zekeringweerstand of filter, enz.) niet goed meer functioneert. ! Tap nooit stroom af van de stroomtoevoerdraad van het navigatiesysteem voor de voeding van andere elektronische apparatuur. De stroomcapaciteit van de draad kan overschreden worden, met oververhitting tot gevolg. BELANGRIJK ! Indien u besluit de installatie zelf uit te voeren, een speciale opleiding heeft gehad en ervaring heeft met het inbouwen van mobiele elektronica, volg dan nauwgezet alle stappen van de installatiehandleiding. ! Maak alle draden met kabelklemmen of isolatietape vast. Let er op dat er geen draden blootliggen. ! Het is uiterst gevaarlijk als kabels of snoeren rond de stuurkolom of de versnelling gewikkeld kunnen raken. U moet daarom dit product, de kabels en de bedrading zo installeren en wegwerken dat ze de besturing niet kunnen belemmeren of hinderen. ! Zorg ervoor dat de kabels en de bedrading niet in de weg zitten bij of vast kunnen komen in de bewegende onderdelen van het voertuig, met name het stuur, de versnelling, de handrem, de rails van de verstelbare stoelen, of andere bedieningsorganen van het voertuig. ! Laat de draden niet langs plaatsen lopen waar ze blootgesteld worden aan hoge temperaturen. Als de isolatie van de draden erg warm wordt, kunnen ze beschadigd raken, waardoor er kortsluiting of een storing ontstaat en er mogelijk permanente beschadiging aan dit product optreedt. ! Maak de GPS-antennedraad niet korter en ook niet langer. Wijzigen van de antenne- 122 Voor u dit product inbouwt ! Gebruik dit toestel uitsluitend met een 12 Volt accu met negatieve aarding. Doet u dit niet, dan kunnen brand of storingen het gevolg zijn. ! Om kortsluitingen in het elektrische systeem te voorkomen, moet u de (–) accukabel loskoppelen voor de installatie. Nl <CRD4740-A>122 Black plate (123,1) Hoofdstuk Systeemcomponenten aansluiten Opmerking over de blauw/ witte draad Voorkomen van beschadigingen WAARSCHUWING F O N STAR T STAR T ACC-stand OF ACC O N OF ! Gebruik luidsprekers van meer dan 50 W (uitgangsvermogen) en tussen 4 W t/m 8 W (impedantiewaarde). Gebruik geen luidsprekers van 1 W t/m 3 W voor dit toestel. ! Zorg ervoor dat u de zekering alleen vervangt door een zekering met de waarde die op dit product staat aangegeven. ! Wanneer u een stekker uittrekt, pak dan de stekker zelf vast. Trek niet aan de draad, want het is mogelijk dat u deze uit de stekker trekt. ! Dit product kan niet worden geïnstalleerd in een voertuig zonder ACC (Accessoire) stand op de contactschakelaar. F 02 Geen ACC-stand Opmerking over de violet/witte draad De violet/witte draad moet zodanig worden aangesloten dat het navigatiesysteem kan detecteren of het voertuig naar voren of naar achteren beweegt. Sluit de violet/witte draad aan op de draad waarvan de spanning verandert wanneer de versnellingshendel in de achteruit wordt gezet. Wanneer de draad niet is aangesloten, is het mogelijk dat de sensor niet juist detecteert of uw voertuig naar voren/achteren rijdt en bestaat de kans dat de voertuigpositie die gedetecteerd wordt door de sensor niet overeenkomt met de feitelijke positie. Nl <CRD4740-A>123 Nederlands ! Om kortsluiting te voorkomen dient u de losgekoppelde draad af te dekken met isolatieband. Het is met name van belang alle ongebruikte speakerdraden te isoleren. Wanneer deze onbedekt blijven, kan er kortsluiting ontstaan. ! Zie voor nadere informatie over het aansluiten van de eindversterker en andere toestellen de gebruikershandleiding en voer de aansluiting vervolgens uit zoals hierin beschreven. ! Omdat er een unieke BPTL-schakeling wordt toegepast, mag u de * kant van de speakerdraad niet direct aarden of de * kant van een andere kant van de speakerdraad samen aansluiten. U moet de * kant van de speakerdraad aansluiten op de * kant van de speakerdraad van dit navigatiesysteem. ! Wanneer de contactschakelaar wordt aangezet (ACC ON), wordt er een regelsignaal uitgevoerd via de blauw/witte draad. Verbind de draad met de afstandsbedieningsaansluiting van een externe eindversterker, de bedieningsaansluiting van het relais voor een automatische antenne, of de bedieningsaansluiting voor een antennesignaalversterker (max. 300 mA 12 V DC). Het regelsignaal wordt uitgevoerd via de blauw/ witte draad, ook wanneer de audiobron is uitgeschakeld. ! Gebruik deze draad in geen geval als de stroomdraad voor externe eindversterkers. Een dergelijke aansluiting kan leiden tot een te hoge stroom en daardoor tot storingen en defecten. ! Gebruik deze draad in geen geval als de stroomdraad voor de automatische antenne of de antennesignaalversterker. Een dergelijke aansluiting kan leiden tot een te hoge stroom en daardoor tot storingen en defecten. 123 Black plate (124,1) Hoofdstuk 02 Systeemcomponenten aansluiten Meegeleverde onderdelen De HDMI®-kabelhouder monteren 1 Steek het onderste lipje van de HDMIkabelhouder in de groef van dit product. Groef De navigatie-eenheid RCA-aansluiting GPS-antenne Microfoon Lipje 2 Steek de twee bovenste lipjes in dit product door tegen de HDMI-kabelhouder te drukken. Lipjes HDMI-kabelhouder p Gebruik de HDMI-kabelhouder wanneer u dit product met de los verkrijgbare App-verbindingskit (CD-AH200) of de los verkrijgbare HDMI/USB-interfacekabel voor de iPod / iPhone (CD-IH202) verbindt. p Pak nooit de houder hard vast en oefen geen druk uit bij het verwijderen of bevestigen. 124 Nl <CRD4740-A>124 Black plate (125,1) Hoofdstuk Systeemcomponenten aansluiten 02 Systeemcomponenten aansluiten De navigatie-eenheid Ingang voertuigbusadapter Raadpleeg de handleiding van de voertuigbusadapter (los verkrijgbaar). 13 cm Antenne van het voertuig Antenne-aansluiting RCA-aansluiting Geel/zwart Als u apparatuur met een functie voor het tijdelijk uitschakelen van de weergave (mute) gebruikt, moet u die apparatuur aansluiten op de Audio Mute draad. Gebruikt u dergelijke apparatuur niet, dan mag u anders niets aansluiten op deze draad. Zekering (10 A) 15 cm Stroomsnoer Raadpleeg voor de aansluiting de apart meegeleverde bedradings- en installatiehandleiding. Ingang afstandsbediening met draad Raadpleeg de handleiding van de Bedrade afstandsbediening-adapter (los verkrijgbaar). GPS-antenne 4m Microfoon 3,55 m Opmerking Nederlands De weergave van de audiobron wordt uitgeschakeld of gedempt, terwijl de volgende geluiden niet zullen worden uitgeschakeld of gedempt. Raadpleeg de bedieningshandleiding voor details. — stembegeleiding van de navigatie — binnenkomende beltoon of stem van de mobiele telefoon die via Bluetooth® draadloze technologie is verbonden met dit navigatiesysteem WAARSCHUWING · Om de ongelukken en mogelijke inbreuk op toepasselijke wetten en regels te vermijden, mag dit product in geen geval worden gebruikt terwijl het voertuig bestuurd wordt, met uitzondering van gebruik voor navigatie. Een eventueel achterdisplay mag niet zo geplaatst worden dat dit een zichtbare afleiding voor de bestuurder kan opleveren. · In sommige landen is het bekijken van beelden op een scherm in een voertuig, zelfs door anderen dan de bestuurder, wettelijk verboden. Waar zulke regelgeving van toepassing is moet deze worden nageleefd en mag de videofunctie van dit product niet worden gebruikt. Nl <CRD4740-A>125 125 Black plate (126,1) Hoofdstuk 02 Systeemcomponenten aansluiten Wanneer de iPhone wordt verbonden Een iPhone met Lightning-connector aansluiten HDMI-poort 17-pens poort HDMI-kabelhouder iPhone met Lightning-connector (*1) (los verkrijgbaar) Lightning digitale AV-adapter (Apple Inc. producten) (los verkrijgbaar) High Speed HDMI®-kabel (*1) (Type A - A) (los verkrijgbaar) USB-kabel (*2) (los verkrijgbaar) Lightning-naar-USB-kabel (wordt bij de iPhone met Lightning-connector geleverd) (*1) Zie de Bedieningshandleiding voor meer details over de bediening en compatibiliteit. (*2) Voor details over het aansluiten van de los verkrijgbare HDMI/USB-interfacekabel voor de iPod / iPhone (CD-IH202) wordt u verwezen naar de handleiding van de HDMI/USB-interfacekabel voor de iPod / iPhone. Opmerkingen · Wanneer u de High Speed HDMI®-kabel aansluit, moet u de HDMI-kabelhouder gebruiken om de kabel goed vast te zetten. · De iPhone moet via Bluetooth® draadloze technologie met dit navigatiesysteem worden verbonden wanneer u applicaties op het scherm van het navigatiesysteem wilt bedienen. 126 Nl <CRD4740-A>126 Black plate (127,1) Hoofdstuk Systeemcomponenten aansluiten 02 Een iPhone met 30-pens connector aansluiten iPhone met 30-pens connector (*1) (los verkrijgbaar) USB-interfacekabel voor de iPod / iPhone (*2) (los verkrijgbaar) (*1) Zie de Bedieningshandleiding voor meer details over de bediening en compatibiliteit. (*2) Voor details over het aansluiten van de los verkrijgbare USB-interfacekabel voor de iPod / iPhone (CD-IU201N) wordt u verwezen naar de handleiding van de USB-interfacekabel voor de iPod / iPhone. Een iPhone met een Lightning-naar-30-pens adapter aansluiten iPhone met Lightning-connector (*1) (los verkrijgbaar) Lightning naar 30-pens adapter (Apple Inc. producten) (los verkrijgbaar) Nederlands USB-interfacekabel voor de iPod / iPhone (*2) (los verkrijgbaar) (*1) Zie de Bedieningshandleiding voor meer details over de bediening en compatibiliteit. (*2) Voor details over het aansluiten van de los verkrijgbare USB-interfacekabel voor de iPod / iPhone (CD-IU201N) wordt u verwezen naar de handleiding van de USB-interfacekabel voor de iPod / iPhone. Nl <CRD4740-A>127 127 Black plate (128,1) Hoofdstuk 02 Systeemcomponenten aansluiten Wanneer het Android™ apparaat wordt aangesloten Verbinden van een Android apparaat met een MHL-poort High Speed HDMI®-kabel (*1) (Type A - A) (los verkrijgbaar) MHL-adapter (*1) (los verkrijgbaar) HDMI-kabelhouder HDMIpoort USB-kabel (*1) (los verkrijgbaar) USB-poort (1,6 A 5 V DC) (CHARGE ONLY) USB - micro-USB-kabel (*1) (type USB A - micro-USB B) (los verkrijgbaar) (*1) Raadpleeg de handleiding van de App-verbindingskit voor details hoe u de los verkrijgbare App-verbindingskit (CD-AH200) moet aansluiten. Opmerkingen · Wanneer u de High Speed HDMI®-kabel aansluit, moet u de HDMI-kabelhouder gebruiken om de kabel goed vast te zetten. · Het Android apparaat moet met dit navigatiesysteem verbonden worden via Bluetooth draadloze technologie wanneer u applicaties wilt bedienen op het scherm van het navigatiesysteem. · Er wordt geen adapterkabel gebruikt als u gebruik maakt van de MHL-adapter. Verbinden van een Android apparaat met een HDMI-poort High Speed HDMI®-kabel (*1) (Type A - A) (los verkrijgbaar) Adapterkabel (*1) (HDMI type A - D) (los verkrijgbaar) HDMI-kabelhouder HDMIpoort USB-kabel (*1) (los verkrijgbaar) USB-poort (1,6 A 5 V DC) (CHARGE ONLY) USB - micro-USB-kabel (*1) (type USB A - micro-USB B) (los verkrijgbaar) (*1) Raadpleeg de handleiding van de App-verbindingskit voor details hoe u de los verkrijgbare App-verbindingskit (CD-AH200)moet aansluiten. Opmerkingen · Wanneer u de High Speed HDMI®-kabel aansluit, moet u de HDMI-kabelhouder gebruiken om de kabel goed vast te zetten. · Het Android apparaat moet met dit navigatiesysteem verbonden worden via Bluetooth draadloze technologie wanneer u applicaties wilt bedienen op het scherm van het navigatiesysteem. · Er wordt geen MHL-adapter gebruikt als u gebruik maakt van de adapterkabel. 128 Nl <CRD4740-A>128 Black plate (129,1) Hoofdstuk Systeemcomponenten aansluiten 02 Nederlands Nl <CRD4740-A>129 129 Black plate (130,1) Hoofdstuk 02 Systeemcomponenten aansluiten Bij aansluiting op een los verkrijgbare eindversterker Subwooferuitgangen (SUB WOOFER OUTPUT) RCA-aansluiting 25 cm Achteruitgangen (REAR OUTPUT) De navigatie-eenheid 30 cm Vooruitgangen (FRONT OUTPUT) 30 cm Blauw/wit Naar de systeembedieningsaansluiting van de eindversterker (max. 300 mA 12 V DC). Raadpleeg voor de aansluitingen de afzonderlijke bedradings- en installatiehandleiding. Opmerkingen · Afhankelijk van uw subwoofersysteem kunt u de RCA-uitgang van de subwoofer veranderen. (Zie de Bedieningshandleiding.) · Het uitgangssignaal voor de subwoofer van dit navigatiesysteem is een monosignaal. 130 Nl <CRD4740-A>130 Black plate (131,1) Hoofdstuk Systeemcomponenten aansluiten 02 Eindversterker (los verkrijgbaar) RCA-kabels (los verkrijgbaar) Eindversterker (los verkrijgbaar) Eindversterker (los verkrijgbaar) Systeem-afstandsbediening Als uw voertuig is uitgerust met een automatische antenne, moet u deze draad aansluiten op een eindversterker. Links Voorluidspreker Achterluidspreker            Voorluidspreker Achterluidspreker Nederlands Subwoofer Rechts  Subwoofer Nl <CRD4740-A>131 131 Black plate (132,1) Hoofdstuk 02 Systeemcomponenten aansluiten Bij aansluiting van een achteruitkijkcamera Wanneer dit product wordt gebruikt met een achteruitkijkcamera, kan er automatisch worden overgeschakeld naar het beeld van die camera wanneer de schakelhendel in REVERSE (R) wordt gezet. De Zicht achter stand stelt u ook in staat te controleren wat er achter u gebeurt terwijl u aan het rijden bent. Wanneer u de achteruitkijkcamera gebruikt, zorg er dan voor dat de violet/witte draad is aangesloten. Anders zal het beeld van de achteruitkijkcamera niet automatisch verschijnen wanneer het voertuig achteruit rijdt. De instructies voor de juiste aansluiting van de violet/witte draad vindt u in de afzonderlijke bedradings- en installatiehandleiding. Achteruitkijkcamera (bijv. ND-BC6) (los verkrijgbaar) Naar video-uitgang RCA-kabel Bruin (REAR VIEW CAMERA IN) RCAaansluiting 20 cm WAARSCHUWING GEBRUIK DEZE INGANG ALLEEN VOOR DE OMGEKEERDE OF SPIEGELVERKEERD WEERGEGEVEN BEELDEN VAN DE ACHTERUITKIJKCAMERA. ANDERSSOORTIG GEBRUIK KAN LETSEL OF SCHADE TOT GEVOLG HEBBEN. BELANGRIJK ! Het beeld op het scherm kan omgekeerd worden weergegeven. ! De achteruitkijkcamera kan worden gebruikt om aanhangers in de gaten te houden, of bij inparkeren. Gebruik deze functie niet voor amusement. ! Objecten op het beeld van de achteruitkijkcamera kunnen dichterbij of verder weg lijken dan ze in werkelijkheid zijn. ! Wij wijzen u er op dat het door de achteruitkijkcamera weergegeven gebied iets kan verschillen wanneer de beelden op het volledige scherm worden weergegeven bij achteruit rijden en wanneer er met de camera naar achteren wordt gekeken terwijl er vooruit wordt gereden. 132 De navigatie-eenheid Opmerkingen ! Deze stand is beschikbaar wanneer de instelling voor de achteruitkijkcamera op “Aan” staat. (Raadpleeg voor details de Bedieningshandleiding.) ! Sluit het navigatiesysteem alleen aan op de achteruitkijkcamera. Sluit het niet aan op andere apparatuur. Nl <CRD4740-A>132 Black plate (133,1) Hoofdstuk Systeemcomponenten aansluiten Bij aansluiting van een externe videocomponent Gebruik van een AV-ingang (AV1) De navigatie-eenheid 02 BELANGRIJK Gebruik een AV-kabel met ministekker (CD-RM10) (los verkrijgbaar) voor de aansluiting. Als u andere kabels gebruikt, kan de bedradingsconfiguratie verschillen waardoor beeld en geluid niet goed kunnen worden weergegeven. OK L V G R 15 cm L: R: V: R G V G: L Linkeraudio (Wit) Rechteraudio (Rood) Video (Geel) Aarding AUX ingang RCA-aansluiting AV-kabel met ministekker (CD-RM10) (los verkrijgbaar) Geel Rood, wit RCA-kabels (los verkrijgbaar) Naar video-uitgang Naar audio-uitgangen Nederlands Externe videocomponent (los verkrijgbaar) ! Deze stand is beschikbaar wanneer de instelling voor de video-ingang 1 (AV1) is ingesteld op “Aan”. (Zie de Bedieningshandleiding voor details.) Nl <CRD4740-A>133 133 Black plate (134,1) Hoofdstuk 02 Systeemcomponenten aansluiten Gebruik van een AV-ingang (AV2) De navigatie-eenheid Bij aansluiten van het achterdisplay De navigatie-eenheid 20 cm 15 cm Rood, wit, geel (REAR MONITOR OUTPUT) RCA-aansluiting Rood, wit (AUDIO INPUT) Geel (VIDEO INPUT) RCA-aansluiting RCA-kabels (los verkrijgbaar) RCA-kabels (los verkrijgbaar) Naar video-uitgang Naar audio-uitgangen Externe videocomponent (los verkrijgbaar) ! Deze stand is beschikbaar wanneer de instelling voor de video-ingang 2 (AV2) is ingesteld op “Aan”. (Zie de Bedieningshandleiding voor details.) Naar video-ingang Naar audio-ingangen Achterdisplay met RCA-ingangsaansluitingen Bij gebruik van een achterdisplay dat op de achtervideo-uitgang is aangesloten WAARSCHUWING Plaats het achterdisplay NOOIT zo dat de bestuurder de video kan bekijken tijdens het rijden. De achtervideo-uitgang van dit navigatiesysteem is voor de aansluiting van een display zodat de passagiers op de achterbank de video kunnen bekijken. 134 Nl <CRD4740-A>134 Black plate (135,1) Hoofdstuk Inbouwen Voorzorgen voor installatie BELANGRIJK ! Installeer dit navigatiesysteem niet op een plek waar het (i) het zicht van de bestuurder kan belemmeren, (ii) de werking van bedieningssystemen of veiligheidsvoorzieningen van het voertuig, zoals airbags, knoppen voor noodverlichting enz., kan belemmeren, of (iii) de bestuurder kan hinderen bij het veilig besturen van het voertuig. ! Installeer het navigatiesysteem tussen de bestuurdersstoel en de voorste passagiersstoel, zodat het niet wordt geraakt door de bestuurder of inzittende als het voertuig abrupt afremt. ! Installeer het navigatiesysteem in geen geval voor of naast de locaties in het dashboard, het portier of de deurstijl van waar de airbags van uw voertuig tevoorschijn zullen komen. Raadpleeg het instructieboekje van uw voertuig voor de locatie van de airbags. ! Het niet opvolgen van al deze voorzorgsmaatregelen kan resulteren in ernstig of fataal letsel. Voorkomen van elektromagnetische storingen Om storingen te voorkomen moeten de volgende voorwerpen zo ver mogelijk van dit navigatiesysteem alsmede andere kabels en draden worden geplaatst: ! FM, MG/LG-antenne met de kabel ! GPS-antenne met de kabel Bovendien moet u elke antennedraad zo ver mogelijk van andere antennedraden en -kabels houden. Bind ze niet samen, laat ze niet langs elkaar lopen en laat ze elkaar niet kruisen. Elektromagnetische ruis vergroot de kans op fouten bij de positiebepaling van uw voertuig. Nl <CRD4740-A>135 Nederlands ! Installeer dit product nooit op plaatsen waar, of op een manier waardoor het: — De bestuurder of passagiers kan verwonden als het voertuig plotseling stopt. — De bestuurder kan hinderen bij de bediening van het voertuig, bijvoorbeeld op de vloer voor de bestuurdersstoel, of in de buurt van het stuur of de versnelling. ! Controleer of er niets achter het dashboard of de panelen zit wanneer u hierin gaten gaat boren. Let erop dat u geen brandstofleidingen, remleidingen, elektronische componenten, communicatiedraden of voedingskabels beschadigt. ! Wanneer u schroeven gebruikt, let er dan op dat deze niet in contact komen met de elektrische bedrading. Door trillingen kan de isolatie van de draden beschadigd raken, met als gevolg kortsluiting of andere schade aan het voertuig. ! Gebruik de bijgeleverde onderdelen op de voorgeschreven wijze, zodat dit product juist wordt ingebouwd. Indien u andere onderdelen gebruikt, kunt u beschadigingen aan het product veroorzaken of het product kan losraken. ! Het is uiterst gevaarlijk als kabels of snoeren rond de stuurkolom of de versnelling gewikkeld kunnen raken. U moet daarom dit product, de kabels en de bedrading zo installeren en wegwerken dat ze de besturing niet kunnen belemmeren of hinderen. ! Zorg ervoor dat de draden niet geraakt kunnen worden door een portier of stoelverschuivingsmechanisme, met eventueel kortsluiting tot gevolg. ! Controleer of alle andere apparatuur van uw voertuig goed werkt na de installatie van het navigatiesysteem. 03 135 Black plate (136,1) Hoofdstuk 03 Inbouwen Voor de installatie ! Raadpleeg uw dichtstbijzijnde dealer als er voor de installatie gaten moeten worden geboord, of als er andere wijzigingen in het voertuig moeten worden aangebracht. ! Voordat u dit product definitief installeert, is het raadzaam tijdelijk alle aansluitingen te maken om te kijken of deze correct zijn en alles naar behoren functioneert. ! Installeer het navigatiesysteem horizontaal op een oppervlak onder hoek van niet meer dan 0 tot 30 graden afwijking (binnen 5 graden naar links of rechts). Onjuiste installatie van het toestel op een oppervlak dat schuiner staat dan deze waarden vergroot de kans op fouten bij de plaatsbepaling van het voertuig en kan ook op andere manieren leiden tot verminderde prestaties van het scherm. Inbouwen van het navigatiesysteem Opmerkingen betreffende de installatie ! Installeer het navigatiesysteem niet op plaatsen die kunnen worden blootgesteld aan hoge temperaturen of vocht, zoals: — Dichtbij een radiator, luchtopening of airconditioningapparaat. — Op plaatsen blootgesteld aan direct zonlicht, zoals op het dashboard. — Plaatsen die blootgesteld kunnen worden aan regen, zoals dicht bij een portier of op de vloer van het voertuig. ! Installeer dit navigatiesysteem op een plek die stevig genoeg is om het gewicht van het product te dragen. Kies een plaats waar dit navigatiesysteem stevig kan worden geïnstalleerd en zorg voor een veilige bevestiging. De actuele locatie van het voertuig kan alleen correct worden weergegeven wanneer het navigatiesysteem goed bevestigd is. 30° 5° 5° ! Om verzekerd te kunnen zijn van voldoende ventilatie bij gebruik van dit toestel, dient u er bij de installatie voor te zorgen dat u achter het achterpaneel en rondom het toestel voldoende ruimte vrij laat, en dient u eventuele losse bedrading samen te bundelen zodat deze de ventilatie-openingen niet kan blokkeren. Laat voldoende 5 cm ruimte vrij 5 cm 136 Nl <CRD4740-A>136 Black plate (137,1) Hoofdstuk Inbouwen 03 ! De bedrading mag het op de afbeelding hieronder aangegeven gebied niet afdekken. Dit is vereist zodat de versterker en de navigatieschakelingen hun overtollige warmte kwijt kunnen. Bedek dit gebied niet. ! In geval van oververhitting wordt de halfgeleiderlaser beschadigd. Bouw de navigatieeenheid daarom niet in op een plaats waar deze te warm kan worden, bijvoorbeeld naast een radiator. Nederlands Nl <CRD4740-A>137 137 Black plate (138,1) Hoofdstuk 03 Inbouwen Installeren van de GPSantenne ! Verf de GPS-antenne niet, aangezien dit de prestaties van de antenne negatief beïnvloedt. BELANGRIJK Maak de GPS-antennedraad niet korter en ook niet langer. Wijzigingen aan de antennekabel kunnen leiden tot kortsluiting of storingen en permanente schade aan het navigatiesysteem. Opmerkingen betreffende de installatie Meegeleverde onderdelen GPS-antenne Metalen plaatje ! De antenne dient op een zo horizontaal mogelijk oppervlak te worden bevestigd, op een plaats waar de ontvangst van de radiogolven zo min mogelijk wordt gehinderd. De antenne kan de radiogolven van de satelliet alleen ontvangen als er geen obstakel tussen de antenne en de satelliet is. Dashboard Hoedenplank ! Indien u de GPS-antenne binnen in de auto aanbrengt, gebruik dan het metalen plaatje dat bij het systeem wordt geleverd. Als dit plaatje niet gebruikt wordt, zal de ontvangstgevoeligheid slecht zijn. ! Maak het bijgeleverde metalen plaatje niet kleiner. Dit resulteert in een lagere gevoeligheid van de GPS-antenne. ! Trek niet aan de antennedraad wanneer u de GPS-antenne wilt verwijderen. De magneet van de antenne is erg krachtig en u zou de draad kunnen lostrekken van de antenne. 138 Nl <CRD4740-A>138 Black plate (139,1) Hoofdstuk Inbouwen 03 Bevestigen van de antenne binnen in de auto (op het dashboard of de hoedenplank) WAARSCHUWING Installeer de GPS-antenne niet over andere sensoren of de ventilatie-openingen in het dashboard van het voertuig, want hierdoor kan de juiste werking van de sensoren of ventilatie-openingen belemmerd worden en is het ook mogelijk dat de GPS-antenne niet goed en stevig meer op het dashboard bevestigd kan worden met behulp van het metalen plaatje. Bevestig het metalen plaatje zo horizontaal mogelijk op een plek waar de GPS-antenne voor het raam komt te zitten. Plaats de GPSantenne op het metalen plaatje. (De GPS-antenne wordt vastgezet met zijn magneet.) GPS-antenne Metalen plaatje Haal de beschermende laag aan de onderkant van het plaatje. Zorg dat het oppervlak waarop u het metalen plaatje gaat aanbrengen droog is en vrij van stof, olie, vet enz. Opmerking Het metalen plaatje bevat een sterk kleefmiddel, dat na verwijdering sporen op het oppervlak kan achterlaten. Nederlands Klemmen Gebruik los verkrijgbare klemmen om de draad waar nodig binnenin de auto te bevestigen. Nl <CRD4740-A>139 139 Black plate (140,1) Hoofdstuk 03 Inbouwen Opmerkingen ! Knip of snijd het metalen plaatje voor het aanbrengen niet in kleine stukken. ! De ruiten van sommige auto’s laten de signalen van de GPS-satellieten niet door. In dat geval dient u de GPS-antenne aan de buitenzijde van de auto te bevestigen. De microfoon installeren ! Installeer de microfoon in de juiste richting en op de juiste afstand zodat de microfoon gemakkelijk de stem van de bestuurder kan opvangen. ! Sluit de microfoon aan op het navigatiesysteem wanneer het systeem is uitgeschakeld (ACC OFF). Meegeleverde onderdelen Microfoon Dubbelzijdig plakband Montage op de zonneklep 1 Duw de microfoonkabel in de groef. Microfoonkabel Groef 140 Nl <CRD4740-A>140 Black plate (141,1) Hoofdstuk Inbouwen 2 Bevestig de microfoonklem aan de zonneklep. Microfoonklem 03 Installatie op stuurkolom 1 Maak de microfoonvoet los van de microfoonklem door de microfoonvoet te schuiven terwijl op het lipje wordt gedrukt. Microfoon Lipje Microfoonklem Microfoonvoet 2 Bevestig de microfoon op de stuurkolom. Dubbelzijdig plakband Klemmen Gebruik los verkrijgbare klemmen om de draad waar nodig binnenin de auto te bevestigen. Bevestig de microfoon aan de zonneklep terwijl de klep omhoog staat. De microfoon kan de stem van de bestuurder niet opvangen wanneer de zonneklep naar beneden is geklapt. Plaats de microfoon op de stuurkolom en houd hem uit de buurt van het stuur. Nederlands Nl <CRD4740-A>141 141 Black plate (142,1) Hoofdstuk 03 Inbouwen Klemmen Gebruik los verkrijgbare klemmen om de draad waar nodig binnenin de auto te bevestigen. De hoek van de microfoon aanpassen De hoek van de microfoon kan worden ingesteld. 142 Nl <CRD4740-A>142 Black plate (143,1) Nederlands Nl <CRD4740-A>143 143
1 / 1

Mode AVIC F850 BT Handleiding

Categorie
Microfoons
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor