3 Controleer de temperatuur van de babyvoeding altijd voordat u uw
baby gaat voeden. Roer de babyvoeding in de bewaarbeker of het
potje met babyvoeding voorzichtig en proef de babyvoeding om te
controlerenofdezenietteheetis(g.21).
4 Haal de stekker uit het stopcontact en leeg de
babyessenwarmer(g.13).
De babyessenwarmer meteen opnieuw gebruiken voor
een andere bewaarbeker of babyvoeding
Als u meteen een andere bewaarbeker of een ander potje met
babyvoeding wilt opwarmen, laat u de babyessenwarmer enkele minuten
afkoelen. Om dit proces te versnellen, vult u de babyessenwarmer met
vers, koud water. Wanneer u de essenwarmer inschakelt, knippert de
voortgangsindicator van beneden naar boven om aan te geven dat het
apparaat weer aan het opwarmen is.
Opmerking: Als de voortgangsindicator brandt maar niet knippert, dan is de
babyessenwarmer nog steeds te warm om een andere bewaarbeker of een
ander potje met babyvoeding te verwarmen. Schakel de babyessenwarmer
uit, laat deze enkele minuten afkoelen en vul deze met vers, koud water.
Ontdooistand
Met deze instelling kunt u melk of babyvoeding ontdooien. Volg de
stappen in ‘De babyessenwarmer gebruiken om melk te verwarmen’ of
‘De babyessenwarmer gebruiken om babyvoeding te verwarmen’.
De voortgangsindicator gaat knipperen als het apparaat in de
ontdooistand staat. De voortgangsindicator vult zich geleidelijk met wit
licht om de voortgang van het ontdooien aan te geven. De melk of
babyvoeding is volledig ontdooid wanneer de gehele voortgangsindicator
ononderbroken brandt.
In de ontdooistand wordt de melk of babyvoeding ontdooid maar niet
opgewarmd. Als u de melk of babyvoeding wilt opwarmen nadat u deze
hebt ontdooid, schakelt u het apparaat uit, selecteert u vervolgens de
gewenste opwarmstand en schakelt u het apparaat weer in.
NEDERLANDS70