TLKR T80

Motorola TLKR T80, TLKR T80 EXTREME Setup & User Manual

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Motorola TLKR T80 Setup & User Manual. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
1
Nederlands
PRODUCTVEILIGHEID EN RF-
BLOOTSTELLING VOOR DRAAGBARE
TWEERICHTINGSRADIO'S
LET OP!
Lees voor gebruik van dit product de waarschuwingsinformatie
over RF-energie en de bedieningsinstructies in de handleiding
Productveiligheid en blootstelling aan radiogolven om ervoor te
zorgen dat de blootstellingslimieten voor RF-energie worden
nageleefd.
Inhoud van het pakket
2 x TLKR T80/T80 Extreme Radio
2 x riemklem
1 x oplaaddok met 2 posities
1 x wisselstroomadapter
2 x accu-ondersteuningsbeugels
2 x oplaadbare NiMH-accupakken
2 x hoofdtelefoon (alleen voor T80 Extreme)
2 x koord (alleen voor T80 Extreme)
TLKR T80/T80 Extreme gebruikershandleiding
Frequentietabel
Eigenschappen en specificaties
8 PMR-kanalen
121 subcodes (38 CTCSS-codes en 83 DCS-codes)
Bereik tot 10 km*
Intern VOX-circuit
LED-zaklamp
10 selecteerbare oproeptoonalerts
LCD-scherm met schermlicht
Roger-piepsignaal
Uptimer
Ruimtemonitor
Accuoplader
Batterijniveau-indicator
Kanaalmonitor
Kanaalscan
Dubbel scannen
Toetsenbordvergrendeling
Automatische uitschakeling
Automatische squelchregeling
Automatisch herhalen (schuiven)
Accubesparing
Waarschuwing accu bijna leeg
Slaapstand accu bijna leeg
Toon (aan/uit)
Directe oproep (oproep met id)
Groepsoproep
•Stille modus
Oproep aan alle
Automatische kanaalwijziging
IP-beoordeling: IPX2 (voor T80), IPX4 (voor T80 Extreme)
Voeding: NiMH-accupakken / 4 AAA-alkalinebatterijen
Acculevensduur: 16 uur (in normale omstandigheden)
*Bereik is afhankelijk van omgeving en/of topografische
omstandigheden.
Lees voor het gebruik van dit product de
bedieningsinstructies voor veilig gebruik in de
bijgeleverde handleiding Productveiligheid en
blootstelling aan radiogolven.
Kan. freq. (MHz) Kan. freq. (MHz) Kan. freq. (MHz)
1 446.00625 4 446.04375 7 446.08125
2 446.01875 5 446.05625 8 446.09375
3 446.03125 6 446.06875
Nederlands
2
Bediening en functies
Opmerking: getoonde radio is T80 Extreme. Ook van toepassing op T80-radio.
Antenne
PTT (Push-To-
Talk)-toets
Hoofdtelefoonaansluiting
(Hoofdtelefoon niet
meegeleverd)
Menunavigatietoet
s omhoog/omlaag
(Oproep)-toets
MON (Monitor)-toets
Luidspreker
Microfoon
SEL/ (selectie/
vergrendeling)-toets
GRP/MENU(Menu/
Groep)-toets
DC IN 9V-
aansluiting
Volumeknop met
aan-/uitschakelaar
LED-
zaklamptoets
Koordbevestiging
aan bovenkant
Koordbevestiging
aan onderkant
3
Nederlands
Scherm De accu installeren
1. Zet de radio UIT.
2. Voor T80: om de klep van de accuhouder te verwijderen,
drukt u op het lipje aan de onderkant van de klep van de
accuhouder.
Voor T80 Extreme: om de klep van de accuhouder te
verwijderen, gebruikt u een munt om de klep open te
wrikken.
3. Plaats de NiMH-accu's in de accuhouder.
4. Plaats de klep van de accuhouder terug.
Batterijniveau en melding voor laag
batterijniveau
De radio opladen
Direct opladen:
1. Zet de radio UIT.
2. Sluit de wisselstroomadapter aan op de DC IN 9V-
aansluiting van de radio. Sluit het andere uiteinde van de
wisselstroomadapter aan op een voertuigstopcontact.
3. Laad het accupak 14 uur lang op.
De oplaaddok gebruiken:
1. Zet de radio UIT.
2. Sluit de wisselstroomadapter aan op de DC IN 9V-
aansluiting van de oplaaddok.
1. Stilte-indicator
2. Zendindicator
3. Ontvangstindicator
4. Indicator dubbel
scannen
5. Indicator voor
automatische
uitschakeling
6. Toetsvergrendeling-
sindicator
7. Scanindicator
8. Kanaalindicator
9. Batterijniveau-indicator
10.Groepindicator
11.VOX/ruimtemonitor-
indicator
12.Oproepindicator
13.Subcode
(Groep-id/code)-
indicator
14.Dubbele punt (voor
uptimer)
2
3
4
5
1
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Geeft aan dat de accu volledig is opgeladen.
Knippert wanneer de accu bijna leeg is; laad
de radio op of vervang de accu's
onmiddellijk.
(De alerttoon klinkt elke 5 tot 30 seconden
wanneer de accu bijna leeg is.)
Nederlands
4
3. Plaats de oplaaddok op een stabiel oppervlak.
4. Plaats de radio in de oplaaddok met het toetsenbord naar
voren.
5. De LED-indicator gaat branden en blijft aan zolang de radio
zich in de oplader bevindt.
Opmerking: laad het accupak 14 uur lang op.
Met de accu-ondersteuningsbeugel:
1. Verwijder het oplaadbare NiMH-accupak uit de radio.
2. Plaats de accu-ondersteuningsbeugel in de oplaaddok.
3. Plaats het NiMH-accupak in de oplaaddok. Zorg ervoor dat
de oplaadcontacten goed zijn uitgelijnd.
4. De LED-indicator gaat branden en blijft aan zolang de radio
zich in de oplader bevindt.
Opmerking: laad het accupak 14 uur lang op.
Basisgebruik van de radio
Lees deze handleiding helemaal door voordat u het apparaat
gebruikt.
De radio in-/uitschakelen
U kunt de radio inschakelen door de draaiknop rechtsom te
draaien.
U kunt de radio uitschakelen door de draaiknop linksom te
draaien.
Het volume aanpassen
U kunt het volume verhogen door de draaiknop rechtsom te
draaien.
U kunt het volume verlagen door de draaiknop linksom te
draaien.
Het geluid (toetspiepsignalen) aanpassen
De radio geeft een piepsignaal wanneer op één van de toetsen
wordt gedrukt (behalve de PTT- en -toets).
Houd de -toets vast terwijl u de radio aanzet om het geluid
aan en uit te zetten.
Door het menu bladeren
De radio heeft twee menufuncties: Select Menu (Selectiemenu)
en Common Menu (Algemeen menu).
1. Om naar het Select Menu te gaan, drukt u op de SEL/ -
toets.
2. Om naar het Common Menu te gaan, drukt u op de MENU/
GRP-toets.
3. Wanneer u daarna opnieuw op de SEL/ -toets of MENU/
GRP-toets drukt gaat u vooruit in het menu.
4. Doe één van de volgende dingen om de menufunctie af te
sluiten:
a. Druk op de MENU/GRP-toets,
b. Druk op de PTT-toets
c. Wacht 10 seconden totdat het apparaat automatisch
teruggaat naar de normale modus.
Communiceren met de radio
1. Houd de radio op 5 tot 8 cm van uw mond verwijderd.
2. Houd de PTT-toets ingedrukt terwijl u praat. Op het scherm
verschijnt .
3. Laat de PTT-toets los. U kunt nu binnenkomende oproepen
ontvangen. Wanneer dit gebeurt, verschijnt op het
scherm. Herhaal stap 1 om te beantwoorden.
Opmerking: Wanneer u 60 seconden lang blijft uitzenden,
geeft de radio een TX Time Out-toon en
knippert het -pictogram. De radio stopt met
zenden.
Om met iemand te spreken, moeten beide
radio's op hetzelfde kanaal en dezelfde
subcode zijn ingesteld. Zie “Een kanaal en
een subcode selecteren” hieronder.
5
Nederlands
Een kanaal en een subcode selecteren
Een kanaal selecteren:
1. SEL/ -toets om naar het Select Menu te gaan. Ga door
totdat de kanaalindicator knippert.
2. of naar het kanaal van uw keuze.
Een subcode selecteren:
1. SEL/ -toets om naar het Select Menu te gaan. Ga door
totdat de subcode-indicator knippert.
2. of naar de juiste subcode.
3. Sluit het Select Menu af.
Select Menu
De radio kan als volgt door het Select Menu navigeren:
Spraakzending (VOX)
U kunt beginnen met zenden door in de microfoon van de radio
te spreken in plaats van op de PTT-toets te drukken.
Het VOX-niveau instellen:
1. MENU/GRP-toets om naar het Common Menu te gaan. Ga
vooruit en selecteer "VOX".
2. SEL/ om te selecteren.
3. of naar het gewenste VOX-gevoeligheidsniveau.
4. Sluit het Select Menu af.
Opmerking: Op niveau "N" (uit) wordt VOX uitgeschakeld.
De niveaus 1-5 bepalen de gevoeligheid van
het VOX-circuit. Gebruik niveau 1 in rustige
omgevingen en gebruik niveau 5 in
omgevingen met veel lawaai. U kunt het juiste
gevoeligheidsniveau bepalen door in de
microfoon te spreken. Als knippert, wordt de
spraak geaccepteerd.
Een oproeptoon verzenden
De radio is voorzien van 10 selecteerbare oproeptonen.
Een oproeptoon selecteren:
1. MENU/GRP-toets om naar het Common Menu te gaan.
Ga door naar "TONE".
2. SEL/ om te selecteren.
3. of naar de gewenste oproeptoon.
4. Sluit het Common Menu af.
De geselecteerde oproeptoon verzenden:
1. om de geselecteerde oproeptoon te verzenden. De
gewenste toon wordt automatisch verzonden gedurende
een vastgestelde tijdsperiode.
2. PTT om oproeptoon te annuleren.
Automatische uitschakeling
Met automatische uitschakeling kunt u instellen na hoeveel tijd
de radio automatisch wordt uitgeschakeld.
1. MENU/GRP-toets om naar het Common Menu te gaan.
Ga door naar "PWR". De huidige tijd voor automatische
uitschakeling knippert.
2. SEL/ om te selecteren.
3. of om de tijd te kiezen uit aan, 1 uur, 2 uur en 3 uur.
4. Sluit het menu af.
Normaal
Kanaal Subcode
1 - 8 0 - 121
Nederlands
6
Common Menu
U kunt als volgt door het Common Menu navigeren:
Groepmenu
1. Houd MENU/GRP vast om het GROUP MENU
(Groepmenu) op te vragen.
2. of om door te gaan naar elk menu (GRP/CODE/RING/
ID).
3. SEL/ om te selecteren.
4. of om naar de gewenste conditie of het gewenste
nummer te gaan.
5. SEL/ om te selecteren.
6. MENU/GRP om af te sluiten.
Groepmodus instellen
1. Houd MENU/GRP vast om het GROUP MENU
(Groepmenu) op te vragen.
2. SEL/ om de groepmodus te bedienen.
3. of naar "Y". SEL/ om naar het groepmenu en de
groepcode-instelling te gaan.
4. of naar "N". SEL/ om het groepmenu te verlaten.
Uptimermodus
Selecteer de
sensitiviteit
(1-5)
Normaal
SCANNEN
2CH
(dubbel
scannen)
VOX
ROOM
(ruimtemonitor)
TONE
(oproeptoon)
SLNT
(stilte)
TIME
(uptimer)
PWR
(aan/uit)
Kies het
kanaal en de
subcode
Dubbele scanmodus
Uit
1-5
Scanmodus
1 - 10
"N" of "Y"
Selecteer ON/
1H/2H/3H (Aan/
1u/2u/3u)
Ruimtemonitormodus
Normaal
"GRP"
(groepmodus)
"CODE"
(groepcode)
"RING"
(beltoon)
"ID"
(id-instelling)
"N" of "Y" 0 - 121 1-10
Id-nummer
1-16
Id-naam tot
4 tekens
"Y"
7
Nederlands
Groepcode instellen
1. of om de groepcode te kiezen.
2. SEL/ om de groepcode-instelling te voltooien.
3. De radio gaat naar het instellingenmenu voor oproeptonen.
4. MENU/GRP om terug te gaan naar het groepmenu.
Beltoon instellen
De gebruiker kan de beltoon selecteren voor een directe
oproep. Beltonen en oproeptonen zijn hetzelfde.
1. of om een beltoon te selecteren.
2. De geselecteerde beltoon klinkt.
Id instellen
Elke radio in de groep moet worden ingesteld met een id. De
gebruiker kan een id-naam van maximaal (4) tekens instellen.
1. of om een id-nummer te kiezen.
2. Als de id al in gebruik is, dan wordt de tekst USED (In
gebruik) getoond. Als de tekst USED niet wordt getoond,
dan is de id beschikbaar.
3. SEL/ om door te gaan naar de instelling van de id-naam.
Id-naam instellen
De id-naam verschijnt op het scherm van de andere radio
wanneer u een oproep aan alle ontvangers of een directe
oproep plaatst. De id-naam wordt ook getoond op het scherm
van de andere radio wanneer deze een directe oproep plaatst.
Wanneer er geen id-naam is ingesteld, dan verschijnt het
eenheidnummer.
1. of om een teken te kiezen dat op het scherm zal
knipperen.
2. SEL/ om het volgende teken te kiezen en door te gaan.
3. SEL/ om het id-nummer en de id-naam te registreren.
Opmerking: De radio annuleert het geselecteerde id-
nummer en de ingevoerde id-naam en sluit
het groepmenu af wanneer op de MENU/GRP-
toets wordt gedrukt.
Kanaalinstellingen in groepmodus
Automatische kaneelwijziging instellen in de groepmodus:
1. MENU/GRP om naar de groepmodus te gaan.
2. SEL/ om de kanaalinstelling op te vragen.
3. of naar "Auto Channel Change Setting" (Instelling voor
automatische kanaalwijziging).
4. SEL/ om te selecteren.
Een kanaalnummer knippert en de tekst "ALL" (Alle) wordt
getoond.
5. of om het kanaal te selecteren.
6. SEL/ of om de opdracht voor automatische
kanaalwijziging te verzenden.
7. MENU/GRP om terug te gaan naar de kanaalinstelling in
groepmodus.
Kanaal handmatig instellen in groepmodus:
1. MENU/GRP om naar de groepmodus te gaan.
2. SEL/ om de kanaalinstelling op te vragen.
3. of naar "Manual Channel Setting" (Handmatige
kanaalinstelling).
4. SEL/ om te selecteren.
Een kanaalnummer knippert en de tekst "MY" wordt
getoond.
5. of om het kanaal handmatig te selecteren.
6. SEL/ om de handmatige kanaalinstellingen af te sluiten.
7. MENU/GRP om terug te gaan naar de kanaalinstelling in
groepmodus.
Nederlands
8
Oproep aan alle ontvangers
1. MENU/GRP om naar de groepmodus te gaan.
2. om naar de instellingen voor oproepen aan alle
ontvangers/directe oproepen te gaan.
3. of om "All Call Transmission" (Verzending oproep aan
alle) te selecteren. Op het scherm verschijnt "SYNC".
4. SEL/ of om deze instellingen af te sluiten en een
oproep aan alle ontvangers te verzenden.
De toon voor oproep aan alle ontvangers klinkt. en
knippert tijdens de verzending.
5. MENU/GRP om af te sluiten.
Directe oproep instellen
1. MENU/GRP om naar de groepmodus te gaan.
2. om naar de instellingen voor oproepen aan alle
ontvangers/directe oproepen te gaan.
3. of om een id-nummer te kiezen.
4. of SEL/ om een opdracht voor directe oproep te
verzenden.
De geselecteerde oproeptoon klinkt. Tijdens het zenden
worden het TX-pictogram en het CALL-pictogram op het
scherm weergegeven.
5. MENU/GRP om terug te gaan naar de instelling voor oproep
aan alle ontvangers/directe oproep.
Functies van de radio
Kanaalscanmodus
Hiermee kan de radio scannen om actieve kanalen te zoeken.
Wanneer er activiteit wordt waargenomen, dan "landt" (blijft) de
radio voor 2 seconden (5 seconden voor VOX zonder
hoofdtelefoon) op het betreffende kanaal. Druk op de PTT-toets
om op dat kanaal uit te zenden. Wanneer het kanaal niet langer
actief is, gaat de radio verder met het scannen naar andere
kanalen.
De kanaalscan inschakelen:
1. MENU/GRP om naar het Common Menu te gaan. Ga door
naar "SCAN".
2. SEL/ om kanaalscan in te schakelen.
3. MENU/GRP of PTT om de scanmodus uit te schakelen.
Dubbele scanmodus
Hiermee kunt u om en om op het huidige kanaal en op een
ander kanaal scannen.
Een ander kanaal instellen en dubbel scannen starten:
1. MENU/GRP om naar het Common Menu te gaan. Ga door
naar "2CH".
2. of om het kanaal te selecteren. Druk daarna op
SEL/ .
3. of om de subcode te selecteren. Druk daarna op
SEL/ .
4. De radio begint met dubbel scannen.
Opmerking: Als u hetzelfde kanaal en dezelfde subcode
instelt als het huidige kanaal, dan werkt
dubbel scannen niet.
5. MENU/GRP om dubbel scannen uit te schakelen.
Het id-nummer voor directe oproep
De id-naam
9
Nederlands
Ruimtemonitor
Hiermee kan de radio spraak/geluid (aan de hand van het
ingestelde gevoeligheidsniveau) detecteren en naar de
luisterende radio zenden zonder op de PTT-toets te drukken.
De radio waarop de monitor actief is kan in deze modus geen
zendingen ontvangen.
De ruimtemonitor inschakelen:
1. MENU/GRP om naar het Common Menu te gaan. Ga door
naar "ROOM" (Ruimte).
2. SEL/ om te selecteren.
3. of naar het gewenste gevoeligheidsniveau voor de
ruimtemonitor.
Opmerking: Gebruik niveau 1 in rustige omgevingen.
Gebruik niveau 5 in omgevingen met veel
lawaai.
4. SEL/ om de ruimtemonitor in te schakelen.
MENU/GRP om de ruimtemonitor uit te schakelen.
Opmerking: Wanneer spraak/geluid in de betreffende
ruimte meer dan 60 seconden aanhoudt, dan
stopt de monitor 5 seconden en gaat daarna
verder.
Stille modus
In de stiltemodus worden alle binnenkomende oproepen
gedempt. De achtergrondverlichting van de radio knippert
wanneer er een binnenkomende oproep is. Als de oproep niet
wordt beantwoord, dan wordt de achtergrondverlichting
uitgeschakeld en knippert tot er geen signaal is. De T80/
T80 Extreme Radio geeft een trilsignaal wanneer er een
gemiste oproep is.
De stiltemodus wordt 15 seconden lang uitgeschakeld
wanneer u zendt, ontvangt of op andere toetsen drukt.
De stiltemodus inschakelen:
1. MENU/GRP om naar het Common Menu te gaan.
2. Selecteer "SLNT".
3. SEL/ om te selecteren.
4. de stiltemodus inschakelen. Op de kanaalindicator
verschijnt "Y". verschijnt.
5. de stiltemodus uitschakelen. Op de kanaalindicator
verschijnt "N". verdwijnt.
Uptimer
Hiermee kan de radio tot 59 minuten en 59 seconden timen.
U kunt in deze modus binnenkomende oproepen ontvangen.
De timer gebruiken:
1. MENU/GRP om naar het Common Menu te gaan. Ga door
naar "TIME" (Tijd).
2. SEL/ om de uptimer te selecteren.
3. SEL/ om de uptimer te starten.
4. SEL/ om de timer te pauzeren.
SEL/ om de timer in- en uit te schakelen.
5. MENU/GRP of PTT om de uptimer te stoppen of opnieuw in
te stellen.
Opmerking: Als er een oproep wordt ontvangen, dan wordt
de id-naam weergegeven en gaat de radio
daarna terug naar de timermodus. Het
oproeppictogram knippert.
Toetsvergrendeling
Houd SEL/ ingedrukt totdat /"LOCK" (Vergrendeling)
verschijnt om het toetsenbord te vergrendelen.
Houd SEL/ ingedrukt tot /"UNLK" (Ontgrendeling)
verschijnt om het toetsenbord te ontgrendelen.
Nederlands
10
Schermlicht
Het LCD-scherm wordt automatisch 10 seconden lang verlicht
wanneer op een toets (behalve PTT) wordt gedrukt.
Monitormodus
Hiermee kunt u luisteren naar zwakke signalen op het huidige
kanaal.
De monitormodus inschakelen:
1. Druk op de MON-toets om korte tijd te luisteren. Het
pictogram knippert.
2. Houd de MON-toets 2 seconden ingedrukt om
ononderbroken te luisteren. Het -pictogram blijft knipperen.
De monitormodus uitschakelen:
Druk op de MON-, MENU/GRP- of SEL/ -toets om terug te
gaan naar de normale modus. Het -pictogram stopt met
knipperen.
Roger-piepsignaal
Geeft het einde van een PTT- of VOX-zending aan. Het signaal
is te horen via de luidspreker wanneer de toetspiepsignalen zijn
ingeschakeld. Het signaal is niet te horen via de luidspreker
indien toetspiepsignalen zijn uitgeschakeld.
Houd de -toets vast terwijl u de radio aanzet om het Roger-
piepsignaal in en uit te schakelen. Herhaal de stap om het
Roger-piepsignaal uit te schakelen.
LED-zaklamp
De radio heeft een ingebouwde LED-zaklamp.
De LED-zaklampindicator blijft branden totdat de toets wordt
losgelaten.
Garantie-informatie
De geautoriseerde Motorola-verkoper bij wie u de Motorola-
tweerichtingsradio en/of originele accessoires hebt gekocht,
accepteert een garantieclaim en/of voorziet in garantieservice.
Retourneer de radio naar uw verkoper om gebruik te maken
van de garantieservice. Stuur de radio niet terug naar Motorola.
U komt in aanmerking voor de garantieservice als u een
kassabon of een vergelijkbaar aankoopbewijs met vermelding
van de aanschafdatum kunt overleggen. De tweerichtingsradio
dient ook duidelijk te zijn voorzien van een serienummer. U hebt
geen recht op garantie als het type- en/of serienummer op het
product zijn veranderd, verwijderd of onleesbaar zijn gemaakt.
Wat door de garantie niet wordt gedekt
Defecten of schade als gevolg van gebruik van het Product
op een andere manier dan de normale en gebruikelijke
manier of door het niet opvolgen van de instructies in deze
handleiding.
Defecten of schade door misbruik, ongevallen, of nalatigheid.
Defecten of schade door onjuist testen, gebruik, onderhoud,
bewerken, wijziging of aanpassing op welke manier dan ook.
Afbreken van of schade aan antennes, tenzij rechtstreeks
veroorzaakt door materiaal- of fabricagefouten.
Producten die zijn gedemonteerd of gerepareerd op een
zodanige manier dat de prestaties van het product nadelig
worden beïnvloed of het normale testen van het product
voor het vaststellen van een garantieclaim wordt verstoord.
Defecten of schade door bereik.
Defecten of schade door vocht, vloeistoffen of morsen.
Alle plastic onderdelen en alle andere externe onderdelen
aan de buitenkant van het apparaat die zijn bekrast of
beschadigd door normaal gebruik.
11
Nederlands
Tijdelijk gehuurde producten.
Periodiek onderhoud en reparatie of vervanging van
onderdelen vanwege normaal gebruik en normale slijtage.
Informatie over auteursrechten
Bij de in deze handleiding beschreven Motorola-producten
horen mogelijk auteursrechtelijk beschermde Motorola-
computerprogramma's die zijn opgeslagen op
halfgeleidergeheugens of andere media. Op grond van de
wetgeving in de Verenigde Staten en in andere landen behoudt
Motorola zich bepaalde rechten voor op auteursrechtelijk
beschermde computerprogramma's, waaronder het exclusieve
recht om de auteursrechtelijk beschermde Motorola-
programma's te kopiëren en te verspreiden.
Auteursrechtelijk beschermde computerprogramma's van
Motorola die in deze handleiding worden beschreven, mogen
daarom op geen enkele wijze worden gekopieerd of verspreid
zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Motorola.
Aan de koop van Motorola-producten kan direct noch indirect,
door juridische uitsluiting noch anderszins geen gebruiksrecht
worden ontleend op grond van auteursrechten, patenten of
gepatenteerde toepassingen van Motorola of andere externe
softwareleveranciers, met uitzondering van het normale, niet-
exclusieve recht op gebruik dat van rechtswege voortvloeit uit
de verkoop van een product.
MOTOROLA, MOTO, MOTOROLA SOLUTIONS en het
gestileerde M-logo zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van Motorola Trademark Holdings, LLC en
worden op grond van licenties gebruikt. Alle andere
handelsmerken zijn het eigendom van hun respectieve
eigenaren.
© 2012 Motorola Solutions, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Nederlands
12
/