nl - 5 58
NEDERLANDS
Achterste rail (fig. F6)
• Laat het tafeloppervlak met het geleiderfront (5) over de achterste rail (12)
vallen.
• Meet aan beide kanten van het tafelblad de afstand tussen het
tafelblad en de rail. Deze afstand moet aan beide kanten gelijk zijn.
• Als de afstand moet worden aangepast, draait u de bouten (29)
waarmee de beugel aan de zaag is bevestigd, wat losser. Tik met een
zachte hamer op de beugels totdat de afstand aan beide uiteinden van
het tafelblad gelijk is.
• Draai de bouten stevig aan.
Bevestigen van de uitvoertafel (fig. F7 - F9)
Benodigde montageonderdelen: 2 L-vormige beugels (25),
2 zeskantbouten (28), 2 vlakke sluitringen (33), 2 borgringen (35),
2 moeren (31), 2 slotbouten (27), 2 vleugelmoeren (32) (fig. F7).
• Leg de uitvoertafel (17) op de vloer met de platte kant omlaag (fig. F8).
Gebruik een stuk karton om te voorkomen dat het tafeloppervlak wordt
beschadigd.
• Bevestig de L-vormige beugels (25) zoals op de afbeelding, met
2 zeskantbouten (28), borgringen (35), vlakke sluitringen (33)
en moeren (31). Draai de moeren niet volledig aan.
• Druk de borgpennen (46) in en vouw de poot (47) uit.
• Plaats de tafel op de achterzijde van de zaag zodat de beugels die aan
de tafel zijn bevestigd, rusten op de beugels die aan de zaag zijn
bevestigd (fig. F9).
• Bevestig de beugels aan elkaar met 2 slotbouten (27) en vleugelmoeren
(32) zoals is afgebeeld. Draai de vleugelmoeren stevig aan.
Afstellen van de uitvoertafel (fig. F8 & F10)
De uitvoertafel moet even hoog als (of iets lager dan) het tafelblad staan.
• U controleert dit door het geleiderfront (5) over het tafelblad en de
uitvoertafel te schuiven (fig. F10).
• Zet indien nodig de uitvoertafel hoger of lager totdat de uitvoertafel bij
de bevestigingspunten even hoog staat als het tafelblad.
• Als het andere uiteinde van de uitvoertafel niet waterpas staat, kunt u
dit bijstellen door de poten (48) te draaien (fig. F8).
• Draai de bouten en moeren stevig aan.
Bevestigen van de steuntafels (fig. G1 - G6)
Benodigde montageonderdelen: 2 Torx-bouten (26), 10 zeskantbouten (28),
10 vlakke sluitringen (33), 10 borgringen (35), 4 moeren (31), 2 platte
beugels (23) (fig. G1).
• Plaats 3 zeskantbouten (28), borgringen (35) en vlakke sluitringen (33)
in de openingen (49) in de zijkant van de zaag zoals afgebeeld (fig. G2).
• Laat een opening van 5 mm vrij tussen het tafelblad en de koppen van
de bouten.
• Plaats de steuntafel (51) op de bouten zoals afgebeeld. Draai de
bouten niet volledig aan.
• Draai de moer (30) aan waarmee de beugel aan de rail is bevestigd
(fig. G3).
• Lijn de opening in de buitenste beugel van de voorste rail (24) uit met
de sleuf in de steuntafel.
• Bevestig de beugel van de voorste rail aan de steuntafel met een Torx-
bout (26), een borgring (35), een vlakke sluitring (33) en een moer (31).
• Bevestig de steuntafel aan de achterste rail met een platte beugel (23),
twee zeskantbouten (29), 2 vlakke sluitringen (33), 2 borgringen (35)
en 2 moeren (31) (fig. G4 & G5).
• Controleer met het geleiderfront of de rand van de steuntafel even
hoog als of iets lager ligt dan het tafelblad (fig. G6). Pas de hoogte
indien nodig aan en draai de bouten (28) aan (fig. G2).
• Controleer met het geleiderfront of een luchtbelwaterpas of de
steuntafel waterpas staat. Pas eventueel aan en draai alle bouten en
moeren stevig aan.
• Herhaal de procedure voor de andere steuntafel.
Monteren van de parallelgeleider (fig. H1)
• Haal de 3 schroeven (52) en het dekplaatje (53) van de geleiderkop (54).
• Bevestig de geleiderbalk (55) aan de geleiderkop (54) zoals afgebeeld.
• Bevestig het dekplaatje (53) en de schroeven (52) weer aan de kop.
Draai niet volledig aan.
• Schuif het geleiderfront (5) op de geleiderail (58) zoals afgebeeld.
Uitlijnen van de parallelgeleider (fig. H2)
• Plaats de parallelgeleider (4) op de voorste rail (11) en de achterste rail
(12) vlak bij de versteksleuf aan de rechterkant van de tafel.
• Draai de 3 vleugelmoeren (57) los, laat het geleiderfront op de tafel
rusten en draai de vleugelmoeren weer vast.
• Draai de 3 schroeven (52) iets los.
• Verschuif de parallelgeleider en verstel de geleider tot het geleiderfront
parallel is met de versteksleuf.
• Zet het geleiderfront vast door de hendel (59) omlaag te drukken.
• Draai de schroeven (52) aan, te beginnen met de twee achterste.
Afstellen van het geleiderfront (fig. H3)
• Draai de vleugelmoeren (57) los.
• Plaats het geleiderfront (5) zo dat deze zich ongeveer 1 mm van het
tafelblad bevindt.
• Verplaats het geleiderfront desgewenst naar voren of naar achteren.
• Draai de vleugelmoeren (57) aan.
Bij erg dunne werkstukken kan het geleiderfront zo worden
geplaatst dat deze op het tafelblad rust. Plaats het
geleiderfront zo dat deze zich ongeveer 1 mm van het tafelblad
bevindt voordat u de geleider verplaatst.
Instellen van de achterste geleiderbaan (fig. H2 & H4)
• Schuif de parallelgeleider (4) naar voren en achteren om te controleren
of deze soepel over de rails schuift (fig. H2).
• Zet de parallelgeleider met de hendel (59) op zijn plaats vast.
Als de achterzijde van de geleider tijdens het vastzetten te veel omhoog/
omlaag beweegt, moet u de beugel (60) van de achterste geleider afstellen
(fig. H4). U stelt deze als volgt af:
• Maak de schroeven (61) los.
• Plaats de klembeugel (62) zo dat deze licht tegen de achterste rail (12)
drukt.
• Draai de schroeven aan.
• Controleer of de geleider nog steeds soepel beweegt. Als dit niet het
geval is, drukt de klembeugel te veel tegen de rail.
Monteren van het zaagblad (fig. A1, A2 & I1 - I2)
De tanden van een nieuw blad zijn erg scherp en kunnen
gevaarlijk zijn.
Gebruik een houder of draag handschoenen bij het hanteren
van zaagbladen.
• Stel de bladas (63) (fig. I1) met de insteller (2) in op de hoogste positie
(fig. A1).
• Verwijder de moer (64) en de buitenste klemring (65) (fig. I1).
• Plaats het blad (66) op de as met tanden in de richting van de voorkant
van de zaag.
• Bevestig de buitenste klemring (65) en de moer (64) weer zoals
afgebeeld. Zorg ervoor dat het zaagblad wordt aangestuurd op de naaf
van de buitenste klemring (67).
• Draai de moer aan met de combinatiesleutel (21) en de bladsleutel (20)
zoals afgebeeld (fig. 12).
Indien de moer in het binnenste van de zaag valt, dient u deze
voorzichtig te verwijderen via de stofpoort (18) van 100 mm
(fig. A2).