AEG CD710M Handleiding

Categorie
Magnetrons
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

USER
MANUAL
NL Gebruiksaanwijzing
Combimagnetron
CD710M
KME761000B
KME761000M
KME761000W
KMK761000M
KMK761000W
KMM761000M
KMR761000M
KMR761000W
KMS761000M
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE.........................................................................................3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.................................................................................6
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT........................................................................9
4. BEDIENINGSPANEEL............................................................................................... 10
5. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT....................12
6. DAGELIJKS GEBRUIK................................................................................................12
7. KLOKFUNCTIES.........................................................................................................16
8. AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S..........................................................................17
9. GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES........................................................................... 18
10. EXTRA FUNCTIES....................................................................................................18
11. AANWIJZINGEN EN TIPS...................................................................................... 20
12. ONDERHOUD EN REINIGING...............................................................................38
13. PROBLEEMOPLOSSING.........................................................................................40
14. TECHNISCHE GEGEVENS..................................................................................... 41
15. ENERGIEZUINIGHEID.............................................................................................41
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen
om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het
leven gemakkelijker helpen maken met functies die gewone apparaten wellicht
niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er
optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.aeg.com/webselfservice
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens
bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer.
Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
www.aeg.com
2
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die
voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste
gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige,
toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.
1.1 De veiligheid van kinderen en kwetsbare
personen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens
of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met
zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de
buurt van het apparaat te worden gehouden, tenzij ze
voortdurend onder toezicht staan.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij
voortdurend onder toezicht staan, bij het apparaat uit
de buurt te worden gehouden.
Laat kinderen niet spelen met het apparaat.
Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en
verwijder ze op gepaste wijze.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als het in werking is of afkoelt. Makkelijk
toegankelijke onderdelen kunnen heet worden tijdens
gebruik.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient
dit te worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat
uitvoeren.
NEDERLANDS
3
1.2 Algemene veiligheid
Alleen een erkende installatietechnicus mag het
apparaat en de kabel vervangen.
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U
dient te voorkomen de verwarmingselementen aan te
raken.
Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of
kookgerei te plaatsen of verwijderen.
Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook
verricht, dient u de stekker van het apparaat uit het
stopcontact te trekken.
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het apparaat is
uitgeschakeld voordat u de lamp vervangt om
elektrische schokken te voorkomen.
Gebruik het apparaat niet voordat u het in de
ingebouwde structuur installeert.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of
scherpe metalen schrapers om de glazen deur schoon
te maken, deze kunnen krassen veroorzaken op het
oppervlak, waardoor het glas zou kunnen breken.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant,
een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties
te voorkomen.
Schakel het apparaat niet in als het leeg is. Metalen
delen in de ovenruimte kunnen elektrische vonken
veroorzaken.
Tijdens bereiding in de magnetron zijn geen metalen
voedselbakjes en drinkbekers toegestaan. Deze
vereiste is niet van toepassing als de fabrikant heeft
aangegeven dat het formaat en de vorm van het
metalen voorwerp geschikt is voor bereiding in de
magnetron.
www.aeg.com
4
WAARSCHUWING: Als de deur, scharnieren/
handgrepen of deurafdichtingen zijn beschadigd,
mag het apparaat niet worden gebruikt tot hij is
gerepareerd door een vakkundig persoon.
WAARSCHUWING: Alleen een vakkundig persoon kan
onderhouds- of reparatiewerkzaamheden uitvoeren
waarvoor de afdekking moet worden verwijderd die
beschermd tegen blootstelling aan
magnetronenergie.
WAARSCHUWING: Verwarm geen vloeistoffen of
andere levensmiddelen in afgesloten houders. Deze
kunnen dan ontploffen.
Gebruik alleen hulpstukken die geschikt zijn voor
gebruik in de magnetron.
Let bij het opwarmen van voedsel in plastic of
papieren houders op het apparaat vanwege de
mogelijkheid tot zelfontbranding.
Het apparaat is bedoeld voor het opwarmen van
voedsel en dranken. Het drogen van levensmiddelen
of kleding en het opwarmen van warmhoudpads,
slippers, sponzen, vochtige doekjes en dergelijke kan
leiden tot letsel, zelfontbranding of brand.
Als rook wordt waargenomen, zet dan het apparaat uit
of trek de stekker uit het stopcontact en houd de deur
gesloten om vlammen te doven.
Het in de magnetron opwarmen van dranken kan
ertoe leiden dat het langer duurt voordat het
kookpunt wordt bereikt. Pas op als u de houder uit de
magnetron haalt.
De inhoud van melkflesjes en potjes babyvoeding
moet worden geroerd of geschud en de temperatuur
moet voor consumptie worden gecontroleerd om
brandwonden te voorkomen.
Eieren in de schaal en hele hardgekookte eieren
mogen niet in het apparaat worden opgewarmd
omdat ze dan kunnen ontploffen, zelfs nadat de
magnetronverwarming is beëindigd.
NEDERLANDS
5
Het apparaat moet regelmatig worden gereinigd en
voedselresten dienen te worden verwijderd.
Het niet schoonhouden van het apparaat kan leiden
tot beschadigingen aan het oppervlak hetgeen weer
een negatief effect kan hebben op de levensduur van
het apparaat wat weer kan leiden tot een gevaarlijke
situatie.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Installatie
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen
beschadigd apparaat.
Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
Trek het apparaat nooit aan de
handgreep van zijn plaats.
Installeer het apparaat op een veilige
en geschikte plaats die aan alle
installatie-eisen voldoet.
Houd de minimumafstand naar
andere apparaten en units in acht.
Controleer voordat u het apparaat
monteert of de ovendeur
onbelemmerd opent.
Het apparaat is uitgerust met een
elektrisch koelsysteem. Het heeft
elektrische stroom nodig.
De stevigheid van de inbouwkast
moet voldoen aan de DIN 68930-
norm.
Minimumhoogte kast
(Minimumhoogte
kast onder werkblad)
444 (460) mm
Kastbreedte 560 mm
Kastdiepte 550 (550) mm
Hoogte van de voor-
kant van het apparaat
455 mm
Hoogte van de ach-
terkant van het appa-
raat
440 mm
Breedte van de voor-
kant van het apparaat
595 mm
Breedte van de ach-
terkant van het appa-
raat
559 mm
Diepte van het appa-
raat
567 mm
Ingebouwde diepte
van het apparaat
546 mm
Diepte met open
deur
882 mm
Minimumgrootte
ventilatieopening.
Opening geplaatst
aan de onderkant van
de achterzijde
560x20 mm
Lengte netvoedings-
kabel. Kabel wordt in
de rechterhoek van
de achterzijde ge-
plaatst
1500 mm
Bevestigingsschroe-
ven
3.5x25 mm
www.aeg.com6
2.2 Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd
elektromonteur worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de
netstroom.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de hoofdstekker en kabel
niet beschadigt. Indien de
voedingskabel moet worden
vervangen, dan moet dit gebeuren
door onze Klantenservice.
Laat de stroomkabel niet in aanraking
komen met de deur van het apparaat
of de niche onder het apparaat, met
name niet als deze werkt of als de
deur heet is.
De schokbescherming van delen
onder stroom en geïsoleerde delen
moet op zo'n manier worden
bevestigd dat het niet zonder
gereedschap kan worden verplaatst.
Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
Sluit de stroomstekker niet aan op
een losse stroomaansluiting.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Gebruik enkel correcte
isolatievoorzieningen:
stroomonderbrekers, zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de
houder worden verwijderd),
aardlekschakelaars en contactgevers.
De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor
het apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een
contactopening hebben met een
minimale breedte van 3 mm.
Dit apparaat wordt geleverd met
stekker en netsnoer.
2.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel,
brandwonden, elektrische
schokken of een explosie.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik.
De specificatie van dit apparaat niet
wijzigen.
Zorg ervoor dat de
ventilatieopeningen niet geblokkeerd
zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
Schakel het apparaat telkens na
gebruik uit.
Wees voorzichtig met het openen van
de deur van het apparaat als het
apparaat aan staat. Er kan hete lucht
ontsnappen.
Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
Oefen geen kracht uit op een
geopende deur.
Het apparaat mag niet worden
gebruikt als werkblad of aanrecht.
Open de deur van het apparaat
voorzichtig. Als u alcoholische
toevoegingen gebruikt, kan er
alcohol-luchtmengsel ontstaan.
Houd vonken of open vlammen uit de
buurt van het apparaat bij het openen
van de deur.
Plaats geen ontvlambare producten
of items die vochtig zijn door
ontvlambare producten in, bij of op
het apparaat.
De magnetronfunctie mag niet
worden gebruikt om de oven voor te
verwarmen.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het
apparaat.
Om schade of verkleuring van het
email te voorkomen:
NEDERLANDS
7
leg geen aluminiumfolie op de
bodem van de ruimte in het
apparaat.
plaats geen water direct in het
hete apparaat.
haal vochthoudende schotels en
eten uit het apparaat als u klaar
bent met koken.
wees voorzichtig bij het
verwijderen of bevestigen van
accessoires.
Verkleuring van het email of roestvrij
staal is niet van invloed op de werking
van het apparaat.
Gebruik een diepe pan voor vochtige
taarten. Fruitsappen kunnen
permanente vlekken maken.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
om mee te koken. Het mag niet
worden gebruikt voor andere
doeleinden, zoals het verwarmen van
een kamer.
Alle bereidingen moeten worden
uitgevoerd met gesloten ovendeur.
Als het apparaat achter een
meubelpaneel gemonteerd is (bijv.
een deur), zorg er dan voor dat de
deur nooit gesloten is als het
apparaat in werking is. Warmte en
vocht kunnen achter een gesloten
meubelpaneel ophopen en schade
aan het apparaat, de behuizing of de
vloer veroorzaken. Sluit het
meubelpaneel niet tot het apparaat
volledig afgekoeld is na gebruik.
2.4 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en
schade aan het apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Zorg ervoor dat het apparaat is
afgekoeld. Er bestaat een risico dat
de glasplaten kunnen breken.
Vervang direct de glazen deurpanelen
als deze beschadigd zijn. Neem
contact op met een erkend
servicecentrum.
Wees voorzichtig als u de deur van
het apparaat verwijdert. De deur is
zwaar!
Zorg ervoor dat de ovenruimte en de
deur na elk gebruik worden
afgeveegd. Stoom geproduceerd
tijdens de werking van het apparaat
condenseert op de wanden en kan
roest veroorzaken.
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
Vet en voedsel dat in het apparaat
achterblijft, kan brand en elektrische
vonken veroorzaken wanneer de
magnetronfunctie werkt.
Maak het apparaat schoon met een
vochtige zachte doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen,
schuursponsjes, oplosmiddelen of
metalen voorwerpen.
Volg als u een ovenspray gebruikt de
aanwijzingen op de verpakking.
Reinig niet het katalytische email
(indien van toepassing) met
schoonmaakmiddelen.
2.5 Binnenverlichting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische
schokken.
Het type gloeilampje of
halogeenlampje dat voor dit apparaat
wordt gebruikt, is alleen geschikt voor
huishoudelijke apparaten. Gebruik
het niet voor de verlichting in huis.
Voordat u het lampje vervangt, dient
u de stekker van het apparaat uit het
stopcontact te halen.
Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
2.6 Service
Neem contact op met de erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat.
Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
2.7 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
www.aeg.com
8
Snijd het netsnoer vlak bij het
apparaat af en gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om
te voorkomen dat kinderen of
huisdieren binnen in het apparaat vast
komen te zitten.
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Algemeen overzicht
1 2
8
4
3
1
2
3
6
4
5
7
1
Bedieningspaneel
2
Elektronische tijdschakelklok
3
Verwarmingselement
4
Magnetrongenerator
5
Lamp
6
Ventilator
7
Verwijderbare inschuifrail
8
Roosterhoogtes
3.2 Accessoires
Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Grill-/braadpan
Voor braden en roosteren of als pan om
vet op te vangen
NEDERLANDS 9
4. BEDIENINGSPANEEL
4.1 Elektronische programmeur
21 3 4 5 8 9 10 1176
Gebruik de tiptoetsen om de oven te bedienen.
Tiptoets Functie Opmerking
1
- Display Toont de huidige instellingen van de oven.
2
AAN / UIT Om de oven in en uit te schakelen.
3
Verwarmingsfunc-
ties / Kook- En
Bakassistent
Druk eenmaal op de tiptoets om een verwar-
mingsfunctie of het menu te kiezen: Kook- En Bak-
assistent. Druk weer op de tiptoets om tussen de
menu's te schakelen: Verwarmingsfuncties, Kook-
En Bakassistent. Druk 3 seconden op de tiptoets
om de verlichting aan of uit te zetten.
4
Magnetronfunctie Voor het inschakelen van de: Magnetronfunctie.
Te gebruiken als de oven is uitgeschakeld. Bij ge-
bruik van de: Magnetronfunctie met de functie:
Duur gedurende meer dan 7 minuten en in de
Combi-stand, kan het vermogen niet hoger zijn
dan 600 W.
5
Temperatuurse-
lectie / Snel op-
warmen
Om de temperatuur in te stellen of om de huidige
temperatuur in de oven te tonen. Druk 3 secon-
den op het veld om de machine aan of uit te zet-
ten: Snel opwarmen.
6
Omlaag Omlaag gaan in het menu.
7
Omhoog Omhoog gaan in het menu.
8
OK / Magnetron
snel starten
De selectie of instelling bevestigen. Voor het in-
schakelen van de: Magnetronfunctie. Te gebrui-
ken als de oven is uitgeschakeld.
www.aeg.com10
Tiptoets Functie Opmerking
9
Terug Om één niveau terug te gaan in het menu. Druk 3
seconden op het veld om het hoofdmenu weer te
geven.
10
Tijd en aanvullen-
de functies
Verschillende functies instellen. Als een verwarm-
functie in werking is, drukt u op de tiptoets om de
timer of de functies in te stellen: Toetsblokkering,
Favoriet, Heat+Hold, Set + Go.
11
Kookwekker Om de volgende functie in te stellen: Kookwekker.
4.2 Display
A
DE
B C
A. Verwarmingsfunctie of
magnetronfunctie
B. Instellen dagtijd
C. Indicatielampje bij voorverwarmen
D. Temperatuur of vermogen in de
magnetron
E. Duur of eindtijd van een functie
Andere indicaties op het display:
Symbool -functie
Kookwekker De functie werkt.
Instellen dagtijd Het display geeft de huidige tijd aan.
Duur Het display geeft de benodigde kook-
tijd weer.
Eindtijd Het display geeft aan wanneer de
kooktijd voorbij is.
Temperatuur Het display toont de temperatuur.
Tijdisindicatie Er wordt weergegeven hoe lang een
verwarmingsfunctie in werking is. Druk
tegelijkertijd op en om de tijd
te resetten.
Controlelampje bij voor-
verwarmen
Het display geeft de temperatuur in
de oven aan.
Snel opwarmen De functie staat aan. Het verkort de
opwarmtijd.
Per gewicht Het display geeft weer dat het auto-
matische weegsysteem aan is of dat
het gewicht kan worden gewijzigd.
NEDERLANDS 11
Symbool -functie
Heat+Hold De functie staat aan.
5. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE
KEER GEBRUIKT
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
5.1 Eerste reiniging
Verwijder all accessoires en
verwijderbare inschuifrails uit de oven.
Zie het hoofdstuk 'Onderhoud en
reiniging'.
Reinig de oven en accessoires voor het
eerste gebruik.
Zet de accessoires en verwijderbare
inschuifrails terug in de beginstand.
5.2 Eerste aansluiting
Wanneer u de oven op het stopcontact
aansluit of na een stroomstoring moet u
de taal, het contrast, de helderheid en
de tijd instellen.
1. Druk op of om de waarde in
te stellen.
2. Druk op om te bevestigen.
6. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Door de menu's navigeren
1. Oven inschakelen.
2. Druk op
of om de menu-
optie te selecteren.
3. Druk op
om naar het submenu te
gaan of de instelling te accepteren.
U kunt te allen tijde
terugkeren naar het
hoofdmenu met .
6.2 Een overzicht van de
menu's
Hoofdmenu
Symbool / Me-
nu-item
Applicatie
Verwarmings-
functies
Bestaat uit een lijst
met verwarmingsfunc-
ties.
Symbool / Me-
nu-item
Applicatie
Kook- En Bakas-
sistent
Bestaat uit een lijst
met automatische pro-
gramma's.
Basis instellingen
Wordt gebruikt voor
het instellen van de
apparaatconfiguratie.
Favoriet
Bestaat uit een lijst
met favoriete berei-
dingsprogramma's die
door de gebruiker zijn
gemaakt.
Speciaal
Bestaat uit een lijst
met extra verwar-
mingsfuncties.
www.aeg.com12
Submenu voor: Basis instellingen
Symbool / Me-
nu-item
Beschrijving
Instellen dagtijd
Stel de dagtijd in.
Tijdisindicatie
Als het apparaat AAN
staat, geeft het display
de huidige tijd weer
wanneer u het appa-
raat uitschakelt.
Snel opwarmen
Indien AAN verkort de
functie de opwarmtijd.
Set + Go
Om een functie in te
stellen en later te acti-
veren door op een
symbool op het bedie-
ningspaneel te druk-
ken.
Heat+Hold
Houdt het bereide
voedsel warm gedu-
rende 30 minuten na-
dat de kookcyclus vol-
tooid is.
Verleng tijd
Schakelt de functie
Tijd verlengen in en
uit.
Contrast
Pas het contrast van
het display in stappen
aan.
Helderheid
Pas de helderheid van
het display in stappen
aan.
Taal
Stelt de taal voor het
display in.
Geluidsvolume
Pas het volume van de
druktonen en signalen
stapsgewijs aan.
Toetsvolume
Schakelt de toon van
de aanraakvelden aan
en uit. Het geluid van
de tiptoets AAN/UIT
kan niet worden uitge-
schakeld.
Symbool / Me-
nu-item
Beschrijving
Alarmtoon
Schakelt de alarmtoon
in en uit.
Demomodus
Activerings-/deactive-
ringscode: 2468.
Service
Toont de softwarever-
sie en -configuratie.
Fabrieksinstelling
Zet alle instellingen te-
rug op de fabrieksin-
stelling.
6.3 Verwarmingsfuncties
Verwarmings-
functie
Applicatie
Hetelucht
Om op 2 rekstanden te
bakken en tegelijk
voedsel te drogen.Stel
de temperatuur 20 -
40°C lager in dan voor
de functie: Boven + on-
derwarmte.
Pizza-functie
Om gerechten op één
niveau te bakken met
intensief bruineren en
een krokantere korst.
Stel de temperatuur 20
- 40°C lager in dan voor
de functie: Boven + on-
derwarmte.
Boven + onder-
warmte
Voor het bakken en
roosteren op één oven-
niveau.
Bevroren ge-
rechten
Om kant-en-klaar-ge-
rechten (bijv. patat,
aardappelpartjes of
loempia's) krokant te
maken.
NEDERLANDS 13
Verwarmings-
functie
Applicatie
Grillen
Om dunne stukken
voedsel te grillen en
brood te roosteren.
Circulaviegrill
Voor het braden van
grote stukken vlees of
gevogelte met bot op
één niveau. Voor grati-
neren en bruinen.
Onderwarmte
Voor het bakken van
taarten met een knap-
perige bodem en het
inmaken van voedsel.
De verlichting kan tijdens
sommige ovenfuncties
automatisch uitschakelen als
de temperatuur onder de 60
°C komt.
6.4 Speciaal
Verwarmings-
functie
Applicatie
Warm houden
Om het voedsel warm
te houden.
Borden warmen
Om borden voor het
serveren op te war-
men.
Inmaken
Voor het inmaken van
groenten (bijv. augur-
ken).
Drogen
Om in plakjes gesne-
den fruit, groenten en
champignons te dro-
gen.
Verwarmings-
functie
Applicatie
Deeg laten rijzen
Om het rijsproces van
gistdeeg te versnellen.
Het voorkomt dat het
oppervlak van het
deeg uitdroogt en
houdt het deeg elas-
tisch.
Lage tempera-
tuur garen
Voor het bereiden van
mals en sappig braad-
vlees.
Brood bakken
Gebruik deze functie
voor brood en brood-
jes met een bijna pro-
fessioneel resultaat
qua krokantheid, kleur
en bruine korst.
Ontdooien
Om voedsel te ont-
dooien (groenten en
fruit). De ontdooitijd
hangt af van de hoe-
veelheid en dikte van
het voedsel.
6.5 Een verwarmingsfunctie
instellen
1. Schakel de oven in.
2. Selecteer het menu:
Verwarmingsfuncties.
3. Druk op om te bevestigen.
4. Selecteer een ovenfunctie.
5. Druk op om te bevestigen.
6. Stel de temperatuur in.
7. Druk op om te bevestigen.
www.aeg.com
14
6.6 Magnetronfuncties
Functies Beschrijving
Magnetron Creëert de warmte direct in het eten. Gebruik de magnetron voor
het verwarmen van maaltijden en drankjes, het ontdooien van vlees
of fruit en het koken van groenten en vis.
Combi Gebruik het om de verwarmingsfunctie en de magnetronmodus te-
gelijkertijd te gebruiken. Om gerechten korter te bereiden en een
bruin korstje te geven.
Het maximum vermogen voor deze functie is 600 W.
Snelle start Gebruik deze om de magnetronfunctie in te schakelen met een druk
op het symbool op hoge magnetronstand en korte werking: 30
seconden ingedrukt
6.7 De magnetronfunctie
instellen
1. Verwijder alle accessoires.
2. Oven inschakelen.
3. Druk op om de magnetronfunctie
in te schakelen.
4. Druk op . De functie: Duur wordt
ingesteld op 30 seconden en de
magnetron gaat in werking.
Elke keer dat u indrukt,
worden er 30 seconden aan
de duur van de magnetron
toegevoegd: Duur.
Als u niet indrukt, schakelt
de oven na 20 seconden uit.
5. Druk op om de volgende functie
in te stellen: Duur.
6. Wanneer de ingestelde tijd is
verlopen, klinkt er gedurende 2
minuten een geluidssignaal. De
magnetronfunctie wordt automatisch
uitgeschakeld. Druk op een symbool
om het signaal uit te zetten.
Om de magnetronfunctie uit
te schakelen druk op .
Als u indrukt of de deur
opent, stopt de functie. Raak
aan om de functie weer te
starten.
De maximale tijd van de
magnetronfuncties is afhankelijk van het
door u ingestelde magnetronvermogen:
MAGNETRONVER-
MOGEN
MAXIMUMTIJD
100 - 600 W 90 minuten
Meer dan 600 W 7 minuten
6.8 De Combi-functie instellen
1. Een verwarmingsfunctie instellen.
2. Druk op
en volg dezelfde stappen
als bij het instellen van de
magnetronfunctie.
Wanneer u de magnetronfunctie in de
Combi-modus gebruikt, mag het
magnetronvermogen niet meer dan 600
W bedragen.
Voor bepaalde functies start
de magnetronfunctie zodra
de ingestelde temperatuur
wordt bereikt.
Functies niet beschikbaar bij de Combi-
functie: Favoriet, Eindtijd, Set + Go, Heat
+Hold.
6.9 De snelstartfunctie van de
magnetron instellen
1. Indien nodig, druk op om de oven
uit te schakelen.
2. Druk op
om de Snelle start-functie
in te schakelen.
NEDERLANDS
15
Elke keer als u indrukt, worden er 30
seconden aan de Duur toegevoegd.
U kunt het
magnetronvermogen
wijzigen (raadpleeg
“Magnetronfunctie
instellen”).
3. Druk op om de duurtijd in te
stellen voor de functie: Duur. Zie het
hoofdstuk "De klok instellen" voor
het instellen van de klokfuncties.
6.10 Indicatielampje bij
voorverwarmen
Wanneer u een verwarmingsfunctie
inschakelt, gaat het balkje op het display
branden. Het balkje geeft aan dat de
oventemperatuur toeneemt. Als de
temperatuur bereikt is, zoemt de zoemer
3 maal en knippert de balk om
vervolgens te verdwijnen.
6.11 Snel opwarmen
Deze functie verkort de opwarmtijd.
Leg geen voedsel in de oven
wanneer de functie Snel
opwarmen is ingeschakeld.
Als u de functie wilt activeren, houdt u
3 seconden ingedrukt. Het
indicatielampje voorverwarmen wisselt.
Deze functie is niet beschikbaar voor
sommige ovenfuncties.
6.12 Restwarmte
Wanneer u de oven uitschakelt, geeft het
display de restwarmte aan. U kunt de
warmte gebruiken om het eten warm te
houden.
7. KLOKFUNCTIES
7.1 Tabel met klokfuncties
Klokfunctie Applicatie
Kookwekker
Om een afteltijd in te
stellen (max. 2 uur en 30
minuten). Deze functie
heeft geen invloed op
de werking van de
oven. Ook te gebruiken
als de oven is uitge-
schakeld.
Gebruik om de func-
tie in te schakelen. Druk
op
of om de mi-
nuten in te stellen en op
om te starten.
Duur
Om de werkingsduur
van de oven in te stellen
(max. 23 uur 59 min.).
Eindtijd
Voor het instellen van
de uitschakeltijd van
een verwarmingsfunctie
(max. 23 uur en 59 min).
Als u de tijd voor een klokfunctie instelt,
begint het aftellen van de tijd na 5
seconden.
Als u de klokfuncties: Duur,
Eindtijd gebruikt, schakelt
de oven de warmte-
elementen na 90% van de
ingestelde tijd uit. De oven
gebruikt de restwarmte om
het kookproces voor te
zetten totdat de tijd is
verstreken (3 - 20 minuten).
7.2 De klokfuncties instellen
Alvorens u de functies: Duur,
Eindtijd gebruikt, moet u
een verwarmingsfunctie en
temperatuur instellen. De
oven wordt automatisch
uitgeschakeld
U kunt de functies: Duur en
Eindtijd tegelijkertijd
gebruiken als u wilt dat de
oven op een later tijdstip
wordt geactiveerd of juist
uitgezet.
www.aeg.com16
1. Stel de verwarmingsfunctie in.
2. Druk herhaaldelijk op totdat het
display de benodigde klokfunctie en
het bijhorende symbool weergeeft.
3. Druk op of om de gewenste
tijd in te stellen.
4. Druk op om te bevestigen.
Wanneer de tijd is verstreken, klinkt er
een geluidssignaal. De oven gaat uit. Op
het display verschijnt een melding.
5. Druk op een symbool om het signaal
uit te zetten.
7.3 Heat+Hold
Voorwaarden voor de functie:
De ingestelde temperatuur is hoger
dan 80 °C.
De functie: Duur is ingesteld.
De functie: Heat+Hold houdt het
voorbereide gerecht gedurende 30
minuten warm op 80 °C. Deze functie
wordt ingeschakeld wanneer de bak- of
braadprocedure is geëindigd.
U kunt in het menu de functie in- of
uitschakelen: Basis instellingen.
1. Schakel de oven in.
2. Selecteer de verwarmingsfunctie.
3. Stel de temperatuur boven 80 °C in.
4. Druk herhaaldelijk op
totdat het
display het volgende toont: Heat
+Hold.
5. Druk op om te bevestigen.
Wanneer de functie beëindigt, klinkt er
een geluidssignaal.
7.4 Verleng tijd
De functie: Verleng tijd zorgt dat de
verwarmingsfunctie door blijft gaan als
de Duur is geëindigd.
Van toepassing op alle
verwarmingsfuncties met
Duur of Per gewicht.
1. Wanneer de bereidingstijd is
verstreken, klinkt er een
geluidssignaal. Druk op een
willekeurig symbool.
Op het display wordt het bericht
weergegeven.
2. Druk op om te activeren of om
te annuleren.
3. Stel de lengte van de functie in.
4. Druk op
.
8.
AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
8.1 Online recepten
De recepten voor de automatische
programma's vindt u op onze
website.Om het receptenboek te vinden,
controleert u het PNC-nummer op het
typeplaatje op het voorste frame van de
ovenholte.
8.2 Kook- En Bakassistent met
Receptenautomaat
Deze oven bevat een serie recepten die
u kunt gebruiken. De recepten kunnen
niet worden gewijzigd.
1. Oven inschakelen.
2. Selecteer het menu: Kook- En
Bakassistent. Druk op
om te
bevestigen.
3. Selecteer de categorie en het
gerecht. Druk op om te
bevestigen.
4. Een recept selecteren. Druk op om
te bevestigen.
Bij gebruik van de functie:
Handmatig, gebruikt de
oven de automatische
instellingen. U kunt ze
veranderen, net als bij
andere functies.
8.3 VarioGuide met Per
gewicht
Deze functie berekent automatisch de
kooktijd. Als u de functie wilt gebruiken,
NEDERLANDS
17
moet u het gewicht van het gerecht
instellen.
1. Schakel de oven in.
2. Selecteer het menu: VarioGuide.
Druk op .
3. Druk op of om het gewicht
van het gerecht in te stellen. Druk op
.
Het automatische programma start.
4. U kunt het gewicht te allen tijde
wijzigen. Druk op of om het
gewicht te wijzigen.
5. Wanneer de tijd is verstreken, klinkt
er een geluidssignaal. Druk op een
willekeurig symbool om het signaal
uit te zetten.
9. GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
9.1 De accessoires plaatsen
Gebruik uitsluitend geschikt kookgerei
en materiaal.
WAARSCHUWING!
Raadpleeg hoofdstuk 'Hints
en tips', kookgerei en
materiaal geschikt voor de
magnetron.
Bakrooster:
Plaats het rooster tussen de
geleidestangen van de roostersteun en
zorg ervoor dat de pootjes omlaag staan.
Bakplaat/ Diepe pan:
Schuif de bakplaat /diepe pan tussen de
geleidestangen van de roostersteun.
Bakrooster en bakplaat / diepe
pansamen:
Plaats de bakplaat /diepe pan tussen de
geleiders van de inschuifrails en het
bakrooster op de geleiders erboven.
Kleine inkepingen bovenaan
verhogen de veiligheid.
Deze inkepingen zorgen er
ook voor dat ze niet
omkantelen. De hoge rand
rond het rooster voorkomt
dat het kookgerei van het
rooster afglijdt.
10. EXTRA FUNCTIES
10.1 Favoriet
U kunt uw favoriete instellingen als duur,
temperatuur of verwarmingsfunctie
opslaan. De instellingen zijn beschikbaar
in het menu: Favoriet. U kunt 20
programma's opslaan.
www.aeg.com18
U kunt Magnetron- en
magnetron-combifuncties
niet opslaan als favorieten.
Een programma opslaan
1. Oven inschakelen.
2. Stel een verwarmingsfunctie of een
automatisch programma in.
3. Druk herhaaldelijk op
tot het
display toont: OPSLAAN.
4. Druk op
om te bevestigen.
Het display geeft de eerste vrije
geheugenpositie weer.
5.
Druk op
om te bevestigen.
6. Voer de naam van het programma in.
De eerste letter knippert.
7. Druk op of om de letter te
wijzigen.
8.
Druk op .
De volgende letter knippert.
9. Herhaal stap 7 indien nodig.
10.
Druk op en houdt de knop
ingedrukt om op te slaan.
U kunt een geheugenpositie
overschrijven. Wanneer het display de
eerste vrije geheugenpositie aangeeft,
druk op of en druk op om een
bestaand programma te overschrijven.
U kunt de naam van een programma
wijzigen in het menu: Wijzig
programmanaam.
Het programma inschakelen
1. Oven inschakelen.
2. Selecteer het menu: Favoriet.
3. Druk op
om te bevestigen.
4. Selecteer de naam van uw favoriete
programma.
5. Druk op om te bevestigen.
10.2 Gebruik van het
Kinderslot
Als het Kinderslot aanstaat, kan de oven
niet per ongeluk worden geactiveerd.
1. Druk op om het display aan te
zetten.
2. Druk tegelijkertijd op en totdat
het display een bericht toont.
Herhaal stap 2 om het kinderslot uit te
schakelen.
10.3 Toetsblokkering
Deze functie voorkomt dat een
verwarmingsfunctie per ongeluk wordt
ingeschakeld. U kunt deze alleen
inschakelen als de oven in werking is.
1. Oven inschakelen.
2. Stel de verwarmingsfunctie of -
instelling in.
3. Druk herhaaldelijk op tot het
display toont: Toetsblokkering.
4.
Druk op om te bevestigen.
Druk op om de functie uit te
schakelen. Op het display verschijnt een
melding. Druk herhaaldelijk op
en
vervolgens op om te bevestigen.
Als u de oven uitzet, schakelt
de functie ook uit.
10.4 Set + Go
Met deze functie kunt u een
verwarmingsfunctie (of programma)
instellen en later met een aanraking van
een symbool gebruiken.
1. Oven inschakelen.
2. Stel de verwarmingsfunctie in.
3. Druk herhaaldelijk op tot het
display toont: Duur.
4. Stel de tijd in.
5. Druk herhaaldelijk op
tot het
display toont: Set + Go.
6. Druk op om te bevestigen.
Druk op een symbool (behalve voor )
om de functie te starten: Set + Go. De
ingestelde verwarmingsfunctie start.
Wanneer de verwarmingsfunctie is
voltooid, klinkt er een signaal.
NEDERLANDS
19
Toetsblokkering is aan
wanneer de
verwarmingsfunctie actief
is.
Het menu: Basis
instellingen laat u de
functie: Set + Go in- en
uitschakelen.
10.5 Automatische
uitschakeling
Om veiligheidsredenen schakelt de oven
na bepaalde tijd automatisch uit als er
een ovenfunctie in werking is en u geen
instellingen wijzigt.
(°C) (u)
30 - 115 12,5
120 - 195 8,5
200 - 230 5,5
De automatische uitschakeling werkt niet
met de functies: Binnenverlichting, Duur,
Eindtijd.
10.6 Helderheid van het
display
Er zijn twee standen voor de helderheid
van het display:
Helderheid 's nachts - wanneer de
oven uitstaat, is de helderheid van het
display tussen 22.00 uur en 06.00 uur
lager.
Helderheid overdag:
als de oven wordt ingeschakeld;
als u tijdens helderheid 's nachts
een symbool aanraakt (behalve
AAN/UIT), keert het display
gedurende 10 seconden terug
naar helderheid voor overdag.
als de oven wordt uitgeschakeld
en u een functie instelt:
Kookwekker. Wanneer de functie
eindigt, keert het display terug
naar helderheid voor 's nachts.
10.7 Koelventilator
Als de oven in werking is, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld
om de oppervlakken van de oven koel te
houden. Na het uitschakelen van de
oven blijft de ventilatie doorgaan totdat
de oven is afgekoeld.
11.
AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
De temperaturen en
baktijden in de tabellen zijn
slechts als richtlijn bedoeld.
Deze zijn afhankelijk van de
recepten en de kwaliteit en
de hoeveelheid van de
gebruikte ingrediënten.
11.1 Kookadviezen
Uw oven kan anders bakken of roosteren
dan de oven die u tot nu toe gebruikt
heeft. De onderstaande tabellen tonen
aanbevolen instellingen voor
temperatuur, kooktijd en rekstand voor
specifieke soorten voedsel.
Als u voor een speciaal recept de
instelling niet kunt vinden, zoek dan naar
een soortgelijk recept.
11.2 Magnetronaanbevelingen
Plaats het voedsel op een bord onderin
de ruimte.
Draai het voedsel halverwege de
ontdooi- en bereidingstijd om of roer het
door.
Dek het voedsel voor bereiding en
opwarming af.
Zet tijdens het verwarmen van dranken
de lepel in de fles of het glas om de
warmte beter te verdelen.
Plaats het voedsel in de oven zonder
enig verpakkingsmateriaal. De verpakte
kant-en-klaar-maaltijden kunnen alleen in
de oven worden geplaatst als de
www.aeg.com
20
verpakking magnetronbestendig is
(raadpleeg de informatie op de
verpakking).
Bereiding met magnetron
Bereid voedsel afgedekt. Bereid voedsel
slechts zonder het te bedekken als u een
korst wilt behouden.
Zorg dat u de gerechten niet te lang
kookt, door het vermogen en de tijd te
hoog in te stellen. Het voedsel kan
uitdrogen, aanbranden of brand
veroorzaken.
Gebruik de oven niet om eieren in hun
schaal en slakken met huisje te bereiden,
omdat deze kunnen barsten. Prik het
eigeel van gebakken eieren in voordat ze
worden opgewarmd.
Prik voedsel met huid of schil diverse
malen in met een vork voordat u het
bereidt.
Snij groenten in stukjes van gelijke
grootte.
Roer vloeibare gerechten zo nu en dan
door.
Roer het voedsel voor het opdienen
door.
Nadat u de oven uitschakelt, neemt u het
voedsel uit en laat u het een aantal
minuten staan.
Ontdooien in de magnetron
Plaats het bevroren, uitgepakte voedsel
op een klein omgekeerd bord met een
bakje eronder of op een ontdooirek of
plastic zeef, zodat de dooivloeistof kan
weglopen.
Verwijder telkens de stukken die zijn
ontdooid.
U kunt een hoger magnetronvermogen
gebruiken om fruit en groenten te
bereiden zonder ze eerst te ontdooien.
11.3 Kookgerei en materialen geschikt voor de magnetron
Gebruik in de magnetron alleen kookgerei en materiaal dat hiervoor bestemd is.
Gebruik onderstaande tabel als referentie.
Materiaal van de pannen Magnetronfunctie Combimagnetron-
functie
Bezig
met ont-
dooien
Verwarmen,
Koken
Ovenbestendig glas en porselein
zonder metalen onderdelen, bijv. hit-
tebestendig glas
Niet-ovenbestendig glas en porselein
onder zilveren, gouden, platina of
metalen laag/versieringen
X X
Glas en glaskeramiek van ovenbe-
stendig / diepvriesbestendig materi-
aal
Keramiek en aardewerk zonder kwartz
of metalen onderdelen en metaal-
houdend glazuur
X
Keramiek, porselein en aardewerk
met ongeglazuurde onderkant of met
kleine gaatjes, bijv. op handvaten
X X X
NEDERLANDS 21
Materiaal van de pannen Magnetronfunctie Combimagnetron-
functie
Bezig
met ont-
dooien
Verwarmen,
Koken
Hittebestendig kunststof tot 200 °C
(controleer altijd de specificatie van
de kunststof schaal voordat u deze
gebruikt)
X
Karton, papier X X
Huishoudfolie X X
Roosterfolie met magnetronbestendi-
ge sluiting (controleer altijd de speci-
ficatie van de folie voor gebruik)
X
Ovenschotels gemaakt van metaal,
d.w.z. emaille, gietijzer
X X
Bakblikken, met zwarte lak of silico-
nen laag (controleer altijd de specifi-
catie van de bakblikken voor gebruik)
X X
Bakplaat X X X
Bakrooster X X
Kookgerei voor magnetrongebruik,
bijv. pan voor knapperige gerechten
X X
11.4 Nuttige tips voor speciale
opwarmfuncties van de oven
Warm houden
Met deze functie houdt u het voedsel
warm. De temperatuur wordt
automatisch ingesteld op 80 °C.
Borden warmen
Met deze functie kunt u borden en
schalen verwarmen voor het opdienen.
De temperatuur wordt automatisch
ingesteld op 70 °C.
Verdeel de opgestapelde borden en
schalen gelijkmatig over het ovenrek.
Gebruik de eerste rekstand. Verwissel ze
halverwege de verwarmtijd van plaats.
Deeg laten rijzen
Met de functie kunt u ook gistdeeg laten
rijzen. Doe het deeg in een grote schaal
en dek deze af met een natte doek of
plastic folie. Stel de functie in: Deeg
laten rijzen en de bereidingstijd.
Ontdooien
Haal het gerecht uit de verpakking en
plaats het op een bord. Dek het voedsel
niet af, want het kan tijdens het
ontdooien uitzetten. Gebruik de eerste
rekstand.
11.5 Bakken
Gebruik de eerste keer de laagste
temperatuur.
www.aeg.com
22
Bij het bereiden van cake op meerdere
niveaus kan de baktijd ca. 10 - 15
minuten langer zijn.
Als de cake niet overal even hoog is,
wordt de cake niet overal even bruin. Als
de cake niet overal even bruin wordt,
hoeft u de temperatuurinstelling niet te
wijzigen. De verschillen verminderen
tijdens het bakken.
Tijdens het bakken kunnen bakplaten in
de oven vervormen. Wanneer de
bakplaten afkoelen, verdwijnt de
vervorming.
11.6 Baktips
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van de
cake is niet voldoende
gebakken.
De rekstand is incorrect. Plaats de cake op een lagere rek-
stand.
De cake zakt in en
wordt klef, of streperig.
De oventemperatuur is te
hoog.
Stel de volgende keer de oven-
temperatuur iets lager in.
Te korte baktijd. Stel volgende keer een langere
baktijd en een lagere oventempe-
ratuur in.
De cake is te droog. De oventemperatuur is te
laag.
Stel de volgende keer de oven-
temperatuur hoger in.
Te lange baktijd. Stel volgende keer een kortere
baktijd in.
De cake wordt ongelijk-
matig gebakken.
De oventemperatuur is te
hoog en de baktijd te kort.
De oventemperatuur lager instel-
len en de baktijd verlengen.
Het cakebeslag is niet ge-
lijkmatig verdeeld.
Verspreid de volgende keer het
cakebeslag gelijkmatig over de
bakplaat.
De cake wordt niet gaar
binnen de in het recept
aangegeven baktijd.
De oventemperatuur is te
laag.
Stel de volgende keer de oven-
temperatuur iets hoger in.
11.7 Bakken op 1 ovenniveau
BAKKEN IN BAKVORMEN
(°C) (min)
Tulband / Brioche Hetelucht 150 - 160 50 - 70 1
Zandgebak / Fruitgebak Hetelucht 140 - 160 70 - 90 1
Biscuitgebak Hetelucht 140 - 150 35 - 50 1
NEDERLANDS 23
BAKKEN IN BAKVORMEN
(°C) (min)
Biscuitgebak Boven + onder-
warmte
160 35 - 50 2
Taartbodem - zandtaart-
deeg, verwarm de oven
voor
Hetelucht 170 - 180 10 - 25 1
Taartbodem - zacht ca-
kedeeg
Hetelucht 150 - 170 20 - 25 1
Appeltaart, 2 blikken
Ø20 cm
Hetelucht 160 70 - 90 1
Appeltaart, 2 blikken
Ø20 cm
Boven + onder-
warmte
180 70 - 90 1
Kwarktaart, gebruik de
braadpan
Boven + onder-
warmte
160 - 170 60 - 90 1
CAKE / GEBAK / BROOD OP BAKPLATEN
Verwarm de lege oven voor.
(°C) (min)
Plaatbrood / Broodkrans Boven + onder-
warmte
170 - 190 30 - 40 2
Christstollen Boven + onder-
warmte
160 - 180 50 - 70 2
Roggebrood Boven + onder-
warmte
eerst: 230 20 2
dan: 160 - 180 30 - 60
Roomsoezen / Eclairs Boven + onder-
warmte
190 - 210 20 - 35 2
Koninginnenbrood (op-
gerolde cake met jam)
Boven + onder-
warmte
180 - 200 10 - 20 2
Kruimeltaart, droog Hetelucht 150 - 160 20 - 40 1
www.aeg.com24
CAKE / GEBAK / BROOD OP BAKPLATEN
Verwarm de lege oven voor.
(°C) (min)
Beboterde amandel-
taart / Suikerkoek
Boven + onder-
warmte
190 - 210 20 - 30 2
Vruchtentaart (gemaakt
van gistdeeg/zacht ca-
kedeeg)
Hetelucht 150 - 160 35 - 55 1
Vruchtentaart (gemaakt
van gistdeeg/zacht ca-
kedeeg)
Boven + onder-
warmte
170 35 - 55 2
Vruchtencake van zand-
deeg
Hetelucht 160 - 170 40 - 80 1
Plaatkoek met delicate
garnering (bijvoorbeeld
kwark, room, pudding-
vulling)
Boven + onder-
warmte
160 - 180 40 - 80 2
KOEKJES EN BISCUITS
(°C) (min)
Zandkoekjes Hetelucht 150 - 160 10 - 20 1
Zandtaartdeeg / Dee-
greepjes voor op vlaai-
en/taarten
Hetelucht 140 20 - 35 1
Zandtaartdeeg / Dee-
greepjes voor op vlaai-
en/taarten, verwarm de
oven voor
Boven + onder-
warmte
160 20 - 30 2
Koekjes gemaakt van
sponsdeeg
Hetelucht 150 - 160 15 - 20 1
Eiwitgebak/schuimge-
bak / Schuimgebakjes
Hetelucht 80 - 100 120 - 150 1
NEDERLANDS 25
KOEKJES EN BISCUITS
(°C) (min)
Makarons Hetelucht 100 - 120 30 - 50 1
Koekjes gemaakt van
gistdeeg
Hetelucht 150 - 160 20 - 40 1
Koekjes van blader-
deeg, verwarm de oven
voor
Hetelucht 170 - 180 20 - 30 1
Broodjes, verwarm de
oven voor
Boven + onder-
warmte
190 - 210 10 - 25 2
Cakejes, verwarm de
oven voor
Hetelucht 160 20 - 35 3
Cakejes, verwarm de
oven voor
Boven + onder-
warmte
170 20 - 35 2
11.8 Ovenschotels en gegratineerde gerechten
Gebruik de eerste rekstand.
(°C) (min)
Pasta gebakken Boven + onderwarmte 180 - 200 45 - 60
Lasagne Boven + onderwarmte 180 - 200 25 - 40
Groentegratin, verwarm
de oven voor
Circulaviegrill 210 - 230 10 - 20
Stokbroden met ge-
smolten kaas
Hetelucht 160 - 170 15 - 30
Melkrijst Boven + onderwarmte 180 - 200 40 - 60
Visschotels Boven + onderwarmte 180 - 200 30 - 60
Gevulde groente Hetelucht 160 - 170 30 - 60
11.9 Tips voor braden
Gebruik hittebestendig kookgerei.
Braad mager vlees afgedekt.
Braad grote vleesstukken direct in de
diepe bakplaat of op een bakrooster
boven de bakplaat.
Doe wat water in de bakplaat om te
voorkomen dat druipend vet verbrandt.
www.aeg.com26
Draai het braadstuk na 1/2 - 2/3 van de
gaartijd.
Rooster vlees en vis in grote stukken (1
kg of meer).
Bedruip vleesstukken meerdere malen
met hun eigen sap tijdens het roosteren.
11.10 Roostertafels
Gebruik de eerste rekstand.
Stel het vermogen in op 200 W, tenzij
anders aangegeven.
RUNDVLEES
(°C) (min)
Stoofvlees 1 - 1,5 kg Boven + onder-
warmte
230 60 - 80
VARKENSVLEES
Gebruik de functie: Circulaviegrill.
(kg)
(°C) (min)
Schouder / Nek / Ham-
lap
1 - 1,5 160 - 180 50 - 70
Gehaktbrood 0,75 - 1 160 - 170 35 - 50
Varkensschenkel, voor-
gekookt
0,75 - 1 150 - 170 60 - 75
KALFSVLEES
Gebruik de functie: Circulaviegrill.
(kg)
(°C) (min)
Geroosterd kalfs-
vlees
1 160 - 180 50 - 70
Kalfsschenkel 1,5 - 2 160 - 180 75 - 100
NEDERLANDS 27
LAMSVLEES
Gebruik de functie: Circulaviegrill.
(kg)
(°C) (min)
Lamsbout / Geroo-
sterd lamsvlees
1 - 1,5 150 - 170 50 - 70
GEVOGELTE
Gebruik de functie: Circulaviegrill.
(kg)
(°C) (min)
Gevogelte, porties 0,2 - 0,25 elk stuk 200 - 220 20 - 35
Halve kip 0,4 - 0,5 elk stuk 190 - 210 25 - 40
Kip, haantje 1 - 1,5 190 - 210 30 - 45
Eend 1,5 - 2 180 - 200 45 - 65
VIS
(kg)
(°C) (min)
Hele vis 1 - 1,5 Boven + onder-
warmte
210 - 220 30 - 45
www.aeg.com28
GERECHTEN
Gebruik de functie: Hetelucht.
(W)
(°C) (min)
Zoet gerecht 200 160 - 180 20 - 35
Gekruide gerechten met gekookte ingre-
diënten (noodles, groente)
400 - 600 160 - 180 20 - 45
Gekruide gerechten met rauwe ingrediën-
ten (aardappelen, groente)
400 - 600 160 - 180 30 - 45
11.11 Knapperig bakken met
Pizza-functie
PIZZA
Gebruik de derde rekstand.
(°C) (min)
Taarten 180 - 200 40 - 55
Spinazietaart 160 - 180 45 - 60
Quiche Lorrai-
ne
170 - 190 45 - 55
Zwitserse flan 170 - 190 45 - 55
Kwarktaart 140 - 160 60 - 90
Appeltaart,
bedekt
150 - 170 50 - 60
Groentetaart 160 - 180 50 - 60
Pizza, dunne
korst, verwarm
de oven voor
200 - 230 15 - 20
Pizza, dikke
korst, verwarm
de oven voor
180 - 200 20 - 30
PIZZA
Gebruik de derde rekstand.
(°C) (min)
Ongedesemd
brood, ver-
warm de oven
voor
230 10 - 20
Bladerdeeg-
taart, verwarm
de oven voor
160 - 180 45 - 55
Flammkuchen,
verwarm de
oven voor
230 12 - 20
Pierogi, ver-
warm de oven
voor
180 - 200 15 - 25
11.12 Brood bakken
Voorverwarmen wordt niet aanbevolen.
NEDERLANDS
29
BROOD
Gebruik de tweede rekstand.
(°C) (min)
Witbrood 180 - 200 40 - 60
Stokbrood 200 - 220 35 - 45
Brioche 160 - 180 40 - 60
Ciabatta 200 - 220 35 - 45
Roggebrood 180 - 200 50 - 70
Volkoren brood 180 - 200 50 - 70
BROOD
Gebruik de tweede rekstand.
(°C) (min)
Volkorenbrood 170 - 190 60 - 90
11.13 Grillen
Alleen dunne stukken vlees of vis grillen.
Warm de lege oven voor het koken voor.
Plaats een pan op de eerste rekstand om
vet op te vangen.
GRILLEN
Gebruik de eerste rekstand.
(°C) (min)
1e kant 2e kant
Rosbief, medium 210 - 230 30 - 40 30 - 40
Runderfilet, medium 230 20 - 30 20 - 30
Varkenshaas 210 - 230 30 - 40 30 - 40
Kalfsvlees 210 - 230 30 - 40 30 - 40
Lamsrug 210 - 230 25 - 35 20 - 35
Hele vis, 0,5 - 1 kg 210 - 230 15 - 30 15 - 30
11.14 Lage temperatuur garen
Met deze functie bereidt u vlees en vis
op magere wijze mals. De functie is niet
van toepassing op gevogelte, vet
varkensgebraad, gebraad.
1. Bak het vlees 1 - 2 minuten aan beide
zijden aan in een pan op een hoog
vuur.
2. Plaats het vlees in de braadslede of
direct op het bakrooster. Zet een
plaat onder het rooster om vet op te
vangen.
Kook altijd zonder deksel terwijl u
deze functie gebruikt.
3. Selecteer de functie: Lage
temperatuur garen. U kunt
gedurende de eerste 10 minuten de
www.aeg.com30
temperatuur instellen op een
temperatuur tussen de 80 °C en 150
°C. De standaard is 90 °C.
4. Na 10 minuten verlaagt de oven
automatisch de temperatuur tot 80
°C.
Gebruik de eerste rekstand.
(kg)
(°C) (min)
Rosbief 1 - 1,5 150 120 - 150
Runderfilet 1 - 1,5 150 90 - 110
Geroosterd kalfsvlees 1 - 1,5 150 120 - 150
Steak 0,2 - 0,3 120 20 - 40
11.15 Bevroren gerechten
Haal het voedsel uit de verpakking. Doe
het voedsel op een bord.
Dek het voedsel niet af, want dat kan de
ontdooitijd verlengen.
Gebruik de tweede rekstand.
ONTDOOIEN
(°C) (min)
Pizza, bevroren 200 - 220 15 - 25
American pizza, bevroren 190 - 210 20 - 25
Pizza, gekoeld 210 - 230 13 - 25
Pizzasnacks, bevroren 180 - 200 15 - 30
Frietjes, dun, tussen het bakken door 2 tot 3 keer
omdraaien
210 - 230 20 - 30
Frietjes, dik, tussen het bakken door 2 tot 3 keer
omdraaien
210 - 230 25 - 35
Aardappelschijfjes / Kroketjes, tussen het bakken
door 2 tot 3 keer omdraaien
210 - 230 20 - 35
Rösties 210 - 230 20 - 30
Lasagne / Cannelloni, vers 170 - 190 35 - 45
Lasagne / Cannelloni, bevroren 160 - 180 40 - 60
Vleugels van kippen 190 - 210 20 - 30
NEDERLANDS 31
11.16 Ontdooien
Haal het gerecht uit de verpakking en
plaats het op een bord.
Gebruik de eerste rekstand.
Dek het voedsel niet af, want dat kan de
ontdooitijd verlengen.
(kg)
(min)
Ontdooitijd
(min)
Verdere
ontdooitijd
Kip 1 100 - 140 20 - 30 Kip op een omgedraaid schoteltje
in een groot bord leggen. Halver-
wege de bereidingstijd omdraaien.
Vlees 1 100 - 140 20 - 30 Halverwege de bereidingstijd om-
draaien.
Vlees 0,5 90 - 120 20 - 30 Halverwege de bereidingstijd om-
draaien.
Forel 0,15 25 - 35 10 - 15 -
Aardbeien 0,3 30 - 40 10 - 20 -
Boter 0,25 30 - 40 10 - 15 -
Room 2 x 0,2 80 - 100 10 - 15 Klop de nog licht bevroren slag-
room.
Taart 1,4 60 60 -
11.17 Inmaken
Gebruik alleen weckpotten van dezelfde
afmetingen.
Gebruik geen weckpotten met een draai-
of bajonetsluiting en metalen bakken.
Gebruik de eerste rekstand.
Zet niet meer dan zes weckflessen van 1
liter op het bakrooster.
Vul de glazen potten gelijkmatig en sluit
ze af met een klem.
De weckpotten mogen elkaar niet raken.
Vul ca. 1/2 liter water op de plaat, zodat
er voldoende vocht in de oven ontstaat.
Als de vloeistof in de weckpotten begint
te borrelen (na ca. 35 - 60 minuten bij
weckpotten van 1 liter), stop de oven of
verlaag de temperatuur tot 100 °C
(raadpleeg de tabel).
Stel de temperatuur in op 160 - 170 °C.
ZACHTE VRUCHTEN
(min)
Kooktijd tot het
sudderen begint
Aardbeien / Bosbes-
sen / Frambozen / rij-
pe kruisbessen
35 - 45
www.aeg.com32
STEENVRUCHTEN
(min)
Kooktijd tot
het sudde-
ren begint
(min)
Door blij-
ven koken
op 100 °C
Perziken /
Kweeperen /
Pruimen
35 - 45 10 - 15
GROENTEN
(min)
Kooktijd
tot het sud-
deren be-
gint
(min)
Door blij-
ven koken
op 100 °C
Wortelen 50 - 60 5 - 10
GROENTEN
(min)
Kooktijd
tot het sud-
deren be-
gint
(min)
Door blij-
ven koken
op 100 °C
Komkom-
mers
50 - 60 -
Gemengde
augurken
50 - 60 5 - 10
Koolrabi /
Erwten / As-
perge
50 - 60 15 - 20
11.18 Drogen
Gebruik de derde rekstand.
(°C) (u)
Bonen 60 - 70 6 - 8
Paprika’s 60 - 70 5 - 6
Soepgroenten 60 - 70 5 - 6
Champignons 50 - 60 6 - 8
Kruiden 40 - 50 2 - 3
Pruimen 60 - 70 8 - 10
Abrikozen 60 - 70 8 - 10
Schijfjes appel 60 - 70 6 - 8
Peren 60 - 70 6 - 9
NEDERLANDS 33
11.19 Bereiding met
magnetron
Tips voor de magnetron
Bereidings-/ontdooiresulta-
ten
Mogelijke oorzaak Oplossing
Het eten is te droog. Het vermogen was te
hoog.
De kooktijd was te lang.
Zet lager vermogen of/en
kortere kooktijd.
Het eten is nog steeds niet
ontdooid, heet of gekookt na-
dat de bereidingstijd is ver-
streken.
De kooktijd was te kort. Stel langere kooktijd in. Het
magnetronvermogen niet
verhogen.
Het eten is oververhit aan de
randen, maar nog niet vol-
doende gekookt in het mid-
den.
Het magnetronvermogen
was te hoog.
Zet lager vermogen en een
langere kooktijd.
ONTDOOIEN
Stel het vermogen in op 100 W, ten-
zij anders aangegeven.
(kg)
(min) Rusttijd
(min)
Steak 0.2 5 - 7 5 - 10
Gehakt, ingesteld op 200 W 0.5 7 - 8 5 - 10
Kip 1 30 - 35 10 - 20
Kippenborst 0.15 5 - 9 10 - 15
Dijen van kippen 0.15 5 - 9 10 - 15
Hele vis 0.5 10 - 15 5 - 10
Visfilet 0.5 12 - 15 5 - 10
Zet het vermogen op 100 W.
(kg)
(min) Rusttijd
(min)
Boter 0.25 4 - 6 5 - 10
Geraspte kaas 0.2 2 - 4 10 - 15
www.aeg.com34
Stel het vermogen in op 200 W, tenzij
anders aangegeven.
(min) Rusttijd
(min)
Plaatkoek 1 stuk 2 - 3 15 - 20
Kwarktaart, ingesteld op 100 W 1 stuk 2 - 4 15 - 20
Droge cake 1 stuk 2 - 4 15 - 20
Brood 1 kg 15 - 18 5 - 10
Gesneden brood 0,2 kg 3 - 5 5 - 10
Broodjes 4 stuks 2 - 4 2 - 5
(kg)
(W) (min) Rusttijd
(min)
Fruit 0.25 100 5 - 10 10 - 15
OPNIEUW VERWARMEN
(W) (min) Rusttijd
(min)
Babyvoeding in potjes 0,2 kg 300 1 - 2 -
Babymelk, doe een lepel in de fles 180 ml 600 0:20 - 0:40 -
Melk 200 ml 1000 1 - 1:30 -
Water 200 ml 1000 1:30 - 2 -
Saus 200 ml 600 1 - 3 -
Soep 300 ml 600 3 - 5 -
Ingevroren kant-en-klaar-maaltijden 0,5 kg 400 10 - 15 2 - 5
Kant-en-klaargerecht 0,5 kg 600 6 - 9 2 - 5
SMELTEN
(kg)
(W) (min) Rusttijd
(min)
Chocolade / Chocoladeglazuur 0.15 300 2 - 4 1 - 2
Boter 0.1 400 0:30 -
1:30
-
NEDERLANDS 35
BEREIDEN
(W) (min) Rusttijd
(min)
Hele vis 0,5 kg 500 8 - 10 2 - 5
Visfilet 0,5 kg 400 4 - 7 2 - 5
Verse groenten 0,5 kg + 50 ml
water
600 5 - 15 -
Groenten, ingevroren 0,5 kg + 50 ml
water
600 10 - 20 -
Gepofte aardappelen 0,5 kg 600 7 - 10 -
Rijst 0,2 kg + 400 ml
water
600 15 - 18 -
Popcorn - 1000 1:30 - 3 -
Combimagnetronfunctie
(kg)
(W) (°C) (min) Rusttijd
(min)
Halve kip, gebruik
de tweede rek-
stand
0,55 x 2
stuks
Ronde glazen scho-
tel, Ø 26 cm
300 220 40 5
Gegratineerde
aardappelen, ge-
bruik de tweede
rekstand
1 Ronde glazen scho-
tel
300 200 40 10
Gebraden varkens-
nek, gebruik de
eerste rekstand
1 Glazen schotel met
zeef
300 200 70 10
11.20 Aanbevolen vermogensinstellingen voor verschillende
soorten voedsel
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn.
www.aeg.com
36
700 - 1000 W
Koken van groenten
Dichtschroeien aan het begin
van het kookproces
Verwarmen van vloeistof
500 - 600 W
Eiergerechten koken
Stoofpot sudderen
Een maaltijd op een
bord verwarmen
Ontdooien en ver-
warmen van bevro-
ren maaltijden
300 - 400 W
Smelten van
kaas, chocolade,
boter
Rijst laten sud-
deren
Babyvoeding
verwarmen
Koken/verwarmen
van delicaat
voedsel
Doorgaan met
koken
100 - 200 W
Ontdooien van
brood
Ontdooien van fruit
en gebak
Kaas, room en boter
ontdooien
Ontdooien van
vlees, vis
11.21 Aanwijzingen voor
testinstituten
Testen volgens IEC 60705.
Gebruik het rooster mits anders aangegeven.
MAGNETRON-
FUNCTIE
(W)
(kg)
(min)
Biscuitgebak 600 0.475 Onderaan 7 - 9 Draai halverwege
de bereidingstijd
de container 1/4
om.
NEDERLANDS 37
Gebruik het rooster mits anders aangegeven.
MAGNETRON-
FUNCTIE
(W)
(kg)
(min)
Gehaktbrood 400 0.9 2 25 - 32 Draai halverwege
de bereidingstijd
de container 1/4
om.
Eiervla 500 1 Onderaan 18 -
Ontdooien van
vlees
200 0.5 Onderaan 7 - 8 Draai het vlees
halverwege de be-
reidingstijd om.
Maak gebruik van het bakrooster.
COMBI-
MAGNE-
TRON-
FUNCTIE
(W) (°C) (min)
Cake, 0,7
kg
Hetelucht +
magnetron
100 180 2 29 - 31 Draai halverwege
de bereidingstijd
de container 1/4
om.
Aardap-
pelgratin,
1,1 kg
Circulavie-
grill + MW
400 180 1 40 - 45 Draai halverwege
de bereidingstijd
de container 1/4
om.
Kip, 1,1
kg
Circulavie-
grill + MW
200 200 1 45 - 55 Doe het vlees in
een ronde glazen
kom en draai het
na 20 minuten be-
reidingstijd om.
12. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
www.aeg.com38
12.1 Opmerkingen over schoonmaken
Reinigings-
middelen
Maak de voorkant van de oven schoon met een zachte doek, warm water
en een mild reinigingsmiddel.
Gebruik voor metalen oppervlakken een specifiek reinigingsmiddel.
Verwijder hardnekkige vlekken met een speciale ovenreiniger.
Dagelijks ge-
bruik
Reinig de uitsparing in de oven na elk gebruik. Vetophoping of andere
voedingsresten kunnen brand veroorzaken. Het gevaar is groter voor de
grillpan.
Droog de uitsparing na elk gebruik met een zachte doek.
Verwijder voedselresten en vetten voorzichtig van de bovenkant van de
ovenruimte.
Accessoires
Reinig alle accessoires na elk gebruik en laat ze drogen. Gebruik een
zachte doek met een warm sopje en een reinigingsmiddel. De accessoi-
res niet in de afwasmachine reinigen.
Reinig de antiaanbakaccessoires niet met agressieve middelen, scherpe
voorwerpen of in een vaatwasser.
12.2 Verwijderen: inschuifrails
Zorg ervoor dat de oven is afgekoeld
voordat u onderhoud verricht. Gevaar
voor brandwonden.
Om de oven te reinigen, verwijdert u de
inschuifrails.
1. Inschuifrails voorzichtig naar boven
toe uit de voorste ophanging
trekken.
2
3
1
2. Trek de inschuifrail bij de voorkant uit
de zijwand.
3. Geleiders uit de achterste ophanging
trekken.
Installeer de inschuifrails in de
omgekeerde volgorde.
12.3 Hoe vervangt u: Lamp
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische
schokken.
Het lampje kan heet zijn.
1. Oven uitschakelen. Wacht tot de
oven afgekoeld is.
2. Trek de oven uit het stopcontact.
3. Leg een doek op de bodem van de
ovenruimte.
LET OP!
Houd de halogeenlamp
altijd met een doek vast om
te voorkomen dat er
vetrestjes op de ovenlamp
verbranden.
Het bovenste lampje
1.
Draai het afdekglas van de lamp en
verwijder het.
2. Reinig de glasafdekking.
3. Vervang de lamp door een geschikte
300°C hittebestendige lamp.
4. Plaats het afdekglas terug.
NEDERLANDS
39
13. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
13.1 Wat moet u doen als...
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
U kunt de oven niet inscha-
kelen of bedienen.
De oven is niet aangesloten
op een stopcontact of is niet
goed geïnstalleerd.
Controleer of de oven goed
is aangesloten op het stop-
contact (zie het aansluitdia-
gram indien beschikbaar).
De oven wordt niet warm. De oven staat uit. Oven inschakelen.
De oven wordt niet warm. De klok is niet ingesteld. Stel de klok in.
De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden
zijn niet ingesteld.
Zorg ervoor dat de instellin-
gen correct zijn.
De oven wordt niet warm. Automatische uitschakeling
is actief.
Raadpleeg 'Automatisch uit-
schakelen'.
De oven wordt niet warm. Het kinderslot is geacti-
veerd.
Raadpleeg "Het kinderslot
gebruiken".
De oven wordt niet warm. De zekering is doorgesla-
gen.
Ga na of de zekering de oor-
zaak van de storing is. Als de
zekeringen keer op keer
doorslaan, neemt u contact
op met een erkende installa-
teur.
Het lampje brandt niet. Het lampje is stuk. Vervang het lampje.
Het display toont een fout-
code die niet in deze tabel
staat.
Er is een elektrische fout. Zet de oven uit via de
huiszekering of de veilig-
heidsschakelaar in de ze-
keringkast en schakel de-
ze weer in.
Neem contact op met de
klantenservice wanneer
de foutcode opnieuw
wordt weergegeven.
Stoom en condens slaan
neer op de gerechten en in
de ovenruimte.
Het gerecht heeft te lang in
de oven gestaan.
Laat gerechten na het berei-
den niet langer dan 15 - 20
minuten in de oven staan.
Het apparaat staat aan maar
wordt niet warm. De ventila-
tor werkt niet. Op het dis-
play verschijnt "Demo".
De demofunctie is ingescha-
keld.
Raadpleeg het hoofdstuk
"Dagelijks gebruik" in "Ba-
sisinstellingen".
www.aeg.com40
13.2 Onderhoudsgegevens
Als u niet zelf het probleem kunt
verhelpen, neem dan contact op met uw
verkoper ofeen erkende serviceafdeling.
De contactgegevens van het
servicecentrum staan op het typeplaatje.
Het typeplaatje bevindt zich aan de
voorkant van de binnenkant van de oven.
Verwijder het typeplaatje niet uit de
ovenruimte.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
14. TECHNISCHE GEGEVENS
14.1 Technische gegevens
Spanning (Voltage) 220 - 240 V
Frequentie 50 Hz
15. ENERGIEZUINIGHEID
15.1 Energiebesparing
Deze oven bevat functies die
u helpen energie te
besparen tijdens het
dagelijks koken.
Zorg ervoor dat de ovendeur goed
gesloten is als u de oven in werking stelt.
De deur niet openen tijdens de
bereiding met stoom. Houd het
deurrubber schoon en zorg ervoor dat
het goed op zijn plaats vastzit.
Gebruik metalen kookgerei om meer
energie te besparen(alleen als u geen
magnetronfunctie gebruikt).
Verwarm de oven indien mogelijk niet
voor het koken voor.
Houd de onderbrekingen tussen het
bakken zo kort mogelijk als u een aantal
gerechten tegelijkertijd bereidt.
Bereiding met hete lucht
Gebruik indien mogelijk de
bereidingsfuncties met hete lucht om
energie te besparen.
Restwarmte
Bij sommige ovenfuncties worden, als
een programma met tijdselectie (Duur of
Einde) in werking is en de bereidingstijd
langer is dan 30 minuten, de
verwarmingselementen automatisch
eerder uitgeschakeld.
De lamp en ventilator blijven wel werken.
Wanneer u de oven uitschakelt, geeft het
display de restwarmte aan. U kunt die
warmte gebruiken om het eten warm te
houden.
Wanneer de kookduur langer is dan 30
minuten, verlaag dan de
oventemperatuur tot minimaal 3-10
minuten voor het einde van het koken.
De restwarmte in de oven zorgt ervoor
dat het gerecht wordt voltooid.
U kunt de restwarmte gebruiken om
andere maaltijden op te warmen.
Eten warm houden
Kies de laagst mogelijke
temperatuurinstelling om de restwarmte
te gebruiken en een maaltijd warm te
houden. Het indicatielampje van de
NEDERLANDS
41
restwarmte of temperatuur verschijnt op
het display.
Koken met de verlichting
uitgeschakeld
Schakel de verlichting tijdens het koken
uit. Doe het aan als u het nodig heeft.
16. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het
symbool . Gooi de verpakking in een
geschikte afvalcontainer om het te
recycleren. Bescherm het milieu en de
volksgezondheid en recycleer op een
correcte manier het afval van elektrische
en elektronische apparaten. Gooi
apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation
bij u in de buurt of neem contact op met
de gemeente.
*
www.aeg.com
42
NEDERLANDS 43
www.aeg.com/shop
867335001-E-412019
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

AEG CD710M Handleiding

Categorie
Magnetrons
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor