DAB NOVABOX Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de DAB NOVABOX Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
NEDERLANDS
17
INHOUDSOPGAVE pag.
1.
RICHTLIJNEN 17
2.
AANSPRAKELIJKHEID 17
3.
AFMETINGEN EN GEWICHTEN 17
4.
GEBRUIK 17
5.
INSTALLATIE 17
6.
BELANGRIJK 18
7.
ONDERHOUD 19
8.
OPSPOREN VAN STORINGEN 19
MONTAGESCHEMA : SET VLOTTER DOUCHE 41
INSTALLATIEVOORBEELD 42
1. RICHTLIJNEN
1.1
Alvorens met de installatie te beginnen, dient u deze documentatie en die uit het handboek
van de pomp aandachtig door te lezen.
De elektrische en hydraulische aansluitingen moeten worden aangelegd door gekwalificeerd
personeel, dat beschikt over de technische kwalificaties die worden vereist door de
veiligheidsvoorschriften inzake het ontwerp, de installatie en het onderhoud van technische
installaties die van kracht zijn in het land waar het product wordt geïnstalleerd.
Het veronachtzamen van de veiligheidsvoorschriften kan letsel aan personen en schade aan de
apparatuur tot gevolg hebben en doet bovendien de garantie vervallen.
1.2
Onder gekwalificeerd personeel verstaat men personen die op grond van hun vorming, ervaring en
opleiding en op grond van hun kennis van de betreffende normen, voorschriften, maatregelen voor
het voorkomen van ongevallen en van de bedrijfsomstandigheden, door de verantwoordelijke voor
de veiligheid van de installatie zijn geautoriseerd om alle noodzakelijke werkzaamheden te
verrichten en die bij het uitvoeren van deze werkzaamheden elk gevaar weten te herkennen en
vermijden (definitie technisch personeel IEC 364).
Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (waaronder kinderen) met beperkte
lichamelijke, sensoriële of mentale vermogens, of die onvoldoende ervaring of kennis ervan
hebben, tenzij zij bij het gebruik van het apparaat onder toezicht staan van of geïnstrueerd worden
door iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen moeten in het oog gehouden
worden om erop toe te zien dat ze niet met het apparaat spelen. (EN 60335-1: 02)
1.3
Controleer of de installatie tijdens het transport en de opslag niet is beschadigd. Controleer met
name of de buitenste verpakking onbeschadigd en in perfecte staat is; controleer of alle
onderdelen van de bak goed werken en vervang zo nodig de delen die niet in perfecte staat van
werking zijn.
2. AANSPRAKELIJKHEID
De fabrikant is niet aansprakelijk voor een slechte functionering van de installatie indien deze onklaar gemaakt of
gewijzigd wordt, of wanneer men de installatie niet volgens de gegevens van het typeplaatje heeft laten werken.
Daarnaast aanvaardt de fabrikant geen enkele aansprakelijkheid voor mogelijke onnauwkeurigheden in deze
handleiding, indien deze te wijten zijn aan druk- of transcriptiefouten. De fabrikant behoudt zich het recht voor die
wijzigingen aan de producten aan te brengen die hij noodzakelijk of nuttig acht, zonder hiermee de fundamentele
eigenschappen van de producten te veranderen.
3. AFMETINGEN EN GEWICHTEN
Op de sticker op de verpakking is het totale gewicht van de installatie aangegeven. De buitenafmetingen staan op
pag. 19
4. GEBRUIK
NOVA BOX is een voorgemonteerd systeem, klaar voor opstelling, dat niet hoeft te worden afgesteld, ideaal voor
het opvangen en verwerken van huishoudelijke afvoeren vanuit souterrains, die zich onder het niveau van de
riolering bevinden. Het systeem is NIET geschikt voor zwart afvalwater en corrosieve vloeistoffen.
Max. temperatuur van de vloeistof: 50 °C continu – tot aan 90 °C voor maximaal 3 minuten.
Overeenkomstig de geldende voorschriften voor de preventie van ongevallen, mogen de NOVA BOX systemen
niet gebruikt worden voor ontvlambare vloeistoffen, zoals benzine, diesel, stookolie, oplosmiddelen etc.
5. INSTALLATIE
5.1
NOVA BOX wordt afgeleverd met een NOVA 300 pomp die nog niet is aangesloten op de
verbindingsstukken van de bak.
5.2
Zie voor de details met betrekking tot de montage het montageschema op pag. 20
NEDERLANDS
18
5.3
Montage-aanwijzingen:
Demonteer het deksel van de bak door de 6 bevestigingsclips (229) los te maken. Het max. niveau dat in
de bak bereikt wordt met de standaard bijgeleverde vlotter bedraagt 285 mm vanaf de bodem van de bak.
Wanneer het maximumniveau lager moet zijn, dient u de standaard vlotter te vervangen door de vlotter
(standaard bijgeleverd) type B (afb. pag. 20 ). Met deze vlotter kunt u het maximumniveau van het water
in de bak beperken tot 110 mm. Een karakteristiek voorbeeld hiervan is de toepassing bij een douche-
afvoer. Voor het vervangen van de vlotter draait u de schroef (26) los en haalt u de standaard vlotter van
de horizontale pen waarop hij gemonteerd is; monteer de vlotter type B, door dezelfde handelingen in
omgekeerde volgorde uit te voeren en zet de vlotter vast met dezelfde schroef.
Plaats de pomp tussen de twee stopinrichtingen op de bodem van de bak en breng de volgende
hydraulische aansluitingen tot stand:
INLAAT: (zie voor de referenties van de inlaat het installatievoorbeeld op pag. 41)
2 opzij A en B
: om deze ingangen te gebruiken moet u gaten in de kast boren ter hoogte van de
aanduidingen en de adapters (119) aanbrengen voor leidingen van PVC Ø buitenkant = 40 mm,
of Ø binnenkant = 50 mm, die moeten worden vastgelijmd met lijm van het type «TANGIT»
(HENKEL). De afdichtingen (64a) worden op de buitenzijde van de bak aangebracht.
1 opzij C
: om deze ingang te gebruiken moet u een gat in de kast boren ter hoogte van de
aanduiding en het verbindingsstuk van ¾” (119a) voor rubber leidingen Ø buitenkant = 25 mm
aanbrengen. De afdichting (64b) wordt op de buitenzijde van de bak aangebracht. Het is
raadzaam de leiding aan de mof te bevestigen met behulp van twee klemmen. Bij gebruik voor
een wasmachine-afvoer, dient u een sifon te installeren (niet bijgeleverd). Dit moet worden
aangebracht tussen de machine en de opvangbak, om ongewenst overstromen van vloeistof te
voorkomen.
1 op het deksel D
: voor leidingen Ø buitenkant = 30 of 40 mm. Om deze ingang te gebruiken
moet u een gat boren in het hiervoor bestemde punt op het deksel, zonder de behuizing van de
rubber mof te beschadigen. Gebruik één van de klemmen (84) of (84a) uit de accessoire-set om
de afdichting tussen de inlaatleiding en het deksel te garanderen.
DRUKLEIDING:
Monteer de terugslagklep (137) uit de accessoire-set en schroef hem vast op het uitlaatmondstuk,
nadat u de afdichting (64a) tussen de bak en de klep heeft gemonteerd. Stevig aandraaien om de
afdichting te garanderen. Sluit de toevoerleiding met binnenschroefdraad van 1 ¼” direct aan of
monteer het verbindingsstuk (161) voor gebruik van een toevoerleiding van rubber Ø binnenkant =
32 mm, die vastgezet moet worden met klemmen.
Alvorens het deksel van de bak weer te monteren, dient u de aansluiting te testen met schoon water,
na de pomp te hebben aangesloten op het net.
VENTILATIE:
Het ventilatiekanaal E kan vervaardigd worden met PVC leiding Ø buitenkant = 30 of 40 mm, die
moet worden verbonden met het deksel van de bak met een rubber klem (84) of (84a) die standaard
wordt bijgeleverd in de accessoire-set. Laat de leiding nooit horizontaal lopen. Indien het niet
mogelijk is een leiding aan te brengen, kan in de behuizing voor het verbindingsstuk van de leiding
een klep met filter worden geïnstalleerd. Zie voor de montage van de klep het schema op pag. 20 en
plaats alle componenten in de hiervoor bestemde behuizing, in deze volgorde: vlotterkogel (49),
afdichtingsring (16a), draagschijf veiligheidsklep (180), O-ring (95), rubber klem Ø 40 mm (84a),
ontluchtingsdop (26).
6. BELANGRIJK
6.1
Installeer de bak zodanig dat hij beschermd is tegen vorst.
6.2
De bak kan op de vloer worden opgesteld of in een put worden geplaatst. In elk geval moet
het draagvlak perfect horizontaal zijn en moet de bodem van de bak op het gehele oppervlak
rusten.
6.3
Verzeker u ervan dat het niveauverschil tussen de pomp en het rioleringsnet compatibel is met
de prestaties van de pomp.
6.4
Het wordt aangeraden de bak in elk geval te ventileren.
NEDERLANDS
19
7. ONDERHOUD
7.1
Na de start van de installatie is het raadzaam deze ongeveer eens in de drie maanden te inspecteren en
eventueel schoon te maken. Dit is met name belangrijk voor de terugslagklep. Dit tijdsinterval kan
verhoogd worden nadat de eerste inspecties goed zijn verlopen.
7.2
Maak de pomp zorgvuldig schoon en verwijder alle deeltjes die vastzitten op het aanzuigrooster en
controleer of de vlotter vrij kan bewegen. Haal de pomp zo nodig uit de bak.
7.3
Om de pomp uit te bak te halen moet u hem vrijmaken van de inlaatleiding door de twee ringen van
de elleboogverbindingsstukken los te draaien (161a).
7.4
Maak de installatie tenminste eens per jaar schoon met stromend water. Hiervoor dient u de pomp
herhaaldelijk te activeren.
7.5
Om een goede werking van het ontluchtingsfilter (42) te garanderen, dient u het tenminste eens in de
zes maanden schoon te maken met water en zeep.
8. HET OPSPOREN VAN STORINGEN
STORINGEN CONTROLES (MOGELIJKE OORZAKEN) HANDELING
1. Het water uit de
bak stroomt over
en de pomp is in
werking
A. Drukleiding verstopt.
B. Terugslagklep geblokkeerd.
C. Pompkarakteristieken onvoldoende.
D. Het aanzuigrooster van de pomp is
verstopt.
A. Verwijder de belemmeringen.
B. Maak de klep schoon.
D. Verwijder de belemmeringen.
AFMETINGEN
1/13