Nikon COOLPIX AW110 Referentie gids

Type
Referentie gids
Nl
Naslaggids
DIGITALE CAMERA
COOLPIX AW110 Aanbevolen functies
p Snelle effecten..................................................................................... A48
U kunt diverse effecten op fotos toepassen nadat u de sluiter ontspant.
Terwijl u de eindresultaten van een foto op het voorbeeldscherm van elk effect
controleert, kunt u een foto creëren die past bij het onderwerp of uw stemming. U
kunt ook later effecten op foto’s toepassen door de k knop tijdens de weergave in
te drukken.
Verschillende functies die handig zijn voor buiten
• GPS-functie ........................................................................................... A82
De huidige positie-informatie (breedtegraad en lengtegraad) kan met behulp van
de interne GPS-eenheid van de camera worden opgenomen op de fotos die
gemaakt worden. U kunt tevens de plaatsnaaminformatie (POI: Point of interest) op
de te maken fotos en een log van de reisinformatie opnemen.
• Kaart weergeven ................................................................................... A85
U kunt de huidige locatie of de opnamelocatie op het scherm weergeven met
behulp van de interne kaart en de plaatsnaaminformatie van de camera.
• Hoogtemeter en dieptemeter weergeven........................................... A87
U kunt de hoogte of de waterdiepte op het opnamescherm weergegeven en
deze gegevens opnemen op de op te nemen fotos.
De hoogte wordt weergegeven met behulp van de interne barometer van de
camera. Aangezien de hoogte bij atmosferische druk verandert, gebruikt u
Hoogte-/dieptecorrectie in het GPS-optiemenu om de hoogtewaarde te
corrigeren voordat u de barometer gebruikt. Het wordt aanbevolen de hoogte
handmatig te corrigeren.
Wi-Fi (draadloos LAN) functie................................................................. A91
U kunt de interne Wi-Fi-functie van de camera gebruiken om de gemaakte fotos
automatisch naar uw smart-toestel te verzenden of de camera te bedienen met
behulp van de betreffende software van het smart-toestel.
i
Inleiding
Onderdelen en functies camera
De beginselen van opname en weergave
Opnamefuncties
Weergavefuncties
Films opnemen en afspelen
GPS gebruiken/kaarten weergeven
De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie gebruiken
Basisinstellingen
Referentiegedeelte
Technische opmerkingen en index
ii
Inleiding
Inleiding
Lees dit eerst
Gefeliciteerd met de aanschaf van een Nikon COOLPIX AW110 digitale camera.
Lees de informatie onder “Voor uw veiligheid” (Avi), “<Belangrijk> Schok-, water-
en stofbestendigheid, condens, GPS” (Ax) en “Wi-Fi (draadloos LAN-netwerk)-
functie” (Axvii) en maak uzelf vertrouwd met de informatie in deze handleiding.
Houd deze handleiding na het lezen bij de hand en gebruik deze als naslagwerk om
nog meer plezier aan uw nieuwe camera te beleven.
iii
Lees dit eerst
Inleiding
Over deze handleiding
Als u de camera direct wilt gebruiken, zie dan “De beginselen van opname en
weergave” (A14).
Zie “Onderdelen en functies camera” (A1) voor meer informatie over namen en
voornaamste functies van de camera-onderdelen.
Overige informatie
Symbolen en conventies
De volgende symbolen en conventies worden in deze handleiding gebruikt om
u in staat te stellen snel de informatie te vinden die u zoekt:
Met “geheugenkaarten” worden in deze handleiding SD-, SDHC- en SDXC-
geheugenkaarten bedoeld.
Met “standaardinstelling” wordt de instelling bij aankoop bedoeld.
De namen van de menuopties die op het scherm verschijnen en de namen van
knoppen of meldingen die op een computermonitor verschijnen, worden vet
weergegeven.
In sommige schermvoorbeelden in deze handleiding zijn afbeeldingen
weggelaten om aanduidingen op de monitor duidelijker weer te geven.
De afbeeldingen van monitorinhoud en camera kunnen verschillen van het
eigenlijke product.
Pictogram Beschrijving
B
Dit pictogram duidt waarschuwingen en informatie aan die vóór het
gebruik van de camera gelezen moeten worden
C
Dit symbool staat bij opmerkingen die moeten worden gelezen voordat u de
camera gaat gebruiken.
A/E/F
Deze pictogrammen duiden andere pagina’s met relevante informatie
aan; E: “Referentiegedeelte”, F: “Technische opmerkingen en index.”
iv
Lees dit eerst
Inleiding
Informatie en voorzorgsmaatregelen
Permanente kennisoverdracht
Als onderdeel van Nikon’s streven naar permanente kennisoverdracht via continue product-
ondersteuning en -informatie is er altijd nieuwe, bijgewerkte informatie online beschikbaar op de
volgende websites:
Voor gebruikers in de VS: http://www.nikonus a.com/
Voor gebruikers in Europa en Afrika: http://www.europe-nikon.com/support/
Voor gebruikers in Azië, Oceanië en het Midden-Oosten: http://www.nikon-asia.com/
Bezoek deze sites voor de nieuwste productinformatie, tips, antwoorden op veelgestelde vragen
(FAQ’s) en algemeen advies over digitale beeldverwerking en fotografie. Neem voor meer informatie
contact op met de dichtstbijzijnde Nikon vertegenwoordiging. Bezoek de website voor de
contactgegevens:
http://imaging.nikon.com/
Gebruik uitsluitend elektronische accessoires van het merk Nikon
Nikon COOLPIX-camera’s zijn ontwikkeld volgens de hoogste technologische normen en bevatten
complexe elektronische circuits. Alleen elektronische accessoires van het merk Nikon (inclusief
batterijladers, batterijen en lichtnetadapters), die door Nikon speciaal zijn gecertificeerd voor gebruik
met deze digitale camera van Nikon, zijn ontwikkeld om binnen de operationele eisen en
veiligheidseisen van deze elektronische circuits te werken en zijn met het oog daarop getest en
goedgekeurd.
HET GEBRUIK VAN ELEKTRONISCHE ACCESSOIRES DIE NIET DOOR NIKON ZIJN VERVAARDIGD KAN
DE CAMERA BESCHADIGEN EN DE
NIKON GARANTIE DOEN VERVALLEN.
Het gebruik van oplaadbare Li-ion batterijen van derden zonder het Nikon hologram kan de werking
van de camera negatief beïnvloeden en/of resulteren in oververhitting, ontbranding, breuk of
lekkage van de batterijen.
Neem voor meer informatie over originele Nikon accessoires contact op met een door Nikon
goedgekeurde leverancier.
Voordat u belangrijke foto’s gaat maken
Voordat u foto’s gaat maken van belangrijke gelegenheden (zoals een huwelijk of reis), kunt u het
beste enkele proefopnamen maken om te controleren of de camera goed werkt. Nikon is niet
aansprakelijk voor schade of gederfde inkomsten als gevolg van een defect aan de camera.
Over de handleidingen
Geen enkel onderdeel van de bij dit product geleverde handleidingen mag worden
gereproduceerd, overgedragen, getranscribeerd, worden opgeslagen in een archiefsysteem of in
enige vorm worden vertaald naar enige taal, met enig middel, zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van Nikon.
Nikon is niet aansprakelijk voor enige schade die voortvloeit uit het gebruik van dit product.
Nikon behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande aankondiging de specificaties van de
hardware en software die in de documentatie worden beschreven op elk gewenst moment te
wijzigen.
Nikon heeft alles in het werk gesteld om te zorgen dat de informatie in de documentatie juist en
volledig is en zou het op prijs stellen dat u de Nikon importeur op de hoogte brengt van eventuele
onjuistheden of omissies (zie de overige documentatie voor de adresgegevens).
Holografisch zegel: Dit zegel duidt aan dit
apparaat een origineel Nikon product is.
v
Lees dit eerst
Inleiding
Mededelingen aangaande het verbod op kopiëren of reproduceren
Houd er rekening mee dat alleen al het bezit van materiaal dat digitaal is gekopieerd of
gereproduceerd met behulp van een scanner, digitale camera of ander apparaat wettelijk strafbaar
kan zijn.
Materiaal dat niet mag worden gekopieerd of gereproduceerd
Kopieer of reproduceer geen papiergeld, munten, waardepapieren of obligaties van (plaatselijke)
overheden, zelfs niet als dergelijke kopieën of reproducties zijn voorzien van een stempel
“Voorbeeld” of “Specimen”. Het kopiëren of reproduceren van papiergeld, munten of
waardepapieren die in het buitenland in omloop zijn, is verboden. Tenzij vooraf door de overheid
toestemming is verleend, is het kopiëren of reproduceren van ongebruikte, door de overheid
uitgegeven postzegels of briefkaarten verboden.
Het kopiëren of reproduceren van door de overheid uitgegeven (post)zegels en gecertificeerde
wettelijke documenten is verboden.
Waarschuwingen met betrekking tot bepaalde kopieën en reproducties
De overheid heeft waarschuwingen uitgevaardigd met betrekking tot het kopiëren of reproduceren
van waardepapieren uitgegeven door commerciële instellingen (aandelen, wissels, cheques,
cadeaubonnen en dergelijke), vervoerspassen of coupons, behalve wanneer het gaat om een
minimaal benodigd aantal kopieën voor zakelijk gebruik door een bedrijf. Eveneens niet toegestaan
is het kopiëren of reproduceren van door de overheid uitgegeven paspoorten, door
overheidsinstanties en andere instellingen afgegeven vergunningen, identiteitsbewijzen en kaartjes,
zoals pasjes en maaltijdbonnen.
Auteursrechten
Het kopiëren of reproduceren van auteursrechtelijk beschermde creatieve werken, zoals boeken,
muziek, schilderijen, houtgravures, kaarten, tekeningen, films en foto’s, wordt gereguleerd door de
nationale en internationale auteurswetgeving. Gebruik dit product niet voor het maken van illegale
kopieën of voor andere activiteiten die het auteursrecht schenden.
Wegwerpen van opslagmedia
Houd er rekening mee dat bij het wissen van foto’s of het formatteren van opslagmedia, zoals
geheugenkaarten of het interne camerageheugen, de oorspronkelijke beeldgegevens niet volledig
worden verwijderd. Met behulp van in de handel verkrijgbare software is het soms mogelijk
verwijderde bestanden op weggeworpen opslagmedia alsnog te herstellen, wat misbruik van
persoonlijke beeldgegevens tot gevolg kan hebben. De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor de
privacybescherming met betrekking tot dergelijke gegevens.
Wis alle gegevens met behulp van speciale software, alvorens een opslagmedium weg te werpen of
aan een ander over te doen. U kunt ook de GPS-geg. opnemen van de GPS-opties (A88)
instellen op Uit nadat het toestel geformatteerd is en vervolgens foto’s maken van de lucht of de
grond tot het opslagmedium vol is. Vergeet niet eventuele foto’s die u voor de optie Selecteer
beeld in het welkomstscherm (A94) hebt geselecteert te vervangen. Wees voorzichtig bij het
fysiek vernietigen van opslagmedia en voorkom letsel en beschadiging van eigendommen.
Bij de COOLPIX AW110 wordt er op dezelfde manier met de loggegevens op de geheugenkaart
gewerkt als met andere gegevens. Selecteer Log aanmaken Alle logs beëindigen Logs
wissen om de loggegevens te wissen die worden verkregen van maar niet zijn opgeslagen op de
geheugenkaart.
U kunt de instelling Wi-Fi-opties (A96) wissen met behulp van Standaardwaarden in het setup-
menu.
vi
Inleiding
Voor uw veiligheid
Om schade aan het Nikon product of letsel bij uzelf of anderen te voorkomen,
verzoeken wij u de volgende veiligheidsvoorschriften goed door te lezen alvorens
dit product in gebruik te nemen. Bewaar deze veiligheidsinstructies op een plaats
waar alle gebruikers van dit product deze kunnen lezen.
WAARSCHUWINGEN
Zet de camera bij storing uit
Indien er rook of een ongewone geur
uit de camera of de batterijlader komt,
koppel de batterijlader dan los en
verwijder de batterijen onmiddellijk.
Let hierbij op dat u geen brandwonden
oploopt. Als u de camera blijft
gebruiken, kan dit tot letsel leiden.
Nadat de batterij is verwijderd, dient
het apparaat door een door Nikon
erkende servicedienst te worden
nagekeken.
Demonteer het apparaat niet
Het aanraken van de interne delen van
de camera of batterijlader kan leiden
tot letsel. Reparaties mogen uitsluitend
door bevoegde technici worden
uitgevoerd. Als de camera of de
batterijlader door een val of ander
ongeluk openbreekt, haalt u de stekker
uit het stopcontact en/of verwijder u
de batterij en laat u het product
nakijken door een door Nikon erkende
servicedienst.
Gebruik de camera of
batterijlader niet in de buurt
van ontvlambare gassen
Het gebruik van de camera in de buurt
van brandbare gassen zoals propaan
en benzine, en brandbare sprays of stof
kan leiden tot een explosie of brand.
Verwijder de riem wanneer u
de camera onder water
gebruikt.
Wanneer u de camerariem rond de nek
draait, kan dit leiden tot verstikking.
Wees voorzichtig met de
camerariem
Hang de camerariem nooit om de nek
van een baby of kind.
Buiten bereik van kinderen
houden
Bewaar de producten niet binnen het
bereik van kinderen. Dit kan namelijk
tot letsel leiden. Zorg ervoor dat kleine
kinderen de batterij of andere kleine
onderdelen niet in hun mond kunnen
stoppen.
Vermijd langdurig contact
met de camera, batterijlader
of lichtnetadapter terwijl de
apparaten zijn ingeschakeld
of in gebruik zijn.
Delen van de apparaten worden heet.
Laat u de apparaten voor langere tijd in
direct contact komen met de huid, dan
kan dit lichte brandwonden tot gevolg
hebben.
Dit symbool staat bij waarschuwingen die moeten worden gelezen voordat dit
Nikon product in gebruik wordt genomen, zodat mogelijk letsel wordt voorkomen.
vii
Inleiding
Voor uw veiligheid
Ga voorzichtig om met de
batterij
Bij onjuist gebruik kan de batterij gaan
lekken, oververhit raken of ontploffen.
Let op de volgende punten bij het
gebruik van de batterij in combinatie
met dit product:
Schakel het apparaat uit voordat u de
batterij verwisselt. Als u de
batterijlader/lichtnetadapter gebruikt,
haalt u eerst de stekker uit het
stopcontact.
Gebruik alleen de oplaadbare Li-ion
batterij EN-EL12 (meegeleverd). Laad
de batterij op door deze in de
batterijlader MH-65 te plaatsen
(meegeleverd).
Probeer de batterij niet
ondersteboven of achterstevoren in
de camera te plaatsen.
U mag de batterij niet uit elkaar halen,
of de isolatie of het omhulsel
verwijderen of openbreken.
Stel de batterij niet bloot aan vuur of
bovenmatige hitte.
Dompel de batterij niet onder in water
en zorg dat deze niet vochtig wordt.
Plaats het afdekkapje wanneer de
batterij getransporteerd wordt.
Vervoer of bewaar de batterij niet bij
metalen voorwerpen, zoals
halskettingen of haarspelden.
Een volledig ontladen batterij kan
gaan lekken. Om schade aan het
product te voorkomen, dient u de
batterij te verwijderen wanneer deze
leeg is.
Stop onmiddellijk met het gebruik van
de batterij wanneer zich een
verandering voordoet, zoals
verkleuring of vervorming.
Spoel kleding of huid die in contact is
gekomen met vloeistof uit een
beschadigde batterij onmiddellijk af
met ruim water.
Neem bij gebruik van de
batterijlader de onderstaande
voorzorgsmaatregelen in acht
Houd de batterijlader droog. Als u
deze voorzorgsmaatregel niet in acht
neemt, kan dit leiden tot brand of een
elektrische schok.
Verwijder stof op of bij de metalen
onderdelen van de stekker met een
droge doek. Als u dit nalaat en het
product blijft gebruiken, kan dit brand
veroorzaken.
Raak de stekker niet aan en blijf uit de
buurt van de batterijlader tijdens
onweer. Als u deze
voorzorgsmaatregelen niet in acht
neemt, kan dit brand of een
elektrische schok veroorzaken.
Voorkom beschadigingen of
veranderingen aan de USB-kabel. Trek
de kabel niet met kracht los en buig
deze niet. Plaats geen zware
voorwerpen op de kabel en stel de
kabel niet bloot aan hitte of vuur. Als
de isolatie beschadigd raakt en de
draden bloot komen te liggen, laat het
netsnoer dan door een door Nikon
erkende servicedienst nakijken. Als u
deze voorzorgsmaatregelen niet in
acht neemt, kan dit leiden tot een
elektrische schok.
Raak de stekker of de batterijlader niet
met natte handen aan. Als u deze
voorzorgsmaatregelen niet in acht
neemt, kan dit brand of een
elektrische schok veroorzaken.
Niet gebruiken in combinatie met
reisstekkers, adapters bedoeld om de
ene spanning om te vormen naar de
andere of met DC/AC-omvormers. Als
u deze voorzorgsmaatregel niet in
acht neemt, kan dat leiden tot schade
aan het product resp. oververhitting of
zelfs brand.
viii
Inleiding
Voor uw veiligheid
Gebruik de juiste kabels
Gebruik voor aansluitingen uitsluitend
de voor dit doel meegeleverde of bij
Nikon verkrijgbare kabels, zodat wordt
voldaan aan de productvoorschriften.
Wees voorzichtig met de
bewegende delen
Pas op dat uw vingers of andere
voorwerpen niet bekneld raken tussen
de objectiefbescherming of andere
bewegende delen.
Cd-rom’s
Speel de cd-roms die bij dit apparaat
worden geleverd niet af op een audio-
cd-speler. Als u cd-roms afspeelt op
een audio-cd-speler, kan dit leiden tot
gehoorverlies of beschadiging van de
apparatuur.
Wees voorzichtig met gebruik
van de flitser
Als u een flitser dicht bij de ogen van
een te fotograferen persoon gebruikt,
kan dit tijdelijk oogletsel veroorzaken.
Wees extra voorzichtig bij het
fotograferen van kleine kinderen; de
flitser mag niet dichterbij worden
gehouden dan 1 meter van het
onderwerp.
Flits niet als het flitsvenster
met een persoon of voorwerp
in aanraking komt
Als u deze voorzorgsmaatregel niet in
acht neemt, kan dit brand of
brandwonden veroorzaken.
Zorg dat de camera uit staat in
een vliegtuig of ziekenhuis
Zet de camera uit als u zich in een
vliegtuig bevindt en dit gaat opstijgen
of landen. Schakel voordat u aan boord
van het vliegtuig gaat ook de
opnamefunctie voor GPS-tracking-
informatie opnamefunctie uit. Beëindig
het opnemen van alle logs. Volg de
instructies van het ziekenhuis bij
gebruik binnen de muren daarvan. De
elektromagnetische straling
veroorzaakt door deze camera kan de
elektronische systemen van het
vliegtuig resp. de instrumenten in het
ziekenhuis van slag brengen.
Verwijder de Eye-Fi-kaart, die de
oorzaak van de storing kan zijn uit
voorzorg, indien deze in de camera zit.
Raak de camera gedurende
een langere periode niet aan
bij lage temperaturen van 0°C
of lager
Als de huis in contact komt met
metalen onderdelen enz., kan dit leiden
tot huidletsel. Draag handschoenen
enz.
Bestuurders dienen de camera
niet te bedienen tijdens het
rijden.
Dit kan tot een ongeval leiden.
Wees voorzichtig met gebruik
van het filmlicht
Kijk niet rechtstreeks in het filmlicht. Dit
kan de ogen beschadigen of oogletsel
veroorzaken.
3D-beelden
Geef 3D-beelden die met dit apparaat
zijn opgenomen niet langere periodes
continu weer, ongeacht of deze op een
televisie, monitor of ander display
worden weergegeven. Neem in het
geval van kinderen van wie het
gezichtsvermogen nog steeds in
ontwikkeling is, voor gebruik a.u.b.
contact op met een kinderarts of
oogarts en volg hun instructies op. Het
langdurig bekijken van 3D-beelden
kan ogen overmatig belasten en
misselijkheid of ongemak veroorzaken.
Stop het gebruik indien een van deze
symptomen optreedt en neem zo
nodig contact op met een arts.
ix
Inleiding
Mededelingen
Mededelingen voor klanten in
Europa
WAARSCHUWINGEN
GEVAAR VOOR EXPLOSIE ALS
BATTERIJ WORDT VERVANGEN
VOOR EEN ONJUIST TYPE.
VOER BATTERIJEN AF VOLGENS DE
INSTRUCTIES.
Dit symbool geeft aan dat dit
product via gescheiden
inzameling moet worden
afgevoerd.
Het volgende is alleen van
toepassing op gebruikers in Europese
landen:
Dit product dient apart te worden
ingeleverd bij een aangewezen
inzamelingspunt. Gooi niet samen
met het huishoudelijk afval weg.
Neem voor meer informatie contact
op met de leverancier of de
gemeentelijke reinigingsdienst.
Dit symbool op de batterij
duidt aan dat de batterij
afzonderlijk moet
ingezameld worden.
Het volgende is alleen van toepassing
op gebruikers in Europese landen:
Alle batterijen, al dan niet voorzien
van dit symbool, moeten
afzonderlijk worden ingezameld op
een geschikt inzamelpunt. Gooi niet
samen met het huishoudelijk afval
weg.
Neem voor meer informatie contact
op met de leverancier of de
gemeentelijke reinigingsdienst.
x
Inleiding
<Belangrijk> Schok-, water- en stofbestendigheid,
condens, GPS
Lees de onderstaande instructies en de instructies in “Verzorgen van de
producten” (F2).
Opmerkingen over schokbestendigheid
Deze camera heeft de interne testen van Nikon (valproef vanaf een hoogte van
202 cm op een 5 cm dikke multiplexplaat) doorstaan en voldoet daarmee aan de
strenge Amerikaanse militaire valproefnormen (MIL-STD 810F Method 516.5-Shock*).
Deze test garandeert niet dat de camera waterbestendig is of dat de camera nooit
beschadigd of defect kan raken.
Wijzigingen aan de buitenkant van de camera zoals loslatende lak of vervorming
van het gedeelte dat de schok opving, maken geen deel uit van de interne testen
van Nikon.
* Standaard testmethode van het Amerikaanse Ministerie van Defensie.
Bij deze valproef vallen 5 camera’s in 26 richtingen (8 randen, 12 hoeken en 6 vlakken) vanaf een
hoogte van 122 cm om te garanderen dat één van de vijf camera’s de valproef doorstaat (als een
camera de valproef niet doorstaat, worden nog vijf camera’s getest om te voldoen aan de
testcriteria van één tot vijf camera’s).
bStel de camera niet bloot aan bovenmatige schokken, trillingen of druk
door vallen of stoten.
Als deze voorzorgsmaatregel niet in acht genomen wordt, kan water de camera
binnendringen en leiden tot een functiestoring van de camera.
Gebruik de camera niet op een diepte van meer dan 18 m onder water.
Stel de camera niet bloot aan waterdruk door deze in stromend water te houden.
Ga niet zitten als de camera in uw broekzak zit.
Prop de camera niet met geweld in de cameratas.
Opmerkingen over water- en stofbestendigheid
De camera is waterbestendig volgens beveiligingsklasse IEC/JIS 8 (IPX8) en
vochtbestendig volgens beveiligingsklasse IEC/JIS 6 (IP6X) en kan gebruikt worden
om maximaal 60 minuten lang onder water foto’s te maken op een diepte van 18 m.*
Deze classificatie garandeert niet dat de camera waterbestendig is of dat de camera
nooit beschadigd of defect kan raken.
* Deze classificatie geeft aan dat de camera ontworpen is om de aangegeven waterdruk te weerstaan
gedurende de aangegeven tijdsduur als de camera gebruikt wordt volgens de door Nikon
gedefinieerde methodes.
bAls de camera is blootgesteld aan bovenmatige schokken, trillingen of
druk door vallen of stoten, kan de waterbestendigheid niet meer
gegarandeerd worden.
Als de camera blootgesteld is aan schokken, wordt aangeraden om contact op
te nemen met uw dealer of een door Nikon erkende servicedienst om (tegen
betaling) de waterbestendigheid te laten testen.
- Gebruik de camera niet op een diepte van meer dan 18 m onder water.
- Stel de camera niet bloot aan waterdruk door deze in stroomversnellingen of
watervallen te houden.
- Schade die veroorzaakt is door binnendringend water in de camera vanwege
een verkeerd gebruik van de camera, wordt niet door de garantie gedekt.
xi
<Belangrijk> Schok-, water- en stofbestendigheid, condens, GPS
Inleiding
De waterbestendigheid van deze camera is alleen ontwikkeld voor gebruik in
zoetwater (zwembaden, rivieren en meren) en zeewater.
Het binnenste gedeelte van de camera is niet waterbestendig. Als water in de
camera binnendringt, kan dit storingen veroorzaken.
Accessoires zijn niet waterdicht.
Als een vloeistof zoals waterdruppels op de
buitenkant van de camera of in het deksel
van het batterijvak/de kaartsleuf vallen,
moet u ze meteen opvegen met een zachte
droge doek. Steek geen natte
geheugenkaart of batterij in de camera.
Als het deksel van het batterijvak/de
kaartsleuf geopend of gesloten wordt in de
buurt van water of onder water, kan water de
camera binnendringen of kan de camera
defect raken.
Het deksel mag niet geopend of gesloten
worden met natte handen. Er kan dan water
in de camera binnendringen of de camera
kan defect raken.
Als vuil zich aan de buitenkant van de camera of in het deksel van het batterijvak/
de kaartsleuf (bijv. op de gele waterbestendige afdichting, de scharnieren, de
kaartsleuf of de aansluitingen) heeft gehecht, moet u het onmiddellijk
verwijderen met een blaasbalgje. Als vuil zich aan de waterbestendige afdichting
in het batterijvak/de kaartsleuf heeft gehecht, moet u het onmiddellijk
verwijderen met de meegeleverde borstel. Gebruik de meegeleverde borstel
alleen voor het reinigen van de waterbestendige afdichting.
Als vuil zoals zonnebrandolie, zonnebrandcrème, deeltjes van een warme bron,
badschuim, wasmiddel, zeep, organisch oplosmiddel, olie of alcohol aan de
camera blijft hechten, moet het meteen afgeveegd worden.
Gebruik de camera niet langere tijd bij lage temperaturen in koude gebieden of
bij temperaturen van 40 °C of hoger (vooral op plaatsen met direct zonlicht, in
een auto, op het strand of in de buurt van verwarmingsapparaten). Hierdoor
wordt de waterdichtheid van de camera minder.
xii
<Belangrijk> Schok-, water- en stofbestendigheid, condens, GPS
Inleiding
Voordat de camera onder water gebruikt wordt
Verwijder de riem voor buitengebruik, wanneer u de camera onder water gebruikt.
1. Zorg dat er geen vuil in het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf zit.
Vuil zoals zand, stof of haren in het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf
moet verwijderd worden met een blaasbalgje.
Vloeistoffen zoals waterdruppels in het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf
moeten afgeveegd worden met een zachte droge doek.
2. Controleer of de waterbestendige afdichting (A1) van het deksel van
het batterijvak/de kaartsleuf niet gescheurd of vervormd is.
De waterbestendigheid van de waterbestendige afdichting kan na een jaar
minder worden.
Als de waterbestendige afdichting minder wordt, moet u contact opnemen
met uw dealer of een door Nikon erkende servicedienst.
3. Zorg dat het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf goed gesloten is.
Draai de vergrendeling van het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf tot deze vastklikt. Let op dat het dunne koord van de
camerariem niet vast komt te zitten.
Controleer of de aanduiding van de vergrendeling op “Close” staat.
Opmerkingen over het gebruik van de camera onder water
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen om te voorkomen dat water de
camera binnendringt.
Duik niet met de camera onder water in water dieper dan 18 m.
Gebruik de camera niet continu 60 minuten of langer onder water.
Gebruik de camera alleen onder water als de watertemperatuur tussen 0 °C en
40 °C ligt.
Gebruik de camera niet bij warme bronnen.
Open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet onder water.
Stel de camera niet bloot aan schokken bij gebruik onder water.
Spring niet met de camera in het water of stel de camera niet bloot aan hoge
waterdruk zoals in stroomversnellingen of watervallen.
Deze camera blijft niet drijven. Zorg dat u de camera niet laat vallen onder water.
xiii
<Belangrijk> Schok-, water- en stofbestendigheid, condens, GPS
Inleiding
Camera reinigen na gebruik onder water
Reinig de camera binnen 60 minuten nadat u de camera onder water heeft
gebruikt. Als u de camera onder natte omstandigheden gebruikt waarbij
zoutdeeltjes of ander vuil aan de camera kunnen hechten, kan dit
beschadigingen, verkleuringen, corrosie, stank of verminderde
waterbestendigheid veroorzaken.
Verwijder waterdruppels, zand, zoutdeeltjes of ander vuil van uw handen,
lichaam en haar, voordat u de camera gaat reinigen.
Aangeraden wordt om de camera binnen te reinigen om te voorkomen dat deze
wordt blootgesteld aan waternevel of zand.
Open het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf pas als al het vuil verwijderd is
met water en alle vochtdeeltjes zijn opgeveegd.
1. Houd het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf gesloten en spoel de
camera af met schoon water.
Dompel de camera gedurende
10 minuten onder in een ondiepe bak
met zoetwater (zoals kraanwater en
bronwater zonder zout).
Als de knoppen of schakelaars niet
goed werken, kan er vuil aan zitten.
Aangezien dit storingen kan
veroorzaken, moet u de camera in
schoon water onderdompelen en
voorzichtig schudden om het vuil van
de camera te verwijderen.
Als de camera is ondergedompeld in water, kunnen er luchtbellen uit de
waterafvoeropeningen van de camera komen zoals de openingen in de
microfoon of luidsprekers. Dit is geen storing.
2. Veeg de waterdruppels op met een zachte doek en laat de camera
drogen op een goed geventileerde en donkere plek.
Zet de camera op een droge doek om deze te laten drogen.
Water zal uit de openingen in de microfoon of luidsprekers stromen.
De camera mag niet gedroogd worden met hete lucht van een föhn of
wasdroger.
Gebruik geen chemicaliën (zoals benzine, thinner, alcohol of afwasmiddel),
zeep of neutrale reinigingsmiddelen.
Als de waterbestendige afdichting of de camerabody vervormd raakt, zal de
waterbestendigheid verminderen.
xiv
<Belangrijk> Schok-, water- en stofbestendigheid, condens, GPS
Inleiding
3. Controleer of er geen waterdruppels op de camera zitten, open het
deksel van het batterijvak/de kaartsleuf en veeg voorzichtig water of
zand dat achtergebleven is in de camera weg met een droge zachte
doek.
Als u het deksel opent voordat de camera voldoende droog is, kunnen
waterdruppels op de geheugenkaart of batterij vallen.
De waterdruppels kunnen ook in het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf
binnendringen (bijvoorbeeld bij de waterbestendige afdichting, de
scharnieren, de kaartsleuf of de aansluitingen).
Als dit het geval is, moet u het water opvegen met een droge zachte doek.
Als het deksel gesloten wordt terwijl de binnenkant nog nat is, kan dit
condensvorming of storingen veroorzaken.
Als de openingen in de microfoon of luidsprekers verstopt zitten met
waterdruppels, kan het geluid verslechteren of vervormd raken.
- Veeg het water op met een droge zachte doek.
- Steek de openingen in de microfoon of luidsprekers niet open met scherpe
voorwerpen. Als de binnenkant van de camera beschadigd is, zal de
waterbestendigheid verminderen.
Zie “Reinigen” (F7) voor meer informatie.
xv
<Belangrijk> Schok-, water- en stofbestendigheid, condens, GPS
Inleiding
Opmerkingen over de gebruikstemperatuur,
luchtvochtigheid en condensvorming
De werking van deze camera is getest bij temperaturen tussen -10 °C tot +40 °C.
Als u de camera in koude gebieden gebruikt, moet u de volgende
voorzorgsmaatregelen nemen. Bewaar de camera en de reservebatterijen voor
gebruik op een warme plaats.
De werking van de batterijen (het aantal fotos en de opnameduur) kan tijdelijk
minder worden.
Als de camera zeer koud is, kan de werking tijdelijk minder worden. De monitor
kan bijvoorbeeld donkerder zijn dan normaal direct na het aanzetten van de
camera of er kunnen schaduwbeelden te zien zijn.
Als er sneeuwvlokken of waterdruppels aan de buitenkant van de camera zitten,
moet u ze meteen wegvegen.
- Als de knoppen of schakelaars bevroren zijn, werken ze niet soepel.
- Als de openingen in de microfoon of luidsprekers verstopt zitten met
waterdruppels, kan het geluid verslechteren of vervormd raken.
bOmgevingsfactoren zoals temperatuur en
luchtvochtigheid kunnen condensvorming aan de
binnenkant van de monitor of het objectief
veroorzaken. Dit is geen defect of storing van de
camera.
bOmgevingsfactoren die condensvorming in de camera kunnen
veroorzaken.
Er kan condensvorming optreden aan de binnenkant van de monitor of het objectief
onder de volgende omgevingsomstandigheden met sterke temperatuurwisselingen of
hoge luchtvochtigheid:
Als de camera plotseling ondergedompeld wordt in water met een lage
temperatuur, vergeleken met de temperatuur boven water.
Als de camera zich opeens op een warme plaats bevindt, bijv. als de camera bij
koude temperaturen buiten in een warm gebouw wordt gebracht.
Als het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf wordt geopend of gesloten in
een omgeving met hoge luchtvochtigheid.
bCondens verwijderen
Open het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf nadat de camera is uitgezet op
een plaats waar de omgevingstemperatuur stabiel is (vermijd plaatsen met een
hoge temperatuur/hoge luchtvochtigheid, zand of stof).
Verwijder de batterij en de geheugenkaart en laat het deksel van het batterijvak/
de kaartsleuf van de camera openstaan, zodat de condens kan wegtrekken
doordat de camera zich aanpast aan de omgevingstemperatuur.
Als de condens niet verdwijnt, moet u contact opnemen met uw dealer of een
door Nikon erkende servicedienst.
xvi
<Belangrijk> Schok-, water- en stofbestendigheid, condens, GPS
Inleiding
Opmerkingen over GPS-functies
b
Gegevens van kaarten/informatie over locaties van deze camera
Lees “GEBRUIKERSLICENTIEOVEREENKOMST VOOR KAARTGEGEVENS EN
LOCATIENAAMGEGEVENS” (
F
18) en ga akkoord met de voorwaarden voordat de GPS-
functie gebruikt kan worden.
De informatie betreffende kaarten en locatienaam (Point of Interest: POI) geldt vanaf april
2012. De kaarten en informatie over locaties wordt niet bijgewerkt.
De details van geologische formaties worden vereenvoudigd weergegeven, afhankelijk
van de schaal van de kaart. De schaal van de kaart en het niveau van de informatie over
locaties verschillen per land en per regio.
Bij een hogere breedtegraad varieert de horizontale en verticale schaalweergave op de
monitor. De weergegeven geologische formaties wijken dan ook af van de feitelijke
formaties.Gebruik de kaart- en plaatsnaaminformatie puur als richtlijn.
De gedetailleerde kaartgegevens en de informatie betreffende locatienaam (Point of
Interest: POI) voor China en Korea worden niet verstrekt voor de COOLPIX AW110.
b
Opmerkingen over GPS-functies en log opnemen
Als
GPS-geg. opnemen
in
GPS-opties
het GPS-opties menu is ingesteld op
Aan
of tijdens
opnemen van logs, blijft de GPS-functie en opnemen van een log continu werken, zelfs nadat
de camera uitgezet (
A
83) is.
De elektromagnetische straling veroorzaakt door deze camera kan de elektronische systemen
van het vliegtuig resp. de instrumenten in het ziekenhuis van slag brengen. Als het gebruik van
de camera verboden of beperkt is tijdens het opstijgen of landen van een vliegtuig of in een
ziekenhuis, end log recording, moet u
GPS-geg. opnemen
op
Uit
zetten en de camera
uitschakelen.
Personen kunnen herkend worden aan de hand van fotos of films die zijn opgenomen met
informatie over de locatie.
Wees daarom altijd voorzichtig als u fotos of films met informatie over de locatie of GPS-
logbestanden naar een derde verzendt of als u ze wilt uploaden naar een netwerk zoals internet
waar iedereen ze kan bekijken. Lees “Wegwerpen van opslagmedia” (
A
v).
b
Opmerkingen over meetfuncties
De COOLPIX AW110 is een camera. Gebruik deze camera niet als navigatie-apparaat of
meetinstrument.
Gebruik informatie (zoals richting, hoogte en waterdiepte) gemeten door de camera alleen als
richtlijn. Deze informatie kan niet worden gebruikt voor navigatiedoeleinden in een vliegtuig of
auto, persoonlijke toepassingen of landmetingen.
Als u de camera gebruikt tijdens bergbeklimmen, een trektocht of onder water, moet u altijd
een aparte kaart, navigatiesysteem of meetinstrument gebruiken.
b
De camera in het buitenland gebruiken
Raadpleeg uw reisbureau of de ambassade van het land waar u naar toegaat om te controleren
of er restricties gelden voor het gebruik van camera’s, voordat u de camera met GPS-functie
meeneemt naar het buitenland.
Zo mag u in China bijvoorbeeld geen loggegevens vastleggen met informatie over locaties,
zonder toestemming van de Chinese regering.
Stel de
GPS-geg. opnemen
op
Uit
in.
De GPS-functie kan misschien niet correct werken in China en de grenzen tussen China en
aangrenzende landen (vanaf december 2012).
xvii
Inleiding
Wi-Fi (draadloos LAN-netwerk)-functie
Dit product wordt geregeld door de voorschriften van het Ministerie van Export
van de Verenigde Staten en u dient toelating te krijgen van de overheid van de
Verenigde Staten als u dit product exporteert of herexporteert naar een land
waarvoor de Verenigde Staten een embargo op goederen hebben afgekondigd.
De volgende landen werden onderworpen aan een embargo: Cuba, Iran, Noord-
Korea, Soedan en Syrië. Omdat deze lijst met landen kan wijzigen, dient u voor de
recentste informatie contact op te nemen met het Ministerie van Handel van de
Verenigde Staten.
Beperkingen voor draadloze apparaten
De draadloze zender/ontvanger die in dit product is inbegrepen, voldoet aan
de voorschriften voor draadloze toepassingen in het land van aankoop en is niet
bedoeld voor gebruik in andere landen (producten die werden aangeschaft in de
EU of in de EFTA, kunnen gelijk waar in de EU en de EFTA worden gebruikt). Nikon
is niet aansprakelijk voor gebruik in andere landen. Gebruikers die niet zeker zijn wat
het oorspronkelijke land van aankoop is, dienen contact op te nemen met hun
lokaal Nikon-servicecenter of met een door Nikon erkende servicedienst. Deze
beperking geldt alleen voor de draadloze werking en niet voor enig ander gebruik
van het product.
xviii
Wi-Fi (draadloos LAN-netwerk)-functie
Inleiding
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van radiotransmissies
Merk op dat de radiotransmissie of -ontvangst van gegevens altijd kan worden
onderschept door derden. Nikon is niet verantwoordelijk voor gegevens- of
informatielekken die zich tijdens de gegevensoverdracht kunnen voordoen.
Gebruik van de functie Wi-Fi (draadloos LAN) kan leiden tot
radiogolfinterferentie, waardoor de communicatiesnelheid kan afnemen of het
netwerk kan worden ontkoppeld. Als u verbindingsproblemen vaststelt, stopt u
het gebruik van de functie Wi-Fi (draadloos LAN).
De werkende frequentieband van deze apparatuur wordt gebruikt door
apparatuur voor industriële, wetenschappelijke, consumenten- en medische
doeleinden inclusief magnetrons, plaatselijke radiozenders voor identificatie van
mobiele units gebruikt in de productielijnen van fabrieken en amateurradio-
zenders (hierna aangegeven als “een andere zender”). 1. Voor deze apparatuur
wordt gebruikt, dient u na te gaan of er geen ander station in de omgeving actief
is. 2. Wanneer deze apparatuur schadelijke radio-interferentie in een ander
station veroorzaakt, dient u de bedrijfsfrequentie onmiddellijk te wijzigen of de
uitstraling van radiogolven te stoppen door de stroom uit te schakelen, enz. 3. Als
u nog vragen heeft, neemt u contact op met een Nikon-servicecenter of een
door Nikon erkende servicedienst.
xix
Wi-Fi (draadloos LAN-netwerk)-functie
Inleiding
Gebruik van persoonlijke informatie en disclaimer
Gebruikersinformatie die op het product is geregistreerd en geconfigureerd,
zoals de verbindingsinstellingen voor draadloos LAN en andere persoonlijke
informatie, kan blootstaan aan veranderingen en verlies ten gevolge van
bedieningsfouten, statische elektriciteit, ongevallen, storingen, reparaties of
andere handelingen. Bewaar altijd een kopie van belangrijke informatie op een
andere plaats. Nikon is niet verantwoordelijk voor directe of indirecte schade of
winstderving ten gevolge van een verandering of verlies van informatie
waarvoor Nikon niet aansprakelijk kan worden gesteld.
Voordat dit product wordt weggegooid of aan een andere eigenaar wordt
overgedragen, is het raadzaam dat u de optie Standaardwaarden in het setup-
menu (A94) gebruikt om alle gebruikersgegevens geregistreerd en
geconfigureerd op het product, met inbegrip van verbindingsinstellingen voor
draadloos LAN en andere persoonlijke informatie, te verwijderen.
Nikon is niet verantwoordelijk voor communicatiekosten ten gevolge van
ongeoorloofde toegang tot een openbaar draadloos LAN door derden, of voor
enigerlei andere schade ten gevolge van diefstal van het product.
Nikon is niet verantwoordelijk voor enigerlei schade ten gevolge van het
ongeoorloofd gebruik van in de camera opgeslagen e-mailadressen ten gevolge
van diefstal van het product.
xx
Inleiding
Inhoudsopgave
Inleiding.................................................................................................................................................. ii
Lees dit eerst........................................................................................................................................... ii
Over deze handleiding...................................................................................................................................... iii
Informatie en voorzorgsmaatregelen..................................................................................................... iv
Voor uw veiligheid............................................................................................................................... vi
WAARSCHUWINGEN.......................................................................................................................................... vi
Mededelingen....................................................................................................................................... ix
<Belangrijk> Schok-, water- en stofbestendigheid, condens, GPS..................................... x
Opmerkingen over schokbestendigheid ............................................................................................... x
Opmerkingen over water- en stofbestendigheid............................................................................. x
Voordat de camera onder water gebruikt wordt............................................................................ xii
Opmerkingen over het gebruik van de camera onder water................................................. xii
Camera reinigen na gebruik onder water.......................................................................................... xiii
Opmerkingen over de gebruikstemperatuur, luchtvochtigheid en
condensvorming................................................................................................................................................. xv
Opmerkingen over GPS-functies............................................................................................................. xvi
Wi-Fi (draadloos LAN-netwerk)-functie .................................................................................... xvii
Onderdelen en functies camera..................................................................................................... 1
Camerabody ........................................................................................................................................... 1
Basisfuncties van de bedieningsknoppen............................................................................................ 3
De camerariem voor buitengebruik bevestigen............................................................................... 6
Gebruik van filteradapter en bevestigingsmethode ...................................................................... 6
De V (actie) knop (actiecontrole) gebruiken..................................................................................... 7
Basismenufuncties................................................................................................................................ 8
Monitorscherm .................................................................................................................................... 10
De beginselen van opname en weergave............................................................................... 14
Voorbereiding 1 De batterij opladen........................................................................................... 14
Voorbereiding 2 De batterij plaatsen .......................................................................................... 16
Voorbereiding 3 Een geheugenkaart plaatsen ........................................................................ 18
Intern geheugen en geheugenkaarten................................................................................................ 19
Goedgekeurde geheugenkaarten........................................................................................................... 19
Stap 1 De camera aanzetten........................................................................................................... 20
De camera aan- en uitzetten....................................................................................................................... 21
Taal, datum en tijd instellen ......................................................................................................................... 22
Stap 2 Een opnamestand selecteren ........................................................................................... 24
Beschikbare opnamestanden..................................................................................................................... 25
Stap 3 Het beeld kadreren............................................................................................................... 26
De zoom gebruiken .......................................................................................................................................... 27
Stap 4 Scherpstellen en afdrukken............................................................................................... 28
Stap 5 Afbeeldingen weergeven................................................................................................... 30
Stap 6 Ongewenste fotos wissen.................................................................................................. 31
xxi
Inhoudsopgave
Inleiding
Opnamefuncties ............................................................................................................................... 33
G (eenvoudige auto) stand............................................................................................................ 33
Onderwerpstand (Aangepast op onderwerp fotograferen) ............................................... 34
Een beschrijving (helpinformatie) van elk onderwerp bekijken ........................................... 34
Eigenschappen van elk onderwerp........................................................................................................ 35
Special Effects (Speciale Effecten) stand (Effecten toepassen tijdens opname).......... 44
Intelligente portretstand (glimlachende gezichten fotograferen) ................................... 45
Skin Softening (Huid verzachten) gebruiken .................................................................................... 46
A (Auto)-stand .................................................................................................................................. 47
Snelle effecten gebruiken ............................................................................................................................. 48
Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector .......................................... 49
Beschikbare functies......................................................................................................................................... 49
De flitser gebruiken (flitsstanden)............................................................................................................ 50
Self-timer (Zelfontspanner) gebruiken.................................................................................................. 52
Macrostand gebruiken.................................................................................................................................... 53
Helderheid instellen (belichtingscorrectie)........................................................................................ 54
Lijst met standaardinstellingen.................................................................................................................. 55
Functies die ingesteld kunnen worden met de d (Menu) knop
(Opnamestand).................................................................................................................................... 57
Beschikbare opties in het opnamemenu (A (Auto)-stand).................................................. 58
Beschikbare opties in het menu intelligent portret...................................................................... 59
Niet beschikbare functies in combinatie.................................................................................... 60
Scherpstellen op onderwerp.......................................................................................................... 62
Gezichtsdetectie gebruiken......................................................................................................................... 62
Scherpstelvergrendeling................................................................................................................................ 63
Autofocus ................................................................................................................................................................ 64
Weergavefuncties ............................................................................................................................ 65
Zoomweergave.................................................................................................................................... 65
Meerdere fotos bekijken (Miniatuurweergave en Kalenderweergave).......................... 66
Bepaalde soorten fotos selecteren om weer te geven ......................................................... 67
Beschikbare weergavestanden.................................................................................................................. 67
Wisselen tussen weergavestanden ......................................................................................................... 67
Functies die ingesteld kunnen worden met de d (menu) knop
(Weergavestand)................................................................................................................................. 68
Beschikbare weergavemenus .................................................................................................................... 69
Scherm gebruiken voor selecteren van fotos .................................................................................. 71
Camera aansluiten op een tv, computer of printer................................................................. 72
ViewNX 2 gebruiken .......................................................................................................................... 73
Installeren van ViewNX 2 ............................................................................................................................... 73
Fotos naar een computer kopiëren ........................................................................................................ 75
Fotos bekijken ...................................................................................................................................................... 76
xxii
Inhoudsopgave
Inleiding
Films opnemen en afspelen ......................................................................................................... 77
Films opnemen .................................................................................................................................... 77
Functies die ingesteld kunnen worden met de d (Menu) knop (filmmenu) ........... 80
Beschikbaar filmmenu..................................................................................................................................... 80
Films afspelen....................................................................................................................................... 81
GPS gebruiken/kaarten weergeven........................................................................................... 82
GPS-gegevensopname starten...................................................................................................... 82
Kaarten weergeven ............................................................................................................................ 85
In de opnamemodus........................................................................................................................................ 85
In de weergavemodus..................................................................................................................................... 86
Hoogtemeter en dieptemeter weergeven ................................................................................ 87
Functies die ingesteld kunnen worden met de d (Menu) knop
(GPS-opties menu).............................................................................................................................. 88
Beschikbaar GPS-opties menu ................................................................................................................... 88
De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie gebruiken ......................................................................... 91
Functies die met behulp van Wi-Fi kunnen worden uitgevoerd....................................... 91
De software op het smart-toestel installeren ........................................................................... 91
Het smart-toestel op de camere aansluiten.............................................................................. 92
Basisinstellingen............................................................................................................................... 94
Het setup-menu .................................................................................................................................. 94
xxiii
Inhoudsopgave
Inleiding
Referentiegedeelte ..................................................................................................................... E1
Eenvoudig panorama gebruiken (opname en weergave).............................................. E2
Fotos maken met eenvoudig panorama....................................................................................... E2
Eenvoudig panorama weergeven (scrollen) ............................................................................... E4
Stand favoriete beelden .............................................................................................................. E5
Beelden aan albums toevoegen......................................................................................................... E5
Beelden in albums weergeven ............................................................................................................ E6
Beelden uit albums verwijderen......................................................................................................... E6
Pictogram favorietenalbum wijzingen............................................................................................ E7
Stand automatisch sorteren....................................................................................................... E8
Stand sorteren op datum......................................................................................................... E10
Fotos in een reeks weergeven ............................................................................................... E11
Fotos bewerken........................................................................................................................... E13
Bewerkingsfuncties .................................................................................................................................. E13
Snelle effecten: Effecten toepassen op fotos........................................................................... E15
Snel retoucheren: Contrast en verzadiging verbeteren .................................................... E16
D-Lighting: Helderheid en contrast verbeteren..................................................................... E16
Glamour retoucheren: Huidtinten zachter maken, gezicht kleiner
maken of ogen groter maken............................................................................................................ E17
Gegevensafdruk: Afdrukken van informatie zoals hoogte en richting
gemeten door het elektronische kompas op fotos............................................................. E18
Kleine afbeelding: Het beeldformaat verkleinen................................................................... E18
Uitsnede: Een uitgesneden kopie maken .................................................................................. E19
Camera aansluiten op een tv (fotos op een tv bekijken) ............................................. E20
Camera aansluiten op een printer (Rechtstreeks printen) ........................................... E22
Camera aansluiten op een printer .................................................................................................. E22
Individuele fotos printen...................................................................................................................... E23
Meerdere foto’s afdrukken.................................................................................................................... E24
Films bewerken............................................................................................................................ E27
Uitsnede Alleen de gewenste delen van de film kopiëren ............................................. E27
Het opnamemenu (stand A (Auto)) .................................................................................. E29
Beeldkwal
iteit/-formaat (Beeldformaat en beeldkwaliteit) ............................................. E29
Witbalans (kleurinstelling aanpassen) .......................................................................................... E31
Continu-opname....................................................................................................................................... E33
ISO-waarde .................................................................................................................................................... E36
AF-veldstand................................................................................................................................................. E37
Gebruiken van Onderwerp volgen................................................................................................. E39
Autofocus-stand......................................................................................................................................... E40
Snelle effecten............................................................................................................................................. E41
xxiv
Inhoudsopgave
Inleiding
Het Intelligent portret-menu.................................................................................................. E42
Beeldkwaliteit/-formaat (Beeldformaat en beeldkwaliteit) ............................................. E42
Huid verzachten......................................................................................................................................... E42
Glimlachtimer .............................................................................................................................................. E42
Knipperdetectie.......................................................................................................................................... E43
Filmmenu....................................................................................................................................... E44
Filmopties....................................................................................................................................................... E44
Openen met HS-footage ...................................................................................................................... E48
Autofocus-stand......................................................................................................................................... E48
Filmlicht ........................................................................................................................................................... E49
Windruisreductie........................................................................................................................................ E49
Het weergavemenu.................................................................................................................... E50
Afdrukopdracht (Een DPOF-afdrukopdracht maken) ......................................................... E50
Diashow........................................................................................................................................................... E53
Beveiligen....................................................................................................................................................... E54
Beeld draaien................................................................................................................................................ E54
Spraakmemo ................................................................................................................................................ E55
Kopiëren (Kopiëren tussen het interne geheugen en de geheugenkaart)........... E56
Opties reeksweergave ............................................................................................................................ E57
Hoofdfoto kiezen ....................................................................................................................................... E57
GPS-optiemenu ........................................................................................................................... E58
GPS-opties...................................................................................................................................................... E58
Afstandeenheden...................................................................................................................................... E59
Afstand berekenen ................................................................................................................................... E60
Bezienswaardigheden (POI) (opnemen en weergeven locatieinformatie)........... E61
Log aanmaken (log met reisinformatie opnemen).............................................................. E62
Log weergeven........................................................................................................................................... E64
Synchroniser
en............................................................................................................................................ E65
Elektronisch kompas................................................................................................................................ E66
Hoogte-/diepte-opties........................................................................................................................... E67
Het setup-menu .......................................................................................................................... E68
Welcome Screen (Welkomstscherm)............................................................................................ E68
Time Zone and Date (Tijdzone en datum) ................................................................................ E69
Monitor Settings (Monitorinstellingen)....................................................................................... E71
Datumstempel (datum en tijd afdrukken op fotos) ............................................................ E73
Vibration Reduction (Vibratiereductie) ........................................................................................ E74
Bewegingsdetectie................................................................................................................................... E75
AF Assist (AF-hulplicht) .......................................................................................................................... E76
Digitale zoom............................................................................................................................................... E76
Sound Settings (Geluid instellen).................................................................................................... E77
Gevoeligheid actiecontrole................................................................................................................. E77
xxv
Inhoudsopgave
Inleiding
Weergave actiecontrole......................................................................................................................... E78
Auto Off (Automatisch uit)................................................................................................................... E78
Format Memory/Format Card (Geheugen formatteren/
Geheugenkaart formatteren)............................................................................................................. E79
Taal...................................................................................................................................................................... E79
TV Settings (Tv-instellingen)............................................................................................................... E80
Blink Warning (Knipperwaarschuwing) ....................................................................................... E81
Wi-Fi-opties.................................................................................................................................................... E82
Eye-Fi uploaden.......................................................................................................................................... E84
Reset All (Standaardwaarden)............................................................................................................ E85
Firmware Version (Firmware-versie)............................................................................................... E88
Foutmeldingen ............................................................................................................................ E89
Bestands- en mapnamen ......................................................................................................... E94
Optionele accessoires................................................................................................................ E96
xxvi
Inhoudsopgave
Inleiding
Technische opmerkingen en index......................................................................................... F1
Verzorgen van de producten...................................................................................................... F2
De camera.......................................................................................................................................................... F2
De batterij........................................................................................................................................................... F4
Batterijlader ....................................................................................................................................................... F5
De geheugenkaarten.................................................................................................................................. F6
Verzorgen van de camera ............................................................................................................ F7
Reinigen............................................................................................................................................................... F7
Opslag................................................................................................................................................................... F8
Problemen oplossen...................................................................................................................... F9
GEBRUIKERSLICENTIEOVEREENKOMST VOOR KAARTGEGEVENS EN
LOCATIENAAMGEGEVENS.......................................................................................................... F18
Specificaties .................................................................................................................................... F22
Ondersteunde standaards ..................................................................................................................... F26
Index.................................................................................................................................................. F28
1
Onderdelen en functies camera
Onderdelen en functies camera
Camerabody
15
2
1345 67
1411 1310 129
8
1 Oogje voor camerariem..............................6
2 Ontspanknop.............................................3, 28
3
Hoofdschakelaar/
camera-aan-lampje
.....................................21
4 Flitser....................................................................50
5 GPS-antenne
......................................................82
6
Zelfontspannerlampje...............................52
AF-hulpverlichting.......................................95
Filmverlichting
..................................................80
7 Wi-Fi (draadloos LAN) antenne
............ 91
8 Objectief
9
HDMI-micro-aansluiting (type D)......... 72
10
Scharnier................................................................ xi
11
Waterbestendige behuizing ..................... xi
12 USB/Audio video connector
.................. 72
13
Ontgrendeling deksel batterijvak/
geheugenkaartsleuf............................16, 18
14
Vergrendeling deksel batterijvak/
geheugenkaartsleuf............................16, 18
15
Microfoon (stereo)...................................69, 77
2
Camerabody
Onderdelen en functies camera
* In deze handleiding wordt de OLED-monitor soms aangeduid als “monitor”.
13
32
14567 8
121110
9
14 15
1
Oogje voor camerariem..............................6
2
Luidspreker
.........................................69
, 81, 95
3
OLED-monitor (monitor)*...............10, 24
4
Zoomknop........................................................27
f : Groothoek ......................................27
g : Tele......................................................27
h: Miniatuurweergave..................66
i : Zoomweergave...........................65
j : Help....................................................34
5
Flitserlampje....................................................50
6
b (e filmopname) knop......................77
7 c (weergave) knop.........................3, 4, 30
8
k (selectie toepassen)-knop..............3, 4
9
Multi-selector................................................3, 4
10
U (kaart) knop...............................................85
11
V (actie) knop ..................................................7
12
Statiefaansluiting
13 A (opnamestand) knop ........................24
14
d (menu) knop...........8, 57, 68, 80, 88
15
l (wissen) knop....................................31, 81
3
Camerabody
Onderdelen en functies camera
Basisfuncties van de bedieningsknoppen
Voor opname
Bedieningsknop Hoofdfunctie A
A (opnamestand) knop
Wijzig de opnamestand (geeft het selectiescherm
voor de opnamestand).
24
Zoomknop
Naar g (i) (telezoomstand) bedienen om in te
zoomen en naar f (h) (groothoekstand) om uit te
zoomen.
27
Multi-selector
Terwijl het opnamescherm wordt weergegeven:
Geef het instelscherm voor m (flitsstand) weer
door (H) omhoog te drukken, voor
n (zelfontspanner) door (J) naar links te drukken,
voor p (macrostand) door (I) omlaag te drukken
en voor creatieve schuifbalk of
o (belichtingscorrectie) door (K) naar rechts te
drukken.
Terwijl het instelscherm wordt weergegeven:
Selecteer een item door H, I, J of K te
gebruiken; pas de selectie toe door op de k knop
te drukken.
49
8
d (menu) knop
Menu weergeven en verbergen. 8
Ontspanknop
Half ingedrukt (d.w.z. stoppen met indrukken zodra u
weerstand voelt): Stel scherpstelling en belichting in.
Volledig ingedrukt (d.w.z. de knop volledig induwen):
Druk de ontspanknop in.
28
b (e filmopname) knop
Filmopname starten en stoppen. 77
Weergaveknop
Foto’s weergeven. 30
4
Camerabody
Onderdelen en functies camera
Voor weergave
Wissen-knop
De laatst opgeslagen foto wissen. 31
U (kaart) knop
Huidige locatie op een kaart weergeven. 85
V (actie) knop
Functie uitvoeren wanneer de camera wordt
geschud.
7
Bedieningsknop Hoofdfunctie A
Weergaveknop
Als de camera uit staat, moet u deze knop
ingedrukt houden om de camera in de
weergavestand te zetten.
Wijzig de afspeelmodus (geef het selectiescherm
voor de afspeelmodus weer).
21
67
Zoomknop
Het beeld vergroten als de knop naar
g
(
i
)
bediend wordt en miniatuur- of kalenderweergave
als de knop naar
f
(
h
) bediend wordt.
Volume voor spraakmemo’s en afspelen van films
instellen.
65, 66
69, 81
Multi-selector
Terwijl het weergavescherm wordt weergegeven:
Wijzig het weergegeven beeld door omhoog (H),
omlaag (I), naar links (J) en naar rechts (K) te
drukken.
Terwijl het instelscherm wordt weergegeven:
Selecteer een item met H, I, J of K.
Terwijl de vergrote foto wordt weergegeven:
De weergavepositie verplaatsen.
30
8
65
Selectie toepassen-knop
Afzonderlijke beelden van een reeks in
schermvullende weergave tonen.
Afbeelding gemaakt met eenvoudig panorama
verder schuiven.
Films afspelen.
Effecten op afbeeldingen toepassen met snelle
effecten.
Overschakelen van miniatuurweergave of
ingezoomde weergave naar schermvullende
weergave.
Bij weergave van het instelscherm, de selectie
toepassen.
30
40
81
48
65, 66
8
Bedieningsknop Hoofdfunctie A
5
Camerabody
Onderdelen en functies camera
d (menu) knop
Menu weergeven en verbergen. 8
Wissen-knop
Foto’s verwijderen. 31
A (opnamestand) knop
Terug naar opnamestand.
Ontspanknop
b (e filmopname) knop
U (kaart) knop
Locatie van een foto op een kaart weergeven. 86
V (actie) knop
Functie uitvoeren wanneer de camera wordt
geschud.
7
Bedieningsknop Hoofdfunctie A
6
Camerabody
Onderdelen en functies camera
De camerariem voor buitengebruik bevestigen
Verwijder de riem voor buitengebruik, wanneer u de camera onder water gebruikt.
Gebruik van filteradapter en bevestigingsmethode
Gebruik de meegeleverde filteradapter UR-E25 om het in de handel verkrijgbare
φ 40,5 mm filter te bevestigen. De filteradapter wordt bijvoorbeeld gebruikt
wanneer het kleurfilter of polarisatiefilter voor opnames onder water wordt
bevestigd.
Bevestig de filteradapter met een koord aan de riem.
B Opmerking over de filteradapter
Het licht van de AF-hulpverlichting/filmverlichting (A1) wordt geblokkeerd wanneer de
filteradapter bevestigd is. Stel de AF-hulpverlichting (A95) en filmverlichting (A80) op Uit in als
de filteradapter wordt gebruikt.
7
Camerabody
Onderdelen en functies camera
De V (actie) knop (actiecontrole) gebruiken
Als de V (actie) knop wordt ingedrukt, kunt u de
functie uitvoeren door de camera te schudden.
Zoals weergegeven in de illustratie, gebruik uw pols en beweeg uw camera
eenmaal omhoog en omlaag of naar voor en naar achter om de functies uit te
voeren.
In het actiemenu kunt u de volgende opties selecteren door de camera op en neer
of van voor naar achteren te bewegen.
Druk op de V (actie) knop om de functie te selecteren.
Opnamestand: U kunt de Eenvoudige autostand, Autostand, Strand,
Sneeuw, Landschap en Onder water stand selecteren.
Filmopname starten: Druk op de V (actie) knop om te beginnen met
opnemen. Druk nogmaals op de knop om het opnemen te stoppen.
Snelle weergave: Toon foto’s in schermvullende weergave.
Huidige stand: toon de huidige locatie op een kaart (alleen wanneer GPS-
geg. opnemen in GPS-opties van het GPS-opties menu (A88) is ingesteld
op Aan en de positie-informatie is verkregen).
Als Weergave actiecontrole in het setup-menu (A94) is ingesteld op Aan,
kunt u de camera op en neer schudden om de volgende foto weer te geven of
van voor naar achteren schudden om de vorige foto weer te geven in
schermvullende weergave.
B Opmerkingen over actiecontrole
Zorg bij het gebruik van de actiecontrole dat de camera stevig vastgehouden wordt door uw
hand door de camerariem te steken.
Bij de actiecontrole kan alleen de
V
(actie) knop, de ontspanknop en de hoofdschakelaar gebruikt
worden.
Afhankelijk van hoe de camera wordt bewogen, is het mogelijk dat actiecontrole niet altijd correct
werkt. Wijzig de gevoeligheid actiecontrole (
A
95).
Bevest.
Eenvoudige autostand
Actiemenu
8
Onderdelen en functies camera
Basismenufuncties
Zodra het menu geopend is, kunnen diverse instellingen gewijzigd worden.
1 Druk op de d knop.
Het menu dat overeenkomt met de status van de camera, zoals de opnamestand of
weergavestand, wordt weergegeven.
2 Gebruik de multi-selector om een menu-
item te selecteren.
H of I: Selecteer een bovenstaand of
onderstaand item.
J of K: Selecteer een item aan de linker- of
rechterzijde, of wissel tussen menuniveaus.
k: Een selectie toepassen. Door op K te drukken kan ook een selectie worden
toegepast.
Zie “Wisselen tussen menupictogrammen” (A9) voor meer informatie.
3 Druk na het voltooien van de instellingen op de d knop of de
ontspanknop.
Druk op de ontspanknop om het opnamescherm weer te geven.
Sneleecten
Autofocus-stand
AF-veldstand
ISO-waarde
Continu
Witbalans
Beeldmodus
970
970
970
15
15m
1010hPa
101 0hPa
1010hPa
29m 0s
29m 0s
29m 0s
15m
Selectie
toepassen
9
Basismenufuncties
Onderdelen en functies camera
Wisselen tussen menupictogrammen
Gebruik de multi-selector om naar een ander menupictogram te wisselen voor het
weergeven van een ander menu, zoals het setup-menu (A94).
Type menupictogrammen
Voor opname Voor weergave
A menupictogram:
Weergave van beschikbare instellingen in
huidige opnamestand (A25). Afhankelijk
van de huidige opnamestand worden
verschillende menupictogrammen
weergegeven.
D menupictogram:
Weergave van de instellingen voor
filmopname.
c menupictogram:
Toont de beschikbare instellingen voor de
weergavestand.
z menupictogram:
Toont de items van het GPS-opties menu (A88).
z menupictogram:
Toont het setup-menu waar u algemene instellingen kunt wijzigen.
Sneleecten
Autofocus-stand
AF-veldstand
ISO-waarde
Continu
Witbalans
Beeldmodus
Bewegingsdetectie
Vibratiereductie
Datumstempel
Monitorinstellingen
Tijdzone en datum
Welkomstscherm
Autofocus-stand
AF-veldstand
ISO-waarde
Continu
Witbalans
Beeldmodus
Opnamemenu
Druk op J om naar de
menusymbolen te gaan.
Druk op H of I om het
menupictogram te selecteren
en druk op de k knop of K
om de selectie toe te passen.
Menusymbolen
Autofocus-stand
AF-veldstand
ISO-waarde
Continu
Witbalans
Beeldmodus
Sneleecten
Opnamemenu
Diashow
Afdrukopdracht
Gegevens afdrukken
Glamour-retouchering
D-Lighting
Snel retoucheren
Beveiligen
Weergavemenu
10
Onderdelen en functies camera
Monitorscherm
De informatie op de monitor tijdens opnamen en afspelen verandert, afhankelijk
van de instellingen en de status van de camera. In de standaardinstelling wordt de
informatie weergegeven als de camera wordt ingeschakeld en als u de camera
bedient, en wordt na twee seconden uitgeschakeld (als Foto-informatie in
Monitorinstellingen (A94) is ingesteld op Automatische info).
Voor opname
45
1/250
999
999
F3.9
F3.9
F3.9
29m 0s
29m 0s
29m 0s
1/250
99
99 9
999
9999
99 9 9
9999
32
24
30 29 28 27
31
33
34
35
36
2526
3
2
186
7
22
19
20
12 13
21
44
38
40
39
42
37
16
14
9
15
10
11
17
18
41
23
43
1010hPa
1010hPa
1010hPa
15m
15m
15m
29m 0s
29m 0s
29m 0s
970
970
970
1010hPa
1010hPa
1010hPa
15m
15m
15m
40
10
0
-10
30
20
48
46
45
47
11
Monitorscherm
Onderdelen en functies camera
1
Opnamestand.........................................24, 25
2
Macro-stand.....................................................53
3
Zoomaanduiding..................................27, 53
4
Scherpstelaanduiding................................28
5
AE/AF-L-aanduiding....................................42
6
Snelle effecten................................................48
7
Flitsstand............................................................50
8
Aanduiding batterijniveau......................20
9
Pictogram vibratiereductie.....................95
10
Aanduiding Wi-Fi communicatie........96
11
Aanduiding Eye-Fi communicatie
.................................................................96, E84
12
GPS-ontvangst................................................84
13
Logweergave (GPS).....................................89
14
Pictogram bewegingsdetectie.............95
15
Windruisreductie...........................................80
16
Aanduiding “datum niet
ingesteld”...................................................23, 94
17
Aanduiding reisbestemming................94
18
Datumstempel ...............................................94
19
Filmopties (films op normale
snelheid).............................................................80
20
Filmopties (HS-films)...................................80
21
Filmduur............................................77, E46
22
Beeldkwaliteit/-formaat....................58, 59
23
Eenvoudig panorama ................................40
24
Aantal resterende opnamen
(foto’s).................................................20, E30
25
Aanduiding intern geheugen...............20
26
Diafragmawaarde........................................ 29
27
Scherpstelveld (voor handmatig,
centrum).....................................................29, 58
28
Scherpstelveld (voor automatisch)... 58
29
Scherpstelveld (voor gezichtsdetectie,
huisdierdetectie) ...........................41, 58, 62
30
Scherpstelveld (voor onderwerp
volgen)................................................................ 58
31
Sluitertijd........................................................... 29
32
ISO-waarde....................................................... 58
33
Belichtingscorrectiewaarde................... 54
34
Waarde atmosferische druk................... 87
35
Hoogte/waterdiepte.................................. 87
36
Logweergave (hoogte/waterdiepte)
................................................................................. 87
37
Huid verzachten ........................................... 59
38
Witbalans .......................................................... 58
39
Pictogram knipperdetectie.................... 59
40
Tegenlicht (HDR).......................................... 39
41
Continu-opnamestand............................. 58
42
Uit de hand/Statief...............................36, 37
43
Glimlachtimer................................................. 59
Dierenportret automatisch
ontspannen..................................................... 41
44
Zelfontspanner.............................................. 52
45
Hoogtemeter/dieptemeter................... 87
46
Kompasweergave (richtingsmeter)
................................................................................. 90
47
Kompasmeter (kompas).......................... 90
48
Locatieinformatie (POI-informatie)... 89
12
Monitorscherm
Onderdelen en functies camera
Voor weergave
999/999999/999
9999.JPG9999.JPG
27
15/05/201315/05/2013
9999.JPG
12:0012:0012:00
999/999
15/05/2013
1m 0s1m 0s
9999/999999 9 9 / 99 9 9
999/99999 9 / 9 99
9999/9999
999/999
1m 0s1m 0s1m 0s
1m 0s
21
22
23
26
30
17
12
4
12
14
15
13
6
8
9
7
5
b
a
3
16
24
25
28
19
18
20
10 11
29
1010hPa1010hPa1010hPa
15m15m15m
1
Opnamedatum.............................................. 22
2
Opnametijdstip............................................. 22
3
Aanduiding spraakmemo....................... 69
4
Albumpictogram in stand favoriete
beelden.............................................................. 67
Categoriepictogram in stand
automatisch sorteren................................ 67
Stand sorteer op datum........................... 67
5
Aanduiding batterijniveau ..................... 20
6
Pictogram beveiliging............................... 69
7
Aanduiding Eye-Fi communicatie
.................................................................96, E84
8
Aanduiding opgenomen
GPS-informatie............................................... 84
9
Kompasmeter (kompas).......................... 90
10
Kleine afbeelding.........................69, E18
11
Uitsnede.............................................65, E19
12
Pictogram afdrukopdracht..................... 69
13
Beeldkwaliteit/-formaat ....................58, 59
14
Filmopties......................................................... 80
15
Aanduiding eenvoudig panorama... 40
16
(a) Nummer huidige foto/ totaal
aantal fotos............................................... 30
(b) Filmduur..................................................... 81
17
Aanduiding intern geheugen ..............30
18
Sjabloon weergave eenvoudig
panorama.................................................... E4
Gids reeksweergave............................E11
Gids filmweergave.......................................81
19
Snelle effecten ............................................... 30
20
Volumeaanduiding............................. 69, 81
21
Locatieinformatie
(POI-informatie).............................................89
22
Atmosferische druk.....................................87
23
Hoogte/waterdiepte..................................87
24
D-Lighting pictogram ...............................69
25
Pictogram snel retoucheren..................69
26
Pictogram snelle effecten.......................48
27
Pictogram glamour retoucheren....... 69
28
Reeksweergave (als Individuele
foto's is ingesteld)...................................... 69
29
Aanduiding 3D-beeld................................42
30
Bestandsnummer en -type............E94
13
14
De beginselen van opname en weergave
De beginselen van opname en weergave
Voorbereiding 1 De batterij opladen
1 Sluit het netsnoer aan in de hieronder aangeduide volgorde.
2 Plaats de meegeleverde batterij
(oplaadbare Li-ionbatterij EN-EL12 in de
batterijlader door de batterij naar voren
te schuiven (
1
) en vervolgens naar
onder te drukken totdat deze
vastklikt (
2
).
Het oplaadlampje (CHARGE) gaat knipperen
zodra het opladen start.
Een volledige lege batterij wordt opgeladen in
ca. 2 uur en 30 minuten.
Als het opladen is voltooid, stopt het
oplaadlampje (CHARGE) met knipperen.
Zie “Betekenis van het CHARGE-lampje” (A15).
3 Als het opladen is voltooid, dient de batterij verwijderd te worden en
de lader vervolgens losgekoppeld te worden.
oplaadlampje (CHARGE)
15
Voorbereiding 1 De batterij opladen
De beginselen van opname en weergave
Betekenis van het CHARGE-lampje
B Opmerkingen over de batterijlader
Lees, voordat u de batterijlader in gebruik neemt, de waarschuwingen onder “Voor uw veiligheid”
(Avi) van deze handleiding en neem deze waarschuwingen in acht.
Lees, voordat u de batterij gaat gebruiken, de waarschuwingen over “Batterijlader” (F5) en neem
deze in acht.
B Opmerkingen over de batterij
Lees, voordat u de batterij gaat gebruiken, de waarschuwingen over “Voor uw veiligheid” (Avi)
en neem deze in acht.
Lees, voordat u de batterij gaat gebruiken, de waarschuwingen over “De batterij” (F4) en neem
deze in acht.
C Lichtnetadapter
Als de lichtnetadaper EH-62F (afzonderlijk verkrijgbaar) (E96) wordt gebruikt, wordt de camera
gevoed via het lichtnet en is het mogelijk om foto’s te maken en te bekijken.
Gebruik NOOIT een andere lichtnetadapter dan de EH-62F. Als u deze waarschuwing negeert, kan
dit leiden tot oververhitting van of schade aan de camera.
Status Beschrijving
Knippert De batterij wordt opgeladen.
Aan De batterij is volledig opgeladen.
Knippert snel
De batterij is niet goed geplaatst. Trek de batterijlader uit
het stopcontact, verwijder de batterij en plaats de batterij
zodanig terug in de batterijlader dat deze volledig vlak ligt.
De omgevingstemperatuur is niet geschikt voor opladen.
Laad de batterij binnen op bij een omgevingstemperatuur
tussen 5 en 35 °C.
Er is een storing met betrekking tot de batterij. Trek de
batterijlader onmiddellijk uit het stopcontact en stop met
laden. Breng de batterij en batterijlader naar uw dealer of
naar een Nikon erkende servicedienst.
16
De beginselen van opname en weergave
Voorbereiding 2 De batterij plaatsen
1 Druk op de ontgrendeling van het
deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf (1) en draai de
vergrendeling van het deksel van het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf (2)
om het deksel (3) te openen.
2 Plaats de batterij.
Duw met de batterij de oranje
batterijvergrendeling in de
aangegeven richting (1) en
duw de batterij (2) volledig in
de camera.
Als de batterij correct is
geplaatst, dan wordt de batterij
door de batterijvergrendeling
op zijn plaats gehouden.
B De batterij correct plaatsen
Als u probeert de batterij ondersteboven of achterstevoren te plaatsen, kan dit
schade aan de camera veroorzaken. Controleer of de batterij correct is geplaatst.
3 Druk op het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf (1) en draai de
vergrendeling van het deksel van het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf tot
het deksel vergrendeld is.(2).
Draai de vergrendeling van het deksel van het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf tot deze
vastklikt.
B Opmerking over Deksel sluiten zonder dat de riem of het koord vast komt
te zitten
Als de riem of het koord van de filteradapter vast komt te zitten in het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf wanneer dit gesloten wordt, dan kan het deksel beschadigd raken. Zorg voor
het sluiten van het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf dat de riem of het koord niet klem komt
te zitten in het deksel.
Batterijvergrendeling
17
Voorbereiding 2 De batterij plaatsen
De beginselen van opname en weergave
De batterij verwijderen
Voordat u het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf
opent, zet u de camera uit (A21) en controleert u of
het camera-aan-lampje en de monitor uit zijn ().
U verwijdert de batterij door het deksel van het
batterijvak/de kaartsleuf te openen en de oranje
batterijvergrendeling in de aangegeven richting te
schuiven (1). Verwijder de batterij vervolgens
recht (2).
B Waarschuwing voor hoge temperaturen
De camera, batterij en geheugenkaart kunnen heet zijn direct na gebruik van de camera.
Ga voorzichtig te werk bij het verwijderen van de batterij of geheugenkaart.
B Deksel batterijvak/kaartsleuf openen/sluiten
Open en sluit het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf niet in een zanderige of stoffige omgeving
of met natte handen. Als het deksel wordt gesloten zonder vreemde deeltjes te verwijderen kan
water in de camera terechtkomen of kan de camera beschadigd raken.
Als vreemde deeltjes in het deksel of de camera terechtkomen, verwijder deze dan onmiddellijk
met behulp van een blaasbalgje of een borstel.
Als vloeistof zoals water in het deksel of de camera terechtkomt, verwijder dit dan onmiddellijk
met behulp van een zachte, droge doek.
18
De beginselen van opname en weergave
Voorbereiding 3 Een geheugenkaart plaatsen
1 Controleer of het camera-aan-lampje en de
monitor uit zijn en open het deksel van het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf.
Zorg ervoor dat de camera is uitgeschakeld voordat
het deksel wordt geopend.
2 Plaats de geheugenkaart.
Schuif de geheugenkaart in de sleuf
tot deze op zijn plaats klikt.
B De geheugenkaart correct
plaatsen
Als u de geheugenkaart
ondersteboven of achterstevoren
plaatst, kan dit de camera of de kaart
beschadigen.
Controleer of de
geheugenkaart correct is geplaatst.
3
Sluit het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf.
B
Opmerking over Deksel sluiten zonder dat de riem of het koord vast komt te
zitten
Als de riem of het koord van de filteradapter vast komt te zitten in het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf wanneer dit gesloten wordt, dan kan het deksel beschadigd raken. Zorg voor
het sluiten van het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf dat de riem of het koord niet klem komt
te zitten in het deksel.
B Een geheugenkaart formatteren
Wanneer u een geheugenkaart die in een ander apparaat is gebruikt voor het eerst in deze camera
plaatst, moet u deze kaart voor gebruik in combinatie met deze camera formatteren.
Alle gegevens die opgeslagen zijn op de geheugenkaart worden permanent gewist als
de kaart geformatteerd wordt. Maak daarom kopieën van de gegevens die u wilt bewaren,
voordat u de geheugenkaart gaat formatteren.
Plaats de geheugenkaart in de camera, druk op de d knop en kies Geheugenkaart form. uit
het setup-menu (A94) om de kaart te formatteren.
B Opmerking over geheugenkaarten
Zie de documentatie bij de geheugenkaart en “De geheugenkaarten” (F6) in “Verzorgen van de
producten.
Geheugenkaartsleuf
19
Voorbereiding 3 Een geheugenkaart plaatsen
De beginselen van opname en weergave
Een geheugenkaart verwijderen
Voordat u het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf opent, zet u de camera uit en
controleert u of het camera-aan-lampje en de
monitor uit zijn.
Duw de geheugenkaart voorzichtig met uw vinger
(1) naar binnen om deze gedeeltelijk naar buiten
te laten komen en trek de kaart vervolgens recht uit
de camera (2).
B Waarschuwing voor hoge temperaturen
De camera, batterij en geheugenkaart kunnen heet zijn direct na gebruik van de camera. Ga
voorzichtig te werk bij het verwijderen van de batterij of geheugenkaart.
Intern geheugen en geheugenkaarten
De gegevens op de camera, inclusief foto’s en films, kunnen opgeslagen worden
in het interne geheugen van de camera (ong. 21 MB) of op een geheugenkaart.
Verwijder eerst de geheugenkaart om het interne geheugen te gebruiken voor
opnames en weergave.
Goedgekeurde geheugenkaarten
De volgende Secure Digital (SD) geheugenkaarten zijn getest en goedgekeurd
voor gebruik in deze camera.
Wanneer een film wordt opgenomen op een geheugenkaart, wordt een
geheugenkaart aanbevolen met een SD snelheidsklasse van “Class 6” of hoger.
Wanneer de overdrachtsnelheid van de kaart te langzaam is, kan de
filmopname plotseling worden onderbroken.
1 Controleer voordat u een kaartlezer of een vergelijkbaar apparaat gebruikt of deze/dit
geschikt is voor 2 GB kaarten.
2 SDHC-compatibel. Voordat u een kaartlezer of vergelijkbaar apparaat gebruikt,
controleer of dat geschikt is voor SDHC.
3 SDXC-compatibel. Voordat u een kaartlezer of vergelijkbaar apparaat gebruikt,
controleer of dat geschikt is voor SDXC.
Neem contact op met de fabrikant voor meer informatie over
bovenvermelde kaarten.
SD-geheugenkaarten SDHCgeheugenkaarten
2
SDXCgeheugenkaarten
3
SanDisk 2 GB
1
4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB 64 GB, 128 GB
TOSHIBA 2 GB
1
4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB 64 GB
Panasonic 2 GB
1
4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB 64 GB
Lexar - 4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB 64 GB, 128 GB
20
De beginselen van opname en weergave
Stap 1 De camera aanzetten
1 Druk op de hoofdschakelaar
om de camera aan te zetten.
Als u de camera voor het eerst
aanzet, zie “Taal, datum en tijd
instellen” (A22).
De monitor wordt ingeschakeld.
2 Controleer het batterijniveau en het aantal resterende opnamen.
Batterijniveau
Aantal resterende opnamen
Het aantal resterende opnamen wordt weergegeven.
Als geen geheugenkaart is geplaatst, wordt C weergegeven en worden foto’s in het
interne geheugen (ong. 21 MB) opgeslagen.
Het aantal foto’s dat kan worden opgeslagen is afhankelijk van de capaciteit van het
interne geheugen of de geheugenkaart, de beeldkwaliteit en het beeldformaat
(beeldkwaliteit/-formaat) (A58).
Het aantal resterende opnamen dat op de afbeelding te zien, verschilt van het
werkelijke aantal.
Weergave Beschrijving
b Batterijniveau hoog.
B
Batterijniveau laag. U moet de batterij binnenkort vervangen of
opladen.
N
Batterij is leeg.
Kan geen fotos maken. Laad de batterij op of vervang deze.
29m 0s
29m 0s
29m 0s
970
970
970
1010hPa
1010hPa
1010hPa
15m
15m
15m
Aanduiding batterijniveau
Resterend aantal opnames
21
Stap 1 De camera aanzetten
De beginselen van opname en weergave
De camera aan- en uitzetten
Als de camera wordt aangezet, brandt het camera-aan-lampje (groen) en wordt
de monitor aangezet (het camera-aan-lampje gaat uit als de monitor wordt
aangezet).
U zet de camera uit door op de hoofdschakelaar te drukken. Zowel de monitor
als het camera-aan-lampje worden uitgeschakeld.
Houd de c (weergave) knop ingedrukt om de camera in de weergavestand te
zetten.
Als GPS-geg. opnemen onder GPS-opties in het menu voor GPS-opties is
ingesteld op Aan of tijdens het opnemen van logs, dan blijven de GPS-functies
en log opnemen werken (ook al is de camera uitgezet (A83).
C Energiespaarstand (Automatisch uit)
Als de camera een tijdje niet wordt bediend, gaat de monitor uit, gaat de camera naar de stand-
bystand en gaat het camera-aan-lampje knipperen. Als de camera hierna nog 3 minuten lang niet
bediend wordt, schakelt de camera zichzelf uit.
Terwijl de camera in de standby-stand staat, gaat de monitor opnieuw aan wanneer een van de
volgende knoppen wordt ingedrukt.
Hoofdschakelaar, ontspanknop, A (opnamestand) knop, c (weergave) knop of
b (e filmopname) knop
De tijdsduur waarna de camera zichzelf in de stand-bystand zet, kan worden gewijzigd via de
instelling Automatisch uit in het setup-menu (A94).
De camera wordt standaard in de stand-bystand gezet na ongeveer 1 minuut als u de opname- of
weergavestand gebruikt.
Als u de lichtnetadapter EH-62F (apart verkrijgbaar) gebruikt, wordt de camera na 30 minuten in
de stand-bystand gezet. Deze instelling kan niet gewijzigd worden.
C Opmerking over leegraken van de batterij
De batterij raakt eerder leeg dan normaal wanneer de camera bezig is met loggegevens opslaan
(A89) of gebruik maakt van een Wi-Fi-aansluiting (A91).
22
Stap 1 De camera aanzetten
De beginselen van opname en weergave
Taal, datum en tijd instellen
De eerste keer dat u de camera aanzet, worden een menu voor taalselectie en het
menu Datum weergegeven.
1 Druk op H of I op de multi-
selector om de gewenste taal te
kiezen en druk vervolgens op de
k knop.
2 Druk op H of Iom Ja te kiezen en druk op de
k knop.
3 Druk op J of K om uw eigen
tijdzone te kiezen en druk
vervolgens op de k knop.
In regio’s waar de zomertijd van
toepassing is, drukt u op H om de
zomertijdfunctie te activeren. W wordt
weergegeven. Om de zomertijdfunctie
te deactiveren, drukt u op I.
4 Druk op H of I om de datumweergave te
selecteren en druk op de k knop of K.
Annuleren
Taal/Language
Français
Indonesia
Italiano
Magyar
Nederlands
Norsk
Annuleren
tijd instellen?
Tijdzone kiezen en datum en
Tijdzone en datum
Nee
Ja
Ter ug
London, Casablanca
Dag/maand/jaar
Maand/dag/jaar
Jaar/maand/dag
Datumnotatie
23
Stap 1 De camera aanzetten
De beginselen van opname en weergave
5 Druk op H, I, J of K om de datum en tijd in
te stellen en druk vervolgens op de k knop.
Kies een item: Druk op K of J (te selecteren in de
volgende volgorde: D (dag) M (maand) J (jaar)
uur minuut).
Stel de inhoud in: Druk op H of I.
Instellingen bevestigen: Selecteer het veld minuut en
druk op de k knop of K.
6 Druk op H of I om Ja te kiezen en druk op
de k knop.
Na voltooien van de instelling wordt het
opnamescherm weergegeven.
C De klokbatterij
De klok van de camera wordt van stroom voorzien door een back-up batterij.
De back-up batterij is opgeladen na ongeveer 10 uur laden als de hoofdbatterij in de camera is
geplaatst of als de camera op een optionele lichtnetadapter is aangesloten. De back-up batterij kan
gedurende enkele dagen de klok voeden.
Als de back-up batterij van de accu leeg raakt, wordt het instelscherm voor de datum en tijd
weergegeven als de camera wordt ingeschakeld. Stel de datum en tijd opnieuw in. Zie stap 2 in
“Taal, datum en tijd instellen” (A22) voor meer informatie.
C De taalinstelling en de datum- en tijdinstelling wijzigen
U kunt deze instellingen wijzigen met de instellingen van Taal/Language en Tijdzone en
datum in het z setup-menu (A94).
In de Tijdzone instelling van Tijdzone en datum in het z setup-menu, als de zomertijd-optie is
geactiveerd, wordt de klok 1 uur vooruitgezet, en als deze gedeactiveerd is, één uur teruggezet.
Als u het scherm verlaat zonder de datum en tijd op te slaan, knippert O als het opnamescherm
wordt getoond. Gebruik de instelling Tijdzone en datum in het setup-menu om de datum en
tijd in te stellen.
C De opnamedatum afdrukken op foto’s
Stel de datum en tijd in voor de opname.
U kunt de opnamedatum afdrukken op foto’s door Datumstempel in het setup-menu in te
stellen.
Als u de opnamedatum wilt afdrukken zonder de instelling Datumstempel te gebruiken, kunt u
de foto’s afdrukken met behulp van de meegeleverde ViewNX 2 software (A73).
0515
15
10
Bewerk.
DM
2013
J
Datum en tijd
15:10
15/05/2013
Nee
Ja
OK?
Datum en tijd
24
De beginselen van opname en weergave
Stap 2 Een opnamestand selecteren
1 Druk op de A knop.
Het menu met opnamestanden
waarmee u de gewenste opnamestand
kunt selecteren, wordt weergegeven.
2 Druk op de multi-selector H
of I om een opnamestand te
selecteren.
In dit voorbeeld wordt
G (Eenvoudige auto) stand
gebruikt. Selecteer G Eenvoudige
autostand.
3 Druk op de k knop.
De camera schakelt over naar de G (eenvoudige auto) stand. Het pictogram
verandert in U, e, f, g, h, j, a of i op basis van het onderwerp en
de compositie.
Zie “Monitorscherm” (A10) voor meer informatie.
De geselecteerde opnamestand wordt opgeslagen, ook als de camera wordt
uitgeschakeld.
Multi-selector
Eenvoudige autostand
29m 0s
29m 0s
29m 0s
970
970
970
1010hPa
1010hPa
1010hPa
15m
15m
15m
Pictogram
opnamestand
25
Stap 2 Een opnamestand selecteren
De beginselen van opname en weergave
Beschikbare opnamestanden
C De instellingen wijzigen tijdens opname
Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector A49
Functies die ingesteld kunnen worden met de d (menu) knop
-Opnamemenu A57
- Setup-menu A94
C Actiecontrole
Als u drukt op de V (actie) knop, kan de opnamestand worden gewisseld met behulp van de
actiecontrole (A7).
Optie Beschrijving A
G
Eenvoudige
autostand
Zodra u een foto kadreert, kiest de camera automatisch de
meest optimale scènestand en kunt u op eenvoudige
wijze fotograferen.
33
b
Onderwerp
De camera-instellingen worden automatisch
geoptimaliseerd voor de geselecteerde scène.
Om een onderwerp te selecteren moet eerst het menu
met opnamestanden worden weergegeven en
vervolgens de multi-selector K worden ingedrukt.
Selecteer het gewenste onderwerp door op H, I,
J of K te drukken en vervolgens op de k knop te
drukken.
34
D
Speciale effecten
Er kunnen effecten op foto’s toegepast worden tijdens het
fotograferen.
Om een effect te selecteren drukt u op de multi-selector
K in de opnamestand, drukt u op H, I, J of K om
effecten te selecteren en drukt u op de k knop.
44
F
Slim portret
De camera detecteert glimlachend gezichten en laat
automatisch de sluiter ontspannen, zelfs als de
ontspanknop niet wordt ingedrukt (glimlachtimer). De
functie voor het verzachten van huidtinten zorgt ervoor
dat de gezichtshuid van mensen zachter wordt op de foto.
45
A
Autostand
De basisfuncties van de camera kunnen worden
uitgevoerd. Wijzig tevens de instellingen voor de opties in
het opnamemenu (A58) op basis van de
opnameomstandigheden en het type foto’s dat u wilt
maken.
47
26
De beginselen van opname en weergave
Stap 3 Het beeld kadreren
1 Houd de camera gereed.
Zorg dat uw vingers, haar, camerariem en andere zaken niet voor het objectief, flitser,
AF-hulpverlichting en microfoon komen.
Als u “staand” opnamen maakt, draait u de camera op zon manier dat de ingebouwde
flitser zich boven de lens bevindt.
2 Kadreer het beeld.
Richt de camera op een onderwerp.
Als de camera een onderwerpstand bepaalt, verander
het pictogram van de opnamestand (A24).
B Opmerkingen over G (eenvoudige auto) stand
Afhankelijk van de opnamecondities is het mogelijk dat de camera niet altijd de gewenste
onderwerpstand kiest. Selecteer in dat geval een andere opnamestand.
Zodra u de digitale zoom activeert, wordt het opname-onderwerp ingesteld op U.
C Een statief gebruiken
In de volgende situaties wordt aangeraden om een statief te gebruiken om trillingen van de
camera tegen te gaan.
- Bij fotograferen op een donkere plaats met de flitsstand (A50) ingesteld op W (uit) of in een
stand waarvan de flitser is gedeactiveerd
- Bij fotograferen in de telezoomstand
Als u een foto wilt maken met de camera op een statief, moet u Vibratiereductie instellen in het
setup-menu (A94) op Uit.
29m 0s
29m 0s
29m 0s
970
970
970
1010hPa
1010hPa
1010hPa
15m
15m
15m
27
Stap 3 Het beeld kadreren
De beginselen van opname en weergave
De zoom gebruiken
Bedien de zoomknop om optisch zoomen te
activeren.
Bedien de zoomknop naar
g (telezoomstand) om
in te zoomen en het onderwerp een groter deel
van het beeld vult.
Bedien de zoomknop naar f (groothoekstand)
om uit te zoomen, waardoor het zichtbare gebied
rondom het onderwerp groter wordt.
De hoeveelheid zoom verschijnt aan de bovenzijde
op het monitorscherm zodra de zoomknop wordt
bediend.
De zoomknop bedienen naar g bij de maximale
optische zoomfactor activeert de digitale zoom en
de digitale zoom kan tot 4× extra worden vergroot
bovenop de optische zoom.
C Digitale zoom en interpolatie
Als de digitale zoom wordt gebruikt, neemt de beeldkwaliteit af
wanneer de zoomfactor verder wordt verhoogd dan de V stand
op de zoombalk. De V stand gaat naar rechts naarmate het
beeldformaat (A58) kleiner wordt.
Door gebruik te maken van Digitale zoom in het setup-menu (A94) is het mogelijk de digitale
zoom zodanig in te stellen dat deze niet werkt.
Uitzoomen
Inzoomen
Optische
zoom
Digitale
zoom
28
De beginselen van opname en weergave
Stap 4 Scherpstellen en afdrukken
1 Druk de ontspanknop half in om het
scherpstelling aan te passen.
“Half indrukken” is de actie waarbij de
ontspanknop iets ingedrukt wordt totdat u
weerstand voelt en de knop vervolgens in
deze positie houdt.
Als het onderwerp is scherpgesteld, lichten het
scherpstelveld of de scherpstelaanduiding
(A10) groen op. Als het scherpstelveld of de
scherpstelaanduiding rood knippert, kan er
niet op het onderwerp worden scherpgesteld.
Druk de ontspanknop nogmaals half in.
Zie “Scherpstelling en belichting” (A29) voor
meer informatie.
2 Druk de ontspanknop helemaal in om een
foto te maken.
“Volledig indrukken” is de actie waarbij de ontspanknop
volledig ingedrukt wordt.
B Opmerking over foto’s maken en films opnemen
De aanduiding voor het aantal resterende foto’s of de aanduiding voor de maximale filmduur terwijl
er foto’s worden gemaakt of een film wordt opgenomen. Open het deksel van het batterijvak/de
kaartsleuf niet en verwijder de batterij of geheugenkaart niet terwijl er een aanduiding
knippert. Gebeurt dit wel, dan kunnen gegevens verloren gaan, of de camera of geheugenkaart
beschadigd raken.
C Opmerking over AF-hulpverlichting en flitser
Op donkere plaatsen zal de AF-hulpverlichting (A95) oplichten zodra de ontspanknop half wordt
ingedrukt of treedt de flitser (A50) in werking als de knop volledig ingedrukt wordt.
C Zorgen dat u geen foto mist
Als u denkt dat u een foto niet snel genoeg kunt maken, kunt u de ontspanknop volledig indrukken,
zonder deze eerst half in te drukken.
C Opmerking over functie snelle effecten
In de stand A (auto) kunt u onmiddellijk na ontspannen van de sluiter (A48) effecten toepassen
op foto’s.
1/250
1/250
1/250 F3.9
F3.9
F3.9
Scherpstelveld
29
Stap 4 Scherpstellen en afdrukken
De beginselen van opname en weergave
Scherpstelling en belichting
Zodra de ontspanknop half wordt ingedrukt, worden de scherpstelling en de
belichting (combinatie van sluitertijd en diafragmawaarde) ingesteld. De
scherpstel- en belichtingsinstellingen blijven geblokkeerd zolang u de
ontspanknop half ingedrukt houdt.
Als digitale zoom wordt toegepast, stelt de camera scherp op het onderwerp in
het midden van het beeld; het scherpstelveld wordt niet weergegeven. Zodra
dit gezicht scherp is, licht de scherpstelaanduiding groen op.
Het is mogelijk dat de camera niet kan scherpstellen op bepaalde onderwerpen.
Zie “Autofocus” (A64) voor meer informatie.
In de stand G (eenvoudige auto) worden de te gebruiken delen voor
scherpstellen gewijzigd afhankelijk van het opname-onderwerp dat
automatisch wordt bepaald door de camera.
- Als een gezicht wordt herkend:
Stelt scherp op het gezicht waarop een dubbel
kader (scherpstelveld) wordt weergegeven. Als de
camera klaar is met de scherpstelling op het
gezicht, dan licht dubbele rand groen op.
- Als er geen gezicht wordt herkend:
De camera kiest automatisch de velden (uit
9 scherpstelvelden) met het onderwerp dat zich het
dichtst bij de camera bevindt. Als het onderwerp is
scherpgesteld, lichten de scherpstelvelden waarop
is scherpgesteld groen op.
Als de camera een onderwerpstand bepaalt anders
dan het opnamestandpictogram
U of i, stelt de
camera scherp op het onderwerp in het midden van het beeld (A10).
De velden voor het aanpassen van de scherpstelling in de onderwerpstand
verschillen, afhankelijk van de geselecteerde onderwerpstand (A35).
In de stand speciale effecten wordt scherpgesteld op het onderwerp in het
midden van het beeld.
In de intelligente portretstand stelt de camera scherp op het gezicht waarop
een dubbel kader (scherpstelveld) wordt weergegeven.
In de stand auto kunnen de te gebruiken delen voor scherpstellen worden
ingesteld met AF-veldstand (A58) in het opnamemenu.
C Meer informatie
Zie “Scherpstellen op onderwerp” (A62) voor meer informatie.
1/250
1/250
1/250 F3.9
F3.9
F3.9
Sluitertijd
Diafragma-
waarde
1/250
1/250
1/250 F3.9
F3.9
F3.9
30
De beginselen van opname en weergave
Stap 5 Afbeeldingen weergeven
1 Druk op de c (weergave) knop.
Als u overschakelt naar de weergavestand,
wordt de laatst opgeslagen foto
weergegeven in de schermvullende
weergave.
2 Gebruik de multi-selector om de vorige of de
volgende foto te bekijken.
Vorige foto bekijken: H of J
Volgende foto bekijken: I of K
Verwijder de geheugenkaart om de foto’s weer te
geven die in het interne geheugen zijn opgeslagen.
C wordt tussen haakjes weergegeven voor “Nummer
huidige foto/totaal aantal foto’s” op het
weergavescherm.
Om terug te keren naar de opnamestand, drukt u op de
A knop, de ontspanknop of de b (e filmopname)
knop.
C Foto’s weergeven
Wanneer de stand van de camera wordt gewijzigd tijdens de weergave, dan worden de
weergegeven foto's automatisch gedraaid (wanneer Weergave actiecontrole (A95) is
ingesteld op Aan worden de weergegeven foto's niet automatisch gedraaid, ook al wordt de
stand van de camera gewijzigd).
Foto’s die in de portretstand ’staand’ zijn genomen, worden automatisch gedraaid.
Foto’s die zijn gemaakt met gezichtsdetectie (A62) of huisdierdetectie (A41), worden tijdens
schermvullende weergave automatisch gedraaid afhankelijk van de richting waarin het gezicht
kijkt.
De richting van een foto kan worden gewijzigd met
Beeld draaien
in het weergavemenu (
A
69).
Druk op de k knop om een reeks continu gemaakte foto’s als afzonderlijke beelden weer te
geven. Druk op H van de multi-selector om naar de oorspronkelijke weergave terug te keren
(zie E11 voor meer informatie over de reeksweergave).
Foto’s kunnen kort met een lage resolutie worden weergegeven direct nadat is gewisseld naar de
vorige resp. volgende foto.
C Opmerking over functie snelle effecten
Als e wordt weergegeven in de schermvullende weergave,
kunt u effecten toepassen op de foto’s. Als u drukt op de k knop,
wordt het keuzemenu snelle effecten weergegeven. De foto’s met
de effecten worden opgeslagen als een afzonderlijk bestand met
een andere naam.
Zie onder “Snelle effecten” (E15) voor meer informatie.
C Opmerking over actiecontrole
Als u drukt op de V (actie) knop, kunt u een foto selecteren door de camera in actiecontrole (A7)
te schudden.
4
132
132
132
15:30
15:30
15:30
4
1010hPa
1010hPa
1010hPa
15m
15m
15m
0004.JPG
0004.JPG
0004.JPG
15/05/2013
15/05/2013
15/05/2013
Nummer huidige foto/
totaal aantal foto’s
4 132132132
15:3015:3015:30
4
1010hPa1010hPa1010hPa
15m15m15m
0004.JPG0004.JPG0004.JPG
15/05/201315/05/201315/05/2013
31
De beginselen van opname en weergave
Stap 6 Ongewenste fotos wissen
1 Druk op l om de foto te wissen die
op de monitor wordt weergegeven.
2 Druk op de multi-selector H of I om de
gewenste wismethode te kiezen en druk
vervolgens op de k knop.
Huidig beeld: Alleen de huidige foto wordt gewist.
Als de hoofdfoto van een reeks geselecteerd is, worden
alle foto’s in de reeks gewist.
Wis gesel. beeld(en): Meerdere foto’s kunnen
geselecteerd en gewist worden. Zie “Het scherm Geselecteerde foto’s wissen
bedienen” (A32) voor meer informatie.
Alle beelden: Alle foto’s worden gewist.
Druk op de d knop het menu te verlaten zonder te wissen.
3 Druk op H of I om Ja te selecteren en druk
op de k knop.
Gewiste foto’s kunnen niet worden hersteld.
Druk op H of I om Nee te selecteren en druk op de
k knop om te annuleren.
B Opmerkingen over wissen
Gewiste foto’s kunnen niet worden hersteld. Zet belangrijke foto’s over naar de computer voordat
u foto’s wist.
Beveiligde foto’s (A69) kunnen niet worden gewist.
Als foto’s zijn gemaakt met continu-opname, dan wordt elke reeks foto’s als een groep
beschouwd (fotoreeks) en wordt alleen de eerste foto van de groep (hoofdfoto) weergegeven in
de standaardinstelling.
Als u op de l knop drukt tijdens de weergave van de hoofdfoto, dan kunnen alle foto’s in de reeks
van de hoofdfoto worden gewist.
Om elke foto in een reeks te wissen, drukt u eerst op de l knop om elke foto in de reeks
afzonderlijk weer te geven voordat u op de k knop drukt.
C Laatst gemaakte foto in opnamestand wissen
Druk in de opnamestand op de l knop om de laatst opgeslagen foto te wissen.
Alle beelden
Wis gesel. beeld(en)
Huidig beeld
Wissen
Nee
Ja
1 beeld wissen?
32
Stap 6 Ongewenste foto’s wissen
De beginselen van opname en weergave
Het scherm Geselecteerde foto’s wissen bedienen
1 Druk op J of K van de multi-selector om een
foto te selecteren die u wilt wissen en druk
vervolgens op H om
K weer te geven.
Om de selectie te annuleren, drukt u op I om K te
verwijderen.
Bedien de zoomknop (A27) naar g (i) om naar
schermvullende weergave te wisselen, of naar f (h)
om miniaturen weer te geven.
2 Voeg K aan alle foto’s toe die u wilt wissen en druk vervolgens op de
k knop om de selectie toe te passen.
Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven. Volg de aanwijzingen op de monitor.
C Bepaalde soorten foto’s selecteren om te wissen
In de stand favoriete beelden, de stand automatisch sorteren of de stand sorteer op datum kunt u
foto’s die zijn geregisteerd als favorieten, foto’s in een bepaalde categorie of foto’s gemaakt op een
specifieke datum voor wissen (A67) selecteren.
ON/OFF
Terug
Wis gesel. beeld(en)
33
Opnamefuncties
Opnamefuncties
G (eenvoudige auto) stand
Zodra u een foto kadreert, kiest de camera automatisch de meest optimale
onderwerpstand en kunt u op eenvoudige wijze fotograferen.
Als de camera op het onderwerp is gericht, wisselt de
camera automatisch naar de instelling die geschikt is
voor één van de volgende opname-onderwerpen.
1
Als de camera wisselt naar de onderwerpstand nachtlandschap of nachtportret, wordt één
foto genomen bij een lange sluitertijd.
2
De camera wisselt naar de stand onderwater wanneer deze onder water wordt gehouden.
Zodra u de digitale zoom activeert, wordt het opname-onderwerp ingesteld
op U.
Het scherpstelveld verandert afhankelijk van het onderwerp dat de camera
selecteert. De camera herkent en stelt scherp op gezichten (zie
“Gezichtsdetectie gebruiken” (A62) voor meer informatie).
Zie “Scherpstelling en belichting” (A29) voor meer informatie.
B Opmerking over Eenvoudige automatische stand
De gewenste onderwerpstand kan wellicht niet worden geselecteerd onder bepaalde
omstandigheden. Selecteer in dat geval een andere opnamestand.
B Opmerking over Nadat de camera uit het water is genomen
Nadat de camera uit het water is genomen, wisselt deze soms niet automatisch naar een ander
onderwerp vanuit de stand onderwater.
Veeg voorzichtig met uw hand de waterdruppels van de camera of verwijder deze met behulp van
een zachte, droge doek. Zie “Camera reinigen na gebruik onder water” (Axiii) voor meer informatie
over behandeling van de camera.
Instellingen G (eenvoudige automatische) stand wijzigen
Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector A49
Functies die ingesteld kunnen worden met de d (menu) knop
- Beeldmodus A58
- Setup-menu A94
Geef het opnamescherm weer M A (opnamestand) knop M G (eenvoudige auto)
stand (A24, 25)
e: Portret i: Close-up
f: Landschap j: Tegenlicht
h: Nachtportret
1
a: Onder water
2
g: Nachtlandschap
1
U: Andere onderwerpen
29m 0s
29m 0s
29m 0s
970
970
970
1010hPa
1010hPa
1010hPa
15m
15m
15m
34
Opnamefuncties
Onderwerpstand (Aangepast op onderwerp fotograferen)
Als een van de volgende onderwerpen is geselecteerd, worden foto’s gemaakt
met instellingen die optimaal zijn voor het geselecteerde onderwerp.
* Het symbool voor de als laatste geselecteerde onderwerpstand wordt weergegeven.
De standaardinstelling is b (portret).
Een beschrijving (helpinformatie) van elk onderwerp
bekijken
Kies het gewenste onderwerp in het onderwerpmenu en bedien de zoomknop
(A2) naar g (j) om de beschrijving van dat onderwerp weer te geven. Om
terug te keren naar het vorige scherm, bedient u de zoomknop nogmaals
naar g (j).
C Meer informatie
Zie “Basismenufuncties” (A8) voor meer informatie.
Instellingen onderwerpstand wijzigen
Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector A49
Functies die ingesteld kunnen worden met de d (menu) knop
- Beeldmodus A58
- Setup-menu A94
Geef het opnamescherm weer M A (opnamestand) knop M b (tweede pictogram
vanaf boven*) M K M selecteer een onderwerp (A24, 25)
b Portret (A35) k Close-up (A38)
c Landschap (A35) u Voedsel (A38)
d Sport (A35) l Museum (A38)
e Nachtportret (A36) m Vuurwerk (A39)
f Party/binnen (A36) n Zwart-wit-kopie (A39)
Z Strand (A37) o Tegenlicht (A39)
z Sneeuw (A37) p Eenvoudig panorama (A40)
h Zonsondergang (A37) O Dierenportret (A41)
i Schemering (A37) s 3D-fotografie (A42)
j Nachtlandschap (A37) C Onder water (A43)
35
Onderwerpstand (Aangepast op onderwerp fotograferen)
Opnamefuncties
Eigenschappen van elk onderwerp
Aanbevolen wordt om een statief te gebruiken in onderwerpstanden waarbij
O wordt weergegeven vanwege een langzame sluitertijd.
Stel Vibratiereductie in het setup-menu (A94) in op Uit wanneer gebruik
wordt gemaakt van een statief om de camera te stabiliseren.
b Portret
De camera herkent gezichten en stelt scherp op een gezicht (A62).
De functie voor het verzachten van huidtinten zorgt ervoor dat de huid van het
onderwerp zachter wordt (A46).
Als de camera geen gezicht herkent, wordt scherpgesteld op het onderwerp in het
midden van het beeld.
Digitale zoom is niet beschikbaar.
c Landschap
Als de ontspanknop half wordt ingedrukt, stelt de camera de scherpstelling in op
oneindig. Het scherpstelveld of de scherpstelaanduiding (A10) licht altijd groen op.
d Sport
De camera stelt scherp op het middenveld van het beeld.
Als u de ontspanknop volledig ingedrukt blijft houden, worden tot ongeveer 6 foto’s
gemaakt bij een snelheid van ongeveer 8 beelden per seconde (bps) (wanneer
beeldkwaliteit/-formaat is ingesteld op P 4608×3456).
De camera stelt scherp op het onderwerp zelfs als de ontspanknop niet half ingedrukt is.
U kunt het geluid van het scherpstellen van de camera horen.
Bij alle foto’s uit de reeks wordt de scherpstelling, belichting en kleurinstelling
aangehouden die de camera voor de eerste foto uit de reeks heeft ingesteld.
Het aantal beelden per seconde bij continu-opnamen kan laag zijn, afhankelijk van de
instelling voor beeldkwaliteit/-formaat, de gebruikte geheugenkaart of opnamecondities.
36
Onderwerpstand (Aangepast op onderwerp fotograferen)
Opnamefuncties
e Nachtportret
Selecteer Y Uit de hand of Z Statief op het scherm dat wordt weergegeven wanneer
e Nachtportret is geselecteerd.
Y Uit de hand (standaardinstelling): Hiermee kunt u opnames maken met minimale
cameratrillingen en ruis, zelfs wanneer de camera met de hand wordt vastgehouden.
- Als bij een onderwerp met een donkere achtergrond de ontspankknop volledig wordt
ingedrukt, worden continu foto’s gemaakt. De camera combineert deze foto’s en slaat
deze op als één beeld.
- Bij fotograferen in de telezoomstand, kan de camera niet continu foto’s nemen zalfs
wanneer het onderwerp zich voor een donkere achtergrond bevindt.
- Zodra de ontspanknop volledig wordt ingedrukt, moet u de camera goed stil houden
totdat een foto wordt weergegeven. Zet de camera niet uit direct nadat u de foto
heeft gemaakt maar wacht totdat de monitor weer het opnamescherm weergeeft.
- Als het onderwerp beweegt terwijl de camera continu foto’s maakt, kan het beeld
vervormen, overlappen of onscherp worden.
Z Statief: Selecteer deze stand wanneer de camera gestabiliseerd wordt, bijvoorbeeld
met een statief.
- Vibratiereductie wordt niet gebruikt, ook al is Vibratiereductie in het setup-menu
(A94) ingesteld op Aan.
- Druk de ontspanknop volledig in om een enkele opname bij een langere sluitertijd te
maken.
De flitser gaat altijd af.
De camera herkent gezichten en stelt scherp op een gezicht (A62).
De functie voor het verzachten van huidtinten zorgt ervoor dat de huidtinten van
mensen zachter worden (A46).
Als de camera geen gezicht herkent, wordt scherpgesteld op het onderwerp in het
midden van het beeld.
Digitale zoom is niet beschikbaar.
f Party/binnen
De camera stelt scherp op het middenveld van het beeld.
Aangezien foto’s snel kunnen mislukken door cameratrillingen, houdt u de camera goed
stil. Stel Vibratiereductie in het setup-menu (A94) in op Uit wanneer bij fotograferen
gebruik wordt gemaakt van een statief om de camera te stabiliseren.
37
Onderwerpstand (Aangepast op onderwerp fotograferen)
Opnamefuncties
Z Strand
De camera stelt scherp op het middenveld van het beeld.
z Sneeuw
De camera stelt scherp op het middenveld van het beeld.
h Zonsondergang
De camera stelt scherp op het middenveld van het beeld.
i Schemering
Als de ontspanknop half wordt ingedrukt, stelt de camera de scherpstelling in op
oneindig. Het scherpstelveld of de scherpstelaanduiding (A10) licht altijd groen op.
j Nachtlandschap
Selecteer Y Uit de hand of Z Statief in het scherm dat wordt weergegeven na
selecteren van j Nachtlandschap.
Y Uit de hand (standaardinstelling): Hiermee kunt u opnames maken met minimale
cameratrillingen en ruis, zelfs wanneer de camera met de hand wordt vastgehouden.
- Als de ontspanknop volledig wordt ingedrukt, worden continu foto’s gemaakt. De
camera combineert deze foto’s en slaat deze op als één beeld.
- Zodra de ontspanknop volledig wordt ingedrukt, moet u de camera goed stil houden
totdat een foto wordt weergegeven. Zet de camera niet uit direct nadat u de foto heeft
gemaakt maar wacht totdat de monitor weer het opnamescherm weergeeft.
Z Statief: Selecteer deze stand wanneer de camera gestabiliseerd wordt, bijvoorbeeld
met een statief.
- Vibratiereductie wordt niet gebruikt, ook al is Vibratiereductie (A95) in het setup-
menu ingesteld op Aan.
- Druk de ontspanknop volledig in om een enkele opname bij een langere sluitertijd te
maken.
Als de ontspanknop half wordt ingedrukt, stelt de camera de scherpstelling in op
oneindig. Het scherpstelveld of de scherpstelaanduiding (A10) licht altijd groen op.
Digitale zoom is niet beschikbaar.
O
O
38
Onderwerpstand (Aangepast op onderwerp fotograferen)
Opnamefuncties
k Close-up
De macro-stand (A53) wordt ingesteld op aan en de camera zal automatisch de
zoomstand kiezen waarmee op de kortste afstand kan worden scherpgesteld.
U kunt het scherpstelveld verplaatsen waarop de camera scherpstelt. Druk op de
k knop en druk op de multi-selector H, I, J of K om het scherpstelveld te
verplaatsen. Om de volgende instellingen aan te passen, druk op de k knop om tijdelijk
het gekozen scherpstelveld te annuleren, en pas vervolgens elke instelling aan.
- Flitsstand, zelfontspanner of belichtingscompensatie
De camera stelt scherp op het onderwerp zelfs als de ontspanknop niet half ingedrukt is.
U kunt het geluid van het scherpstellen van de camera horen.
u Voedsel
De macro-stand (A53) wordt ingesteld op aan en de
camera zal automatisch de zoomstand kiezen waarmee op
de kortste afstand kan worden scherpgesteld.
U kunt de kleurinstelling aanpassen door de multi-selector
H of I in te drukken. De kleurinstellingen worden
opgeslagen in het geheugen van de camera en blijven
bewaard, ook als de camera wordt uitgeschakeld.
U kunt het scherpstelveld verplaatsen waarop de camera
scherpstelt. Druk op de k knop en druk op de multi-
selector H, I, J of K om het scherpstelveld te verplaatsen. Om de volgende
instellingen aan te passen, druk op de k knop om tijdelijk het gekozen scherpstelveld te
annuleren, en pas vervolgens elke instelling aan.
- Kleuraandeel, zelfontspanner of belichtingscompensatie
De camera stelt scherp op het onderwerp zelfs als de ontspanknop niet half ingedrukt is.
U kunt het geluid van het scherpstellen van de camera horen.
l Museum
De camera stelt scherp op het middenveld van het beeld.
De camera maakt maximaal 10 foto’s als de ontspanknop volledig wordt ingedrukt en de
scherpste foto uit de reeks wordt automatisch geselecteerd en opgeslagen (BSS (Best
Shot Selector) (A58)).
1010hPa
1010hPa
1010hPa
15m
15m
15m
29m 0s
29m 0s
29m 0s
970
970
970
39
Onderwerpstand (Aangepast op onderwerp fotograferen)
Opnamefuncties
B Opmerkingen over HDR
Aanbevolen wordt om een statief te gebruiken. Stel Vibratiereductie in het setup-menu (A94)
in op Uit wanneer gebruik wordt gemaakt van een statief om de camera te stabiliseren.
De beeldhoek (d.w.z. het zichtbare deel in het beeld) die op de opgeslagen afbeelding zichtbaar is,
is kleiner dan die op de monitor zichtbaar is op het moment van opname.
Wanneer de ontspanknop volledig wordt ingedrukt, maakt de camera continu foto’s en slaat deze
de volgende twee beelden op.
- Een foto verwerkt door D-Lighting (A69) op het moment van fotograferen (gecorrigeerd beeld
om een donker gebied lichter te maken)
- HDR samengesteld beeld (verlies aan detail in de hoge lichten en schaduwpartijen wordt
gereduceerd)
- Als er slechts genoeg geheugen is om één foto op te slaan, wordt alleen de ene foto die is
verwerkt door D-Lighting opgeslagen.
Zodra de ontspanknop volledig wordt ingedrukt, moet u de camera goed stil houden totdat een
foto wordt weergegeven. Zet de camera niet uit direct nadat u de foto heeft gemaakt maar wacht
totdat de monitor weer het opnamescherm weergeeft.
Afhankelijk van de opnamecondities kunnen donkere schaduwen rondom heldere onderwerpen
en heldere delen rondom donkere onderwerpen verschijnen.
m Vuurwerk
De sluitertijd is vastgezet op 4 seconden.
De camera stelt scherp op oneindig. Als de ontspanknop half is ingedrukt, licht de
scherpstelaanduiding (A10) altijd groen op.
n Zwart-wit-kopie
De camera stelt scherp op het middenveld van het beeld.
Voor opnamen van onderwerpen dichtbij de camera moet u fotograferen met de macro-
stand (A53).
o Tegenlicht
Op het scherm dat wordt weergegeven wanneer o Tegenlicht wordt geselecteeerd
kan HDR (High Dynamic Range) compositie worden ingesteld.
Uit (standaardinstelling): De flitser treedt in werking om te voorkomen dat het
onderwerp in de schaduw blijft.
•Aan: Gebruik deze stand als er zeer heldere delen en zeer donkere delen in eenzelfde
beeld zijn.
De camera stelt scherp op het middenveld van het beeld.
O
40
Onderwerpstand (Aangepast op onderwerp fotograferen)
Opnamefuncties
B Opmerking over panoramafoto’s afdrukken
Bij het afdrukken van panoramafoto’s kan, afhankelijk van de printerinstellingen, mogelijk geen
volledige weergave worden afgedrukt. Bovendien kan de afdrukfunctie, afhankelijk van de printer,
mogelijk niet beschikbaar zijn.
Zie de handleiding van uw printer of neem contact op met een digitale fotoservice voor meer
informatie.
p Eenvoudig panorama
U kunt een panoramafoto maken door de camera te bewegen naar de gewenste stand.
Op het scherm dat verschijnt wanneer p Eenvoudig panorama is geselecteerd kan
opnamebereik worden geselecteerd vanaf Normaal (180°) (standaardinstelling) of
Breed (360°).
Druk de ontspanknop volledig in, haal uw vinger van de knop en kantel de camera
langzaam horizontaal. Het fotograferen wordt automatisch beëindigd wanneer de
camera het gespecificeerde opnamebereik heeft verkregen.
Wanneer de opname begint, stelt de camera scherp op het onderwerp in het midden
van het beeld.
De zoom is vast ingesteld op de groothoekstand.
Als de k knop wordt ingedrukt terwijl de foto opgenomen met Eenvoudig panorama
wordt weergegeven in schermvullende weergave, scrollt de camera automatisch door
het weergegeven veld.
Zie “Eenvoudig panorama gebruiken (opname en weergave)” (E2).
41
Onderwerpstand (Aangepast op onderwerp fotograferen)
Opnamefuncties
B Dierenportret automatisch ontspannen
Druk voor het wijzigen van de Dierenp. autom. ontsp. instellingen op de multi-selector J (n).
- Y: Als de camera het gezicht van een huisdier herkent, wordt hierop scherpgesteld en de sluiter
automatisch ontspannen.
- OFF: De camera ontspant de sluiter niet automatisch, ook al wordt het gezicht van een huisdier
herkent. Druk op de ontspanknop om de sluiter te bedienen. De camera herkent tevens
gezichten van mensen (A62). Als gezichten van mensen en huisdieren worden herkend, stelt
de camera automatisch scherp op het gezicht van het huisdier.
In de volgende situaties wordt Dierenp. autom. ontsp. automatisch ingesteld op OFF.
- Wanneer het maken van een reeks foto’s met continu-opname en dierenportret automatisch
ontspannen 5 keer is herhaald
- Als het interne geheugen of de geheugenkaart vol is
Druk om door te gaan met fotograferen Dierenp. autom. ontsp. op de multi-selector J (n) om
opnieuw in te stellen.
B Scherpstelveld
Het herkende gezicht wordt omgeven door een dubbele gele
rand (scherpstelveld). Als de camera is scherpgesteld op het
gezicht, wordt de dubbele rand groen.
Als de camera meer dan één gezicht van een hond of een kat
herkent (maximaal 5), dan wordt het grootste gezicht op de
monitor omgeven door een dubbele rand (scherpstelveld) en de
andere gezichten door enkele randen.
Als de camera geen gezicht van een mens of een huisdier
herkent, wordt scherpgesteld op het onderwerp in het midden
van het beeld.
B Opmerkingen over dierenportret
Digitale zoom is niet beschikbaar.
Onder bepaalde opnamecondities zoals de afstand tussen onderwerp en camera, de snelheid van
bewegende huisdieren, de richting waarin de huisdieren kijken en de helderheid van de koppen
kan het gebeuren dat de camera geen gezicht detecteert of dat een kader om iets anders dan een
hond of kat wordt getoond.
B Foto’s met huisdierdetectie bekijken
Als ingezoomd wordt op een foto in schermvullende weergave door de zoomknop naar g (i) te
bedienen, wordt de foto vergroot in het midden van het gezicht van het huisdier dat tijdens de
opname herkend is (A65) (behalve voor foto’s gemaakt in de continu-opnamestand).
O Dierenportret
Als de camera op een hond of een kat wordt gericht, herkent deze het gezicht en stelt
vervolgens daarop scherp. Zodra op het huisdier is scherpgesteld, ontspant de sluiter
automatisch in de standaardinstelling (dierenportret automatisch ontspannen).
Op het scherm dat wordt weergegeven wanneer O Dierenportret wordt geselecteerd,
selecteert u Enkelvoudig of Continu.
- Enkelvoudig: Er wordt één foto tegelijk gemaakt.
- Continu: De camera maakt automatisch 3 foto’s continu met een snelheid van circa
2,1 beelden per seconde wanneer deze is scherpgesteld op het herkende gezicht.
Als de sluiter handmatig is ontspannen, worden ongeveer 37 foto’s continu gemaakt bij
een snelheid van ongeveer 2,1 beelden per seconde terwijl u de ontspanknop volledig
ingedrukt blijft houden (wanneer beeldkwaliteit/-formaat is ingesteld op
P 4608×3456).
1010hPa
1010hPa
1010hPa
15m
15m
15m
29m 0s
29m 0s
29m 0s
970
970
970
42
Onderwerpstand (Aangepast op onderwerp fotograferen)
Opnamefuncties
B Opmerkingen over 3D-fotografie
Bewegende onderwerpen zijn niet geschikt voor 3D-fotografie.
Foto’s hebben een minder duidelijk 3D-gevoel als de afstand tussen de camera en het onderwerp
wordt vergroot.
Foto’s kunnen een minder duidelijk 3D-gevoel hebben bij een donker onderwerp of wanneer de
tweede foto niet nauwkeurig is uitgelijnd.
Foto’s die gemaakt zijn bij weinig licht kunnen er korrelig uitzien en ruis vertonen.
De telezoomstand is beperkt tot een beeldhoek equivalent aan die van een 140 mm lens bij
kleinbeeldformaat [135].
De bewerking wordt geannuleerd wanneer de k knop wordt ingedrukt na het maken van de
eerste beeldopname of wanneer de camera niet kan registreren dat het kader binnen
10 seconden op het onderwerp staat.
Als de camera de tweede foto niet maakt en de opname stopt ondanks dat u de aanduiding met
het onderwerp uitlijnt, probeer de foto dan met de ontspanknop te maken.
Deze camera kan geen 3D-films opnemen.
s 3D-fotografie
De camera neemt één foto voor elk oog om een driedimensionaal beeld op een
3D-compatibele televisie of monitor te simuleren.
Beweeg na het indrukken van de ontspanknop om het
eerste beeld te fotograferen de camera horizontaal naar
rechts tot het kader op het scherm het onderwerp
overlapt. De camera maakt de tweede foto automatisch
als wordt herkend dat het onderwerp met de aanduiding
is uitgelijnd.
Het scherpstelveld waarop de camera wordt scherpgesteld kan worden verplaatst. Druk
op de k knop en druk op de multi-selector H, I, J of K om het scherpstelveld te
verplaatsen. Om de volgende instellingen aan te passen, drukt u op de k knop om de
status te annuleren waarin de scherpstelveld geselecteerd kan worden en voert u
vervolgens elke instelling uit.
- Macrostand
- Belichtingscorrectie
De scherpstelling, belichting en witbalans worden vastgezet na de eerste beeldopname
en nadat R wordt weergegeven op het scherm.
De beeldhoek (d.w.z. het zichtbare deel in het beeld) die op de opgeslagen afbeelding
zichtbaar is, is kleiner dan die op de monitor zichtbaar is op het moment van opname.
Op te slaan beeldkwaliteit/-formaat wordt ingesteld op n 1920×1080.
De twee gemaakte foto’s worden opgeslagen als 3D-foto (MPO-bestand). De eerste foto
(de foto voor het linkeroog) wordt ook opgeslagen als een JPEG-bestand.
Annuleren
Aanduiding
43
Onderwerpstand (Aangepast op onderwerp fotograferen)
Opnamefuncties
C 3D-fotografie weergeven
3D-foto’s kunnen niet in 3D worden weergegeven op het monitorscherm van de camera. Bij de
weergave wordt alleen de foto voor het linkeroog getoond.
Voor de weergave van 3D-foto’s in 3D is een 3D-compatibele televisie of monitor nodig. 3D-foto’s
kunnen in 3D worden weergegeven door de camera met een 3D-compatibele HDMI-kabel
(A72) aan te sluiten op een 3D-compatibele televisie of monitor.
Wanneer de camera met een HDMI-kabel wordt aangesloten, stel dan het volgende in voor de
TV-instellingen in het setup-menu (A94).
- HDMI: Automatisch (standaardinstelling) of 1080i
- HDMI 3D-uitvoer: Aan (standaardinstelling)
Als de camera is aangesloten met behulp van een HDMI-kabel voor weergave, kan het even duren
om de display te schakelen tussen 3D-foto’s en non-3D-foto’s. De in 3D weergegeven foto’s
kunnen niet worden vergroot.
Zie de documentatie van uw televisie of monitor om de instellingen van de televisie of monitor uit
te voeren.
B Opmerking over 3D-foto’s weergeven
Het langdurig bekijken van 3D-beelden op een 3D-compatibele televisie of monitor kan
ongemakken zoals overmatige belasting van de ogen en misselijkheid veroorzaken. Lees voor
correct gebruik van uw televisie of monitor de documentatie a.u.b. zorgvuldig.
C Onder water
De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het beeld.
Digitale zoom is niet beschikbaar.
Zie “<Belangrijk> Schok-, water- en stofbestendigheid, condens, GPS” (Ax) voor meer
informatie over het maken van foto’s onder water.
44
Opnamefuncties
Special Effects (Speciale Effecten) stand (Effecten toepassen tijdens opname)
Het effect kan op foto’s worden toegepast tijdens het fotograferen. Een van de
Speciale Effecten is geselecteerd om te fotograferen.
* Het laatst geselecteerde pictogram wordt weergegeven. De standaardinstelling is
D (Zacht).
De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het beeld.
C Meer informatie
Zie “Basismenufuncties” (A8) voor meer informatie.
Instellingen Speciale Effecten-stand wijzigen
Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector A49
Functies die ingesteld kunnen worden met de d (menu) knop
- Beeldmodus A59
- Setup-menu A94
Geef het opnamescherm weer M A (opnamestand) knop M D (derde pictogram
vanaf boven*) M K M selecteer het effect (A24, 25)
Optie Beschrijving
D Zacht De foto verzachten door het beeld iets te vervagen.
E
Nostalgisch
sepia
Een sepiatint toevoegen en het contrast verminderen om een oude
foto na te bootsen.
F
Hoogcontrast
monochr.
De foto naar zwart/wit wijzigen en deze een scherp contrast geven.
G High-key De hele foto een heldere tint geven.
H Low-key De hele foto een donkere tint geven.
I Selectieve kleur
Maak een zwart/wit foto waarin alleen de aangegeven kleur
bewaard wordt.
Gebruik de multi-selector H of I
om de kleur te selecteren die van de
schuifbalk moet worden behouden.
Om de volgende instellingen aan te
passen, druk op de k knop om
tijdelijk de gekozen kleur te
annuleren, en pas vervolgens elke
instelling aan.
- Flitsstand (A50)
- Macrostand (A53)
Om terug te keren naar het scherm met kleuren, drukt u nogmaals
op de k knop.
Opslaan
Schuifbalk
45
Opnamefuncties
Intelligente portretstand (glimlachende gezichten fotograferen)
Als de camera glimlachende gezichten herkent, wordt de sluiter automatisch
ontspannen zonder dat de ontspanknop wordt ingedrukt (glimlachtimer). De
functie voor het verzachten van huidtinten zorgt ervoor dat de gezichtshuid van
mensen zachter wordt op de foto.
1 Kadreer de foto en wacht tot de persoon
glimlacht.
Als de camera een gezicht van een persoon herkent,
wordt een gele dubbele rand (scherpstelveld)
weergegeven om het gezicht. Als de camera
scherpgesteld heeft op het gezicht, wordt de dubbele
rand even groen en wordt de scherpstelling
vergrendeld.
De camera kan maximaal 3 gezichten herkennen. Als meer dan 1 gezicht wordt
herkend, wordt op het gezicht dat zich het dichtst bij het midden van het beeld
bevindt, gekadreerd met een dubbele rand, terwijl de overige een enkele rand krijgen.
Zodra de camera detecteert dat een glimlach verschijnt op het gezicht van degene
die zich in het kader met dubbele rand bevindt, dan wordt de functie Glimlachtimer
(A59) geactiveerd en ontspant de sluiter automatisch.
Telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt, wordt automatisch fotograferen
met gezichtsdetectie en glimlachdetectie herhaald.
2 Het fotograferen stopt.
Druk op de A knop om te wisselen naar een andere opnamestand om automatisch
fotograferen van glimlachdetectie te beëindigen.
B Opmerkingen over Intelligent portret
Digitale zoom is niet beschikbaar.
Onder bepaalde opnamecondities is het mogelijk dat gezichten en glimlachende gezichten niet
correct worden herkend.
Zie “Opmerkingen over gezichtsdetectie” (A63) voor meer informatie.
C Als het zelfontspannerlampje knippert
Zodra de camera een gezicht herkent, gaat het zelfontspannerlampje knipperen. De lamp knippert
snel meteen nadat de sluiter is ontspannen.
C De sluiter handmatig bedienen
De sluiter kan ook worden bediend door de ontspanknop in te drukken. Als de camera geen gezicht
herkent, wordt scherpgesteld op het onderwerp in het midden van het beeld.
Geef het opnamescherm weer M A (opnamestand) knop M F Intelligent portret-
stand (A24, 25)
1/250
1/250
1/250 F3.9
F3.9
F3.9
46
Intelligente portretstand (glimlachende gezichten fotograferen)
Opnamefuncties
Instellingen intelligent portret-stand wijzigen
Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector A49
Functies die ingesteld kunnen worden met de d (menu) knop
- Menu intelligent portret A59
- Setup-menu A94
Skin Softening (Huid verzachten) gebruiken
In de volgende opnamestanden herkent de camera maximaal 3 gezichten terwijl
de sluiter ontspant en bewerkt de camera de foto om de huid van de gezichten te
verzachten voordat de foto wordt opgeslagen.
G (eenvoudige automatische) stand (A33)
•Portret (A35) of Nachtportret (A36) in onderwerpstand
Intelligente portretstand (A45)
Huid verzachten in Glamour-retouchering (A69) kan zelfs na het fotograferen
tevens worden toegepast op opgeslagen foto’s.
B Opmerkingen over huid verzachten
Het kan langer duren om de foto’s op te slaan.
Onder bepaalde omstandigheden kunnen de gewenste resultaten niet bereikt worden en kan
huid verzachten toegepast worden op delen van de foto zonder gezichten.
Het huidverzachtingsniveau kan niet worden gecorrigeerd tijdens fotograferen in G (eenvoudige
auto) stand of Portret of Nachtportret onderwerpstand.
47
Opnamefuncties
A (Auto)-stand
De basisfuncties van de camera kunnen worden uitgevoerd. Bovendien kunnen
de opties van het opnamemenu (A58) worden gecorrigeerd aan de hand van de
opnamesituaties en het soort foto’s dat u wilt nemen.
Het scherpstelveld voor autofocus verschilt,
afhankelijk van de instelling van AF-veldstand die
kan worden geselecteerd in het A menusymbool
nadat u hebt gedrukt op de d knop.
Wanneer AF-veldstand is ingesteld op
Gezichtprioriteit (standaardinstelling), stelt de
camera als volgt scherp:
- De camera herkent en stelt scherp op gezichten (zie “Gezichtsdetectie
gebruiken” (A62) voor meer informatie).
- Als geen gezichten worden herkend kiest de camera automatisch één of meer
van de 9 scherpstelvelden met het onderwerp dat zich het dichtst bij de
camera bevindt. Als het onderwerp is scherpgesteld, wordt het scherpstelveld
(actieve scherpstelveld) groen (maximaal 9 velden).
Instellingen A (Auto)-stand wijzigen
Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector A49
Functies die ingesteld kunnen worden met de d (menu) knop
- Opnamemenu A58
- Setup-menu A94
Geef het opnamescherm weer M A (opnamestand) knop M A (Auto)-stand
(A24, 25)
1010hPa
1010hPa
1010hPa
15m
15m
15m
29m 0s
29m 0s
29m 0s
970
970
970
48
A (Auto)-stand
Opnamefuncties
Snelle effecten gebruiken
In de A (Auto)-stand kunt u onmiddellijk na ontspannen van de sluiter effecten
toepassen op foto’s.
De bewerkte foto wordt opgeslagen als een afzonderlijk bestand met een
andere naam (E94).
1 Druk op de k knop op het weergegeven
scherm na het nemen van een foto in de
A (Auto)-stand.
Als u op de d knop drukt of u de camera gedurende
ongeveer 5 seconden niet bedient, keert de
monitorweergave terug naar het opnamescherm.
Stel Sneleffecten in op Uit (A58) om het rechter
bevestigingsscherm niet weer te geven.
2 Druk op de multi-selector J of K om een
effect te selecteren en druk op de k knop.
Zie onder “Snelle effecten” (E15) voor meer
informatie over de effecttypen.
Bedien de zoomknop naar g (telezoomstand) om een
bevestigingsscherm weer te geven voor het
toegepaste effect. Bedien de zoomknop naar
f (groothoekstand) om terug te keren naar het
effectkeuzescherm.
3 Selecteer Ja en druk op de k knop.
Er wordt een nieuwe, bewerkte kopie gemaakt en de
monitorweergave keert terug naar het opnamescherm.
Kopiëen die zijn gemaakt met de functie snelle
effecten worden aangeduid met het V pictogram dat
wordt weergegeven tijdens de weergave (A12).
B Opmerking over snelle effecten
Als de camera knipperende ogen herkent wanner Knipperwaarschuwing in het setup-menu
(A96) is ingesteld op Aan, kan de functie snelle effecten niet worden gebruikt.
Kies het eect
Annuleren
Sneleecten
Annuleren
FisheyeZachtLow-key
Speelgoed-
High-key
Schilderij
Sneleecten
camera-eect
Nee
Ja
Opslaan OK?
49
Opnamefuncties
Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector
Druk op de multi-selector H (m), J (n), I (D) of K (o) tijdens het fotograferen
om de volgende functies te gebruiken.
Beschikbare functies
De beschikbare functies verschillen per opnamestand.
Zie “Lijst met standaardinstellingen” (A55) voor meer informatie over de
standaardinstellingen in elke opnamestand.
1
De instelling verschilt per onderwerpstand. Zie “Lijst met standaardinstellingen” (A55)
voor meer informatie.
2
De insteling verschilt per instelling van intelligent portret. Zie “Lijst met
standaardinstellingen” (A55) voor meer informatie.
Functie
Eenvoudige
auto stand
Onderwerp
Speciale
effecten
Intelligent
portret
A (Auto)
m Flitsstand (A50) w
1
ww
2
w
n
Zelfontspanner
(A52)
www
2
w
D Macrostand (A53) - w - w
o
Belichtings-
compensatie (A54)
wwww
Zelfontspanner
Automatisch
Macro-stand
+ 0.3
+ 2.0
- 2.0
Belichtingscompensatie
n Zelfontspanner (A52)
D Macro-stand (A53) o Belichtingscompensatie
(A54)
m Flitsstand (A50)
50
Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector
Opnamefuncties
De flitser gebruiken (flitsstanden)
U kunt een flitsstand kiezen die het best past bij de opnamecondities.
1 Druk op H (flitsstand m) op de multi-selector.
2 Druk op de multi-selector om de gewenste
stand te selecteren en druk op de k knop.
Zie “Beschikbare flitserstanden” (A51) voor meer
informatie.
Als u niet op de k knop drukt binnen een paar
seconden, wordt de selectie geannuleerd.
Als u U (auto) instelt, wordt D slechts een paar
seconden weergegeven, ongeacht de Foto-
informatie instellingen (A94).
3 Kader het onderwerp en druk af.
Het flitserlampje geeft de status van de flitser aan
wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt.
- Aan: De flitser treedt in werking als u de
ontspanknop volledig indrukt.
- Knippert: De flitser is aan het laden. De camera kan
geen foto’s maken.
- Uit: De flitser werkt niet wanneer de foto wordt
gemaakt.
Als de batterij bijna leeg is, gaat de monitor uit
terwijl de flitser wordt opgeladen.
C Effectief bereik van de flitser
De flitser heeft een bereik van ongeveer 0,5 tot 5,2 m voor de groothoekstand en ongeveer 0,5 tot
4,5 m voor de telezoomstand (als ISO-waarde is ingesteld op Automatisch).
Automatisch
51
Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector
Opnamefuncties
Beschikbare flitserstanden
C Flitsstandinstelling
De instelling verschilt per opnamestand. Zie “Beschikbare functies” (A49) en“Lijst met
standaardinstellingen” (A55) voor meer informatie.
Sommige functies kunnen niet worden gebruikt in combinatie met andere menu-instellingen. Zie
“Niet beschikbare functies in combinatie” (A60) voor meer informatie.
Ook na het uitschakelen van de camera blijft de gewijzigde flitsstandinstelling die wordt
toegepast in A (Auto)-stand in het geheugen van de camera opgeslagen.
C Automatisch met rode-ogenreductie
Deze camera heeft een functie voor geavanceerde rode-ogenreductie (“In-Camera Red-Eye
Fix”).
Voordat de hoofdflits afgaat, geeft de flitser eerst een paar zwakke flitsen af waardoor het rode-
ogeneffect wordt onderdrukt.
Als de camera rode ogen detecteert zodra de foto is genomen, wordt het beeld in de camera bewerkt
door Nikons geavanceerde rode-ogencorrectie voordat dit wordt opgeslagen.
Let op het volgende wanneer u fotos maakt:
Omdat de camera enkele voorflitsen afgeeft, is er een kleine vertraging tussen het moment waarop
de ontspanknop wordt ingedrukt en het moment waarop de eigenlijke foto wordt gemaakt.
De tijd vereist om de foto op te slaan, neemt iets toe.
Deze geavanceerde rode-ogenreductie zal in sommige situaties niet het gewenste resultaat
opleveren.
In sporadische gevallen zullen ook andere gebieden dan alleen rode ogen door de camera worden
nabewerkt. Gebruik in zo’n geval een andere opnamestand en probeer het opnieuw.
U
Automatisch
Bij weinig licht wordt automatisch de flitser gebruikt.
V
Autom. met rode-ogenred.
Beste keuze voor portretten. Vermindert rode ogen in flitsfotos (A51).
W
Uit
Flitser treedt niet in werking.
X
Invulflits
De flitser treedt in werking zodra u een foto maakt, ongeacht de helderheid van het
onderwerp. Gebruik deze stand om schaduwen en onderwerpen met tegenlicht “in
te vullen” (te verlichten).
Y
Lange sluitertijd
Automatisch flitsen wordt gecombineerd met lange sluitertijd.
Geschikt voor portretten van personen die in het donker of bij weinig licht worden
gemaakt. De flitser verlicht het hoofdonderwerp. De lange sluitertijd wordt gebruikt
om de achtergrond vast te leggen.
52
Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector
Opnamefuncties
Self-timer (Zelfontspanner) gebruiken
De zelfontspanner is geschikt voor het maken van groepfoto’s inclusief uzelf en het
reduceren van trillingen als de ontspanknop wordt ingedrukt.
Bij gebruik van de zelfontspanner wordt een statief aanbevolen. Stel
Vibratiereductie
in het setup-menu (
A
94) in op
Uit
wanneer gebruik wordt
gemaakt van een statief om de camera te stabiliseren.
1 Druk op J (n zelfontspanner) op de multi-
selector.
2 Gebruik de multi-selector om n10s (of n2s)
te selecteren en druk op de k knop.
n10s (10 seconden): geschikt voor groepfoto’s.
n2s (2 seconden): geschikt voor het voorkomen van
cameratrilling.
Als de opnamestand is ingesteld op Dierenportret in
onderwerpstand, wordt Y (Dierenp. autom. ontsp.)
weergegeven (A41). De zelfontspanner is niet
beschikbaar.
De geselecteerde zelfontspannerstand wordt weergegeven.
Als u niet op de k knop drukt binnen een paar seconden, wordt de selectie
geannuleerd.
3 Kader het beeld en druk de ontspanknop half in.
Stel de scherpstelling en belichting in.
4 Druk de ontspanknop helemaal in om
de foto te maken.
Het aantal seconden tot de opname wordt
weergegeven. Het zelfontspannerlampje
knippert terwijl de timer aftelt. Ongeveer 1
seconde voordat de sluiter wordt geopend,
gaat het lampje continu branden.
Nadat de opname is gemaakt, wisselt de
zelfontspanner OFF.
Als u de zelfontspanner wilt stoppen voordat
de foto is genomen, drukt u nogmaals op de
ontspanknop.
Zelfontspanner
1/2501/2501/250 F3.9F3.9
99
F3.9
53
Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector
Opnamefuncties
Macrostand gebruiken
In de macrostand kan de camera scherpstellen op onderwerpen tot op een
afstand van 1 cm tot het objectief.
Deze functie is handig bij het maken van close-up foto’s van bloemen en andere
kleine onderwerpen.
1 Druk op I (macrostand p) op de multi-
selector.
2 Druk op de multi-selector H of I om ON te
selecteren en druk op de k knop.
Als u niet op de k knop drukt binnen een paar
seconden, wordt de selectie geannuleerd.
3 Gebruik de zoomknop om de zoomfactor in
te stellen op een positie waarbij F en de
zoomaanduiding groen oplichten.
Hoe dicht u het onderwerp bij het fotograferen kunt
benaderen, hangt af van de zoomfactor.
In de zoomstand waarbij F en de zoomaanduiding groen oplichten, kan de camera
op voorwerpen worden scherpgesteld tot op een afstand van 10 cm of verder vanaf
de lens. In de groothoekstand vanaf G kan de camera op voorwerpen worden
scherpgesteld tot op een afstand van 1 cm of verder van het objectief.
B Opmerking over het gebruik van de flitser
De flitser kan onderwerpen op minder dan 50 cm afstand mogelijk niet geheel uitlichten.
C Autofocus
In opnamestanden zoals onderwerpstanden die geen gebruik kunnen maken van de Autofocus-
stand (A58) kan Fulltime-AF worden ingeschakeld, waarna de camera scherpstelt (ook al is de
ontspanknop niet half ingedrukt wanneer de macrostand is ingesteld). U kunt het geluid van het
scherpstellen van de camera horen.
C De macrostandinstelling
Macrostand kan in bepaalde opnamestanden niet worden gebruikt. Zie “Beschikbare functies”
(A49) en“Lijst met standaardinstellingen” (A 55) voor meer informatie.
Ook na het uitschakelen van de camera blijft de gewijzigde macrostandinstelling die wordt
toegepast in A (Auto)-stand in het geheugen van de camera opgeslagen.
Macro-stand
54
Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector
Opnamefuncties
Helderheid instellen (belichtingscorrectie)
Door bij het maken van foto’s de belichtingscompensatie in te stellen, kunt u de
helderheid van het complete beeld aanpassen.
1 Druk op K (o belichtingscompensatie) op de
multi-selector.
2 Druk op de multi-selector H of I om een
compensatiewaarde te selecteren.
3 Druk op de k knop.
Als u niet op de k knop drukt binnen een paar seconden, wordt de selectie ingesteld
en verdwijnt het instelmenu.
Zelfs als de ontspanknop wordt ingedrukt zonder de k in te drukken, kan een foto
worden gemaakt met de geselecteerde compensatiewaarde.
Wanneer een andere compensatiewaarde dan 0.0 wordt toegepast, wordt de waarde
met het pictogram H op de monitor weergegeven.
4 Druk op de ontspanknop om een foto te
maken.
Ga terug naar stap 1 en verander de waarde in 0.0 om
de belichtingscompensatie uit te schakelen.
C Belichtingscompensatiewaarde
Ook na het uitschakelen van de camera blijft de gewijzigde belichtingscompensatiewaarde die
wordt toegepast in A (Auto)-stand in het geheugen van de camera opgeslagen.
Als voor de opnamestand Vuurwerk (A39) in de onderwerpstand is gekozen, kan de
belichtingscompensatie niet worden gebruikt.
Als de belichtingscorrectie wordt ingesteld tijdens gebruik van een flitser, wordt de correctie
toegepast op de achtergrondbelichting en de flitssterkte.
Instelling Uitleg
“+” zijde
Het onderwerp helderder maken dan de
door de camera ingestelde belichting.
“-” zijde
Het onderwerp donkerder maken dan de
door de camera ingestelde belichting.
“0.0“
De belichtingscorrectie annuleren.
+ 0.3
+ 2.0
- 2.0
Belichtingscompensatie
Belichtings-
compensatiesjabloon
Belichtings-
compensatiewaarde
29m 0s29m 0s29m 0s
970970970
1010hPa1010hPa1010hPa
15m15 m15m
55
Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector
Opnamefuncties
Lijst met standaardinstellingen
De standaardinstellingen voor elke opnamestand worden hieronder beschreven.
Op de volgende pagina staat vergelijkbare informatie over de onderwerpstand.
1
U (automatisch) en W (Uit) kunnen worden geselecteerd. Als U (auto) wordt
toegepast, kiest de camera de meest optimale flitsstand voor de scène die de camera
automatisch heeft gekozen.
2
Deze instelling kan niet worden gewijzigd.
3
Kan niet worden gebruikt als Knipperdetectie is ingesteld op Aan.
4
Kan worden ingesteld als Glimlachtimer is ingesteld op Uit.
De toegepaste instelling in A (Auto)-stand wordt opgeslagen in het
geheugen van de camera en blijven ook bewaard als de camera wordt
uitgeschakeld (behalve voor de zelfontspanner).
C Niet beschikbare functies in combinatie
Enkele functies kunnen niet worden gebruikt in combinatie met andere menu-instellingen (A60).
Opnamestand
Flitsstand
(A50)
Zelfontspanner
(A52)
Macrostand
(A53)
Belichtings-
correctie
(A54)
G (eenvoudige
automatische) stand
(A33)
U
1
OFF OFF
2
0.0
Speciale effecten (A44) W OFF OFF 0.0
F (Intelligent portret)
(A45)
U
3
OFF
4
OFF
2
0.0
A (Auto)-stand (A47) U OFF OFF 0.0
56
Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector
Opnamefuncties
De standaardinstellingen per onderwerpstand worden hieronder beschreven.
1
Deze instelling kan niet worden gewijzigd.
2
Deze instelling kan niet worden gewijzigd. De flitsstandinstelling is vast ingesteld op
synchronisatie met lange sluitertijd en rode-ogenreductie.
3
Schakelt mogelijk over naar synchronisatie met lange sluitertijd met rode-ogenreductie als
flitsstand.
4
Als HDR is ingesteld op Uit, wordt de flitsstand vast ingesteld op X (invulflits). Als HDR is
ingesteld op Aan, wordt de flitsstand vast ingesteld op W (uit).
5
De zelfontspanner is niet beschikbaar. Dierenportret automatisch ontspannen (A41) kan
ingesteld worden op aan of uit.
Flitsstand
(A50)
Zelfontspanner
(A52)
Macrostand
(A53)
Belichtings-
correctie
(A54)
b (A35) V OFF OFF
1
0.0
c (A35) W
1
OFF OFF
1
0.0
d (A35) W
1
OFF
1
OFF
1
0.0
e (A36) V
2
OFF OFF
1
0.0
f (A36) V
3
OFF OFF
1
0.0
Z (A37) U OFF OFF
1
0.0
z (A37) U OFF OFF
1
0.0
h (A37) W
1
OFF OFF
1
0.0
i (A37) W
1
OFF OFF
1
0.0
j (A37) W
1
OFF OFF
1
0.0
k (A38) W OFF ON
1
0.0
u (A38) W
1
OFF ON
1
0.0
l (A38) W
1
OFF OFF 0.0
m (A39) W
1
OFF
1
OFF
1
0.0
1
n (A39) W OFF OFF 0.0
o (A39) X/W
4
OFF OFF
1
0.0
p (A40) W
1
OFF
1
OFF
1
0.0
O (A41) W
1
Y
5
OFF 0.0
s (A42) W
1
OFF
1
OFF 0.0
C (A43) W OFF OFF 0.0
57
Opnamefuncties
Functies die ingesteld kunnen worden met de
d (Menu) knop (Opnamestand)
Het opnamemenu kan worden ingesteld door in de opnamestand te drukken op
de d knop.
De beschikbare functies verschillen, afhankelijk van de opnamestand.
C Niet beschikbare functies in combinatie
Enkele functies kunnen niet worden gebruikt in combinatie met andere menu-instellingen (A60).
C Meer informatie
Zie “Basismenufuncties” (A8) voor meer informatie.
Functie
Eenvoudige
auto stand
Onderwerp
Speciale
effecten
Intelligent
portret
A
(Auto)-
stand
Beeldmodus (A58)
wwwww
Witbalans (A58)
––w
Continu (A58)
––w
ISO-waarde (A58)
–– w
AF-veldstand (A58)
––w
Autofocus-stand (A58)
––w
Sneleffecten (A58)
––w
Huid verzachten (A59)
––
w
Glimlachtimer (A59)
––
w
Knipperdetectie (A59)
––w
Autofocus-stand
AF-veldstand
ISO-waarde
Continu
Witbalans
Beeldmodus
Sneleecten
970
970
970
15
15m
1010hPa
101 0hPa
1010hPa
29m 0s
29m 0s
29m 0s
15m
58
Functies die ingesteld kunnen worden met de d (Menu) knop (Opnamestand)
Opnamefuncties
Beschikbare opties in het opnamemenu (A (Auto)-stand)
Optie Beschrijving A
Beeldmodus
Hiermee kunt u de combinatie van beeldformaat en
beeldkwaliteit selecteren die gebruikt wordt bij het opslaan
van foto’s. De standaardinstelling is P 4608×3456.
E29
Witbalans
Stel de kleuren van de foto in op natuurlijke kleuren. Hoewel
u voor de meeste soorten licht Automatisch
(standaardinstelling) kunt gebruiken, kunt u voor het beste
resultaat ook de witbalans voor de lucht of een bepaalde
lichtbron instellen als de standaardinstelling onvoldoende
resultaat oplevert.
E31
Continu
Stel de stand in die gebruikt worden om een reeks foto’s te
maken.
De standaardinstelling is Enkelvoudig (d.w.z. er wordt
slechts 1 foto tegelijk gemaakt).
Als Continu H, Continu L, Vooropnamecache or
BSS (A38) ingesteld is, worden foto’s continu genomen
terwijl de opnameknop volledig ingedrukt wordt.
Als Continu H: 120 bps, Continu H: 60 bps of Multi-
shot 16 ingesteld is, wordt het bepaald aantal foto’s
continu genomen als de opnameknop volledig ingedrukt
wordt.
E33
ISO-waarde
Met een hogere ISO-waarde kunt u donkere onderwerpen
fotograferen. Bovendien kunt u nu zelfs van onderwerpen
met vergelijkbare helderheid foto’s maken met snellere
sluitertijden, waarbij onscherpte veroorzaakt door
cameratrilling en beweging van het onderwerp kunnen
worden gereduceerd. Als de ISO-waarde ingesteld is op
Automatisch (standaardinstelling), stelt de camera de ISO-
waarde automatisch in.
E36
AF-veldstand
Stel in hoe de camera de scherpstelvelden bepaalt met de
autofocus op Gezichtprioriteit (A62)
(standaardinstelling), Automatisch, Handmatig, Centrum
of Onderwerp volgen.
E37
Autofocus-stand
Als Enkelvoudige AF (standaardinstelling) is gekozen, stelt
de camera alleen scherp als de ontspanknop half ingedrukt
wordt. Als Fulltime-AF is gekozen, stelt de camera ook
scherp als de ontspanknop niet half is ingedrukt.
E40
Sneleffecten
Activeren of deactiveren van de functie snelle effecten
(A48). De standaardinstelling is Aan.
E41
59
Functies die ingesteld kunnen worden met de d (Menu) knop (Opnamestand)
Opnamefuncties
Beschikbare opties in het menu intelligent portret
Optie Beschrijving A
Beeldmodus
Hiermee kunt u de combinatie van beeldformaat en
beeldkwaliteit selecteren die gebruikt wordt bij het opslaan
van foto’s. De standaardinstelling is P 4608×3456.
E29
Huid verzachten
Schakelt huid verzachten in. De camera maakt de huidtint
van gezichten zachter voordat de foto’s worden opgeslagen.
De mate van het toegepaste effect kan geselecteerd
worden. De standaardinstelling is Normaal.
E42
Glimlachtimer
Wanneer Aan (standaardinstelling) is ingesteld, herkent de
camera gezichten van mensen en laat vervolgens
automatisch de sluiter ontspannen als er een glimlach wordt
vastgesteld. De zelfontspanner kan niet worden gebruikt bij
deze functie.
E42
Knipperdetectie
Wanneer Aan wordt geselecteerd, laat de camera de sluiter
automatisch tweemaal ontspannen als er een foto wordt
gemaakt. Van de twee gemaakte foto’s, wordt de foto
opgeslagen waarop het onderwerp de ogen open heeft. De
flitser kan niet gebruikt worden. De standaardinstelling is Uit.
E43
60
Opnamefuncties
Niet beschikbare functies in combinatie
Sommige functies kunnen niet worden gebruikt in combinatie met andere menu-
instellingen.
Beperkte functie Optie Beschrijving
Flitsstand
Continu (A58)
Wanneer met Continu gefotografeerd wordt,
kan de flitser niet worden gebruikt.
Knipperdetectie
(A59)
Wanneer Knipperdetectie is ingesteld op
Aan, kan de flitser niet worden gebruikt.
Zelfontspanner
Glimlachtimer (A59)
Wanneer Glimlachtimer is geselecteerd, kan
de zelfontspanner niet worden gebruikt.
AF-veldstand (A58)
Wanneer Onderwerp volgen is geselecteerd,
kan de zelfontspanner niet worden gebruikt.
Macrostand AF-veldstand (A58)
Wanneer Onderwerp volgen is geselecteerd,
kan de macrostand niet worden gebruikt.
Beeldmodus Continu (A58)
Beeldmodus wordt vastgezet op de
onderstaande functies afhankelijk van de
instellingen voor continu-opname.
Vooropnamecache:
M (beeldformaat: 1280 × 960 pixels).
Continu H: 120 bps:
O (beeldformaat: 640 × 480 pixels).
Continu H: 60 bps:
M (beeldformaat: 1280 × 960 pixels).
Multi-shot 16:
L (beeldformaat: 2560 × 1920 pixels).
Continu Zelfontspanner (A52)
Als Continu H, Continu L of BSS is
geselecteerd voor de Continu instelling,
wordt automatisch Enkelvoudig
geselecteerd wanneer de ontspanknop
wordt losgelaten.
Als de zelfontspanner is ingesteld wanneer
Vooropnamecache is geselecteerd voor
de Continu instelling, wordt automatisch
Enkelvoudig geselecteerd.
ISO-waarde Continu (A58)
Als Vooropnamecache, Continu H: 120
bps, Continu H: 60 bps of Multi-shot 16 is
ingesteld, wordt ISO-waarde vast ingesteld
op Automatisch.
Sneleffecten Continu (A58)
Als Continu wordt gebruikt, kunnen de snelle
effecten in de opnamestand niet worden
gebruikt.
Monitorinstel-
lingen
Sneleffecten (A58)
Als Sneleffecten is ingesteld op Aan, wordt
Beeld terugspelen vast ingesteld op Aan.
61
Niet beschikbare functies in combinatie
Opnamefuncties
B Opmerkingen over digitale zoom
De digitale zoom is niet beschikbaar afhankelijk van de opnamestand.
Als de digitale zoom wordt gebruikt, stelt de camera scherp op het onderwerp in het midden van
het beeld.
Datumstempel
Continu (A58)
Als Continu H, Continu L,
Vooropnamecache, Continu H: 120 bps,
Continu H: 60 bps of BSS is geselecteerd, kan
de afdrukdatum niet worden gebruikt.
Knipperdetectie
(A59)
Als Knipperdetectie is ingesteld op Aan, kan
de afdrukdatum niet worden gebruikt.
Bewegingsdetectie
Flitsstand (A50)
Als de flitser wordt gebruikt, wordt
Bewegingsdetectie uitgeschakeld.
Continu (A58)
Wanneer Vooropnamecache, Continu H:
120 bps, Continu H: 60 bps of Multi-shot 16
wordt gebruikt voor de opname, dan wordt
Bewegingsdetectie gedeactiveerd.
ISO-waarde (A58)
Als de ISO-waarde vast is ingesteld op een
instelling anders dan Automatisch, dan wordt
Bewegingsdetectie uitgeschakeld.
AF-veldstand (A58)
Als Onderwerp volgen is geselecteerd, wordt
Bewegingsdetectie uitgeschakeld.
Geluidsinstellingen Continu (A58)
Als Continu wordt gebruikt voor fotograferen,
wordt het sluitergeluid uitgeschakeld.
Knipperwaarsch. Continu (A58)
Als Continu wordt gebruikt voor fotograferen,
wordt de knipperwaarschuwing uitgeschakeld.
Digitale zoom
Continu (A58)
Als Multi-shot 16 is geselecteerd, kan de
digitale zoom niet worden gebruikt.
AF-veldstand (A58)
Als Onderwerp volgen is geselecteerd, ka
n
de digitale zoom niet worden gebruikt.
62
Opnamefuncties
Scherpstellen op onderwerp
Het scherpstelveld of scherpstelbereik voor de weergave van een scherpstelveld is
afhankelijk van de opnamestand.
In de Auto-stand het scherpstelveld worden ingesteld door AF-veldstand
(A58) te selecteren in het opnamemenu.
Gezichtsdetectie gebruiken
In de volgende instellingen gebruikt de camera
gezichtsdetectie om automatisch scherp te stellen op
gezichten.
Als de camera meer dan één gezicht herkent, wordt
een dubbele rand weergegeven om het gezicht
waarop de camera scherpstelt en enkele randen om de
andere gezichten.
*Als Dierenp. autom. ontsp. wordt ingesteld op OFF wanneer Dierenportret is
geselecteerd, dan herkent de camera gezichten van mensen (A41).
Als G (eenvoudige auto) is geselecteerd, verandert het scherpstelveld, afhankelijk van het
onderwerp dat de camera automatisch selecteert.
Als Gezichtprioriteit wordt gebruikt en u de ontspanknop half indrukt terwijl geen gezichten
herkend worden of terwijl een opname gekadreerd wordt zonder gezicht, selecteert de camera
automatisch de scherpstelvelden (maximaal 9) met daarin het onderwerp dat zich het dichtst bij
de camera bevindt.
Als de camera geen gezichten herkent als u de ontspanknop half indrukt in de onderwerpstand
Portret of Nachtportret, of de intelligent portret-stand, zal de camera scherpstellen op het
onderwerp in het midden van het beeld.
Instelling
Aantal gezichten die
herkend kunnen
worden
Scherpstelveld (dubbele rand)
G (eenvoudige automatische)
stand (A33)
Maximaal 12
Het gezicht dat zich het dichtst
bij de camera bevindt
A (Auto)-stand (AF-veldstand
(A58) is Gezichtprioriteit)
Portret, Nachtportret,
Dierenportret*
onderwerpstanden (A34)
Intelligente portretstand (A45) Maximaal 3
Het gezicht dat zich het dichtst
bij het midden van het beeld
bevindt
1010hPa
1010hPa
1010hPa
15m
15m
15m
29m 0s
29m 0s
29m 0s
970
970
970
63
Scherpstellen op onderwerp
Opnamefuncties
B Opmerkingen over gezichtsdetectie
Of de camera gezichten herkent, hangt af van diverse factoren, bijvoorbeeld of het gezicht van de
persoon naar de camera is gericht. In de volgende situaties kan de camera mogelijk geen
gezichten herkennen:
- Als een gezicht deels verscholen gaat achter een zonnebril of een ander voorwerp
- Als een gezicht te veel of te weinig ruimte beslaat in het beeld
Als het kader meer dan één gezicht bevat, zijn de door de camera herkende gezichten en het
gezicht waarop de camera scherpstelt afhankelijk van een aantal factoren, waaronder de richting
waarin het onderwerp kijkt.
In sommige gevallen, zoals beschreven onder “Autofocus” (A64), kan het gebeuren dat het
onderwerp niet scherpgesteld is, zelfs als de dubbele rand groen wordt. Wanneer de camera niet
scherpstelt, probeer dan “Scherpstelvergrendeling” (A63).
C Foto’s met gezichtsdetectie bekijken
Als ingezoomd wordt op een foto in schermvullende weergave door de zoomknop naar g (i) te
bedienen, wordt de foto vergroot in het midden van het gezicht dat tijdens de opname herkend
is (A65).
Scherpstelvergrendeling
Gebruik de scherpstelvergrendeling als centrum is geselecteerd voor AF-veldstand
en u wilt scherpstellen op een onderwerp dat zich niet in het midden van het
beeld bevindt.
De afstand tussen de camera en het onderwerp mag niet veranderen.
Wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt, wordt de belichting
vergrendeld.
Kadreer het
scherp te stellen
onderwerp met
de camera.
Druk de
ontspanknop
half in.
Wacht tot het
scherpstelveld
groen wordt.
Blijf de
ontspanknop
half ingedrukt
houden en pas
de kadrering aan.
Druk de
ontspan-
knop
volledig in
om de foto
te maken.
1/250
1/250
1/250 F3.9
F3.9
1/250
1/250
1/250 F3.9
F3.9
F3.9
F3.9
29m 0s
29m 0 s
970
970
29m 0s
970
1010hPa
1010 hPa
1010hPa
15m
15m
15m
64
Scherpstellen op onderwerp
Opnamefuncties
Autofocus
Autofocus levert in de volgende situaties mogelijk niet het gewenste resultaat op.
Het kan soms voorkomen dat niet wordt scherpgesteld op het onderwerp
ondanks het feit dat het actieve scherpstelveld of scherpstelaanduiding groen
oplicht.
Het onderwerp is zeer donker.
Er zijn voorwerpen met sterk verschillende helderheid in beeld (bijvoorbeeld
wanneer de zon achter het onderwerp staat en het onderwerp zelf daardoor
erg donker wordt).
Er is geen contrast tussen het onderwerp en de omgeving (bijvoorbeeld
wanneer de persoon op de foto een wit overhemd draagt en voor een witte
muur staat).
Meerdere voorwerpen bevinden zich op verschillende afstanden van de camera
(bijvoorbeeld beest in kooi).
Onderwerpen met herhalende patronen (zoals zonneschermen, gebouwen
met meerdere rijen ramen van gelijke afmetingen, etc.)
Het onderwerp beweegt snel.
Druk in deze situaties de ontspanknop enkele malen half in om opnieuw scherp te
stellen of stel scherp op een ander onderwerp en gebruik de
scherpstelvergrendeling. Als u de scherpstelvergrendeling gebruikt, moet de
afstand tussen de camera en het onderwerp waarop de scherpstelling is
vergrendeld, even groot zijn als de afstand tot het eigenlijke onderwerp.
65
Weergavefuncties
Weergavefuncties
Zoomweergave
Selecteer een beeld dat in de weergavestand vergroot
moet worden en bedien de zoomknop naar
g
(
i
).
Functies tijdens de weergavezoom
C Met gezichtsdetectie of huisdierdetectie gemaakte foto’s vergroten
Foto’s die zijn gemaakt met gezichtsdetectie (A62) of huisdierdetectie (A41) worden vergroot in
het midden van het gezicht dat herkend is tijdens het maken van de opname (behalve foto’s
gemaakt met Continu (A58)). Als de camera meerdere gezichten heeft herkend, moet u H, I, J,
en K gebruiken om een ander gezicht weer te geven. Wijzig de zoomfactor en druk op H, I, J of
K om in te zoomen op een gedeelte van de foto zonder gezichten.
Functie Bediening Beschrijving
Vergroting aanpassen f(h)/ g(i) De zoom neem max. 10× toe.
Weergavepositie
verplaatsen
De weergavepositie verplaatsen.
Uitsnijden d
Snijd alleen het weergegeven gedeelte
van de foto uit en sla op als een apart
bestand (E19).
Terug naar de
schermvullende weergave
k Terug naar de schermvullende weergave.
4/
4/
132
132
4/ 132
0004.JPG
0004.JPG
0004.JPG
15:30
15:30
15:30
15/05/2013
15/05/2013
15/05/2013
1010hPa
1010h Pa
1010hPa
15m
15m
15m
g
(i)
f
(h)
De foto wordt
ingezoomd.
Foto wordt weergegeven in
de schermvullende weergave.
Positie-
aanduiding
weergeven
66
Weergavefuncties
Meerdere fotos bekijken (Miniatuurweergave en
Kalenderweergave)
Bedien de zoomknop naar
f
(
h
) in de
weergavestand.
Deze functie toont verschillende foto’s tegelijkertijd,
zodat de gewenste foto makkelijker gevonden kan
worden.
Functies tijdens de miniatuurweergave en kalenderweergave
B Opmerking over kalenderweergave
Foto’s die worden gemaakt terwijl geen cameradatum is ingesteld, worden gemarkeerd als foto’s
gemaakt op “1 januari 2013”.
Functie Bediening Beschrijving
Aantal
weergegeven
foto’s wijzigen
f(h)/ g(i)
Wijzig het aantal weer te geven foto’s (4, 9, 16 en
72 foto’s per scherm).
Als 72 foto’s worden weergegeven, moet de
zoomknop naar f (h) bediend worden om
over te schakelen naar de kalenderweergave.
Wanneer de kalender wordt weergegeven,
bedient u de zoomknop naar g (i) om 72 foto’s
weer te geven.
Een foto of datum
selecteren
Selecteer een foto in de miniatuurweergave.
Selecteer een datum in de kalenderweergave.
Terug naar de
schermvullende
weergave
k
In de miniatuurweergave wordt de
geselecteerde foto in de schermvullende
weergave getoond.
In de kalenderweergave wordt de eerste foto die
op de geselecteerde datum is gemaakt in de
schermvullende weergave getoond.
3
2013 5
12 15
1/
1/
132
132
1 132/
78
1
9101165
13 14 16 17 18
19 20 21 22 23 24
31
25
26 27 28
234
29 30
1/ 132
0004.JPG
0004.JPG
0004.JPG
15:30
15:30
15:30
15/05/2013
15/05/2013
15/05/2013
1010hPa
1010h Pa
1010hPa
15m
15m
15m
Miniatuurweergave van foto
(4, 9, 16 en 72 foto's per scherm)
Schermvullende
weergave
Kalenderweergave
g
(i)
f
(h)
g
(i)
f
(h)
67
Weergavefuncties
Bepaalde soorten foto’s selecteren om weer te geven
De weergavestand kan gewijzigd worden op basis van het soort foto’s dat u wilt
bekijken.
Beschikbare weergavestanden
Wisselen tussen weergavestanden
1 Druk tijdens het bekijken van foto’s
op de c knop.
Het scherm voor selecteren van een
weergavestand (het keuzemenu
weergavestand) wordt weergegeven.
2 Druk op de multi-selector H of I om een
stand te selecteren en druk op de k knop.
Als u Afspelen selecteert, wordt het weergavescherm
weergegeven.
Als u een andere optie dan Afspelen selecteert, ga dan
naar stap 3.
3 Selecteer een album, een categorie of
opnamedatum en druk op de k knop.
h Zie “Stand favoriete beelden” (E5) voor meer
informatie.
F Zie “Stand automatisch sorteren” (E8) voor meer
informatie.
C Zie “Stand sorteren op datum” (E10) voor meer
informatie.
Herhaal de bewerking vanaf stap 1 om opnieuw
favoriete beelden te selecteren, automatisch te
sorteren of te sorteren op datum.
Stand Beschrijving A
c Afspelen
Alle foto’s worden weergegeven zonder fototypen te selecteren.
Als u wisselt van opnamestand naar weergavestand, wordt deze
stand geselecteerd.
30
h Favoriete
beelden
Geef alleen de foto’s weer die zijn toegevoegd aan een album.
Alvorens naar deze stand te wisselen moeten foto’s worden
toegevoegd aan het album (A69, E5).
E5
F
Automatisch
sorteren
De genomen foto’s worden automatisch in categorieën
gesorteerd, zoals portret, landschap en films. Alleen foto’s van
dezelfde categorie worden weergegeven.
E8
C Sorteer op
datum
Alleen foto’s genomen op dezelfde datum worden weergegeven. E10
Automatisch sorteren
Andere onderwerpen
Portretten
Stand automatisch
sorteren
68
Weergavefuncties
Functies die ingesteld kunnen worden met de
d (menu) knop (Weergavestand)
Als foto’s worden bekeken in de schermvullende weergave of miniatuurweergave,
druk dan op de d knop om het weergavemenu in te stellen (A8).
De beschikbare functies verschillen, afhankelijk van de weergavestand.
* Druk in de datumsorteerstand op de d knop in het datumsorteervenster (E10) om
dezelfde instelling te gebruiken voor alle foto’s die op de geselecteerde datum gemaakt
zijn.
Functie Afspelen
Favoriete
beelden
Automatisch
sorteren
Sorteer op
datum
Snel retoucheren (A69) ww w w
D-Lighting (A69) ww w w
Glamour-retouchering (A69) ww w w
Gegevens afdrukken (A69) ww w w
Afdrukopdracht (A69) ww w w*
Diashow (A69) ww ww*
Beveiligen (A69) ww ww*
Beeld draaien (A69) ww w w
Kleine afbeelding (A69) ww w w
Spraakmemo (A69) ww w w
Kopiëren (A69) w –––
Reeksweergaveopties (A69) ww w w
Kies hoofdfoto (A69) ww w w
Favoriete beelden (A69) w ww
Verwijderen uit favor. (A69) w ––
Diashow
Afdrukopdracht
Gegevens afdrukken
Glamour-retouchering
D-Lighting
Snel retoucheren
Beveiligen
0004.JPG0004 .JPG0004.JPG
15:3015:3015:30
15/05/201315/05/2013
132132132
44
15/05/2013
1010hPa1 010h Pa1010hPa
15m15m15m
69
Functies die ingesteld kunnen worden met de d (menu) knop (Weergavestand)
Weergavefuncties
Beschikbare weergavemenu’s
Optie Beschrijving A
Snel retoucheren
1, 2
Maak geretoucheerde foto’s waarin contrast en
verzadiging zijn verhoogd.
E16
D-Lighting
1, 2
Kan worden gebruikt om kopieën te maken met een
verbeterde helderheid en contrast, waardoor donkere
gedeeltes van een foto lichter worden.
E16
Glamour-retouchering
1, 2
Maak de huidtinten zachter en laat gezichten kleiner
lijken met grotere ogen.
E17
Gegevens afdrukken
1, 2
Druk informatie zoals informatie over de hoogtemeter
of het elektronische kompas die is opgenomen tijdens
het fotograferen af op de foto’s.
E18
Afdrukopdracht
3, 4
Als een printer word gebruikt om foto’s af te drukken
die op een geheugenkaart zijn opgeslagen, kan de
printopdrachtfunctie worden gebruikt om te selecteren
welke foto’s afgedrukt moeten worden en hoeveel
afdrukken gemaakt moeten worden.
E50
Diashow
Bekijk de foto’s in het interne geheugen of op een
geheugenkaart in een automatische diashow.
E53
Beveiligen
4
Geselecteerde foto’s en films tegen ongewild wissen
beveiligen.
E54
Beeld draaien
2, 3, 4, 5
Geef aan in welke richting de opgeslagen foto’s in de
weergavestand getoond moeten worden.
E54
Kleine afbeelding
1, 2
Maak een klein beeld van de gemaakte foto. Deze
functie is handig om kopieën te maken voor websites
of emailbijlagen.
E18
Spraakmemo
2
Gebruik de microfoon van de camera om
spraakmemo’s op te nemen en voeg ze als bijlage toe
aan gemaakte foto’s. Spraakmemo’s kunnen ook
afgespeeld of gewist worden.
E55
Kopiëren
4
Kopieer foto’s tussen het interne geheugen en een
geheugenkaart. Deze functie kan ook gebruikt worden
om films te kopiëren.
E56
Reeksweergaveopties
Geef een reeks continu gemaakte foto’s als
afzonderlijke beelden weer of geef alleen de hoofdfoto
van een reeks weer.
E57
Kies hoofdfoto
4
Wijzig de hoofdfoto voor de reeks continu gemaakte
foto’s (Foto’s in een reeks, E11).
Als deze instelling wordt gewijzigd, selecteer dan de
gewenste reeks voordat het menu wordt
weergegeven.
E57
Favoriete beelden
4
Selecteer foto’s en voeg deze toe aan een album. E5
Verwijderen uit favor.
4
Verwijder een foto uit een album. E6
70
Functies die ingesteld kunnen worden met de d (menu) knop (Weergavestand)
Weergavefuncties
1
Deze functie wordt gebruikt om de geselecteerde foto te bewerken en op te slaan als een
apart bestand, naast het originele bestand.
Neem echter in acht dat foto’s genomen met Eenvoudig panorama of 3D-fotografie
niet bewerkt kunnen worden.
Neem ook in acht dat het retoucheren van bewerkte foto’s beperkt is (E14).
2
Deze functie kan niet worden gebruikt voor foto’s in de reeks als alleen de hoofdfoto wordt
weergegeven. Om deze functie te kunnen gebruiken, moet u de k knop indrukken om
afzonderlijke foto’s weer te geven alvorens het menu op te roepen.
3
De functie kan niet worden toegepast op foto’s gemaakt in de onderwerpstand 3D-
fotografie.
4
Selecteer een foto in het fotoselectiescherm. Zie “Scherm gebruiken voor selecteren van
foto’s” (A 71) voor meer informatie.
5
Deze functie kan niet worden gebruikt voor foto’s die zijn bewerkt met Gegevens
afdrukken.
Zie “Foto’s bewerken” (E13) en “Het weergavemenu” (E50) in het
referentiegedeelte voor meer informatie over elke functie.
71
Functies die ingesteld kunnen worden met de d (menu) knop (Weergavestand)
Weergavefuncties
Scherm gebruiken voor selecteren van foto’s
Het fotoselectiescherm wordt weergegeven in de volgende menu’s.
Er kan voor een aantal menu’s slechts één beeld worden geselecteerd, terwijl voor
andere menu-items meerdere beelden tegelijk kunnen worden gekozen.
Volg de onderstaande procedure om beelden te selecteren.
1 Druk op de multi-selector J of K om de
gewenste foto te selecteren.
Bedien de zoomknop naar g (i) om terug te keren
naar de schermvullende weergave of naar f (h) om
6 miniaturen weer te geven.
Voor functies waarbij slechts 1 beeld geselecteerd kan
worden, gaat u verder met stap 3.
2 Druk op H of I om ON of OFF (of het aantal
afdrukken) te selecteren.
Als AAN is geselecteerd, wordt een pictogram
weergegeven op de geselecteerde foto. Herhaal de
stappen 1 en 2 om meerdere foto’s te selecteren.
3 Druk op de k knop om de beeldkeuze toe te passen.
Bij selecties zoals Wis gesel. beeld(en), wordt het bevestigingsvenster
weergegeven. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Functies waarvoor slechts één beeld kan
worden geselecteerd
Functies waarvoor meerdere beelden
tegelijk kunnen worden geselecteerd
Weergavemenu:
Beeld draaien (A69),
Kies hoofdfoto (A69)
Setup-menu:
Selecteer beeld in Welkomstscherm
(A94)
•PictBridge (printer aangesloten):
Afdrukselectie (E22)
Weergavemenu:
Beelden selecteren in Afdrukopdracht
(A69),
Beveiligen (A69),
Geselecteerde beelden in Kopiëren
(A69), Favoriete beelden (E5),
Verwijderen uit favor. (E6)
•PictBridge (printer aangesloten):
Afdrukselectie in Afdrukmenu (E24)
Wis gesel. beeld(en) in Wissen (A31)
ON/OFF
Terug
Wis gesel. beeld(en)
ON/OFF
Terug
Wis gesel. beeld(en)
72
Weergavefuncties
Camera aansluiten op een tv, computer of printer
U kunt meer plezier hebben van foto’s en films door de camera aan te sluiten op
een tv, computer of printer.
Voordat de camera op een extern apparaat wordt aangesloten, moet u
controleren of het batterijniveau voldoende is en moet u de camera uitzetten.
Zie voor informatie over aansluitmethodes en procedures de documentatie die
bij het externe apparaat hoort.
Foto’s op een tv bekijken E20
U kunt foto’s en films die gemaakt zijn met de camera op een tv
bekijken.
Aansluitmethode: Sluit de video- en audiopluggen van de bijgeleverde
AV-kabel EG-CP16 aan op de aansluitingen van de tv. Of sluit een apart
verkrijgbare HDMI-kabel (type D) aan op de HDMI-aansluiting van de tv.
Foto’s bekijken en beheren op een computer A73
Als u foto’s kopieert naar een computer, kunt u foto’s retoucheren,
fotogegevens beheren en foto’s en films bekijken en afspelen.
Aansluitmethode: Sluit de camera aan op de USB-aansluiting van de
computer met de bijgeleverde USB-kabel UC-E16.
Installeer eerst ViewNX 2 op de computer met behulp van de
meegeleverde ViewNX 2 cd-rom, voordat u de camera op een
computer aansluit. Zie A75 voor meer informatie over de
meegeleverde ViewNX 2 cd-rom en het kopiëren van beelden naar
een computer.
Foto’s afdrukken zonder computer E22
Als u de camera op een PictBridge-compatibele printer aansluit, kunt u
foto’s afdrukken zonder een computer te gebruiken.
Aansluitmethode: Sluit de camera rechtstreeks op de USB-aansluiting
van de printer aan met de bijgeleverde USB-kabel.
USB/audio/video-aansluiting
HDMI-micro-aansluiting (type D)
Het deksel van het
batterijvak/de kaartsleuf
openen (A16)
Steek de stekker recht
in het apparaat.
73
Weergavefuncties
ViewNX 2 gebruiken
ViewNX 2 is een alles-in-één softwarepakket waarmee u foto’s kunnen kopiëren,
bekijken, bewerken en delen.
Installeer ViewNX 2 met behulp van de ViewNX 2 cd-rom.
Installeren van ViewNX 2
Een internetaansluiting is vereist.
Compatibele besturingssystemen
Windows
Windows 8, Windows 7, Windows Vista, Windows XP
Macintosh
Mac OS X 10.6, 10.7, 10.8
Raadpleeg de Nikon website voor de meest recente informatie over compatibele
besturingssystemen.
1 Start de computer op en plaats de ViewNX 2 cd-rom in het
cdromstation.
Windows: Als er in het venster instructies voor het gebruik van de CD-ROM worden
weergegeven, volg deze instructies dan om doro te gaan naar het installatievenster.
Mac OS: Als het ViewNX 2 venster verschijnt, moet u dubbelklikken op het Welcome
pictogram.
Uw toolbox voor beeldbewerking ViewNX 2™
74
ViewNX 2 gebruiken
Weergavefuncties
2 Kies een taal in het taalkeuzedialoogvenster om het installatievenster
te openen.
Als de gewenste taal niet beschikbaar is, kunt u op Regiokeuze klikken om een
andere regio en vervolgens de gewenste taal te kiezen (de Regiokeuze knop is niet
beschikbaar in de Europese versie).
Klik op Volgende om het installatiescherm weer te geven.
3 Start het installatieprogramma.
Wij raden u aan om op Installatiehandleiding in het installatievenster te klikken om
de helpinformatie over de installatie en de systeemeisen te raadplegen voordat u
ViewNX 2 installeert.
Klik op Standaardinstallatie (aanbevolen) in het installatievenster.
4 Download de software.
Zodra het Software Download scherm wordt weergegeven, klik op Akkoord -
Begin met downloaden.
Volg de aanwijzingen op het scherm om de software te installeren.
5 Verlaat het installatieprogramma als het eindscherm voor installatie
verschijnt.
Windows: Klik op Ja.
Mac OS: Klik op OK.
De volgende software wordt geïnstalleerd:
ViewNX 2 (bestaat uit de drie onderstaande modules)
- Nikon Transfer 2: Voor het kopiëren van foto’s naar een computer
- ViewNX 2: Voor het bekijken, bewerken en afdrukken van foto’s
- Nikon Movie Editor: Voor de standaard bewerking van overgespeelde films
Panorama Maker (voor het maken van een enkel panormabeeld van een landschap
enz. uit een aantal beelden die allemaal een afzonderlijk deel van het onderwerp
hebben vastgelegd)
6 Verwijder de ViewNX 2 cd-rom uit het cd-romstation.
75
ViewNX 2 gebruiken
Weergavefuncties
Foto’s naar een computer kopiëren
1 Kies hoe foto’s naar een computer gekopieerd worden.
Kies van de onderstaande methodes:
Rechtstreekse USB-aansluiting: Schakel de camera uit en zorg dat de
geheugenkaart in de camera zit. Sluit de camera aan op de computer met de
bijgeleverde USB-kabel en zet de camera aan.
Verwijder voordat de camera op de computer wordt aangesloten eerst de
geheugenkaart uit de camera om de foto’s in het interne geheugen van de camera te
kopiëren.
SD-kaartsleuf: Als uw computer een SD-kaartsleuf heeft, kan de kaart rechtstreeks in
de sleuf geplaatst worden.
SD-kaartlezer: Sluit een kaartlezer (apart verkrijgbaar bij derden) aan op de
computer en plaats de geheugenkaart in de lezer.
Als een bericht verschijnt met de vraag om een programma te kiezen, selecteer dan
Nikon Transfer 2.
Voor Windows 7
Als het dialoogvenster rechts verschijnt,
moet u de onderstaande stappen volgen
om Nikon Transfer 2 te selecteren.
1 Klik onder Afbeeldingen en video’s
importeren op Ander programma.
Er verschijnt Een programmakeuze-
dialoogvenster Bestand importeren met Nikon Transfer 2 en klik op OK.
2 Dubbelklik op Bestand importeren.
Als de geheugenkaart een groot aantal foto’s bevat, kan het even duren voordat Nikon
Transfer 2 wordt opgestart. Wacht totdat Nikon Transfer 2 is opgestart.
B De USB-kabel aansluiten
De verbinding wordt mogelijk niet herkend als de camera via een USB-hub op de computer is
aangesloten.
AW11 0
AW110
AW110
76
ViewNX 2 gebruiken
Weergavefuncties
2 Kopieer de foto’s naar de computer.
Bevestig dat de naam van de aangesloten camera of verwisselbare schijf wordt
aangeduid als de “Bron” op de titelbalk “Opties” van Nikon Transfer 2 (
1
).
Klik op Overspelen starten (
2
).
Als de standaardinstellingen zijn ingesteld, worden alle foto’s op de geheugenkaart
naar de computer gekopieerd.
3 Verbreek de verbinding.
Als de camera is aangesloten op de computer, moet de camera uitgezet worden en
de USB-kabel losgetrokken worden.
Als u een kaartlezer of kaartsleuf gebruikt, moet u de juiste optie kiezen in het
besturingssysteem van de computer om de verwisselbare schijf te verwijderen die bij
de geheugenkaart hoort en vervolgens moet u de kaart uit de kaartlezer of kaartsleuf
verwijderen.
Foto’s bekijken
Start ViewNX 2.
Foto’s worden weergegeven in ViewNX 2 als het
kopiëren voltooid is.
Raadpleeg de on-line helpfunctie voor meer
informatie over het gebruik van ViewNX 2.
C ViewNX 2 handmatig starten
•Windows: Dubbelklik op de ViewNX 2 snelkoppeling op het bureaublad.
•Mac OS: Klik op het ViewNX 2 pictogram op het bureaublad.
AW11 0
1
2
77
Films opnemen en afspelen
Films opnemen en afspelen
Films opnemen
U kunt films opnemen door gewoon op de b (e filmopname) knop te drukken.
Kleurtinten, witbalans en andere instellingen zijn hetzelfde als bij het maken van
foto’s.
1 Zet de camera aan en ga naar het
opnamescherm.
Het pictogram voor de filmopties duidt het
opgenomen filmtype aan (A80).
Bij het opnemen van films is de beeldhoek (d.w.z. het
zichtbare deel in het beeld) kleiner dan bij foto’s. Als
Foto-informatie (A94) is ingesteld op
Filmbeeld+autom. info kunt u het zichtbare deel in
het beeld controleren voordat de filmopname wordt
gestart.
* De maximale filmduur die op de afbeelding te zien
is, verschilt van de werkelijke waarde.
2 Druk op de b (e filmopname) knop
om de filmopname te starten.
De camera stelt scherp op het onderwerp in
het midden van het beeld. Scherpstelvelden
worden tijdens de opname niet
weergegeven.
Zie “Scherpstelling en belichting tijdens
filmopname” (A 78) voor meer informatie.
De bij benadering resterende filmduur wordt
weergegeven op de monitor. Als geen geheugenkaart
is geplaatst, wordt C weergegeven en wordt de film in
het interne geheugen opgeslagen.
De opname stopt automatisch zodra de max. filmduur
is opgenomen.
3 Druk nogmaals op de b (e filmopname) knop om de opname te
beëindigen.
C Actiecontrole
Als u drukt op de V (actie) knop, kunnen films worden opgenomen met de actiecontrole (A7).
29m 0s
29m 0s
29m 0s
970
970
970
1010hPa
1010hPa
1010hPa
15m
15m
15m
Filmoptie
Maximale filmduur*
7m23s
7m23s
7m23s
78
Films opnemen
Films opnemen en afspelen
Scherpstelling en belichting tijdens filmopname
De scherpstelling kan tijdens filmopname op de volgende manier worden
aangepast in overeenstemming met de Autofocus-stand (A80) instelling
van het filmmenu.
- A Enkelvoudige AF (standaardinstelling): De scherpstelling is
vergrendeld als op de b (e filmopname) knop wordt gedrukt om de
filmopname te starten.
- B Fulltime-AF: De scherpstelling wordt zelfs tijdens filmopname
herhaaldelijk aangepast.
Het is mogelijk dat autofocus niet werkt zoals verwacht (A64). Mocht dit het
geval zijn, probeer dan
Autofocus-stand
in het filmmenu in te stellen op
A Enkelvoudige AF (standaard instelling) en vervolgens
scherpstelvergrendeling (A63) te gebruiken om op te nemen.
B Opmerkingen over zoom gebruiken tijdens filmopname
De zoomaanduiding wordt tijdens filmopname niet weergegeven.
Wanneer de digitale zoom wordt gebruikt, neemt de beeldkwaliteit af.
Als u een filmopname gaat maken zonder gebruik te maken van digitale zoom en tijdens de
opname de zoomknop in de richting van g (i) blijft bedienen, zal tot maximaal de optische
zoomfactor worden ingezoomd. Verwijder uw vinger van de zoomknop en bedien deze
vervolgens weer naar g (i) om digitale zoom te activeren. Wanneer de filmopname wordt
beëindigd, wordt de digitale zoom geannuleerd.
B Opmerking over foto’s maken en films opnemen
De aanduiding voor het aantal resterende foto’s of de aanduiding voor de maximale filmduur terwijl
er foto’s worden gemaakt of een film wordt opgenomen. Open het deksel van het batterijvak/de
kaartsleuf niet en verwijder de batterij of geheugenkaart niet terwijl er een aanduiding
knippert. Gebeurt dit wel, dan kunnen gegevens verloren gaan, of de camera of geheugenkaart
beschadigd raken.
79
Films opnemen
Films opnemen en afspelen
B Opmerkingen bij films opnemen
Wanneer een film wordt opgeslagen op een geheugenkaart, wordt een geheugenkaart
aanbevolen met een SD snelheidsklasse van “Class 6” of hoger (A19). Wanneer de
overdrachtsnelheid van de kaart te langzaam is, kan de filmopname plotseling worden
onderbroken.
Geluiden van de zoomregeling, zoom, autofocus, vibratiereductie of diafragmaregeling als de
helderheid wijzigt, kunnen worden opgenomen.
De volgende zaken kunnen tijdens het opnemen van films op het monitorscherm zichtbaar zijn.
Deze verschijnselen worden opgeslagen in de opgenomen films.
- Er kunnen strepen optreden in beelden die zijn bij tl-lampen, kwikdamplampen of
natriumlampen
- Onderwerpen die snel door het beeld bewegen, bijvoorbeeld treinen of auto’s, kunnen vervormd
worden weergegeven
- Het gehele filmbeeld kan vervormd worden weergegeven wanneer de camera wordt bewogen
- Verlichting of andere lichte plekken kunnen resterende beelden achterlaten wanneer de camera
wordt bewogen
B Opmerkingen over de temperatuur van de camera
Het is mogelijk dat de camera warm wordt tijdens het opnemen van films gedurende een langere
tijd resp. bij gebruik van de camera in een warme omgeving.
Als de temperatuur in de camera extreem hoog wordt tijdens het opnemen van een film, kan de
opname automatisch stoppen om interne beschadiging van de camera te voorkomen. De
melding “De camera wordt uitgeschakeld om oververhitting te voorkomen.” en een
aftelaanduiding van 10 seconden (B10s) worden op de monitor weergegeven tot de camera
automatisch stopt met opnemen en wordt uitgeschakeld wanneer automatisch wordt gestopt
met opnemen.
Laat de camera uitgeschakeld totdat de binnenkant van de camera is afgekoeld en schakel de
camera dan weer in.
C Beschikbare functies in films opnemen
De belichtingscorrectie en Witbalans instellingen in de opnamestand (A58) worden ook
toegepast bij filmopname.
Als de macro-stand ingeschakeld is, kunnen films of onderwerpen dichter bij de camera worden
opgenomen. Bevestig de instellingen voordat de filmopname wordt gestart.
De zelfontspanner (A52) kan gebruikt worden. Als de zelfontspanner is ingesteld en de
b (e filmopname) knop ingedrukt wordt, dan start de camera de filmopname na 10 of
2seconden.
De flitser treedt niet in werking.
Druk op de d knop voordat de filmopname wordt gestart om het e (film) pictogram weer te
geven en selecteer de instellingen in het filmmenu (A80).
C HS (high speed)-films opnemen
Als Filmopties (A80) in het filmmenu is ingesteld op k HS 240/8×, h HS 480/4×,
i HS720/2× of j HS 1080/0,5×, kunnen films worden opgenomen die in slow motion of
fast motion kunnen worden weergegeven.
C Meer informatie
Zie “Maximale filmduur” (E46) voor meer informatie.
Zie “Bestands- en mapnamen” (E94) voor meer informatie.
80
Films opnemen en afspelen
Functies die ingesteld kunnen worden met de
d (Menu) knop (filmmenu)
Druk op de d knop op het opnamescherm om het
menuscherm weer te geven en selecteer het
D menupictogram om de volgende opties op het
filmmenu in te stellen.
Beschikbaar filmmenu
C Meer informatie
Zie “Basismenufuncties” (A 8) voor meer informatie.
Geef het opnamescherm weer M d knop M e menupictogram (A9)
Optie Beschrijving A
Filmopties
Selecteer het filmtype dat wordt opgenomen.
De camera kan films opnemen op normale snelheid en op
hoge snelheid (HS), die vertraagd of versneld kunnen worden
weergegeven. De standaardinstelling is d 1080P/30p.
E44
Openen met
HS-beelden
Wanneer HS-fillmopname is geselecteerd onder Filmopties,
selecteer dan of vanaf het begin de opname al dan niet HS-
films moeten worden gemaakt. De standaardinstelling is Aan.
Wanneer Uit is geselecteerd, worden vanaf het begin van de
opname films op normale snelheid gemaakt. Wanneer de
k knop tijdens de opname wordt ingedrukt, dan wordt op
HS-filmopname overgeschakeld.
E48
Autofocus-stand
Kies hoe de camera bij het opnemen van films op normale
snelheid moet scherpstellen.
U kunt kiezen uit Enkelvoudige AF (standaardinstelling)
waarbij de scherpstelling is vergrendeld als de filmopname
begint of Fulltime-AF waarbij de camera continu scherpstelt
tijdens de filmopname.
Als Fulltime-AF is geselecteerd, kan het geluid van de
scherpstelling te horen zijn tijdens de opname. Als u niet wilt
dat het geluid van de scherpstelling wordt opgenomen, moet
u Enkelvoudige AF kiezen.
E48
Filmlicht
Als Aan is geselecteerd, schakel dan het filmlicht voor het
maken van opnames op donkere plaatsen in. De
standaardinstelling is Uit.
E49
Windruisreductie
Stel in of windruis van de microfoon wel of niet onderdrukt
moeten worden tijdens de opname. Tijdens het afspelen zijn
niet alleen de windruis, maar ook andere geluiden moeilijk te
horen. De standaardinstelling is Uit.
E49
Windruisreductie
Filmlicht
Autofocus-stand
Openen met HS-beelden
Filmopties
81
Films opnemen en afspelen
Films afspelen
1 Druk op de c (weergave) knop om de
weergavestand te kiezen.
Druk op de multi-selector om een film te selecteren.
Films zijn te herkennen aan het pictogram voor
filmopties (A80).
2 Druk op de k knop om een film af te spelen.
Beschikbare functies tijdens het afspelen van
een film
Boven in de monitor worden bedieningsknoppen
weergegeven.
Druk op J of K van de multi-selector om een
pictogram van een afspeelknop te selecteren en druk
op de k knop om de volgende functies uit te voeren.
Gebruik als u een film wilt wissen de schermvullende weergave (A30) of de
miniatuurweergave (A66) om een film te selecteren en druk vervolgens op de
l knop (A31).
Volume instellen
Bedien de zoomknop g/f (A2) tijdens het afspelen.
Functie Knop Beschrijving
Terugspoelen A
De film wordt teruggespoeld zolang u de k knop ingedrukt
houdt.
Vooruitspoelen B
De film wordt teruggespoeld zolang u de k knop ingedrukt
houdt.
Pauze E
In de pauzestand kunt u de volgende functies uitvoeren met de
bedieningsknoppen aan de bovenzijde van de monitor.
C
Film één beeld terugspoelen. Houd de k knop
ingedrukt om continu terug te spoelen.
D
Film één beeld vooruitspoelen. Houd de k knop
ingedrukt om continu vooruit te spoelen.
I
Alleen de gewenste delen uit de film knippen en deze
opslaan (E27).
F Afspelen hervatten.
Stoppen G Terug naar de schermvullende weergave.
22m16s
22m16s
0004.MOV
0004.MOV
15:30
15:30
15:30
0004.MOV
22m16s
15/05/2013
7m42s7m42s7m42s
Tijdens
afspelen
Volume-
aanduiding
Pauzeren
82
GPS gebruiken/kaarten weergeven
GPS gebruiken/kaarten weergeven
GPS-gegevensopname starten
Het ingebouwde GPS-systeem van de camera ontvangt signalen van GPS-
satellieten en herkent de actuele tijd en positie.
De positie-informatie (breedtegraad en lengtegraad) kan worden opgenomen op
de foto’s die gemaakt worden.
GPS-functies inschakelen
Stel Tijdzone en datum (A94) correct in voordat de GPS-functie gebruikt
wordt.
1 Gebruik de multi-selector om GPS-geg.
opnemen te selecteren en druk op de
k knop.
2 Selecteer Aan en druk op de k knop.
Zodra signalen worden ontvangen van de GPS-
satellieten, begint de positionering.
De standaardinstelling is Uit.
3 Druk op de d knop.
De camera keert terug naar de opnamestand.
Bedien in de open lucht als er met het ontvangen van signalen vanaf GPS-satellieten
begonnen wordt.
Druk op de d knop M z (GPS-opties) menusymbool (A9) M GPS-opties
GPS-gegevens wissen
A-GPS-best. bijwerken
GPS-geg. opnemen
GPS-opties
Uit
Aan
GPS-geg. opnemen
83
GPS-gegevensopname starten
GPS gebruiken/kaarten weergeven
B Opmerkingen over GPS
Lees voordat u de GPS-functies gebruikt “Opmerkingen over GPS-functies”, “<Belangrijk> Schok-,
water- en stofbestendigheid, condens, GPS” (Axvi).
Het duurt enkele minuten om de positie-informatie te verkrijgen wanneer de positionering voor
het eerst wordt uitgevoerd of in een situatie waarin positiebepaling niet mogelijk is gedurende
een langere periode of direct na het vervangen van de batterij.
De posities van de GPS-satellieten veranderen voortdurend.
U kunt de positie mogelijk niet bepalen of dit duurt enige tijd afhankelijk van uw locatie en het
tijdstip.
Voor het gebruik van de GPS-functie dient de camera zo veel mogelijk in de open lucht gebruikt te
worden met slechts een paar obstakels in de lucht.
De signaalontvangst verloopt soepeler als de GPS-antenne (A1) omhoog gericht is.
De volgende locaties die signalen blokkeren of reflecteren, kunnen resulteren in een mislukte of
onnauwkeurige positionering.
- In gebouwen of ondergrondse locaties
- Tussen hoge gebouwen
- Onder bruggen
-In tunnels
- Bij hoogspanningskabels
- Tussen een groep bomen
-Onderwater
Het gebruik van een mobiele telefoon op een 1,5 GHz band in de buurt van deze camera kan de
positionering verstoren.
Als u deze camera met u meedraagt tijdens de positionering, plaats deze dan niet in een metalen
behuizing.
De positionering kan niet worden uitgevoerd als de camera wordt afgedekt met metalen
materialen.
Als er een aanzienlijk verschil in de signalen van de GPS-satellieten is, kan dit resulteren in een
afwijking van honderden meters.
Neem uw omgeving in acht bij de positionering.
De opnamedatum en -tijd die worden weergegeven tijdens afspelen van foto’s worden bepaald
door de interne klok van de camera tijdens opname.
De tijd die wordt verkregen door de positie-informatie en op foto’s wordt opgenomen, wordt niet
op de camera weergegeven.
De positie-informatie voor het eerste beeld wordt opgenomen op een reeks foto’s die zijn
gemaakt met continu-opname.
B Leegraken van batterij tijdens opnemen van GPS-gegevens en log
opnemen
Als GPS-gev. opnemen is ingesteld op Aan, blijven de GPS-functies continu werken met het
opgegeven interval gedurende ca. 6 uur, zelfs nadat de camera uitgezet is. Ook blijven de GPS-
functies en log opnemen continu werken terwijl logs worden opgenomen (A89) zelfs nadat de
camera uitgezet is.
Als GPS-geg. opnemen is ingesteld op Aan of tijdens het opnemen van logs raakt de batterij
eerder leeg dan normaal. Controleer het batterijniveau met name wanneer de camera hoogtelog
of waterdieptelog opneemt.
84
GPS-gegevensopname starten
GPS gebruiken/kaarten weergeven
C GPS-ontvangstaanduiding en informatie bezienswaardigheid (POI)
De GPS-ontvangst kan op het weergavescherm gecontroleerd
worden.
-
n: De signalen worden ontvangen van vier of meer
satellieten en de positiebepaling wordt uitgevoerd.
De positie-informatie wordt op de foto opgenomen.
-
o: De signalen worden ontvangen van drie satellieten en de
positiebepaling wordt uitgevoerd. De positie-informatie
wordt op de foto opgenomen.
-z: De signalen worden ontvangen van de satellieten, maar
positionering is niet mogelijk. De positie-informatie wordt niet
op de foto opgenomen.
-y: De signalen kunnen niet van de satellieten worden
ontvangen en positionering is niet mogelijk. De positie-
informatie wordt niet op de foto opgenomen.
POI-informatie is locatienaaminformatie voor de dichtstbijzijnde herkenningspunten (faciliteiten)
en andere gegevens.
-Als POI weergeven in Points of interest (POI) van het GPS-opties menu (A88) is ingesteld
op Aan, wordt locatienaaminformatie van de dichtstbijzijnde locatie weergegeven bij de
opname.
-Als POI inbedden is ingesteld op Aan, kan de locatienaaminformatie worden opgenomen op
de foto tijdens opname.
-Als de locatienaaminformatie tijdens fotograferen is opgenomen op de foto, wordt deze
informatie weergegeven wanneer POI weergeven is ingesteld op Aan tijdens weergave.
Er kan “----” voor de locatienaaminformatie weergegeven worden afhankelijk van het
instellingsniveau in Detailleringsniveau van Points of interest (POI). Mogelijk zijn ook
bepaalde namen van herkenningspunten niet geregistreerd of kan de naam van het
herkenningspunt afwijken.
C GPS-gegevens onder water opnemen
Als u tijdens het verkrijgen van de positie-informatie Onder water
onderwerpstand of G (eenvoudige auto) selecteert en de camera
vervolgens onder water gebruikt, wordt het rechter scherm
weergegeven.
Selecteer Ja en druk op de k knop. De positie-informatie die is
verkregen voor het maken van foto’s onder water wordt
opgenomen op de onder water te maken foto’s.
C Foto’s met positie-informatie
Het z symbool wordt weergegeven tijdens de weergave van foto’s met positie-informatie
(A12).
De positie-informatie die op een foto opgenomen is, kan met ViewNX 2 op een kaart worden
gecontroleerd nadat de foto op een computer gekopieerd is (A73).
De daadwerkelijke plaats van opname kan afwijken van de GPS-informatie die op de
afbeeldingsbestanden is opgenomen door de nauwkeurigheid van de verkregen positie-
informatie en een verschil in het gebruikte geodesiesysteem.
De op foto’s opgenomen positie-informatie en POI-informatie kan worden gewist met
GPS-gegevens wissen in GPS-opties (A88). De gewiste informatie kan niet worden hersteld.
1010hPa1010hPa1010hPa
15m15 m15m
29m 0s29m 0s29m 0s
970970970
GPS-ontvangst
Informatie locatienaam
(POI-informatie)
Nee
Ja
bovenkomt.
opname geregistreerd tot u weer
Deze gegevens worden bij elke
verkregen GPS-gegevens gebruiken?
Wilt u de laatst voor het duiken
Onder water
85
GPS gebruiken/kaarten weergeven
Kaarten weergeven
De huidige positie of opnamelocatie kan op het
scherm worden weergegeven met behulp van de
interne kaartinformatie van de camera.
Druk voor het weergeven van de kaart op de U (kaart)
knop in de opnamestand of de weergavestand.
In de opnamemodus
Om de huidige positie op het scherm weer te
geven, drukt u op de U (kaart) knop in de
opnamestand als GPS-geg. opnemen in
GPS-opties van het GPS-opties menu is ingesteld
op Aan.
Voor het weergeven van de huidige positie
moet vooraf de positie-informatie verkregen
worden.
Gebruik de zoomknop (f (h)/g (i)) om de
schaal van de kaart aan te passen.
Druk op de multi-selector H, I, J of K om de
kaartweergave te verplaatsen.
B Kaartweergave
De kaartweergave kan niet gedraaid worden. Alleen de weergave noord boven (de bovenzijde van
het scherm duidt het noorden aan) is beschikbaar.
De schaal van de kaartweergave varieert afhankelijk van het land waarin de kaart wordt
weergegeven.
Als in de opnamestand GPS-geg. opnemen in GPS-opties van het GPS-opties menu is ingesteld
op Uit of wanneer positionering niet kon worden uitgevoerd, wordt een wereldkaart gecentreerd
op de regio die is ingesteld in de Tijdzone van Tijdzone en datum in het setup-menu (A94)
weergegeven.
C Actiecontrole
Als de V (actie) knop wordt ingedrukt, kan de huidige locatie worden weergegeven op een kaart via
actiecontrole (A7).
500m
Schaal
GPS-ontvangst
Huidige
positie
Informatie
locatienaam (A84)
86
Kaarten weergeven
GPS gebruiken/kaarten weergeven
In de weergavemodus
Als er een foto met z in de schermvullende
weergave wordt geselecteerd en de U (kaart)
knop wordt ingedrukt, dan wordt de
opnamelocatie op het scherm weergegeven.
Om de kaart en de opnamelocatie weer te
geven, moet de positie-informatie op het
weergegeven beeld zijn opgeslagen.
Gebruik de zoomknop (f (h)/g (i)) om de
schaal van de kaart aan te passen.
Druk op de multi-selector H, I, J of K om de
kaartweergave te verplaatsen.
Als de k knop wordt ingedrukt, kan een andere foto geselecteerd worden.
Alleen foto’s met de opgenomen positie-informatie worden in de
miniatuurweergave weergegeven.
Als u foto’s weergeeft die zijn genomen terwijl de hoogtelog of de
waterdieptelog is opgenomen via Log aanmaken (A89) en als de k knop is
ingedrukt, wordt de grafiek van de hoogtelog of de waterdieptelog (E67)
weergegeven.
De opnamelocatie en globaal de richting worden
aangeduid door
C op de kaart (C duidt het
noorden aan) en de geselecteerde foto wordt geel
gemarkeerd.
Druk op de multi-selector J of K om de foto te
selecteren.
Bedien de zoomknop naar g (i) om de foto te
vergroten. Bedien de zoomknop naar f (h) om
terug te keren naar de kaartweergave.
500m
Schaal
Informatie locatienaam (A84)
500m
500m
m / time
0 10 20 30 40 50 60
20
40
60
80
100
0
Kaartweergave Kaartweergave
(als de stand miniatuurweergave
is geselecteerd)
Hoogtelog of
waterdieptelog
Grafiek weergeven
Opnamelocatie
en richting
Miniatuurweergave
500m
87
GPS gebruiken/kaarten weergeven
Hoogtemeter en dieptemeter weergeven
U kunt de hoogte of waterdiepte en de atmosferische druk van de huidige locatie
weergeven op het scherm en de weergegeven waarde opnemen op de te maken
foto’s.
Gebruik
Hoogte-/dieptecorrectie
in het GPS-optiemenu om de data vooraf te
corrigeren. Zet de data op 0 m op het wateroppervlak alvorens de camera
onder water te gebruiken. U kunt een nauwkeurigere hoogte of waterdiepte
weergeven wanneer de data regelmatig wordt aangepast. Als de hoogte of de
waterdiepte wordt gecorrigeerd, wordt i weergegeven naast de hoogte of de
waterdiepte.
De hoogte of de waterdiepte en de atmosferische
druk worden altijd weergegeven.
De hoogtemeter of dieptemeter wordt
weergegeven wanneer de Hoogte-/
dieptemeter instelling van Hoogte-/
diepteopties in het GPS-opties menu (A88) is
ingesteld op Aan (standaardinstelling).
De dieptemeter en de waterdiepte worden
weergegeven wanneer u Onder water
onderwerpstand of G (eenvoudige auto)
selecteert en vervolgens de camera onder water
gebruikt.
Het weergavebereik van de hoogtemeter en de hoogte is -300 m tot +4.500 m.
Het weergavebereik van de dieptemeter en de waterdiepte is 0 m tot 20 m.
B Opmerkinge over hoogtemeter en dieptemeter
Gebruik de hoogtemeter of de dieptemeter in deze camera niet voor gespecialiseerde
toepassingen zoals bergbeklimmen of duiken onder water. De weergegeven informatie is alleen
bedoeld als algemene richtlijn.
Aangezien de hoogte wordt gemeten met behulp van de interne barometer van de camera,
wordt de data onder sommige klimaatomstandigheden wellicht niet correct weergegeven.
Als Hoogte-/dieptemeter is ingesteld op Aan worden de hoogtemeter of de dieptemeter en de
atmosferische druk weergegeven zelfs als Info verbergen is geselecteerd voor Foto-informatie
in Monitorinstellingen van het setup-menu (A94).
Als de camera niet wordt gebruikt voor fotograferen onder water als Onder water
onderwerpstand is geselecteerd, is de dieptemeterweergave vast ingesteld op 0 m.
Als de waterdiepte meer is dan 15 m, wordt de dieptemeterweergave oranje. Als de waterdiepte
meer is dan 18 m, wordt de dieptemeterweergave rood.
C Hoogtelog en waterdieptelog
Als Log aanmaken in het GPS-opties menu is geselecteerd, wordt de hoogte- of waterdiepte-
informatie opgenomen op het gespecificeerde interval. U kunt de opgenomen hoogte- of
waterdieptelogs weergeven met Log weergeven om uw reisroute te controleren.
C Meer informatie
Zie “Gegevensafdruk: Afdrukken van informatie zoals hoogte en richting gemeten door het
elektronische kompas op foto’s” (A69, E18) voor meer informatie.
1010hPa
1010hPa
1010hPa
15m
15m
15m
29m 0s
29m 0s
29m 0s
970
970
970
40
10
0
-10
30
20
Atmosferische
druk
Hoogte of
waterdiepte
Hoogtemeter of dieptemeter
88
GPS gebruiken/kaarten weergeven
Functies die ingesteld kunnen worden met de
d (Menu) knop (GPS-opties menu)
Selecteer vanuit het menuscherm het z menusymbool
voor weergave van het GPS-opties menu waarna u de
volgende instellingen kunt wijzigen.
Het GPS-opties menu kan tevens worden
weergegeven door te drukken op de d knop
terwijl de kaart wordt weergegeven.
Beschikbaar GPS-opties menu
Druk op de d knop M z (GPS-opties) menusymbool (A9)
Optie Beschrijving A
GPS-opties
GPS-geg. opnemen: Indien ingesteld op Aan, worden
signalen van de GPS-satellieten ontvangen en begint de
positionering (A82). De standaardinstelling is Uit.
A-GPS-best. bijwerken: Voor het updaten van het A-GPS
(assist GPS) bestand wordt een geheugenkaart gebruikt. Door
gebruik te maken van het meest recente A-GPS bestand kan
de tijd voor het volgen van de positie-informatie worden
ingekort.
Download het meest recente A-GPS bestand van de
onderstaande website en gebruik dit om het bestand te
updaten.
http://nikonimglib.com/agps3/
GPS-gegevens wissen: De positie-informatie en de POI-
informatie die is opgenomen op foto’s wordt gewist.
E58
Afstandseenheden
Voor de afstandeenheden van de kaartweergave kan gekozen
worden uit km (m) (kilometers, meters) (standaardinstelling)
of mi (yd) (mijlen, yards).
E59
Afstand berekenen
Bereken de afstand van de actuele locatie tot de
opnamelocatie van het beeld (alleen als GPS-geg. opnemen
of GPS-opties van het GPS-opties menu is ingesteld op Aan)
of tussen opnamelocaties (alleen in weergavestand).
E60
Log weergeven
Log aanmaken
Points of interest (POI)
Afstand berekenen
Afstandseenheden
Synchroniseren
GPS-opties
89
Functies die ingesteld kunnen worden met de d (Menu) knop (GPS-opties menu)
GPS gebruiken/kaarten weergeven
Points of interest
(POI)
Maak de instellingen voor de POI (bezienswaardigheden,
informatie locatienaam).
POI inbedden: Indien ingesteld op Aan, wordt de informatie
m.b.t. de locatienaam opgeslagen op de foto’s die gemaakt
worden. De standaardinstelling is Uit.
POI weergeven: Indien ingesteld op Aan, wordt de
informatie m.b.t. de locatienaam weergegeven op het
opnamescherm of weergavescherm. Als POI inbedden is
ingesteld op Aan en een foto wordt gemaakt, wordt de
locatienaaminformatie voor de foto op het weergavescherm
weergegeven. De standaardinstelling is Uit.
Detailleringsniveau: Stel het weergaveniveau van de
informatie m.b.t. de locatienaam in. Een hoger
weergaveniveau toont nauwkeurige regio-informatie en een
lager weergaveniveau toont regio-informatie voor een groter
gebied (zoals landnamen).
POI bewerken: Het niveau van de informatie m.b.t. de
locatienaam die op de foto wordt weergegeven, kan gewijzigd
worden en de regio-informatie kan gewist worden.
E61
Log aanmaken
Wanneer het opnemen van een log wordt gestart, worden de
gemeten positie-informatie en de hoogte- of waterdiepte-
informatie opgenomen op het interval dat is ingesteld voor
Loginterval tot een vooraf instelde tijd is bereikt.
Stel GPS-geg. opnemen in GPS-opties van het GPS-
opties menu in op Aan om de positie-informatie op te
nemen.
Selecteer Alle logs beëindigen, GPS-log beëindigen of
Dieptelog beëindigen en sla de opgenomen
loggegevens op een geheugenkaart op.
E62
Log weergeven
Selecteer Log aanmaken en Alle logs beëindigen, GPS-log
beëindigen of Dieptelog beëindigen om de op de
geheugenkaart opgeslagen loggegevens te controleren of te
wissen.
GPS-logs: Selecteer een log en druk op de k knop om
opgenomen loggegevens van positie-informatie weer te
geven op de kaart om reisroutes te controleren.
Hoogte-/dieptelogs: Selecteer een log en druk op de
k knop om opgenomen loggegevens van hoogte- of
waterdiepte-informatie weer te geven in de grafiek om
reisroutes te controleren.
Om loggegevens te wissen, selecteert u deze en drukt u
op l.
E64
Synchroniseren
De signalen van de GPS-satellieten worden gebruikt om de
datum en tijd van de interne cameraklok in te stellen (alleen als
GPS-geg. opnemen in GPS-opties van het GPS-opties menu
is ingesteld op Aan).
E65
Optie Beschrijving A
90
Functies die ingesteld kunnen worden met de d (Menu) knop (GPS-opties menu)
GPS gebruiken/kaarten weergeven
Elektronisch
kompas
Kompasweergave: Indien ingesteld op Aan, wordt de
richting waarin de kamera wijst op het opnamescherm
weergegeven. Wanneer de monitor naar boven gericht is,
schakelt de aanduiding van het compas over op een
cirkelkompas met een rode pijl die het noorden aanduidt. De
standaardinstelling is Uit.
Kompascorrectie: Corrigeer het kompas als de richting van
het kompas niet correct wordt weergegeven. Zwaai de camera
dan in de vorm van een acht in de lucht rond terwijl u uw pols
draait om de camera vooruit en achteruit, op en neer en heen
en weer te bewegen.
E66
Hoogte-/
diepteopties
Hoogte-/dieptemeter: De hoogte- of dieptemeter wordt
weergegeven op het opnamescherm (A10). De standaard-
instelling is Aan.
Hoogte-/dieptecorrectie: De hoogte- of waterdieptewaarde
wordt gecompenseerd.
Hoogte-/diepte-eenheden: Stel de afstandeenheid voor het
weergeven van hoogte of waterdiepte in op “m (meters)”
(standaardinstelling) of “ft (feet).”
E67
Optie Beschrijving A
91
De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie gebruiken
De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie gebruiken
Functies die met behulp van Wi-Fi kunnen worden uitgevoerd
U kunt de volgende functies uitvoeren als u de bijbehorende software “Wireless
Mobile Utility” installeert op uw smart-toetsel met Android OS of iOS en het toestel
op de camera aansluit.
1 Gebruik uw smart-toestel om verbinding te maken met de Google Play
Store, App Store of een andere online apps-marktplaats en zoek naar
“Wireless Mobile Utility”.
Controleer de bij uw smart-toestel meegeleverde gebruikshandleiding voor meer
informatie.
2 Controleer de beschrijving en overige informatie, en installeer de
software.
Download de gebruikshandleiding van de onderstaande website voor meer
informatie over het gebruik van de software.
- Android OS : http://nikonimglib.com/ManDL/WMAU/
- iOS : http://nikonimglib.com/ManDL/WMAU-ios/
Neem foto’s
U kunt het opnamescherm van de camera op uw smart-toestel weergeven en de
camera bedienen via de afstandsbediening.*
De met behulp van de afstandsbediening genomen foto’s kunnen naar uw
smart-toestel gekopieerd worden.
* Afgezien van het in- en uitschakelen van de camera kunnen tijdens het gebruik van de
afstandsbediening geen andere functies worden uitgevoerd.
Bekijk foto’s
U kunt de foto’s die op de geheugenkaart van de camera zijn opgeslagen naar
uw smart-toestel kopiëren.
De software op het smart-toestel installeren
92
De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie gebruiken
Het smart-toestel op de camere aansluiten
1 Druk op de multi-selector om het
Wi-Fi-netwerk te selecteren en druk op de
k knop.
2 Selecteer Aan en druk op de k knop.
De SSID en het wachtwoord worden weergegeven.
Wanneer Verificatie/encryptie is ingesteld op Open
(standaard instelling), dan wordt het wachtwoord niet
weergegeven.
Als er binnen 3 minuten geen verbindingsbevestiging
van het smart-toestel wordt ontvangen, wordt de
instelling Uit weer hersteld.
3 Stel de Wi-Fi-instelling van het smart-toestel in op Aan.
Controleer de bij uw smart-toestel meegeleverde gebruikshandleiding voor meer
informatie.
Selecteer de SSID die op de camera wordt weergegeven, nadat de netwerknaam
(SSID) wordt getoond die voor het smart-toestel gebruikt kan worden.
Wanneer het bericht voor het invoeren van een wachtwoord (A93) wordt
weergegeven, voert u het wachtwoord in dat op de camera wordt weergegeven.
Wanneer de camera met succes verbonden is met een Wi-Fi-network, wordt het
opnamescherm met het Wi-Fi-pictogram weergegeven (A10).
4 Start de bijbehorende software op het smart-toestel.
Het scherm voor het selecteren van “Neem foto's” of “Bekijk foto's” wordt
weergegeven.
Wanneer het bericht “Kan geen verbinding met de camera maken.” wordt
weergegeven, probeer de instelling Wi-Fi-netwerk dan opnieuw.
Druk op de d knop M z (setup) menupictogram (A9) M Wi-Fi-opties M
Wi-Fi-netwerk
Kanaal
Subnetmasker
Wachtwoord
Vericatie/encryptie
SSID
Wi-Fi-netwerk
Wi-Fi-opties
DHCP-server IP-adres
Uit
Aan
Wi-Fi-netwerk
NikonAW110xxxxxxxx
Annuleren
Terug
Wachtwoord:
SSID:
Wi-Fi-netwerk
93
Het smart-toestel op de camere aansluiten
De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie gebruiken
De Wi-Fi-verbinding verbreken
Schakel de camera uit.
Stel de Wi-Fi-instelling van het smart-toestel in op Uit.
B Opmerkingen over Wi-Fi-verbinding
Stel het Wi-Fi-netwerk op locaties waar het gebruik van radiogolven verboden is op Uit in.
Wanneer er geen geheugenkaart in de camera is geplaatst, kan de Wi-Fi-functie niet gebruikt
worden. Wanneer er een Eye-Fi-kaart (E84) in de camera is geplaatst, kan de Wi-Fi-functie niet
gebruikt worden.
Wanneer een Wi-Fi-verbinding tot stand is gebracht, wordt Automatisch uit uitgeschakeld.
Wanneer het Wi-Fi-netwerk is ingesteld op Aan, zal de batterij eerder leegraken dan normaal.
Het Wi-Fi-netwerk kan niet worden geselecteerd wanneer de aanduiding van het batterijniveau
in de monitor B aanduidt. Als de aanduiding van het batterijniveau daarnaast B aanduidt
terwijl een Wi-Fi-verbinding tot stand is gebracht, dan wordt de verbinding beëindigd.
C Opmerking over beveiligingsinstellingen
Als de Wi-Fi-functie zonder de juiste beveiligingsinstellingen (encryptie en wachtwoord) op de
camera geïnstalleerd is, kunnen anderen ongeoorloofde toegang tot het netwerk verkrijgen en
schade veroorzaken. We raden ten zeerste aan de vereiste beveilingsinstellingen uit te voeren
voordat u de Wi-Fi-functie gebruikt.
Gebruik de Wi-Fi-opties van het setup-menu (A96) om de beveiliginsinstellingen uit te voeren.
94
Basisinstellingen
Basisinstellingen
Het setup-menu
Selecteer vanuit het menuscherm het
z menusymbool voor weergave van het setup-menu
waarna u de volgende instellingen kunt wijzigen.
Druk op de d knop M z (setup) menupictogram (A9)
Optie Beschrijving A
Welkomstscherm
Instellen of het welkomstscherm wel of niet moet worden
getoond als de camera wordt aangezet. De afbeelding van
het welkomstscherm kan geselecteerd worden. De
standaardinstelling is Geen.
E68
Tijdzone en datum
Instellen van instellingen m.b.t. de datum en tijd van de
camera. Met de Tijdzone instelling kunt u de de tijdzone
opgeven waarin de camera hoofdzakelijk wordt gebruikt en
of zomertijd wel of niet van toepassing is. Wanneer de
x reisbestemming ingesteld is, berekent de camera
automatisch het tijdsverschil tussen de reisbestemming en
de w eigen tijdzone en slaat de beelden op aan de hand
van de datum en tijd van de reisbestemming.
E69
Monitorinstellingen
Selecteer in Foto-informatie het type informatie dat in de
opnamestand en weergavestand op de monitor wordt
weergegeven. Als u Raster+autom. info selecteert, wordt
er bij de opname een raster weergegeven als hulp voor het
kadreren van de foto.
E71
Datumstempel
Afdrukken van de opnamedatum en -tijd op foto’s tijdens
het fotograferen. De standaardinstelling is Uit.
De datum kan niet worden opgenomen in het fotobestand
in de volgende gevallen.
-Als Sport, Nachtportret (met Uit de hand),
Nachtlandschap (met Uit de hand), Museum,
Tegenlicht (met HDR ingesteld op Aan), Eenvoudig
panorama, Dierenportret (met Continu) of
3D-fotografie is geselecteerd in de onderwerpstand.
-Als Continu H, Continu L, Vooropnamecache,
Continu H: 120 bps, Continu H: 60 bps of BSS is
geselecteerd voor Continu opnamestand (A58).
- Tijdens een filmopname
E73
Bewegingsdetectie
Vibratiereductie
Datumstempel
Monitorinstellingen
Tijdzone en datum
AF-hulplicht
Welkomstscherm
95
Het setup-menu
Basisinstellingen
Vibratiereductie
Verminderen van onscherpte als gevolg van cameratrilling
tijdens fotograferen. De standaardinstelling is Aan.
Als u een statief gebruikt om de camera stil te houden, stel
deze functie dan in op Uit om storing van deze functie te
voorkomen.
E74
Bewegingsdetectie
Als de camera registreert dat de camera trilt of het
onderwerp beweegt tijdens het fotograferen, worden de
ISO-waarde en de sluitertijd automatisch verhoogd om
onscherpte te voorkomen. De standaardinstelling is
Automatisch.
De r aanduiding licht groen op zodra de camera
cameratrillingen of beweging van het onderwerp detecteert
en de sluitertijd verhoogt.
Bij gebruik van bepaalde opnamestanden of instellingen,
wordt beweging niet gedetecteerd. In dit geval wordt de
r aanduiding niet weergegeven.
E75
AF-hulplicht
In de instelling Automatisch (standaardinstelling) licht de
AF-hulpverlichting (A28) op tijdens het fotograferen op
donkere plekken om de camera te helpen bij scherpstellen.
Ook wanneer Auto geselecteerd is, kan het zijn dat de
AF-hulpverlichting niet oplicht afhankelijk van het
scherpstelveld of de geselecteerde onderwerpstand.
E76
Digitale zoom
Als deze functie ingesteld is op Aan (standaardinstelling),
kunt u door de zoomknop te bedienen naar g (i) de
digitale zoom (A27) activeren als de optische zoom in de
uiterste telestand staat.
De digitale zoom kan niet worden gebruikt afhankelijk van
instellingen in de opnamemodus en andere modi.
E76
Geluidsinstellingen
In- en uitschakelen van de verschillende camerageluiden. In
de standaardinstelling zijn de pieptoongeluiden
geactiveerd.
Het bedieningsgeluid wordt uitgeschakeld afhankelijk van
instellingen in de opnamemodus en andere modi.
E77
Gevoeligh.
actiecontrole
Stel de gevoeligheid van de uitgevoerde bewerking in
tijdens schudden van de camera (actiecontrole).
Als deze optie is ingesteld op Hoog, dan wordt de
bediening bij weinig beweging uitgevoerd. Als deze optie is
ingesteld op Laag, dan wordt de bedieining bij veel
beweging uitgevoerd. De standaardinstelling is
Middelmatig.
Bij het bekijken van foto’s met Snelle weergave van
actiecontrole resp. in schermvullende weergave, wordt de
bediening voor beeldselectie vast ingesteld.
E77
Weergave
actiecontrole
Als Aan (standaardinstelling) is geselecteerd kan de foto
worden geselecteerd door de camera te schudden in de
schermvullende weergave.
E78
Optie Beschrijving A
96
Het setup-menu
Basisinstellingen
Automatisch uit
Instellen van de lengte van de tijd voor de monitor
uitschakelt om energie te besparen. De standaardinstelling is
1 min..
E78
Geheug.
formatteren/
Geheugenkaart
form.
Formatteren van het interne geheugen (uitsluitend als geen
geheugenkaart is geplaatst) of de geheugenkaart (als een
geheugenkaart is geplaatst).
Alle gegevens in het interne geheugen of op de
geheugenkaart worden gewist tijdens het
formatteren en kunnen niet worden hersteld. Zet
daarom belangrijke beelden over naar de computer en sla
deze op voordat u gaat formatteren.
E79
Taal/Language Wijzigen van de taal van de camera.
E79
TV-instellingen
Instellingen voor aansluiting op televisie instellen.
Als de camera op een televisie is aangesloten met een
audio/video-kabel, maar er geen beeld op de televisie
wordt weergegeven, stel de Videostand dan in op NTSC
of PAL afhankelijk van het signaaltype dat compatibel is
met de televisie.
HDMI-instellingen kunnen aangepast worden.
E80
Knipperwaarsch.
Als de camera registreert dat een persoon zijn ogen gesloten
heeft meteen na het nemen van een foto met
gezichtsherkenning tijdens fotograferen in standen anders
dan intelligent portret (A62), wordt het Knipperde er
iemand? scherm op de monitor weergegeven om de
genomen foto te controleren. De standaardinstelling is Uit.
E81
Wi-Fi-opties
Schakel het Wi-Fi-netwerk (draadloos LAN) in om de camera
te verbinden met het smart-toestel. U kunt tevens de
netwerkinformatie zoals SSID en wachtwoord van de camera
wijzigen.
E82
Uploaden via Eye-Fi
Instellen van het activeren of te deactiveren van de functie
voor het zenden van beelden naar een computer met een
normaal in de handel verkrijgbaar Eye-Fi-kaart. De
standaardinstelling is Inschakelen (als een Eye-Fi-kaart in de
camera geplaatst is).
E84
Standaardwaarden
Resetten van de camera-instellingen naar de
standaardwaarden.
Sommige instellingen, zoals Tijdzone e
n datum en
Taal/Language worden niet gereset.
E85
Firmware-versie Weergeven van de huidige firmware-versie van de camera.
E88
Optie Beschrijving A
E1
Referentiegedeelte
Het referentiegedeelte bevat gedetailleerde informatie en hints voor het gebruik
van de camera.
Fotograferen
Eenvoudig panorama gebruiken (opname en weergave) .......................... E2
Weergeven
Stand favoriete beelden........................................................................................... E5
Stand automatisch sorteren ................................................................................... E8
Stand sorteren op datum ......................................................................................E10
Foto’s in een reeks weergeven............................................................................E 11
Foto’s bewerken .......................................................................................................E13
Camera aansluiten op een tv (foto’s op een tv bekijken) ..........................E20
Camera aansluiten op een printer (Rechtstreeks printen) ........................E22
Films
Films bewerken .........................................................................................................E27
Menu
Het opnamemenu (stand A (Auto))................................................................E29
Het Intelligent portret-menu ...............................................................................E42
Filmmenu ....................................................................................................................E44
Het weergavemenu .................................................................................................E50
GPS-optiemenu.........................................................................................................E58
Het setup-menu........................................................................................................E68
Aanvullende informatie
Foutmeldingen..........................................................................................................E89
Bestands- en mapnamen.......................................................................................E94
Optionele accessoires.............................................................................................E 96
E2
Referentiegedeelte
Fotograferen
Eenvoudig panorama gebruiken (opname en weergave)
Foto’s maken met eenvoudig panorama
* Het symbool voor de als laatste geselecteerde onderwerpstand wordt weergegeven.
De standaardinstelling is b (portret).
1 Selecteer het opnamebereik in W Normaal
(180°) of
X Breed (360°) en druk op de
k knop.
Als de camera in de liggende stand wordt gehouden,
zijn de beeldformaten (b × h) als volgt.
- W Normaal (180°):
4800 × 920 wanneer de camera horizontaal wordt
bewogen,
1536 × 4800 wanneer de camera verticaal wordt bewogen
- X Breed (360°):
9600 × 920 wanneer de camera horizontaal wordt bewogen,
1536 × 9600 wanneer de camera verticaal wordt bewogen
Als de camera in de staande stand wordt gehouden, zijn de combinaties voor de
bewegingsrichting en b × h voor de beeldformaten het tegenovergestelde van die
hierboven.
2 Kadreer het eerste gedeelte van het
panorama en druk de ontspanknop half in om
de scherpstelling aan te passen.
De zoom is vast ingesteld op de groothoekstand.
Het kadreerkader wordt op de monitor weergegeven.
De camera stelt scherp op het onderwerp in het
midden van het beeld.
De belichtingscorrectie (A54) kan worden aangepast.
Als de scherpstelling of belichting niet kan worden ingesteld voor het
hoofdonderwerp, probeer de scherpstelvergrendeling (A63).
3 Druk de ontspanknop helemaal in om de foto
te maken.
De I pictogrammen worden weergegeven die de
panoramarichting aangeven.
Geef het opnamescherm weer M A (opnamestand) knop M b (tweede pictogram
vanaf boven*) M K M p (Eenvoudig panorama)
Breed (360°)
Normaal (180°)
Eenvoudig panorama
1840
1840
1840
29m 0s
29m 0s
29m 0s
1010hPa
1010hPa
1010hPa
15m
15m
15m
E3
Eenvoudig panorama gebruiken (opname en weergave)
Referentiegedeelte
4 Beweeg de camera recht en langzaam in een
van de vier richtingen om met de opname te
beginnen.
Als de camera de panoramarichting herkent, begint de
opname.
De aanduiding, die de actuele opnamepositie
aangeeft, wordt weergegeven.
Wanneer de aanduiding van de opnamepositie het
einde bereikt, wordt de opname gestopt.
Voorbeeld van camerabeweging
De gebruiker beweegt de camera, zonder van positie te
veranderen, horizontaal of verticaal in een boog van de
ene zijde de andere zijde van de aanduiding.
Als er ca. 15 seconden (in
W Normaal (180°)) of
30 seconden (in
X Breed (360°)) verstrijken vanaf
het begin van de opname, en voordat de aanduiding
van de opnamepositie het einde heeft bereikt, wordt de
opname gestopt.
B Opmerkingen over opname met eenvoudig panorama
Het opnamegebied dat op de opgeslagen afbeelding zichtbaar is, is kleiner dan dat op de monitor
zichtbaar is op het moment van opname.
Bij een te snelle camerabeweging, overmatig veel cameratrilling of te weinig verandering in het
onderwerp (zoals een muur of in het donker), wordt de opname gestopt.
Panoramafoto’s worden niet opgeslagen als de opname wordt gestopt voordat de helft van het
panoramabereik is bereikt.
Wanneer de opname meer dan de helft van het panoramabereik heeft bereikt, maar voor het
eindpunt wordt gestopt, dan wordt het bereik dat niet is opgenomen als grijs gebied opgeslagen.
Aanduiding
E4
Eenvoudig panorama gebruiken (opname en weergave)
Referentiegedeelte
Eenvoudig panorama weergeven (scrollen)
Schakel naar de weergavestand (A30), geef de foto
gemaakt met Eenvoudig panorama weer in de
schermvullende weergave en druk op de
k knop.
De camera toont de korte zijde van de foto in de
schermvullende weergave en scrolt het weergegeven
gebied automatisch.
W of X wordt weergegeven bij foto’s gemaakt
met Eenvoudig panorama.
De foto wordt in de richting van de panorama-
opname gescrold.
Bovenaan op de monitor worden tijdens de weergave
bedieningsknoppen getoond. Als u met de multi-
selector J of K een weergaveknop kiest en op de
k knop drukt, kunnen de volgende handelingen
worden uitgevoerd.
B Opmerking over foto’s gemaakt met eenvoudig panorama weergeven
Panoramafoto’s die gemaakt zijn met andere functies dan Eenvoudig panorama van de
COOLPIX AW110, kunnen niet op deze camera gescrolld of ingezoomd worden.
Functie Knop Beschrijving
Terugspoelen A Snel terugscrollen terwijl de
k
knop wordt ingedrukt.
Voor
uitspoelen
B Snel vooruitscrollen terwijl de
k
knop wordt ingedrukt.
Pauze E
In de pauzestand kunt u de volgende functies uitvoeren met de
bedieningsknoppen aan de bovenzijde van de monitor.
C Terugspoelen terwijl de
k
knop wordt ingedrukt.
D Scrollen terwijl de
k
knop wordt ingedrukt.
F Automatisch scrollen opnieuw starten.
Stoppen G Terug naar de schermvullende weergave.
4/
4/
132
132
4/ 132
0004.JPG
0004.JPG
0004.JPG
15:30
15:30
15:30
2011/05/15
2011/05/15
15/05/2013
E5
Referentiegedeelte
Weergeven
Stand favoriete beelden
U kunt de foto’s (behalve films) sorteren in negen albums en deze toevoegen als
favoriete foto’s (toegevoegde foto’s worden niet gekopieerd of verplaatst).
Nadat u foto’s heeft toegevoegd aan albums, kunt u alleen de toegevoegde foto’s
weergeven via de stand favoriete beelden.
Het is makkelijk om de foto’s te vinden als ze aan afzonderlijke albums op basis
van gebeurtenissen of onderwerptypen worden toegevoegd.
Dezelfde foto kan aan meerdere albums worden toegevoegd.
Er kunnen maximaal 200 foto’s aan een album worden toegevoegd.
Beelden aan albums toevoegen
* Foto’s kunnen niet worden toegevoegd in de weergavestand favoriete beelden.
1 Druk op J of K van de multi-selector, kies
vervolgens een foto en druk op H om L weer
te geven.
Herhaal deze stap indien nodig om meer foto’s aan
hetzelfde album toe te voegen.
Om de selectie te annuleren, drukt u op I om L te
verwijderen.
Als de zoomknop (A66) wordt bediend naar g (i), wisselt de weergave naar
schermvullende weergave. Als de zoomknop wordt bediend naar f (h), wisselt de
weergave naar de stand weergave van miniaturen.
2 Geef L weer voor alle toe te voegen foto’s voor een album en druk op
de k knop.
3 Gebruik de multi-selector om het album te
kiezen waar de foto’s aan toegevoegd moeten
worden en druk op de k knop.
De geselecteerde foto’s worden toegevoegd en de
camera keert terug naar het weergavemenu.
Om dezelfde foto aan meerdere albums toe te voegen,
selecteert u Favoriete beelden en herhaalt u de
procedure vanaf stap 1.
Druk op de c knop (weergavestand*) M d knop M Favoriete beelden
ON/OFF
Terug
Favoriete beelden
Ter ug
Favoriete beelden
Toev.
E6
Stand favoriete beelden
Referentiegedeelte
Beelden in albums weergeven
Gebruik de multi-selector om een album te selecteren
en druk op de k knop om alleen de foto’s weer te
geven die aan hetzelfde album zijn toegevoegd.
De volgende handelingen kunnen uitgevoerd
worden in het scherm albumlijst.
-
l (wissen) knop: Wis alle foto’s in het
geselecteerde album.
-
d knop: Albumpictogram wijzigen (kleur en ontwerp) (E7).
Als foto’s in de schermvullende weergave of miniatuurweergave worden
bekeken en u op de d knop drukt om het menu te openen en vervolgens het
h menupictogram (menu favoriete beelden) selecteert, kunt u een functie uit
het weergavemenu (A69) selecteren.
B Opmerking over wissen
Als een foto wordt gewist in de stand favoriete beelden, dan wordt de foto niet alleen uit het album
verwijderd, maar wordt het betreffende beeldbestand tevens permanent uit het interne geheugen
of van de geheugenkaart gewist.
Beelden uit albums verwijderen
1 Druk op J of K van de multi-selector, kies
een te verwijderen foto en druk op I om L
te verwijderen.
Herhaal deze stap indien nodig om meer foto’s uit
hetzelfde album te verwijderen.
Bedien de zoomknop (A66) naar g (i) om naar
schermvullende weergave te wisselen of naar f(h)
om miniaturen weer te geven.
2 Selecteer Ja en druk op de k-knop.
Druk op de c knop (weergavestand) M c knop (A67) M h Favoriete beelden
Selecteer de stand favoriete beelden M Selecteer een album waar de foto’s uit
verwijderd worden (E6) M k knop M d knop M Verwijderen uit favor.
Kies pictogram
Favoriete beelden
ON/OFF
Terug
Verwijderen uit favor.
E7
Stand favoriete beelden
Referentiegedeelte
Pictogram favorietenalbum wijzingen
1 Druk op de multi-selector J of K om een
pictogramkleur te kiezen en druk op de
k knop.
2 Druk op H, I, J of K om een pictogram te
kiezen en druk op de k knop.
Het pictogram wordt gewijzigd en de monitor keert
terug naar het scherm albumlijst.
B Opmerkingen over albumpictogrammen
Stel de albumpictogrammen afzonderlijk in voor het interne geheugen en voor de geheugenkaart.
Om de albumpictogrammen voor het interne geheugen te wijzigen, dient u eerst de
geheugenkaart uit de camera te verwijderen.
De standaardinstelling voor het pictogram is het nummerpictogram (zwart).
Druk op de c knop (weergavestand) M c knop (A67) M h Favoriete beelden
M Gewenste album kiezen M d knop
Ter ug
Kies pictogram
Ter ug
Kies pictogram
E8
Referentiegedeelte
Stand automatisch sorteren
Beelden worden automatisch in categorieën gesorteerd, zoals portretten,
landschap en film.
Gebruik de multi-selector om een categorie te
selecteren en druk vervolgens op de k knop om de
beelden in de geselecteerde categorie weer te geven.
De volgende handeling kan worden uitgevoerd
wanneer het scherm categorieselectie wordt
weergegeven.
- l (wissen) knop: Wis alle foto’s in de geselecteerde
categorie.
Als foto’s in de schermvullende weergave of miniatuurweergave worden
bekeken en u op de d knop drukt om het menu te openen en vervolgens het
F menupictogram (menu stand automatisch sorteren) selecteert, kunt u een
functie uit het weergavemenu (A69) selecteren.
Druk op de c knop (weergavestand) M c knop (A67) M F Automatisch sorteren
Andere onderwerpen
Portretten
E9
Stand automatisch sorteren
Referentiegedeelte
Categorieën stand automatisch sorteren
* Beelden gemaakt in de G (eenvoudige auto) stand (A33) worden ook in de betreffende
categorieën gesorteerd.
B Opmerkingen over stand automatisch sorteren
In de stand automatisch sorteren, kunnen maximaal 999 beeld- en filmbestanden in elke categorie
gesorteerd worden. Als er reeds 999 beeld- of filmbestanden in een specifieke categorie zijn
gesorteerd, kunnen nieuwe beelden en films niet in die categorie gesorteerd worden of in de
stand automatisch sorteren weergegeven worden. U kunt beelden en films weergeven die niet in
een categorie gesorteerd kunnen worden door de stand normale weergave (A30) of sorteren op
datum (E10) te gebruiken.
Beelden of films die van het interne geheugen of een geheugenkaart gekopieerd zijn, kunnen niet in de
stand automatisch sorteren worden weergegeven.
Beelden of films die door een andere camera dan de COOLPIX AW110 zijn opgeslagen, kunnen
niet in de stand automatisch sorteren worden weergegeven.
Optie Beschrijving
Z Glimlach
Beelden gemaakt in de Intelligente portretstand (A45) met de
glimlachtimer ingesteld op Aan
Y Portretten
Beelden gemaakt in de A (auto) stand (A47) met de
gezichtsdetectie (A62)
Beelden gemaakt in de Portret*, Nachtportret*, Party/binnen of
Tegenlicht* onderwerpstand (A34)
Beelden gemaakt in de Intelligente portretstand (A45) met de
glimlachtimer ingesteld op Uit
u Voedsel Beelden gemaakt in de Voedsel onderwerpstand (A34)
U Landschap Beelden gemaakt in de Landschap* onderwerpstand (A34)
V Zonsop-
ondergang
Beelden gemaakt in de Nachtlandschap*, Zonsondergang,
Schemering of Vuurwerk onderwerpstand (A34)
D Close-ups
Beelden gemaakt in de A (auto) stand met macro-stand (A53)
Beelden gemaakt in de Close-up* onderwerpstand (A34)
O Dierenportret Beelden gemaakt in de Dierenportret onderwerpstand (A34)
D Film Films (A77)
X Geretoucheer
de kopieën
Kopieën gemaakt met de bewerkingsfunctie (E13)
W Andere
onderwerpen
Alle andere beelden die niet gedefinieerd kunnen worden
door de hierboven beschreven categorieën
E10
Referentiegedeelte
Stand sorteren op datum
Gebruik de multi-selector om een datum te selecteren
en druk vervolgens op de k knop om de fotos weer te
geven die op de geselecteerde datum zijn gemaakt.
De eerste foto die op de geselecteerde datum is
gemaakt, wordt weergegeven.
In het scherm opnamedatumlijst kunt u de volgende
functies uitvoeren.
- d knop: Als u het C menupictogram (datumsorteermenu) uit het
menuscherm selecteert om het weergavemenu (A69) weer te geven, kunt
u een van de volgende functies selecteren en toepassen op de foto’s die op
de geselecteerde datum zijn gemaakt.
Printopdracht, Diashow of Beveiligen
- l (wissen) knop: Alle foto´s wissen die op de geselecteerde datum zijn
gemaakt.
Als foto’s in de schermvullende weergave of miniatuurweergave worden
bekeken en u op de d knop drukt om het menu te openen en vervolgens het
C menupictogram (datumsorteermenu) selecteert, kunt u een functie uit het
weergavemenu (A69) selecteren.
De stand kalenderweergave (A66) kan niet worden gebruikt in de stand
sorteren op datum.
B Opmerkingen over de datumsorteerstand
U kunt maximaal 29 data selecteren. Als er foto’s van meer dan 29 data zijn, worden alle beelden
die eerder dan de meest recente 29 data zijn opgenomen onder Overige gecombineerd.
De 9.000 meest recente foto’s kunnen worden weergegeven in de datumsorteerstand.
Foto’s die worden gemaakt terwijl geen cameradatum is ingesteld, worden gemarkeerd als foto’s
gemaakt op 01.01.13.
Druk op de c knop (weergavestand) M c knop (A67) M C Sorteer op datum
4
11
8
4
20/05/2013
18/05/2013
16/05/2013
15/05/2013
Sorteer op datum
E11
Referentiegedeelte
Fotos in een reeks weergeven
De foto’s die in de volgende continu-opnamestand zijn gemaakt, worden elke
keer dat u fotografeert als een groep (een “reeks” genoemd).
•Continu H, Continu L, Vooropnamecache, Continu H: 120 bps of
Continu H: 60 bps in Continu (E33) in het opnamemenu
•Sport (A35) of Continu in de Dierenportret (A41) onderwerpstand
In de schermvullende weergave of miniatuurweergave
(A66) wordt de eerste foto van een reeks als de
“hoofdfoto” gebruikt, d.w.z. deze wordt weergegeven
om de foto’s in de reeks aan te duiden.
Als de hoofdfoto in van een reeks in de schermvullende
weergave wordt getoond, druk dan op de k knop om
elke foto in de reeks afzonderlijk weer te geven. Druk op
de multi-selector H om terug te keren naar de
weergave van alleen de hoofdfoto.
De volgende handelingen kunnen worden uitgevoerd als elke foto in een reeks
afzonderlijk wordt weergegeven.
Selecteer beeld: Druk op J of K van de multi-selector.
Inzoomen: Bedien de zoomknop naar g (i) (A65).
B Opmerkingen over reeks
Een reeks foto’s die met de continu-opname van een andere camera dan de COOLPIX AW110 zijn
gemaakt, kunnen niet als een reeks worden weergegeven.
Als slechts één foto wordt genomen in de continu-opnamestand, dan kan deze niet worden
weergegeven als een reeks.
C Reeksweergaveopties
Selecteer Reeksweergaveopties (E57) in het weergavemenu om in te stellen dat alle reeksen
met hun hoofdfoto worden weergegeven of dat ze als afzonderlijke foto’s worden weergegeven.
Als een foto in de reeks geselecteerd wordt als Reeksweergaveopties is ingesteld op Individuele
foto's, wordt het pictogram F op de monitor weergegeven.
C Hoofdfoto in reeks wijzigen
De hoofdfoto van een reeks kan gewijzigd worden met Kies hoofdfoto (E 57) in het
weergavemenu.
44 5 5 132
0004.JPG0004.JPG0004.JPG
15:3015:3015:30
2012/05/1515/05/2013
1010hPa1010 hPa1010hPa
15m15m15m
Reeksweergave
1
1 5
5
5
0004.JPG
0004.JPG
0004.JPG
15:30
15:30
15:30
15/05/2013
15/05/2013
Ter ug
E12
Foto’s in een reeks weergeven
Referentiegedeelte
Foto’s in een reeks wissen
Als Reeksweergaveopties (E57) is ingesteld op Enkel hoofdfoto in het
weergavemenu, dan worden de volgende foto’s gewist wanneer de knop l
ingedrukt en de wismethode geselecteerd wordt.
Als een reeks alleen met de hoofdfoto wordt weergegeven:
- Huidig beeld: Als de reeks geselecteerd wordt, worden alle foto’s in de reeks
gewist.
- Wis gesel. beeld(en): Als de hoofdfoto geselecteerd wordt in het scherm
Geselecteerde beelden wissen (A32), worden alle foto’s in de reeks gewist.
- Alle beelden: Alle foto’s inclusief de weergegeven reeks worden gewist.
Als de hoofdfoto geselecteerd is en de k knop ingedrukt wordt om
afzonderlijke foto’s in de reeks weer te geven voordat de l knop wordt
ingedrukt:
De wismethoden kunnen als volgt worden gewijzigd.
- Huidig beeld: Wis de foto die wordt weergegeven.
- Wis gesel. beeld(en): Selecteer meerdere foto’s in
de reeks om te wissen in het scherm Geselecteerde
beelden wissen (A32).
- Volledige reeks: Alle foto’s in de reeks inclusief de
weergegeven foto worden gewist.
Beschikbare opties in het weergavemenu bij het gebruik van een
reeks
Als de d knop wordt ingedrukt tijdens de weergave van een fotoreeks, dan zijn de volgende
menufuncties beschikbaar.
1
Druk na het weergeven van afzonderlijke foto’s op de d knop. Instellingen kunnen op
afzonderlijke foto’s worden toegepast.
2
Als de d knop wordt ingedrukt wanneer alleen de hoofdfoto wordt weergegeven, kunnen
dezelfde instellingen op alle foto’s in die reeks worden toegepast. Druk na het weergeven van
afzonderlijke foto’s op de d knop om de instellingen op afzonderlijke foto’s toe te passen.
Snel retoucheren
1
E16
Beeld draaien
1
E54
D-Lighting
1
E16
Kleine afbeelding
1
E18
Glamour-retouchering
1
E17
Spraakmemo
1
E55
Gegevens afdrukken
1
E18
Kopiëren
2
E56
Afdrukopdracht
2
E50
Reeksweergaveopties
E57
Diashow
E53
Kies hoofdfoto
E57
Beveiligen
2
E54
Favoriete beelden
2
E5
Volledige reeks
Wis gesel. beeld(en)
Huidig beeld
Wissen
E13
Referentiegedeelte
Fotos bewerken
Bewerkingsfuncties
Foto’s kunnen bij deze camera eenvoudig worden bewerkt m.b.v. de volgende
functies. Bewerkte foto’s worden als aparte bestanden opgeslagen (E94).
C Originele en bewerkte foto’s
Kopieën die met bewerkingsfuncties zijn gemaakt, worden niet gewist als de originele foto wordt
gewist. De originele foto’s worden niet gewist als kopieën die met bewerkingsfuncties zijn
gemaakt, worden gewist.
Bewerkte kopieën worden met dezelfde opnamedatum en -tijd opgeslagen als het origineel.
Zelfs als de foto’s gemarkeerd voor Afdrukopdracht (E50) of Beveiligen (E54) worden
gebruikt voor bewerken, hebben deze instellingen geen effect op de bewerkte kopieën.
C Meer informatie
Zie “Bestands- en mapnamen” (E 94) voor meer informatie.
Bewerkingsfunctie Toepassin g
Sneleffecten (E41) Pas meerdere effecten toe op foto’s.
Snel retoucheren
(E16)
Maak eenvoudig een kopie met hoger contrast en verbeterde
kleuren.
D-Lighting (E16)
Maak van de geselecteerde foto een kopie met een verbeterde
helderheid en contrast, waardoor donkere gedeeltes van de
foto lichter worden.
Glamour-retouchering
(E17)
Maak de huidtinten zachter en laat gezichten kleiner lijken met
grotere ogen.
Gegevens afdrukken
(E18)
De hoogte of waterdiepte die is opgeslagen tijdens het nemen
van foto’s, de informatie over het elektronisch kompas of
andere informatie wordt opgenomen op foto’s.
Kleine afbeelding
(E18)
Een kleiner beeld van foto’s maken dat bijvoorbeeld geschikt is
als e-mailbijlage.
Uitsnede (E19)
Een gedeelte van de foto uitsnijden. Zoom in op een
onderwerp of voeg een compositie samen.
E14
Foto’s bewerken
Referentiegedeelte
B Opmerkingen over foto’s bewerken
De onderstaande foto’s kunnen niet worden bijgewerkt.
- Foto’s gemaakt met Eenvoudig panorama of 3D-fotografie
- Foto’s gemaakt met andere camera’s dan de COOLPIX AW110
Als geen gezichten worden herkend in de foto, kan de functie glamour retoucheren niet worden
toegepast.
De functie gegevensafdruk kan worden gebruikt voor het bewerken van foto’s die alleen zijn
opgenomen met de hoogte of de waterdiepte.
Als u een kopie die is gemaakt met de COOLPIX AW110 op een andere digitale camera wilt
bekijken, wordt de foto mogelijk niet weergegeven of kan deze niet naar een computer worden
overgespeeld.
De bewerkingsfuncties zijn niet beschikbaar als er onvoldoende vrije ruimte is in het interne
geheugen of op de geheugenkaart.
Voor een reeks die wordt weergegeven met alleen de hoofdfoto (E11), voert u voor de
bewerking een van de volgende handelingen uit.
-Druk op de k knop om afzonderlijke foto’s weer te geven en selecteer vervolgens een foto in
de reeks
-Stel de Reeksweergaveopties (E57) in op Individuele foto's, zodat elke foto afzonderlijk
wordt weergegeven en selecteer vervolgens een foto.
C Beperkingen m.b.t. Foto’s bewerken
De volgende beperkingen zijn van toepassing bij het bewerken van beelden die zijn opgeslagen na
een eerdere bewerkingsfunctie.
Kopieën die zijn opgeslagen na een bewerking kunnen niet opnieuw worden bewerkt met
dezelfde bewerkingsfunctie.
Wanneer u een bewerkingsfunctie wilt toepassen in combinatie met kleine afbeelding of
uitsnedefunctie, gebruik dan eerst de andere bewerkingsfunctie en pas vervolgens kleine
afbeelding of uitsnedenfunctie toe als laatste bewerkingsfunctie op die foto.
Retoucheereffecten zoals het huidverzachtingseffect van de functie glamour retoucheren kunnen
worden toegepast op foto’s die zijn genomen met de functie huidverzachten tijdens fotograferen.
Gebruikte
bewerkingsfuncties
Bewerkingsfuncties om toe te voegen
Snel retoucheren
D-Lighting
Sneleffecten
Glamour-retouchering, Kleine afbeelding of Uitsnede kan
gebruikt worden.
Glamour-retouchering
Sneleffecten, Snel retoucheren, D-Lighting, Kleine afbeelding of
Uitsnede kan gebruikt worden.
Gegevens afdrukken
Kleine afbeelding
Uitsnede
Er kunnen geen andere bewerkingsfuncties worden gebruikt.
E15
Foto’s bewerken
Referentiegedeelte
Snelle effecten: Effecten toepassen op foto’s
Effecten die zijn geselecteerd uit de volgende 24 typen kunnen worden toegepast
op een foto met de e markering terwijl de foto wordt weergegeven in de
schermvullende weergave. De effectresultaten kunnen worden bekeken op het
scherm in stap 2.
1 Geef de foto waarop u een effect wilt
toepassen weer in de schermvullende
weergave en druk op de k knop.
Het effectkeuzescherm wordt weergegeven.
2 Druk op de multi-selector J of K om een
effect te selecteren en druk op de k knop.
Bedien de zoomknop naar g (telezoomstand) om een
bevestigingsscherm weer te geven voor het
toegepaste effect. Bedien de zoomknop naar f
(groothoekstand) om terug te keren naar het
effectkeuzescherm.
3 Selecteer Ja en druk op de k knop.
Met de functie snelle effecten gemaakte kopieën
worden als afzonderlijke bestanden opgeslagen en
kunt u herkennen aan het V pictogram dat tijdens de
weergave op de monitor wordt weergegeven (A12).
Effect Beschrijving
Schilderij, High-key, Speelgoed- camera-
effect en Low-key
Stelt vooral de kleurinstelling af en creëert
een andere look voor de foto.
Zacht, Fisheye, Ster en Miniatuureffect
Verwerkt foto’s met meerdere effecten.
Hoogcontrast monochr., Sepia,
Koelblauw en Selectieve kleur
(12 kleuren)
Maakt enkelkleurige foto’s van meerkleurige
foto’s. Selectieve kleur transformeert alle
kleuren (behalve een gespecificeerde kleur)
naar zwart en wit.
Waas verwijderen
Vermindert onscherpte van foto’s veroorzaakt
door fotograferen onder water.
4
132
132
132
15:30
15:30
15:30
4
1010hPa
1010hPa
1010hPa
15m
15m
15m
0004.JPG
0004.JPG
0004.JPG
15/05/2013
15/05/2013
15/05/2013
Annuleren
Sneleecten
FisheyeZachtLow-key
Speelgoed-
High-key
Schilderij
camera-eect
Nee
Ja
Opslaan OK?
E16
Foto’s bewerken
Referentiegedeelte
Snel retoucheren: Contrast en verzadiging verbeteren
Druk op H of I op de multi-selector om het
instellingniveau te kiezen en druk vervolgens op
de k knop.
Het origineel wordt weergegeven aan de linkerzijde en
de bewerkte versie aan de rechterzijde.
Druk op J om te annuleren.
Met Snel retoucheren gemaakte kopieën worden als
afzonderlijke bestanden opgeslagen en kunt u herkennen aan het pictogram s dat
tijdens de weergave op de monitor wordt weergegeven (A12).
D-Lighting: Helderheid en contrast verbeteren
Druk op H of I van de multi-selector om
Uitvoeren te kiezen en druk vervolgens op de
k knop.
Het origineel wordt weergegeven aan de linkerzijde
en de bewerkte versie aan de rechterzijde.
D-Lighting kopieën worden als afzonderlijke
bestanden opgeslagen en kunt u herkennen aan het
pictogram c dat tijdens de weergave op de monitor
wordt weergegeven (A12).
Selecteer een foto (A30) M d knop (A8) M Snel retoucheren
Selecteer een foto (A30) M d knop (A8) M D-Lighting
Waarde
Normaal
Snel retoucheren
Annuleren
Uitvoeren
D-Lighting
E17
Foto’s bewerken
Referentiegedeelte
Glamour retoucheren: Huidtinten zachter maken, gezicht
kleiner maken of ogen groter maken
1 Druk op H of I van de multi-selector om het
effecttype te selecteren en druk op de
k knop.
•Alles: Huidtinten zachter maken, gezicht kleiner
maken of ogen groter maken.
Huid verzachten: Huidtinten zachter maken.
Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven en de
foto wordt weergegeven waarbij ingezoomd is op het
gezicht dat bewerkt is.
Druk op J om te annuleren.
2 Bevestig de resultaten.
Maximaal 12 gezichten, gerekend vanaf de nabijheid
tot het midden van het beeld, kunnen worden
verbeterd.
Wanneer meerdere gezichten worden bewerkt, druk
dan op de multi-selector J en K om te wisselen
tussen de gezichten die worden weergegeven.
Druk op de d knop en keer terug naar stap 1 om het effecttype van glamour
retoucheren te wijzigen.
Druk op de k knop om een kopie te maken die bewerkt is met glamour retoucheren.
Met de functie glamour retoucheren gemaakte kopieën worden als afzonderlijke
bestanden opgeslagen en kunt u herkennen aan het u pictogram dat tijdens de
weergave op de monitor wordt weergegeven (A12).
B Opmerkinge over glamour retoucheren
Het is mogelijk dat het gezicht niet correct gedetecteerd wordt, afhankelijk van bepaalde
omstandigheden, zoals de richting waarheen het onderwerp kijkt of de helderheid van het
gezicht; ook kan de bewerking niet resulteren in het gewenste effect.
Wanneer geen gezichten worden gedetecteerd op de foto, wordt een waarschuwing
weergegeven en keert het scherm terug naar het weergavemenu.
Selecteer een foto (A30) M d knop (A8) M Glamour-retouchering
Alles
Glamour-retouchering
Select.
Opslaan
Ter ug
Voorbeeld
E18
Foto’s bewerken
Referentiegedeelte
Gegevensafdruk: Afdrukken van informatie zoals hoogte en
richting gemeten door het elektronische kompas op foto’s
Druk op H of I van de multi-selector om
Uitvoeren te kiezen en druk op de k knop.
De op de foto’s af te drukken informatie bevat de
hoogte of waterdiepte, atmosferische druk, de richting
gemeten door het elektronische kompas, de datum/tijd
en de lengte- en breedtegraad opgenomen op foto’s
(A12).
De foto’s die zijn gemaakt met behulp van
gegevensafdruk worden opgeslagen als afzonderlijke bestanden.
B Opmerking over gegevensafdruk
Alleen de op foto’s opgenomen informatie wordt afgedrukt op de foto’s.
Kleine afbeelding: Het beeldformaat verkleinen
1 Druk op de multi-selector H of I om het
gewenste kopieformaat te kiezen en druk
vervolgens op de k knop.
Het beeldformaat dat kan worden geselecteerd
varieert afhankelijk van de hoogte/breedte-verhouding
van te bewerken foto’s (E29) (beeldkwaliteit/-
formaat).
- Foto’s met hoogte/breedte-verhouding 4:3: 640×480, 320×240 of 160×120
- Foto’s met hoogte/breedte-verhouding 16:9: 640×360
2 Selecteer Ja en druk op de k knop.
De gemaakte kopieën worden als afzonderlijke
bestanden opgeslagen (compressieverhouding van
circa 1:16).
Foto’s gemaakt met Kleine afbeelding worden in de
weergavestand als kleine foto’s weergegeven en
C wordt weergegeven (A12).
Selecteer een foto (A30) M d knop (A8) M Gegevens afdrukken
Selecteer een foto (A30) M d knop (A8) M Kleine afbeelding
Annuleren
Uitvoeren
Gegevens afdrukken
NNE
N31° 23” 15’ E136° 15” 32’
15/05/2013 15:30
15m 1010hPa
160×120
320×240
640×480
Kleine afbeelding
Nee
Ja
Kleine kopie maken?
E19
Foto’s bewerken
Referentiegedeelte
Uitsnede: Een uitgesneden kopie maken
Maak een kopie van slechts het op het monitorscherm zichtbare deel van het
beeld terwijl u wordt weergegeven als inzoomen bij weergave (A65) is
geactiveerd.
1 Vergroot de foto om uit te snijden (A65).
2 Pas de compositie van de kopie aan.
Om de zoomfactor in te stellen, bedient u de
zoomknop naar g (i) of f (h).
Druk op de multi-selector H, I, J of K om alleen het
gedeelte van de foto dat u wilt kopiëren op de monitor
weer te geven.
3 Druk op de d knop.
4 Gebruik de multi-selector om Ja te selecteren
en druk op de k knop
Met Uitsnede gemaakte kopieën worden als
afzonderlijke bestanden opgeslagen en kunt u
herkennen aan het pictogram a dat tijdens de weergave
op de monitor wordt weergegeven (A12).
C Beeldformaat
Hoe kleiner de uitgesneden kopie wordt, hoe kleiner het formaat (aantal pixels) van de uitgesneden
kopie. Wanneer de beeldformaatinstelling voor een uitgesneden kopie 320 × 240 of 160 × 120 is,
wordt er in de weergavestand een kleine beeldformaat weergegeven.
C De foto uitsnijden in de actuele “staande” stand
Gebruik de Beeld draaien optie (E54) om de foto zo te draaien, dat deze in liggende stand wordt
weergegeven. Draai de foto na uitsnijden terug naar de “staande” stand. De foto weergegeven in de
“staande” stand kan worden uitgesneden door in te zoomen op het beeld tot de zwarte randen aan
de beide zijden van de monitor verdwijnen. De uitgesneden foto wordt liggend weergegeven.
4.0
4.0
4.0
Nee
Ja
getoond?
Dit beeld opslaan als
E20
Referentiegedeelte
Camera aansluiten op een tv (fotos op een tv bekijken)
Sluit de camera aan op een televisie om foto’s te bekijken.
Als uw televisie een HDMI-aansluiting heeft, kunt u deze op de camera aansluiten
met een HDMI-kabel (normaal in de handel verkrijgbaar) om foto’s weer te geven.
1 Zet de camera uit.
2 Sluit de camera aan op de televisie.
Bij aansluiting via de meegeleverde audio/video-kabel
Sluit de gele stekker aan op de video-in-aansluiting van de televisie en de rode en
witte stekkers op de audio-in-aansluiting.
Bij aansluiting met een normaal in de handel verkrijgbare HDMI-
kabel
Sluit de plug aan op de HDMI-aansluiting op de televisie.
WitGeel Rood
HDMI micro-aansluiting
(type D)
Naar de HDMI-aansluiting
E21
Camera aansluiten op een tv (foto’s op een tv bekijken)
Referentiegedeelte
3 Stem de televisie af op het videokanaal.
Raadpleeg de handleiding van uw televisie voor meer informatie.
4 Houd de c-knop ingedrukt om de camera
aan te zetten.
De camera schakelt over naar de weergavestand en de
opgeslagen foto’s worden op de televisie
weergegeven.
Als de camera op de televisie is aangesloten, blijft de
monitor uit.
B Opmerkingen over het aansluiten van een HDMI-kabel
Er wordt geen HDMI-kabel meegeleverd. Gebruik een normaal in de handel verkrijgbare HDMI-kabel
om de camera op een televisie aan te sluiten. De uitgang op deze camera is een HDMI-micro-
aansluiting (type D). Als u een HDMI-kabel koopt, let dan op dat het apparaatuiteinde van de kabel is
voorzien van een HDMI-microstekker.
B Opmerking over het aansluiten van de kabel
Zorg ervoor dat de stekker op de juiste manier op de camera is aangesloten. Gebruik geen kracht om
de stekker in de camera te steken. Zorg er bij het loskoppelen van de stekker voor dat u deze recht
uit de aansluiting trekt.
B Indien niets verschijnt op de televisie
Controleer of de TV-instellingen (E80) in het setup-menu geschikt zijn voor uw televisie.
C De afstandsbediening van de TV gebruiken (regeling HDMI-apparaat)
De afstandsbediening van een TV die voldoet aan de HDMI-CEC norm kan worden gebruikt om de
camera te bedienen tijdens weergave.
In plaats van de draaibare multi-selector of zoomknop, kan de afstandsbediening worden gebruikt
om foto’s te selecteren, films af te spelen/te pauzeren, te schakelen tussen schermvullende
weergave en 4-miniatuurweergave, etc.
Stel de HDMI-apparaatbestur. (E80) of TV-instellingen in op Aan (standaardinstelling) in
het setup-menu, en sluit de camera met een HDMI-kabel aan op de televisie aan.
Richt de afstandsbediening op de TV om te gebruiken.
Zie de handleiding van uw TV of andere gerelateerde documentatie om te controleren of de TV de
HDMI-CEC norm ondersteunt.
C HDMI en HDMI-CEC
“HDMI” is een afkorting van High-Definition Multimedia Interface, een bepaald type multimedia-
interface.
“HDMI-CEC” is een afkorting van HDMI-Consumer Electronics Control, waarmee bewerkingen
kunnen worden gekoppeld tussen compatibele apparaten.
E22
Referentiegedeelte
Camera aansluiten op een printer (Rechtstreeks printen)
Gebruikers van een PictBridge-compatibele (F26) printer kunnen de camera
rechtstreeks op de printer aansluiten en foto’s afdrukken zonder gebruik te maken
van een computer.
Camera aansluiten op een printer
1 Zet de camera uit.
2 Zet de printer aan.
Controleer de printerinstellingen.
3 Sluit de camera aan op de printer met de meegeleverde USB-kabel.
Let erop dat u de stekker correct aansluit. Zorg er bij het loskoppelen van de stekker
voor dat u deze recht uit de aansluiting trekt.
4 Zet de camera aan.
Als de camera correct is aangesloten, wordt het PictBridge opstartscherm (1)
weergegeven op het monitorscherm van de camera. Vervolgens wordt het
Afdrukselectie venster (2) weergegeven.
B Opmerkingen over de voedingsbron
Gebruik een volledig opgeladen batterij wanneer u de camera op een printer aansluit;
zo voorkomt u dat de camera onverwachts wordt uitgeschakeld.
Als de lichtnetadapter EH-62F (apart verkrijgbaar) (
E
96) wordt gebruikt, kan de COOLPIX AW110
gevoed worden via een stopcontact. Gebruik nooit een andere lichtnetadapter dan de EH-62F.
Als u deze waarschuwing negeert, kan dit leiden tot oververhitting van of schade aan de camera.
15/05/2013 No. 31 [ 32]
Afdrukselectie
E23
Camera aansluiten op een printer (Rechtstreeks printen)
Referentiegedeelte
Individuele foto’s printen
Nadat u de camera op de juiste manier op de printer hebt aangesloten (E22),
kunt u als volgt foto’s afdrukken.
1 Gebruik de multi-selector om de af te drukken
foto te selecteren en druk op de k knop.
Bedien de zoomknop naar f (h) om 6 miniaturen
weer te geven, of naar g (i) om terug te keren naar de
schermvullende weergave.
2 Stel het aantal kopieën en het paperformaat
in.
Selecteer Kopieën en druk op de k knop om het
aantal kopieën in te stellen (max. 9).
Selecteer Papierformaat en druk op de k knop om
het papierformaat in te stellen (E26).
Selecteer Standaard om prioriteit aan de
printerinstellingen te geven.
3 Selecteer Afdrukken starten en druk op de
k knop.
4 Het afdrukken begint.
Wanneer het afdrukken is voltooid, wordt het scherm
uit stap 1 weer op de monitor weergegeven.
Zodra het afdrukken gereed is, kunt u de camera
uitzetten en de USB-kabel vervolgens lostrekken.
15/05/2013 No. 31 [ 32]
Afdrukselectie
Papierformaat
Kopieën
Afdrukken starten
1 afdrukken
PictBridge
Papierformaat
Kopieën
Afdrukken starten
4 afdrukken
PictBridge
2 / 4
Annuleren
Afdrukken
Huidige afdruk/totaal
aantal afdrukken
E24
Camera aansluiten op een printer (Rechtstreeks printen)
Referentiegedeelte
Meerdere foto’s afdrukken
Nadat u de camera op de juiste manier op de printer hebt aangesloten (E22),
kunt u als volgt foto’s afdrukken.
1 Als het Afdrukselectie scherm wordt
weergegeven, drukt u op de d knop.
Druk op de d knop om het printmenu te verlaten.
2 Selecteer Afdrukselectie, Druk alle beelden
af of DPOF-afdrukken en druk op de
k knop.
Selecteer Papierformaat en druk op de k knop om
het papierformaat in te stellen (E26).
Selecteer Standaard om prioriteit aan de
printerinstellingen te geven.
Afdrukselectie
Selecteer de foto’s (max. 99) en het aantal
afdrukken per foto (maximaal 9).
Druk op J of K van de multi-selector om
foto’s te selecteren en druk daarna op H of I
om het gewenste aantal per foto aan te
geven.
Foto’s die zijn geselecteerd voor afdrukken,
herkent u aan het pictogram M en een getal
dat het gewenste aantal afdrukken aangeeft.
Als het getal is ingesteld op 0, wordt de afdrukselectie geannuleerd.
Bedien de zoomknop naar g (i) om terug te keren naar de schermvullende
weergave of naar f (h) om 6 miniaturen weer te geven.
Druk op de k knop wanneer u alle instellingen hebt voltooid.
Wanneer het menu zoals rechts afgebeeld
wordt weergeven, kiest u Afdrukken starten
en drukt u vervolgens op de k knop om het
afdrukken te starten.
Papierformaat
DPOF-afdrukken
Druk alle beelden af
Afdrukselectie
Afdrukmenu
10
3 3 4
Terug
Afdrukselectie
Annuleren
Afdrukken starten
10 afdrukken
Afdrukselectie
E25
Camera aansluiten op een printer (Rechtstreeks printen)
Referentiegedeelte
3 Het afdrukken begint.
Wanneer het afdrukken is voltooid, wordt het scherm
uit stap 2 weer op de monitor weergegeven.
Druk alle beelden af
Alle foto’s die in het interne geheugen of op de
geheugenkaart zijn opgeslagen, worden een
voor een afgedrukt.
Wanneer het menu zoals rechts afgebeeld
wordt weergeven, kiest u Afdrukken starten
en drukt u vervolgens op de k knop om het
afdrukken te starten.
DPOF-afdrukken
Foto’s waarvoor een afdrukopdracht is gegeven
in de Afdrukopdracht optie (E50) kunnen
worden afgedrukt.
Wanneer het menu zoals rechts afgebeeld
wordt weergeven, kiest u Afdrukken starten
en drukt u vervolgens op de k knop om het
afdrukken te starten.
Als u de huidige printopdracht wilt bekijken,
selecteert u Bek. beelden en drukt u op de
k knop. Om het afdrukken te starten, drukt u
nogmaals op de k knop.
Annuleren
Afdrukken starten
18 afdrukken
Druk alle beelden af
Annuleren
Bek. beelden
Afdrukken starten
10 afdrukken
DPOF-afdrukken
10
Terug
Bek. beelden
1
2 2
1 1 1
2 / 10
Annuleren
Afdrukken
Huidige afdruk/totaal
aantal afdrukken
E26
Camera aansluiten op een printer (Rechtstreeks printen)
Referentiegedeelte
C Papierformaat
De camera ondersteunt de volgende papierformaten: Standaard (het standaard papierformaat
voor de huidige printer), 3,5×5 in., 5×7 in., 100×150 mm, 4×6 in., 8×10 in., Letter, A3 en A4.
Alleen de formaten die door de huidige printer worden ondersteund, worden weergegeven.
C Foto’s afdrukken
U kunt uw foto’s met een printer afdrukken nadat u ze naar een computer hebt overgezet of via een
rechtstreekse aansluiting van de camera op een printer. Daarnaast kunt u uit de volgende opties
kiezen voor het afdrukken van foto’s die op een geheugenkaart staan:
Plaats een geheugenkaart in de kaartsleuf van een DPOF-compatibele printer.
Breng een geheugenkaart naar een digitale fotoservice.
Als u uw foto’s op bovenstaande manieren wilt afdrukken, kunt u de foto’s en het gewenste aantal
afdrukken per foto opgeven via de Afdrukopdracht (E50) optie in het weergavemenu.
E27
Referentiegedeelte
Films
Films bewerken
Uitsnede Alleen de gewenste delen van de film kopiëren
De gewenste delen van een opgenomen film kunnen worden opgeslagen als
afzonderlijke bestand (behalve voor films opgenomen met
p
iFrame 540/30p
).
1 Speel de te bewerken film af en stop op het beginpunt van het
gedeelte dat moet worden gekopieerd (A81).
2 Gebruik de multi-selector J of K om I op
het weergavepaneel te kiezen en druk op de
k knop.
Het filmbewerkingsscherm verschijnt.
3 Druk op H of I om J (Kies beginpunt) te
kiezen op het bewerkingspaneel.
Druk op J of K om de startpositie in te stellen.
Druk op H of I om L (Terug) te kiezen en druk op
de k knop om te annuleren.
4
Druk op
H
of
I
om
K
(Kies eindpunt) te
kiezen.
Druk op J of K om het eindpunt rechts op het
eindpunt van het gewenste deel in te stellen.
Kies
c
(Voorbeeld) en druk op de
k
knop om de
weergave van de film binnen het opgegeven bereik te
controleren, voordat deze wordt opgeslagen. Tijdens de
weergave van het voorbeeld kan het volume worden
aangepast met de zoomknop
g
/
f
. Druk nogmaals op de
k
knop om de weergave
van het voorbeeld te stoppen.
5 Druk op H of I om m (Opslaan) te kiezen en druk op de k knop
nadat de instellingen zijn afgerond.
6 Selecteer Ja en druk op de k knop.
De bewerkte film wordt opgeslagen.
7m42s
7m42s
7m42s
8m48s8m48s8m48s
Kies beginpunt
5m52s5m52s5m52s
Kies eindpunt
Nee
Ja
Opslaan OK?
E28
Films bewerken
Referentiegedeelte
B Opmerkingen over films bewerken
Gebruik een volledig opgeladen batterij: zo voorkomt u dat de camera wordt uitgeschakeld
tijdens bewerken. Als de batterij bijna leeg is B, is filmbewerking niet mogelijk.
Als een film is bewerkt, kan deze niet opnieuw worden gebruikt om delen uit een film te
selecteren. Selecteer en bewerk de originele film om een ander bereik te selecteren.
Omdat bewerkte films worden onderverdeeld in units van één seconde, is het mogelijk dat het
ingestelde begin- en eindpunt iets afwijken. Secties korter dan twee seconden kunnen niet
worden geselecteerd.
De bewerkingsfuncties zijn niet beschikbaar als er onvoldoende vrije ruimte is in het interne
geheugen of op de geheugenkaart.
C Meer informatie
Zie “Bestands- en mapnamen” (E 94) voor meer informatie.
E29
Referentiegedeelte
Menu
Het opnamemenu (stand A (Auto))
Beeldkwaliteit/-formaat (Beeldformaat en beeldkwaliteit)
Selecteer de combinatie van beeldformaat en beeldkwaliteit
(compressieverhouding) die gebruikt wordt bij het opslaan van beelden.
Hoe hoger de instelling beeldkwaliteit/-formaat, hoe groter het formaat waarop
afgedrukt kan worden en hoe lager de compressieverhouding, hoe groter de
beeldkwaliteit, maar het aantal beelden dat kan worden opgeslagen (E30) is
lager.
1
Het totale aantal pixels en het aantal pixels horizontaal en verticaal.
Voorbeeld: Q 4608×3456 = Ongeveer 16 megapixels, 4608 × 3456 pixels
2
Printformaat bij een uiteindelijke resolutie van 300 dpi.
De printformaten worden berekend door het aantal pixels te delen door de printerresolutie
(dpi) en te vermenigvuldigen met 2,54 cm. Bij hetzelfde beeldformaat worden foto’s die
worden afgedrukt met een hogere resolutie echter kleiner afgedrukt dan het aangegeven
formaat, terwijl foto’s die worden afgedrukt met een lagere resolutie groter worden
afgedrukt dan het aangegeven formaat.
Het pictogram voor de geselecteerde instelling wordt weergegeven op de
monitor in de opname- en weergavestanden (A10, 12).
C Instelling beeldkwaliteit/-formaat
De instelling wordt ook toegepast bij andere opnamestanden.
Als Eenvoudig panorama (A40) of 3D-fotografie (A42) is geselecteerd in de
onderwerpstand kan beeldkwaliteit/-formaat niet worden geselecteerd.
Sommige functies kunnen niet worden gebruikt in combinatie met andere menu-instellingen.
Zie “Niet beschikbare functies in combinatie” (A 60) voor meer informatie.
Geef het opnamescherm weer M d knop M A menupictogram (A8) M
Beeldmodus
Optie
1
Compressie-
verhouding
(circa)
Hoogte-
breedteverhouding
(horizontaal:
verticaal)
Afdrukformaat
2
(cm)
(circa)
Q 4608×3456P 1:4 4:3 39 × 29
P 4608×3456
(standaardinstelling)
1:8 4:3 39 × 29
R 3264×2448 1:8 4:3 28 × 21
r 2272×1704 1:8 4:3 19 × 14
q 1600×1200 1:8 4:3 13 × 10
O 640×480 1:8 4:3 5 × 4
g 4608×2592 1:8 16:9 39 × 22
E30
Het opnamemenu (stand
A
(Auto))
Referentiegedeelte
Aantal resterende opnamen
In de onderstaande tabel ziet u hoeveel foto’s er ongeveer op een geheugenkaart van 4 GB kunnen
worden opgeslagen.
Let op: vanwege JPEG-compressie is er een groot verschil in het aantal foto’s dat werkelijk kan
worden opgeslagen; dit hangt af van de compositie van de foto, ook al hebben de
geheugenkaarten dezelfde capaciteit en zijn de instellingen van de beeldkwaliteit en het
beeldformaat gelijk.
Het aantal foto’s dat kan worden opgeslagen is bovendien afhankelijk van het merk van de
geheugenkaart.
Als het aantal resterende opnamen 10.000 of meer is, wordt “9999”
weergegeven.
Controleer na het verwijderen van de geheugenkaart op de indicator het aantal
belichtingen dat kan worden opgeslagen in het interne geheugen (ca. 21 MB)
op het scherm tijdens opnemen.
Beeldkwaliteit/-formaat Resterend aantal opnames (4 GB)
Q 4608×3456P 490
P
4608×3456
970
R 3264×2448 1.910
r 2272×1704 3.770
q 1600×1200 7.100
O 640×480 24.100
g 4608×2592 1.290
E31
Het opnamemenu (stand
A
(Auto))
Referentiegedeelte
Witbalans (kleurinstelling aanpassen)
De kleur van het licht dat door een voorwerp wordt weerkaatst, is afhankelijk van
de kleur van de lichtbron. De hersenen van de mens passen zich aan wanneer de
kleur van de lichtbron verandert. Hierdoor zijn witte voorwerpen in onze ogen
altijd wit, of we ze nu in de schaduw, in de zon of bij het licht van een gloeilamp
zien. Digitale camera’s doen iets vergelijkbaars door beelden te bewerken
overeenkomstig de kleur van de lichtbron. Dit wordt de “witbalans” genoemd. Als
u een foto met natuurlijke kleuren wilt maken, selecteert u van tevoren een
witbalansinstelling die past bij de lichtbron.
Voor de meeste soorten licht kunt u de standaardinstelling Automatisch
gebruiken, maar voor het beste resultaat kunt u ook de witbalans voor een
bepaalde lichtbron instellen.
Het pictogram voor de geselecteerde instelling, anders dan Automatisch, wordt
weergegeven op de monitor (A10).
B Opmerkingen over witbalans
Als de witbalans niet is ingesteld op Automatisch of Flitser, zet de flitser op W (uit) (A50).
Sommige functies kunnen niet worden gebruikt in combinatie met andere menu-instellingen. Zie
“Niet beschikbare functies in combinatie” (A 60) voor meer informatie.
Geef het opnamescherm in de A (Auto) stand weer (A47) M d knop M
A menupictogram (A8) M Witbalans
Optie Beschrijving
a Automatisch
(standaardinstelling)
De witbalans wordt automatisch aan de lichtomstandigheden
aangepast. Dit is in de meeste omstandigheden de beste keuze.
b Handm.
voorinstelling
Handig tijdens het fotograferen onder ongewone
lichtomstandigheden. Zie “Handmatig instellen gebruiken” voor
meer informatie (E32).
c Daglicht Witbalans wordt afgestemd op direct zonlicht.
d Gloeilamplicht Voor opnames bij gloeilamplicht.
e TL-licht Voor opnames bij tl-licht.
f Bewolkt Voor het fotograferen bij een bewolkte hemel.
g Flitser Voor opnames in flitsstand.
E32
Het opnamemenu (stand
A
(Auto))
Referentiegedeelte
Handmatig instellen gebruiken
Gebruik deze optie als u foto’s die gemaakt zijn onder ongebruikelijke
lichtomstandigheden (bijv. lampen met roodachtig licht) er wilt laten uitzien alsof
ze bij normaal licht zijn genomen.
Volg de onderstaande procedure om de witbalanswaarde te meten onder het
opnamelicht.
1 Plaats een wit of grijs referentievoorwerp onder de verlichting die voor
de foto wordt gebruikt.
2 Ga naar het opnamemenu (A58) en gebruik
de selector om Witbalans op b Handm.
voorinstelling in te stellen; druk vervolgens
op
k knop.
Het objectief schuift uit in de zoomstand voor de
meting.
3 Selecteer Meten.
Om de meest recent gemeten witbalanswaarde toe te
passen, selecteert u Annuleren en drukt u op de
k knop. De meest recent gemeten witbalanswaarde
wordt ingesteld zonder de waarde opnieuw te meten.
4 Kadreer een wit of grijs referentievoorwerp in
de kadrering van het referentievoorwerp en
druk op de k knop.
De sluiter ontspant en de witbalans wordt ingesteld op
de nieuwe waarde (er wordt geen foto opgeslagen).
B Opmerking bij handmatig instellen
De camera kan geen witbalans meten bij gebruik van de flitser. Bij gebruik van de flitser, stel
Witbalans in op Automatisch of Flitser.
BewolktBewolkt
TL-lichtTL-licht
GloeilamplichtGloeilamplicht
DaglichtDaglicht
Handm. voorinstelling
AutomatischAutomatisch
Bewolkt
TL-licht
Gloeilamplicht
Daglicht
Automatisch
FlitserFlitserFlitser
Witbalans
Meten
Annuleren
Handm. voorinstelling
Meten
Annuleren
Handm. voorinstelling
Kader referentievoorwerp
E33
Het opnamemenu (stand
A
(Auto))
Referentiegedeelte
Continu-opname
Instellingen wijzigen voor continu-opname en BSS (Best Shot Selector).
Geef het opnamescherm in de A (Auto) stand weer (A47) M d knop M
A menupictogram (A8) M Continu
Optie Beschrijving
U
Enkelvoudig
(standaard-
instelling)
Telkens als u de ontspanknop indrukt, maakt de camera één foto.
k
Continu H
Er worden continu foto’s gemaakt als de ontspanknop volledig
wordt ingedrukt. Het fotograferen wordt beëindigd zodra de
ontspanknop wordt losgelaten of zodra het maximale aantal
continu-opnamebeelden is bereikt.
Continu H
: Er worden continu ongeveer 6 foto’s gemaakt bij een
snelheid van ongeveer 8 beelden per seconde.
Continu L
: Ongeveer 37 foto’s worden continu gemaakt bij een
snelheid van ongeveer 2,1 beelden per seconde
(wanneer beeldkwaliteit/-formaat
P
4608×3456
is).
m
Continu L
q
Vooropnamecache
Vooropnamecache maakt het gemakkelijker om het perfecte
moment vast te leggen, door reeds beelden op te slaan voordat de
ontspanknop volledig wordt ingedrukt. Vooropnamecache begint
zodra de ontspanknop half wordt ingedrukt en de camera blijft
opnames maken terwijl de ontspanknop volledig wordt ingedrukt
(
E
35).
Beeldsnelheid: tot 15 beelden per seconde
Aantal beelden: max. 25 beelden (incl. max. 5 beelden gemaakt
tijdens vooropnamecache)
Het fotograferen wordt beëindigd zodra de ontspanknop wordt
losgelaten of zodra het max. aantal beelden is gemaakt.
De beeldmodus wordt vast ingesteld op
M
(1280 × 960 pixels).
n
Continu H: 120 bps
Als de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, worden continu
foto’s gemaakt met behulp van een hoge sluitertijd.
Continu H: 120 bps
:
50 beelden worden gemaakt bij een snelheid van ongeveer
1/120 seconden of sneller.
De beeldmodus wordt vast ingesteld op
O
(640 × 480 pixels).
Continu H: 60 bps
:
25 beelden worden gemaakt bij een snelheid van ongeveer
1/60 seconden of sneller.
De beeldmodus wordt vast ingesteld op
M
(1280 × 960 pixels).
j
Continu H: 60 bps
D
BSS (Best Shot
Selector)
Gebruik BSS als u bij weinig licht en zonder flitser wilt inzoomen op
een onderwerp of in andere situaties waarbij cameratrilling tot
onscherpe foto’s kan leiden. Houd de ontspanknop volledig
ingedrukt en de camera maakt max. 10 opnames en selecteert
automatisch alleen de scherpste foto’s van de reeks en slaat deze op.
E34
Het opnamemenu (stand
A
(Auto))
Referentiegedeelte
Het pictogram voor de geselecteerde instelling, anders dan
Enkelvoudig
, wordt
weergegeven op de monitor (
A
10).
B Opmerkingen over continu-opnamen
Bij alle opnames uit de reeks wordt de scherpstelling, belichting en witbalans aangehouden die de
camera voor de eerste opname uit de reeks heeft ingesteld.
De beeldsnelheid kan afnemen afhankelijk van de beeldkwaliteit, het beeldformaat, het type
geheugenkaart of de opnamecondities.
De beeldsnelheid kan afnemen wanneer ISO-waarde (E36) in het opnamemenu wordt
ingesteld op 1600 of 3200.
Sommige functies kunnen niet worden gebruikt in combinatie met andere menu-instellingen.
Zie “Niet beschikbare functies in combinatie” (A60) voor meer informatie.
B Opmerkingen over Continu H
Het opslaan van een foto nadat deze is gemaakt, kan enige tijd in beslag nemen. De tijd vereist om
de gemaakte foto’s op te slaan, hangt af van het aantal foto’s, de schrijfsnelheid van de
geheugenkaart, etc.
Naarmate de ISO-waarde hoger wordt, kan ruis verschijnen in de foto’s.
Er kunnen strepen of afwijkingen in helderheid of kleurinstelling optreden bij foto’s die zijn
gemaakt bij lichtbronnen die met een hoge frequentie knipperen, zoals tl-lampen,
kwikdamplampen of natriumlampen.
B Opmerking over BSS
BSS is bedoeld voor het fotograferen van stilstaande onderwerpen. BSS kan misschien niet de
gewenste resultaten opleveren als het onderwerp beweegt of de compositie verandert.
B Opmerking over Multi-shot 16
Er kunnen strepen of afwijkingen in helderheid of kleurinstelling optreden bij foto’s die zijn gemaakt
bij lichtbronnen die met een hoge frequentie knipperen, zoals tl-lampen, kwikdamplampen of
natriumlampen.
C Continu-opnamestand gebruiken in combinatie met zelfontspanner
Als u de Continu-opnamestand gebruik in combinatie met de zelfontspanner (A52) ingesteld op
n2s (2 seconden), dan kunt u continu foto’s nemen door cameratrilling te verminderen.
Houd de ontspannerknop volledig ingedrukt voor gebruik van de zelfontspanner (A52) wanneer
Continu H, Continu L of BSS is geselecteerd voor de instelling Continu. Als u de ontspannerknop
loslaat, wordt Enkelvoudig automatisch geselecteerd en maakt de camera slechts één foto tegelijk.
W Multi-shot 16
Telkens wanneer de ontspanknop volledig
wordt ingedrukt, maakt de camera 16 foto’s
met een snelheid van circa 30 beelden per
seconde, waarna de foto’s worden
samengevoegd tot één beeld.
Beeldkwaliteit/-formaat is vast ingesteld
op L (2560 × 1920 pixels).
Digitale zoom is niet beschikbaar.
Optie Beschrijving
E35
Het opnamemenu (stand
A
(Auto))
Referentiegedeelte
C Vooropnamecache
Als Vooropnamecache wordt geselecteerd, begint het fotograferen zodra de ontspanknop half
wordt ingedrukt gedurende 0,5 sec. of langer en worden de foto’s die gemaakt zijn voordat de
ontspanknop volledig wordt ingedrukt opgeslagen samen met foto’s die gemaakt zijn nadat de
ontspanknop volledig wordt ingedrukt. Er kunnen max. 5 beelden worden opgenomen in
vooropnamecache.
De huidige vooropnamecache-instelling wordt aangeduid met een pictogram bij het fotograferen
(A10). Het vooropnamecache-pictogram licht groen op zodra de ontspanknop half wordt
ingedrukt.
Als het resterend aantal opnamen minder dan 5 is, worden foto’s gemaakt met vooropnamecache
niet opgeslagen. Controleer dan ook voor het fotograferen of er nog 5 of meer opnamen mogelijk
zijn.
Half indrukken Druk volledig in
Foto’s opgeslagen door
ontspanknop half in te drukken
Foto’s opgeslagen door
ontspanknop volledig in te drukken
E36
Het opnamemenu (stand
A
(Auto))
Referentiegedeelte
ISO-waarde
Hoe hoger de ISO-waarde, hoe minder licht nodig is voor het maken van foto’s.
Hoe hoger de ISO-waarde, hoe donkerder onderwerp kan worden gefotografeerd.
Bovendien kunt u nu zelfs van onderwerpen met vergelijkbare helderheid foto’s
maken met snellere sluitertijden, waarbij onscherpte veroorzaakt door cameratrilling
en beweging van het onderwerp kunnen worden gereduceerd.
De ISO-waarde instellen op een hoog niveau is effectief bij het fotograferen van
donkere onderwerpen zonder flitser, als gefotografeerd wordt in de telestand
en vergelijkbare situaties, maar de gemaakte foto’s kunnen korrelig zijn.
Het pictogram voor de geselecteerde instelling wordt weergegeven op de monitor
(A10).
Als Automatisch wordt geselecteerd, wordt het E pictogram niet
weergegeven bij ISO 125, maar wel zodra de ISO-waarde automatisch wordt
verhoogd naar meer dan ISO 125.
Wanneer Vast bereik automatisch is geselecteerd, worden het U pictogram
en de maximale ISO-waarde weergegeven.
B Opmerking over ISO-waarde
Sommige functies kunnen niet worden gebruikt in combinatie met andere menu-instellingen. Zie
“Niet beschikbare functies in combinatie” (A 60) voor meer informatie.
Geef het opnamescherm in de A (Auto) stand weer (A47) M d knop M
A menupictogram (A8) M ISO-waarde
Optie Beschrijving
Automatisch
(standaardinstelling)
De ISO-waarde voor fotografie op lichte plaatsen is ISO 125; op
donkere plaatsen verhoogt de camera de ISO-waarde automatisch
tot een maximum van ISO 1600.
Vast bereik
automatisch
Kies het bereik waarbinnen de camera automatisch de ISO-
gevoeligheid moet instellen, d.w.z. ISO 125-400
(standaardinstelling) en ISO 125-800. De camera zal de ISO-
waarde niet verhogen boven de maximum waarde van het
ingestelde bereik.
Stel de maximale ISO-waarde in om de mate van “korrel” in
afbeeldingen te regelen.
125, 200, 400, 800,
1600, 3200
De ISO-waarde wordt vergrendeld op de vastgestelde waarde.
E37
Het opnamemenu (stand
A
(Auto))
Referentiegedeelte
AF-veldstand
U kunt instellen hoe het scherpstelveld moet worden bepaald bij automatisch
scherpstellen.
Geef het opnamescherm in de A (Auto) stand weer (A47) M d knop M
A menupictogram (A8) M AF-veldstand
Optie Beschrijving
a
Gezichtprioriteit
(standaardinstelling)
De camera herkent en stelt
scherp op het gezicht dat naar
de camera kijkt (zie
“Gezichtsdetectie gebruiken”
(A 62) voor meer informatie).
Als de camera meerdere
gezichten herkent, wordt
scherpgesteld op het gezicht
dat zich het dichtst bij de
camera bevindt.
Als onderwerpen anders dan mensen worden gefotografeerd,
of een onderwerp waarbij geen gezicht kan worden
gedetecteerd wordt gekozen, wordt de AF scherpstelstand
ingesteld op Automatisch. De camera kiest automatisch de
scherpstelvelden (max. 9 velden) met het onderwerp dat zich
het dichtst bij de camera bevindt.
w Automatisch
De camera kiest automatisch de
scherpstelvelden (max. 9
velden) met het onderwerp dat
zich het dichtst bij de camera
bevindt.
Druk de ontspanknop half in
om het scherpstelveld te
activeren.
Als de ontspanknop half wordt
ingedrukt, wordt het door de camera geselecteerde
scherpstelveld weergegeven op de monitor (max. 9 velden).
29m 0s
29m 0s
29m 0s
970
970
970
1010hPa
1010hPa
1010hPa
15m
15m
15m
Scherpstelveld
1/250
1/250
1/250 F3.9
F3.9
F3.9
Scherpstelvelden
E38
Het opnamemenu (stand
A
(Auto))
Referentiegedeelte
B Opmerkingen over AF-veldstand
Als de digitale zoom actief is, stelt de camera altijd scherp op het onderwerp in het midden van
het beeld, ongeacht de geselecteerde AF-veldstand optie.
In uitzonderlijke gevallen als onderwerpen worden gefotografeerd waarbij de autofocus niet
werkt zoals verwacht (A64), is het onderwerp misschien niet scherpgesteld.
Sommige functies kunnen niet worden gebruikt in combinatie met andere menu-instellingen. Zie
“Niet beschikbare functies in combinatie” (A 60) voor meer informatie.
x Handmatig
Kies de scherpstelpositie uit
99 velden op het scherm. Deze
optie is geschikt in situaties
waarin het beoogde onderwerp
relatief stil staat en zich niet in
het midden van het beeld
bevindt.
Druk op de multi-selector H,
I, J of K om het
scherpstelveld te verplaatsen
naar de plaats van het
onderwerp en een foto te
maken.
Om de volgende instellingen aan te passen, druk op de
k knop om tijdelijk het gekozen scherpstelveld te
annuleren, en pas vervolgens elke instelling aan.
- Flitsstand, macrostand, zelfontspanner of
belichtingscompensatie
Om terug te keren naar het selectiescherm voor het
scherpstelveld, drukt u nogmaals op de k knop.
y Centrum
De camera stelt scherp op het
midden van het beeld.
Het scherpstelveld wordt altijd
in het midden van het beeld
weergegeven.
s Onderwerp volgen
Onderwerp volgen begint zodra
u heeft scherpgesteld op een
onderwerp, waarna het
scherpveld het onderwerp zal
verplaatsen en het onderwerp
zal volgen. Zie “Gebruiken van
Onderwerp volgen” (E39).
Optie Beschrijving
Scherpstelveld
Te kiezen velden
29m 0s
29m 0s
29m 0s
970
970
970
1010hPa
1010hPa
1010hPa
15m
15m
15m
Scherpstelveld
Einde
E39
Het opnamemenu (stand
A
(Auto))
Referentiegedeelte
Gebruiken van Onderwerp volgen
Kies deze stand om bewegende onderwerpen te fotograferen. Onderwerp volgen
begint zodra u heeft scherpgesteld op een onderwerp, waarna het scherpveld het
onderwerp zal verplaatsen en het onderwerp zal volgen.
1 Gebruik de multi-selector, selecteer
s Onderwerp volgen en druk op de
k knop.
Druk op de d knop na het wijzigen van de
instellingen en keer terug naar het opnamescherm.
2 Kadreer het onderwerp in het midden van de
rand en druk op de k knop.
Het onderwerp wordt geregistreerd.
Als de camera niet kan scherpstellen op het
onderwerp, licht de rand rood op. Wijzig de compositie
en probeer het opnieuw.
Zodra het onderwerp is geregistreerd, wordt het
omkaderd door een geel scherpstelveld, waarna het
volgen van het onderwerp start.
Druk op de k knop om de registratie van het
onderwerp te annuleren.
Als de camera het onderwerp uit beeld verliest,
verdwijnt het scherpstelveld; registreer het onderwerp
opnieuw.
3 Druk de ontspanknop helemaal in om de foto
te maken.
Als de camera scherpstelt binnen het scherpstelveld
wanneer de ontspanknop half is ingedrukt, wordt het
scherpstelveld groen en wordt de scherpstelling
vergrendeld.
Als de ontspanknop half wordt ingedrukt terwijl geen
rand wordt weergegeven, stelt de camera scherp op
het onderwerp in het midden van het beeld.
Geef het opnamescherm in de
A (Auto) stand weer (A47) M d knop M
A menupictogram (A8) M AF-veldstand
Onderwerp volgen
Centrum
Handmatig
Automatisch
Gezichtprioriteit
AF-veldstand
Start
Einde
1/250
1/250
1/250 F3.9
F3.9
F3.9
E40
Het opnamemenu (stand
A
(Auto))
Referentiegedeelte
B Opmerkingen over onderwerp volgen
Digitale zoom is niet beschikbaar.
Stel de instellingen voor zoomstand, flitsstand of het menu in voordat u een onderwerp
registreert. Als een van deze standen wijzigt nadat een onderwerp is geregistreerd, wordt de
registratie geannuleerd.
Onder bepaalde condities, zoals bij snel bewegende onderwerpen, bij overmatig veel
cameratrilling, of bij meerdere onderwerpen die op elkaar lijken, is het mogelijk dat de camera een
onderwerp niet kan registreren of volgen of dat de camera een ander onderwerp volgt. Bovendien
is het mogelijk dat het onderwerp niet correct wordt gevolgd t.g.v. de afmeting resp. helderheid
daarvan.
Als de camera in de stand-bystand (A21) wordt gezet, wordt de registratie van het onderwerp
geannuleerd. Aangeraden wordt om een langere tijd in te stellen voor de functie Automatisch uit
(E78) om dit te voorkomen.
Sommige functies kunnen niet worden gebruikt in combinatie met andere menu-instellingen. Zie
“Niet beschikbare functies in combinatie” (A60) voor meer informatie.
Autofocus-stand
Selecteer de manier waarop de camera scherpstelt.
B Opmerking over autofocus-stand
Sommige functies kunnen niet worden gebruikt in combinatie met andere menu-instellingen. Zie
“Niet beschikbare functies in combinatie” (A60) voor meer informatie.
C Autofocusstand voor Filmopname
De autofocusstand voor filmopname kan worden ingesteld met Autofocus-stand (E48) in het
filmmenu.
Geef het opnamescherm in de A (Auto) stand weer (A47) M d knop M
A menupictogram (A8) M Autofocus-stand
Optie Beschrijving
A
Enkelvoudige AF
(standaard-
instelling)
De camera stelt scherp wanneer u de ontspanknop half indrukt.
B Fulltime-AF
De camera stelt continu scherp tot de ontspanknop half wordt
ingedrukt. Gebruik deze optie voor bewegende onderwerpen.
De camera geeft een geluidssignaal bij het scherpstellen.
E41
Het opnamemenu (stand
A
(Auto))
Referentiegedeelte
Snelle effecten
Activeer of deactiveer de functie snelle effecten.
B Opmerking over snelle effecten
Sommige functies kunnen niet worden gebruikt in combinatie met andere menu-instellingen. Zie
“Niet beschikbare functies in combinatie” (A 60) voor meer informatie.
Geef het opnamescherm in de A (Auto) stand weer (A47) M d knop M
A menupictogram (A8) M Sneleffecten
Optie Beschrijving
p
Aan
(standaard-
instelling)
In de stand A (auto) kunt u onmiddellijk na ontspannen van de
sluiter effecten toepassen op foto’s.
Zie “Snelle effecten gebruiken” (A 48) voor meer informatie.
k Uit Deactiveert de functie snelle effecten (tijdens opname).
E42
Referentiegedeelte
Het Intelligent portret-menu
Beeldkwaliteit/-formaat (Beeldformaat en beeldkwaliteit)
Zie Beeldmodus (E29) van stand A (auto) voor meer informatie over
Beeldmodus.
Huid verzachten
Schakelt huid verzachten in.
Als huid verzachten is ingeschakeld, verschijnt het betreffende pictogram op de
monitor tijdens de opname (A10). Als Uit is gekozen, wordt geen pictogram voor de
actuele instelling weergegeven. De effecten van huid verzachten zijn niet zichtbaar
tijdens kadreren van foto’s voor de opname. Controleer de uitgevoerde mate van huid
verzachten in de weergavestand.
Glimlachtimer
De camera herkent gezichten en ontspant vervolgens automatisch de sluiter
wanneer een glimlach wordt herkend.
Als glimlachtimer is ingeschakeld, verschijnt het betreffende pictogram op de
monitor tijdens de opname (A10). Als Uit is gekozen, wordt geen pictogram
voor de actuele instelling weergegeven.
Geef het opnamescherm weer in de intelligente portretstand (A45) M d knop M
F menupictogram (A8) M Huid verzachten
Optie Beschrijving
S Hoog
Als de sluiter is ontspannen, herkent de camera één of meer
gezichten (maximaal 3) en verwerkt de foto om de huidtinten te
verzachten alvorens de foto op te slaan. De mate waarin de huid
wordt verzacht kan worden geselecteerd.
R
Normaal
(standaard-
instelling)
Q Laag
k Uit Schakelt huid verzachten uit.
Geef het opnamescherm weer in de intelligente portretstand (A45) M d knop M
F menupictogram (A8) M Glimlachtimer
Optie Beschrijving
a
Aan
(standaardinstelling)
Schakelt glimlachtimer in.
k Uit Schakelt glimlachtimer uit.
E43
Het Intelligent portret-menu
Referentiegedeelte
Knipperdetectie
De camera laat de sluiter automatisch tweemaal ontspannen als er een foto wordt
gemaakt. Van de twee gemaakte foto’s, wordt de foto opgeslagen waarop het
onderwerp de ogen open heeft.
Als knipperdetectie is ingeschakeld, verschijnt het betreffende pictogram op de
monitor tijdens de opname (A10). Als Uit is gekozen, wordt geen pictogram
voor de actuele instelling weergegeven.
Geef het opnamescherm weer in de intelligente portretstand (A45) M d knop M
F menupictogram (A8) M Knipperdetectie
Optie Beschrijving
y Aan
Activeert knipperdetectie.
De flitser kan niet gebruikt
worden wanneer Aan
geselecteerd is.
Als de camera een foto heeft
opgeslagen waarbij de ogen
van het onderwerp wellicht
gesloten zijn, dan wordt het
rechter venster gedurende
enkele seconden weergegeven.
k
Uit
(standaardinstelling)
Deactiveert knipperdetectie.
die zojuist werd genomen.
Er werd geknipperd op de foto
E44
Referentiegedeelte
Filmmenu
Filmopties
U kunt het type film kiezen dat moet worden opgenomen.
De camera kan films opnemen op normale snelheid en op hoge snelheid (HS)
(E45), die vertraagd of versneld kunnen worden weergegeven.
Hoe groter het beeldformaat en de bitsnelheid, hoe hoger de beeldkwaliteit; het
bestandsformaat wordt echter ook groter.
Films op normale snelheid
De beeldsnelheid is ongeveer 30 bps voor alle opties.
* iFrame is een van de formaten die ondersteund worden door Apple Inc. De
filmbewerkingsfuncties (E27) kunnen niet worden gebruikt. Bij gebruik van het interne
geheugen van de camera voor opnemen, kan de filmopname voor enkele
beeldcomposities abrupt worden beëindigd. Geadviseerd wordt om een geheugenkaart
(Class 6 of hoger) te gebruiken voor opnemen van belangrijke films.
C Opmerking over bitsnelheid
De filmbitsnelheid geeft de hoeveelheid gegevens aan die per seconde wordt opgenomen. Omdat
een variabele bitsnelheid (VBR)-systeem wordt toegepast, zal de filmbitsnelheid van de film
automatisch variëren afhankelijk van het onderwerp, waardoor meer gegevens per seconde worden
opgenomen voor films waarin onderwerpen regelmatig bewegen; hierdoor zal de totale
bestandsgrootte van een dergelijke film hoger zijn.
Geef het opnamescherm weer M d knop M e (film) menupictogram (A8) M
Filmopties
Optie
Beeldformaat (pixels)
Hoogte/breedte-verhouding
(horizontaal: verticaal)
Filmbitsnelheid
d
1080P/30p
(standaardinstelling)
1920 × 1080
16:9
15 Mbps
e 1080/30p
1920 × 1080
16:9
12 Mbps
f 720/30p
1280 × 720
16:9
9 Mbps
p iFrame 540/30p*
960 × 540
16:9
24 Mbps
g 480/30p
640 × 480
4:3
6 Mbps
E45
Filmmenu
Referentiegedeelte
HS-films
Wanneer opgenomen films worden afgespeeld, speelt de camera de films af in
slow motion of fast motion.
Zie “Films opnemen in slow motion en fast motion (HS-film)” (E46) voor meer
informatie.
* Tijdens het opnemen van films kan de camera wisselen tussen filmopname met normale
snelheid en slow motion of fast motion filmopname. De maximale filmduur in de tabel
geeft alleen de filmopnametijd aan van de slow motion of fast motion filmopname.
Optie
Beeldformaat (pixels)
Hoogte/breedte-
verhouding
(horizontaal: verticaal)
Beschrijving
k HS 240/8×
320 × 240
4:3
Films worden opgenomen met een
snelheid die 8× sneller is dan de normale
snelheid en afgespeeld met 1/8 de
normale snelheid in slow motion.
Max. filmduur*: 10 s (afspeeltijd: 1 min
20 s)
h HS 480/4×
640 × 480
4:3
Films worden opgenomen op 4× de
normale snelheid en afgespeeld op 1/4
van de normale snelheid in slow motion.
Max. filmduur*: 15 s (afspeeltijd: 1 min)
i HS 720/2×
1280 × 720
16:9
Films worden opgenomen op 2× de
normale snelheid en afgespeeld op 1/2
van de normale snelheid in slow motion.
Max. filmduur*: 30 s (afspeeltijd: 1 min)
j HS 1080/0,5×
1920 × 1080
16:9
Films worden opgenomen met een
snelheid die 0,5× sneller is dan de
normale snelheid en afgespeeld met
2× de normale snelheid in fast motion.
Max. filmduur*: 2 min (afspeeltijd: 1 min)
E46
Filmmenu
Referentiegedeelte
Maximale filmduur
In de onderstaande tabel ziet u hoe lang de filmduur ongeveer is die op een
geheugenkaart van 4 GB kan worden opgeslagen.
Houd er rekening mee dat de maximale filmduur en bestandsformaat die daadwerkelijk
kunnen worden opgeslagen, kunnen verschillen afhankelijk van de samenstelling van
het beeld, ook al zijn de geheugenkaarten even groot en zijn de filmoptie-instellingen
gelijk.
Bovendien kan de maximale filmduur die kan worden opgeslagen, verschillen afhankelijk
van het merk geheugenkaart.
* De maximale filmopnametijd (maximale opnamelengte voor een enkele film) bedraagt 4 GB of
29 minuten, ook al is er voldoende ruimte op de geheugenkaart. De maximale opnamelengte
voor een enkele film wordt weergegeven op het scherm tijdens de filmopname. Wanneer de
camera heet wordt, kan het zijn dat een filmopname onderbroken wordt zelfs als er nog tijd
beschikbaar is voor opname.
Controleer na het verwijderen van de geheugenkaart op de indicator de
maximale filmduur die kan worden opgeslagen in het interne geheugen
(ca. 21 MB) op het scherm tijdens opnemen.
C Meer informatie
Zie “Bestands- en mapnamen” (E 94) voor meer informatie.
Films opnemen in slow motion en fast motion (HS-film)
Als Filmopties in het filmmenu is ingesteld op HS-film (E45), kunnen films op
hoge snelheid (HS) worden opgenomen. Films opgenomen met HS-film kunnen
in slow motion worden afgespeeld op 1/8 tot 1/2 van de normale afspeelsnelheid,
of worden afgespeeld in fast motion op twee keer de normale snelheid.
1 Druk op de b (e filmopname) knop om het
opnemen te starten.
De filmopname start in de HS-stand als Openen met
HS-beelden in het filmmenu is ingesteld op Aan.
Filmopties (E44) Maximale filmduur* (4 GB)
d 1080P/30p
30 min
e 1080/30p
40 min
f 720/30p
55 min
p iFrame 540/30p
20 min
g 480/30p
2 h 45 min
9s
9s
9s
E47
Filmmenu
Referentiegedeelte
De filmopname start op normale snelheid als Openen
met HS-beelden in het filmmenu is ingesteld op Uit.
Druk op de k knop op het punt waar de camera moet
opnemen voor slow motion of fast motion filmopname
om te wisselen naar HS-filmopname.
Als een HS-film de maximale duur voor HS-films (E45) heeft bereikt of als de
k knop wordt ingedrukt, wisselt de camera naar filmopname met normale snelheid.
Elke keer dat de k knop wordt ingedrukt, wisselt de camera tussen filmopname met
normale snelheid naar slow motion of fast motion filmopname.
Tijdens het opnemen van HS-films wordt de weergave van de maximale filmduur
gewijzigd en wordt de resterende filmduur voor HS-filmopname weergegeven.
Het pictogram voor filmopties wordt gewijzigd als wordt gewisseld tussen
HS-filmopname en filmopname met normale snelheid.
2 Druk op de b (e filmopname) knop om de filmopname te
beëindigen.
Wanneer een film wordt opgenomen op h HS 480/4×:
Films worden opgenomen op een vier keer hogere beeldsnelheid dan normaal (maximale filmduur:
15 seconden).
Films worden afgespeeld in slow motion die viermaal langer duurt dan de normale snelheid.
Wanneer een film wordt opgenomen op j HS 1080/0,5×:
Films worden opgenomen op de halve (0,5×) normale beeldsnelheid (maximale filmduur:
2minuten).
Films worden afgespeeld in fast motion met een snelheid die tweemaal sneller is dan de normale
snelheid.
B Opmerkingen over HS-film
Het geluid wordt niet opgenomen.
Zoomstand, scherpstellen, belichting en witbalans worden vergrendeld wanneer wordt
begonnen met de filmopname.
7m25s
7m25s
7m25s
Opnemen
15 s
Weergave
1 min
Opnemen
2 min
Weergave
1 min
E48
Filmmenu
Referentiegedeelte
Openen met HS-footage
Selecteer of u films in slow motion of fast motion wilt opnemen vanaf het begin
van de opname als HS-films worden opgenomen.
Autofocus-stand
Selecteer hoe de camera bij het opnemen van films op normale snelheid moet
scherpstellen (E44).
Als een HS-filmoptie is geselecteerd in Filmopties, dan wordt vast ingesteld op
Enkelvoudige AF.
Geef het opnamescherm weer M d knop M e (film) menupictogram (A8) M
Openen met HS-beelden
Optie Beschrijving
Aan
(standaardinstelling)
HS-films worden opgenomen wanneer wordt begonnen met
opnemen.
Uit
Films op normale snelheid worden opgenomen wanneer wordt
begonnen met opnemen. Druk op de k knop op het punt waar
de camera moet opnemen voor slow motion of fast motion
filmopname om te wisselen naar HS-filmopname.
Geef het opnamescherm weer
M
d
knop
M
e
(film) menupictogram (
A
8)
M
Autofocus-stand
Optie Beschrijving
A
Enkelvoudige AF
(standaard-
instelling)
De scherpstelling is vergrendeld als op de b (e filmopname)
knop wordt gedrukt om de opname te starten. Kies deze optie
als de afstand tussen de camera en het onderwerp nagenoeg
gelijk blijft.
B Fulltime-AF
De camera stelt continu scherp tijdens de filmopname.
Geschikt voor het opnemen als de afstand tussen de camera en
het onderwerp verandert. Het is mogelijk dat camerageluid als
deze scherpstelt mee wordt opgenomen. Geadviseerd wordt
om Enkelvoudige AF te selecteren als dit hoorbaar is op de
opname.
E49
Filmmenu
Referentiegedeelte
Filmlicht
Schakel het filmlicht in of uit voor het maken van opnames op donkere plaatsen in.
Windruisreductie
Als
Aan
is gekozen, wordt een pictogram voor deze instelling weergegeven (
A
10).
Als een HS-filmoptie is geselecteerd in Filmopties, dan wordt vast ingesteld
op Uit.
Geef het opnamescherm weer M d knop M e (film) menupictogram (A8) M
Filmlicht
Optie Beschrijving
Aan
Het filmlicht wordt ingeschakeld voor verlichting wanneer films
worden opgenomen.
Uit
(standaardinstelling)
Het filmlicht wordt uitgeschakeld.
Geef het opnamescherm weer
M
d
knop
M
D
(film) menupictogram (
A
8)
M
Windruisreductie
Optie Beschrijving
Y
Aan
Neem films op met de windruisreductie van de microfoon.
Deze instelling is geschikt voor opnames bij harde wind.
Tijdens het afspelen zijn niet alleen de windruis, maar ook
andere geluiden moeilijk te horen.
k
Uit
(standaardinstelling)
Windruis is niet verminderd.
E50
Referentiegedeelte
Het weergavemenu
Voor meer informatie over de beeldbewerkingsfuncties; (Snel retoucheren,
D-Lighting, Glamour-retouchering, Gegevens afdrukken en Kleine
afbeelding), zie “Foto’s bewerken” (E13).
Afdrukopdracht (Een DPOF-afdrukopdracht maken)
Als u een van de volgende methodes kiest om foto’s af te drukken die opgeslagen
zijn op een geheugenkaart, kunnen de foto’s en het aantal foto’s dat moet worden
afgedrukt van tevoren worden ingesteld op de geheugenkaart.
Afdrukken op een DPOF-compatibele (F26) printer die voorzien is van een
kaartsleuf.
De afdrukken bestellen bij een digitale fotoservice met een DPOF-service.
Afdrukken door de camera aan te sluiten op een PictBridge-compatibele (F26)
printer (E22). (Als de geheugenkaart uit de camera wordt verwijderd, kan de
afdrukopdracht ook worden uitgevoerd voor de foto’s die zijn opgeslagen op
het intern geheugen.)
1 Gebruik de multi-selector om Beelden
selecteren te selecteren en druk op de
k knop.
In de stand favoriete beelden, de stand automatisch
sorteren of de stand sorteer op datum wordt het
rechter menu niet weergegeven. Ga verder naar stap 2.
2 Selecteer de fotos (max. 99) en het aantal
afdrukken per foto (maximaal 9).
Druk op J of K van de multi-selector om foto’s te
selecteren en druk daarna op H of I om het
gewenste aantal per foto aan te geven.
Foto’s die zijn geselecteerd voor afdrukken, herkent u
aan het pictogram M en een getal dat het gewenste
aantal afdrukken aangeeft. Als het getal is ingesteld op 0, wordt de afdrukselectie
geannuleerd.
Bedien de zoomknop naar g (i) om terug te keren naar de schermvullende
weergave of naar f (h) om 6 miniaturen weer te geven.
Druk op de k knop wanneer u alle instellingen hebt voltooid.
Druk op de c knop (weergavestand) M d knop (A8) M Afdrukopdracht
Afdrukopdracht wissen
Beelden selecteren
Afdrukopdracht
1 1 2
Terug
Afdrukselectie
E51
Het weergavemenu
Referentiegedeelte
3 Geef aan of u de opnamedatum en -informatie
wilt afdrukken.
Selecteer Datum en druk op de k knop om de
opnamedatum af te drukken op alle foto’s binnen de
afdrukopdracht.
Selecteer Info en druk op de k knop om de foto-
informatie (sluitertijd en diafragmawaarde) af te
drukken op alle foto’s binnen de afdrukopdracht.
Selecteer Gereed en druk op de k knop om de afdrukopdracht af te ronden.
Foto’s die zijn geselecteerd voor afdrukken, kunt u tijdens weergavestand (A12)
herkennen aan het pictogram w.
B Opmerkingen over afdrukken van opnamedatum en -informatie
Als u in het menu Afdrukdracht de opties Datum en Info hebt geactiveerd, kunnen de
opnamedatum en -informatie op de foto’s afgedrukt worden indien u een DPOF-compatibele
(F26) printer gebruikt die het afdrukken van de opnamedatum en -informatie ondersteunt.
Bij DPOF (E25) kan opname-informatie niet worden afgedrukt als de camera via de
meegeleverde USB-kabel rechtstreeks is aangesloten op de printer.
•Datum en Info worden gereset telkens wanneer het Afdrukopdracht-menu wordt
weergegeven.
De datum die op de foto wordt afgedrukt, is de datum die
ingesteld was op de camera toen de foto werd gemaakt. De
datum die via deze optie wordt afgedrukt, verandert niet als de
Tijdzone en datum-instellingen in het setup-menu van de
camera worden aangepast nadat de foto is opgeslagen.
Info
Datum
Gereed
Afdrukopdracht
15/05/2013
15 / 0 5 / 2 0 1 3
15/05/2013
E52
Het weergavemenu
Referentiegedeelte
B Opmerkingen over Afdrukopdracht
C Alle printopdrachten wissen
Selecteer tijdens stap 1 van de printopdrachtprocedure (E50), selecteer Afdrukopdracht wissen
en druk op de k knop om de printopdrachten voor alle foto’s te wissen.
C Datumstempel
De opnamedatum en -tijd kunnen tijdens de opname worden afgedrukt op foto’s door
Datumstempel (E73) in te stellen in het setup-menu. Deze gegevens kunnen ook worden
afgedrukt op printers die het afdrukken van de datum niet ondersteunen. Alleen de datum van de
datumstempel op foto’s wordt afgedrukt, ook al is Afdrukopdracht geactiveerd door datum te
selecteren in het afdrukopdrachtscherm.
Als u een afdrukopdracht geeft in de stand favoriete beelden, automatisch sorteren of sorteren op
datum, dan wordt het onderstaande scherm weergegeven indien andere foto’s dan in het
geselecteerde album, in de geselecteerde categorie of met de betreffende opnamedatum voor
afdrukken zijn geselecteerd.
Selecteer Ja om de afdrukopdrachtinstelling aan de bestaande afdrukopdracht toe te voegen.
Selecteer Nee om de bestaande afdrukopdracht te verwijderen en de afdrukopdrachtinstelling
te beperken.
Bovendien wordt het scherm aan de onderzijde weergegeven wanneer er meer dan 99 foto’s zijn
na het toevoegen van de actuele afdrukopdrachtinstelling.
Selecteer Ja om de bestaande afdrukopdracht te verwijderen en de afdrukopdrachtinstelling te
beperken.
Selecteer Annuleren om de bestaande afdrukopdracht te behouden en de
afdrukopdrachtinstelling te verwijderen.
Stand favoriete beelden
of automatisch sorteren
Stand sorteren op datum
Nee
Ja
beelden opslaan?
Afdrukmarkering voor andere
Afdrukopdracht
Nee
Ja
Afdrukopdracht
andere data opslaan?
Afdrukmarkering voor
Stand favoriete beelden
of automatisch sorteren
Stand sorteren op datum
Annuleren
Ja
beelden verwijderen?
Afdrukmarkering van andere
Teveel geselecteerde beelden.
Afdrukopdracht
Annuleren
Ja
andere data verwijderen?
beelden. Afdrukmarkering voor
Teveel geselecteerde
Afdrukopdracht
E53
Het weergavemenu
Referentiegedeelte
Diashow
Bekijk de foto’s in het interne geheugen of op een geheugenkaart in een
automatische diashow.
1 Gebruik de multi-selector om Start te
selecteren en druk op de k knop.
Alvorens Start te selecteren, selecteert u de volgende
opties en drukt u op de k knop om de instelling te
wijzigen.
- Effecten: Selecteer het effect voor een diashow als
Klassiek (standaardinstelling) of Zoomen.
- Achtergrondmuziek: Selecteer BGM als ON/OFF (standaardinstelling).
- Tussenpauze: Selecteer Enkel handm. voortgang of weergavetijd van een foto.
Om de diashow automatisch te herhalen, activeert u Herhalen en drukt u op de
k knop alvorens Start te kiezen. Als de optie herhalen is geactiveerd, wordt er een
vinkje (w) in het selectievakje weergegeven.
2 De diashow begint.
Druk op K van de multi-selector om de volgende foto
weer te geven of op J om de vorige foto weer te
geven. Houd K ingedrukt om snel vooruit te spoelen
of J om snel terug te spoelen.
Als Achtergrondmuziek is ingesteld, drukt u op de
zoomknop g of f om het volume aan te passen.
Als u halverwege wilt afbreken of pauzeren, druk dan op de k knop.
3 Selecteer Einde of Herstarten.
Nadat de laatste foto weergegeven is of tijdens pauze
in weergave, verschijnt het scherm aan de rechterzijde.
Kies G en druk op de k knop om naar stap 1 terug te
keren. Kies F om de diashow nogmaals af te spelen.
B Opmerkingen over diashows
Van films (A81) die in een diashow zijn opgenomen, wordt alleen het eerste beeld
weergegeven.
Bij reeksen (E57) waarvan de weergaveopties zijn ingesteld op Enkel hoofdfoto, wordt alleen
de hoofdfoto weergegeven.
Foto’s die gemaakt zijn tijdens Eenvoudig panorama worden schermvullend weergegeven
wanneer deze worden afgespeeld in een diashow. Deze worden niet gescrold.
Diashows worden max. 30 minuten weergegeven (E78).
Druk op de c knop (weergavestand) M d knop (A8) M Diashow
Pauzeren
Herhalen
Tussenpauze
Achtergrondmuziek
Eecten
Start
Diashow
E54
Het weergavemenu
Referentiegedeelte
Beveiligen
Geselecteerde foto’s tegen ongewild wissen beveiligen.
Selecteer in het fotoselectiemenu een foto en stel beveiligen in of annuleer dit. Zie
“Scherm gebruiken voor selecteren van foto’s” (A 71) voor meer informatie.
Let op: wanneer het interne geheugen van de camera of de geheugenkaart
(E79) wordt geformatteerd, worden beveiligde bestanden permanent gewist.
Beveiligde fotos zijn te herkennen aan het pictogram s in de weergavestand
(A12).
Beeld draaien
Wijzig de beeldoriëntatie van fotos die worden weergegeven op de
cameramonitor na opname. Fotos kunnen 90° met de klok mee en 90° tegen de
klok worden geroteerd.
Fotos die in “staande” portretstand zijn gemaakt, kunnen 180° omhoog worden
gedraaid in beide richtingen.
Kies een foto in het fotoselectiescherm (A71) om het scherm beeld draaien weer
te geven. Druk op J of K van de multi-selector om de foto 90° te draaien.
Druk op de k knop om de oriëntatie in te stellen en bewaar deze informatie samen
met de foto.
B Opmerkingen over beeld draaien
Foto’s die gemaakt zijn met 3D-fotografie en bewerkte foto’s met behulp van Gegevens
afdrukken kunnen niet worden geroteerd.
Terwijl alleen de hoofdfoto van een reeks wordt weergegeven, kunnen beelden niet worden
gedraaid. Pas de instelling toe na de weergave van afzonderlijke foto’s (
E11, E57).
Druk op de c knop (weergavestand) M d knop (A8) M Beveiligen
Druk op de c knop (weergavestand) M d knop (A8) M Beeld draaien
Draaien
Ter ug
Beeld draaien
Draaien
Ter ug
Beeld draaien
Draaien
Ter ug
Beeld draaien
90° linksom gedraaid 90° rechtsom
gedraaid
E55
Het weergavemenu
Referentiegedeelte
Spraakmemo
Met de microfoon in de camera kunt u spraakmemos opnemen voor fotos.
Het spraakopnamescherm wordt weergegeven voor een foto zonder spraakmemo, terwijl
het scherm voor het afspelen van een spraakmemo wordt weergegeven voor een foto met
spraakmemo (een foto gemarkeerd met p in de schermvullende weergave).
Spraakmemo’s opnemen
Spraakmemo kan worden opgenomen tot max.
20 seconden terwijl de k knop wordt ingedrukt.
Raak de microfoon tijdens de opname niet aan.
Tijdens de opname knipperen o en p op de monitor.
Nadat het opnemen is beëindigd, wordt het scherm voor
het afspelen van een spraakmemo weergegeven.
Spraakmemo’s afspelen
Druk op de k knop en houd deze ingedrukt om een
spraakmemo weer te geven. Om het afspelen te beëindigen,
drukt u op de k knop.
Bedien de zoomknop naar g of f tijdens de weergave om
het afspeelvolume aan te passen.
Druk op J van de multi-selector voor of na het afspelen van
een spraakmemo om terug te keren naar het
weergavemenu. Druk op de d knop om het weergavemenu te verlaten.
Spraakmemos wissen
Druk op de l knop op het scherm voor het afspelen
van een spraakmemo weergegeven. Druk op multi-
selector H of I om Ja te selecteren en druk op de
k knop om alleen de spraakmemo te wissen.
B Opmerkingen over spraakmemo’s
Als een foto met een spraakmemo wordt gewist, worden zowel de foto als de spraakmemo
gewist.
Spraakmemo’s kunnen niet worden opgenomen bij een foto waaraan reeds een spraakmemo is
gekoppeld. De actuele spraakmemo moet eerst worden gewist voordat een nieuwe spraakmemo
kan worden opgenomen.
Spraakmemo’s kunnen niet worden toegevoegd aan foto’s die gemaakt zijn met camera’s anders
dan de COOLPIX AW110.
Spraakmemo’s bij beelden met de Beveiligen instelling (E54) kunnen niet worden gewist.
C Meer informatie
Zie “Bestands- en mapnamen” (E 94) voor meer informatie.
Druk op de c knop (weergavestand) M Selecteer een foto M d knop (A8) M
Spraakmemo
17s
17s
17s
Ter ug
12s
12s
12s
Nee
Ja
Bestand wordt gewist. OK?
E56
Het weergavemenu
Referentiegedeelte
Kopiëren (Kopiëren tussen het interne geheugen en de
geheugenkaart)
Kopieer fotos of films tussen het interne geheugen en een geheugenkaart.
1 Selecteer met de multi-selector de gewenste
optie in het kopieermenu en druk vervolgens
op de
k knop.
Camera kaart: Foto’s kopiëren van het interne
geheugen naar de geheugenkaart.
Kaart camera: Foto’s kopiëren van de
geheugenkaart naar het interne geheugen.
2 Selecteer een kopieeroptie en druk op de
k knop.
Geselecteerde beelden: Geselecteerde foto’s van het
beeldselectiescherm kopiëren (A71). Als een reeks
wordt geselecteerd waarvoor alleen een hoofdfoto
wordt weergegeven (E11), worden alle fotos in de
weergegeven reeks gekopieerd.
Alle beelden: Alle fotos kopiëren. Als een foto in een reeks wordt geselecteerd, wordt
deze optie niet weergegeven.
Huidige reeks: Deze optie wordt weergegeven als een foto in een reeks geselecteerd
is voordat het weergavemenu wordt weergegeven. Alle fotos in de actuele reeks
worden gekopieerd.
B Opmerkingen over kopiëren van foto’s
Bestanden van het JPEG-, MOV-, WAV- en MPO-formaat kunnen worden gekopieerd. Bestanden
die in een andere indeling zijn opgenomen, kunnen niet worden gekopieerd.
•Spraakmemo (E55) toegevoegd aan foto’s en Beveiligen instelling (E54) worden ook
samen met de foto’s gekopieerd.
Foto’s die met een camera van een ander merk of ander model zijn gemaakt of op een computer
zijn bewerkt, kunnen niet worden gekopieerd.
Afdrukopdracht instellingen (E50) en de inhoud van het album (E5) worden niet
gekopieerd met de foto’s.
Foto’s of films die van het interne geheugen of een geheugenkaart gekopieerd zijn, kunnen niet in
de stand automatisch sorteren worden weergegeven (E8).
Als Reeksweergaveopties (E57) is ingesteld op Enkel hoofdfoto, een foto in de reeks
geselecteerd wordt en de
k knop wordt ingedrukt om afzonderlijke foto’s (E11) weer te
geven, is alleen Kaart camera foto kopiëren beschikbaar.
Druk op de c knop (weergavestand) M d knop (A8) M Kopiëren
Kaart camera
Camera kaart
Kopiëren
Alle beelden
Geselecteerde beelden
Camera ? kaart
E57
Het weergavemenu
Referentiegedeelte
C Bericht: “Geheugen bevat geen beelden.”
Als u de weergavestand selecteert terwijl er geen fotos op de geheugenkaart staan, wordt het bericht
Geheugen bevat geen beelden. weergegeven. Druk op de
d knop en selecteer Kopiëren in
het weergavemenu om de fotos in het interne geheugen van de camera naar de geheugenkaart te
kopiëren.
C Meer informatie
Zie “Bestands- en mapnamen” (E94) voor meer informatie.
Opties reeksweergave
Kies de methode die gebruikt wordt voor het weergeven van een serie continu
gemaakte foto’s (reeks, E11) wanneer ze in de schermvullende weergave
(A30) of in miniatuurweergave bekeken worden (A66).
De instellingen worden op alle reeksen toegepast en de instelling wordt
opgeslagen in het geheugen van de camera, zelfs als de camera uitgeschakeld
wordt.
Hoofdfoto kiezen
Als Reeksweergaveopties is ingesteld op Enkel hoofdfoto, kan de hoofdfoto in
de schermvullende weergave (A30) of miniatuurweergave (A66) voor elke
reeks foto’s worden ingesteld.
Als deze instelling wordt gewijzigd voordat
d wordt ingedrukt, selecteer dan
eerst de gewenste reeks met behulp van de schermvullende weergave of de
miniatuurweergave.
Als het selectiescherm voor de hoofdfoto wordt weergegeven, selecteert u een
foto. Zie “Scherm gebruiken voor selecteren van foto’s” (A 71) voor meer
informatie.
Druk op de c knop (weergavestand) M d knop (A8) M Reeksweergaveopties
Optie Beschrijving
Individuele foto's Elke foto in een reeks wordt weergegeven.
Enkel hoofdfoto
(standaardinstelling)
Verander de weergave van een reeks waarbij foto’s afzonderlijk
worden weergegeven naar de weergave van alleen de hoofdfoto.
Druk op de c knop (weergavestand) M Selecteer de gewenste reeks M d knop
(A8) M Kies hoofdfoto
E58
Referentiegedeelte
GPS-optiemenu
GPS-opties
B Opmerking over GPS-gegevens wissen
Foto’s gemaakt met andere camera’s dan de COOLPIX AW110 kunnen niet worden bewerkt.
Druk op de d knop M z (GPS-opties) menupictogram (A8) M GPS-opties
Optie Beschrijving
GPS-geg.
opnemen
Indien ingesteld op Aan, worden signalen van de GPS-satellieten
ontvangen en begint de positionering (A82).
De standaardinstelling is Uit.
A-GPS-best.
bijwerken
Voor het updaten van het A-GPS (assist GPS) bestand wordt een
geheugenkaart gebruikt. Door gebruik te maken van het meest
recente A-GPS bestand kan de tijd voor het volgen van de positie-
informatie worden ingekort.
Zie “A-GPS bestand updaten” (E59) voor meer informatie.
GPS-gegevens
wissen
De positie-informatie en de POI-informatie die is opgenomen op
foto’s wordt gewist.
De gewiste positie-informatie of POI-informatie kan niet meer
worden hersteld.
E59
GPS-optiemenu
Referentiegedeelte
A-GPS bestand updaten
Download het meest recente A-GPS bestand van de onderstaande website en
gebruik dit om het bestand te updaten.
http://nikonimglib.com/agps3/
Het A-GPS bestand voor de COOLPIX AW110 is alleen beschikbaar op
bovenvermelde website.
Stel voor het updaten van het A-GPS, de optie GPS-geg. opnemen in op Uit.
Als Aan is geselecteerd, kan de update van het A-GPS bestand niet worden
uitgevoerd.
1 Download het meest recente A-GPS bestand van de website naar uw
computer.
2 Gebruik een kaartlezer of een ander apparaat om het gedownloade
bestand naar de “NCFL” map op de geheugenkaart te kopiëren.
De “NCFL” map bevindt zich direct onder de hoofddirectory van de geheugenkaart.
Als de geheugenkaart niet over een “NCFL” map beschikt, maak dan een nieuwe map
aan.
3 Plaats de geheugenkaart met het gekopieerde bestand in de camera.
4 Zet de camera aan.
5 Druk op de d knop om het GPS-opties menu weer te geven en
gebruik de multi-selector om GPS-opties te selecteren.
6 Selecteer A-GPS-best. bijwerken en update het bestand.
Het updaten van het A-GPS bestand duurt ca. 2 minuten.
B Opmerkingen over A-GPS bestand updaten
Het A-GPS bestand wordt uitgeschakeld als voor het eerst een positie wordt bepaald nadat de
camera is aangeschaft. Het A-GPS bestand wordt actief vanaf de tweede handeling om een positie
te bepalen.
De geldigheidsperiode van het A-GPS bestand kan op het updatescherm gecontroleerd worden.
Als de geldigheidsperiode verlopen is, wordt dit in grijs weergegeven.
Als de geldigheidsperiode van het A-GPS bestand verlopen is, wordt het volgen van de positie-
informatie niet ingekort. Geadviseerd wordt om het A-GPS bestand bij te werken voordat de GPS-
functie wordt gebruikt.
Afstandeenheden
Voor de afstandeenheden van de kaartweergave kan gekozen worden uit km (m)
(kilometers, meters) (standaardinstelling) of mi (yd) (mijlen, yards).
Druk op de d knop M z (GPS-opties) menupictogram (A8) M Afstandseenheden
E60
GPS-optiemenu
Referentiegedeelte
Afstand berekenen
De lineaire afstand van de huidige locatie tot de opnamelocatie op de foto of
tussen de opnamelocaties van twee foto’s wordt berekend.
1 Gebruik de multi-selector om het doel voor
het berekenen van de afstand te selecteren
en druk op de k knop.
Positie nu beeld: Berekent de afstand van de
huidige locatie tot de opnamelocatie van de foto.
Bevestiging van de huidige positie wordt gestart. Ga
verder naar stap 3.
Beeld
beeld: Berekent de afstand tussen de opnamelocaties van twee foto’s.
2 Druk op J of K om de foto te selecteren die
het beginpunt is en druk op de k knop.
Gebruik de zoomknop (f (h)/g (i)) om de schaal
van de kaart aan te passen.
3 Druk op J of K om de foto te selecteren die
het eindpunt is.
Als een foto wordt geselecteerd, wordt de afstand
weergegeven op het scherm.
Druk op de k knop om berekenen van de afstand te
beëindigen.
B Opmerking over afstand berekenen
Als de positie-informatie niet wordt opgenomen op de foto kan de afstand niet worden berekend.
Om de afstand te berekenen met behulp van Positie nu beeld moet de positie-informatie
vooraf worden verkregen door GPS-geg. opnemen in GPS-opties van het GPS-optiemenu in te
stellen op Aan.
Druk op de c knop (weergavestand) M Geef een kaart weer (A85) M d knop M
z (GPS-opties) menupictogram (A8) M Afstand berekenen
Beeld
beeld
Positie nu
beeld
Afstand berekenen
500m
Beeld selecteren
Ter ug
Kies beginpunt
100m
Beeld selecteren
Ter ug
Kies eindpunt
500m
Afstand
E61
GPS-optiemenu
Referentiegedeelte
Bezienswaardigheden (POI) (opnemen en weergeven
locatieinformatie)
Hier kunt u zien hoe u de POI moet instellen (bezienswaardigheid,
locatieinformatie).
C POI-weergave
Wanneer er geen locatieinformatie aanwezig is op het ingestelde weergaveniveau, wordt “---”
weergegeven.
De locatieinformatie (Point of Interest: POI) functie wordt niet verstrekt voor de COOLPIX AW110
die wordt verkocht in China en Korea.
Druk op de d knop M z (GPS-opties) menupictogram (A8) M Points of interest
(POI)
Optie Beschrijving
POI inbedden
Indien ingesteld op Aan, wordt de informatie m.b.t. de locatienaam
opgeslagen op de foto’s die gemaakt worden.
De standaardinstelling is Uit.
De locatieinformatie kan worden opgenomen op een foto of film.
POI weergeven
Indien ingesteld op Aan, wordt de informatie m.b.t. de locatienaam
weergegeven op het opnamescherm of weergavescherm (A10, 12).
Wanneer POI inbedden is ingesteld op Aan en er een foto wordt
gemaakt, wordt de locatieinformatie voor de foto op het
weergavescherm weergegeven.
De standaardinstelling is Uit.
Detailleringsniveau
Stel het weergaveniveau van de locatieinformatie in. Een hoger
weergaveniveau toont meer nauwkeurige regio-informatie.
Als ingesteld is op niveau 1: landnamen worden weergegeven.
Als ingesteld is op niveaus 2 tot 5: de weergegeven informatie
verschilt per land.
Als ingesteld is op niveau 6: herkenningspunten (faciliteiten)
worden weergegeven.
POI bewerken
Als POI bijwerken is geselecteerd tijdens weergave, kan de
locatieinformatie die op de foto wordt weergegeven, gewijzigd
worden. Selecteer de foto waarvan u de locatienaaminformatie wilt
wijzigen voordat u op de d knop drukt.
Wanneer niveau 6 is geselecteerd, druk op de multi-selector
J of K om het herkenningspunt te wijzigen
U kunt het POI-informatieniveau wijzigen door de multi-selector
H of I in te drukken.
Als POI verwijderen is geselecteerd, wordt de locatieinformatie
opgenomen op de foto gewist.
E62
GPS-optiemenu
Referentiegedeelte
Log aanmaken (log met reisinformatie opnemen)
Wanneer het opnemen van een log wordt gestart, wordt de gemeten
volginformatie opgeslagen tot een vooraf ingestelde tijd verstreken is conform het
interval ingesteld voor Loginterval.
De opgenomen loggegevens kunnen niet onafhankelijk worden gebruikt.
Beëindig het opnemen van de log en sla deze op een geheugenkaart op om de
gegevens te kunnen gebruiken.
1 Gebruik de multi-selector om de op te nemen
log te selecteren en druk op de k knop.
Selecteer een op te nemen log uit de volgende logs.
- Alle logs starten: De loggegevens van de positie-
informatie en de hoogte- en waterdiepte-informatie
wordt opgenomen.
- GPS-log starten: De loggegevens van de positie-
informatie wordt opgenomen.
- Dieptelog starten: De loggegevens van de
waterdiepte-informatie wordt opgenomen.
2 Selecteer het loginterval dat wordt gebruikt
voor het opnemen van een log en druk op de
k knop.
De in te stellen intervallen voor het opnemen van een
log variëren afhankelijk van de op te nemen log.
3 Selecteer de duur dat de log moet worden
opgenomen en druk vervolgens op de
k knop.
Het opnemen van de log wordt gestart.
De loggegevens worden opgeslagen conform het
interval ingesteld voor de Loginterval tot de vooraf
ingestelde tijd verstreken is.
Als Dieptelog starten wordt geselecteerd, kan de
duur voor het opnemen van de log niet worden
geselecteerd. De duur voor het opnemen van de log is
vast ingesteld op 1 uur.
Tijdens het opnemen van de log wordt D op het
scherm weergegeven (A10).
Druk op de d knop M z (GPS-opties) menupictogram (A8) M Log aanmaken
Dieptelog beëindigen
Dieptelog starten
GPS-log beëindigen
GPS-log starten
Alle logs beëindigen
Alle logs starten
Log aanmaken
10 min.
5 min.
3 min.
1 min.
30 sec.
15 sec.
Loginterval
Geg. vr. volg. 72 u loggen
Geg. vr. volg. 24 u loggen
Geg. vr. volg. 12 u loggen
Geg. vr. volg. 6 u loggen
Log starten
1010hPa
1010hPa
1010hPa
15m
15m
15m
29m 0s
29m 0s
29m 0s
970
970
970
Logweergave (GPS)
Logweergave (hoogte
of waterdiepte)
E63
GPS-optiemenu
Referentiegedeelte
4 Als log opnemen is voltooid, gebruikt u de
multi-selector om de log te beëindigen die is
geselecteerd in stap 1 met Log aanmaken
van het GPS-opties menu en drukt u op de
k knop.
5 Selecteer Logs opslaan en druk op de
k knop.
De loggegevens worden opgeslagen op een
geheugenkaart.
B Opmerkingen over log opnemen
Als de datum en tijd niet zijn ingesteld, kan de log niet worden opgenomen.
Gebruik een volledig opgeladen batterij: zo voorkomt u dat de camera wordt uitgeschakeld
tijdens Log opnemen. Als de batterij bijna leeg is, wordt log opnemen beëindigd.
Tijdens het opnemen van de hoogtelog of de waterdieptelog raakt de batterij sneller leeg. Let
nauwkeurig op het resterende batterijniveau.
Log opnemen wordt beëindigd tengevolge van de volgende handelingen, ook al is er voldoende
tijd over voor Log opnemen
- De batterij wordt verwijderd
- GPS-geg. opnemen in GPS-opties is ingesteld op Uit als de GPS-log wordt opgenomen
- Standaardwaarden in het setup-menu wordt uitgevoerd.
- De instelling van de interne klok (tijdzone of datum en tijd) wordt gewijzigd.
Log opnemen wordt gepauzeerd tijdens de onderstaande bewerkingen.
- Tijdens continu-opname
- Tijdens een filmopname
- Indien aangesloten via een USB- of HDMI-kabel
Als er nog tijd over is voor Log opnemen wanneer de camera uitgezet is, gaat Log opnemen door
tot de vooraf ingestelde tijd verstreken is.
De loggegevens worden tijdelijk in de camera opgeslagen. Nieuwe logs kunnen niet opgenomen
worden als de loggegevens in de camera achterblijven. Na het opnemen van de loggegevens
moeten deze op een geheugenkaart worden opgeslagen.
Zie “Opgeslagen loggegevens op geheugenkaarten” (E95) voor meer informatie.
C Loggegevens wissen
Om tijdelijk in de camera opgeslagen loggegevens te wissen, selecteert u Log wissen bij stap 5.
Om de op de geheugenkaart opgeslagen loggegevens te wissen, drukt u op de l knop in Log
weergeven (E64).
Dieptelog beëindigen
Dieptelog starten
GPS-log beëindigen
GPS-log starten
Alle logs beëindigen
Alle logs starten
Log aanmaken
Logs wissen
Logs opslaan
Alle logs beëindigen
E64
GPS-optiemenu
Referentiegedeelte
Log weergeven
Controleer of wis de loggegevens die opgeslagen zijn op de geheugenkaart met
Log aanmaken (E62).
1 Gebruik de multi-selector om de weer te
geven log te selecteren en druk op de
k knop.
GPS-logs: De opgenomen loggegevens van de
positie-informatie worden weergegeven.
Hoogte-/dieptelogs: De opgenomen loggegevens
van de hoogte- of waterdiepte-informatie worden
weergegeven.
2 Selecteer met de multi-selector de weer te
geven loggegevens en druk vervolgens op de
k knop.
B wordt voor de hoogteloggegevens en C voor de
waterdiepteloggegevens weergegeven.
Zie “Opgeslagen loggegevens op geheugenkaarten”
(E95) voor meer informatie.
Zie “Loggegevens wissen” (E65) voor meer informatie.
3 Controleer de reisroute.
Wanneer GPS-logs is geselecteerd
Uw reisroute wordt weergegeven op de kaart.
Gebruik de zoomknop (f (h)/g (i)) om de schaal
van de kaart aan te passen.
Gebruik de multi-selector H, I, J of K om de
kaartweergave te verplaatsen.
Druk op de l knop om de weergegeven loggegevens te wissen.
Druk op de k knop om terug te keren naar de monitor zoals aangegeven in stap 2.
Druk op de d knop M z (GPS-opties) menupictogram (A8) M Log weergeven
Hoogte-/dieptelogs
GPS-logs
Log weergeven
2013/05/20
2013/05/26 [1]
2013/05/26 [2]
2013/05/15
2013/05/18
GPS-logs
500m
E65
GPS-optiemenu
Referentiegedeelte
Wanneer Hoogte-/dieptelogs is geselecteerd
De hoogte- of waterdiepte-informatie wordt
weergegeven in de grafiek.
Als de zoomknop wordt bediend naar g (i) wordt een
grafiek vergroot. Als de zoomknop wordt bediend naar
f (h) wordt de gehele grafiek weergegeven.
Druk op de multi-selector J of K om de
grafiekweergave te verplaatsen.
Als de k knop wordt ingedrukt, kan een andere foto geselecteerd worden.
- Druk op de multi-selector J of K om de foto te selecteren.
- Bedien de zoomknop naar g (i) om de foto te vergroten. Bedien de zoomknop
naar f (h) om terug te keren naar de grafiekweergave.
Druk op de l knop om de weergegeven loggegevens te wissen.
Wanneer de d knop wordt ingedrukt, wordt het scherm uit stap 2 weer op de
monitor weergegeven.
Loggegevens wissen
Druk in stap 2 op de l knop om een van beide functies te selecteren.
Geselecteerd log: De geselecteerde loggegevens worden gewist.
Alle logs: Alle loggegevens op de geheugenkaart worden gewist.
C GPS-loggegevens
De loggegevens voldoen aan het NMEA-formaat. Weergave wordt echter niet gegarandeerd voor
elke NMEA formaat-compatible software of elke NMEA formaat-compatible camera.
Synchroniseren
De signalen van de GPS-satellieten worden gebruikt om de datum en tijd van de
interne cameraklok in te stellen (alleen als GPS-geg. opnemen in GPS-opties
van het GPS-opties menu is ingesteld op Aan). Controleer de positioneringsstatus
voordat het synchroniseren wordt gestart.
B Opmerkingen over synchroniseren
De aanpassing van de datum/tijd door Synchroniseren wordt ingesteld op basis van de tijdzone
die is ingesteld in Tijdzone en datum (A22, E69) van het setup-menu. Controleer de tijdzone
voordat Synchroniseren wordt ingesteld.
Datum/tijd-synchronisatie via Synchroniseren is niet zo nauwkeurige als synchronisatie via
radioklokken. Gebruik Tijdzone en datum in het setup-menu om de tijd in te stellen als deze in
Synchroniseren niet nauwkeurig is.
Druk op de d knop M z (GPS-opties) menupictogram (A8) M Synchroniseren
m / time
0 10 20 30 40 50 60
26/05/2013 [2] 15:30
20
40
60
80
100
0
E66
GPS-optiemenu
Referentiegedeelte
Elektronisch kompas
Druk op de d knop M z (GPS-opties) menupictogram (A8) M Elektronisch kompas
Optie Beschrijving
Kompasweergave
Indien ingesteld op Aan, wordt een kompas weergegeven op het
opnamescherm.
De standaardinstelling is Uit.
De richting waarin de camera wijst wordt weergegeven gebaseerd
op de gemeten richtingsinformatie.
Wanneer de monitor naar boven gericht is, schakelt de aanduiding
van het compas over op een cirkelkompas met een rode pijl die het
noorden aanduidt.
- Weergavestijl: noord, oost, zuid en west
- Weergavebereik: 16 belangrijke punten
De door het elektronische kompas gemeten richting kan op foto’s
worden opgenomen met Gegevens afdrukken in het
weergavemenu (E18).
Kompascorrectie
Corrigeer het kompas als de richting van het kompas niet correct
wordt weergegeven.
Als het rechter scherm wordt
weergegeven, zwaai de camera dan in
de vorm van een acht in de lucht rond
terwijl u uw pols draait om de camera
vooruit en achteruit, op en neer en
heen en weer te bewegen.
verplaatsen
Camera in vorm van acht
Kompascorrectie
E67
GPS-optiemenu
Referentiegedeelte
B Opmerkingen over elektronisch kompas
Het elektronische kompas wordt niet weergegeven wanneer het camera-objectief omhoog wijst.
Gebruik het elektronische kompas in deze camera niet voor bergbeklimmen en andere
gespecialiseerde toepassingen. De weergegeven informatie is alleen bedoeld als algemene
richtlijn.
De richting wordt wellicht niet correct gemeten in de buurt van de volgende voorwerpen:
magneten, metalen, elektromotoren, elektrische huishoudelijke apparaten of stroomkabels.
De richting wordt wellicht niet correct gemeten op de volgende plaatsen:
auto’s, treinen, schepen, vliegtuigen, gebouwen of ondergrondse winkelcentra.
De richting wordt wellicht niet correct gemeten als de positie-informatie niet is opgenomen.
Hoogte-/diepte-opties
B Opmerking over hoogte-/diepte-opties
Voor het corrigeren van de hoogte of de waterdiepte met GPS-gegevens gebruiken van Hoogte-
/dieptecorrectie, moet GPS-gev. opnemen in GPS-opties van het GPS-opties menu worden
ingesteld op Aan en moet tevens de positionering worden geactiveerd gebaseerd op ontvangen
signalen van vier of meer satellieten (A84).
Druk op de
d
knop
M
z
(GPS-opties) menupictogram (
A
8)
M
Hoogte-/diepteopties
Optie Beschrijving
Hoogte-/
dieptemeter
Aan (standaardinstelling): De hoogte- of dieptemeter wordt
weergegeven op het opnamescherm.
Uit: De hoogte- of dieptemeter wordt niet weergegeven.
Hoogte-/
dieptecorrectie
De hoogte- of waterdieptewaarde wordt gecompenseerd.
GPS-gegevens gebruiken: De hoogte wordt gecompenseerd met
behulp van GPS.
Wanneer een bevestigingsvenster wordt weergegeven, selecteer
dan Ja en druk op de k knop. De hoogte wordt gecompenseerd
met behulp van de weergegeven waarde.
De gegevens worden niet gecompenseerd onder water.
Handmatig corrigeren: Voer de hoogte of waterdiepte in om de
gegevens te compenseren.
Gebruik de multi-selector H of I om de waarde te wijzigen en de
multi-selector J of K om de invoerpositie van de cijfers te
wijzigen.
Als de cursor wordt geplaatst op het meest rechtse cijfer, druk dan
op de k knop om deze waarde in te stellen.
Herstel: De met GPS-gegevens gebruiken of Handmatig
corrigeren ingestelde compensatie wordt geannuleerd.
Wanneer het venster voor compensatie-annulering wordt
weergegeven, selecteer dan Ja en druk op de k knop. De
gecompenseerde waarde wordt geannuleerd.
Hoogte-/diepte-
eenheden
Stel de afstandeenheid voor het weergeven van hoogte of waterdiepte in op
m
(meter)” (standaardinstelling) of “
ft
(voet).”
E68
Referentiegedeelte
Het setup-menu
Welcome Screen (Welkomstscherm)
Kies of het welkomstscherm op de monitor wel of niet moet worden getoond als
de camera wordt ingeschakeld.
Druk op de d knop M z menupictogram (A8) M Welkomstscherm
Optie Beschrijving
Geen
(standaardinstelling)
Toon het opname- of weergavescherm zonder het
welkomstscherm te tonen.
COOLPIX
Toon het welkomstscherm voordat het opname- of
weergavescherm wordt getoond.
Selecteer beeld
Kies een gemaakte foto als welkomstscherm. Bekijk het
fotoselectiescherm, kies een beeld (A71) en druk op de k knop
om de foto te registreren.
Het geselecteerde beeld wordt opgeslagen op de camera; het
beeld verschijnt ook nog op het welkomstscherm wanneer het
originele beeld gewist is.
De onderstaande foto’s kunnen niet worden geregistreerd.
- Foto’s verkleind naar 320 × 240 of kleiner met gebruik van
kleine afbeelding (E18) of bijgesneden kopie (E19)
- Foto’s gemaakt met Eenvoudig panorama
- Foto’s gemaakt met 3D-fotografie
E69
Het setup-menu
Referentiegedeelte
Time Zone and Date (Tijdzone en datum)
Druk op de d knop M z menupictogram (A8) M Tijdzone en datum
Optie Beschrijving
Datum en tijd
Stel de cameraklok in op de huidige datum en tijd.
Gebruik de multi-selector om de datum
en tijd in te stellen.
Kies een item: Druk op K of J
(te selecteren in de volgende
volgorde: D (dag) M (maand)
J (jaar) uur minuut).
Stel de inhoud in: Druk op H of I.
Instelling afsluiten: Selecteer minuut
en druk op de k knop of K.
Datumnotatie
Kies de volgorde waarin de dag, de maand en het jaar worden
weergegeven (Jaar/maand/dag, Maand/dag/jaar of Dag/maand/
jaar).
Tijdzone
w (eigen tijdzone) kan worden ingesteld en de zomertijd in- en
uitgeschakeld.
Als x (bestemming) is geselecteerd, wordt automatisch het
tijdsverschil met w (eigen tijdzone) berekend en worden de datum
en de tijd in de geselecteerde regio opgeslagen. Dit is erg handig
wanneer u op reis bent.
0515
15
10
Bewerk.
DM
2013
J
Datum en tijd
E70
Het setup-menu
Referentiegedeelte
De tijdzone van uw bestemming instellen
1 Gebruik de multi-selector om Tijdzone te
selecteren en druk op de k knop.
Het scherm Tijdzone wordt weergegeven.
2 Selecteer x Reisbestemming en druk op de
k knop.
De datum en tijd die op de monitor worden
weergegeven, zijn afhankelijk van de geselecteerde
regio.
3 Druk op K.
Het tijdzonekeuzemenu wordt weergegeven.
4 Druk op J of K om de bestemming te kiezen
(Tijdzone).
Het tijdverschil tussen thuis en de reisbestemming
wordt weergegeven.
In regio’s waar de zomertijd van toepassing is, drukt u
op H om de zomertijdfunctie te activeren. Als deze
functie is ingesteld op aan, wordt het W pictogram
getoond bovenaan de monitor en wordt de
cameraklok een uur vooruit gezet. Om de
zomertijdfunctie te deactiveren, drukt u op I.
Als het tijdsverschil niet kan worden geselecteerd stelt
u de correcte tijd in met behulp van Datum en tijd.
Druk op de k knop om de tijdzone van uw
bestemming in te voeren.
Zolang de tijdzone van de bestemming is
geselecteerd, wordt het pictogram Z in de
opnamestand op de monitor weergegeven.
C w Eigen tijdzone
Om terug te schakelen naar uw eigen tijdzone, selecteert u w Eigen tijdzone bij stap 2 en drukt
u op de k knop.
Als u de eigen tijdzone wilt wijzigen, selecteert u w Eigen tijdzone in stap 2 en voert u de
stappen voor x Reisbestemming uit voor de eigen tijdzone.
15/05/2013 15:30
Tijdzone
Datumnotatie
Datum en tijd
Tijdzone en datum
London, Casablanca
Reisbestemming
Eigen tijdzone
Tijdzone
Tokyo, Seoul
15/05/2013 23:30
Reisbestemming
Eigen tijdzone
Tijdzone
Tokyo, Seoul
15/05/2013 23:30
Tijdsverschillen
Ter ug
New York, Toronto, Lima
10:30 -5:00
Reisbestemming
Eigen tijdzone
Tijdzone
New York, Toronto, Lima
15/05/2013 10:30
E71
Het setup-menu
Referentiegedeelte
Monitor Settings (Monitorinstellingen)
Foto-informatie
Selecteer of de foto-informatie al dan niet wordt weergegeven op de monitor.
Zie “Monitorscherm” (A 10) voor meer informatie over aanduidingen op de
monitor.
Druk op de d knop M z menupictogram (A8) M Monitorinstellingen
Optie Beschrijving
Foto-informatie
Bepaal welke informatie in de opname- en weergavestand op de
monitor wordt weergegeven.
Beeld terugspelen
Aan (standaardinstelling): De foto wordt direct na de opname
weergegeven op de monitor en de monitor keert terug naar het
opnamescherm.
Uit: De foto wordt na de opname niet direct weergegeven.
Helderheid
Kies uit 5 instellingen voor de helderheid van de monitor. De
standaardinstelling is 3.
Voor opname Voor weergave
Info tonen
Automatische
info
(standaard-
instelling)
Dezelfde informatie als in Info tonen wordt weergegeven. Als na enkele
seconden geen bewerkingen worden uitgevoerd, is de weergave hetzelfde
als Info verbergen. De informatie wordt opnieuw weergegeven als een
bewerking wordt uitgevoerd.
Info verbergen
1010hPa1010hPa1010hPa
15m15 m15m
29m 0s29m 0s29m 0s
970970970
44 132132132
0004.JPG0004.JPG0004.JPG
15:3015:3015:30
15/05/201315/05/2013
15/05/2013
1010hPa1010 hPa1010hPa
15m15m15m
E72
Het setup-menu
Referentiegedeelte
Raster+autom.
info
Naast de informatie die wordt
weergegeven bij Automatische
info wordt een raster weergegeven
om te helpen bij het kadreren van
foto’s.
Het raster wordt niet weergegeven
tijdens opnemen van films.
Dezelfde informatie als in
Automatische info wordt
weergegeven.
Filmbeeld+
autom. info
Naast de informatie die wordt
weergegeven bij Automatische
info wordt het filmbeeld
weergegeven voordat wordt
begonnen met opnemen van films.
Dezelfde informatie als in
Automatische info wordt
weergegeven.
Voor opname Voor weergave
1010hPa1010hPa1010hPa
15m15 m15m
29m 0s29m 0s29m 0s
970970970
4
4 132
132
132
0004.JPG
0004.JPG
0004.JPG
15:30
15:30
15:30
15/05/2013
15/05/2013
15/05/2013
1010hPa
1010hPa
1010hPa
15m
15m
15m
1010hPa1010hPa1010hPa
15m15 m15m
29m 0s29m 0s29m 0s
970970970
4
4 132
132
132
0004.JPG
0004.JPG
0004.JPG
15:30
15:30
15:30
15/05/2013
15/05/2013
15/05/2013
1010hPa
1010hPa
1010hPa
15m
15m
15m
E73
Het setup-menu
Referentiegedeelte
Datumstempel (datum en tijd afdrukken op foto’s)
De datum en tijd van een opname kan worden
weergegeven op foto’s op het moment van opname.
Deze gegevens kunnen ook worden afgedrukt op
printers die het afdrukken van de datum (E51) niet
ondersteunen.
Het pictogram voor de geselecteerde instelling, anders dan Uit, wordt
weergegeven op de monitor (A10).
B Opmerkingen over datumstempel
De opgenomen data en tijd kunnen niet worden gewist van de foto en er kunnen geen data en
tijd worden opgenomen nadat de foto is gemaakt.
De datum en tijd kunnen niet worden opgenomen in het fotobestand in de volgende gevallen.
- Als de onderwerpstand is ingesteld op Sport, Nachtportret (indien ingesteld op Uit de
hand), Nachtlandschap (indien ingesteld op Uit de hand), Museum, Tege nlic ht (indien
HDR is Aan), Eenvoudig panorama, Dierenportret (indien ingesteld op Continu) of
3D-fotografie
-Als Continu H, Continu L, Vooropnamecache, Continu H: 120 bps, Continu H: 60 bps of
BSS is geselecteerd voor Continu (E33)
- Tijdens een filmopname
Sommige functies kunnen niet worden gebruikt in combinatie met andere menu-instellingen. Zie
“Niet beschikbare functies in combinatie” (A 60) voor meer informatie.
Data die worden opgenomen in een foto met de instelling Beeldmodus (E29) voor
O 640×480 kunnen moeilijk leesbaar zijn. Stel beeldkwaliteit/-formaat in op q 1600×1200 of
groter.
De datum wordt vastgelegd op de manier die is geselecteerd in de setupmenu’s Tijdzone en
datum optie (A22, E69).
C Datumstempel en Afdrukopdracht
Bij het afdrukken op DPOF-compatibele printers die het afdrukken van de opnamedatum en -
informatie ondersteunen, kunt u op foto’s waarvoor geen datum en tijd zijn vastgelegd deze
informatie alsnog afdrukken met Datumstempel, waarbij u gebruik maakt van de opties in het
Afdrukopdracht menu (E50).
Druk op de d knop M z menupictogram (A8) M Datumstempel
Optie Beschrijving
f Datum
De datum wordt afgedrukt op foto’s.
S Datum en tijd Datum en tijd worden op foto’s afgedrukt.
k Uit
(standaardinstelling)
Datum en tijd worden op foto’s afgedrukt.
15/05/2013
15 /05/2 013
15/05/2013
E74
Het setup-menu
Referentiegedeelte
Vibration Reduction (Vibratiereductie)
Geef de instelling voor vibratiereductie op bij het maken van stilstaande beelden
of films. Corrigeert onscherpte als gevolg van lichte handbewegingen of
cameratrilling. Onscherpte komt veel voor bij fotograferen met zoom of een lange
sluitertijd.
Het pictogram voor de geselecteerde instelling, anders dan Uit, wordt
weergegeven op de monitor (A10).
Als u een statief gebruikt om de camera stil te houden, stel de vibratiereductie
dan in op Uit.
B Opmerkingen over vibratiereductie
Onmiddellijk zodra de camera wordt aangezet of deze naar opnamestand wordt gezet vanuit
weergavestand, moet u even wachten totdat het monitorscherm een stabiel beeld weergeeft
voordat u een foto maakt.
Vanwege de kenmerken van de functie voor vibratiereductie kunnen fotos die direct na de
opname op de cameramonitor worden weergegeven wazig lijken.
In sommige gevallen kan vibratiereductie de effecten van cameratrilling niet helemaal opheffen.
Wanneer de cameratrillingen extreem hoog of laag zijn, is beeldcorrectie met elektronische
vibratiereductie misschien niet mogelijk, ook als is Aan (hybride) ingesteld.
Als de sluitertijd lang of extreem kort is, werkt de elektronische vibratiereductie misschien niet, zelfs
al is Aan (hybride) ingesteld.
Als elektronische vibratiereductie in Aan (hybride) werkt, duurt het langer dan normaal om de
foto op te slaan, omdat de sluiter twee keer automatisch wordt ontgrendeld voor beeldcorrectie
als de foto wordt genomen. Sluitergeluid (E77) slechts eenmaal hoorbaar is. Eén beeld is
opgenomen.
Druk op de d knop M z menupictogram (A8) M Vibratiereductie
Optie Beschrijving
V
Aan
(hybride)
Neemt op met optische correctie voor cameratrillingen tijdens het
opnemen m.b.v. de objectiefverschuivingsmethode en voert onder de
onderstaande omstandigheden ook elektronische vibratiereductie uit
m.b.v. beeldverbetering:
Als de flitser niet in werking treedt
Als de sluitertijd korter is dan 1/30 seconde in de uiterste
groothoekstand en 1/60 seconde in de uiterste telestand.
Als de zelftimer uit staat
Als Enkelvoudig is geselecteerd voor de Continu instelling.
g
Aan
(standaard-
instelling)
Compenseer voor cameratrillingen met behulp van de
objectiefverschuivingsmethode. De camera registreert automatisch
de kantelrichting en corrigeert alleen trillingen veroorzaakt door
cameratrillingen.
Bij horizontale bewegingen vermindert vibratiereductie bijvoorbeeld
alleen de verticale trillingen. Bij verticale bewegingen compenseert
vibratiereductie alleen de horizontale trillingen.
k Uit
Vibratiereductie is niet ingeschakeld.
E75
Het setup-menu
Referentiegedeelte
Bewegingsdetectie
Schakel bewegingsdetectie in om de effecten van cameratrillingen en beweging
van het onderwerp te beperken bij het maken van foto’s.
Als Automatisch is gekozen, wordt een pictogram voor deze instelling
weergegeven (A10).
Het pictogram Bewegingsdetectie licht groen op telkens wanneer de camera
beweging detecteert en de sluitertijd wordt verkort.
B Opmerkingen over bewegingsdetectie
Bewegingsdetectie is niet altijd in staat om de gevolgen van cameratrillingen en beweging van
het onderwerp volledig te reduceren.
Bewegingsdetectie werkt soms niet als het onderwerp flink beweegt of het te donker is.
De foto’s kunnen in die gevallen korrelig worden.
Sommige functies kunnen niet worden gebruikt in combinatie met andere menu-instellingen. Zie
“Niet beschikbare functies in combinatie” (A 60) voor meer informatie.
Druk op de d knop M z menupictogram (A8) M Bewegingsdetectie
Optie Beschrijving
U
Automatisch
(standaard-
instelling)
Als de camera registreert dat het onderwerp beweegt of de
camera trilt, worden de ISO-waarde en de sluitertijd verhoogd om
het effect hiervan te beperken.
Bewegingsdetectie werkt echter niet in de volgende gevallen.
Als de flitser ontsteekt
In de volgende onderwerpstanden: Sport, Nachtportret,
Schemering, Nachtlandschap, Museum, Vuurwerk,
Tegenlicht, Eenvoudig panorama, Dierenportret,
3D-fotografie, Onder water
Wanneer Continu (E33) is ingesteld op Vooropnamecache,
Continu H: 120 bps, Continu H: 60 bps of Multi-shot 16
Wanneer ISO-waarde (E36) is ingesteld op een andere stand
dan Automatisch
k Uit
Bewegingsdetectie wordt niet ingeschakeld.
E76
Het setup-menu
Referentiegedeelte
AF Assist (AF-hulplicht)
Schakel de AF-hulpverlichting in of uit. De AF-hulplichtverlichting assisteert de
autofocus als het licht slecht is.
Digitale zoom
Schakel de digitale zoom in of uit.
B Opmerkingen over digitale zoom
Als digitale zoom wordt gebruikt, ligt de scherpstelling in het midden van het beeld.
Digitale zoom kan niet worden gebruikt in de volgende opnamestanden.
- Als de onderwerpstand is ingesteld op Portret, Nachtportret, Nachtlandschap, Tegenlicht
met HDR ingesteld op Aan, Eenvoudig panorama, Dierenportret, 3D-fotografie of Onder
water.
- Intelligente portretstand
Sommige functies kunnen niet worden gebruikt in combinatie met andere menu-instellingen. Zie
“Niet beschikbare functies in combinatie” (A 60) voor meer informatie.
Druk op de d knop M z menupictogram (A8) M AF-hulplicht
Optie Beschrijving
Automatisch
(standaardinstelling)
Het AF-hulplicht gaat automatisch branden bij weinig licht. De
hulpverlichting heeft een bereik van circa 3,0 m in de uiterste
groothoekstand en van 3,0 m in de uiterste telestand.
In sommige scherpstelvelden en onderwerpstanden zoals
Museum (A38) en Dierenportret (A41) gaat de
AF-hulpverlichting niet aan ook al is Automatisch ingesteld.
Uit
AF-hulpverlichting brandt niet. De camera kan mogelijk niet
scherpstellen bij weinig licht.
Druk op de d knop M z menupictogram (A8) M Digitale zoom
Optie Beschrijving
Aan (standaardinstelling)
Als de camera is ingezoomd tot de maximale optische zoom,
kunt u door de zoomknop naar g (i) te bedienen de digitale
zoom (A27) activeren.
Uit Digitale zoom is niet geactiveerd.
E77
Het setup-menu
Referentiegedeelte
Sound Settings (Geluid instellen)
U kunt de volgende geluidsinstellingen aanpassen.
B Opmerkingen over geluid instellen
In
Dierenportret
onderwerpstand worden het knopgeluid en sluitergeluid uitgeschakeld, zelfs als
Aan
is ingesteld.
Zelfs als
Aan
is ingesteld, is het sluitergeluid uitgeschakeld tijdens filmopnames.
Sommige functies kunnen niet worden gebruikt in combinatie met andere menu-instellingen. Zie
“Niet beschikbare functies in combinatie” (A60) voor meer informatie.
Gevoeligheid actiecontrole
Stel de gevoeligheid van de uitgevoerde bewerking in tijdens schudden van de
camera (actiecontrole) (A7). Als deze optie is ingesteld op Hoog, dan wordt de
bediening bij weinig beweging uitgevoerd. Als deze optie is ingesteld op Laag,
dan wordt de bedieining bij veel beweging uitgevoerd. De standaardinstelling is
Middelmatig.
B Opmerking over gevoeligheid actiecontrole
Bij het bekijken van foto’s met Snelle weergave van actiecontrole resp. in schermvullende
weergave, wordt de bediening voor beeldselectie vast ingesteld.
Druk op de d knop M z menupictogram (A8) M Geluidsinstellingen
Optie Beschrijving
Knopgeluid
Stel de volgende geluidsinstellingen in op Aan (standaard-
instelling) of Uit.
Pieptoon instelling (één pieptoon zodra de instellingen
correct zijn uitgevoerd)
Scherpstelpieptoon (twee pieptonen als de camera heeft
scherpgesteld op het onderwerp)
Fout-pieptoon (drie pieptonen als er een fout wordt
geconstateerd)
Opstartgeluiden als de camera wordt ingeschakeld.
Sluitergeluid
Kies of u het sluitergeluid wilt instellen op Aan
(standaardinstelling) of Uit.
Druk op de d knop M z menupictogram (A8) M Gevoeligh. actiecontrole
E78
Het setup-menu
Referentiegedeelte
Weergave actiecontrole
B Opmerking over weergave actiecontrole
Wanneer Weergave actiecontrole is ingesteld op Aan worden de weergegeven beelden niet
automatisch gedraaid, ook al wordt de stand van de camera gewijzigd.
Auto Off (Automatisch uit)
Als geen handelingen worden uitgevoerd gedurende een bepaalde tijd terwijl de
camera aan staat, gaat de monitor uit om stroom te sparen en gaat de camera
naar stand-bystand (A21).
Gebruik deze optie om de tijdsduur in te stellen waarna de camera stand-by wordt
gezet.
Kies uit 30 sec., 1 min. (standaardinstelling), 5 min. en 30 min..
C Auto uit stand
In de volgende gevallen is de tijd waarna de camera naar stand-by stand gaat, vast.
- Menu’s worden weergegeven: 3 minuten (als automatisch uit ingesteld is op 30 sec. of 1 min..)
- Tijdens weergave van een diashow: max. 30 minuten
- Als de lichtnetadapter EH-62F is aangesloten: 30 minuten
De camera gaat niet naar stand-bystand tijdens het kopiëren van fotos met de Eye-Fi-kaart.
Druk op de d knop M z menupictogram (A8) M Weergave actiecontrole
Optie Beschrijving
Aan
(standaardinstelling)
Een foto kan worden geselecteerd door de camera te schudden
in de schermvullende weergave.
Uit
De foto kan niet worden geselecteerd door de camera te
schudden.
Druk op de d knop M z menupictogram (A8) M Automatisch uit
E79
Het setup-menu
Referentiegedeelte
Format Memory/Format Card (Geheugen formatteren/
Geheugenkaart formatteren)
Formatteer het interne geheugen of een geheugenkaart.
Als u het interne geheugen of een geheugenkaart formatteert, worden
alle gegevens voorgoed gewist. De gewiste foto’s kunnen niet meer worden
hersteld. Zet daarom belangrijke foto’s over naar de computer voordat u gaat
formatteren.
Het interne geheugen formatteren
Als u het interne geheugen wilt formatteren, moet u de geheugenkaart uit de
camera verwijderen. De optie Geheug. formatteren wordt in het setup-menu
weergegeven.
Een geheugenkaart formatteren
Als een geheugenkaart in de camera is geplaatst, kan de geheugenkaart worden
geformatteerd. De optie Geheugenkaart form. wordt in het setup-menu
weergegeven.
B Intern geheugen en geheugenkaart formatteren
Tijdens formatteren van het interne geheugen van de camera of de geheugenkaart worden
albumpictogrammen (E7) gereset naar de standaard pictogrammen (nummerpictogram).
Zet de camera niet uit en open het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf niet tijdens het
formatteren.
Wanneer u een geheugenkaart die in een ander apparaat is gebruikt voor het eerst in deze camera
plaatst, moet u deze kaart voor gebruik in combinatie met deze camera formatteren.
Taal
Kies een van de 34 talen voor cameramenu’s en berichten.
Druk op de d knop M z menupictogram (A8) M Geheug. formatteren/
Geheugenkaart form.
Druk op de d knop M z menupictogram (A8) M Taal/Language
Tsjechisch Noors Arabisch
Deens Pools Bengaals
Duits
Braziliaans
Portugees
Vereenvoudigd
Chinees
(standaard-
instelling)
Portugees
Traditioneel
Chinees
Spaans Russisch Hindi
Grieks Roemeens Japans
Frans Fins Koreaans
Indonesisch Zweeds Marathi
Italiaans Vietnamees Perzisch
Hongaars Turks Tamil
Nederlands Oekraïens Telugu
Thai
E80
Het setup-menu
Referentiegedeelte
TV Settings (Tv-instellingen)
Stel de instellingen in voor het aansluiten op een televisie.
Druk op de d knop M z menupictogram (A8) M TV-instellingen
Optie Beschrijving
Videostand
Selecteer het analoge video-uitgang systeem uit NTSC of PAL
overeenkomstig uw televisie.
HDMI
Kies een beeldresolutie voor de HDMI-uitgang uit Automatisch
(standaardinstelling), 480p, 720p of 1080i. Als Automatisch is
ingesteld, wordt de meest geschikte uitgangsresolutie voor de
aangesloten televisie automatisch geselecteerd uit 480p, 720p of
1080i.
HDMI-
apparaatbestur.
Kies of de camera al dan niet signalen moet ontvangen van een TV
wanneer een TV die voldoet aan de HDMI-CEC norm is aangesloten
m.b.v. een HDMI-kabel. Als Aan (standaardinstelling) wordt gekozen,
kan de afstandsbediening van de televisie worden gebruikt om de
camera te bedienen tijdens weergave.
Zie “De afstandsbediening van de TV gebruiken (regeling HDMI-
apparaat)” (E21) voor meer informatie.
HDMI 3D-uitvoer
Stel de methode die gebruikt wordt voor de uitvoer van 3D-foto’s in
op HDMI-apparaten.
Selecteer Aan (standaardinstelling) om 3D-foto’s die genomen zijn
met deze camera driedimensionaal weer te geven op een televisie of
monitor die aangesloten is via HDMI.
E81
Het setup-menu
Referentiegedeelte
Blink Warning (Knipperwaarschuwing)
Kies of de knipperdetectie wel of niet wordt ingeschakeld bij gezichtsdetectie
(A62) in de volgende opnamestanden.
G (eenvoudige auto) stand
In de volgende onderwerpstanden: Portret (A35) of Nachtportret (wanneer
Statief is geselecteerd) (A36)
Stand A (auto) (als Gezichtprioriteit (E37) is geselecteerd voor
AF-veldstand)
Knipperde er iemand? scherm
Bedien de zoomknop naar g (i) om in te zoomen
op het gezicht waarin knipperende ogen zijn
gedetecteerd. Bedien de zoomknop naar f (h)
om terug te keren naar schermvullende weergave.
Als de camera registreert dat een of meerdere
personen hun ogen hebben gesloten, druk dan op
J of K tijdens de weergavezoom om andere
gezichten te bekijken.
Druk op de l knop om de gemaakte foto te wissen.
Druk op de k knop of de ontspanknop om terug te keren naar het
opnamescherm.
Als gedurende enkele seconden geen handelingen worden uitgevoerd, wordt
automatisch teruggegaan naar het scherm voor de opnamestand.
B Opmerking over knipperwaarschuwing
Sommige functies kunnen niet worden gebruikt in combinatie met andere menu-instellingen. Zie
“Niet beschikbare functies in combinatie” (A 60) voor meer informatie.
Druk op de d knop M z menupictogram (A8) M Knipperwaarsch.
Optie Beschrijving
Aan
Het Knipperde er iemand? scherm wordt weergegeven op de
monitor als de camera registreert dat een persoon zijn ogen heeft
gesloten meteen nadat een foto gemaakt is met
gezichtsherkenning. Het gezicht van de persoon die de ogen dicht
heeft, wordt gemarkeerd met een geel kader. U kunt de genomen
foto controleren en bepalen of u nog een foto moet maken.
Uit
(standaardinstelling)
De camera herkent niet knipperen met de ogen.
Sluiten
Knipperde er iemand?
E82
Het setup-menu
Referentiegedeelte
Wi-Fi-opties
Configureer de Wi-Fi (draadloos LAN) instellingen om de camera en een smart-
toestel te verbinden.
Druk op de d knop M z menupictogram (A8) M Wi-Fi-opties
Optie Beschrijving
Wi-Fi-netwerk
Stel tijdens draadloos verbinden van de camera met een smart-
toestel Wi-Fi-netwerk in op Aan. De standaardinstelling is Uit.
Zie “De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie gebruiken” (A91) voor
meer informatie.
SSID
Wijzig de SSID. De geconfigureerde SSID wordt weergegeven op
het smart-toestel. Stel een alfanumerieke SSID in van
1-24 karakters.
Verificatie/encryptie
Selecteer of de communicatie tussen de camera en het
verbonden smart-device al dan niet moet worden beveiligd.
De communicatie wordt niet beveiligd als Open
(standaardinstelling) is geselecteerd.
Wachtwoord
Stel het wachtwoord in. Stel een alfanumeriek wachtwoord in
van 8-16 karakters.
Wanneer Verificatie/encryptie is ingesteld op Open, dan
kan het wachtwoord niet worden ingesteld.
Kanaal
Wijzig het kanaal dat wordt gebruikt voor draadloze
verbindingen.
Als u problemen ondervindt bij het verbinden met een
intelligent apparaat vanwege radiogolfinterferentie afkomstig
van een ander apparaat of een andere radiozender, wijzig dan
het kanaalnummer en probeer opnieuw een verbinding tot
stand te brengen.
Subnetmasker
Stel het subnet-masker in.
De standaard instelling is 255.255.255.0. Gebruik de
standaard instelling onder normale omstandigheden.
DHCP-server IP-adres
Stel het IP-adres van de DHCP-server in.
De standaard instelling is 192.168.0.10. Gebruik de
standaard instelling onder normale omstandigheden.
Huidige instellingen
Geef de huidige instellingen weer.
Wanneer Verificatie/encryptie is ingesteld op Open, dan
wordt het wachtwoordveld leeg gelaten.
Standaardinstel.
herstellen
Herstel de Wi-Fi-instellingen naar de standaardwaarden.
E83
Het setup-menu
Referentiegedeelte
Toetsenbord tekstinvoer bedienen
Karakterinvoer voor SSID en Wachtwoord
Druk op H, I, J of K om alfanumerieke karakters
te selecteren. Druk op de k knop om het
geselecteerde karakter in het tekstveld in te voeren
en beweeg de cursor naar de volgende ruimte.
Selecteer N of O op het toetsenbord en druk op de
k knop om de cursor te bewegen in het tekstveld.
Druk op de l knop om een karakter te wissen.
Selecteer P op het toetsenbord en druk op de
k knop voor het toepassen van de instelling.
Karakterinvoer voor kanaal, subnet-masker en
IP-adres DHCP-server
Druk op de H of I knop om de cijfers in te stellen.
Druk op de K of k knop om te verplaatsen naar het
volgende cijfer. Druk op de J knop om terug te
keren naar het vorige cijfer.
Selecteer het laatste cijfer en druk op de k knop
voor het toepassen van de instelling.
B Opmerkingen over Wi-Fi-netwerk
Wi-Fi-netwerk kan niet worden geselecteerd in de volgende situaties:
Als een HDMI-, USB- of audio/video-kabel is aangesloten op de camera
Als geen geheugenkaart is geplaatst in de camera
Als een Eye-Fi-kaart is geplaatst in de camera
Wanneer de aanduiding van het batterijniveau in de monitor B aanduidt
N i
x x
konAW110xxxxxx
0 1 23456789
ABCDEFGH I J
K LMNOPQ RST
U V WX Y Z@
Verwijderen
Ter ug
SSID
Tekstveld
Toetsenbord
1 92 . 168 . 0 . 10
Bewerk.
DHCP-server IP-adres
E84
Het setup-menu
Referentiegedeelte
Eye-Fi uploaden
B Opmerkingen over Eye-Fi-kaarten
Houd er rekening mee dat beelden niet worden geüpload als de signaalsterkte onvoldoende is,
ook al is Inschakelen geselecteerd.
Verwijder de Eye-Fi-kaart uit de camera op locaties waar het gebruik van radiogolven verboden is.
Zelfs als Uitschakelen is geselecteerd kunnen signalen worden verzonden.
Raadpleeg de handleiding van uw Eye-Fi-kaart voor meer informatie. Neem in geval van een
storing contact op met de kaartfabrikant.
De camera kan worden gebruikt om Eye-Fi-kaarten in en uit te schakelen, maar niet om andere
Eye-Fi-functies te ondersteunen.
De camera is niet compatibel met de endless memory functie. Als deze functie is ingesteld op een
computer, schakel deze dan uit. Als de endless memory functie geactiveerd is, kan het zijn dat het
aantal genomen foto’s niet correct weergegeven wordt.
Eye-Fi-kaarten mogen alleen worden gebruikt in het land van aanschaf. Neem alle plaatselijke
regelgeving m.b.t. draadloze apparaten in acht.
Door de instelling op Inschakelen te laten staan, raakt wel de batterij sneller leeg.
C Aanduiding Eye-Fi communicatie
De communicatiestatus van de Eye-Fi-kaart in de camera kan worden bevestigd op de monitor
(A10).
w: Uploaden via Eye-Fi wordt ingesteld op Uitschakelen.
x (brandt): Eye-Fi upload ingeschakeld; wachten op start upload.
x (knippert): Eye-Fi upload ingeschakeld; bezig met uploaden gegevens.
z: Een fout is opgetreden. De camera kan de Eye-Fi-kaart niet regelen.
Druk op de d knop M z menupictogram (A8) M Uploaden via Eye-Fi
Optie Beschrijving
b
Inschakelen
(standaardinstelling)
Uploaden van beelden gemaakt met de camera naar een
vooraf bepaalde bestemming als een Eye-Fi-kaart in de
camera geplaatst is.
c Uitschakelen Beelden worden niet geüpload.
E85
Het setup-menu
Referentiegedeelte
Reset All (Standaardwaarden)
Als
Standaard
geselecteerd wordt, worden de camera-instellingen gereset naar de
standaardwaarden.
Pop-up menu
Onderwerpstand
Menu speciale effecten
Intelligent portret-menu
Opnamemenu
Druk op de d knop M z menupictogram (A8) M Standaardwaarden
Optie Standaardwaarde
Flitsstand (A50) Automatisch
Zelfontspanner (A52) OFF
Macrostand (A53) OFF
Belichtingscompensatie (A54) 0.0
Optie Standaardwaarde
Onderwerp (A34) Portret
Nachtportret (A36) Uit de hand
Nachtlandschap (A37) Uit de hand
Kleurinstelling in stand Voedsel (A38) Centrum
HDR in Tegenlicht (A39) Uit
Eenvoudig panorama (A40) Normaal (180°)
Dierenportret (A41)
Dierenp. autom. ontsp.: ON
Continu: Continu
Optie Standaardwaarde
Speciale effecten (A44)
Zacht
Optie Standaardwaarde
Huid verzachten (E42) Normaal
Glimlachtimer (E42) Aan
Knipperdetectie (E43) Uit
Optie Standaardwaarde
Beeldmodus (E29) P 4608×3456
Witbalans (E31) Automatisch
Continu (E33) Enkelvoudig
ISO-waarde (E36) Automatisch
E86
Het setup-menu
Referentiegedeelte
Filmmenu
GPS-optiemenu
Setup-menu
AF-veldstand (E37) Gezichtprioriteit
Autofocus-stand (E40) Enkelvoudige AF
Sneleffecten (E41) Aan
Optie Standaardwaarde
Filmopties (E44) d 1080P/30p
Openen met HS-beelden (E48) Aan
Autofocus-stand (E48) Enkelvoudige AF
Filmlicht (E49) Uit
Windruisreductie (E49) Uit
Optie Standaardwaarde
GPS-geg. opnemen (E58) Uit
Afstandseenheden (E59) km (m)
POI inbedden (E61) Uit
POI weergeven (E61) Uit
Detailleringsniveau (E61) Niveau 6 (gedetailleerd)
Duur log opnemen (E62)
Alle logs, GPS-logs: Geg. vr. volg. 24 u
loggen
Dieptelogs: 1 uur (vastgezet)
Kompasweergave (E66) Uit
Hoogte-/dieptemeter (E67) Aan
Hoogte-/diepte-eenheden (E67) m
Optie Standaardwaarde
Welkomstscherm (E68) Geen
Foto-informatie (E71) Automatische info
Beeld terugspelen (E71) Aan
Helderheid (E71) 3
Datumstempel (E73) Uit
Vibratiereductie (E74) Aan
Bewegingsdetectie (E75) Automatisch
AF-hulplicht (E76) Automatisch
Digitale zoom (E76) Aan
Knopgeluid (E77) Aan
Sluitergeluid (E77) Aan
Optie Standaardwaarde
E87
Het setup-menu
Referentiegedeelte
Overige
Als u Standaardwaarden kiest, wordt ook het huidige bestandsnummer
(E94) uit het geheugen gewist. Na een reset gaat de nummering verder bij
het laagst beschikbare nummer in het interne geheugen of op de
geheugenkaart. Als Standaardwaarden wordt uitgevoerd nadat alle foto’s zijn
gewist in het intern geheugen of op de geheugenkaart (A31), start de
bestandsnummering voor de volgende foto’s bij 0001.
De volgende instellingen blijven ongewijzigd, ook als
Standaardwaarden
wordt
uitgevoerd.
-
Opnamemenu
: Handmatige preset-waarden voor
Witbalans
(
E
32)
-
Weergavemenu
:
Favoriete beelden
(
E
5) en
Kies hoofdfoto
(
E
57)
-
Setup-menu
:
Tijdzone en datum
(
E
69),
Taal/Language
(
E
79) en
Videostand
(
E
80) in
TV-instellingen
- Albumpictogram en kleur (
E
7)
Gevoeligh. actiecontrole (E77) Middelmatig
Weergave actiecontrole (E78) Aan
Automatisch uit (E78) 1 min.
HDMI (E80) Automatisch
HDMI-apparaatbestur. (E80) Aan
HDMI 3D-uitvoer (E80) Aan
Knipperwaarsch. (E81) Uit
Wi-Fi-netwerk (E82) Uit
SSID (E82)
NikonAW110xxxxxxxx
(8-cijferig serienummer)
Verificatie/encryptie (E82) Open
Wachtwoord (E82) NikonCoolpix
Kanaal (E82) 6
Subnetmasker (E82) 255.255.255.0
DHCP-server IP-adres (E82) 192.168.0.10
Uploaden via Eye-Fi (E84) Inschakelen
Optie
Standaardwaarde
Papierformaat (E23, E24) Standaard
Diashow (E53) Effecten: Klassiek
Achtergrondmuziek: OFF
Tussenpauze: 3 sec.
Reeksweergaveopties (E57) Enkel hoofdfoto
Optie Standaardwaarde
E88
Het setup-menu
Referentiegedeelte
Firmware Version (Firmware-versie)
Geeft de huidige firmware-versie van de camera weer.
Druk op de d knop M z menupictogram (A8) M Firmware-versie
COOLPIX AW110 Ver.X.X
Ter ug
E89
Referentiegedeelte
Aanvullende informatie
Foutmeldingen
In de volgende tabel vindt u een overzicht van de foutmeldingen en andere
waarschuwingen die op de monitor kunnen worden weergegeven en wordt
uitgelegd wat u kunt doen.
Weergave Oorzaak/Oplossing A
O
(knippert)
Klok niet ingesteld.
Wijzig de datum en tijd.
E69
Batterij is leeg.
Batterij bijna leeg.
Laad de batterij op of vervang deze.
14, 16
De
batterijtemperatuur is
te hoog. De camera
wordt uitgeschakeld.
De temperatuur van de batterij is hoog.
Zet de camera uit en laat de batterij afkoelen alvorens deze weer te
gebruiken. Vijf seconden nadat dit bericht is verschenen, gaat de
monitor uit en knippert het camera-aan-lampje snel. Nadat het
lampje drie minuten knippert, wordt de camera automatisch
uitgezet, maar u kunt ook op de hoofdschakelaar drukken om de
camera handmatig uit te zetten.
21
De camera schakelt
uit om oververhitting
te voorkomen.
De binnenkant van de camera is te warm geworden. De camera
schakelt automatisch uit.
Laat de camera uitgeschakeld totdat de binnenkant van de camera
is afgekoeld en schakel de camera dan weer in.
Q
(knippert rood)
Camera kan niet scherpstellen.
Stel opnieuw scherp.
Gebruik scherpstelvergrendeling.
28
63
Wacht tot camera
klaar is met
opnemen.
Camera kan geen andere bewerkingen uitvoeren voordat de
opname is voltooid.
Wacht tot de melding automatisch verdwijnt nadat de opname is
voltooid.
Geheugenkaart
beschermd tegen
overschrijven.
Schrijfbeveiligingsschuif van de geheugenkaart is vergrendeld.
Schuif de beveiligingsschakelaar in de “schrijfstand”.
Niet beschikbaar als
Eye-Fi-kaart is
vergrendeld.
Schrijfbeveiligingsschuif van de van de Eye-Fi-kaart is vergrendeld.
Schuif de beveiligingsschakelaar in de “schrijfstand”.
Fout bij toegang Eye-Fi-kaart.
Controleer of de aansluiting schoon is.
Controleer of de geheugenkaart correct is geplaatst.
18
18
Deze kaart kan niet
gebruikt worden.
Fout bij toegang tot geheugenkaart.
Gebruik een goedgekeurde kaart.
Controleer of de aansluiting schoon is.
Controleer of de geheugenkaart correct is geplaatst.
19
18
18
Deze geheugenkaart
kan niet gelezen
worden.
E90
Foutmeldingen
Referentiegedeelte
Ongeformatteerde
kaart. Kaart
formatteren?
Ja
Nee
Geheugenkaart is niet geformatteerd voor gebruik in de camera.
Alle gegevens op de geheugenkaart worden gewist tijdens het
formatteren. Als u bepaalde gegevens op de kaart wilt bewaren,
selecteer dan Nee en maak een back-up van de gegevens naar
een computer, voordat u de geheugenkaart formatteert. Selecteer
Ja en druk op de k knop om de geheugenkaart te formatteren.
18
Geen geheugen
meer.
Geheugenkaart is vol.
Kies een kleiner(e) beeldkwaliteit/-formaat.
Wis foto’s en films.
Plaats een andere geheugenkaart.
Verwijder de geheugenkaart en gebruik het interne geheugen.
E29
31, 81
18
19
Beeld kan niet
worden opgeslagen.
Er heeft zich een fout voorgedaan tijdens het opslaan van de foto.
Formatteer het interne geheugen of de geheugenkaart.
E79
Camera kan geen nieuwe bestandsnummers genereren.
Vervang de geheugenkaart of formatteer het interne geheugen/
de geheugenkaart.
18,
E79
Foto kan niet worden gebruikt voor welkomstscherm. E68
Er is onvoldoende ruimte om een kopie op te slaan.
Verwijder foto’s van het doelmedium.
31
Album is vol. Er
kunnen geen foto's
worden toegevoegd.
Er zijn reeds tweehonderd fotos toegevoegd aan het album.
Fotos uit het album verwijderen
De foto toevoegen aan een ander album
E6
E5
Er werd geknipperd
op de foto die zojuist
werd genomen.
Misschien had iemand zijn ogen gesloten toen de foto werd
gemaakt.
Controleer de foto in de weergavestand.
E43
Kan geen panorama
maken.
Er kan geen Eenvoudig panorama-opname worden gemaakt.
Eenvoudig panorama kan niet beschikbaar zijn in de volgende
gevallen.
Als de opname na een bepaalde periode niet voltooid is
Als de beweging van de camera te snel is
Als de camera niet recht t.o.v. de panoramarichting is
E2
Kan geen panorama
maken. Zwenk de
camera slechts in een
richting.
Kan geen panorama
maken. Zwenk de
camera langzamer.
Weergave Oorzaak/Oplossing A
E91
Foutmeldingen
Referentiegedeelte
Opname mislukt
Maken van eerste foto voor 3D fotografie mislukt.
Probeer de opname opnieuw te maken.
In sommige opnameomstandigheden, bijv. wanneer het
onderwerp beweegt of donker is, of wanneer er weinig contrast
is, kan de foto niet worden gemaakt.
42
Tweede opname kon
niet worden gemaakt
Bij het maken van 3D-beelden, kon de tweede opname niet
correct worden gemaakt na de eerste opname.
Probeer de opname opnieuw te maken. Beweeg na de eerste
opname de camera horizontaal en kader het onderwerp
zodanig, dat dit met de aanduiding is uitgelijnd.
In sommige opnameomstandigheden, bijv. wanneer het
onderwerp beweegt of donker is, of wanneer er weinig contrast
is, kan de tweede opname niet worden gemaakt.
42
3D-beeld kon niet
worden opgeslagen
3D-beelden konden niet worden opgeslagen.
Probeer de opname opnieuw te maken.
Overbodige fotos wissen.
In sommige opnameomstandigheden, bijvoorbeeld als het
onderwerp beweegt of het onderwerp donker is of er weinig
contrast is, kunnen de 3D-beelden niet worden gemaakt,
waardoor ze niet kunnen worden opgeslagen.
42
31
Geluidsbestand kan
niet worden
opgeslagen.
Het is niet mogelijk om een spraakmemo aan dit bestand toe te
voegen.
Spraakmemo's kunnen niet worden toegevoegd aan films.
Kies een foto die is gemaakt met deze camera.
E55
Beeld kan niet
worden gewijzigd.
Geselecteerde foto kan niet worden bewerkt.
Bevestig de voorwaarden die nodig zijn voor bewerking.
Deze opties werken niet bij filmopnamen.
E14
Kan film niet
opnemen.
Time-out tijdens filmopname.
Gebruik een snellere geheugenkaart.
19
Geheugen bevat
geen beelden.
Geen foto’s in het interne geheugen of op de geheugenkaart.
Verwijder de geheugenkaart om de in het interne geheugen
opgeslagen fotos te bekijken.
Als u bestanden wilt kopiëren van het interne geheugen naar de
geheugenkaart, moet u op de d knop drukken en Kopiëren
in het weergavemenu selecteren.
18
E56
Bestand bevat geen
beeldgegevens.
Bestand niet gemaakt met COOLPIX AW110.
Bestand kan niet worden bekeken op deze camera.
Bekijk het bestand op de computer of het apparaat waarop dit is
gemaakt of bewerkt.
Dit bestand kan niet
weergegeven
worden.
Alle beelden zijn
verborgen.
Geen fotos beschikbaar voor een diashow.
Dit beeld kan niet
gewist worden.
Foto is beveiligd.
Schakel de beveiliging uit.
E54
Weergave Oorzaak/Oplossing A
E92
Foutmeldingen
Referentiegedeelte
Reisbestemming is in
de huidige tijdzone.
Bestemming ligt in dezelfde tijdzone als de eigen tijdzone.
Lensfout
Lensfout is opgetreden.
Zet de camera uit en weer aan. Als de fout zich blijft voordoen,
neemt u contact op met de leverancier of met een door Nikon
erkende servicedienst.
21
Communicatiefout
Fout opgetreden tijdens communicatie met de printer.
Zet de camera uit en sluit de USB-kabel weer aan.
E22
Systeemfout
Er is een fout opgetreden in de interne schakelingen van de
camera.
Zet de camera uit, verwijder de batterij, plaats deze weer terug en
zet de camera aan. Als de fout zich blijft voordoen, neemt u contact
op met de leverancier of met een door Nikon erkende servicedienst.
21
Lensinitialisatie…
Scherpstellen niet
mogelijk.
De camera kan niet scherpstellen.
Wacht tot de camera automatisch wordt hersteld.
GPS-gegevens
konden niet worden
verkregen.
De cameraklok is niet correct ingesteld.
Wijzig de locatie of tijd en bepaal de locatie opnieuw.
Geen A-GPS-bestand
gevonden op de
kaart
Er is geen A-GPS bestand op de geheugenkaart gevonden voor
een update.
Controleer de volgende items.
Of de geheugenkaart geplaatst is
Of het A-GPS bestand op de geheugenkaart is opgeslagen
Of het A-GPS bestand op de geheugenkaart recenter is dan het
A-GPS bestand in de camera
Of het A-GPS bestand nog geldig is
Bijwerken mislukt
Update van A-GPS bestand kan niet worden uitgevoerd.
Het A-GPS bestand is mogelijk corrupt. Download het bestand
nogmaals van de website.
88,
E59
Kan huidige positie
niet bepalen
Kan de huidige positie niet bepalen wanneer de afstand wordt
berekend.
Wijzig de locatie of tijd en bepaal de locatie opnieuw.
Kan niet opslaan op
kaart
Er is geen geheugenkaart geplaatst.
Plaats een geheugenkaart.
18
Het maximale aantal loggegevensgebeurtenissen dat per dag kan
worden opgeslagen is overschreden.
GPS-log: Tot 36 loggegevensgebeurtenissen per dag
Logs hoogte en waterdiepte: Tot 34
loggegevensgebeurtenissen per dag
Het maximale aantal loggegevensgebeurtenissen dat op één
geheugenkaart kan worden opgeslagen is overschreden.
GPS-log: Tot 100 loggegevensgebeurtenissen
Hoogtelog en waterdieptelog: Gecombineerd totaal van
maximaal 100 loggegevensgebeurtenissen
Vervang de geheugenkaart door een nieuwe of wis loggegevens
die niet langer nodig zijn van een geheugenkaart.
E64
Weergave Oorzaak/Oplossing A
E93
Foutmeldingen
Referentiegedeelte
* Raadpleeg de printerhandleiding voor meer instructies en informatie.
Kan kompas niet
corrigeren
Kan het elektronische kompas niet correct corrigeren.
Zwaai de camera dan in de vorm van een acht in de buitenlucht
rond terwijl u uw pols draait om de camera vooruit en achteruit, op
en neer en heen en weer te bewegen.
E66
De geheugenkaart is
verwijderd. Wi-Fi is nu
uitgeschakeld.
De opslagmedia van het smart-toestel of de geheugenkaart van
de camera is verwijderd terwijl de camera en het smart-toestel
draadloos zijn aangesloten. De draadloze verbinding wordt
beëindigd. Plaats de opslagmedia of geheugenkaart en breng
opnieuw een verbinding tot stand.
92
Geen toegang
Kan communicatiesignalen vanaf het smart-toestel niet
ontvangen. Voer de procedure op het smart-toestel uit voor een
draadloze verbinding met de camera.
92
Kan geen verbinding
maken
De verbinding is mislukt terwijl communicatiesignalen zijn
ontvangen van het smart-toestel. Wijzig het communicatiekanaal
naar een ander nummer met Kanaal van Wi-Fi-opties in het
setup-menu om de procedure voor een draadloze verbinding
opnieuw uit te voeren.
92,
E82
Printerfout: controleer
printerstatus
Printerfout
Controleer de printer. Los het probleem op, selecteer Hervatten
en druk op de k knop om het afdrukken te hervatten.*
Printerfout: controleer
papier
De printer bevat niet het gespecificeerde papierformaat.
Plaats het gespecificeerde papierformaat, selecteer Hervatten en
druk op de k knop om het afdrukken te hervatten.*
Printerfout:
papierstoring
Het papier is vastgelopen in de printer.
Verwijder het vastgelopen papier, selecteer Hervatten en druk
op k om het afdrukken te hervatten.*
Printerfout: geen
papier
Er zit geen papier in de printer.
Plaats het gespecificeerde papierformaat, selecteer Hervatten en
druk op de k knop om het afdrukken te hervatten.*
Printerfout: controleer
inkt
Inktfout
Controleer de inkt, selecteer Hervatten en druk op k om het
afdrukken te hervatten.
*
Printerfout: geen inkt
Inktcartridge is leeg.
Plaats een nieuwe inktcartridge, selecteer Hervatten en druk
op k om het afdrukken te hervatten.
*
Printerfout:
beschadigd bestand
Het beeldbestand heeft een fout veroorzaakt.
Selecteer Annuleren en druk op de k knop om het afdrukken te
annuleren.
Weergave Oorzaak/Oplossing A
E94
Referentiegedeelte
Bestands- en mapnamen
De namen van foto’s, films en spraakmemo’s zijn op de volgende manier
opgebouwd.
* Inclusief snelle effecten (A48) van stand A (auto)
(1) Identificatie
Wordt niet weergegeven op de monitor.
DSCN Originele foto’s, films
SSCN Kleine kopieën
RSCN Uitgesneden kopieën
FSCN
Foto’s gemaakt met fotobewerking* anders dan
uitsnede en kleine afbeelding, films gemaakt met
filmbewerking
(2) Bestandsnummer
Wordt automatisch toegewezen in oplopende volgorde, van “0001”
tot “9999”.
Als de bestandsnummers in een map “9999 bereiken”, wordt een
nieuwe map aangemaakt en krijgt het volgende bestand het
nummer “0001” toegewezen.
(3) Extensie
Verwijst naar het bestandstype
.JPG JPEG-foto’s
.MOV Films
.WAV
Spraakmemo’s
De identificatie en het bestandsnummer zijn
hetzelfde als de foto waartoe de spraakmemo
behoort.
.MPO 3D-beelden
(1) Mapnummer
Wordt automatisch toegewezen in oplopende volgorde, van “100”
tot “999”.
Er wordt een nieuwe map aangemaakt onder de volgende
omstandigheden.
- Wanneer het aantal bestanden in een map 200 bereikt
- Wanneer de bestandsnummers in een map 9999 bereiken
(2) Mapnaam NIKON
Bestandsnaam : DSCN0001.JPG
(1) (2) (3)
Mapnaam : 100NIKON
(1) (2)
E95
Bestands- en mapnamen
Referentiegedeelte
B Opmerkingen
Als beeldbestanden of spraakbestanden naar of van het interne geheugen of de geheugenkaart
(E56) worden gekopieerd, zijn de naamgevingregels als volgt:
- Geselecteerde beelden:
Bestanden die worden gekopieerd m.b.v. gesel. beeld(en), worden naar de huidige map
gekopieerd (of de map voor daaropvolgende foto’s), waar ze bestandsnummers krijgen
toegewezen in oplopende volgorde, volgend op het hoogste bestandsnummer in het
geheugen.
- Alle beelden:
Bestanden die worden gekopieerd m.b.v. alle foto’s, worden samen met hun map gekopieerd.
Mapnummers worden in oplopende volgorde toegewezen, volgend op het hoogste
mapnummer op het doelmedium.
De bestandsnamen worden niet gewijzigd.
Als de huidige map nummer 999 heeft, de map 200 bestanden bevat of een bestand nummer
9999 heeft, kunt u geen foto’s meer maken totdat u het interne geheugen of de geheugenkaart
hebt geformatteerd (E79) of een nieuwe geheugenkaart hebt geplaatst.
C Opgeslagen loggegevens op geheugenkaarten
De loggegevens worden opgeslagen in de “NCFL” map.
GPS-logs: Per dag kunnen maximaal 36 bestanden worden opgeslagen en op
een geheugenkaart maximaal 100 bestanden.
Logs hoogte/waterdiepte: Per dag kunnen maximaal 34 bestanden worden
opgeslagen en op een geheugenkaart maximaal 100 bestanden.
(1) Datum
De datum (de laatste twee cijfers van het jaar en de maand en datum
in het formaat JJMMDD) waarop het opnemen van een log is gestart
wordt automatisch toegewezen.
(2) Identificatie-
nummer
Voor het beheren van loggegevensgebeurtenissen die zijn
opgenomen op dezelfde datum, worden automatisch ID-nummers in
oplopende volgorde (beginnend bij “0”) toegewezen in de volgorde
waarin deze zijn opgenomen.
GPS-logs: In totaal 36 alfanumerieke karakters bestaande uit de
cijfers 0 t/m 9 en de letters A t/m Z.
Logs hoogte/waterdiepte: In totaal 34 alfanumerieke karakters
bestaande uit de cijfers 0 t/m 9 en de letters A t/m Z, behalve I en O.
(3) Extensie
Verwijst naar het bestandstype
.log GPS-logs
.lga Hoogtelogs
.lgb Waterdieptelogs
Bestandsnaam : N130515 0 .log
(1) (2) (3)
E96
Referentiegedeelte
Optionele accessoires
Zie onze websites of productcatalogus voor up-to-date informatie over
accessoires voor de COOLPIX AW110
.
Accessoires zijn niet waterdicht.
Lichtnetadapter
Lichtnetadapter EH-62F (aansluiten zoals hieronder afgebeeld)
Steek het snoer van de lichtnetadapter volledig in de gleuf van de
lichtnetadapter en plaats vervolgens de lichtnetadapter in het
batterijvak.
Tijdens gebruik van de lichtnetadapter kan het deksel van het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet worden gesloten. Trek niet
aan het snoer van de lichtnetadapter.
Doet u dit wel, dan wordt de verbinding tussen de camera en de
voedingsbron onderbroken en de camera uitgeschakeld.
F1
Technische opmerkingen en
index
Verzorgen van de producten.........................................F2
De camera .......................................................................................................................F2
De batterij .......................................................................................................................F4
Batterijlader ....................................................................................................................F5
De geheugenkaarten ..................................................................................................F6
Verzorgen van de camera ..............................................F7
Reinigen...........................................................................................................................F7
Opslag...............................................................................................................................F8
Problemen oplossen ......................................................F9
GEBRUIKERSLICENTIEOVEREENKOMST VOOR
KAARTGEGEVENS EN LOCATIENAAMGEGEVENS.......F18
Specificaties ..................................................................F22
Ondersteunde standaards ..................................................................................... F 26
Index..............................................................................F28
F2
Technische opmerkingen en index
Verzorgen van de producten
De camera
Als u lang plezier van dit Nikon product wilt hebben, is het belangrijk dat u de
volgende voorzorgsmaatregelen in acht neemt wanneer u het apparaat gebruikt
of opbergt.
Lees voordat u de producten in gebruik neemt de waarschuwingen onder “Voor
uw veiligheid” (A vi tot ix) en “<Belangrijk> Schok-, water- en stofbestendigheid,
condens, GPS” (Ax tot xvi).
B Voorkom dat er vocht de camera binnendringt
De COOLPIX AW110 is voorzien van waterdichtheid equivalent met JIS/IEC beschermingsklasse 8
(IPX8). Als er echter water de camera binnendringt, kan dit echter leiden tot het roesten van de
componenten en resulteren in hoge reparatiekosten of onherstelbare schade aan de camera.
Controleer na het gebruik van de camera op het strand of onder water of het deksel van het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf nog goed gesloten is en dompel de camera vervolgens
10 minuten lang onder in een ondiepe bak met schoon water. Voorkom na het gebruik van de
camera onder water dat deze 60 minuten of langer nat blijft. Hierdoor wordt de waterdichtheid van
de camera namelijk minder.
B Voorkom dat water de camera binnendringt
Als de binnezijde van de camera nat wordt, kan dit tot een functiestoring van de camera of
onherstelbare schade aan de camera leiden. Om het binnendringen van water (bij onderdompelen)
te voorkomen, moeten de volgende voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van de camera in acht
genomen worden.
Controleer bij het sluiten van het deksel van het batterijvak/de geheugenkaart dat er zich geen
camerariem, haren, vezels, stof, zandkorrels of ander vuil op de waterdichte pakking bevinden of
op delen die hiermee in contact komen.
Open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaart niet op een plek waar dit kan worden
blootgesteld aan waternevel, sterke wind, stof of zand.
Wanneer er van buitenaf kracht op de camera wordt uitgeoefend, kan deze vervormd raken en
kunnen de luchtdichte pakkingen beschadigd raken, waardoor er water de camera kan
binnendringen. Plaats geen zware objecten op de camera, laat de camera niet vallen en oefen
geen overmatige kracht op de camera uit.
Stop het gebruik van de camera direct als er water de camera binnendringt. Veeg het vocht van de
camera en laat de camera direct nakijken door een door Nikon erkende servicedienst.
B Schokken en trillingen
Laat de camera niet vallen, sla de camera niet tegen een hard object (zoals een steen) en gooi de
camera niet op een wateroppervlak. Laat de camera niet liggen op een plek die aan trillingen
onderhevig is. Als de camera wordt blootgesteld aan overmatige schokken, dan kan dit tot een
functiestoring of beschadiging van de camera leiden.
B Maximale diepte
De COOLPIX AW110 is ontwerpen om waterdruk te kunnen weerstaan tot een diepte van 18 m
gedurende circa 60 minuten. Bij een grotere diepte kan er water de camera binnendringen, hetgeen
tot een functiestoring van de camera kan leiden.
F3
Verzorgen van de producten
Technische opmerkingen en index
B Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van de camera op koude plekken
De werking van de camera is bevestigd tot een temperatuur van –10 °C. Als de camera wordt
achtergelaten met sneeuw of waterdruppels op de behuizing, dan kan er sneeuw of water in de
openingen terechtkomen en bevriezen, waardoor onderdelen van de camera mogelijk moeilijk te
bedienen zijn.
Bij een temperatuur tussen –10 °C en 0 °C nemen de prestaties van de batterijen (aantal foto’s en
opnametijd) tijdelijk af.
Als de camera op koude plekken zeer koud wordt, kunnen direct na het inschakelen van de
camera de prestaties van de monitor tijdelijk afnemen (de monitor is bijvoorbeeld minder helder
dan gebruikelijk of vertoont schaduwbeelden).
Wanneer de camera op een koude plek of op grote hoogte gebruikt wordt, houd de camera dan
warm in een bescherming tegen de kou of in uw kleding.
B Laat de camera niet vallen
Als de camera wordt blootgesteld aan sterke schokken of trillingen, kan deze defect raken.
B Wees voorzichtig bij het hanteren van het objectief en alle bewegende
onderdelen
Oefen geen kracht uit op het objectief, de objectiefbescherming, de monitor, de kaartsleuf of het
batterijvak. Deze onderdelen raken gemakkelijk beschadigd. Als u kracht uitoefent op de lensdop,
kan dit tot gevolg hebben dat de camera niet meer goed werkt of dat het objectief beschadigd
raakt.
B Richt het objectief niet gedurende langere tijd op een sterke lichtbron
Richt het objectief niet gedurende langere tijd op de zon of een andere sterke lichtbron wanneer u
de camera gebruikt of opbergt. Door intens licht kan de kwaliteit van de beeldsensor afnemen,
waardoor er een witte waas op de foto’s kan ontstaan.
B Houd de camera uit de buurt van sterke magnetische velden
U mag deze camera niet gebruiken of opbergen in de buurt van apparatuur die een sterke
elektromagnetische straling of magnetische velden produceert. Sterke statische ladingen en sterke
magnetische velden die worden geproduceerd door bijvoorbeeld een radio of televisie, kunnen
storingen veroorzaken in de monitor en gegevens op de geheugenkaart of de interne schakelingen
van de camera beschadigen.
B Vermijd plotselinge temperatuurverschillen
Plotselinge temperatuurverschillen, die bijvoorbeeld kunnen optreden als u op een koude dag een
verwarmd gebouw binnengaat of verlaat, kunnen condensatie in de camera veroorzaken. U
voorkomt condensatie door de camera in de cameratas of in een plastic tas te doen voordat u deze
aan plotselinge temperatuurverschillen blootstelt.
Stel de camera, voordat u ermee in het water gaat, niet bloot aan hoge temperaturen door deze op
het strand of in direct zonlicht te laten liggen.
F4
Verzorgen van de producten
Technische opmerkingen en index
B Schakel de camera uit voordat u de batterij verwijdert, de lichtnetadapter
loskoppelt of de geheugenkaart verwijdert
Verwijder de batterij niet terwijl de camera aanstaat of terwijl beelden worden opgeslagen of gewist.
Het onderbreken van de stroom kan in dit geval leiden tot gegevensverlies of beschadiging van de
interne schakelingen of het geheugen.
B Een opmerking over monitoren
Monitoren en elektronische zoekers worden met een extreme mate van precisie gemaakt;
minimaal 99,99% van de pixels zijn werkende, en minder dan 0,01% ontbreekt of is defect. Het kan
voorkomen dat deze schermen pixels bevatten die altijd oplichten (wit, rood, blauw of green) of
altijd uitstaan (zwart), dit is geen defect en heeft geen effect op de afbeeldingen vastgelegd door
het apparaat.
Vanwege de algemene eigenschappen van OLED-monitors, kan langdurig of herhaaldelijk
weergeven van hetzelfde scherm of beeld leiden tot het inbranden van het scherm. Het
inbranden van het scherm is herkenbaar aan een lagere helderheid in delen van de monitor of
kleurvervaging van de weergave. In sommige gevallen kan inbranden van het scherm permanent
zijn. De foto’s en beelden zelf worden echter niet beïnvloed door het inbranden van het scherm.
Om inbranden van het scherm te voorkomen, dient u de helderheid van de monitor niet hoger in
te stellen dan nodig en hetzelfde scherm of beeld niet langdurig weer te geven.
Bij helder licht zijn de beelden op de monitor mogelijk niet goed te zien.
De monitor wordt verlicht via een LED-verlichting. Neem contact op met de servicedienst van
Nikon als de monitor zwakker gaat branden of begint te flikkeren.
De batterij
Lees voordat u de batterij in gebruik neemt de waarschuwingen onder “Voor
uw veiligheid” (Avi tot viii).
Controleer het batterijniveau wanneer u de camera gaat gebruiken en laad de
batterij zo nodig op. Verwijder de batterij uit de lader zodra deze volledig is
opgeladen. Doet u dat niet, dan is dit nadelig voor de prestaties van de batterij.
Neem zo mogelijk een volledig opgeladen reservebatterij mee als u foto’s
maakt van belangrijke gelegenheden.
Laad de batterij niet op als de omgevingstemperatuur lager is dan -10 °C of
hoger dan 40 °C.
Als de batterijtemperatuur tussen 0 en 10 °C resp. tussen 45 en 60 °C ligt, is het
mogelijk dat de laadcapaciteit afneemt.
De batterij laadt niet op als de omgevingstemperatuur lager dan 0 °C of hoger
dan 60 °C is.
Neem in acht dat de batterij tijdens gebruik heet kan worden; wacht tot de
batterij afgekoeld is voordat deze opgeladen wordt. Als u deze
voorzorgsmaatregelen niet in acht neemt, dan kan dit tot beschadiging van de
batterij leiden, de prestaties ervan negatief beïnvloeden of normaal opladen
van de batterij voorkomen.
F5
Verzorgen van de producten
Technische opmerkingen en index
Op koude dagen neigt de capaciteit van batterijen af te nemen. Zorg ervoor dat
de batterij volledig is opgeladen voordat u bij koud weer naar buiten gaat om te
fotograferen. Houd reservebatterijen bij de hand op een warme plaats en
verwissel ze zo nodig. Een koude batterij die weer op temperatuur is gekomen,
kan soms een deel van de lading terugkrijgen.
Vuil op de aansluitingen van de batterij kan voorkomen dat de camera werkt.
Als de aansluitingen van de batterij vuil zijn, veeg deze dan voor gebruik met
een schone, droge schoon.
Als de batterij enige tijd niet gebruikt wordt, laat de batterij dan in de camera
zitten voordat deze verwijderd wordt om opgeborgen te worden. Bewaar de
batterij op een koele plaats bij een omgevingstemperatuur tussen 15 °C en
25 °C. Bewaar de batterij niet op hete of extreem koude plekken.
Verwijder altijd de batterij uit de camera of batterijlader als het apparaat niet
wordt gebruikt. Als de batterij blijft zitten, worden er zelfs als het apparaat niet
wordt gebruikt geringe hoeveelheden stroom van de batterij verbruikt. Dit kan
ertoe leiden dat de batterij zover leeg raakt dat deze niet meer kan worden
gebruikt. Als u de camera aan- of uitzet terwijl de batterij leeg is, kan dit de
gebruiksduur van de batterij verkorten. Wanneer het batterijniveau laag is, laad
de batterij dan voor gebruik op.
Laad de batterij tenminste eenmaal per zes maanden op en maak de batterij
volledig leeg voordat u deze weer opbergt.
Verwijder de batterij uit de camera of batterijlader, bevestig het meegeleverde
afdekkapje op de batterij en berg deze op een koele plek op.
Als de tijd die nodig is voordat een volledig opgeladen batterij leeg is aanzienlijk
afneemt bij gebruik op kamertemperatuur betekent dit dat de batterij moet
worden vervangen. Koop een nieuwe EN-EL12 batterij.
Vervang de batterij als deze niet meer kan worden opgeladen. Gebruikte
batterijen bevatten kostbare grondstoffen. Recycle gebruikte batterijen volgens
de plaatselijke voorschriften voor klein chemisch afval.
Batterijlader
Lees, voordat u de batterijlader in gebruik neemt, de waarschuwingen onder
“Voor uw veiligheid” (Avi tot viii) van deze handleiding en neem deze
waarschuwingen in acht.
De meegeleverde batterijlader kan alleen worden gebruikt met de oplaadbare
Li-ion batterij EN-EL12.
De MH-65 is geschikt voor AC 100-240 V, 50/60 Hz. Indien u deze in andere
landen wilt gebruiken, is het mogelijk dat u een verloopstekker (normaal in de
handel verkrijgbaar) nodig heeft. Neem contact op met uw reisbureau voor
meer informatie over verloopstekkers.
F6
Verzorgen van de producten
Technische opmerkingen en index
De geheugenkaarten
Gebruik uitsluitend SD-geheugenkaarten (Secure Digital). Zie “Goedgekeurde
geheugenkaarten” (A19).
Zorg dat de voorzorgsmaatregelen in de documentatie van de geheugenkaart
in acht worden genomen bij het gebruik van de geheugenkaart.
Plak geen labels of stickers op de geheugenkaart.
Formatteer de geheugenkaart niet met behulp van een computer.
Wanneer u een geheugenkaart die in een ander apparaat is gebruikt voor het
eerst in deze camera plaatst, moet u deze kaart voor gebruik met behulp van deze
camera formatteren.
Wanneer een nieuwe geheugenkaart wordt gebruikt, dan wordt aanbevolen deze
eerst met behulp van deze camera te formatteren.
Door de geheugenkaart te formatteren, worden alle gegevens hierop voorgoed
gewist. Zet daarom belangrijke foto’s over naar de computer voordat u gaat
formatteren.
Als het foutbericht “Ongeformatteerde kaart. Kaart formatteren?” wordt
weergegeven wanneer u een geheugenkaart in de camera plaatst, dan moet de
geheugenkaart geformatteerd worden. Als u beelden op de kaart wilt bewaren,
selecteer dan Nee en sla de beelden op uw computer op voordat u de
geheugenkaart formatteert. Selecteer Ja en druk op de k knop om de kaart te
formatteren.
Tijdens het formatteren, het schrijven en wissen van gegevens en het
overzetten van gegevens van de geheugenkaart naar de computer mag u de
onderstaande handelingen niet uitvoeren. Als u deze waarschuwing negeert,
kunnen de volgende handelingen leiden tot gegevensverlies of beschadiging
van de geheugenkaart:
- Open het batterijvak/ het deksel van de geheugenkaartsleuf om de batterij of
geheugenkaart te verwijderen.
- De camera uitzetten
- De lichtnetadapter loskoppelen
F7
Technische opmerkingen en index
Verzorgen van de camera
Reinigen
Gebruik geen vluchtige, organische oplosmiddelen, zoals alcohol of thinner,
chemische schoonmaakmiddelen of anticondensmiddelen
C Meer informatie
Zie “Opmerkingen over water- en stofbestendigheid” (Ax) en“Camera reinigen
na gebruik onder water” (Axiii) voor meer informatie.
Objectief
Raak glazen onderdelen niet met uw vingers aan. Verwijder stof of pluisjes met
een blaasbalgje (gewoonlijk een rubberen bal met een spuitmondje waaruit
lucht wordt geblazen). Verwijder vingerafdrukken, olieachtige substanties en
andere vlekken op de lens, die niet met lucht verwijderd kunnen worden, door
een draaiende beweging vanuit het midden van de lens met een droge zachte
doek of een brillendoekje te maken en naar de rand toe te werken. Oefen geen
druk op de lens uit en gebruik geen harde materialen. Als u deze
voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit leiden tot beschadigingen of
storingen. Als u het objectief op deze manier niet kunt reinigen, veegt u het
schoon met een doek die licht is bevochtigd met lensreiniger.
Monitor
Verwijder vuil en stof met behulp van een blaasbalgje. Verwijder
vingerafdrukken, olieachtige substanties en andere vlekken op de monitor met
een droge zachte doek of een brillendoekje. Oefen geen druk uit op de
monitor en gebruik geen harde materialen. Als u deze voorzorgsmaatregel niet
in acht neemt, kan dit leiden tot beschadigingen of storingen.
Camera-
body
Verwijder vuil, stof of zand met behulp
van een blaasbalgje en veeg de
camerabody voorzichtig af met een
zachte, droge doek. Als vuil zich aan de
waterbestendige afdichting in het
batterijvak/de kaartsleuf heeft gehecht,
moet u het onmiddellijk verwijderen met
de meegeleverde borstel. Na gebruik van
de camera onder water of aan het strand
dient u zand en zout te verwijderen met een droge doek die licht is bevochtigd
met water. Droog de camera daarna grondig af. Als u de camera bedient met
handen waarop zonnebrandolie is aangebracht, kan dit leiden tot minder
worden van de buitenzijde van de camera. Let erop dat vuil of stof in de
camera schade kan veroorzaken die niet door de garantie wordt gedekt.
F8
Verzorgen van de camera
Technische opmerkingen en index
Opslag
Verwijder de batterij als de camera voor langere tijd niet wordt gebruikt. Berg de
camera niet op in de buurt van mottenballen op basis van nafta of kamfer of op
plaatsen:
In de nabijheid van apparaten die sterke elektromagnetische velden genereren,
zoals televisie- of radiotoestellen
Waar het kouder wordt dan –10 °C of warmer dan 50 °C
Plaatsen die slecht geventileerd zijn of waar de luchtvochtigheid hoger is
dan 60%
Haal de camera minstens eenmaal per maand uit de opslag om schimmel te
voorkomen. Schakel de camera in en druk een aantal malen op de ontspanknop
alvorens de camera weer op te bergen.
Lees voordat u de camera opbergt de waarschuwingen onder “De batterij” (F4)
van “Verzorgen van de producten”.
F9
Technische opmerkingen en index
Problemen oplossen
Als de camera niet naar behoren functioneert, raadpleeg dan eerst het volgende
overzicht met de meest voorkomende problemen voordat u zich tot de
leverancier of tot een door Nikon erkende servicedienst wendt. Raadpleeg de
pagina’s in de rechterkolom voor meer informatie.
Zie “Foutmeldingen” (E89) voor meer informatie.
Voeding, monitor, instellingen
Probleem Oorzaak/Oplossing
A
De camera is
ingeschakeld,
maar reageert niet.
Wacht totdat de opname beëindigd is.
Als het probleem zich blijft voordoen, zet u de camera uit. Als de
camera niet uitschakelt, verwijder dan de batterij of batterijen
en plaats ze terug, of, als u een lichtnetadapter gebruikt, koppel
de lichtnetadapter dan los en sluit hem vervolgens weer aan.
Merk op dat ondanks het feit dat alle gegevens die op dat
moment worden opgenomen verloren zullen gaan, gegevens
die al werden geregistreerd niet beïnvloed zullen worden door
het verwijderen of loskoppelen van de stroombron.
21
Camera kan niet
worden aangezet.
Batterij is leeg. 20
Camera gaat
zonder
waarschuwing uit.
Batterij is leeg.
Als de camera gedurende een tijdje niet wordt bediend,
schakelt deze automatisch uit via de automatische
uitschakeling) om energie te besparen.
De binnenkant van de camera is te warm geworden. Laat de
camera uitgeschakeld totdat de binnenkant van de camera is
afgekoeld.
Bij lage temperaturen is het mogelijk dat de camera en de
batterij niet normaal functioneren.
20
21
F4
Monitor geeft
geen beeld.
Camera staat uit.
Batterij is leeg.
Stand-bystand om energie te besparen: Druk op de
hoofdschakelaar, ontspanknop, de A knop of c knop of
b (e filmopname) knop.
Als het flitserlampje knippert, moet u wachten tot de flitser is
opgeladen.
De camera is op de computer aangesloten via de USB-kabel.
De camera is op de televisie aangesloten via de audio/video-
kabel of HDMI-kabel.
De camera en het smart-toestel worden aangesloten met
behulp van een Wi-Fi-verbinding en de camera wordt bediend
met behulp van de afstandsbediening.
21
20
21
50
72, 75
72, E20
91
Beeld op
monitorscherm is
niet goed te zien.
Pas de helderheid van het monitorscherm aan.
Monitor is vuil. Reinig de monitor.
94,
E71
F7
F10
Problemen oplossen
Technische opmerkingen en index
Datum en tijd van
de opname zijn
onjuist.
Als de cameraklok niet in ingesteld (“Datum niet ingesteld”
aanduiding knippert tijdens het fotograferen), krijgen foto’s het
datumstempel “00/00/0000 00:00”; terwijl films worden
gedateerd met “01/01/2013 00:00.” Stel de juiste datum en tijd in
via Tijdzone en datum in het setup-menu.
De cameraklok is niet zo nauwkeurig als een normaal uurwerk,
zoals een horloge. Controleer af en toe de tijdsaanduiding van
uw camera en stel zo nodig de tijd bij.
22, 94,
E69
94,
E69
Er zijn geen
aanduidingen op
de monitor te zien
Info verbergen is ingesteld op Foto-informatie onder
Monitorinstellingen in het setup-menu.
E71
Datumstempel
niet beschikbaar.
Tijdzone en datum in het setup-menu is niet ingesteld.
22, 94,
E69
Datum wordt niet
op fotos
weergegeven,
zelfs wanneer
Datumstempel
ingeschakeld is.
Een opnamestand zonder datum afdrukken is geselecteerd.
Er is een andere functie ingesteld, die het afdrukken van de
datum beperkt.
De datum kan niet worden afgedrukt op een film.
94, E73
60
Het instelscherm
voor de datum en
tijd wordt
weergegeven als
de camera wordt
ingeschakeld.
Klokbatterij is leeg; alle standaardwaarden zijn hersteld. 23
Standaardwaarden
zijn hersteld.
De monitor
schakelt uit en het
camera-aan-
lampje knippert
snel.
De temperatuur van de batterij is hoog. Zet de camera uit en laat
de batterij afkoelen alvorens deze weer te gebruiken. Nadat het
lampje 3 minuten knippert, wordt de camera automatisch
uitgezet, maar u kunt ook op de hoofdschakelaar drukken om de
camera handmatig uit te zetten.
21
Camera-
temperatuur stijgt.
Als functies zoals een filmopname of versturen van foto’s m.b.v.
een Eye-Fi-kaart lange tijd worden gebruikt of als de camera wordt
gebruikt op een plaats met een hoge omgevingstemperatuur, kan
de temperatuur van de camera oplopen. Dit is geen storing.
79
Probleem Oorzaak/Oplossing
A
F11
Problemen oplossen
Technische opmerkingen en index
Opnameproblemen
Probleem Oorzaak/Oplossing
A
Kan de
opnamestand niet
instellen.
Maak de HDMI- of USB-kabel los.
72, 75,
E20,
E22
Er kan geen foto
worden gemaakt.
Als de camera in de weergavestand staat, druk dan op de
A knop, de ontspanknop of de b (e filmopname) knop.
Als menu’s worden weergegeven, drukt u op d knop.
Batterij is leeg.
Als het flitserlampje knippert, moet u wachten tot de flitser is
opgeladen.
De camera en het smart-toestel worden aangesloten met
behulp van een Wi-Fi-verbinding en de camera wordt bediend
met behulp van de afstandsbediening.
30
8
20
50
91
Kan geen 3D-
beelden maken.
In sommige opnameomstandigheden, bijvoorbeeld als het
onderwerp beweegt of het onderwerp donker is of er weinig
contrast is, kan de tweede opname niet correct worden gemaakt
of het 3D-beeld niet worden opgeslagen.
Camera kan niet
scherpstellen.
Onderwerp te dicht bij de camera. Probeer om een opname te
maken met de macrostand, stand G (eenvoudige auto) of
Close-up onderwerpstand.
Autofocus werkt niet goed met het onderwerp dat u wilt
fotograferen.
Stel AF-hulplicht in het setup-menu in op Automatisch.
Het onderwerp bevindt zich niet binnen het scherpstelveld op
het moment dat de ontspanknop half wordt ingedrukt.
Zet de camera uit en weer aan.
33, 38, 53
64
95, E76
28, 58
21
Gekleurde strepen
verschijnen op de
monitor bij het
fotograferen.
Gekleurde strepen kunnen verschijnen wanneer onderwerpen
worden gefotografeerd met herhalende patronen (zoals
zonneschermen); dit is geen storing.
De gekleurde strepen zijn niet te zien op gemaakte foto’s of
opgenomen films. Echter, bij gebruik van de standen Continu H:
120 bps, HS 240/8× of HS 480/4× kunnen de gekleurde strepen
wel te zien zijn op de gemaakte foto’s of opgenomen films.
Foto’s zijn
onscherp.
Gebruik de flitser.
Gebruik de vibratiereductie of bewegingsdetectie.
Gebruik vibratiereductie. Gebruik D
(Best Shot Selec
tor).
Gebruik een statief om de camera stevig neer te zetten (gebruik
de zelfontspanner voor betere resultaten).
50
95
58
52
Foto’s die met
flitslicht zijn
gemaakt bevatten
heldere vlekken.
Flitslicht wordt weerkaatst door deeltjes in de lucht. Zet de
flitsstand op W (uit).
51
F12
Problemen oplossen
Technische opmerkingen en index
Flitser treedt niet in
werking.
De flitsstand W (uit) is geselecteerd.
Er is een opnamestand geselecteerd waarbij de flitser niet in
werking kan treden.
Een is een andere functie ingesteld, die de werking van de flitser
beperkt.
51
55
60
Digitale zoom is
niet beschikbaar.
•Uit is ingesteld op Digitale zoom in het setup-menu.
Digitale zoom kan niet worden gebruikt in de volgende
opnamestanden.
- Als de onderwerpstand is ingesteld op Portret,
Nachtportret, Nachtlandschap, Tegenlicht met HDR
ingesteld op Aan, Eenvoudig panorama, Dierenportret,
3D-fotografie of Onder water.
- Intelligente portretstand
Er zijn andere functies ingesteld, die het gebruik van de digitale
zoom beperken.
95
35, 36, 37,
39, 40,41,
42, 43
45
60
Beeldmodus niet
beschikbaar.
Een andere functie die nu wordt ingesteld, zorgt ervoor dat de
Beeldmodus niet werkt.
Wanneer de onderwerpstand is ingesteld op Eenvoudig
panorama of 3D-fotografie, dan is het beeldformaat vast
ingesteld.
60
40, 42
Geen geluid
wanneer de sluiter
ontspant.
•Uit is ingesteld op Sluitergeluid onder Geluidsinstellingen
in het setup-menu.
•Sport, Museum of Dierenportret is geselecteerd als
onderwerpstand.
Andere functies waarbij gebruik van het sluitergeluid niet
mogelijk is.
Blokkeer de luidspreker niet.
95
35, 38,
41
60
2
AF-hulpverlichting
bran
dt niet.
Ui
t is ingesteld op AF-hulplicht in het setup-menu. Zelfs als
Automatisch is ingesteld, is het mogelijk dat de AF-
hulpverlichting niet gaat branden, afhankelijk van de positie van
het scherpstelveld of de opnamestand.
95
Foto's zijn
vlekkerig.
Objectief is vuil. Reinig het objectief. F7
Kleuren zijn
onnatuurlijk.
Witbalansinstelling komt niet overeen met lichtbron. 58, E31
Ringvormige of
regenboogkleurige
strepen zijn
zichtbaar op het
scherm of in de
opname.
Als een onderwerp van achter wordt verlicht of wanneer een
opname wordt gemaakt met een extreem heldere lichtbron in
beeld, zoals de zon, is het mogelijk dat ringvormige of
regenboogkleurige strepen verschijnen in het beeld.
Verander de positie van de lichtbron of zorg dat deze buiten beeld
valt en probeer nogmaals om de opname te maken.
De gemaakte foto
wordt korrelig.
Het onderwerp is donker, waardoor de sluitertijd te kort wordt of
de ISO-waarde te hoog.
Gebruik de flitser.
Een lagere ISO-waarde instellen.
50
58, E36
Probleem Oorzaak/Oplossing
A
F13
Problemen oplossen
Technische opmerkingen en index
Fotos zijn te
donker.
De flitsstand W (uit) is geselecteerd.
Flitsvenster is afgedekt.
Onderwerp bevindt zich buiten flitsbereik.
Pas belichtingscompensatie aan.
Verhoog de ISO-waarde.
Onderwerp is gefotografeerd met tegenlicht. Stel de
onderwerpstand in op Tegenlicht met HDR ingesteld op Uit of
stel de flitsstand in op X (invulflits).
51
26
50
54
58, E36
39, 50
Fotos zijn te licht. Pas belichtingscompensatie aan. 54
Delen van de foto
waarin geen rode
ogen voorkomen,
worden ook
gecorrigeerd.
Als V (automatisch met rode-ogenreductie) of “invulflits met
rode-ogenreductie” van de onderwerpstand Nachtportret wordt
toegepast tijdens de opname, kan de ingebouwde rode-
ogencorrectie in zeer zeldzame gevallen worden toegepast op
delen van de foto waarin geen rode ogen voorkomen. Zet de
flitsinstelling op een andere stand dan V (automatisch met
rode-ogencorrectie), selecteer een onderwerpstand anders dan
Nachtportret en maak vervolgens de opname.
36, 50
De resultaten van
huid verzachten
zijn niet zoals
verwacht.
Huid verzachten levert niet de gewenste resultaten op,
afhankelijk van de opnamecondities.
Voor fotos met 4 of meer gezichten, probeer Glamour-
retouchering in het weergavemenu.
46
69,
E17
Het opslaan van
foto’s kost tijd.
Het kan zelfs langer duren om foto’s op te slaan onder de volgende
omstandigheden:
Als de geluidsreductiefunctie geactiveerd is
Als de flitser is ingesteld op V (automatisch met rode-
ogenreductie)
Als fotos worden gemaakt in de volgende onderwerpstanden.
- Uit de hand in Nachtportret
- Uit de hand in Nachtlandschap
- HDR ingesteld op Aan in Teg enlic ht
-Eenvoudig panorama
•Continu in het opnamemenu is ingesteld op
Vooropnamecache, C
ont
inu H: 120 bps of
Continu H: 60 bps
Als de glimlachtimer wordt gebruikt tijdens de opname
51
36
37
39
40
58,
E33
59
Instellen of gebruik
onmogelijk van
Continu
Een andere functie die nu wordt ingesteld, zorgt ervoor dat de
Continu niet werkt.
60
Probleem Oorzaak/Oplossing
A
F14
Problemen oplossen
Technische opmerkingen en index
Weergaveproblemen
Probleem Oorzaak/Oplossing
A
Bestand kan niet
worden
weergegeven.
Het bestand is overschreven of de naam is gewijzigd met de
computer of een camera van een ander merk.
Films opgenomen op andere cameras dan de COOLPIX
AW110 kunnen niet worden afgespeeld.
81
Reeks kan niet
worden
weergegeven.
Een reeks fotos die met de continu-opname van een andere
camera dan de COOLPIX AW110 zijn gemaakt, kunnen niet als
een reeks worden weergegeven.
Controleer de Reeksweergaveopties instelling.
69, E57
Kan niet op beeld
inzoomen.
De films en fotos gemaakt met behulp van gegevensafdruk en
kleine kopie en fotos uitgesneden tot een formaat van
320 × 240 of kleiner met behulp van de bewerkingsfunctie
uitsnede kunnen niet worden vergroot.
Zoomweergave is mogelijkerwijs niet beschikbaar bij foto’s die
zijn gemaakt op een andere camera dan de COOLPIX AW110.
3D-beelden ’s kunnen niet worden vergroot als de camera
aangesloten is via HDMI en deze worden weergegeven in 3D.
42
Kan geen
spraakmemo
opnemen of
weergeven.
Spraakmemo’s kunnen niet worden toegevoegd aan films.
Spraakmemos kunnen niet worden toegevoegd aan fotos die
met camera’s anders dan de COOLPIX AW110 zijn gemaakt,
terwijl het ook niet mogelijk is om spraakmemo’s af te spelen
die met een andere camera zijn gemaakt.
81
69
Foto’s en films
kunnen niet
worden bewerkt.
Bevestig de voorwaarden die nodig zijn voor bewerking van
foto’s of films.
Fotos gemaakt met andere cameras dan de COOLPIX AW110
kunnen niet worden bewerkt.
70, E14,
E27
Beelden worden
niet weergegeven
op een televisie.
Videostand of HDMI is niet correct ingesteld in het TV-
instellingen setup-menu.
HDMI-uitvoer is uitgeschakeld als de camera met een USB-
kabel aangesloten is op een computer of printer.
Geheugenkaart bevat geen beelden. Plaats een andere
geheugenkaart. Verwijder de geheugenkaart om fotos in het
interne geheugen weer te geven.
96,
E80
72
18
Albumpictogram
men worden
gereset naar de
standaard
pictogrammen of
foto’s toegevoegd
aan het album
kunnen niet
worden
weergegeven in
de stand favoriete
foto’s.
Opgeslagen gegevens in het interne geheugen of op de
geheugenkaart worden wellicht niet afgespeeld indien
overschreven door een computer.
F15
Problemen oplossen
Technische opmerkingen en index
De opgeslagen
fotos kunnen niet
worden
weergegeven in
de automatisch
sorteren stand.
De gewenste foto is toegekend aan een andere categorie dan
de huidige weergegeven categorie.
Foto’s opgeslagen door camera’s anders dan de COOLPIX
AW110 en gekopieerde fotos met behulp van de optie
Kopiëren kunnen niet worden weergegeven in de
automatisch sorteren stand.
Foto’s opgeslagen gegevens in het interne geheugen of op de
geheugenkaart worden wellicht niet correct afgespeeld
indien overschreven door een computer.
Er kunnen maximaal 999 foto’s en films worden toegekend aan
iedere categorie. Als de gewenste categorie in totaal reeds 999
fotos of films bevat, kunnen geen nieuwe fotos of films
worden toegevoegd.
67,
E8
E9
E9
Nikon Transfer 2
wordt niet gestart
wanneer de
camera wordt
aangesloten op
een computer.
Camera staat uit.
Batterij is leeg.
USB-kabel is niet correct aangesloten.
Camera wordt niet herkend door de computer.
Controleer of het besturingssysteem dat wordt gebruikt,
compatibel is met de camera.
De computer is niet zodanig ingesteld dat
Nikon Transfer 2
automatisch wordt gestart.
Voor meer informatie over Nikon Transfer 2 raadpleegt u de
help in ViewNX 2.
21
20
72
73
76
De af te drukken
fotos worden niet
weergegeven.
Geheugenkaart bevat geen beelden. Plaats een andere
geheugenkaart.
Verwijder de geheugenkaart om fotos in het interne
geheugen af te drukken.
Foto’s genomen met 3D-fotografie kunnen niet worden
afgedrukt.
18
19
42
Kan het
papierformaat niet
selecteren in de
camera.
Papierformaat kan niet worden gekozen vanuit de camera in de
volgende gevallen, zelfs niet bij gebruik van PictBridge
compatibele printers. Selecteer het papierformaat met de
printer.
Het via de camera gekozen papierformaat is niet compatibel
met de printer.
Een printer die automatisch het papierformaat instelt, wordt
gebruikt.
E23,
E24
Probleem Oorzaak/Oplossing
A
F16
Problemen oplossen
Technische opmerkingen en index
GPS
Probleem Oorzaak/Oplossing
A
De locatie kan niet
worden bepaald of
het duurt lang
voordat de locatie
kan worden
bepaald.
De camera kan de locatie in sommige omgevingen mogelijk niet
bepalen. Voor het gebruik van de GPS-functie dient de camera zo
veel mogelijk in de open lucht gebruikt te worden.
Wanneer de positionering voor het eerst wordt uitgevoerd of
nadat dit ca. 2 uur niet mogelijk was, dan duurt het enkele
minuten om de positie-informatie te verkrijgen.
83
83
De positie-
informatie kan niet
op gemaakte foto’s
worden
opgenomen.
Als z of y op het opnamescherm wordt weergegeven, dan wordt
de positie-informatie niet opgenomen. Voordat er fotos worden
gemaakt, moet gecontroleerd worden of de camera een voldoende
sterk GPS-signaal ontvangt.
84
Verschil tussen de
actuele
opnamelocatie en
opgeslagen positie-
informatie.
De verkregen positie-informatie kan in sommige omgevingen
afwijken. Als er een aanzienlijk verschil in de signalen van de GPS-
satellieten is, kan dit resulteren in een afwijking van honderden
meters.
83
Verkeerde
locatieinformatie
wordt opgeslagen of
de juiste
locatieinformatie
wordt niet
weergegeven.
Het gewenste herkenningspunt wordt mogelijk niet geregistreerd of
een verkeerd herkenningspunt wordt weergegeven.
Update van A-GPS
bestand kan niet
worden uitgevoerd.
Controleer de volgende items.
- Of de geheugenkaart geplaatst is
- Of het A-GPS bestand op de geheugenkaart is opgeslagen
- Of het A-GPS bestand op de geheugenkaart recenter is dan het
A-GPS bestand in de camera
- Of het A-GPS bestand nog geldig is
Het A-GPS bestand is mogelijk corrupt. Download het bestand
nogmaals van de website.
88,
E59
Kan hoogte- of
dieptemeter niet
uitschakelen.
Als Hoogte-/dieptemeter van Hoogte-/diepteopties in het
GPS-opties menu is ingesteld op Aan, wordt de hoogte- of
dieptemeter altijd weergegeven ongeacht Monitorinstellingen in
het setup-menu.
Stel de Hoogte-/dieptemeter in op Uit om de hoogte- of
dieptemeter uit te schakelen.
90,
E67
Het pirctogram voor
hoogte- of
dieptemeter en
atmosferische druk
wordt weergegeven
op het
opnamescherm.
Stel Foto-informatie van Monitorinstellingen in het setup-menu
in op Info verbergen.
94,
E71
F17
Problemen oplossen
Technische opmerkingen en index
Wi-Fi
Kan de hoogte-of
dieptemeter niet
weergeven, ook al is
Hoogte-/
dieptemeter
ingesteld op Aan.
Zelfs als Hoogte-/dieptemeter is ingesteld op Aan wordt de
hoogte- of dieptemeter niet weergegeven in de volgende situaties.
Als de ontspanknop half wordt ingedrukt
Tijdens fotograferen in de
Eenvoudig panorama
onderwerpstand
Tijdens een filmopname
Als een onderwerp is geregistreerd met behulp van Onderwerp
volgen van AF-veldstand
Als een melding wordt weergegeven
40
77
58,
E39
Waterdiepte geeft
0 m aan
De waterdiepte wordt weergegeven als 0 m als de camera niet is
ondergedompeld in water en de Onder water onderwerpstand is
geselecteerd.
43
GPS-gegevens
gebruiken van
Hoogte-/
dieptecorrectie
kan niet worden
geselecteerd in het
GPS-opties menu.
•GPS-geg. opnemen gegevens is ingesteld op Uit in het GPS-
opties menu.
U kunt deze functie alleen selecteren als signalen worden
ontvangen van vier of meer satellieten en de positiebepaling
wordt uitgevoerd.
De camera is ondergedompeld in water. U kunt deze functie niet
selecteren tijdens fotograferen onder water.
82
84
Log aanmaken kan
niet worden
geselecteerd in het
GPS-opties menu.
Klok niet ingesteld.
Wijzig de datum en tijd.
94,
E69
Alle logs starten of
GPS-log starten
kan niet worden
geselecteerd.
•GPS-geg. opnemen is ingesteld op Uit in het GPS-opties menu.
De camera neemt loggegevens op. Selecteer voor het opnemen
van een nieuwe log Alle logs beëindigen of GPS-log
beëindigen en beëindig de log die op dit moment wordt
opgenomen.
82
89,
E62
Loggegevens
kunnen niet worden
opgeslagen.
Controleer of de geheugenkaart in de camera is geplaatst.
Maximaal 36 loggegevensgebeurtenissen voor GPS-logs kunnen
per dag worden opgenomen; er kunnen maximaal 34
loggegevensgebeurtenissen per dag per hoogtelog en
waterdieptelog worden opgenomen.
Er kunnen in totaal 200 loggegevensgebeurtenissen worden
opgeslagen op een geheugenkaart (inclusief maximaal 100
loggegevensgebeurtenissen voor GPS-logs en maximaal 100
loggegevensgebeurtenissen voor een gecombineerd totaal van
hoogtelogs en waterdieptelogs. Wis de loggegevens die niet
meer nodig zijn van de geheugenkaart of plaats een nieuwe
geheugenkaart.
E63
,
E64
Probleem Oorzaak/Oplossing
A
SSID (netwerknaam)
van de camera wordt
niet weergegeven
op het smart-toestel.
Controleer of Wi-Fi-netwerk is ingesteld op Aan.
Schakel de Wi-Fi-functie van het smart-toestel uit en weer in.
92
Probleem Oorzaak/Oplossing
A
F18
Technische opmerkingen en index
GEBRUIKERSLICENTIEOVEREENKOMST VOOR
KAARTGEGEVENS EN LOCATIENAAMGEGEVENS
De kaartgegevens en locatienaamgegevens die op
deze digitale camera zijn opgeslagen (“Gegevens”) zijn
uitsluitend bedoeld voor persoonlijk, intern gebruik en
niet voor wederverkoop. Deze gegevens zijn
beschermd door copyright en zijn onderworpen aan de
volgende algemene voorwaarden die door u, enerzijds,
en door Nikon Corporation (“Nikon”) en haar
licentiegevers (met inbegrip van hun licentiegevers en
leveranciers) anderzijds, zijn overeengekomen.
Voorwaarden
Uitsluitend voor persoonlijk gebruik. U komt overeen
deze Gegevens in combinatie met deze digitale camera
en de fotogegevens die door deze digitale camera zijn
vastgelegd uitsluitend te gebruiken voor de
persoonlijke, niet-commerciële doeleinden waarvoor u
een licentie hebt gekregen en niet voor servicebureau-
activiteiten, gezamenlijke of andere soortgelijke
doeleinden. Dienovereenkomstig, maar onderworpen
aan de hiernavolgende bepalingen, komt u overeen
niets van deze Gegevens te verveelvoudigen, te
kopiëren, te wijzigen, te decompileren, te
disassembleren of daarop reverse-engineering toe te
passen, noch mag u de Gegevens in enige vorm of voor
enig doel, anders dan in zoverre toegestaan door
toepasselijk recht, overdragen of verspreiden.
Beperkingen.
Tenzij u hiertoe uitdrukkelijk toestemming
hebt gekregen door Nikon en zonder afbreuk te doen
aan hetgeen hiervoor is bepaald, mag u deze Gegevens
niet gebruiken (a) met producten, systemen of
toepassingen die zijn geïnstalleerd of anderszins zijn
aangesloten op of in verbinding staan met
vervoermiddelen met autonavigatie, positiebepaling,
zendmogelijkheden, realtime routebegeleiding, beheer
van wagenparken of soortgelijke toepassingen; of (b)
met of wanneer deze in verbinding staan met
apparaten voor positiebepaling of mobiele of draadloze
elektronische of computerapparatuur, met inbegrip
van, maar niet beperkt tot mobiele telefoons, palmtops
en handhelds, pagers en PDA’s.
Waarschuwing.
De Gegevens kunnen onnauwkeurige
of onvolledige informatie bevatten doordat het
verstrijken van tijd, veranderende omstandigheden,
gebruikte bronnen en het verzamelen van complexe
geografische gegevens, factoren zijn die op zichzelf
onjuiste resultaten kunnen opleveren.
Geen garantie.
Deze Gegevens worden aan u verstrekt
“zoals ze zijn” en u komt overeen deze voor eigen risico
te gebruiken. Nikon en haar licentiegevers (en hun
licentiegevers en leveranciers) geven geen garanties,
verklaringen of waarborgen van enig soort, uitdrukkelijk
of impliciet, op grond van de wet of anderszins, met
inbegrip van, maar niet beperkt tot, de inhoud, kwaliteit,
nauwkeurigheid, volledigheid, doeltreffendheid,
betrouwbaarheid, geschiktheid voor een specifiek doel,
bruikbaarheid of toepassing of ten aanzien van de
resultaten die op basis van de Gegevens kunnen
worden verkregen of dat de Gegevens of server
ononderbroken of vrij van fouten zal zijn.
Uitsluiting van garantie:
NIKON EN HAAR
LICENTIEGEVERS (MET INBEGRIP VAN HUN
LICENTIEGEVERS EN LEVERANCIERS) SLUITEN ALLE
GARANTIES UIT, UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET, TEN
AANZIEN VAN DE KWALITEIT, PRESTATIES,
VERHANDELBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN
SPECIFIEK DOEL OF VAN NIET-INBREUK. In sommige
staten, staatsgebieden en landen is uitsluiting van
garantie niet toegestaan en indien zulks het geval is, is
bovengenoemde uitsluiting mogelijk niet op u van
toepassing.
Uitsluiting van aansprakelijkheid:
NIKON EN HAAR
LICENTIEGEVERS (MET INBEGRIP VAN HUN
LICENTIEGEVERS EN LEVERANCIERS) ZIJN NIET
AANSPRAKELIJK JEGENS U: MET BETREKKING TOT ELKE
CLAIM, EIS OF RECHTSVORDERING, ONGEACHT DE
AARD VAN DE AANLEIDING VAN DE CLAIM, EIS OF
RECHTSVORDERING, VOOR VERMEENDE VERLIEZEN,
LETSEL OF SCHADE, DIRECT OF INDIRECT, DIE KAN
VOORTVLOEIEN UIT HET GEBRUIKEN OF HET BEZITTEN
VAN DE INFORMATIE, OF VOOR VERLIES VAN WINST,
INKOMSTEN, CONTRACTEN OF OPBRENGSTEN OF VOOR
ELKE ANDERE DIRECTE, INDIRECTE, INCIDENTELE,
SPECIFIEKE SCHADE OF GEVOLGSCHADE DIE
VOORTVLOEIT UIT HET GEBRUIKEN VAN OF HET NIET
KUNNEN GEBRUIKEN VAN DEZE INFORMATIE, UIT EEN
OMISSIE IN DE INFORMATIE OF HET SCHENDEN VAN
DEZE ALGEMENE VOORWAARDEN, HETZIJ IN EEN
CONTRACTUELE VORDERING, EEN ONRECHTMATIGE
DAAD OF GEBASEERD OP EEN GARANTIE, ZELFS ALS
NIKON OF HAAR LICENTIEGEVERS ZIJN GEWEZEN OP DE
MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE. In sommige
staten, staatsgebieden en landen is uitsluiting van
aansprakelijkheid niet toegestaan en indien zulks het
geval is, is bovengenoemde uitsluiting mogelijk niet op
u van toepassing.
F19
GEBRUIKERSLICENTIEOVEREENKOMST VOOR KAARTGEGEVENS EN LOCATIENAAMGEGEVENS
Technische opmerkingen en index
Exportbeperking. U komt overeen om vanaf geen
enkele locatie niets van de Gegevens of een
rechtstreeks afgeleid product uit te voeren, tenzij in
overeenstemming met, en met alle vereiste licenties en
goedkeuringen, onder toepasselijke exportwetten,
regels en voorschriften, met inbegrip van, maar niet
beperkt tot de wetten, regels en voorschriften die zijn
gepubliceerd door de Office of Foreign Assets Control
van de U.S. Department of Commerce en het Bureau of
Industry and Security van de U.S. Department of
Commerce. Indien Nikon en de licentiegevers van
Nikon op grond van exportwet- en regelgeving niet
kunnen voldoen aan hun verplichtingen, zijn zij
gevrijwaard tegen aansprakelijkheid en houdt het niet-
nakomen van hun verplichtingen, geen schending in
van deze Overeenkomst.
Volledige Overeenkomst
Deze voorwaarden vormen de
volledige overeenkomst tussen Nikon (en haar
licentiegevers, met inbegrip van hun licentiegevers en
leveranciers) en u ten aanzien van het onderhavige
onderwerp, en vervangen in hun volledigheid elke en
alle schriftelijke of mondelinge overeenkomst(en)
tussen ons met betrekking tot dit onderwerp.
Heersend recht.
Bovengenoemde voorwaarden
worden beheerst door Japans recht en zijn niet (i)
strijdig met wettelijke bepalingen of (ii) het Verdrag der
Verenigde Naties inzake internationale
koopovereenkomsten betreffende roerende zaken, dat
uitdrukkelijk wordt uitgesloten; op voorwaarde dat,
indien om enige reden Japans recht niet van toepassing
wordt geacht voor deze Overeenkomst in het land waar
u de Gegevens hebt verkregen, deze Overeenkomst zal
worden beheerst door het land waar u de Gegevens
hebt verkregen. U verklaart zich te zullen onderwerpen
aan de jurisdictie van Japan voor elk(e) en alle
geschillen, claims en rechtsvorderingen die
voortvloeien uit of in verband staan met de Gegevens
die ingevolge deze overeenkomst aan u zijn verstrekt.
Government End Users.
If the Data supplied by NAVTEQ
is being acquired by or on behalf of the United States
government or any other entity seeking or applying
rights similar to those customarily claimed by the
United States government, the Data is a “commercial
item” as that term is defined at 48 C.F.R. (“FAR”) 2.101, is
licensed in accordance with the End-User Terms under
which this Data was provided, and each instruction
manual accompanying the Client device containing a
copy of the Data delivered or otherwise furnished shall
be marked and embedded as appropriate with the
following “Notice of Use,” and shall be treated in
accordance with such Notice:
If the Contracting Officer, federal government agency, or
any federal official refuses to use the legend provided
herein, the Contracting Officer, federal government
agency, or any federal official must notify NAVTEQ prior
to seeking additional or alternative rights in the Data.
NOTICE OF USE
CONTRACTOR (MANUFACTURER/SUPPLIER) NAME:
NAVTEQ
CONTRACTOR (MANUFACTURER/SUPPLIER)
ADDRESS:
c/o Nokia 425 West Randolph Street, Chicago,
Illinois 60606
This Data is a commercial item as defined in
FAR 2.101 and is subject to the End-User
Terms under which this Data was provided.
©
2012 NAVTEQ - All rights reserved.
F20
GEBRUIKERSLICENTIEOVEREENKOMST VOOR KAARTGEGEVENS EN LOCATIENAAMGEGEVENS
Technische opmerkingen en index
Aankondigingen m.b.t. gelicentieerde software copyright-
houders.
Kaartgegevens en locatienaamgegevens voor Japan
© 2012 ZENRIN CO., LTD. All rights reserved.
Deze service maakt gebruik van kaart- en POI-data van
ZENRIN CO., LTD.
“ZENRIN” is a registered trademark of ZENRIN CO., LTD.
Kaartgegevens en locatienaamgegevens met uitzondering van Japan
© 1993-2012 NAVTEQ. All rights reserved.
NAVTEQ Maps is a trademark of NAVTEQ.
Austria © Bundesamt für Eich- und Vermessungswesen
Croatia
Cyprus
Estonia
Latvia
Lithuania
Moldova
Poland
Slovenia
Ukraine
© EuroGeographics
France source: © IGN 2009 - BD TOPO
®
Germany
"Die Grundlagendaten wurden mit Genehmigung der zuständigen
Behörden entnommen"
Great Britain
Contains Ordnance Survey data © Crown copyright and database right
2010
Contains Royal Mail data © Royal Mail copyright and database right 2010
Greece Copyright Geomatics Ltd.
Hungary Copyright © 2003; Top-Map Ltd.
Italy
La Banca Dati Italiana è stata prodotta usando quale riferimento anche
cartografia numerica ed al tratto prodotta e fornita dalla Regione
Toscana.
Norway Copyright © 2000; Norwegian Mapping Authority
Portugal Source: IgeoE - Portugal
Spain Información geográfica propiedad del CNIG
Sweden Based upon electronic data © National Land Survey Sweden.
Switzerland Topografische Grundlage: © Bundesamt für Landestopographie
F21
GEBRUIKERSLICENTIEOVEREENKOMST VOOR KAARTGEGEVENS EN LOCATIENAAMGEGEVENS
Technische opmerkingen en index
Canada
This data includes information taken with permission from Canadian
authorities, including © Her Majesty, © Queen’s Printer for Ontario,
© Canada Post, GeoBase
®
, © Department of Natural Resources Canada.
All rights reserved.
Mexico Fuente: INEGI (Instituto Nacional de Estadística y Geografía.)
United States
© United States Postal Service
®
2012. Prices are not established,
controlled or approved by the United States Postal Service
®
. The
following trademarks and registrations are owned by the USPS: United
States Postal Service, USPS, and ZIP+4.
Australia
Copyright. Based on data provided under license from PSMA Australia
Limited (www.psma.com.au).
Product incorporates data which is © 2012 Telstra Corporation Limited,
GM Holden Limited, Intelematics Australia Pty Ltd and Continental Pty
Ltd.
Nepal Copyright © Survey Department, Government of Nepal.
Sri Lanka
This product incorporates original source digital data obtained from the
Survey Department of Sri Lanka
© 2009 Survey Department of Sri Lanka
The data has been used with the permission of the Survey Department of
Sri Lanka
Israel © Survey of Israel data source
Jordan “© Royal Jordanian Geographic Centre”.
Mozambique
Certain Data for Mozambique provided by Cenacarta © 2012 by
Cenacarta
Réunion source: © IGN 2009 - BD TOPO
®
Ecuador
INSTITUTO GEOGRAFICO MILITAR DEL ECUADRO AUTORIZACION N° IGM-
2011-01- PCO-01 DEL 25 DE ENERO DE 2011
Guadeloupe source: © IGN 2009 - BD TOPO
®
Guatemala
Aprobado por el INSTITUTO GEOGRAFICO NACIONAL - Resolución del
IGN N° 186-2011
French Guiana source: © IGN 2009 - BD TOPO
®
Martinique source: © IGN 2009 - BD TOPO
®
Mexico Fuente: INEGI (Instituto Nacional de Estadística y Geografía)
F22
Technische opmerkingen en index
Specificaties
Nikon COOLPIX AW110 Digitale camera
Type Digitale compactcamera
Aantal effectieve pixels 16,0 miljoen
Beeldsensor 1/2,3-inch CMOS; ca. 16,79 miljoen pixels
Objectief NIKKOR objectief met 5× optische zoom
Brandpuntsafstand
5,0-25,0 mm (beeldhoek equivalent aan die van een
28-140 mm lens bij kleinbeeldformaat [135])
f-waarde f/3.9-4.8
Constructie 11 elementen in 9 groepen (2 ED objectiefelementen)
Vergroten met digitale
zoom
tot 4× (beeldhoek equivalent aan die van een ong. 560 mm
objectief in kleinbeeldformaat [135])
Vibratiereductie
Combinatie van objectiefverschuiving en elektronische VR
(foto’s)
Objectiefverschuivingsmethode (films)
Reductie
bewegingsonscherpte
Bewegingsdetectie (foto’s)
Autofocus (AF) AF met contrastdetectie
Scherpstelbereik
[W]: Circa 50 cm - ,
[T]: Circa 1 m -
Macro-stand: Circa 1 cm (in een groothoekstand) -
(Alle afstanden gemeten vanaf het midden van het voorste
objectiefoppervlak)
Selectie scherpstelveld
Gezichtsprioriteit, automatisch (automatische 9-velds
selectie), centrum, handmatig met 99 scherpstelvelden,
onderwerp volgen
Monitor
7,5 cm (3-inch), ca. 614.000 beeldpunten, OLED-monitor met
anti-reflectiecoating en helderheidsaanpassing met
5niveaus
Beelddekking
(opnamestand)
Circa 97% horizontaal en 97% verticaal (vergeleken met
werkelijke beeld)
Beelddekking
(weergavestand)
Circa 100% horizontaal en 100% verticaal (vergeleken met
werkelijke beeld)
Opslag
Media
Intern geheugen (circa 21 MB)
SD/SDHC/SDXC geheugenkaart
Bestandssysteem DCF-, Exif 2.3-, DPOF- en MPFcompatibel
Bestandsindelingen
Foto’s: JPEG
3D-beelden: MPO
Geluidsbestanden (spraakmemo): WAV
Films: MOV (Video: H.264/MPEG-4 AVC, Audio: AAC stereo)
F23
Specificaties
Technische opmerkingen en index
Beeldformaat (pixels)
ISO-gevoeligheid
(standaard
uitvoergevoeligheid)
ISO 125-1600
ISO 3200 (beschikbaar bij gebruik van Auto-stand)
Belichting
Lichtmetingstand
Matrix, centrumgericht (indien digitale zoom minder
dan 2×), spot (indien digitale zoom 2× of meer)
Belichtingsregeling
Geprogrammeerd automatisch, met belichtingscorrectie
(-2,0 - +2,0 EV in stappen van 1/3 EV)
Sluiter Mechanische en CMOS elektronische sluiter
Sluitertijd 1/1500 - 1 s, 4 s (Vuurwerk onderwerpstand)
Diafragma Elektronisch geregeld ND filter (-2 AV) selectiestand
Bereik 2 stappen (f/3.9, f/7.8 [W])
Zelfontspanner Tijden van 2 of 10 seconden kunnen worden geselecteerd
Flitser
Bereik (circa)
(ISO-gevoeligheid:
Automatisch)
[W]: 0,5 - 5,2 m
[T]: 0,5 - 4,5 m
Flitserregeling TTL auto flits met monitor voorflits
Interface Hi-Speed USB
Gegevensoverdrachtprotocol
MTP, PTP
Video-uitgang Keuze tussen NTSC en PAL
HDMI-uitgang Er kan worden gekozen tussen Auto, 480p, 720p en 1080i
In-/uitgang
Audio/video-uitgang; digitale in-/uitgang (USB)
HDMI-micro-aansluiting (type D) (HDMI-uitgang)
Wi-Fi (draadloos LAN)
Normen
IEEE 802.11b/g/n (standaard wireless LAN protocol),
ARIB STD-T66 (norm voor lage voeding-datacommunicatie-
systemen)
Communicatie-
protocollen
IEEE 802.11b: DBPSK, DQPSK, CCK
IEEE 802.11g: OFDM
IEEE 802.11n: OFDM
Bereik (gezichtsveld) Circa 30 m (varieert per locatie)
Bedrijfsfrequentie 2412-2462 MHz (1-11 kanalen)
Datasnelheden
(werkelijk gemeten
waarden)
IEEE 802.11b: 5 Mbps
IEEE 802.11g: 12 Mbps
IEEE 802.11n: 12 Mbps
Beveiliging OPEN/WPA2
Toegangsprotocollen CSMA/CA
16M (hoog)
16M
8M
4M
2M
VGA
16:9 12M
4608×3456P
4608×3456
3264×2448
2272×1704
1600×1200
640×480
4608×2592
F24
Specificaties
Technische opmerkingen en index
Elektronisch kompas
16 belangrijke punten (positiecorrectie m.b.v. 3-assige
versnellingssensor, automatische correctie voor de
afgeweken hoek en automatische afwijkingsaanpassing)
GPS
Ontvangstfrequentie 1575,42 MHz (C/A-code),
geodesiesysteem WGS 84
Barometer Driftsrekkevidde: Ca. 500 - 1100 hPa
Høydemåler Driftsrekkevidde: Ca. -300 - +4500 m
Dybdemåler Driftsrekkevidde: Ca. 0 - 20 m
Ondersteunde talen
Arabisch, Bengaals, Chinees (Vereenvoudigd en
Traditioneel), Deens, Duits, Engels, Fins, Frans, Grieks, Hindi,
Hongaars, Indonesisch, Italiaans, Japans, Koreaans, Marathi,
Nederlands, Noors, Oekraiens, Perzisch, Pools, Portugees
(Europees en Braziliaans), Roemeens, Russisch, Spaans, Tamil,
Telugu, Thai, Tsjechisch, Turks, Vietnamees, Zweeds
Voedingsbronnen
Eén oplaadbare Li-ion batterij EN-EL12 (meegeleverd)
Lichtnetadapter EH-62F (apart verkrijgbaar)
Gebruiksduur batterij
1
Foto Circa 250 opnamen bij gebruik van EN-EL12
Filmen
(werkelijke gebruiksduur
van de batterij voor
opnemen)
2
Circa 55 minuten bij gebruik van EN-EL12
Statiefaansluiting 1/4 (ISO 1222)
Afmetingen
(B × H × D)
Ca. 110,1×65,3×24,5 mm (exclusief uitstekende delen)
Gewicht Ca. 193 g (met batterij en SD-geheugenkaart)
Gebruiksomstandigheden
Temperatuur
-10 °C - +40 °C (land)
0 °C - 40 °C (onder water)
Luchtvochtigheid 85% of lager (niet-condenserend)
Waterdichtheid
Equivalent aan JIS/IEC beschermingsklasse 8 (IPX8) (onder
onze testomstandigheden)
Capaciteit om foto’s onder water te maken tot een diepte
van 18 m en 60 minuten lang
Stofdichtheid
Equivalent aan JIS/IEC beschermingsklasse 6 (IP6X) (onder
onze testomstandigheden)
Schokbestendigheid
Heeft onze testomstandigheden
3
doorstaan en voldoet aan
de MIL-STD 810F Method 516.5-Shock
F25
Specificaties
Technische opmerkingen en index
Tenzij anders wordt vermeld, wordt er bij alle getallen uitgegaan van een camera met een volledig
opgeladen batterij en een omgevingstemperatuur van 23 ±3 °C, zoals gespecificeerd door de
CIPA-standaarden (Camera and Imaging Products Association; Vereniging voor camera- en
beeldvormingsproducten).
1
Getallen gebaseerd op de CIPA-standaarden (Camera and Imaging Products Association;
Vereniging voor camera- en beeldvormingsproducten) waarmee de gebruiksduur voor
camerabatterijen wordt gemeten. Prestaties voor foto’s gemeten onder de volgende
testomstandigheden: P 4608×3456 is geselecteerd voor Beeldkwaliteit/-formaat, zoom
is aangepast bij elke opname, flitser is gebruikt om de andere opname. Bij de
filmopnametijd wordt ervan uitgegaan dat d 1080P/30p is geselecteerd voor
Filmopties. De waarden kunnen afwijken afhankelijk van bepaalde instellingen, zoals het
opname-interval en de tijd dat menu’s en beelden worden weergegeven.
2
Afzonderlijke filmbestanden kunnen niet groter dan 4 GB of langer dan 29 minuten zijn. Als
de cameratemperatuur te hoog wordt, kan de filmopname worden beëindigd voordat de
grenswaarden zijn bereikt.
3
Valtest vanaf een hoogte van 202 cm op een oppervlak van 5 cm dik multiplex
(veranderingen in uiterlijk, zoals lakschade en vervorming van schokdempend gedeelte en
waterdichtheid zijn niet meegenomen in deze test).
Deze tests garanderen niet onder alle omstandigheden dat de camera niet beschadigd
raakt of storingen ondervindt.
F26
Specificaties
Technische opmerkingen en index
Oplaadbare Li-ion batterij EN-EL12
Batterijlader MH-65
B Specificaties
Nikon kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele fouten in deze handleiding.
Het uiterlijk en de specificaties van dit product kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Ondersteunde standaards
•DCF: DCF (Design Rule for Camera File System) is een algemeen erkende
standaard voor digitale camera’s waarmee de compatibiliteit tussen de
verschillende cameramerken wordt gewaarborgd.
•DPOF: DPOF (Digital Print Order Format; Digitaal afdrukformaat voor digitale
camera’s) is een industriestandaard die het mogelijk maakt foto’s af te drukken
op basis van een afdrukopdracht die is opgeslagen op de geheugenkaart.
•Exif versie 2.3: Deze camera ondersteunt Exif (Exchangeable Image File
Format for Digital Still Cameras) versie 2.3, een standaard die het mogelijk maakt
gegevens bij foto’s op te slaan. Deze gegevens leveren een optimale
kleurreproductie op bij afdrukken met Exif-compatibele printers.
Zie het instructieboekje van de printer voor gedetailleerde informatie.
•PictBridge: Een standaard die is ontwikkeld in samenwerking met fabrikanten
van digitale camera’s en printers en die het mogelijk maakt foto’s rechtstreeks
vanuit de camera naar een printer te sturen zonder de camera op een computer
aan te sluiten.
Type Oplaadbare Li-ion batterij
Capaciteit DC 3,7 V, 1050 mAh
Gebruikstemperatuur 0 °C - 40 °C
Afmetingen
(B × H × D)
Circa 32 × 43,8 × 7,9 mm
Gewicht Circa 22,5 g (zonder afdekkapje)
Invoer AC 100 - 240 V, 50/60 Hz, 0,08 - 0,05 A
Uitvoer DC 4,2 V, 0,7 A
Ondersteunde
oplaadbare batterijen
Oplaadbare Li-ion batterij EN-EL12
Oplaadtijd Circa 2 uur en 30 minuten als batterij leeg is
Gebruikstemperatuur 0 °C - 40 °C
Afmetingen
(B × H × D)
Circa 58 × 27,5 × 80 mm (exclusief netsnoer)
Lengte van netsnoer Circa 1,8 m
Gewicht Circa 70 g (exclusief netsnoer)
F27
Specificaties
Technische opmerkingen en index
AVC Patent Portfolio License
Dit product is gelicentieerd onder de AVC Patent Portfolio License voor het
persoonlijk en niet-commercieel gebruik door een consument om (i) video te
coderen in overeenstemming met de AVC-standaard (“AVC-video”) en/of
(ii) AVC-video te decoderen die door een consument werd gecodeerd in het
kader van een persoonlijke en niet-commerciële activiteit en/of werd verkregen
van een videoleverancier die over een licentie beschikt om AVC-video aan te
bieden. Er wordt geen licentie verleend of gesuggereerd voor enig ander gebruik.
Voor meer informatie kunt u terecht bij MPEG LA, L.L.C.
Zie http://www.mpegla.com.
FreeType Licentie (FreeType2)
Delen van deze software zijn beschermd door het auteursrecht © 2013 The
FreeType Project ("www.freetype.org"). Alle rechten voorbehouden.
MIT Licentie (Harfbuzz)
Delen van deze software zijn beschermd door het auteursrecht © 2013 The
Harfbuzz Project ("http://www.freedesktop.org/wiki/Software/HarfBuzz"). Alle
rechten voorbehouden.
Informatie over handelsmerken
Microsoft, Windows en Windows Vista zijn gedeponeerde handelsmerken of
handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere
landen.
Macintosh, Mac OS en QuickTime zijn handelsmerken van Apple Inc., die zijn
geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Het iFrame logo en het
iFrame symbool zijn handelsmerken van Apple Inc.
Adobe en Acrobat zijn gedeponeerde handelsmerken van Adobe Systems Inc.
SDXC, SDHC en SD logo’s zijn handelsmerken van SD-3C, LLC.
PictBridge is een handelsmerk.
HDMI, HDMI logo en High-Definition Multimedia Interface zijn handelsmerken
resp. geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
Wi-Fi en het Wi-Fi logo zijn handelsmerken resp. geregistreerde handelsmerken
van de Wi-Fi Alliance.
Android en Google Play zijn handelsmerken resp. geregistreerde
handelsmerken van Google Inc.
Alle andere handelsnamen die in deze handleiding of in andere documentatie
bij uw Nikon product worden vermeld, zijn handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van hun respectieve eigenaars.
F28
Technische opmerkingen en index
Index
Symbolen
R 42
V (Actie) knop 7
A Autostand 47
o Belichtingscompensatie 49, 54
G Eenvoudige auto stand 33
b (e filmopname) knop 77
m Flitsstand 49, 50
f Groothoek 27
F Intelligent portret-stand 45
U Kaartknop 85
p Macrostand 49, 53
d Menuknop 8, 57, 68, 80, 88, 94
h Miniatuurweergave 66
C Onderwerpstand 34
A Opnamestandknop 24
k Selectie toepassen-knop 4
F Stand automatisch sorteren 67, E8
h Stand favoriete beelden 67, E5
C Stand sorteren op datum 67, E10
g Tele 27
c We
erga
veknop 30
l Wissen-knop 4, 5, 31, E12, E55
n Zelfontspanner/Glimlachtimer/
Afstandsbediening 49, 52
i Zoomweergave 65
.JPG E94
.MOV E94
.MPO E94
.WAV E94
Cijfers
3D fotografies 42
A
Aanduiding batterijniveau 20
Aanduiding intern geheugen 20
Actiecontrole 7
AF/toegangslampje 28
Afdrukopdracht 69, E50
Afdrukopdracht datumoptie E51
AF-hulpverlichting 95, E76
AF-stand 80, E40, E48
Afstand berekenen 88
Afstandeenheden 88, E59
AF-veldstand 58, E37
Album E5, E7
Alles resetten E85
Audio/video-in-aansluiting 72, E20
Audio/video-kabel 72, E20
Auto bracketing E33
Autofocus 53, 58
Autofocus-stand 58, E48
Automatisch 51
Automatisch met rode-ogenreductie 51
Automatisch uit 21, 95, 96, E78
Auto-stand 47
AV-kabel 72, E20
B
Batterij 14, 16
Batterijlader 14
Beeld draaien 69, E54
Beeldkwaliteit/-formaat 58, E29
Best Shot Selector 38, 58, E33
Bestandsnaam E94
Beveiligen 69, E54
Bewegingsdetectie 95, E75
Brandpuntsafstand F22
BSS 38, 58, E33
C
Camerariem voor buitengebruik 6
Close-up k 38
Compressieverhouding E29
Computer 72
Continu 58, E33
D
Datum en tijd 22, E69
Datumstempel 94, E73
De camerariem bevestigen 6
Deksel batterijvak/geheugenkaartsleuf
16, 18
Diashow 69, E53
Index
F29
Technische opmerkingen en index
Dieptemeter 87
Digitale zoom 27, 95, E76
D-Lighting 69, E16
DPOF-printen E25
DSCN E94
E
Eenvoudig panorama 40, E2
Elektronisch kompas 90, E66
Enkelvoudig E33
Enkelvoudige AF 58, 80, E40, E48
Extensie E94
Eye-Fi uploaden 96, E84
F
Fast motion films 79, E46
Favoriete beelden 69, E5
Filmbeeld E72
Filmduur E46
Filmlicht 80, E49
Filmopties 80, E44
Films afspelen 81
Films bewerken E27
Films opnemen 77
Filmstand 77
Filteradapter 6
Filtereffecten E18
Firmware-versie 96, E88
Flitser 50
Flitsstand 50
Formatteren 18, 96, E79
Foto kopiëren 69, E56
Foto's bewerken E13
Foto's selecteren 71, 81
Foto-informatie 94, E71
FSCN E94
Fulltime-AF 58, 80, E40, E48
Functies niet beschikbaar in combinatie
60
G
Gegevensafdruk 69, E18
Geheugencapaciteit 20
Geheugenkaart 18, 19
Geheugenkaart formatteren 18, 96,
E79
Geheugenkaartsleuf 18
Geluid instellen 95, E77
Gevoeligheid actiecontrole 95, E77
Gezichtprioriteit 58, E37
Gezichtsdetectie 62
Glamour retoucheren 69, E17
Glimlachtimer 59, E42
GPS-opties 88, E58
GPS-opties menu 88, E58
Groothoek 27
H
Half indrukken 28
Handmatig instellen E32
HDMI 96, E20, E80
HDMI 3D-uitvoer 96, E80
HDMI-micro-aansluiting 72, E20
HDR 39
Helderheid E71
Helderheid monitor 94, E71
Het interne geheugen formatteren 96,
E79
Hoofdfoto kiezen 69, E57
Hoofdschakelaar 20, 21, 22
Hoofdschakelaar/camera-aan-lampje 21
Hoogtemeter 87
HS-beelden 80
HS-continu E33
HS-films 79, E45, E46
Huid verzachten 46, 59, E42
I
Identificatie E94
Intelligent portret-menu E42
Intelligente portretstand 45
Invulflits 51
ISO-waarde 58, E36
K
Kaarten weergeven 85
Kalenderweergave 66
Kleine afbeelding 69, E18
F30
Index
Technische opmerkingen en index
Knipperdetectie 59, E43
Knipperwaarschuwing 96, E81
Knopgeluid 95, E77
L
Lader 14
Landschap c 35
Lange sluitertijd 51
Lichtnetadapter 15, E96
Log aanmaken E62
Log weergeven 89, E64
M
Macrostand 53
Mapnaam E94
Menu intelligent portret 46, 59
Microfoon 77, E55
Miniatuurweergave 66
Monitor 10, F7
Monitorinstellingen 94, E71
Multi-selector 3, 4, 49
Multi-shot 16 58, E34
Museum l 38
N
Nachtlandschap j 37
Nachtportret e 36
O
Objectief F7, F22
Onderwater C 43
Onderwerp volgen 58, E38, E39
Onderwerpstand 34
Ontspanknop 3, 5, 28
Oogje voor camerariem 6
Openen met HS-footage 80, E48
Oplaadbare batterij 14
Oplaadbare Li-ion batterij 14
Opname 24
Opnamedatuminformatie 10
Opnamemenu 57, 58
Opnamestand 25
Opties reeksweergave 69, E57
Optionele accessoires E96
Optische zoom 27
P
Panorama p 40
Papierformaat E26
Party/binnen f 36
PictBridge 72, E22, F26
Points of interest 84, 89, E61
Portret b 35
Portret van huisdier O 41
Printen E22, E23, E24
Printer 72, E22
R
Raster 94, E72
Rechtstreeks printen 72, E22
Reeks 30, E11
Regeling HDMI-apparaat 96, E80
Resterend aantal opnames 20, E30
Roteren staand E78
RSCN E94
S
Schemering/dageraad i 37
Scherm gebruiken voor selecteren van
foto's 71
Schermvullende weergave 30
Scherpstelling 28, 58, E37, E40,
E48
Scherpstelveld 28, E37
Scherpstelvergrendeling 63
Setup-menu 94
Slow motion films opnemen E46
Slow motion movies opnemen 79
Sluitergeluid 95, E77
Sneeuw z 37
Snel retoucheren 69, E16
Snelmenu 80
Snelmenuschijf 80
Sport d 35
Spraakmemo 69, E55
SSCN E94
Stand aangepaste filminstelling 77
Stand automatisch sorteren 67, E8
Stand favoriete beelden 67, E5
Stand sorteren op datum 67, E10
Index
F31
Technische opmerkingen en index
Stand speciale effecten 44
Standaardwaarden 96
Strand Z 37
T
Taal 96, E79
Tegenlicht o 39
Tele 27
Tijdsverschillen E70
Tijdzone 22, E70
Tijdzone en datum 22, 94, E69
Tv-instellingen 96, E80
U
Uit 51
Uitsnede E19, E27
USB/audio video-uit-aansluiting 72,
E20, E22
USB-kabel 72, E22
V
Vast bereik automatisch E36
Verwijderen uit favorieten 69, E6
Vibratiereductie 95, E74
Videostand 96, E80
ViewNX 2 73
Voedingsaansluiting 15
Voedsel u 38
Volume 81
Vooropnamecache E33
Vuurwerk m 39
W
Weergave 30, 67, 81, E55
Weergavemenu 68
Weergavestand 30
Weergavestanden 67
Welkomstscherm 94, E68
Windruisreductie 80, E49
Wisselen tussen de tabs 9
Wissen 31, 81, E12, E55
Witbalans 58, E31
Z
Zelfontspanner 52
Zelfontspannerlampje 52
Zomertijd 22, E70
Zonsondergang h 37
Zoom 27
Zoomknop 27
Zoomknoppen 3, 4
Zoomweergave 65
Zwart-wit kopie n 39
FX3L02(1F)
6MN1221F-02
Niets uit deze handleiding mag geheel of gedeeltelijk, in welke vorm
dan ook (behalve via korte citaten in productbesprekingen of
recensies), worden overgenomen zonder schriftelijke toestemming
van NIKON CORPORATION.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252

Nikon COOLPIX AW110 Referentie gids

Type
Referentie gids