Nikon COOLPIX S33 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

DIGITALE CAMERA
Naslaggids
Inleiding
i
Inhoudsopgave
xv
Onderdelen van de camera
1
Voorbereidingen treffen om op te nemen
7
Elementaire opname- en weergaveactiviteiten
14
Opnamefuncties
21
Weergavefuncties
43
Films opnemen en afspelen
75
Algemene camera-instellingen
79
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten
89
Technische opmerkingen
98
i
Inleiding
Inleiding
Als u optimaal profijt wilt halen uit dit Nikon-product, leest u “Voor uw veiligheid”
(Av-vii) en “<Belangrijk> Schok-, water- en stofbestendigheid, condens” (Aix-xiv),
alsmede alle andere instructies grondig door en bewaart u deze op een plek waar ze
gelezen kunnen worden door iedereen die gebruikmaakt van de camera.
Als u direct gebruik wilt gaan maken van de camera, raadpleegt u
“Voorbereidingen treffen om op te nemen” (A7) en “Elementaire opname- en
weergaveactiviteiten” (A14).
Overige informatie
Symbolen en conventies
SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten worden “geheugenkaarten” genoemd in
deze handleiding.
De instelling op het tijdstip van aankoop wordt de “standaardinstelling”
genoemd.
De namen van menuopties die worden weergegeven op de monitor van de
camera en de namen van knoppen of berichten op een computerscherm worden
vet weergegeven.
In deze handleiding worden vaak onderdelen van de monitor niet weergegeven
zodat aanduidingen op de monitor duidelijker zichtbaar zijn.
De camerariem bevestigen
Leid de riem door het linker- of rechteroogje voor de camerariem en bevestig de
riem.
Lees dit eerst
Symbool
Beschrijving
B
Dit pictogram geeft waarschuwingen en informatie aan die moeten
worden gelezen voordat de camera wordt gebruikt.
C
Dit pictogram geeft waarschuwingen en informatie aan die moeten
worden gelezen voordat de camera wordt gebruikt.
A Dit pictogram geeft andere pagina's aan die relevante informatie bevatten.
2
1
3
ii
Inleiding
Informatie en voorzorgsmaatregelen
Permanente kennisoverdracht
Als onderdeel van Nikon's streven naar “permanente kennisoverdracht” via continue
productondersteuning en -informatie is er altijd nieuwe, bijgewerkte informatie online
beschikbaar op de volgende websites:
Voor gebruikers in de VS: http://www.nikonusa.com/
Voor gebruikers in Europa en Afrika: http://www.europe-nikon.com/support/
Voor gebruikers in Azië, Oceanië en het Midden-Oosten: http://www.nikon-asia.com/
Bezoek deze websites voor de nieuwste productinformatie, tips, antwoorden op
veelgestelde vragen (FAQ's) en algemeen advies over digitale beeldverwerking en
fotografie. Neem voor meer informatie contact op met de dichtstbijzijnde
Nikon-vertegenwoordiger. Ga naar de onderstaande website voor contactgegevens.
http://imaging.nikon.com/
Gebruik uitsluitend elektronische accessoires van het merk
Nikon
Nikon COOLPIX-camera's zijn ontwikkeld volgens de hoogste technologische normen en
bevatten complexe elektronische circuits. Alleen elektronische accessoires van het merk
Nikon (inclusief batterijladers, batterijen, lichtnetlaadadapters, lichtnetadapters en
USB-kabels), die door Nikon speciaal zijn gecertificeerd voor gebruik met deze digitale
camera van Nikon, zijn ontwikkeld om binnen de operationele eisen en veiligheidseisen van
deze elektronische circuits te werken en zijn met het oog daarop getest en goedgekeurd.
HET GEBRUIK VAN ELEKTRONISCHE ACCESSOIRES DIE NIET DOOR NIKON ZIJN
VERVAARDIGD KAN DE CAMERA BESCHADIGEN EN DE NIKON GARANTIE DOEN VERVALLEN.
Het gebruik van oplaadbare Li-ion batterijen van derden zonder het Nikon hologram kan de
werking van de camera negatief beïnvloeden en/of resulteren in overhitting, ontbranding,
breuk of lekkage van de batterijen.
Neem voor meer informatie over originele Nikon accessoires contact op met een door
Nikon goedgekeurde leverancier.
Voordat u belangrijke foto's gaat maken
Voordat u foto's gaat maken van belangrijke gelegenheden (zoals een huwelijk of een reis),
kunt u het best enkele proefopnamen maken om te controleren of de camera goed werkt.
Nikon is niet aansprakelijk voor schade of gederfde inkomsten als gevolg van een defect
aan uw camera.
Holografisch zegel: Dit zegel duidt aan dit
apparaat een origineel Nikon product is.
iii
Inleiding
Over de handleidingen
Geen enkel onderdeel van de bij dit product geleverde handleidingen mag worden
gereproduceerd, overgedragen, getranscribeerd, worden opgeslagen in een
archiefsysteem of in enige vorm worden vertaald naar enige taal, met enig middel,
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Nikon.
De illustraties en monitorbeelden in deze handleiding kunnen afwijken van wat wordt
weergegeven op de monitor van het daadwerkelijke product.
Nikon behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande aankondiging de specificaties
van de hardware en software die in deze handleidingen worden beschreven op elk
gewenst moment te wijzigen.
Nikon is niet aansprakelijk voor enige schade die voortvloeit uit het gebruik van dit
product.
Nikon heeft alles in het werk gesteld om te zorgen dat de informatie in deze
handleidingen juist en volledig is en zou het op prijs stellen als u de Nikon-importeur op
de hoogte brengt van eventuele onjuistheden of omissies (zie de overige documentatie
voor de adresgegevens).
Mededelingen aangaande het verbod op kopiëren of
reproduceren
Houd er rekening mee dat alleen al het bezit van materiaal dat digitaal is gekopieerd of
gereproduceerd met behulp van een scanner, digitale camera of ander apparaat wettelijk
strafbaar kan zijn.
Materiaal dat niet mag worden gekopieerd of gereproduceerd
Kopieer of reproduceer geen papiergeld, munten, waardepapieren of obligaties van
(plaatselijke) overheden, zelfs niet als dergelijke kopieën of reproducties zijn voorzien van
een stempel “Voorbeeld” of “Specimen”. Het kopiëren of reproduceren van papiergeld,
munten of waardepapieren die in het buitenland in omloop zijn, is verboden. Tenzij vooraf
door de overheid toestemming is verleend, is het kopiëren of reproduceren van
ongebruikte, door de overheid uitgegeven postzegels of briefkaarten verboden.
Het kopiëren of reproduceren van door de overheid uitgegeven (post)zegels en
gecertificeerde wettelijke documenten is verboden.
Waarschuwingen met betrekking tot bepaalde kopieën en reproducties
De overheid heeft waarschuwingen uitgevaardigd met betrekking tot het kopiëren of
reproduceren van waardepapieren uitgegeven door commerciële instellingen (aandelen,
wissels, cheques, cadeaubonnen en dergelijke), vervoerspassen of coupons, behalve
wanneer het gaat om een minimaal benodigd aantal kopieën voor zakelijk gebruik door
een bedrijf. Eveneens niet toegestaan is het kopiëren of reproduceren van door de overheid
uitgegeven paspoorten, door overheidsinstanties en andere instellingen afgegeven
vergunningen, identiteitsbewijzen en kaartjes, zoals pasjes en maaltijdbonnen.
Auteursrechten
Het kopiëren of reproduceren van auteursrechterlijk beschermde creatieve werken, zoals
boeken, muziek, schilderijen, houtgravures, kaarten, tekeningen, films en foto's, wordt
gereguleerd door de nationale en internationale auteurswetgeving. Gebruik dit product
niet voor het maken van illegale kopieën of voor andere activiteiten die het auteursrecht
schenden.
iv
Inleiding
Wegwerpen van opslagmedia
Houd er rekening mee dat bij het wissen van foto's of het formatteren van opslagmedia,
zoals geheugenkaarten of het interne camerageheugen, de oorspronkelijke beeldgegevens
niet volledig worden verwijderd. Met behulp van in de handel verkrijgbare software is het
soms mogelijk verwijderde bestanden op weggeworpen opslagmedia alsnog te herstellen,
wat misbruik van persoonlijke beeldgegevens tot gevolg kan hebben. De gebruiker is zelf
verantwoordelijk voor de privacybescherming met betrekking tot dergelijke gegevens.
Wis alle gegevens met behulp van speciale software, alvorens een opslagmedium weg te
werpen of aan een ander over te doen. U kunt het medium ook eerst formatteren en
vervolgens geheel vullen met beelden die geen persoonlijke informatie bevatten
(bijvoorbeeld beelden van de lucht). Wees voorzichtig bij het fysiek vernietigen van
opslagmedia en voorkom letsel en beschadiging van eigendommen.
Conformiteitsmarkering
Volg de onderstaande procedure om enkele van de conformiteitsmarkeringen te
bekijken waaraan de camera voldoet.
Ga naar de opname- of weergavestand M flexibele knop 4 (l) M flexibele knop 4
(l Camera-instellingen) M druk op HI M k Conformiteitsmarkering
v
Inleiding
Om schade aan uw Nikon-product of letsel bij uzelf of anderen te voorkomen,
verzoeken wij u de volgende veiligheidsvoorschriften goed door te lezen alvorens dit
product in gebruik te nemen. Bewaar deze veiligheidsinstructies op een plaats waar
alle gebruikers van dit product deze kunnen lezen.
WAARSCHUWINGEN
Zet de camera bij storing uit
Indien er rook of een ongewone geur uit de camera of de lichtnetlaadadapter komt,
koppel de lichtnetlaadadapter dan los en verwijder de batterij onmiddellijk. Let
hierbij op dat u geen brandwonden oploopt. Let hierbij op dat u geen brandwonden
oploopt. Als u de camera blijft gebruiken, kan dit tot letsel leiden. Nadat de batterij is
verwijderd, dient het apparaat door een door Nikon erkende servicedienst te worden
nagekeken.
Demonteer het apparaat niet
Het aanraken van de interne delen van de camera of lichtnetlaadadapter kan leiden
tot letsel. Reparaties mogen uitsluitend door bevoegde technici worden uitgevoerd.
Als de camera of de lichtnetlaadadapter door een val of ander ongeluk openbreekt,
haalt u de stekker uit het stopcontact en/of verwijdert u de batterij en laat u het
product nakijken door een door Nikon erkende servicedienst.
Gebruik de camera of lichtnetlaadadapter niet in de buurt van
ontvlambare gassen
Gebruik elektronische apparatuur niet in de buurt van ontvlambare gassen, omdat
dit kan leiden tot ontploffingen of brand.
Wees voorzichtig met de camerariem
Hang de camerariem nooit om de nek van een baby of kind.
Buiten bereik van kinderen houden
Zorg ervoor dat kleine kinderen de batterij, borstel of andere kleine onderdelen niet
in hun mond kunnen stoppen.
Raak de camera, lichtnetlaadadapter of lichtnetadapter niet
gedurende langere tijd aan terwijl de apparaten zijn ingeschakeld of
worden gebruikt
Delen van de apparaten worden heet. Laat u de apparaten voor langere tijd in direct
contact komen met de huid, dan kan dit lichte brandwonden tot gevolg hebben.
Voor uw veiligheid
Dit symbool staat bij waarschuwingen die moeten worden gelezen voordat dit
Nikon-product in gebruik wordt genomen, zodat mogelijk letsel wordt
voorkomen.
vi
Inleiding
Laat het product niet achter op een plek waar het wordt blootgesteld
aan extreem hoge temperaturen, zoals in een afgesloten auto of in
direct zonlicht
Als u zich niet aan deze voorzorgsmaatregel houdt, kan dit schade veroorzaken of tot
brand kunnen leiden.
Ga voorzichtig om met de batterij
Bij onjuist gebruik kan de batterij gaan lekken, oververhit raken of ontploffen. Let op
de volgende punten bij het gebruik van de batterij in combinatie met dit product:
Schakel het apparaat uit voordat u de batterij verwisselt. Wanneer u de
lichtnetlaadadapter/lichtnetadapter gebruikt, dient u zeker te zijn dat de stekker is
uitgetrokken.
Gebruik enkel een oplaadbare Li-ionbatterij EN-EL19 (meegeleverd). Laad de
batterij op met behulp van een camera die het opladen van batterijen
ondersteunt, of door gebruik te maken van een batterijlader MH-66 (apart
verkrijgbaar). Om de batterij op te laden met de camera, gebruikt u de
lichtnetlaadadapter EH-71P/EH-73P (meegeleverd) of de functie Opladen via
computer.
Probeer de batterij niet ondersteboven of achterstevoren in de camera te plaatsen.
U mag de batterij niet kortsluiten of uit elkaar halen, of de isolatie of het omhulsel
verwijderen of openbreken.
Stel de batterij niet bloot aan vuur of bovenmatige hitte.
Dompel de batterij niet onder in water en zorg dat deze niet vochtig wordt.
Doe de batterij in een plastic zak, etc. om deze te isoleren voordat u ermee op
stap gaat. Vervoer of bewaar de batterij niet bij metalen voorwerpen, zoals
halskettingen of haarspelden.
Een volledig ontladen batterij kan gaan lekken. Om schade aan het product te
voorkomen, dient u de batterij te verwijderen wanneer deze leeg is.
Stop onmiddellijk met het gebruik van de batterij wanneer zich een verandering
voordoet, zoals verkleuring of vervorming.
Spoel kleding of huid die in contact is gekomen met vloeistof uit een
beschadigde batterij onmiddellijk af met ruim water.
Neem bij gebruik van de lichtnetlaadadapter de onderstaande
voorzorgsmaatregelen in acht
Houd de batterijlader droog. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt,
kan dit leiden tot brand of een elektrische schok.
Verwijder stof op of bij de metalen onderdelen van de stekker met een droge
doek. Als u dit nalaat en het product blijft gebruiken, kan dit brand veroorzaken.
Raak de stekker niet aan en blijf uit de buurt van de lichtnetlaadadapter tijdens
onweer. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit leiden tot een
elektrische schok.
Voorkom beschadigingen of veranderingen aan de USB-kabel. Trek de kabel niet
met kracht los en buig deze niet. Plaats geen zware voorwerpen op de kabel en
stel de kabel niet bloot aan hitte of vuur. Als de isolatie beschadigd raakt en de
draden bloot komen te liggen, laat het netsnoer dan door een door Nikon
erkende servicedienst nakijken. Als u deze voorzorgsmaatregelen niet in acht
neemt, kan dit brand of een elektrische schok veroorzaken.
vii
Inleiding
Raak de stekker of de lichtnetlaadadapter niet met natte handen aan. Als u deze
voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit leiden tot een elektrische schok.
Gebruik niet met reisadapters of adapters die ontworpen werden om een voltage
naar een ander voltage om te zetten of met een omzetter van gelijkstroom naar
wisselstroom. Deze voorzorgsmaatregel niet naleven, kan leiden tot schade aan
het product of kan oververhitting of brand veroorzaken.
Gebruik de passende voedingsbron (batterij, lichtnetlaadadapter,
lichtnetadapter, USB-kabel)
Het gebruik van een andere voedingsbron dan is verstrekt of verkocht door Nikon
kan resulteren in schade of storingen.
Gebruik de juiste kabels
Gebruik voor aansluitingen uitsluitend de voor dit doel meegeleverde of bij Nikon
verkrijgbare kabels, zodat wordt voldaan aan de productvoorschriften.
Wees voorzichtig met de bewegende delen
Pas op dat uw vingers of andere voorwerpen niet bekneld raken tussen de
objectiefbescherming of andere bewegende delen.
Als u een flitser dicht bij de ogen van een te fotograferen persoon
gebruikt, kan dit tijdelijk oogletsel veroorzaken
De flitser moet zich op minimaal 1 meter afstand van het onderwerp bevinden.
Wees met name voorzichtig bij het fotograferen van kleine kinderen.
Flits niet als het flitsvenster met een persoon of voorwerp in aanraking
komt
Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit brand of brandwonden
veroorzaken.
Vermijd contact met vloeibare kristallen
Als de monitor beschadigd raakt, dient u erop te letten dat u zich niet verwondt aan
de glassplinters en te voorkomen dat de vloeibare kristallen in de monitor in
aanraking komen met uw huid, ogen of mond.
Volg de instructies van luchthaven- en ziekenhuispersoneel
viii
Inleiding
Mededelingen voor Europese klanten
WAARSCHUWINGEN
GEVAAR VOOR EXPLOSIE ALS BATTERIJ WORDT VERVANGEN VOOR EEN
ONJUIST TYPE.
VOER BATTERIJEN AF VOLGENS DE INSTRUCTIES.
Dit pictogram geeft aan dat elektrische en elektronische apparaten via
gescheiden inzameling moet worden afgevoerd.
Het volgende is uitsluitend van toepassing voor gebruikers in Europese
landen:
Dit product dient apart te worden ingeleverd bij een aangewezen
inzamelingspunt. Werp dit product niet weg als huishoudelijk afval.
Gescheiden inzameling en recycling helpt bij het behoud van natuurlijke bronnen
en voorkomt negatieve consequenties voor mens en milieu die kunnen ontstaan
door onjuist weggooien van afval.
Neem voor meer informatie contact op met de leverancier of de gemeentelijke
reinigingsdienst.
Dit symbool op de batterij duidt aan dat de batterij afzonderlijk moet
ingezameld worden.
Het volgende is alleen van toepassing op gebruikers in Europese landen:
Alle batterijen, al dan niet voorzien van dit symbool, moeten
afzonderlijk worden ingezameld op een geschikt inzamelpunt. Gooi
niet samen met het huishoudelijk afval weg.
Neem voor meer informatie contact op met de leverancier of de gemeentelijke
reinigingsdienst.
Mededelingen
ix
Inleiding
Lees de onderstaande instructies en de instructies in “Behandeling van het
product” (A99).
Opmerking over schokbestendigheid
Deze camera heeft de interne testen van Nikon (valproef vanaf een hoogte van 1,5 m
op een 5 cm dikke multiplexplaat) doorstaan en voldoet daarmee aan de strenge
Amerikaanse militaire valproefnormen (MIL-STD 810F 516.5-Shock*).
Deze test garandeert niet dat de camera waterbestendig is of dat de camera nooit
beschadigd of defect kan raken.
Wijzigingen aan de buitenkant van de camera zoals loslatende lak of vervorming van
het gedeelte dat de schok opving, maken geen deel uit van de interne testen van
Nikon.
* Standaard testmethode van het Amerikaanse Ministerie van Defensie.
Bij deze valproef vallen 5 camera's in 26 richtingen (8 randen, 12 hoeken en 6 vlakken)
vanaf een hoogte van 122 cm om te garanderen dat één van de vijf camera's de valproef
doorstaat (als een camera de valproef niet doorstaat, worden nog vijf camera's getest om
te voldoen aan de testcriteria van één tot vijf camera's).
b Stel de camera niet bloot aan bovenmatige schokken, trillingen of druk
door vallen of stoten, of door er zware voorwerpen op te plaatsen.
Door vervorming kunnen de luchtdichte afdichtingen beschadigd raken en kan
water in de camera binnendringen, waardoor er storingen aan de camera optreden.
Gebruik de camera niet op een diepte van meer dan 10 m onder water.
Stel de camera niet bloot aan waterdruk door het toestel in stromend water onder
hoge druk te houden.
Ga niet zitten als de camera in uw broekzak zit.
Prop de camera niet geweld in de cameratas.
Opmerkingen over waterbestendigheid en
stofdichtheid
De camera is waterbestendig volgens beveiligingsklasse IEC/JIS 8 (IPX8) en
vocht-bestendig volgens beveiligingsklasse IEC/JIS 6 (IP6X) en kan gebruikt worden
om maximaal 60 minuten lang onder water foto's te maken op een diepte van 10 m.*
Deze classificatie garandeert niet dat de camera waterbestendig is of dat de camera
nooit beschadigd of defect kan raken.
* Deze classificatie geeft aan dat de camera ontworpen is om de aangegeven waterdruk te
weerstaan gedurende de aangegeven tijdsduur als de camera gebruikt wordt volgens
de door Nikon gedefinieerde methodes.
<Belangrijk> Schok-, water- en
stofbestendigheid, condens
x
Inleiding
b Als de camera is blootgesteld aan bovenmatige schokken, trillingen of
druk door vallen of stoten, of door er zware voorwerpen op te plaatsen,
kan de waterbestendigheid niet meer gegarandeerd worden.
Als de camera blootgesteld is aan schokken, wordt aangeraden om contact op te
nemen met uw dealer of een door Nikon erkende servicedienst om (tegen
betaling) de waterbestendigheid te laten testen.
- Laat de camera niet vallen, sla het toestel niet tegen een hard voorwerp zoals
een rots en dompel het niet onder in water.
- Gebruik de camera niet op een diepte van meer dan 10 m onder water.
- Stel de camera niet bloot aan waterdruk door het toestel in snel stromend
water of watervallen te houden.
- Schade die veroorzaakt is door binnendringend water in de camera vanwege
een verkeerd gebruik van de camera, wordt niet door de garantie gedekt.
Als er water in de camera binnendringt, stopt u onmiddellijk met het gebruiken
van het toestel. Veeg vocht van de camera en breng de camera onmiddellijk naar
uw door Nikon erkende servicedienst.
De waterbestendigheid van de camera geldt alleen voor zoet water en zeewater.
Het binnenste gedeelte van de camera is niet waterbestendig. Als water
binnendringt in het inwendige van de camera, kan dit tot gevolg hebben dat de
onderdelen gaan roesten en dat er hoge reparatiekosten ontstaan. Mogelijk is de
camera zelfs niet meer repareerbaar.
Accessoires zijn niet waterdicht.
Als vloeistof of waterdruppeltjes in contact komen met de buitenkant van de
camera of met de binnenkant van het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf veegt u de vloeistof onmiddellijk weg met een zachte droge
doek. Plaats geen natte geheugenkaarten of batterijen.
Als het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf geopend of gesloten wordt in de
buurt van water of onder water, kan water de camera binnendringen of kan de
camera defect raken.
Het deksel mag niet geopend of gesloten worden met natte handen. Anders kan
dit tot gevolg hebben dat er water in de camera binnendringt of dat er
camerastoringen optreden.
Als zich vuil of stof vasthecht aan de
buitenkant van de camera of de binnenkant
van het deksel van het batterijvak/de
kaartsleuf (zoals het scharnier, de
geheugenkaartsleuf en de connectoren),
verwijdert u dit onmiddellijk met een
blaasbalgje. Als een vreemde substantie aan
de waterbestendige pakking binnen in het
deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf kleeft, verwijdert u deze
met de meegeleverde borstel. Gebruik de meegeleverde borstel niet voor enig
ander doel dan het reinigen van de waterbestendige pakking.
Waterbestendige afdichting
xi
Inleiding
Als vuil zoals zonnebrandolie, zonnebrandcrème, water uit een warme bron,
badschuim, wasmiddel, zeep, organisch oplosmiddel, olie of alcohol aan de
camera blijft hechten, moet het meteen afgeveegd worden. Als dit niet gebeurt,
kan de buitenkant van de camera worden aangetast.
Stel de camera niet gedurende lange tijd bloot aan hoge temperaturen van 40°C
of meer (met name op plekken die zijn blootgesteld aan direct zonlicht, binnen in
een auto, op een boot, op het strand of in de buurt van een
verwarmingsapparaat). Hierdoor wordt de waterdichtheid van de camera minder.
Voordat de camera onder water gebruikt wordt
1. Zorg dat er geen vuil in het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf zit.
Alle vreemde materie zoals zand, stof of haren binnen in het deksel van het
batterijvak/de kaartsleuf moet met een blaasbalgje worden verwijderd.
Vloeistoffen zoals waterdruppels in het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf
moeten afgeveegd worden met een zachte droge doek.
2. Controleer of de waterbestendige pakking (A2) van het deksel van het
batterijvak/de kaartsleuf niet gebarsten of vervormd is.
De waterbestendigheid van de waterbestendige pakking kan na een jaar
minder worden. Als de waterbestendige pakking begint na te laten, raadpleegt
u uw leverancier of een door Nikon erkende servicedienst.
Controleer tevens of de waterbestendige pakking niet loskomt.
3. Zorg dat het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf goed gesloten is.
Schuif de klep totdat deze op zijn plaats klikt.
Opmerkingen over het gebruik van de camera
onderwater
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen om te voorkomen dat water de
camera binnendringt.
Duik niet met de camera onder water in water dieper dan 10 m.
Gebruik de camera niet continu 60 minuten of langer onder water.
Gebruik de camera bij een watertemperatuur tussen 0°C en 40°C als u de camera
onderwater gebruikt.
Gebruik de camera niet bij warmwaterbronnen.
Open of sluit het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet
onderwater.
Stel de camera niet bloot aan schokken bij gebruik onder water.
Spring niet met de camera in het water of stel de camera niet bloot aan hoge
waterdruk zoals in stroomversnellingen of watervallen.
Deze camera blijft niet drijven. Zorg dat u de camera niet laat vallen onder water.
xii
Inleiding
Camera reinigen na gebruik onder water
Na gebruik van de camera onder water of op het strand of in een andere zanderige
of stoffige omgeving, dient u zand, stof en zout binnen 60 minuten te verwijderen
met een droge doek die licht is bevochtigd met water. Droog de camera daarna
grondig af.
Als u de camera in vochtige omstandigheden achterlaat waar zoutdeeltjes of andere
vreemde substanties zich aan het toestel kunnen hechten, kan dit leiden tot schade,
verkleuring, corrosie, stank of verminderde waterbestendigheid.
Teneinde ervoor te zorgen dat de camera langdurig kan worden gebruikt, wordt
geadviseerd het toestel te wassen met behulp van de volgende procedure.
Verwijder, voordat u de camera reinigt, grondig alle waterdruppeltjes, zand,
zoutdeeltjes of andere vreemde substanties van uw handen, lichaam en haar.
Aangeraden wordt om de camera binnen te reinigen om te voorkomen dat deze
wordt blootgesteld aan waternevel of zand.
Open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf pas nadat alle
vreemde substanties van het toestel zijn gespoeld met water en alle vocht is
weggeveegd.
1. Houd het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf gesloten en
spoel de camera af met kraanwater.
Spoel de camera lichtjes af met kraanwater of dompel het toestel gedurende
ongeveer 10 minuten onder in een lage bak met kraanwater.
Als de knoppen of schakelaars niet naar behoren werken, kleven er mogelijk
vreemde substanties aan de camera.
Vreemde substanties kunnen tot storingen aan de camera leiden; spoel de
camera grondig schoon.
2. Veeg de waterdruppels op met een zachte doek en laat de camera drogen
op een goed geventileerde en donkere plek.
Zet de camera op een droge doek om deze te laten drogen.
Water zal uit de openingen in de microfoon of luidsprekers stromen.
De camera mag niet gedroogd worden met hete lucht van een föhn of
wasdroger.
Gebruik geen chemicaliën (zoals benzine, thinner, alcohol of afwasmiddel),
zeep of neutrale reinigingsmiddelen.
Als de waterbestendige afdichting of de camerabody vervormd raakt, zal de
waterbestendigheid verminderen.
xiii
Inleiding
3. Nadat u hebt gecontroleerd of de camera geen waterdruppeltjes bevat,
opent u het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf, veegt u voorzichtig
alle overgebleven water binnen in de camera weg met een droge, zachte
doek en gebruikt u het blaasbalgje om alle vreemde materie te
verwijderen.
Als u de klep opent voordat de camera grondig is afgedroogd, kunnen
waterdruppeltjes op de geheugenkaart of batterij terechtkomen.
De waterdruppels kunnen ook in het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf
binnendringen (bijvoorbeeld bij de waterbestendige afdichting, de
scharnieren, de kaartsleuf of de aansluitingen).
Als dit het geval is, moet u het water opvegen met een droge zachte doek.
Als het deksel gesloten wordt terwijl de binnenkant nog nat is, kan dit
condensvorming of storingen veroorzaken.
Als de openingen in de microfoon of luidsprekers verstopt zitten met
waterdruppels, kan het geluid verslechteren of vervormd raken.
- Veeg het water op met een droge zachte doek.
- Steek de openingen in de microfoon of luidsprekers niet open met scherpe
voorwerpen. Als de binnenkant van de camera beschadigd is, zal de
waterbestendigheid verminderen.
xiv
Inleiding
Opmerkingen over bedrijfstemperatuur en
luchtvochtigheid en condensatie
De werking van deze camera is getest bij temperaturen tussen –10°C en +40°C.
Als u de camera in koude gebieden gebruikt, moet u de volgende
voorzorgsmaatregelen nemen. Bewaar de camera en de reservebatterijen voor
gebruik op een warme plaats.
De werking van de batterijen (het aantal foto's en de opnameduur) kan tijdelijk
minder worden.
Als de camera zeer koud is, kan de werking tijdelijk minder worden. De monitor
kan bijvoorbeeld donkerder zijn dan normaal direct na het aanzetten van de
camera of er kunnen schaduwbeelden te zien zijn.
Als er sneeuwvlokken of waterdruppels aan de buitenkant van de camera zitten,
moet u ze meteen wegvegen.
- Als de knoppen of schakelaars bevroren zijn, werken ze niet soepel.
- Als de openingen in de microfoon of luidsprekers verstopt zitten met
waterdruppels, kan het geluid verslechteren of vervormd raken.
b Omgevingscondities, zoals temperatuur en
luchtvochtigheid, kunnen tot het beslaan (door
condensvorming) van de binnenkant van de
monitor, het objectief of het flitservenster leiden.
Dit is geen camerastoring of defect.
b Omgevingsfactoren die condensvorming in de
camera kunnen veroorzaken
De binnenkant van de monitor, het objectief of het flitservenster kan in de volgende
situaties beslaan (door condensvorming) bij scherpe temperatuurschommelingen of
een hoge luchtvochtigheid.
De camera wordt plotseling ondergedompeld in water van lage temperatuur
vanaf een locatie met hoge temperatuur op land zoals het strand of plaatsen met
direct zonlicht.
De camera wordt vanaf een koude plek overgebracht naar een warme plek,
bijvoorbeeld binnen in een gebouw.
Het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf wordt geopend of gesloten
in een omgeving met een hoge luchtvochtigheid.
b Condens verwijderen
Open het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf nadat de camera is uitgezet op
een plaats waar de omgevingstemperatuur stabiel is (vermijd plaatsen met een
hoge temperatuur/hoge luchtvochtigheid, zand of stof).
Verwijder de batterij en de geheugenkaart en laat het deksel van het batterijvak/
de kaartsleuf van de camera openstaan, zodat de condens kan wegtrekken
doordat de camera zich aanpast aan de omgevingstemperatuur.
Als de condens niet verdwijnt, moet u contact opnemen met uw dealer of een
door Nikon erkende servicedienst.
xv
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Inleiding................................................................................................................................... i
Lees dit eerst............................................................................................................................................. i
Overige informatie..................................................................................................................................................... i
De camerariem bevestigen .................................................................................................................................. i
Informatie en voorzorgsmaatregelen........................................................................................................... ii
Voor uw veiligheid ................................................................................................................................ v
WAARSCHUWINGEN ................................................................................................................................................ v
Mededelingen..................................................................................................................................... viii
<Belangrijk> Schok-, water- en stofbestendigheid, condens .............................................. ix
Opmerking over schokbestendigheid......................................................................................................... ix
Opmerkingen over waterbestendigheid en stofdichtheid............................................................. ix
Voordat de camera onder water gebruikt wordt.................................................................................. xi
Opmerkingen over het gebruik van de camera onderwater ........................................................ xi
Camera reinigen na gebruik onder water ................................................................................................ xii
Opmerkingen over bedrijfstemperatuur en luchtvochtigheid en condensatie ............ xiv
Onderdelen van de camera............................................................................................. 1
De camerabody ..................................................................................................................................... 1
De monitor .............................................................................................................................................. 3
Opnamestand .............................................................................................................................................................. 3
Weergavestand ........................................................................................................................................................... 4
De flexibele knoppen gebruiken .................................................................................................... 5
Voorbereidingen treffen om op te nemen ................................................................ 7
De batterij en een geheugenkaart plaatsen ............................................................................... 7
De batterij of geheugenkaart verwijderen................................................................................................. 8
Geheugenkaarten en intern geheugen....................................................................................................... 8
De batterij opladen .............................................................................................................................. 9
De camera inschakelen en de weergavetaal, datum en tijd instellen............................. 11
xvi
Inhoudsopgave
Elementaire opname- en weergaveactiviteiten ................................................... 14
Richten en foto maken...................................................................................................................... 14
De ontspanknop...................................................................................................................................................... 15
De zoom gebruiken............................................................................................................................................... 16
Opnamen weergeven ....................................................................................................................... 17
Beelden wissen .................................................................................................................................... 18
Verwijderen van beelden beperken (beeldvergrendeling).......................................................... 20
Opnamefuncties............................................................................................................... 21
Beschikbare functies in de opnamestand (opnamemenu) ................................................. 21
A Richten en foto maken............................................................................................................... 22
AF met doelopsporing gebruiken................................................................................................................ 22
Flits-stand .............................................................................................................................................. 23
Zelfontspanner .................................................................................................................................... 24
Glimlachtimer....................................................................................................................................... 25
Kies een stijl (Opname voor onderwerpstanden en effecten) ........................................... 26
Tips en opmerkingen............................................................................................................................................ 27
Versieren ................................................................................................................................................ 32
Kleuren veranderen ........................................................................................................................... 33
Geluiden veranderen......................................................................................................................... 34
Formaat kiezen .................................................................................................................................... 36
Fotoformaat kiezen................................................................................................................................................ 36
Formaat filmkader kiezen................................................................................................................................... 37
Scherpstelling ...................................................................................................................................... 38
Gezichtsherkenning gebruiken...................................................................................................................... 38
Huid verzachten gebruiken.............................................................................................................................. 39
Onderwerpen die niet geschikt zijn voor autofocus ........................................................................ 39
Scherpstelvergrendeling.................................................................................................................................... 40
Functies die niet tegelijk kunnen worden gebruikt met het opnemen ......................... 41
xvii
Inhoudsopgave
Weergavefuncties............................................................................................................ 43
Zoomweergave ................................................................................................................................... 43
Miniatuurweergave............................................................................................................................ 44
Beschikbare functies in de weergavestand (weergavemenu) ........................................... 45
E Berichten uitwisselen .................................................................................................................. 46
Een bericht opnemen .......................................................................................................................................... 46
Een antwoord opnemen.................................................................................................................................... 47
Opnamen afspelen ................................................................................................................................................ 48
Opnamen wissen .................................................................................................................................................... 48
V Filtereffecten .................................................................................................................................. 49
Voordat u beelden gaat bewerken.............................................................................................................. 49
K Make-up toevoegen..................................................................................................................................... 50
D Fotoalbums maken ....................................................................................................................................... 51
W Visoogeffect toevoegen.............................................................................................................................. 53
Z Speelgoedcamera ........................................................................................................................................... 53
Q Foto's zachter maken.................................................................................................................................... 54
f Stereffect toevoegen .................................................................................................................................... 54
M Diorama-effect toev. ...................................................................................................................................... 55
d Kleuren veranderen ....................................................................................................................................... 55
P Opvallende kleur.............................................................................................................................................. 56
A Versieren................................................................................................................................................................ 57
A Score geven.................................................................................................................................... 58
Score geven aan foto's......................................................................................................................................... 58
Foto's met score bekijken.................................................................................................................................. 60
Alle scores verwijderen........................................................................................................................................ 61
I Favorieten ....................................................................................................................................... 62
Toevoeg. aan favorieten ..................................................................................................................................... 62
Favorieten bekijken................................................................................................................................................ 64
Uit favorieten verwijder....................................................................................................................................... 65
G Weergeven op datum ................................................................................................................. 66
m Diashow ........................................................................................................................................... 67
Foto's kiezen............................................................................................................................................................... 67
Een thema kiezen.................................................................................................................................................... 70
y Retoucheer...................................................................................................................................... 71
h Kopiëren ................................................................................................................................................................ 71
d Foto's draaien..................................................................................................................................................... 73
s Kleine afbeelding............................................................................................................................................. 74
Films opnemen en afspelen......................................................................................... 75
Handelingen tijdens het afspelen van films ............................................................................. 78
xviii
Inhoudsopgave
Algemene camera-instellingen................................................................................... 79
Menu Camera-instellingen.............................................................................................................. 79
l Camera-instellingen...................................................................................................................... 80
Welkomstscherm .................................................................................................................................................... 80
Datum en tijd ........................................................................................................................................................... 80
Alle menuopties....................................................................................................................................................... 81
Helderheid................................................................................................................................................................... 82
Datumstempel ......................................................................................................................................................... 82
Elektronische VR....................................................................................................................................................... 83
AF-hulplicht................................................................................................................................................................ 84
Geheugenkaart form./Geheug. formatteren.......................................................................................... 85
Taal/Language .......................................................................................................................................................... 86
Menu-achtergrond ............................................................................................................................................... 86
Opladen via computer......................................................................................................................................... 87
Standaardwaarden................................................................................................................................................. 88
Conformiteitsmarkering .................................................................................................................................... 88
Firmware-versie ....................................................................................................................................................... 88
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten........................... 89
De camera op een televisie aansluiten ....................................................................................... 91
De camera op een printer aansluiten.......................................................................................... 92
De camera op een printer aansluiten......................................................................................................... 92
Opnamen één voor één afdrukken.............................................................................................................. 93
Meerdere opnamen afdrukken ...................................................................................................................... 94
ViewNX 2 gebruiken (beelden overzetten naar een computer)........................................ 96
ViewNX 2 installeren.............................................................................................................................................. 96
Beelden overzetten naar een computer .................................................................................................. 96
xix
Inhoudsopgave
Technische opmerkingen ............................................................................................. 98
Behandeling van het product ........................................................................................................ 99
De camera.................................................................................................................................................................... 99
De batterij................................................................................................................................................................. 100
De lichtnetlaadadapter..................................................................................................................................... 101
Geheugenkaarten................................................................................................................................................ 102
Reiniging en opslag ......................................................................................................................... 103
Reinigen..................................................................................................................................................................... 103
Opslag......................................................................................................................................................................... 103
Foutmeldingen.................................................................................................................................. 104
Problemen oplossen........................................................................................................................ 107
Bestandsnamen................................................................................................................................. 114
Optionele accessoires ..................................................................................................................... 115
Specificaties........................................................................................................................................ 116
Goedgekeurde geheugenkaarten............................................................................................................. 120
Index...................................................................................................................................................... 122
xx
1
Onderdelen van de camera
Onderdelen van de camera
De camerabody
9
8
621
7
7
343 5
1
Ontspanknop.............................................. 14
2
Hoofdschakelaar/camera-aan-lampje
............................................................................. 11
3
Microfoon (stereo)
4
Flitser................................................................23
5
Zelfontspannerlampje .......................... 24
AF-hulpverlichting
6
Knop b (e filmopname) .................75
7
Oogje voor polsriem................................... i
8
Luidspreker
9
Objectief (met beschermglas)
2
Onderdelen van de camera
12 10 711
6
5
4
3
2
1
98
1
Flexibele knoppen......................5, 21, 45
2
Monitor..............................................................3
3
Oplaadlampje................................................9
Flitserlampje................................................ 23
4
Multi-selector
H: Tele.........................................................16
I: Groothoek..........................................16
5
Knop c (opname/weergave)........ 17
6
Deksel batterijvak/
geheugenkaartsleuf...................................7
7
HDMI-microconnector (Type D) .....89
8
Geheugenkaartsleuf ..................................7
9
Batterijvak.........................................................7
10
Micro-USB-connector ............................89
11
Waterbestendige afdichting .........ix, xi
12
Statiefaansluiting...................................118
3
Onderdelen van de camera
De informatie die wordt weergegeven op de monitor tijdens opname en weergave
verandert afhankelijk van de instellingen en gebruiksstatus van de camera.
Opnamestand
De monitor
9 9 9
999
2 9 m 0 s
29m 0s
1 / 2 5 0
1/250
F 3.3
F3.3
1 0
10
1 0
10
30s
30s
1m
1m
5m
5m
2 9 m 0 s
29m 0s
9 9 9
999
9 9 9 9
9999
2 9 m 0 s
29m 0s
132 4
7
10
12
11
13
1415
18
16
20
8
6
9
5
17
19
1
Flexibele pictogrammen ........................5
2
Aanduiding “Datum niet ingesteld”
.......................................................................... 108
3
Sluitertijd........................................................15
4
Diafragma .....................................................15
5
Flits-stand...................................................... 23
6
Kleuren veranderen -pictogram
............................................................................. 33
7
Aanduiding zelfontspanner............... 24
8
Glimlachtimer.............................................25
9
Intervalfoto's maken -pictogram
............................................................................. 28
10
Aanduiding batterijniveau ................. 13
11
Beeldvergrendelingspictogram ......20
12
Zoomaanduiding .....................................16
13
Opnamestand.....................................22, 26
14
Resterende opnametijd voor films
..............................................................................75
15
Aantal resterende opnamen
(foto's)......................................................13, 36
16
Aanduiding intern geheugen...........13
17
Scherpstelaanduiding ...........................14
18
Scherpstelveld (AF met
doelopsporing)..........................................22
19
Scherpstelveld (centrum)....................14
20
Scherpstelveld (gezichtsherkenning)
..............................................................................38
4
Onderdelen van de camera
Weergavestand
C Als in de opname- en weergavestand geen informatie wordt
weergegeven
Behalve bepaalde informatie, wordt er geen informatie weergegeven als gedurende een
aantal seconden geen bewerkingen worden uitgevoerd. Er wordt opnieuw informatie
weergegeven als op een flexibele knop of op de multi-selector wordt gedrukt.
9 9 9
999
1 5 / 1 1 / 2 0 1 5
15/11/2015
1 5 : 3 0
15:30
2 9 m 0 s
29m 0s
9 9 9
999
9 9 9 9
9999
2 9 m 0 s
29m 0s
132 4
14
1516
17
65
9
11 12
7
8
10
18
13
1
Flexibele pictogrammen ........................5
2
Opnamedatum
3
Opnametijd
4
Bericht (antwoord) .................................. 47
5
Bericht .............................................................46
6
Aanduiding voor uitsnede ................. 43
7
Aanduiding batterijniveau ................. 13
8
Aanduiding voor aansluiting van
lichtnetlaadadapter
9
Beeldvergrendelingspictogram...... 20
10
Favorieten (als Alle menuopties is
ingesteld op Uit)......................................62
11
Volume-aanduiding................................78
12
Overschakelen naar schermvullende
weergave.......................................................44
13
Scoremarkering (als Alle
menuopties is ingesteld op Aan)
..............................................................................58
14
Weergavestand..........................................17
15
Opnameduur film/bericht
16
Nr. huidig beeld
17
Aanduiding intern geheugen
18
Aanduiding voor filmweergave ...... 75
5
Onderdelen van de camera
Als u op een flexibele knop drukt terwijl het opname- of weergavescherm wordt
weergegeven, verschijnt het menu voor de huidige stand. Wanneer het menu wordt
weergegeven, kunt u verschillende instellingen wijzigen.
In dit document wordt naar de flexibele knoppen verwezen met “flexibele knop 1”
t/m “flexibele knop 4”, op volgorde van boven naar beneden.
1 Druk op een flexibele knop.
Het menu wordt weergegeven.
2 Druk op een flexibele knop
om een item te selecteren.
Als Q wordt weergegeven, drukt
u op flexibele knop 1 (Q) om
terug te gaan naar het vorige
scherm.
Bepaalde menuopties kunnen niet
worden geselecteerd of
weergegeven, afhankelijk van de
instellingen van de camera.
De flexibele knoppen gebruiken
Opnamestand Weergavestand
Flexibele knop 1
Flexibele knop 2
Flexibele knop 3
Flexibele knop 4
1 1 0 0
1100
2 5 m 0s
25m 0s
Geluiden veranderen
Instellingen
Formaat kiezen
Camera-instellingen
6
Onderdelen van de camera
3 Druk op een flexibele knop
om een item te selecteren.
Als de inhoud van het menu
doorgaat op een volgende pagina,
wordt een gids weergegeven die
de paginapositie aangeeft.
4 Druk op een flexibele knop
om een instelling te
selecteren.
Druk op de flexibele knop om de
geselecteerde instelling te
bevestigen.
Wanneer een menu wordt
weergegeven, kunt u overschakelen
naar de opnamestand door op de
ontspanknop of de knop b (e) te
drukken.
Helderheid
Camera-instellingen
Datumstem pel
Elektronische VR
Gebruik HI van de multi-selector
om andere pagina's weer te geven.
Datum
Datumstem pel
Uit
De huidige instelling
wordt wit weergegeven.
7
Voorbereidingen treffen om op te nemen
Voorbereidingen treffen om op te
nemen
1 Open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf
en plaats de batterij en de geheugenkaart.
Controleer of de plus- en minpool van de batterij in de juiste richting wijzen,
verplaats de oranje batterijvergrendeling (4) en schuif de batterij volledig naar
binnen (5).
Schuif de geheugenkaart naar binnen totdat deze op zijn plek klikt (6).
Wees voorzichtig dat u de batterij of geheugenkaart niet ondersteboven of
achterstevoren plaatst, anders kan er een storing optreden.
2 Sluit het deksel van het batterijvak/
de geheugenkaartsleuf.
Leg het deksel volledig plat in de richting die
de pijl aangeeft (1) en schuif het helemaal
naar binnen (2).
B Waarschuwing voor schade
Als het deksel wordt verschoven terwijl dit
open is, kan de camera schade oplopen.
B Het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf openen
Open of sluit het deksel van het batterijvak en de geheugenkaartsleuf niet in een zanderige
of stoffige omgeving of met natte handen. Als u het deksel sluit zonder dingen te
verwijderen die niet onder het deksel thuishoren, kan er water in de camera dringen of kan
de camera beschadigd raken.
Als er vreemde deeltjes achter het deksel of in de camera komen, moet u die onmiddellijk
verwijderen met een blaasbalgje of borstel.
Als er vloeistof (water bijvoorbeeld) achter het deksel of in de camera komt, moet u dit
onmiddellijk afvegen met een zachte en droge doek.
De batterij en een geheugenkaart plaatsen
1
2
3
4
5
6
Batterijvergrendeling Geheugenkaartsleuf
1
2
8
Voorbereidingen treffen om op te nemen
B Een geheugenkaart formatteren
Vergeet niet, wanneer u voor het eerst een geheugenkaart in de camera plaatst die eerder
in een ander apparaat is gebruikt, om de kaart met deze camera te formatteren. Plaats de
geheugenkaart in de camera en selecteer Geheugenkaart form. in het instellingenmenu
van de camera (A85).
De batterij of geheugenkaart verwijderen
Schakel de camera uit en controleer of het camera-aan-lampje en de monitor
uitgeschakeld zijn voordat u het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf
opent.
Verplaats de batterijvergrendeling om de batterij uit te werpen.
Druk voorzichtig de geheugenkaart de camera in om de kaart gedeeltelijk uit te
werpen.
Wees onmiddellijk na het gebruik van de camera voorzichtig met het hanteren
van de camera, de batterij en de geheugenkaart, aangezien deze heet kunnen
worden.
Geheugenkaarten en intern geheugen
Cameragegevens, met inbegrip van beelden en films, kunnen op een geheugenkaart
of in het interne geheugen van de camera worden opgeslagen. Als u het interne
geheugen van de camera wilt gebruiken, moet u de geheugenkaart verwijderen.
9
Voorbereidingen treffen om op te nemen
1 Sluit, terwijl de batterij is geplaatst, de camera aan op een
stopcontact.
Als een stekkeradapter* wordt meegeleverd met uw camera, sluit u deze stevig aan
op de lichtnetlaadadapter. Wanneer de twee eenmaal met elkaar zijn verbonden,
kunnen pogingen om de stekkeradapter met kracht te verwijderen schade aan het
product veroorzaken.
* De vorm van de stekkeradapter varieert afhankelijk van het land of de regio waar
de camera is aangeschaft. Deze stap kan worden overgeslagen als de
stekkeradapter permanent met de lichtnetlaadadapter wordt verbonden.
Het oplaadlampje knippert langzaam groen om aan te geven dat de batterij wordt
opgeladen.
Als het opladen is voltooid, gaat het oplaadlampje uit. Het duurt ongeveer 1 uur en
40 minuten om een volledig lege batterij op te laden.
De batterij kan niet worden opgeladen als het oplaadlampje snel groen knippert.
Dit kan komen door een van de hieronder beschreven redenen.
- De omgevingstemperatuur is niet geschikt om in op te laden.
- De USB-kabel of lichtnetlaadadapter is niet correct aangesloten.
- De batterij is beschadigd.
2 Haal de stekker van de lichtnetlaadadapter uit het stopcontact
en koppel vervolgens de USB-kabel los.
De batterij opladen
1
2
3
Oplaadlampje
USB-kabel (meegeleverd)
Stopcontact
Lichtnetlaadadapter
10
Voorbereidingen treffen om op te nemen
B Opmerkingen over de USB-kabel
Gebruik geen andere USB-kabel dan de UC-E21. Bij gebruik van een andere USB-kabel
dan de UC-E21 kan zich oververhitting, brand of een elektrische schok voordoen.
Controleer of de stekkers correct zijn geplaatst. Plaats of verwijder de stekkers niet onder
een hoek bij het aansluiten of loskoppelen.
B Opmerkingen over het opladen van de batterij
De camera kan worden bediend terwijl de batterij wordt opgeladen, maar de oplaadtijd
neemt dan wel toe.
Als het batterijniveau buitengewoon laag is, kunt u de camera mogelijk niet gebruiken
terwijl de batterij wordt opgeladen.
Gebruik onder geen enkele voorwaarde een ander merk of model lichtnetadapter dan
lichtnetlaadadapter EH-71P/EH-73P, en gebruik geen in de handel verkrijgbare
USB-lichtnetadapter of batterijlader voor een mobiele telefoon. Wanneer u deze
voorzorgsmaatregelen niet naleeft, kan dit oververhitting of schade aan de camera
veroorzaken.
C Opladen via een computer of batterijlader
U kunt de batterij ook opladen door de camera aan te sluiten op een computer.
U kunt de batterijlader MH-66 (apart verkrijgbaar) gebruiken om de batterij op te laden
zonder de camera te gebruiken.
11
Voorbereidingen treffen om op te nemen
Wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld, worden het scherm voor
taalselectie en het scherm voor het instellen van datum en tijd voor de cameraklok
weergegeven.
1 Druk op de hoofdschakelaar om de
camera aan te zetten.
De monitor wordt ingeschakeld.
U zet de camera uit door nogmaals op de
hoofdschakelaar te drukken.
2 Gebruik JK van
de multi-selector
om de gewenste
taal te selecteren
en druk op
flexibele knop 4
(O).
3 Druk op flexibele knop 3
(R Ja).
4 Gebruik flexibele knop 2, 3 of 4 om de datumnotatie te
selecteren.
De camera inschakelen en de weergavetaal,
datum en tijd instellen
Nederlands
Taal/Language
Ja
Nee
Tijd/datum instellen?
12
Voorbereidingen treffen om op te nemen
5 Stel de datum en tijd in en
druk op flexibele knop 4
(O).
Gebruik JK om een veld te
selecteren en gebruik vervolgens
HI om de datum en tijd in te
stellen.
Selecteer het minutenveld en druk
op flexibele knop 4 (O) om de instelling te bevestigen.
Druk op flexibele knop 3 (m) om m weer te geven op de monitor en de zomertijd
in te schakelen. Druk op flexibele knop 3 (m) om de zomertijd uit te schakelen.
6 Druk op flexibele knop 3 (R Ja) als het bevestigingsvenster
wordt weergegeven.
7 Gebruik JK om de
achtergrondafbeelding te
selecteren die u wilt zien
wanneer een scherm met
een menu of instellingen
wordt weergegeven, en
druk vervolgens op
flexibele knop 4 (O).
Het scherm voor achtergrondselectie wordt mogelijk niet weergegeven,
afhankelijk van uw land of regio. Ga in dat geval verder naar stap 8.
Als u de standaardachtergrond wilt herstellen, drukt u op flexibele knop 3 (P).
8 Bevestig het bericht met betrekking
tot waterbestendigheid en druk op
K.
Er zijn zeven berichtschermen.
Berichten met betrekking tot de
waterdichtheid worden weergegeven in de
volgende situaties.
- Als u de camera voor het eerst inschakelt en
instelt
- Als u de camera instelt op Foto's onder water (A27) of Gezichtsdet. onder
water (A28)
- Als u de camera inschakelt na het opladen
JDM
201501
/
/
01
Datum en tijd
um
00 00
:
Menu-achtergrond
Maatregelen waterdichtheid
13
Voorbereidingen treffen om op te nemen
9 Bevestig het bericht op het
scherm aan de rechterkant
en druk op flexibele knop 4
(O).
Het opnamescherm wordt weergegeven en u
kunt foto's maken in de stand A Richten en
foto maken.
Aanduiding batterijniveau
F: De batterij is bijna vol.
G: De batterij is bijna leeg.
Aantal resterende opnamen
C wordt weergegeven als geen
geheugenkaart in de camera is geplaatst. In dat
geval worden de opnamen opgeslagen in het
interne geheugen.
C Instelling voor taal, datum en tijd, en menu-achtergrond wijzigen
U kunt de instellingen voor Taal/Language, Datum en tijd en Menu-achtergrond
wijzigen in het menu l Camera-instellingen (A79).
U kunt de zomertijd in- of uitschakelen door Datum en tijd te selecteren in het menu
l Camera-instellingen. Als de zomertijd is ingeschakeld, wordt de klok één uur
vooruitgezet. Als de zomertijd is uitgeschakeld, wordt de klok één uur teruggezet.
C De klokbatterij
De klok van de camera wordt aangedreven door een ingebouwde noodstroombatterij.
De noodstroombatterij wordt opgeladen als de hoofdbatterij in de camera is geplaatst of
als de camera is aangesloten op een optionele lichtnetadapter, en kan na ongeveer
10 uur opladen gedurende enkele dagen de klok van stroom voorzien.
Als de noodstroombatterij van de camera leeg raakt, wordt het scherm voor het instellen
van datum en tijd weergegeven als de camera weer wordt ingeschakeld. Stel de datum
en tijd opnieuw in (A11).
Nadat de camera goed is
opgedroogd, verwijdert u
druppels op de aangegeven
plaatsen met een doek.
1 1 0 0
1100
2 5 m 0s
25m 0s
Aanduiding batterijniveau
Aantal resterende opnamen
14
Elementaire opname- en weergaveactiviteiten
Elementaire opname- en
weergaveactiviteiten
1 Houd de camera stil.
Houd uw vingers en andere voorwerpen uit de
buurt van objectief, flitser, AF-hulpverlichting,
microfoon en luidspreker.
2 Kadreer het beeld.
Gebruik HI van de multi-selector om de
zoomstand van het objectief te wijzigen.
3 Druk de ontspanknop half in.
Als is scherpgesteld op het onderwerp, wordt
het scherpstelveld of de scherpstelaanduiding
groen weergegeven.
Als u gebruikmaakt van digitale zoom, stelt de
camera scherp op het midden van het beeld
en wordt het scherpstelveld niet weergegeven.
Als het scherpstelveld of de
scherpstelaanduiding knippert, kan de camera
niet scherpstellen. Wijzig de compositie en
probeer vervolgens de ontspanknop opnieuw
half in te drukken.
Richten en foto maken
Inzoomen
Uitzoomen
1/250
F3.3
15
Elementaire opname- en weergaveactiviteiten
4 Druk zonder uw vinger op te tillen
de ontspanknop verder helemaal in.
B Opmerkingen over het opslaan van foto's of films
De aanduiding die het aantal resterende opnamen aangeeft of de aanduiding die de
resterende filmduur aangeeft knippert tijdens het opslaan van foto's of films. Open het
deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet en laat de batterijen of
geheugenkaart zitten terwijl een aanduiding knippert. Als u dit niet doet, kunnen
gegevens verloren gaan of kan de camera of de geheugenkaart beschadigd raken.
C De functie Automatisch uit
Als gedurende ongeveer drie minuten geen handelingen worden uitgevoerd, wordt de
monitor uitgeschakeld, wordt de camera in de stand-bystand gezet en gaan het
camera-aan-lampje knipperen. De camera wordt uitgeschakeld nadat deze ongeveer drie
minuten in de stand-bystand heeft gestaan.
Als u de monitor opnieuw wilt inschakelen terwijl de camera op stand-by staat, voert u
een handeling uit, zoals het indrukken van de hoofdschakelaar of de ontspanknop.
C Bij gebruik van een statief
Wij adviseren u in de volgende situaties gebruik te maken van een statief om de camera te
stabiliseren:
Bij het maken van opnamen bij weinig licht met de flits-stand (A23) ingesteld op
y Flitser uit
Als de zoom in de telestand staat.
De ontspanknop
Half indrukken
U kunt de scherpstelling en belichting (sluitertijd en
diafragma) instellen door de ontspanknop iets in te
drukken totdat u geringe weerstand voelt. De
scherpstel- en belichtingsinstellingen blijven
geblokkeerd zolang u de ontspanknop half ingedrukt
houdt.
Helemaal
indrukken
Druk de ontspanknop helemaal in om de sluiter te
ontspannen en een foto te maken.
Oefen geen kracht uit bij het indrukken van de
ontspanknop aangezien dit kan leiden tot het trillen
van de camera en een wazig beeld. Druk de knop
zachtjes in.
16
Elementaire opname- en weergaveactiviteiten
De zoom gebruiken
Als u op HI van de multi-selector drukt, verandert
de positie van het zoomobjectief.
Inzoomen: Druk op H.
Uitzoomen: Druk op I.
Als u de camera inschakelt, wordt de zoom in de
maximale groothoekstand gezet.
Er wordt een zoomaanduiding weergegeven op
het opnamescherm als op HI van de
multi-selector wordt gedrukt.
De digitale zoom, waarmee u
het onderwerp verder kunt
vergroten tot circa 4× de
maximale optische zoomfactor,
kan worden geactiveerd door
op H te drukken als de camera
is ingezoomd op de maximale
optische zoomstand.
C Digitale zoom
De zoomaanduiding wordt blauw wanneer de digitale zoom wordt geactiveerd en wordt
geel wanneer de zoomvergroting verder toeneemt.
Zoomaanduiding is blauw: De beeldkwaliteit is niet merkbaar gedaald door gebruik te
maken van de Dynamic Fine Zoom.
Zoomaanduiding is geel: In sommige situaties kan de beeldkwaliteit aanzienlijk
verminderen.
De aanduiding blijft blauw over een breder gebied wanneer het beeldformaat kleiner is.
Groothoek
Tele
1 1 0 0
1100
2 5 m 0s
25m 0s
Zoomaanduiding
Maximale
optische zoom
Digitale zoom
ingeschakeld
Optische
zoom
Digitale
zoom
17
Elementaire opname- en weergaveactiviteiten
1 Druk op de knop c (opname/
weergave) om over te schakelen
naar de weergavestand.
Als u op de knop c drukt en deze ingedrukt
houdt terwijl de camera is uitgeschakeld,
wordt de camera ingeschakeld in de
weergavestand.
2 Gebruik de multi-selector om een opname te selecteren voor
weergave.
Druk op JK en houd deze ingedrukt om snel
door de beelden te bladeren.
U kunt teruggaan naar de opnamestand door
op de knop c of de ontspanknop te drukken.
Druk op H in de schermvullende
weergave om in te zoomen op een
beeld.
Druk in de stand voor
schermvullende weergave op
I om over te schakelen naar
miniatuurweergave en meerdere
beelden op het scherm weer te
geven.
Opnamen weergeven
Hiermee
geeft u
de vorige
opname
weer
Hiermee
geeft u de
volgende
opname
weer
4
15/11/2015
15:30
18
Elementaire opname- en weergaveactiviteiten
1 Druk op flexibele knop 3
(n) om de opname te
wissen die op de monitor
wordt weergegeven.
2 Gebruik flexibele knop 2,
3of 4 om de gewenste
methode van verwijderen
te selecteren.
U kunt afsluiten zonder te wissen
door op flexibele knop 1 (Q) te
drukken.
3 Druk op flexibele knop 3
(R Ja).
Eenmaal gewiste beelden kunt u
niet meer terughalen.
Beelden wissen
4
4
1 5/ 11 / 2 0 1 5
15/11/2015
1 5: 30
15:30
Alleen deze foto wissen
Wissen
Wis gekozen foto's
Wis alle foto's
Ja
Nee
1 foto wissen?
19
Elementaire opname- en weergaveactiviteiten
Selecteren welke opnamen u wilt wissen
1 Druk op JK van de
multi-selector om een
opname te selecteren die u
wilt wissen en druk daarna
op flexibele knop 2 (S).
Het geselecteerde beeld wordt
aangegeven met een vinkje.
Er wordt een vinkje weergegeven
of verwijderd wanneer u op flexibele knop 2 (S) drukt.
Druk op flexibele knop 3 (P) om alle vinkjes te verwijderen.
2 Voeg een vinkje toe aan alle beelden die u wilt verwijderen en
druk vervolgens op flexibele knop 4 (O) om de selectie te
bevestigen.
Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven. Volg de instructies op het scherm
om handelingen uit te voeren.
Wis gekozen foto's
20
Elementaire opname- en weergaveactiviteiten
Verwijderen van beelden beperken
(beeldvergrendeling)
U kunt het per ongeluk wissen van beelden voorkomen door beeldverwijdering
(A18) en formattering (A85) te vergrendelen.
1 Druk tegelijkertijd op
flexibele knoppen 1 en 4,
en houd deze ingedrukt in
de opname- of
weergavestand.
2 Druk op flexibele knop 3
(R Ja).
De beeldvergrendeling is
ingesteld.
Als de beeldvergrendeling is
ingesteld, wordt C weergegeven op de
monitor.
Beeldvergrendeling verwijderen
De procedure voor het verwijderen van beeldvergrendeling is gelijk aan die voor het
instellen van beeldvergrendeling.
44
1 5 / 1 1 / 2 0 1 515/11/2015 1 5 : 3 015:30
Ja
Nee
Beeldvergrendeling
activeren?
4
15/11/2015
15:30
21
Opnamefuncties
Opnamefuncties
Druk op een flexibele knop om een menu weer te geven. U kunt de volgende
instellingen wijzigen.
Beschikbare functies in de opnamestand
(opnamemenu)
Flexibele knop Optie Beschrijving A
A Richten en
foto maken
Hiermee zet u de opnamestand op
A Richten en foto maken.
22
Z Flits-stand/
zelfontspanner
Flitser
U kunt een flits-stand selecteren op
basis van de opnameomstandigheden.
23
Zelfontspanner
De camera is uitgerust met een
zelfontspanner waarmee de sluiter
10 seconden nadat u de ontspanknop
hebt ingedrukt, kan worden
ontspannen. U kunt ook de
glimlachtimer instellen.
24,
25
g Meer
foto-opties
Kies een stijl
Als een stijl (onderwerpstand en effect)
wordt geselecteerd, worden de
camera-instellingen automatisch
geoptimaliseerd voor de geselecteerde
onderwerpstand.
26
Versieren
Hiermee kunt u een kader rond uw
beelden plaatsen bij het maken van
foto's.
32
Kleuren
veranderen
Hiermee kunt u b Helderder/
donkerder of c Meer/minder
levendig selecteren in het menu of
P Opvallende kleur gebruiken om
één specifieke kleur te selecteren die u
absoluut in de opname wilt behouden,
terwijl de andere kleuren worden
omgezet in zwart-wittinten.
33
l Instellingen
Geluiden
veranderen
Hiermee kunt u knopgeluiden en het
sluitergeluid configureren.
34
Formaat kiezen
Hiermee kunt u het formaat van foto's
en films instellen.
36
Camera-instellingen
Hiermee kunt u een aantal algemene
instellingen wijzigen.
79
22
Opnamefuncties
De eerste keer dat u deze camera gebruikt, is de opnamestand A Richten en foto
maken actief. De camera selecteert automatisch de optimale onderwerpstand
tijdens het kadreren van een foto, waardoor het gemakkelijker wordt om foto's te
maken met behulp van instellingen die geschikt zijn voor het onderwerp.
A Richten en foto maken is de opnamestand die deze camera standaard gebruikt.
Wanneer de camera het hoofdonderwerp detecteert, stelt deze scherp op dat
onderwerp (AF met doelopsporing).
De flitser gaat mogelijk af bij het maken van opnamen bij weinig licht.
Tijdens het opnemen bij weinig licht wordt het gebruik van een statief
aanbevolen.
De camera detecteert het tafereel niet als gebruik wordt gemaakt van de digitale
zoom.
AF met doelopsporing gebruiken
De camera stelt scherp op de hieronder beschreven wijze als u de ontspanknop half
indrukt.
De camera detecteert het hoofdonderwerp en
stelt hierop scherp. Als is scherpgesteld op het
onderwerp, wordt het scherpstelveld groen
weergegeven. Als een menselijk gezicht wordt
gedetecteerd, stelt de camera automatisch de
scherpstelprioriteit hierop in.
Als geen hoofdonderwerp wordt gedetecteerd,
stelt de camera scherp op het gebied in het
midden van het beeld.
B Opmerkingen over AF met doelopsporing
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan het onderwerp dat door de camera als
hoofdonderwerp wordt geïdentificeerd verschillen.
In de volgende situaties wordt het hoofdonderwerp mogelijk niet correct gedetecteerd
door de camera:
- Als het onderwerp heel donker of licht is
- Als het hoofdonderwerp geen duidelijk gedefinieerde kleuren heeft
- Als de opname zodanig is gekadreerd dat het onderwerp zich aan de rand van de
monitor bevindt
- Als het hoofdonderwerp een herhaald patroon bevat
A Richten en foto maken
1/250
F3.3
Scherpstelvelden
1/250
F3.3
Scherpstelveld
23
Opnamefuncties
U kunt een flits-stand selecteren op basis van de opnameomstandigheden.
Beschikbare flitsstanden
Gebruik flexibele knop 2, 3 of
4 om de flits-stand te
selecteren.
U kunt annuleren door op flexibele knop
1 (Q) te drukken.
C Het flitserlampje
De status van de flitser kan worden gecontroleerd door de
ontspanknop half in te drukken.
- Aan: De flitser gaat af als u de ontspanknop helemaal
indrukt.
- Knipperen: De flitser wordt opgeladen. Er kunnen geen
opnamen worden gemaakt met de camera.
- Uit: De flitser gaat niet af bij het maken van een foto.
Als de batterij bijna leeg is, wordt de monitor uitgeschakeld
tijdens het opladen van de flitser.
C De instelling voor de flits-stand
Mogelijk wordt de instelling niet gewijzigd bij gebruik van bepaalde opnamestanden of
instellingen.
De instelling die wordt toegepast in de stand A Richten en foto maken wordt
opgeslagen in het geheugen van de camera, zelfs als de camera wordt uitgeschakeld.
Flits-stand
Ga naar de opnamestand M flexibele knop 2 (Z) M flexibele knop 2 (x Flitser)
w
Automatisch flitsen
De flitser gaat af wanneer dit nodig is, bijvoorbeeld bij slecht licht.
y
Flitser uit
De flitser gaat niet af.
Wij adviseren u gebruik te maken van een statief om de camera te
stabiliseren bij het maken van opnamen in een donkere omgeving.
x Altijd flitsen
De flitser gaat af telkens wanneer een foto wordt gemaakt. Gebruik deze stand
om schaduwen en onderwerpen in tegenlicht “in te vullen” (te verlichten).
Automatisch itsen
Flitser
Flitser uit
Altijd itsen
24
Opnamefuncties
De camera is uitgerust met een zelfontspanner waarmee de sluiter 10 seconden
nadat u de ontspanknop hebt ingedrukt, kan worden ontspannen.
1 Druk op flexibele knop 2
(j 10 sec.).
Als Y Glimlachtimer is
geselecteerd, herkent de camera
menselijke gezichten met behulp
van gezichtsherkenning en wordt
vervolgens automatisch de sluiter
ontspannen wanneer een glimlach
wordt gedetecteerd (A25).
2 Kadreer de foto en druk de ontspanknop half in.
De scherpstelling en de belichting worden ingesteld.
3 Druk de ontspanknop
helemaal in.
Het aftellen wordt gestart. Het
zelfontspannerlampje knippert en
blijft vervolgens ongeveer één
seconde lang branden voordat de
sluiter wordt ontspannen.
Zodra de sluiter wordt ontspannen,
wordt de zelfontspanner op
b Uit gezet.
U kunt het aftellen stoppen door de
ontspanknop opnieuw in te
drukken.
Zelfontspanner
Ga naar de opnamestand M flexibele knop 2 (Z) M flexibele knop 3
(i Zelfontspanner)
10 sec.
Zelfontspanner
Glimlachtimer
Uit
1/250
F3.3
9
25
Opnamefuncties
Als de camera een glimlachend gezicht herkent, kunt u automatisch een foto maken
zonder de ontspanknop te hoeven indrukken. Door de functie voor huid verzachten
zien de huidtinten in menselijke gezichten er vloeiender uit.
1 Druk op flexibele knop 3
(Y Glimlachtimer).
2 Kadreer het beeld.
Richt de camera op het gezicht van een persoon.
3 Wacht zonder op de ontspanknop te drukken totdat het
onderwerp glimlacht.
Als de camera herkent dat het door de dubbele rand omkaderde gezicht glimlacht,
wordt automatisch de sluiter ontspannen.
Als de camera een glimlachend gezicht herkent, wordt automatisch de sluiter
ontspannen.
4 Hiermee wordt het automatisch opnemen beëindigd.
U kunt automatisch opnemen beëindigen door de zelfontspanner op b Uit te
zetten.
B Opmerkingen over de glimlachtimer
In bepaalde opnameomstandigheden kan de camera mogelijk geen gezichten of
glimlachende gezichten detecteren (A38). De ontspanknop kan eveneens worden
gebruikt voor opnemen.
C Als het zelfontspannerlampje knippert
Bij gebruik van de Glimlachtimer knippert het zelfontspannerlampje als de camera een
gezicht herkent en flikkert het direct nadat de sluiter is ontspannen.
Glimlachtimer
Ga naar de opnamestand M flexibele knop 2 (Z) M flexibele knop 3
(i Zelfontspanner)
10 sec.
Zelfontspanner
Glimlachtimer
Uit
26
Opnamefuncties
Als een stijl (onderwerpstand en effect) wordt geselecteerd, worden de
camera-instellingen automatisch geoptimaliseerd voor de geselecteerde
onderwerpstand. Het verwachte effect wordt mogelijk niet gerealiseerd, afhankelijk
van het onderwerp.
Gebruik JK van de
multi-selector om de gewenste
stijl (opnamestand en effect) te
selecteren en druk op flexibele
knop 4 (O).
U kunt annuleren door op flexibele knop
1 (Q) te drukken.
1
De camera stelt scherp op oneindig.
2
De camera stelt scherp op het gebied in het midden van het beeld. Als de zoom in een
stand staat waarbij de zoomaanduiding groen wordt, kan de camera scherpstellen op
onderwerpen die niet meer dan ongeveer 20 cm van de voorzijde van het beschermglas
zijn verwijderd of ongeveer 5 cm in de maximale groothoekstand.
3
Mogelijk kan de flitser onderwerpen op minder dan 30 cm afstand niet geheel uitlichten.
4
Het gebruik van een statief wordt aanbevolen.
5
Het gebruik van een statief wordt aanbevolen omdat de sluitertijd lang is.
6
De camera stelt scherp op het gebied in het midden van het beeld.
Kies een stijl (Opname voor
onderwerpstanden en effecten)
Ga naar de opnamestand M flexibele knop 3 (g) M flexibele knop 2
(g Kies een stijl)
D Nachtscènes opnemen
1
(A27)
(standaardinstelling)
E Tegenlichtscènes opn.
6
(A29)
H Foto's van dichtbij
2, 3
(A27) L Spiegelen
2, 3
(A30)
X Foto's van voedsel
2
(A27) F Zeepbeleffect toevoegen
2, 3
(A30)
J Foto's onder water
2, 3
(A27) G Neoneffect toevoegen
2, 3
(A30)
J Gezichtsdet. onder water
3
(A28) H Cartooneffect toevoegen
2, 3
(A30)
O Intervalfoto's maken
4
(A28) Q Zachte foto's maken
2, 3
(A31)
I Reeks foto's maken (A29) M Diorama-effect maken
2, 3
(A31)
K Foto's van vuurwerk
1, 5
(A29) j Een miniatuurfilm maken
2, 4
(A31)
Foto's van dichtbij
27
Opnamefuncties
Tips en opmerkingen
D Nachtscènes opnemen
Als de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, wordt een reeks van beelden
vastgelegd die automatisch tot een enkele opname worden gecombineerd en
opgeslagen.
Zodra de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, dient u de camera stevig vast te
houden totdat er een foto wordt weergegeven. Nadat u een foto hebt gemaakt, mag
u de camera niet uitschakelen voordat het opnamescherm weer op de monitor
verschijnt.
De beeldhoek (oftewel het gebied dat zichtbaar is in het kader) in het opgeslagen
beeld is mogelijk smaller dan de kijkhoek op de monitor op het tijdstip van de
opname.
De flitser wordt vast ingesteld op y Flitser uit (A23).
Y Glimlachtimer is niet beschikbaar (A25).
H Foto's van dichtbij
De camera zoomt automatisch naar de dichtstbijzijnde positie waarop deze kan
scherpstellen.
De flitser is ingesteld op y Flitser uit, maar de instelling kan worden gewijzigd
(A23).
Y Glimlachtimer is niet beschikbaar (A25).
X Foto's van voedsel
De camera zoomt automatisch naar de dichtstbijzijnde positie waarop deze kan
scherpstellen.
Gebruik JK van de multi-selector om de instelling voor de tint aan te passen en druk
op flexibele knop 4 (O). De instelling voor de tint wordt opgeslagen in het geheugen
van de camera, zelfs als de camera wordt uitgeschakeld.
De flitser wordt vast ingesteld op y Flitser uit (A23).
Y Glimlachtimer is niet beschikbaar (A25).
J Foto's onder water
Als
Foto's onder water
is ingesteld, worden de berichten met betrekking tot
waterbestendigheid weergegeven.
Bevestig elk bericht en druk op
K
van de multi-selector om het volgende bericht weer te
geven.
Druk op flexibele knop 4 (
O
) om de berichten over te slaan en door te gaan naar het
opnamescherm.
Zie “<Belangrijk> Schok-, water- en stofbestendigheid, condens”
(Aix-
xiv) voor meer informatie over het gebruik van de camera onderwater.
De flitser is ingesteld op y Flitser uit, maar de instelling kan worden gewijzigd
(A23).
Y Glimlachtimer is niet beschikbaar (A25).
28
Opnamefuncties
J Gezichtsdet. onder water
U kunt automatisch foto's maken van menselijke gezichten onder water zonder zelf
met uw gezicht onder water te gaan.
Als Gezichtsdet. onder water is ingesteld, worden de berichten met betrekking tot
waterbestendigheid weergegeven.
Bevestig elk bericht en druk op K van de multi-selector om het volgende bericht weer
te geven. Druk op flexibele knop 4 (O) om de berichten over te slaan en door te
gaan naar het opnamescherm.
Zie “<Belangrijk> Schok-, water- en stofbestendigheid, condens”
(Aix-
xiv) voor meer informatie over het gebruik van de camera onderwater.
Als de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt terwijl het opnamescherm wordt
weergegeven, begint het automatisch opnemen. Dompel de camera onder in het
water en wijs naar een menselijk gezicht onder water. Als de camera een menselijk
gezicht detecteert, knipperen het camera-aan-lampje en het zelfontspannerlampje en
wordt de sluiter automatisch ontspannen. Als de sluiter wordt ontspannen, knipperen
de lampjes snel.
Druk de ontspanknop helemaal in om te stoppen met opnemen. Als vier foto's zijn
gemaakt of als de camera gedurende ongeveer 30 seconden in de automatische
opnamestand blijft, wordt het opnemen automatisch beëindigd.
Als het opnemen wordt beëindigd, worden de vastgelegde beelden weergegeven op
de monitor. Druk op flexibele knop 4 (O) om terug te gaan naar het opnamescherm.
De zoomstand is vast ingesteld op groothoek.
De flitser is ingesteld op y Flitser uit, maar de instelling kan worden gewijzigd
(A23).
De zelfontspanner is niet beschikbaar (A24).
De camera is mogelijk niet in staat gezichten te detecteren afhankelijkheid van de
helderheid van het water of de vorm van de gebruikte duikbril.
O Intervalfoto's maken
De camera kan automatisch foto's maken met vooraf ingestelde intervallen. Foto's uit
één opnamesessie worden in één map opgeslagen en kunnen worden bekeken in
een diashow (A67).
Druk op flexibele knop 2 (d Foto om de 30 seconden), flexibele knop 3 (e Foto
elke minuut) of flexibele knop 4 (f Foto om de 5 minuten) om een
opname-interval in te stellen.
Het maximale aantal opnamen dat kan worden gemaakt is afhankelijk van het geselecteerde
interval.
- Foto om de 30 seconden: circa 280 beelden
- Foto elke minuut: circa 140 beelden
- Foto om de 5 minuten: circa 30 beelden
Gebruik een voldoende opgeladen batterij om te voorkomen dat de camera wordt
uitgeschakeld tijdens het opnemen.
Druk de ontspanknop helemaal in om het eerste beeld vast te leggen. Tussen de
verschillende opnamen wordt de monitor uitgeschakeld en knippert het camera-
aan-lampje. Net voordat de volgende opname wordt gemaakt, wordt de monitor
automatisch opnieuw ingeschakeld.
Druk de ontspanknop half in om te stoppen met foto's maken.
De flitser is ingesteld op w Automatisch flitsen, maar de instelling kan worden
gewijzigd (A23).
De zelfontspanner is niet beschikbaar (A24).
29
Opnamefuncties
I Reeks foto's maken
Terwijl de ontspanknop volledig ingedrukt wordt gehouden, worden tot 11 beelden
continu vastgelegd met een snelheid van ongeveer 4,7 beelden per seconde (bps)
(wanneer Formaat kiezen > Fotoformaat is ingesteld op D Groot
(13 megapixels)).
De beeldsnelheid voor continu-opnamen hangt af van de huidige instelling voor het
fotoformaat en de gebruikte geheugenkaart of opnameomstandigheden.
Scherpstelling, belichting en tint zijn vast ingesteld op de waarden die zijn bepaald
voor de eerste afbeelding in elke reeks.
De flitser wordt vast ingesteld op y Flitser uit (A23).
De zelfontspanner is niet beschikbaar (A24).
K Foto's van vuurwerk
De sluitertijd is vast ingesteld op vier seconden.
De flitser wordt vast ingesteld op y Flitser uit (A23).
De zelfontspanner is niet beschikbaar (A24).
E Tegenlichtscènes opn.
Bij het maken van foto's met hele lichte en donkere gebieden in hetzelfde beeld, zoals
bij tegenlichtscènes, wordt HDR-beeldsamenstelling (High Dynamic Range) toegepast
en wordt verlies van details in felverlichte gebieden of schaduwen tot een minimum
beperkt.
Als de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, maakt de camera continu opnamen op
hoge snelheid en worden de volgende twee beelden opgeslagen.
- Een niet-HDR samengesteld beeld
- Een samengesteld HDR-beeld waarin het verlies van details in lichte gebieden of
schaduwen tot een minimum beperkt is
Als er niet voldoende geheugen beschikbaar is om één beeld op te slaan, wordt alleen
het beeld opgeslagen dat is verwerkt op het moment van de opname en waarin donkere
gebieden zijn gecorrigeerd.
Zodra de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, dient u de camera stevig vast te
houden totdat er een foto wordt weergegeven. Nadat u een foto hebt gemaakt, mag u
de camera niet uitschakelen voordat het opnamescherm weer op de monitor
verschijnt.
De beeldhoek (oftewel het gebied dat zichtbaar is in het kader) in het opgeslagen beeld
is mogelijk smaller dan de kijkhoek op de monitor op het tijdstip van de opname.
De flitser wordt vast ingesteld op y Flitser uit (A23).
Y Glimlachtimer is niet beschikbaar (A25).
30
Opnamefuncties
L Spiegelen
U kunt foto's maken die verticaal of horizontaal symmetrisch zijn over het midden van
het beeld.
Druk op flexibele knop 2 (c Boven onder) of flexibele knop 3 (b Links rechts)
om de spiegelrichting in te stellen.
Als c Boven onder wordt geselecteerd, wordt de bovenste helft van het scherm
gespiegeld op de onderste helft en wordt het beeld samengesteld en weergegeven.
Als b Links rechts wordt geselecteerd, wordt de linkerhelft van het scherm
gespiegeld op de rechterhelft.
De flitser is ingesteld op w Automatisch flitsen, maar de instelling kan worden
gewijzigd (A23).
Y Glimlachtimer is niet beschikbaar (A25).
F Zeepbeleffect toevoegen
Bij dit effect lijkt het of de opname wordt geprojecteerd op een zeepbel.
Er wordt een gids weergegeven op de monitor. Stel de opname zodanig samen dat het
hoofdonderwerp zich binnen de gids bevindt.
De flitser is ingesteld op w Automatisch flitsen, maar de instelling kan worden
gewijzigd (A23).
Y Glimlachtimer is niet beschikbaar (A25).
G Neoneffect toevoegen
Bij dit effect lijkt het of de omtrek van het beeld gloeit door neonlicht.
Gebruik JK van de multi-selector om de omtrekkleur te selecteren en druk op
flexibele knop 4 (O). De instelling voor de kleur wordt opgeslagen in het geheugen
van de camera, zelfs als de camera wordt uitgeschakeld.
Nadat u een foto hebt gemaakt, mag u de camera niet uitschakelen voordat het
opnamescherm weer op de monitor verschijnt.
De flitser is ingesteld op w Automatisch flitsen, maar de instelling kan worden
gewijzigd (A23).
Y Glimlachtimer is niet beschikbaar (A25).
H Cartooneffect toevoegen
Hierbij wordt tooncompensatie uitgevoerd en ziet de opname eruit als een cartoon.
Nadat u een foto hebt gemaakt, mag u de camera niet uitschakelen voordat het
opnamescherm weer op de monitor verschijnt.
De flitser is ingesteld op w Automatisch flitsen, maar de instelling kan worden
gewijzigd (A23).
Y Glimlachtimer is niet beschikbaar (A25).
31
Opnamefuncties
Q Zachte foto's maken
Hiermee wordt het beeld verzacht door een licht waas toe te voegen buiten de gids
die op de monitor wordt weergegeven.
Er wordt een gids weergegeven op de monitor. Stel de opname zodanig samen dat
het hoofdonderwerp zich binnen de gids bevindt.
De flitser is ingesteld op w Automatisch flitsen, maar de instelling kan worden
gewijzigd (A23).
Y Glimlachtimer is niet beschikbaar (A25).
M Diorama-effect maken
Dit effect is geschikt voor beelden die zijn opgenomen vanaf een hoog punt met het
hoofdonderwerp in het midden van het beeld.
Er wordt een gids weergegeven op de monitor. Stel de opname zodanig samen dat
het hoofdonderwerp zich binnen de gids bevindt.
De flitser is ingesteld op y Flitser uit, maar de instelling kan worden gewijzigd
(A23).
Y Glimlachtimer is niet beschikbaar (A25).
j Een miniatuurfilm maken
Hiermee legt u elke twee seconden een foto vast die er als een miniatuurbeeld uitziet
en voegt u de foto's samen om een film te maken met een maximale duur van
10 seconden.
Dit effect is geschikt voor beelden die zijn opgenomen vanaf een hoog punt met het
hoofdonderwerp in het midden van het beeld.
U kunt geen opnamen maken als geen geheugenkaart is geplaatst. Vervang de
geheugenkaart pas nadat het opnemen is beëindigd.
Gebruik een voldoende opgeladen batterij om te voorkomen dat de camera wordt
uitgeschakeld tijdens het opnemen.
Stel de opname zodanig samen dat het hoofdonderwerp zich binnen de gids bevindt
die op de monitor wordt weergegeven.
Druk de ontspanknop in om het eerste beeld vast te leggen. Scherpstelling, belichting
en kleurtoon zijn vast ingesteld op de waarden die zijn bepaald voor het eerste beeld.
De camera ontspant automatisch de sluiter na het eerste beeld.
Mogelijk wordt na elke opname de monitor uitgeschakeld.
U kunt het opnemen beëindigen door op flexibele knop 1 (Q) te drukken. Als
300 beelden zijn vastgelegd, wordt het opnemen automatisch beëindigd.
Er worden geen geluiden opgenomen of foto's vastgelegd.
Het formaat van het filmkader is vast ingesteld op G Groot (1080p).
De flitser wordt vast ingesteld op y Flitser uit (A23).
Y Glimlachtimer is niet beschikbaar (A25).
32
Opnamefuncties
U kunt een kader weergeven rond uw beelden bij het maken van foto's. Er zijn negen
verschillende kaders beschikbaar.
C Formaat kiezen > A Fotoformaat wordt vast ingesteld op F Klein
(2 megapixel) (A36).
1 Gebruik JK van de
multi-selector om het
gewenste kader te
selecteren en druk op
flexibele knop 4 (O).
U kunt annuleren door op flexibele
knop 1 (Q) te drukken.
U kunt op flexibele knop 3 (c)
drukken om het kader te verwijderen.
2 Kadreer het onderwerp en maak een foto.
B Opmerkingen over Versieren
Het gebied dat wordt vastgelegd wordt kleiner naarmate een dikker kader wordt
geselecteerd.
Bij het gebruik van randloos afdrukken bij het afdrukken van foto's waaraan u een kader
hebt toegevoegd, wordt het kader mogelijk niet afgedrukt.
Versieren
Ga naar de opnamestand M flexibele knop 3 (g) M flexibele knop 3
(A Versieren)
Versieren
33
Opnamefuncties
U kunt de helderheid (belichtingscorrectie) en levendigheid aanpassen bij het
maken van foto's. U kunt ook één specifieke kleur selecteren die u absoluut in uw
opnamen wilt behouden, terwijl de andere kleuren worden omgezet in
zwart-wittinten.
1 Gebruik flexibele knop 2,
3 of 4 om de instelling te
selecteren.
Selecteer b Helderder/
donkerder, c Meer/minder
levendig of P Opvallende
kleur.
2 Gebruik JK van de
multi-selector om van kleur
te veranderen en druk op
flexibele knop 4 (O).
b Helderder/donkerder
(belichtingscorrectie):
Pas de algehele helderheid van het
beeld aan.
c Meer/minder levendig (verzadiging):
Pas de algehele levendigheid van het beeld aan.
P Opvallende kleur:
Selecteer de kleur die u wilt benadrukken. Kleuren die niet zijn geselecteerd
worden gewijzigd in zwart en wit.
Druk op flexibele knop 3 (P) om het effect uit te schakelen.
U kunt annuleren door op flexibele knop 1 (Q) te drukken.
3 Kadreer het onderwerp en maak een foto.
C Kleuren veranderen
De instelling wordt opgeslagen in het geheugen van de camera, zelfs als de camera
wordt uitgeschakeld.
Beelden die zijn aangepast met Kleuren
veranderen worden aangeduid met R.
Kleuren veranderen
Ga naar de opnamestand M flexibele knop 3 (g) M flexibele knop 4
(d Kleuren veranderen)
Helderder/donkerder
Kleuren veranderen
Meer/minder levendig
Opvallende kleur
Helderder/donkerder
34
Opnamefuncties
Hiermee kunt u knopgeluiden en het sluitergeluid configureren. U kunt kiezen uit
acht verschillende geluiden of de geluiden uitschakelen.
1 Druk op flexibele knop 2 of
flexibele knop 3.
y Kies een sluitergeluid: stel
het sluitergeluid in.
x Kies een knopgeluid: stel het
knopgeluid in.
2 Gebruik JK van de multi-selector
om het type geluid te selecteren.
y: stel de standaardgeluiden in.
z: er zijn geen geluiden te horen.
Druk op flexibele knop 3 (A) om het
geselecteerde geluid af te spelen.
U kunt annuleren door op flexibele knop 1 (Q)
te drukken.
Geluiden veranderen
Ga naar de opnamestand M flexibele knop 4 (l) M flexibele knop 2
(u Geluiden veranderen)
y Kies een sluitergeluid
Hiermee kunt u het sluitergeluid selecteren dat te horen is als de sluiter wordt
ontspannen en als de scherpstelling is vergrendeld.
Bij gebruik van Reeks foto's maken (A29) of bij het opnemen van films is het
sluitergeluid niet te horen.
x Kies een knopgeluid
Hiermee kunt u de pieptoon selecteren die te horen is als de camera overschakelt
tussen opname- en afspeelmodus, bij gebruik van de menu's, enzovoort.
Ongeacht deze instelling, blijven de geluiden die hoorbaar zijn als een fout
optreedt en als de camera wordt ingeschakeld onveranderd.
u Geluiden in- of uitschakelen
Alle geluiden in- of uitschakelen.
Kies een sluitergeluid
Geluiden veranderen
Kies een knopgeluid
Geluiden in- of uitschakelen
Kies een sluitergeluid
35
Opnamefuncties
3 Druk op flexibele knop 4
(O).
Het geluid wordt ingesteld.
C Alle geluiden dempen
Druk op het scherm dat wordt weergegeven in stap 1 op flexibele knop 4 (u Geluiden
in- of uitschakelen) M flexibele knop 3 (z Geluiden uitschakelen), in die volgorde, om
alle geluiden te dempen.
U kunt het dempen annuleren door op flexibele knop 4 (u Geluiden in- of
uitschakelen) M flexibele knop 2 (u Geluiden inschakelen) te drukken, in die volgorde.
Kies een sluitergeluid
36
Opnamefuncties
Hiermee stelt u het formaat van foto's en films in.
Fotoformaat kiezen
Selecteer de combinatie van beeldformaat en compressieverhouding die wordt
gebruikt bij het opslaan van beelden. Hoe hoger de instelling voor de beeldmodus,
des te groter het formaat waarop beelden kunnen worden afgedrukt. Hoe lager de
compressieverhouding, des te hoger de kwaliteit van de beelden, maar des te
minder beelden kunnen worden opgeslagen.
* De gewijzigde instelling wordt tevens toegepast op Kies een stijl en Kleuren
veranderen.
* De numerieke waarden geven het aantal pixels aan dat wordt vastgelegd.
Voorbeeld: D Groot (13 megapixels) = circa 13 megapixels, 4160 × 3120 pixels
B Opmerkingen over Fotoformaat
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor gebruik in combinatie met andere functies
(A41).
C Aantal opnamen dat kan worden vastgelegd
Het geschatte aantal beelden dat kan worden opgeslagen kan op de monitor tijdens het
opnemen worden gecontroleerd (A13).
Opmerking: vanwege de JPEG-compressie kan het aantal beelden dat kan worden
opgeslagen sterk variëren afhankelijk van de inhoud van de opname, zelfs bij gebruik van
geheugenkaarten met dezelfde capaciteit en dezelfde instelling voor het fotoformaat.
Bovendien kan het aantal beelden dat kan worden opgeslagen variëren afhankelijk van
het merk van de geheugenkaart.
Als het aantal resterende opnamen 10.000 of meer bedraagt, wordt het aantal resterende
opnamen op de monitor weergegeven als “9999”.
Formaat kiezen
Ga naar de opnamestand* M flexibele knop 4 (l) M flexibele knop 3
(C Formaat kiezen) M flexibele knop 2 (A Fotoformaat)
Optie*
Formaat*
(pixels)
Compressie-
verhouding
Beeldverhouding
(horizontaal bij
verticaal)
D
Groot (13 megapixels)
(standaardinstelling)
4160 × 3120 Circa 1:4 4:3
E Medium (4 megapixel) 2272 × 1704 Circa 1:8 4:3
F Klein (2 megapixel) 1600 × 1200 Circa 1:8 4:3
37
Opnamefuncties
Formaat filmkader kiezen
Selecteer de gewenste filmoptie om op te nemen.
1
Bij gebruik van het interne geheugen van de camera kunt u H Klein (640) of C Klein
(ouderwets) selecteren.
2
Hiermee kunt u films opnemen met een sfeer en tint die vergelijkbaar is met die van films
die zijn opgenomen op oude 8mm-film.
Ga naar de opnamestand M flexibele knop 4 (l) M flexibele knop 3
(C Formaat kiezen) M flexibele knop 3 (N Formaat filmkader)
Optie
Beeldformaat
Beeldverhouding
(horizontaal bij
verticaal)
Beeldsnelheid
G
Groot (1080p)
(standaardinstelling
1
)
1920 × 1080 16:9 Circa 30 bps
H Klein (640) 640 × 480 4:3 Circa 30 bps
C Klein (ouderwets)
2
640 × 480 4:3 Circa 15 bps
38
Opnamefuncties
Het scherpstelveld varieert afhankelijk van de opnamestand en de instellingen.
Gezichtsherkenning gebruiken
Bij de volgende opnamestanden en instellingen
gebruikt de camera gezichtsherkenning om
automatisch scherp te stellen op menselijke
gezichten.
A Richten en foto maken (A22)
Gezichtsdet. onder water (A28),
Intervalfoto's maken (A28) en Reeks foto's
maken (A29) bij gebruik van Kies een stijl
Glimlachtimer (A25)
Wanneer de camera meer dan één gezicht herkent, wordt een dubbele rand
weergegeven rond het gezicht waarop de camera gaat scherpstellen en een enkele
rand rond de andere gezichten.
Als geen gezichten worden herkend terwijl de ontspanknop half is ingedrukt:
In A Richten en foto maken verandert het scherpstelveld afhankelijk van de
compositie en het onderwerp.
In Intervalfoto's maken, Reeks foto's maken of Glimlachtimer stelt de
camera scherp op het midden van het beeld.
B Opmerkingen over gezichtsherkenning
Het vermogen van de camera om gezichten te herkennen, is afhankelijk van een reeks
van factoren, waaronder de richting waarin de gezichten kijken.
De camera kan in de volgende situaties geen gezichten herkennen:
- Als een gezicht deels verscholen ligt achter een zonnebril of een ander voorwerp.
- Als een gezicht te veel of te weinig ruimte beslaat in het beeld.
Scherpstelling
1100
25m 0s
39
Opnamefuncties
Huid verzachten gebruiken
Wanneer de sluiter wordt ontspannen terwijl de hieronder genoemde instellingen
worden gebruikt, detecteert de camera gezichten van personen en wordt het beeld
verwerkt om de huidtinten te verzachten (maximaal drie gezichten).
Glimlachtimer (A25)
Bewerkingsfuncties zoals Huid mooier maken in Make-up toevoegen kunnen
zelfs na het opnemen worden toegepast op opgeslagen beelden (A50).
B Opmerkingen over Huid verzachten
Het opslaan van de beelden na de opname kan meer tijd dan gebruikelijk in beslag
nemen.
Onder bepaalde opnameomstandigheden wordt mogelijk niet het gewenste resultaat
bereikt met Huid verzachten en wordt deze functie wellicht toegepast op delen van het
beeld zonder gezichten.
Onderwerpen die niet geschikt zijn voor autofocus
Mogelijk wordt de camera in de volgende situaties niet scherpgesteld zoals
verwacht. Het kan af en toe voorkomen dat niet wordt scherpgesteld op het
onderwerp ondanks het feit dat het scherpstelveld of de scherpstelaanduiding groen
wordt weergegeven:
Het onderwerp is zeer donker.
Er zijn voorwerpen met sterk verschillende helderheid in beeld (bijvoorbeeld
wanneer de zon achter het onderwerp staat, waardoor het onderwerp er heel
donker uitziet).
Er is geen contrast tussen het onderwerp en de omgeving (bijvoorbeeld wanneer
de persoon op de foto een wit overhemd draagt en voor een witte muur staat).
Meerdere voorwerpen bevinden zich op verschillende afstanden van de camera
(bijvoorbeeld een onderwerp binnen in een kooi).
Onderwerpen met herhalende patronen (jaloezieën, gebouwen met meerdere
rijen van ramen van vergelijkbare vorm, enz.).
Het onderwerp beweegt snel.
Druk in bovengenoemde situaties de ontspanknop enkele malen half in om
opnieuw scherp te stellen of stel scherp op een ander onderwerp dat zich op
dezelfde afstand van de camera bevindt als het eigenlijke portretonderwerp en
gebruik de scherpstelvergrendeling (A40).
40
Opnamefuncties
Scherpstelvergrendeling
Opnemen met scherpstelvergrendeling wordt aanbevolen als de camera het
scherpstelveld met het gewenste onderwerp niet activeert. Hierna wordt uitgelegd
hoe u de scherpstelvergrendeling gebruikt wanneer het scherpstelveld wordt
weergegeven in het midden van het beeld.
1 Positioneer het onderwerp
in het midden van het beeld
en druk vervolgens de
ontspanknop half in.
Er wordt scherpgesteld op het
onderwerp en het scherpstelveld
wordt groen weergegeven.
De belichting is eveneens
vergrendeld.
2 Stel de foto opnieuw samen zonder
uw vinger op te tillen.
Handhaaf dezelfde afstand tussen de camera
en het onderwerp.
3 Druk de ontspanknop helemaal in
om de foto te maken.
1/250
F3.3
1/250
F3.3
41
Opnamefuncties
Bepaalde instellingen kunnen niet worden gebruikt met andere menuopties.
Functies die niet tegelijk kunnen worden
gebruikt met het opnemen
Beperkte functie Optie Beschrijving
Flitser
Kies een stijl
(A26)
Als Nachtscènes opnemen, Foto's van
voedsel, Reeks foto's maken, Foto's van
vuurwerk, Tegenlichtscènes opn. of Een
miniatuurfilm maken is geselecteerd, kan de
flitser niet worden gebruikt.
Zelfontspanner
Kies een stijl
(A26)
Als
Gezichtsdet. onder water
,
Intervalfoto's
maken
,
Reeks foto's maken
of
Foto's van
vuurwerk
is geselecteerd, kan de zelfontspanner
niet worden gebruikt.
Glimlachtimer
Kies een stijl
(A26)
Als een optie in Kies een stijl is ingeschakeld,
kan Glimlachtimer niet worden gebruikt.
Opvallende kleur
(A33)
Als
Opvallende kleur
is ingeschakeld, kan
Glimlachtimer
niet worden gebruikt.
Versieren
Glimlachtimer
(A25)
Als Glimlachtimer is ingeschakeld, kan
Versieren niet worden gebruikt.
Kies een stijl
(A26)
Als een optie in Kies een stijl is ingeschakeld,
kan Versieren niet worden gebruikt.
Kleuren
veranderen
Glimlachtimer
(A25)
Als Glimlachtimer is ingeschakeld, kan
Kleuren veranderen niet worden gebruikt.
Kies een stijl
(A26)
Als een optie in Kies een stijl is ingeschakeld,
kan Kleuren veranderen niet worden
gebruikt.
Kies een
sluitergeluid
Reeks foto's maken
(A29)
Als Reeks foto's maken is geselecteerd,
wordt het sluitergeluid uitgeschakeld.
Formaat kiezen
Kies een stijl
(A26)
Als Een miniatuurfilm maken is
ingeschakeld, kan Formaat kiezen niet
worden gebruikt.
Fotoformaat
Versieren
(A32)
Als Versieren is geselecteerd, wordt
Fotoformaat vast ingesteld op F Klein
(2 megapixel).
Datumstempel
Reeks foto's maken
(A29)
Als Reeks foto's maken of Een
miniatuurfilm maken is geselecteerd, kan de
datum niet worden gestempeld op beelden.
42
Opnamefuncties
Elektronische VR
Kies een stijl
(A26)
Als Nachtscènes opnemen, Intervalfoto's
maken, Reeks foto's maken, Foto's van
vuurwerk of Tegenlichtscènes opn. is
geselecteerd, is elektronische VR
uitgeschakeld.
Digitale zoom
Glimlachtimer
(A25)
Wanneer Glimlachtimer is geselecteerd, kan
de digitale zoom niet worden gebruikt.
Kies een stijl
(A26)
Als Nachtscènes opnemen, Foto's onder
water, Gezichtsdet. onder water,
Tegenlichtscènes opn., Zachte foto's
maken, Diorama-effect maken of Een
miniatuurfilm maken is geselecteerd, kan de
digitale zoom niet worden gebruikt.
Beperkte functie Optie Beschrijving
43
Weergavefuncties
Weergavefuncties
Als u op H van de multi-selector drukt in de schermvullende weergave (A17),
wordt ingezoomd op het beeld.
U kunt de zoomfactor wijzigen door op HI te drukken.
Als u een ander deel van de opname wilt bekijken, drukt u op flexibele knop 3 (G)
om de zoomfactor te vergrendelen en drukt u vervolgens op HIJK.
Als u de zoomfactor wilt wijzigen, drukt u op flexibele knop 3 (H) en stelt u
vervolgens de zoomfactor in op de gewenste waarde.
Als een ingezoomde opname wordt weergegeven, drukt u op flexibele knop 1
(S) om terug te keren naar schermvullende weergave.
h Uitsnede: een uitgesneden kopie maken
In de zoomweergave kunt u de opname bijsnijden en het weergegeven onderdeel
van de opname als apart bestand opslaan door op flexibele knop 4 (h) te drukken.
Zoomweergave
44
1 5 / 1 1 / 2 0 1 515/11/2015 1 5 : 3 015:30
H
I
Er wordt ingezoomd op de opname.Schermvullende weergave
Gids voor
weergavegebied
44
Weergavefuncties
Druk op I van de multi-selector in schermvullende weergave (A17) om beelden
weer te geven in overzichten met miniaturen.
Druk tijdens het gebruik van de miniatuurweergave op JK om een beeld te
selecteren. Het geselecteerde beeld wordt nu vergroot weergegeven in het
midden van het scherm. Selecteer een beeld en druk op H. Het geselecteerde
beeld wordt weergegeven in de schermvullende weergave.
Miniatuurweergave
7
15/11/2015
15:30
MiniatuurweergaveSchermvullende weergave
H
I
45
Weergavefuncties
Tijdens het bekijken van beelden in schermvullende weergave kunt u een van de
flexibele knoppen (A5) selecteren en het desbetreffende menu weergeven.
1
Beschikbaar als een foto wordt weergegeven.
2
Deze functie wordt weergegeven als Alle menuopties (A81) is ingesteld op Aan.
3
Deze functie wordt weergegeven als Alle menuopties (A81) is ingesteld op Uit.
Beschikbare functies in de weergavestand
(weergavemenu)
Flexibele knop Optie Beschrijving A
V Spelen met
foto's
Berichten
uitwisselen
1
Hiermee kunt u spraakberichten aan uw
beelden toevoegen.
46
Filtereffecten
1
Hiermee kunt u uw beelden bewerken
met een reeks van verschillende functies.
49
Score geven
2
Hiermee kunt u scores toekennen aan uw
beelden. U kunt alleen de opnamen
weergeven die van een score zijn
voorzien. Hiermee beveiligt u
geselecteerde opnamen tegen ongewild
wissen.
58
Favorieten
3
Hiermee kunt u alleen de beelden
afspelen die zijn toegevoegd aan de
favorieten. Hiermee beveiligt u
geselecteerde opnamen tegen ongewild
wissen.
62
Z Bekijken
Weergeven op
datum
Hiermee kunt u beelden weergeven door
de opnamedatum te selecteren op de
kalender.
66
Diashow
Hiermee kunt u beelden bekijken in een
automatische diashow.
67
n Wissen
Alleen deze foto
wissen
Hiermee kunt u het nu weergegeven
beeld verwijderen.
18
Wis gekozen foto's
Hiermee kunt u meerdere beelden
selecteren en verwijderen.
19
Wis alle foto's Hiermee kunt u alle beelden verwijderen. 18
l Instellingen
Retoucheer
Hiermee kunt u beelden kopiëren of
draaien of een kleine kopie van het
huidige beeld maken.
71
Camera-instellingen
Hiermee kunt u een aantal algemene
instellingen wijzigen.
79
46
Weergavefuncties
Er kunnen spraakberichten worden opgenomen en worden toegevoegd aan
opnamen.
Er kunnen maximaal twee berichten worden gekoppeld aan elk beeld.
Een bericht opnemen
1 Druk op flexibele knop 2
(q Opnemen).
2 Druk op flexibele knop 2
(I Een bericht
opnemen).
U kunt deze optie niet selecteren
als al een bericht aan de opname is
gekoppeld. “Een antwoord
opnemen” (A47)
3 Druk op flexibele knop 2
(q).
Het opnemen wordt gestart. U
kunt een bericht van maximaal
20 seconden opnemen.
Raak de microfoon niet aan.
Druk opnieuw op flexibele knop 2
(q) om het opnemen te stoppen.
Als de batterij leeg raakt, wordt het
opnemen automatisch gestopt.
Het bericht wordt opgeslagen wanneer u in stap 4 op flexibele knop 4 (O) drukt.
U kunt het bericht opnieuw opnemen zolang u niet op flexibele knop 4 drukt.
Druk op flexibele knop 3 (A) om het bericht af te spelen.
Druk op flexibele knop 1 (Q) voor- of nadat u een spraakbericht opneemt om
terug te gaan naar stap 2.
E Berichten uitwisselen
Ga naar de weergavestand M selecteer een beeld M flexibele knop 1 (V) M
flexibele knop 2 (E Berichten uitwisselen)
Opnemen
Berichten uitwisselen
Opnamen afspelen
Opnamen wissen
Een bericht opnemen
Opnemen
Een antwoord opnemen
2 0 s
20s
47
Weergavefuncties
4 Druk op flexibele knop 4
(O).
Bericht opgenomen. wordt
weergegeven en het bericht wordt
aan het beeld gekoppeld.
Wis het huidige bericht voordat u
een nieuw bericht opneemt
(A48).
Een antwoord opnemen
1 Druk op flexibele knop 2
(q Opnemen).
2 Druk op flexibele knop 3
(J Een antwoord
opnemen).
U kunt deze optie niet selecteren
als geen bericht aan de opname is
gekoppeld. “Een bericht
opnemen” (A46)
3 Druk op flexibele knop 2
(q).
Nadat het opnemen is gestart, zijn
de bewerkingen dezelfde als bij
“Een bericht opnemen” (A46).
1 0 s
10s
Opnemen
Berichten uitwisselen
Opnamen afspelen
Opnamen wissen
Een bericht opnemen
Opnemen
Een antwoord opnemen
2 0 s
20s
48
Weergavefuncties
Opnamen afspelen
Druk op flexibele knop 3 (K Opnamen
afspelen).
De camera speelt het bericht af. Als twee
berichten zijn opgenomen, worden deze direct
na elkaar afgespeeld.
Druk op flexibele knop 1 (Q) om het afspelen te
stoppen.
Druk op HI van de multi-selector tijdens het
afspelen om het weergavevolume aan te passen.
Als de batterij leeg raakt, wordt het afspelen automatisch gestopt.
Opnamen wissen
1 Druk op flexibele knop 4
(L Opnamen wissen).
Als u een beeld selecteert dat een
scoremarkering (A58) bevat of
een beeld dat is toegevoegd aan
favorieten (A62), wordt een
bevestigingsbericht weergegeven.
- R Ja: Hiermee wordt de score
verwijderd of wordt het beeld
uit favorieten verwijderd en
wordt het scherm in stap
2 weergegeven.
- S Nee: Hiermee gaat u terug naar stap 1.
2 Druk op flexibele knop 3
(R Ja) als het
bevestigingsbericht wordt
weergegeven.
Alleen de opname wordt
verwijderd. Als zowel een bericht
als een antwoord is opgenomen,
worden deze beide gewist.
10s
Opnemen
Berichten uitwisselen
Opnamen afspelen
Opnamen wissen
Ja
Nee
U dient de score uit deze foto
te verwijderen.
Verwijderen?
Ja
Nee
Bestand wordt gewist. OK?
49
Weergavefuncties
Voordat u beelden gaat bewerken
U kunt op eenvoudige wijze beelden bewerken op deze camera. Bewerkte kopieën
worden als aparte bestanden opgeslagen (behalve bij Foto's draaien).
Bewerkte kopieën worden opgeslagen met dezelfde opnamedatum en -tijd als het
origineel.
C Beperkingen bij het bewerken van beelden
Een opname kan maximaal 10 keer worden bewerkt (er geldt geen beperking voor het
aantal keren dat Foto's draaien kan worden toegepast).
Mogelijk kunt u beelden van een beeld formaat niet bewerken of kunt u bepaalde
bewerkingsfuncties niet gebruiken.
V Filtereffecten
50
Weergavefuncties
K Make-up toevoegen
1 Gebruik HIJK van de
multi-selector om het
gezicht te selecteren dat u
wilt retoucheren en druk
op flexibele knop 4 (O).
Als slechts één gezicht wordt
gedetecteerd, gaat u verder naar
stap 2.
2 Gebruik JK om het effect
te selecteren, gebruik
HI om het niveau van
het effect te selecteren en
druk op flexibele knop 4
(O).
U kunt tegelijkertijd meerdere
effecten toepassen.
Pas de instellingen aan of controleer deze voor alle effecten voordat u op flexibele
knop 4 (O) drukt.
F Gezichten kleiner maken, B Huid mooier maken, l Gezichten kleuren,
m Huid minder glanzend, E Wallen verbergen, A Ogen groter maken,
G Ogen witter maken, n Oogschaduw toevoegen, o Mascara
toevoegen, H Tanden witter maken, p Lippen kleuren, D Wangen roder
maken
Druk op flexibele knop 1 (Q) om terug te gaan naar het scherm voor het
selecteren van een persoon.
3 Bekijk het resultaat en druk
vervolgens op flexibele
knop 4 (O).
U kunt de instellingen wijzigen
door op flexibele knop 1 (Q) te
drukken om terug te gaan naar
stap 2.
Ga naar de weergavestand M selecteer een beeld M flexibele knop 1 (V) M
flexibele knop 3 (V Filtereffecten) M druk op JK om K te selecteren M
flexibele knop 4 (O)
Onderwerpselectie
Gezichten kleiner maken
Voorbeeld
51
Weergavefuncties
B Opmerkingen over Make-up toevoegen
Er kan telkens maar één gezicht tegelijk worden bewerkt. Als u Make-up toevoegen op
een ander gezicht wilt toepassen, bewerkt u het bewerkte beeld opnieuw.
Afhankelijk van de richting waarin de gezichten kijken of de helderheid van de gezichten
kan de camera de gezichten mogelijk niet correct detecteren of werkt de functie niet
zoals verwacht.
Als geen gezichten worden gedetecteerd, wordt een waarschuwing weergegeven en
verschijnt het weergavemenu opnieuw.
Alleen beelden die zijn vastgelegd in een beeldformaat van 640 × 480 of groter kunnen
worden bewerkt.
D Fotoalbums maken
Geef opnamen op vergelijkbare wijze weer als een fotoalbum. Er zijn vijf
verschillende ontwerpen voor fotoalbums beschikbaar. Het gemaakte album wordt
opgeslagen als een apart beeld met een grootte van 2 megapixels (1600 × 1200).
1 Gebruik JK van de multi-selector
om een beeld te selecteren.
2 Druk op flexibele knop 2
(S).
Er wordt een vinkje weergegeven.
Er wordt een vinkje weergegeven
of verwijderd wanneer u op
flexibele knop 2 (S) drukt.
Druk op flexibele knop 3 (P)
om alle vinkjes te verwijderen.
Beelden worden gerangschikt in
de volgorde waarin de vinkjes zijn toegevoegd.
Er kunnen tot 20 opnamen worden geselecteerd.
Ga naar de weergavestand M flexibele knop 1 (V) M flexibele knop 3
(V Filtereffecten) M gebruik JK om D te selecteren M flexibele knop 4 (O)
Fotoalbums maken
Fotoalbums maken
52
Weergavefuncties
3 Druk op flexibele knop 4
(O).
4 Gebruik JK van de
multi-selector om het
gewenste ontwerp voor
een fotoalbum te
selecteren en druk op
flexibele knop 4 (O).
Fotoalbums worden pagina voor
pagina weergegeven. Nadat alle pagina's zijn
weergegeven, gaat de camera terug naar het
menu van Spelen met foto's.
U kunt annuleren voordat het fotoalbum wordt
gemaakt door op flexibele knop 1 (S) te
drukken.
B Opmerkingen over het maken van fotoalbums
Films kunnen niet worden geselecteerd.
Deze camera kan geen beelden selecteren die zijn vastgelegd met andere camera's.
Fotoalbums maken
Albumontwerp kiezen
53
Weergavefuncties
W Visoogeffect toevoegen
Laat een beeld eruitzien alsof het is opgenomen met een visoogobjectief. Dit effect is
geschikt voor opnamen die zijn gemaakt met Foto's van dichtbij in het
opnamemenu.
Bevestig het effect en druk
vervolgens op flexibele knop 4
(O).
U kunt annuleren door op flexibele
knop 1 (Q) te drukken.
Z Speelgoedcamera
Laat een beeld eruitzien alsof dit is opgenomen met een speelgoedcamera. Dit effect
is geschikt voor landschappen.
Bevestig het effect en druk
vervolgens op flexibele knop 4
(O).
U kunt annuleren door op flexibele
knop 1 (Q) te drukken.
Ga naar de weergavestand M selecteer een beeld M flexibele knop 1 (V) M
flexibele knop 3 (V Filtereffecten) M druk op JK om W te selecteren M
flexibele knop 4 (O)
Ga naar de weergavestand M selecteer een beeld M flexibele knop 1 (V) M
flexibele knop 3 (V Filtereffecten) M druk op JK om Z te selecteren M
flexibele knop 4 (O)
Visoogeffect toevoegen
Speelgoedcamera
54
Weergavefuncties
Q Foto's zachter maken
Verzacht de opname door een licht waas toe te voegen rond het midden van het
beeld. Er zijn vier wazige gebieden beschikbaar.
Druk op JK van de
multi-selector om een gebied te
selecteren dat u vervaagd wilt
weergeven en druk op flexibele
knop 4 (O).
U kunt een licht waas toevoegen aan
het volledige beeld door op k te
drukken.
U kunt annuleren door op flexibele knop 1 (Q) te drukken.
f Stereffect toevoegen
Produceer sterachtige lichtstralen die naar buiten toe stralen vanuit helder verlichte
objecten, zoals weerkaatsingen van zonlicht of straatverlichting. Dit effect is geschikt
voor nachtonderwerpen.
Bevestig het effect en druk
vervolgens op flexibele knop 4
(O).
U kunt annuleren door op flexibele
knop 1 (Q) te drukken.
Ga naar de weergavestand M selecteer een beeld M flexibele knop 1 (V) M
flexibele knop 3 (V Filtereffecten) M druk op JK om Q te selecteren M
flexibele knop 4 (O)
Ga naar de weergavestand M selecteer een beeld M flexibele knop 1 (V) M
flexibele knop 3 (V Filtereffecten) M druk op JK om f te selecteren M
flexibele knop 4 (O)
Foto's zachter maken
Stereffect toevoegen
55
Weergavefuncties
M Diorama-effect toev.
Laat een opname eruitzien als een miniatuurtafereel dat is opgenomen in de
macro-stand. Dit effect is geschikt voor beelden die vanuit de hoogte worden
gemaakt met het hoofdonderwerp in het midden van het beeld.
Bevestig het effect en druk
vervolgens op flexibele knop 4
(O).
U kunt annuleren door op flexibele
knop 1 (Q) te drukken.
d Kleuren veranderen
Pas de kleuren van beelden aan.
Gebruik JK van de
multi-selector om de gewenste
instelling te selecteren en druk
op flexibele knop 4 (O).
De volgende kleurinstellingen voor
beelden zijn beschikbaar.
1 Levendige kleur
(standaardinstelling): hiermee
verkrijgt u een levendig
fotoprinteffect.
2 Zwart-wit: hiermee slaat u beelden op in zwart-wit.
3 Sepia: voor het opslaan van opnamen in sepiakleuren.
4 Koelblauw: voor monochrome opnamen in koelblauwe tinten.
U kunt annuleren door op flexibele knop 1 (Q) te drukken.
Ga naar de weergavestand M selecteer een beeld M flexibele knop 1 (V) M
flexibele knop 3 (V Filtereffecten) M druk op JK om M te selecteren M
flexibele knop 4 (O)
Ga naar de weergavestand M selecteer een beeld M flexibele knop 1 (V) M
flexibele knop 3 (V Filtereffecten) M druk op JK om d te selecteren M
flexibele knop 4 (O)
Diorama-effect toev.
Kleuren veranderen
1
342
56
Weergavefuncties
P Opvallende kleur
Creëert een zwart-witbeeld waarin alleen de opgegeven kleur behouden blijft.
Gebruik JK van de
multi-selector om een kleur te
selecteren en druk op flexibele
knop 4 (O).
U kunt annuleren door op flexibele
knop 1 (Q) te drukken.
Ga naar de weergavestand M selecteer een beeld M flexibele knop 1 (V) M
flexibele knop 3 (V Filtereffecten) M druk op JK om P te selecteren M
flexibele knop 4 (O)
Opvallende kleur
57
Weergavefuncties
A Versieren
Plaats een kader rond uw beelden. Er zijn negen verschillende kaders beschikbaar.
Het beeldformaat van de bewerkte kopie varieert afhankelijk van het formaat van het
originele beeld, zoals hieronder beschreven.
Als het originele beeld 2 megapixels (1600 × 1200) of groter is, wordt de kopie
opgeslagen met 2 megapixels (1600 × 1200).
Als het originele beeld kleiner is dan 2 megapixels (1600 × 1200), wordt de kopie
opgeslagen in hetzelfde formaat als het origineel.
Gebruik JK van de
multi-selector om het gewenste
kader te selecteren en druk op
flexibele knop 4 (O).
Het kader wordt toegevoegd aan het
beeld en opgeslagen als nieuwe
kopie.
U kunt annuleren door op flexibele
knop 1 (Q) te drukken.
Druk op flexibele knop 3 (c) om het kader te verwijderen.
B Opmerkingen over Versieren
Het frame wordt boven op het beeld weergegeven en vervangt derhalve het
onderliggende gebied van de opname. Dikkere kaders bedekken een groter deel van het
beeld.
Bij het gebruik van randloos afdrukken bij het afdrukken van foto's waaraan u een kader
hebt toegevoegd, wordt het kader mogelijk niet afgedrukt.
Ga naar de weergavestand M selecteer een beeld M flexibele knop 1 (V) M
flexibele knop 3 (V Filtereffecten) M druk op JK om A te selecteren M
flexibele knop 4 (O)
Versieren
58
Weergavefuncties
Deze functie wordt weergegeven als Alle menuopties (A81) is ingesteld op Aan.
Voorzie beelden van een score met behulp van A Uitstekend of B Goed. U kunt
Foto's met score bekijken gebruiken om alleen de beelden weer te geven die van
een score zijn voorzien.
Score geven aan foto's
1 Druk op flexibele knop 2
(A Score geven aan
foto's).
2 Gebruik JK van de
multi-selector om een
opname te selecteren en
druk op flexibele knop 2
(A) of flexibele knop 3 (B).
Beelden met score worden
aangeduid met scoremarkeringen (A of B)
op het weergavescherm en zijn beveiligd.
U kunt twee scoremarkeringen toevoegen aan
een enkel beeld.
B Opmerkingen over beelden met score
Als de geheugenkaart of het interne geheugen van de camera wordt geformatteerd
(A85), worden permanent alle gegevens verwijderd, met inbegrip van beelden met score.
C Score geven
Beelden met score worden tevens toegevoegd aan de Favorieten (A62). Als de score
wordt verwijderd, wordt het beeld tevens verwijderd ut de favorieten.
Scoremarkering A kan worden toegevoegd aan in totaal maximaal 200 beelden, inclusief
de beelden die zijn toegevoegd aan de favorieten. Scoremarkering B kan worden
toegevoegd aan in totaal maximaal 200 beelden.
A Score geven
Ga naar de weergavestand
M
flexibele knop 1 (
V
)
M
flexibele knop 4 (
A
Score
geven)
Score geven aan foto's
Score geven
Foto's met score bekijken
Alle scores verwijderen
1 5
15
1 5 / 1 1 / 2 0 1 5
15/11/2015
1 5 : 3 0
15:30
4
4
59
Weergavefuncties
Scores wijzigen of verwijderen van afzonderlijke beelden
1 Selecteer in stap 2 (A58) van
“Score geven aan foto's” het beeld
met de score die u wilt wijzigen of
verwijderen.
2 Wijzig of verwijder de
score.
Druk op flexibele knop 2 (A) of
flexibele knop 3 (B) om de
geselecteerde scoremarkering toe
te kennen.
Druk op flexibele knop 2 (a) of
flexibele knop 3 (b) om de
scoremarkering voor het
geselecteerde beeld te verwijderen.
15
15/11/2015
15:30
1 5
15
1 5 / 1 1 / 2 0 1 5
15/11/2015
1 5 : 3 0
15:30
60
Weergavefuncties
Foto's met score bekijken
1 Druk op flexibele knop 3
(B Foto's met score
bekijken).
2 Druk op flexibele knop 2
(A Uitstekend) of
flexibele knop 3 (B Goed).
Alleen beelden met de door u
geselecteerde scoremarkering
worden weergegeven.
3 Gebruik JK van de multi-selector
om beelden te bekijken.
Druk op H om het beeld te vergroten.
Druk op I om naar miniatuurweergave te
gaan.
Druk op flexibele knop 1 (Q) om terug te gaan
naar het scherm dat wordt weergegeven in
stap 2.
Druk op flexibele knop 4 (S) om terug te gaan naar de schermvullende weergave
(A17).
B Opmerkingen over het bekijken van foto's met een score
Beelden kunnen niet worden bewerkt, en hun score kan niet worden gewijzigd of
verwijderd, wanneer ze worden afgespeeld met Foto's met score bekijken.
Score geven aan foto's
Score geven
Foto's met score bekijken
Alle scores verwijderen
Uitstekend
Foto's met score bekijken
Goed
4
15/11/2015
15:30
61
Weergavefuncties
Alle scores verwijderen
1 Druk op flexibele knop 4
(S Alle scores
verwijderen).
2 Druk op flexibele knop 2
(a Uitstekend) of flexibele
knop 3 (b Goed).
3 Druk op flexibele knop 3
(R Ja).
De geselecteerde scoremarkering
wordt verwijderd uit alle beelden.
Score geven aan foto's
Score geven
Foto's met score bekijken
Alle scores verwijderen
Uitstekend
Alle scores verwijderen
Goed
Ja
Nee
Alle scores verwijderen?
62
Weergavefuncties
Deze functie wordt weergegeven als Alle menuopties (A81) is ingesteld op Uit.
U kunt Favorieten bekijken gebruiken om alleen de beelden af te spelen die zijn
toegevoegd aan de favorieten.
Toevoeg. aan favorieten
1 Druk op flexibele knop 2
(I Toevoeg. aan
favorieten).
2 Gebruik JK van de
multi-selector om een
favoriet beeld te selecteren
en druk op flexibele knop 2
(I).
Beelden die zijn toegevoegd aan
de favorieten worden weergegeven met s op
het weergavescherm en zijn beveiligd.
B Opmerkingen over beelden die zijn toegevoegd aan de Favorieten
Als de geheugenkaart of het interne geheugen van de camera wordt geformatteerd
(A85), worden permanent alle gegevens verwijderd, met inbegrip van beelden met score.
C Favorieten
Scoremarkering A (A58) wordt toegevoegd aan beelden die zijn toegevoegd aan de
favorieten. Als het beeld uit de favorieten wordt verwijderd, wordt ook de markering
verwijderd.
In totaal kunnen maximaal 200 beelden worden toegevoegd aan de favorieten, inclusief
beelden met score.
I Favorieten
Ga naar de weergavestand M flexibele knop 1 (V) M flexibele knop 4
(I Favorieten)
Toevoeg. aan favorieten
Favorieten
Favorieten bekijken
Uit favorieten verwijder.
1 5
15
1 5 / 1 1 / 2 0 1 5
15/11/2015
1 5 : 3 0
15:30
1 5 / 1 1 / 2 0 1 5
15/11/2015
1 5 : 3 0
15:30
63
Weergavefuncties
Favorieten verwijderen uit individuele beelden
1 Selecteer in stap 2 (A62) van
“Toevoeg. aan favorieten” het beeld
dat u wilt verwijderen uit de
favorieten.
2 Druk op flexibele knop 2
(i).
Het geselecteerde beeld wordt
verwijderd uit de favorieten.
15
15/11/2015
15:30
1 5
15
1 5 / 1 1 / 2 0 1 5
15/11/2015
1 5 : 3 0
15:30
64
Weergavefuncties
Favorieten bekijken
1 Druk op flexibele knop 3
(B Favorieten bekijken).
2 Gebruik JK van de multi-selector
om beelden te bekijken.
Druk op H om het beeld te vergroten.
Druk op I om naar miniatuurweergave te
gaan.
Druk op flexibele knop 1 (Q) om terug te gaan
naar het scherm dat wordt weergegeven in
stap 1.
Druk op flexibele knop 4 (S) om terug te gaan naar de schermvullende weergave
(A17).
B Opmerkingen over Favorieten bekijken
Beelden kunnen niet worden bewerkt en niet uit de favorieten worden verwijderd wanneer
ze worden afgespeeld met Favorieten bekijken.
Toevoeg. aan favorieten
Favorieten
Favorieten bekijken
Uit favorieten verwijder.
15
15/11/2015
15:30
65
Weergavefuncties
Uit favorieten verwijder.
1 Druk op flexibele knop 4
(S Uit favorieten
verwijder.).
2 Druk op flexibele knop 3
(R Ja).
Alle beelden die zijn toegevoegd
aan de favorieten worden
verwijderd.
Toevoeg. aan favorieten
Favorieten
Favorieten bekijken
Uit favorieten verwijder.
Ja
Nee
Alle foto's uit favorieten
verwijderen?
66
Weergavefuncties
Hiermee kunt u beelden weergeven door de opnamedatum te selecteren op de
kalender.
1 Gebruik HIJK van de
multi-selector om de
gewenste datum te
selecteren en druk op
flexibele knop 4 (O).
Beelden worden geselecteerd op
basis van de geselecteerde datum.
Het eerste beeld dat op die datum
werd gemaakt wordt weergegeven.
Een witte achtergrond achter een datum geeft aan dat er op die dag opnamen zijn
gemaakt.
Druk op flexibele knop 2 (K) om de volgende maand weer te geven. Druk op
flexibele knop 3 (J) om de vorige maand weer te geven.
2 Gebruik JK om beelden te
bekijken.
Druk op H om het beeld te vergroten.
Druk op I om naar miniatuurweergave te
gaan.
Druk op flexibele knop 1 (Q) om terug te gaan
naar het scherm dat wordt weergegeven in
stap 1.
Druk op flexibele knop 4 (S) om terug te gaan naar de schermvullende weergave
(A17).
B Opmerkingen over weergeven op datum
De 9000 meest recente beelden kunnen worden weergegeven.
Opnamen die werden gemaakt terwijl de datum nog niet in de camera was ingesteld,
worden beschouwd als opnamen die zijn gemaakt op donderdag 1 januari 2015.
Als filmbestanden worden afgespeeld, wordt alleen het eerste beeld van elke film
weergegeven.
Beelden kunnen niet worden bewerkt wanneer ze worden afgespeeld met Weergeven
op datum.
G Weergeven op datum
Ga naar de weergavestand M flexibele knop 2 (Z) M flexibele knop 2
(G Weergeven op datum)
4
2015
Su
11
MTuWTh F
18 19 20 211516 17
25 26 27 282223 24
29 30
Sa
4567123
1112 13148910
4
15/11/2015
15:30
67
Weergavefuncties
Speel beelden één voor één af in een automatische “diashow”. Als filmbestanden
worden afgespeeld in de diashow, wordt alleen het eerste beeld van elke film
weergegeven.
Tijdens het afspelen wordt achtergrondmuziek weergegeven. De
achtergrondmuziek is afhankelijk van het thema dat is geselecteerd onder n Een
thema kiezen (A70).
Foto's kiezen
1 Druk op flexibele knop 3
(o Foto's kiezen).
Alle beelden afspelen stap 3.
2 Gebruik flexibele knop 2,
3 of 4 om de beelden te
selecteren die u wilt
afspelen.
A Foto's met score bekijken/
Favorieten bekijken: alleen
beelden met score of beelden die
zijn toegevoegd aan de favorieten
worden afgespeeld. Ga verder naar stap 3.
G Kiezen op datum: alleen beelden die op dezelfde dag zijn opgenomen
worden afgespeeld. Selecteer een datum op de kalender, druk op flexibele knop 4
(O) en ga verder met stap 3.
O Kies een reeks: beelden die zijn opgenomen met Intervalfoto's maken
(A28) worden achter elkaar afgespeeld. Deze optie kan alleen worden
geselecteerd wanneer beelden zijn opgenomen met Intervalfoto's maken
(A69).
m Diashow
Ga naar de weergavestand M flexibele knop 2 (Z) M flexibele knop 3
(m Diashow)
Start
Diashow
Foto's kiezen
Een thema kiezen
Foto's met score bekijken
Foto's kiezen
Kiezen op datum
Kies een reeks
68
Weergavefuncties
3 Druk op flexibele knop 2
(A Start).
Start de diashow.
U kunt het afspelen onderbreken
door op flexibele knop 4 (D) te drukken. U
kunt afsluiten door op flexibele knop 1 (Q) te
drukken.
Druk terwijl de diashow wordt afgespeeld op
K van de multi-selector om de volgende
opname weer te geven, of op J om de vorige
opname weer te geven. Houd K of
J ingedrukt om snel vooruit of terug te
spoelen.
Druk tijdens het afspelen op HI om het volume van de achtergrondmuziek aan
te passen.
4 Beëindig de diashow of start deze
opnieuw.
Het scherm rechts wordt weergegeven als de
diashow is onderbroken.
S: u keert terug naar het scherm van stap 1.
E: u geeft de volgende opname weer.
F: u geeft de vorige opname weer.
A: u hervat het afspelen.
Start
Diashow
Foto's kiezen
Een thema kiezen
69
Weergavefuncties
Kies een reeks
1 Druk op flexibele knop 2
(o Foto's kiezen).
Het eerste beeld in de map waar
met Intervalfoto's maken
gemaakte beelden worden
opgeslagen, wordt weergegeven.
2 Druk op flexibele knop 2
(K Volgende reeks) of
flexibele knop 3 (J Vorige
reeks) om de map te
selecteren en druk op
flexibele knop 4 (O).
3 Druk op flexibele knop 3
(n Kies een snelheid).
4 Gebruik flexibele knop 2,
3of 4 om de gewenste
snelheid te selecteren.
Selecteer Snel, Normaal
(standaardinstelling) of Traag.
5 Druk op flexibele knop 4
(O).
Foto's kiezen
Kies een reeks
Kies een snelheid
Volgende reeks
Foto's kiezen
Vorige reeks
Foto's kiezen
Kies een reeks
Kies een snelheid
Snel
Kies een snelheid
Normaal
Traag
Foto's kiezen
Kies een reeks
Kies een snelheid
70
Weergavefuncties
6 Druk op flexibele knop 2
(A Start).
Start de diashow.
Een thema kiezen
1 Druk op flexibele knop 4
(n Een thema kiezen).
2 Gebruik flexibele knop 2,
3 of 4 om een
weergavethema te
selecteren.
U kunt kiezen uit o Animatie
(standaardinstelling), o Popart
en p Klassiek.
3 Druk op flexibele knop 2
(A Start).
Start de diashow.
B Opmerkingen over Diashow
De maximale weergavetijd is ongeveer 30 minuten.
Start
Diashow
Foto's kiezen
Een thema kiezen
Start
Diashow
Foto's kiezen
Een thema kiezen
Animatie
Een thema kiezen
Popart
Klassiek
Start
Diashow
Foto's kiezen
Een thema kiezen
71
Weergavefuncties
Kopieer of draai beelden of maak een kleine kopie van het huidige beeld.
h Kopiëren
Beelden kunnen worden gekopieerd vanaf een geheugenkaart naar het interne
geheugen en omgekeerd.
Als een geheugenkaart zonder beelden wordt geplaatst en de camera in de
weergavestand is gezet, wordt Geheugen bevat geen beelden. weergegeven.
Druk in dat geval op een flexibele knop en selecteer flexibele knop 2
(y Retoucheer) om Kopiëren te selecteren.
1 Druk op flexibele knop 2
(h Kopiëren).
2 Gebruik flexibele knop 2
(k Camera kaart) of
flexibele knop 3 (l Kaart
camera) om de bron en
bestemming van de kopie
te selecteren.
3 Gebruik flexibele knop 2 (j Geselecteerde beelden) of
flexibele knop 3 (i Alle beelden) om de kopieermethode te
selecteren.
Wanneer i Alle beelden is geselecteerd, gaat u verder naar stap 6.
y Retoucheer
Ga naar de weergavestand M flexibele knop 4 (l) M flexibele knop 2
(y Retoucheer)
Kopiëren
Retoucheer
Foto's draaien
Kleine afbeelding
Camera kaart
Kopiëren
Kaart camera
72
Weergavefuncties
4 Gebruik JK van de
multi-selector om een
beeld te selecteren en druk
op flexibele knop 2 (S).
Het geselecteerde beeld wordt
aangegeven met een vinkje.
Er wordt een vinkje weergegeven
of verwijderd wanneer u op
flexibele knop 2 (S) drukt.
Druk op flexibele knop 3 (P) om alle vinkjes te verwijderen.
Herhaal stap 4 als u nog meer beelden wilt selecteren.
5 Druk op flexibele knop 4 (O) om de opnameselectie toe te
passen.
Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven.
6 Druk op flexibele knop 3 (R Ja).
De beelden worden gekopieerd.
B Opmerkingen over Kopiëren
Er kunnen alleen bestanden worden gekopieerd in indelingen die door deze camera
kunnen worden opgenomen.
De werking wordt niet gegarandeerd voor opnamen die werden gemaakt met een
camera van een ander merk of opnamen die werden aangepast op een computer.
De instellingen voor Score geven aan foto's (A58) en Toevoeg. aan favorieten
(A62) die zijn geconfigureerd voor opnamen worden niet gekopieerd.
Geselecteerde beelden
73
Weergavefuncties
d Foto's draaien
Geef de richting op waarin opgeslagen beelden worden weergegeven tijdens het
afspelen.
Foto's kunnen 90 graden linksom en 90 graden rechtsom worden gedraaid.
1 Druk op flexibele knop 3
(d Foto's draaien).
2 Druk op flexibele knop 2
(e) of flexibele knop 3 (f).
Het beeld wordt 90 graden
gedraaid.
3 Druk op flexibele knop 4
(O).
De weergegeven richting wordt
toegepast en de informatie over
de richting wordt opgeslagen bij
het beeld.
Kopiëren
Retoucheer
Foto's draaien
Kleine afbeelding
Foto's draaien
Foto's draaien
74
Weergavefuncties
s Kleine afbeelding
Hiermee maakt u een kleine kopie van beelden.
1 Druk op flexibele knop 4
(s Kleine afbeelding).
2 Druk op flexibele knop 2
(D) of flexibele knop 3 (E)
om het gewenste
kopieformaat te selecteren
en druk op flexibele knop 4
(O).
Een nieuwe, bewerkte kopie wordt
opgeslagen als een apart beeld
met een compressieverhouding van ongeveer 1:16.
U kunt annuleren door op flexibele knop 1 (Q) te drukken.
B Opmerkingen over Kleine afbeelding
Beelden met een formaat van 640 × 480 of kleiner kunnen niet worden bewerkt met
Kleine afbeelding.
Kopiëren
Retoucheer
Foto's draaien
Kleine afbeelding
Kleine afbeelding
1 0 2 4 ×7 6 8
1024×768
75
Films opnemen en afspelen
Films opnemen en afspelen
Bij gebruik van het interne geheugen van de camera kan de instelling voor het
formaat van het filmkader (A37) worden ingesteld op H Klein (640) of
C Klein (ouderwets).
1 Geef het opnamescherm weer.
Controleer de resterende opnametijd voor
films.
2 Druk op de knop
b (e filmopname) om de
filmopname te starten.
De camera stelt scherp op het midden van het
beeld.
3 Druk nogmaals op de knop b (e filmopname) om het
opnemen te beëindigen.
4 Selecteer een film in de
schermvullende weergave en druk
op H van de multi-selector.
Een beeld waarbij een weergavetijd wordt
weergegeven is een film.
1100
25m 0s
Resterende opnametijd
voor film
12m30s
15/11/2015
15:30
10s
Weergavetijd
76
Films opnemen en afspelen
Gebied dat wordt vastgelegd in films
Het gebied dat wordt vastgelegd in een film varieert afhankelijk van Formaat
filmkader (A37).
Bij het opnemen van films terwijl Elektronische VR (A83) in de
camera-instellingen is ingesteld op Automatisch, is de kijkhoek (het gebied dat
zichtbaar is in het beeld) smal vergeleken bij de kijkhoek bij het nemen van foto's.
Maximale opnametijd voor films
Afzonderlijke filmbestanden kunnen niet groter zijn dan 4 GB en niet langer duren
dan 29 minuten, zelfs als er voldoende vrije ruimte op de geheugenkaart beschikbaar
is voor langere opnamen.
De resterende opnametijd voor een enkele film wordt weergegeven op het
opnamescherm.
De werkelijke resterende opnametijd kan variëren, afhankelijk van de inhoud van
de film, de beweging van het onderwerp of het type geheugenkaart.
Geheugenkaarten met een SD Speed Class-classificatie van 6 of sneller worden
aanbevolen om films op te nemen (A120). De filmopname kan onverwachts
stoppen wanneer geheugenkaarten met een lagere Speed Class-waarde worden
gebruikt.
B Opmerkingen over cameratemperatuur
De camera kan heet worden bij het langdurig opnemen van films of als de camera wordt
gebruikt op een hete locatie.
Als het inwendige van de camera zeer heet wordt bij het opnemen van films, stopt de
camera automatisch met opnemen.
De resterende tijd totdat de camera stopt wordt weergegeven (u10s).
Nadat de camera de opname heeft gestopt, schakelt de camera zichzelf uit.
Laat de camera uitgeschakeld tot de binnenzijde van de camera is afgekoeld.
77
Films opnemen en afspelen
Opmerkingen over het opnemen van films
B Opmerkingen over het opslaan van beelden of films
De aanduiding die het aantal resterende opnamen aangeeft of de aanduiding die de
resterende filmduur aangeeft knippert tijdens het opslaan van beelden of films. Open het
deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet en laat de batterijen of
geheugenkaart zitten terwijl een aanduiding knippert. Als u dit niet doet, kunnen
gegevens verloren gaan of kan de camera of de geheugenkaart beschadigd raken.
B Opmerkingen over opgenomen films
De optische zoomfactor kan niet worden gewijzigd nadat het opnemen is gestart.
De beeldkwaliteit wordt mogelijk minder als de digitale zoom wordt gebruikt.
Het geluid van de werking van de multi-selector, de scherpstelbewegingen van het
objectief en de werking van het diafragma bij verandering van de helderheid kunnen
worden opgenomen.
De volgende fenomenen kunnen op de monitor worden vastgesteld terwijl films worden
opgenomen. Deze fenomenen worden opgeslagen in de opgenomen films.
- In beelden die werden gemaakt bij TL-licht, kwikdamplampen of natriumdamplampen
kan er bandvorming optreden.
- Onderwerpen die zich snel van de ene kant van het beeld naar de andere kant
verplaatsen, zoals een trein of wagen, kunnen er scheef uitzien.
- Het volledige filmbeeld kan scheef zijn wanneer de camera wordt gezwenkt.
- Verlichting of andere heldere gebieden kunnen spookbeelden geven wanneer de
camera wordt verplaatst.
Afhankelijk van de afstand tot het onderweg of de hoeveelheid zoom die wordt
toegepast, kunnen gekleurde strepen verschijnen in onderwerpen in herhaalde patronen
(stoffen, ruitjesvensters enz.) tijdens het opnemen en afspelen van films. Dit doet zich
voor als het patroon in het onderwerp en de lay-out van de beeldsensor elkaar verstoren.
Dit is geen apparaatstoring.
B Opmerkingen over autofocus bij het opnemen van films
De autofocus werkt mogelijk niet zoals verwacht (A39). In dit geval probeert u het
volgende:
Kadreer een ander onderwerp (dat zich op dezelfde afstand van de camera bevindt als het
gewenste onderwerp) in het midden van het beeld, druk op de knop b (e filmopname)
om de opname te starten en wijzig daarna de compositie.
78
Films opnemen en afspelen
U kunt het volume aanpassen door op
HI van de multi-selector te drukken
terwijl een film wordt afgespeeld.
U kunt de flexibele knoppen gebruiken
om de volgende bewerkingen uit te
voeren.
Handelingen tijdens het afspelen van films
Functie
Pictogram
Beschrijving
Vooruitspoelen
B
Houd de knop ingedrukt om de film vooruit te spoelen.
Terugspoelen
C
Houd de knop ingedrukt om de film terug te spoelen.
Pauze D
Onderbreek de weergave. De onderstaande handelingen kunnen
worden uitgevoerd terwijl de weergave is onderbroken.
E
Spoel de film één beeld vooruit. Houd de knop ingedrukt
om continu vooruit te spoelen.
F
Spoel de film één beeld terug. Houd de knop ingedrukt om
continu terug te spoelen.
A
Hervat het afspelen.
Einde
S
Ga terug naar de stand voor schermvullende weergave.
5 s
5s
In de
pauzestand
Tijdens weergave
Volume-aanduiding
79
Algemene camera-instellingen
Algemene camera-instellingen
De instellingen van de onderstaande menuopties kunnen worden geconfigureerd.
Menu Camera-instellingen
Ga naar de opname- of weergavestand M flexibele knop 4 (l) M flexibele knop
4 (l Camera-instellingen)
Optie Beschrijving A
Welkomstscherm
Hiermee kunt u selecteren of al dan niet het
welkomstscherm wordt weergegeven wanneer de
camera wordt ingeschakeld.
80
Datum en tijd Hiermee kunt u de cameraklok instellen. 80
Alle menuopties
Hiermee kunt u instellen of u alle camerafuncties wilt
gebruiken.
81
Helderheid
Hiermee kunt u de helderheid van de monitor
aanpassen.
82
Datumstempel
Hiermee kunt u de opnamedatum afdrukken op
beelden.
82
Elektronische VR
Hiermee kunt u aangeven of u elektronische VR
(vibratiereductie) wilt gebruiken tijdens het maken van
opnamen.
83
AF-hulplicht
Hiermee kunt u de AF-hulpverlichting in- of
uitschakelen.
84
Geheugenkaart form./
Geheug. formatteren
Hiermee kunt u de geheugenkaart of het interne
geheugen formatteren.
85
Taal/Language
Hiermee kunt u de weergavetaal van de camera
wijzigen.
86
Menu-achtergrond
Hiermee kunt u de achtergrond wijzigen die wordt
gebruikt op het menuscherm.
86
Opladen via computer
Hiermee kunt u instellen of de batterij in de camera
wordt opgeladen terwijl de camera is verbonden met
een computer.
87
Standaardwaarden
Hiermee kunt u de standaardinstellingen van de
camera herstellen.
88
Conformiteitsmarkering
Bekijk enkele van de conformiteitsmarkeringen die
deze camera heeft verworven.
88
Firmware-versie Bekijk de huidige firmware-versie van de camera. 88
80
Algemene camera-instellingen
Welkomstscherm
Selecteer of het welkomstscherm al dan niet wordt weergegeven als u de camera
inschakelt.
Datum en tijd
Stel de cameraklok in.
l Camera-instellingen
Ga naar de opname- of weergavestand M flexibele knop 4 (l) M flexibele knop
4 (l Camera-instellingen) M druk op HI M I Welkomstscherm
Optie Beschrijving
h Uit Het welkomstscherm wordt niet weergegeven.
i
Aan
(standaardinstelling)
Er wordt een welkomstscherm met animatie weergegeven.
Hoe vaak u de camera gebruikt en hoeveel opnamen u hebt
gemaakt met de camera is bepalend voor de weergegeven
tekens.
Ga naar de opname- of weergavestand M flexibele knop 4 (l) M flexibele knop
4 (l Camera-instellingen) M druk op HI M J Datum en tijd
Optie Beschrijving
j Datumnotatie
Selecteer Jaar/maand/dag, Maand/dag/jaar of Dag/
maand/jaar.
J Datum en tijd
Selecteer een veld:
Druk op JK van de
multi-selector.
Bewerk de datum en
tijd: Druk op HI.
Pas de instelling toe:
Selecteer de
minuutinstelling en
druk op flexibele knop
4 (O).
Zomertijd instellen: Druk op flexibele knop 3 (m) om
m weer te geven op de monitor en de zomertijd in te
schakelen. Druk op flexibele knop 3 (m) om de zomertijd
uit te schakelen.
Datum en tijd
um
00 00
JDM
201501
/
/
01
:
81
Algemene camera-instellingen
Alle menuopties
Hiermee kunt u instellen of u alle camerafuncties wilt gebruiken.
De volgende functies zijn uitgeschakeld.
Opnamefuncties
- g M Kies een stijl M Zeepbeleffect toevoegen (A30), Neoneffect
toevoegen (A30), Cartooneffect toevoegen (A30)
- l M Geluiden veranderen M Geluiden in- of uitschakelen (A34)
- l M Formaat kiezen M Formaat filmkader M Klein (ouderwets) (A37)
Weergavefuncties
- V M Filtereffecten M Fotoalbums maken (A51)
- Z M Diashow M Een thema kiezen (A70)
Camera-instellingen
- l M Camera-instellingen M Welkomstscherm (A80)
- l M Camera-instellingen M Menu-achtergrond (A86)
De volgende functies veranderen.
Er zijn drie verschillende kaders beschikbaar in g M Ver
sieren (A32
)
U kunt geen geluiden selecteren door gebruik te maken van l M Geluiden
veranderen (A34) M Kies een sluitergeluid en Kies een knopgeluid
Er zijn drie verschillende kaders beschikbaar in V M Filtereffecten M
Versieren (A57)
V M Score geven (A58) verandert in Favorieten (A62)
l M Camera-instellingen M Menu-achtergrond (A86) ontwerp is vast
ingesteld op 5.
Ga naar de opname- of weergavestand M flexibele knop 4 (l) M flexibele knop
4 (l Camera-instellingen) M druk op HI M h Alle menuopties
Optie Beschrijving
h Aan Maakt het gebruik van alle functies mogelijk.
b Uit Bepaalde functies worden als volgt beperkt.
82
Algemene camera-instellingen
Helderheid
Pas de helderheid aan. De standaardinstelling is 3.
Gebruik JK van de multi-selector om de gewenste helderheid te selecteren en
druk op flexibele knop 4 (O).
Datumstempel
De opnamedatum kan als stempel worden
opgenomen op beelden bij het opnemen. De
informatie kan worden afgedrukt, zelfs bij gebruik
van een printer die de functie voor het afdrukken
van de datum niet ondersteunt.
B Opmerkingen over datumstempel
Gestempelde datums vormen een permanent onderdeel van de beeldgegevens en
kunnen niet worden verwijderd. De datum kan niet worden gestempeld op beelden
nadat deze zijn vastgelegd.
De datum kan niet worden gestempeld in de volgende situaties en standen:
-Bij gebruik van Reeks foto's maken
- Een miniatuurfilm maken
- Bij het opnemen van films
C Een opnamedatum afdrukken op beelden zonder datumstempel
U kunt beelden overzetten naar een computer en de ViewNX 2-software (A96) gebruiken
om de opnamedatum af te drukken op de beelden als zij worden afgedrukt.
Ga naar de opname- of weergavestand M flexibele knop 4 (l) M flexibele knop
4 (l Camera-instellingen) M druk op HI M K Helderheid
Ga naar de opname- of weergavestand M flexibele knop 4 (l) M flexibele knop
4 (l Camera-instellingen) M druk op HI M L Datumstempel
Optie Beschrijving
L Datum De datum wordt als stempel op beelden weergegeven.
b
Uit
(standaardinstelling)
De datum wordt niet gestempeld op beelden.
15 .11. 2015
15.11.2015
83
Algemene camera-instellingen
Elektronische VR
Selecteer de instelling voor Elektronische VR (vibratiereductie) die bij de opname
wordt gebruikt.
B Opmerkingen over Elektronische VR
Elektronische VR is uitgeschakeld tijdens het gebruik van de flitser.
Als de belichtingsperiode langer is dan een bepaalde tijdsperiode, werkt elektronische
vibratiereductie niet.
Elektronische VR kan niet worden gebruikt met de volgende stijlen.
- Nachtscènes opnemen (A27)
- Intervalfoto's maken (A28)
- Reeks foto's maken (A29)
- Foto's van vuurwerk (A29)
- Tegenlichtscènes opn. (A29)
Zelfs met de elektronische VR op Automatisch bestaat de mogelijkheid, afhankelijk van
de onderwerpstand (A22) die de camera automatisch selecteert bij gebruik van
A Richten en foto maken, dat de elektronische VR niet werkt.
De effectiviteit van elektronische vibratiereductie neemt af naarmate de camera meer
trilt.
Beelden kunnen ruis bevatten.
Ga naar de opname- of weergavestand M flexibele knop 4 (l) M flexibele knop
4 (l Camera-instellingen) M druk op HI M M Elektronische VR
Optie Beschrijving
M Automatisch
Onder de volgende omstandigheden worden de
gevolgen van het trillen van de camera beperkt tijdens
het maken van opnamen.
Als de flits-stand is ingesteld op y Flitser uit
Bij een lange sluitertijd
Als het onderwerp donker is
Vibratiereductie wordt altijd toegepast bij het opnemen
van films.
b
Uit
(standaardinstelling)
Elektronische vibratiereductie is uitgeschakeld.
84
Algemene camera-instellingen
AF-hulplicht
Ga naar de opname- of weergavestand M flexibele knop 4 (l) M flexibele knop
4 (l Camera-instellingen) M druk op HI M r AF-hulplicht
Optie Beschrijving
u Automatisch
(standaardinstelling)
De AF-hulpverlichting licht automatisch op als u op de
ontspanknop drukt bij onvoldoende verlichting. De
hulpverlichting heeft een bereik van ongeveer 1,9 m in
de maximale groothoekstand en ongeveer 1,7 m in de
maximale telestand.
Merk op dat voor bepaalde instellingen de
AF-hulpverlichting mogelijk niet oplicht.
b Uit De AF-hulpverlichting gaat niet aan.
85
Algemene camera-instellingen
Geheugenkaart form./Geheug. formatteren
Gebruik deze optie om een geheugenkaart of het interne geheugen te formatteren.
Als de geheugenkaarten of het interne geheugen worden geformatteerd,
worden alle gegevens permanent verwijderd. Eenmaal gewiste gegevens
kunt u niet meer terughalen. Zet belangrijke beelden naar een computer over
voordat u gaat formatteren.
Een geheugenkaart formatteren
Plaats een geheugenkaart in de camera.
Selecteer Geheugenkaart form. in het menu Camera-instellingen.
Het interne geheugen formatteren
Verwijder de geheugenkaart uit de camera.
Selecteer Geheug. formatteren in het menu Camera-instellingen.
Start het formatteren door op flexibele knop 3 (R Formatteren) te drukken op het
scherm dat wordt weergegeven.
Zet de camera niet uit en open het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf niet tijdens het formatteren.
B Opmerkingen over Geheugenkaart form./Geheug. formatteren
U kunt niet formatteren terwijl de beeldvergrendeling (A20) is ingesteld. Schakel de
beeldvergrendeling uit.
Ga naar de opname- of weergavestand M flexibele knop 4 (l) M flexibele knop
4 (l Camera-instellingen) M druk op HI M O Geheug. formatteren/
N Geheugenkaart form.
86
Algemene camera-instellingen
Taal/Language
Selecteer een taal voor weergave van cameramenu's en berichten.
Menu-achtergrond
Selecteer een van de vijf achtergronden voor een menuscherm of de
miniatuurweergave.
Gebruik JK van de multi-selector om het gewenste ontwerp te selecteren en
druk op flexibele knop 4 (O).
Als u de standaardachtergrond wilt herstellen, drukt u op flexibele knop 3 (P).
Ga naar de opname- of weergavestand M flexibele knop 4 (l) M flexibele knop
4 (l Camera-instellingen) M druk op HI M P Taal/Language
Ga naar de opname- of weergavestand M flexibele knop 4 (l) M flexibele knop
4 (l Camera-instellingen) M druk op HI M Q Menu-achtergrond
87
Algemene camera-instellingen
Opladen via computer
B Opmerkingen over opladen via een computer
Als de camera is aangesloten op een computer, wordt de camera ingeschakeld en wordt
het opladen gestart. Als de camera wordt uitgeschakeld, wordt het opladen gestopt.
Het opladen van een volledig lege batterij neemt ongeveer 2 uur en 30 minuten in
beslag. De oplaadtijd neemt toe als beelden worden overgezet tijdens het opladen van
de batterij.
De camera wordt automatisch uitgeschakeld als er gedurende 30 minuten geen
communicatie met de computer is nadat het opladen van de batterij is voltooid.
B Als het oplaadlampje snel groen knippert
Opladen is niet mogelijk, wellicht om een van de hieronder beschreven redenen.
De omgevingstemperatuur is niet geschikt om in op te laden. Laad de batterij
binnenshuis op bij een omgevingstemperatuur van 5°C tot 35°C.
De USB-kabel is niet correct aangesloten of de batterij is defect. Controleer of de
USB-kabel correct is aangesloten of vervang de batterij zo nodig.
De computer bevindt zich in de slaapstand en levert geen stroom. Activeer de computer.
De batterij kan niet worden opgeladen omdat de computer geen stroom kan leveren aan
de camera vanwege de instellingen of specificaties van de computer.
Ga naar de opname- of weergavestand M flexibele knop 4 (l) M flexibele knop
4 (l Camera-instellingen) M druk op HI M g Opladen via computer
Optie Beschrijving
u
Automatisch
(standaardinstelling)
Als de camera is verbonden met een werkende computer (A89),
wordt de batterij die in de camera is geplaatst automatisch
opgeladen met stroom die wordt geleverd door de computer.
b Uit
De batterij die in de camera is geplaatst wordt niet opgeladen als
de camera is verbonden met een computer.
88
Algemene camera-instellingen
Standaardwaarden
Wanneer flexibele knop 3 (R Standaard) is geselecteerd, worden de
camera-instellingen teruggezet naar de standaardwaarden.
Bepaalde instellingen, zoals Datum en tijd of Taal/Language worden niet
teruggezet.
C Bestandsnummering terugzetten
Als u de bestandsnummering wilt terugzetten op “0001”, moet u eerst alle beelden die
opgeslagen zijn op de geheugenkaart of in het interne geheugen wissen (A18) voordat u
Standaardwaarden selecteert.
Conformiteitsmarkering
Bekijk enkele van de conformiteitsmarkeringen waaraan de camera voldoet.
Firmware-versie
Bekijk de huidige firmware-versie van de camera.
Ga naar de opname- of weergavestand M flexibele knop 4 (l) M flexibele knop
4 (l Camera-instellingen) M druk op HI M S Standaardwaarden
Ga naar de opname- of weergavestand M flexibele knop 4 (l) M flexibele knop
4 (l Camera-instellingen) M druk op HI M k Conformiteitsmarkering
Ga naar de opname- of weergavestand M flexibele knop 4 (l) M flexibele knop
4 (l Camera-instellingen) M druk op HI M V Firmware-versie
89
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten
De camera op een televisie,
printer of computer aansluiten
U kunt nog meer plezier aan foto's en films beleven door de camera aan te sluiten op
een tv, printer of computer.
Voordat u de camera aansluit op een extern apparaat, controleert u of het
batterijniveau voldoende is en schakelt u de camera uit. Open de klep en
controleer of er geen waterdruppels zichtbaar zijn. Als dat wel het geval is, veegt u
de camera droog met een zachte droge doek voordat u deze aansluit. Schakel de
camera uit voordat u kabels loskoppelt.
Als de lichtnetadapter EH-62G (apart verkrijgbaar) wordt gebruikt, kan deze
camera van stroom worden voorzien via een elektrisch stopcontact. Gebruik geen
lichtnetadapter van een ander merk of model, omdat dat kan leiden tot
oververhitting van of een defect aan de camera.
Raadpleeg voor informatie over de verbindingsmethoden en daaropvolgende
activiteiten de documentatie die is meegeleverd met het apparaat plus dit
document.
3
1
2
Steek de connector recht in de aansluiting.
HDMI-microconnector (Type D)
Open het deksel.
Micro-USB-connector
90
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten
Beelden bekijken op een tv A91
Beelden en films die zijn vastgelegd met de camera kunnen
worden bekeken op een tv.
Verbindingsmethode: sluit een in de handel verkrijgbare
HDMI-kabel aan op de HDMI-ingang van de tv.
Beelden afdrukken zonder gebruik te maken van een computer A92
Als u de camera aansluit op een printer die PictBridge ondersteunt,
kunt u beelden afdrukken zonder gebruik te maken van een
computer.
Verbindingsmethode: sluit de camera rechtstreeks op de
USB-poort van de printer aan via de meegeleverde USB-kabel.
Beelden bekijken en ordenen op een computer A96
U kunt beelden naar een computer overdragen om eenvoudige
retoucheringswerkzaamheden uit te voeren en beeldgegevens te
beheren.
Verbindingsmethode: sluit de camera op de USB-poort van de
computer aan via de USB-kabel.
Installeer, voordat u een aansluiting met een computer tot stand
brengt, ViewNX 2 op de computer (A96).
Als er USB-toestellen zijn aangesloten die stroom krijgen van de
computer, koppel ze dan van de computer los voordat u de
camera erop aansluit. Wanneer u tegelijk de camera en andere
USB-toestellen op dezelfde computer aansluit, kan er een
storing optreden of kan er te veel stroom van de computer
worden gevoerd, waardoor de camera of de geheugenkaart
beschadigd kan raken.
91
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten
1 Zet de camera uit en sluit deze aan op de televisie.
Controleer of de stekkers correct zijn geplaatst. Plaats of verwijder de stekkers niet
onder een hoek bij het aansluiten of loskoppelen.
2 Stel de invoer van de televisie in op externe invoer.
Raadpleeg de documentatie bij uw televisie voor nadere details.
3 Houd de knop c (opname/
weergave) ingedrukt om de camera
aan te zetten.
Er worden beelden weergegeven op de
televisie.
De monitor van de camera wordt niet
ingeschakeld.
C Beeldresolutie tijdens tv-uitvoer
De optie die het best geschikt is voor de tv waarop de camera is aangesloten, wordt
automatisch gekozen. Mogelijke waarden zijn 1080i, 720p of 480p.
C HDMI
HDMI (High-Definition Multimedia Interface) is een multimedia-interface.
De camera op een televisie aansluiten
3
1
2
HDMI-microconnector (Type D) naar HDMI-aansluiting
92
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten
Gebruikers van een PictBridge-compatibele printer kunnen de camera rechtstreeks
op de printer aansluiten en opnamen afdrukken zonder gebruik te maken van een
computer.
De camera op een printer aansluiten
1 Zet de printer aan.
2 Zet de camera uit en sluit deze aan op de printer met de
USB-kabel.
Controleer of de stekkers correct zijn geplaatst. Plaats of verwijder de stekkers niet
onder een hoek bij het aansluiten of loskoppelen.
3 De camera wordt automatisch ingeschakeld.
Het opstartscherm van PictBridge (1) wordt weergegeven op de monitor van
de camera, gevolgd door het scherm Afdrukselectie (2).
De camera op een printer aansluiten
3
1
2
Afdrukselectie
12
93
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten
B Als het PictBridge-opstartscherm niet wordt weergegeven
Als Automatisch is geselecteerd voor Opladen via computer (A87), is het wellicht niet
mogelijk om beelden af te drukken op sommige printers bij een directe verbinding met de
camera. Als het PictBridge-opstartscherm niet wordt weergegeven nadat de camera is
ingeschakeld, schakelt u de camera uit en koppelt u de USB-kabel los. Stel Opladen via
computer in op Uit en sluit de camera opnieuw op de printer aan.
Opnamen één voor één afdrukken
1 Gebruik JK van de
multi-selector om het
gewenste beeld te
selecteren en druk op
flexibele knop 4 (O).
2 Druk op flexibele knop 3
(b Kopieën).
Druk op HI om het gewenste
aantal afdrukken (maximaal 9) in te
stellen en druk op flexibele knop
4(O).
3 Druk op flexibele knop 4
(c Papierformaat).
Druk op JK om het
papierformaat te selecteren en
druk op flexibele knop 4 (O).
Als u wilt afdrukken met de
instelling voor papierformaat die
op de printer is geconfigureerd,
selecteert u Standaard.
De opties voor het papierformaat die beschikbaar zijn op de camera variëren
afhankelijk van de printer die u gebruikt.
4 Druk op flexibele knop 2
(a Afdrukken starten).
Het afdrukken wordt gestart.
Afdrukselectie
Afdrukken starten
Kopieën
Papierformaat
PictBridge
1 afdrukken
Afdrukken starten
Kopieën
Papierformaat
PictBridge
4 afdrukken
Afdrukken starten
Kopieën
Papierformaat
PictBridge
4 afdrukken
94
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten
Meerdere opnamen afdrukken
1 Wanneer het scherm
Afdrukselectie wordt
weergegeven, drukt u op
flexibele knop 3 (p).
2 Druk op flexibele knop 4
(c Papierformaat).
Druk op JK om het
papierformaat te selecteren en
druk op flexibele knop 4 (O).
Als u wilt afdrukken met de
instelling voor papierformaat die
op de printer is geconfigureerd,
selecteert u Standaard.
De opties voor het papierformaat die beschikbaar zijn op de camera variëren
afhankelijk van de printer die u gebruikt.
U kunt het afdrukmenu verlaten door op flexibele knop 1 (Q) te drukken.
3 Gebruik flexibele knop 2 of
3 om de afdrukmethode te
selecteren.
Selecteer o Afdrukselectie of
k Druk alle beelden af.
Afdrukselectie
Afdrukselectie
Druk alle beelden af
Afdrukmenu
Papierformaat
Afdrukselectie
Druk alle beelden af
Afdrukmenu
Papierformaat
95
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten
Afdrukselectie
Selecteer de opnamen
(maximaal 99) en het aantal
afdrukken (maximaal 9) voor
elke opname.
Gebruik JK van de
multi-selector om
opnamen te selecteren
en gebruik flexibele knop
2 (X) of flexibele knop
3(Y) om het aantal af te
drukken exemplaren op te geven.
Opnamen die zijn geselecteerd voor afdrukken, herkent u aan een vinkje
en het gewenste aantal afdrukken. U kunt de afdrukselectie annuleren
door het aantal exemplaren op 0 te zetten.
Druk op flexibele knop 4 (O) als de instelling voltooid is. Wanneer het
bevestigingsscherm voor het aantal af te drukken exemplaren wordt
weergegeven, drukt u op flexibele knop 2 (a Afdrukken starten) om
te starten met afdrukken.
Druk alle beelden af
Eén kopie van alle opnamen die zijn opgeslagen in het interne geheugen of
op de geheugenkaart wordt afgedrukt.
Wanneer het bevestigingsscherm voor het aantal af te drukken
exemplaren wordt weergegeven, drukt u op flexibele knop 2
(a Afdrukken starten) om te starten met afdrukken.
Afdrukselectie
1
1
1
1
2
2
96
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten
ViewNX 2 installeren
ViewNX 2 is gratis software waarmee u foto's en films kunt overzetten op een
computer om deze te bekijken, te bewerken of te delen. Als u ViewNX 2 wilt
installeren, downloadt u het installatieprogramma voor ViewNX 2 van de
onderstaande website en volgt u de installatie-instructies op het scherm.
http://nikonimglib.com/nvnx/
Voor systeemvereisten en andere informatie raadpleegt u de website van Nikon voor
uw regio.
Beelden overzetten naar een computer
1 Bereid een geheugenkaart voor die beelden bevat.
U kunt elk van de onderstaande methoden gebruiken om beelden over te zetten van
een geheugenkaart naar een computer.
SD-geheugenkaartsleuf/kaartlezer: Plaats de geheugenkaart in de kaartsleuf
van uw computer of een (in de handel verkrijgbare kaartlezer) die is aangesloten
op de computer.
Directe USB-verbinding: schakel de camera uit en controleer of de
geheugenkaart in de camera is geplaatst. Sluit de camera op de computer aan met
de USB-kabel.
De camera wordt automatisch ingeschakeld.
U kunt beelden die zijn opgeslagen in het interne geheugen van de camera
overzetten door de geheugenkaart uit de camera te verwijderen voordat u het
toestel aansluit op de computer.
ViewNX 2 gebruiken (beelden overzetten
naar een computer)
3
1
2
97
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten
Als er een bericht wordt weergegeven met de aanduiding dat u een programma
moet kiezen, selecteert u Nikon Transfer 2.
Bij gebruik van Windows 7
Als het rechts getoonde venster
wordt weergegeven, dient u de
onderstaande stappen te volgen
om Nikon Transfer 2 te selecteren.
1Klik onder Afbeeldingen en
video's importeren op
Ander programma. Er wordt
een
programmaselectievenster
weergegeven. Selecteer Bestand importeren met Nikon Transfer 2 en klik
op OK.
2 Dubbelklik op Bestand importeren.
Als de geheugenkaart een groot aantal opnamen bevat, kan het enige tijd duren
voordat Nikon Transfer 2 van start gaat. Wacht totdat Nikon Transfer 2 wordt gestart.
B Opmerkingen over het aansluiten van de USB-kabel
De werking wordt niet gegarandeerd als de camera via een USB-hub op de computer is
aangesloten.
2 Nadat Nikon Transfer 2 is gestart, klikt u op Overspelen
starten.
Het overzetten van beelden begint. Als het overzetten van de beelden is voltooid,
start ViewNX 2 en worden de overgezette beelden weergegeven.
Raadpleeg online help voor meer informatie over het gebruik van ViewNX 2.
3 Verbreek de verbinding.
Als u een kaartlezer of kaartsleuf gebruikt, kiest u de bijbehorende optie in het
besturingssysteem van de computer om de verwisselbare schijf die overeenkomt
met de geheugenkaart uit te werpen en verwijdert u vervolgens de
geheugenkaart uit de kaartlezer of kaartsleuf.
Wanneer de camera is verbonden met de computer, schakelt u de camera uit en
koppelt u de USB-kabel los.
Overspelen
starten
98
Technische opmerkingen
Technische opmerkingen
Behandeling van het product..............................................................................99
De camera...........................................................................................................99
De batterij........................................................................................................100
De lichtnetlaadadapter...............................................................................101
Geheugenkaarten.........................................................................................102
Reiniging en opslag..............................................................................................103
Reinigen ...........................................................................................................103
Opslag...............................................................................................................103
Foutmeldingen ......................................................................................................104
Problemen oplossen ............................................................................................107
Bestandsnamen .....................................................................................................114
Optionele accessoires..........................................................................................115
Specificaties.............................................................................................................116
Goedgekeurde geheugenkaarten..........................................................120
Index ..........................................................................................................................122
Technische opmerkingen
99
Neem de onderstaande voorzorgsmaatregelen en de waarschuwingen die worden
beschreven in “Voor uw veiligheid” (Av-vii) en “<Belangrijk> Schok-, water- en
stofbestendigheid, condens” (Aix-xiv) in acht wanneer u het apparaat gebruikt of
opbergt.
De camera
Stel de camera niet bloot aan zware schokken
Er kan een storing optreden in het product als u het blootstelt aan krachtige schokken of
trillingen. Raak bovendien het objectief niet aan en oefen hier geen kracht op uit.
Vermijd plotselinge temperatuurverschillen
Plotselinge temperatuurverschillen, die bijvoorbeeld kunnen optreden als u op een koude
dag een verwarmd gebouw binnengaat of verlaat, kunnen condensatie in de camera
veroorzaken. U voorkomt condensatie door de camera in de cameratas of in een plastic tas
te doen voordat u het toestel aan plotselinge temperatuurverschillen blootstelt.
Houd de camera uit de buurt van sterke magnetische velden
U mag deze camera niet gebruiken of opbergen in de buurt van apparatuur die een sterke
elektromagnetische straling of magnetische velden produceert. Als u dat wel doet, raakt u
mogelijk gegevens kwijt of treedt er een storing in de camera op.
Richt het objectief niet gedurende langere tijd op een sterke lichtbron
Richt het objectief niet gedurende langere tijd op de zon of een andere sterke lichtbron
wanneer u de camera gebruikt of opbergt. Fel licht kan schade toebrengen aan de
beeldsensor of een wit waas doen ontstaat in foto's.
Schakel het product uit voordat u de voedingsbron of geheugenkaart
verwijdert of loskoppelt
Verwijder de batterij niet terwijl het product is ingeschakeld of terwijl beelden worden
opgeslagen of gewist. Het onderbreken van de stroomtoevoer in dergelijke situaties kan
resulteren in gegevensverlies of in schade aan het productgeheugen of de inwendige
circuits.
Opmerkingen over de monitor
Monitoren en elektronische zoekers worden met een uiterst hoge mate van precisie
gemaakt; minimaal 99,99% van de pixels is werkende, en minder dan 0,01% ontbreekt of
is defect. Het kan voorkomen dat deze schermen pixels bevatten die altijd oplichten (wit,
rood, blauw of groen) of altijd uitstaan (zwart). Dit is geen defect en heeft geen effect op
de afbeeldingen die worden vastgelegd door het apparaat.
Bij helder licht zijn de beelden op de monitor mogelijk niet goed te zien.
Oefen geen druk uit op de monitor, aangezien anders schade of een storing kan
ontstaan. Als de monitor beschadigd raakt, dient u erop te letten dat u zich niet verwondt
aan de glassplinters en te voorkomen dat de vloeibare kristallen in de monitor in
aanraking komen met uw huid, ogen of mond.
Behandeling van het product
100
Technische opmerkingen
De batterij
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
Houd er rekening mee dat de batterij heet kan zijn na gebruik.
Gebruik de batterij niet bij een omgevingstemperatuur van onder 0°C of boven 40°C
aangezien dit tot schade of storingen kan leiden.
Als u iets bemerkt dat niet normaal is, zoals buitensporige hitte, rook of een
ongebruikelijke geur van de batterij, stopt u onmiddellijk met het gebruik en raadpleegt
u uw leverancier of door Nikon goedgekeurde servicevertegenwoordiger.
Nadat u de batterij uit de camera of batterijlader hebt gehaald, doet u de batterij in een
plastic zakje etc. om deze te isoleren.
De batterij opladen
Controleer het batterijniveau voordat u de camera gebruikt. Vervang de batterij zo nodig of
laad de batterij op.
Laad de batterij vóór gebruik binnenshuis op bij een omgevingstemperatuur van 5°C tot
35°C.
Een hoge batterijtemperatuur kan ervoor zorgen dat de batterij niet correct of volledig
wordt opgeladen en dat de batterijprestaties afnemen. De batterij kan heet zijn na
gebruik. Laat de batterij vóór het opladen eerst afkoelen.
Als de batterij die in deze camera is geplaatst wordt opgeladen met de
lichtnetlaadadapter of een computer, wordt de batterij niet opgeladen bij
batterijtemperaturen onder 5°C of boven 55°C.
Bij een batterijtemperatuur tussen 45°C en 55°C kan de oplaadcapaciteit afnemen.
Blijf de batterij niet opladen wanneer deze vol is. Dit kan de werking van de batterij
verminderen.
De batterijtemperatuur kan oplopen tijdens het opladen. Dit is echter geen storing.
Reservebatterijen meenemen
Neem indien mogelijk volledig opgeladen reservebatterijen mee wanneer u foto's wilt
nemen tijdens belangrijke gelegenheden.
De batterij gebruiken in de kou
Op koude dagen is de capaciteit van batterijen vaak minder. Als een lege batterij wordt
gebruikt bij lage temperatuur, wordt de camera mogelijk niet ingeschakeld. Houd
reservebatterijen bij de hand op een warme plek en wissel zo nodig om. Een koude batterij
die u weer opwarmt kan een beetje van zijn lading terugkrijgen.
Contactpunten van batterijen
Vuil op de contactpunten van batterijen kan ertoe leiden dat de camera niet werkt. Als de
contactpunten van de batterij vies zijn, moet u deze vóór gebruik schoonmaken met een
schone, droge doek.
Technische opmerkingen
101
Een lege batterij opladen
Wanneer u de camera in- of uitschakelt terwijl een lege batterij in de camera is geplaatst,
kan dit de gebruiksduur van de batterij verminderen. Laad de lege batterij vóór gebruik op.
De batterij opslaan
Verwijder de batterij altijd uit de camera of optionele batterijlader wanneer u de
apparatuur niet gebruikt. Er worden kleine hoeveelheden stroom aan de batterij
onttrokken terwijl deze zich in de camera bevindt, zelfs als de camera niet wordt gebruikt.
Hierdoor kan de batterij te ver leeglopen en compleet stoppen met werken.
Laad de batterij minstens eenmaal in de zes maanden op en laat de batterij helemaal
leeglopen voordat u hem weer opbergt.
Doe de batterij in een plastic zak, etc. om deze te isoleren en bewaar de batterij op een
koele plek. De batterij moet op een droge plek worden bewaard met een
omgevingstemperatuur van 15°C tot 25°C. Bewaar de batterij niet op een warme of
extreem koude plaats.
Gebruiksduur van de batterij
Wanneer u duidelijk merkt dat een volledig opgeladen batterij zijn lading niet kan
vasthouden bij gebruik op kamertemperatuur, wil dit zeggen dat de batterij aan vervanging
toe is. Koop een nieuwe batterij.
Gebruikte batterijen recyclen
Vervang de batterij wanneer de lading niet behouden blijft. Gebruikte batterijen bevatten
kostbare grondstoffen. Recycle gebruikte batterijen volgens de plaatselijke voorschriften
voor klein chemisch afval.
De lichtnetlaadadapter
De lichtnetlaadadapter EH-71P/EH-73P dient uitsluitend voor gebruik met
compatibele apparaten. Gebruik deze niet met apparaten van een ander merk of
model.
Gebruik geen andere USB-kabel dan de UC-E21. Bij gebruik van een andere
USB-kabel dan de UC-E21 kan zich oververhitting, brand of een elektrische schok
voordoen.
Gebruik onder geen enkele voorwaarde een ander merk of model lichtnetadapter
dan lichtnetlaadadapter EH-71P/EH-73P, en gebruik geen in de handel
verkrijgbare USB-lichtnetadapter of batterijlader voor een mobiele telefoon.
Wanneer u deze voorzorgsmaatregelen niet naleeft, kan dit oververhitting of
schade aan de camera veroorzaken.
De EH-71P/EH-73P is compatibel met wisselstroomstopcontacten van 100–240 V,
50/60 Hz. Bij gebruik in andere landen gebruikt u zo nodig een stekkeradapter (in
de handel verkrijgbaar). Voor meer informatie over stekkeradapters raadpleegt u
uw reisbureau.
102
Technische opmerkingen
Geheugenkaarten
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
Gebruik uitsluitend SD-geheugenkaarten (Secure Digital). Zie “Goedgekeurde
geheugenkaarten“ (A120) voor aanbevolen geheugenkaarten.
Houd de voorzorgsmaatregelen in acht die in de documentatie bij de geheugenkaart
worden beschreven.
Plak geen labels of stickers op geheugenkaarten.
Formatteren
Formatteer de geheugenkaart niet met behulp van een computer.
Vergeet niet, wanneer u voor het eerst een geheugenkaart in de camera plaatst die
eerder in een ander apparaat is gebruikt, om de kaart met deze camera te formatteren.
Wij adviseren om nieuwe geheugenkaarten te formatteren met deze camera voordat u
deze geheugenkaarten met deze camera gebruikt.
Let op: tijdens het formatteren van een geheugenkaart worden alle beelden en
andere gegevens op de geheugenkaart permanent verwijderd. Maak kopieën van
beelden die u wilt behouden voordat u de geheugenkaart gaat formatteren.
Als de melding Ongeformatteerde kaart. Kaart formatteren? wordt weergegeven
wanneer de camera wordt ingeschakeld, moet de geheugenkaart worden
geformatteerd. Als de geheugenkaart gegevens bevat die u niet wilt wissen, drukt u op
flexibele knop 4 (S Nee). Kopieer de benodigde gegevens naar een computer, etc. Start
het formatteren door op flexibele knop 3 (R Ja) te drukken.
Voer bij het formatteren geen van de volgende activiteiten uit wanneer gegevens
worden weggeschreven naar of verwijderd van de geheugenkaart, of tijdens het
overzetten van gegevens naar een computer. Als u zich niet aan deze
voorzorgsmaatregel houdt, kunnen gegevens verloren gaan of kan de camera of de
geheugenkaart beschadigd raken.
- Open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf om de batterijen of de
geheugenkaart te verwijderen of te plaatsen.
-Zet de camera uit.
- Koppel de lichtnetadapter los.
Technische opmerkingen
103
Reinigen
Gebruik geen alcohol, thinner of andere vluchtige chemicaliën.
Opslag
Verwijder de batterij als de camera voor langere tijd niet wordt gebruikt. Voorkom de
vorming van schimmel of meeldauw door de camera minimaal één keer per maand
uit de opbergruimte te halen. Schakel de camera in en ontspan de sluiter enkele
keren voordat u de camera weer opbergt. Sla de camera niet op een van de
volgende locaties op:
slecht geventileerde plekken of plekken met een vochtigheid van meer dan 60%.
plekken die zijn blootgesteld aan temperaturen boven 50°C of onder –10°C
in de nabijheid van apparaten die sterke elektromagnetische velden genereren,
zoals televisie- of radiotoestellen
Houd bij het opslaan van de batterijen de voorzorgsmaatregelen in “De batterij”
(A100) in “Behandeling van het product” (A99) in acht.
Reiniging en opslag
Objectief
Vermijd het om glazen onderdelen aan te raken met uw vingers. Verwijder
stof of pluisjes met een blaasbalgje (meestal een klein pijpje met een
rubberen bal aan het ene uiteinde waarop wordt gedrukt om een
luchtstroom te produceren via het andere uiteinde). U kunt
vingerafdrukken of andere vlekken die niet kunnen worden verwijderd met
een blaasbalgje verwijderen door het objectief af te vegen met een zachte
doek, waarbij u een ronddraaiende beweging maakt vanuit het midden
van het objectief naar de randen toe. Als dit mislukt, reinigt u het objectief
met een doek die licht is bevochtigd met een in de handel verkrijgbare
lensreiniger.
Monitor
Verwijder vuil en stof met behulp van een blaasbalgje. Verwijder
vingerafdrukken en andere vlekken door de monitor te reinigen met een
zachte, droge doek. Zorg er hierbij voor dat u niet te hard drukt.
Camerabody
Gebruik een blaasbalgje om stof, vuil of zand te verwijderen en veeg
vervolgens zachtjes na met een zachte, droge doek.
Steek geen scherpe voorwerpen in de openingen van de microfoon of
luidspreker. Als de binnenzijde van de camera beschadigd raakt, is het
toestel niet langer waterbestendig.
Zie “Opmerkingen over waterbestendigheid en stofdichtheid” (Aix) en
“Camera reinigen na gebruik onder water” (Axii) voor meer informatie.
Let op: vuil of stof in de camera kan schade veroorzaken die niet
door de garantie wordt gedekt.
104
Technische opmerkingen
Raadpleeg de onderstaande tabel als een foutmelding wordt weergegeven.
Foutmeldingen
Melding Oorzaak/Oplossing
A
De batterijtemperatuur is
te hoog. De camera wordt
uitgeschakeld.
De camera wordt automatisch uitgeschakeld.
Wacht totdat de camera of batterij is afgekoeld
voordat u doorgaat met het gebruik van de
camera.
De camera schakelt uit
om oververhitting te
voorkomen.
Geheugenkaart
beschermd tegen
overschrijven.
De schrijfbeveiligingsschuif is vergrendeld.
Schuif de beveiligingsschuif in de “schrijfstand”.
Deze kaart kan niet
gebruikt worden.
Er is een fout opgetreden bij het verkrijgen van
toegang tot de geheugenkaart.
Gebruik een goedgekeurde geheugenkaart.
Controleer of de aansluitingen schoon zijn.
Controleer of de geheugenkaart correct is
geplaatst.
7, 120
Deze geheugenkaart kan
niet gelezen worden.
Ongeformatteerde kaart.
Kaart formatteren?
De geheugenkaart is niet geformatteerd voor
gebruik in de camera.
Door de geheugenkaart te formatteren worden
alle gegevens verwijderd. Als u kopieën van
beelden moet bewaren, drukt u op flexibele knop
4 (S Nee) en slaat u de kopieën op een
computer of ander medium op voordat u de
geheugenkaart gaat formatteren. Druk op
flexibele knop 3 (R Ja) om de geheugenkaart te
formatteren.
102
Geen geheugen meer.
Wis beelden of plaats een nieuwe
geheugenkaart.
7, 18
Beeld kan niet worden
opgeslagen.
Er is een fout opgetreden bij het opslaan van het beeld.
Plaats een nieuwe geheugenkaart of formatteer
de geheugenkaart of het interne geheugen.
85
De camera kan geen nieuwe bestandsnummers
genereren.
Plaats een nieuwe geheugenkaart of formatteer
de geheugenkaart of het interne geheugen.
85
Er is onvoldoende vrije ruimte om de kopie op te slaan.
Wis opnamen van het doelmedium.
18
Er kan geen score aan
andere foto's worden
gegeven.
Er zijn al 200 beelden van een score voorzien of
aan de favorieten toegevoegd.
Verwijder een aantal scores of verwijder enkele
beelden uit de favorieten.
59, 61,
63, 65
Album is vol. Er kunnen
geen foto's worden
toegevoegd.
Technische opmerkingen
105
Beeld kan niet worden gewijzigd.
Controleer of de beelden kunnen worden bewerkt.
49, 112
Kan film niet opnemen.
Er is een time-outfout opgetreden terwijl de film
op de geheugenkaart werd opgeslagen.
Selecteer een geheugenkaart met een hogere
schrijfsnelheid.
76, 120
Geheugen bevat geen beelden.
Er bevinden zich geen opnamen in het interne
geheugen of op de geheugenkaart.
Verwijder de geheugenkaart om beelden in
het interne geheugen weer te geven.
Als u beelden die in het interne geheugen zijn
opgeslagen naar de geheugenkaart wilt
kopiëren, selecteert u Kopiëren in het menu
Retoucheer.
8
71
Bestand bevat geen
beeldgegevens.
Het bestand is niet gemaakt of bewerkt met deze camera.
Het bestand kan niet worden weergegeven op
deze camera.
Bekijk het bestand met een computer of het
apparaat dat werd gebruikt om dit bestand te
maken of bewerken.
Alle beelden zijn
verborgen.
Er zijn geen beelden beschikbaar voor een diashow, enz.
67
Objectieffout. Zet de
camera uit en weer aan
en probeer het opnieuw.
Als de fout zich blijft voordoen, neemt u contact
op met uw leverancier of met een door Nikon
erkende servicedienst.
107
Communicatiefout
Er is een fout opgetreden bij het communiceren
met de printer.
Zet de camera uit en sluit de USB-kabel opnieuw aan.
92
Systeemfout
Er is een fout opgetreden in de interne
schakelingen van de camera.
Zet de camera uit, verwijder de batterij, plaats
deze weer terug en zet de camera aan. Als de
fout zich blijft voordoen, neemt u contact op met
uw leverancier of met een door Nikon erkende
servicedienst.
107
Printerfout: controleer
printerstatus
Druk, nadat u het probleem hebt opgelost, op
flexibele knop 3 (R Hervatten) om het
afdrukken te hervatten.*
Printerfout: controleer papier.
Laad papier van het opgegeven formaat en druk
vervolgens op flexibele knop 3 (R Hervatten)
om het afdrukken te hervatten.*
Printerfout: papierstoring.
Verwijder het vastgelopen papier en druk op
flexibele knop 3 (R Hervatten) om het
afdrukken te hervatten.*
Printerfout: geen papier.
Laad papier van het opgegeven formaat en druk
vervolgens op flexibele knop 3 (R Hervatten)
om het afdrukken te hervatten.*
Melding Oorzaak/Oplossing
A
106
Technische opmerkingen
* Raadpleeg de printerhandleiding voor meer instructies en informatie.
Printerfout: controleer
inkt.
Er is een probleem met de inkt van de printer.
Controleer de inkt en druk op flexibele knop 3
(R Hervatten) om het afdrukken te hervatten.*
Printerfout: geen inkt.
Vervang de inktpatroon en druk op flexibele
knop 3 (R Hervatten) om het afdrukken te
hervatten.*
Printerfout: beschadigd
bestand.
Er is een probleem met het beeldbestand dat u
wilt afdrukken.
Druk op flexibele knop 4 (S Annuleren) om het
afdrukken te annuleren.
Melding Oorzaak/Oplossing
A
Technische opmerkingen
107
Als de camera niet naar behoren functioneert, raadpleegt u eerst de volgende
algemene problemen voordat u zich tot de leverancier of tot een door Nikon
erkende servicedienst wendt.
Problemen met voeding, scherm, instellingen
Problemen oplossen
Probleem Oorzaak/Oplossing A
De camera is
ingeschakeld, maar
reageert niet.
Wacht totdat de opname beëindigd is.
Als het probleem zich blijft voordoen, zet u de
camera uit.
Als de camera niet uitschakelt, verwijdert u de
batterij of batterijen en plaatst u deze terug. Bij
gebruik van een lichtnetadapter koppelt u de
lichtnetadapter los en sluit u deze weer aan.
Hoewel gegevens verloren gaan die momenteel
worden opgenomen, worden gegevens die reeds
opgenomen zijn niet beïnvloed als de stroombron
wordt verwijderd of losgekoppeld.
De camera kan niet
worden ingeschakeld.
De batterij is leeg. 7, 9, 100
De camera gaat
zonder waarschuwing
uit.
De camera wordt automatisch uitgeschakeld om
stroom te besparen (functie Automatisch uit).
De camera en batterij werken mogelijk niet
correct bij lage temperaturen.
Het inwendige van de camera is heet geworden.
Laat de camera uitgeschakeld tot de binnenzijde
van de camera is afgekoeld en schakel het toestel
daarna pas opnieuw in.
15
100
De monitor is leeg.
De camera staat uit.
De camera wordt automatisch uitgeschakeld om
stroom te besparen (functie Automatisch uit).
Het flitserlampje knippert terwijl de flitser wordt
opgeladen. Wacht totdat het opladen is voltooid.
De camera is verbonden met een tv of computer.
11
15
De camera wordt heet.
De camera kan heet worden als deze lange tijd
wordt gebruikt voor het opnemen van films of als de
camera wordt gebruikt op een hete locatie. Dit is
geen storing.
108
Technische opmerkingen
De batterij die in de
camera is geplaatst
wordt niet opgeladen.
Controleer alle aansluitingen.
Bij aansluiting op een computer wordt de camera
mogelijk om een van de hieronder beschreven
redenen niet opgeladen.
- Uit is geselecteerd voor Opladen via
computer in het menu Camera-instellingen.
- Het opladen van de batterij wordt gestopt als
de camera wordt uitgeschakeld.
- Het opladen van de batterij is niet mogelijk als
de weergavetaal van de camera en de datum
en tijd niet zijn ingesteld, of als de datum en
tijd zijn gereset nadat de klokbatterij van de
camera leeg was. Gebruik de
lichtnetlaadadapter om de batterij op te laden.
- Het opladen van de batterij wordt mogelijk
gestopt als de computer in de slaapstand
wordt gezet.
- Afhankelijk van de computerspecificaties,
instellingen en status, is het opladen van de
batterij wellicht niet mogelijk.
9
87
11, 13
Het beeld op de
monitor is niet goed
zichtbaar.
Pas de helderheid van de monitor aan.
De monitor is vuil. Reinig de monitor.
82
103
E knippert op het
scherm.
Als de cameraklok niet is ingesteld, knippert
E op het opnamescherm en krijgen foto's en
films die zijn opgeslagen voordat de klok werd
ingesteld respectievelijk de datum “00/00/0000
00:00” en “01/01/2015 00:00”. De opnamedatum
en tijd van foto's wordt niet weergegeven tijdens
het afspelen. Stel de juiste datum en het juiste
tijdstip in voor Datum en tijd in het menu
Camera-instellingen.
De klok van de camera is niet zo nauwkeurig als
normale horloges of klokken. Vergelijk af en toe de
tijd van de cameraklok met die van een
nauwkeuriger uurwerk en stel de cameraklok zo
nodig bij.
3, 80
Datum en tijd van de
opname zijn onjuist.
Datumstempel niet
beschikbaar.
Datum en tijd is niet ingesteld in het menu
Camera-instellingen.
80
De datum wordt niet
op opnamen
gestempeld, zelfs als
Datumstempel is
ingeschakeld.
De huidige opnamestand biedt geen
ondersteuning voor Datumstempel.
De datum kan niet op films worden gestempeld.
82
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Technische opmerkingen
109
Problemen bij het opnemen
Het scherm voor het
instellen van tijd en
datum wordt
weergegeven als de
camera wordt
ingeschakeld.
De klokbatterij is leeg; alle instellingen zijn
teruggezet op de standaardwaarden.
11, 13
De standaardwaarden
van de camera
worden hersteld.
Kan niet
Geheugenkaart
form. of Geheug.
formatteren
selecteren.
U kunt niet formatteren terwijl de
beeldvergrendeling is ingesteld.
Schakel de beeldvergrendeling uit.
20
Sommige menuopties
worden niet
weergegeven.
Sommige opties worden niet weergegeven
afhankelijk van de instellingen voor Alle
menuopties. Wijzig de instellingen.
81
De camera maakt een
geluid.
Afhankelijk van de instellingen maakt de camera
mogelijk een hoorbaar geluid bij het scherpstellen.
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Kan niet naar de
opnamestand gaan.
Maak de HDMI- of USB-kabel los. 89
Kan geen foto's of
films opnemen.
Wanneer de camera in de weergavestand staat,
drukt u op de knop c (weergave/opname), de
ontspanknop of de knop b (e).
Wanneer menu's worden weergegeven, drukt u
op de ontspanknop of de knop b (e).
De flitser wordt opgeladen terwijl het
flitserlampje knippert.
De batterij is leeg.
1, 17
1
23
7, 9, 100
De camera kan niet
scherpstellen.
Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Ga verder
van het onderwerp af staan of stel Kies een stijl
in op Foto's van dichtbij.
Het is moeilijk om scherp te stellen op het
onderwerp.
Zet AF-hulplicht in het menu
Camera-instellingen op Automatisch.
Zet de camera uit en weer aan.
27
39
84
Opnamen zijn
onscherp.
Gebruik de flitser.
Schakel elektronische VR in.
Gebruik een statief om de camera te stabiliseren
(tegelijkertijd gebruikmaken van de
zelfontspanner is effectiever).
23
83
24
Probleem Oorzaak/Oplossing A
110
Technische opmerkingen
Er worden heldere
vlekken weergegeven
in opnamen die zijn
gemaakt met flitslicht.
Het flitslicht wordt weerkaatst door deeltjes in de
lucht. Stel de instelling voor de flits-stand in op
y Flitser uit.
23
Flitser treedt niet in
werking.
De flits-stand is ingesteld op y Flitser uit.
Kies een stijl is ingesteld op een functie die de
flitser uitschakelt.
23
27
Digitale zoom kan niet
worden gebruikt.
De digitale zoom kan niet worden gebruikt bij
bepaalde instellingen voor andere functies.
42
Geen geluid wanneer
de sluiter ontspant.
Geluiden in- of uitschakelen in Geluiden
veranderen is ingesteld op Geluiden
uitschakelen, of Kies een sluitergeluid is
ingesteld op z in het opnamemenu.
Het sluitergeluid is niet te horen wanneer Kies
een stijl is ingesteld op Reeks foto's maken.
Blokkeer de luidspreker niet.
34
29
1
AF-hulpverlichting
licht niet op.
Uit is geselecteerd voor AF-hulplicht in het menu
Camera-instellingen. De AF-hulpverlichting gaat,
afhankelijk van de huidige instellingen, eventueel
niet aan, zelfs wanneer Automatisch is
geselecteerd.
84
Opnamen zijn
vlekkerig.
Het objectief is vuil. Reinig het objectief. 103
Kleuren zijn
onnatuurlijk.
De tint is niet goed afgesteld. 27, 33
Willekeurig verspreide
pixels (“ruis”) worden
in het beeld
weergegeven.
Het onderwerp is donker en de sluitertijd is te lang of
de ISO-waarde is te hoog. U kunt ruis verminderen
door de flitser te gebruiken.
23
Opnamen zijn te
donker (onderbelicht).
De flits-stand is ingesteld op y Flitser uit.
Het flitsvenster is afgedekt.
Het onderwerp bevindt zich buiten het bereik van
de flitser.
Pas de belichtingscompensatie aan.
23
14
117
33
Opnamen zijn te licht
(overbelicht).
Pas de belichtingscompensatie aan. 33
Huidtinten worden
niet verz
acht.
In b
epaalde opnameomstandigheden kunnen
huidtinten van gezichten niet worden verzacht.
Gebruik Huid mooier maken in Make-up
toevoegen in het weergavemenu voor beelden
met vier of meer gezichten.
39
50
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Technische opmerkingen
111
Problemen bij het afspelen
Het opslaan van
beelden neemt enige
tijd in beslag.
Het opslaan van beelden kan langer duren in de
volgende situaties:
Wanneer de functie voor ruisonderdrukking actief
is, bijvoorbeeld bij het maken van opnamen in
een donkere omgeving
Als Kies een stijl is ingesteld op Nachtscènes
opnemen, Reeks foto's maken,
Tegenlichtscènes opn., Neoneffect
toevoegen of Cartooneffect toevoegen
Wanneer de functie Huid verzachten wordt
toegepast tijdens de opname
27, 29,
30
39
Op de monitor of op
beelden verschijnt een
ringvormige band of
een streep in alle
kleuren van de
regenboog.
Bij het maken van opnamen met tegenlicht of als
een zeer krachtige lichtbron (zoals zonlicht) in het
beeld wordt weergegeven, kan een ringvormige
band of een streep in alle kleuren van de regenboog
worden weergegeven. Deze beeldschaduwen
worden ook wel “ghosting” genoemd. Verander de
positie van de lichtbron of kadreer het beeld
zodanig dat de lichtbron niet zichtbaar is in het
beeld en probeer het vervolgens opnieuw.
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Bestand kan niet
worden weergegeven.
Deze camera kan mogelijk geen beelden afspelen
die zijn opgeslagen met een digitale camera van
een ander merk of model.
Met deze camera kunnen geen films worden
afgespeeld die zijn opgenomen met een digitale
camera van een ander merk of model.
Deze camera kan mogelijk geen gegevens
afspelen die zijn bewerkt op een computer.
Kan niet op beeld
inzoomen.
Zoomweergave kan niet worden gebruikt bij films
en bij beelden met een formaat van 160 × 120 of
kleiner.
Bij het bekijken van kleine beelden, komt de factor
voor zoomweergave die wordt weergegeven
mogelijk niet overeen met de daadwerkelijke
zoomfactor voor het beeld.
Deze camera kan mogelijk niet inzoomen op beelden
die zijn opgenomen met een digitale camera van een
ander merk of model.
Probleem Oorzaak/Oplossing A
112
Technische opmerkingen
Kan geen berichten
opnemen.
Het is niet mogelijk om berichten toe te voegen
aan films.
Verwijder het bericht voor een beeld voordat u
een nieuwe opname maakt.
Het is niet mogelijk om berichten toe te voegen
aan beelden die met een andere camera zijn
opgenomen.
48
Kan beelden niet
bewerken.
Sommige beelden kunnen niet worden bewerkt.
Beelden die al zijn bewerkt, kunnen niet opnieuw
worden bewerkt.
Er is niet voldoende vrije ruimte beschikbaar op
de geheugenkaart of in het interne geheugen.
Deze camera kan geen beelden bewerken die zijn
vastgelegd met andere camera's.
Bewerkingsfuncties die worden gebruikt voor
beelden zijn niet beschikbaar voor films.
49, 60,
64, 66,
74
Kan beeld niet draaien.
Met deze camera kunnen geen opnamen worden
gedraaid die zijn gemaakt met een digitale camera
van een ander merk of model.
Kan beeld niet wissen.
Beelden kunnen niet worden gewist als de
beeldvergrendeling is ingesteld. Schakel de
beeldvergrendeling uit.
Beelden met score of beelden die zijn
toegevoegd aan de favorieten zijn beveiligd.
Verwijder de scores of verwijder de beelden uit de
favorieten.
20
59, 61,
63, 65
Beelden worden niet
weergegeven op een
televisie.
Een computer of printer is verbonden met de
camera.
De geheugenkaart bevat geen beelden.
Verwijder de geheugenkaart om beelden in het
interne geheugen weer te geven.
8
Nikon Transfer 2 start
niet als de camera is
aangesloten.
De camera staat uit.
De batterij is leeg.
De USB-kabel is niet correct aangesloten.
De camera wordt niet herkend door de computer.
De computer is niet ingesteld om Nikon Transfer
2 automatisch te starten. Voor meer informatie
over Nikon Transfer 2 raadpleegt u de
helpinformatie in ViewNX 2.
87, 89
89, 96
Het
PictBridge-opstartscherm
wordt niet weergegeven
als de camera is
verbonden met een
printer.
Bij sommige PictBridge-compatibele printers wordt
mogelijk het PictBridge-opstartscherm niet
weergegeven en is het wellicht niet mogelijk om
opnamen af te drukken als Automatisch is
geselecteerd voor Opladen via computer in het
menu Camera-instellingen.
Stel Opladen via computer in op Uit en sluit de
camera opnieuw op de printer aan.
87
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Technische opmerkingen
113
Voor afdrukken
gemarkeerde beelden
worden niet
weergegeven.
De geheugenkaart bevat geen beelden.
Verwijder de geheugenkaart om beelden in het
interne geheugen af te drukken.
8
Kan het papierformaat
niet selecteren in de
camera.
In de volgende situaties kan de camera niet worden
gebruikt om het papierformaat te selecteren, zelfs
niet als u afdrukt op een PictBridge-compatibele
printer. Gebruik de printer om het papierformaat te
selecteren.
De printer ondersteunt de door de camera
bepaalde papierformaten niet.
De printer selecteert het papierformaat
automatisch.
Probleem Oorzaak/Oplossing A
114
Technische opmerkingen
De bestandsnamen van foto's, films of berichten zijn op de volgende manier
opgebouwd.
Bestandsnaam: DSCN
0001 .JPG
(1) (2) (3)
Bestandsnamen
(1) Identificatie
Niet weergegeven op het scherm van de camera.
DSCN: Originele foto's, films
DSCA: Bericht
DSCB: Bericht (antwoord)
SSCN: Kleine kopieën
RSCN: Uitgesneden kopieën
FSCN: Beelden die zijn gemaakt met een andere
beeldbewerkingsfunctie dan Uitsnede en Kleine afbeelding,
fotoalbums
(2) Bestandsnummer
Toegewezen op oplopende volgorde, beginnend met “0001” en
eindigend met “9999”.
Er wordt een nieuwe map gemaakt telkens wanneer een reeks
beelden wordt vastgelegd met Intervalfoto's maken, en de
beelden worden opgeslagen in die map met bestandsnummers
die beginnen met “0001”.
(3) Extensie
Geeft bestandsformaat aan.
.JPG: Foto's
.MOV: Films
.WAV: Berichten (bestandsnummer is gelijk aan het beeld
waaraan het bericht is gekoppeld)
Technische opmerkingen
115
Accessoires zijn niet waterdicht.
De beschikbaarheid kan verschillen per land of regio.
Zie onze website of brochures voor de meest recente informatie.
Optionele accessoires
Batterijlader
Batterijlader MH-66
Het duurt ongeveer 1 uur en 50 minuten om een volledig lege
batterij op te laden.
Lichtnetadapter
Lichtnetadapter EH-62G
(aansluiten zoals weergegeven)
Controleer of het netsnoer volledig in de sleuf voor de
voedingsaansluiting is geplaatst voordat u de lichtnetadapter in
het batterijvak plaatst.
Tijdens het gebruik van de lichtnetadapter kunt u het deksel van
het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet sluiten. Trek niet aan
het netsnoer.
Als u aan het snoer trekt, is er geen contact meer tussen de
camera en de voedingsbron, en gaat de camera uit.
116
Technische opmerkingen
Nikon COOLPIX S33 digitale camera
Specificaties
Type
Digitale compactcamera
Aantal effectieve pixels
13,2 miljoen (bij beeldverwerking kan het aantal
effectieve pixels afnemen).
Beeldsensor
1
/3,1-inch type CMOS; circa 14,17 miljoen pixels in totaal
Objectief
NIKKOR-objectief met 3× optische zoom
Brandpuntsafstand
4.1–12.3 mm (beeldhoek komt ongeveer overeen met
die van een 30–90 mm-objectief in 35mm
[135]-formaat)
f-waarde
f/3.3–5.9
Constructie
6 elementen in 5 groepen
Digitale zoom
Tot 4× (beeldhoek komt ongeveer overeen met die van
een 360 mm-objectief in 35mm [135]-formaat)
Vibratiereductie
Elektronische VR (films)
Bewegingsvervagingsreductie
Elektronische VR (foto's)
Autofocus (AF)
Contrastdetectie-AF
Scherpstelbereik
[G]: Ca. 5 cm–,
[T]: Ca. 50 cm–
Foto's van dichtbij, Foto's van voedsel, Foto's
onder water, Spiegelen, Zeepbeleffect
toevoegen, Neoneffect toevoegen,
Cartooneffect toevoegen, Zachte foto's maken,
Diorama-effect maken, Een miniatuurfilm
maken, Opvallende kleur: Ca. 5 cm
(groothoekstand)
(Alle afstanden gemeten vanuit het midden van het
voorste oppervlak van het beschermglas)
Selectie scherpstelveld
Centrum, gezichtsherkenning, AF met doelopsporing
Monitor
6,7 cm (2,7 inch), circa 230.000 beeldpunten, TFT LCD
met anti-reflectiecoating en helderheidsregeling op
5niveaus
Beelddekking
(opnamestand)
Ca. 96% horizontaal en verticaal (vergeleken met
werkelijke beeld)
Beelddekking
(weergavestand)
Ca. 100% horizontaal en verticaal (vergeleken met
werkelijke beeld)
Technische opmerkingen
117
Opslag
Media
Intern geheugen (ca. 25 MB), SD/SDHC/
SDXC-geheugenkaart
Bestandssysteem
Compatibel met DCF en Exif 2.3
Bestandsindelingen
Foto's: JPEG
Spraakberichten: WAV
Films: MOV (Video: H.264/MPEG-4 AVC, Audio: PCM
stereo)
Beeldformaat
(fotoformaat)
13 megapixels [4160 × 3120]
4 megapixels [2272 × 1704]
2 megapixels [1600 × 1200]
ISO-gevoeligheid
(standaard
uitvoergevoeligheid)
ISO 125–1600
Belichting
Lichtmetingsstand
Matrixmeting, centrumgericht (digitale zoom minder
dan 2×), spot (digitale zoom 2× of meer)
Belichtingsregeling
Geprogrammeerde automatische belichting en
belichtingscompensatie
(–2,0 – +2,0 LW in stappen van 1 LW)
Sluiter
Mechanische en elektronische (CMOS) sluiter
Sluitertijd
1
/2000–1 sec.
4 sec. (Kies een stijl is ingesteld op Foto's van
vuurwerk)
Diafragma
Elektronisch gestuurde ND-filterselectie (–2 AV)
Bereik
2 stappen (f/3.3 en f/6.6 [G])
Zelfontspanner
10 sec., glimlachtimer
Flitser
Bereik (circa)
(ISO-waarde:
Automatisch)
[G]: 0,3–3,1 m
[T]: 0,6–1,7 m
Flitserregeling
DDL automatisch flitsen met monitorvoorflitsen
Interface
USB-aansluiting
Micro-USB-connector (gebruik geen andere USB-kabel
dan de UC-E21), Hi-Speed USB
Ondersteunt Direct Print (PictBridge)
HDMI-uitgang HDMI-microconnector (Type D)
118
Technische opmerkingen
Ondersteunde talen
Arabisch, Bengali, Bulgaars, Chinees (Vereenvoudigd en
Traditioneel), Deens, Duits, Engels, Fins, Frans, Grieks,
Hindi, Hongaars, Indonesisch, Italiaans, Japans, Koreaans,
Marathi, Nederlands, Noors, Oekraïens, Perzisch, Pools,
Portugees (Europees en Braziliaans), Roemeens,
Russisch, Servisch, Spaans, Tamil, Telugu, Thai,
Tsjechisch, Turks, Vietnamees, Zweeds
Voedingsbronnen
Eén oplaadbare Li-ionbatterij EN-EL19 (meegeleverd)
Lichtnetadapter EH-62G (apart verkrijgbaar)
Oplaadtijd
Circa 1 uur 40 min. (bij gebruik van lichtnetlaadadapter
EH-71P/EH-73P en als de batterij helemaal leeg was)
Gebruiksduur van de
batterij
1
Foto's Circa 220 opnamen bij gebruik van EN-EL19
Films (werkelijke
gebruiksduur batterij
voor opname)
2
Circa 1 uur 25 min. bij gebruik van EN-EL19
Statiefaansluiting
1/4 (ISO 1222)
Afmetingen (B × H × D)
Ca. 109,5 × 67,0 × 37,6 mm (exclusief uitstekende delen)
Gewicht
Ca. 180 g (inclusief batterij en -geheugenkaart)
Gebruiksomstandigheden
Temperatuur
–10°C – +40°C (voor gebruik op het land)
0°C–40°C (voor gebruik onderwater)
Luchtvochtigheid
85% of minder (geen condens)
Waterbestendig
Equivalent aan JIS/IEC-beschermingsklasse 8 (IPX8)
(onder onze testcondities)
Capaciteit om gedurende 60 minuten en tot op een
diepte van 10 m foto's te maken
Stofbestendig
Equivalent aan JIS/IEC-beschermingsklasse 6 (IP6X)
(onder onze testcondities)
Schokbestendig
Voldoet aan onze testcondities
3
conform met MIL-STD
810F methode 516.5-Shock
Technische opmerkingen
119
Tenzij anders wordt vermeld, hebben alle getallen betrekking op een camera met
volledig opgeladen batterij bij een omgevingstemperatuur van 23 ±3°C zoals
voorgeschreven door de CIPA (Camera and Imaging Products Association), de
vereniging voor camera- en beeldvormingsproducten.
1
De gebruiksduur van de batterijen kan variëren, afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden, zoals de tijd tussen opnamen of de tijdsduur waarin menu's
en beelden worden weergegeven.
2
Individuele filmbestanden kunnen niet groter zijn dan 4 GB en niet langer dan
29 minuten. Het opnemen kan stoppen voordat deze limiet bereikt wordt als de
temperatuur van de camera te hoog oploopt.
3
Val vanaf een hoogte van 1,5 m op een oppervlak van 5 cm dik spaanplaat
(veranderingen in uiterlijk zoals afbladderende verf en vervorming van het
valbeschermingsgedeelte en waterdichtheid maken geen onderdeel uit van de test).
Deze tests garanderen niet dat de camera onder alle omstandigheden onbeschadigd
blijft en probleemloos werkt.
Oplaadbare Li-ionbatterij EN-EL19
Lichtnetlaadadapter EH-71P
Type Oplaadbare lithium-ion batterij
Nominale capaciteit 3,7 V DC, 700 mAh
Gebruikstemperatuur 0°C–40°C
Afmetingen (B × H × D) Circa 31,5 × 39,5 × 6 mm
Gewicht Circa 14,5 g
Nominale invoer 100–240 V AC, 50/60 Hz, MAX 0,2 A
Nominale uitvoer DC 5,0 V, 1,0 A
Gebruikstemperatuur 0°C–40°C
Afmetingen (B × H × D) Circa 55 × 22 × 54 mm (exclusief stekkeradapter)
Gewicht Ca. 48 g (exclusief stekkeradapter)
120
Technische opmerkingen
Lichtnetlaadadapter EH-73P
Nikon kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele fouten in deze handleiding.
Het uiterlijk en de specificaties van dit product kunnen zonder kennisgeving worden
gewijzigd.
Goedgekeurde geheugenkaarten
De volgende SD-geheugenkaarten (Secure Digital) zijn getest en goedgekeurd voor
gebruik in deze camera.
Geheugenkaarten met een SD Speed Class-classificatie van 6 of sneller worden
aanbevolen om films op te nemen. Bij gebruik van een geheugenkaart met een
lagere snelheidsclassificatie kan de opname onverwachts stoppen.
Neem contact op met de fabrikant voor meer informatie over de hierboven vermelde
kaarten. Wij kunnen niet garanderen dat de camera naar behoren werkt bij gebruik van
geheugenkaarten van andere fabrikanten.
Als u een kaartlezer gebruikt, moet u controleren of deze compatibel is met uw
geheugenkaart.
Nominale invoer 100–240 V AC, 50/60 Hz, MAX 0,14 A
Nominale uitvoer DC 5,0 V, 1,0 A
Gebruikstemperatuur 0°C–40°C
Afmetingen (B × H × D) Circa 55 × 22 × 54 mm (exclusief stekkeradapter)
Gewicht Ca. 51 g (exclusief stekkeradapter)
SD-geheugenkaart
SDHC-geheugenkaart
SDXC-geheugenkaart
SanDisk 4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB 64 GB, 128 GB
TOSHIBA 4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB 64 GB
Panasonic 2 GB 4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB 64 GB
Lexar 8 GB, 16 GB, 32 GB 64 GB, 128 GB
Technische opmerkingen
121
Informatie over handelsmerken
, Windows is een gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van Microsoft
Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Adobe, het Adobe-logo en Reader zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of
andere landen.
Het SDXC-, het SDHC- en het SD-logo zijn handelsmerken van SD-3C, LLC.
PictBridge is een handelsmerk.
HDMI, het HDMI-logo en High-Definition Multimedia Interface zijn
handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
Alle overige handelsnamen die in deze handleiding of in andere documentatie bij
uw Nikon-product worden vermeld, zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars.
AVC Patent Portfolio License
Dit product is gelicentieerd onder de AVC Patent Portfolio License voor het
persoonlijk en niet-commercieel gebruik door een consument om (i) video te
coderen in overeenstemming met de AVC-standaard (“AVC-video”) en/of
(ii) AVC-video te decoderen die door een consument werd gecodeerd in het kader
van een persoonlijke en niet-commerciële activiteit en/of werd verkregen van een
videoleverancier die over een licentie beschikt om AVC-video aan te bieden. Er wordt
geen licentie verleend of gesuggereerd voor enig ander gebruik.
Voor meer informatie kunt u terecht bij MPEG LA, L.L.C.
Zie http://www.mpegla.com.
FreeType Licentie (FreeType2)
Delen van deze software zijn beschermd door het auteursrecht © 2012 The FreeType Project
(http://www.freetype.org). Alle rechten voorbehouden.
MIT Licentie (HarfBuzz)
Delen van deze software zijn beschermd door het auteursrecht © 2015 The HarfBuzz Project
(http://www.freedesktop.org/wiki/Software/HarfBuzz). Alle rechten voorbehouden.
122
Technische opmerkingen
Symbolen
A Richten en foto maken .................. 22
c Weergavestand.................................. 17
l Menu Camera-instellingen............ 79
b-knop (e filmopname).............. 1, 75
c-knop (opname/weergave)..... 2, 17
A
Aantal resterende opnamen ...... 13, 36
AF-hulpverlichting.............................. 1, 84
Alle menuopties......................................... 81
Altijd flitsen.................................................... 23
Autofocus....................................................... 39
Automatisch flitsen.................................. 23
Automatisch uit.......................................... 15
B
Batterij.................................................... 7, 9, 13
Batterijlader......................................... 10, 115
Batterijniveau............................................... 13
Batterijvak.......................................................... 2
Beeldvergrendeling ................................. 20
Bekijken........................................................... 45
Belichtingscompensatie........................ 33
Berichten uitwisselen............................. 46
Bestandsnaam.......................................... 114
Borstel................................................................ ix
C
Camera-instellingen ............................... 80
Camerariem....................................................... i
Cartooneffect toevoegen H .... 26, 30
Compressieverhouding......................... 36
Computer............................................. 90, 96
Conformiteitsmarkering....................... 88
D
Datum en tijd....................................... 11, 80
Datumnotatie ...................................... 11, 80
Datumstempel............................................ 82
Deksel batterijvak/
geheugenkaartsleuf .............................. 2, 7
Diafragma ....................................................... 15
Diashow.......................................................... 67
Digitale zoom............................................... 16
Diorama-effect maken M............ 26, 31
Diorama-effect toevoegen.................. 55
E
Een antwoord achterlaten (een
bericht opnemen) .................................... 47
Een bericht achterlaten (een bericht
opnemen)...................................................... 46
Een miniatuurfilm maken j ..... 26, 31
Elektronische VR (vibratiereductie)
.............................................................................. 83
F
Favorieten...................................................... 62
Film afspelen................................................ 75
Filmduur ......................................................... 75
Filmopname................................................. 75
Films opnemen.......................................... 75
Filtereffecten................................................ 49
Firmware-versie.......................................... 88
Flexibele knoppen........................................ 5
Flitser............................................................ 1, 23
Flitser uit ......................................................... 23
Flitserlampje............................................ 2, 23
Flits-stand....................................................... 23
Formaat filmkader .................................... 37
Formaat kiezen........................................... 36
Formatteren ............................................ 8, 85
Foto's draaien.............................................. 73
Foto's met score bekijken.................... 60
Foto's onder water J................... 26, 27
Foto's van dichtbij H .................... 26, 27
Foto's van voedsel X.................... 26, 27
Foto's van vuurwerk K................ 26, 29
Index
123
Technische opmerkingen
Foto's zachter maken............................. 54
Fotoalbums maken.................................. 51
Fotoformaat.................................................. 36
G
Geheugenkaart....................... 7, 102, 120
Geheugenkaarten formatteren... 8, 85
Geheugenkaartsleuf ............................. 2, 7
Geluiden veranderen ............................. 34
Gezichtsdet. onder water J..... 26, 28
Gezichtsherkenning................................. 38
Glimlachtimer.............................................. 25
Groothoek...................................................... 16
H
Half indrukken ............................................. 15
HDMI-kabel........................................... 90, 91
HDMI-microconnector..................... 2, 89
Helderheid..................................................... 33
Helderheid van monitor........................ 82
Hoofdschakelaar/camera-aan-lampje
........................................................................... 1, 11
Huid verzachten gebruiken ................ 39
I
Intern geheugen........................................... 8
Intern geheugen formatteren........... 85
Intervalfoto's maken O................. 26, 28
Inzoomen ....................................................... 16
K
Kies een stijl................................................... 26
Kleine afbeelding...................................... 74
Kleuren veranderen (opnamestand)
............................................................................... 33
Kleuren veranderen (weergavestand)
............................................................................... 55
Knopgeluid................................................... 34
Kopiëren.......................................................... 71
L
Levendigheid............................................... 33
Lichtnetadapter............................... 89, 115
Luidspreker........................................................ 1
M
Make-up toevoegen................................ 50
Menu Camera-instellingen................. 79
Menu-achtergrond .......................... 12, 86
Microfoon (stereo)........................................ 1
Micro-USB-connector
.............................................. 2, 89, 91, 92, 96
Miniatuurweergave ........................ 17, 44
Monitor............................................... 2, 3, 103
Multi-selector.................................................. 2
N
Nachtscènes opnemen D......... 26, 27
Neoneffect toevoegen G.......... 26, 30
Nikon Transfer 2......................................... 97
O
Objectief.................................................. 1, 116
Ontspanknop........................................... 1, 14
Oogje voor camerariem............................ 1
Oplaadbare batterij..................................... 9
Oplaadbare Li-ionbatterij................... 7, 9
Oplaadlampje............................................ 2, 9
Opladen via computer .......................... 87
Opnamemenu............................................. 21
Opnamen afspelen.................................. 48
Opnamen maken...................................... 14
Opnamen wissen...................................... 48
Optionele accessoires.......................... 115
Optische zoom............................................ 16
Opvallende kleur (opnamestand)... 33
Opvallende kleur (weergavestand)
... 56
P
Papierformaat..................................... 93, 94
PictBridge.............................................. 90, 92
Printen............................................ 90, 93, 94
Printer...................................................... 90, 92
R
Rechtstreeks afdrukken ................ 90, 92
Reeks foto's maken I ................. 26, 29
124
Technische opmerkingen
Resterende opnametijd voor films
...................................................................... 75, 76
Retoucheer.................................................... 71
S
Scherpstelaanduiding ............................... 3
Scherpstelling.............................................. 38
Scherpstelveld............................................. 14
Scherpstelvergrendeling ..................... 40
Score geven.................................................. 58
Score geven aan foto's........................... 58
Sluitergeluid................................................. 34
Sluitertijd......................................................... 15
Speelgoedcamera..................................... 53
Spelen met foto's...................................... 45
Spiegelen L......................................... 26, 30
Stand voor schermvullende weergave
............................................................................... 17
Standaardwaarden.................................. 88
Statiefaansluiting............................... 2, 118
Stereffect toevoegen ............................. 54
T
Taal/Language ........................................... 86
Tegenlichtscènes opnemen E
...................................................................... 26, 29
Tele..................................................................... 16
TV................................................................ 90, 91
U
Uitsnede......................................................... 43
Uitzoomen..................................................... 16
USB-kabel ..................................... 90, 92, 96
V
Vergrendelen van beelden beperken
............................................................................... 20
Versieren (opnamestand)..................... 32
Versieren (weergavestand).................. 57
Verzadiging ................................................... 33
ViewNX 2........................................................ 96
Visoogeffect toevoegen........................ 53
Volume................................................... 48, 78
W
Weergave............................................... 17, 78
Weergavemenu ......................................... 45
Weergavestand........................................... 17
Weergeven op datum............................ 66
Welkomstscherm...................................... 80
Wissen...................................................... 18, 45
Z
Zachte foto's maken Q................ 26, 31
Zeepbeleffect toevoegen F.... 26, 30
Zelfontspanner........................................... 24
Zelfontspannerlampje...................... 1, 24
Zomertijd ............................................... 12, 80
Zoomen ........................................................... 16
Zoomweergave.................................. 17, 43
125
Deze handleiding mag op geen enkele manier volledig of
gedeeltelijk (behalve voor korte citaten in kritische artikelen of
besprekingen) worden gereproduceerd zonder de schriftelijke
toestemming van NIKON CORPORATION.
CT6C04(1F)
6MN5651F-04
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148

Nikon COOLPIX S33 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor