13
BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN
Installeren of verwijderen van het zaagblad
LET OP:
•Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en zijn stekker uit het stopcontact is verwijderd alvo-
rens het zaagblad te installeren of te verwijderen.
•Verwijder altijd alle spaanders en verontreinigingen van
het zaagblad, de zaagbladklem en/of de slede. Indien u
dit niet doet, zal het zaagblad niet goed vastgezet zijn,
hetgeen ernstige verwonding kan veroorzaken.
Om het zaagblad te installeren, moet u eerst controleren
of de zaagbladklembus in de vrije stand staat alvorens
het zaagblad erin te steken. Indien de klembus in de
vaste stand staat, draait u de klembus naar de vrije
stand. (Fig. 3)
Steek het zaagblad zo ver mogelijk in de zaagbladklem.
De zaagbladklembus roteert en het zaagblad wordt vast-
gezet. Controleer of het zaagblad niet eruit komt wan-
neer u eraan trekt. (Fig. 4)
OPMERKING:
Als het zaagblad niet diep genoeg erin zit, kan het zaag-
blad tijdens het zagen onverwachts eruit geworpen wor-
den, hetgeen bijzonder gevaarlijk is.
Om het zaagblad te verwijderen, draait u de zaagblad-
klembus volledig in de richting van het pijltje. Het zaag-
blad wordt verwijderd en de zaagbladklembus wordt in de
vrije stand vastgezet. (Fig. 5)
OPMERKING:
Als u het zaagblad verwijdert zonder de klembus volledig
te draaien, zal de klembus mogelijk niet in de vrije stand
worden vastgezet. Draai in dat geval de klembus volledig
in de richting van het pijltje om hem vast in de vrije stand
te zetten.
Bijstellen van de schoen (Fig. 6)
Wanneer een bepaald gedeelte van het zaagblad niet
meer goed snijdt, stel dan de schoen bij om een onge-
bruikt scherp gedeelte van het zaagblad te benutten. Dit
kan de gebruiksduur van het zaagblad verlengen. Voor
het bijstellen van de schoen, wordt de hendel losgedrukt,
zoals in de illustratie aangegeven. Vervolgens wordt de
schoen in de gewenste positie gezet door deze naar
voren of naar achteren te schuiven. De hendel wordt
daarna weer vastgedrukt om de schoen vast te zetten.
Werking van de trekkerschakelaar (Fig. 7)
LET OP:
Alvorens de stekker in een stopkontakt te steken, dient u
altijd te kontroleren of de trekkerschakelaar naar behoren
werkt en bij loslaten naar de “OFF” positie terugkeert.
Voo r ge ree ds ch ap pe n me t e en ve rgre nd el kn op
Om het gereedschap te starten, drukt u gewoon de trek-
kerschakelaar in. Hoe groter de druk op de trekkerscha-
kelaar, hoe sneller het gereedschap draait. Laat de
trekkerschakelaar los om het gereedschap te stoppen.
Voor continu zagen drukt u de trekkerschakelaar in en
dan drukt u de vergrendelknop in. Om het gereedschap
vanuit deze vergrendelde stand te stoppen, drukt u de
trekkerschakelaar volledig in en dan laat u hem los.
Voor gereedschappen me t een ontgrendelknop
Een ontgrendelknop is voorzien om te voorkomen dat de
trekkerschakelaar per toeval wordt ingedrukt. Om het
gereedschap te starten, drukt u eerst de ontgrendelknop
en dan de trekkerschakelaar in. Hoe groter de druk op de
trekkerschakelaar, hoe sneller het gereedschap draait.
Laat de trekkerschakelaar los om het gereedschap te
stoppen.
Bediening (Fig. 8)
Druk de schoen flink tegen het werkstuk aan. Zorg
ervoor dat het gereedschap geen schokken maakt.
Breng vervolgens het zaagblad in contact met het werk-
stuk. Maar eerst met lage zaagsnelheid een geleide-
groef. U kunt daarna met grotere snelheid verder zagen.
LET OP:
• Gebruik voor zagen in metaal altijd een geschikt koel-
middel (snijolie). Laat u dit na dan zal de gebruiksduur
van het zaagblad voortijdig worden verkort.
•Trek voor zagen in metaal altijd handschoenen aan om
uw handen te beschermen tegen wegvliegende hete
metaaldeeltjes.
•Druk tijdens het zagen de schoen altijd flink tegen het
werkstuk aan. Als u tijdens het zagen de schoen van
het werkstuk afneemt, zullen sterke vibraties en/of
kromtrekken van het zaagblad het gevolg zijn. Het
zaagblad kan dan breken hetgeen zeer gevaarlijk is.
ONDERHOUD
LET OP:
Zorg er altijd voor dat het gereedschap is uitgeschakeld
en de stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens
onderhoud aan het gereedschap uit te voeren.
Vervangen van koolborstels (Fig. 9 en 10)
Vervang de borstels wanneer ze tot aan de aangegeven
limiet zijn afgesleten. Beide koolborstels dienen tegelij-
kertijd te worden vervangen.
Opdat het gereedschap veilig en betrouwbaar blijft, die-
nen alle reparaties, onderhoud of afstellingen te worden
uitgevoerd bij een erkend Makita service centrum.
ACCESSOIRES
LET OP:
Deze accessoires of hulpstukken worden aanbevolen
voor gebruik met het Makita gereedschap dat in deze
gebruiksaanwijzing wordt beschreven. Het gebruik van
andere accessoires of hulpstukken kan gevaar voor per-
soonlijke verwonding opleveren. Gebruik de accessoires
of hulpstukken uitsluitend voor het gespecificeerde doel.
Wenst u meer informatie over deze accessoires, neem
dan contact op met het dichtstbijzijnde Makita service-
centrum.
• Reciprozaagblad
•Inbussleutel 4 (Alleen voor JR3030)
•Kunststof koffer