Documenttranscriptie
WAARSCHUWING
Stel het toestel niet bloot aan regen of
vocht om het risico op brand of
elektrocutie te verminderen.
Om brand te voorkomen, mag u de
ventilatieopeningen van het apparaat niet afdekken
met kranten, tafelkleden, gordijnen, enz. Tevens
mag u geen aangestoken kaarsen op het apparaat
zetten.
Installeer de stereo-installatie niet in een krappe
ruimte, zoals een boekenkast of ingebouwde kast.
Om gevaar van brand of elektrische schok te
voorkomen, mogen er geen met water gevulde
voorwerpen zoals vazen op het apparaat worden
geplaatst.
Installeer het systeem zodat de stekker bij
problemen onmiddellijk uit het stopcontact kan
worden getrokken.
Batterijen, of een apparaat dat wordt gebruikt met
geïnstalleerde batterijen, mogen niet worden
blootgesteld aan overmatige hitte zoals zon, vuur of
iets vergelijkbaars.
Gooi de batterij niet weg maar
lever deze in als klein chemisch
afval (KCA).
2NL
Voor klanten in Europa
Verwijdering van oude elektrische en
elektronische apparaten (Toepasbaar
in de Europese Unie en andere
Europese landen met gescheiden
ophaalsystemen)
Het symbool op het product of op de
verpakking wijst erop dat dit product
niet als huishoudelijk afval mag
worden behandeld. Het moet echter
naar een plaats worden gebracht waar
elektrische en elektronische
apparatuur wordt gerecycled. Als u
ervoor zorgt dat dit product op de
correcte manier wordt verwijderd,
voorkomt u voor mens en milieu
negatieve gevolgen die zich zouden
kunnen voordoen in geval van
verkeerde afvalbehandeling. De
recycling van materialen draagt bij tot
het vrijwaren van natuurlijke bronnen.
Voor meer details in verband met het
recyclen van dit product, neemt u
contact op met de gemeentelijke
instanties, het bedrijf of de dienst
belast met de verwijdering van
huishoudafval of de winkel waar u het
product hebt gekocht.
De fabricant van dit product is Sony Corporation, 17-1 Konan Minato-ku Tokyo, 108-0075 Japan. De
geauthoriseerde vertegenwoordiging voor EMC en
produkt veiligheid is Sony Deutschland GmbH,
Hedelfinger Strasse 61, 70327 Stuttgart, Duitsland.
Voor service- of garantiezaken verwijzen wij u graag
naar de addressen in de afzonderlijke service/
garantie documenten.
Over deze gebruiksaanwijzing
• De aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing
gelden voor het model STR-DA5300ES.
Controleer uw modelnummer, dat rechtsonder op
het voorpaneel staat vermeld.
• De aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing
beschrijven de bediening met de toetsen op de
bijgeleverde afstandsbediening. U kunt echter ook
de toetsen van de receiver zelf gebruiken, met
dezelfde of soortgelijke namen als die op de
afstandsbediening.
• "Neural-THX" en "neural THX", die in de
gebruiksaanwijzing ter sprake komen en getoond
worden in het displayvenster en in het GUI
menuscherm, betekenen Neural-THX Surround.
Deze receiver is voorzien van Dolby* Digital en Pro
Logic Surround en het DTS** Digital Surroundsysteem.
* Gefabriceerd onder licentie van Dolby
Laboratories.
Dolby, Pro Logic, Surround EX, en het symbool
double-D zijn handelsmerken van Dolby
Laboratories.
** Geproduceerd onder de licentie van DTS, Inc.
“DTS”, “DTS-ES” en “Neo:6” zijn
gedeponeerde handelsmerken van DTS, Inc. en
“DTS-HD Master Audio”, “DTS-HD High
Resolution Audio” en “DTS 96/24” zijn
handelsmerken van DTS, Inc.
Deze receiver is voorzien van de HDMI™technologie (High-Definition Multimedia
Interface).
handelsmerk dat eigendom is van Neural Audio
Corporation, THX is een handelsmerk van THX
Ltd., dat in bepaalde rechtsgebieden gedeponeerd
zou kunnen zijn.
Deze receiver is voorzien van het lettertype (Shin Go
R) van MORISAWA & COMPANY LTD.
Deze namen zijn handelsmerken van MORISAWA
& COMPANY LTD., en het auteursrecht van het
lettertype is eigendom van MORISAWA &
COMPANY LTD.
iPod is een handelsmerk van Apple Inc.,
geregistreerd in de V.S. en andere landen.
Alle andere handelsmerken en gedeponeerde
handelsmerken zijn het eigendom van hun
respectieve houders. In deze handleiding worden de
symbolen ™ en ® niet vermeld.
Hierbij verklaart Sony Corporation dat deze STRDA5300ES Meerkanaals AV-receiver is in
overeenstemming met de essentiële vereisten en
andere toepasselijke bepalingen van Richtlijn 1999/
5/EG. Nadere informatie kunt u vinden op:
http://www.compliance.sony.de/
Het woordmerk en de logo's van Bluetooth zijn
eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en Sony
Corporation gebruikt deze items onder licentie.
Andere handelsmerken en handelsnamen zijn
eigendom van hun respectieve eigenaren.
"M-crew Server" is een handelsmerk van Sony
Corporation.
"x.v.Colour" is een handelsmerk van Sony
Corporation.
HDMI, het HDMI-logo en High-Definition
Multimedia Interface zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing
LLC.
Dit product, dat gebruik maakt van Neural Surround,
THX Technologies wordt gefabriceerd onder
licentie van Neural Audio Corporation en THX Ltd.
Sony Corporation verleent de gebruiker hierbij een
niet-exclusief, niet-overdraagbaar, beperkt recht op
het gebruik van dit product, en andere gerelateerde
technologieën welke naar behoren gepatenteerd zijn
en eigendom zijn van Neural Audio Corporation en/
of THX Ltd., volgens Amerikaans en buitenlands
octrooirecht en wetgeving met betrekking tot
octrooiaanvragen. Neural Surround is een
3NL
NL
Inhoudsopgave
Voorbereidingen
Beschrijving en positie van onderdelen ........6
1: De luidsprekers opstellen .......................16
2: De luidsprekers aansluiten ......................18
3: Het aansluiten van de monitor ................20
4a: De audio-apparatuur aansluiten ............22
4b: De video-apparatuur aansluiten ............28
5: De antennes aansluiten ...........................41
6: De receiver en afstandsbediening
voorbereiden ..........................................42
7: Bedien de receiver met GUI (Graphical
User Interface) .......................................45
8: De luidsprekers instellen ........................48
9: Het automatisch kalibreren van de juiste
luidsprekeropstelling
(Auto Calibration) .................................50
Gebruik van de middenachterdecodeerfunctie ..................................... 75
Ruimtelijke weergave bij zacht ingesteld
geluid (NIGHT MODE) ........................ 77
Geavanceerde
luidsprekerinstellingen
De luidsprekers handmatig instellen .......... 79
De toonregelaar bijregelen ......................... 86
Bediening van de tuner
Luisteren naar de FM/AM-radio ................ 88
Gebruik van het Radio Data Systeem
(RDS) (alleen Europees model) ............ 91
Andere bedieningsfuncties
Weergave
Een apparaat kiezen ....................................57
Naar een Super Audio CD/cd luisteren ......59
Het bekijken van een dvd/Blu-ray Disc ......60
Een videospelletje spelen ...........................61
Een video bekijken .....................................62
De versterker bedienen
Instellingen voor de audio
(Audio-instelmenu) ................................63
De instellingen voor het video
(Video-instelmenu) ................................64
Instellingen voor HDMI (HDMI-menu) .....64
Instellingen voor het systeem
(System-instelmenu) ..............................65
Genieten van surroundgeluid
Genieten van een voorgeprogrammeerd
geluidsveld .............................................66
Aanpassen van het geluidseffect .................73
4NL
Omzetten van analoge videoingangssignalen ..................................... 93
Gebruik van de DIGITAL MEDIA PORTadapter ................................................... 93
Naamgeving van ingangsbronnen .............. 97
Omschakelen tussen digitale en analoge audio
(INPUT MODE) ................................... 98
Weergave van andere geluids-/
beeldbronnen ......................................... 99
Omschakelen van de aanduidingen op het
display ................................................. 101
Gebruik van de slaaptimer ....................... 105
Opnemen met de receiver ........................ 106
Luisteren naar de geluidsweergave in een
andere ruimte (ZONE 2/ZONE 3
bedieningen) ........................................ 108
Bij aansluiting van twee versterkers ....... 113
Gebruik van het CONTROL Sbedieningssysteem .............................. 114
Bediening zonder aansluiting op de
televisie ............................................... 115
Gebruik van de
afstandsbediening
Elk apparaat met behulp van de
afstandsbediening bedienen ................ 125
Programmeren van de
afstandsbediening ................................ 127
Enkele bedieningen automatisch achter elkaar
uitvoeren (Macrosturing) .................... 130
Instellen van de afstandsbedieningcodes die
nog niet zijn opgeslagen in de
afstandsbediening ................................ 132
De gehele inhoud van het geheugen van de
afstandsbediening wissen .................... 134
Aanvullende informatie
Verklarende woordenlijst ......................... 135
Voorzorgsmaatregelen .............................. 138
Verhelpen van storingen ........................... 139
Technische gegevens ................................ 144
Index ......................................................... 147
5NL
Voorbereidingen
Beschrijving en positie van onderdelen
Voorpaneel
De afdekplaat verwijderen
Druk op PUSH.
U moet de verwijderde afdekplaat buiten het
handbereik van kinderen houden.
Status van de POWER-knop
Uit
De receiver is uitgezet (aanvankelijke
instelling).
Druk op POWER om de receiver in te
schakelen. U kunt de receiver niet met
de afstandsbediening aanzetten.
Aan/wachtstand
Druk op ?/1 op de afstandsbediening
om de receiver aan te zetten of om deze
in de wachtstand te zetten.
Als u drukt op POWER op de receiver
wordt deze uitgeschakeld.
6NL
Naam
A POWER
Druk op de toets om de
receiver in of uit te
schakelen.
B AUTO CAL
MICaansluiting
Voor aansluiting van de
bijgeleverde
optimaliseringsmicrofo
on voor de Digital
Cinema Auto
Calibration-functie (zie
blz. 50).
I Displayscherm Hierop wordt de
huidige status van het
gekozen apparaat of
een lijst van
keuzemogelijkheden
weergegeven (zie
blz. 102).
C TONE MODE
TONE
Past FRONT/
CENTER/
SURROUND/
SURROUND BACK
BASS en TREBLE aan.
Druk herhaaldelijk op
TONE MODE om
BASS of TREBLE, te
selecteren en draai dan
TONE om het niveau
aan te passen.
D MEMORY/
ENTER
Druk op de toets om
een tuner (FM/AM) te
TUNING MODE bedienen (zie blz. 122123).
TUNING
E Infraroodontvanger
Voor ontvangst van de
signalen van de
afstandsbediening.
F DIMMER
Druk herhaaldelijk op
de toets om de
helderheid van het
display in te stellen.
G DISPLAY
H SUR BACK
DECODING
Druk herhaaldelijk op
de toets om de
weergave van de
informatie op het
display te kiezen.
Druk op de toets om de
SB DECODING te
kiezen (zie blz. 76).
Functie
J 2CH/A.DIRECT Indrukken om het
geluidsveld te
A.F.D.
selecteren (zie blz. 66).
MOVIE
MUSIC
K ZONE/
POWER,
SELECT
Druk herhaaldelijk op
SELECT om ruimte 2,
ruimte 3 of de
hoofdruimte te
selecteren. Telkens
wanneer u op POWER
drukt, worden de
uitgangssignalen voor
de geselecteerde ruimte
in- of uitgeschakeld
(zie blz. 108).
L DMPORT
Indrukken om de audio/
video ingangsignalen
van de apparatuur die is
aangesloten op de
DIGITAL MEDIA
PORT-adapter (zie blz.
23, 93) te selecteren.
M HDMI
Druk op de toets om het
ingangssignaal van het
aangesloten apparaat
via de HDMI INaansluiting te kiezen.
N PHONESaansluiting
Hierop kunt u een
hoofdtelefoon
aansluiten.
O SPEAKERS
Hiermee schakelt u
(OFF/A/B/A+B) naar OFF, A, B, A+B
van de
voorluidsprekers (zie
blz. 49).
wordt vervolgd
7NL
Voorbereidingen
Functie
Naam
Naam
Functie
P VIDEO 3 IN/
PORTABLE AV
INaansluitingen
Hiermee sluit u een
draagbare audio/videoapparaat aan zoals een
camcorder of een
videospelletje.
Q MULTI
CHANNEL
DECODING
lamp
Gaat branden bij het
decoderen van
meerkanaals
audiosignalen.
R INPUT
SELECTOR
Draai om de
ingangsbron te
selecteren die u wilt
weergeven.
Om de ingangsbron te
selecteren voor ruimte
2 of 3, drukt u op
ZONE/SELECT (qa)
om eerst ruimte 2 of 3
te selecteren ("ZONE 2
INPUT" of "ZONE 3
INPUT" verschijnt op
het display) en schakelt
u vervolgens INPUT
SELECTOR in om de
ingangsbron te
selecteren.
S MASTER
VOLUME
Draai om gelijktijdig
het geluidsniveau van
alle luidsprekers bij te
regelen.
8NL
Achterpaneel
Voorbereidingen
A DIGITAL INPUT/OUTPUT-gedeelte
OPTICAL IN/ Hiermee sluit u aan
OUTop een dvd-speler,
aansluitingen Super Audio CDspeler enz. De
COAXIAL INCOAXIALaansluitingen
aansluiting zorgt
voor een betere
geluidskwaliteit (zie
blz. 20, 22, 23, 33,
34).
HDMI IN/
OUT*aansluitingen
Voor aansluiting van
een dvd-speler, een
Blu-ray Disc-speler
of een
satellietontvanger.
Voor uitvoer van
geluid- en
beeldsignalen naar
een televisietoestel
of een projector (zie
blz. 20, 29).
B Bedieningsaansluiting voor Sony
van Sony-apparaten en andere
externe apparatuur
IR REMOTE
IN/OUTaansluitingen
Voor de aansluiting
van een
infraroodrelaisstation
(zie blz. 109, 110).
TRIGGER
OUTaansluitingen
Voor aansluiting van
andere 12V
TRIGGERcompatibele
componenten, die u
kunt in- en
uitschakelen door het
versturen van 12V
TRIGGER aan/uitsignalen, of van de
versterker/receiver in
de 2e of 3e ruimte
(zie blz. 111).
CTRL S IN/
OUTaansluitingen
Voor aansluiting van
een Sonytelevisietoestel, dvdspeler of
videorecorder van
Sony met een
CONTROL Saansluiting (zie
blz. 114).
wordt vervolgd
9NL
C DMPORT
Voor aansluiting op
een Sony DIGITAL
MEDIA PORTadapter (zie blz. 23).
D COMPONENT VIDEO INPUT/
OUTPUT-gedeelte
Y, PB/CB, PR/
CR IN/OUT*aansluitingen
Voor aansluiting van
een dvd-speler, een
televisie of een
satellietontvanger
(zie blz. 20, 33, 34).
E ANTENNA-gedeelte
FM
ANTENNAaansluiting
Voor aansluiting van
de, met de receiver
bijgeleverde, FMdraadantenne (zie
blz. 41).
AM
ANTENNAaansluiting
Voor aansluiting van
de, met de receiver
bijgeleverde, AMraamantenne (zie
blz. 41).
F RS-232C-aansluitpoort
Voor onderhoud- en
servicewerkzaamheden.
G AUDIO INPUT/OUTPUT-gedeelte
10NL
AUDIO IN/
OUTaansluitingen
Voor aansluiting met
een cassettedeck of
MD-deck, etc. (zie
blz. 20, 22, 23, 27).
MULTI
CHANNEL
INPUTaansluitingen
Voor aansluiting op
een Super Audio
CD-speler of een
dvd-speler met een
analoge audioaansluiting voor 7.1
of 5.1 kanaalsgeluid
(zie blz. 22, 25).
PRE OUTaansluitingen
Voor aansluiting van
een externe
eindversterker.
H VIDEO/AUDIO INPUT/OUTPUTgedeelte
AUDIO IN/
OUTaansluitingen
VIDEO IN/
OUT*aansluitingen
Voor aansluiting op
een videorecorder of
een dvd-speler, etc.
(zie blz. 20, 33, 34,
35).
S VIDEO IN/
OUT*aansluitingen
AUDIO OUTaansluitingen
VIDEO OUTaansluiting
Voor aansluiting van
een component in de
2e of 3e ruimte (zie
blz. 108).
EXT VIDEO Voor aansluiting van
IN-aansluiting een apparaat om het
beeldmateriaal ervan
in een PIP-venster
(Picture in Picture)
weer te geven.
I SPEAKERS-gedeelte
Voor aansluiting van
de luidsprekers (zie
blz. 18).
* Door een televisiescherm aan te sluiten op de
MONITOR VIDEO OUT-aansluiting, kunt u de
beelden van de gekozen ingangsbron bekijken (zie
blz. 20). U kunt deze receiver bedienen via GUI
(Graphical User Interface) (zie blz. 45).
Afstandsbediening
RM-AAL009
Functie
A AV ?/1 (aan/ Druk op de toets voor het in- of
wachtstand) uitschakelen van de audio-/
videoapparatuur die door deze
afstandsbediening bediend
kunnen worden (zie blz. 127).
Door tegelijkertijd op de toetsen
?/1 (B) te drukken, wordt de
receiver en andere Sonyapparatuur (SYSTEM
STANDBY) uitgezet.
Opmerking
De functie van de AV ?/1
schakelaar wisselt automatisch
als u op de ingangtoets drukt
(C).
B ?/1 (aan/
Druk op de toets om de receiver
wachtstand) in of uit te schakelen.
Als ZONE 2 of ZONE 3 is
geselecteerd, wordt alleen de
eerste receiver met deze toets
in- of uitgeschakeld. Druk, voor
het uitschakelen van alle
apparatuur en met inbegrip van
een versterker in 2de of 3de
ruimte, gelijktijdig op de
toetsen ?/1 en AV ?/1 (A)
(SYSTEM STANDBY).
Stroom besparen in de
wachtstand.
Wanneer "HDMI Control" (zie
blz. 64) en "RS-232C Control"
(zie blz. 65) zijn ingesteld op
"OFF".
C Beeld-/
geluidsbronkeuzetoetsen
Druk op een van de toetsen om
het gewenste apparaat te kiezen.
Om de toetsen met roze namen
te gebruiken, drukt u eerst op de
toets SHIFT (wj). Door een
druk op een van de beeld-/
geluidsbronkeuze-toetsen
wordt de receiver ingeschakeld.
De toetsen zijn vanaf de fabriek
ingesteld om Sony-apparatuur
te bedienen (zie blz. 57). U kunt
de afstandsbediening met
behulp van het stappenplan in
"Programmeren van de
afstandsbediening" (zie blz.
127) programmeren, om
apparatuur van een ander merk
dan Sony te bedienen.
wordt vervolgd
11NL
Voorbereidingen
U kunt met de bijgeleverde afstandsbediening
RM-AAL009 de receiver en de Sony audio-/
videoapparatuur (zie blz. 127) bedienen.
Naam
Naam
Functie
Naam
Functie
D ZONE 2
ZONE 3
Druk op de toets om de
bediening van apparatuur in de
2e of 3e ruimte te activeren (zie
blz. 108).
L OPTIONS
E AMP
Druk op de toets om de receiver
te bedienen (zie blz. 45).
Druk op de toets om de
onderdelen van het optiemenu
voor de receiver en de dvdspeler of Blu-ray Disc-speler
weer te geven of te selecteren.
TOOLS
F MUSIC
Indrukken om het geluidsveld te
selecteren (zie blz. 71).
G MOVIE
Indrukken om het geluidsveld te
selecteren (zie blz. 71).
Druk op de toets om de
onderdelen van het optiemenu
voor de dvd-speler of de Bluray Disc-speler weer te geven of
te selecteren.
H Cijfertoetsen Druk op de toets (en) voor
– het programmeren van of het
afstemmen op een
voorkeurzender.
– het selecteren van de
tracknummers van de cdspeler, dvd-speler, Blu-ray
Disc-speler of minidiscrecorder. Druk op toets 0/10
om track 10 te kiezen.
– het kiezen van de
kanaalnummers van de
videorecorder of
satellietontvanger.
– Nadat u op de toets TV (wk)
hebt gedrukt, drukt u op de
cijfertoetsen om de
televisiezenders te kiezen.
I ENTER
Druk op de toets om het, met de
cijfertoetsen gekozen, nummer
van een kanaal, disc of track in
te voeren.
MEMORY
Bij gebruik van de tuner, druk
op de toets voor het opslaan van
een radiozender.
J AMP MENU
Druk op de toets om het menu
weer te geven waarmee u de
receiver bedient.
K
Druk op V/v/B/b om de
menuonderdelen te selecteren.
Druk daarna op
om de keuze
in te voeren.
V/v/B/b
12NL
M MENU
SCREEN/
DSPL
CONTROL
Druk op de toets om het menu
weer te geven waarmee u de
audio/video-onderdelen
bedient.
Druk op SHIFT (wj), en druk
daarna op MENU om het
weergavemenute wisselen
tussen SCREEN (om het menu
weer te geven op het
televisiescherm) en DSPL (om
het menu weer te geven op het
displayscherm).
N B·/·b
Druk op de toets om het album
te selecteren.
O m/M a)
x a)
X a)
H a) b)
./> a)
Druk op de toetsen voor
bediening van de dvd-speler, de
Blu-ray Disc-speler, cd-speler,
minidisc-recorder of
cassettedeck, of onderdelen die
zijn aangesloten op de
DIGITAL MEDIA PORTadapter enz.
TUNING +/– Druk om een zender te
selecteren (zie blz. 122).
P PRESET
+ b)/–
TV CH +/–
Druk op de toets om FM/AMradiozenders op te slaan of voor
het kiezen van
voorkeurzenders.
Druk op TV (wk) en druk dan
op TV CH +/–om de televisie,
satelliettuner , videospeler etc.
te bedienen.
Functie
Naam
Druk op TV (wk) en druk dan
op F1 of F2 om een onderdeel te
selecteren dat u wilt bedienen.
• HDD-recorder met een harde
schijf
F1: HDD
F2: Dvd-speler, Blu-ray Discspeler
• Dvd-speler/videorecorder
F1: Dvd-speler, Blu-ray Discspeler
F2: VHS
R DVD/
Druk op de toets om de menu's
TOP MENU, van de dvd-speler op het
MENU
televisiescherm af te beelden.
Gebruik daarna V/v/B/b en
om een menu te bedienen (zie
blz. 125).
MACRO1,
MACRO2
Druk op AMP (5) en druk dan
op MACRO 1 of MACRO 2 om
de macrosturing te activeren
(zie blz. 130).
TV/INPUT
Druk gelijktijdig op de toetsen
TV/INPUT en TV (wk) om een
ingangssignaal te kiezen (TVingang of video-ingang).
WIDE
Druk herhaaldelijk op de toets
om de breedbeeldfunctie te
gebruiken.
PIP
Druk op SHIFT (wj) en druk
daarna op PIP om de
beeldweergave van het PIP
(Picture in Picture)-venster te
veranderen. De beeldweergave
wordt als volgt veranderd. EXT
VIDEO t ZONE 2 VIDEO
t OFF. U kunt de positie van
het hoofdscherm en het PIPvenster wisselen door op
te
drukken (qa). U kunt het
venster vergroten of verkleinen
met V/v (qa). U kunt ook de
positie van het venster
veranderen via B/b (qa).
Opmerking
De HDMI-videosignalen
worden niet uitgevoerd terwijl
het PIP-venster wordt
afgebeeld.
RESOLUTION Druk op SHIFT (wj) en druk
dan herhaaldelijk op
RESOLUTION om de resolutie
van de uitgangsignalen te
veranderen van de HDMI OUT
of COMPONENT VIDEO
MONITOR OUT-aansluiting
(zie blz. 93).
Functie
NIGHT
MODE
Druk op AMP (5), en druk
dan op NIGHT MODE om de
NIGHT MODE-functie te
activeren (zie blz. 77).
INPUT
MODE
Druk op AMP (5), en druk
dan op INPUT MODE om het
ingangsignaal te selecteren als
dezelfde apparaten zijn
aangesloten op zowel digitale
als analoge aansluitingen (zie
blz. 98).
SLEEP
Druk op de toets SHIFT (wj) en
daarna op de toets SLEEP voor
het inschakelen van de
slaaptimer en het instellen van
de tijdsduur, waarna de receiver
automatisch uitgeschakeld
wordt (zie blz. 105).
TEST TONE Druk op SHIFT (wj) en
vervolgens op TEST TONE om
de testtoon door elk van de
luidsprekers weer te geven.
S MUTING
Druk op de toets om tijdelijk het
geluid uit te schakelen. Druk
opnieuw op de toets om het
geluid te herstellen.
T MASTER
VOL +/–
Druk op de toetsen om
gelijktijdig het geluidsniveau
van alle luidsprekers bij te
regelen.
TV VOL +/–
Druk op TV (wk) en dan op TV
VOL +/–om het volumeniveau
van de televisie aan te passen.
U DISC SKIP
Druk bij gebruik van een discwisselaar op de toets om een
disc over te slaan.
V RETURN/
EXIT O
Druk op de toets om terug te
keren naar het vorige menu of
om het menu te verlaten, als dit
menu of het on-screen-menu
van de videorecorder, dvdspeler, of satellietontvanger op
het televisiescherm
weergegeven wordt.
wordt vervolgd
13NL
Voorbereidingen
Naam
Q F1/F2
Naam
Functie
W DISPLAY
Druk op de toets om de
informatie te selecteren die
wordt weergegeven op het
display of op het
televisiescherm aangesloten op
de videorecorder,
satellietontvanger, cd-speler,
dvd-speler, Blu-ray Disc-speler
of minidiscrecorder.
Opmerking
Druk in de SCREEN-functie op
deze toets om het menu op het
tv-scherm te laten verschijnen.
X CLEAR
Druk op de toets (en) voor
– voor het ongedaan maken
van een foutieve invoer zoals
het drukken op een verkeerde
cijfertoets.
– voor het terugkeren naar
continue weergave, enz. van
de satellietontvanger of dvdspeler.
>10
Druk op de toets voor keuze van
– tracknummers, hoger dan 10,
van de videorecorder,
satellietontvanger, cd-speler
of minidisc-recorder.
– kanaalnummers van de
digitale
kabeltelevisieaansluiting.
D.TUNING
Druk op de toets om de directe
afstemfunctie te gebruiken (zie
blz. 89).
Y 2CH/
A.DIRECT
Druk om het geluidsveld te
selecteren (zie blz. 66) of om de
audio van het geselecteerde
ingangsignaal naar analoog
signaal te schakelen zonder
enige aanpassing (zie blz. 122).
Z A.F.D.
Indrukken om het geluidsveld te
selecteren (zie blz. 69).
wj SHIFT
Druk op de toets om de
toetsverlichting in te schakelen.
Door activeren van de toetsen
met het roze opschrift wordt de
bedieningsfunctie van de
afstandsbediening veranderd.
wk TV
Druk op de toets om de
bediening van het
televisietoestel in te schakelen.
wl RM SET UP
Druk op de toets om de
afstandsbediening in te stellen.
14NL
a)
Zie de tabel op zie blz. 126 voor informatie over de
toetsen die u kunt gebruiken bij de bediening van
elke component.
b)
Op deze toetsen is een voelbaar puntje aangebracht
(H, PRESET +). Gebruik de voelbare puntjes als
herkenning bij de bediening.
Opmerkingen
• Afhankelijk van het model is bovenstaande
bediening eventueel niet mogelijk.
• Bovenstaande omschrijving is slechts een
voorbeeld. Afhankelijk van het apparaat is
bovenstaande bediening eventueel niet mogelijk of
kan verschillen van wat hier beschreven is.
RM-AAU016
Naam
Functie
E OPTIONS
Druk om onderdelen weer te
geven en te selecteren vanaf de
optiemenu's.
F MENU
Druk op de toets om het menu
weer te geven waarmee u de
receiver bedient.
G DMPORT
Indrukken om het apparaat dat
is aangesloten op de DIGITAL
MEDIA PORT-adapter (zie
blz. 57) te bedienen.
N
Voor het starten van de
weergave.
x
Voor het stoppen van de
weergave.
./>
Voor het overslaan van tracks.
H INPUT
SELECTOR
Druk om de ingangsbron te
selecteren die u wilt weergeven.
I MASTER
Druk om de geluidssterkte te
VOLUME +/– regelen.
Naam
Functie
J MUTING
Druk op de toets om tijdelijk het
geluid uit te schakelen. Druk
opnieuw op de toets om het
geluid te herstellen.
K RETURN/
EXIT
Druk om terug te keren naar het
vorige menu of om het menu te
verlaten.
L DISPLAY
Druk op de toets om de
weergave van de informatie op
het displayscherm te kiezen.
Opmerking
Druk in de SCREEN-functie op
deze toets om het menu op het
tv-scherm te laten verschijnen.
M PIP
NDruk op PIP om de
beeldweergave van het PIP
(Picture in Picture)-venster te
veranderen. De beeldweergave
wordt als volgt veranderd. EXT
VIDEO t ZONE 2 VIDEO
t OFF. U kunt de positie van
het hoofdscherm en het PIPvenster wisselen door op
te
drukken (4). U kunt het
venster vergroten of verkleinen
met V/v (4). U kunt ook de
positie van het venster
veranderen via B/b (4).
Opmerking
De HDMI-videosignalen
worden niet uitgevoerd terwijl
het PIP-venster wordt
afgebeeld.
A ?/1 (aan/
Druk op de toets om de receiver
wachtstand) in of uit te schakelen.
B 2CH/
A.DIRECT
Indrukken om het geluidsveld te
selecteren (zie blz. 66).
A.F.D.
MOVIE
MUSIC
C SCREEN/
DSPL
CONTROL
Druk om de displayfunctie van
het menu te wisselen tussen
SCREEN (om het menu weer te
geven op het tv-scherm) en
DSPL (om het menu weer te
geven op het displayscherm).
D
Na het drukken op SCREEN/
DSPL CONTROL (3), drukt u
op V/v/B/b om het menuonderdeel te selecteren. Druk
daarna op
om de keuze in te
voeren.
V/v/B/b
15NL
Voorbereidingen
Deze afstandsbediening kan alleen worden
gebruikt om de receiver te bedienen. U kunt de
hoofdfuncties van de receiver bedienen met
eenvoudige bedieningen door gebruik te
maken van deze afstandsbediening.
1: De luidsprekers opstellen
Deze receiver biedt aansluitmogelijkheden
voor weergave via een 7.1-kanaals
luidsprekersysteem (7 luidsprekers en een
subwoofer).
Genieten van een 5.1/7.1kanaals luidsprekersysteem
Om te genieten van levensechte meerkanaals
geluidsweergave heeft u vijf gewone
luidsprekers nodig (twee voorluidsprekers,
een middenluidspreker en twee
achterluidsprekers) plus een subwoofer (in
totaal 5.1-kanalen).
De meest indrukwekkende hifi-weergave van
dvd-discs met Surround EX geluid verkrijgt u
door toevoeging van een extra
middenachterluidspreker (voor 6.1-kanalen)
of twee middenachterluidsprekers (voor 7.1kanalen). Zie "Gebruik van de middenachterdecodeerfunctie" (zie blz. 75).
Voorbeeld van een 7.1-kanaals
luidsprekersysteem
configuratie
Voorbeeld van een 5.1-kanaals
luidsprekersysteem
configuratie
AVoorluidspreker (L)
BVoorluidspreker (R)
CMiddenluidspreker
DAchterluidspreker (L)
EAchterluidspreker (R)
HSubwoofer
16NL
AVoorluidspreker (L)
BVoorluidspreker (R)
CMiddenluidspreker
DAchterluidspreker (L)
EAchterluidspreker (R)
FMiddenachterluidspreker (L)
GMiddenachterluidspreker (R)
HSubwoofer
Tips
• De plaatsingshoeken A behoren gelijk te zijn.
Voorbereidingen
• Als u een 6.1-kanaals luidsprekersysteem aansluit,
plaats de middenachterluidspreker dan recht achter
uw zitplaats.
• Aangezien de weergave van de subwoofer niet
richtingsgevoelig is, kunt u die luidspreker
opstellen waar u maar wilt.
17NL
2: De luidsprekers aansluiten
Voordat u de snoeren aansluit moet u er zeker
van zijn dat u de netstroom afzet.
H
G
F
E
B
A
D
FRONT SPEAKERS
B-aansluitingen a)
B
B
B
C
B
A
A Mono audio-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
B Luidsprekersnoeren (niet bijgeleverd)
AVoorluidspreker A (L)
BVoorluidspreker A (R)
CMiddenluidspreker
DSubwooferb)
EMiddenachterluidspreker (L)c)
FMiddenachterluidspreker (R)c)
GAchterluidspreker (L)
HAchterluidspreker (R)
18NL
a) Als
u een aanvullend
voorluidsprekersysteem heeft, sluit deze dan
aan op de FRONT SPEAKERS Baansluitingen. U kunt het
voorluidsprekersysteem dat u wilt gebruiken
selecteren met de SPEAKERS-schakelaar
(OFF/A/B/A+B) op het voorpaneel (zie
blz. 49).
b)
Voorbereidingen
Wanneer u een subwoofer met een
automatische stand-by-functie hebt
aangesloten, moet u deze functie
uitschakelen tijdens het bekijken van films.
Bij ingeschakelde functie voor automatische
stand-by kan de subwoofer, gebaseerd op het
niveau van het ingangssignaal, in de standby-stand gezet worden zodat er geen
geluidsweergave meer is.
c)
Als u een enkele middenachterluidspreker
aansluit, moet u het snoer daarvan aansluiten
op de SURROUND BACK SPEAKERS Lluidsprekeruitgangen.
Opmerkingen
• Bij aansluiting van alleen luidsprekers met een
nominale impedantie van 8 ohm of hoger, stelt u
"Impedance" in het Speaker-instelmenu in op
"8 Ω". Bij aansluiting van andere luidsprekers
moet u het instellen op "4 Ω". Voor nadere
bijzonderheden, zie "8: De luidsprekers instellen"
(zie blz. 48).
• Voordat u het netsnoer aansluit, dient u ervoor te
zorgen dat de metalen draden van de
luidsprekersnoeren elkaar niet raken tussen de
SPEAKERS-aansluitingen.
Tip
Om bepaalde luidsprekers aan te sluiten op een
andere eindversterker gebruikt u de PRE OUTaansluitingen. Hetzelfde signaal wordt uitgevoerd
via zowel de SPEAKERS-aansluitingen als de PRE
OUT-aansluitingen. Als u bijvoorbeeld alleen de
voorluidsprekers wilt aansluiten op een andere
versterker, verbindt u die versterker dan met de PRE
OUT FRONT L en R-aansluitingen.
ZONE 2-aansluiting
U kunt de SURROUND BACK SPEAKERaansluitingen E en F aansluiten op de
luidsprekers van ruimte 2. Stel "Sur Back
Assign" in op "ZONE 2" in het Speakerinstelmenu.
Raadpleeg "Luisteren naar de
geluidsweergave in een andere ruimte (ZONE
2/ZONE 3 bedieningen)" (zie blz. 108) voor
nadere bijzonderheden over de aansluiting en
bediening van apparatuur in ruimte 2.
19NL
3: Het aansluiten van de monitor
Door een televisiescherm aan te sluiten op de
MONITOR VIDEO OUT-aansluiting, kunt u
de beelden van de gekozen ingangsbron
bekijken. U kunt deze receiver bedienen via
een GUI (Graphical User Interface).
Het is niet nodig om alle kabels aan te sluiten.
Sluit de audio- en video-aansluitkabels aan in
overeenstemming met de aansluitingen van uw
apparatuur.
TV-scherm
Audiosignalen
A
Videosignalen
B
C
D
A Optisch digitale kabel (niet bijgeleverd)
B Audio-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
C Componentvideo-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
D HDMI-kabel (niet bijgeleverd)
E S-video-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
F Video-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
20NL
E
F
Opmerkingen
Voorbereidingen
• Voordat u de snoeren aansluit moet u er zeker van
zijn dat u de netstroom afzet.
• Sluit beeldschermapparatuur zoals een
televisiescherm of een videoprojector aan op de
MONITOR VIDEO OUT-aansluiting van de
receiver. Opname is eventueel niet mogelijk, ook al
heeft u opnameapparatuur aangesloten.
• Schakel de receiver in als beeld en geluid van het
weergaveapparaat, via de receiver, uitgevoerd
worden naar de televisie. Als de receiver niet is
ingeschakeld wordt er geen beeld en geluid
doorgegeven.
• Het beeld op het televisiescherm kan, afhankelijk
van de aansluiting van de antenne op de televisie,
vervormd zijn. Plaats in dat geval de antenne uit de
buurt van de receiver.
Tips
• Deze receiver is voorzien van een functie om
videosignalen om te zetten. Voor nadere
bijzonderheden, zie "Opmerkingen over het
omzetten van videosignalen" (zie blz. 38).
• Als de televisie-uitgangsaansluiting van het
geluidssignaal verbonden is met de TV INaansluitingen van de receiver, wordt het geluid van
het televisietoestel weergegeven via de
luidsprekers die op de receiver aangesloten zijn.
Stel bij deze aansluiting de televisieuitgangsaansluiting van het geluidssignaal in op
"Fixed" als er een keuzemogelijkheid is tussen
"Fixed" of "Variable".
• De screen saver wordt geactiveerd als het GUImenu wordt weergegeven op het televisiescherm
en er geen werking heeft plaatsgevonden
gedurende 15 minuten.
21NL
4a: De audio-apparatuur aansluiten
Het aansluiten van uw
apparatuur
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u allerlei
apparatuur kunt aansluiten op deze receiver.
Voordat u hiermee begint, neemt u eerst even
de lijst met "Aan te sluiten apparatuur"
hieronder door, om te zien op welke bladzijden
de aanwijzingen staan voor het aansluiten van
de betreffende apparaten.
Nadat u al uw apparatuur hebt aangesloten,
kunt u doorgaan met de volgende stap "5: De
antennes aansluiten" (zie blz. 41).
Aan te sluiten apparatuur
Blz.
Super Audio CDspeler/ cd-speler
Met digitaal audiouitgangsignaal
23
Met meerkanaals
audio-uitgangsignaal
25
Met alleen analoge
audio-uitgangsignaal
27
Met digitaal audiouitgangsignaal
23
Met alleen analoge
audio-uitgangsignaal
27
MD-speler
Cassettedeck, analoge platenspeler
Audio-ingangsaansluitingen/
uitgangsaansluitingen die
moeten worden gebruikt
De geluidskwaliteit is afhankelijk van de
gebruikte aansluiting. Raadpleeg volgende
afbeelding. Druk de aansluiting die
overeenkomt met de aansluitingen van uw
apparatuur.
Digitaal
Analoog
Hoge geluidskwaliteit
Opmerkingen
27
• Bij het aansluiten van de optisch digitale kabel
steekt u de stekkers recht in de aansluitbussen tot
ze vastklikken.
• Let op dat de optische digitale kabels niet geknikt
of sterk gebogen worden.
Tip
Alle digitale audio-ingangsaansluitingen zijn
geschikt voor bemonsteringsfrequenties van 32 kHz,
44,1 kHz, 48 kHz en 96 kHz.
22NL
Voorbereidingen
Apparatuur met digitale audioingangsaansluitingen/audiouitgangsaansluitingen
De volgende afbeelding laat zien hoe u Super
Audio CD-speler, cd-speler en een MDrecorder en DIGITAL MEDIA PORT-adapter
moet aansluiten.
DIGITAL MEDIA PORTadapter
Minidiscrecorder
A
Super Audio CDspeler, cd-speler
B
B
C
A Optisch digitale kabel (niet bijgeleverd)
B Audio-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
C Coaxiale digitale kabel (niet bijgeleverd)
Opmerkingen
• Voordat u de snoeren aansluit moet u er zeker van
zijn dat u de netstroom afzet.
• Houd rekening met de volgende
voorzorgsmaatregelen om de DIGITAL MEDIA
PORT-adapter los te koppelen.
– Verwijder de DIGITAL MEDIA PORT-adapter
nadat u de kabel hebt verwijderd wanneer er
wordt vervolgd
23NL
kabels zijn aangesloten op de COMPONENT
VIDEO-aansluiting.
– Verwijder de DIGITAL MEDIA PORT-adapter
door in de zijkanten van de stekker te knijpen
om de vergrendeling op te heffen.
Opmerkingen over het afspelen
van een Super Audio CD op een
Super Audio CD-speler
• Er wordt geen geluid uitgevoerd bij de
weergave van een Super Audio CD op een
Super Audio CD-speler die alleen is
aangesloten op de COAXIAL SA-CD/CD
IN-aansluiting van deze receiver. Wanneer u
een Super Audio CD afspeelt, moet u de
speler aansluiten op de MULTI CHANNEL
INPUT- of SA-CD/CD IN-aansluitingen.
Zie tevens de gebruiksaanwijzing die
bijgeleverd is met de Super Audio CDspeler.
• Sluit een speler die DSD-signalen kan
uitvoeren van de HDMI-aansluiting aan op
de receiver met een HDMI-kabel.
• U kunt geen digitale opnamen maken van
een Super Audio CD.
• Bij het aansluiten van de optisch digitale
kabel steekt u de stekkers recht in de
aansluitbussen tot ze vastklikken.
• Let op dat de optische digitale kabels niet
geknikt of sterk gebogen worden.
Als u verscheidene digitale
apparaten wilt aansluiten, maar
er geen ingangsaansluiting
voor vrij heeft
Zie "Weergave van andere geluids-/
beeldbronnen" (zie blz. 99).
24NL
Voorbereidingen
Aansluiten van apparatuur met
meerkanaals
uitgangsaansluitingen
Als uw dvd-speler of Super Audio CD-speler
is voorzien van meerkanaals
uitgangsaansluitingen, dan kunt u die
verbinden met de MULTI CHANNEL
INPUT-aansluitingen van deze receiver, om zo
te genieten van meerkanaals geluidsweergave.
Bovendien kunt u op deze meerkanaals
ingangsaansluitingen ook een extern,
meerkanaals decodeerapparaat aansluiten.
Dvd-speler,
Super Audio CD-speler,
enz.
A
B
A Audio-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
B Mono audio-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
Opmerkingen
• Voordat u de snoeren aansluit moet u er zeker van
zijn dat u de netstroom afzet.
• Dvd- en Super Audio CD-spelers hebben geen
SURROUND BACK-aansluitingen.
wordt vervolgd
25NL
• Wanneer "Sur Back Assign" is ingesteld op "BIAMP" of "ZONE 2" in het Speaker-instelmenu, is
de invoer van de SUR BACK-aansluitingen
ongeldig.
• Audio ingangsignalen van de MULTI CHANNEL
INPUT-aansluitingen worden niet uitgezonden
naar een van de audio uitgangsaansluitingen. De
signalen kunnen niet worden opgenomen.
26NL
Voorbereidingen
Apparatuur met analoge
audioaansluitingen
De volgende afbeelding laat zien hoe u
apparatuur met analoge audioaansluitingen,
zoals een cassettedeck, platenspeler, enz.,
moet aansluiten.
Super
Audio CDspeler, cdspeler
Cassette-deck
A
A
A
A
Minidiscrecorder
Platenspeler
A Audio-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
Opmerkingen
• Als uw platenspeler een aardingsdraad heeft, sluit
u die aan op de (U) SIGNAL GND-aansluiting.
• Voordat u de snoeren aansluit moet u er zeker van
zijn dat u de netstroom afzet.
27NL
4b: De video-apparatuur aansluiten
Het aansluiten van uw
apparatuur
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u allerlei
apparatuur kunt aansluiten op deze receiver.
Voordat u hiermee begint, neemt u eerst even
de lijst met "Aan te sluiten apparatuur"
hieronder door, om te zien op welke bladzijden
de aanwijzingen staan voor het aansluiten van
de betreffende apparaten.
Nadat u al uw apparatuur hebt aangesloten,
kunt u doorgaan met de volgende stap "5: De
antennes aansluiten" (zie blz. 41).
Aan te sluiten apparatuur
De beeldkwaliteit is afhankelijk van de
gebruikte aansluiting. Raadpleeg volgende
afbeelding. Druk de aansluiting die
overeenkomt met de aansluitingen van uw
apparatuur.
Blz.
TV-scherm
20
Met HDMI-aansluiting
29
Dvd-speler, Blu-ray Disc-speler
33
Satelliettuner, CATV-systeem
34
Dvd-recorder, videorecorder
35
Videocamera, spelcomputer, enz.
35
28NL
Video-ingangsaansluitingen/
uitgangsaansluitingen die
moeten worden gebruikt
Digitaal
Analoog
Hoge beeldkwaliteit
Voorbereidingen
Apparatuur met HDMIaansluitingen
HDMI is de afkorting voor High-Definition
Multimedia Interface. Het is een interface voor
digitale transmissie van geluid- en
beeldsignalen.
HDMI functies
• De digitale audiosignalen uitgezonden door
HDMI kunnen worden uitgevoerd door de
luidsprekers en de PRE OUT-aansluitingen
op deze receiver. Dit signaal ondersteunt
Dolby Digital, DTS, DSD en lineaire PCM.
• Lineaire PCM (bemonsteringsfrequentie van
minder dan 192 kHz) met digitale
audiosignalen met maximaal 8 kanalen,
kunnen met deze receiver worden ontvangen
met behulp van de HDMI-aansluiting.
• Analoge videosignalen ingevoerd in de
VIDEO-aansluiting, S VIDEO-aansluiting
of COMPONENT VIDEO-aansluitingen,
kunnen worden uitgevoerd als HDMIsignalen. Audiosignalen worden niet
uitgevoerd via een HDMI OUT-aansluiting
als het beeld is omgezet.
• Deze receiver ondersteunt DSD transmissie
(Super Audio CD), uitgebreid door HDMI
ver1.2.
• Deze receiver ondersteunt High Bitrate
Audio (DTS-HD Master Audio, Dolby
TrueHD), DeepColor en xvYCC
transmissie, uitgebreid door HDMI ver1.3.
• Deze receiver ondersteunt HDMI
CONTROL functie. Raadpleeg de "HDMI
CONTROL-handleidin" die bij de receiver is
geleverd.
• HDMI IN6 is de ingang die wordt gebruikt
voor de geluidskwaliteit. Gebruik ingang
IN6 wanneer u een hogere geluidskwaliteit
nodig hebt. U kunt ook de IN6-aansluiting
op dezelfde manier gebruiken als de HDMI
IN1-naar-IN5-aansluitingen.
wordt vervolgd
29NL
Dvd-speler
Satellietontvanger
Audio-/
videosignalen
A
Blu-ray Disc-speler, PS3™,
recorder met een vaste schijf
Audio-/
videosignalen
A
Audio-/
videosignalen
A
A
Audio-/
videosignalen
Televisiescherm, projector, enz.
A HDMI-kabel (niet bijgeleverd)
30NL
Opmerkingen over het
aansluiten van kabels
Opmerkingen over HDMIaansluitingen
• Controleer de instellingen van het
aangesloten apparaat als een beeld slecht
wordt afgebeeld of het geluid niet wordt
voorgebracht door een apparaat aangesloten
met de HDMI-kabel.
• Audiosignalen ingevoerd in de HDMI INaansluiting worden uitgevoerd via de
luidspreker-uitgangsaansluiting, de HDMI
OUT-aansluiting en de PRE OUTaansluitingen. Ze worden niet uitgevoerd via
enige andere audioaansluitingen.
• Videosignalen ingevoerd in de HDMI INaansluiting, kunnen uitsluitend worden
uitgevoerd via de HDMI OUT-aansluiting.
De videoingangsignalen kunnen niet worden
uitgevoerd vanaf de VIDEO OUTaansluitingen, de S VIDEO OUTaansluitingen of de MONITOR VIDEO
OUT-aansluitingen.
wordt vervolgd
31NL
Voorbereidingen
• Wij raden u aan om een Sony HDMI-kabel
te gebruiken.
• Wij raden u aan een HDMI-kabel met het
HDMI-logo te gebruiken (gemaakt door
Sony) voor de HDMI-aansluiting die
overeenkomt met een hoge snelheid (een
kabel met HDMI versie 1.3a, categorie 2)
wanneer u beelden weergeeft of geluid
beluistert tijdens een DeepColor-transmissie
of wanneer u een videobeeld van 1080p of
hoger bekijkt.
• Wij adviseren u geen HDMI-DVIconversiekabel te gebruiken. Als u een
HDMI-DVI-conversiekabel aansluit op een
DVI-D-apparaat, wordt mogelijkerwijs het
beeld en/of het geluid niet uitgevoerd. Sluit
andere audiokabels of digitale
aansluitkabels aan, en stel vervolgens "Input
Assign" in het menu Input-Option, als het
geluid niet goed wordt uitgevoerd.
• Voordat u de kabels aansluit moet u er zeker
van zijn dat u de netstroom afzet.
• De audio- en videosignalen van HDMIinvoer worden niet uitgevoerd door de
HDMI OUT-aansluiting zolang het receivermenu wordt afgebeeld.
• Als u naar het geluid wilt luisteren via de
luidspreker van de televisie, stelt u in het
HDMI-instelmenu het menuonderdeel
"HDMI Audio" in op "TV+AMP". Als het
wordt ingesteld op "AMP", wordt het geluid
niet uitgevoerd over de televisieluidspreker.
• Zorg ervoor dat de receiver is ingeschakeld
wanneer video- en audio-signalen van een
weergaveapparaat worden uitgevoerd naar
een televisie via deze receiver. Alleen als de
receiver is ingeschakeld, worden de videoen audio-signalen doorgegeven.
• Audiosignalen (bemonsteringsfrequentie,
bitlengte, enz.) die worden uitgevoerd door
een HDMI-aansluiting, kunnen door het
aangesloten apparaat worden onderdrukt.
Controleer de instellingen van het
aangesloten apparaat als een beeld slecht
wordt afgebeeld of het geluid niet wordt
voorgebracht door een apparaat aangesloten
met de HDMI-kabel.
• Het geluid kan worden onderbroken
wanneer de bemonsteringsfrequentie, het
aantal kanalen of het audioformaat van de
audio-uitgangssignalen van de
weergavecomponent wordt omgeschakeld.
• Als het aangesloten apparaat niet compatibel
is met copyrightbeschermingstechnologie
(HDCP), kan het beeld en/of het geluid
vanuit de HDMI OUT-aansluiting vervormd
zijn of niet worden uitgevoerd.
In dat geval moet u de specificaties van het
aangesloten apparaat nakijken.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van ieder
aangesloten apparaat voor verdere
informatie.
• U kunt alleen genieten van High Bitrate
Audio (DTS-HD Master Audio, Dolby
TrueHD), DSD, meerkanaals lineaire PCM
met een HDMI-aansluiting.
• Stel de beeldresolutie van de speler hoger in
dan 720p/1080i om te genieten van High
Bitrate Audio (DTS-HD Master Audio,
Dolby TrueHD).
• De beeldresolutie van de speler zal mogelijk
bepaalde instellingen nodig hebben voordat
u kunt genieten van DSD en meerkanaals
lineaire PCM. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van de speler.
• Niet elk HDMI-apparat ondersteunt alle
functies die zijn gedefinieerd door de
opgegeven HDMI-versie. Apparaten die
bijvoorbeeld HDMI, ver. 1.3a ondersteunen,
zullen mogelijk DeepColor niet
ondersteunen.
32NL
Opmerkingen
• Voor uitvoer van multikanaals digitaal geluid, moet
u de instelling voor de digitale audio-uitgang op de
dvd-speler, Blu-ray Disc-speler maken. Zie tevens
de gebruiksaanwijzing die bijgeleverd is met de
dvd-speler, Blu-ray Disc-speler.
• Voordat u de snoeren aansluit moet u er zeker van
zijn dat u de netstroom afzet.
De volgende afbeelding laat zien hoe u een dvdspeler, Blu-ray Disc-speler moet aansluiten.
Het is niet nodig om alle kabels aan te sluiten.
Sluit de audio- en video-aansluitkabels aan in
overeenstemming met de aansluitingen van uw
apparatuur.
Dvd-speler, Blu-ray Disc-speler
Videosignalen
Audiosignalen
A
B
C
D
A Optisch digitale kabel (niet
bijgeleverd)
B Coaxiale digitale kabel (niet
bijgeleverd)
C Audio-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
E
F
D Componentvideo-aansluitkabel (niet
bijgeleverd)
E S-video-aansluitkabel (niet
bijgeleverd)
F Video-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
* Als u een apparaat aansluit dat is uitgerust met een
OPTICAL-aansluiting, moet u "Input Assign"
instellen in het invoermenu.
33NL
Voorbereidingen
Een dvd-speler, Blu-ray Discspeler aansluiten
Een satelliettuner, CATVsysteem aansluiten
De volgende afbeelding laat zien hoe u een
dvd-speler, CATV-systeem moet aansluiten.
Het is niet nodig om alle kabels aan te sluiten.
Sluit de audio- en video-aansluitkabels aan in
overeenstemming met de aansluitingen van uw
apparatuur.
Satelliettuner, CATV-systeem
Audiosignalen
A
Videosignalen
B
C
A Optisch digitale kabel (niet bijgeleverd)
B Audio-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
C Componentvideo-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
D S-video-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
E Video-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
Opmerking
Voordat u de snoeren aansluit moet u er zeker van
zijn dat u de netstroom afzet.
34NL
D
E
De volgende afbeelding laat zien hoe u
apparatuur met analoge aansluitingen, zoals
Dvd-recorder, videorecorder
Audiosignalen
Videosignalen
A
B
C
Op de VIDEO 3 IN/PORTABLE AV
IN-aansluitingen (voorpaneel)
Videocamera,
Videospelcomputer
A Audio-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
B S-video-aansluitkabel (niet
bijgeleverd)
C Video-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
D Audio/video-aansluitkabel (niet
bijgeleverd)
B
D
Opmerking
Voordat u de snoeren aansluit moet u er zeker van
zijn dat u de netstroom afzet.
35NL
Voorbereidingen
een dvd-recorder, videorecorder, enz., moet
aansluiten.
Het is niet nodig om alle kabels aan te sluiten.
Sluit de audio- en video-aansluitkabels aan in
overeenstemming met de aansluitingen van uw
apparatuur.
Apparatuur met analoge videoen audioaansluiting
Functie voor omzetting van
videosignalen
Deze receiver is voorzien van een functie om
videosignalen om te zetten. Het videosignaal
kan na aansluiting van deze receiver
uitgevoerd worden via de MONITOR VIDEO
OUT-aansluiting zoals weergegeven in de
afbeelding.
• Videosignalen kunnen uitgevoerd worden
als HDMI-video-, componentvideo- en S
videosignalen.
• S videosignalen kunnen uitgevoerd worden
als HDMI-video-, componentvideo- en
videosignalen.
• Componentvideosignalen kunnen
uitgevoerd worden als HDMI-video-,
S video- en videosignalen.
Voor nadere bijzonderheden over de functie
videosignaalomzetting, zie "Omzettingstabel
voor video-ingangen/-uitgangen bepaald door
de menu-instellingen" (zie blz. 39).
36NL
In de omzettingstabel voor video-ingangen/-uitgangen van de
receiver
Uitgangssignaal
Ingangssignaal
OUTPUT-aansluiting
HDMI OUT
COMPONENT VIDEO
MONITOR OUT
MONITOR S VIDEO
OUT
MONITOR VIDEO
OUT
HDMI IN 1/2/3/4/5/6
A
f
X
X
X
COMPONENT
VIDEO IN B
a
a/f
a
a
INPUT-aansluiting
S VIDEO IN C
a
a
a/f*
a
VIDEO IN D
a
a
a
a/f*
a : Videosignalen worden omgezet en worden via de videosignaalomzetter uitgevoerd.
f : Het uitgevoerde videosignaal is identiek aan het ingangssignaal. Videosignalen worden niet omgezet.
X : Videosignalen worden niet uitgevoerd.
* Videosignalen worden uitgevoerd, als "Resolution" is ingesteld op "DIRECT" in het Video-instelmenu.
wordt vervolgd
37NL
Voorbereidingen
Raadpleeg "Omzettingstabel voor video-ingangen/-uitgangen bepaald door de menu-instellingen"
(zie blz. 39) voor de functie voor het omzetten van beelden.
Opmerkingen over het omzetten
van videosignalen
• Als deze receiver videosignalen of S
videosignalen van een videorecorder omzet,
en daarna voor weergave afgeeft aan uw
televisie, kan afhankelijk van de toestand
van het videosignaal, de beeldweergave op
het televisiescherm horizontale storingen
bevatten of niet mogelijk zijn.
• HDMI-videosignalen kunnen niet worden
omgezet naar componentvideosignalen, S
videosignalen of videosignalen.
• De omgezette videosignalen worden alleen
maar via de MONITOR VIDEO OUTaansluitingen uitgevoerd. Ze worden niet
uitgevoerd van VIDEO OUT-aansluitingen,
S VIDEO OUT-aansluitingen of de ZONE 2
VIDEO OUT-aansluiting.
• Bij weergave door een videorecorder met
beeldverbeteringselektronica, zoals TBC,
kan het beeld vervormd zijn of niet worden
uitgevoerd. Schakel in dat geval de
beeldverbeteringselektronica uit.
• De resolutie van de signalen, die worden
uitgevoerd via de COMPONENT VIDEO
MONITOR OUT-aansluitingen, worden
omgezet naar 1080i. De resolutie van de
signalen, die worden uitgevoerd via de
HDMI OUT-aansluiting, worden omgezet
naar 1080p.
• COMPONENT VIDEO MONITOR OUTaansluitingen zijn gelimiteerd in de resolutie
bij omzetting van de resolutie van
videosignalen, voorzien van een
copyrightbeschermingstechnologie. De
resolutie van de signalen uitgevoerd via de
COMPONENT VIDEO MONITOR OUTaansluitingen bedraagt maximaal 480p
progressieve scanning. De HDMI OUTaansluiting hebben geen beperkingen van de
resolutie.
• Videosignalen, waarvan de resolutie is
omgezet, kunnen niet uitgevoerd worden via
de COMPONENT VIDEO MONITOR
OUT-aansluitingen of de HDMI OUTaansluitingen. De videosignalen worden
uitgevoerd vanaf de HDMI OUTaansluitingen als ze allebei zijn aangesloten.
38NL
• Stel "Resolution" in op "AUTO" of "480i/
576i" in het Video-instelmenu om de
videosignalen van de MONITOR VIDEO
OUT, MONITOR S VIDEO OUT en
COMPONENT VIDEO MONITOR OUTaansluitingen uit te voeren als ze allebei zijn
aangesloten.
Opnameapparatuur aansluiten
Bij het opnemen dient u het opname-apparaat
aan te sluiten op de VIDEO OUTaansluitingen of S VIDEO OUT-aansluitingen
van de receiver. Gebruik voor de aansluiting
van de ingangs- en uitgangssignaalkabels
dezelfde type aansluitingen, aangezien de
VIDEO OUT- en S VIDEO OUTaansluitingen niet voorzien zijn van een
upsampler.
Opmerking
Het is mogelijk dat videosignalen, uitgevoerd via de
MONITOR VIDEO OUT-aansluitingen, niet op de
juiste wijze opgenomen worden.
Omzettingstabel voor video-ingangen/-uitgangen bepaald door de
menu-instellingen
Uitvoer van
Menuinstelling
"Resolution"
HDMI OUTaansluiting
Ingangssignaal
DIRECT
COMPONENT MONITOR S
VIDEO
VIDEO OUTMONITOR
aansluiting
OUTaansluitingen
MONITOR
VIDEO OUTaansluiting
Componentvideo
X
f
X
S video
X
X
f
X
Video
X
X
X
f
ab)
ab)
ab)
ab)
ab)
ab)
b)
b)
ab)
X
AUTO
Componentvideo
(Oorspronkelijk
S video
e instelling)
Video
aa)
480i/576i
ac)
a
a
a
S video
a
c)
a
a
a
Video
ac)
a
a
a
480p/576p
720p, 1080i
1080p
Componentvideo
a
a
Componentvideo
a
a
X
X
S video
a
a
f
X
Video
a
a
X
f
Componentvideo
a
ad)
X
X
d)
f
X
X
f
S video
a
a
Video
a
ad)
Componentvideo
a
f
X
X
S video
a
X
f
X
Video
a
X
X
f
a : Videosignalen worden omgezet en worden via de videosignaalomzetter uitgevoerd.
f : Het uitgevoerde videosignaal is identiek aan het ingangssignaal. Videosignalen worden niet omgezet.
X : Videosignalen worden niet uitgevoerd.
a)De resolutie wordt automatisch ingesteld, afhankelijk van de aangesloten monitor.
b)Wanneer de tv op andere aansluitingen wordt aangesloten dan de HDMI-aansluitingen, worden 480i/576isignalen uitgevoerd als de "Resolution" is ingesteld op "AUTO".
c)Signalen met 480p/576p progressieve scanning worden uitgevoerd, zelfs als 480i/576i interlaced is ingesteld.
d)Als videosignalen niet auteursrechtelijk beveiligd zijn, worden ze uitgevoerd op basis van het
instellingenmenu. Als videosignalen auteursrechtelijk beveiligd zijn, worden ze uitgevoerd als 480p.
Opmerkingen
• Videosignalen worden niet uitgevoerd vanaf de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT, MONITOR S
VIDEO OUT of MONITOR VIDEO OUT-aansluiting als de monitor, enz. is aangesloten op de HDMI OUTaansluiting.
wordt vervolgd
39NL
Voorbereidingen
Voor meer informatie over de "Resolution"-menu-instelling, zie "De instellingen voor het video
(Video-instelmenu)" (zie blz. 64) en over de bediening, zie "Omzetten van analoge videoingangssignalen" (zie blz. 93).
• Als u een resolutie kiest die de aangesloten tv niet ondersteunt in het menu "Resolution", kunnen de beelden
van de tv niet correct worden weergegeven.
• Geconverteerde HDMI-beelduitvoersignalen ondersteunen geen "x.v.Colour".
• Geconverteerde HDMI-beelduitvoersignalen ondersteunen geen DeepColor.
40NL
5: De antennes aansluiten
Voorbereidingen
Sluit de bijgeleverde AM-raamantenne en de
FM-draadantenne aan.
FM-draadantenne (bijgeleverd)
AM-raamantenne
(bijgeleverd)
* De vorm van de aansluitstekker kan verschillend
zijn voor de diverse landcodes.
Opmerkingen
• Om te voorkomen dat de AM-raamantenne
stoorsignalen opvangt, moet u deze uit de buurt
houden van de receiver en andere apparatuur.
• Strek de FM-draadantenne tot zijn volle lengte uit.
• Na aansluiten van de FM-draadantenne moet u die
zo horizontaal mogelijk leiden.
• Voordat u de snoeren aansluit moet u er zeker van
zijn dat u de netstroom afzet.
41NL
6: De receiver en
afstandsbediening
voorbereiden
Het netsnoer aansluiten
Sluit het bijgeleverde netsnoer aan op de AC
IN-netstroomingang van de receiver en steek
dan de netstekker in een wandstopcontact.
Oorspronkelijke instellingen
maken
Voordat u de receiver voor het eerst in gebruik
neemt, moet u het apparaat initialiseren door
de volgende procedure te volgen. Deze
procedure moet ook worden gevolgd om de
instellingen die u hebt gemaakt terug te stellen
op de fabrieksinstellingen.
1,2 2,3
2,3
Opmerkingen
• Voordat u het netsnoer aansluit, dient u ervoor te
zorgen dat de metalen draden van de
luidsprekersnoeren elkaar niet raken tussen de
SPEAKERS-aansluitingen.
• Sluit het netsnoer stevig aan.
AC INnetstroomingang
Naar het wandstopcontact
Netsnoer
(bijgeleverd)
Er blijft tussen de stekker en het achterpaneel
een beetje ruimte vrij, ook al is de stekker
stevig in het apparaat gestoken. Het is de
bedoeling dat de aansluitkabel op deze manier
aangesloten wordt. Dit is geen defect.
42NL
1
Druk op de toets POWER om de
receiver uit te schakelen.
2
Houd POWER ingedrukt terwijl
u TONE MODE indrukt en
DMPORT om de receiver aan te
zetten.
3
Laat de TONE MODE en
DMPORT na een paar seconden
los.
Nadat "MEMORY CLEARING..." een
tijdje op het display verschijnt, verschijnt
"MEMORY CLEARED!".
Alle instellingen die u heeft veranderd of
aangepast worden teruggezet naar de
oorspronkelijke instellingen.
Plaats twee R6-batterijen (AA-formaat) in de
afstandsbediening RM-AAL009.
Plaats twee R6-batterijen (AA-formaat) in de
afstandsbediening RM-AAU016.
Let bij het plaatsen van de batterijen op de
juiste richting van de polen.
RM-AAL009
RM-AAU016
Als de instellingen van de bedieningsfuncties
van zowel de receiver als de afstandbediening
nog de oorspronkelijke instellingen zijn (AV
SYSTEM 2), is het niet nodig om ze terug te
stellen.
U kunt de bedieningsfunctie (AV SYSTEM 1
of AV SYSTEM 2) van de receiver en de
afstandsbediening veranderen. Als zowel de
receiver als het andere Sony-apparaat reageert
op hetzelfde afstandsbedieningsignaal, moet u
de bedieningsfunctie van het apparaat of de
receiver veranderen, zodat het apparaat niet
meer reageert op hetzelfde
afstandsbedieningsignaal van de receiver.
De bedieningsfunctie van de
receiver veranderen
2CH/A.DIRECT
Opmerkingen
• Leg de afstandsbediening niet in een erg warme of
vochtige omgeving.
• Gebruik geen nieuwe en oude batterijen samen.
• Gebruik geen combinatie van mangaanbatterijen
met een ander batterijtype.
• Stel de infraroodontvanger niet bloot aan direct
zonlicht of andere lichtbronnen. Anders kan een
storing worden veroorzaakt.
• Als u van plan bent om de afstandsbediening voor
langere duur niet te gebruiken, moet u de batterijen
verwijderen om eventuele schade door lekkage van
batterijen en corrosie te voorkomen.
• Wanneer u de batterijen vervangt, kunnen de
geprogrammeerde afstandsbedieningscodes gewist
worden. Als dat gebeurt, programmeert u de
afstandsbedieningscodes opnieuw (zie blz. 127).
Tip
Schakel de receiver in terwijl u op
de toets 2CH/A.DIRECT drukt.
Als de bedieningsfunctie is ingesteld op
"AV2" verschijnt de aanduiding "COMMAND
MODE [AV2]" op het display.
Als de bedieningsfunctie is ingesteld op
"AV1" verschijnt de aanduiding "COMMAND
MODE [AV1]" op het display.
Als de afstandsbediening niet meer functioneert,
moeten alle batterijen door nieuwe worden
vervangen.
Over de bedieningsfunctie
De receiver en de afstandbediening maken
gebruik van dezelfde bedieningsfunctie.
Als de bedieningsfuncties van de receiver en
de afstandbediening verschillen, is bediening
van de receiver met de afstandsbediening niet
mogelijk.
wordt vervolgd
43NL
Voorbereidingen
De batterijen in de
afstandsbediening plaatsen
De bedieningsfunctie van de
RM-AAL009 afstandsbediening
veranderen
1
De bedieningsfunctie van de
RM-AAU016 afstandsbediening
veranderen
1
DISPLAY
2
3
MUTING
1 Druk ?/1 terwijl u drukt op RM SET UP.
De toets RM SET UP gaat knipperen.
2 Druk tijdens het knipperen van de toets
RM SET UP op cijfertoets 1 of 2.
Wanneer u op 1 drukt, wordt de
bedieningsfunctie ingesteld op AV
SYSTEM 1. Wanneer u op 2 drukt, wordt
de bedieningsfunctie ingesteld op AV
SYSTEM 2.
3 Druk op de toets ENTER om de RM
SET UP toetsverlichting in te
schakelen.
De toets RM SET UP knippert twee keer
als het bedieningsfunctie instelproces
succesvol is verlopen.
Tip
Als u op RM SET UP drukt, gebruikt u een dunne
draad, zoals een paperclip.
44NL
Houd eerst DISPLAY ingedrukt en druk
daarna op MUTING en tegelijkertijd op
.
1
Met de volgende procedures kunt u de
displayfunctie van het menu op het scherm
wijzigen naar de schermfunctie. "GUI
MODE" wordt weergegeven op het
displayscherm in de schermfunctie.
Met behulp van GUI heeft u vele
aanpasmogelijkheden voor instellingen van de
receiver.
Raadpleeg "Bediening zonder aansluiting op
de televisie" (zie blz. 115) als u geen GUImenu zult gebruiken.
Voor nadere bijzonderheden, zie "3: Het
aansluiten van de monitor" (zie blz. 20).
2
Schakel de receiver en het
televisietoestel in.
3
Druk op de toets AMP om de
bediening van de receiver in te
schakelen.
4
Druk op SHIFT en druk
vervolgens op MENU terwijl de
SHIFT-toets is opgelicht.
De displayfunctie van het menu zal
schakelen tussen DISPLAY en SCREEN.
Wanneer SCREEN is ingesteld, is de
receiver in "GUI MODE" en wordt het
menu van de receiver weergegeven op het
televisiescherm.
Het weergeven van het GUImenu op het televisiescherm
weer te geven
5
2
4
Druk herhaaldelijk op V/v om
het menu dat u wenst te
selecteren
of b.
3
Overzicht van de menu's
5
4
In elk instelmenu zijn de volgende
menuonderdelen beschikbaar.
Input
Hiermee selecteert u het ingangssignaal voor
de receiver.
Voor nadere bijzonderheden over elk
ingangssignaal, zie "Een apparaat kiezen" (zie
blz. 57).
wordt vervolgd
45NL
Voorbereidingen
7: Bedien de receiver met
GUI (Graphical User Interface)
Sluit een televisiescherm aan
op deze receiver.
Music
Hiermee kunt u luisteren naar de muziek van
een audiocomponent, aangesloten via de
DIGITAL MEDIA PORT-adapter.
Voor nadere bijzonderheden over de functie
"Music", zie "Gebruik van de DIGITAL
MEDIA PORT-adapter" (zie blz. 93).
FM/AM
Hiermee kunt u, met behulp van de receiver,
naar de radio luisteren.
Voor nadere bijzonderheden over de
tunerbediening, zie "Bediening van de tuner"
(zie blz. 88).
EQ
Met behulp van het EQ-instelmenu kunt u de
toonregelaar bijregelen. Voor nadere
bijzonderheden, zie "De toonregelaar
bijregelen" (zie blz. 86).
Multi Zone
Hiermee kunt u gebruik maken van het Multi
Zone-instelmenu voor de bediening van
componenten in alle ruimtes. Voor nadere
bijzonderheden over het aanpassen van de
parameters, zie "Luisteren naar de
geluidsweergave in een andere ruimte
(ZONE 2/ZONE 3 bedieningen)" (zie blz.
108).
Settings
Met behulp van het instelmenu kunt u de
receiver instellen en bijregelen.
Auto Calibration
Met behulp van het Auto Calibrationinstelmenu kunt u de luidsprekers
automatisch bijregelen.
Voor nadere bijzonderheden, zie "9: Het
automatisch kalibreren van de juiste
luidsprekeropstelling (Auto Calibration)"
(zie blz. 50).
Speaker
U kunt het Speaker-instelmenu gebruiken
om de luidsprekers handmatig in te stellen
voor de huidige positie en de impedantie van
de luidsprekers in te stellen. Voor nadere
bijzonderheden, zie "De
luidsprekerimpedantie instellen" (zie blz.
48) en "De luidsprekers handmatig
instellen" (zie blz. 79).
Surround
Met behulp van het Surround-instelmenu
kunt u het geluidsveld ten behoeve van uw
luisterplezier kiezen. Voor nadere
bijzonderheden over het aanpassen van de
parameters, zie "Genieten van een
voorgeprogrammeerd geluidsveld" (zie blz.
66).
46NL
Audio
Voor nadere bijzonderheden over het
bijregelen van de audioweergave met behulp
van het Audio-instelmenu, zie "Instellingen
voor de audio (Audio-instelmenu)" (zie blz.
63).
Video
Voor nadere bijzonderheden over het
bijregelen van de video met behulp van het
Video-instelmenu, zie "De instellingen voor
het video (Video-instelmenu)" (zie blz. 64).
HDMI
Hiermee kunt u gebruik maken van het
HDMI-instelmenu voor de bediening van
componenten die zijn aangesloten op de
HDMI-aansluitingen. Voor nadere
bijzonderheden over het aanpassen van de
relevante parameters, zie "Instellingen voor
HDMI (HDMI-menu)" (zie blz. 64).
System
Voor nadere bijzonderheden over het
bijregelen van het systeem met behulp van
het System-instelmenu, zie "Instellingen
voor het systeem (System-instelmenu)" (zie
blz. 65).
4
Door de menu's navigeren
Druk op
openen.
of b om het menu te
1
5
Druk herhaaldelijk op V/v om
het menuonderdeel te kiezen
dat u wilt aanpassen.
6
Druk op
of b om het menuonderdeel te openen.
7
Herhaal stap 3 tot en met 6 om
de gewenste parameter te
selecteren.
3-6
RETURN/
EXIT O
1
2
Druk op AMP.
Als "GUI MODE" niet wordt getoond op
het display van de receiver, volgt u de
stappen in "Het weergeven van het GUImenu op het televisiescherm weer te
geven" (zie blz. 45).
2
3
Druk meerdere keren op MENU
om het GUI-menu op het
televisiescherm weer te geven.
Druk herhaaldelijk op de
navigatietoetsen V/v om het
gewenste menu te kiezen.
Terugkeren naar de vorige
schermafbeelding
Druk op RETURN/EXIT O.
Het menu sluiten
Druk op MENU.
De "GUI MODE" sluiten
Druk op AMP, SHIFT en druk vervolgens op
MENU terwijl de SHIFT-knop is verlicht.
47NL
Voorbereidingen
Een lijst met menuonderdelen wordt op
het televisiescherm afgebeeld.
3
Druk herhaaldelijk op V/v om
"Speaker" te selecteren en druk
dan op
of b.
4
Druk herhaaldelijk op V/v om
"Impedance" te selecteren en
druk dan op
.
5
Druk herhaaldelijk op V/v om
"4 Ω" of "8 Ω" te selecteren,
afhankelijk van de luidsprekers
die u gebruikt, druk daarna op
.
8: De luidsprekers
instellen
De luidsprekerimpedantie
instellen
Stel de juiste impedantie van de gebruikte
luidsprekers in.
1
2-5
1
Druk op AMP MENU om het
GUI-menu op het
televisiescherm weer te geven.
Als "GUI MODE" niet wordt getoond op
het display van de receiver, volgt u de
stappen in "7: Bedien de receiver met
GUI (Graphical User Interface)" (zie blz.
45).
2
Druk herhaaldelijk op de
toetsen V/v om "Settings" te
selecteren en druk dan op
of b.
De Settings-menulijst wordt op het
televisiescherm afgebeeld.
48NL
Opmerkingen
• Zie tevens de gebruiksaanwijzing, die bijgeleverd
is met uw luidsprekers, als u niet zeker bent van
hun impedantie. (Deze informatie is veelal op de
achterzijde van de luidspreker te vinden.)
• Bij aansluiting van alleen luidsprekers met een
nominale impedantie van 8 ohm of hoger, moet u
"Impedance" instellen op "8 Ω". Bij aansluiting
Het voorluidsprekersysteem
kiezen
U kunt kiezen welk stel voorluidsprekers u
wilt gebruiken.
SPEAKERS-schakelaar
Selecteer met behulp van de
SPEAKERS-schakelaar het stel
voorluidsprekers dat u wilt
gebruiken.
Opmerking
Deze instelling is niet beschikbaar wanneer de
hoofdtelefoon is aangesloten op de receiver.
Stel in
op
Voor weergave via
A
De luidsprekers die zijn
aangesloten op de FRONT
SPEAKERS Aluidsprekeruitgangen.
B
De luidsprekers die zijn
aangesloten op de FRONT
SPEAKERS Bluidsprekeruitgangen.
A+B
De luidsprekers die zijn
aangesloten op zowel de FRONT
SPEAKERS A- als de Bluidsprekeruitgangen (parallel
doorverbonden).
OFF
Geen weergave via de luidsprekeraansluitingen of de PRE OUTaansluitingen.
49NL
Voorbereidingen
van andere luidsprekers moet u het instellen op
"4 Ω".
• Als u voorluidsprekers aansluit op zowel de
SPEAKERS A en B-aansluitingen, sluit u
luidsprekers aan met een nominale impedantie van
8 ohm of hoger.
– Voor gebruik van zowel het
voorluidsprekersysteem "A" als "B", waarin
luidsprekers met een nominale impedantie van
16 ohm of hoger:
Stel "Impedance" in op "8 Ω" in het Speakerinstelmenu.
– Voor gebruik van overige luidsprekers in een
ander voorluidsprekersysteem:
Stel "Impedance" in op "4 Ω" in het Speakerinstelmenu.
9: Het automatisch
kalibreren van de juiste
luidsprekeropstelling
(Auto Calibration)
De DCAC (Digital Cinema Auto Calibration)functie stelt u in staat het systeem automatisch
in te stellen door bijvoorbeeld te controleren of
de luidsprekers goed op de receiver zijn
aangesloten, het instellen van het
volumeniveau van de luidsprekers en het
automatisch bepalen van de afstand van de
luidsprekers ten opzichte van de zitpositie. Zie
tevens het bij de receiver geleverde "Beknopte
installatiegids".
• Als u een twee versterkeraansluiting
gebruikt, stelt u "Sur Back Assign" in op
"BI-AMP" in het Speaker-instelmenu
voordat u een automatische kalibratie
uitvoert.
Opmerkingen
• Als hoofdtelefoons zijn aangesloten werkt de
functie Auto Calibration niet.
• Schakel de functie MUTING uit als deze is
ingesteld op aan.
Optimaliseringsmicrofoon
Voordat u de "Auto Calibration"
uitvoert
Voordat u de "Auto Calibration" uitvoert moet
u de luidsprekers eerst plaatsen en aansluiten
(zie blz. 16-19).
• De AUTO CAL MIC-aansluiting wordt
alleen gebruikt voor de bijgeleverde
optimaliseringsmicrofoon. Sluit geen andere
microfoon op deze aansluiting aan. Als dat
toch gebeurt, kan de receiver en de
microfoon beschadigd raken.
• Tijdens de meting komt er erg hard geluid uit
de luidsprekers. Het volume van het geluid
kan niet worden ingesteld. Pas op voor de
aanwezigheid van kinderen en de overlast
voor de buren.
• Zorg ervoor dat, tijdens het uitvoeren van
een meting, de omgeving stil is ter
voorkoming van ruis en om een
nauwkeuriger meetresultaat te verkrijgen.
• Als er tussen de optimaliseringsmicrofoon
en de luidsprekers obstakels zijn kan de
"Auto Calibration" niet op de juiste wijze
uitgevoerd worden. Verwijder elk obstakel
uit het meetgebied om meetfouten te
voorkomen.
50NL
1
Sluit de bijgeleverde
optimaliseringsmicrofoon aan
op de AUTO CAL MICaansluiting.
2
Plaats de
optimaliseringsmicrofoon.
Plaats de optimaliseringsmicrofoon op de
zitpositie. Gebruik een kruk of een statief
om ervoor te zorgen dat de
optimaliseringsmicrofoon zich op
oorhoogte bevindt. Richt het L-uiteinde
van de optimaliseringsmicrofoon naar de
linkervoorluidspreker en het R-uiteinde
naar de rechtervoorluidspreker.
Opmerking
Over het instellen van de
subwoofer
• Als een subwoofer is aangesloten, schakelt u
de subwoofer in en verhoogt u het
volumeniveau van tevoren. Draai de
MASTER VOLUME-knop tot vlak voor de
middenstand.
• Als de aangesloten subwoofer is voorzien
van een kantelfrequentiefunctie, moet u
hiervoor de maximale waarde instellen.
• Als de aangesloten subwoofer is voorzien
van een functie voor automatische stand-by,
moet u deze functie uitschakelen.
•
•
•
•
•
•
Polariteit van de luidsprekers
Plaatsingsafstand van de luidsprekerb)
Plaatsingshoek van de luidsprekerb)
Grootte van de luidsprekerb)
Niveau van de luidspreker
Frequentiekarakteristiekenc)
a) Deze receiver corrigeert alleen de signalen voor
de middenluidspreker en subwoofer door middel
van analoog downmixen als meerkanaals invoer
is geselecteerd. Het corrigeren werkt niet voor
andere luidsprekers.
b) Het meetresultaat wordt niet gebruikt wanneer
meerkanaals invoer is geselecteerd.
c) • Signalen met een bemonsteringsfrequentie van
meer dan 96 kHz worden altijd weergegeven
aan 44,1 kHz of 48 kHz.
• Het meetresultaat wordt niet gebruikt in de
volgende gevallen.
–De meerkanaals invoer is geselecteerd.
–Als de functie "2ch Analog Direct" wordt
gebruikt .
–Er worden Dolby TrueHD-signalen met een
bemonsteringsfrequentie van meer dan
96 kHz ontvangen.
Opmerking
Afhankelijk van de eigenschappen van de gebruikte
subwoofer, kan de instelwaarde van de afstand
groter zijn dan de daadwerkelijke waarde.
De receiver als voorversterker
gebruiken
U kunt de functie "Auto Calibration" uitvoeren
als de receiver gebruikt wordt als
voorversterker.
In dat geval kan de op het display afgebeelde
waarde van de afstand verschillen van de
daadwerkelijke waarde. Dit levert echter geen
problemen op als u deze waarde met de
receiver blijft gebruiken.
1
2-7
Een "Auto Calibration" uitvoeren
Met de functie "Auto Calibration" kunt u het
volgende meten:
• Luidsprekeraansluitingena)
wordt vervolgd
51NL
Voorbereidingen
Als u de optimaliseringsmicrofoon in het
midden van de twee luidsprekers plaatst en de
hoek tussen de twee luidsprekers te klein is,
kan de optimaliseringsmicrofoon de linker- en
rechterluidsprekers niet correct meten.
1
Druk op AMP MENU om het
GUI-menu op het
televisiescherm weer te geven.
8
De meting start na vijf
seconden.
9
De meting start.
Als "GUI MODE" niet wordt getoond op
het display van de receiver, volgt u de
stappen in "7: Bedien de receiver met
GUI (Graphical User Interface)" (zie blz.
45).
2
Druk herhaaldelijk op V/v om
"Settings" te selecteren en
druk dan op
of b.
De Settings-menulijst wordt op het
televisiescherm afgebeeld.
3
Druk herhaaldelijk op V/v om
"Auto Calibration" te selecteren
en druk dan op
of b.
4
Druk herhaaldelijk op V/v om
"Quick Setup", te selecteren en
druk dan op
.
5
Druk herhaaldelijk op V/v en
om de onderdelen af te vinken
die u niet wilt meten.
• Speaker Distance
• Speaker Level
• Frequency Characteristic
Het metingproces zal ongeveer 30
seconden duren met een testtoon. Blijf
wachten totdat de meting is beëindigd.
Opmerking
De hoogte waarop de achterluidsprekers en
middenachterluidsprekers zich bevinden wordt niet
gemeten. Stel de positie van de achterluidsprekers
via "Position" in het Speaker-instelmenu.
Tips
6
7
Druk op b.
Druk op
om "Start" te
selecteren.
• Met uitzondering van het in-/uitschakelen van de
receiver, zijn alle andere bedieningsfuncties niet
beschikbaar tijdens het uitvoeren van de meting.
• In de volgende gevallen komen de metingen niet op
de juiste wijze tot stand of kan "Auto Calibration"
niet uitgevoerd worden.
– bij gebruik van speciale luidsprekers, zoals
dipoolluidsprekers.
– als de functie 2e/3e ruimtes gebruikt wordt in de
2e/3e ruimte.
Om de meting te annuleren
Bij wijziging van het volumeniveau, de
schakelfuncties, wijziging van de instelling
van de SPEAKERS-schakelaar, of bij
aansluiting van een hoofdtelefoon, wordt de
functie meting geannuleerd.
52NL
1
2
Druk op
om "Next" te
selecteren.
Wanneer "Save auto calibration (auto
speaker setup) results?" op het
televisiescherm afgebeeld wordt krijgt u
de keuze om de waarschuwing wel
("Yes") of niet ("No") te accepteren.
Volg de aanwijzingen op het
televisiescherm op bij als u voor "Yes"
gekozen hebt.
Voor nadere bijzonderheden over de
waarschuwing- en foutcodes, zie "Lijst
van meldingen na een automatischekalibratiemeting" (zie blz. 55).
Bevestig de meetresultaten.
Na beëindiging van de meting, klinkt er
een geluidssignaal en de meetresultaten
worden op het televisiescherm afgebeeld.
Tip
Druk op de toets
op de afstandsbediening
als de melding "Please Press ENTER" op het
televisiescherm afgebeeld wordt.
Opmerking
Als de luidspreker(s) uit fase is (zijn) wordt de
melding "Out Phase" op het televisiescherm
afgebeeld. De aansluitingen "+" en "–" van de
luidspreker zijn waarschijnlijk verkeerd om
aangesloten. Afhankelijk van de luidsprekers,
kan de melding "Out Phase" op het
televisiescherm afgebeeld worden, zelfs als de
luidsprekers op de juiste wijze aangesloten
zijn. Dit vanwege de eigenschappen van de
luidsprekers. In dat geval kunt u doorgaan met
het gebruik van de receiver.
3
Druk herhaaldelijk op B/b om
"Yes" te selecteren en druk dan
op
.
4
Druk herhaaldelijk op V/v om
het auto-calibratietype te
selecteren en druk dan op b.
Tip
De afgebeelde afstanden worden voor de
modellen bestemd voor de Verenigde Staten en
Canada in Engelse voeten aangegeven. Voor de
modellen bestemd voor andere landen/wordt
de afstand in meters aangegeven. U kunt de
eenheid waarin de afstanden aangegeven
worden veranderen met "Distance Unit"
(Eenheid van afstand) in het Speakerinstelmenu.
De meetresultaten worden opgeslagen.
wordt vervolgd
53NL
Voorbereidingen
De meetresultaten bevestigen/
opslaan
Parameter
Uitleg
Full Flat
Hiermee wordt de vlakke
frequentie van elke
luidspreker gemeten.
Engineer
Stelt de frequentie zodanig
in dat deze overeenkomt met
een van de frequenties van
een luisterruimte volgens de
Sony-norm.
Front Reference Past de karakteristieken van
elke luidspreker zodanig aan
dat deze overeenkomen met
de karakteristieken van de
voorluidsprekers.
OFF
5
Druk op
Schakelt de meting van de
EQ uit.
.
Het afsluitscherm verschijnt.
Opmerkingen
• Na de weergave van de resultaten van een
compensatie voor een frequentiekenmerk, worden
signalen met een bemonsteringsfrequentie van
meer dan 96 kHz altijd weergegeven aan 44,1 kHz
of 48 kHz.
• In de volgende gevallen wordt de uitkomst van de
frequentiebereikmeting niet gebruikt.
– De meerkanaals invoer is geselecteerd.
– Als de functie "2ch Analog Direct" wordt
gebruikt .
– Er worden Dolby TrueHD-signalen met een
bemonsteringsfrequentie van meer dan 96 kHz
ontvangen.
54NL
Tip
De grootte van een luidspreker (LARGE/SMALL)
wordt bepaald door de lage karakteristieken. De
meetresultaten kunnen variëren, afhankelijk van de
positie van de optimaliseringsmicrofoon en de
luidsprekers en de vorm van de ruimte. Het wordt
aangeraden om de meetresultaten te gebruiken. U
kunt echter deze instellingen veranderen in het
Speaker-instelmenu. Zorg eerst dat de
meetresultaten opgeslagen worden en probeer
daarna, indien gewenst, de instellingen te
veranderen.
Lijst van meldingen na een automatische-kalibratiemeting
Uitleg
Code 30
Als de hoofdtelefoon is aangesloten. Verwijder de hoofdtelefoons en voer de auto kalibratie
opnieuw uit.
Code 31
SPEAKERS (OFF/A/B/A+B) is ingesteld op OFF. Druk een andere instelling en voer
opnieuw de meting uit.
Code 32
Geen enkele luidspreker werd aangetroffen. Zorg ervoor dat de optimaliseringsmicrofoon op
juiste wijze is aangesloten en voer opnieuw de meting uit.
Als de optimalisatiemicrofoon op de juiste wijze is aangesloten maar de foutcode wordt
afgebeeld, kan de kabel van de optimalisatiemicrofoon beschadigd of verkeerd aangesloten
zijn.
Code 33
•
•
•
•
Code 34
De luidsprekers zijn niet op de juiste wijze opgesteld. Luidsprekers of een
optimalisatiemicrofoon kunnen links en rechts verkeerd geplaatst zijn. Zie "1: De
luidsprekers opstellen" (zie blz. 16) en controleer de opstelling van de luidsprekers.
Warning 40
De meting is afgerond. Het geruisniveau is echter hoog. Misschien lukt het u om, bij volgende
poging, de meting op juiste wijze uit te voeren, ook al kan de meting niet in elke omgeving
tot stand komen. Probeer de meting uit te voeren in een stille omgeving.
Warning 41
Het ingangssignaal van de optimaliseringsmicrofoon valt buiten het aanvaardbare bereik. Het
is harder dan het hardste geluid dat gemeten kan worden. Probeer de meting uit te voeren als
de omgeving stil genoeg is om een goede meting tot stand te brengen.
Warning 42
Het volumeniveau van de receiver valt buiten het aanvaardbare bereik. Probeer de meting uit
te voeren als de omgeving stil genoeg is om een goede meting tot stand te brengen.
Warning 43
De afstand en plaats van een subwoofer kan niet vastgesteld worden. Of de plaatsingshoek
van de luidspreker kan niet vastgesteld worden. Dit kan veroorzaakt zijn door
omgevingslawaai. Probeer de meting uit te voeren in een stille omgeving.
Warning 44
De meting is voltooid. De luidsprekers zijn echter niet op de juiste positie ten opzichte van
elkaar geplaatst. Raadpleeg "1: De luidsprekers opstellen" (zie blz. 16) en controleer de
onderlinge positie van de luidsprekers.
Geen enkele voorluidspreker is aangesloten of slechts een voorluidspreker is aangesloten.
De optimalisatiemicrofoon is niet aangesloten.
De linker of de rechter achterluidspreker is niet aangesloten.
De middenachterluidsprekers zijn aangesloten, ook al zijn de achterluidsprekers niet
aangesloten. Sluit de achterluidspreker(s) op de SURROUND-aansluitingen aan.
• De middenachterluidspreker is alleen aangesloten op de SURROUND BACK SPEAKERS
R-aansluitingen. Als u slechts een middenachterluidspreker aansluit, moet u deze
aansluiten op de SURROUND BACK SPEAKERS L-aansluiting.
NO WARNING Er is geen waarschuwinformatie.
----------
Er zijn geen luidsprekers aangesloten.
•Code 31
1 Druk op
Als u kiest voor "WRN CHECK"
en volg daarna de aanwijzingen van
stap 1 van "Een "Auto Calibration" uitvoeren"
op.
•Code 32, 33, 34
1 Als u drukt op , verschijnt "Retry?".
2 Druk herhaaldelijk op B/b om "Yes" te
selecteren en druk dan op
.
Als er een waarschuwing m.b.t. het
meetresultaat bestaat, wordt de gedetailleerde
informatie afgebeeld.
Druk op
om terug te keren naar stap 1
van "De meetresultaten bevestigen/
opslaan" (zie blz. 53).
3 Volg daarna de aanwijzingen van stap 2 van
"Een "Auto Calibration" uitvoeren" op.
wordt vervolgd
55NL
Voorbereidingen
Aanduiding
Tip
Afhankelijk van de plaats van de subwoofer, kunnen
de meetresultaten m.b.t. de polariteit verschillen. Dit
levert echter geen problemen op als u deze waarde
met de receiver blijft gebruiken.
Om automatische kalibratie
onderdelen nog nauwkeuriger
in te stellen (Enhanced Setup)
In het Auto Calibration-menu, selecteert u
"Enhanced Setup" en drukt u vervolgens
op
.
• Seating Position
U kunt drie opstellingen als positie 1, 2 en 3
vastleggen, afhankelijk van de zitpositie,
luisteromgeving en omstandigheden van de
meting.
• Calibration Type
Voor nadere bijzonderheden, zie blz. 54.
Optimale menuparameters voor
enhanced setup
• EQ Curve
Activeert/deactiveert de EQ krommemeting.
• Name Input
U kunt de positienummers herbenoemen,
voor bijzonderheden, zie "Naamgeving van
ingangsbronnen" (zie blz. 97).
56NL
U kunt ook INPUT SELECTOR
gebruiken op de ontvanger of de RMAAU016 afstandsbediening.
Weergave
Gekozen
Apparaat waarvan
beeld-/
weergave mogelijk is
geluidsbron
Een apparaat kiezen
Videorecorder, enz.,
aangesloten op de VIDEO 1
of VIDEO 2-aansluiting.
VIDEO 3
Videocamera,
videospelcomputer, enz.,
aangesloten op de VIDEO 3aansluiting.
DVD/BD
Dvd-speler, Blu-ray Discspeler etc., aangesloten op de
DVD/BD-aansluiting.
SAT/CATV
Satellietontvanger, enz.,
aangesloten op de SAT/
CATV-aansluiting.
MD/DAT
Minidisc-recorder of DATcassettedeck, enz.,
aangesloten op de MD/DATaansluiting.
SA-CD/CD
Super Audio CD- of cd-speler
enz., aangesloten op de SACD/CD-aansluiting.
TUNER
Ingebouwde tuner.
DMPORT
Draagbare audio-apparatuur,
etc. aangesloten via de
DIGITAL MEDIA PORTadapter aangesloten op de
ontvanger.
3
MUTING
1
Druk op een van de
ingangsbrontoetsen.
Wanneer u een apparaat wilt
selecteren dat op de PHONO-,
MULTI CHANNEL INPUT-, TV-,
TAPE/CD-R- of HDMI 4, 5, 6aansluiting is aangesloten,
drukt u op SHIFT en vervolgens
op PHONO, MULTI IN, TV, TAPE/
CD-R of HDMI 4, 5, 6.
HDMI 1, 2, 3, HDMI-apparatuur
4, 5, 6
aangesloten op de HDMI 1,
HDMI 2, HDMI 3, HDMI 4,
HDMI 5 of HDMI 6aansluiting.
PHONO
Draaitafel, enz., aangesloten
op de PHONO-aansluiting.
MULTI IN
Apparaat aangesloten op de
MULTI CHANNEL INPUTaansluiting.
TV
TV aangesloten op de TVaansluiting.
TAPE/CD-R
Cassettedeck, enz.,
aangesloten op de TAPE/CDR-aansluiting
wordt vervolgd
57NL
Weergave
1
VIDEO 1, 2
2
Schakel het weergaveapparaat
in en start de weergave.
3
Druk op de MASTER VOL +/–
toets om de geluidssterkte te
regelen.
U kunt ook de MASTER VOLUME-knop
op de receiver gebruiken.
Tips
• U kunt het volume ook anders regelen, afhankelijk
van de snelheid waarmee u de MASTER
VOLUME-knop draait.
Om het volume snel harder of zachter te zetten:
draait u de knop snel.
Voor fijnafstelling: draait u de knop langzaam.
• U kunt het volume anders regelen afhankelijk van
de tijdsduur waarop u de MASTER VOL +/– -knop
op de afstandsbediening ingedrukt houdt.
Om het volume snel harder of zachter te zetten:
houd de knop ingedrukt.
Voor fijnafstelling: drukt u de knop in en laat u
deze onmiddellijk los.
Om de dempingsfunctie in te
schakelen.
Druk op de toets MUTING van de
afstandsbediening. Om de demping op te
heffen en weer geluid te horen, drukt u nog een
keer op de toets MUTING van de
afstandsbediening of draait u de knop
MASTER VOLUME naar rechts om het
geluid harder te zetten. Als u in de gedempte
stand de receiver uitschakelt, zal de
dempingfunctie nog steeds werken wanneer u
de receiver weer inschakelt.
Om beschadiging van de
luidsprekers te voorkomen
Zorg ervoor het volumeniveau te verminderen
voordat u de receiver uitschakelt.
58NL
Naar een Super Audio CD/cd luisteren
2
• De beschreven bediening is van
toepassing op een Sony Super
Audio CD-speler.
• Zie tevens de
gebruiksaanwijzing die
bijgeleverd is met de Super
Audio CD-speler of cd-speler.
1
Schakel de Super Audio CD-speler of cdspeler in en plaats een disc in de disclade.
2
3
Schakel de receiver in.
Druk op INPUT SELECTOR om "SA-CD/CD"
te selecteren.
U kunt ook de INPUT SELECTOR-knop op de receiver
gebruiken om "SA-CD/CD" te selecteren.
z
U kunt het bij de muziek passende
geluidsveld kiezen. Voor nadere
bijzonderheden zie blz. 71.
Aanbevolen geluidsvelden:
Klassiek: D.Concert Hall
Jazz: Jazz Club
Concertopname: Live Concert,
Stadium
Weergave
5
3
3
5
Voorbeeld van de aanduiding op het display
4
5
6
Start de weergave van de disc.
Stel een geschikte geluidssterkte in.
Nadat u klaar bent met de weergave van een
Super Audio CD of cd, verwijdert u de disc
en schakelt u de receiver en de Super Audio
CD-speler of de cd-speler uit.
59NL
Het bekijken van een dvd/Blu-ray Disc
2
6
3
3
6
MULTI CHANNEL DECODING lamp
• Zie tevens de
gebruiksaanwijzing die
bijgeleverd is met het
televisietoestel, de dvd-speler en
de Blu-ray Disc–speler.
z
1
Schakel het televisietoestel en de dvd-speler
of Blu-ray Disc-speler in.
2
3
Schakel de receiver in.
Druk indien nodig het
geluidsformaat van de disc die u
wil laten weergeven.
Druk op INPUT SELECTOR om "DVD/BD" te
selecteren.
U kunt ook de INPUT SELECTOR-knop op deze receiver
gebruiken om "DVD/BD" te selecteren.
z
U kunt bij de speelfilm of muziek
het passende geluidsveld kiezen.
Voor nadere bijzonderheden zie
blz. 71.
Aanbevolen geluidsvelden:
Speelfilm: Cinema Studio EX
Rechtstreeks beeldverslag: Live
Concert
Sport: Sports
Als meerkanaals weergave niet
mogelijk is moet u het volgende
nakijken.
• Zorg ervoor dat het geluid van
de geluidsbron meerkanaals is
(het MULTI CHANNEL
DECODING-lampje op het
voorpaneel brandt tijdens
weergave).
• Zorg ervoor dat deze receiver via
een digitale verbinding is
aangesloten op de dvd-speler of
Blu-ray Disc-speler.
• Zorg ervoor dat de digitale
audiouitgang van de dvd-speler
of Blu-ray Disc-speler goed is
ingesteld.
60NL
Voorbeeld van de aanduiding op het display
4
Verander het ingangssignaal van het
televisietoestel zodat beeldweergave van de
dvd, Blu-ray Disc zichtbaar wordt.
5
6
7
Start de weergave van de disc.
Stel een geschikte geluidssterkte in.
Nadat u klaar bent met de dvd/Blu-ray Discweergave, verwijdert u de disc en schakelt u
de receiver, het televisietoestel en de dvdspeler of Blu-ray Disc–speler uit.
Een videospelletje spelen
2
Weergave
6
3
3
6
VIDEO 3 IN/PORTABLE AV IN
• Zie tevens de
gebruiksaanwijzing die
bijgeleverd is met het
televisietoestel en de
videospelcomputer.
1
Schakel het televisietoestel en de
videospelcomputer in.
2
3
Schakel de receiver in.
Druk op INPUT SELECTOR om "VIDEO 3*" te
kiezen.
U kunt ook de INPUT SELECTOR-knop op deze receiver
gebruiken om "VIDEO 3*" te selecteren.
* Bij aansluiting van de videospelcomputer op de VIDEO 3 IN/
PORTABLE AV IN-aansluiting op het voorpaneel.
Voorbeeld van de aanduiding op het display
4
Verander het ingangssignaal van het
televisietoestel zodat beeldweergave van het
videospel zichtbaar wordt.
5
Plaats de disc in de disclade en start het
videospel.
6
7
Stel een geschikte geluidssterkte in.
Nadat u klaar bent met het videospel,
verwijdert u de disc en schakelt u de
receiver, het televisietoestel en de
videospelcomputer uit.
61NL
Een video bekijken
2
6
3
3
6
• Zie tevens de
gebruiksaanwijzing die
bijgeleverd is met het
televisietoestel en de
videorecorder.
1
2
3
Schakel de videorecorder in.
Schakel de receiver in.
Druk op INPUT SELECTOR om "VIDEO 1*" te
kiezen.
U kunt ook de INPUT SELECTOR-knop op deze receiver
gebruiken om "VIDEO 1*" te selecteren.
* Bij aansluiting van de videorecorder op de VIDEO 1aansluiting.
Voorbeeld van de aanduiding op het display
62NL
4
Verander het ingangssignaal van het
televisietoestel zodat beeldweergave van de
videorecorder zichtbaar wordt.
5
Start de weergave van de videoband in de
videorecorder.
6
7
Stel een geschikte geluidssterkte in.
Nadat u klaar bent met de weergave van de
videoband, verwijdert u de band en schakelt
u de receiver, het televisietoestel en de
videorecorder uit.
De versterker bedienen
Instellingen voor de
audio (Audio-instelmenu)
Audio instelmenuparameters
x A/V Sync
(Synchronisatie van het audioen videouitgangssignaal)
Hiermee kunt u de uitvoer van het
audiosignaal vertragen om het tijdsverschil
tussen beeld- en geluidsweergave te
corrigeren. Deze kunt u instellen van 0 ms tot
300 ms in stapjes van 10 ms.
Opmerkingen
• Deze functie is handig bij gebruik van een groot
LCD- of plasmascherm of een projector.
• Deze functie is niet beschikbaar in de volgende
gevallen.
– De meerkanaals invoer is geselecteerd.
– Als de functie "2ch Analog Direct" wordt
gebruikt .
x Dual Mono
(Taalkeuze bij digitale
uitzendingen)
Hiermee kunt u de gewenste taal kiezen
waarmee u naar de digitale uitzending wilt
luisteren. Deze mogelijkheid is alleen maar
beschikbaar bij Dolby Digital signalen.
• MAIN/SUB
Het geluid van de eerste taal wordt
weergegeven via de linkervoorluidspreker
en tegelijkertijd wordt de tweede taal
weergegeven via de rechtervoorluidspreker.
x Decode Priority
(Decodeerprioriteit voor digitale
audio-ingang)
Hiermee kiest u het soort decodering dat moet
worden toegepast op de signalen die
binnenkomen via de DIGITAL IN- en HDMI
IN-aansluitingen.
• PCM
Als signalen van de DIGITAL INaansluiting worden geselecteerd, krijgen de
PCM-signalen voorrang (ter voorkoming
van onderbrekingen wanneer de weergave
begint).
Als er echter andere signalen binnenkomen,
is het mogelijk dat er, afhankelijk van het
geluidsformaat, geen geluidsweergave is.
Stel in dit geval dit onderdeel dan in op
"AUTO".
Als signalen van de HDMI IN-aansluiting
worden geselecteerd, worden alleen PCMsignalen uitgevoerd door de aangesloten
speler. Als signalen in enig ander formaat
binnenkomen, stelt u dit onderdeel in op
"AUTO".
• AUTO
Hierbij kan de ingangsfunctie automatisch
worden veranderd tussen Dolby Digital,
DTS, DSD en PCM.
Opmerking
Zelfs wanneer de "Decode Priority" op "PCM" is
ingesteld, kan het geluid aan het begin van de eerste
track worden onderbroken als gevolg van signalen
op de cd die wordt afgespeeld.
63NL
De versterker bedienen
Met behulp van het Video-instelmenu kunt u
de instellingen regelen voor de video.
Selecteer "Audio" in het Settings-menu. Voor
nadere bijzonderheden over het aanpassen van
de parameters, zie "7: Bedien de receiver met
GUI (Graphical User Interface)" (zie blz. 45).
• MAIN
Het geluid van de eerste taal wordt
weergegeven.
• SUB
Het geluid van de tweede taal wordt
weergegeven.
• MAIN+SUB
De weergave van de eerste en tweede taal
wordt gemengd.
De instellingen voor het
video (Video-instelmenu)
Instellingen voor HDMI
U kunt met behulp van het Video-instelmenu
de componentvideo-ingang toewijzen aan een
andere video-ingang en deze een naam geven.
Selecteer "Video" in het Settings-menu. Voor
nadere bijzonderheden over het aanpassen van
de parameters, zie "7: Bedien de receiver met
GUI (Graphical User Interface)" (zie blz. 45).
U kunt met behulp van het HDMI-instelmenu
de vereiste instellingen maken voor apparaten
die zijn aangesloten op de HDMI-aansluiting.
Selecteer "HDMI" in het Settings-menu. Voor
nadere bijzonderheden over het aanpassen van
de parameters, zie "7: Bedien de receiver met
GUI (Graphical User Interface)" (zie blz. 45).
Video instelmenuparameters
x Resolution
(Omzetten van videosignalen)
Hiermee kunt u de resolutie van analoge
videosignalen omzetten.
• DIRECT
• AUTO
• 480i/576i
• 480p/576p
• 720p
• 1080i
• 1080p
Voor nadere bijzonderheden over de werking,
zie "Omzettingstabel voor video-ingangen/uitgangen bepaald door de menu-instellingen"
(zie blz. 39).
(HDMI-menu)
HDMI-menuparameters
x HDMI Control
Hiermee kunt u de apparaten die zijn
aangesloten op de HDMI-aansluiting, via een
HDMI-kabel aan of uit zetten.
• ON
• OFF
Opmerking
Wanneer u "HDMI Control" instelt op "ON", kan
"HDMI Audio" automatisch worden veranderd.
x HDMI Audio
(Instellingen voor de HDMIaudio-ingang)
Hiermee kunt u instellen via welke HDMIluidsprekersystemen de geluidsweergave van
het, met een HDMI-verbinding op deze
receiver aangesloten, weergaveapparaat plaats
moet vinden.
• TV+AMP
Geluidsweergave is via de luidsprekers van
het televisietoestel en de op deze receiver
aangesloten luidsprekers.
Opmerkingen
• De geluidskwaliteit van het weergaveapparaat is
afhankelijk van de geluidskwaliteit van het
televisietoestel, het aantal kanalen, en de
bemonsteringsfrequentie, enz. Als het
televisietoestel voorzien is van
stereoluidsprekers, is de geluidskwaliteit van
deze receiver gelijk aan de geluidskwaliteit van
het televisietoestel, ook al gebruikt u
meerkanaals weergave.
• Bij aansluiting van de receiver op
videoapparatuur (projector, e.d.) is het mogelijk
64NL
dat het geluid niet door de receiver uitgevoerd
wordt. In dat geval selecteert u "AMP".
• Als u de invoer selecteert waar u de HDMIingang heeft toegewezen, komt er geen geluid uit
de televisie.
Er is geen geluidsweergave via de luidsprekers
van het televisietoestel als HDMI Audio is
ingesteld op "AMP".
x HDMI SW Level
Laat u het niveau van de subwoofer instellen
op 0 dB of +10 dB als PCM signalen worden
ontvangen via een HDMI -aansluiting. U kunt
het niveau voor elke HDMI-ingang apart
instellen.
• 0 dB
• AUTO
Stelt het niveau automatisch in op 0 dB of
+10 dB afhankelijk van de frequentie.
• +10 dB
U kunt met behulp van het System-instelmenu
de instellingen van de receiver veranderen.
Druk op "System" in de Settings-menu's. Voor
nadere bijzonderheden over het aanpassen van
de parameters, zie "7: Bedien de receiver met
GUI (Graphical User Interface)" (zie blz. 45).
System instelmenuparameters
x Screen Saver
Laat u de screen saver functie voor het GUImenu activeren op de televisie die is
aangesloten op de receiver.
• ON
Als er 15 minuten lang geen werking is
geweest wordt de screen saver functie
automatisch geactiveerd.
• OFF
De screen saver functie is uitgeschakeld.
x RS-232C Control
Hiermee kunt u dit menu gebruiken voor
bewerkingen in ruimte 2/ruimte 3.
Voor nadere bijzonderheden, zie "Beschikbare
menuparameters voor de bediening in de 2e/3e
ruimte" (zie blz. 112) in "Luisteren naar de
geluidsweergave in een andere ruimte (ZONE
2/ZONE 3 bedieningen)".
• ON
• OFF
65NL
De versterker bedienen
• AMP
De weergave van de HDMI-geluidssignalen
van het weergaveapparaat is alleen maar
hoorbaar via de, op deze receiver
aangesloten, luidsprekers. De meerkanaals
geluidsignalen kunnen als zodanig
weergegeven worden.
Opmerking
Instellingen voor het
systeem (System-instelmenu)
3
Genieten van surroundgeluid
Genieten van een
voorgeprogrammeerd
geluidsveld
Druk herhaaldelijk op de
toetsen V/v om "Settings", te
selecteren en druk dan op
of b.
De Settings-menulijst wordt op het
televisiescherm afgebeeld.
4
Druk herhaaldelijk op de
toetsen V/v om "Surround", te
selecteren en druk dan op
of b.
5
Druk herhaaldelijk op V/v om
"Sound Field Setup", te
selecteren en druk dan op
.
6
Druk herhaaldelijk op de V/v
om het gewenste
surroundgeluid te kiezen.
2
3-6
1
Start de weergave van een
geluidsbron die u wilt
beluisteren (CD, DVD, enz.).
2
Druk op AMP MENU om het
GUI-menu op het
televisiescherm weer te geven.
Als "GUI MODE" niet wordt getoond op
het display van de receiver, volgt u de
stappen in "7: Bedien de receiver met
GUI (Graphical User Interface)" (zie
blz. 45).
66NL
Bij de parameter die u zelf kunt aanpassen
wordt een "Custom Settings"-menu
afgebeeld waarmee u geavanceerde
aanpassingen kunt maken. Voor nadere
bijzonderheden, zie "Aanpassen van het
geluidseffect" (zie blz. 73).
Soorten 2CH functies
x 2ch Stereo
In deze functie geeft de receiver alleen geluid
weer via de linker- en rechtervoorluidsprekers.
De subwoofer brengt geen geluid voort.
Bij standaard tweekanaals
stereogeluidsbronnen wordt helemaal geen
geluidsveldbewerking toegepast, en
meerkanaals geluidsbronnen worden
gedownmixed tot twee kanalen.
Opmerking
x 2ch Analog Direct
De subwoofer zal in de 2ch stereo-functie geen
geluid voortbrengen. Om te luisteren naar gewone
tweekanaals stereo geluidsbronnen via de linker- en
rechtervoorluidsprekers en een subwoofer, kiest u
"A.F.D. Auto".
Als de geluidsbron geen afzonderlijk L.F.E.-kanaal
bevat, genereert de receiver zelf een
laagfrequentsignaal voor weergave door de
subwoofer via een tweekanaals geluidssignaal.
U kunt het geluid van de gekozen ingangsbron
veranderen naar tweekanaals analoge
geluidssignalen. Zo kunt u het best genieten
van analoge geluidsbronnen met superieure
kwaliteit.
Bij gebruik van deze functie kunt u alleen de
volumeniveau en de balans van de
voorluidsprekers instellen.
Wanneer u Blu-ray Disc-spelers en andere HD-spelers van de volgende
generaties aansluit
Audioformaat
Dolby Digital
Dolby Digital EX
Dolby Digital Plus a)
Dolby TrueHD a)
DTS
DTS-ES
DTS 96/24
Maximum aantal
kanalen
Aansluiten van het weergave-apparaat en de
receiver.
COAXIAL/OPTICAL
HDMI
a
a
a
a
×
a
×
a
a
a
a
a
a
a
5.1ch
6.1ch
7.1ch
7.1ch
5.1ch
6.1ch
5.1ch
wordt vervolgd
67NL
Genieten van surroundgeluid
Deze receiver ondersteunt de volgende audioformaten.
Audioformaat
DTS-HD
High Resolution Audio a)
Maximum aantal
kanalen
COAXIAL/OPTICAL
HDMI
×
a
×
a
×
a
×
a
7.1ch
DTS-HD
Master Audio a) b)
7.1ch
DSD a)
5.1ch
Meerkanaals lineaire PCM a)
Aansluiten van het weergave-apparaat en de
receiver.
7.1ch
a)Audiosignalen worden uitgevoerd in een ander formaat als het weergave-apparaat niet overeenkomt met het
formaat. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het weergave-apparaat voor meer informatie.
b)Signalen met een bemonsteringsfrequentie van meer dan 96 kHz worden weergegeven aan 96 kHz of
88,2 kHz.
68NL
Soorten A.F.D. functies
Met de modus Auto Format Direct (A.F.D.)
kunt u genieten van de hoogste
geluidskwaliteit doordat automatisch de juiste
decodeerfunctie gekozen wordt voor
tweekanaals als meerkanaals geluidssignalen.
Meerkanaals
geluid na
decodering
Effect
A.F.D. Auto
(Automatische
detectie)
Het geluid wordt zonder toevoeging van enig
geluidseffect opgeslagen in dezelfde staat zoals het was
opgenomen/gecodeerd.
ProLogic
4-kanaals signalen Deze instelling zorgt voor Dolby Pro Logic-decodering.
Een geluidsbron die is opgenomen met 2 kanalen wordt
gedecodeerd naar 4.1 kanalen.
PLII Movie
5-kanaals signalen Deze instelling zorgt voor Dolby Pro Logic II Moviedecodering. Deze instelling is ideaal voor speelfilms
gecodeerd in Dolby Surround. Bovendien kunt u met
deze functie het geluid ook horen in 5.1-kanalen bij
weergave van oude speelfilms of video's met later
ingevoegd geluid.
PLII Music
5-kanaals signalen Deze instelling zorgt voor Dolby Pro Logic II Musicdecodering. Deze instelling is ideaal voor normale
stereobronnen zoals cd's.
PLII Game
5-kanaals signalen Deze instelling zorgt voor Dolby Pro Logic II Gamedecodering.
PLIIx Movie*
7-kanaals signalen Deze instelling zorgt voor Dolby Pro Logic IIx Moviedecodering. Deze instelling is ideaal voor speelfilms
gecodeerd in Dolby Surround. Bovendien kunt u met
deze functie het geluid ook horen in 7.1 kanalen bij
weergave van oude speelfilms of video's met later
ingevoegd geluid.
PLIIx Music*
7-kanaals signalen Deze instelling zorgt voor Dolby Pro Logic IIx Musicdecodering. Deze instelling is ideaal voor normale
stereobronnen zoals cd's.
PLIIx Game*
7-kanaals signalen Deze instelling zorgt voor Dolby Pro Logic IIx Gamedecodering.
Neo:6 Cinema
7-kanaals signalen Deze instelling zorgt voor DTS Neo:6 Cinemadecodering.
Neo:6 Music
7-kanaals signalen Deze instelling zorgt voor DTS Neo:6 Musicdecodering. Deze instelling is ideaal voor normale
stereobronnen zoals cd's.
Multi Stereo
(Multi Stereo)
Neural-THX
7-kanaals signalen Volgende generatie Neural Surround™, THX®
technologieën. In aanvulling op stereo-verbeterde
processen en pure 5.1 surroundgeluid, nu geschikt voor
volledig 360° 7.1 surroundgeluidbeeld van NeuralTHX® Surround gecodeerde inhoud.
Hierbij worden dezelfde tweekanaals linker- en
rechtersignalen weergegeven door alle luidsprekers.
* U kunt deze decodeerfunctie niet kiezen als er geen middenachterluidsprekers zijn aangesloten op de receiver.
wordt vervolgd
69NL
Genieten van surroundgeluid
A.F.D.-functie
Opmerkingen
• Deze functie is niet beschikbaar in de volgende
gevallen.
– De meerkanaals invoer is geselecteerd.
– Er worden DTS-HD-signalen met een
bemonsteringsfrequentie van meer dan 48 kHz
ontvangen.
– Er worden Dolby TrueHD-signalen met een
bemonsteringsfrequentie van meer dan 96 kHz
ontvangen.
• Als u het effect van het geluidsveld instelt terwijl
de receiver signalen ontvangt met een
bemonsteringsfrequentie van meer dan 48 kHz,
zullen de signalen altijd worden weergegeven aan
44,1 kHz of 48 kHz.
• Als u het geluidsveld instelt bij ontvangst van een
DTS 96/24-signaal, is de geluidsweergave alleen
op 48 kHz.
• Het begin van het geluidsstroom kan wegvallen als
de Neural-THX-verwerking aan/uit wordt gezet.
Tips
• We raden meestal de "A.F.D. Auto" aan, maar in
sommige gevallen kan het echter helpen om met de
toets SB Decoding een middenachterdecodeerfunctie te kiezen die nog beter past bij de
geluidsbron.
• Op de verpakking kunt u zien met welk
codeerformaat een dvd-videodisc, enz., is
opgenomen.
• Dolby Pro Logic IIx-decodering functioneert
alleen bij ontvangst van een meerkanaals
ingangssignaal.
Op dat moment worden de instellingen van "SB
Decoding" en "SB Dec Mode" in het Surroundinstelmenu ongeldig. Bij een andere
decodeerfunctie dan Dolby Pro Logic IIx, wordt
het geluid als gecodeerd meerkanaals geluid
weergegeven.
• Neural-THX functioneert wanneer meerkanaals
signalen worden ingevoerd.
Als u een subwoofer aansluit
Als de geluidsbron geen afzonderlijk L.F.E.kanaal bevat, genereert de receiver zelf een
laagfrequentsignaal voor weergave door de
subwoofer via een tweekanaals geluidssignaal.
Er wordt echter geen laagfrequentsignaal
uitgestuurd in de instelling "Neo:6 Cinema" of
"Neo:6 Music" wanneer voor alle luidsprekers
het "LARGE" formaat is gekozen. Om
volledig gebruik te maken van de Dolby
Digital lagetonen-verdelingscircuits, raden wij
u aan om de grensfrequentie van de subwoofer
zo hoog mogelijk in te stellen.
70NL
Types muziek/filmfuncties
U kunt genieten van een fraaie ruimtelijke
geluidsweergave door eenvoudigweg een van
voorgeprogrammeerde geluidsvelden te
kiezen die de receiver biedt. Zo kunt u uw
luisterkamer even indrukwekkend laten
klinken als een bioscoopzaal of een
concertzaal.
Geluidsveld
Effect
Movie
Cinema Studio EX A
DCS
Reproduceert de karakteristieke klank van de Sony Pictures
Entertainment "Cary Grant Theater" filmstudio. Dit is de
standaardinstelling, geschikt voor allerlei soorten speelfilms.
Cinema Studio EX B
DCS
Reproduceert de karakteristieke klank van de Sony Pictures
Entertainment "Kim Novak Theater" filmstudio. Deze functie
is ideaal voor het bekijken van sciencefictionfilms of
actiefilms met zeer veel geluidseffecten.
Cinema Studio EX C
DCS
Reproduceert de karakteristieke klank van de Sony Pictures
Entertainment geluidsstudio. Deze instelling is ideaal voor
musicals en klassieke films met veel orkestmuziek.
V.Multi Dimension
DCS
Creëert vele virtuele luidsprekers uit een enkel paar werkelijke
achterluidsprekers.
D.Concert Hall A
Gebruikt 3D-geluidsimaging om de geluidskenmerken van
een concertzaal te reproduceren, die een grote opnamestudio
simuleert die wordt geproduceerd door weerkaatsing.
D.Concert Hall B
Gebruikt 3D-geluidsimaging om de geluidskenmerken van
een concertzaal te reproduceren, die een weergalmend en
uniek weerkaatsend geluid simuleert.
Church
Reproduceert de akoestiek van een stenen kerk.
Jazz Club
Geeft de akoestiek van een jazzclub.
Music
Live Concert
Geeft de akoestiek van een muziektheater met 300 zitplaatsen.
Stadium
Geeft de sfeer van een groot openluchtstadion.
Sports
Geeft het gevoel van een direct sportverslag.
Portable Audio
Geeft het geluid van uw draagbaar weergaveapparaat
verbeterd weer. Deze functie is ideaal voor MP3 en andere
gecomprimeerde muziek.
wordt vervolgd
71NL
Genieten van surroundgeluid
Geluidsveld
voor
Geluidsveld
voor
Geluidsveld
Effect
Headphone*
Headphone (2ch)
Deze instelling wordt automatisch gekozen bij gebruik van een
hoofdtelefoon wanneer de "2ch Stereo"-functie of de A.F.D.functie is gekozen. Bij standaard tweekanaals
stereogeluidsbronnen wordt helemaal geen
geluidsveldbewerking toegepast, en meerkanaals
geluidsbronnen worden gedownmixed tot twee kanalen.
Headphone Theater DCS Bij gebruik van een hoofdtelefoon en een geluidsveld voor
speelfilm/muziek wordt deze instelling automatisch gekozen.
Dit stelt u in staat de sfeer van een bioscoop te horen bij het
beluisteren van filmgeluid via de hoofdtelefoon.
Headphone (Direct)
Geeft de analoge geluidssignalen zonder bewerking van toon,
geluidsveld, e.d. af.
Headphone (Multi)
Deze instelling wordt automatisch gekozen bij gebruik van een
hoofdtelefoon terwijl de multikanaalsingang is gekozen. Geeft
de analoge geluidssignalen af die binnen zijn gekomen via de
MULTI CHANNEL INPUT-ingangsaansluitingen.
* U kunt dit geluidsveld kiezen als de hoofdtelefoon is aangesloten op de receiver.
Opmerkingen
• De geluidsvelden voor muziek/speelfilms zijn in de
volgende gevallen niet beschikbaar.
– De meerkanaals invoer is geselecteerd.
– Er worden DTS-HD-signalen met een
bemonsteringsfrequentie van meer dan 48 kHz
ontvangen.
– Er worden Dolby TrueHD-signalen met een
bemonsteringsfrequentie van meer dan 96 kHz
ontvangen.
• Als u het geluidsveld instelt bij ontvangst van een
DTS 96/24-signaal, is de geluidsweergave alleen
op 48 kHz.
• Als u het effect van het geluidsveld instelt terwijl
de receiver signalen ontvangt met een
bemonsteringsfrequentie van meer dan 48 kHz,
zullen de signalen altijd worden weergegeven aan
44,1 kHz of 48 kHz.
• De effecten verkregen uit de virtuele luidsprekers
kunnen meer ruis veroorzaken in het
weergavesignaal.
• Bij het luisteren naar geluidsvelden die werken met
virtuele luidsprekers zult u geen geluid direct uit de
echte achterluidsprekers horen.
• Als een van de geluidsvelden voor muziek is
gekozen en als alle luidsprekers zijn ingesteld op
"LARGE" in het Speaker-instelmenu, wordt door
de subwoofer geen geluid voortgebracht. De
subwoofer zal echter wel geluid weergeven als het
digitale ingangssignaal L.F.E.-signalen bevat, of
als voor de voorluidsprekers of de
72NL
achterluidsprekers het formaat "SMALL" is
gekozen, het geluidsveld voor speelfilm is
geselecteerd, of "Portable Audio" is geselecteerd.
Tips
• De geluidsvelden met de vermelding DCS zijn
gebaseerd op DCS technologie. Zie "Verklarende
woordenlijst" (zie blz. 135).
• Bij keuze van een geluidsveld met de vermelding
DCS gaat het Digital Cinema Sound-lampje
branden.
Uitschakelen van het
surroundeffect voor MOVIE/
MUSIC
Stel "2ch Stereo" of "A.F.D. Auto" in onder
het Surround-instelmenu.
3
Aanpassen van het
geluidseffect
Terwijl u het geluid bestudeert,
stelt u de geselecteerde
parameter in met gebruik van
V/v en
.
Bij de parameter die u zelf kunt aanpassen
wordt een "Custom Settings"-menu afgebeeld
waarmee u geavanceerde aanpassingen kunt
maken.
Opmerking
De onderdelen die u in elk menu kunt instellen
kunnen, afhankelijk van de het geluidsveld variëren.
Het effectniveau veranderen
1 Druk herhaaldelijk op de toetsen V/v
om het gewenste effectniveau te
selecteren
in stap 2.
2-3
1
Druk een geluidsveld (zie
blz. 66).
2 Druk herhaaldelijk op V/v om het
niveau aan te passen.
Hoe hoger de gekozen waarde, des te meer
nadruk krijgt het surroundeffect.
U kunt deze waarde aanpassen van 20% tot
120% in stapjes van 5%.
Custom Settingsmenuparameter
x Center Width Control
2
Druk op b om "Custom
Settings" te selecteren en druk
dan op
.
Hiermee kunt u de nauwkeurige instellingen
maken voor het decoderen van Dolby Pro
Logic II en IIx Music signalen. U kunt deze
parameter alleen instellen als de A.F.D.functie is ingesteld op "PLII Music" of "PLIIx
Music".
U kunt de geluidssignalen van het
middenkanaal die de Dolby Pro Logic II
decodering oplevert, nauwkeurig verdelen
over de linker- en rechtervoorluidsprekers.
wordt vervolgd
73NL
Genieten van surroundgeluid
Voor nadere bijzonderheden, zie
volgende menuparameters.
x Dimension Control
Hiermee kunt u de nauwkeurige instellingen
maken voor het decoderen van Dolby Pro
Logic II en IIx Music signalen. U kunt deze
parameter alleen instellen als de A.F.D.functie is ingesteld op "PLII Music" of "PLIIx
Music".
U kunt het verschil tussen de voorkanalen en
de achterkanalen naar wens bijregelen.
x Panorama Mode
Hiermee kunt u de nauwkeurige instellingen
maken voor het decoderen van Dolby Pro
Logic II en IIx Music signalen. U kunt deze
parameter alleen instellen als de A.F.D.functie is ingesteld op "PLII Music" of "PLIIx
Music".
• ON
Hiermee verruimt u het geluidsveld door het
geluid van de voorluidsprekers verder naar
de linkerkant en naar de rechterkant van uw
zitpositie uit te breiden.
• OFF
Deze functie is niet ingeschakeld.
x Screen Depth
Deze parameter is alleen beschikbaar voor de
Cinema Studio EX-functies.
Hiermee kunt u in uw luisterkamer hetzelfde
effect bereiken als in een bioscoop, met de
indruk alsof het geluid direct komt vanuit het
scherm.
• ON
Hiermee kunt u in uw luisterkamer hetzelfde
effect bereiken als in een bioscoop, met de
indruk alsof het geluid direct komt vanuit het
scherm.
• OFF
Deze functie is niet ingeschakeld.
x Virtual Speakers
Deze parameter is alleen beschikbaar voor de
Cinema Studio EX-functies.
• ON
Voor de simulatie van virtuele luidsprekers.
• OFF
Deze functie is niet ingeschakeld.
74NL
x Front Reverb
(Weerkaatsing vooraan)
Deze parameter is speciaal voor "D.Concert
Hall A/B". Met deze parameter kunt u de
hoeveelheid weerkaatsing aanpassen die aan
de signalen vooraan moeten worden
toegevoegd volgens de originele
weerkaatsingen in de bron.
• STD
Selecteer normaal "STD".
• WET
Selecteer deze optie om de weerkaatsingen
vooraan te vermeerderen.
2
Gebruik van de
middenachterdecodeerfunctie
Druk herhaaldelijk op de
toetsen V/v om "Settings", te
selecteren en druk dan op
of b.
De Settings-menulijst wordt op het
televisiescherm afgebeeld.
Door het decoderen van het
middenachterluidsprekersignaal, dat is
opgenomen in het Dolby Digital Surround EX,
DTS-ES Matrix, DTS-ES Discrete 6.1 formaat
enz., kunt u luisteren naar het surroundgeluid
zoals dat bedoeld is door de makers van de
film.
Druk herhaaldelijk op de
toetsen V/v om "Surround", te
selecteren en druk dan op
of b.
4
Druk herhaaldelijk op V/v om
"SB Dec Mode", te selecteren
en druk dan op
.
5
Druk herhaaldelijk op V/v om
de middenachterdecodeerfunctie te kiezen, en
druk daarna op
.
1
2-5
1
Druk op AMP MENU om het
GUI-menu op het
televisiescherm weer te geven.
Als "GUI MODE" niet wordt getoond op
het display van de receiver, volgt u de
stappen in "7: Bedien de receiver met
GUI (Graphical User Interface)" (zie
blz. 45).
Tip
U kunt de middenachter-decodeerfunctie met
behulp van "SB Decoding" in het Surroundinstelmenu kiezen.
75NL
Genieten van surroundgeluid
3
Gebruik van de middenachterdecodeerfunctie (SB Decoding)
x SB Decoding
(Middenachter-decodering)
• AUTO
Wanneer het ingangssignaal een 6.1-kanaals
vlagsignaala) bevat, wordt aan de hand
daarvan de juiste decodeerfunctie toegepast
voor decodering van het
middenachterluidspreker-signaal.
Ingangssignaal Uitgangs Toegepaste
kanalen middenachterdecodeerfunctie
Dolby Digital
5.1
5.1e)
—
Dolby Digital
Surround EXb)
6.1e)
Matrix
decodeerfunctie
geschikt voor Dolby
Digital EX
DTS 5.1
5.1e)
—
DTS-ES Matrix 6.1e)
6.1c)
DTS Matrixdecodeerfunctie
6.1e)
DTS Discretedecodeerfunctie
DTS-ES
Discrete 6.1d)
a) Het
6.1-kanaals decodeer-vlagsignaal is een
decoderingsinstructie die is opgenomen in
geluidsbronnen zoals dvd’s.
b) Dit is het signaal van een Dolby Digital-dvd met
een Surround EX-vlagsignaal. Op de Dolby
Corporation webpagina kunt u zien hoe dergelijke
Surround EX speelfilms te onderscheiden zijn.
c)
Dit is software met een vlagsignaal om aan te
geven dat het zowel DTS-ES Matrix- als 5.1kanaals signalen bevat.
d)
Dit is software met zowel 5.1-kanaals signalen als
een extra signaal om die gegevens in 6.1
afzonderlijke kanalen om te zetten. De Discrete
6.1-kanalen zijn specifiek voor dvd en niet
dezelfde als gebruikt in de bioscoop.
e) Wanneer er twee middenachterluidsprekers zijn
aangesloten, wordt het totaalgeluid weergegeven
via 7.1-kanalen.
• ON
De instelling van de SB Dec Mode is van
toepassing bij het decoderen van 5.1-kanaals
en 6.1-kanaals ingangssignalen.
76NL
• OFF
Dan wordt er geen middenachterkanaaldecodering toegepast.
Opmerkingen
• Deze functie is niet beschikbaar in de volgende
gevallen.
– De meerkanaals invoer is geselecteerd.
– Als het geluidsveld voor muziek of film is
geselecteerd.
• Als de middenachter-decodeerverwerking wordt
uitgevoerd terwijl de receiver signalen ontvangt
met een bemonsteringsfrequentie van meer dan
48 kHz, zullen de signalen altijd worden
weergegeven aan 44,1 kHz of 48 kHz.
• Als de middenachter-decodeerverwerking wordt
uitgevoerd terwijl de receiver DTS 96/24-signalen
ontvangt, zullen de signalen altijd worden
weergegeven aan 48 kHz.
• De kans bestaat dat de middenachterluidspreker
geen geluid voortbrengt bij de instelling Dolby
Digital EX. Sommige discs bevatten niet het
vereiste Dolby Digital Surround EX vlagsignaal,
ook al staat op de verpakking wel een Dolby
Digital EX logo. In dat geval selecteert u "ON".
• Als "PLIIx" van de A.F.D.-functie is geselecteerd,
wordt SB Decoding gedecodeerd in de PLIIxfunctie.
x SB Dec Mode
(Middenachter-decodeerfunctie)
U kunt alleen een middenachterdecodeerfunctie kiezen als "SB Decoding" is
ingesteld op "ON" of "AUTO" en als het
inkomende geluidssignaal het Dolby Digital
Surround EX-vlagsignaal bevat.
Instelpara Instelling Toegepaste
meter
luidspre- middenachterkers
decodeerfunctie
DDEX
PLIIx MV
7.1kanaals
Matrix decodeerfunctie
geschikt voor Dolby
Digital EX
6.1kanaals
Matrix decodeerfunctie
geschikt voor Dolby
Digital EX
7.1kanaals
Movie-decodeerfunctie
geschikt voor Dolby Pro
Logic IIx
6.1kanaals
Matrix decodeerfunctie
geschikt voor Dolby
Digital EX
Instelpara Instelling Toegepaste
luidspre- middenachtermeter
kers
decodeerfunctie
PLIIx MS
7.1kanaals
Music-decodeerfunctie
geschikt voor Dolby Pro
Logic IIx
6.1kanaals
Music-decodeerfunctie
geschikt voor Dolby Pro
Logic IIx
Opmerking
(NIGHT MODE)
Hiermee kunt u ook's avonds laat, bij zachte
weergave, nog steeds genieten van de
geluidsvelden en geluidseffecten. Deze functie
is samen met de andere geluidsvelden te
gebruiken.
Ook bij nachtelijke weergave van een
speelfilm, enz., met het geluid zacht gezet, zult
u de dialoog nog duidelijk kunnen horen.
1
2
wordt vervolgd
77NL
Genieten van surroundgeluid
Matrix decodering, die voldoet aan de eisen van
Dolby Digital EX, wordt toegepast, als het
luidsprekersysteem is ingesteld op 6.1-kanaals en
Movie-decodering, die voldoet aan de eisen van Pro
Logic IIx, wordt toegepast, als het
luidsprekersysteem is ingesteld op 7.1-kanaals,
wanneer u in de volgende omstandigheden voor
Dolby PLIIx MS kiest:
– bij ontvangst van een Dolby Digital Surround
EX signaal
– "SB Decoding" is ingesteld op "AUTO"
Ruimtelijke weergave bij
zacht ingesteld geluid
1
Druk op AMP.
De bediening van de receiver is
ingeschakeld.
2
Druk op NIGHT MODE.
Dan wordt de NIGHT MODE-functie
ingeschakeld. De NIGHT MODE wordt
aan- en uitgezet als u drukt op NIGHT
MODE.
Opmerkingen
• Deze functie is niet beschikbaar in de volgende
gevallen.
– De meerkanaals invoer is geselecteerd.
– Er worden Dolby TrueHD-signalen met een
bemonsteringsfrequentie van meer dan 96 kHz
ontvangen.
• Als de NIGHT MODE-functie wordt ingeschakeld
terwijl de receiver signalen ontvangt met een
bemonsteringsfrequentie van meer dan 96 kHz,
zullen de signalen altijd worden weergegeven aan
44,1 kHz of 48 kHz.
Tip
Bij gebruik van deze functie worden de lage tonen,
hoge tonen en effectniveaus automatisch hoger
ingesteld en wordt de "D.Range Comp" automatisch
ingesteld op "MAX".
78NL
GUI (Graphical User Interface)" (zie
blz. 45).
Geavanceerde
luidsprekerinstellingen
2
De luidsprekers
handmatig instellen
Druk herhaaldelijk op de
toetsen V/v om "Settings", te
selecteren en druk dan op
of b.
De Settings-menulijst wordt op het
televisiescherm afgebeeld.
U kunt elke luidspreker handmatig instellen.
U kunt ook de luidsprekerniveaus bijregelen
na beëindiging van de functie "Auto
Calibration".
Instellingen maken met het
Manual Setup-menu
3
Druk herhaaldelijk op V/v om
"Speaker", te selecteren en
druk dan op
.
4
Druk herhaaldelijk op V/v om
"Manual Setup", te selecteren
en druk dan op
.
x Level
(Luidsprekerniveau)
1
2-4
1
Druk op AMP MENU om het
GUI-menu op het
televisiescherm weer te geven.
U kunt het niveau van elke luidspreker
wijzigen (midden, achter L/R, middenachter
L/R, subwoofer). Deze kunt u instellen van
–20 dB tot +10 dB in stapjes van 0,5 dB.
U kunt de balans tussen de linker- en
rechtervoorluidsprekers aan beide zijden
bijregelen. U kunt het niveau van de
linkervoorluidspreker van FL–10,0 dB tot
FL+10,0 dB bijregelen in stapjes van 0,5 dB. U
kunt ook het niveau van de
rechtervoorluidspreker van FR–10,0 dB tot
FR+10,0 dB bijregelen in stapjes van 0,5 dB.
Als "GUI MODE" niet wordt getoond op
het display van de receiver, volgt u de
stappen in "7: Bedien de receiver met
wordt vervolgd
79NL
Geavanceerde luidsprekerinstellingen
Manual Setup-menuparameters
Opmerking
Als een van de geluidsvelden voor muziek is
gekozen en als alle luidsprekers zijn ingesteld op
"LARGE", wordt door de subwoofer geen geluid
voortgebracht. De subwoofer zal echter wel geluid
weergeven als het digitale ingangssignaal L.F.E.signalen bevat, of als voor de voorluidsprekers of de
achterluidsprekers het formaat "SMALL" is
gekozen, het geluidsveld voor speelfilm is
geselecteerd, of "Portable Audio" is geselecteerd.
x Distance
(Afstand van de luisterplaats tot
elke luidspreker)
U kunt de afstand van de zitplaats naar elke
luidspreker wijzigen (voor L/R, midden,
achter L/R, middenachter L/R, subwoofer).
U kunt de afstand instellen van 1,0 tot
10,0 meter in stapjes van 1 cm.
x Size
(Grootte van elke luidspreker)
U kunt de grootte van elke luidspreker
wijzigen (voor L/R, midden, achter L/R,
middenachter L/R).
80NL
• LARGE
Zijn er grote achterluidsprekers aangesloten
die alle lage tonen zonder problemen kunnen
weergeven, dan kiest u "LARGE". Selecteer
normaal "LARGE".
• SMALL
Klinkt het geluid vervormd, of is de
ruimtelijke weergave van meerkanaals
surroundgeluid niet naar wens, met te weinig
lage tonen, dan kiest u "SMALL" om de
lagetonen-verdelingscircuits in te schakelen,
zodat de laagste frequenties van elk kanaal
worden verplaatst naar de subwoofer of naar
een ander stel "LARGE" luidsprekers.
Tips
• Bij de interne signaalbewerking bepaalt de keuze
van het "LARGE" en "SMALL"
luidsprekerformaat voor elk stel luidsprekers of de
ingebouwde geluidsprocessor de laagste
frequenties al dan niet naar de betreffende
luidspreker(s) zal uitsturen.
Als de lage tonen uit een bepaald kanaal worden
verwijderd, zullen de lagetonen-verdelingscircuits
die frequenties verplaatsen naar de subwoofer of
naar een ander stel "LARGE" luidsprekers die er
beter op zijn berekend.
Echter, omdat lage tonen een bepaalde mate van
richtingsgevoeligheid hebben, is het beter de lage
tonen niet uit het signaal te verwijderen. Daarom
kunt u zelfs met een stel kleine luidsprekers toch
beter "LARGE" kiezen als u de lage tonen ook
door die luidsprekers wilt laten weergeven. En
andersom, als u grote luidsprekers aansluit maar
niet wilt dat die de laagste tonen weergeven, kunt u
voor die luidsprekers "SMALL" kiezen.
Als het totale geluidsniveau lager is dan gewenst,
kiest u voor alle luidsprekers "LARGE". Als er te
weinig lage tonen klinken, kunt u die extra
versterken met de toonregelaar .
• De middenachterluidsprekers worden op dezelfde
instelling ingesteld als de achterluidsprekers.
• Als u voor de voorluidsprekers "SMALL" kiest,
worden de middenluidspreker, de
achterluidsprekers en de middenachterluidsprekers
ook automatisch ingesteld op "SMALL".
• Als u geen subwoofer hebt aangesloten worden de
voorluidsprekers automatisch ingesteld op
"LARGE".
x Position
(Plaats van de
achterluidsprekers)
Hiermee kunt u de juiste plaats van de
achterluidsprekers kiezen voor de beste klank
van de surroundeffecten bij de Cinema Studio
EX geluidsvelden. Dit instelonderdeel is niet
instelbaar wanneer er geen achterluidsprekers
zijn aangesloten.
achterluidsprekers zich bevinden in het
gebied aangegeven met A en D.
• BEHD/LOW
Druk deze instelling als uw
achterluidsprekers zich bevinden in het
gebied aangegeven met B en C.
• BEHD/HIGH
Druk deze instelling als uw
achterluidsprekers zich bevinden in het
gebied aangegeven met B en D.
Tip
• SIDE/LOW
Druk deze instelling als uw
achterluidsprekers zich bevinden in het
gebied aangegeven met A en C.
• SIDE/HIGH
Druk deze instelling als uw
81NL
Geavanceerde luidsprekerinstellingen
De parameter voor de plaats van de
achterluidsprekers is speciaal bestemd voor de beste
klank van de Cinema Studio EX geluidsvelden. Bij
de andere geluidsvelden is de plaats van de
achterluidsprekers niet zo kritiek.
Die geluidsvelden zijn ontworpen met het idee dat
de achterluidsprekers achter de zitplaats zouden
staan, maar het geluidsveld blijft toch ook redelijk
goed in balans als de achterluidsprekers veel meer
aan de zijkant staan. Als de luidsprekers echter
direct van links en rechts op de luisteraars gericht
staan, zullen de geluidsvelden minder duidelijk
klinken, tenzij u de instelling "SIDE".
Toch hebben alle luistersituaties vele variabelen,
zoals de geluidsweerkaatsing van de wanden, dus u
kunt misschien betere resultaten verkrijgen met de
instelling "BEHD" als uw luidsprekers hoog boven
uw zitplaats hangen, ook al is dat direct links en
rechts ervan.
Daarom raden wij u aan, ook al strookt het niet
precies met de bovenstaande uitleg, een meerkanaals
gecodeerde geluidsbron af te spelen en dan de
instelling te kiezen die de meest ruimtelijke klank
oplevert, met daarbij nog een goede samenhang
tussen het surroundgeluid van de achterluidsprekers
en het directe geluid van de voorluidsprekers. Als u
niet met zekerheid kunt zeggen welke instelling het
best klinkt, kiest u dan de instelling "BEHD" en
gebruik in dat geval de parameters voor
luidsprekerafstand en voor luidsprekerniveau om de
meest evenwichtige weergave te bereiken.
4
Instellingen maken met het
Speaker Pattern-menu
Druk herhaaldelijk op V/v om
"Speaker Pattern", te
selecteren en druk dan op
.
Druk op de "Speaker Pattern" die
overeenkomt met het gebruikte
luidsprekersysteem. Na uitvoeren van de
functie "Auto Calibration" hoeft u geen
luidsprekeropstelling te kiezen.
5
1
2-5
1
Druk op AMP MENU om het
GUI-menu op het
televisiescherm weer te geven.
Als "GUI MODE" niet wordt getoond op
het display van de receiver, volgt u de
stappen in "7: Bedien de receiver met
GUI (Graphical User Interface)" (zie
blz. 45).
2
Druk herhaaldelijk op de
toetsen V/v om "Settings", te
selecteren en druk dan op
of b.
De Settings-menulijst wordt op het
televisiescherm afgebeeld.
3
82NL
Druk herhaaldelijk op V/v om
"Speaker", te selecteren en
druk dan op
.
Druk herhaaldelijk op de V/v
om de gewenste
luidsprekeropstelling te kiezen.
Instellingen maken met het Test
Tone-menu
4
Druk herhaaldelijk op V/v om
"Test Tone", te selecteren en
druk dan op
.
U kunt een type testtoon selecteren.
5
2-6
De testtoon is achtereenvolgens via elke
luidspreker hoorbaar.
6
Stel de parameter in via V/v, en
druk daarna op
.
Tips
• Om het volumeniveau van alle luidsprekers
tegelijk in te stellen drukt u op de toets
MASTER VOL +/–.
• De instelwaarde wordt tijdens de bijregeling
op het display afgebeeld.
1
Druk op AMP MENU om het
GUI-menu op het
televisiescherm weer te geven.
Als "GUI MODE" niet wordt getoond op
het display van de receiver, volgt u de
stappen in "7: Bedien de receiver met
GUI (Graphical User Interface)" (zie
blz. 45).
2
Druk herhaaldelijk op de
toetsen V/v om "Settings", te
selecteren en druk dan op
of b.
De Settings-menulijst wordt op het
televisiescherm afgebeeld.
3
Druk herhaaldelijk op V/v om
"Speaker", te selecteren en
druk dan op
.
Als er geen weergave is van de
testtoon via de luidsprekers
• De luidsprekerkabels zijn eventueel niet
goed aangesloten. Controleer of ze stevig
aangesloten zijn en niet, na een lichte ruk,
los kunnen schieten.
• Er kan kortsluiting in de luidsprekerkabels
zijn.
Als de testtoon wordt
weergegeven door een andere
luidspreker dan die afgebeeld
op het beeldscherm
De luidspreker is niet op de juiste wijze in het
luidsprekerpatroon aangesloten. Zorg ervoor
dat het aansluitschema van de luidspreker
overeenkomt met het luidsprekerpatroon.
83NL
Geavanceerde luidsprekerinstellingen
1
Druk de luidspreker die u wilt
instellen en druk dan op
.
Test Tone-menuparameters
x Test Tone
• OFF
• AUTO
De testtoon is achtereenvolgens via elke
luidspreker hoorbaar.
• L, C, R, SR, SBR, SBL, SL, SW
U kunt kiezen welke luidspreker de testtoon
moet weergeven.
aangesloten, wordt deze instelling "OFF"
automatisch ingesteld.
• ON
Wij adviseren u "Center Mix" in te stellen op
"ON" als u wilt genieten van digitale audio
met geluid van hoge kwaliteit wanneer u
geen middenluidspreker hebt aangesloten.
Analoge downmix werkt wanneer u "Center
Mix" instelt op "ON" Deze instelling is
tevens effectief voor het invoeren van
signalen vanaf de MULTI CHANNEL
INPUT-aansluitingen.
x Phase Noise
• OFF
• L/R, L/C, C/R, R/SL, R/SR, SR/SL, SR/
SBR, SBR/SBL, SR/SB, SBL/SL, SB/SL,
SL/L, L/SR
Zorgt dat de testtoon beurtelings door twee
aangrenzende luidsprekers wordt
weergegeven.
Sommige onderdelen worden niet
weergegeven, afhankelijk van de opstelling
van de luidsprekers.
x Phase Audio
• OFF
• L/R, L/C, C/R, R/SL, R/SR, SR/SL, SR/
SBR, SBR/SBL, SR/SB, SBL/SL, SB/SL,
SL/L, L/SR
Zorgt dat de tweekanaals
voorluidsprekersignalen (in plaats van de
testtoon) beurtelings door twee
aangrenzende luidsprekers wordt
weergegeven.
Sommige onderdelen worden niet
weergegeven, afhankelijk van de opstelling
van de luidsprekers.
Beschikbare menuparameters
van de Speaker-instellingen
x Center Mix
(Aan/uit van de analoge
downmix-instellingen)
• OFF
Als er geen middenluidspreker is
84NL
x Sur Back Assign
(Instellen van de
middenachterluidspreker(s))
• OFF
Als u geen middenachterluidspreker hebt
aangesloten, kiest u "OFF".
• BI-AMP
Bij aansluiting van de voorluidsprekers in
een systeem met twee versterkers, kiest u
"BI-AMP".
• ZONE 2
Als u de middenachterluidsprekers gebruikt
in de 2de ruimte, kiest u "ZONE 2".
Wanneer u "ZONE 2" kiest, is de invoer naar
de SUR BACK-aansluitingen van de MULTI
CHANNEL INPUT ongeldig.
Opmerking
Wanneer u de aansluitmethode wilt veranderen van
een aansluiting met twee versterkers of met een 2e
ruimte naar een aansluiting met
middenachterluidsprekers, stelt u "Sur Back Assign"
in op "OFF" en sluit u daarna de
middenachterluidsprekers aan op deze receiver.
Nadat u de middenachterluidsprekers hebt
aangesloten, stelt u de luidsprekers opnieuw in.
Raadpleeg "Auto Calibration" (zie blz. 50) of
"Manual Setup" (zie blz. 79).
x Crossover Freq
(Luidspreker-kantelfrequentie)
Hiermee kunt u de kantelfrequentie voor de
lage tonen kiezen bij luidsprekers die als
"SMALL" staan ingesteld in het Speakermenu. Na automatische kalibratie wordt de
gemeten luidspreker-kantelfrequentie
ingesteld voor iedere luidspreker.
Wanneer u na de automatische kalibratie de
luidspreker-kantelfrequentie aanpast met
behulp van "Crossover Freq", wordt de
aangepaste waarde ingesteld voor iedere
luidspreker.
x Multi Ch SW Level
(Niveau van meerkanaals
subwoofer)
Hiermee kunt u het niveau van het MULTI
CHANNEL INPUT subwoofersignaal met
+10 dB verhogen. Deze instelling kan nodig
zijn als u een dvd-speler aansluit op de MULTI
CHANNEL INPUT-aansluiting.
Het subwooferniveau zal bij een dvd-speler
ongeveer 10 dB lager zijn dan bij een Super
Audio CD-speler.
kunt genieten van een film met zacht ingesteld
geluid. In tegenstelling tot analoge
compressiefuncties zijn de niveaus hierbij vooraf
bepaald, voor een natuurlijk klinkende compressie.
x Distance Unit (Afstandseenheid)
Hiermee kiest u de eenheid waarin de
afstanden van de luidsprekers worden
gemeten.
• meter
De afstanden worden aangegeven in meters.
• feet
De afstanden worden aangegeven in Engelse
voeten.
Geavanceerde luidsprekerinstellingen
x D.Range Comp
(Compressie van het
dynamische bereik)
Hiermee kunt u het dynamische bereik van een
geluidsspoor comprimeren, dus verkleinen.
Dit kan handig zijn om 's avonds laat een film
te bekijken; met het geluid zacht behoudt u
toch een rijke, volle klank. Compressie van het
dynamische bereik is alleen mogelijk met
Dolby Digital-signalen.
• OFF
Hierbij wordt het geluidsspoor normaal
weergegeven, zonder compressie.
• STD
Hierbij wordt het geluidsspoor weergegeven
met het volledig dynamisch bereik, zoals
gekozen door de opnamestudio-technicus.
• MAX
Hiermee wordt het dynamische bereik
drastisch verkleind.
Tips
• Met de dynamiekcompressie kunt u tijdens
weergave het dynamische bereik van een
geluidsspoor comprimeren volgens de
dynamiekinformatie vervat in het Dolby Digitalsignaal.
• De standaardinstelling is "STD", maar die geeft
slechts een geringe mate van compressie. Daarom
raden wij u aan de "MAX"-instelling te gebruiken.
Hiermee wordt het dynamische bereik drastisch
beperkt, zodat u zonder bezwaar ook's avonds laat
85NL
De toonregelaar
bijregelen
U kunt met behulp van de volgende parameters
de toonregeling (niveau lage/hoge tonen) van
alle luidsprekers aanpassen en maximaal vijf
verschillende instellingen voor de
toonregelaar in het geheugen van de
toonregelaar vastleggen en toepassen. U kunt
dit voor elk geluidsveld en voor elke
luidspreker instellen.
Laag
Hoog
1
2-7
Niveau
(dB)
OPTIONS
Frequentie
(Hz)
Opmerkingen
• Deze functie is niet beschikbaar in de volgende
gevallen.
– De meerkanaals invoer is geselecteerd.
– Er worden Dolby TrueHD-signalen met een
bemonsteringsfrequentie van meer dan 96 kHz
ontvangen.
• Als de equalizer wordt aangepast terwijl de
receiver signalen ontvangt met een
bemonsteringsfrequentie van meer dan 96 kHz,
zullen de signalen altijd worden weergegeven aan
44,1 kHz of 48 kHz.
1
Druk op AMP MENU om het
GUI-menu op het
televisiescherm weer te geven.
Als "GUI MODE" niet wordt getoond op
het display van de receiver, volgt u de
stappen in "7: Bedien de receiver met
GUI (Graphical User Interface)" (zie
blz. 45).
2
Druk herhaaldelijk op de
toetsen V/v om "Settings", te
selecteren en druk dan op
of b.
De Settings-menulijst wordt op het
televisiescherm afgebeeld.
3
86NL
Druk herhaaldelijk op V/v om
"EQ", te selecteren en druk dan
op
.
4
Druk herhaaldelijk op de
toetsen V/v om het nummer van
het toonregelaargeheugen te
kiezen waaronder u de
bijgeregelde
toonregelinstellingen wilt
opslaan, en druk dan op
.
Het instelscherm voor de toonregelaar
wordt op het televisiescherm afgebeeld.
Druk de luidspreker die u wilt
instellen en druk dan op B/b, en
druk dan op
.
6
Druk herhaaldelijk op B/b om
"Bass" of "Treble", te
selecteren en druk dan op V/v
om de parameter in te stellen.
Geavanceerde luidsprekerinstellingen
5
Tip
Voor de voorluidsprekers kunt u de lage tonen
en de hoge tonen instellen met de toets TONE
MODE en de TONE regelaar op de receiver.
7
Druk op
om de parameter in
te voeren.
De opgeslagen
toonregelaarinstellingen
wissen
1 Druk "OPTIONS" en druk daarna op
.
"Are you sure to clear EQ Settings?"
verschijnt.
2 Druk herhaaldelijk op B/b om "Yes", te
selecteren en druk dan op
.
87NL
1
Bediening van de tuner
Als "GUI MODE" niet wordt getoond op
het display van de receiver, volgt u de
stappen in "7: Bedien de receiver met
GUI (Graphical User Interface)" (zie
blz. 45).
Luisteren naar de FM/
AM-radio
Via de ingebouwde tuner van dit apparaat kunt
u luisteren naar uitzendingen van de FM-en
AM-radio. Voor de bediening zult u de FM- en
AM-antennes moeten aansluiten op de
receiver (zie blz. 41).
2
Druk herhaaldelijk op V/v om
"FM" of "AM" te selecteren en
druk dan op
of b.
De FM of AM-menulijst wordt op het
televisiescherm afgebeeld.
Tip
Het afsteminterval voor de directe afstemming is
hieronder aangegeven.
• FM-band 50 kHz
• AM-band 9 kHz
Druk op AMP MENU om het
GUI-menu op het
televisiescherm weer te geven.
3
Druk op V/v om "Auto Tuning"
te selecteren en druk dan op
.
4
Druk op V/v.
Automatische afstemming
Druk op V om de afstemband van laag
naar hoog te doorzoeken, druk op v om
van hoog naar laag te zoeken.
De receiver stopt met zoeken wanneer er
een radiozender wordt ontvangen.
1
2-4
Als een FM-stereo-uitzending
slecht doorkomt
1 Druk op OPTIONS.
2 Druk op V/v om "FM Mode" te
selecteren en druk dan op
.
3 Druk op V/v om "MONO" te selecteren
en druk dan op
88NL
.
4
Directe afstemming
Voer de afstemfrequentie van de gewenste
zender rechtstreeks in met behulp van de
cijfertoetsen.
Voer de afstemfrequentie in met
behulp van de cijfertoetsen en
druk daarna op
om deze in
te voeren.
Voorbeeld 1: FM 102,50 MHz
Selecteer 1 b 0 b 2 b 5 b 0
Voorbeeld 2: AM 1.350 kHz
Selecteer 1 b 3 b 5 b 0
4
1
Als u niet kunt afstemmen op
een station
1
Druk op AMP MENU om het
GUI-menu op het
televisiescherm weer te geven.
Als "GUI MODE" niet wordt getoond op
het display van de receiver, volgt u de
stappen in "7: Bedien de receiver met
GUI (Graphical User Interface)" (zie
blz. 45).
2
Druk herhaaldelijk op V/v om
"FM" of "AM" te selecteren en
druk dan op
of b.
3
Druk op V/v om "Direct Tuning"
te selecteren en druk dan op
.
Verschijnt "– – – .– – MHz" en het display
keert terug naar de huidige frequentie.
Controleer of u wel precies de juiste frequentie
hebt gekozen. Zo niet, verricht dan opnieuw
stap 4. Als het afstemmen nog steeds niet lukt,
dan is die frequentie in uw gebied niet te
ontvangen.
89NL
Bediening van de tuner
2-4
Tip
Bij afstemming op een AM-zender zult u
de richting van de AM-raamantenne
moeten verstellen om de beste ontvangst
te verkrijgen.
(zie blz. 88) of de directe
afstemming (zie blz. 89).
Voorinstellen van radiozenders
U kunt tot 30 van uw favoriete FM- en AMradiozenders in het geheugen vastleggen als
voorkeurzenders. Dan kunt u in het vervolg
een dergelijke voorkeurzender in een
handomdraai kiezen.
In geval van slechte FM-ontvangst,
schakelt u de FM-ontvangst in op (zie
blz. 88).
4
5
Druk op OPTIONS.
6
Druk op V/v om een
voorinstelnummer te
selecteren.
7
Druk op
Druk herhaaldelijk op de
toetsen V/v om "Memory" te
selecteren en druk dan op
om hiernaar toe te gaan.
.
De ontvangen radiozender wordt dan
vastgelegd onder uw gekozen
voorinstelnummer.
8
1
2,
5-7
4
1
Druk op AMP MENU om het
GUI-menu op het
televisiescherm weer te geven.
Als "GUI MODE" niet wordt getoond op
het display van de receiver, volgt u de
stappen in "7: Bedien de receiver met
GUI (Graphical User Interface)" (zie
blz. 45).
2
3
90NL
Druk herhaaldelijk op V/v om
"FM" of "AM" te selecteren en
druk dan op
of b.
Stem af op de radiozender die u
wilt voorinstellen, met de
automatische zoekafstemming
Herhaal de stappen van 3 t/m 7
voor elk van de
voorkeurzenders die u wilt
vastleggen.
Om af te stemmen op
voorkeurzenders
1 Herhaal stappen 1 en 2 van
"Voorinstellen van radiozenders".
2 Druk op V/v om de voorkeurzender te
kiezen die u wenst.
U kunt de voorkeurzenders als volgt
instellen:
• AM-band AM1 tot AM30
• FM-band FM1 tot FM30
Naamgeving van
voorkeurzenders
1 Stem af op de voorkeurzender
waarvoor u een zelfgekozen naam voor
wilt invoeren.
2 Druk op OPTIONS om "Name Input" te
selecteren.
Voor nadere bijzonderheden over de
naamgeving, zie "Naamgeving van
ingangsbronnen" (zie blz. 97).
Gebruik van het Radio
Data Systeem (RDS)
(alleen Europees model)
Met deze receiver kunt u ook gebruik maken
van de RDS (Radio Data System), waarmee
radiozenders naast de gewone uitzendingen
allerlei nuttige informatie doorgeven. U kunt
de RDS-informatie weergeven.
Opmerkingen
• RDS is alleen beschikbaar via FM-zenders.
• Niet alle FM-zenders zenden RDS-informatie uit
of beschikken niet over een soortgelijke service.
Als u niet op de hoogte bent van de RDSuitzendingen in uw gebied, moet u contact
opnemen met de lokale radiostations.
Druk eenvoudigweg een
radiozender uit de FM-band met de
automatische afstemming (zie
blz. 88), directe afstemming (zie
blz. 89) of geheugenafstemming
(zie blz. 90).
Wanneer er is afgestemd op een zender die
RDS-informatie uitzendt, licht de aanduiding
"RDS" op en verschijnt de Program Servicenaam op het display.
Opmerkingen
• De RDS-informatie zal niet altijd goed te
ontvangen zijn, als de zender waarop u hebt
afgestemd de RDS-signalen niet duidelijk genoeg
uitzendt of als de signaalsterkte onvoldoende is.
• Als er een nooduitzending of
waarschuwingsbericht door de overheid wordt
uitgezonden, gaat op het display de aanduiding
"Alarm-Alarm!" knipperen.
• Als een radiozender een bepaalde RDS-functie niet
verzorgt, verschijnt er "No XX" (zoals "No Clock
Time") op het display.
• Wanneer een zender radiotekst uitzendt, verschijnt
deze op het display met hetzelfde tempo als
waarmee het bericht wordt uitgezonden. De
Overzicht van de
programmatypes
PTY
aanduiding
Type uitzending
News
Nieuwsbulletins
Current Affairs
Actualiteitenprogramma met
uitweidingen over het nieuws
Information
Informatieve uitzendingen over
een groot scala onderwerpen met
o.a. nieuws voor consumenten en
medisch advies
Sport
Sportverslagen en-uitslagen
Education
Educatieve programma's, met
"how-to" en praktische tips
Drama
Hoorspelen en andere radioseries
Cultures
Programma's over nationale en
regionale cultuur, zoals
taalkwesties en sociale
vraagstukken
Science
Uitzendingen over
natuurwetenschappen en
technologie
Varied Speech
Gevarieerde uitzendingen, zoals
vraaggesprekken,
quizprogramma's en allerlei
amusement
Pop Music
Populaire muziekprogramma's
Rock Music
Rockmuziek-programma's
Easy Listening
"Easy listening"
achtergrondmuziek
Light Classics M Licht klassiek, met vocale,
instrumentale en koormuziek
Serious Classics Klassieke muziekuitvoeringen,
orkestrale werken en
kamermuziek, opera enz.
Other Music
Alle muziek die in geen van de
bovenstaande categorieën past,
zoals rhythm en blues en reggae
wordt vervolgd
91NL
Bediening van de tuner
Ontvangen van RDSuitzendingen
snelheid van de tekst is dus alleen afhankelijk van
de snelheid van de uitzending.
• De RDS-informatie wordt op het display van deze
receiver afgebeeld.
Bij ingeschakelde GUI-functie worden de PS
(Program Service-naam) en het PTY (Program
Type) op het televisiescherm afgebeeld.
PTY
aanduiding
Type uitzending
Weather & Metr Weeroverzicht,
weersverwachting
Finance
Beursberichten, financieel en
zakennieuws, enz.
Children’s Progs Kinderprogramma's
Social Affairs
Programma's over mensen en hun
bezigheden
Religion
Programma's over religieuze
aangelegenheden
Phone In
Programma's waarin luisteraars
via de telefoon of in een publiek
forum hun mening kunnen geven
Travel & Touring Programma's over reizen. Niet
voor aankondigingen die met de
TP/TA
verkeersinformatiefuncties te
vinden zijn.
Leisure &
Hobby
Programma's over
vrijetijdsbesteding en hobby's als
vissen, tuinieren, koken, enz.
Jazz Music
Programma's met jazz en
geïmproviseerde muziek
Country Music
Country en western
muziekprogramma's
National Music Programma's met de nationale of
streekmuziek van een bepaald
gebied
Oldies Music
Populaire muziek uit vroegere
dagen
Folk Music
Volksmuziekprogramma's
Documentary
Leerzame programma's
None
Elk niet hierboven genoemd
programma
92NL
Andere bedieningsfuncties
Omzetten van analoge
video-ingangssignalen
Deze receiver is voorzien van een functie om
de resolutie van analoge videoingangssignalen om te zetten.
SHIFT
Gebruik van de DIGITAL
MEDIA PORT-adapter
Met de DIGITAL MEDIA PORT-adapter kunt
u genieten van geluid van een draagbare
audiobron of computer. Door het aansluiten
van een DIGITAL MEDIA PORT-adapter,
kunt u genieten van het geluid van de
aangesloten apparatuur op de receiver.
Beschikbare DIGITAL MEDIA PORTadapters verschillen in elk gebied.
Voor nadere bijzonderheden over het
aanpassen van de DIGITAL MEDIA PORTadapters, zie "Apparatuur met digitale audioingangsaansluitingen/audiouitgangsaansluitingen" (zie blz. 23).
De DIGITAL MEDIA PORT-adapter is een
optioneel product.
Opmerkingen
RESOLUTION
• Sluit geen andere adapter aan dan de DIGITAL
MEDIA PORT-adapter.
• Voordat u de DIGITAL MEDIA PORT-adapter
afsluit, dient u de receiver met de
afstandsbediening uit te zetten.
• Sluit geen DIGITAL MEDIA PORT-adapter aan of
af van de receiver als het systeem aan staat.
• Afhankelijk van het type DIGITAL MEDIA
PORT-adapter, worden de beelden ook uitgevoerd.
Druk op SHIFT en daarna
herhaaldelijk op RESOLUTION.
Elke keer dat u op de toets drukt wordt de
resolutie van het uitgangssignaal gewijzigd.
U kunt ook "Resolution" in het Videoinstelmenu gebruiken.
93NL
Andere bedieningsfuncties
Sony biedt de volgende DIGITAL MEDIA
PORT-adapters:
• TDM-BT1 Bluetooth™ Wireless Audio
Adapter
• TDM-NW1 DIGITAL MEDIA PORT
Adapter
• TDM-NC1 Wireless Network Audio Client
• TDM-iP1 DIGITAL MEDIA PORT Adapter
Het kiezen van een
bedieningscherm om de
apparatuur te bedienen die is
aangesloten op de DIGITAL
MEDIA PORT-adapter
U kunt een bedieningscherm kiezen door
gebruik te maken van het GUI-menu,
afhankelijk van de DIGITAL MEDIA PORTadapter die u wilt gebruiken. Bij sommige
adapters, zoals de TDM-BT1 of de TDMNW1, staat het bedieningscherm vast en kunt
u het niet veranderen op het GUI -scherm.
2
Druk meerdere keren op MENU
om het GUI-menu op het
televisiescherm weer te geven.
3
Druk herhaaldelijk op de
toetsen V/v om "Music," te
selecteren en druk dan op
of b.
"DMPORT" verschijnt naast "Music".
4
Druk op
of b.
De apparatuur aangesloten op de
DIGITAL MEDIA PORT-adapter wordt
herkend en "DMPORT" op het scherm
verandert in de naam van elk apparaat.
De catergorie van het apparaat dat is
aangesloten op de DIGITAL MEDIA
PORT-adapter verschijnt op het scherm.
Opmerking
Een pictogram toont het herkende apparaat dat
wordt weergegeven op het televisiescherm. Als
de adapter niet kan worden herkend, wordt
"DMPORT" weergegeven op het
televisiescherm.
1
3,
4,6
5
2
1
Druk op AMP.
Als "GUI MODE" niet wordt getoond op
het display van de receiver, volgt u de
stappen in "7: Bedien de receiver met
GUI (Graphical User Interface)" (zie
blz. 45).
94NL
5
Druk OPTIONS en druk daarna
op "Function List".
6
Druk op V/v om "DMPORT
Control" te selecteren.
U kunt de volgende functies in dit menu
kiezen;
• System GUI
Deze functie is voor de TDM-iP1 en
TDM-NC1. De lijst met tracks wordt
weergegeven op het GUI-scherm van de
receiver. U kunt de track kiezen die u
wenst en het weergeven op elk GUIscherm.
• Adapter GUI
Deze functie is voor de TDM-iP1 en
TDM-NC1. De menulijst van deze
adapter wordt op het televisiescherm
afgebeeld.
• iPod
Deze functie kan worden gekozen als de
TDM-iP1 is aangesloten.
Als "DMPORT Control" niet wordt
weergegeven, raadpleeg dan de
Gebruiksaanwijzing die bij de component
is meegeleverd voor meer informatie over
de bediening van die component.
Bedienen van het apparaat dat
is aangesloten op de DIGITAL
MEDIA PORT-adapter
Het bedienen TDM-iP1 of TDMNC1 gebruiken van het GUImenu van de receiver
1
iPod
Selecteer de inhoud uit de
inhoudslijst dat staat
weergegeven op het GUIscherm en geef het weer.
Playlists > Playlist > Track
Wordt alleen weergegeven als M-crew Server is
aangesloten.
b) Wordt alleen weergegeven als een andere server
dan een DLNA-server M-crew Server is
aangesloten.
c) Wordt weergegeven als "Genre", "Artist" of
"Album", afhankelijk van de instelling van "List
Mode".
Het bedienen TDM-iP1 of TDMNC1 gebruiken van het
adaptermenu
Zorg dat "Adapter GUI" is geselecteerd in stap
6 in "Het kiezen van een bedieningscherm om
de apparatuur te bedienen die is aangesloten
op de DIGITAL MEDIA PORT-adapter" (zie
blz. 94).
Voor nadere gegevens over het bedienen van
de adapter door gebruik te maken van het GUImenu van de adapter, verwijzen wij naar de
Gebruiksaanwijzing die bij de adapter die u
gebruikt is geleverd.
Het bedienen TDM-iP1 of iPodmenu
Zorg dat "iPod" is geselecteerd in stap 6 in
"Het kiezen van een bedieningscherm om de
apparatuur te bedienen die is aangesloten op
de DIGITAL MEDIA PORT-adapter" (zie
blz. 94).
Voor nadere gegevens over de bediening van
de iPod, verwijzen wij naar de
bedieningshandleiding die is geleverd bij de
iPod.
Artists > Artist > Track
Albums > Album > Track
Songs > Track
Genres > Genre > Artist > Album > Track
Composers > Composer > Track
Audiobooks > Audiobook
Network Client
Het weergeven van de
geselecteerde track
Tijdens weergave van de geselecteerde track,
wijzigt het weergegeven scherm afhankelijk
van de DIGITAL MEDIA PORT-adapter die is
aangesloten.
Music Surfina) > Albumc) > Track
Playlista) > Playlist > Track
Web Radioa) > Station > Program
Music Libraryb) > Album > Track
wordt vervolgd
95NL
Andere bedieningsfuncties
2
Zorg dat "System GUI" is
geselecteerd in stap 6 in "Het
kiezen van een
bedieningscherm om de
apparatuur te bedienen die is
aangesloten op de DIGITAL
MEDIA PORT-adapter" (zie
blz. 94).
a)
Optieparametersi in de
weergavestanden
TDM-iP1
x Repeat Functie (alleen TDM-iP1)
• Off
• One
• All
x Shuffle (alleen TDM-iP1)
• Off
• Songs
• Albums
TDM-NC1
x List Mode (alleen TDM-NC1)
•
•
•
•
All Tracks
Disc List
Artist List
Genre List
Tip
U kunt ook de apparatuur bedienen die is
aangesloten op de DIGITAL MEDIA PORTadapter door gebruik te maken van de
weergavetoetsen op de afstandsbediening van
uw receiver.
Voor
Bediening
Weergave
Druk op H.
Pauze
Druk op X. Druk nog een
keer op deze toets om de
weergave te hervatten.
Stop
Druk op x.*
Naar het begin van een Druk op ..
track tijdens weergave
gaan, of naar het begin
van de vorige track gaan
Naar het begin van de
volgende track gaan
Druk op >.
Overslaan naar het vorige Druk op B•.
album
Overslaan naar het
volgende album
Druk op •b.
Achterwaarts/voorwaarts Druk op m/M.**
gaan
* Als een TDM-iP1 is aangesloten, komt de
receiver in de pauzestand als x wordt ingedrukt.
** Houd de toetsen m/M ingedrukt om versneld
terug/vooruit te gaan.
De List Mode kan worden gebruikt met het Function
List-menu, zelfs als de lijst wordt weergegven.
DIGITAL MEDIA PORT
berichtenlijst
Afgebeelde
melding
Uitleg
No Adapter
De adapter is niet
aangesloten.
No Device
Er is geen apparaat op de
adapter aangesloten.
No Audio
Er is geen audiobestand
gevonden.
Loading
De gegevens worden
gelezen.
No Server*
Er is geen server
aangesloten.
No Track*
Er is geen track gevonden.
No Item*
Er is geen onderdeel
gevonden.
Connecting*
Aansluiten op de server.
Configuring*
Het network wordt ingesteld.
Warning*
Controleer het display van de
DIGITAL MEDIA PORTadapter.
Party Mode*
Het toestel staat momenteel
in feeststand "Guest".
Searching*
Zoeken naar de server.
*Alleen TDM-NC1.
96NL
3
Naamgeving van
ingangsbronnen
Selecteer "Name Input" en druk
vervolgens op
.
Op het beeldscherm wordt een
softwarematig toetsenbord afgebeeld.
U kunt een zelfgekozen naam van maximaal 8
letters voor ingangsbronnen invoeren en deze
weergeven.
Hiermee kunt u handig aangeven welk
apparaat op welk aansluiting verbonden is.
4
Druk op V/v/B/b om een
letterteken te selecteren en
druk dan op
.
5
Druk op [Finish] om de naam in
te voeren.
Uw gekozen naam wordt nu in het
geheugen vastgelegd.
De ingevoerde naam annuleren
Druk op [Cancel].
1
Opmerking
Wanneer u een naam voor een RDS-zender invoert,
zal bij het afstemmen toch de Program Service naam
(PS) verschijnen, in plaats van de door u gekozen
naam. (U kunt de Program Service naam (PS) niet
wijzigen. De naam die u invoert zal worden
overschreven door de Program Service naam (PS).)
Druk een onderdeel waarvoor u
een gekozen naam wilt
invoeren.
De volgende onderdelen kunnen een
naam krijgen.
• De positie in de functie "Auto
Calibration" (zie blz. 50)
• Geluids-/beeldbronnen (zie blz. 57)
• Voorkeurzenders (zie blz. 90)
2
Druk op OPTIONS.
97NL
Andere bedieningsfuncties
3-4
2
1
Omschakelen tussen
digitale en analoge audio
(INPUT MODE)
Bij aansluiting van apparatuur op zowel de
digitale als analoge audioingangsaansluitingen van deze receiver, kunt
u, afhankelijk van het geluidsmateriaal de
audio-ingangsfunctie voor digitale of analoge
audio vastleggen, of tussen beide wisselen.
Druk op de ingangsbrontoets.
U kunt ook de INPUT SELECTOR-knop
op de receiver gebruiken.
2
3
Druk op AMP.
Druk herhaaldelijk op INPUT
MODE om de audioingangsfunctie te kiezen.
De gekozen audio-ingangsfunctie wordt
op het televisiescherm afgebeeld.
Audio-ingangsfuncties
1
2
• Auto
Verleent voorrang aan de digitale
geluidssignalen als er zowel digitale als
analoge aansluitingen zijn.
Stelt in op de analoge geluidssignalen
wanneer er geen digitale geluidssignalen
zijn.
• Analog
Stelt in op de analoge geluidssignalen die
binnenkomen via de AUDIO IN (L/R)ingangsaansluitingen.
Opmerkingen
• Afhankelijk van de gekozen weergavebron is het
instellen van sommige audio-ingangsbronnen niet
mogelijk.
• Als HDMI-invoer of DIGITAL MEDIA PORTadapter is geselecteerd, verschijnt "------" op het
display en kunt u geen andere functies kiezen.
Druk een andere ingang dan de HDMI-ingang,
satelliettuner en de DIGITAL MEDIA PORTadapter en stel daarna de audio-ingangsfunctie in.
• Bij gebruik van de functie "2ch Analog Direct" of
wanneer multikanaals invoer als ingang wordt
gekozen, wordt de audio-invoer ingesteld op
"Analog". U kunt geen andere functies kiezen.
3
98NL
Weergave van andere
geluids-/beeldbronnen
U kunt aan een beschikbare ingang een andere
video- en/of geluidsbron toewijzen.
Voorbeeld) Sluit de OPTICAL OUTaansluiting van de dvd-speler aan op de
OPTICAL VIDEO 1 IN-aansluiting van deze
receiver, als u alleen maar invoer van digitale
optische audiosignalen van de dvd-speler wilt.
Sluit de componentvideo-aansluiting van de
dvd-speler aan op de COMPONENT VIDEO
DVD/BD IN-aansluiting van deze receiver als
u invoer van de videosignalen van de dvdspeler wilt. Wijs video- en/of audiosignalen
toe aan de DVD/BD-invoeraansluiting met
behulp van "Input Assign" in het Input-menu.
Druk meerdere keren op MENU
om het GUI-menu op het
televisiescherm weer te geven.
3
Druk herhaaldelijk op de
toetsen V/v om "Input", te
selecteren en druk dan op
of b.
4
Druk op V/v om de ingang te
kiezen die u wilt toewijzen.
5
Druk op OPTIONS om "Input
Assign" te selecteren.
6
Selecteer de audio en/of
videosignalen die u wilt
toewijzen aan de ingang die u
heeft geselecteerd in stap 4
door gebruik te maken van
V/v/B/b, en druk daarna op
.
1
3,
4,6
5
2
1
Druk op AMP.
Als "GUI MODE" niet wordt getoond op
het display van de receiver, volgt u de
stappen in "7: Bedien de receiver met
GUI (Graphical User Interface)" (zie
blz. 45).
wordt vervolgd
99NL
Andere bedieningsfuncties
2
Naam van de ingang
Toewijsbare
videoingangen
Toewijsbare
audioingangen
VIDEO1 VIDEO2 VIDEO3 DVD/ SAT/ TAPE/
BD CATV CD-R
Video1 Component
a
a
a
–
–
a
a
a
a
Video1 S
a
–
–
–
–
–
–
–
–
Video1 Composite
a
–
–
–
–
–
–
–
–
Video2 S
–
a
–
–
–
–
–
–
–
Video2 Composite
–
a
–
–
–
–
–
–
–
Video3 S
–
–
a
–
–
–
–
–
–
Video3 Composite
–
–
a
–
–
–
–
–
–
DVD/BD
Component
–
a
a
a
–
a
a
a
a
DVD/BD S
–
–
–
a
–
–
–
–
–
DVD/BD
Composite
–
–
–
a
–
–
–
–
–
SAT/CATV
Component
–
a
a
–
a
a
a
a
a
SAT/CATV S
–
–
–
–
a
–
–
–
–
SAT/CATV
Composite
–
–
–
–
a
–
–
–
–
HDMI1
a
a
a
a
a
a
a
a
a
HDMI2
a
a
a
a
a
a
a
a
a
HDMI3
a
a
a
a
a
a
a
a
a
HDMI4
a
a
a
a
a
a
a
a
a
HDMI5
a
a
a
a
a
a
a
a
a
HDMI6
a
a
a
a
a
a
a
a
a
Video1 OPT
a
a
–
a
–
–
–
a
–
Video3 OPT
–
a
a
a
–
–
–
a
–
SAT/CATV OPT
–
a
–
a
a
–
–
a
–
Tape/CD-R OPT
–
a
–
a
–
a
–
a
–
MD/DAT OPT
–
a
–
a
–
–
a
a
–
Video2 COAX
a
a
a
–
a
a
a
–
–
DVD/BD COAX
a
–
a
a
a
a
a
–
–
SA-CD/CD COAX
a
–
a
–
a
a
a
a
–
Opmerkingen
• U kunt niet de optische signalen van een
ingangsbron toewijzen aan de optische
ingangsaansluitingen van de receiver, en u kunt
niet de coaxiale signalen van de ingangsbron
toewijzen aan de coaxiale ingangsaansluitingen
van de receiver.
100NL
MD/
SA- MULTI
DAT CD/CD IN
• Wanneer u een digitale audio-ingang toewijst, kan
de INPUT MODE-instelling automatisch
veranderen.
• U kunt niet meerdere HDMI-ingangen toewijzen
aan dezelfde ingang.
• U kunt niet meerdere digitale audio-ingangen
toewijzen aan dezelfde geluidsbron.
• U kunt niet meerdere componentvideo-ingangen
toewijzen aan dezelfde ingang.
RDS-informatie
Omschakelen van de
aanduidingen op het
display
U kunt het geluidsveld enz. controleren door
deze aanduidingen op het display zichtbaar te
maken.
PS (Program Service naam)a) t Frequentie,
band en voorinstelnummer t PTY (Program
Type) indicatieb) t RT (Radio Text)
indicatiec) t CT (Clock Time) indicatie (in
24-uurs systeemstand) t Geluidsveldtype
a) Deze
informatie wordt ook aangegeven voor FMzenders die geen RDS-informatie uitzenden.
b)
Type programma dat wordt uitgezonden.
c) Tekstberichten die door de RDS-zender worden
uitgezonden.
SHIFT
DISPLAY
Andere bedieningsfuncties
MENU
Druk herhaaldelijk op DISPLAY.
Bij elke druk op de toets DISPLAY veranderen
de aanduidingen als volgt.
Geselecteerde naam van de ingang t
Originele naam van de ingang t
Geluidsveldtype t Volume...
Tip
Bij de instelling "GUI MODE" kunt u de
aanduidingen op het display niet omschakelen. Druk
op SHIFT, en druk daarna op MENU om GUI te
annuleren op het display.
FM- en AM-band
Zendernaam t Frequentie t
Geluidsveldtype t Volume...
De zelfgekozen naam verschijnt alleen als er
een zelfgekozen naam voor de geluidsbron is
ingevoerd. De zelfgekozen naam verschijnt
niet als er alleen spaties zijn gekozen.
101NL
Betekenis van de aanduidingen op het display
Naam
Functie
Naam
A SW
Deze aanduiding gaat
branden als een subwoofer
is aangesloten en bij
weergave van het
audiosignaal via de SUB
WOOFER-aansluiting.
Wanneer deze aanduiding
zichtbaar is, stelt de receiver
een subwoofersignaal
samen op basis van het
L.F.E.-signaal van de
weergegeven disc of op
basis van de laagste tonen
van de voorkanalen.
B Weergave- De letters (L, C, R, enz.)
kanaalgeven aan welke
aanduidingen geluidskanalen er worden
weergegeven. Aan de
oplichtende vakjes rond de
letters kunt u zien hoe de
receiver het geluid mengt en
via welke luidsprekers het
wordt weergegeven
(gebaseerd op de
luidsprekerinstellingen).
L
Linksvoor
R
Rechtsvoor
C
Midden (mono)
SL
Linksachter
SR
Rechtsachter
S
Achter (monoweergave of
de surround-delen
verkregen door Pro Logicdecodering)
SBL
Linksmiddenachter
SBR
Rechtsmiddenachter
SB
Middenachter (de
middenachter-delen
verkregen door 6.1-kanaals
decodering)
Bijvoorbeeld:
Opnameformaat (Voor/
Achter): 3/2.1
Uitgangskanaal:
Achterluidsprekers in de
stand "NO".
Geluidsveld: A.F.D. AUTO
Functie
SW
L
SL
102NL
C
R
SR
Functie
Naam
Functie
Deze aanduiding gaat
branden wanneer de
receiver Dolby Digital+signalen decodeert.
K ANALOG
D INPUT
Deze aanduiding blijft
continu branden.
Bovendien licht een van de
ingangsaanduidingen op,
afhankelijk van de gekozen
weergavebron.
Licht op als INPUT MODE
is ingesteld op "Auto" en er
geen digitaal signaal
binnekomt via de
COAXIAL of OPTICALaansluitingen, of als INPUT
MODE is ingesteld op
"Analog" of als "2ch
Analog Direct" wordt
gebruikt.
E AUTO
Deze aanduiding gaat
branden wanneer de INPUT
MODE is ingesteld op
"Auto".
L DTS-HD
Deze aanduiding gaat
branden wanneer de
receiver DTS-HD-signalen
decodeert.
F HDMI
Deze aanduiding gaat
branden bij aansluiting van
apparatuur via een HDMI
IN-aansluiting.
M MULTI IN
Deze aanduiding gaat
branden wanneer de
instelling multikanaals
ingang is gekozen.
G DMPORT
Deze aanduiding gaat
branden wanneer de
DIGITAL MEDIA PORTadapter is aangesloten en
and "DMPORT" is
geselecteerd.
N MSTR
Deze aanduiding gaat
branden wanneer de
receiver DTS-HD Master
Audio-signalen decodeert.
O D.RANGE
Deze aanduiding gaat
branden wanneer de
compressie van het
dynamische bereik is
ingeschakeld.
P RDS
Deze aanduiding gaat
branden bij ontvangst van
RDS-informatie.
Q EQ
Deze aanduiding gaat
branden wanneer de
toonregelaar is
ingeschakeld.
R D.C.A.C.
Deze aanduiding gaat
branden wanneer de
autokalibratie is
ingeschakeld.
S ZONE 2/
ZONE 3
Deze aanduiding gaat
branden wanneer bediening
van apparatuur in de 2e/3e
ruimte is ingeschakeld.
H COAX
Deze aanduiding gaat
branden wanneer INPUT
MODE staat ingesteld op
"Auto" en er een digitaal
signaal binnenkomt via de
COAXIALingangsaansluiting.
I TrueHD
Deze aanduiding gaat
branden wanneer de
receiver Dolby TrueHDsignalen decodeert.
J OPT
Deze aanduiding gaat
branden wanneer INPUT
MODE staat ingesteld op
"Auto" en er een digitaal
signaal binnenkomt via de
OPTICALingangsaansluiting.
wordt vervolgd
103NL
Andere bedieningsfuncties
Naam
C ;Dolby
Digital+
Naam
Functie
Naam
Functie
T SLEEP
Deze aanduiding gaat
branden wanneer de
slaaptimer is ingeschakeld.
W ;PRO
LOGIC (II/
IIx)
U L.F.E.
Deze aanduiding gaat
branden wanneer de
weergegeven disc een apart
L.F.E. (Low Frequency
Effects)-kanaal bevat en bij
daadwerkelijke weergave
van het geluid van het
L.F.E.-kanaal branden de
balkjes onder de letters om
het volumeniveau aan te
geven. Aangezien het L.F.E.
-signaal niet overal in het
ingangssignaal voortdurend
even krachtig aanwezig is,
kunnen de niveaubalkjes
tijdens de weergave sterk
fluctueren (en soms geheel
doven).
Licht op wanneer de
receiver Dolby Pro Logicverwerking toepast op
tweekanaals signalen om de
midden- en
achterkanaalsignalen
uitvoert. ";PRO LOGIC
II" licht ook op wanneer de
Dolby Pro Logic IIx Movie/
Music/Game-decoder is
geactiveerd. ";PRO
LOGIC II" licht ook op
wanneer de Dolby Pro
Logic IIx Movie/Music/
Game-decoder is
geactiveerd.
V ;DIGITAL Deze aanduiding gaat
(EX)
branden wanneer de
reciever Dolby Digital
Surround signalen
decodeert. Wanneer de
receiver Dolby Digital
Surround EX-signalen
decodeert, gaat tevens
";DIGITAL EX"
branden. Bij weergave van
een disc met Dolby Digitalformaat moet u ervoor
zorgen dat de aansluitingen
digitaal zijn en erop letten
dat de INPUT MODE niet
staat ingesteld op "Analog".
104NL
Opmerking
De aanduiding gaat echter niet
branden als de
middenluidspreker en
achterluidsprekers niet
aangesloten zijn.
X DTS (-ES)
Licht op wanneer DTSsignalen worden ingevoerd.
"DTS-ES" licht ook op
wanneer DTS-ES-signalen
worden gedecodeerd. Bij
weergave van een disc met
DTS-formaat moet u ervoor
zorgen dat de aansluitingen
digitaal zijn en erop letten
dat de INPUT MODE niet
staat ingesteld op "Analog".
Y NEO:6
Deze aanduiding gaat
branden wanneer de DTS
Neo:6 Cinema/Musicdecodering is ingeschakeld.
wh 96/24
Deze aanduiding gaat
branden wanneer de
receiver DTS 96/24signalen (96 kHz/24 bit)
decodeert.
wj MATRIX
Deze aanduiding gaat
branden wanneer de DTSES Matrix-decodering is
ingeschakeld.
Naam
Functie
wk SB DEC
Deze aanduiding gaat
branden wanneer de
middenachter-decodering is
ingeschakeld.
wl DISCRETE Deze aanduiding gaat
branden wanneer de DTSES Discrete-decodering is
ingeschakeld.
e; DSD
Deze aanduiding gaat
branden wanneer de
receiver DSD-signalen
(Direct Stream Digital)
decodeert (zie blz. 29).
Licht op bij het gebruiken
van de receiver om af te
stemmen op radiozenders,
etc.
es PRESET
Licht op als de
afstemfunctie is ingesteld in
de voorinstelstand.
ed MEMORY
Deze aanduiding gaat
branden wanneer een
geheugenfunctie, Name
Input enz., is ingeschakeld.
U kunt de receiver automatisch laten
uitschakelen na een zelfgekozen tijdsduur.
SHIFT
Andere bedieningsfuncties
ea Tuneraanduidingen
Gebruik van de
slaaptimer
ef neural THX Deze aanduiding gaat
branden wanneer de
receiver Neural-THX
signalen verwerkt.
eg BI-AMP
eh SP.A/SP.B
ej VOLUME
Deze aanduiding gaat
branden als de keuze van de
middenachterluidsprekers
is ingesteld op "BI-AMP".
Deze aanduiding gaat
branden, afhankelijk van
het gebruikte
luidsprekersysteem.
"SP.A" en "SP.B" gaan uit als
de SPEAKERS-schakelaar is
ingesteld op OFF of als een
hoofdtelefoon is aangesloten.
Deze aanduiding geeft de
huidige geluidssterkte weer.
SLEEP
Druk op SHIFT en daarna
herhaaldelijk op SLEEP.
Bij elke druk op de SLEEP veranderen de
aanduidingen op het display als volgt:
wordt vervolgd
105NL
Nadat u de slaaptimer hebt ingesteld, licht
"SLEEP" op.
Opnemen met de receiver
Tip
Om te controleren hoeveel tijd er nog over is voordat
de receiver wordt uitgeschakeld, drukt u op de toets
SLEEP. Dan wordt de resterende tijdsduur op het
display getoond. Als u nog een keer op de toets
SLEEP drukt wordt de instelling van de slaaptimer
veranderd.
Via deze receiver kunt u opnemen van een
video-/audioapparaat. Zie voor nadere
bijzonderheden tevens de gebruiksaanwijzing
van uw opnameapparaat.
1
Opnemen op een audiocassette
of minidisc
Via deze receiver kunt u geluidsbronnen
opnemen op cassette of op minidisc. Zie voor
nadere bijzonderheden tevens de
gebruiksaanwijzing van uw cassettedeck of
minidisc-recorder.
1
Druk op de ingangsbrontoets
behorende bij het
weergaveapparaat.
2
Breng het weergaveapparaat in
gereedheid voor weergave.
Plaats bijvoorbeeld de op te nemen cd in
de cd-speler.
3
Tref voorbereidingen bij het
opnameapparaat.
Plaats een lege minidisc in de minidiscrecorder of cassette in het cassettedeck en
stel het opnameniveau in.
4
106NL
Start het opnemen op het
opnameapparaat en start dan
de weergave op het
weergaveapparaat.
Opmerkingen
• Geluidsaanpassingen hebben geen effect op het
signaal dat wordt uitgezonden over de MD/DAT
OUT-aansluitingen.
• De audioinvoersignalen van de MULTI
CHANNEL INPUT-aansluitingen worden niet
uitgezonden.
• Vanaf de digitale uitgangsaansluiting worden
alleen digitale ingangssignalen uitgevoerd (voor
opname).
• HDMI-geluid kan niet worden opgenomen.
Opnemen van digitale signalen
Sluit een weergaveapparaat aan op de digitale
audio-ingang (OPTICAL IN) en sluit een
opnameapparaat aan op de OPTICAL MD/
DAT OUT-aansluiting.
Opnemen op opnamemedia
1
Druk op de ingangsbrontoets
behorende bij het
weergaveapparaat.
2
Breng het weergaveapparaat in
gereedheid voor afspelen.
Plaats bijvoorbeeld de videocassette, die
u wilt kopiëren, in de videorecorder.
Tref voorbereidingen bij het
opnameapparaat.
Andere bedieningsfuncties
3
Plaats een voor opnemen geschikte
videocassette, of iets dergelijks in het
opnameapparaat (VIDEO 1 of VIDEO 2)
die u voor opnemen gebruikt.
4
Start het opnemen op het
opnameapparaat en start dan
de weergave op het
weergaveapparaat.
Opmerkingen
• Bepaalde weergavebronnen kunnen zijn voorzien
van een kopieerbeveiliging die het opnemen
blokkeert. Een dergelijke weergavebron zult u niet
kunnen opnemen.
• De audioinvoersignalen van de MULTI
CHANNEL INPUT-aansluitingen worden niet
uitgezonden.
• Vanaf de analoge uitgangsaansluiting worden
alleen analoge ingangssignalen uitgevoerd (voor
opname).
107NL
Luisteren naar de
geluidsweergave in een
andere ruimte
(ZONE 2/ZONE 3 bedieningen)
U kunt genieten van beeld- en
geluidsweergave van een, op deze receiver
aangesloten, apparaat die ergens anders (2e of
3e ruimte) staat opgesteld dan de hoofdruimte.
U kunt bijvoorbeeld een dvd bekijken in de
hoofdruimte en luisteren naar een cd-weergave
in de 2e of 3e ruimte.
Bij gebruik van een infraroodrelaisstation (niet
bijgeleverd), kunt u zowel het apparaat in de
hoofdruimte als de Sony-receiver in de 2e of
3e ruimte bedienen vanuit de 2e of 3e ruimte.
• De weergavebron voor de ZONE 2- of
ZONE 3 OUT-aansluiting veranderen.
• De Sony-receiver in de 2e of 3e ruimte in- of
uitschakelen.
Voordat u de 2e/3e
ruimtefunctie gebruikt
Het is noodzakelijk aansluitingen te maken en
het menu in te stellen.
Voor meer informatie over de instellingen,
raadpleegt u de volgende afbeelding of "2: De
luidsprekers aansluiten" (zie blz. 18).
Stel "Sur Back Assign" of "ZONE 2" in onder
het Speaker-instelmenu.
108NL
1: Aansluitingen voor de 2de ruimte
1 Geluidsweergave via de luidsprekers in de 2de ruimte met behulp van de
SURROUND BACK SPEAKERS-aansluiting van de receiver.
Hoofdruimte
2de ruimte
STR-DA5300ES
A
C
TV-scherm
B
D
D
ZONE 2 VIDEO
OUT
RM-AAL009
SURROUND BACK
SPEAKERS
A Audioapparaat
B Videoapparaat
C Infraroodrelaisstation (niet bijgeleverd)
D Luidsprekers
2 Geluidsweergave via de luidsprekers in de 2de ruimte met behulp van de
receiver en een andere versterker.
Andere bedieningsfuncties
Hoofdruimte
2de ruimte
STR-DA5300ES
A
E
C
TVscherm
E
B
D
C
ZONE 2 VIDEO
OUT
ZONE 2 AUDIO
OUT
RM-AAL009
A Audioapparaat
B Videoapparaat
C Infraroodrelaisstation (niet bijgeleverd)
D Sony Versterker/receiver
E Luidsprekers
wordt vervolgd
109NL
2: Aansluitingen voor de 3de ruimte
Hoofdruimte
3de ruimte
STR-DA5300ES
A
E
E
C
B
D
C
ZONE 3 AUDIO
OUT
RM-AAL009
A Audioapparaat
B Videoapparaat
C Infraroodrelaisstation (niet bijgeleverd)
D Sony Versterker/receiver
E Luidsprekers
110NL
Instellen van audio-/videouitgangssignalen voor de 2e of
3e ruimte
5
Druk op V/v om de ruimte
waarnaar u de audio-/videouitgangssignalen wilt
uitvoeren, te selecteren en druk
daarna op
.
"Main" (deze receiver) blijft altijd
geselecteerd. Ga naar stap 7 als de
instelling ongewijzigd blijft.
1
6
Druk herhaaldelijk op V/v om
"ON" of "OFF" te selecteren en
druk dan op
.
7
Druk herhaaldelijk op V/v/B/b
om het item en de parameter te
selecteren en druk dan op
.
3-7
2
Druk op AMP.
Als "GUI MODE" niet wordt getoond op
het display van de receiver, volgt u de
stappen in "7: Bedien de receiver met
GUI (Graphical User Interface)" (zie
blz. 45).
2
3
4
Druk meerdere keren op MENU
om het GUI-menu op het
televisiescherm weer te geven.
Druk herhaaldelijk op de
toetsen V/v om "Settings", te
selecteren en druk dan op
of b.
Druk herhaaldelijk op V/v om
"Multi Zone", te selecteren en
druk dan op
.
Multi Zone-menuparameters
x Power
Hiermee kunt u de bediening in andere ruimtes
inschakelen.
• ON
• OFF
x Input
Hiermee kiest u de beeld-/geluidsbron
waarvan de signalen worden doorgegeven naar
de ruimte. Audio- en video-uitgangssignalen
wordt vervolgd
111NL
Andere bedieningsfuncties
1
worden doorgegeven naar de 2e ruimte, naar
de 3e ruimte worden alleen audiouitgangssignalen doorgegeven.
x Volume
Hiermee kunt u het volume in de ruimte
regelen.
x 12V Trigger
Hiermee kunt u de receiver in een andere ruimte
in- en uitschakelen, of een keuze maken uit
verscheidene gebruiksopties van de 12V
Trigger-functie, zoals onderstaand
beschreven.
• OFF
Hiermee worden geen 12V aan/uit-signalen
verstuurd wanneer de eerste receiver wordt
ingeschakeld.
• ZONE
Hiermee zorgt u dat wel/geen 12V aan/
uitsignalen worden verstuurd wanneer de
receiver in de gekozen ruimte in-/
uitgeschakeld wordt.
• CTRL
Hiermee kunt u het verzenden van een 12V
aan/uit-signaal handmatig regelen via het
CIS-commando van de afstandsbediening.
• INPUT (alleen voor "Main")
Hiermee kunt u het verzenden van een 12V
aan/uit-signaal bij inschakelen van de
vooringestelde ingangsbron aanzetten.
Als u "Input", kiest, wordt een instelscherm
afgebeeld, waarop u ieder aan/uit-signaal
kunt in- of uitschakelen. Druk op V/v om de
ingang te selecteren en druk dan op
om
een vinkje in het vakje te plaatsen.
• MAIN (alleen voor "Ruimte 2" en "Ruimte
3")
Hiermee kunt de bediening van de aan/
uitsignalen in de 2e of 3e ruimte koppelen
aan de hoofdreceiver.
Tips
• Zelfs wanneer deze receiver in stand-by staat (druk
op ?/1 op de afstandsbediening om deze receiver
uit te schakelen), blijft de receiver in ruimte 2 of 3
ingeschakeld. Druk gelijktijdig op de toets ?/1 en
112NL
AV ?/1 van de afstandsbediening RM-AAL009
om alle receivers uit te schakelen (SYSTEM
STANDBY).
• Alleen de signalen van componenten, die is
aangesloten op de analoge ingangsaansluitingen,
worden weergeven via de ZONE 2 OUT/ZONE 3
OUT-aansluitingen. Er worden geen signalen
weergegeven van apparatuur die is aangesloten op
alleen de digitale ingangsaansluitingen.
• Wanneer SOURCE is geselecteerd, worden de
signalen die naar de MULTI CHANNEL INPUTaansluitingen worden ingevoerd, niet uitgevoerd
van de ZONE 2 OUT- of ZONE 3 OUTaansluiting, zelfs wanneer de meerkanaals invoer is
geselecteerd. Dan worden de analoge signalen van
de huidige geluidsbron weergegeven.
• Wanneer "Tuner" is geselecteerd, wordt hetzelfde
type radiozender (FM/AM) dat in de hoofdruimte
is ingesteld in ruimte 2 of 3, geselecteerd. U kunt
echter een andere invoer dan "Tuner" selecteren in
ruimtes 2 en 3.
• Wanneer de receiver in de hoofdzone wordt
uitgeschakeld, of als een andere ingangsbron dan
"Tuner" is geselecteerd, kunt u een AM- of FMradiozender selecteren in ruimte 2. Wanneer de
receiver in de hoofdzone en ruimte 2 is
uitgeschakled, kunt u een AM- of FM-radiozender
selecteren in ruimte 3.
Als twee van de receivers in de hoofdruimte, 2e
ruimte of 3e ruimte worden uitgeschakeld, kunt u
in de resterende ruimte, waar de receiver nog
ingeschakeld is, een type radiozender kiezen uit
FM/AM.
Beschikbare menuparameters
voor de bediening in de 2e/3e
ruimte
x RS-232C Control
• ON
In deze instelling kan de receiver
commando's van de RS-232C-aansluitpoort
ontvangen.
• OFF
In deze instelling kan de receiver geen
commando's van de RS-232C-aansluitpoort
ontvangen.
Over de IR REMOTE-aansluiting
Via de IR REMOTE-aansluiting van een
infraroodrelaisstation (niet bijgeleverd) kunt u
de receiver bedienen zonder dat u de
afstandsbediening op de infraroodontvanger
van de receiver hoeft te richten.
Gebruik een infraroodrelaisstation als u de
receiver op een plaats buiten het bereik van de
afstandsbedieningssignalen zet.
STR-DA5300ES
Infraroodrelaisstation
(niet bijgeleverd)
Bij aansluiting van twee
versterkers
Als u geen gebruik maakt van
middenachterluidsprekers kunt u bij
aansluiting van twee versterkers de
SURROUND BACK SPEAKERSaansluitingen gebruiken voor de
voorluidsprekers.
De luidsprekers aansluiten
Voorluidspreker
(R)
RM-AAL009
Voorluidspreker
(L)
Hi
Hi
Lo
Lo
De luidsprekers instellen
Stel "Sur Back Assign" of "BI-AMP" in onder
het Speaker-instelmenu. Dezelfde
signaaluitvoer van de FRONT SPEAKERS Aaansluitingen kan worden uitgezonden via de
SURROUND BACK SPEAKERSaansluitingen door het instellen van "Sur Back
Assign" op "BI-AMP".
wordt vervolgd
113NL
Andere bedieningsfuncties
Verbind de aansluitingen op de Lo (of Hi)-kant
van de voorluidsprekers met de FRONT
SPEAKERS A-aansluitingen en sluit de
aansluitingen aan op de Hi (of Lo)-kant van de
voorluidsprekers op de SURROUND BACK
SPEAKERS-aansluitingen. Zorg er voor dat
het metalen montagemateriaal van Hoog/Laag
van de luidsprekers verwijderd is. Als u dit
nalaat kan er een storing in de receiver
optreden.
Opmerkingen
• Bij aansluiting van twee versterkers kunnen de
FRONT SPEAKERS B-aansluitingen niet worden
gebruikt.
• Maak eerst de instellingen voor aansluiting met
twee versterkers, voordat u de functie "Auto
Calibration" gaat gebruiken.
• Bij de instellingen voor aansluiting met twee
versterkers, worden luidsprekerniveau, balans en
instelling voor toonregeling van de
middenachterluidsprekers ongeldig en vervangen
door de instellingen van de voorluidsprekers.
• De signalen die uitgevoerd worden via de PRE
OUT-aansluitingen hebben dezelfde instellingen
als de signalen die uitgevoerd worden via de
SPEAKERS-aansluitingen.
Gebruik van het
CONTROL Sbedieningssysteem
Als u beschikt over een voor het CONTROL
S-systeem geschikte televisietoestel,
satellietontvanger, videomonitor, dvd-speler
of videorecorder van Sony, gebruikt u een
CONTROL S-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
om de CTRL S IN-aansluiting (voor een
televisietoestel, satellietontvanger of
videomonitor) of de CTRL S OUT-aansluiting
(voor een videorecorder, enz.) van de receiver
te verbinden met een geschikte CONTROL Saansluiting van het betreffende apparaat. Voor
nadere bijzonderheden, zie tevens de
gebruiksaanwijzing die bijgeleverd is met het
televisietoestel, satellietontvanger,
videomonitor, videorecorder, enz.
Als u de CONTROL S OUTaansluiting op een ander
apparaat aansluit op de CTRL S
IN-aansluiting op deze receiver
Bijvoorbeeld
Televisietoestel,
videorecorder,
tuner,
videomonitor,
enz.
Receiver
Afstandsbediening
De infraroodontvanger van het apparaat op de
CONTROL S OUT-aansluiting zal nu de
afstandsbedieningssignalen precies zo
ontvangen als de infraroodontvanger van deze
receiver. Dit kan handig zijn als u deze receiver
bijvoorbeeld hebt opgesteld in een rek, enz.
114NL
Als u de CONTROL S INaansluiting op een ander
apparaat aansluit op de CTRL S
OUT-aansluiting op deze
receiver
Bijvoorbeeld
TV
Bediening zonder
aansluiting op de
televisie
Het is mogelijk deze receiver met behulp van
de display te bedienen, ook al maakt u, door
het niet aansluiten van een televisiescherm,
geen gebruik van de GUI-weergavefunctie.
Video- Tuner
recorder
Receiver
Druk op SHIFT, en druk daarna op
MENU om "DISPLAY" weer te
geven op het display.
Als "GUI MODE" wordt weergegeven op het
displayscherm, wordt het menu ingesteld voor
weergave op het televisiescherm met gebruik
van een GUI.
Afstandsbediening
Andere bedieningsfuncties
De infraroodsensor op deze receiver ontvangt
afstandsbedieningssignalen op dezelfde
manier als de infraroodontvanger op het
CONTROL S IN-apparaat. Dit is handig
wanneer u het ander apparaat op enige afstand
van dit apparaat opstelt.
115NL
Overzicht van de menu's
In elk menu zijn de volgende menuonderdelen
beschikbaar. Voor nadere bijzonderheden over
het navigeren door de menu's, zie blz. 47.
Menu
Onderdeel
Instelparameter
Oorspron
kelijke
instelling
RETRY, SAVE EXIT, WRN CHECK,
PHASE INFO, DIST. INFO,
LEVEL INFO, EXIT
SAVE
EXIT
Auto Calibration AUTO CAL START?
COMPLETE
[xxxxxxxxxx]
WARNING CODE [xxx:4x] FL, FR, C, SL, SR, SBL,
SBR : 0, 1, 2, 3, 4
ERROR CODE [xxx:3x]
F, SR, SB : 0, 1, 2, 3, 4
CAL TYPE [xxxxxxxxx] FULL FLAT, ENGINEER,
FRONT REF, OFF
FULL FLAT
POSITION [xxxxxxxx]
POS.1
POS.1, POS.2, POS.3
NAME IN ? [xxxxxxxx]
Level Settings
TEST TONE [xxxxxxxx]
OFF, L tot SW (AUTO), L tot SW (FIX) OFF
PHASE NOISE [xxxxxxx]
OFF, L/C, C/R, R/SL, R/SR, SR/SL,
SR/SBR, SBR/SBL, SBL/SL, SL/L,
L/SR
OFF
PHASE AUDIO [xxxxxxx] OFF, L/C, C/R, R/SL, R/SR, SR/SL,
SR/SBR, SBR/SBL, SBL/SL, SL/L,
L/SR
OFF
FRONT L [xxx.x dB]
116NL
–10,0 dB tot +10,0 dB (0,5 dB per stap) 0 dB
FRONT R [xxx.x dB]
–10,0 dB tot +10,0 dB (0,5 dB per stap) 0 dB
CENTER [xxx.x dB]
–20,0 dB tot +10,0 dB (0,5 dB per stap) 0 dB
SURROUND L [xxx.x dB]
–20,0 dB tot +10,0 dB (0,5 dB per stap) 0 dB
SURROUND R [xxx.x dB]
–20,0 dB tot +10,0 dB (0,5 dB per stap) 0 dB
SUR BACK [xxx.x dB]
–20,0 dB tot +10,0 dB (0,5 dB per stap) 0 dB
SUR BACK L [xxx.x dB]
–20,0 dB tot +10,0 dB (0,5 dB per stap) 0 dB
SUR BACK R [xxx.x dB]
–20,0 dB tot +10,0 dB (0,5 dB per stap) 0 dB
SUB WOOFER [xxx.x dB]
–20,0 dB tot +10,0 dB (0,5 dB per stap) 0 dB
MULTI CH SW [xxx dB]
0 dB, +10,0 dB
0 dB
D. RANGE COMP. [xxx]
OFF, STD, MAX
OFF
Menu
Onderdeel
Speaker Settings SP PATTERN [xxxxx]
Instelparameter
Oorspron
kelijke
instelling
2/0 tot 3/4,1
3/4,1
SUB WOOFER [xxx]
NO, YES
YES
FRONT SP [xxxxx]
SMALL, LARGE
LARGE
CENTER SP [xxxxx]
NO, SMALL, LARGE
LARGE
SURROUND SP [xxxxx]
NO, SMALL, LARGE
LARGE
NO, SINGLE, DUAL
DUAL
OFF, ON
OFF
ZONE 2 SP [xxx]
OFF, ON
OFF
FRONT L [xxxxxxxxx]
1,0 tot 10,0 m (1 cm stap)
3 m 0 cm
FRONT R [xxxxxxxxx]
1,0 tot 10,0 m (1 cm stap)
3 m 0 cm
CENTER [xxxxxxxxx]
1,0 tot 10,0 m (1 cm stap)
3 m 0 cm
SURROUND L
[xxxxxxxxx]
1,0 tot 10,0 m (1 cm stap)
3 m 0 cm
SURROUND R
[xxxxxxxxx]
1,0 tot 10,0 m (1 cm stap)
3 m 0 cm
SUR BACK [xxxxxxxxx] 1,0 tot 10,0 m (1 cm stap)
3 m 0 cm
SUR BACK L
[xxxxxxxxx]
1,0 tot 10,0 m (1 cm stap)
3 m 0 cm
SUR BACK R
[xxxxxxxxx]
1,0 tot 10,0 m (1 cm stap)
3 m 0 cm
SUB WOOFER
[xxxxxxxxx]
1,0 tot 10,0 m (1 cm stap)
3 m 0 cm
DISTANCE UNIT [xxxxx]
meter, feet
meter
SP POSI. [xxxxxxxxx]
SIDE/LOW, SIDE/HIGH, BEHD/LOW, SIDE/LOW
BEHD/HIGH
FR CROSSOVER* [xxx Hz]
40 Hz tot 200 Hz (10 Hz stap)
120 Hz
CNT CROSSOVER* [xxx Hz]
40 Hz tot 200 Hz (10 Hz stap)
120 Hz
SUR CROSSOVER* [xxx Hz]
40 Hz tot 200 Hz (10 Hz stap)
120 Hz
CNT A.DOWN MIX [xxx]
OFF, ON
OFF
SP IMPEDANCE [x ohm]
4 ohm, 8 ohm
8 ohm
* U kunt deze instelling niet selecteren als de luidspreker is ingesteld op "LARGE".
wordt vervolgd
117NL
Andere bedieningsfuncties
SUR BACK SP [xxxxxx]
BI-AMP [xxx]
Een "Auto Calibration" uitvoeren
Voor nadere bijzonderheden over de functie
"Auto Calibration", zie "9: Het automatisch
kalibreren van de juiste luidsprekeropstelling
(Auto Calibration)" (zie blz. 50).
Raadpleeg "Voordat u de "Auto Calibration"
uitvoert" (zie blz. 50) voordat u de functie
"Auto Calibration" gaat uitvoeren.
Bijregelen op de receiver zelf
1 Druk op SHIFT en druk daarna op
MENU om te schakelen van "GUI
MODE" naar "DISPLAY MODE".
2 Druk op AMP.
De bediening van de receiver is
ingeschakeld.
3 Druk op MENU.
De aanduiding "Auto Calibration" wordt
afgebeeld.
4 Druk op
.
5 Druk herhaaldelijk op V/v om "AUTO
CAL START?" te selecteren en druk
dan op
om de metingen te
beginnen.
De meting start na vijf seconden. Het
aftellen wordt weergegeven.
Opmerking
Verlaat, tijdens het aftellen, het meetgebied om
meetfouten te voorkomen.
6 De meting start.
De meting zal ongeveer 30 seconden duren.
Blijf wachten totdat de meting is beëindigd.
Om autocalibratie te annuleren, wijzigt u het
volume, schakelt u de MUTING-functie in,
wisselt u van functie, wijzigt u de instelling
van de SPEAKERS-schakelaar van de receiver
of sluit u de hoofdtelefoon aan.
Opmerking
De hoogte waarop de achterluidsprekers en
middenachterluidsprekers zich bevinden wordt niet
gemeten.
120NL
Stel deze waarde in met behulp van de instelling "SP
POSI" in het Speaker-instelmenu.
Tips
• Met uitzondering van het in-/uitschakelen van de
receiver, zijn alle andere bedieningsfuncties niet
beschikbaar tijdens het uitvoeren van de
automatische-kalibratiefunctie.
• In de volgende gevallen komen de metingen niet op
de juiste wijze tot stand of kan "Auto Calibration"
niet uitgevoerd worden.
– bij gebruik van speciale luidsprekers, zoals
dipoolluidsprekers.
– als de functie meerdere ruimtes gebruikt wordt
in de 2de ruimte.
De meetresultaten van de
functie "Auto Calibration"
bevestigen/opslaan bij
uitgeschakelde GUI-functie
1 Bevestig de meetresultaten.
Na beëindiging van de meting, klinkt er een
geluidssignaal en de meetresultaten worden
op het display afgebeeld.
Meetresultaten
Aanduiding Uitleg
Als het
meetproces
succesvol is
verlopen
COMPLETE Ga verder naar
stap 2.
Als het
ERROR
meetproces niet CODE 3x
succesvol is
verlopen
Zie "Lijst van
meldingen na een
automatischekalibratiemeting"
(zie blz. 55).
2 Druk herhaaldelijk op de toetsen V/v
om een onderdeel te selecteren en
druk dan op
.
De meetresultaten worden opgeslagen.
Onderdeel
Uitleg
RETRY
Hiermee wordt de "Auto
Calibration" opnieuw
uitgevoerd.
SAVE EXIT
Hiermee worden de
meetresultaten opgeslagen en
daarna wordt de
instelprocedure verlaten.
Onderdeel
Uitleg
WRN CHECK
Hiermee wordt een melding
m.b.t. de meetresultaten
afgebeeld. Zie "Als u kiest
voor "WRN CHECK"" (zie
blz. 55).
PHASE INFO
Hiermee wordt de fase van
elke luidspreker afgebeeld
(in/uit fase). Zie "Als u kiest
voor "PHASE INFO"".
DIST.INFO
Hiermee wordt als
meetresultaat de afstand van
de luidspreker afgebeeld.
LEVEL INFO
Hiermee wordt als
meetresultaat het niveau van
de luidspreker afgebeeld.
EXIT
Hiermee wordt de
instelprocedure verlaten
zonder dat de meetresultaten
opgeslagen worden.
kunt echter deze instellingen veranderen in het
Speaker-instelmenu. Zorg eerst dat de
meetresultaten opgeslagen worden en probeer
daarna, indien gewenst, de instellingen te
veranderen.
Als u kiest voor "PHASE INFO"
Hiermee kunt u de fase van elke luidspreker
controleren (in/uit fase).
Druk herhaaldelijk op V/v om een
luidspreker te selecteren en druk dan op
om terug te keren naar stap 1 in "De
meetresultaten van de functie "Auto
Calibration" bevestigen/opslaan bij
uitgeschakelde GUI-functie".
Uitleg
IN
De luidspreker is in fase.
OUT
De luidspreker is uit fase. De
aansluitingen "+" en "–" van de
luidspreker zijn waarschijnlijk
verkeerd om aangesloten.
Afhankelijk van de luidsprekers,
kan de melding "OUT" op het
televisiescherm afgebeeld
worden, zelfs als de luidsprekers
op de juiste wijze aangesloten
zijn. Dit vanwege de
eigenschappen van de
luidsprekers. In dat geval kunt u
doorgaan met het gebruik van de
receiver.
–––
Er zijn geen luidsprekers
aangesloten.
3 Druk herhaaldelijk op de toetsen V/v
om de parameter te selecteren en druk
dan op
.
Type AUTO EQ Uitleg
FULL FLAT
Hiermee wordt de vlakke
frequentie van elke
luidspreker gemeten.
ENGINEER
Hiermee wordt de
frequentiekarakteristieken
zodanig ingesteld dat ze
overeenkomen met de
karakteristieken van een
ruimte volgens de Sonynorm.
FRONT REF
Past de karakteristieken van
elke luidspreker zodanig aan
dat deze overeenkomen met
de karakteristieken van de
voorluidsprekers.
OFF
Schakelt typekeuze van de
functie "Auto Calibration"
uit.
Tip
Afhankelijk van de plaats van de subwoofer, kunnen
de meetresultaten m.b.t. de polariteit verschillen. Dit
levert echter geen problemen op als u deze waarde
met de receiver blijft gebruiken.
Tip
De grootte van een luidspreker (LARGE/SMALL)
wordt bepaald door de lage karakteristieken. De
meetresultaten kunnen variëren, afhankelijk van de
positie van de optimaliseringsmicrofoon en de
luidsprekers en de vorm van de ruimte. Het wordt
aangeraden om de meetresultaten te gebruiken. U
121NL
Andere bedieningsfuncties
Aanduiding
daarna terugkeren naar TUNING om
zenders te selecteren.
Kiezen van een geluidsveldtype
Voor nadere bijzonderheden over elk
geluidsveldtype, zie "Genieten van een
voorgeprogrammeerd geluidsveld" (zie
blz. 66).
Druk herhaaldelijk op 2CH/
A.DIRECT, A.F.D., MOVIE, of
MUSIC.
Het gekozen geluidsveldtype wordt op het
display afgebeeld.
U kunt ook de 2CH/A.DIRECT, A.F.D.,
MOVIE, of MUSIC-toetsen gebruiken op de
receiver.
Rechtstreeks afstemmen op
een zender (Directe
afstemming)
1 Na keuze van de afstemband FM of AM
drukt u op de toets D.TUNING.
2 Voer de afstemfrequenties in met
behulp van de cijfertoetsen en druk
daarna op
om deze in te voeren.
Voorinstellen van radiozenders
1
Luisteren naar het geluid zonder
enige bijregeling (ANALOG
DIRECT)
Druk op 2CH/A.DIRECT.
Raadpleeg "Afstemmen op radiozenders"
voor details over de bewerking.
2
3
Voor nadere bijzonderheden over de bediening
van de tuner, zie "Bediening van de tuner" (zie
blz. 88).
4
122NL
Druk op ENTER.
De ontvangen radiozender wordt dan
vastgelegd onder uw gekozen
voorinstelnummer. Als de aanduiding
"MEMORY" dooft voordat u een nummer
hebt gekozen, gaat u terug naar stap 2.
2 Druk op TUNING + of TUNING –.
Druk op de toets TUNING + om de
afstemband van laag naar hoog te
doorzoeken en druk op de toets TUNING –
om de afstemband van hoog naar laag te
doorzoeken. De receiver stopt met zoeken
wanneer er een radiozender wordt
ontvangen.
U kunt ook drukken op TUNING MODE
op de receiver om "AUTO" te selecteren en
Druk op PRESET + of PRESET –
om een voorinstelnummer te
selecteren.
U kunt tot 30 FM- en 30 AMradiozenders in het geheugen vastleggen
als voorkeurzenders. Als de aanduiding
"MEMORY" dooft voordat u een nummer
hebt gekozen, gaat u terug naar stap 2.
Afstemmen op radiozenders
1 Druk herhaaldelijk op de toets TUNER
om te kiezen voor FM of AM.
U kunt ook de INPUT SELECTOR-knop
op de receiver gebruiken.
Druk op MEMORY.
"MEMORY" verschijnt enkele seconden
op het display. Voer de stappen 3 en 4 uit
voordat de aanduiding op het display
verandert.
U kunt ook de 2CH/A.DIRECT-knop op de
receiver gebruiken.
Luisteren naar de FM/AM-radio
Stem af op de radiozender die u
wilt voorinstellen.
5
Herhaal de stappen van 1 t/m 4
voor elk van de
voorkeurzenders die u wilt
vastleggen.
De voorkeurzender kiezen
1 Druk herhaaldelijk op de toets TUNER
om te kiezen voor FM of AM.
2 Druk herhaaldelijk op PRESET + of
PRESET – om de gewenste
voorkeurzender te kiezen.
U kunt ook met behulp van de cijfertoetsen
de gewenste voorkeurzender kiezen. Druk
daarna op ENTER om de keuze in te
voeren.
U kunt ook herhaaldelijk op TUNING
MODE drukken op de receiver om
"PRESET" te selecteren en daarna
TUNING gebruiken om de gewenste
voorkeurzenders te selecteren.
Bediening van de weergave in
de 2e en 3e ruimte
Voor nadere bijzonderheden over de
aansluitingen en instellingen van de 2e/3e
ruimte, zie "Luisteren naar de
geluidsweergave in een andere ruimte (ZONE
2/ZONE 3 bedieningen)" (zie blz. 108).
De volgende handelingen zijn van toepassing
op het bedienen van een receiver in de 2de of
3de ruimte met van een aangesloten
infraroodrelaisstation. Gebruik deze receiver
in de hoofdruimte als er geen
infraroodrelaisstation aangesloten is.
1
Aangeven van RDS-informatie
op het display
4
Druk tijdens ontvangst van een
RDS-zender herhaaldelijk op
DISPLAY-toets.
2
Andere bedieningsfuncties
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de RDS-informatie op het display
als volgt:
PS (Program Service naam)a) t Frequentie,
band en voorinstelnummer t PTY (Program
Type) indicatieb) t RT (Radio Text)
indicatiec) t CT (Clock Time) indicatie (in
24-uurs systeemstand) t Geluidsveldtype
a)
Deze informatie wordt ook aangegeven voor FMzenders die geen RDS-informatie uitzenden.
b)
Type programma dat wordt uitgezonden.
c)
Tekstberichten die door de RDS-zender worden
uitgezonden.
5
wordt vervolgd
123NL
1
Schakel de eerste receiver
(deze receiver) in.
2
Druk op ZONE 2 of ZONE 3.
De afstandsbediening schakelt om voor
bediening van de 2e of 3e ruimte.
3
Schakel de versterker in de 2e
of 3e ruimte in.
4
Druk op INPUT SELECTOR op
de afstandsbediening om de
bronsignalen die u wilt
uitvoeren te selecteren.
In de 2de ruimte kunnen analoge beelden geluidssignalen worden weergegeven.
In de 3e ruimte worden alleen analoge
audiosignalen weergegeven. Wanneer u
SOURCE kiest, worden de signalen van
de huidige weergavebron doorgegeven.
5
Stel een geschikte
geluidssterkte in.
• In de afbeelding 1-1 (zie blz. 109),
kunt u alleen het volumeniveau van de
middenachterluidspreker in de 2e
ruimte instellen.
Druk op de toets MASTER VOL +/– op
de afstandsbediening om het volume te
regelen.
• In de afbeelding 1-2 (zie blz. 109) of 2
(zie blz. 110), kunt u de geluidssterkte
bijregelen door middel van de receiver
in de 2de of 3de kijk-/luisterruimte.
Tips
• Zelfs wanneer deze receiver in stand-by staat (druk
op ?/1 op de afstandsbediening om deze receiver
uit te schakelen), blijft de receiver in ruimte 2 of 3
ingeschakeld. Druk gelijktijdig op de toets ?/1 en
AV ?/1 van de afstandsbediening RM-AAL009
om alle receivers uit te schakelen (SYSTEM
STANDBY).
• Alleen de signalen van componenten, die is
aangesloten op de analoge ingangsaansluitingen,
worden weergeven via de ZONE 2- of ZONE 3aansluiting. Er worden geen signalen weergegeven
van apparatuur die is aangesloten op alleen de
digitale ingangsaansluitingen.
124NL
• Wanneer SOURCE is geselecteerd, worden de
signalen die naar de MULTI CHANNEL INPUTaansluitingen worden ingevoerd, niet uitgevoerd
van de ZONE 2 OUT- of ZONE 3 OUTaansluiting, zelfs wanneer de meerkanaals invoer is
geselecteerd. Dan worden de analoge signalen van
de huidige geluidsbron weergegeven.
Gebruik van de
afstandsbediening
Elk apparaat met behulp
van de afstandsbediening
bedienen
Bij programmering van de afstandsbediening
voor het bedienen van de volgende Sonyapparaten of niet-Sony-apparaten, kunt u
gebruik maken van de met een stip aangegeven
afstandsbedieningstoetsen. Let er wel op dat u
sommige toetsen niet kunt gebruiken voor de
bediening van uw apparaat.
Als u de inhoud van de ingangsbronlijst wilt
veranderen om deze te laten overeenstemmen
met uw eigen apparatuur, zie "Programmeren
van de afstandsbediening" (zie blz. 127).
Gebruik van de afstandsbediening
125NL
Tabel met bruikbare bedieningstoetsen per apparaat
Apparaat TV Video- Dvd- Blu-ray PSX Video- Digitale Digitale DSS, Cassette- DAT- Cd- Tuner Receiver
recor- speler, DisccdCATV- receiver van BST
deck cass speler,
der dvd- speler
speler, aansluiti tv-signalen
(A en B) etted minidiscvideorelaserdis ng (VS) via satelliet/
eck recorder
Toets
corder
c-speler
ether
(EURO)
AV ?/1,
?/1 (na druk op de z
toets TV)
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
Cijfertoetsen
MEMORY/ENTER
z
z
z
z
z
z*
CLEAR/D.TUNING/
>10/-/--
z
z
z
z
z
z
DISPLAY
z
z
z
z
z
z
OPTIONS/TOOLS
z
RETURN/EXIT
z
z
z
z
z
V/v/B/b
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
MENU
./>
z
B·/·b
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z**
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z***
z
z
z
z
z
X, x
z
z
z
z
z
z
z
z
z
H
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z*
z
z
z
MUTING,
MASTER VOL +/–,
TV VOL +/–
z
z
z
z
PRESET +/–,
TV CH +/–
z
z
z
z
z
z
DVD TOP MENU/
NIGHT MODE/
SLEEP, DVD MENU/
INPUT MODE/TEST
TONE
F1/PIP/TV INPUT/
MACRO 1
z
z
z
F2/RESOLUTION/
WIDE/MACRO 2
z
z
z
* Alleen laserdiscspeler.
** Alleen DSS.
*** Alleen cassettedeck B.
126NL
z
z
z
z
m/TUNING –,
M/TUNING +
DISC SKIP
z
z
DIGITAL
MEDIA
PORTtoestel
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z**
z
z
Tip
Programmeren van de
afstandsbediening
U kunt de afstandsbediening aanpassen aan de
apparatuur die op deze receiver is aangesloten.
U kunt de afstandsbediening zelfs
programmeren voor de bediening van
apparatuur van een ander merk dan Sony, en
ook Sony-apparatuur waarvoor deze
afstandsbediening niet gemaakt is.
In de onderstaande procedure wordt als
voorbeeld gebruik gemaakt van een
videorecorder van een andere fabrikant dan
Sony, die is aangesloten op de VIDEO 2 INaansluitingen van de receiver.
Let er op voordat u begint:
– Dat wijziging van de instelling van PHONO
niet mogelijk is.
– Dat de afstandsbediening alleen apparatuur,
die geschikt is voor ontvangst van draadloze
infraroodbedieningssignalen, kan bedienen.
Als u op RM SET UP drukt, gebruikt u een
dunne draad, zoals een paperclip.
2
Terwijl de toets RM SET UP
knippert, drukt u op de
ingangsbrontoets (inclusief
televisie) van het apparaat dat u
wilt bedienen.
Als u bijvoorbeeld een videorecorder,
aangesloten via de VIDEO 2 INaansluiting, wilt bedienen moet u op de
toets VIDEO 2 drukken.
RM SET UP en de gekozen
ingangsbrontoets gaat branden.
Als u de toets indrukt voor een
component waarvoor u de
afstandsbediening niet kunt
programmeren, zoals DMPORT, zal de
RM SET UP-toets blijven knipperen.
3
1
2
Gebruik de cijfertoetsen voor
het invoeren van de codeset (of
een van de codesets als er
meerdere bestaan) van het
apparaat en merk van het
apparaat dat u wilt bedienen.
RM SET UP en de gekozen
ingangsbrontoets gaat branden.
Voor de codeset van televisies zijn alleen
getallen in de 500-reeks geldig.
4
3
4
1
Druk op ENTER.
Na verificatie van de codeset knippert de
toets RM SET UP tweemaal en de
programmeerfunctie van de
afstandsbediening wordt beëindigd. Het
lampje van de ingangsbrontoets gaat ook
uit.
Het programmeren annuleren
Druk AV ?/1 terwijl u drukt op
RM SET UP.
Druk op RM SET UP tijdens elke stap.
De RM SET UP-toets knippert.
wordt vervolgd
127NL
Gebruik van de afstandsbediening
Opmerking
De codesets correspononderen
met het apparaat en het merk
van het apparaat
Gebruik de codesets in onderstaande tabel
voor de bediening van apparatuur van een
ander merk dan Sony, en ook Sony-apparatuur
waarvoor deze afstandsbediening niet gemaakt
is. Aangezien het afstandsbedieningssignaal,
dat door een apparaat geaccepteerd wordt, per
model en fabricagejaar kan verschillen,
kunnen er meerdere codesets aan een apparaat
toegewezen worden. Als u er niet in slaagt om
de afstandsbediening met een van de codesets
te programmeren, moet u een andere
gebruiken.
Opmerkingen
• De codesets zijn bijgewerkt volgens de meest
recente opgave van ieder merk. Er bestaat echter
een kans dat uw apparaat niet reageert op enkele of
alle codesets.
• Het is mogelijk dat niet alle ingangsbrontoetsen,
bij gebruik van uw eigen apparaat, beschikbaar
zijn.
Bediening van een cd-speler
Fabrikant
SONY
DENON
JVC
KENWOOD
MAGNAVOX
MARANTZ
ONKYO
PANASONIC
PHILIPS
PIONEER
TECHNICS
YAMAHA
Bedieningscode(s)
101, 102, 103
104, 123
105, 106, 107
108, 109, 110
111, 116
116
112, 113, 114
115
116
117
115, 118, 119
120, 121, 122
Bediening van een DATcassettedeck
Fabrikant
SONY
PIONEER
128NL
Bedieningscode(s)
203
219
Bediening van een minidiscrecorder
Fabrikant
SONY
DENON
JVC
KENWOOD
Bedieningscode(s)
301
302
303
304
Bediening van een cassettedeck
Fabrikant
SONY
DENON
KENWOOD
NAKAMICHI
PANASONIC
PHILIPS
PIONEER
TECHNICS
YAMAHA
Bedieningscode(s)
201, 202
204, 205
206, 207, 208, 209
210
216
211, 212
213, 214
215, 216
217, 218
Bediening van een laserdiscspeler
Fabrikant
SONY
PIONEER
Bedieningscode(s)
601, 602, 603
606
Bediening van een video-cdspeler
Fabrikant
SONY
Bedieningscode(s)
605
Bediening van een videorecorder
Fabrikant
SONY
AIWA*
AKAI
BLAUPUNKT
EMERSON
FISHER
GENERAL
ELECTRIC
GOLDSTAR/LG
GRUNDIG
HITACHI
ITT/NOKIA
JVC
MAGNAVOX
MITSUBISHI/MGA
NEC
Bedieningscode(s)
701, 702, 703, 704, 705, 706
710, 750, 757, 758
707, 708, 709, 759
740
711, 712, 713, 714, 715, 716,
750
717, 718, 719, 720
721, 722, 730
723, 753
724
722, 725, 729, 741
717
726, 727, 728, 736
730, 731, 738
732, 733, 734, 735
736
Fabrikant
PANASONIC
PHILIPS
PIONEER
RCA/PROSCAN
SAMSUNG
SANYO
SHARP
TELEFUNKEN
TOSHIBA
ZENITH
Bedieningscode(s)
729, 730, 737, 738, 739, 740
729, 730, 731
729
722, 729, 730, 731, 741, 747
742, 743, 744, 745
717, 720, 746
748, 749
751, 752
747, 756
754
* Als de bediening van een Aiwa-videorecorder niet
functioneert, ook al heeft u de codeset van Aiwa
ingevoerd, probeer het dan met de codeset van Sony.
Bediening van een dvd-speler
Bedieningscode(s)
401, 402
424
405
416
415, 423
419
417
406, 408, 425
407
409, 410
414
416, 422
404, 421
418, 420
Bediening van een dvd-recorder
Fabrikant
SONY
Bedieningscode(s)
403, 411
Bediening van een televisietoestel
Fabrikant
SONY
AIWA
AKAI
AOC
CENTURION
CORONADO
CURTIS-MATHES
DAYTRON
DAEWOO
FISHER
FUNAI
Bedieningscode(s)
501
501, 536, 539
503
503
566
517
503, 551, 566, 567
517, 566
504, 505, 506, 507, 515, 544
508, 545
548
GRUNDIG
HITACHI
ITT/NOKIA
J.C.PENNY
JVC
KMC
MAGNVOX
MARANTZ
MITSUBISHI/MGA
NEC
NORDMENDE
NOKIA
PANASONIC
PHILIPS
PHILCO
PIONEER
PORTLAND
QUASAR
RADIO SHACK
RCA/PROSCAN
SAMSUNG
SAMPO
SABA
SANYO
SCOTT
SEARS
SHARP
SYLVANIA
THOMSON
TOSHIBA
TELEFUNKEN
TEKNIKA
WARDS
YORK
ZENITH
GE
LOEWE
Bedieningscode(s)
528
503, 512, 515, 517, 534, 544,
556, 568
511, 533, 534
503, 513, 514, 515, 517, 519,
544, 557, 571
521, 522
503, 510, 566
516, 552
517
503, 515, 517, 518, 544, 566
527
503, 519, 527, 544, 566, 568
503, 517, 520, 540, 544, 554,
566
530, 558
521, 522, 573, 575
509, 524, 553, 559, 572
515, 518, 557, 570, 571
503, 504, 514, 517, 518
509, 525, 526, 540, 551, 555
503
509, 535
503, 510, 527, 565, 567
503, 510, 523, 529, 544
503, 515, 517, 531, 532, 534,
544, 556, 557, 562, 563, 566,
569
566
530, 537, 547, 549, 558
508, 545, 546, 560, 567
503, 566
503, 508, 510, 517, 518, 551
517, 535, 550, 561, 565
503, 518, 566
530, 537, 547, 549
535, 539, 540, 541, 551
530, 537, 538, 547, 549, 558
517, 518, 567
503, 517, 566
566
542, 543, 567
503, 509, 510, 544
515, 534, 556
Bediening van een
satellietontvanger
Fabrikant
SONY
AMSTRAD
Bedieningscode(s)
801, 802, 803, 804, 824, 825,
865
845, 846
wordt vervolgd
129NL
Gebruik van de afstandsbediening
Fabrikant
SONY
BROKSONIC
DENON
HITACHI
JVC
MITSUBISHI
ORITRON
PANASONIC
PHILIPS
PIONEER
RCA
SAMSUNG
TOSHIBA
ZENITH
Fabrikant
FUJITSU
GOLDSTAR/LG
Fabrikant
BskyB
GENERAL
ELECTRIC(GE)
GRUNDING
HUMAX
THOMSON
PACE
PANASONIC
PHILIPS
NOKIA
RCA/PROSCAN
BITA/HITACHI
HUGHES
JVC/Echostar/Dish
Network
MITSUBISHI
SUMSUNG
TOSHIBA
Bedieningscode(s)
862
866
859, 860
846, 847
857, 861, 864, 876
848, 849, 850, 852, 862, 863,
864
818, 855
856, 857, 858, 859, 860, 864,
874
851, 853, 854, 864
866, 871
868
867
873
872
875
869, 870
Bediening van een kabelontvanger
Fabrikant
SONY
HAMLIN/REGAL
JERROLD/G.I./
MOTOROLA
JERROLD
OAK
PANASONIC
PHILIPS
PIONEER
RCA
SCIENTIFIC
ATLANTA
TOCOM/PHILIPS
ZENITH
Bedieningscode(s)
821, 822, 823
836, 837, 838, 839, 840
806, 807, 808, 809, 810, 811,
812, 813, 814, 819
830, 831
841, 842, 843
816, 826, 832, 833, 834, 835
830, 831
828, 829
805
815, 816, 817, 844
830, 831
826, 827
Bediening van een tuner
Fabrikant
SONY
Bedieningscode(s)
002, 005
Bediening van een Blu-ray Discspeler
Fabrikant
SONY
Bedieningscode(s)
310, 311, 312
Bediening van een PSX
Fabrikant
SONY
130NL
Bedieningscode(s)
313, 314, 315
Enkele bedieningen
automatisch achter
elkaar uitvoeren
(Macrosturing)
Met de functie macrosturing kunt u een aantal
opeenvolgende infraroodbedieningscodes als
een enkele bedieningshandeling samenstellen.
De afstandsbediening biedt 2 macrolijsten
(MACRO 1 en MACRO 2). In elke macrolijst
kunt u maximaal 20 infraroodbedieningscodes
opnemen.
Opmerking
Vervang de batterijen door nieuwe als u de
marcosturing instelt.
bedieningshandelingen wilt
toewijzen.
De opeenvolgende handelingen
programmeren
1,5
De gekozen ingangsbrontoets gaat
branden.
3
2,3
Druk vervolgens op de toets
waarop u de leerfunctie wilt
toepassen.
Druk
Bedieningshandelingen die
geprogrammeerd
kunnen worden
H, x, X,
M, m,
., >
Voert de
bedieningsfunctie van
de toets uit.
De
Hiermee worden de
ingangsbron- ingangsbronnen
toets langer dan gewisseld.
1 seconde
MACRO 1 of
MACRO 2
3
Hiermee maakt u een
interval van een seconde.
Als u het interval langer
wilt maken, drukt u
herhaaldelijk op de toets
MACRO 1 of MACRO 2.
4
Herhaal stap 2 en 3. Als u nog
een bedieningshandeling voor
hetzelfde apparaat wilt
programmeren, herhaal stap 3.
5
De RM SET UP-toets knippert.
Druk op de toets RM SET UP
om het programmeerproces af
te ronden.
Tip
Tip
Als u op RM SET UP drukt, gebruikt u een
dunne draad, zoals een paperclip.
Als de toets RM SET UP vijfmaal knippert in
stap 1 en de macroprogrammering niet start,
vervangt u de batterijen door nieuwe.
1,3
1
2
Houd de toets MACRO 1 of
MACRO 2 langer dan 1 seconde
ingedrukt terwijl u op RM SET
UP drukt.
Druk op de ingangsbrontoets
van het apparaat waarvoor u
een van de volgende
wordt vervolgd
131NL
Gebruik van de afstandsbediening
De in stap 2 gekozen ingangsbrontoets
knippert twee keer en gaat daarna weer
branden.
Het programmeren annuleren
Druk op RM SET UP. De instelling wordt ook
geannuleerd als er binnen 60 seconden niet op
een willekeurige toets gedrukt wordt.
De vorige bedieningshandeling blijft geldig.
De macrosturing starten
1 Druk op AMP.
De toets AMP gaat branden en gaat daarna
weer uit.
2 Druk op MACRO 1 of MACRO 2 om de
macro te starten.
De macrosturing wordt gestart en de
bedieningshandelingen worden in de
geprogrammeerde volgorde uitgevoerd.
Terwijl de commando's worden gestuurd,
knippert de toets RM SET UP en brandt de
toets AMP. Nadat de commando's zijn
gestuurd, gaan de toetsen RM SET UP en
AMP uit.
Een geprogrammeerde
macrosturing wissen
1 Houd de toets MACRO 1 of MACRO 2
langer dan 1 seconde ingedrukt terwijl
u op RM SET UP drukt om de
opgeslagen macro te wissen.
De RM SET UP-toets knippert
herhaaldelijk.
2 Druk op RM SET UP.
De instellingen die opgeslagen zijn als
macrosturing zijn gewist.
Instellen van de
afstandsbedieningcodes
die nog niet zijn
opgeslagen in de
afstandsbediening
Het is mogelijk om van een
afstandsbedieningcode, die niet overeenkomt
met een in de afstandsbediening vastgelegde
code, gebruik te maken met behulp van de
leerfunctie.
Opmerking
Vervang de batterijen door nieuwe als u de receiver
voorbereid op het leren van nieuwe
afstandsbedieningscodes.
1,6
1
2
Bijvoorbeeld cijfertoets 1 toewijzen aan
toets VIDEO 1 van de afstandsbediening:
1
Druk TV terwijl u drukt op RM
SET UP.
Het RM SET UP indicatorlampje gaat
branden.
Tip
Als u op RM SET UP drukt, gebruikt u een
dunne draad, zoals een paperclip.
2
Druk op de ingangsbrontoets
(VIDEO 1 in het voorbeeld),
waarvoor u de leerfunctie wilt
toepassen.
De ingangsbrontoets knippert. (Het RM
SET UP indicatorlampje blijft branden.)
132NL
3
Druk op de cijfertoets (toets 1 in
het voorbeeld) die u wilt
gebruiken als de toets VIDEO 1.
De in stap 2 gekozen ingangsbrontoets
gaat branden. (Het RM SET UP
indicatorlampje blijft branden.)
4
Richt het zend-/
ontvanggedeelte van de
afstandsbediening op het
zend-/ontvanggedeelte van de
afstandsbediening waarvan de
bedieningscodes geleerd
moeten worden.
Bij ontvangst van het signaal door de
tweede afstandsbediening wordt de in
stap 2 gekozen ingangsbrontoets
uitgeschakeld.
De leerfunctie annuleren
Druk op RM SET UP. De instelling wordt ook
geannuleerd als er binnen 60 seconden niet op
een willekeurige toets gedrukt wordt.
Een geleerde
bedieningsopdracht gebruiken
Als u een geleerde bedieningsopdracht
wilt gebruiken, drukt u op de betreffende
toets om de bediening uit te voeren.
Een geleerde
bedieningsopdracht wissen
1 Druk TV terwijl u drukt op RM SET UP.
2 Druk op de toets (VIDEO 1 in het
voorbeeld) waarvan u de instelling wilt
wissen.
De ingangsbrontoets knippert. (Het RM
SET UP indicatorlampje blijft branden.)
3 Houd de toets ?/1 langer dan 1
Ongeveer 5-10 cm
5
De toets RM SET UP knippert
twee keer als het leerproces
succesvol is verlopen.
6
4 Druk op de ingangsbrontoets om de
opgeslagen instelling te wissen.
De toets RM SET UP knippert twee keer
als het wisproces succesvol is verlopen.
Als het wisproces niet succesvol is
verlopen knippert de toets RM SET UP vijf
keer. Herhaal de procedure vanaf stap 2.
Druk op de toets RM SET UP
om het leerproces af te ronden.
Tips
• Als de geheugencapaciteit voor het opslaan van
afstandsbedieningscodes een bepaalde limiet
bereikt, knippert de toets RM SET UP tien keer,
waarna het leerproces stopt.
• Als de toets RM SET UP vijfmaal knippert in stap
1 en de leerfunctie niet start, vervangt u de
batterijen door nieuwe.
133NL
Gebruik van de afstandsbediening
Als het leerproces niet succesvol is
verlopen knippert de toets RM SET UP
vijf keer. Herhaal de procedure vanaf stap
2.
seconde ingedrukt.
De ingangsbrontoets knippert herhaaldelijk
twee keer.
De gehele inhoud van het
geheugen van de
afstandsbediening
wissen
AV ?/1
?/1
MASTER
VOL –
1
Houd eerst MASTER VOL –
ingedrukt en druk daarna op
?/1 en tenslotte op AV ?/1.
De RM SET UP-toets knippert drie keer.
2
Laat MASTER VOL los –.
De gehele inhoud van het geheugen van
de afstandsbediening (zoals alle
ingestelde gegevens) wordt gewist.
134NL
x Composietvideo
Aanvullende informatie
Verklarende woordenlijst
x Cinema Studio EX
x Componentvideo
Een formaat voor de overdracht van
videosignalen door middel van drie
gescheiden signalen: luminantie (Y),
chrominantie-rood (Pr) en chrominantieblauw (Pb). De overdracht van beeldmateriaal
van hoge kwaliteit, zoals dvd-video of HDTVbeelden, is veel beter. De drie aansluitingen
zijn gemarkeerd in de kleuren groen, blauw en
rood.
x Crossover Freqentie
De frequentie waarop twee
luidsprekerfrequenties elkaar kruisen.
x DeepColor
Videosignalen waarvoor de kleurdiepte van de
signalen via een HDMI-aansluiting gaan,
werden vermeerderd.
Het aantal keluren dat door 1 pixel kon worden
uitgedrukt, was 24 bits (16.777.216 kleuren)
met de huidige HDMI-aansluiting. Het aantal
kleuren dat door 1 pixel kan worden uitgedrukt
zal echter 36 bits, enz. zijn wanneer de receiver
overeenkomt met DeepColor.
Omdat de gradatie van de diepte van een kleur
fijner kan worden uitgedrukt met meer bits,
kunnen doorlopende kleurveranderingen
vloeiend worden weergegeven.
x Digital Cinema Sound (DCS)
Unieke geluidsweergavetechniek voor
thuisbioscopen, ontwikkeld door Sony samen
met Sony Pictures Entertainment om thuis te
kunnen genieten van het opwindende en
krachtige bioscoopgeluid. Met deze "Digital
Cinema Sound", ontwikkeld door de gegevens
van een DSP (Digital Signal Processor) en
daadwerkelijke metingen te integreren, kunt u
thuis luisteren naar het ideale geluidsveld,
zoals bedoeld door de makers van de film.
x Digital Concert Hall
"Digital Concert Hall" biedt een rijker geluid
voor 2-kanaals stereobronnen, zoals cd's, enz.
Met het gebruik van 5.1ch of 7.1ch
luidsprekers en de virtuele
luidsprekertechnologie wordt stereoscopische
weerkaatsing en weerkaatsend geluid
gereproduceerd en kunt u genieten van een
rijker geluid en een betere weergave van uw
muzieksoftware. Het geluidsveld in een
concertzaal wordt nagebootst door een
wordt vervolgd
135NL
Aanvullende informatie
Een surroundgeluidsfunctie die beschouwd
kan worden als de optelsom van de Digital
Cinema Sound technieken en die
bioscoopgeluid nabootst door gebruik te
maken van drie technieken: "Virtual Multi
Dimensions", "Screen Depth Matching" en
"Cinema Studio Reverberation"
"Virtual Multi Dimensions", de technologie
met virtuele luidsprekers, creëert een virtuele
multi-surroundomgeving met behulp van
werkelijke luidsprekers tot 7.1 kanalen, en
bootst de surroundgeluidservaring van een
bioscoop met de laatste snufjes bij u thuis na.
"Screen Depth Matching" (aanpassen van
schermdiepte) verzwakt de
hogetonenweergave en levert een vol en diep
klinkend geluid, zoals dat doorgaans in een
bioscoop wordt gereproduceerd, waarbij het
geluid vanachter het scherm komt. Dit wordt
toegevoegd aan de voor- en middenaudiokanalen.
"Cinema Studio Reverberation" (bioscoop/
opnamestudio nagalm) bootst het
kenmerkende geluid van filmmuziekstudio's
na, met inbegrip Sony Pictures Entertainment
opnamestudio. Afhankelijk van het soort
studio zijn drie instellingen A/B/C
beschikbaar.
Een standaard formaat voor de overdracht van
videosignalen. Het luminantiesignaal Y en het
het chrominantiesignaal C worden
samengevoegd overgebracht.
geometrische analyse van de concertzaal en
een nauwkeurige modellering van
weerkaatsend en weergalmend geluid op basis
van de werkelijke gemeten gegevens. Tonale
kwaliteiten, zoals de geluidssterkte en de
frequentierespons worden in acht genomen en
berekend op de DSP (Digital Signal Processor)
om weergalming toe te voegen. Het geluid
wordt weergegeven met een natuurlijke en
comfortabele weergalm, alsof u de muziek in
een concertzaal zou beluisteren.
x Dolby Digital
Digitale audiocodeer/decodeer-techniek
ontwikkeld door Dolby Laboratories, Inc.
Deze bestaat uit voor- (L/R), midden-, achter(L/R) en subwooferkanalen. Het is een
overeengekomen audionorm voor dvd-video
en is ook bekend als 5.1-kanaals surround.
x Dolby Digital Plus
Dolby Digital Plus biedt de flexibiliteit en
efficiëntie om meer kanalen te leveren van
verbazingwekkend surroundgeluid voor
videomedia met hoge definitie. De superieure
codeercapaciteiten maken tot 7.1-kanaals van
meerkanaals audio van hoge kwaliteit
mogelijk zonder een negatieve invloed te
hebben op de hoeveelheid bits die is
toegewezen voor videoprestaties of extra
functiepakketten.
x Dolby Digital Surround EX
Akoestische techniek ontwikkeld door Dolby
Laboratories, Inc. Informatie van het
middenachter-audiokanaal wordt volgens een
matrix weggeschreven in de normale linker- en
rechterachterkanalen zodat het geluid als 6.1kanaals weergegeven kan worden. In het
bijzonder actiescènes worden met een
dynamischer en natuurgetrouwer geluidsveld
nagebootst.
x Dolby Pro Logic II
Deze techniek zet in tweekanaals stereo
opgenomen geluid om voor 5.1-kanaals
weergave. Er is een MOVIE-functie voor films
en een MUSIC-functie voor stereobronnen,
zoals muziek. De geluidsweergave van oude
136NL
speelfilms, die opgenomen zijn met het
traditionele stereogeluid, kan verbeterd
worden door het 5.1-kanaals surroundgeluid.
De GAME-functie is geschikt voor
videocomputerspellen.
x Dolby Pro Logic IIx
Een techniek voor 7.1-kanaals (of 6.1-kanaals)
geluidsweergave. Samen met Dolby Digital
Surround EX gecodeerd geluid, is 5.1-kanaals
Dolby Digital gecodeerd geluid geschikt voor
7.1-kanaals (of 6.1-kanaals) geluidsweergave.
Bovendien is het bestaande stereogeluid ook
geschikt voor 7.1-kanaals (of 6.1-kanaals)
geluidsweergave.
x Dolby Surround (Dolby Pro
Logic)
Een geluidsbewerkingstechniek ontwikkeld
door Dolby Laboratories, Inc. Midden- en
monosurroundinformatie worden volgens een
matrix omgezet in twee stereoaudiokanalen.
Het geluid wordt gedecodeerd en weergegeven
als 4-kanaals surroundgeluid. Dit is de meest
algemene methode voor geluidsbewerking van
dvd-video.
x Dolby TrueHD
Dolby TrueHD is de verliesloze
audiotechnologie van Dolby die werd
ontwikkeld voor optische discs met een hoge
definitie. Dolby TrueHD audio is bit-per-bit
identiek aan de originale studiomasters en
biedt audio van superieure kwaliteit tot 8ch
aan 96 kHz/24 bits en tot 6ch aan 192 kHz/
24 bits. Samen met high-definition video,
biedt deze technologie een ongeëvenaarde
thuisbioscoopervaring.
x DSD
Audioformaat dat wordt gebruikt voor een
Super Audio CD. DSD zet de analoge signalen
om naar digitale signalen en neemt ze
onmiddellijk op, zonder enige verwerking toe
te voegen, zodat geen informatie wordt
weggelaten. Wanneer hifi wordt opgenomen
en weergegeven, wordt geluid van hoge
kwaliteit bereikt.
x DTS 96/24
x DTS Neo:6
Een standaard voor digitale geluidsignalen van
hoge kwaliteit. Het geluid wordt opgenomen
met een bemonsteringsfrequentie en een
bitsnelheid van 96 kHz/24 bit dat voor een
dvd-video de hoogst bereikbare waarden zijn.
Het aantal weergavekanalen is afhankelijk van
de software.
Deze techniek zet in tweekanaals stereo
opgenomen geluid om voor 7-kanaals
weergave. U kunt in overeenstemming met de
door u gewenste weergavebron uit twee
functies kiezen, CINEMA voor films en
MUSIC voor stereobronnen, zoals muziek.
x DTS Digital Surround
Digitale audiocodeer/decodeer-techniek voor
bioscopen ontwikkeld door DTS, Inc., past
minder compressie toe dan Dolby Digital,
waardoor een geluidsweergave van een hogere
kwaliteit geleverd wordt.
x DTS-ES
Formaat voor 6.1-kanaals geluidsweergave
met ingesloten middenachter-audiokanaal. Er
zijn twee functies, "Discrete 6.1" met 6.1
gescheiden geluidssporen, en "Matrix 6.1"
waarbij het middenachterkanaal volgens een
matrix weggeschreven wordt in de
linkerachter- en rechterachterkanalen. Het is
ideaal voor de weergave van filmgeluid.
x DTS-HD
HDMI (High-Definition Multimedia
Interface) is een interface die zowel video als
audio ondersteunt op een enkele digitale
aansluiting, waardoor u een hoge kwaliteit
digitaal beeld en geluid krijgt. De HDMIspecificatie ondersteunt HDCP (Highbandwidth Digital Contents Protection), een
copyrightbeschermingstechnologie die
gebruik maakt van een codeertechniek voor
digitale videosignalen.
x High Bitrate Audio
Het verwijst naar de audioformaten van de
compressiemethode (DTS-HD Master Audio,
Dolby TrueHD, enz.) dat een formaat is met
een hoge bitsnelheid dat voornamelijk op Bluray Disc, enz. wordt opgenomen.
x Interlacing
Een beeldverversingsmethode waarbij
beurtelings de helft van de beeldlijnen op het
beeldscherm van een televisie of videomonitor
60 keer per seconde ververst wordt. Eerst één
voor één alle oneven lijnen, vervolgens alle
daartussen liggende even lijnen.
"i" van "480i" staat voor "Interlace".
x L.F.E. (Low Frequency Effects)
Geluidseffecten bij lage frequenties in Dolby
Digital of DTS, enz., voor weergave met een
subwoofer. Door het toevoegen van zeer lage
tonen met een frequentie tussen 20 en 120 Hz,
wordt de geluidsweergave krachtiger.
wordt vervolgd
137NL
Aanvullende informatie
Audioformaat dat het conventionele DTS
Digital Surround-formaat uitbreidt.
Dit formaat bestaat uit een kern en een
uitbreiding en het kerngedeelte is geschikt
voor DTS Digital Surround. Er zijn twee types
DTS-HD, DTS-HD High Resolution Audio en
DTS-HD Master Audio. DTS-HD High
Resolution Audio heeft een maximale
transmissiesnelheid van 6 Mbps, met een
verlieslatende compressie (Lossy), en DTSHD High Resolution Audio komt overeen met
een maximale bemonsteringsfrequentie van
96 kHz, en een maximum van 7.1 ch. DTS-HD
Master Audio heeft een maximale
transmissiesnelheid van 24,5 Mbps en
gebruikt verliesloze compressie (Lossless), en
DTS-HD Master Audio komt overeen met een
maximale bemonsteringsfrequentie van
192 kHz, en een maximum van 7.1 ch.
x HDMI (High-Definition
Multimedia Interface)
x Neural THX
Neural Surround™, THX® Technologies is
gekozen als officieel surroundgeluid
uitzendformaat voor het belangrijkste FM/HD/
satellietradiostation. Neural Surround, THX
Technologies levert een rijke ontwikkeling en
een discreet beelddetail van surroundgeluid in
een formaat dat 100% compatibel is met
stereo.
Voorzorgsmaatregelen
Voor uw veiligheid
x PCM (Pulse Code Modulation)
Mocht er vloeistof of een voorwerp in het
apparaat terechtkomen, trekt u dan de stekker
van de receiver uit het stopcontact en laat het
apparaat eerst nakijken door bevoegd
vakpersoneel, voordat u het weer in gebruik
neemt.
Een methode voor het omzetten van analoog
naar digitaal geluid om op eenvoudige wijze
naar digitaal geluid te kunnen luisteren.
Stroomvoorziening
x Progressief
Een beeldverversingsmethode waarbij alle
beeldlijnen achtereenvolgens ververst worden,
dit in tegenstelling tot interlacing, waarbij
beurtelings slechts de helft van de beeldlijnen
ververst wordt.
"p" van "480p" staat voor "Progressive".
x S video signaal
Een formaat voor overdracht van
videosignalen. S video maakt gebruik van een
enkele kabel en twee kanalen, een voor het
luminantie Y en de andere voor het
chrominantiesignaal C. Dit levert een betere
beeldkwaliteit bij opname en weergave op dan
bij composietvideosignalen.
• Controleer, voordat u de receiver in gebruik
neemt, of de bedrijfsspanning van het
apparaat overeenkomt met de plaatselijke
netspanning.
De bedrijfsspanning staat vermeld op het
naamplaatje op het achterpaneel van de
receiver.
• Het apparaat blijft op de voeding
aangesloten zolang de stekker in het
stopcontact zit, zelfs indien het apparaat zelf
is uitgeschakeld.
• Trek de stekker uit het stopcontact wanneer
u denkt de receiver geruime tijd niet te
gebruiken. Pak de stekker vast om deze uit
het stopcontact te trekken; trek nooit aan het
snoer.
• Het netsnoer mag uitsluitend door een
erkend servicecentrum worden vernieuwd.
x x.v.Colour
x.v.Colour is een bekendere term voor de
xvYCC standaard die is voorgesteld door
Sony, en is een handelsmerk van Sony.
xvYCC is een internationale standaard voor
kleurruimte in video.
Deze standard kan een breeder bereik aan
kleuren weergeven dan de huidig gebruikte
uitzendstandaard.
Ontwikkeling van warmte
Tijdens gebruik wordt het apparaat warm,
maar dit is geen defect. Bij langdurig gebruik
van dit apparaat en vooral met een hoge
geluidssterkte kunnen de boven-, zij- en
onderpanelen na verloop van tijd behoorlijk
heet worden. Om te voorkomen dat u zich
brandt, mag u de behuizing niet aanraken.
Opstellen
• Zet de receiver op een goed geventileerde
plaats, met voldoende luchtdoorstroming om
de inwendige onderdelen te koelen, in het
belang van een langdurige betrouwbare
werking.
138NL
• Plaats de receiver niet dichtbij een
warmtebron of in direct zonlicht. Vermijd
plaatsen met veel stof, en mechanische
trillingen of schokken.
• Zet niets bovenop het apparaat dat de
ventilatieopeningen zou kunnen blokkeren,
in het belang van een storingsvrije werking.
• Plaats de receiver niet dichtbij apparatuur
zoals een televisietoestel, videorecorder of
een cassettedeck. (Als de receiver samen
gebruikt wordt met een televisietoestel,
videorecorder of een cassettedeck, en
daarbij te dicht geplaatst is, kan er ruis
optreden en de beeldkwaliteit aangetast
worden. Bij gebruik van een binnenantenne
is de kans hierop groot. Wij raden u daarom
aan om een buitenantenne te gebruiken.)
Bediening
Voor het maken van enige aansluiting, schakelt
u eerst de receiver uit en trekt u de stekker uit
het stopcontact.
Schoonmaken
Reinig de behuizing, het voorpaneel en de
bedieningsorganen met een zachte doek, licht
bevochtigd met wat milde zeepeplossing.
Gebruik geen schuurspons of schuurmiddelen
en ook geen oplosmiddelen zoals alcohol of
wasbenzine.
Als bij het gebruik van de receiver een van de
volgende problemen zich voordoet, neemt u
dan de controlepunten even door om het
probleem te verhelpen. Als een probleem niet
te verhelpen is, neem dan contact op met uw
dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
Audio
Er wordt geen geluid weergegeven, van
geen enkele geluidsbron, of er klinkt
nauwelijks geluid.
• Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten stevig zijn aangesloten.
• Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
• Controleer of de receiver en de andere
apparaten allemaal zijn ingeschakeld.
• Controleer of de MASTER VOLUMEknop niet op –∞ dB staat. Probeer het in te
stellen op ongeveer –40 dB.
• Controleer of de SPEAKERS (OFF/A/B/
A+B)-knop niet op OFF (zie blz. 49) staat.
• Druk op de MUTING-toets van de
afstandsbediening om de demping
ongedaan te maken.
• Controleer of er wel is ingesteld op de
juiste geluidsbron met de INPUT
SELECTOR-knop.
• Controleer of er geen hoofdtelefoon is
aangesloten.
• Als u alleen heel zacht geluid hoort,
controleert u dan of de NIGHT MODEcompressie is ingeschakeld (zie blz. 77).
• De automatische beveiliging van de
receiver is in werking getreden. Schakel de
receiver uit, verhelp de kortsluiting en
schakel het apparaat weer in.
Een bepaalde geluidsbron is niet te
horen.
• Controleer of de geluidsbron juist is
aangesloten op de audioingangsaansluitingen voor dat apparaat.
wordt vervolgd
139NL
Aanvullende informatie
Mocht u verder nog vragen of problemen met
de bediening van de receiver hebben, aarzel
dan niet contact op te nemen met de
dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
Verhelpen van storingen
• Controleer of alle stekkers van de
aansluitkabels stevig in de aansluitingen
zitten, zowel bij de receiver als bij de
geluidsbron zelf.
Er komt geen geluid uit een van de
voorluidsprekers.
• Sluit een hoofdtelefoon aan op de
PHONES-aansluiting om te controleren of
de hoofdtelefoon wel goed geluid geeft.
Als ook bij de aangesloten hoofdtelefoon
slechts via één kanaal geluid te horen is,
kan er iets mis zijn met de aansluitingen
van het weergaveapparaat op de receiver.
Controleer dan of alle stekkers van de
aansluitkabel aan beide zijden, op de
receiver en de geluidsbron zelf, stevig in
de aansluitingen zijn gestoken. Als bij de
aangesloten hoofdtelefoon wel via beide
kanalen geluid te horen is, kan er iets mis
zijn met de aansluitingen van de
voorluidsprekers op de receiver.
Controleer dan de aansluitingen van de
luidspreker die geen geluid geeft.
• Controleer of u zowel de linker (L)- als de
rechter (R)-aansluiting hebt aangesloten
op een analoge component en niet slechts
een van beide. Gebruik een mono/stereoverloopsnoer (niet bijgeleverd). U zult
echter geen geluid ontvangen van de
middenluidspreker als een geluidsveld
(Pro Logic, etc.) is geselecteerd. Als de
middenluidspreker niet is aangesloten,
zullen alleen de linker- en
rechtervoorluidsprekers geluid
voortbrengen.
Er wordt geen geluid weergegeven van
analoge tweekanaals geluidsbronnen.
• Controleer of de geselecteerde (digitale)
audioingang niet is toegewezen aan andere
ingangsbronnen in "Input Assign" in het
Input-menu (zie blz. 99).
Er klinkt geen geluid bij afspelen van
digitale geluidsbronnen (via de
140NL
COAXIAL of OPTICALingangsaansluiting).
• Controleer of de INPUT MODE-knop niet
op "Analog" (zie blz. 98) staat.
• Controleer of de functie "2ch Analog
Direct" niet wordt gebruikt.
• Controleer of de geselecteerde (digitale)
audioingang niet is toegewezen aan andere
ingangsbronnen in "Input Assign" in het
Input-menu (zie blz. 99).
Het audio-ingangssignaal van de
HDMI-aansluiting wordt niet uitgevoerd
door de versterker of de
televisieluidspreker die op deze
receiver is aangesloten.
• Controleer de HDMI-verbinding van het
apparaat.
• Er is geen geluidsweergave als het menu
van de receiver op het televisiescherm
zichtbaar is. Druk op de toets AMP
MENU om de display uit te schakelen.
• Het weergaveapparaat moet eventueel nog
ingesteld worden. Zie tevens de
gebruiksaanwijzing die bijgeleverd is met
elk apparaat.
• Zorg dat u een aansluitkabel gebruikt voor
de HDMI-aansluiting die geschikt is voor
hoge snelheid (een HDMI-kabel van
versie 1.3a, categorie 2) wanneer u
beelden bekijkt of geluid beluistert tijdens
een DeepColor-transmissie.
De weergave van links en rechts klinkt
onevenwichtig of de kanalen zijn
verwisseld.
• Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
• Stel de weergave evenwichtig in met de
parameters van het Auto Calibrationinstelmenu.
Er is veel brom of ruis.
• Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten stevig zijn aangesloten.
• Houd de aansluitkabels uit de buurt van
een transformator of een motor en
tenminste 3 meter van een televisietoestel
of tl-verlichting.
• Plaats de geluidsapparatuur niet te dicht in
de buurt van een ingeschakeld
televisietoestel.
• Sluit een aardingsdraad aan op de U
SIGNAL GND-aardaansluiting (alleen als
een platenspeler is aangesloten).
• Wellicht zijn de stekkers en aansluitingen
vuil. Veeg ze schoon met een doekje met
wat spiritus of zuivere alcohol.
De middenluidsprekers/
achterluidsprekers/
middenachterluidsprekers brengen
niet of nauwelijks geluid voort.
• Kies een van de "Cinema Studio EX"
geluidsvelden (zie blz. 71).
• Stel het niveau van de luidspreker(s) wat
hoger in (zie blz. 79).
• Zorg dat de parameter voor het
middenluidspreker/achterluidsprekerformaat staat ingesteld op "SMALL" of
"LARGE" (zie blz. 79).
De middenachterluidsprekers brengen
geen geluid.
• Sommige discs bevatten niet het vereiste
Dolby Digital Surround EX vlagsignaal,
ook al staat op de verpakking wel een
Dolby Digital Surround EX logo. In dat
geval selecteert u "ON" in de "SB Dec
Mode" (zie blz. 76).
Het surroundeffect werkt niet.
• Zorg dat de geluidsveldfuncties zijn
ingeschakeld (druk op de toets MOVIE of
MUSIC).
• De geluidsveldfuncties werken niet voor
signalen met een bemonsteringsfrequentie
van meer dan 48 kHz.
Het opnemen lukt niet.
• Controleer of de betrokken apparaten op
de juiste wijze zijn aangesloten (zie
blz. 22).
• Selecteer het bronapparaat met INPUT
SELECTOR (zie blz. 57).
Het MULTI CHANNEL DECODINGlampje gaat niet blauw branden.
• Controleer of het weergaveapparaat is
aangesloten op een digitale aansluiting en
of de receiver op de juiste wijze is
ingesteld op het ingangssignaal.
• Controleer of het ingangssignaal van de
weergegeven software overeenkomt met
het meerkanaals audioformaat.
• Controleer of het weergaveapparaat is
ingesteld op meerkanaals
geluidsweergave.
• Controleer of de geselecteerde (digitale)
audioingang niet is toegewezen aan andere
ingangsbronnen in "Input Assign" in het
Input-menu (zie blz. 99).
Er wordt geen geluid weergegeven van
het via de DIGITAL MEDIA PORTadapter aangesloten apparaat.
• Stel het volumeniveau van deze receiver
in.
• Het DIGITAL MEDIA PORT-adapter en/
of apparaat is niet op de juiste wijze
aangesloten. Schakel de receiver uit en
sluit daarna de DIGITAL MEDIA PORTadapter en/of apparaat aan.
wordt vervolgd
141NL
Aanvullende informatie
De subwoofer brengt geen geluid
voort.
• Controleer of de subwoofer juist en stevig
is aangesloten.
• Zorg dat de luidspreker is ingeschakeld.
• Wanneer alle luidsprekers zijn ingesteld
op "LARGE" en "Neo:6 Cinema" of als
"Neo:6 Music" is gekozen, zal de
subwoofer geen geluid voortbrengen.
Er wordt geen meerkanaals Dolby
Digital- of DTS-geluid weergegeven.
• Controleer of de weergegeven dvd, enz.,
wel is voorzien van Dolby Digital- of
DTS-geluid.
• Bij aansluiten van een dvd-videospeler,
enz., op de digitale ingangsaansluitingen
van deze receiver moet u ook zorgen dat de
instellingen voor de uitvoer van de digitale
audiosignalen van het aangesloten
apparaat goed zijn ingesteld.
• Controleer de DIGITAL MEDIA PORTadapter en/of het apparaat om te zien of het
de receiver ondersteunt.
Video
Op het televisiescherm of de
videomonitor is geen beeld of slechts
een onduidelijk beeld zichtbaar.
• Stel de receiver op de juiste beeld-/
geluidsbron in (zie blz. 57).
• Stel het televisietoestel in op de gewenste
beeldweergave.
• Plaats de geluidsapparatuur niet te dicht in
de buurt van een ingeschakeld
televisietoestel.
• Wijs op juiste wijze de componentvideoingangen toe.
• Bij upsampling van het ingangssignaal
met deze receiver moet het ingangssignaal
overeenkomen met de ingang (zie blz. 36).
Het beeldmateriaal van de
COMPONENT VIDEO OUT is verminkt.
• Er is geen beeldweergave van andere
signalen dan 480p progressive
componentvideo, als die uitgevoerd zijn
vanaf de VIDEO-aansluiting. Zorg voor
een 480i interlaced componentvideoingangssignaal.
• Gebruik de COMPONENT VIDEO OUTaansluiting en stel "Resolution" in op
"DIRECT" wanneer andere
ingangssignalen dan 480p van het apparaat
worden uitgevoerd.
Afbeeldingen van de bron met HDMIaansluiting worden niet uitgezonden
naar de televisie.
• Controleer of de kabels juist en stevig
aangesloten.
• Het weergaveapparaat moet eventueel nog
ingesteld worden. Zie tevens de
gebruiksaanwijzing die bijgeleverd is met
elk apparaat.
• Zorg dat u een aansluitkabel gebruikt voor
de HDMI-aansluiting die geschikt is voor
hoge snelheid (een HDMI-kabel van
142NL
versie 1.3a, categorie 2) wanneer u
beelden bekijkt of geluid beluistert tijdens
een DeepColor-transmissie.
Het opnemen lukt niet.
• Controleer of de betrokken apparaten op
de juiste wijze zijn aangesloten (zie
blz. 28).
• Selecteer het bronapparaat met INPUT
SELECTOR (zie blz. 57).
Het GUI (grafische gebruikersinterface)
wordt niet afgebeeld op het
televisiescherm.
• Druk op SHIFT, en druk daarna op MENU
om "GUI MODE" weer te geven op het
display.
• Controleer of de televisie op de juiste
wijze is aangesloten.
Tuner
De FM-radio-ontvangst klinkt niet
goed.
• Installeer een FM-buitenantenne en sluit
deze aan op de receiver met een 75-ohm
coaxiale kabel (niet bijgeleverd), zoals
hieronder aangegeven. Als u de receiver
aansluit op een buitenantenne moet deze
zorgvuldig geaard worden, ter
bescherming tegen blikseminslag. Sluit de
aardingsdraad nooit aan op een gasleiding;
gezien de kans op een gasexplosie is dit
uiterst gevaarlijk.
FM-buitenantenne
Receiver
Aardingsdraad
(niet bijgeleverd)
Naar een
aardingspunt
Het afstemmen op een radiozender lukt
niet.
• Controleer of de antennes juist zijn
aangesloten. Verstel zonodig de antennes
en sluit een buitenantenne aan.
• Mogelijk is de signaalsterkte te gering
voor ontvangst (bij gebruik van de
automatische zoekafstemming). Gebruik
de directe afstemming.
• Zorg dat het afsteminterval juist ingesteld
is (bij het afstemmen op AM-radiozenders
met directe afstemming).
• Er zijn nog geen zenders vooringesteld of
de vastgelegde voorkeurzenders zijn uit
het geheugen gewist (bij gebruik van de
geheugenafstemming). Leg de gewenste
zenders in het afstemgeheugen vast (zie
blz. 90).
• Druk op de DISPLAY zodat de
afstemfrequentie op het display verschijnt.
RDS werkt niet.
• Zorg dat u goed bent afgestemd op een
FM-RDS-zender.
• Stem af op een FM-zender die krachtiger
doorkomt.
Afstandsbediening
De afstandsbediening werkt niet.
• Richt de afstandsbediening op de
afstandsbedieningssensor voorop de
receiver.
• Verwijder eventuele obstakels tussen de
afstandsbediening en de receiver.
• Als de batterijen in de afstandsbediening
leeg kunnen zijn, vervangt u ze dan alle
door nieuwe.
• Zorg dat de bedieningsfunctie van de
receiver overeenkomt met die van de
Foutmeldingen
Als er een storing optreedt, toont het display
een code van twee cijfers en een mededeling.
Aan de mededeling kunt u de toestand van het
systeem aflezen. Lees de onderstaande
beschrijvingen om het probleem op te lossen.
Indien een storing niet door uzelf kan worden
verholpen, neem dan contact op met uw
dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
PROTECTOR
De luidsprekers krijgen een onregelmatige
stroom door, of het bovenpaneel van de
receiver is afgedekt met iets. De receiver
wordt automatisch na een paar seconden
uitgeschakeld. Controleer de aansluitingen
van de luidsprekers en schakel het apparaat
weer in.
Voor de andere meldingen verwijzen we naar
"Lijst van meldingen na een automatischekalibratiemeting" (zie blz. 55) en "DIGITAL
MEDIA PORT berichtenlijst" (zie blz. 96).
Pagina's met aanwijzingen voor
het wissen van het geheugen
van de receiver
Voor wissen van
Leest u
Alle geheugeninstellingen
zie blz. 42
143NL
Aanvullende informatie
De gewenste RDS-informatie wordt niet
aangegeven.
• Neem contact op met de radiozender om
uit te vinden of ze de betreffende dienst
inderdaad verzorgen. Ook als dat normaal
wel zo is, dan nog kan een bepaalde dienst
tijdelijk niet beschikbaar zijn.
afstandsbediening. Als de
bedieningsfunctie van de receiver niet
overeenkomt met die van de
afstandsbediening, zal de receiver niet
reageren op de afstandsbediening (zie
blz. 43).
• Let er op dat u op de afstandsbediening de
juiste ingangsborn hebt gekozen.
• Bij de bediening van een apparaat van een
ander merk dan Sony, kan het voorkomen
dat de afstandsbediening, afhankelijk van
het model en fabrikaat van het apparaat,
niet op de juiste wijze functioneert.
Technische gegevens
Versterkergedeelte
UITGANGSVERMOGEN
stereofunctie1) 2)
(8 ohm, van 1 kHz, THV
0,7%):
125 W + 125 W
Referentie-uitgangsvermogen bij stereo
(4 ohm, van 1 kHz, THV
0,7%):
125 W + 125 W
Referentie-uitgangsvermogen
(8 ohm, van 20 Hz –
20 kHz, THD 0,09%)
FRONT2):
120 W + 120 W
CENTER2): 120 W
SURROUND2):
120 W + 120 W
SURROUND BACK2):
120 W + 120 W
Referentie-uitgangsvermogen
(4 ohm, van 20 Hz –
20 kHz, THD 0,15%)
FRONT2):
120 W + 120 W
CENTER2): 120 W
SURROUND2):
120 W + 120 W
SURROUND BACK2):
120 W + 120 W
Referentie-uitgangsvermogen bij stereo
(8 ohm, van 1 kHz, THV
10%):
150 W + 150 W
Referentie-uitgangsvermogen bij stereo
(4 ohm, van 1 kHz, THV
10%):
150 W + 150 W
Referentie-uitgangsvermogen
(8 ohm, van 1 kHz, THD
10%):
FRONT2):
150 W + 150 W
CENTER2):
150 W
SURROUND2):
150 W + 150 W
SURROUND BACK2):
150 W + 150 W
Referentie-uitgangsvermogen
(4 ohm, van 1 kHz, THD
10%):
FRONT2):
150 W + 150 W
CENTER2):
150 W
SURROUND2):
150 W + 150 W
SURROUND BACK2):
150 W + 150 W
1)
Afhankelijk van de geluidsveldinstellingen en de
geluidsbron kan er soms hierdoor geen geluid
worden weergegeven.
2)
Gemeten onder de volgende omstandigheden:
Stroomvoorziening: 230 V wisselstroom,
50/60 Hz
(in landen/gebieden in
Europa, behalve het
Verenigd Koninkrijk)
240 V wisselstroom, 50/60 Hz
(in het Verenigd Koninkrijk
en algemene gebieden)
Frequentiebereik
PHONO
RIAAaanpassingskromme
±0,5 dB
MULTI CHANNEL
INPUT, SA-CD/CD,
MD/DAT, DVD/BD,
TV, SAT/CATV,
TAPE/CD-R,
VIDEO 1/2/3
10 Hz – 100 kHz
±3 dB
Ingangen (Analoog)
PHONO
144NL
Gevoeligheid: 2,5 mV
Impedantie: 50 kohm
Signal-ruisverhouding:
90 dB (A, 20 kHz LPF)
MULTI CHANNEL
INPUT, SA-CD/CD,
MD/DAT, DVD/BD, TV,
SAT/CATV, TAPE/CD-R,
VIDEO 1/2/3
Gevoeligheid: 150 mV
Impedantie: 50 kohm
Signal-ruisverhouding:
100 dB (A, 20 kHz
LPF)
Ingangen (Digitaal)
DVD/BD, VIDEO 2,
SA-CD/CD (Coaxiaal)
Impedantie: 75 kohm
Signal-ruisverhouding:
96 dB (A, 20 kHz LPF)
VIDEO 1, TV,
SAT/CATV,
TAPE/CD-R,
MD/DAT (optisch)
Signal-ruisverhouding:
96 dB (A, 20 kHz LPF)
HDMI Video
Ingang/uitgang (HDMI-herhaalblokkering)
640 × 480p@60 Hz
720 × 480p@59,94/60 Hz
1440 × 480p@59,94/60 Hz (pixel 2x gestuurd)
1280 × 720p@59,94/60 Hz
1920 × 1080i@59,94/60 Hz
1920 × 1080p@59,94/60 Hz
720 × 576p@50 Hz
1440 × 576p@50 Hz (pixel 2x gestuurd)
1280 × 720p@50 Hz
1920 × 1080i@50 Hz
1920 × 1080p@50 Hz
1920 × 1080p@24 Hz
Uitgangen
MD/DAT (REC OUT),
VIDEO 1, ZONE 2,
ZONE 3 (AUDIO OUT)
Spanning: 150 mV
Impedantie: 1kohm
FRONT L/R, CENTER,
Spanning: 2 V
SURROUND L/R,
Impedantie: 1kohm
SURROUND BACK L/R,
SUB WOOFER
EQUALIZER
Versterking
±10 dB, in stapjes van
1 dB
FM-afstemgedeelte
Afstembereik
87,5 – 108,0 MHz
Antenne
FM-draadantenne
Antenaansluitingen
75 ohm, asymmetrisch
Afstembereik
Antenne
531 – 1.602 kHz
(met 9-kHz afstembereik)
Raamantenne
Videogedeelte
Ingangen/uitgangen
Video:
1 Vt-t, 75 ohm
COMPONENT VIDEO:
Y: 1 Vt-t, 75 ohm
PB/CB: 0,7 Vt-t, 75 ohm
PR/CR: 0,7 Vt-t, 75 ohm
80 MHz HD doorlaat
Stroomvoorziening 230 V wisselstroom,
50/60 Hz
(in landen/gebieden in
Europa, behalve het
Verenigd Koninkrijk)
230 – 240 V wisselstroom,
50/60 Hz
(in het Verenigd
Koninkrijk en algemene
gebieden)
Uitgangsvermogen (DIGITAL MEDIA PORT)
DC OUT:5 V, 700 mA
Stroomverbruik
480 W
Stroomverbruik (in de stand-by-stand)
0,7 W (wanneer "HDMI
Control" en "RS-232C
Control" zijn ingesteld op
"OFF")
Afmetingen
430 × 175 × 430 mm
(breedte/hoogte/diepte)
inclusief uitstekende delen
en besturing
Gewicht (ca.)
16,0 kg
Bijgeleverde accessoires
Gebruiksaanwijzing (dit exemplaar)
Beknopte installatiegids (1)
HDMI CONTROL-handleidin (1)
GUI Menulijst (1)
Optimaliseringsmicrofoon ECM-AC1(1)
FM-draadantenne (1)
AM-raamantenne (1)
Netsnoer (1)
wordt vervolgd
145NL
Aanvullende informatie
AM-afstemgedeelte
Algemeen
Afstandsbediening RM-AAL009 (1)
Afstandsbediening RM-AAU016 (1)
R6 (AA-formaat) batterijen (4)
Ontwerp en technische gegevens kunnen
zonder voorafgaande kennisgeving worden
gewijzigd.
146NL
Index
Symbols
U SIGNAL GND-aardaansluiting 27
Numerics
12 V aan/uit-signaal ruimte 112, 119
2ch Analog Direct 67, 122
2ch Stereostand 66
2-kanaals 66
4 Ω 48
5.1-kanaals 16
7.1-kanaals 16
8 Ω 48
A
B
Bedieningsfunctie 43
Berichten
Auto Calibration 55
DIGITAL MEDIA PORT 96
fout 143
BI-AMP 84, 117
Blu-ray-discspeler 30, 33, 60
D
D. Range Comp (Compressie van het
dynamische bereik) 85, 116
DCAC (Digital Cinema Auto Calibration) 50
DCS 71
Decode Priority 63, 118
DIGITAL MEDIA PORT 7, 10, 15, 23, 93
Dimension Control 74, 118
Directe afstemming 89, 122
Distance 80
Distance Unit 85, 117
Dolby Digital EX 67, 76
DTS Neo:6 (Cinema, Music) 69
DTS-ES Discrete 76
Dual Mono 63, 118
Dvd-recorder 35
Dvd-speler 30, 33, 60
E
Effect Level 73, 118
Enhanced Setup 56
EQ (Settings) 86, 118
EQ Curve 56
EQ Preset wijzigen 118
Equalizer 86
Aanvullende informatie
A.F.D.-(functie) 69
A/V Sync 63, 118
Aanduiding 102
Aansluiting twee versterkers 113
Aansluitingen
antenne’s 41
audio-apparatuur 22
luidsprekers 18
monitor 20
video-apparatuur 28
Afstandsbediening 11–15, 43, 125–134
Afstemmen 88, 89, 90
AM 88, 101, 122
Audio (Settings) 63, 118
Auto Calibration 50, 116, 120
Automatische afstemming 88, 122
Center Mix 84, 117
Center Width Control 73, 118
Cinema Studio EX (functie) 71
Control 73
Crossover Freq 84, 117
Custom Settings 9, 114
F
FM 88, 101, 122
FM Mode 88, 118
Front Reverb 74, 118
G
GUI (Graphical User Interface) 20, 45
C
Calibration Type selectie 53, 116
Cd-speler 23, 27, 59
wordt vervolgd
147NL
H
HDMI (Settings) 64, 119
HDMI Audio 64, 119
HDMI Control 64
HDMI SW Level 65, 119
HDMI-aansluitingen 9, 29
HDMI-knop 7
Headphone (Settings) 72
Hoog 7, 86, 118
I
Ingang ruimte veranderen 111
Input 57
Input Assign 99
INPUT MODE 98
INPUT SELECTOR 59, 60, 61, 62
iPod 95
Opwaarderen 36
P
Panorama Mode 74, 118
Phase Audio 84, 116
Phase Noise 84, 116
PHONES 7
PIP (Picture in Picture) 10, 13, 15
PLII (Game, Movie, Music) 69
PLIIx (Game, Movie, Music) 69
Position (Auto Calibration) 56, 116
Position (Surround Speakers) 81
Power ON/OFF ruimte 111
PROTECTOR 143
Q
Quick Setup 52
L
R
L.F.E. (Low Frequency Effect) 104
Laag 7, 86, 118
LARGE 80
Level 79, 86
List Mode 96
Luidsprekerimpedantie 48, 117
RDS 91, 123
Resolution 64, 93, 119
RS-232C-besturing 65, 112, 119
M
Manual Setup 79
MASTER VOLUME 8, 59, 60, 61, 62
Meerdere ruimtes 108
Multi Ch SW Level 85, 116
MULTI CHANNEL DECODING-lampje 60
Muting 58
Muziek 71
N
Name Input 97
Netsnoer 42
Network Client 95
Neural-THX 69
NIGHT MODE 77
O
Omschakelen van de aanduidingen op het
display 101
Opnemen 106, 107
148NL
S
SB Dec Mode 76, 118
SB Decoding 76, 118
Screen Depth 74, 118
Screen Saver 65
Size 80
Slaaptimer 105
SMALL 80
Sound Field selectie 66, 122
Sound Field Setup 66
Speaker (Settings) 48, 84, 117
Speaker Pattern 82, 117
SPEAKERS (OFF/A/B/A+B) 7, 49
Speelfilm 71
Super Audio CD-speler 23, 25, 27, 59
Sur Back Assign 84
Sur Settings 118
Surround 66
System (Settings) 65, 119
T
Terugzetten 42
Test Tone 83, 84, 116
TONE 7
TONE MODE 7, 42
Tuner 88
Tuner (Settings) 118
V
Versterkinginstelling (lage tonen/hoge tonen)
86
Video (Settings) 64, 119
VIDEO 3 IN/PORTABLE AV INaansluitingen 35, 61
Video-recorder 35, 62
Videospelcomputer 61
Virtual Speakers 74, 118
Volume ruimte aanpassen 112
Voorkeurzenders 90, 122
W
Wissen
Afstandsbediening 134
EQ 87, 118
geheugen 42
Z
ZONE 2 84, 108
ZONE 3 108
Aanvullende informatie
149NL