Sony STR-DA5300ES de handleiding

Categorie
Blu-Ray-spelers
Type
de handleiding
2
NL
Stel het toestel niet bloot aan regen of
vocht om het risico op brand of
elektrocutie te verminderen.
Om brand te voorkomen, mag u de
ventilatieopeningen van het apparaat niet afdekken
met kranten, tafelkleden, gordijnen, enz. Tevens
mag u geen aangestoken kaarsen op het apparaat
zetten.
Installeer de stereo-installatie niet in een krappe
ruimte, zoals een boekenkast of ingebouwde kast.
Om gevaar van brand of elektrische schok te
voorkomen, mogen er geen met water gevulde
voorwerpen zoals vazen op het apparaat worden
geplaatst.
Installeer het systeem zodat de stekker bij
problemen onmiddellijk uit het stopcontact kan
worden getrokken.
Batterijen, of een apparaat dat wordt gebruikt met
geïnstalleerde batterijen, mogen niet worden
blootgesteld aan overmatige hitte zoals zon, vuur of
iets vergelijkbaars.
Gooi de batterij niet weg maar
lever deze in als klein chemisch
afval (KCA).
Voor klanten in Europa
Verwijdering van oude elektrische en
elektronische apparaten (Toepasbaar
in de Europese Unie en andere
Europese landen met gescheiden
ophaalsystemen)
De fabricant van dit product is Sony Corporation, 1-
7-1 Konan Minato-ku Tokyo, 108-0075 Japan. De
geauthoriseerde vertegenwoordiging voor EMC en
produkt veiligheid is Sony Deutschland GmbH,
Hedelfinger Strasse 61, 70327 Stuttgart, Duitsland.
Voor service- of garantiezaken verwijzen wij u graag
naar de addressen in de afzonderlijke service/
garantie documenten.
WAARSCHUWING
Het symbool op het product of op de
verpakking wijst erop dat dit product
niet als huishoudelijk afval mag
worden behandeld. Het moet echter
naar een plaats worden gebracht waar
elektrische en elektronische
apparatuur wordt gerecycled. Als u
ervoor zorgt dat dit product op de
correcte manier wordt verwijderd,
voorkomt u voor mens en milieu
negatieve gevolgen die zich zouden
kunnen voordoen in geval van
verkeerde afvalbehandeling. De
recycling van materialen draagt bij tot
het vrijwaren van natuurlijke bronnen.
Voor meer details in verband met het
recyclen van dit product, neemt u
contact op met de gemeentelijke
instanties, het bedrijf of de dienst
belast met de verwijdering van
huishoudafval of de winkel waar u het
product hebt gekocht.
3
NL
Over deze gebruiksaanwijzing
De aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing
gelden voor het model STR-DA5300ES.
Controleer uw modelnummer, dat rechtsonder op
het voorpaneel staat vermeld.
De aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing
beschrijven de bediening met de toetsen op de
bijgeleverde afstandsbediening. U kunt echter ook
de toetsen van de receiver zelf gebruiken, met
dezelfde of soortgelijke namen als die op de
afstandsbediening.
"Neural-THX" en "neural THX", die in de
gebruiksaanwijzing ter sprake komen en getoond
worden in het displayvenster en in het GUI
menuscherm, betekenen Neural-THX Surround.
Deze receiver is voorzien van Dolby* Digital en Pro
Logic Surround en het DTS** Digital Surround-
systeem.
* Gefabriceerd onder licentie van Dolby
Laboratories.
Dolby, Pro Logic, Surround EX, en het symbool
double-D zijn handelsmerken van Dolby
Laboratories.
** Geproduceerd onder de licentie van DTS, Inc.
“DTS”, “DTS-ES” en “Neo:6” zijn
gedeponeerde handelsmerken van DTS, Inc. en
“DTS-HD Master Audio”, “DTS-HD High
Resolution Audio” en “DTS 96/24” zijn
handelsmerken van DTS, Inc.
Deze receiver is voorzien van de HDMI™-
technologie (High-Definition Multimedia
Interface).
HDMI, het HDMI-logo en High-Definition
Multimedia Interface zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing
LLC.
Dit product, dat gebruik maakt van Neural Surround,
THX Technologies wordt gefabriceerd onder
licentie van Neural Audio Corporation en THX Ltd.
Sony Corporation verleent de gebruiker hierbij een
niet-exclusief, niet-overdraagbaar, beperkt recht op
het gebruik van dit product, en andere gerelateerde
technologieën welke naar behoren gepatenteerd zijn
en eigendom zijn van Neural Audio Corporation en/
of THX Ltd., volgens Amerikaans en buitenlands
octrooirecht en wetgeving met betrekking tot
octrooiaanvragen. Neural Surround is een
handelsmerk dat eigendom is van Neural Audio
Corporation, THX is een handelsmerk van THX
Ltd., dat in bepaalde rechtsgebieden gedeponeerd
zou kunnen zijn.
Deze receiver is voorzien van het lettertype (Shin Go
R) van MORISAWA & COMPANY LTD.
Deze namen zijn handelsmerken van MORISAWA
& COMPANY LTD., en het auteursrecht van het
lettertype is eigendom van MORISAWA &
COMPANY LTD.
iPod is een handelsmerk van Apple Inc.,
geregistreerd in de V.S. en andere landen.
Alle andere handelsmerken en gedeponeerde
handelsmerken zijn het eigendom van hun
respectieve houders. In deze handleiding worden de
symbolen ™ en ® niet vermeld.
Hierbij verklaart Sony Corporation dat deze STR-
DA5300ES Meerkanaals AV-receiver is in
overeenstemming met de essentiële vereisten en
andere toepasselijke bepalingen van Richtlijn 1999/
5/EG. Nadere informatie kunt u vinden op:
http://www.compliance.sony.de/
Het woordmerk en de logo's van Bluetooth zijn
eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en Sony
Corporation gebruikt deze items onder licentie.
Andere handelsmerken en handelsnamen zijn
eigendom van hun respectieve eigenaren.
"M-crew Server" is een handelsmerk van Sony
Corporation.
"x.v.Colour" is een handelsmerk van Sony
Corporation.
NL
4
NL
Inhoudsopgave
Voorbereidingen
Beschrijving en positie van onderdelen ........6
1: De luidsprekers opstellen .......................16
2: De luidsprekers aansluiten ......................18
3: Het aansluiten van de monitor ................20
4a: De audio-apparatuur aansluiten ............22
4b: De video-apparatuur aansluiten ............28
5: De antennes aansluiten ...........................41
6: De receiver en afstandsbediening
voorbereiden ..........................................42
7: Bedien de receiver met GUI (Graphical
User Interface) .......................................45
8: De luidsprekers instellen ........................48
9: Het automatisch kalibreren van de juiste
luidsprekeropstelling
(Auto Calibration) .................................50
Weergave
Een apparaat kiezen ....................................57
Naar een Super Audio CD/cd luisteren ......59
Het bekijken van een dvd/Blu-ray Disc ......60
Een videospelletje spelen ...........................61
Een video bekijken .....................................62
De versterker bedienen
Instellingen voor de audio
(Audio-instelmenu) ................................63
De instellingen voor het video
(Video-instelmenu) ................................64
Instellingen voor HDMI (HDMI-menu) .....64
Instellingen voor het systeem
(System-instelmenu) ..............................65
Genieten van surroundgeluid
Genieten van een voorgeprogrammeerd
geluidsveld .............................................66
Aanpassen van het geluidseffect .................73
Gebruik van de middenachter-
decodeerfunctie ..................................... 75
Ruimtelijke weergave bij zacht ingesteld
geluid (NIGHT MODE) ........................ 77
Geavanceerde
luidsprekerinstellingen
De luidsprekers handmatig instellen .......... 79
De toonregelaar bijregelen ......................... 86
Bediening van de tuner
Luisteren naar de FM/AM-radio ................ 88
Gebruik van het Radio Data Systeem
(RDS) (alleen Europees model) ............ 91
Andere bedieningsfuncties
Omzetten van analoge video-
ingangssignalen ..................................... 93
Gebruik van de DIGITAL MEDIA PORT-
adapter ................................................... 93
Naamgeving van ingangsbronnen .............. 97
Omschakelen tussen digitale en analoge audio
(INPUT MODE) ................................... 98
Weergave van andere geluids-/
beeldbronnen ......................................... 99
Omschakelen van de aanduidingen op het
display ................................................. 101
Gebruik van de slaaptimer ....................... 105
Opnemen met de receiver ........................ 106
Luisteren naar de geluidsweergave in een
andere ruimte (ZONE 2/ZONE 3
bedieningen) ........................................ 108
Bij aansluiting van twee versterkers ....... 113
Gebruik van het CONTROL S-
bedieningssysteem .............................. 114
Bediening zonder aansluiting op de
televisie ............................................... 115
5
NL
Gebruik van de
afstandsbediening
Elk apparaat met behulp van de
afstandsbediening bedienen ................ 125
Programmeren van de
afstandsbediening ................................ 127
Enkele bedieningen automatisch achter elkaar
uitvoeren (Macrosturing) .................... 130
Instellen van de afstandsbedieningcodes die
nog niet zijn opgeslagen in de
afstandsbediening ................................ 132
De gehele inhoud van het geheugen van de
afstandsbediening wissen .................... 134
Aanvullende informatie
Verklarende woordenlijst .........................135
Voorzorgsmaatregelen .............................. 138
Verhelpen van storingen ........................... 139
Technische gegevens ................................ 144
Index .........................................................147
6
NL
Beschrijving en positie van onderdelen
Voorbereidingen
Voorpaneel
De afdekplaat verwijderen
Druk op PUSH.
U moet de verwijderde afdekplaat buiten het
handbereik van kinderen houden.
Status van de POWER-knop
Uit
De receiver is uitgezet (aanvankelijke
instelling).
Druk op POWER om de receiver in te
schakelen. U kunt de receiver niet met
de afstandsbediening aanzetten.
Aan/wachtstand
Druk op
?/1 op de afstandsbediening
om de receiver aan te zetten of om deze
in de wachtstand te zetten.
Als u drukt op POWER op de receiver
wordt deze uitgeschakeld.
7
NL
Voorbereidingen
Naam Functie
A POWER Druk op de toets om de
receiver in of uit te
schakelen.
B AUTO CAL
MIC-
aansluiting
Voor aansluiting van de
bijgeleverde
optimaliseringsmicrofo
on voor de Digital
Cinema Auto
Calibration-functie (zie
blz. 50).
C TONE MODE Past FRONT/
CENTER/
SURROUND/
SURROUND BACK
BASS en TREBLE aan.
Druk herhaaldelijk op
TONE MODE om
BASS of TREBLE, te
selecteren en draai dan
TONE om het niveau
aan te passen.
TONE
D MEMORY/
ENTER
Druk op de toets om
een tuner (FM/AM) te
bedienen (zie blz. 122-
123).
TUNING MODE
TUNING
E Infrarood-
ontvanger
Voor ontvangst van de
signalen van de
afstandsbediening.
F DIMMER Druk herhaaldelijk op
de toets om de
helderheid van het
display in te stellen.
G DISPLAY Druk herhaaldelijk op
de toets om de
weergave van de
informatie op het
display te kiezen.
H SUR BACK
DECODING
Druk op de toets om de
SB DECODING te
kiezen (zie blz. 76).
I Displayscherm Hierop wordt de
huidige status van het
gekozen apparaat of
een lijst van
keuzemogelijkheden
weergegeven (zie
blz. 102).
J 2CH/A.DIRECT Indrukken om het
geluidsveld te
selecteren (zie blz. 66).
A.F.D.
MOVIE
MUSIC
K ZONE/
POWER,
SELECT
Druk herhaaldelijk op
SELECT om ruimte 2,
ruimte 3 of de
hoofdruimte te
selecteren. Telkens
wanneer u op POWER
drukt, worden de
uitgangssignalen voor
de geselecteerde ruimte
in- of uitgeschakeld
(zie blz. 108).
L DMPORT Indrukken om de audio/
video ingangsignalen
van de apparatuur die is
aangesloten op de
DIGITAL MEDIA
PORT-adapter (zie blz.
23, 93) te selecteren.
M HDMI Druk op de toets om het
ingangssignaal van het
aangesloten apparaat
via de HDMI IN-
aansluiting te kiezen.
N PHONES-
aansluiting
Hierop kunt u een
hoofdtelefoon
aansluiten.
O SPEAKERS
(OFF/A/B/A+B)
Hiermee schakelt u
naar OFF, A, B, A+B
van de
voorluidsprekers (zie
blz. 49).
Naam Functie
wordt vervolgd
8
NL
P VIDEO 3 IN/
PORTABLE AV
IN-
aansluitingen
Hiermee sluit u een
draagbare audio/video-
apparaat aan zoals een
camcorder of een
videospelletje.
Q MULTI
CHANNEL
DECODING
lamp
Gaat branden bij het
decoderen van
meerkanaals
audiosignalen.
R INPUT
SELECTOR
Draai om de
ingangsbron te
selecteren die u wilt
weergeven.
Om de ingangsbron te
selecteren voor ruimte
2 of 3, drukt u op
ZONE/SELECT (
qa)
om eerst ruimte 2 of 3
te selecteren ("ZONE 2
INPUT" of "ZONE 3
INPUT" verschijnt op
het display) en schakelt
u vervolgens INPUT
SELECTOR in om de
ingangsbron te
selecteren.
S MASTER
VOLUME
Draai om gelijktijdig
het geluidsniveau van
alle luidsprekers bij te
regelen.
Naam Functie
9
NL
Voorbereidingen
Achterpaneel
A DIGITAL INPUT/OUTPUT-gedeelte
OPTICAL IN/
OUT-
aansluitingen
Hiermee sluit u aan
op een dvd-speler,
Super Audio CD-
speler enz. De
COAXIAL-
aansluiting zorgt
voor een betere
geluidskwaliteit (zie
blz. 20, 22, 23, 33,
34).
COAXIAL IN-
aansluitingen
HDMI IN/
OUT*-
aansluitingen
Voor aansluiting van
een dvd-speler, een
Blu-ray Disc-speler
of een
satellietontvanger.
Voor uitvoer van
geluid- en
beeldsignalen naar
een televisietoestel
of een projector (zie
blz. 20, 29).
B Bedieningsaansluiting voor Sony
van Sony-apparaten en andere
externe apparatuur
IR REMOTE
IN/OUT-
aansluitingen
Voor de aansluiting
van een
infraroodrelaisstation
(zie blz. 109, 110).
TRIGGER
OUT-
aansluitingen
Voor aansluiting van
andere 12V
TRIGGER-
compatibele
componenten, die u
kunt in- en
uitschakelen door het
versturen van 12V
TRIGGER aan/uit-
signalen, of van de
versterker/receiver in
de 2e of 3e ruimte
(zie blz. 111).
CTRL S IN/
OUT-
aansluitingen
Voor aansluiting van
een Sony-
televisietoestel, dvd-
speler of
videorecorder van
Sony met een
CONTROL S-
aansluiting (zie
blz. 114).
wordt vervolgd
10
NL
* Door een televisiescherm aan te sluiten op de
MONITOR VIDEO OUT-aansluiting, kunt u de
beelden van de gekozen ingangsbron bekijken (zie
blz. 20). U kunt deze receiver bedienen via GUI
(Graphical User Interface) (zie blz. 45).
C DMPORT
Voor aansluiting op
een Sony DIGITAL
MEDIA PORT-
adapter (zie blz. 23).
D COMPONENT VIDEO INPUT/
OUTPUT-gedeelte
Y, P
B
/C
B
, P
R
/
C
R
IN/OUT*-
aansluitingen
Voor aansluiting van
een dvd-speler, een
televisie of een
satellietontvanger
(zie blz. 20, 33, 34).
E ANTENNA-gedeelte
FM
ANTENNA-
aansluiting
Voor aansluiting van
de, met de receiver
bijgeleverde, FM-
draadantenne (zie
blz. 41).
AM
ANTENNA-
aansluiting
Voor aansluiting van
de, met de receiver
bijgeleverde, AM-
raamantenne (zie
blz. 41).
F RS-232C-aansluitpoort
Voor onderhoud- en
servicewerkzaamhe-
den.
G AUDIO INPUT/OUTPUT-gedeelte
AUDIO IN/
OUT-
aansluitingen
Voor aansluiting met
een cassettedeck of
MD-deck, etc. (zie
blz. 20, 22, 23, 27).
MULTI
CHANNEL
INPUT-
aansluitingen
Voor aansluiting op
een Super Audio
CD-speler of een
dvd-speler met een
analoge audio-
aansluiting voor 7.1
of 5.1 kanaalsgeluid
(zie blz. 22, 25).
PRE OUT-
aansluitingen
Voor aansluiting van
een externe
eindversterker.
H VIDEO/AUDIO INPUT/OUTPUT-
gedeelte
AUDIO IN/
OUT-
aansluitingen
Voor aansluiting op
een videorecorder of
een dvd-speler, etc.
(zie blz. 20, 33, 34,
35).
VIDEO IN/
OUT*-
aansluitingen
S VIDEO IN/
OUT*-
aansluitingen
AUDIO OUT-
aansluitingen
VIDEO OUT-
aansluiting
Voor aansluiting van
een component in de
2e of 3e ruimte (zie
blz. 108).
EXT VIDEO
IN-aansluiting
Voor aansluiting van
een apparaat om het
beeldmateriaal ervan
in een PIP-venster
(Picture in Picture)
weer te geven.
I SPEAKERS-gedeelte
Voor aansluiting van
de luidsprekers (zie
blz. 18).
11
NL
Voorbereidingen
U kunt met de bijgeleverde afstandsbediening
RM-AAL009 de receiver en de Sony audio-/
videoapparatuur (zie blz. 127) bedienen.
RM-AAL009
Afstandsbediening
Naam Functie
A AV ?/1 (aan/
wachtstand)
Druk op de toets voor het in- of
uitschakelen van de audio-/
videoapparatuur die door deze
afstandsbediening bediend
kunnen worden (zie blz. 127).
Door tegelijkertijd op de toetsen
?/1 (B) te drukken, wordt de
receiver en andere Sony-
apparatuur (SYSTEM
STANDBY) uitgezet.
Opmerking
De functie van de AV ?/1
schakelaar wisselt automatisch
als u op de ingangtoets drukt
(C).
B ?/1 (aan/
wachtstand)
Druk op de toets om de receiver
in of uit te schakelen.
Als ZONE 2 of ZONE 3 is
geselecteerd, wordt alleen de
eerste receiver met deze toets
in- of uitgeschakeld. Druk, voor
het uitschakelen van alle
apparatuur en met inbegrip van
een versterker in 2de of 3de
ruimte, gelijktijdig op de
toetsen ?/1 en AV ?/1 (A)
(SYSTEM STANDBY).
Stroom besparen in de
wachtstand.
Wanneer "HDMI Control" (zie
blz. 64) en "RS-232C Control"
(zie blz. 65) zijn ingesteld op
"OFF".
C Beeld-/
geluids-
bronkeuze-
toetsen
Druk op een van de toetsen om
het gewenste apparaat te kiezen.
Om de toetsen met roze namen
te gebruiken, drukt u eerst op de
toets SHIFT (wj). Door een
druk op een van de beeld-/
geluidsbronkeuze-toetsen
wordt de receiver ingeschakeld.
De toetsen zijn vanaf de fabriek
ingesteld om Sony-apparatuur
te bedienen (zie blz. 57). U kunt
de afstandsbediening met
behulp van het stappenplan in
"Programmeren van de
afstandsbediening" (zie blz.
127) programmeren, om
apparatuur van een ander merk
dan Sony te bedienen.
wordt vervolgd
12
NL
D ZONE 2
ZONE 3
Druk op de toets om de
bediening van apparatuur in de
2e of 3e ruimte te activeren (zie
blz. 108).
E AMP Druk op de toets om de receiver
te bedienen (zie blz. 45).
F MUSIC Indrukken om het geluidsveld te
selecteren (zie blz. 71).
G MOVIE Indrukken om het geluidsveld te
selecteren (zie blz. 71).
H
Cijfertoetsen
Druk op de toets (en) voor
het programmeren van of het
afstemmen op een
voorkeurzender.
het selecteren van de
tracknummers van de cd-
speler, dvd-speler, Blu-ray
Disc-speler of minidisc-
recorder. Druk op toets 0/10
om track 10 te kiezen.
het kiezen van de
kanaalnummers van de
videorecorder of
satellietontvanger.
Nadat u op de toets TV (wk)
hebt gedrukt, drukt u op de
cijfertoetsen om de
televisiezenders te kiezen.
I ENTER Druk op de toets om het, met de
cijfertoetsen gekozen, nummer
van een kanaal, disc of track in
te voeren.
MEMORY Bij gebruik van de tuner, druk
op de toets voor het opslaan van
een radiozender.
J AMP MENU Druk op de toets om het menu
weer te geven waarmee u de
receiver bedient.
K
V/v/B/b
Druk op V /v/B/b om de
menuonderdelen te selecteren.
Druk daarna op om de keuze
in te voeren.
Naam Functie
L OPTIONS Druk op de toets om de
onderdelen van het optiemenu
voor de receiver en de dvd-
speler of Blu-ray Disc-speler
weer te geven of te selecteren.
TOOLS Druk op de toets om de
onderdelen van het optiemenu
voor de dvd-speler of de Blu-
ray Disc-speler weer te geven of
te selecteren.
M MENU Druk op de toets om het menu
weer te geven waarmee u de
audio/video-onderdelen
bedient.
SCREEN/
DSPL
CONTROL
Druk op SHIFT (wj), en druk
daarna op MENU om het
weergavemenute wisselen
tussen SCREEN (om het menu
weer te geven op het
televisiescherm) en DSPL (om
het menu weer te geven op het
displayscherm).
N B·/·b Druk op de toets om het album
te selecteren.
O m/M
a)
x
a)
X
a)
H
a) b)
./>
a)
Druk op de toetsen voor
bediening van de dvd-speler, de
Blu-ray Disc-speler, cd-speler,
minidisc-recorder of
cassettedeck, of onderdelen die
zijn aangesloten op de
DIGITAL MEDIA PORT-
adapter enz.
TUNING +/– Druk om een zender te
selecteren (zie blz. 122).
P PRESET
+
b)
/–
Druk op de toets om FM/AM-
radiozenders op te slaan of voor
het kiezen van
voorkeurzenders.
TV CH +/– Druk op TV (wk) en druk dan
op TV CH +/–om de televisie,
satelliettuner , videospeler etc.
te bedienen.
Naam Functie
13
NL
Voorbereidingen
Q F1/F2 Druk op TV (wk) en druk dan
op F1 of F2 om een onderdeel te
selecteren dat u wilt bedienen.
HDD-recorder met een harde
schijf
F1: HDD
F2: Dvd-speler, Blu-ray Disc-
speler
Dvd-speler/videorecorder
F1: Dvd-speler, Blu-ray Disc-
speler
F2: VHS
MACRO1,
MACRO2
Druk op AMP (5) en druk dan
op MACRO 1 of MACRO 2 om
de macrosturing te activeren
(zie blz. 130).
TV/INPUT Druk gelijktijdig op de toetsen
TV/INPUT en TV (wk) om een
ingangssignaal te kiezen (TV-
ingang of video-ingang).
WIDE Druk herhaaldelijk op de toets
om de breedbeeldfunctie te
gebruiken.
PIP Druk op SHIFT (wj) en druk
daarna op PIP om de
beeldweergave van het PIP
(Picture in Picture)-venster te
veranderen. De beeldweergave
wordt als volgt veranderd. EXT
VIDEO t ZONE 2 VIDEO
t OFF. U kunt de positie van
het hoofdscherm en het PIP-
venster wisselen door op te
drukken (qa). U kunt het
venster vergroten of verkleinen
met V/v (qa). U kunt ook de
positie van het venster
veranderen via B/b (qa).
Opmerking
De HDMI-videosignalen
worden niet uitgevoerd terwijl
het PIP-venster wordt
afgebeeld.
RESOLUTION
Druk op SHIFT (wj) en druk
dan herhaaldelijk op
RESOLUTION om de resolutie
van de uitgangsignalen te
veranderen van de HDMI OUT
of COMPONENT VIDEO
MONITOR OUT-aansluiting
(zie blz. 93).
Naam Functie
R DVD/
TOP MENU,
MENU
Druk op de toets om de menu's
van de dvd-speler op het
televisiescherm af te beelden.
Gebruik daarna V/v/B/b en
om een menu te bedienen (zie
blz. 125).
NIGHT
MODE
Druk op AMP (5), en druk
dan op NIGHT MODE om de
NIGHT MODE-functie te
activeren (zie blz. 77).
INPUT
MODE
Druk op AMP (5), en druk
dan op INPUT MODE om het
ingangsignaal te selecteren als
dezelfde apparaten zijn
aangesloten op zowel digitale
als analoge aansluitingen (zie
blz. 98).
SLEEP Druk op de toets SHIFT (wj) en
daarna op de toets SLEEP voor
het inschakelen van de
slaaptimer en het instellen van
de tijdsduur, waarna de receiver
automatisch uitgeschakeld
wordt (zie blz. 105).
TEST TONE Druk op SHIFT (wj) en
vervolgens op TEST TONE om
de testtoon door elk van de
luidsprekers weer te geven.
S MUTING Druk op de toets om tijdelijk het
geluid uit te schakelen. Druk
opnieuw op de toets om het
geluid te herstellen.
T MASTER
VOL +/
Druk op de toetsen om
gelijktijdig het geluidsniveau
van alle luidsprekers bij te
regelen.
TV VOL +/– Druk op TV (wk) en dan op TV
VOL +/–om het volumeniveau
van de televisie aan te passen.
U DISC SKIP Druk bij gebruik van een disc-
wisselaar op de toets om een
disc over te slaan.
V RETURN/
EXIT O
Druk op de toets om terug te
keren naar het vorige menu of
om het menu te verlaten, als dit
menu of het on-screen-menu
van de videorecorder, dvd-
speler, of satellietontvanger op
het televisiescherm
weergegeven wordt.
Naam Functie
wordt vervolgd
14
NL
a)
Zie de tabel op zie blz. 126 voor informatie over de
toetsen die u kunt gebruiken bij de bediening van
elke component.
b)
Op deze toetsen is een voelbaar puntje aangebracht
(H, PRESET +). Gebruik de voelbare puntjes als
herkenning bij de bediening.
Opmerkingen
Afhankelijk van het model is bovenstaande
bediening eventueel niet mogelijk.
Bovenstaande omschrijving is slechts een
voorbeeld. Afhankelijk van het apparaat is
bovenstaande bediening eventueel niet mogelijk of
kan verschillen van wat hier beschreven is.
W DISPLAY Druk op de toets om de
informatie te selecteren die
wordt weergegeven op het
display of op het
televisiescherm aangesloten op
de videorecorder,
satellietontvanger, cd-speler,
dvd-speler, Blu-ray Disc-speler
of minidiscrecorder.
Opmerking
Druk in de SCREEN-functie op
deze toets om het menu op het
tv-scherm te laten verschijnen.
X CLEAR Druk op de toets (en) voor
voor het ongedaan maken
van een foutieve invoer zoals
het drukken op een verkeerde
cijfertoets.
voor het terugkeren naar
continue weergave, enz. van
de satellietontvanger of dvd-
speler.
>10 Druk op de toets voor keuze van
tracknummers, hoger dan 10,
van de videorecorder,
satellietontvanger, cd-speler
of minidisc-recorder.
kanaalnummers van de
digitale
kabeltelevisieaansluiting.
D.TUNING Druk op de toets om de directe
afstemfunctie te gebruiken (zie
blz. 89).
Y 2CH/
A.DIRECT
Druk om het geluidsveld te
selecteren (zie blz. 66) of om de
audio van het geselecteerde
ingangsignaal naar analoog
signaal te schakelen zonder
enige aanpassing (zie blz. 122).
Z A.F.D. Indrukken om het geluidsveld te
selecteren (zie blz. 69).
wj SHIFT Druk op de toets om de
toetsverlichting in te schakelen.
Door activeren van de toetsen
met het roze opschrift wordt de
bedieningsfunctie van de
afstandsbediening veranderd.
wk TV Druk op de toets om de
bediening van het
televisietoestel in te schakelen.
wl RM SET UP Druk op de toets om de
afstandsbediening in te stellen.
Naam Functie
15
NL
Voorbereidingen
RM-AAU016
Deze afstandsbediening kan alleen worden
gebruikt om de receiver te bedienen. U kunt de
hoofdfuncties van de receiver bedienen met
eenvoudige bedieningen door gebruik te
maken van deze afstandsbediening.
Naam Functie
A ?/1 (aan/
wachtstand)
Druk op de toets om de receiver
in of uit te schakelen.
B 2CH/
A.DIRECT
Indrukken om het geluidsveld te
selecteren (zie blz. 66).
A.F.D.
MOVIE
MUSIC
C SCREEN/
DSPL
CONTROL
Druk om de displayfunctie van
het menu te wisselen tussen
SCREEN (om het menu weer te
geven op het tv-scherm) en
DSPL (om het menu weer te
geven op het displayscherm).
D
V/v/B/b
Na het drukken op SCREEN/
DSPL CONTROL (3), drukt u
op V/v/B/b om het menu-
onderdeel te selecteren. Druk
daarna op om de keuze in te
voeren.
E OPTIONS Druk om onderdelen weer te
geven en te selecteren vanaf de
optiemenu's.
F MENU Druk op de toets om het menu
weer te geven waarmee u de
receiver bedient.
G DMPORT Indrukken om het apparaat dat
is aangesloten op de DIGITAL
MEDIA PORT-adapter (zie
blz. 57) te bedienen.
N Voor het starten van de
weergave.
x Voor het stoppen van de
weergave.
./> Voor het overslaan van tracks.
H INPUT
SELECTOR
Druk om de ingangsbron te
selecteren die u wilt weergeven.
I MASTER
VOLUME +/
Druk om de geluidssterkte te
regelen.
J MUTING Druk op de toets om tijdelijk het
geluid uit te schakelen. Druk
opnieuw op de toets om het
geluid te herstellen.
K RETURN/
EXIT
Druk om terug te keren naar het
vorige menu of om het menu te
verlaten.
L DISPLAY Druk op de toets om de
weergave van de informatie op
het displayscherm te kiezen.
Opmerking
Druk in de SCREEN-functie op
deze toets om het menu op het
tv-scherm te laten verschijnen.
M PIP NDruk op PIP om de
beeldweergave van het PIP
(Picture in Picture)-venster te
veranderen. De beeldweergave
wordt als volgt veranderd. EXT
VIDEO t ZONE 2 VIDEO
t OFF. U kunt de positie van
het hoofdscherm en het PIP-
venster wisselen door op te
drukken (4). U kunt het
venster vergroten of verkleinen
met V/v (4). U kunt ook de
positie van het venster
veranderen via B /b (4).
Opmerking
De HDMI-videosignalen
worden niet uitgevoerd terwijl
het PIP-venster wordt
afgebeeld.
Naam Functie
16
NL
1: De luidsprekers opstellen
Deze receiver biedt aansluitmogelijkheden
voor weergave via een 7.1-kanaals
luidsprekersysteem (7 luidsprekers en een
subwoofer).
Om te genieten van levensechte meerkanaals
geluidsweergave heeft u vijf gewone
luidsprekers nodig (twee voorluidsprekers,
een middenluidspreker en twee
achterluidsprekers) plus een subwoofer (in
totaal 5.1-kanalen).
Voorbeeld van een 5.1-kanaals
luidsprekersysteem
configuratie
AVoorluidspreker (L)
BVoorluidspreker (R)
CMiddenluidspreker
DAchterluidspreker (L)
EAchterluidspreker (R)
HSubwoofer
De meest indrukwekkende hifi-weergave van
dvd-discs met Surround EX geluid verkrijgt u
door toevoeging van een extra
middenachterluidspreker (voor 6.1-kanalen)
of twee middenachterluidsprekers (voor 7.1-
kanalen). Zie "Gebruik van de middenachter-
decodeerfunctie" (zie blz. 75).
Voorbeeld van een 7.1-kanaals
luidsprekersysteem
configuratie
AVoorluidspreker (L)
BVoorluidspreker (R)
CMiddenluidspreker
DAchterluidspreker (L)
EAchterluidspreker (R)
FMiddenachterluidspreker (L)
GMiddenachterluidspreker (R)
HSubwoofer
Genieten van een 5.1/7.1-
kanaals luidsprekersysteem
17
NL
Voorbereidingen
Tips
De plaatsingshoeken A behoren gelijk te zijn.
Als u een 6.1-kanaals luidsprekersysteem aansluit,
plaats de middenachterluidspreker dan recht achter
uw zitplaats.
Aangezien de weergave van de subwoofer niet
richtingsgevoelig is, kunt u die luidspreker
opstellen waar u maar wilt.
18
NL
2: De luidsprekers aansluiten
Voordat u de snoeren aansluit moet u er zeker
van zijn dat u de netstroom afzet.
AVoorluidspreker A (L)
BVoorluidspreker A (R)
CMiddenluidspreker
DSubwoofer
b)
EMiddenachterluidspreker (L)
c)
FMiddenachterluidspreker (R)
c)
GAchterluidspreker (L)
HAchterluidspreker (R)
a)
Als u een aanvullend
voorluidsprekersysteem heeft, sluit deze dan
aan op de FRONT SPEAKERS B-
aansluitingen. U kunt het
voorluidsprekersysteem dat u wilt gebruiken
selecteren met de SPEAKERS-schakelaar
(OFF/A/B/A+B) op het voorpaneel (zie
blz. 49).
HG F
BAD
E
C
A
B
FRONT SPEAKERS
B-aansluitingen
a)
A Mono audio-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
B Luidsprekersnoeren (niet bijgeleverd)
BB
B
19
NL
Voorbereidingen
b)
Wanneer u een subwoofer met een
automatische stand-by-functie hebt
aangesloten, moet u deze functie
uitschakelen tijdens het bekijken van films.
Bij ingeschakelde functie voor automatische
stand-by kan de subwoofer, gebaseerd op het
niveau van het ingangssignaal, in de stand-
by-stand gezet worden zodat er geen
geluidsweergave meer is.
c)
Als u een enkele middenachterluidspreker
aansluit, moet u het snoer daarvan aansluiten
op de SURROUND BACK SPEAKERS L-
luidsprekeruitgangen.
Opmerkingen
Bij aansluiting van alleen luidsprekers met een
nominale impedantie van 8 ohm of hoger, stelt u
"Impedance" in het Speaker-instelmenu in op
"8 Ω". Bij aansluiting van andere luidsprekers
moet u het instellen op "4 Ω". Voor nadere
bijzonderheden, zie "8: De luidsprekers instellen"
(zie blz. 48).
Voordat u het netsnoer aansluit, dient u ervoor te
zorgen dat de metalen draden van de
luidsprekersnoeren elkaar niet raken tussen de
SPEAKERS-aansluitingen.
Tip
Om bepaalde luidsprekers aan te sluiten op een
andere eindversterker gebruikt u de PRE OUT-
aansluitingen. Hetzelfde signaal wordt uitgevoerd
via zowel de SPEAKERS-aansluitingen als de PRE
OUT-aansluitingen. Als u bijvoorbeeld alleen de
voorluidsprekers wilt aansluiten op een andere
versterker, verbindt u die versterker dan met de PRE
OUT FRONT L en R-aansluitingen.
U kunt de SURROUND BACK SPEAKER-
aansluitingen E en F aansluiten op de
luidsprekers van ruimte 2. Stel "Sur Back
Assign" in op "ZONE 2" in het Speaker-
instelmenu.
Raadpleeg "Luisteren naar de
geluidsweergave in een andere ruimte (ZONE
2/ZONE 3 bedieningen)" (zie blz. 108) voor
nadere bijzonderheden over de aansluiting en
bediening van apparatuur in ruimte 2.
ZONE 2-aansluiting
20
NL
3: Het aansluiten van de monitor
Door een televisiescherm aan te sluiten op de
MONITOR VIDEO OUT-aansluiting, kunt u
de beelden van de gekozen ingangsbron
bekijken. U kunt deze receiver bedienen via
een GUI (Graphical User Interface).
Het is niet nodig om alle kabels aan te sluiten.
Sluit de audio- en video-aansluitkabels aan in
overeenstemming met de aansluitingen van uw
apparatuur.
TV-scherm
AB
A Optisch digitale kabel (niet bijgeleverd)
B Audio-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
C Componentvideo-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
D HDMI-kabel (niet bijgeleverd)
E S-video-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
F Video-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
Audiosignalen
CDEF
Videosignalen
21
NL
Voorbereidingen
Opmerkingen
Voordat u de snoeren aansluit moet u er zeker van
zijn dat u de netstroom afzet.
Sluit beeldschermapparatuur zoals een
televisiescherm of een videoprojector aan op de
MONITOR VIDEO OUT-aansluiting van de
receiver. Opname is eventueel niet mogelijk, ook al
heeft u opnameapparatuur aangesloten.
Schakel de receiver in als beeld en geluid van het
weergaveapparaat, via de receiver, uitgevoerd
worden naar de televisie. Als de receiver niet is
ingeschakeld wordt er geen beeld en geluid
doorgegeven.
Het beeld op het televisiescherm kan, afhankelijk
van de aansluiting van de antenne op de televisie,
vervormd zijn. Plaats in dat geval de antenne uit de
buurt van de receiver.
Tips
Deze receiver is voorzien van een functie om
videosignalen om te zetten. Voor nadere
bijzonderheden, zie "Opmerkingen over het
omzetten van videosignalen" (zie blz. 38).
Als de televisie-uitgangsaansluiting van het
geluidssignaal verbonden is met de TV IN-
aansluitingen van de receiver, wordt het geluid van
het televisietoestel weergegeven via de
luidsprekers die op de receiver aangesloten zijn.
Stel bij deze aansluiting de televisie-
uitgangsaansluiting van het geluidssignaal in op
"Fixed" als er een keuzemogelijkheid is tussen
"Fixed" of "Variable".
De screen saver wordt geactiveerd als het GUI-
menu wordt weergegeven op het televisiescherm
en er geen werking heeft plaatsgevonden
gedurende 15 minuten.
22
NL
4a: De audio-apparatuur aansluiten
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u allerlei
apparatuur kunt aansluiten op deze receiver.
Voordat u hiermee begint, neemt u eerst even
de lijst met "Aan te sluiten apparatuur"
hieronder door, om te zien op welke bladzijden
de aanwijzingen staan voor het aansluiten van
de betreffende apparaten.
Nadat u al uw apparatuur hebt aangesloten,
kunt u doorgaan met de volgende stap "5: De
antennes aansluiten" (zie blz. 41).
De geluidskwaliteit is afhankelijk van de
gebruikte aansluiting. Raadpleeg volgende
afbeelding. Druk de aansluiting die
overeenkomt met de aansluitingen van uw
apparatuur.
Opmerkingen
Bij het aansluiten van de optisch digitale kabel
steekt u de stekkers recht in de aansluitbussen tot
ze vastklikken.
Let op dat de optische digitale kabels niet geknikt
of sterk gebogen worden.
Tip
Alle digitale audio-ingangsaansluitingen zijn
geschikt voor bemonsteringsfrequenties van 32 kHz,
44,1 kHz, 48 kHz en 96 kHz.
Het aansluiten van uw
apparatuur
Aan te sluiten apparatuur Blz.
Super Audio CD-
speler/ cd-speler
Met digitaal audio-
uitgangsignaal
23
Met meerkanaals
audio-uitgangsignaal
25
Met alleen analoge
audio-uitgangsignaal
27
MD-speler Met digitaal audio-
uitgangsignaal
23
Met alleen analoge
audio-uitgangsignaal
27
Cassettedeck, analoge platenspeler 27
Audio-ingangsaansluitingen/
uitgangsaansluitingen die
moeten worden gebruikt
Hoge geluidskwaliteit
Digitaal Analoog
23
NL
Voorbereidingen
De volgende afbeelding laat zien hoe u Super
Audio CD-speler, cd-speler en een MD-
recorder en DIGITAL MEDIA PORT-adapter
moet aansluiten.
Opmerkingen
Voordat u de snoeren aansluit moet u er zeker van
zijn dat u de netstroom afzet.
Houd rekening met de volgende
voorzorgsmaatregelen om de DIGITAL MEDIA
PORT-adapter los te koppelen.
Verwijder de DIGITAL MEDIA PORT-adapter
nadat u de kabel hebt verwijderd wanneer er
Apparatuur met digitale audio-
ingangsaansluitingen/audio-
uitgangsaansluitingen
Super Audio CD-
speler, cd-speler
Minidiscrecorder
A
A Optisch digitale kabel (niet bijgeleverd)
B Audio-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
C Coaxiale digitale kabel (niet bijgeleverd)
DIGITAL MEDIA PORT-
adapter
BBC
wordt vervolgd
24
NL
kabels zijn aangesloten op de COMPONENT
VIDEO-aansluiting.
Verwijder de DIGITAL MEDIA PORT-adapter
door in de zijkanten van de stekker te knijpen
om de vergrendeling op te heffen.
Opmerkingen over het afspelen
van een Super Audio CD op een
Super Audio CD-speler
Er wordt geen geluid uitgevoerd bij de
weergave van een Super Audio CD op een
Super Audio CD-speler die alleen is
aangesloten op de COAXIAL SA-CD/CD
IN-aansluiting van deze receiver. Wanneer u
een Super Audio CD afspeelt, moet u de
speler aansluiten op de MULTI CHANNEL
INPUT- of SA-CD/CD IN-aansluitingen.
Zie tevens de gebruiksaanwijzing die
bijgeleverd is met de Super Audio CD-
speler.
Sluit een speler die DSD-signalen kan
uitvoeren van de HDMI-aansluiting aan op
de receiver met een HDMI-kabel.
U kunt geen digitale opnamen maken van
een Super Audio CD.
Bij het aansluiten van de optisch digitale
kabel steekt u de stekkers recht in de
aansluitbussen tot ze vastklikken.
Let op dat de optische digitale kabels niet
geknikt of sterk gebogen worden.
Als u verscheidene digitale
apparaten wilt aansluiten, maar
er geen ingangsaansluiting
voor vrij heeft
Zie "Weergave van andere geluids-/
beeldbronnen" (zie blz. 99).
25
NL
Voorbereidingen
Als uw dvd-speler of Super Audio CD-speler
is voorzien van meerkanaals
uitgangsaansluitingen, dan kunt u die
verbinden met de MULTI CHANNEL
INPUT-aansluitingen van deze receiver, om zo
te genieten van meerkanaals geluidsweergave.
Bovendien kunt u op deze meerkanaals
ingangsaansluitingen ook een extern,
meerkanaals decodeerapparaat aansluiten.
Opmerkingen
Voordat u de snoeren aansluit moet u er zeker van
zijn dat u de netstroom afzet.
Dvd- en Super Audio CD-spelers hebben geen
SURROUND BACK-aansluitingen.
Aansluiten van apparatuur met
meerkanaals
uitgangsaansluitingen
Dvd-speler,
Super Audio CD-speler,
enz.
A
B
A Audio-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
B Mono audio-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
wordt vervolgd
26
NL
Wanneer "Sur Back Assign" is ingesteld op "BI-
AMP" of "ZONE 2" in het Speaker-instelmenu, is
de invoer van de SUR BACK-aansluitingen
ongeldig.
Audio ingangsignalen van de MULTI CHANNEL
INPUT-aansluitingen worden niet uitgezonden
naar een van de audio uitgangsaansluitingen. De
signalen kunnen niet worden opgenomen.
27
NL
Voorbereidingen
De volgende afbeelding laat zien hoe u
apparatuur met analoge audioaansluitingen,
zoals een cassettedeck, platenspeler, enz.,
moet aansluiten.
Opmerkingen
Als uw platenspeler een aardingsdraad heeft, sluit
u die aan op de (U) SIGNAL GND-aansluiting.
Voordat u de snoeren aansluit moet u er zeker van
zijn dat u de netstroom afzet.
Apparatuur met analoge
audioaansluitingen
Super
Audio CD-
speler, cd-
speler
Platenspeler
A
Cassette-deck
A Audio-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
A
AA
Minidiscrecorder
28
NL
4b: De video-apparatuur aansluiten
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u allerlei
apparatuur kunt aansluiten op deze receiver.
Voordat u hiermee begint, neemt u eerst even
de lijst met "Aan te sluiten apparatuur"
hieronder door, om te zien op welke bladzijden
de aanwijzingen staan voor het aansluiten van
de betreffende apparaten.
Nadat u al uw apparatuur hebt aangesloten,
kunt u doorgaan met de volgende stap "5: De
antennes aansluiten" (zie blz. 41).
De beeldkwaliteit is afhankelijk van de
gebruikte aansluiting. Raadpleeg volgende
afbeelding. Druk de aansluiting die
overeenkomt met de aansluitingen van uw
apparatuur.
Het aansluiten van uw
apparatuur
Aan te sluiten apparatuur Blz.
TV-scherm 20
Met HDMI-aansluiting 29
Dvd-speler, Blu-ray Disc-speler 33
Satelliettuner, CATV-systeem 34
Dvd-recorder, videorecorder 35
Videocamera, spelcomputer, enz. 35
Video-ingangsaansluitingen/
uitgangsaansluitingen die
moeten worden gebruikt
Hoge beeldkwaliteit
Digitaal Analoog
29
NL
Voorbereidingen
HDMI is de afkorting voor High-Definition
Multimedia Interface. Het is een interface voor
digitale transmissie van geluid- en
beeldsignalen.
HDMI functies
De digitale audiosignalen uitgezonden door
HDMI kunnen worden uitgevoerd door de
luidsprekers en de PRE OUT-aansluitingen
op deze receiver. Dit signaal ondersteunt
Dolby Digital, DTS, DSD en lineaire PCM.
Lineaire PCM (bemonsteringsfrequentie van
minder dan 192 kHz) met digitale
audiosignalen met maximaal 8 kanalen,
kunnen met deze receiver worden ontvangen
met behulp van de HDMI-aansluiting.
Analoge videosignalen ingevoerd in de
VIDEO-aansluiting, S VIDEO-aansluiting
of COMPONENT VIDEO-aansluitingen,
kunnen worden uitgevoerd als HDMI-
signalen. Audiosignalen worden niet
uitgevoerd via een HDMI OUT-aansluiting
als het beeld is omgezet.
Deze receiver ondersteunt DSD transmissie
(Super Audio CD), uitgebreid door HDMI
ver1.2.
Deze receiver ondersteunt High Bitrate
Audio (DTS-HD Master Audio, Dolby
TrueHD), DeepColor en xvYCC
transmissie, uitgebreid door HDMI ver1.3.
Deze receiver ondersteunt HDMI
CONTROL functie. Raadpleeg de "HDMI
CONTROL-handleidin" die bij de receiver is
geleverd.
HDMI IN6 is de ingang die wordt gebruikt
voor de geluidskwaliteit. Gebruik ingang
IN6 wanneer u een hogere geluidskwaliteit
nodig hebt. U kunt ook de IN6-aansluiting
op dezelfde manier gebruiken als de HDMI
IN1-naar-IN5-aansluitingen.
Apparatuur met HDMI-
aansluitingen
wordt vervolgd
30
NL
Dvd-speler Satellietontvanger Blu-ray Disc-speler, PS3™,
recorder met een vaste schijf
A
A HDMI-kabel (niet bijgeleverd)
Audio-/
videosignalen
Audio-/
videosignalen
Audio-/
videosignalen
Televisiescherm, projector, enz.
Audio-/
videosignalen
AA
A
31
NL
Voorbereidingen
Opmerkingen over het
aansluiten van kabels
Wij raden u aan om een Sony HDMI-kabel
te gebruiken.
Wij raden u aan een HDMI-kabel met het
HDMI-logo te gebruiken (gemaakt door
Sony) voor de HDMI-aansluiting die
overeenkomt met een hoge snelheid (een
kabel met HDMI versie 1.3a, categorie 2)
wanneer u beelden weergeeft of geluid
beluistert tijdens een DeepColor-transmissie
of wanneer u een videobeeld van 1080p of
hoger bekijkt.
Wij adviseren u geen HDMI-DVI-
conversiekabel te gebruiken. Als u een
HDMI-DVI-conversiekabel aansluit op een
DVI-D-apparaat, wordt mogelijkerwijs het
beeld en/of het geluid niet uitgevoerd. Sluit
andere audiokabels of digitale
aansluitkabels aan, en stel vervolgens "Input
Assign" in het menu Input-Option, als het
geluid niet goed wordt uitgevoerd.
Voordat u de kabels aansluit moet u er zeker
van zijn dat u de netstroom afzet.
Opmerkingen over HDMI-
aansluitingen
Controleer de instellingen van het
aangesloten apparaat als een beeld slecht
wordt afgebeeld of het geluid niet wordt
voorgebracht door een apparaat aangesloten
met de HDMI-kabel.
Audiosignalen ingevoerd in de HDMI IN-
aansluiting worden uitgevoerd via de
luidspreker-uitgangsaansluiting, de HDMI
OUT-aansluiting en de PRE OUT-
aansluitingen. Ze worden niet uitgevoerd via
enige andere audioaansluitingen.
Videosignalen ingevoerd in de HDMI IN-
aansluiting, kunnen uitsluitend worden
uitgevoerd via de HDMI OUT-aansluiting.
De videoingangsignalen kunnen niet worden
uitgevoerd vanaf de VIDEO OUT-
aansluitingen, de S VIDEO OUT-
aansluitingen of de MONITOR VIDEO
OUT-aansluitingen.
De audio- en videosignalen van HDMI-
invoer worden niet uitgevoerd door de
HDMI OUT-aansluiting zolang het receiver-
menu wordt afgebeeld.
Als u naar het geluid wilt luisteren via de
luidspreker van de televisie, stelt u in het
HDMI-instelmenu het menuonderdeel
"HDMI Audio" in op "TV+AMP". Als het
wordt ingesteld op "AMP", wordt het geluid
niet uitgevoerd over de televisieluidspreker.
Zorg ervoor dat de receiver is ingeschakeld
wanneer video- en audio-signalen van een
weergaveapparaat worden uitgevoerd naar
een televisie via deze receiver. Alleen als de
receiver is ingeschakeld, worden de video-
en audio-signalen doorgegeven.
Audiosignalen (bemonsteringsfrequentie,
bitlengte, enz.) die worden uitgevoerd door
een HDMI-aansluiting, kunnen door het
aangesloten apparaat worden onderdrukt.
Controleer de instellingen van het
aangesloten apparaat als een beeld slecht
wordt afgebeeld of het geluid niet wordt
voorgebracht door een apparaat aangesloten
met de HDMI-kabel.
Het geluid kan worden onderbroken
wanneer de bemonsteringsfrequentie, het
aantal kanalen of het audioformaat van de
audio-uitgangssignalen van de
weergavecomponent wordt omgeschakeld.
Als het aangesloten apparaat niet compatibel
is met copyrightbeschermingstechnologie
(HDCP), kan het beeld en/of het geluid
vanuit de HDMI OUT-aansluiting vervormd
zijn of niet worden uitgevoerd.
In dat geval moet u de specificaties van het
aangesloten apparaat nakijken.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van ieder
aangesloten apparaat voor verdere
informatie.
U kunt alleen genieten van High Bitrate
Audio (DTS-HD Master Audio, Dolby
TrueHD), DSD, meerkanaals lineaire PCM
met een HDMI-aansluiting.
Stel de beeldresolutie van de speler hoger in
dan 720p/1080i om te genieten van High
Bitrate Audio (DTS-HD Master Audio,
Dolby TrueHD).
wordt vervolgd
32
NL
De beeldresolutie van de speler zal mogelijk
bepaalde instellingen nodig hebben voordat
u kunt genieten van DSD en meerkanaals
lineaire PCM. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van de speler.
Niet elk HDMI-apparat ondersteunt alle
functies die zijn gedefinieerd door de
opgegeven HDMI-versie. Apparaten die
bijvoorbeeld HDMI, ver. 1.3a ondersteunen,
zullen mogelijk DeepColor niet
ondersteunen.
33
NL
Voorbereidingen
De volgende afbeelding laat zien hoe u een dvd-
speler, Blu-ray Disc-speler moet aansluiten.
Het is niet nodig om alle kabels aan te sluiten.
Sluit de audio- en video-aansluitkabels aan in
overeenstemming met de aansluitingen van uw
apparatuur.
Opmerkingen
• Voor uitvoer van multikanaals digitaal geluid, moet
u de instelling voor de digitale audio-uitgang op de
dvd-speler, Blu-ray Disc-speler maken. Zie tevens
de gebruiksaanwijzing die bijgeleverd is met de
dvd-speler, Blu-ray Disc-speler.
Voordat u de snoeren aansluit moet u er zeker van
zijn dat u de netstroom afzet.
* Als u een apparaat aansluit dat is uitgerust met een
OPTICAL-aansluiting, moet u "Input Assign"
instellen in het invoermenu.
Een dvd-speler, Blu-ray Disc-
speler aansluiten
Dvd-speler, Blu-ray Disc-speler
ABC
A Optisch digitale kabel (niet
bijgeleverd)
B Coaxiale digitale kabel (niet
bijgeleverd)
C Audio-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
D Componentvideo-aansluitkabel (niet
bijgeleverd)
E S-video-aansluitkabel (niet
bijgeleverd)
F Video-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
D
Audiosignalen
Videosignalen
EF
34
NL
De volgende afbeelding laat zien hoe u een
dvd-speler, CATV-systeem moet aansluiten.
Het is niet nodig om alle kabels aan te sluiten.
Sluit de audio- en video-aansluitkabels aan in
overeenstemming met de aansluitingen van uw
apparatuur.
Opmerking
Voordat u de snoeren aansluit moet u er zeker van
zijn dat u de netstroom afzet.
Een satelliettuner, CATV-
systeem aansluiten
Satelliettuner, CATV-systeem
AB C D
A Optisch digitale kabel (niet bijgeleverd)
B Audio-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
C Componentvideo-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
D S-video-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
E Video-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
Audiosignalen Videosignalen
E
35
NL
Voorbereidingen
De volgende afbeelding laat zien hoe u
apparatuur met analoge aansluitingen, zoals
een dvd-recorder, videorecorder, enz., moet
aansluiten.
Het is niet nodig om alle kabels aan te sluiten.
Sluit de audio- en video-aansluitkabels aan in
overeenstemming met de aansluitingen van uw
apparatuur.
Apparatuur met analoge video-
en audioaansluiting
Dvd-recorder, videorecorder
A
Op de VIDEO 3 IN/PORTABLE AV
IN-aansluitingen (voorpaneel)
B
B
A Audio-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
B S-video-aansluitkabel (niet
bijgeleverd)
C Video-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
D Audio/video-aansluitkabel (niet
bijgeleverd)
Audiosignalen Videosignalen
Videocamera,
Videospelcomputer
Opmerking
Voordat u de snoeren aansluit moet u er zeker van
zijn dat u de netstroom afzet.
C
D
36
NL
Deze receiver is voorzien van een functie om
videosignalen om te zetten. Het videosignaal
kan na aansluiting van deze receiver
uitgevoerd worden via de MONITOR VIDEO
OUT-aansluiting zoals weergegeven in de
afbeelding.
Videosignalen kunnen uitgevoerd worden
als HDMI-video-, componentvideo- en S
videosignalen.
S videosignalen kunnen uitgevoerd worden
als HDMI-video-, componentvideo- en
videosignalen.
Componentvideosignalen kunnen
uitgevoerd worden als HDMI-video-,
S video- en videosignalen.
Voor nadere bijzonderheden over de functie
videosignaalomzetting, zie "Omzettingstabel
voor video-ingangen/-uitgangen bepaald door
de menu-instellingen" (zie blz. 39).
Functie voor omzetting van
videosignalen
37
NL
Voorbereidingen
In de omzettingstabel voor video-ingangen/-uitgangen van de
receiver
Raadpleeg "Omzettingstabel voor video-ingangen/-uitgangen bepaald door de menu-instellingen"
(zie blz. 39) voor de functie voor het omzetten van beelden.
a : Videosignalen worden omgezet en worden via de videosignaalomzetter uitgevoerd.
f : Het uitgevoerde videosignaal is identiek aan het ingangssignaal. Videosignalen worden niet omgezet.
X : Videosignalen worden niet uitgevoerd.
* Videosignalen worden uitgevoerd, als "Resolution" is ingesteld op "DIRECT" in het Video-instelmenu.
Ingangssignaal
Uitgangssignaal
HDMI OUT
COMPONENT VIDEO
MONITOR OUT
MONITOR S VIDEO
OUT
MONITOR VIDEO
OUT
HDMI IN 1/2/3/4/5/6
A
f XXX
COMPONENT
VIDEO IN B
aa/fa a
S VIDEO IN C aa a/f* a
VIDEO IN D aa a a/f*
INPUT-aansluiting
OUTPUT-aansluiting
wordt vervolgd
38
NL
Opmerkingen over het omzetten
van videosignalen
Als deze receiver videosignalen of S
videosignalen van een videorecorder omzet,
en daarna voor weergave afgeeft aan uw
televisie, kan afhankelijk van de toestand
van het videosignaal, de beeldweergave op
het televisiescherm horizontale storingen
bevatten of niet mogelijk zijn.
HDMI-videosignalen kunnen niet worden
omgezet naar componentvideosignalen, S
videosignalen of videosignalen.
De omgezette videosignalen worden alleen
maar via de MONITOR VIDEO OUT-
aansluitingen uitgevoerd. Ze worden niet
uitgevoerd van VIDEO OUT-aansluitingen,
S VIDEO OUT-aansluitingen of de ZONE 2
VIDEO OUT-aansluiting.
Bij weergave door een videorecorder met
beeldverbeteringselektronica, zoals TBC,
kan het beeld vervormd zijn of niet worden
uitgevoerd. Schakel in dat geval de
beeldverbeteringselektronica uit.
De resolutie van de signalen, die worden
uitgevoerd via de COMPONENT VIDEO
MONITOR OUT-aansluitingen, worden
omgezet naar 1080i. De resolutie van de
signalen, die worden uitgevoerd via de
HDMI OUT-aansluiting, worden omgezet
naar 1080p.
COMPONENT VIDEO MONITOR OUT-
aansluitingen zijn gelimiteerd in de resolutie
bij omzetting van de resolutie van
videosignalen, voorzien van een
copyrightbeschermingstechnologie. De
resolutie van de signalen uitgevoerd via de
COMPONENT VIDEO MONITOR OUT-
aansluitingen bedraagt maximaal 480p
progressieve scanning. De HDMI OUT-
aansluiting hebben geen beperkingen van de
resolutie.
Videosignalen, waarvan de resolutie is
omgezet, kunnen niet uitgevoerd worden via
de COMPONENT VIDEO MONITOR
OUT-aansluitingen of de HDMI OUT-
aansluitingen. De videosignalen worden
uitgevoerd vanaf de HDMI OUT-
aansluitingen als ze allebei zijn aangesloten.
Stel "Resolution" in op "AUTO" of "480i/
576i" in het Video-instelmenu om de
videosignalen van de MONITOR VIDEO
OUT, MONITOR S VIDEO OUT en
COMPONENT VIDEO MONITOR OUT-
aansluitingen uit te voeren als ze allebei zijn
aangesloten.
Opnameapparatuur aansluiten
Bij het opnemen dient u het opname-apparaat
aan te sluiten op de VIDEO OUT-
aansluitingen of S VIDEO OUT-aansluitingen
van de receiver. Gebruik voor de aansluiting
van de ingangs- en uitgangssignaalkabels
dezelfde type aansluitingen, aangezien de
VIDEO OUT- en S VIDEO OUT-
aansluitingen niet voorzien zijn van een
upsampler.
Opmerking
Het is mogelijk dat videosignalen, uitgevoerd via de
MONITOR VIDEO OUT-aansluitingen, niet op de
juiste wijze opgenomen worden.
39
NL
Voorbereidingen
Omzettingstabel voor video-ingangen/-uitgangen bepaald door de
menu-instellingen
Voor meer informatie over de "Resolution"-menu-instelling, zie "De instellingen voor het video
(Video-instelmenu)" (zie blz. 64) en over de bediening, zie "Omzetten van analoge video-
ingangssignalen" (zie blz. 93).
a : Videosignalen worden omgezet en worden via de videosignaalomzetter uitgevoerd.
f : Het uitgevoerde videosignaal is identiek aan het ingangssignaal. Videosignalen worden niet omgezet.
X : Videosignalen worden niet uitgevoerd.
a)De resolutie wordt automatisch ingesteld, afhankelijk van de aangesloten monitor.
b)Wanneer de tv op andere aansluitingen wordt aangesloten dan de HDMI-aansluitingen, worden 480i/576i-
signalen uitgevoerd als de "Resolution" is ingesteld op "AUTO".
c)Signalen met 480p/576p progressieve scanning worden uitgevoerd, zelfs als 480i/576i interlaced is ingesteld.
d)Als videosignalen niet auteursrechtelijk beveiligd zijn, worden ze uitgevoerd op basis van het
instellingenmenu. Als videosignalen auteursrechtelijk beveiligd zijn, worden ze uitgevoerd als 480p.
Opmerkingen
Videosignalen worden niet uitgevoerd vanaf de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT, MONITOR S
VIDEO OUT of MONITOR VIDEO OUT-aansluiting als de monitor, enz. is aangesloten op de HDMI OUT-
aansluiting.
Menu-
instelling
"Resolution"
HDMI OUT-
aansluiting
COMPONENT
VIDEO
MONITOR
OUT-
aansluitingen
MONITOR S
VIDEO OUT-
aansluiting
MONITOR
VIDEO OUT-
aansluiting
DIRECT Componentvideo X f XX
S video XXf X
Video XXXf
AUTO
(Oorspronkelijk
e instelling)
Componentvideo
a
a)
a
b)
a
b)
a
b)
S video a
b)
a
b)
a
b)
Video a
b)
a
b)
a
b)
480i/576i Componentvideo a
c)
aaa
S video a
c)
aaa
Video a
c)
aaa
480p/576p Componentvideo aaXX
S video aaf X
Video aaX f
720p, 1080i Componentvideo aa
d)
XX
S video aa
d)
f X
Video aa
d)
X f
1080p Componentvideo afXX
S video a X f X
Video a XXf
Ingangssignaal
Uitvoer van
wordt vervolgd
40
NL
Als u een resolutie kiest die de aangesloten tv niet ondersteunt in het menu "Resolution", kunnen de beelden
van de tv niet correct worden weergegeven.
Geconverteerde HDMI-beelduitvoersignalen ondersteunen geen "x.v.Colour".
Geconverteerde HDMI-beelduitvoersignalen ondersteunen geen DeepColor.
41
NL
Voorbereidingen
5: De antennes aansluiten
Sluit de bijgeleverde AM-raamantenne en de
FM-draadantenne aan.
* De vorm van de aansluitstekker kan verschillend
zijn voor de diverse landcodes.
Opmerkingen
Om te voorkomen dat de AM-raamantenne
stoorsignalen opvangt, moet u deze uit de buurt
houden van de receiver en andere apparatuur.
Strek de FM-draadantenne tot zijn volle lengte uit.
Na aansluiten van de FM-draadantenne moet u die
zo horizontaal mogelijk leiden.
Voordat u de snoeren aansluit moet u er zeker van
zijn dat u de netstroom afzet.
FM-draadantenne (bijgeleverd)
AM-raamantenne
(bijgeleverd)
42
NL
6: De receiver en
afstandsbediening
voorbereiden
Sluit het bijgeleverde netsnoer aan op de AC
IN-netstroomingang van de receiver en steek
dan de netstekker in een wandstopcontact.
Opmerkingen
Voordat u het netsnoer aansluit, dient u ervoor te
zorgen dat de metalen draden van de
luidsprekersnoeren elkaar niet raken tussen de
SPEAKERS-aansluitingen.
Sluit het netsnoer stevig aan.
Er blijft tussen de stekker en het achterpaneel
een beetje ruimte vrij, ook al is de stekker
stevig in het apparaat gestoken. Het is de
bedoeling dat de aansluitkabel op deze manier
aangesloten wordt. Dit is geen defect.
Voordat u de receiver voor het eerst in gebruik
neemt, moet u het apparaat initialiseren door
de volgende procedure te volgen. Deze
procedure moet ook worden gevolgd om de
instellingen die u hebt gemaakt terug te stellen
op de fabrieksinstellingen.
1 Druk op de toets POWER om de
receiver uit te schakelen.
2 Houd POWER ingedrukt terwijl
u TONE MODE indrukt en
DMPORT om de receiver aan te
zetten.
3 Laat de TONE MODE en
DMPORT na een paar seconden
los.
Nadat "MEMORY CLEARING..." een
tijdje op het display verschijnt, verschijnt
"MEMORY CLEARED!".
Alle instellingen die u heeft veranderd of
aangepast worden teruggezet naar de
oorspronkelijke instellingen.
Het netsnoer aansluiten
AC IN-
netstroomingang
Naar het wandstopcontact
Netsnoer
(bijgeleverd)
Oorspronkelijke instellingen
maken
1,2 2,3 2,3
43
NL
Voorbereidingen
Plaats twee R6-batterijen (AA-formaat) in de
afstandsbediening RM-AAL009.
Plaats twee R6-batterijen (AA-formaat) in de
afstandsbediening RM-AAU016.
Let bij het plaatsen van de batterijen op de
juiste richting van de polen.
Opmerkingen
Leg de afstandsbediening niet in een erg warme of
vochtige omgeving.
Gebruik geen nieuwe en oude batterijen samen.
Gebruik geen combinatie van mangaanbatterijen
met een ander batterijtype.
Stel de infraroodontvanger niet bloot aan direct
zonlicht of andere lichtbronnen. Anders kan een
storing worden veroorzaakt.
Als u van plan bent om de afstandsbediening voor
langere duur niet te gebruiken, moet u de batterijen
verwijderen om eventuele schade door lekkage van
batterijen en corrosie te voorkomen.
Wanneer u de batterijen vervangt, kunnen de
geprogrammeerde afstandsbedieningscodes gewist
worden. Als dat gebeurt, programmeert u de
afstandsbedieningscodes opnieuw (zie blz. 127).
Tip
Als de afstandsbediening niet meer functioneert,
moeten alle batterijen door nieuwe worden
vervangen.
De receiver en de afstandbediening maken
gebruik van dezelfde bedieningsfunctie.
Als de bedieningsfuncties van de receiver en
de afstandbediening verschillen, is bediening
van de receiver met de afstandsbediening niet
mogelijk.
Als de instellingen van de bedieningsfuncties
van zowel de receiver als de afstandbediening
nog de oorspronkelijke instellingen zijn (AV
SYSTEM 2), is het niet nodig om ze terug te
stellen.
U kunt de bedieningsfunctie (AV SYSTEM 1
of AV SYSTEM 2) van de receiver en de
afstandsbediening veranderen. Als zowel de
receiver als het andere Sony-apparaat reageert
op hetzelfde afstandsbedieningsignaal, moet u
de bedieningsfunctie van het apparaat of de
receiver veranderen, zodat het apparaat niet
meer reageert op hetzelfde
afstandsbedieningsignaal van de receiver.
De bedieningsfunctie van de
receiver veranderen
Schakel de receiver in terwijl u op
de toets 2CH/A.DIRECT drukt.
Als de bedieningsfunctie is ingesteld op
"AV2" verschijnt de aanduiding "COMMAND
MODE [AV2]" op het display.
Als de bedieningsfunctie is ingesteld op
"AV1" verschijnt de aanduiding "COMMAND
MODE [AV1]" op het display.
De batterijen in de
afstandsbediening plaatsen
Over de bedieningsfunctie
RM-AAL009 RM-AAU016
2CH/A.DIRECT
wordt vervolgd
44
NL
De bedieningsfunctie van de
RM-AAL009 afstandsbediening
veranderen
1
Druk ?/1 terwijl u drukt op RM SET UP.
De toets RM SET UP gaat knipperen.
2 Druk tijdens het knipperen van de toets
RM SET UP op cijfertoets 1 of 2.
Wanneer u op 1 drukt, wordt de
bedieningsfunctie ingesteld op AV
SYSTEM 1. Wanneer u op 2 drukt, wordt
de bedieningsfunctie ingesteld op AV
SYSTEM 2.
3 Druk op de toets ENTER om de RM
SET UP toetsverlichting in te
schakelen.
De toets RM SET UP knippert twee keer
als het bedieningsfunctie instelproces
succesvol is verlopen.
Tip
Als u op RM SET UP drukt, gebruikt u een dunne
draad, zoals een paperclip.
De bedieningsfunctie van de
RM-AAU016 afstandsbediening
veranderen
Houd eerst DISPLAY ingedrukt en druk
daarna op MUTING en tegelijkertijd op
.
3
2
11
DISPLAY
MUTING
45
NL
Voorbereidingen
7: Bedien de receiver met
GUI
(Graphical User Interface)
Met de volgende procedures kunt u de
displayfunctie van het menu op het scherm
wijzigen naar de schermfunctie. "GUI
MODE" wordt weergegeven op het
displayscherm in de schermfunctie.
Met behulp van GUI heeft u vele
aanpasmogelijkheden voor instellingen van de
receiver.
Raadpleeg "Bediening zonder aansluiting op
de televisie" (zie blz. 115) als u geen GUI-
menu zult gebruiken.
1 Sluit een televisiescherm aan
op deze receiver.
Voor nadere bijzonderheden, zie "3: Het
aansluiten van de monitor" (zie blz. 20).
2 Schakel de receiver en het
televisietoestel in.
3 Druk op de toets AMP om de
bediening van de receiver in te
schakelen.
4 Druk op SHIFT en druk
vervolgens op MENU terwijl de
SHIFT-toets is opgelicht.
De displayfunctie van het menu zal
schakelen tussen DISPLAY en SCREEN.
Wanneer SCREEN is ingesteld, is de
receiver in "GUI MODE" en wordt het
menu van de receiver weergegeven op het
televisiescherm.
5 Druk herhaaldelijk op V/v om
het menu dat u wenst te
selecteren of b.
In elk instelmenu zijn de volgende
menuonderdelen beschikbaar.
Input
Hiermee selecteert u het ingangssignaal voor
de receiver.
Voor nadere bijzonderheden over elk
ingangssignaal, zie "Een apparaat kiezen" (zie
blz. 57).
Het weergeven van het GUI-
menu op het televisiescherm
weer te geven
5
3
4
2
4
Overzicht van de menu's
wordt vervolgd
46
NL
Music
Hiermee kunt u luisteren naar de muziek van
een audiocomponent, aangesloten via de
DIGITAL MEDIA PORT-adapter.
Voor nadere bijzonderheden over de functie
"Music", zie "Gebruik van de DIGITAL
MEDIA PORT-adapter" (zie blz. 93).
FM/AM
Hiermee kunt u, met behulp van de receiver,
naar de radio luisteren.
Voor nadere bijzonderheden over de
tunerbediening, zie "Bediening van de tuner"
(zie blz. 88).
Settings
Met behulp van het instelmenu kunt u de
receiver instellen en bijregelen.
Auto Calibration
Met behulp van het Auto Calibration-
instelmenu kunt u de luidsprekers
automatisch bijregelen.
Voor nadere bijzonderheden, zie "9: Het
automatisch kalibreren van de juiste
luidsprekeropstelling (Auto Calibration)"
(zie blz. 50).
Speaker
U kunt het Speaker-instelmenu gebruiken
om de luidsprekers handmatig in te stellen
voor de huidige positie en de impedantie van
de luidsprekers in te stellen. Voor nadere
bijzonderheden, zie "De
luidsprekerimpedantie instellen" (zie blz.
48) en "De luidsprekers handmatig
instellen" (zie blz. 79).
Surround
Met behulp van het Surround-instelmenu
kunt u het geluidsveld ten behoeve van uw
luisterplezier kiezen. Voor nadere
bijzonderheden over het aanpassen van de
parameters, zie "Genieten van een
voorgeprogrammeerd geluidsveld" (zie blz.
66).
EQ
Met behulp van het EQ-instelmenu kunt u de
toonregelaar bijregelen. Voor nadere
bijzonderheden, zie "De toonregelaar
bijregelen" (zie blz. 86).
Multi Zone
Hiermee kunt u gebruik maken van het Multi
Zone-instelmenu voor de bediening van
componenten in alle ruimtes. Voor nadere
bijzonderheden over het aanpassen van de
parameters, zie "Luisteren naar de
geluidsweergave in een andere ruimte
(ZONE 2/ZONE 3 bedieningen)" (zie blz.
108).
Audio
Voor nadere bijzonderheden over het
bijregelen van de audioweergave met behulp
van het Audio-instelmenu, zie "Instellingen
voor de audio (Audio-instelmenu)" (zie blz.
63).
Video
Voor nadere bijzonderheden over het
bijregelen van de video met behulp van het
Video-instelmenu, zie "De instellingen voor
het video (Video-instelmenu)" (zie blz. 64).
HDMI
Hiermee kunt u gebruik maken van het
HDMI-instelmenu voor de bediening van
componenten die zijn aangesloten op de
HDMI-aansluitingen. Voor nadere
bijzonderheden over het aanpassen van de
relevante parameters, zie "Instellingen voor
HDMI (HDMI-menu)" (zie blz. 64).
System
Voor nadere bijzonderheden over het
bijregelen van het systeem met behulp van
het System-instelmenu, zie "Instellingen
voor het systeem (System-instelmenu)" (zie
blz. 65).
47
NL
Voorbereidingen
1 Druk op AMP.
Als "GUI MODE" niet wordt getoond op
het display van de receiver, volgt u de
stappen in "Het weergeven van het GUI-
menu op het televisiescherm weer te
geven" (zie blz. 45).
2 Druk meerdere keren op MENU
om het GUI-menu op het
televisiescherm weer te geven.
3 Druk herhaaldelijk op de
navigatietoetsen V/v om het
gewenste menu te kiezen.
4 Druk op of b om het menu te
openen.
Een lijst met menuonderdelen wordt op
het televisiescherm afgebeeld.
5 Druk herhaaldelijk op V/v om
het menuonderdeel te kiezen
dat u wilt aanpassen.
6 Druk op of b om het menu-
onderdeel te openen.
7 Herhaal stap 3 tot en met 6 om
de gewenste parameter te
selecteren.
Terugkeren naar de vorige
schermafbeelding
Druk op RETURN/EXIT O.
Het menu sluiten
Druk op MENU.
De "GUI MODE" sluiten
Druk op AMP, SHIFT en druk vervolgens op
MENU terwijl de SHIFT-knop is verlicht.
Door de menu's navigeren
3-6
RETURN/
EXIT O
1
2
48
NL
8: De luidsprekers
instellen
Stel de juiste impedantie van de gebruikte
luidsprekers in.
1 Druk op AMP MENU om het
GUI-menu op het
televisiescherm weer te geven.
Als "GUI MODE" niet wordt getoond op
het display van de receiver, volgt u de
stappen in "7: Bedien de receiver met
GUI (Graphical User Interface)" (zie blz.
45).
2 Druk herhaaldelijk op de
toetsen V/v om "Settings" te
selecteren en druk dan op
of b.
De Settings-menulijst wordt op het
televisiescherm afgebeeld.
3 Druk herhaaldelijk op V/v om
"Speaker" te selecteren en druk
dan op of b.
4 Druk herhaaldelijk op V/v om
"Impedance" te selecteren en
druk dan op .
5 Druk herhaaldelijk op V/v om
"4 Ω" of "8 Ω" te selecteren,
afhankelijk van de luidsprekers
die u gebruikt, druk daarna op
.
Opmerkingen
Zie tevens de gebruiksaanwijzing, die bijgeleverd
is met uw luidsprekers, als u niet zeker bent van
hun impedantie. (Deze informatie is veelal op de
achterzijde van de luidspreker te vinden.)
Bij aansluiting van alleen luidsprekers met een
nominale impedantie van 8 ohm of hoger, moet u
"Impedance" instellen op "8 Ω". Bij aansluiting
De luidsprekerimpedantie
instellen
2-5
1
49
NL
Voorbereidingen
van andere luidsprekers moet u het instellen op
"4 Ω".
Als u voorluidsprekers aansluit op zowel de
SPEAKERS A en B-aansluitingen, sluit u
luidsprekers aan met een nominale impedantie van
8 ohm of hoger.
Voor gebruik van zowel het
voorluidsprekersysteem "A" als "B", waarin
luidsprekers met een nominale impedantie van
16 ohm of hoger:
Stel "Impedance" in op "8 Ω" in het Speaker-
instelmenu.
Voor gebruik van overige luidsprekers in een
ander voorluidsprekersysteem:
Stel "Impedance" in op "4 Ω" in het Speaker-
instelmenu.
U kunt kiezen welk stel voorluidsprekers u
wilt gebruiken.
Selecteer met behulp van de
SPEAKERS-schakelaar het stel
voorluidsprekers dat u wilt
gebruiken.
Opmerking
Deze instelling is niet beschikbaar wanneer de
hoofdtelefoon is aangesloten op de receiver.
Het voorluidsprekersysteem
kiezen
Stel in
op
Voor weergave via
A De luidsprekers die zijn
aangesloten op de FRONT
SPEAKERS A-
luidsprekeruitgangen.
B De luidsprekers die zijn
aangesloten op de FRONT
SPEAKERS B-
luidsprekeruitgangen.
A+B De luidsprekers die zijn
aangesloten op zowel de FRONT
SPEAKERS A- als de B-
luidsprekeruitgangen (parallel
doorverbonden).
OFF Geen weergave via de luidspreker-
aansluitingen of de PRE OUT-
aansluitingen.
SPEAKERS-schakelaar
50
NL
9: Het automatisch
kalibreren van de juiste
luidsprekeropstelling
(Auto Calibration)
De DCAC (Digital Cinema Auto Calibration)-
functie stelt u in staat het systeem automatisch
in te stellen door bijvoorbeeld te controleren of
de luidsprekers goed op de receiver zijn
aangesloten, het instellen van het
volumeniveau van de luidsprekers en het
automatisch bepalen van de afstand van de
luidsprekers ten opzichte van de zitpositie. Zie
tevens het bij de receiver geleverde "Beknopte
installatiegids".
Voordat u de "Auto Calibration" uitvoert moet
u de luidsprekers eerst plaatsen en aansluiten
(zie blz. 16-19).
De AUTO CAL MIC-aansluiting wordt
alleen gebruikt voor de bijgeleverde
optimaliseringsmicrofoon. Sluit geen andere
microfoon op deze aansluiting aan. Als dat
toch gebeurt, kan de receiver en de
microfoon beschadigd raken.
Tijdens de meting komt er erg hard geluid uit
de luidsprekers. Het volume van het geluid
kan niet worden ingesteld. Pas op voor de
aanwezigheid van kinderen en de overlast
voor de buren.
Zorg ervoor dat, tijdens het uitvoeren van
een meting, de omgeving stil is ter
voorkoming van ruis en om een
nauwkeuriger meetresultaat te verkrijgen.
Als er tussen de optimaliseringsmicrofoon
en de luidsprekers obstakels zijn kan de
"Auto Calibration" niet op de juiste wijze
uitgevoerd worden. Verwijder elk obstakel
uit het meetgebied om meetfouten te
voorkomen.
Als u een twee versterkeraansluiting
gebruikt, stelt u "Sur Back Assign" in op
"BI-AMP" in het Speaker-instelmenu
voordat u een automatische kalibratie
uitvoert.
Opmerkingen
Als hoofdtelefoons zijn aangesloten werkt de
functie Auto Calibration niet.
Schakel de functie MUTING uit als deze is
ingesteld op aan.
1 Sluit de bijgeleverde
optimaliseringsmicrofoon aan
op de AUTO CAL MIC-
aansluiting.
2 Plaats de
optimaliseringsmicrofoon.
Plaats de optimaliseringsmicrofoon op de
zitpositie. Gebruik een kruk of een statief
om ervoor te zorgen dat de
optimaliseringsmicrofoon zich op
oorhoogte bevindt. Richt het L-uiteinde
van de optimaliseringsmicrofoon naar de
linkervoorluidspreker en het R-uiteinde
naar de rechtervoorluidspreker.
Voordat u de "Auto Calibration"
uitvoert
Optimaliseringsmicrofoon
51
NL
Voorbereidingen
Opmerking
Als u de optimaliseringsmicrofoon in het
midden van de twee luidsprekers plaatst en de
hoek tussen de twee luidsprekers te klein is,
kan de optimaliseringsmicrofoon de linker- en
rechterluidsprekers niet correct meten.
Over het instellen van de
subwoofer
Als een subwoofer is aangesloten, schakelt u
de subwoofer in en verhoogt u het
volumeniveau van tevoren. Draai de
MASTER VOLUME-knop tot vlak voor de
middenstand.
Als de aangesloten subwoofer is voorzien
van een kantelfrequentiefunctie, moet u
hiervoor de maximale waarde instellen.
Als de aangesloten subwoofer is voorzien
van een functie voor automatische stand-by,
moet u deze functie uitschakelen.
Opmerking
Afhankelijk van de eigenschappen van de gebruikte
subwoofer, kan de instelwaarde van de afstand
groter zijn dan de daadwerkelijke waarde.
De receiver als voorversterker
gebruiken
U kunt de functie "Auto Calibration" uitvoeren
als de receiver gebruikt wordt als
voorversterker.
In dat geval kan de op het display afgebeelde
waarde van de afstand verschillen van de
daadwerkelijke waarde. Dit levert echter geen
problemen op als u deze waarde met de
receiver blijft gebruiken.
Met de functie "Auto Calibration" kunt u het
volgende meten:
Luidsprekeraansluitingen
a)
Polariteit van de luidsprekers
Plaatsingsafstand van de luidspreker
b)
Plaatsingshoek van de luidspreker
b)
Grootte van de luidspreker
b)
Niveau van de luidspreker
Frequentiekarakteristieken
c)
a) Deze receiver corrigeert alleen de signalen voor
de middenluidspreker en subwoofer door middel
van analoog downmixen als meerkanaals invoer
is geselecteerd. Het corrigeren werkt niet voor
andere luidsprekers.
b) Het meetresultaat wordt niet gebruikt wanneer
meerkanaals invoer is geselecteerd.
c) • Signalen met een bemonsteringsfrequentie van
meer dan 96 kHz worden altijd weergegeven
aan 44,1 kHz of 48 kHz.
Het meetresultaat wordt niet gebruikt in de
volgende gevallen.
–De meerkanaals invoer is geselecteerd.
–Als de functie "2ch Analog Direct" wordt
gebruikt .
–Er worden Dolby TrueHD-signalen met een
bemonsteringsfrequentie van meer dan
96 kHz ontvangen.
Een "Auto Calibration" uitvoeren
2-7
1
wordt vervolgd
52
NL
1 Druk op AMP MENU om het
GUI-menu op het
televisiescherm weer te geven.
Als "GUI MODE" niet wordt getoond op
het display van de receiver, volgt u de
stappen in "7: Bedien de receiver met
GUI (Graphical User Interface)" (zie blz.
45).
2 Druk herhaaldelijk op V/v om
"Settings" te selecteren en
druk dan op of b.
De Settings-menulijst wordt op het
televisiescherm afgebeeld.
3 Druk herhaaldelijk op V/v om
"Auto Calibration" te selecteren
en druk dan op of b.
4 Druk herhaaldelijk op V/v om
"Quick Setup", te selecteren en
druk dan op .
5 Druk herhaaldelijk op V/v en
om de onderdelen af te vinken
die u niet wilt meten.
• Speaker Distance
• Speaker Level
• Frequency Characteristic
6 Druk op b.
7 Druk op om "Start" te
selecteren.
8 De meting start na vijf
seconden.
9 De meting start.
Het metingproces zal ongeveer 30
seconden duren met een testtoon. Blijf
wachten totdat de meting is beëindigd.
Opmerking
De hoogte waarop de achterluidsprekers en
middenachterluidsprekers zich bevinden wordt niet
gemeten. Stel de positie van de achterluidsprekers
via "Position" in het Speaker-instelmenu.
Tips
Met uitzondering van het in-/uitschakelen van de
receiver, zijn alle andere bedieningsfuncties niet
beschikbaar tijdens het uitvoeren van de meting.
• In de volgende gevallen komen de metingen niet op
de juiste wijze tot stand of kan "Auto Calibration"
niet uitgevoerd worden.
bij gebruik van speciale luidsprekers, zoals
dipoolluidsprekers.
als de functie 2e/3e ruimtes gebruikt wordt in de
2e/3e ruimte.
Om de meting te annuleren
Bij wijziging van het volumeniveau, de
schakelfuncties, wijziging van de instelling
van de SPEAKERS-schakelaar, of bij
aansluiting van een hoofdtelefoon, wordt de
functie meting geannuleerd.
53
NL
Voorbereidingen
1 Bevestig de meetresultaten.
Na beëindiging van de meting, klinkt er
een geluidssignaal en de meetresultaten
worden op het televisiescherm afgebeeld.
Opmerking
Als de luidspreker(s) uit fase is (zijn) wordt de
melding "Out Phase" op het televisiescherm
afgebeeld. De aansluitingen "+" en "–" van de
luidspreker zijn waarschijnlijk verkeerd om
aangesloten. Afhankelijk van de luidsprekers,
kan de melding "Out Phase" op het
televisiescherm afgebeeld worden, zelfs als de
luidsprekers op de juiste wijze aangesloten
zijn. Dit vanwege de eigenschappen van de
luidsprekers. In dat geval kunt u doorgaan met
het gebruik van de receiver.
Tip
De afgebeelde afstanden worden voor de
modellen bestemd voor de Verenigde Staten en
Canada in Engelse voeten aangegeven. Voor de
modellen bestemd voor andere landen/wordt
de afstand in meters aangegeven. U kunt de
eenheid waarin de afstanden aangegeven
worden veranderen met "Distance Unit"
(Eenheid van afstand) in het Speaker-
instelmenu.
2 Druk op om "Next" te
selecteren.
Wanneer "Save auto calibration (auto
speaker setup) results?" op het
televisiescherm afgebeeld wordt krijgt u
de keuze om de waarschuwing wel
("Yes") of niet ("No") te accepteren.
Volg de aanwijzingen op het
televisiescherm op bij als u voor "Yes"
gekozen hebt.
Voor nadere bijzonderheden over de
waarschuwing- en foutcodes, zie "Lijst
van meldingen na een automatische-
kalibratiemeting" (zie blz. 55).
Tip
Druk op de toets op de afstandsbediening
als de melding "Please Press ENTER" op het
televisiescherm afgebeeld wordt.
3 Druk herhaaldelijk op B/b om
"Yes" te selecteren en druk dan
op .
4 Druk herhaaldelijk op V/v om
het auto-calibratietype te
selecteren en druk dan op b.
De meetresultaten worden opgeslagen.
De meetresultaten bevestigen/
opslaan
wordt vervolgd
54
NL
5 Druk op .
Het afsluitscherm verschijnt.
Opmerkingen
Na de weergave van de resultaten van een
compensatie voor een frequentiekenmerk, worden
signalen met een bemonsteringsfrequentie van
meer dan 96 kHz altijd weergegeven aan 44,1 kHz
of 48 kHz.
In de volgende gevallen wordt de uitkomst van de
frequentiebereikmeting niet gebruikt.
De meerkanaals invoer is geselecteerd.
Als de functie "2ch Analog Direct" wordt
gebruikt .
Er worden Dolby TrueHD-signalen met een
bemonsteringsfrequentie van meer dan 96 kHz
ontvangen.
Tip
De grootte van een luidspreker (LARGE/SMALL)
wordt bepaald door de lage karakteristieken. De
meetresultaten kunnen variëren, afhankelijk van de
positie van de optimaliseringsmicrofoon en de
luidsprekers en de vorm van de ruimte. Het wordt
aangeraden om de meetresultaten te gebruiken. U
kunt echter deze instellingen veranderen in het
Speaker-instelmenu. Zorg eerst dat de
meetresultaten opgeslagen worden en probeer
daarna, indien gewenst, de instellingen te
veranderen.
Parameter Uitleg
Full Flat Hiermee wordt de vlakke
frequentie van elke
luidspreker gemeten.
Engineer Stelt de frequentie zodanig
in dat deze overeenkomt met
een van de frequenties van
een luisterruimte volgens de
Sony-norm.
Front Reference Past de karakteristieken van
elke luidspreker zodanig aan
dat deze overeenkomen met
de karakteristieken van de
voorluidsprekers.
OFF Schakelt de meting van de
EQ uit.
55
NL
Voorbereidingen
Code 31
1
Druk op en volg daarna de aanwijzingen van
stap 1 van "Een "Auto Calibration" uitvoeren"
op.
Code 32, 33, 34
1
Als u drukt op , verschijnt "Retry?".
2 Druk herhaaldelijk op B/b om "Yes" te
selecteren en druk dan op .
3 Volg daarna de aanwijzingen van stap 2 van
"Een "Auto Calibration" uitvoeren" op.
Als u kiest voor "WRN CHECK"
Als er een waarschuwing m.b.t. het
meetresultaat bestaat, wordt de gedetailleerde
informatie afgebeeld.
Druk op om terug te keren naar stap 1
van "De meetresultaten bevestigen/
opslaan" (zie blz. 53).
Lijst van meldingen na een automatische-kalibratiemeting
Aanduiding Uitleg
Code 30 Als de hoofdtelefoon is aangesloten. Verwijder de hoofdtelefoons en voer de auto kalibratie
opnieuw uit.
Code 31 SPEAKERS (OFF/A/B/A+B) is ingesteld op OFF. Druk een andere instelling en voer
opnieuw de meting uit.
Code 32 Geen enkele luidspreker werd aangetroffen. Zorg ervoor dat de optimaliseringsmicrofoon op
juiste wijze is aangesloten en voer opnieuw de meting uit.
Als de optimalisatiemicrofoon op de juiste wijze is aangesloten maar de foutcode wordt
afgebeeld, kan de kabel van de optimalisatiemicrofoon beschadigd of verkeerd aangesloten
zijn.
Code 33 Geen enkele voorluidspreker is aangesloten of slechts een voorluidspreker is aangesloten.
De optimalisatiemicrofoon is niet aangesloten.
De linker of de rechter achterluidspreker is niet aangesloten.
De middenachterluidsprekers zijn aangesloten, ook al zijn de achterluidsprekers niet
aangesloten. Sluit de achterluidspreker(s) op de SURROUND-aansluitingen aan.
De middenachterluidspreker is alleen aangesloten op de SURROUND BACK SPEAKERS
R-aansluitingen. Als u slechts een middenachterluidspreker aansluit, moet u deze
aansluiten op de SURROUND BACK SPEAKERS L-aansluiting.
Code 34 De luidsprekers zijn niet op de juiste wijze opgesteld. Luidsprekers of een
optimalisatiemicrofoon kunnen links en rechts verkeerd geplaatst zijn. Zie "1: De
luidsprekers opstellen" (zie blz. 16) en controleer de opstelling van de luidsprekers.
Warning 40 De meting is afgerond. Het geruisniveau is echter hoog. Misschien lukt het u om, bij volgende
poging, de meting op juiste wijze uit te voeren, ook al kan de meting niet in elke omgeving
tot stand komen. Probeer de meting uit te voeren in een stille omgeving.
Warning 41 Het ingangssignaal van de optimaliseringsmicrofoon valt buiten het aanvaardbare bereik. Het
is harder dan het hardste geluid dat gemeten kan worden. Probeer de meting uit te voeren als
de omgeving stil genoeg is om een goede meting tot stand te brengen.
Warning 42 Het volumeniveau van de receiver valt buiten het aanvaardbare bereik. Probeer de meting uit
te voeren als de omgeving stil genoeg is om een goede meting tot stand te brengen.
Warning 43 De afstand en plaats van een subwoofer kan niet vastgesteld worden. Of de plaatsingshoek
van de luidspreker kan niet vastgesteld worden. Dit kan veroorzaakt zijn door
omgevingslawaai. Probeer de meting uit te voeren in een stille omgeving.
Warning 44 De meting is voltooid. De luidsprekers zijn echter niet op de juiste positie ten opzichte van
elkaar geplaatst. Raadpleeg "1: De luidsprekers opstellen" (zie blz. 16) en controleer de
onderlinge positie van de luidsprekers.
NO WARNING Er is geen waarschuwinformatie.
---------- Er zijn geen luidsprekers aangesloten.
wordt vervolgd
56
NL
Tip
Afhankelijk van de plaats van de subwoofer, kunnen
de meetresultaten m.b.t. de polariteit verschillen. Dit
levert echter geen problemen op als u deze waarde
met de receiver blijft gebruiken.
Om automatische kalibratie
onderdelen nog nauwkeuriger
in te stellen (Enhanced Setup)
In het Auto Calibration-menu, selecteert u
"Enhanced Setup" en drukt u vervolgens
op .
Seating Position
U kunt drie opstellingen als positie 1, 2 en 3
vastleggen, afhankelijk van de zitpositie,
luisteromgeving en omstandigheden van de
meting.
Calibration Type
Voor nadere bijzonderheden, zie blz. 54.
Optimale menuparameters voor
enhanced setup
•EQ Curve
Activeert/deactiveert de EQ kromme-
meting.
Name Input
U kunt de positienummers herbenoemen,
voor bijzonderheden, zie "Naamgeving van
ingangsbronnen" (zie blz. 97).
57
NL
Weergave
Een apparaat kiezen
1
Druk op een van de
ingangsbrontoetsen.
Wanneer u een apparaat wilt
selecteren dat op de PHONO-,
MULTI CHANNEL INPUT-, TV-,
TAPE/CD-R- of HDMI 4, 5, 6-
aansluiting is aangesloten,
drukt u op SHIFT en vervolgens
op PHONO, MULTI IN, TV, TAPE/
CD-R of HDMI 4, 5, 6.
U kunt ook INPUT SELECTOR
gebruiken op de ontvanger of de RM-
AAU016 afstandsbediening.
Weergave
1
3
MUTING
Gekozen
beeld-/
geluidsbron
Apparaat waarvan
weergave mogelijk is
VIDEO 1, 2 Videorecorder, enz.,
aangesloten op de VIDEO 1
of VIDEO 2-aansluiting.
VIDEO 3 Videocamera,
videospelcomputer, enz.,
aangesloten op de VIDEO 3-
aansluiting.
DVD/BD Dvd-speler, Blu-ray Disc-
speler etc., aangesloten op de
DVD/BD-aansluiting.
SAT/CATV Satellietontvanger, enz.,
aangesloten op de SAT/
CATV-aansluiting.
MD/DAT Minidisc-recorder of DAT-
cassettedeck, enz.,
aangesloten op de MD/DAT-
aansluiting.
SA-CD/CD Super Audio CD- of cd-speler
enz., aangesloten op de SA-
CD/CD-aansluiting.
TUNER Ingebouwde tuner.
DMPORT Draagbare audio-apparatuur,
etc. aangesloten via de
DIGITAL MEDIA PORT-
adapter aangesloten op de
ontvanger.
HDMI 1, 2, 3,
4, 5, 6
HDMI-apparatuur
aangesloten op de HDMI 1,
HDMI 2, HDMI 3, HDMI 4,
HDMI 5 of HDMI 6-
aansluiting.
PHONO Draaitafel, enz., aangesloten
op de PHONO-aansluiting.
MULTI IN Apparaat aangesloten op de
MULTI CHANNEL INPUT-
aansluiting.
TV TV aangesloten op de TV-
aansluiting.
TAPE/CD-R Cassettedeck, enz.,
aangesloten op de TAPE/CD-
R-aansluiting
wordt vervolgd
58
NL
2 Schakel het weergaveapparaat
in en start de weergave.
3 Druk op de MASTER VOL +/–
toets om de geluidssterkte te
regelen.
U kunt ook de MASTER VOLUME-knop
op de receiver gebruiken.
Tips
• U kunt het volume ook anders regelen, afhankelijk
van de snelheid waarmee u de MASTER
VOLUME-knop draait.
Om het volume snel harder of zachter te zetten:
draait u de knop snel.
Voor fijnafstelling: draait u de knop langzaam.
U kunt het volume anders regelen afhankelijk van
de tijdsduur waarop u de MASTER VOL +/– -knop
op de afstandsbediening ingedrukt houdt.
Om het volume snel harder of zachter te zetten:
houd de knop ingedrukt.
Voor fijnafstelling: drukt u de knop in en laat u
deze onmiddellijk los.
Om de dempingsfunctie in te
schakelen.
Druk op de toets MUTING van de
afstandsbediening. Om de demping op te
heffen en weer geluid te horen, drukt u nog een
keer op de toets MUTING van de
afstandsbediening of draait u de knop
MASTER VOLUME naar rechts om het
geluid harder te zetten. Als u in de gedempte
stand de receiver uitschakelt, zal de
dempingfunctie nog steeds werken wanneer u
de receiver weer inschakelt.
Om beschadiging van de
luidsprekers te voorkomen
Zorg ervoor het volumeniveau te verminderen
voordat u de receiver uitschakelt.
Weergave
59
NL
Naar een Super Audio CD/cd luisteren
2
3
5
5
3
De beschreven bediening is van
toepassing op een Sony Super
Audio CD-speler.
Zie tevens de
gebruiksaanwijzing die
bijgeleverd is met de Super
Audio CD-speler of cd-speler.
z
U kunt het bij de muziek passende
geluidsveld kiezen. Voor nadere
bijzonderheden zie blz. 71.
Aanbevolen geluidsvelden:
Klassiek: D.Concert Hall
Jazz: Jazz Club
Concertopname: Live Concert,
Stadium
1 Schakel de Super Audio CD-speler of cd-
speler in en plaats een disc in de disclade.
2 Schakel de receiver in.
3 Druk op INPUT SELECTOR om "SA-CD/CD"
te selecteren.
U kunt ook de INPUT SELECTOR-knop op de receiver
gebruiken om "SA-CD/CD" te selecteren.
Voorbeeld van de aanduiding op het display
4 Start de weergave van de disc.
5 Stel een geschikte geluidssterkte in.
6 Nadat u klaar bent met de weergave van een
Super Audio CD of cd, verwijdert u de disc
en schakelt u de receiver en de Super Audio
CD-speler of de cd-speler uit.
60
NL
Het bekijken van een dvd/Blu-ray Disc
2
3
6
6
3
MULTI CHANNEL DECODING lamp
Zie tevens de
gebruiksaanwijzing die
bijgeleverd is met het
televisietoestel, de dvd-speler en
de Blu-ray Disc–speler.
z
Druk indien nodig het
geluidsformaat van de disc die u
wil laten weergeven.
z
U kunt bij de speelfilm of muziek
het passende geluidsveld kiezen.
Voor nadere bijzonderheden zie
blz. 71.
Aanbevolen geluidsvelden:
Speelfilm: Cinema Studio EX
Rechtstreeks beeldverslag: Live
Concert
Sport: Sports
Als meerkanaals weergave niet
mogelijk is moet u het volgende
nakijken.
Zorg ervoor dat het geluid van
de geluidsbron meerkanaals is
(het MULTI CHANNEL
DECODING-lampje op het
voorpaneel brandt tijdens
weergave).
• Zorg ervoor dat deze receiver via
een digitale verbinding is
aangesloten op de dvd-speler of
Blu-ray Disc-speler.
Zorg ervoor dat de digitale
audiouitgang van de dvd-speler
of Blu-ray Disc-speler goed is
ingesteld.
1 Schakel het televisietoestel en de dvd-speler
of Blu-ray Disc-speler in.
2 Schakel de receiver in.
3 Druk op INPUT SELECTOR om "DVD/BD" te
selecteren.
U kunt ook de INPUT SELECTOR-knop op deze receiver
gebruiken om "DVD/BD" te selecteren.
Voorbeeld van de aanduiding op het display
4 Verander het ingangssignaal van het
televisietoestel zodat beeldweergave van de
dvd, Blu-ray Disc zichtbaar wordt.
5 Start de weergave van de disc.
6 Stel een geschikte geluidssterkte in.
7 Nadat u klaar bent met de dvd/Blu-ray Disc-
weergave, verwijdert u de disc en schakelt u
de receiver, het televisietoestel en de dvd-
speler of Blu-ray Disc–speler uit.
Weergave
61
NL
Een videospelletje spelen
2
3
6
6
3
VIDEO 3 IN/PORTABLE AV IN
Zie tevens de
gebruiksaanwijzing die
bijgeleverd is met het
televisietoestel en de
videospelcomputer.
1 Schakel het televisietoestel en de
videospelcomputer in.
2 Schakel de receiver in.
3 Druk op INPUT SELECTOR om "VIDEO 3*" te
kiezen.
U kunt ook de INPUT SELECTOR-knop op deze receiver
gebruiken om "VIDEO 3*" te selecteren.
* Bij aansluiting van de videospelcomputer op de VIDEO 3 IN/
PORTABLE AV IN-aansluiting op het voorpaneel.
Voorbeeld van de aanduiding op het display
4 Verander het ingangssignaal van het
televisietoestel zodat beeldweergave van het
videospel zichtbaar wordt.
5 Plaats de disc in de disclade en start het
videospel.
6 Stel een geschikte geluidssterkte in.
7 Nadat u klaar bent met het videospel,
verwijdert u de disc en schakelt u de
receiver, het televisietoestel en de
videospelcomputer uit.
62
NL
Een video bekijken
2
3
6
6
3
Zie tevens de
gebruiksaanwijzing die
bijgeleverd is met het
televisietoestel en de
videorecorder.
1 Schakel de videorecorder in.
2 Schakel de receiver in.
3 Druk op INPUT SELECTOR om "VIDEO 1*" te
kiezen.
U kunt ook de INPUT SELECTOR-knop op deze receiver
gebruiken om "VIDEO 1*" te selecteren.
* Bij aansluiting van de videorecorder op de VIDEO 1-
aansluiting.
Voorbeeld van de aanduiding op het display
4 Verander het ingangssignaal van het
televisietoestel zodat beeldweergave van de
videorecorder zichtbaar wordt.
5 Start de weergave van de videoband in de
videorecorder.
6 Stel een geschikte geluidssterkte in.
7 Nadat u klaar bent met de weergave van de
videoband, verwijdert u de band en schakelt
u de receiver, het televisietoestel en de
videorecorder uit.
63
NL
De versterker bedienen
Instellingen voor de
audio
(Audio-instelmenu)
Met behulp van het Video-instelmenu kunt u
de instellingen regelen voor de video.
Selecteer "Audio" in het Settings-menu. Voor
nadere bijzonderheden over het aanpassen van
de parameters, zie "7: Bedien de receiver met
GUI (Graphical User Interface)" (zie blz. 45).
x A/V Sync
(Synchronisatie van het audio-
en videouitgangssignaal)
Hiermee kunt u de uitvoer van het
audiosignaal vertragen om het tijdsverschil
tussen beeld- en geluidsweergave te
corrigeren. Deze kunt u instellen van 0 ms tot
300 ms in stapjes van 10 ms.
Opmerkingen
Deze functie is handig bij gebruik van een groot
LCD- of plasmascherm of een projector.
Deze functie is niet beschikbaar in de volgende
gevallen.
De meerkanaals invoer is geselecteerd.
Als de functie "2ch Analog Direct" wordt
gebruikt .
x Dual Mono
(Taalkeuze bij digitale
uitzendingen)
Hiermee kunt u de gewenste taal kiezen
waarmee u naar de digitale uitzending wilt
luisteren. Deze mogelijkheid is alleen maar
beschikbaar bij Dolby Digital signalen.
MAIN/SUB
Het geluid van de eerste taal wordt
weergegeven via de linkervoorluidspreker
en tegelijkertijd wordt de tweede taal
weergegeven via de rechtervoorluidspreker.
•MAIN
Het geluid van de eerste taal wordt
weergegeven.
•SUB
Het geluid van de tweede taal wordt
weergegeven.
MAIN+SUB
De weergave van de eerste en tweede taal
wordt gemengd.
x Decode Priority
(Decodeerprioriteit voor digitale
audio-ingang)
Hiermee kiest u het soort decodering dat moet
worden toegepast op de signalen die
binnenkomen via de DIGITAL IN- en HDMI
IN-aansluitingen.
•PCM
Als signalen van de DIGITAL IN-
aansluiting worden geselecteerd, krijgen de
PCM-signalen voorrang (ter voorkoming
van onderbrekingen wanneer de weergave
begint).
Als er echter andere signalen binnenkomen,
is het mogelijk dat er, afhankelijk van het
geluidsformaat, geen geluidsweergave is.
Stel in dit geval dit onderdeel dan in op
"AUTO".
Als signalen van de HDMI IN-aansluiting
worden geselecteerd, worden alleen PCM-
signalen uitgevoerd door de aangesloten
speler. Als signalen in enig ander formaat
binnenkomen, stelt u dit onderdeel in op
"AUTO".
•AUTO
Hierbij kan de ingangsfunctie automatisch
worden veranderd tussen Dolby Digital,
DTS, DSD en PCM.
Opmerking
Zelfs wanneer de "Decode Priority" op "PCM" is
ingesteld, kan het geluid aan het begin van de eerste
track worden onderbroken als gevolg van signalen
op de cd die wordt afgespeeld.
De versterker bedienen
Audio instelmenuparameters
64
NL
De instellingen voor het
video
(Video-instelmenu)
U kunt met behulp van het Video-instelmenu
de componentvideo-ingang toewijzen aan een
andere video-ingang en deze een naam geven.
Selecteer "Video" in het Settings-menu. Voor
nadere bijzonderheden over het aanpassen van
de parameters, zie "7: Bedien de receiver met
GUI (Graphical User Interface)" (zie blz. 45).
x Resolution
(Omzetten van videosignalen)
Hiermee kunt u de resolutie van analoge
videosignalen omzetten.
•DIRECT
•AUTO
480i/576i
480p/576p
•720p
1080i
1080p
Voor nadere bijzonderheden over de werking,
zie "Omzettingstabel voor video-ingangen/-
uitgangen bepaald door de menu-instellingen"
(zie blz. 39).
Instellingen voor HDMI
(HDMI-menu)
U kunt met behulp van het HDMI-instelmenu
de vereiste instellingen maken voor apparaten
die zijn aangesloten op de HDMI-aansluiting.
Selecteer "HDMI" in het Settings-menu. Voor
nadere bijzonderheden over het aanpassen van
de parameters, zie "7: Bedien de receiver met
GUI (Graphical User Interface)" (zie blz. 45).
x HDMI Control
Hiermee kunt u de apparaten die zijn
aangesloten op de HDMI-aansluiting, via een
HDMI-kabel aan of uit zetten.
•ON
•OFF
Opmerking
Wanneer u "HDMI Control" instelt op "ON", kan
"HDMI Audio" automatisch worden veranderd.
x HDMI Audio
(Instellingen voor de HDMI-
audio-ingang)
Hiermee kunt u instellen via welke HDMI-
luidsprekersystemen de geluidsweergave van
het, met een HDMI-verbinding op deze
receiver aangesloten, weergaveapparaat plaats
moet vinden.
TV+AMP
Geluidsweergave is via de luidsprekers van
het televisietoestel en de op deze receiver
aangesloten luidsprekers.
Opmerkingen
• De geluidskwaliteit van het weergaveapparaat is
afhankelijk van de geluidskwaliteit van het
televisietoestel, het aantal kanalen, en de
bemonsteringsfrequentie, enz. Als het
televisietoestel voorzien is van
stereoluidsprekers, is de geluidskwaliteit van
deze receiver gelijk aan de geluidskwaliteit van
het televisietoestel, ook al gebruikt u
meerkanaals weergave.
Bij aansluiting van de receiver op
videoapparatuur (projector, e.d.) is het mogelijk
Video instelmenuparameters HDMI-menuparameters
65
NL
De versterker bedienen
dat het geluid niet door de receiver uitgevoerd
wordt. In dat geval selecteert u "AMP".
Als u de invoer selecteert waar u de HDMI-
ingang heeft toegewezen, komt er geen geluid uit
de televisie.
•AMP
De weergave van de HDMI-geluidssignalen
van het weergaveapparaat is alleen maar
hoorbaar via de, op deze receiver
aangesloten, luidsprekers. De meerkanaals
geluidsignalen kunnen als zodanig
weergegeven worden.
Opmerking
Er is geen geluidsweergave via de luidsprekers
van het televisietoestel als HDMI Audio is
ingesteld op "AMP".
x HDMI SW Level
Laat u het niveau van de subwoofer instellen
op 0 dB of +10 dB als PCM signalen worden
ontvangen via een HDMI -aansluiting. U kunt
het niveau voor elke HDMI-ingang apart
instellen.
•0 dB
•AUTO
Stelt het niveau automatisch in op 0 dB of
+10 dB afhankelijk van de frequentie.
+10 dB
Instellingen voor het
systeem
(System-instelmenu)
U kunt met behulp van het System-instelmenu
de instellingen van de receiver veranderen.
Druk op "System" in de Settings-menu's. Voor
nadere bijzonderheden over het aanpassen van
de parameters, zie "7: Bedien de receiver met
GUI (Graphical User Interface)" (zie blz. 45).
x Screen Saver
Laat u de screen saver functie voor het GUI-
menu activeren op de televisie die is
aangesloten op de receiver.
•ON
Als er 15 minuten lang geen werking is
geweest wordt de screen saver functie
automatisch geactiveerd.
•OFF
De screen saver functie is uitgeschakeld.
x RS-232C Control
Hiermee kunt u dit menu gebruiken voor
bewerkingen in ruimte 2/ruimte 3.
Voor nadere bijzonderheden, zie "Beschikbare
menuparameters voor de bediening in de 2e/3e
ruimte" (zie blz. 112) in "Luisteren naar de
geluidsweergave in een andere ruimte (ZONE
2/ZONE 3 bedieningen)".
•ON
•OFF
System instelmenuparameters
66
NL
Genieten van een
voorgeprogrammeerd
geluidsveld
1
Start de weergave van een
geluidsbron die u wilt
beluisteren (CD, DVD, enz.).
2 Druk op AMP MENU om het
GUI-menu op het
televisiescherm weer te geven.
Als "GUI MODE" niet wordt getoond op
het display van de receiver, volgt u de
stappen in "7: Bedien de receiver met
GUI (Graphical User Interface)" (zie
blz. 45).
3 Druk herhaaldelijk op de
toetsen V/v om "Settings", te
selecteren en druk dan op
of b.
De Settings-menulijst wordt op het
televisiescherm afgebeeld.
4 Druk herhaaldelijk op de
toetsen V/v om "Surround", te
selecteren en druk dan op
of b.
5 Druk herhaaldelijk op V/v om
"Sound Field Setup", te
selecteren en druk dan op .
6 Druk herhaaldelijk op de V/v
om het gewenste
surroundgeluid te kiezen.
Bij de parameter die u zelf kunt aanpassen
wordt een "Custom Settings"-menu
afgebeeld waarmee u geavanceerde
aanpassingen kunt maken. Voor nadere
bijzonderheden, zie "Aanpassen van het
geluidseffect" (zie blz. 73).
x 2ch Stereo
In deze functie geeft de receiver alleen geluid
weer via de linker- en rechtervoorluidsprekers.
De subwoofer brengt geen geluid voort.
Bij standaard tweekanaals
stereogeluidsbronnen wordt helemaal geen
geluidsveldbewerking toegepast, en
meerkanaals geluidsbronnen worden
gedownmixed tot twee kanalen.
Genieten van surroundgeluid
3-6
2
Soorten 2CH functies
67
NL
Genieten van surroundgeluid
Opmerking
De subwoofer zal in de 2ch stereo-functie geen
geluid voortbrengen. Om te luisteren naar gewone
tweekanaals stereo geluidsbronnen via de linker- en
rechtervoorluidsprekers en een subwoofer, kiest u
"A.F.D. Auto".
Als de geluidsbron geen afzonderlijk L.F.E.-kanaal
bevat, genereert de receiver zelf een
laagfrequentsignaal voor weergave door de
subwoofer via een tweekanaals geluidssignaal.
x 2ch Analog Direct
U kunt het geluid van de gekozen ingangsbron
veranderen naar tweekanaals analoge
geluidssignalen. Zo kunt u het best genieten
van analoge geluidsbronnen met superieure
kwaliteit.
Bij gebruik van deze functie kunt u alleen de
volumeniveau en de balans van de
voorluidsprekers instellen.
Deze receiver ondersteunt de volgende audioformaten.
Wanneer u Blu-ray Disc-spelers en andere HD-spelers van de volgende
generaties aansluit
Audioformaat
Maximum aantal
kanalen
Aansluiten van het weergave-apparaat en de
receiver.
COAXIAL/OPTICAL HDMI
Dolby Digital 5.1ch
aa
Dolby Digital EX 6.1ch
aa
Dolby Digital Plus
a)
7.1ch
× a
Dolby TrueHD
a)
7.1ch
× a
DTS 5.1ch
aa
DTS-ES 6.1ch
aa
DTS 96/24 5.1ch
aa
wordt vervolgd
68
NL
a)Audiosignalen worden uitgevoerd in een ander formaat als het weergave-apparaat niet overeenkomt met het
formaat. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het weergave-apparaat voor meer informatie.
b)Signalen met een bemonsteringsfrequentie van meer dan 96 kHz worden weergegeven aan 96 kHz of
88,2 kHz.
DTS-HD
High Resolution Audio
a)
7.1ch
× a
DTS-HD
Master Audio
a) b)
7.1ch
× a
DSD
a)
5.1ch
× a
Meerkanaals lineaire PCM
a)
7.1ch × a
Audioformaat
Maximum aantal
kanalen
Aansluiten van het weergave-apparaat en de
receiver.
COAXIAL/OPTICAL HDMI
69
NL
Genieten van surroundgeluid
Met de modus Auto Format Direct (A.F.D.)
kunt u genieten van de hoogste
geluidskwaliteit doordat automatisch de juiste
decodeerfunctie gekozen wordt voor
tweekanaals als meerkanaals geluidssignalen.
* U kunt deze decodeerfunctie niet kiezen als er geen middenachterluidsprekers zijn aangesloten op de receiver.
Soorten A.F.D. functies
A.F.D.-functie Meerkanaals
geluid na
decodering
Effect
A.F.D. Auto (Automatische
detectie)
Het geluid wordt zonder toevoeging van enig
geluidseffect opgeslagen in dezelfde staat zoals het was
opgenomen/gecodeerd.
ProLogic 4-kanaals signalen Deze instelling zorgt voor Dolby Pro Logic-decodering.
Een geluidsbron die is opgenomen met 2 kanalen wordt
gedecodeerd naar 4.1 kanalen.
PLII Movie 5-kanaals signalen Deze instelling zorgt voor Dolby Pro Logic II Movie-
decodering. Deze instelling is ideaal voor speelfilms
gecodeerd in Dolby Surround. Bovendien kunt u met
deze functie het geluid ook horen in 5.1-kanalen bij
weergave van oude speelfilms of video's met later
ingevoegd geluid.
PLII Music 5-kanaals signalen Deze instelling zorgt voor Dolby Pro Logic II Music-
decodering. Deze instelling is ideaal voor normale
stereobronnen zoals cd's.
PLII Game 5-kanaals signalen Deze instelling zorgt voor Dolby Pro Logic II Game-
decodering.
PLIIx Movie* 7-kanaals signalen Deze instelling zorgt voor Dolby Pro Logic IIx Movie-
decodering. Deze instelling is ideaal voor speelfilms
gecodeerd in Dolby Surround. Bovendien kunt u met
deze functie het geluid ook horen in 7.1 kanalen bij
weergave van oude speelfilms of video's met later
ingevoegd geluid.
PLIIx Music* 7-kanaals signalen Deze instelling zorgt voor Dolby Pro Logic IIx Music-
decodering. Deze instelling is ideaal voor normale
stereobronnen zoals cd's.
PLIIx Game* 7-kanaals signalen Deze instelling zorgt voor Dolby Pro Logic IIx Game-
decodering.
Neo:6 Cinema 7-kanaals signalen Deze instelling zorgt voor DTS Neo:6 Cinema-
decodering.
Neo:6 Music 7-kanaals signalen Deze instelling zorgt voor DTS Neo:6 Music-
decodering. Deze instelling is ideaal voor normale
stereobronnen zoals cd's.
Multi Stereo (Multi Stereo) Hierbij worden dezelfde tweekanaals linker- en
rechtersignalen weergegeven door alle luidsprekers.
Neural-THX 7-kanaals signalen Volgende generatie Neural Surround™, THX
®
technologieën. In aanvulling op stereo-verbeterde
processen en pure 5.1 surroundgeluid, nu geschikt voor
volledig 360° 7.1 surroundgeluidbeeld van Neural-
THX
®
Surround gecodeerde inhoud.
wordt vervolgd
70
NL
Opmerkingen
Deze functie is niet beschikbaar in de volgende
gevallen.
De meerkanaals invoer is geselecteerd.
Er worden DTS-HD-signalen met een
bemonsteringsfrequentie van meer dan 48 kHz
ontvangen.
Er worden Dolby TrueHD-signalen met een
bemonsteringsfrequentie van meer dan 96 kHz
ontvangen.
Als u het effect van het geluidsveld instelt terwijl
de receiver signalen ontvangt met een
bemonsteringsfrequentie van meer dan 48 kHz,
zullen de signalen altijd worden weergegeven aan
44,1 kHz of 48 kHz.
Als u het geluidsveld instelt bij ontvangst van een
DTS 96/24-signaal, is de geluidsweergave alleen
op 48 kHz.
Het begin van het geluidsstroom kan wegvallen als
de Neural-THX-verwerking aan/uit wordt gezet.
Tips
We raden meestal de "A.F.D. Auto" aan, maar in
sommige gevallen kan het echter helpen om met de
toets SB Decoding een middenachter-
decodeerfunctie te kiezen die nog beter past bij de
geluidsbron.
Op de verpakking kunt u zien met welk
codeerformaat een dvd-videodisc, enz., is
opgenomen.
Dolby Pro Logic IIx-decodering functioneert
alleen bij ontvangst van een meerkanaals
ingangssignaal.
Op dat moment worden de instellingen van "SB
Decoding" en "SB Dec Mode" in het Surround-
instelmenu ongeldig. Bij een andere
decodeerfunctie dan Dolby Pro Logic IIx, wordt
het geluid als gecodeerd meerkanaals geluid
weergegeven.
Neural-THX functioneert wanneer meerkanaals
signalen worden ingevoerd.
Als u een subwoofer aansluit
Als de geluidsbron geen afzonderlijk L.F.E.-
kanaal bevat, genereert de receiver zelf een
laagfrequentsignaal voor weergave door de
subwoofer via een tweekanaals geluidssignaal.
Er wordt echter geen laagfrequentsignaal
uitgestuurd in de instelling "Neo:6 Cinema" of
"Neo:6 Music" wanneer voor alle luidsprekers
het "LARGE" formaat is gekozen. Om
volledig gebruik te maken van de Dolby
Digital lagetonen-verdelingscircuits, raden wij
u aan om de grensfrequentie van de subwoofer
zo hoog mogelijk in te stellen.
71
NL
Genieten van surroundgeluid
U kunt genieten van een fraaie ruimtelijke
geluidsweergave door eenvoudigweg een van
voorgeprogrammeerde geluidsvelden te
kiezen die de receiver biedt. Zo kunt u uw
luisterkamer even indrukwekkend laten
klinken als een bioscoopzaal of een
concertzaal.
Types muziek/filmfuncties
Geluidsveld
voor
Geluidsveld Effect
Movie Cinema Studio EX A
DCS
Reproduceert de karakteristieke klank van de Sony Pictures
Entertainment "Cary Grant Theater" filmstudio. Dit is de
standaardinstelling, geschikt voor allerlei soorten speelfilms.
Cinema Studio EX B
DCS
Reproduceert de karakteristieke klank van de Sony Pictures
Entertainment "Kim Novak Theater" filmstudio. Deze functie
is ideaal voor het bekijken van sciencefictionfilms of
actiefilms met zeer veel geluidseffecten.
Cinema Studio EX C
DCS
Reproduceert de karakteristieke klank van de Sony Pictures
Entertainment geluidsstudio. Deze instelling is ideaal voor
musicals en klassieke films met veel orkestmuziek.
V.Multi Dimension
DCS
Creëert vele virtuele luidsprekers uit een enkel paar werkelijke
achterluidsprekers.
Music D.Concert Hall A Gebruikt 3D-geluidsimaging om de geluidskenmerken van
een concertzaal te reproduceren, die een grote opnamestudio
simuleert die wordt geproduceerd door weerkaatsing.
D.Concert Hall B Gebruikt 3D-geluidsimaging om de geluidskenmerken van
een concertzaal te reproduceren, die een weergalmend en
uniek weerkaatsend geluid simuleert.
Church Reproduceert de akoestiek van een stenen kerk.
Jazz Club Geeft de akoestiek van een jazzclub.
Live Concert Geeft de akoestiek van een muziektheater met 300 zitplaatsen.
Stadium Geeft de sfeer van een groot openluchtstadion.
Sports Geeft het gevoel van een direct sportverslag.
Portable Audio Geeft het geluid van uw draagbaar weergaveapparaat
verbeterd weer. Deze functie is ideaal voor MP3 en andere
gecomprimeerde muziek.
wordt vervolgd
72
NL
* U kunt dit geluidsveld kiezen als de hoofdtelefoon is aangesloten op de receiver.
Opmerkingen
• De geluidsvelden voor muziek/speelfilms zijn in de
volgende gevallen niet beschikbaar.
De meerkanaals invoer is geselecteerd.
Er worden DTS-HD-signalen met een
bemonsteringsfrequentie van meer dan 48 kHz
ontvangen.
Er worden Dolby TrueHD-signalen met een
bemonsteringsfrequentie van meer dan 96 kHz
ontvangen.
Als u het geluidsveld instelt bij ontvangst van een
DTS 96/24-signaal, is de geluidsweergave alleen
op 48 kHz.
Als u het effect van het geluidsveld instelt terwijl
de receiver signalen ontvangt met een
bemonsteringsfrequentie van meer dan 48 kHz,
zullen de signalen altijd worden weergegeven aan
44,1 kHz of 48 kHz.
De effecten verkregen uit de virtuele luidsprekers
kunnen meer ruis veroorzaken in het
weergavesignaal.
• Bij het luisteren naar geluidsvelden die werken met
virtuele luidsprekers zult u geen geluid direct uit de
echte achterluidsprekers horen.
Als een van de geluidsvelden voor muziek is
gekozen en als alle luidsprekers zijn ingesteld op
"LARGE" in het Speaker-instelmenu, wordt door
de subwoofer geen geluid voortgebracht. De
subwoofer zal echter wel geluid weergeven als het
digitale ingangssignaal L.F.E.-signalen bevat, of
als voor de voorluidsprekers of de
achterluidsprekers het formaat "SMALL" is
gekozen, het geluidsveld voor speelfilm is
geselecteerd, of "Portable Audio" is geselecteerd.
Tips
De geluidsvelden met de vermelding DCS zijn
gebaseerd op DCS technologie. Zie "Verklarende
woordenlijst" (zie blz. 135).
Bij keuze van een geluidsveld met de vermelding
DCS gaat het Digital Cinema Sound-lampje
branden.
Uitschakelen van het
surroundeffect voor MOVIE/
MUSIC
Stel "2ch Stereo" of "A.F.D. Auto" in onder
het Surround-instelmenu.
Headphone* Headphone (2ch) Deze instelling wordt automatisch gekozen bij gebruik van een
hoofdtelefoon wanneer de "2ch Stereo"-functie of de A.F.D.-
functie is gekozen. Bij standaard tweekanaals
stereogeluidsbronnen wordt helemaal geen
geluidsveldbewerking toegepast, en meerkanaals
geluidsbronnen worden gedownmixed tot twee kanalen.
Headphone Theater DCS Bij gebruik van een hoofdtelefoon en een geluidsveld voor
speelfilm/muziek wordt deze instelling automatisch gekozen.
Dit stelt u in staat de sfeer van een bioscoop te horen bij het
beluisteren van filmgeluid via de hoofdtelefoon.
Headphone (Direct) Geeft de analoge geluidssignalen zonder bewerking van toon,
geluidsveld, e.d. af.
Headphone (Multi) Deze instelling wordt automatisch gekozen bij gebruik van een
hoofdtelefoon terwijl de multikanaalsingang is gekozen. Geeft
de analoge geluidssignalen af die binnen zijn gekomen via de
MULTI CHANNEL INPUT-ingangsaansluitingen.
Geluidsveld
voor
Geluidsveld Effect
73
NL
Genieten van surroundgeluid
Aanpassen van het
geluidseffect
Bij de parameter die u zelf kunt aanpassen
wordt een "Custom Settings"-menu afgebeeld
waarmee u geavanceerde aanpassingen kunt
maken.
1 Druk een geluidsveld (zie
blz. 66).
2 Druk op b om "Custom
Settings" te selecteren en druk
dan op .
3 Terwijl u het geluid bestudeert,
stelt u de geselecteerde
parameter in met gebruik van
V/v en .
Voor nadere bijzonderheden, zie
volgende menuparameters.
Opmerking
De onderdelen die u in elk menu kunt instellen
kunnen, afhankelijk van de het geluidsveld variëren.
Het effectniveau veranderen
1
Druk herhaaldelijk op de toetsen V/v
om het gewenste effectniveau te
selecteren in stap 2.
2 Druk herhaaldelijk op V/v om het
niveau aan te passen.
Hoe hoger de gekozen waarde, des te meer
nadruk krijgt het surroundeffect.
U kunt deze waarde aanpassen van 20% tot
120% in stapjes van 5%.
x Center Width Control
Hiermee kunt u de nauwkeurige instellingen
maken voor het decoderen van Dolby Pro
Logic II en IIx Music signalen. U kunt deze
parameter alleen instellen als de A.F.D.-
functie is ingesteld op "PLII Music" of "PLIIx
Music".
U kunt de geluidssignalen van het
middenkanaal die de Dolby Pro Logic II
decodering oplevert, nauwkeurig verdelen
over de linker- en rechtervoorluidsprekers.
2-3
Custom Settings-
menuparameter
wordt vervolgd
74
NL
x Dimension Control
Hiermee kunt u de nauwkeurige instellingen
maken voor het decoderen van Dolby Pro
Logic II en IIx Music signalen. U kunt deze
parameter alleen instellen als de A.F.D.-
functie is ingesteld op "PLII Music" of "PLIIx
Music".
U kunt het verschil tussen de voorkanalen en
de achterkanalen naar wens bijregelen.
x Panorama Mode
Hiermee kunt u de nauwkeurige instellingen
maken voor het decoderen van Dolby Pro
Logic II en IIx Music signalen. U kunt deze
parameter alleen instellen als de A.F.D.-
functie is ingesteld op "PLII Music" of "PLIIx
Music".
•ON
Hiermee verruimt u het geluidsveld door het
geluid van de voorluidsprekers verder naar
de linkerkant en naar de rechterkant van uw
zitpositie uit te breiden.
•OFF
Deze functie is niet ingeschakeld.
x Screen Depth
Deze parameter is alleen beschikbaar voor de
Cinema Studio EX-functies.
Hiermee kunt u in uw luisterkamer hetzelfde
effect bereiken als in een bioscoop, met de
indruk alsof het geluid direct komt vanuit het
scherm.
•ON
Hiermee kunt u in uw luisterkamer hetzelfde
effect bereiken als in een bioscoop, met de
indruk alsof het geluid direct komt vanuit het
scherm.
•OFF
Deze functie is niet ingeschakeld.
x Virtual Speakers
Deze parameter is alleen beschikbaar voor de
Cinema Studio EX-functies.
•ON
Voor de simulatie van virtuele luidsprekers.
•OFF
Deze functie is niet ingeschakeld.
x Front Reverb
(Weerkaatsing vooraan)
Deze parameter is speciaal voor "D.Concert
Hall A/B". Met deze parameter kunt u de
hoeveelheid weerkaatsing aanpassen die aan
de signalen vooraan moeten worden
toegevoegd volgens de originele
weerkaatsingen in de bron.
•STD
Selecteer normaal "STD".
•WET
Selecteer deze optie om de weerkaatsingen
vooraan te vermeerderen.
75
NL
Genieten van surroundgeluid
Gebruik van de
middenachter-
decodeerfunctie
Door het decoderen van het
middenachterluidsprekersignaal, dat is
opgenomen in het Dolby Digital Surround EX,
DTS-ES Matrix, DTS-ES Discrete 6.1 formaat
enz., kunt u luisteren naar het surroundgeluid
zoals dat bedoeld is door de makers van de
film.
1 Druk op AMP MENU om het
GUI-menu op het
televisiescherm weer te geven.
Als "GUI MODE" niet wordt getoond op
het display van de receiver, volgt u de
stappen in "7: Bedien de receiver met
GUI (Graphical User Interface)" (zie
blz. 45).
2 Druk herhaaldelijk op de
toetsen V/v om "Settings", te
selecteren en druk dan op
of b.
De Settings-menulijst wordt op het
televisiescherm afgebeeld.
3 Druk herhaaldelijk op de
toetsen V/v om "Surround", te
selecteren en druk dan op
of b.
4 Druk herhaaldelijk op V/v om
"SB Dec Mode", te selecteren
en druk dan op .
5 Druk herhaaldelijk op V/v om
de middenachter-
decodeerfunctie te kiezen, en
druk daarna op .
Tip
U kunt de middenachter-decodeerfunctie met
behulp van "SB Decoding" in het Surround-
instelmenu kiezen.
2-5
1
76
NL
x SB Decoding
(Middenachter-decodering)
•AUTO
Wanneer het ingangssignaal een 6.1-kanaals
vlagsignaal
a)
bevat, wordt aan de hand
daarvan de juiste decodeerfunctie toegepast
voor decodering van het
middenachterluidspreker-signaal.
a)
Het 6.1-kanaals decodeer-vlagsignaal is een
decoderingsinstructie die is opgenomen in
geluidsbronnen zoals dvd’s.
b)
Dit is het signaal van een Dolby Digital-dvd met
een Surround EX-vlagsignaal. Op de Dolby
Corporation webpagina kunt u zien hoe dergelijke
Surround EX speelfilms te onderscheiden zijn.
c)
Dit is software met een vlagsignaal om aan te
geven dat het zowel DTS-ES Matrix- als 5.1-
kanaals signalen bevat.
d)
Dit is software met zowel 5.1-kanaals signalen als
een extra signaal om die gegevens in 6.1
afzonderlijke kanalen om te zetten. De Discrete
6.1-kanalen zijn specifiek voor dvd en niet
dezelfde als gebruikt in de bioscoop.
e)
Wanneer er twee middenachterluidsprekers zijn
aangesloten, wordt het totaalgeluid weergegeven
via 7.1-kanalen.
•ON
De instelling van de SB Dec Mode is van
toepassing bij het decoderen van 5.1-kanaals
en 6.1-kanaals ingangssignalen.
•OFF
Dan wordt er geen middenachterkanaal-
decodering toegepast.
Opmerkingen
Deze functie is niet beschikbaar in de volgende
gevallen.
De meerkanaals invoer is geselecteerd.
Als het geluidsveld voor muziek of film is
geselecteerd.
Als de middenachter-decodeerverwerking wordt
uitgevoerd terwijl de receiver signalen ontvangt
met een bemonsteringsfrequentie van meer dan
48 kHz, zullen de signalen altijd worden
weergegeven aan 44,1 kHz of 48 kHz.
Als de middenachter-decodeerverwerking wordt
uitgevoerd terwijl de receiver DTS 96/24-signalen
ontvangt, zullen de signalen altijd worden
weergegeven aan 48 kHz.
De kans bestaat dat de middenachterluidspreker
geen geluid voortbrengt bij de instelling Dolby
Digital EX. Sommige discs bevatten niet het
vereiste Dolby Digital Surround EX vlagsignaal,
ook al staat op de verpakking wel een Dolby
Digital EX logo. In dat geval selecteert u "ON".
Als "PLIIx" van de A.F.D.-functie is geselecteerd,
wordt SB Decoding gedecodeerd in de PLIIx-
functie.
x SB Dec Mode
(Middenachter-decodeerfunctie)
U kunt alleen een middenachter-
decodeerfunctie kiezen als "SB Decoding" is
ingesteld op "ON" of "AUTO" en als het
inkomende geluidssignaal het Dolby Digital
Surround EX-vlagsignaal bevat.
Gebruik van de middenachter-
decodeerfunctie (SB Decoding)
Ingangssignaal
Uitgangs
kanalen
Toegepaste
middenachter-
decodeerfunctie
Dolby Digital
5.1
5.1
e)
Dolby Digital
Surround EX
b)
6.1
e)
Matrix
decodeerfunctie
geschikt voor Dolby
Digital EX
DTS 5.1 5.1
e)
DTS-ES Matrix
6.1
c)
6.1
e)
DTS Matrix-
decodeerfunctie
DTS-ES
Discrete 6.1
d)
6.1
e)
DTS Discrete-
decodeerfunctie
Instelpara
meter
Instelling
luidspre-
kers
Toegepaste
middenachter-
decodeerfunctie
DDEX 7.1-
kanaals
Matrix decodeerfunctie
geschikt voor Dolby
Digital EX
6.1-
kanaals
Matrix decodeerfunctie
geschikt voor Dolby
Digital EX
PLIIx MV 7.1-
kanaals
Movie-decodeerfunctie
geschikt voor Dolby Pro
Logic IIx
6.1-
kanaals
Matrix decodeerfunctie
geschikt voor Dolby
Digital EX
77
NL
Genieten van surroundgeluid
Opmerking
Matrix decodering, die voldoet aan de eisen van
Dolby Digital EX, wordt toegepast, als het
luidsprekersysteem is ingesteld op 6.1-kanaals en
Movie-decodering, die voldoet aan de eisen van Pro
Logic IIx, wordt toegepast, als het
luidsprekersysteem is ingesteld op 7.1-kanaals,
wanneer u in de volgende omstandigheden voor
Dolby PLIIx MS kiest:
bij ontvangst van een Dolby Digital Surround
EX signaal
"SB Decoding" is ingesteld op "AUTO"
Ruimtelijke weergave bij
zacht ingesteld geluid
(NIGHT MODE)
Hiermee kunt u ook's avonds laat, bij zachte
weergave, nog steeds genieten van de
geluidsvelden en geluidseffecten. Deze functie
is samen met de andere geluidsvelden te
gebruiken.
Ook bij nachtelijke weergave van een
speelfilm, enz., met het geluid zacht gezet, zult
u de dialoog nog duidelijk kunnen horen.
PLIIx MS 7.1-
kanaals
Music-decodeerfunctie
geschikt voor Dolby Pro
Logic IIx
6.1-
kanaals
Music-decodeerfunctie
geschikt voor Dolby Pro
Logic IIx
Instelpara
meter
Instelling
luidspre-
kers
Toegepaste
middenachter-
decodeerfunctie
1
2
wordt vervolgd
78
NL
1 Druk op AMP.
De bediening van de receiver is
ingeschakeld.
2 Druk op NIGHT MODE.
Dan wordt de NIGHT MODE-functie
ingeschakeld. De NIGHT MODE wordt
aan- en uitgezet als u drukt op NIGHT
MODE.
Opmerkingen
Deze functie is niet beschikbaar in de volgende
gevallen.
De meerkanaals invoer is geselecteerd.
Er worden Dolby TrueHD-signalen met een
bemonsteringsfrequentie van meer dan 96 kHz
ontvangen.
• Als de NIGHT MODE-functie wordt ingeschakeld
terwijl de receiver signalen ontvangt met een
bemonsteringsfrequentie van meer dan 96 kHz,
zullen de signalen altijd worden weergegeven aan
44,1 kHz of 48 kHz.
Tip
Bij gebruik van deze functie worden de lage tonen,
hoge tonen en effectniveaus automatisch hoger
ingesteld en wordt de "D.Range Comp" automatisch
ingesteld op "MAX".
79
NL
Geavanceerde luidsprekerinstellingen
De luidsprekers
handmatig instellen
U kunt elke luidspreker handmatig instellen.
U kunt ook de luidsprekerniveaus bijregelen
na beëindiging van de functie "Auto
Calibration".
1 Druk op AMP MENU om het
GUI-menu op het
televisiescherm weer te geven.
Als "GUI MODE" niet wordt getoond op
het display van de receiver, volgt u de
stappen in "7: Bedien de receiver met
GUI (Graphical User Interface)" (zie
blz. 45).
2 Druk herhaaldelijk op de
toetsen V/v om "Settings", te
selecteren en druk dan op
of b.
De Settings-menulijst wordt op het
televisiescherm afgebeeld.
3 Druk herhaaldelijk op V/v om
"Speaker", te selecteren en
druk dan op .
4 Druk herhaaldelijk op V/v om
"Manual Setup", te selecteren
en druk dan op .
x Level
(Luidsprekerniveau)
U kunt het niveau van elke luidspreker
wijzigen (midden, achter L/R, middenachter
L/R, subwoofer). Deze kunt u instellen van
–20 dB tot +10 dB in stapjes van 0,5 dB.
U kunt de balans tussen de linker- en
rechtervoorluidsprekers aan beide zijden
bijregelen. U kunt het niveau van de
linkervoorluidspreker van FL–10,0 dB tot
FL+10,0 dB bijregelen in stapjes van 0,5 dB. U
kunt ook het niveau van de
rechtervoorluidspreker van FR–10,0 dB tot
FR+10,0 dB bijregelen in stapjes van 0,5 dB.
Geavanceerde
luidsprekerinstellingen
Instellingen maken met het
Manual Setup-menu
2-4
1
Manual Setup-menuparameters
wordt vervolgd
80
NL
Opmerking
Als een van de geluidsvelden voor muziek is
gekozen en als alle luidsprekers zijn ingesteld op
"LARGE", wordt door de subwoofer geen geluid
voortgebracht. De subwoofer zal echter wel geluid
weergeven als het digitale ingangssignaal L.F.E.-
signalen bevat, of als voor de voorluidsprekers of de
achterluidsprekers het formaat "SMALL" is
gekozen, het geluidsveld voor speelfilm is
geselecteerd, of "Portable Audio" is geselecteerd.
x Distance
(Afstand van de luisterplaats tot
elke luidspreker)
U kunt de afstand van de zitplaats naar elke
luidspreker wijzigen (voor L/R, midden,
achter L/R, middenachter L/R, subwoofer).
U kunt de afstand instellen van 1,0 tot
10,0 meter in stapjes van 1 cm.
x Size
(Grootte van elke luidspreker)
U kunt de grootte van elke luidspreker
wijzigen (voor L/R, midden, achter L/R,
middenachter L/R).
LARGE
Zijn er grote achterluidsprekers aangesloten
die alle lage tonen zonder problemen kunnen
weergeven, dan kiest u "LARGE". Selecteer
normaal "LARGE".
•SMALL
Klinkt het geluid vervormd, of is de
ruimtelijke weergave van meerkanaals
surroundgeluid niet naar wens, met te weinig
lage tonen, dan kiest u "SMALL" om de
lagetonen-verdelingscircuits in te schakelen,
zodat de laagste frequenties van elk kanaal
worden verplaatst naar de subwoofer of naar
een ander stel "LARGE" luidsprekers.
Tips
Bij de interne signaalbewerking bepaalt de keuze
van het "LARGE" en "SMALL"
luidsprekerformaat voor elk stel luidsprekers of de
ingebouwde geluidsprocessor de laagste
frequenties al dan niet naar de betreffende
luidspreker(s) zal uitsturen.
Als de lage tonen uit een bepaald kanaal worden
verwijderd, zullen de lagetonen-verdelingscircuits
die frequenties verplaatsen naar de subwoofer of
naar een ander stel "LARGE" luidsprekers die er
beter op zijn berekend.
Echter, omdat lage tonen een bepaalde mate van
richtingsgevoeligheid hebben, is het beter de lage
tonen niet uit het signaal te verwijderen. Daarom
kunt u zelfs met een stel kleine luidsprekers toch
beter "LARGE" kiezen als u de lage tonen ook
door die luidsprekers wilt laten weergeven. En
andersom, als u grote luidsprekers aansluit maar
niet wilt dat die de laagste tonen weergeven, kunt u
voor die luidsprekers "SMALL" kiezen.
Als het totale geluidsniveau lager is dan gewenst,
kiest u voor alle luidsprekers "LARGE". Als er te
weinig lage tonen klinken, kunt u die extra
versterken met de toonregelaar .
De middenachterluidsprekers worden op dezelfde
instelling ingesteld als de achterluidsprekers.
81
NL
Geavanceerde luidsprekerinstellingen
Als u voor de voorluidsprekers "SMALL" kiest,
worden de middenluidspreker, de
achterluidsprekers en de middenachterluidsprekers
ook automatisch ingesteld op "SMALL".
Als u geen subwoofer hebt aangesloten worden de
voorluidsprekers automatisch ingesteld op
"LARGE".
x Position
(Plaats van de
achterluidsprekers)
Hiermee kunt u de juiste plaats van de
achterluidsprekers kiezen voor de beste klank
van de surroundeffecten bij de Cinema Studio
EX geluidsvelden. Dit instelonderdeel is niet
instelbaar wanneer er geen achterluidsprekers
zijn aangesloten.
SIDE/LOW
Druk deze instelling als uw
achterluidsprekers zich bevinden in het
gebied aangegeven met A en C.
SIDE/HIGH
Druk deze instelling als uw
achterluidsprekers zich bevinden in het
gebied aangegeven met A en D.
BEHD/LOW
Druk deze instelling als uw
achterluidsprekers zich bevinden in het
gebied aangegeven met B en C.
BEHD/HIGH
Druk deze instelling als uw
achterluidsprekers zich bevinden in het
gebied aangegeven met B en D.
Tip
De parameter voor de plaats van de
achterluidsprekers is speciaal bestemd voor de beste
klank van de Cinema Studio EX geluidsvelden. Bij
de andere geluidsvelden is de plaats van de
achterluidsprekers niet zo kritiek.
Die geluidsvelden zijn ontworpen met het idee dat
de achterluidsprekers achter de zitplaats zouden
staan, maar het geluidsveld blijft toch ook redelijk
goed in balans als de achterluidsprekers veel meer
aan de zijkant staan. Als de luidsprekers echter
direct van links en rechts op de luisteraars gericht
staan, zullen de geluidsvelden minder duidelijk
klinken, tenzij u de instelling "SIDE".
Toch hebben alle luistersituaties vele variabelen,
zoals de geluidsweerkaatsing van de wanden, dus u
kunt misschien betere resultaten verkrijgen met de
instelling "BEHD" als uw luidsprekers hoog boven
uw zitplaats hangen, ook al is dat direct links en
rechts ervan.
Daarom raden wij u aan, ook al strookt het niet
precies met de bovenstaande uitleg, een meerkanaals
gecodeerde geluidsbron af te spelen en dan de
instelling te kiezen die de meest ruimtelijke klank
oplevert, met daarbij nog een goede samenhang
tussen het surroundgeluid van de achterluidsprekers
en het directe geluid van de voorluidsprekers. Als u
niet met zekerheid kunt zeggen welke instelling het
best klinkt, kiest u dan de instelling "BEHD" en
gebruik in dat geval de parameters voor
luidsprekerafstand en voor luidsprekerniveau om de
meest evenwichtige weergave te bereiken.
82
NL
1 Druk op AMP MENU om het
GUI-menu op het
televisiescherm weer te geven.
Als "GUI MODE" niet wordt getoond op
het display van de receiver, volgt u de
stappen in "7: Bedien de receiver met
GUI (Graphical User Interface)" (zie
blz. 45).
2 Druk herhaaldelijk op de
toetsen V/v om "Settings", te
selecteren en druk dan op
of b.
De Settings-menulijst wordt op het
televisiescherm afgebeeld.
3 Druk herhaaldelijk op V/v om
"Speaker", te selecteren en
druk dan op .
4 Druk herhaaldelijk op V/v om
"Speaker Pattern", te
selecteren en druk dan op .
Druk op de "Speaker Pattern" die
overeenkomt met het gebruikte
luidsprekersysteem. Na uitvoeren van de
functie "Auto Calibration" hoeft u geen
luidsprekeropstelling te kiezen.
5 Druk herhaaldelijk op de V/v
om de gewenste
luidsprekeropstelling te kiezen.
Instellingen maken met het
Speaker Pattern-menu
1
2-5
83
NL
Geavanceerde luidsprekerinstellingen
1 Druk op AMP MENU om het
GUI-menu op het
televisiescherm weer te geven.
Als "GUI MODE" niet wordt getoond op
het display van de receiver, volgt u de
stappen in "7: Bedien de receiver met
GUI (Graphical User Interface)" (zie
blz. 45).
2 Druk herhaaldelijk op de
toetsen V/v om "Settings", te
selecteren en druk dan op
of b.
De Settings-menulijst wordt op het
televisiescherm afgebeeld.
3 Druk herhaaldelijk op V/v om
"Speaker", te selecteren en
druk dan op .
4 Druk herhaaldelijk op V/v om
"Test Tone", te selecteren en
druk dan op .
U kunt een type testtoon selecteren.
5 Druk de luidspreker die u wilt
instellen en druk dan op .
De testtoon is achtereenvolgens via elke
luidspreker hoorbaar.
6 Stel de parameter in via V/v, en
druk daarna op .
Tips
Om het volumeniveau van alle luidsprekers
tegelijk in te stellen drukt u op de toets
MASTER VOL +/–.
De instelwaarde wordt tijdens de bijregeling
op het display afgebeeld.
Als er geen weergave is van de
testtoon via de luidsprekers
De luidsprekerkabels zijn eventueel niet
goed aangesloten. Controleer of ze stevig
aangesloten zijn en niet, na een lichte ruk,
los kunnen schieten.
Er kan kortsluiting in de luidsprekerkabels
zijn.
Als de testtoon wordt
weergegeven door een andere
luidspreker dan die afgebeeld
op het beeldscherm
De luidspreker is niet op de juiste wijze in het
luidsprekerpatroon aangesloten. Zorg ervoor
dat het aansluitschema van de luidspreker
overeenkomt met het luidsprekerpatroon.
Instellingen maken met het Test
Tone-menu
1
2-6
84
NL
x Test Tone
•OFF
•AUTO
De testtoon is achtereenvolgens via elke
luidspreker hoorbaar.
L, C, R, SR, SBR, SBL, SL, SW
U kunt kiezen welke luidspreker de testtoon
moet weergeven.
x Phase Noise
•OFF
L/R, L/C, C/R, R/SL, R/SR, SR/SL, SR/
SBR, SBR/SBL, SR/SB, SBL/SL, SB/SL,
SL/L, L/SR
Zorgt dat de testtoon beurtelings door twee
aangrenzende luidsprekers wordt
weergegeven.
Sommige onderdelen worden niet
weergegeven, afhankelijk van de opstelling
van de luidsprekers.
x Phase Audio
•OFF
L/R, L/C, C/R, R/SL, R/SR, SR/SL, SR/
SBR, SBR/SBL, SR/SB, SBL/SL, SB/SL,
SL/L, L/SR
Zorgt dat de tweekanaals
voorluidsprekersignalen (in plaats van de
testtoon) beurtelings door twee
aangrenzende luidsprekers wordt
weergegeven.
Sommige onderdelen worden niet
weergegeven, afhankelijk van de opstelling
van de luidsprekers.
x Center Mix
(Aan/uit van de analoge
downmix-instellingen)
•OFF
Als er geen middenluidspreker is
aangesloten, wordt deze instelling "OFF"
automatisch ingesteld.
•ON
Wij adviseren u "Center Mix" in te stellen op
"ON" als u wilt genieten van digitale audio
met geluid van hoge kwaliteit wanneer u
geen middenluidspreker hebt aangesloten.
Analoge downmix werkt wanneer u "Center
Mix" instelt op "ON" Deze instelling is
tevens effectief voor het invoeren van
signalen vanaf de MULTI CHANNEL
INPUT-aansluitingen.
x Sur Back Assign
(Instellen van de
middenachterluidspreker(s))
•OFF
Als u geen middenachterluidspreker hebt
aangesloten, kiest u "OFF".
BI-AMP
Bij aansluiting van de voorluidsprekers in
een systeem met twee versterkers, kiest u
"BI-AMP".
ZONE 2
Als u de middenachterluidsprekers gebruikt
in de 2de ruimte, kiest u "ZONE 2".
Wanneer u "ZONE 2" kiest, is de invoer naar
de SUR BACK-aansluitingen van de MULTI
CHANNEL INPUT ongeldig.
Opmerking
Wanneer u de aansluitmethode wilt veranderen van
een aansluiting met twee versterkers of met een 2e
ruimte naar een aansluiting met
middenachterluidsprekers, stelt u "Sur Back Assign"
in op "OFF" en sluit u daarna de
middenachterluidsprekers aan op deze receiver.
Nadat u de middenachterluidsprekers hebt
aangesloten, stelt u de luidsprekers opnieuw in.
Raadpleeg "Auto Calibration" (zie blz. 50) of
"Manual Setup" (zie blz. 79).
x Crossover Freq
(Luidspreker-kantelfrequentie)
Hiermee kunt u de kantelfrequentie voor de
lage tonen kiezen bij luidsprekers die als
"SMALL" staan ingesteld in het Speaker-
menu. Na automatische kalibratie wordt de
gemeten luidspreker-kantelfrequentie
ingesteld voor iedere luidspreker.
Test Tone-menuparameters
Beschikbare menuparameters
van de Speaker-instellingen
85
NL
Geavanceerde luidsprekerinstellingen
Wanneer u na de automatische kalibratie de
luidspreker-kantelfrequentie aanpast met
behulp van "Crossover Freq", wordt de
aangepaste waarde ingesteld voor iedere
luidspreker.
x Multi Ch SW Level
(Niveau van meerkanaals
subwoofer)
Hiermee kunt u het niveau van het MULTI
CHANNEL INPUT subwoofersignaal met
+10 dB verhogen. Deze instelling kan nodig
zijn als u een dvd-speler aansluit op de MULTI
CHANNEL INPUT-aansluiting.
Het subwooferniveau zal bij een dvd-speler
ongeveer 10 dB lager zijn dan bij een Super
Audio CD-speler.
x D.Range Comp
(Compressie van het
dynamische bereik)
Hiermee kunt u het dynamische bereik van een
geluidsspoor comprimeren, dus verkleinen.
Dit kan handig zijn om 's avonds laat een film
te bekijken; met het geluid zacht behoudt u
toch een rijke, volle klank. Compressie van het
dynamische bereik is alleen mogelijk met
Dolby Digital-signalen.
•OFF
Hierbij wordt het geluidsspoor normaal
weergegeven, zonder compressie.
•STD
Hierbij wordt het geluidsspoor weergegeven
met het volledig dynamisch bereik, zoals
gekozen door de opnamestudio-technicus.
•MAX
Hiermee wordt het dynamische bereik
drastisch verkleind.
Tips
Met de dynamiekcompressie kunt u tijdens
weergave het dynamische bereik van een
geluidsspoor comprimeren volgens de
dynamiekinformatie vervat in het Dolby Digital-
signaal.
De standaardinstelling is "STD", maar die geeft
slechts een geringe mate van compressie. Daarom
raden wij u aan de "MAX"-instelling te gebruiken.
Hiermee wordt het dynamische bereik drastisch
beperkt, zodat u zonder bezwaar ook's avonds laat
kunt genieten van een film met zacht ingesteld
geluid. In tegenstelling tot analoge
compressiefuncties zijn de niveaus hierbij vooraf
bepaald, voor een natuurlijk klinkende compressie.
x Distance Unit (Afstandseenheid)
Hiermee kiest u de eenheid waarin de
afstanden van de luidsprekers worden
gemeten.
•meter
De afstanden worden aangegeven in meters.
feet
De afstanden worden aangegeven in Engelse
voeten.
86
NL
De toonregelaar
bijregelen
U kunt met behulp van de volgende parameters
de toonregeling (niveau lage/hoge tonen) van
alle luidsprekers aanpassen en maximaal vijf
verschillende instellingen voor de
toonregelaar in het geheugen van de
toonregelaar vastleggen en toepassen. U kunt
dit voor elk geluidsveld en voor elke
luidspreker instellen.
Opmerkingen
Deze functie is niet beschikbaar in de volgende
gevallen.
De meerkanaals invoer is geselecteerd.
Er worden Dolby TrueHD-signalen met een
bemonsteringsfrequentie van meer dan 96 kHz
ontvangen.
Als de equalizer wordt aangepast terwijl de
receiver signalen ontvangt met een
bemonsteringsfrequentie van meer dan 96 kHz,
zullen de signalen altijd worden weergegeven aan
44,1 kHz of 48 kHz.
1 Druk op AMP MENU om het
GUI-menu op het
televisiescherm weer te geven.
Als "GUI MODE" niet wordt getoond op
het display van de receiver, volgt u de
stappen in "7: Bedien de receiver met
GUI (Graphical User Interface)" (zie
blz. 45).
2 Druk herhaaldelijk op de
toetsen V/v om "Settings", te
selecteren en druk dan op
of b.
De Settings-menulijst wordt op het
televisiescherm afgebeeld.
3 Druk herhaaldelijk op V/v om
"EQ", te selecteren en druk dan
op .
Niveau
(dB)
Laag Hoog
Frequentie
(Hz)
2-7
1
OPTIONS
87
NL
Geavanceerde luidsprekerinstellingen
4 Druk herhaaldelijk op de
toetsen V/v om het nummer van
het toonregelaargeheugen te
kiezen waaronder u de
bijgeregelde
toonregelinstellingen wilt
opslaan, en druk dan op .
Het instelscherm voor de toonregelaar
wordt op het televisiescherm afgebeeld.
5 Druk de luidspreker die u wilt
instellen en druk dan op B/b, en
druk dan op .
6 Druk herhaaldelijk op B/b om
"Bass" of "Treble", te
selecteren en druk dan op V/v
om de parameter in te stellen.
Tip
Voor de voorluidsprekers kunt u de lage tonen
en de hoge tonen instellen met de toets TONE
MODE en de TONE regelaar op de receiver.
7 Druk op om de parameter in
te voeren.
De opgeslagen
toonregelaarinstellingen
wissen
1
Druk "OPTIONS" en druk daarna op
.
"Are you sure to clear EQ Settings?"
verschijnt.
2 Druk herhaaldelijk op B/b om "Yes", te
selecteren en druk dan op .
88
NL
Luisteren naar de FM/
AM-radio
Via de ingebouwde tuner van dit apparaat kunt
u luisteren naar uitzendingen van de FM-en
AM-radio. Voor de bediening zult u de FM- en
AM-antennes moeten aansluiten op de
receiver (zie blz. 41).
Tip
Het afsteminterval voor de directe afstemming is
hieronder aangegeven.
FM-band 50 kHz
AM-band 9 kHz
1 Druk op AMP MENU om het
GUI-menu op het
televisiescherm weer te geven.
Als "GUI MODE" niet wordt getoond op
het display van de receiver, volgt u de
stappen in "7: Bedien de receiver met
GUI (Graphical User Interface)" (zie
blz. 45).
2 Druk herhaaldelijk op V/v om
"FM" of "AM" te selecteren en
druk dan op of b.
De FM of AM-menulijst wordt op het
televisiescherm afgebeeld.
3 Druk op V/v om "Auto Tuning"
te selecteren en druk dan op
.
4 Druk op V/v.
Druk op V om de afstemband van laag
naar hoog te doorzoeken, druk op v om
van hoog naar laag te zoeken.
De receiver stopt met zoeken wanneer er
een radiozender wordt ontvangen.
Als een FM-stereo-uitzending
slecht doorkomt
1
Druk op OPTIONS.
2 Druk op V/v om "FM Mode" te
selecteren en druk dan op .
3 Druk op V/v om "MONO" te selecteren
en druk dan op .
Bediening van de tuner
Automatische afstemming
2-4
1
89
NL
Bediening van de tuner
Voer de afstemfrequentie van de gewenste
zender rechtstreeks in met behulp van de
cijfertoetsen.
1 Druk op AMP MENU om het
GUI-menu op het
televisiescherm weer te geven.
Als "GUI MODE" niet wordt getoond op
het display van de receiver, volgt u de
stappen in "7: Bedien de receiver met
GUI (Graphical User Interface)" (zie
blz. 45).
2 Druk herhaaldelijk op V/v om
"FM" of "AM" te selecteren en
druk dan op of b.
3 Druk op V/v om "Direct Tuning"
te selecteren en druk dan op
.
4 Voer de afstemfrequentie in met
behulp van de cijfertoetsen en
druk daarna op om deze in
te voeren.
Voorbeeld 1: FM 102,50 MHz
Selecteer 1 b 0 b 2 b 5 b 0
Voorbeeld 2: AM 1.350 kHz
Selecteer 1 b 3 b 5 b 0
Tip
Bij afstemming op een AM-zender zult u
de richting van de AM-raamantenne
moeten verstellen om de beste ontvangst
te verkrijgen.
Als u niet kunt afstemmen op
een station
Verschijnt "– – – .– – MHz" en het display
keert terug naar de huidige frequentie.
Controleer of u wel precies de juiste frequentie
hebt gekozen. Zo niet, verricht dan opnieuw
stap 4. Als het afstemmen nog steeds niet lukt,
dan is die frequentie in uw gebied niet te
ontvangen.
Directe afstemming
1
4
2-4
90
NL
U kunt tot 30 van uw favoriete FM- en AM-
radiozenders in het geheugen vastleggen als
voorkeurzenders. Dan kunt u in het vervolg
een dergelijke voorkeurzender in een
handomdraai kiezen.
1 Druk op AMP MENU om het
GUI-menu op het
televisiescherm weer te geven.
Als "GUI MODE" niet wordt getoond op
het display van de receiver, volgt u de
stappen in "7: Bedien de receiver met
GUI (Graphical User Interface)" (zie
blz. 45).
2 Druk herhaaldelijk op V/v om
"FM" of "AM" te selecteren en
druk dan op of b.
3 Stem af op de radiozender die u
wilt voorinstellen, met de
automatische zoekafstemming
(zie blz. 88) of de directe
afstemming (zie blz. 89).
In geval van slechte FM-ontvangst,
schakelt u de FM-ontvangst in op (zie
blz. 88).
4 Druk op OPTIONS.
5 Druk herhaaldelijk op de
toetsen V/v om "Memory" te
selecteren en druk dan op
om hiernaar toe te gaan.
6 Druk op V/v om een
voorinstelnummer te
selecteren.
7 Druk op .
De ontvangen radiozender wordt dan
vastgelegd onder uw gekozen
voorinstelnummer.
8 Herhaal de stappen van 3 t/m 7
voor elk van de
voorkeurzenders die u wilt
vastleggen.
Om af te stemmen op
voorkeurzenders
1
Herhaal stappen 1 en 2 van
"Voorinstellen van radiozenders".
2 Druk op V/v om de voorkeurzender te
kiezen die u wenst.
U kunt de voorkeurzenders als volgt
instellen:
• AM-band AM1 tot AM30
FM-band FM1 tot FM30
Naamgeving van
voorkeurzenders
1
Stem af op de voorkeurzender
waarvoor u een zelfgekozen naam voor
wilt invoeren.
2 Druk op OPTIONS om "Name Input" te
selecteren.
Voor nadere bijzonderheden over de
naamgeving, zie "Naamgeving van
ingangsbronnen" (zie blz. 97).
Voorinstellen van radiozenders
4
1
2,
5-7
91
NL
Bediening van de tuner
Gebruik van het Radio
Data Systeem (RDS)
(alleen Europees model)
Met deze receiver kunt u ook gebruik maken
van de RDS (Radio Data System), waarmee
radiozenders naast de gewone uitzendingen
allerlei nuttige informatie doorgeven. U kunt
de RDS-informatie weergeven.
Opmerkingen
RDS is alleen beschikbaar via FM-zenders.
Niet alle FM-zenders zenden RDS-informatie uit
of beschikken niet over een soortgelijke service.
Als u niet op de hoogte bent van de RDS-
uitzendingen in uw gebied, moet u contact
opnemen met de lokale radiostations.
Druk eenvoudigweg een
radiozender uit de FM-band met de
automatische afstemming (zie
blz. 88), directe afstemming (zie
blz. 89) of geheugenafstemming
(zie blz. 90).
Wanneer er is afgestemd op een zender die
RDS-informatie uitzendt, licht de aanduiding
"RDS" op en verschijnt de Program Service-
naam op het display.
Opmerkingen
De RDS-informatie zal niet altijd goed te
ontvangen zijn, als de zender waarop u hebt
afgestemd de RDS-signalen niet duidelijk genoeg
uitzendt of als de signaalsterkte onvoldoende is.
Als er een nooduitzending of
waarschuwingsbericht door de overheid wordt
uitgezonden, gaat op het display de aanduiding
"Alarm-Alarm!" knipperen.
• Als een radiozender een bepaalde RDS-functie niet
verzorgt, verschijnt er "No XX" (zoals "No Clock
Time") op het display.
Wanneer een zender radiotekst uitzendt, verschijnt
deze op het display met hetzelfde tempo als
waarmee het bericht wordt uitgezonden. De
snelheid van de tekst is dus alleen afhankelijk van
de snelheid van de uitzending.
De RDS-informatie wordt op het display van deze
receiver afgebeeld.
Bij ingeschakelde GUI-functie worden de PS
(Program Service-naam) en het PTY (Program
Type) op het televisiescherm afgebeeld.
Ontvangen van RDS-
uitzendingen
Overzicht van de
programmatypes
PTY
aanduiding
Type uitzending
News Nieuwsbulletins
Current Affairs Actualiteitenprogramma met
uitweidingen over het nieuws
Information Informatieve uitzendingen over
een groot scala onderwerpen met
o.a. nieuws voor consumenten en
medisch advies
Sport Sportverslagen en-uitslagen
Education Educatieve programma's, met
"how-to" en praktische tips
Drama Hoorspelen en andere radioseries
Cultures Programma's over nationale en
regionale cultuur, zoals
taalkwesties en sociale
vraagstukken
Science Uitzendingen over
natuurwetenschappen en
technologie
Varied Speech Gevarieerde uitzendingen, zoals
vraaggesprekken,
quizprogramma's en allerlei
amusement
Pop Music Populaire muziekprogramma's
Rock Music Rockmuziek-programma's
Easy Listening "Easy listening"
achtergrondmuziek
Light Classics M Licht klassiek, met vocale,
instrumentale en koormuziek
Serious Classics Klassieke muziekuitvoeringen,
orkestrale werken en
kamermuziek, opera enz.
Other Music Alle muziek die in geen van de
bovenstaande categorieën past,
zoals rhythm en blues en reggae
wordt vervolgd
92
NL
Weather & Metr Weeroverzicht,
weersverwachting
Finance Beursberichten, financieel en
zakennieuws, enz.
Childrens Progs Kinderprogramma's
Social Affairs Programma's over mensen en hun
bezigheden
Religion Programma's over religieuze
aangelegenheden
Phone In Programma's waarin luisteraars
via de telefoon of in een publiek
forum hun mening kunnen geven
Travel & Touring Programma's over reizen. Niet
voor aankondigingen die met de
TP/TA
verkeersinformatiefuncties te
vinden zijn.
Leisure &
Hobby
Programma's over
vrijetijdsbesteding en hobby's als
vissen, tuinieren, koken, enz.
Jazz Music Programma's met jazz en
geïmproviseerde muziek
Country Music Country en western
muziekprogramma's
National Music Programma's met de nationale of
streekmuziek van een bepaald
gebied
Oldies Music Populaire muziek uit vroegere
dagen
Folk Music Volksmuziekprogramma's
Documentary Leerzame programma's
None Elk niet hierboven genoemd
programma
PTY
aanduiding
Type uitzending
93
NL
Andere bedieningsfuncties
Omzetten van analoge
video-ingangssignalen
Deze receiver is voorzien van een functie om
de resolutie van analoge video-
ingangssignalen om te zetten.
Druk op SHIFT en daarna
herhaaldelijk op RESOLUTION.
Elke keer dat u op de toets drukt wordt de
resolutie van het uitgangssignaal gewijzigd.
U kunt ook "Resolution" in het Video-
instelmenu gebruiken.
Gebruik van de DIGITAL
MEDIA PORT-adapter
Met de DIGITAL MEDIA PORT-adapter kunt
u genieten van geluid van een draagbare
audiobron of computer. Door het aansluiten
van een DIGITAL MEDIA PORT-adapter,
kunt u genieten van het geluid van de
aangesloten apparatuur op de receiver.
Beschikbare DIGITAL MEDIA PORT-
adapters verschillen in elk gebied.
Voor nadere bijzonderheden over het
aanpassen van de DIGITAL MEDIA PORT-
adapters, zie "Apparatuur met digitale audio-
ingangsaansluitingen/audio-
uitgangsaansluitingen" (zie blz. 23).
Sony biedt de volgende DIGITAL MEDIA
PORT-adapters:
TDM-BT1 Bluetooth™ Wireless Audio
Adapter
TDM-NW1 DIGITAL MEDIA PORT
Adapter
TDM-NC1 Wireless Network Audio Client
TDM-iP1 DIGITAL MEDIA PORT Adapter
De DIGITAL MEDIA PORT-adapter is een
optioneel product.
Opmerkingen
Sluit geen andere adapter aan dan de DIGITAL
MEDIA PORT-adapter.
Voordat u de DIGITAL MEDIA PORT-adapter
afsluit, dient u de receiver met de
afstandsbediening uit te zetten.
• Sluit geen DIGITAL MEDIA PORT-adapter aan of
af van de receiver als het systeem aan staat.
Afhankelijk van het type DIGITAL MEDIA
PORT-adapter, worden de beelden ook uitgevoerd.
Andere bedieningsfuncties
RESOLUTION
SHIFT
94
NL
U kunt een bedieningscherm kiezen door
gebruik te maken van het GUI-menu,
afhankelijk van de DIGITAL MEDIA PORT-
adapter die u wilt gebruiken. Bij sommige
adapters, zoals de TDM-BT1 of de TDM-
NW1, staat het bedieningscherm vast en kunt
u het niet veranderen op het GUI -scherm.
1 Druk op AMP.
Als "GUI MODE" niet wordt getoond op
het display van de receiver, volgt u de
stappen in "7: Bedien de receiver met
GUI (Graphical User Interface)" (zie
blz. 45).
2 Druk meerdere keren op MENU
om het GUI-menu op het
televisiescherm weer te geven.
3 Druk herhaaldelijk op de
toetsen V/v om "Music," te
selecteren en druk dan op
of b.
"DMPORT" verschijnt naast "Music".
4 Druk op of b.
De apparatuur aangesloten op de
DIGITAL MEDIA PORT-adapter wordt
herkend en "DMPORT" op het scherm
verandert in de naam van elk apparaat.
De catergorie van het apparaat dat is
aangesloten op de DIGITAL MEDIA
PORT-adapter verschijnt op het scherm.
Opmerking
Een pictogram toont het herkende apparaat dat
wordt weergegeven op het televisiescherm. Als
de adapter niet kan worden herkend, wordt
"DMPORT" weergegeven op het
televisiescherm.
5 Druk OPTIONS en druk daarna
op "Function List".
6 Druk op V/v om "DMPORT
Control" te selecteren.
U kunt de volgende functies in dit menu
kiezen;
•System GUI
Deze functie is voor de TDM-iP1 en
TDM-NC1. De lijst met tracks wordt
weergegeven op het GUI-scherm van de
receiver. U kunt de track kiezen die u
wenst en het weergeven op elk GUI-
scherm.
• Adapter GUI
Deze functie is voor de TDM-iP1 en
TDM-NC1. De menulijst van deze
adapter wordt op het televisiescherm
afgebeeld.
Het kiezen van een
bedieningscherm om de
apparatuur te bedienen die is
aangesloten op de DIGITAL
MEDIA PORT-adapter
3,
4,6
1
5
2
95
NL
Andere bedieningsfuncties
•iPod
Deze functie kan worden gekozen als de
TDM-iP1 is aangesloten.
Als "DMPORT Control" niet wordt
weergegeven, raadpleeg dan de
Gebruiksaanwijzing die bij de component
is meegeleverd voor meer informatie over
de bediening van die component.
Het bedienen TDM-iP1 of TDM-
NC1 gebruiken van het GUI-
menu van de receiver
1 Zorg dat "System GUI" is
geselecteerd in stap 6 in "Het
kiezen van een
bedieningscherm om de
apparatuur te bedienen die is
aangesloten op de DIGITAL
MEDIA PORT-adapter" (zie
blz. 94).
2 Selecteer de inhoud uit de
inhoudslijst dat staat
weergegeven op het GUI-
scherm en geef het weer.
a)
Wordt alleen weergegeven als M-crew Server is
aangesloten.
b)
Wordt alleen weergegeven als een andere server
dan een DLNA-server M-crew Server is
aangesloten.
c)
Wordt weergegeven als "Genre", "Artist" of
"Album", afhankelijk van de instelling van "List
Mode".
Het bedienen TDM-iP1 of TDM-
NC1 gebruiken van het
adaptermenu
Zorg dat "Adapter GUI" is geselecteerd in stap
6 in "Het kiezen van een bedieningscherm om
de apparatuur te bedienen die is aangesloten
op de DIGITAL MEDIA PORT-adapter" (zie
blz. 94).
Voor nadere gegevens over het bedienen van
de adapter door gebruik te maken van het GUI-
menu van de adapter, verwijzen wij naar de
Gebruiksaanwijzing die bij de adapter die u
gebruikt is geleverd.
Het bedienen TDM-iP1 of iPod-
menu
Zorg dat "iPod" is geselecteerd in stap 6 in
"Het kiezen van een bedieningscherm om de
apparatuur te bedienen die is aangesloten op
de DIGITAL MEDIA PORT-adapter" (zie
blz. 94).
Voor nadere gegevens over de bediening van
de iPod, verwijzen wij naar de
bedieningshandleiding die is geleverd bij de
iPod.
Tijdens weergave van de geselecteerde track,
wijzigt het weergegeven scherm afhankelijk
van de DIGITAL MEDIA PORT-adapter die is
aangesloten.
Bedienen van het apparaat dat
is aangesloten op de DIGITAL
MEDIA PORT-adapter
iPod Playlists > Playlist > Track
Artists > Artist > Track
Albums > Album > Track
Songs > Track
Genres > Genre > Artist > Album > Track
Composers > Composer > Track
Audiobooks > Audiobook
Network Client Music Surfin
a)
> Album
c)
> Track
Playlist
a)
> Playlist > Track
Web Radio
a)
> Station > Program
Music Library
b)
> Album > Track
Het weergeven van de
geselecteerde track
wordt vervolgd
96
NL
U kunt ook de apparatuur bedienen die is
aangesloten op de DIGITAL MEDIA PORT-
adapter door gebruik te maken van de
weergavetoetsen op de afstandsbediening van
uw receiver.
* Als een TDM-iP1 is aangesloten, komt de
receiver in de pauzestand als x wordt ingedrukt.
** Houd de toetsen m/M ingedrukt om versneld
terug/vooruit te gaan.
Optieparametersi in de
weergavestanden
x Repeat Functie (alleen TDM-iP1)
•Off
•One
•All
x Shuffle (alleen TDM-iP1)
•Off
Songs
•Albums
x List Mode (alleen TDM-NC1)
All Tracks
•Disc List
Artist List
•Genre List
Tip
De List Mode kan worden gebruikt met het Function
List-menu, zelfs als de lijst wordt weergegven.
DIGITAL MEDIA PORT
berichtenlijst
*Alleen TDM-NC1.
Voor Bediening
Weergave Druk op H.
Pauze Druk op X. Druk nog een
keer op deze toets om de
weergave te hervatten.
Stop Druk op x.*
Naar het begin van een
track tijdens weergave
gaan, of naar het begin
van de vorige track gaan
Druk op ..
Naar het begin van de
volgende track gaan
Druk op >.
Overslaan naar het vorige
album
Druk op
B
.
Overslaan naar het
volgende album
Druk op
b.
Achterwaarts/voorwaarts
gaan
Druk op m/M.**
TDM-iP1
TDM-NC1
Afgebeelde
melding
Uitleg
No Adapter De adapter is niet
aangesloten.
No Device Er is geen apparaat op de
adapter aangesloten.
No Audio Er is geen audiobestand
gevonden.
Loading De gegevens worden
gelezen.
No Server* Er is geen server
aangesloten.
No Track* Er is geen track gevonden.
No Item* Er is geen onderdeel
gevonden.
Connecting* Aansluiten op de server.
Configuring* Het network wordt ingesteld.
Warning* Controleer het display van de
DIGITAL MEDIA PORT-
adapter.
Party Mode* Het toestel staat momenteel
in feeststand "Guest".
Searching* Zoeken naar de server.
97
NL
Andere bedieningsfuncties
Naamgeving van
ingangsbronnen
U kunt een zelfgekozen naam van maximaal 8
letters voor ingangsbronnen invoeren en deze
weergeven.
Hiermee kunt u handig aangeven welk
apparaat op welk aansluiting verbonden is.
1 Druk een onderdeel waarvoor u
een gekozen naam wilt
invoeren.
De volgende onderdelen kunnen een
naam krijgen.
De positie in de functie "Auto
Calibration" (zie blz. 50)
Geluids-/beeldbronnen (zie blz. 57)
Voorkeurzenders (zie blz. 90)
2 Druk op OPTIONS.
3 Selecteer "Name Input" en druk
vervolgens op .
Op het beeldscherm wordt een
softwarematig toetsenbord afgebeeld.
4 Druk op V/v/B/b om een
letterteken te selecteren en
druk dan op .
5 Druk op [Finish] om de naam in
te voeren.
Uw gekozen naam wordt nu in het
geheugen vastgelegd.
De ingevoerde naam annuleren
Druk op [Cancel].
Opmerking
Wanneer u een naam voor een RDS-zender invoert,
zal bij het afstemmen toch de Program Service naam
(PS) verschijnen, in plaats van de door u gekozen
naam. (U kunt de Program Service naam (PS) niet
wijzigen. De naam die u invoert zal worden
overschreven door de Program Service naam (PS).)
2
3-4
98
NL
Omschakelen tussen
digitale en analoge audio
(INPUT MODE)
Bij aansluiting van apparatuur op zowel de
digitale als analoge audio-
ingangsaansluitingen van deze receiver, kunt
u, afhankelijk van het geluidsmateriaal de
audio-ingangsfunctie voor digitale of analoge
audio vastleggen, of tussen beide wisselen.
1 Druk op de ingangsbrontoets.
U kunt ook de INPUT SELECTOR-knop
op de receiver gebruiken.
2 Druk op AMP.
3 Druk herhaaldelijk op INPUT
MODE om de audio-
ingangsfunctie te kiezen.
De gekozen audio-ingangsfunctie wordt
op het televisiescherm afgebeeld.
Audio-ingangsfuncties
•Auto
Verleent voorrang aan de digitale
geluidssignalen als er zowel digitale als
analoge aansluitingen zijn.
Stelt in op de analoge geluidssignalen
wanneer er geen digitale geluidssignalen
zijn.
•Analog
Stelt in op de analoge geluidssignalen die
binnenkomen via de AUDIO IN (L/R)-
ingangsaansluitingen.
Opmerkingen
Afhankelijk van de gekozen weergavebron is het
instellen van sommige audio-ingangsbronnen niet
mogelijk.
Als HDMI-invoer of DIGITAL MEDIA PORT-
adapter is geselecteerd, verschijnt "------" op het
display en kunt u geen andere functies kiezen.
Druk een andere ingang dan de HDMI-ingang,
satelliettuner en de DIGITAL MEDIA PORT-
adapter en stel daarna de audio-ingangsfunctie in.
Bij gebruik van de functie "2ch Analog Direct" of
wanneer multikanaals invoer als ingang wordt
gekozen, wordt de audio-invoer ingesteld op
"Analog". U kunt geen andere functies kiezen.
1
3
2
99
NL
Andere bedieningsfuncties
Weergave van andere
geluids-/beeldbronnen
U kunt aan een beschikbare ingang een andere
video- en/of geluidsbron toewijzen.
Voorbeeld) Sluit de OPTICAL OUT-
aansluiting van de dvd-speler aan op de
OPTICAL VIDEO 1 IN-aansluiting van deze
receiver, als u alleen maar invoer van digitale
optische audiosignalen van de dvd-speler wilt.
Sluit de componentvideo-aansluiting van de
dvd-speler aan op de COMPONENT VIDEO
DVD/BD IN-aansluiting van deze receiver als
u invoer van de videosignalen van de dvd-
speler wilt. Wijs video- en/of audiosignalen
toe aan de DVD/BD-invoeraansluiting met
behulp van "Input Assign" in het Input-menu.
1 Druk op AMP.
Als "GUI MODE" niet wordt getoond op
het display van de receiver, volgt u de
stappen in "7: Bedien de receiver met
GUI (Graphical User Interface)" (zie
blz. 45).
2 Druk meerdere keren op MENU
om het GUI-menu op het
televisiescherm weer te geven.
3 Druk herhaaldelijk op de
toetsen V/v om "Input", te
selecteren en druk dan op
of b.
4 Druk op V/v om de ingang te
kiezen die u wilt toewijzen.
5 Druk op OPTIONS om "Input
Assign" te selecteren.
6 Selecteer de audio en/of
videosignalen die u wilt
toewijzen aan de ingang die u
heeft geselecteerd in stap 4
door gebruik te maken van
V/v/B/b, en druk daarna op .
3,
4,6
5
1
2
wordt vervolgd
100
NL
Opmerkingen
U kunt niet de optische signalen van een
ingangsbron toewijzen aan de optische
ingangsaansluitingen van de receiver, en u kunt
niet de coaxiale signalen van de ingangsbron
toewijzen aan de coaxiale ingangsaansluitingen
van de receiver.
Wanneer u een digitale audio-ingang toewijst, kan
de INPUT MODE-instelling automatisch
veranderen.
U kunt niet meerdere HDMI-ingangen toewijzen
aan dezelfde ingang.
U kunt niet meerdere digitale audio-ingangen
toewijzen aan dezelfde geluidsbron.
U kunt niet meerdere componentvideo-ingangen
toewijzen aan dezelfde ingang.
Naam van de ingang
VIDEO1 VIDEO2 VIDEO3 DVD/
BD
SAT/
CATV
TAPE/
CD-R
MD/
DAT
SA-
CD/CD
MULTI
IN
Toewijsbare
video-
ingangen
Video1 Component aaa––aaaa
Video1 S a ––––––
Video1 Composite a –––––
Video2 S a ––––––
Video2 Composite a ––––––
Video3 S a –––––
Video3 Composite a –––––
DVD/BD
Component
aaa aaaa
DVD/BD S a –––––
DVD/BD
Composite
–––a –––––
SAT/CATV
Component
aa aaaaa
SAT/CATV S a ––––
SAT/CATV
Composite
–––a ––––
HDMI1 a a a aaaaaa
HDMI2 a a a aaaaaa
HDMI3 a a a aaaaaa
HDMI4 a a a aaaaaa
HDMI5 a a a aaaaaa
HDMI6 a a a aaaaaa
Toewijsbare
audio-
ingangen
Video1 OPT aa a –––a
Video3 OPT aaa–––a
SAT/CATV OPT a aa ––a
Tape/CD-R OPT a a a a
MD/DAT OPT a a ––aa
Video2 COAX
aaa aaa ––
DVD/BD COAX a aaaaa––
SA-CD/CD COAX a a aaaa
101
NL
Andere bedieningsfuncties
Omschakelen van de
aanduidingen op het
display
U kunt het geluidsveld enz. controleren door
deze aanduidingen op het display zichtbaar te
maken.
Druk herhaaldelijk op DISPLAY.
Bij elke druk op de toets DISPLAY veranderen
de aanduidingen als volgt.
Geselecteerde naam van de ingang t
Originele naam van de ingang t
Geluidsveldtype t Volume...
Tip
Bij de instelling "GUI MODE" kunt u de
aanduidingen op het display niet omschakelen. Druk
op SHIFT, en druk daarna op MENU om GUI te
annuleren op het display.
FM- en AM-band
Zendernaam t Frequentie t
Geluidsveldtype t Volume...
De zelfgekozen naam verschijnt alleen als er
een zelfgekozen naam voor de geluidsbron is
ingevoerd. De zelfgekozen naam verschijnt
niet als er alleen spaties zijn gekozen.
RDS-informatie
PS (Program Service naam)
a)
t Frequentie,
band en voorinstelnummer t PTY (Program
Type) indicatie
b)
t RT (Radio Text)
indicatie
c)
t CT (Clock Time) indicatie (in
24-uurs systeemstand) t Geluidsveldtype
a)
Deze informatie wordt ook aangegeven voor FM-
zenders die geen RDS-informatie uitzenden.
b)
Type programma dat wordt uitgezonden.
c)
Tekstberichten die door de RDS-zender worden
uitgezonden.
DISPLAY
MENU
SHIFT
102
NL
Betekenis van de aanduidingen op het display
Naam Functie
A SW Deze aanduiding gaat
branden als een subwoofer
is aangesloten en bij
weergave van het
audiosignaal via de SUB
WOOFER-aansluiting.
Wanneer deze aanduiding
zichtbaar is, stelt de receiver
een subwoofersignaal
samen op basis van het
L.F.E.-signaal van de
weergegeven disc of op
basis van de laagste tonen
van de voorkanalen.
B Weergave-
kanaal-
aanduidingen
L
R
C
SL
SR
S
SBL
SBR
SB
De letters (L, C, R, enz.)
geven aan welke
geluidskanalen er worden
weergegeven. Aan de
oplichtende vakjes rond de
letters kunt u zien hoe de
receiver het geluid mengt en
via welke luidsprekers het
wordt weergegeven
(gebaseerd op de
luidsprekerinstellingen).
Linksvoor
Rechtsvoor
Midden (mono)
Linksachter
Rechtsachter
Achter (monoweergave of
de surround-delen
verkregen door Pro Logic-
decodering)
Linksmiddenachter
Rechtsmiddenachter
Middenachter (de
middenachter-delen
verkregen door 6.1-kanaals
decodering)
Bijvoorbeeld:
Opnameformaat (Voor/
Achter): 3/2.1
Uitgangskanaal:
Achterluidsprekers in de
stand "NO".
Geluidsveld: A.F.D. AUTO
Naam Functie
LSW
SL
SR
CR
103
NL
Andere bedieningsfuncties
C ;Dolby
Digital+
Deze aanduiding gaat
branden wanneer de
receiver Dolby Digital+-
signalen decodeert.
D INPUT Deze aanduiding blijft
continu branden.
Bovendien licht een van de
ingangsaanduidingen op,
afhankelijk van de gekozen
weergavebron.
E AUTO Deze aanduiding gaat
branden wanneer de INPUT
MODE is ingesteld op
"Auto".
F HDMI Deze aanduiding gaat
branden bij aansluiting van
apparatuur via een HDMI
IN-aansluiting.
G DMPORT Deze aanduiding gaat
branden wanneer de
DIGITAL MEDIA PORT-
adapter is aangesloten en
and "DMPORT" is
geselecteerd.
H COAX Deze aanduiding gaat
branden wanneer INPUT
MODE staat ingesteld op
"Auto" en er een digitaal
signaal binnenkomt via de
COAXIAL-
ingangsaansluiting.
I TrueHD Deze aanduiding gaat
branden wanneer de
receiver Dolby TrueHD-
signalen decodeert.
J OPT Deze aanduiding gaat
branden wanneer INPUT
MODE staat ingesteld op
"Auto" en er een digitaal
signaal binnenkomt via de
OPTICAL-
ingangsaansluiting.
Naam Functie
K ANALOG Licht op als INPUT MODE
is ingesteld op "Auto" en er
geen digitaal signaal
binnekomt via de
COAXIAL of OPTICAL-
aansluitingen, of als INPUT
MODE is ingesteld op
"Analog" of als "2ch
Analog Direct" wordt
gebruikt.
L DTS-HD Deze aanduiding gaat
branden wanneer de
receiver DTS-HD-signalen
decodeert.
M MULTI IN Deze aanduiding gaat
branden wanneer de
instelling multikanaals
ingang is gekozen.
N MSTR Deze aanduiding gaat
branden wanneer de
receiver DTS-HD Master
Audio-signalen decodeert.
O D.RANGE Deze aanduiding gaat
branden wanneer de
compressie van het
dynamische bereik is
ingeschakeld.
P RDS Deze aanduiding gaat
branden bij ontvangst van
RDS-informatie.
Q EQ Deze aanduiding gaat
branden wanneer de
toonregelaar is
ingeschakeld.
R D.C.A.C. Deze aanduiding gaat
branden wanneer de
autokalibratie is
ingeschakeld.
S ZONE 2/
ZONE 3
Deze aanduiding gaat
branden wanneer bediening
van apparatuur in de 2e/3e
ruimte is ingeschakeld.
Naam Functie
wordt vervolgd
104
NL
T SLEEP Deze aanduiding gaat
branden wanneer de
slaaptimer is ingeschakeld.
U L.F.E. Deze aanduiding gaat
branden wanneer de
weergegeven disc een apart
L.F.E. (Low Frequency
Effects)-kanaal bevat en bij
daadwerkelijke weergave
van het geluid van het
L.F.E.-kanaal branden de
balkjes onder de letters om
het volumeniveau aan te
geven. Aangezien het L.F.E.
-signaal niet overal in het
ingangssignaal voortdurend
even krachtig aanwezig is,
kunnen de niveaubalkjes
tijdens de weergave sterk
fluctueren (en soms geheel
doven).
V ;DIGITAL
(EX)
Deze aanduiding gaat
branden wanneer de
reciever Dolby Digital
Surround signalen
decodeert. Wanneer de
receiver Dolby Digital
Surround EX-signalen
decodeert, gaat tevens
";DIGITAL EX"
branden. Bij weergave van
een disc met Dolby Digital-
formaat moet u ervoor
zorgen dat de aansluitingen
digitaal zijn en erop letten
dat de INPUT MODE niet
staat ingesteld op "Analog".
Naam Functie
W ;PRO
LOGIC (II/
IIx)
Licht op wanneer de
receiver Dolby Pro Logic-
verwerking toepast op
tweekanaals signalen om de
midden- en
achterkanaalsignalen
uitvoert. ";PRO LOGIC
II" licht ook op wanneer de
Dolby Pro Logic IIx Movie/
Music/Game-decoder is
geactiveerd. ";PRO
LOGIC II" licht ook op
wanneer de Dolby Pro
Logic IIx Movie/Music/
Game-decoder is
geactiveerd.
Opmerking
De aanduiding gaat echter niet
branden als de
middenluidspreker en
achterluidsprekers niet
aangesloten zijn.
X DTS (-ES) Licht op wanneer DTS-
signalen worden ingevoerd.
"DTS-ES" licht ook op
wanneer DTS-ES-signalen
worden gedecodeerd. Bij
weergave van een disc met
DTS-formaat moet u ervoor
zorgen dat de aansluitingen
digitaal zijn en erop letten
dat de INPUT MODE niet
staat ingesteld op "Analog".
Y NEO:6 Deze aanduiding gaat
branden wanneer de DTS
Neo:6 Cinema/Music-
decodering is ingeschakeld.
wh 96/24 Deze aanduiding gaat
branden wanneer de
receiver DTS 96/24-
signalen (96 kHz/24 bit)
decodeert.
wj MATRIX Deze aanduiding gaat
branden wanneer de DTS-
ES Matrix-decodering is
ingeschakeld.
Naam Functie
105
NL
Andere bedieningsfuncties
Gebruik van de
slaaptimer
U kunt de receiver automatisch laten
uitschakelen na een zelfgekozen tijdsduur.
Druk op SHIFT en daarna
herhaaldelijk op SLEEP.
Bij elke druk op de SLEEP veranderen de
aanduidingen op het display als volgt:
wk SB DEC Deze aanduiding gaat
branden wanneer de
middenachter-decodering is
ingeschakeld.
wl DISCRETE Deze aanduiding gaat
branden wanneer de DTS-
ES Discrete-decodering is
ingeschakeld.
e; DSD Deze aanduiding gaat
branden wanneer de
receiver DSD-signalen
(Direct Stream Digital)
decodeert (zie blz. 29).
ea Tuneraan-
duidingen
Licht op bij het gebruiken
van de receiver om af te
stemmen op radiozenders,
etc.
es PRESET Licht op als de
afstemfunctie is ingesteld in
de voorinstelstand.
ed MEMORY Deze aanduiding gaat
branden wanneer een
geheugenfunctie, Name
Input enz., is ingeschakeld.
ef neural THX Deze aanduiding gaat
branden wanneer de
receiver Neural-THX
signalen verwerkt.
eg BI-AMP Deze aanduiding gaat
branden als de keuze van de
middenachterluidsprekers
is ingesteld op "BI-AMP".
eh SP.A/SP.B Deze aanduiding gaat
branden, afhankelijk van
het gebruikte
luidsprekersysteem.
"SP.A" en "SP.B" gaan uit als
de SPEAKERS-schakelaar is
ingesteld op OFF of als een
hoofdtelefoon is aangesloten.
ej VOLUME Deze aanduiding geeft de
huidige geluidssterkte weer.
Naam Functie
SLEEP
SHIFT
wordt vervolgd
106
NL
Nadat u de slaaptimer hebt ingesteld, licht
"SLEEP" op.
Tip
Om te controleren hoeveel tijd er nog over is voordat
de receiver wordt uitgeschakeld, drukt u op de toets
SLEEP. Dan wordt de resterende tijdsduur op het
display getoond. Als u nog een keer op de toets
SLEEP drukt wordt de instelling van de slaaptimer
veranderd.
Opnemen met de receiver
Via deze receiver kunt u opnemen van een
video-/audioapparaat. Zie voor nadere
bijzonderheden tevens de gebruiksaanwijzing
van uw opnameapparaat.
Via deze receiver kunt u geluidsbronnen
opnemen op cassette of op minidisc. Zie voor
nadere bijzonderheden tevens de
gebruiksaanwijzing van uw cassettedeck of
minidisc-recorder.
1 Druk op de ingangsbrontoets
behorende bij het
weergaveapparaat.
2 Breng het weergaveapparaat in
gereedheid voor weergave.
Plaats bijvoorbeeld de op te nemen cd in
de cd-speler.
3 Tref voorbereidingen bij het
opnameapparaat.
Plaats een lege minidisc in de minidisc-
recorder of cassette in het cassettedeck en
stel het opnameniveau in.
4 Start het opnemen op het
opnameapparaat en start dan
de weergave op het
weergaveapparaat.
Opnemen op een audiocassette
of minidisc
1
107
NL
Andere bedieningsfuncties
Opmerkingen
Geluidsaanpassingen hebben geen effect op het
signaal dat wordt uitgezonden over de MD/DAT
OUT-aansluitingen.
De audioinvoersignalen van de MULTI
CHANNEL INPUT-aansluitingen worden niet
uitgezonden.
Opnemen van digitale signalen
Sluit een weergaveapparaat aan op de digitale
audio-ingang (OPTICAL IN) en sluit een
opnameapparaat aan op de OPTICAL MD/
DAT OUT-aansluiting.
1 Druk op de ingangsbrontoets
behorende bij het
weergaveapparaat.
2 Breng het weergaveapparaat in
gereedheid voor afspelen.
Plaats bijvoorbeeld de videocassette, die
u wilt kopiëren, in de videorecorder.
3 Tref voorbereidingen bij het
opnameapparaat.
Plaats een voor opnemen geschikte
videocassette, of iets dergelijks in het
opnameapparaat (VIDEO 1 of VIDEO 2)
die u voor opnemen gebruikt.
4 Start het opnemen op het
opnameapparaat en start dan
de weergave op het
weergaveapparaat.
Opmerkingen
Bepaalde weergavebronnen kunnen zijn voorzien
van een kopieerbeveiliging die het opnemen
blokkeert. Een dergelijke weergavebron zult u niet
kunnen opnemen.
De audioinvoersignalen van de MULTI
CHANNEL INPUT-aansluitingen worden niet
uitgezonden.
Vanaf de analoge uitgangsaansluiting worden
alleen analoge ingangssignalen uitgevoerd (voor
opname).
Vanaf de digitale uitgangsaansluiting worden
alleen digitale ingangssignalen uitgevoerd (voor
opname).
HDMI-geluid kan niet worden opgenomen.
Opnemen op opnamemedia
108
NL
Luisteren naar de
geluidsweergave in een
andere ruimte
(ZONE 2/ZONE 3 bedieningen)
U kunt genieten van beeld- en
geluidsweergave van een, op deze receiver
aangesloten, apparaat die ergens anders (2e of
3e ruimte) staat opgesteld dan de hoofdruimte.
U kunt bijvoorbeeld een dvd bekijken in de
hoofdruimte en luisteren naar een cd-weergave
in de 2e of 3e ruimte.
Bij gebruik van een infraroodrelaisstation (niet
bijgeleverd), kunt u zowel het apparaat in de
hoofdruimte als de Sony-receiver in de 2e of
3e ruimte bedienen vanuit de 2e of 3e ruimte.
De weergavebron voor de ZONE 2- of
ZONE 3 OUT-aansluiting veranderen.
De Sony-receiver in de 2e of 3e ruimte in- of
uitschakelen.
Voordat u de 2e/3e
ruimtefunctie gebruikt
Het is noodzakelijk aansluitingen te maken en
het menu in te stellen.
Voor meer informatie over de instellingen,
raadpleegt u de volgende afbeelding of "2: De
luidsprekers aansluiten" (zie blz. 18).
Stel "Sur Back Assign" of "ZONE 2" in onder
het Speaker-instelmenu.
109
NL
Andere bedieningsfuncties
1: Aansluitingen voor de 2de ruimte
1 Geluidsweergave via de luidsprekers in de 2de ruimte met behulp van de
SURROUND BACK SPEAKERS-aansluiting van de receiver.
2 Geluidsweergave via de luidsprekers in de 2de ruimte met behulp van de
receiver en een andere versterker.
A Audioapparaat
B Videoapparaat
C Infraroodrelaisstation (niet bijgeleverd)
D Luidsprekers
Hoofdruimte 2de ruimte
TV-scherm
A
ZONE 2 VIDEO
OUT
B
D
STR-DA5300ES
D
SURROUND BACK
SPEAKERS
C
RM-AAL009
Hoofdruimte 2de ruimte
ZONE 2 VIDEO
OUT
TV-
scherm
A
ZONE 2 AUDIO
OUT
B
C
EE
D
STR-DA5300ES
C
A Audioapparaat
B Videoapparaat
C Infraroodrelaisstation (niet bijgeleverd)
D Sony Versterker/receiver
E Luidsprekers
RM-AAL009
wordt vervolgd
110
NL
2: Aansluitingen voor de 3de ruimte
A
ZONE 3 AUDIO
OUT
B
EE
D
STR-DA5300ES
C
Hoofdruimte 3de ruimte
A Audioapparaat
B Videoapparaat
C Infraroodrelaisstation (niet bijgeleverd)
D Sony Versterker/receiver
E Luidsprekers
RM-AAL009
C
111
NL
Andere bedieningsfuncties
1 Druk op AMP.
Als "GUI MODE" niet wordt getoond op
het display van de receiver, volgt u de
stappen in "7: Bedien de receiver met
GUI (Graphical User Interface)" (zie
blz. 45).
2 Druk meerdere keren op MENU
om het GUI-menu op het
televisiescherm weer te geven.
3 Druk herhaaldelijk op de
toetsen V/v om "Settings", te
selecteren en druk dan op
of b.
4 Druk herhaaldelijk op V/v om
"Multi Zone", te selecteren en
druk dan op .
5 Druk op V/v om de ruimte
waarnaar u de audio-/video-
uitgangssignalen wilt
uitvoeren, te selecteren en druk
daarna op .
"Main" (deze receiver) blijft altijd
geselecteerd. Ga naar stap 7 als de
instelling ongewijzigd blijft.
6 Druk herhaaldelijk op V/v om
"ON" of "OFF" te selecteren en
druk dan op .
7 Druk herhaaldelijk op V/v/B/b
om het item en de parameter te
selecteren en druk dan op .
x Power
Hiermee kunt u de bediening in andere ruimtes
inschakelen.
•ON
•OFF
x Input
Hiermee kiest u de beeld-/geluidsbron
waarvan de signalen worden doorgegeven naar
de ruimte. Audio- en video-uitgangssignalen
Instellen van audio-/video-
uitgangssignalen voor de 2e of
3e ruimte
3-7
1
2
Multi Zone-menuparameters
wordt vervolgd
112
NL
worden doorgegeven naar de 2e ruimte, naar
de 3e ruimte worden alleen audio-
uitgangssignalen doorgegeven.
x Volume
Hiermee kunt u het volume in de ruimte
regelen.
x 12V Trigger
Hiermee kunt u de receiver in een andere ruimte
in- en uitschakelen, of een keuze maken uit
verscheidene gebruiksopties van de 12V
Trigger-functie, zoals onderstaand
beschreven.
•OFF
Hiermee worden geen 12V aan/uit-signalen
verstuurd wanneer de eerste receiver wordt
ingeschakeld.
ZONE
Hiermee zorgt u dat wel/geen 12V aan/
uitsignalen worden verstuurd wanneer de
receiver in de gekozen ruimte in-/
uitgeschakeld wordt.
•CTRL
Hiermee kunt u het verzenden van een 12V
aan/uit-signaal handmatig regelen via het
CIS-commando van de afstandsbediening.
INPUT (alleen voor "Main")
Hiermee kunt u het verzenden van een 12V
aan/uit-signaal bij inschakelen van de
vooringestelde ingangsbron aanzetten.
Als u "Input", kiest, wordt een instelscherm
afgebeeld, waarop u ieder aan/uit-signaal
kunt in- of uitschakelen. Druk op V/v om de
ingang te selecteren en druk dan op om
een vinkje in het vakje te plaatsen.
MAIN (alleen voor "Ruimte 2" en "Ruimte
3")
Hiermee kunt de bediening van de aan/
uitsignalen in de 2e of 3e ruimte koppelen
aan de hoofdreceiver.
Tips
• Zelfs wanneer deze receiver in stand-by staat (druk
op ?/1 op de afstandsbediening om deze receiver
uit te schakelen), blijft de receiver in ruimte 2 of 3
ingeschakeld. Druk gelijktijdig op de toets ?/1 en
AV ?/1 van de afstandsbediening RM-AAL009
om alle receivers uit te schakelen (SYSTEM
STANDBY).
Alleen de signalen van componenten, die is
aangesloten op de analoge ingangsaansluitingen,
worden weergeven via de ZONE 2 OUT/ZONE 3
OUT-aansluitingen. Er worden geen signalen
weergegeven van apparatuur die is aangesloten op
alleen de digitale ingangsaansluitingen.
Wanneer SOURCE is geselecteerd, worden de
signalen die naar de MULTI CHANNEL INPUT-
aansluitingen worden ingevoerd, niet uitgevoerd
van de ZONE 2 OUT- of ZONE 3 OUT-
aansluiting, zelfs wanneer de meerkanaals invoer is
geselecteerd. Dan worden de analoge signalen van
de huidige geluidsbron weergegeven.
Wanneer "Tuner" is geselecteerd, wordt hetzelfde
type radiozender (FM/AM) dat in de hoofdruimte
is ingesteld in ruimte 2 of 3, geselecteerd. U kunt
echter een andere invoer dan "Tuner" selecteren in
ruimtes 2 en 3.
Wanneer de receiver in de hoofdzone wordt
uitgeschakeld, of als een andere ingangsbron dan
"Tuner" is geselecteerd, kunt u een AM- of FM-
radiozender selecteren in ruimte 2. Wanneer de
receiver in de hoofdzone en ruimte 2 is
uitgeschakled, kunt u een AM- of FM-radiozender
selecteren in ruimte 3.
Als twee van de receivers in de hoofdruimte, 2e
ruimte of 3e ruimte worden uitgeschakeld, kunt u
in de resterende ruimte, waar de receiver nog
ingeschakeld is, een type radiozender kiezen uit
FM/AM.
x RS-232C Control
•ON
In deze instelling kan de receiver
commando's van de RS-232C-aansluitpoort
ontvangen.
•OFF
In deze instelling kan de receiver geen
commando's van de RS-232C-aansluitpoort
ontvangen.
Beschikbare menuparameters
voor de bediening in de 2e/3e
ruimte
113
NL
Andere bedieningsfuncties
Over de IR REMOTE-aansluiting
Via de IR REMOTE-aansluiting van een
infraroodrelaisstation (niet bijgeleverd) kunt u
de receiver bedienen zonder dat u de
afstandsbediening op de infraroodontvanger
van de receiver hoeft te richten.
Gebruik een infraroodrelaisstation als u de
receiver op een plaats buiten het bereik van de
afstandsbedieningssignalen zet.
Bij aansluiting van twee
versterkers
Als u geen gebruik maakt van
middenachterluidsprekers kunt u bij
aansluiting van twee versterkers de
SURROUND BACK SPEAKERS-
aansluitingen gebruiken voor de
voorluidsprekers.
De luidsprekers aansluiten
Verbind de aansluitingen op de Lo (of Hi)-kant
van de voorluidsprekers met de FRONT
SPEAKERS A-aansluitingen en sluit de
aansluitingen aan op de Hi (of Lo)-kant van de
voorluidsprekers op de SURROUND BACK
SPEAKERS-aansluitingen. Zorg er voor dat
het metalen montagemateriaal van Hoog/Laag
van de luidsprekers verwijderd is. Als u dit
nalaat kan er een storing in de receiver
optreden.
De luidsprekers instellen
Stel "Sur Back Assign" of "BI-AMP" in onder
het Speaker-instelmenu. Dezelfde
signaaluitvoer van de FRONT SPEAKERS A-
aansluitingen kan worden uitgezonden via de
SURROUND BACK SPEAKERS-
aansluitingen door het instellen van "Sur Back
Assign" op "BI-AMP".
Infraroodrelaisstation
(niet bijgeleverd)
STR-DA5300ES
RM-AAL009
Voorluidspreker
(R)
Voorluidspreke
r
(L)
Hi
Lo
Hi
Lo
wordt vervolgd
114
NL
Opmerkingen
Bij aansluiting van twee versterkers kunnen de
FRONT SPEAKERS B-aansluitingen niet worden
gebruikt.
Maak eerst de instellingen voor aansluiting met
twee versterkers, voordat u de functie "Auto
Calibration" gaat gebruiken.
Bij de instellingen voor aansluiting met twee
versterkers, worden luidsprekerniveau, balans en
instelling voor toonregeling van de
middenachterluidsprekers ongeldig en vervangen
door de instellingen van de voorluidsprekers.
De signalen die uitgevoerd worden via de PRE
OUT-aansluitingen hebben dezelfde instellingen
als de signalen die uitgevoerd worden via de
SPEAKERS-aansluitingen.
Gebruik van het
CONTROL S-
bedieningssysteem
Als u beschikt over een voor het CONTROL
S-systeem geschikte televisietoestel,
satellietontvanger, videomonitor, dvd-speler
of videorecorder van Sony, gebruikt u een
CONTROL S-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
om de CTRL S IN-aansluiting (voor een
televisietoestel, satellietontvanger of
videomonitor) of de CTRL S OUT-aansluiting
(voor een videorecorder, enz.) van de receiver
te verbinden met een geschikte CONTROL S-
aansluiting van het betreffende apparaat. Voor
nadere bijzonderheden, zie tevens de
gebruiksaanwijzing die bijgeleverd is met het
televisietoestel, satellietontvanger,
videomonitor, videorecorder, enz.
Als u de CONTROL S OUT-
aansluiting op een ander
apparaat aansluit op de CTRL S
IN-aansluiting op deze receiver
Bijvoorbeeld
De infraroodontvanger van het apparaat op de
CONTROL S OUT-aansluiting zal nu de
afstandsbedieningssignalen precies zo
ontvangen als de infraroodontvanger van deze
receiver. Dit kan handig zijn als u deze receiver
bijvoorbeeld hebt opgesteld in een rek, enz.
Televisietoestel,
videorecorder,
tuner,
videomonitor,
enz.
Receiver
Afstandsbediening
115
NL
Andere bedieningsfuncties
Als u de CONTROL S IN-
aansluiting op een ander
apparaat aansluit op de CTRL S
OUT-aansluiting op deze
receiver
Bijvoorbeeld
De infraroodsensor op deze receiver ontvangt
afstandsbedieningssignalen op dezelfde
manier als de infraroodontvanger op het
CONTROL S IN-apparaat. Dit is handig
wanneer u het ander apparaat op enige afstand
van dit apparaat opstelt.
Bediening zonder
aansluiting op de
televisie
Het is mogelijk deze receiver met behulp van
de display te bedienen, ook al maakt u, door
het niet aansluiten van een televisiescherm,
geen gebruik van de GUI-weergavefunctie.
Druk op SHIFT, en druk daarna op
MENU om "DISPLAY" weer te
geven op het display.
Als "GUI MODE" wordt weergegeven op het
displayscherm, wordt het menu ingesteld voor
weergave op het televisiescherm met gebruik
van een GUI.
Receiver
TV Video-
recorder
Tuner
Afstandsbediening
116
NL
In elk menu zijn de volgende menuonderdelen
beschikbaar. Voor nadere bijzonderheden over
het navigeren door de menu's, zie blz. 47.
Overzicht van de menu's
Menu Onderdeel Instelparameter Oorspron
kelijke
instelling
Auto Calibration AUTO CAL START?
COMPLETE
[xxxxxxxxxx]
RETRY, SAVE EXIT, WRN CHECK,
PHASE INFO, DIST. INFO,
LEVEL INFO, EXIT
SAVE
EXIT
WARNING CODE [xxx:4x] FL, FR, C, SL, SR, SBL,
SBR : 0, 1, 2, 3, 4
ERROR CODE [xxx:3x] F, SR, SB : 0, 1, 2, 3, 4
CAL TYPE [xxxxxxxxx] FULL FLAT, ENGINEER,
FRONT REF, OFF
FULL FLAT
POSITION [xxxxxxxx] POS.1, POS.2, POS.3 POS.
1
NAME IN ? [xxxxxxxx]
Level Settings TEST TONE [xxxxxxxx] OFF, L tot SW (AUTO), L tot SW (FIX) OFF
PHASE NOISE [xxxxxxx] OFF, L/C, C/R, R/SL, R/SR, SR/SL,
SR/SBR, SBR/SBL, SBL/SL, SL/L,
L/SR
OFF
PHASE AUDIO [xxxxxxx] OFF, L/C, C/R, R/SL, R/SR, SR/SL,
SR/SBR, SBR/SBL, SBL/SL, SL/L,
L/SR
OFF
FRONT L [xxx.x dB] –10,0 dB tot +10,0 dB (0,5 dB per stap) 0 dB
FRONT R [xxx.x dB] –10,0 dB tot +10,0 dB (0,5 dB per stap) 0 dB
CENTER [xxx.x dB] –20,0 dB tot +10,0 dB (0,5 dB per stap) 0 dB
SURROUND L [xxx.x dB] –20,0 dB tot +10,0 dB (0,5 dB per stap) 0 dB
SURROUND R [xxx.x dB] –20,0 dB tot +10,0 dB (0,5 dB per stap) 0 dB
SUR BACK [xxx.x dB] –20,0 dB tot +10,0 dB (0,5 dB per stap) 0 dB
SUR BACK L [xxx.x dB] –20,0 dB tot +10,0 dB (0,5 dB per stap) 0 dB
SUR BACK R [xxx.x dB] –20,0 dB tot +10,0 dB (0,5 dB per stap) 0 dB
SUB WOOFER [xxx.x dB] –20,0 dB tot +10,0 dB (0,5 dB per stap) 0 dB
MULTI CH SW [xxx dB] 0 dB, +10,0 dB 0 dB
D. RANGE COMP. [xxx] OFF, STD, MAX OFF
117
NL
Andere bedieningsfuncties
Speaker Settings SP PATTERN [xxxxx] 2/0 tot 3/4,1 3/4,1
SUB WOOFER [xxx] NO, YES YES
FRONT SP [xxxxx] SMALL, LARGE LARGE
CENTER SP [xxxxx] NO, SMALL, LARGE LARGE
SURROUND SP [xxxxx] NO, SMALL, LARGE LARGE
SUR BACK SP [xxxxxx] NO, SINGLE, DUAL DUAL
BI-AMP [xxx] OFF, ON OFF
ZONE 2 SP [xxx] OFF, ON OFF
FRONT L [xxxxxxxxx] 1,0 tot 10,0 m (1 cm stap) 3 m 0 cm
FRONT R [xxxxxxxxx] 1,0 tot 10,0 m (1 cm stap) 3 m 0 cm
CENTER [xxxxxxxxx] 1,0 tot 10,0 m (1 cm stap) 3 m 0 cm
SURROUND L
[xxxxxxxxx]
1,0 tot 10,0 m (1 cm stap) 3 m 0 cm
SURROUND R
[xxxxxxxxx]
1,0 tot 10,0 m (1 cm stap) 3 m 0 cm
SUR BACK [xxxxxxxxx] 1,0 tot 10,0 m (1 cm stap) 3 m 0 cm
SUR BACK L
[xxxxxxxxx]
1,0 tot 10,0 m (1 cm stap) 3 m 0 cm
SUR BACK R
[xxxxxxxxx]
1,0 tot 10,0 m (1 cm stap) 3 m 0 cm
SUB WOOFER
[xxxxxxxxx]
1,0 tot 10,0 m (1 cm stap) 3 m 0 cm
DISTANCE UNIT [xxxxx] meter, feet meter
SP POSI. [xxxxxxxxx] SIDE/LOW, SIDE/HIGH, BEHD/LOW,
BEHD/HIGH
SIDE/LOW
FR CROSSOVER* [xxx Hz] 40 Hz tot 200 Hz (10 Hz stap) 120 Hz
CNT CROSSOVER* [xxx Hz] 40 Hz tot 200 Hz (10 Hz stap) 120 Hz
SUR CROSSOVER* [xxx Hz] 40 Hz tot 200 Hz (10 Hz stap) 120 Hz
CNT A.DOWN MIX [xxx] OFF, ON OFF
SP IMPEDANCE [x ohm] 4 ohm, 8 ohm 8 ohm
Menu Onderdeel Instelparameter Oorspron
kelijke
instelling
*U
k
unt
d
eze
i
nste
lli
ng n
i
et se
l
ecteren a
l
s
d
e
l
u
id
spre
k
er
i
s
i
ngeste
ld
op "LARGE".
wordt vervolgd
120
NL
Voor nadere bijzonderheden over de functie
"Auto Calibration", zie "9: Het automatisch
kalibreren van de juiste luidsprekeropstelling
(Auto Calibration)" (zie blz. 50).
Raadpleeg "Voordat u de "Auto Calibration"
uitvoert" (zie blz. 50) voordat u de functie
"Auto Calibration" gaat uitvoeren.
Bijregelen op de receiver zelf
1
Druk op SHIFT en druk daarna op
MENU om te schakelen van "GUI
MODE" naar "DISPLAY MODE".
2 Druk op AMP.
De bediening van de receiver is
ingeschakeld.
3 Druk op MENU.
De aanduiding "Auto Calibration" wordt
afgebeeld.
4 Druk op .
5 Druk herhaaldelijk op V/v om "AUTO
CAL START?" te selecteren en druk
dan op om de metingen te
beginnen.
De meting start na vijf seconden. Het
aftellen wordt weergegeven.
Opmerking
Verlaat, tijdens het aftellen, het meetgebied om
meetfouten te voorkomen.
6 De meting start.
De meting zal ongeveer 30 seconden duren.
Blijf wachten totdat de meting is beëindigd.
Om autocalibratie te annuleren, wijzigt u het
volume, schakelt u de MUTING-functie in,
wisselt u van functie, wijzigt u de instelling
van de SPEAKERS-schakelaar van de receiver
of sluit u de hoofdtelefoon aan.
Opmerking
De hoogte waarop de achterluidsprekers en
middenachterluidsprekers zich bevinden wordt niet
gemeten.
Stel deze waarde in met behulp van de instelling "SP
POSI" in het Speaker-instelmenu.
Tips
Met uitzondering van het in-/uitschakelen van de
receiver, zijn alle andere bedieningsfuncties niet
beschikbaar tijdens het uitvoeren van de
automatische-kalibratiefunctie.
• In de volgende gevallen komen de metingen niet op
de juiste wijze tot stand of kan "Auto Calibration"
niet uitgevoerd worden.
bij gebruik van speciale luidsprekers, zoals
dipoolluidsprekers.
als de functie meerdere ruimtes gebruikt wordt
in de 2de ruimte.
De meetresultaten van de
functie "Auto Calibration"
bevestigen/opslaan bij
uitgeschakelde GUI-functie
1
Bevestig de meetresultaten.
Na beëindiging van de meting, klinkt er een
geluidssignaal en de meetresultaten worden
op het display afgebeeld.
2 Druk herhaaldelijk op de toetsen V/v
om een onderdeel te selecteren en
druk dan op .
De meetresultaten worden opgeslagen.
Een "Auto Calibration" uitvoeren
Meetresulta-
ten
Aanduiding
Uitleg
Als het
meetproces
succesvol is
verlopen
COMPLETE
Ga verder naar
stap 2.
Als het
meetproces niet
succesvol is
verlopen
ERROR
CODE 3x
Zie "Lijst van
meldingen na een
automatische-
kalibratiemeting"
(zie blz. 55)
.
Onderdeel Uitleg
RETRY Hiermee wordt de "Auto
Calibration" opnieuw
uitgevoerd.
SAVE EXIT Hiermee worden de
meetresultaten opgeslagen en
daarna wordt de
instelprocedure verlaten.
121
NL
Andere bedieningsfuncties
3 Druk herhaaldelijk op de toetsen V/v
om de parameter te selecteren en druk
dan op .
Tip
De grootte van een luidspreker (LARGE/SMALL)
wordt bepaald door de lage karakteristieken. De
meetresultaten kunnen variëren, afhankelijk van de
positie van de optimaliseringsmicrofoon en de
luidsprekers en de vorm van de ruimte. Het wordt
aangeraden om de meetresultaten te gebruiken. U
kunt echter deze instellingen veranderen in het
Speaker-instelmenu. Zorg eerst dat de
meetresultaten opgeslagen worden en probeer
daarna, indien gewenst, de instellingen te
veranderen.
Als u kiest voor "PHASE INFO"
Hiermee kunt u de fase van elke luidspreker
controleren (in/uit fase).
Druk herhaaldelijk op V/v om een
luidspreker te selecteren en druk dan op
om terug te keren naar stap 1 in "De
meetresultaten van de functie "Auto
Calibration" bevestigen/opslaan bij
uitgeschakelde GUI-functie".
Tip
Afhankelijk van de plaats van de subwoofer, kunnen
de meetresultaten m.b.t. de polariteit verschillen. Dit
levert echter geen problemen op als u deze waarde
met de receiver blijft gebruiken.
WRN CHECK Hiermee wordt een melding
m.b.t. de meetresultaten
afgebeeld. Zie "Als u kiest
voor "WRN CHECK"" (zie
blz. 55).
PHASE INFO Hiermee wordt de fase van
elke luidspreker afgebeeld
(in/uit fase). Zie "Als u kiest
voor "PHASE INFO"".
DIST.INFO Hiermee wordt als
meetresultaat de afstand van
de luidspreker afgebeeld.
LEVEL INFO Hiermee wordt als
meetresultaat het niveau van
de luidspreker afgebeeld.
EXIT Hiermee wordt de
instelprocedure verlaten
zonder dat de meetresultaten
opgeslagen worden.
Type AUTO EQ Uitleg
FULL FLAT Hiermee wordt de vlakke
frequentie van elke
luidspreker gemeten.
ENGINEER Hiermee wordt de
frequentiekarakteristieken
zodanig ingesteld dat ze
overeenkomen met de
karakteristieken van een
ruimte volgens de Sony-
norm.
FRONT REF Past de karakteristieken van
elke luidspreker zodanig aan
dat deze overeenkomen met
de karakteristieken van de
voorluidsprekers.
OFF Schakelt typekeuze van de
functie "Auto Calibration"
uit.
Onderdeel Uitleg
Aanduiding Uitleg
IN De luidspreker is in fase.
OUT De luidspreker is uit fase. De
aansluitingen "+" en "–" van de
luidspreker zijn waarschijnlijk
verkeerd om aangesloten.
Afhankelijk van de luidsprekers,
kan de melding "OUT" op het
televisiescherm afgebeeld
worden, zelfs als de luidsprekers
op de juiste wijze aangesloten
zijn. Dit vanwege de
eigenschappen van de
luidsprekers. In dat geval kunt u
doorgaan met het gebruik van de
receiver.
– – – Er zijn geen luidsprekers
aangesloten.
122
NL
Voor nadere bijzonderheden over elk
geluidsveldtype, zie "Genieten van een
voorgeprogrammeerd geluidsveld" (zie
blz. 66).
Druk herhaaldelijk op 2CH/
A.DIRECT, A.F.D., MOVIE, of
MUSIC.
Het gekozen geluidsveldtype wordt op het
display afgebeeld.
U kunt ook de 2CH/A.DIRECT, A.F.D.,
MOVIE, of MUSIC-toetsen gebruiken op de
receiver.
Druk op 2CH/A.DIRECT.
U kunt ook de 2CH/A.DIRECT-knop op de
receiver gebruiken.
Voor nadere bijzonderheden over de bediening
van de tuner, zie "Bediening van de tuner" (zie
blz. 88).
Afstemmen op radiozenders
1
Druk herhaaldelijk op de toets TUNER
om te kiezen voor FM of AM.
U kunt ook de INPUT SELECTOR-knop
op de receiver gebruiken.
2 Druk op TUNING + of TUNING –.
Druk op de toets TUNING + om de
afstemband van laag naar hoog te
doorzoeken en druk op de toets TUNING –
om de afstemband van hoog naar laag te
doorzoeken. De receiver stopt met zoeken
wanneer er een radiozender wordt
ontvangen.
U kunt ook drukken op TUNING MODE
op de receiver om "AUTO" te selecteren en
daarna terugkeren naar TUNING om
zenders te selecteren.
Rechtstreeks afstemmen op
een zender (Directe
afstemming)
1
Na keuze van de afstemband FM of AM
drukt u op de toets D.TUNING.
2 Voer de afstemfrequenties in met
behulp van de cijfertoetsen en druk
daarna op om deze in te voeren.
1 Stem af op de radiozender die u
wilt voorinstellen.
Raadpleeg "Afstemmen op radiozenders"
voor details over de bewerking.
2 Druk op MEMORY.
"MEMORY" verschijnt enkele seconden
op het display. Voer de stappen 3 en 4 uit
voordat de aanduiding op het display
verandert.
3 Druk op PRESET + of PRESET –
om een voorinstelnummer te
selecteren.
U kunt tot 30 FM- en 30 AM-
radiozenders in het geheugen vastleggen
als voorkeurzenders. Als de aanduiding
"MEMORY" dooft voordat u een nummer
hebt gekozen, gaat u terug naar stap 2.
4 Druk op ENTER.
De ontvangen radiozender wordt dan
vastgelegd onder uw gekozen
voorinstelnummer. Als de aanduiding
"MEMORY" dooft voordat u een nummer
hebt gekozen, gaat u terug naar stap 2.
5 Herhaal de stappen van 1 t/m 4
voor elk van de
voorkeurzenders die u wilt
vastleggen.
Kiezen van een geluidsveldtype
Luisteren naar het geluid zonder
enige bijregeling (ANALOG
DIRECT)
Luisteren naar de FM/AM-radio
Voorinstellen van radiozenders
123
NL
Andere bedieningsfuncties
De voorkeurzender kiezen
1
Druk herhaaldelijk op de toets TUNER
om te kiezen voor FM of AM.
2 Druk herhaaldelijk op PRESET + of
PRESET – om de gewenste
voorkeurzender te kiezen.
U kunt ook met behulp van de cijfertoetsen
de gewenste voorkeurzender kiezen. Druk
daarna op ENTER om de keuze in te
voeren.
U kunt ook herhaaldelijk op TUNING
MODE drukken op de receiver om
"PRESET" te selecteren en daarna
TUNING gebruiken om de gewenste
voorkeurzenders te selecteren.
Druk tijdens ontvangst van een
RDS-zender herhaaldelijk op
DISPLAY-toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de RDS-informatie op het display
als volgt:
PS (Program Service naam)
a)
t Frequentie,
band en voorinstelnummer t PTY (Program
Type) indicatie
b)
t RT (Radio Text)
indicatie
c)
t CT (Clock Time) indicatie (in
24-uurs systeemstand) t Geluidsveldtype
a)
Deze informatie wordt ook aangegeven voor FM-
zenders die geen RDS-informatie uitzenden.
b)
Type programma dat wordt uitgezonden.
c)
Tekstberichten die door de RDS-zender worden
uitgezonden.
Voor nadere bijzonderheden over de
aansluitingen en instellingen van de 2e/3e
ruimte, zie "Luisteren naar de
geluidsweergave in een andere ruimte (ZONE
2/ZONE 3 bedieningen)" (zie blz. 108).
De volgende handelingen zijn van toepassing
op het bedienen van een receiver in de 2de of
3de ruimte met van een aangesloten
infraroodrelaisstation. Gebruik deze receiver
in de hoofdruimte als er geen
infraroodrelaisstation aangesloten is.
Aangeven van RDS-informatie
op het display
Bediening van de weergave in
de 2e en 3e ruimte
4
1
2
5
wordt vervolgd
124
NL
1 Schakel de eerste receiver
(deze receiver) in.
2 Druk op ZONE 2 of ZONE 3.
De afstandsbediening schakelt om voor
bediening van de 2e of 3e ruimte.
3 Schakel de versterker in de 2e
of 3e ruimte in.
4 Druk op INPUT SELECTOR op
de afstandsbediening om de
bronsignalen die u wilt
uitvoeren te selecteren.
In de 2de ruimte kunnen analoge beeld-
en geluidssignalen worden weergegeven.
In de 3e ruimte worden alleen analoge
audiosignalen weergegeven. Wanneer u
SOURCE kiest, worden de signalen van
de huidige weergavebron doorgegeven.
5 Stel een geschikte
geluidssterkte in.
In de afbeelding 1-1 (zie blz. 109),
kunt u alleen het volumeniveau van de
middenachterluidspreker in de 2e
ruimte instellen.
Druk op de toets MASTER VOL +/– op
de afstandsbediening om het volume te
regelen.
In de afbeelding 1-2 (zie blz. 109) of 2
(zie blz. 110), kunt u de geluidssterkte
bijregelen door middel van de receiver
in de 2de of 3de kijk-/luisterruimte.
Tips
• Zelfs wanneer deze receiver in stand-by staat (druk
op ?/1 op de afstandsbediening om deze receiver
uit te schakelen), blijft de receiver in ruimte 2 of 3
ingeschakeld. Druk gelijktijdig op de toets ?/1 en
AV ?/1 van de afstandsbediening RM-AAL009
om alle receivers uit te schakelen (SYSTEM
STANDBY).
Alleen de signalen van componenten, die is
aangesloten op de analoge ingangsaansluitingen,
worden weergeven via de ZONE 2- of ZONE 3-
aansluiting. Er worden geen signalen weergegeven
van apparatuur die is aangesloten op alleen de
digitale ingangsaansluitingen.
Wanneer SOURCE is geselecteerd, worden de
signalen die naar de MULTI CHANNEL INPUT-
aansluitingen worden ingevoerd, niet uitgevoerd
van de ZONE 2 OUT- of ZONE 3 OUT-
aansluiting, zelfs wanneer de meerkanaals invoer is
geselecteerd. Dan worden de analoge signalen van
de huidige geluidsbron weergegeven.
125
NL
Gebruik van de afstandsbediening
Elk apparaat met behulp
van de afstandsbediening
bedienen
Bij programmering van de afstandsbediening
voor het bedienen van de volgende Sony-
apparaten of niet-Sony-apparaten, kunt u
gebruik maken van de met een stip aangegeven
afstandsbedieningstoetsen. Let er wel op dat u
sommige toetsen niet kunt gebruiken voor de
bediening van uw apparaat.
Als u de inhoud van de ingangsbronlijst wilt
veranderen om deze te laten overeenstemmen
met uw eigen apparatuur, zie "Programmeren
van de afstandsbediening" (zie blz. 127).
Gebruik van de
afstandsbediening
126
NL
* Alleen laserdiscspeler.
** Alleen DSS.
***Alleen cassettedeck B.
Tabel met bruikbare bedieningstoetsen per apparaat
Apparaat
Toets
TV
Video-
recor-
der
Dvd-
speler,
dvd-
videore-
corder
Blu-ray
Disc-
speler
PSX
Video-
cd-
speler,
laserdis
c-speler
Digitale
CATV-
aansluiti
ng (VS)
Digitale
receiver van
tv-signalen
via satelliet/
ether
(EURO)
DSS,
BST
Cassette-
deck
(A en B)
DAT-
cass
etted
eck
Cd-
speler,
minidisc-
recorder
Tuner Receiver DIGITAL
MEDIA
PORT-
toestel
AV ?/1,
?/1 (na druk op de
toets TV)
zz z z z z z z z z z
Cijfertoetsen
zz z z z z z z z z z z z z
MEMORY/ENTER
zz z z z z
*
zzzzzzz
CLEAR/D.TUNING/
>10/-/--
zz z z z z z z z z z z
DISPLAY
zz z z z z z z z z z
OPTIONS/TOOLS
zz z zz
RETURN/EXIT
zz z z z z z z z
**
zz z
V
/
v
/
B
/
b
zz z z z z z z z z z
zz z z z z z z z z z
MENU
zz z z z z z z z z z
.
/
>
zz zzz z z
***
zz z z
B
·/·
b
zz z zzz
m
/TUNING –,
M
/TUNING +
zzzzzz zzzzzz
X
,
x
zz zzz z z zz z z
H
zzzzzz zzzzzz
DISC SKIP
zz z z z
MUTING,
MASTER VOL +/,
TV VOL +/
zz z z z z z z z z z z z z
PRESET +/–,
TV CH +/–
zz z z z
*
zzz z
DVD TOP MENU/
NIGHT MODE/
SLEEP, DVD MENU/
INPUT MODE/TEST
TONE
zzz z
F1/PIP/TV INPUT/
MACRO 1
zzz z
**
z
F2/RESOLUTION/
WIDE/MACRO 2
zzz z
127
NL
Gebruik van de afstandsbediening
Programmeren van de
afstandsbediening
U kunt de afstandsbediening aanpassen aan de
apparatuur die op deze receiver is aangesloten.
U kunt de afstandsbediening zelfs
programmeren voor de bediening van
apparatuur van een ander merk dan Sony, en
ook Sony-apparatuur waarvoor deze
afstandsbediening niet gemaakt is.
In de onderstaande procedure wordt als
voorbeeld gebruik gemaakt van een
videorecorder van een andere fabrikant dan
Sony, die is aangesloten op de VIDEO 2 IN-
aansluitingen van de receiver.
Let er op voordat u begint:
Dat wijziging van de instelling van PHONO
niet mogelijk is.
Dat de afstandsbediening alleen apparatuur,
die geschikt is voor ontvangst van draadloze
infraroodbedieningssignalen, kan bedienen.
1 Druk AV ?/1 terwijl u drukt op
RM SET UP.
De RM SET UP-toets knippert.
Tip
Als u op RM SET UP drukt, gebruikt u een
dunne draad, zoals een paperclip.
2 Terwijl de toets RM SET UP
knippert, drukt u op de
ingangsbrontoets (inclusief
televisie) van het apparaat dat u
wilt bedienen.
Als u bijvoorbeeld een videorecorder,
aangesloten via de VIDEO 2 IN-
aansluiting, wilt bedienen moet u op de
toets VIDEO 2 drukken.
RM SET UP en de gekozen
ingangsbrontoets gaat branden.
Als u de toets indrukt voor een
component waarvoor u de
afstandsbediening niet kunt
programmeren, zoals DMPORT, zal de
RM SET UP-toets blijven knipperen.
3 Gebruik de cijfertoetsen voor
het invoeren van de codeset (of
een van de codesets als er
meerdere bestaan) van het
apparaat en merk van het
apparaat dat u wilt bedienen.
RM SET UP en de gekozen
ingangsbrontoets gaat branden.
Opmerking
Voor de codeset van televisies zijn alleen
getallen in de 500-reeks geldig.
4 Druk op ENTER.
Na verificatie van de codeset knippert de
toets RM SET UP tweemaal en de
programmeerfunctie van de
afstandsbediening wordt beëindigd. Het
lampje van de ingangsbrontoets gaat ook
uit.
Het programmeren annuleren
Druk op RM SET UP tijdens elke stap.
1
2
3
4
wordt vervolgd
128
NL
De codesets correspononderen
met het apparaat en het merk
van het apparaat
Gebruik de codesets in onderstaande tabel
voor de bediening van apparatuur van een
ander merk dan Sony, en ook Sony-apparatuur
waarvoor deze afstandsbediening niet gemaakt
is. Aangezien het afstandsbedieningssignaal,
dat door een apparaat geaccepteerd wordt, per
model en fabricagejaar kan verschillen,
kunnen er meerdere codesets aan een apparaat
toegewezen worden. Als u er niet in slaagt om
de afstandsbediening met een van de codesets
te programmeren, moet u een andere
gebruiken.
Opmerkingen
De codesets zijn bijgewerkt volgens de meest
recente opgave van ieder merk. Er bestaat echter
een kans dat uw apparaat niet reageert op enkele of
alle codesets.
Het is mogelijk dat niet alle ingangsbrontoetsen,
bij gebruik van uw eigen apparaat, beschikbaar
zijn.
Bediening van een cd-speler
Bediening van een DAT-
cassettedeck
Bediening van een minidisc-
recorder
Bediening van een cassettedeck
Bediening van een laserdiscspeler
Bediening van een video-cd-
speler
Bediening van een videorecorder
Fabrikant Bedieningscode(s)
SONY 101, 102, 103
DENON 104, 123
JVC 105, 106, 107
KENWOOD 108, 109, 110
MAGNAVOX 111, 116
MARANTZ 116
ONKYO 112, 113, 114
PANASONIC 115
PHILIPS 116
PIONEER 117
TECHNICS 115, 118, 119
YAMAHA 120, 121, 122
Fabrikant Bedieningscode(s)
SONY 203
PIONEER 219
Fabrikant Bedieningscode(s)
SONY 301
DENON 302
JVC 303
KENWOOD 304
Fabrikant Bedieningscode(s)
SONY 201, 202
DENON 204, 205
KENWOOD 206, 207, 208, 209
NAKAMICHI 210
PANASONIC 216
PHILIPS 211, 212
PIONEER 213, 214
TECHNICS 215, 216
YAMAHA 217, 218
Fabrikant Bedieningscode(s)
SONY 601, 602, 603
PIONEER 606
Fabrikant Bedieningscode(s)
SONY 605
Fabrikant Bedieningscode(s)
SONY 701, 702, 703, 704, 705, 706
AIWA* 710, 750, 757, 758
AKAI 707, 708, 709, 759
BLAUPUNKT 740
EMERSON 711, 712, 713, 714, 715, 716,
750
FISHER 717, 718, 719, 720
GENERAL
ELECTRIC
721, 722, 730
GOLDSTAR/LG 723, 753
GRUNDIG 724
HITACHI 722, 725, 729, 741
ITT/NOKIA 717
JVC 726, 727, 728, 736
MAGNAVOX 730, 731, 738
MITSUBISHI/MGA 732, 733, 734, 735
NEC 736
129
NL
Gebruik van de afstandsbediening
* Als de bediening van een Aiwa-videorecorder niet
functioneert, ook al heeft u de codeset van Aiwa
ingevoerd, probeer het dan met de codeset van Sony.
Bediening van een dvd-speler
Bediening van een dvd-recorder
Bediening van een televisietoestel
Bediening van een
satellietontvanger
PANASONIC 729, 730, 737, 738, 739, 740
PHILIPS 729, 730, 731
PIONEER 729
RCA/PROSCAN 722, 729, 730, 731, 741, 747
SAMSUNG 742, 743, 744, 745
SANYO 717, 720, 746
SHARP 748, 749
TELEFUNKEN 751, 752
TOSHIBA 747, 756
ZENITH 754
Fabrikant Bedieningscode(s)
SONY 401, 402
BROKSONIC 424
DENON 405
HITACHI 416
JVC 415, 423
MITSUBISHI 419
ORITRON 417
PANASONIC 406, 408, 425
PHILIPS 407
PIONEER 409, 410
RCA 414
SAMSUNG 416, 422
TOSHIBA 404, 421
ZENITH 418, 420
Fabrikant Bedieningscode(s)
SONY 403, 411
Fabrikant Bedieningscode(s)
SONY 501
AIWA 501, 536, 539
AKAI 503
AOC 503
CENTURION 566
CORONADO 517
CURTIS-MATHES 503, 551, 566, 567
DAYTRON 517, 566
DAEWOO 504, 505, 506, 507, 515, 544
FISHER 508, 545
FUNAI 548
Fabrikant Bedieningscode(s)
FUJITSU 528
GOLDSTAR/LG 503, 512, 515, 517, 534, 544,
556, 568
GRUNDIG 511, 533, 534
HITACHI 503, 513, 514, 515, 517, 519,
544, 557, 571
ITT/NOKIA 521, 522
J.C.PENNY 503, 510, 566
JVC 516, 552
KMC 517
MAGNVOX 503, 515, 517, 518, 544, 566
MARANTZ 527
MITSUBISHI/MGA 503, 519, 527, 544, 566, 568
NEC 503, 517, 520, 540, 544, 554,
566
NORDMENDE 530, 558
NOKIA 521, 522, 573, 575
PANASONIC 509, 524, 553, 559, 572
PHILIPS 515, 518, 557, 570, 571
PHILCO 503, 504, 514, 517, 518
PIONEER 509, 525, 526, 540, 551, 555
PORTLAND 503
QUASAR 509, 535
RADIO SHACK 503, 510, 527, 565, 567
RCA/PROSCAN 503, 510, 523, 529, 544
SAMSUNG 503, 515, 517, 531, 532, 534,
544, 556, 557, 562, 563, 566,
569
SAMPO 566
SABA 530, 537, 547, 549, 558
SANYO 508, 545, 546, 560, 567
SCOTT 503, 566
SEARS 503, 508, 510, 517, 518, 551
SHARP 517, 535, 550, 561, 565
SYLVANIA 503, 518, 566
THOMSON 530, 537, 547, 549
TOSHIBA 535, 539, 540, 541, 551
TELEFUNKEN 530, 537, 538, 547, 549, 558
TEKNIKA 517, 518, 567
WARDS 503, 517, 566
YORK 566
ZENITH 542, 543, 567
GE 503, 509, 510, 544
LOEWE 515, 534, 556
Fabrikant Bedieningscode(s)
SONY 801, 802, 803, 804, 824, 825,
865
AMSTRAD 845, 846
Fabrikant Bedieningscode(s)
wordt vervolgd
130
NL
Bediening van een kabelontvanger
Bediening van een tuner
Bediening van een Blu-ray Disc-
speler
Bediening van een PSX
Enkele bedieningen
automatisch achter
elkaar uitvoeren
(Macrosturing)
Met de functie macrosturing kunt u een aantal
opeenvolgende infraroodbedieningscodes als
een enkele bedieningshandeling samenstellen.
De afstandsbediening biedt 2 macrolijsten
(MACRO 1 en MACRO 2). In elke macrolijst
kunt u maximaal 20 infraroodbedieningscodes
opnemen.
Opmerking
Vervang de batterijen door nieuwe als u de
marcosturing instelt.
BskyB 862
GENERAL
ELECTRIC(GE)
866
GRUNDING 859, 860
HUMAX 846, 847
THOMSON 857, 861, 864, 876
PACE 848, 849, 850, 852, 862, 863,
864
PANASONIC 818, 855
PHILIPS 856, 857, 858, 859, 860, 864,
874
NOKIA 851, 853, 854, 864
RCA/PROSCAN 866, 871
BITA/HITACHI 868
HUGHES 867
JVC/Echostar/Dish
Network
873
MITSUBISHI 872
SUMSUNG 875
TOSHIBA 869, 870
Fabrikant Bedieningscode(s)
SONY 821, 822, 823
HAMLIN/REGAL 836, 837, 838, 839, 840
JERROLD/G.I./
MOTOROLA
806, 807, 808, 809, 810, 811,
812, 813, 814, 819
JERROLD 830, 831
OAK 841, 842, 843
PANASONIC 816, 826, 832, 833, 834, 835
PHILIPS 830, 831
PIONEER 828, 829
RCA 805
SCIENTIFIC
ATLANTA
815, 816, 817, 844
TOCOM/PHILIPS 830, 831
ZENITH 826, 827
Fabrikant Bedieningscode(s)
SONY 002, 005
Fabrikant Bedieningscode(s)
SONY 310, 311, 312
Fabrikant Bedieningscode(s)
SONY 313, 314, 315
Fabrikant Bedieningscode(s)
131
NL
Gebruik van de afstandsbediening
1 Houd de toets MACRO 1 of
MACRO 2 langer dan 1 seconde
ingedrukt terwijl u op RM SET
UP drukt.
De RM SET UP-toets knippert.
Tip
Als u op RM SET UP drukt, gebruikt u een
dunne draad, zoals een paperclip.
2 Druk op de ingangsbrontoets
van het apparaat waarvoor u
een van de volgende
bedieningshandelingen wilt
toewijzen.
De gekozen ingangsbrontoets gaat
branden.
3 Druk vervolgens op de toets
waarop u de leerfunctie wilt
toepassen.
De in stap 2 gekozen ingangsbrontoets
knippert twee keer en gaat daarna weer
branden.
4 Herhaal stap 2 en 3. Als u nog
een bedieningshandeling voor
hetzelfde apparaat wilt
programmeren, herhaal stap 3.
5 Druk op de toets RM SET UP
om het programmeerproces af
te ronden.
Tip
Als de toets RM SET UP vijfmaal knippert in
stap 1 en de macroprogrammering niet start,
vervangt u de batterijen door nieuwe.
De opeenvolgende handelingen
programmeren
3
1,5
1,3
2,3
Druk Bedieningshande-
lingen die
geprogrammeerd
kunnen worden
H, x, X,
M, m,
., >
Voert de
bedieningsfunctie van
de toets uit.
De
ingangsbron-
toets langer dan
1 seconde
Hiermee worden de
ingangsbronnen
gewisseld.
MACRO 1 of
MACRO 2
Hiermee maakt u een
interval van een seconde.
Als u het interval langer
wilt maken, drukt u
herhaaldelijk op de toets
MACRO 1 of MACRO 2.
wordt vervolgd
132
NL
Het programmeren annuleren
Druk op RM SET UP. De instelling wordt ook
geannuleerd als er binnen 60 seconden niet op
een willekeurige toets gedrukt wordt.
De vorige bedieningshandeling blijft geldig.
De macrosturing starten
1
Druk op AMP.
De toets AMP gaat branden en gaat daarna
weer uit.
2 Druk op MACRO 1 of MACRO 2 om de
macro te starten.
De macrosturing wordt gestart en de
bedieningshandelingen worden in de
geprogrammeerde volgorde uitgevoerd.
Terwijl de commando's worden gestuurd,
knippert de toets RM SET UP en brandt de
toets AMP. Nadat de commando's zijn
gestuurd, gaan de toetsen RM SET UP en
AMP uit.
Een geprogrammeerde
macrosturing wissen
1
Houd de toets MACRO 1 of MACRO 2
langer dan 1 seconde ingedrukt terwijl
u op RM SET UP drukt om de
opgeslagen macro te wissen.
De RM SET UP-toets knippert
herhaaldelijk.
2 Druk op RM SET UP.
De instellingen die opgeslagen zijn als
macrosturing zijn gewist.
Instellen van de
afstandsbedieningcodes
die nog niet zijn
opgeslagen in de
afstandsbediening
Het is mogelijk om van een
afstandsbedieningcode, die niet overeenkomt
met een in de afstandsbediening vastgelegde
code, gebruik te maken met behulp van de
leerfunctie.
Opmerking
Vervang de batterijen door nieuwe als u de receiver
voorbereid op het leren van nieuwe
afstandsbedieningscodes.
Bijvoorbeeld cijfertoets 1 toewijzen aan
toets VIDEO 1 van de afstandsbediening:
1 Druk TV terwijl u drukt op RM
SET UP.
Het RM SET UP indicatorlampje gaat
branden.
Tip
Als u op RM SET UP drukt, gebruikt u een
dunne draad, zoals een paperclip.
2 Druk op de ingangsbrontoets
(VIDEO 1 in het voorbeeld),
waarvoor u de leerfunctie wilt
toepassen.
De ingangsbrontoets knippert. (Het RM
SET UP indicatorlampje blijft branden.)
2
1
1,6
133
NL
Gebruik van de afstandsbediening
3 Druk op de cijfertoets (toets 1 in
het voorbeeld) die u wilt
gebruiken als de toets VIDEO 1.
De in stap 2 gekozen ingangsbrontoets
gaat branden. (Het RM SET UP
indicatorlampje blijft branden.)
4 Richt het zend-/
ontvanggedeelte van de
afstandsbediening op het
zend-/ontvanggedeelte van de
afstandsbediening waarvan de
bedieningscodes geleerd
moeten worden.
Bij ontvangst van het signaal door de
tweede afstandsbediening wordt de in
stap 2 gekozen ingangsbrontoets
uitgeschakeld.
5 De toets RM SET UP knippert
twee keer als het leerproces
succesvol is verlopen.
Als het leerproces niet succesvol is
verlopen knippert de toets RM SET UP
vijf keer. Herhaal de procedure vanaf stap
2.
6 Druk op de toets RM SET UP
om het leerproces af te ronden.
Tips
Als de geheugencapaciteit voor het opslaan van
afstandsbedieningscodes een bepaalde limiet
bereikt, knippert de toets RM SET UP tien keer,
waarna het leerproces stopt.
Als de toets RM SET UP vijfmaal knippert in stap
1 en de leerfunctie niet start, vervangt u de
batterijen door nieuwe.
De leerfunctie annuleren
Druk op RM SET UP. De instelling wordt ook
geannuleerd als er binnen 60 seconden niet op
een willekeurige toets gedrukt wordt.
Een geleerde
bedieningsopdracht gebruiken
Als u een geleerde bedieningsopdracht
wilt gebruiken, drukt u op de betreffende
toets om de bediening uit te voeren.
Een geleerde
bedieningsopdracht wissen
1
Druk TV terwijl u drukt op RM SET UP.
2 Druk op de toets (VIDEO 1 in het
voorbeeld) waarvan u de instelling wilt
wissen.
De ingangsbrontoets knippert. (Het RM
SET UP indicatorlampje blijft branden.)
3 Houd de toets ?/1 langer dan 1
seconde ingedrukt.
De ingangsbrontoets knippert herhaaldelijk
twee keer.
4 Druk op de ingangsbrontoets om de
opgeslagen instelling te wissen.
De toets RM SET UP knippert twee keer
als het wisproces succesvol is verlopen.
Als het wisproces niet succesvol is
verlopen knippert de toets RM SET UP vijf
keer. Herhaal de procedure vanaf stap 2.
Ongeveer 5-10 cm
134
NL
De gehele inhoud van het
geheugen van de
afstandsbediening
wissen
1
Houd eerst MASTER VOL –
ingedrukt en druk daarna op
?/1 en tenslotte op AV ?/1.
De RM SET UP-toets knippert drie keer.
2 Laat MASTER VOL los –.
De gehele inhoud van het geheugen van
de afstandsbediening (zoals alle
ingestelde gegevens) wordt gewist.
AV ?/1
?/1
MASTER
VOL
135
NL
Aanvullende informatie
Verklarende woordenlijst
x Cinema Studio EX
Een surroundgeluidsfunctie die beschouwd
kan worden als de optelsom van de Digital
Cinema Sound technieken en die
bioscoopgeluid nabootst door gebruik te
maken van drie technieken: "Virtual Multi
Dimensions", "Screen Depth Matching" en
"Cinema Studio Reverberation"
"Virtual Multi Dimensions", de technologie
met virtuele luidsprekers, creëert een virtuele
multi-surroundomgeving met behulp van
werkelijke luidsprekers tot 7.1 kanalen, en
bootst de surroundgeluidservaring van een
bioscoop met de laatste snufjes bij u thuis na.
"Screen Depth Matching" (aanpassen van
schermdiepte) verzwakt de
hogetonenweergave en levert een vol en diep
klinkend geluid, zoals dat doorgaans in een
bioscoop wordt gereproduceerd, waarbij het
geluid vanachter het scherm komt. Dit wordt
toegevoegd aan de voor- en midden-
audiokanalen.
"Cinema Studio Reverberation" (bioscoop/
opnamestudio nagalm) bootst het
kenmerkende geluid van filmmuziekstudio's
na, met inbegrip Sony Pictures Entertainment
opnamestudio. Afhankelijk van het soort
studio zijn drie instellingen A/B/C
beschikbaar.
x Componentvideo
Een formaat voor de overdracht van
videosignalen door middel van drie
gescheiden signalen: luminantie (Y),
chrominantie-rood (Pr) en chrominantie-
blauw (Pb). De overdracht van beeldmateriaal
van hoge kwaliteit, zoals dvd-video of HDTV-
beelden, is veel beter. De drie aansluitingen
zijn gemarkeerd in de kleuren groen, blauw en
rood.
x Composietvideo
Een standaard formaat voor de overdracht van
videosignalen. Het luminantiesignaal Y en het
het chrominantiesignaal C worden
samengevoegd overgebracht.
x Crossover Freqentie
De frequentie waarop twee
luidsprekerfrequenties elkaar kruisen.
x DeepColor
Videosignalen waarvoor de kleurdiepte van de
signalen via een HDMI-aansluiting gaan,
werden vermeerderd.
Het aantal keluren dat door 1 pixel kon worden
uitgedrukt, was 24 bits (16.777.216 kleuren)
met de huidige HDMI-aansluiting. Het aantal
kleuren dat door 1 pixel kan worden uitgedrukt
zal echter 36 bits, enz. zijn wanneer de receiver
overeenkomt met DeepColor.
Omdat de gradatie van de diepte van een kleur
fijner kan worden uitgedrukt met meer bits,
kunnen doorlopende kleurveranderingen
vloeiend worden weergegeven.
x Digital Cinema Sound (DCS)
Unieke geluidsweergavetechniek voor
thuisbioscopen, ontwikkeld door Sony samen
met Sony Pictures Entertainment om thuis te
kunnen genieten van het opwindende en
krachtige bioscoopgeluid. Met deze "Digital
Cinema Sound", ontwikkeld door de gegevens
van een DSP (Digital Signal Processor) en
daadwerkelijke metingen te integreren, kunt u
thuis luisteren naar het ideale geluidsveld,
zoals bedoeld door de makers van de film.
x Digital Concert Hall
"Digital Concert Hall" biedt een rijker geluid
voor 2-kanaals stereobronnen, zoals cd's, enz.
Met het gebruik van 5.1ch of 7.1ch
luidsprekers en de virtuele
luidsprekertechnologie wordt stereoscopische
weerkaatsing en weerkaatsend geluid
gereproduceerd en kunt u genieten van een
rijker geluid en een betere weergave van uw
muzieksoftware. Het geluidsveld in een
concertzaal wordt nagebootst door een
Aanvullende informatie
wordt vervolgd
136
NL
geometrische analyse van de concertzaal en
een nauwkeurige modellering van
weerkaatsend en weergalmend geluid op basis
van de werkelijke gemeten gegevens. Tonale
kwaliteiten, zoals de geluidssterkte en de
frequentierespons worden in acht genomen en
berekend op de DSP (Digital Signal Processor)
om weergalming toe te voegen. Het geluid
wordt weergegeven met een natuurlijke en
comfortabele weergalm, alsof u de muziek in
een concertzaal zou beluisteren.
x Dolby Digital
Digitale audiocodeer/decodeer-techniek
ontwikkeld door Dolby Laboratories, Inc.
Deze bestaat uit voor- (L/R), midden-, achter-
(L/R) en subwooferkanalen. Het is een
overeengekomen audionorm voor dvd-video
en is ook bekend als 5.1-kanaals surround.
x Dolby Digital Plus
Dolby Digital Plus biedt de flexibiliteit en
efficiëntie om meer kanalen te leveren van
verbazingwekkend surroundgeluid voor
videomedia met hoge definitie. De superieure
codeercapaciteiten maken tot 7.1-kanaals van
meerkanaals audio van hoge kwaliteit
mogelijk zonder een negatieve invloed te
hebben op de hoeveelheid bits die is
toegewezen voor videoprestaties of extra
functiepakketten.
x Dolby Digital Surround EX
Akoestische techniek ontwikkeld door Dolby
Laboratories, Inc. Informatie van het
middenachter-audiokanaal wordt volgens een
matrix weggeschreven in de normale linker- en
rechterachterkanalen zodat het geluid als 6.1-
kanaals weergegeven kan worden. In het
bijzonder actiescènes worden met een
dynamischer en natuurgetrouwer geluidsveld
nagebootst.
x Dolby Pro Logic II
Deze techniek zet in tweekanaals stereo
opgenomen geluid om voor 5.1-kanaals
weergave. Er is een MOVIE-functie voor films
en een MUSIC-functie voor stereobronnen,
zoals muziek. De geluidsweergave van oude
speelfilms, die opgenomen zijn met het
traditionele stereogeluid, kan verbeterd
worden door het 5.1-kanaals surroundgeluid.
De GAME-functie is geschikt voor
videocomputerspellen.
x Dolby Pro Logic IIx
Een techniek voor 7.1-kanaals (of 6.1-kanaals)
geluidsweergave. Samen met Dolby Digital
Surround EX gecodeerd geluid, is 5.1-kanaals
Dolby Digital gecodeerd geluid geschikt voor
7.1-kanaals (of 6.1-kanaals) geluidsweergave.
Bovendien is het bestaande stereogeluid ook
geschikt voor 7.1-kanaals (of 6.1-kanaals)
geluidsweergave.
x Dolby Surround (Dolby Pro
Logic)
Een geluidsbewerkingstechniek ontwikkeld
door Dolby Laboratories, Inc. Midden- en
monosurroundinformatie worden volgens een
matrix omgezet in twee stereoaudiokanalen.
Het geluid wordt gedecodeerd en weergegeven
als 4-kanaals surroundgeluid. Dit is de meest
algemene methode voor geluidsbewerking van
dvd-video.
x Dolby TrueHD
Dolby TrueHD is de verliesloze
audiotechnologie van Dolby die werd
ontwikkeld voor optische discs met een hoge
definitie. Dolby TrueHD audio is bit-per-bit
identiek aan de originale studiomasters en
biedt audio van superieure kwaliteit tot 8ch
aan 96 kHz/24 bits en tot 6ch aan 192 kHz/
24 bits. Samen met high-definition video,
biedt deze technologie een ongeëvenaarde
thuisbioscoopervaring.
x DSD
Audioformaat dat wordt gebruikt voor een
Super Audio CD. DSD zet de analoge signalen
om naar digitale signalen en neemt ze
onmiddellijk op, zonder enige verwerking toe
te voegen, zodat geen informatie wordt
weggelaten. Wanneer hifi wordt opgenomen
en weergegeven, wordt geluid van hoge
kwaliteit bereikt.
137
NL
Aanvullende informatie
x DTS 96/24
Een standaard voor digitale geluidsignalen van
hoge kwaliteit. Het geluid wordt opgenomen
met een bemonsteringsfrequentie en een
bitsnelheid van 96 kHz/24 bit dat voor een
dvd-video de hoogst bereikbare waarden zijn.
Het aantal weergavekanalen is afhankelijk van
de software.
x DTS Digital Surround
Digitale audiocodeer/decodeer-techniek voor
bioscopen ontwikkeld door DTS, Inc., past
minder compressie toe dan Dolby Digital,
waardoor een geluidsweergave van een hogere
kwaliteit geleverd wordt.
x DTS-ES
Formaat voor 6.1-kanaals geluidsweergave
met ingesloten middenachter-audiokanaal. Er
zijn twee functies, "Discrete 6.1" met 6.1
gescheiden geluidssporen, en "Matrix 6.1"
waarbij het middenachterkanaal volgens een
matrix weggeschreven wordt in de
linkerachter- en rechterachterkanalen. Het is
ideaal voor de weergave van filmgeluid.
x DTS-HD
Audioformaat dat het conventionele DTS
Digital Surround-formaat uitbreidt.
Dit formaat bestaat uit een kern en een
uitbreiding en het kerngedeelte is geschikt
voor DTS Digital Surround. Er zijn twee types
DTS-HD, DTS-HD High Resolution Audio en
DTS-HD Master Audio. DTS-HD High
Resolution Audio heeft een maximale
transmissiesnelheid van 6 Mbps, met een
verlieslatende compressie (Lossy), en DTS-
HD High Resolution Audio komt overeen met
een maximale bemonsteringsfrequentie van
96 kHz, en een maximum van 7.1 ch. DTS-HD
Master Audio heeft een maximale
transmissiesnelheid van 24,5 Mbps en
gebruikt verliesloze compressie (Lossless), en
DTS-HD Master Audio komt overeen met een
maximale bemonsteringsfrequentie van
192 kHz, en een maximum van 7.1 ch.
x DTS Neo:6
Deze techniek zet in tweekanaals stereo
opgenomen geluid om voor 7-kanaals
weergave. U kunt in overeenstemming met de
door u gewenste weergavebron uit twee
functies kiezen, CINEMA voor films en
MUSIC voor stereobronnen, zoals muziek.
x HDMI (High-Definition
Multimedia Interface)
HDMI (High-Definition Multimedia
Interface) is een interface die zowel video als
audio ondersteunt op een enkele digitale
aansluiting, waardoor u een hoge kwaliteit
digitaal beeld en geluid krijgt. De HDMI-
specificatie ondersteunt HDCP (High-
bandwidth Digital Contents Protection), een
copyrightbeschermingstechnologie die
gebruik maakt van een codeertechniek voor
digitale videosignalen.
x High Bitrate Audio
Het verwijst naar de audioformaten van de
compressiemethode (DTS-HD Master Audio,
Dolby TrueHD, enz.) dat een formaat is met
een hoge bitsnelheid dat voornamelijk op Blu-
ray Disc, enz. wordt opgenomen.
x Interlacing
Een beeldverversingsmethode waarbij
beurtelings de helft van de beeldlijnen op het
beeldscherm van een televisie of videomonitor
60 keer per seconde ververst wordt. Eerst één
voor één alle oneven lijnen, vervolgens alle
daartussen liggende even lijnen.
"i" van "480i" staat voor "Interlace".
x L.F.E. (Low Frequency Effects)
Geluidseffecten bij lage frequenties in Dolby
Digital of DTS, enz., voor weergave met een
subwoofer. Door het toevoegen van zeer lage
tonen met een frequentie tussen 20 en 120 Hz,
wordt de geluidsweergave krachtiger.
wordt vervolgd
138
NL
x Neural THX
Neural Surround™, THX
®
Technologies is
gekozen als officieel surroundgeluid
uitzendformaat voor het belangrijkste FM/HD/
satellietradiostation. Neural Surround, THX
Technologies levert een rijke ontwikkeling en
een discreet beelddetail van surroundgeluid in
een formaat dat 100% compatibel is met
stereo.
x PCM (Pulse Code Modulation)
Een methode voor het omzetten van analoog
naar digitaal geluid om op eenvoudige wijze
naar digitaal geluid te kunnen luisteren.
x Progressief
Een beeldverversingsmethode waarbij alle
beeldlijnen achtereenvolgens ververst worden,
dit in tegenstelling tot interlacing, waarbij
beurtelings slechts de helft van de beeldlijnen
ververst wordt.
"p" van "480p" staat voor "Progressive".
x S video signaal
Een formaat voor overdracht van
videosignalen. S video maakt gebruik van een
enkele kabel en twee kanalen, een voor het
luminantie Y en de andere voor het
chrominantiesignaal C. Dit levert een betere
beeldkwaliteit bij opname en weergave op dan
bij composietvideosignalen.
x x.v.Colour
x.v.Colour is een bekendere term voor de
xvYCC standaard die is voorgesteld door
Sony, en is een handelsmerk van Sony.
xvYCC is een internationale standaard voor
kleurruimte in video.
Deze standard kan een breeder bereik aan
kleuren weergeven dan de huidig gebruikte
uitzendstandaard.
Voorzorgsmaatregelen
Voor uw veiligheid
Mocht er vloeistof of een voorwerp in het
apparaat terechtkomen, trekt u dan de stekker
van de receiver uit het stopcontact en laat het
apparaat eerst nakijken door bevoegd
vakpersoneel, voordat u het weer in gebruik
neemt.
Stroomvoorziening
Controleer, voordat u de receiver in gebruik
neemt, of de bedrijfsspanning van het
apparaat overeenkomt met de plaatselijke
netspanning.
De bedrijfsspanning staat vermeld op het
naamplaatje op het achterpaneel van de
receiver.
Het apparaat blijft op de voeding
aangesloten zolang de stekker in het
stopcontact zit, zelfs indien het apparaat zelf
is uitgeschakeld.
Trek de stekker uit het stopcontact wanneer
u denkt de receiver geruime tijd niet te
gebruiken. Pak de stekker vast om deze uit
het stopcontact te trekken; trek nooit aan het
snoer.
Het netsnoer mag uitsluitend door een
erkend servicecentrum worden vernieuwd.
Ontwikkeling van warmte
Tijdens gebruik wordt het apparaat warm,
maar dit is geen defect. Bij langdurig gebruik
van dit apparaat en vooral met een hoge
geluidssterkte kunnen de boven-, zij- en
onderpanelen na verloop van tijd behoorlijk
heet worden. Om te voorkomen dat u zich
brandt, mag u de behuizing niet aanraken.
Opstellen
Zet de receiver op een goed geventileerde
plaats, met voldoende luchtdoorstroming om
de inwendige onderdelen te koelen, in het
belang van een langdurige betrouwbare
werking.
139
NL
Aanvullende informatie
Plaats de receiver niet dichtbij een
warmtebron of in direct zonlicht. Vermijd
plaatsen met veel stof, en mechanische
trillingen of schokken.
Zet niets bovenop het apparaat dat de
ventilatieopeningen zou kunnen blokkeren,
in het belang van een storingsvrije werking.
Plaats de receiver niet dichtbij apparatuur
zoals een televisietoestel, videorecorder of
een cassettedeck. (Als de receiver samen
gebruikt wordt met een televisietoestel,
videorecorder of een cassettedeck, en
daarbij te dicht geplaatst is, kan er ruis
optreden en de beeldkwaliteit aangetast
worden. Bij gebruik van een binnenantenne
is de kans hierop groot. Wij raden u daarom
aan om een buitenantenne te gebruiken.)
Bediening
Voor het maken van enige aansluiting, schakelt
u eerst de receiver uit en trekt u de stekker uit
het stopcontact.
Schoonmaken
Reinig de behuizing, het voorpaneel en de
bedieningsorganen met een zachte doek, licht
bevochtigd met wat milde zeepeplossing.
Gebruik geen schuurspons of schuurmiddelen
en ook geen oplosmiddelen zoals alcohol of
wasbenzine.
Mocht u verder nog vragen of problemen met
de bediening van de receiver hebben, aarzel
dan niet contact op te nemen met de
dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
Verhelpen van storingen
Als bij het gebruik van de receiver een van de
volgende problemen zich voordoet, neemt u
dan de controlepunten even door om het
probleem te verhelpen. Als een probleem niet
te verhelpen is, neem dan contact op met uw
dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
Audio
Er wordt geen geluid weergegeven, van
geen enkele geluidsbron, of er klinkt
nauwelijks geluid.
• Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten stevig zijn aangesloten.
• Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
• Controleer of de receiver en de andere
apparaten allemaal zijn ingeschakeld.
Controleer of de MASTER VOLUME-
knop niet op – dB staat. Probeer het in te
stellen op ongeveer –40 dB.
• Controleer of de SPEAKERS (OFF/A/B/
A+B)-knop niet op OFF (zie blz. 49) staat.
Druk op de MUTING-toets van de
afstandsbediening om de demping
ongedaan te maken.
Controleer of er wel is ingesteld op de
juiste geluidsbron met de INPUT
SELECTOR-knop.
Controleer of er geen hoofdtelefoon is
aangesloten.
Als u alleen heel zacht geluid hoort,
controleert u dan of de NIGHT MODE-
compressie is ingeschakeld (zie blz. 77).
• De automatische beveiliging van de
receiver is in werking getreden. Schakel de
receiver uit, verhelp de kortsluiting en
schakel het apparaat weer in.
Een bepaalde geluidsbron is niet te
horen.
• Controleer of de geluidsbron juist is
aangesloten op de audio-
ingangsaansluitingen voor dat apparaat.
wordt vervolgd
140
NL
Controleer of alle stekkers van de
aansluitkabels stevig in de aansluitingen
zitten, zowel bij de receiver als bij de
geluidsbron zelf.
Er komt geen geluid uit een van de
voorluidsprekers.
Sluit een hoofdtelefoon aan op de
PHONES-aansluiting om te controleren of
de hoofdtelefoon wel goed geluid geeft.
Als ook bij de aangesloten hoofdtelefoon
slechts via één kanaal geluid te horen is,
kan er iets mis zijn met de aansluitingen
van het weergaveapparaat op de receiver.
Controleer dan of alle stekkers van de
aansluitkabel aan beide zijden, op de
receiver en de geluidsbron zelf, stevig in
de aansluitingen zijn gestoken. Als bij de
aangesloten hoofdtelefoon wel via beide
kanalen geluid te horen is, kan er iets mis
zijn met de aansluitingen van de
voorluidsprekers op de receiver.
Controleer dan de aansluitingen van de
luidspreker die geen geluid geeft.
Controleer of u zowel de linker (L)- als de
rechter (R)-aansluiting hebt aangesloten
op een analoge component en niet slechts
een van beide. Gebruik een mono/stereo-
verloopsnoer (niet bijgeleverd). U zult
echter geen geluid ontvangen van de
middenluidspreker als een geluidsveld
(Pro Logic, etc.) is geselecteerd. Als de
middenluidspreker niet is aangesloten,
zullen alleen de linker- en
rechtervoorluidsprekers geluid
voortbrengen.
Er wordt geen geluid weergegeven van
analoge tweekanaals geluidsbronnen.
• Controleer of de geselecteerde (digitale)
audioingang niet is toegewezen aan andere
ingangsbronnen in "Input Assign" in het
Input-menu (zie blz. 99).
Er klinkt geen geluid bij afspelen van
digitale geluidsbronnen (via de
COAXIAL of OPTICAL-
ingangsaansluiting).
Controleer of de INPUT MODE-knop niet
op "Analog" (zie blz. 98) staat.
• Controleer of de functie "2ch Analog
Direct" niet wordt gebruikt.
Controleer of de geselecteerde (digitale)
audioingang niet is toegewezen aan andere
ingangsbronnen in "Input Assign" in het
Input-menu (zie blz. 99).
Het audio-ingangssignaal van de
HDMI-aansluiting wordt niet uitgevoerd
door de versterker of de
televisieluidspreker die op deze
receiver is aangesloten.
• Controleer de HDMI-verbinding van het
apparaat.
• Er is geen geluidsweergave als het menu
van de receiver op het televisiescherm
zichtbaar is. Druk op de toets AMP
MENU om de display uit te schakelen.
Het weergaveapparaat moet eventueel nog
ingesteld worden. Zie tevens de
gebruiksaanwijzing die bijgeleverd is met
elk apparaat.
Zorg dat u een aansluitkabel gebruikt voor
de HDMI-aansluiting die geschikt is voor
hoge snelheid (een HDMI-kabel van
versie 1.3a, categorie 2) wanneer u
beelden bekijkt of geluid beluistert tijdens
een DeepColor-transmissie.
De weergave van links en rechts klinkt
onevenwichtig of de kanalen zijn
verwisseld.
Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
• Stel de weergave evenwichtig in met de
parameters van het Auto Calibration-
instelmenu.
Er is veel brom of ruis.
Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten stevig zijn aangesloten.
• Houd de aansluitkabels uit de buurt van
een transformator of een motor en
tenminste 3 meter van een televisietoestel
of tl-verlichting.
141
NL
Aanvullende informatie
Plaats de geluidsapparatuur niet te dicht in
de buurt van een ingeschakeld
televisietoestel.
• Sluit een aardingsdraad aan op de U
SIGNAL GND-aardaansluiting (alleen als
een platenspeler is aangesloten).
Wellicht zijn de stekkers en aansluitingen
vuil. Veeg ze schoon met een doekje met
wat spiritus of zuivere alcohol.
De middenluidsprekers/
achterluidsprekers/
middenachterluidsprekers brengen
niet of nauwelijks geluid voort.
• Kies een van de "Cinema Studio EX"
geluidsvelden (zie blz. 71).
• Stel het niveau van de luidspreker(s) wat
hoger in (zie blz. 79).
Zorg dat de parameter voor het
middenluidspreker/achterluidspreker-
formaat staat ingesteld op "SMALL" of
"LARGE" (zie blz. 79).
De middenachterluidsprekers brengen
geen geluid.
Sommige discs bevatten niet het vereiste
Dolby Digital Surround EX vlagsignaal,
ook al staat op de verpakking wel een
Dolby Digital Surround EX logo. In dat
geval selecteert u "ON" in de "SB Dec
Mode" (zie blz. 76).
De subwoofer brengt geen geluid
voort.
Controleer of de subwoofer juist en stevig
is aangesloten.
• Zorg dat de luidspreker is ingeschakeld.
• Wanneer alle luidsprekers zijn ingesteld
op "LARGE" en "Neo:6 Cinema" of als
"Neo:6 Music" is gekozen, zal de
subwoofer geen geluid voortbrengen.
Het surroundeffect werkt niet.
Zorg dat de geluidsveldfuncties zijn
ingeschakeld (druk op de toets MOVIE of
MUSIC).
De geluidsveldfuncties werken niet voor
signalen met een bemonsteringsfrequentie
van meer dan 48 kHz.
Er wordt geen meerkanaals Dolby
Digital- of DTS-geluid weergegeven.
Controleer of de weergegeven dvd, enz.,
wel is voorzien van Dolby Digital- of
DTS-geluid.
Bij aansluiten van een dvd-videospeler,
enz., op de digitale ingangsaansluitingen
van deze receiver moet u ook zorgen dat de
instellingen voor de uitvoer van de digitale
audiosignalen van het aangesloten
apparaat goed zijn ingesteld.
Het opnemen lukt niet.
Controleer of de betrokken apparaten op
de juiste wijze zijn aangesloten (zie
blz. 22).
Selecteer het bronapparaat met INPUT
SELECTOR (zie blz. 57).
Het MULTI CHANNEL DECODING-
lampje gaat niet blauw branden.
Controleer of het weergaveapparaat is
aangesloten op een digitale aansluiting en
of de receiver op de juiste wijze is
ingesteld op het ingangssignaal.
Controleer of het ingangssignaal van de
weergegeven software overeenkomt met
het meerkanaals audioformaat.
Controleer of het weergaveapparaat is
ingesteld op meerkanaals
geluidsweergave.
• Controleer of de geselecteerde (digitale)
audioingang niet is toegewezen aan andere
ingangsbronnen in "Input Assign" in het
Input-menu (zie blz. 99).
Er wordt geen geluid weergegeven van
het via de DIGITAL MEDIA PORT-
adapter aangesloten apparaat.
Stel het volumeniveau van deze receiver
in.
Het DIGITAL MEDIA PORT-adapter en/
of apparaat is niet op de juiste wijze
aangesloten. Schakel de receiver uit en
sluit daarna de DIGITAL MEDIA PORT-
adapter en/of apparaat aan.
wordt vervolgd
142
NL
Controleer de DIGITAL MEDIA PORT-
adapter en/of het apparaat om te zien of het
de receiver ondersteunt.
Video
Op het televisiescherm of de
videomonitor is geen beeld of slechts
een onduidelijk beeld zichtbaar.
• Stel de receiver op de juiste beeld-/
geluidsbron in (zie blz. 57).
Stel het televisietoestel in op de gewenste
beeldweergave.
Plaats de geluidsapparatuur niet te dicht in
de buurt van een ingeschakeld
televisietoestel.
• Wijs op juiste wijze de componentvideo-
ingangen toe.
• Bij upsampling van het ingangssignaal
met deze receiver moet het ingangssignaal
overeenkomen met de ingang (zie blz. 36).
Het beeldmateriaal van de
COMPONENT VIDEO OUT is verminkt.
Er is geen beeldweergave van andere
signalen dan 480p progressive
componentvideo, als die uitgevoerd zijn
vanaf de VIDEO-aansluiting. Zorg voor
een 480i interlaced componentvideo-
ingangssignaal.
Gebruik de COMPONENT VIDEO OUT-
aansluiting en stel "Resolution" in op
"DIRECT" wanneer andere
ingangssignalen dan 480p van het apparaat
worden uitgevoerd.
Afbeeldingen van de bron met HDMI-
aansluiting worden niet uitgezonden
naar de televisie.
Controleer of de kabels juist en stevig
aangesloten.
Het weergaveapparaat moet eventueel nog
ingesteld worden. Zie tevens de
gebruiksaanwijzing die bijgeleverd is met
elk apparaat.
Zorg dat u een aansluitkabel gebruikt voor
de HDMI-aansluiting die geschikt is voor
hoge snelheid (een HDMI-kabel van
versie 1.3a, categorie 2) wanneer u
beelden bekijkt of geluid beluistert tijdens
een DeepColor-transmissie.
Het opnemen lukt niet.
Controleer of de betrokken apparaten op
de juiste wijze zijn aangesloten (zie
blz. 28).
Selecteer het bronapparaat met INPUT
SELECTOR (zie blz. 57).
Het GUI (grafische gebruikersinterface)
wordt niet afgebeeld op het
televisiescherm.
Druk op SHIFT, en druk daarna op MENU
om "GUI MODE" weer te geven op het
display.
Controleer of de televisie op de juiste
wijze is aangesloten.
Tuner
De FM-radio-ontvangst klinkt niet
goed.
• Installeer een FM-buitenantenne en sluit
deze aan op de receiver met een 75-ohm
coaxiale kabel (niet bijgeleverd), zoals
hieronder aangegeven. Als u de receiver
aansluit op een buitenantenne moet deze
zorgvuldig geaard worden, ter
bescherming tegen blikseminslag. Sluit de
aardingsdraad nooit aan op een gasleiding;
gezien de kans op een gasexplosie is dit
uiterst gevaarlijk.
Receiver
Naar een
aardingspunt
Aardingsdraad
(niet bijgeleverd)
FM-buitenantenne
143
NL
Aanvullende informatie
Het afstemmen op een radiozender lukt
niet.
• Controleer of de antennes juist zijn
aangesloten. Verstel zonodig de antennes
en sluit een buitenantenne aan.
• Mogelijk is de signaalsterkte te gering
voor ontvangst (bij gebruik van de
automatische zoekafstemming). Gebruik
de directe afstemming.
Zorg dat het afsteminterval juist ingesteld
is (bij het afstemmen op AM-radiozenders
met directe afstemming).
Er zijn nog geen zenders vooringesteld of
de vastgelegde voorkeurzenders zijn uit
het geheugen gewist (bij gebruik van de
geheugenafstemming). Leg de gewenste
zenders in het afstemgeheugen vast (zie
blz. 90).
Druk op de DISPLAY zodat de
afstemfrequentie op het display verschijnt.
RDS werkt niet.
Zorg dat u goed bent afgestemd op een
FM-RDS-zender.
• Stem af op een FM-zender die krachtiger
doorkomt.
De gewenste RDS-informatie wordt niet
aangegeven.
Neem contact op met de radiozender om
uit te vinden of ze de betreffende dienst
inderdaad verzorgen. Ook als dat normaal
wel zo is, dan nog kan een bepaalde dienst
tijdelijk niet beschikbaar zijn.
Afstandsbediening
De afstandsbediening werkt niet.
Richt de afstandsbediening op de
afstandsbedieningssensor voorop de
receiver.
• Verwijder eventuele obstakels tussen de
afstandsbediening en de receiver.
• Als de batterijen in de afstandsbediening
leeg kunnen zijn, vervangt u ze dan alle
door nieuwe.
• Zorg dat de bedieningsfunctie van de
receiver overeenkomt met die van de
afstandsbediening. Als de
bedieningsfunctie van de receiver niet
overeenkomt met die van de
afstandsbediening, zal de receiver niet
reageren op de afstandsbediening (zie
blz. 43).
Let er op dat u op de afstandsbediening de
juiste ingangsborn hebt gekozen.
Bij de bediening van een apparaat van een
ander merk dan Sony, kan het voorkomen
dat de afstandsbediening, afhankelijk van
het model en fabrikaat van het apparaat,
niet op de juiste wijze functioneert.
Foutmeldingen
Als er een storing optreedt, toont het display
een code van twee cijfers en een mededeling.
Aan de mededeling kunt u de toestand van het
systeem aflezen. Lees de onderstaande
beschrijvingen om het probleem op te lossen.
Indien een storing niet door uzelf kan worden
verholpen, neem dan contact op met uw
dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
PROTECTOR
De luidsprekers krijgen een onregelmatige
stroom door, of het bovenpaneel van de
receiver is afgedekt met iets. De receiver
wordt automatisch na een paar seconden
uitgeschakeld. Controleer de aansluitingen
van de luidsprekers en schakel het apparaat
weer in.
Voor de andere meldingen verwijzen we naar
"Lijst van meldingen na een automatische-
kalibratiemeting" (zie blz. 55) en "DIGITAL
MEDIA PORT berichtenlijst" (zie blz. 96).
Pagina's met aanwijzingen voor
het wissen van het geheugen
van de receiver
Voor wissen van Leest u
Alle geheugeninstellingen zie blz. 42
144
NL
Technische gegevens
Versterkergedeelte
UITGANGSVERMOGEN
stereofunctie
1) 2)
(8 ohm, van 1 kHz, THV
0,7%):
125W + 125W
Referentie-uitgangsvermogen bij stereo
(4 ohm, van 1 kHz, THV
0,7%):
125W + 125W
Referentie-uitgangsvermogen
(8 ohm, van 20 Hz
20 kHz, THD 0,09%)
FRONT
2)
:
120W + 120W
CENTER
2)
: 120 W
SURROUND
2)
:
120W + 120W
SURROUND BACK
2)
:
120W + 120W
Referentie-uitgangsvermogen
(4 ohm, van 20 Hz
20 kHz, THD 0,15%)
FRONT
2)
:
120W + 120W
CENTER
2)
: 120 W
SURROUND
2)
:
120W + 120W
SURROUND BACK
2)
:
120W + 120W
Referentie-uitgangsvermogen bij stereo
(8 ohm, van 1 kHz, THV
10%):
150 W + 150 W
Referentie-uitgangsvermogen bij stereo
(4 ohm, van 1 kHz, THV
10%):
150 W + 150 W
Referentie-uitgangsvermogen
(8 ohm, van 1 kHz, THD
10%):
FRONT
2)
:
150 W + 150 W
CENTER
2)
:
150 W
SURROUND
2)
:
150 W + 150 W
SURROUND BACK
2)
:
150 W + 150 W
Referentie-uitgangsvermogen
(4 ohm, van 1 kHz, THD
10%):
FRONT
2)
:
150 W + 150 W
CENTER
2)
:
150 W
SURROUND
2)
:
150 W + 150 W
SURROUND BACK
2)
:
150 W + 150 W
1)
Afhankelijk van de geluidsveldinstellingen en de
geluidsbron kan er soms hierdoor geen geluid
worden weergegeven.
2)
Gemeten onder de volgende omstandigheden:
Stroomvoorziening: 230 V wisselstroom,
50/60 Hz
(in landen/gebieden in
Europa, behalve het
Verenigd Koninkrijk)
240 V wisselstroom, 50/60 Hz
(in het Verenigd Koninkrijk
en algemene gebieden)
Frequentiebereik
Ingangen (Analoog)
PHONO RIAA-
aanpassingskromme
±0,5 dB
MULTI CHANNEL
INPUT, SA-CD/CD,
MD/DAT, DVD/BD,
TV, SAT/CATV,
TAP E/CD-R,
VIDEO 1/2/3
10 Hz – 100 kHz
±3 dB
PHONO Gevoeligheid: 2,5 mV
Impedantie: 50 kohm
Signal-ruisverhouding:
90 dB (A, 20 kHz LPF)
145
NL
Aanvullende informatie
Ingangen (Digitaal)
Uitgangen
EQUALIZER
FM-afstemgedeelte
Afstembereik 87,5 – 108,0 MHz
Antenne FM-draadantenne
Antenaansluitingen
75 ohm, asymmetrisch
AM-afstemgedeelte
Afstembereik 531 – 1.602 kHz
(met 9-kHz afstembereik)
Antenne Raamantenne
Videogedeelte
Ingangen/uitgangen
Video: 1 Vt-t, 75 ohm
COMPONENT VIDEO:
Y: 1 Vt-t, 75 ohm
P
B
/C
B
: 0,7 Vt-t, 75 ohm
P
R
/C
R
: 0,7 Vt-t, 75 ohm
80 MHz HD doorlaat
HDMI Video
Ingang/uitgang (HDMI-herhaalblokkering)
640 × 480p@60 Hz
720 × 480p@59,94/60 Hz
1440 × 480p@59,94/60 Hz (pixel 2x gestuurd)
1280 × 720p@59,94/60 Hz
1920 × 1080i@59,94/60 Hz
1920 × 1080p@59,94/60 Hz
720 × 576p@50 Hz
1440 × 576p@50 Hz (pixel 2x gestuurd)
1280 × 720p@50 Hz
1920 × 1080i@50 Hz
1920 × 1080p@50 Hz
1920 × 1080p@24 Hz
Algemeen
Stroomvoorziening 230 V wisselstroom,
50/60 Hz
(in landen/gebieden in
Europa, behalve het
Verenigd Koninkrijk)
230 – 240 V wisselstroom,
50/60 Hz
(in het Verenigd
Koninkrijk en algemene
gebieden)
Uitgangsvermogen (DIGITAL MEDIA PORT)
DC OUT:5 V, 700 mA
Stroomverbruik 480 W
Stroomverbruik (in de stand-by-stand)
0,7 W (wanneer "HDMI
Control" en "RS-232C
Control" zijn ingesteld op
"OFF")
Afmetingen 430 × 175 × 430 mm
(breedte/hoogte/diepte)
inclusief uitstekende delen
en besturing
Gewicht (ca.) 16,0 kg
Bijgeleverde accessoires
Gebruiksaanwijzing (dit exemplaar)
Beknopte installatiegids (1)
HDMI CONTROL-handleidin (1)
GUI Menulijst (1)
Optimaliseringsmicrofoon ECM-AC1(1)
FM-draadantenne (1)
AM-raamantenne (1)
Netsnoer (1)
MULTI CHANNEL
INPUT, SA-CD/CD,
MD/DAT, DVD/BD, TV,
SAT/CATV, TAPE/CD-R,
VIDEO 1/2/3
Gevoeligheid: 150 mV
Impedantie: 50 kohm
Signal-ruisverhouding:
100 dB (A, 20 kHz
LPF)
DVD/BD, VIDEO 2,
SA-CD/CD (Coaxiaal)
Impedantie: 75 kohm
Signal-ruisverhouding:
96 dB (A, 20 kHz LPF)
VIDEO 1, TV,
SAT/CATV,
TAPE/CD-R,
MD/DAT (optisch)
Signal-ruisverhouding:
96 dB (A, 20 kHz LPF)
MD/DAT (REC OUT),
VIDEO 1, ZONE 2,
ZONE 3 (AUDIO OUT)
Spanning: 150 mV
Impedantie: 1kohm
FRONT L/R, CENTER,
SURROUND L/R,
SURROUND BACK L/R,
SUB WOOFER
Spanning: 2 V
Impedantie: 1kohm
Versterking ±10 dB, in stapjes van
1 dB
wordt vervolgd
146
NL
Afstandsbediening RM-AAL009 (1)
Afstandsbediening RM-AAU016 (1)
R6 (AA-formaat) batterijen (4)
Ontwerp en technische gegevens kunnen
zonder voorafgaande kennisgeving worden
gewijzigd.
147
NL
Aanvullende informatie
Index
Symbols
U SIGNAL GND-aardaansluiting 27
Numerics
12 V aan/uit-signaal ruimte 112, 119
2ch Analog Direct 67, 122
2ch Stereostand 66
2-kanaals 66
4 Ω 48
5.1-kanaals 16
7.1-kanaals 16
8 Ω 48
A
A.F.D.-(functie) 69
A/V Sync 63, 118
Aanduiding 102
Aansluiting twee versterkers 113
Aansluitingen
antenne’s 41
audio-apparatuur 22
luidsprekers 18
monitor 20
video-apparatuur 28
Afstandsbediening 11–15, 43, 125–134
Afstemmen 88, 89, 90
AM 88, 101, 122
Audio (Settings) 63, 118
Auto Calibration 50, 116, 120
Automatische afstemming 88, 122
B
Bedieningsfunctie 43
Berichten
Auto Calibration 55
DIGITAL MEDIA PORT 96
fout 143
BI-AMP 84, 117
Blu-ray-discspeler 30, 33, 60
C
Calibration Type selectie 53, 116
Cd-speler 23, 27, 59
Center Mix 84, 117
Center Width Control 73, 118
Cinema Studio EX (functie) 71
Control 73
Crossover Freq 84, 117
Custom Settings 9, 114
D
D. Range Comp (Compressie van het
dynamische bereik) 85, 116
DCAC (Digital Cinema Auto Calibration) 50
DCS 71
Decode Priority 63, 118
DIGITAL MEDIA PORT 7, 10, 15, 23, 93
Dimension Control 74, 118
Directe afstemming 89, 122
Distance 80
Distance Unit 85, 117
Dolby Digital EX 67, 76
DTS Neo:6 (Cinema, Music) 69
DTS-ES Discrete 76
Dual Mono 63, 118
Dvd-recorder 35
Dvd-speler 30, 33, 60
E
Effect Level 73, 118
Enhanced Setup 56
EQ (Settings) 86, 118
EQ Curve 56
EQ Preset wijzigen 118
Equalizer 86
F
FM 88, 101, 122
FM Mode 88, 118
Front Reverb 74, 118
G
GUI (Graphical User Interface) 20, 45
wordt vervolgd
148
NL
H
HDMI (Settings) 64, 119
HDMI Audio 64, 119
HDMI Control 64
HDMI SW Level 65, 119
HDMI-aansluitingen 9, 29
HDMI-knop 7
Headphone (Settings) 72
Hoog 7, 86, 118
I
Ingang ruimte veranderen 111
Input 57
Input Assign 99
INPUT MODE 98
INPUT SELECTOR 59, 60, 61, 62
iPod 95
L
L.F.E. (Low Frequency Effect) 104
Laag 7, 86, 118
LARGE 80
Level 79, 86
List Mode 96
Luidsprekerimpedantie 48, 117
M
Manual Setup 79
MASTER VOLUME 8, 59, 60, 61, 62
Meerdere ruimtes 108
Multi Ch SW Level 85, 116
MULTI CHANNEL DECODING-lampje 60
Muting 58
Muziek 71
N
Name Input 97
Netsnoer 42
Network Client 95
Neural-THX 69
NIGHT MODE 77
O
Omschakelen van de aanduidingen op het
display 101
Opnemen 106, 107
Opwaarderen 36
P
Panorama Mode 74, 118
Phase Audio 84, 116
Phase Noise 84, 116
PHONES 7
PIP (Picture in Picture) 10, 13, 15
PLII (Game, Movie, Music) 69
PLIIx (Game, Movie, Music) 69
Position (Auto Calibration) 56, 116
Position (Surround Speakers) 81
Power ON/OFF ruimte 111
PROTECTOR 143
Q
Quick Setup 52
R
RDS 91, 123
Resolution 64, 93, 119
RS-232C-besturing 65, 112, 119
S
SB Dec Mode 76, 118
SB Decoding 76, 118
Screen Depth 74, 118
Screen Saver 65
Size 80
Slaaptimer 105
SMALL 80
Sound Field selectie 66, 122
Sound Field Setup 66
Speaker (Settings) 48, 84, 117
Speaker Pattern 82, 117
SPEAKERS (OFF/A/B/A+B) 7, 49
Speelfilm 71
Super Audio CD-speler 23, 25, 27, 59
Sur Back Assign 84
Sur Settings 118
Surround 66
System (Settings) 65, 119
T
Terugzetten 42
Test Tone 83, 84, 116
149
NL
Aanvullende informatie
TONE 7
TONE MODE 7, 42
Tuner 88
Tuner (Settings) 118
V
Versterkinginstelling (lage tonen/hoge tonen)
86
Video (Settings) 64, 119
VIDEO 3 IN/PORTABLE AV IN-
aansluitingen 35, 61
Video-recorder 35, 62
Videospelcomputer 61
Virtual Speakers 74, 118
Volume ruimte aanpassen 112
Voorkeurzenders 90, 122
W
Wissen
Afstandsbediening 134
EQ 87, 118
geheugen 42
Z
ZONE 2 84, 108
ZONE 3 108

Documenttranscriptie

WAARSCHUWING Stel het toestel niet bloot aan regen of vocht om het risico op brand of elektrocutie te verminderen. Om brand te voorkomen, mag u de ventilatieopeningen van het apparaat niet afdekken met kranten, tafelkleden, gordijnen, enz. Tevens mag u geen aangestoken kaarsen op het apparaat zetten. Installeer de stereo-installatie niet in een krappe ruimte, zoals een boekenkast of ingebouwde kast. Om gevaar van brand of elektrische schok te voorkomen, mogen er geen met water gevulde voorwerpen zoals vazen op het apparaat worden geplaatst. Installeer het systeem zodat de stekker bij problemen onmiddellijk uit het stopcontact kan worden getrokken. Batterijen, of een apparaat dat wordt gebruikt met geïnstalleerde batterijen, mogen niet worden blootgesteld aan overmatige hitte zoals zon, vuur of iets vergelijkbaars. Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als klein chemisch afval (KCA). 2NL Voor klanten in Europa Verwijdering van oude elektrische en elektronische apparaten (Toepasbaar in de Europese Unie en andere Europese landen met gescheiden ophaalsystemen) Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. De recycling van materialen draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke bronnen. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht. De fabricant van dit product is Sony Corporation, 17-1 Konan Minato-ku Tokyo, 108-0075 Japan. De geauthoriseerde vertegenwoordiging voor EMC en produkt veiligheid is Sony Deutschland GmbH, Hedelfinger Strasse 61, 70327 Stuttgart, Duitsland. Voor service- of garantiezaken verwijzen wij u graag naar de addressen in de afzonderlijke service/ garantie documenten. Over deze gebruiksaanwijzing • De aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing gelden voor het model STR-DA5300ES. Controleer uw modelnummer, dat rechtsonder op het voorpaneel staat vermeld. • De aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing beschrijven de bediening met de toetsen op de bijgeleverde afstandsbediening. U kunt echter ook de toetsen van de receiver zelf gebruiken, met dezelfde of soortgelijke namen als die op de afstandsbediening. • "Neural-THX" en "neural THX", die in de gebruiksaanwijzing ter sprake komen en getoond worden in het displayvenster en in het GUI menuscherm, betekenen Neural-THX Surround. Deze receiver is voorzien van Dolby* Digital en Pro Logic Surround en het DTS** Digital Surroundsysteem. * Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories. Dolby, Pro Logic, Surround EX, en het symbool double-D zijn handelsmerken van Dolby Laboratories. ** Geproduceerd onder de licentie van DTS, Inc. “DTS”, “DTS-ES” en “Neo:6” zijn gedeponeerde handelsmerken van DTS, Inc. en “DTS-HD Master Audio”, “DTS-HD High Resolution Audio” en “DTS 96/24” zijn handelsmerken van DTS, Inc. Deze receiver is voorzien van de HDMI™technologie (High-Definition Multimedia Interface). handelsmerk dat eigendom is van Neural Audio Corporation, THX is een handelsmerk van THX Ltd., dat in bepaalde rechtsgebieden gedeponeerd zou kunnen zijn. Deze receiver is voorzien van het lettertype (Shin Go R) van MORISAWA & COMPANY LTD. Deze namen zijn handelsmerken van MORISAWA & COMPANY LTD., en het auteursrecht van het lettertype is eigendom van MORISAWA & COMPANY LTD. iPod is een handelsmerk van Apple Inc., geregistreerd in de V.S. en andere landen. Alle andere handelsmerken en gedeponeerde handelsmerken zijn het eigendom van hun respectieve houders. In deze handleiding worden de symbolen ™ en ® niet vermeld. Hierbij verklaart Sony Corporation dat deze STRDA5300ES Meerkanaals AV-receiver is in overeenstemming met de essentiële vereisten en andere toepasselijke bepalingen van Richtlijn 1999/ 5/EG. Nadere informatie kunt u vinden op: http://www.compliance.sony.de/ Het woordmerk en de logo's van Bluetooth zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en Sony Corporation gebruikt deze items onder licentie. Andere handelsmerken en handelsnamen zijn eigendom van hun respectieve eigenaren. "M-crew Server" is een handelsmerk van Sony Corporation. "x.v.Colour" is een handelsmerk van Sony Corporation. HDMI, het HDMI-logo en High-Definition Multimedia Interface zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC. Dit product, dat gebruik maakt van Neural Surround, THX Technologies wordt gefabriceerd onder licentie van Neural Audio Corporation en THX Ltd. Sony Corporation verleent de gebruiker hierbij een niet-exclusief, niet-overdraagbaar, beperkt recht op het gebruik van dit product, en andere gerelateerde technologieën welke naar behoren gepatenteerd zijn en eigendom zijn van Neural Audio Corporation en/ of THX Ltd., volgens Amerikaans en buitenlands octrooirecht en wetgeving met betrekking tot octrooiaanvragen. Neural Surround is een 3NL NL Inhoudsopgave Voorbereidingen Beschrijving en positie van onderdelen ........6 1: De luidsprekers opstellen .......................16 2: De luidsprekers aansluiten ......................18 3: Het aansluiten van de monitor ................20 4a: De audio-apparatuur aansluiten ............22 4b: De video-apparatuur aansluiten ............28 5: De antennes aansluiten ...........................41 6: De receiver en afstandsbediening voorbereiden ..........................................42 7: Bedien de receiver met GUI (Graphical User Interface) .......................................45 8: De luidsprekers instellen ........................48 9: Het automatisch kalibreren van de juiste luidsprekeropstelling (Auto Calibration) .................................50 Gebruik van de middenachterdecodeerfunctie ..................................... 75 Ruimtelijke weergave bij zacht ingesteld geluid (NIGHT MODE) ........................ 77 Geavanceerde luidsprekerinstellingen De luidsprekers handmatig instellen .......... 79 De toonregelaar bijregelen ......................... 86 Bediening van de tuner Luisteren naar de FM/AM-radio ................ 88 Gebruik van het Radio Data Systeem (RDS) (alleen Europees model) ............ 91 Andere bedieningsfuncties Weergave Een apparaat kiezen ....................................57 Naar een Super Audio CD/cd luisteren ......59 Het bekijken van een dvd/Blu-ray Disc ......60 Een videospelletje spelen ...........................61 Een video bekijken .....................................62 De versterker bedienen Instellingen voor de audio (Audio-instelmenu) ................................63 De instellingen voor het video (Video-instelmenu) ................................64 Instellingen voor HDMI (HDMI-menu) .....64 Instellingen voor het systeem (System-instelmenu) ..............................65 Genieten van surroundgeluid Genieten van een voorgeprogrammeerd geluidsveld .............................................66 Aanpassen van het geluidseffect .................73 4NL Omzetten van analoge videoingangssignalen ..................................... 93 Gebruik van de DIGITAL MEDIA PORTadapter ................................................... 93 Naamgeving van ingangsbronnen .............. 97 Omschakelen tussen digitale en analoge audio (INPUT MODE) ................................... 98 Weergave van andere geluids-/ beeldbronnen ......................................... 99 Omschakelen van de aanduidingen op het display ................................................. 101 Gebruik van de slaaptimer ....................... 105 Opnemen met de receiver ........................ 106 Luisteren naar de geluidsweergave in een andere ruimte (ZONE 2/ZONE 3 bedieningen) ........................................ 108 Bij aansluiting van twee versterkers ....... 113 Gebruik van het CONTROL Sbedieningssysteem .............................. 114 Bediening zonder aansluiting op de televisie ............................................... 115 Gebruik van de afstandsbediening Elk apparaat met behulp van de afstandsbediening bedienen ................ 125 Programmeren van de afstandsbediening ................................ 127 Enkele bedieningen automatisch achter elkaar uitvoeren (Macrosturing) .................... 130 Instellen van de afstandsbedieningcodes die nog niet zijn opgeslagen in de afstandsbediening ................................ 132 De gehele inhoud van het geheugen van de afstandsbediening wissen .................... 134 Aanvullende informatie Verklarende woordenlijst ......................... 135 Voorzorgsmaatregelen .............................. 138 Verhelpen van storingen ........................... 139 Technische gegevens ................................ 144 Index ......................................................... 147 5NL Voorbereidingen Beschrijving en positie van onderdelen Voorpaneel De afdekplaat verwijderen Druk op PUSH. U moet de verwijderde afdekplaat buiten het handbereik van kinderen houden. Status van de POWER-knop Uit De receiver is uitgezet (aanvankelijke instelling). Druk op POWER om de receiver in te schakelen. U kunt de receiver niet met de afstandsbediening aanzetten. Aan/wachtstand Druk op ?/1 op de afstandsbediening om de receiver aan te zetten of om deze in de wachtstand te zetten. Als u drukt op POWER op de receiver wordt deze uitgeschakeld. 6NL Naam A POWER Druk op de toets om de receiver in of uit te schakelen. B AUTO CAL MICaansluiting Voor aansluiting van de bijgeleverde optimaliseringsmicrofo on voor de Digital Cinema Auto Calibration-functie (zie blz. 50). I Displayscherm Hierop wordt de huidige status van het gekozen apparaat of een lijst van keuzemogelijkheden weergegeven (zie blz. 102). C TONE MODE TONE Past FRONT/ CENTER/ SURROUND/ SURROUND BACK BASS en TREBLE aan. Druk herhaaldelijk op TONE MODE om BASS of TREBLE, te selecteren en draai dan TONE om het niveau aan te passen. D MEMORY/ ENTER Druk op de toets om een tuner (FM/AM) te TUNING MODE bedienen (zie blz. 122123). TUNING E Infraroodontvanger Voor ontvangst van de signalen van de afstandsbediening. F DIMMER Druk herhaaldelijk op de toets om de helderheid van het display in te stellen. G DISPLAY H SUR BACK DECODING Druk herhaaldelijk op de toets om de weergave van de informatie op het display te kiezen. Druk op de toets om de SB DECODING te kiezen (zie blz. 76). Functie J 2CH/A.DIRECT Indrukken om het geluidsveld te A.F.D. selecteren (zie blz. 66). MOVIE MUSIC K ZONE/ POWER, SELECT Druk herhaaldelijk op SELECT om ruimte 2, ruimte 3 of de hoofdruimte te selecteren. Telkens wanneer u op POWER drukt, worden de uitgangssignalen voor de geselecteerde ruimte in- of uitgeschakeld (zie blz. 108). L DMPORT Indrukken om de audio/ video ingangsignalen van de apparatuur die is aangesloten op de DIGITAL MEDIA PORT-adapter (zie blz. 23, 93) te selecteren. M HDMI Druk op de toets om het ingangssignaal van het aangesloten apparaat via de HDMI INaansluiting te kiezen. N PHONESaansluiting Hierop kunt u een hoofdtelefoon aansluiten. O SPEAKERS Hiermee schakelt u (OFF/A/B/A+B) naar OFF, A, B, A+B van de voorluidsprekers (zie blz. 49). wordt vervolgd 7NL Voorbereidingen Functie Naam Naam Functie P VIDEO 3 IN/ PORTABLE AV INaansluitingen Hiermee sluit u een draagbare audio/videoapparaat aan zoals een camcorder of een videospelletje. Q MULTI CHANNEL DECODING lamp Gaat branden bij het decoderen van meerkanaals audiosignalen. R INPUT SELECTOR Draai om de ingangsbron te selecteren die u wilt weergeven. Om de ingangsbron te selecteren voor ruimte 2 of 3, drukt u op ZONE/SELECT (qa) om eerst ruimte 2 of 3 te selecteren ("ZONE 2 INPUT" of "ZONE 3 INPUT" verschijnt op het display) en schakelt u vervolgens INPUT SELECTOR in om de ingangsbron te selecteren. S MASTER VOLUME Draai om gelijktijdig het geluidsniveau van alle luidsprekers bij te regelen. 8NL Achterpaneel Voorbereidingen A DIGITAL INPUT/OUTPUT-gedeelte OPTICAL IN/ Hiermee sluit u aan OUTop een dvd-speler, aansluitingen Super Audio CDspeler enz. De COAXIAL INCOAXIALaansluitingen aansluiting zorgt voor een betere geluidskwaliteit (zie blz. 20, 22, 23, 33, 34). HDMI IN/ OUT*aansluitingen Voor aansluiting van een dvd-speler, een Blu-ray Disc-speler of een satellietontvanger. Voor uitvoer van geluid- en beeldsignalen naar een televisietoestel of een projector (zie blz. 20, 29). B Bedieningsaansluiting voor Sony van Sony-apparaten en andere externe apparatuur IR REMOTE IN/OUTaansluitingen Voor de aansluiting van een infraroodrelaisstation (zie blz. 109, 110). TRIGGER OUTaansluitingen Voor aansluiting van andere 12V TRIGGERcompatibele componenten, die u kunt in- en uitschakelen door het versturen van 12V TRIGGER aan/uitsignalen, of van de versterker/receiver in de 2e of 3e ruimte (zie blz. 111). CTRL S IN/ OUTaansluitingen Voor aansluiting van een Sonytelevisietoestel, dvdspeler of videorecorder van Sony met een CONTROL Saansluiting (zie blz. 114). wordt vervolgd 9NL C DMPORT Voor aansluiting op een Sony DIGITAL MEDIA PORTadapter (zie blz. 23). D COMPONENT VIDEO INPUT/ OUTPUT-gedeelte Y, PB/CB, PR/ CR IN/OUT*aansluitingen Voor aansluiting van een dvd-speler, een televisie of een satellietontvanger (zie blz. 20, 33, 34). E ANTENNA-gedeelte FM ANTENNAaansluiting Voor aansluiting van de, met de receiver bijgeleverde, FMdraadantenne (zie blz. 41). AM ANTENNAaansluiting Voor aansluiting van de, met de receiver bijgeleverde, AMraamantenne (zie blz. 41). F RS-232C-aansluitpoort Voor onderhoud- en servicewerkzaamheden. G AUDIO INPUT/OUTPUT-gedeelte 10NL AUDIO IN/ OUTaansluitingen Voor aansluiting met een cassettedeck of MD-deck, etc. (zie blz. 20, 22, 23, 27). MULTI CHANNEL INPUTaansluitingen Voor aansluiting op een Super Audio CD-speler of een dvd-speler met een analoge audioaansluiting voor 7.1 of 5.1 kanaalsgeluid (zie blz. 22, 25). PRE OUTaansluitingen Voor aansluiting van een externe eindversterker. H VIDEO/AUDIO INPUT/OUTPUTgedeelte AUDIO IN/ OUTaansluitingen VIDEO IN/ OUT*aansluitingen Voor aansluiting op een videorecorder of een dvd-speler, etc. (zie blz. 20, 33, 34, 35). S VIDEO IN/ OUT*aansluitingen AUDIO OUTaansluitingen VIDEO OUTaansluiting Voor aansluiting van een component in de 2e of 3e ruimte (zie blz. 108). EXT VIDEO Voor aansluiting van IN-aansluiting een apparaat om het beeldmateriaal ervan in een PIP-venster (Picture in Picture) weer te geven. I SPEAKERS-gedeelte Voor aansluiting van de luidsprekers (zie blz. 18). * Door een televisiescherm aan te sluiten op de MONITOR VIDEO OUT-aansluiting, kunt u de beelden van de gekozen ingangsbron bekijken (zie blz. 20). U kunt deze receiver bedienen via GUI (Graphical User Interface) (zie blz. 45). Afstandsbediening RM-AAL009 Functie A AV ?/1 (aan/ Druk op de toets voor het in- of wachtstand) uitschakelen van de audio-/ videoapparatuur die door deze afstandsbediening bediend kunnen worden (zie blz. 127). Door tegelijkertijd op de toetsen ?/1 (B) te drukken, wordt de receiver en andere Sonyapparatuur (SYSTEM STANDBY) uitgezet. Opmerking De functie van de AV ?/1 schakelaar wisselt automatisch als u op de ingangtoets drukt (C). B ?/1 (aan/ Druk op de toets om de receiver wachtstand) in of uit te schakelen. Als ZONE 2 of ZONE 3 is geselecteerd, wordt alleen de eerste receiver met deze toets in- of uitgeschakeld. Druk, voor het uitschakelen van alle apparatuur en met inbegrip van een versterker in 2de of 3de ruimte, gelijktijdig op de toetsen ?/1 en AV ?/1 (A) (SYSTEM STANDBY). Stroom besparen in de wachtstand. Wanneer "HDMI Control" (zie blz. 64) en "RS-232C Control" (zie blz. 65) zijn ingesteld op "OFF". C Beeld-/ geluidsbronkeuzetoetsen Druk op een van de toetsen om het gewenste apparaat te kiezen. Om de toetsen met roze namen te gebruiken, drukt u eerst op de toets SHIFT (wj). Door een druk op een van de beeld-/ geluidsbronkeuze-toetsen wordt de receiver ingeschakeld. De toetsen zijn vanaf de fabriek ingesteld om Sony-apparatuur te bedienen (zie blz. 57). U kunt de afstandsbediening met behulp van het stappenplan in "Programmeren van de afstandsbediening" (zie blz. 127) programmeren, om apparatuur van een ander merk dan Sony te bedienen. wordt vervolgd 11NL Voorbereidingen U kunt met de bijgeleverde afstandsbediening RM-AAL009 de receiver en de Sony audio-/ videoapparatuur (zie blz. 127) bedienen. Naam Naam Functie Naam Functie D ZONE 2 ZONE 3 Druk op de toets om de bediening van apparatuur in de 2e of 3e ruimte te activeren (zie blz. 108). L OPTIONS E AMP Druk op de toets om de receiver te bedienen (zie blz. 45). Druk op de toets om de onderdelen van het optiemenu voor de receiver en de dvdspeler of Blu-ray Disc-speler weer te geven of te selecteren. TOOLS F MUSIC Indrukken om het geluidsveld te selecteren (zie blz. 71). G MOVIE Indrukken om het geluidsveld te selecteren (zie blz. 71). Druk op de toets om de onderdelen van het optiemenu voor de dvd-speler of de Bluray Disc-speler weer te geven of te selecteren. H Cijfertoetsen Druk op de toets (en) voor – het programmeren van of het afstemmen op een voorkeurzender. – het selecteren van de tracknummers van de cdspeler, dvd-speler, Blu-ray Disc-speler of minidiscrecorder. Druk op toets 0/10 om track 10 te kiezen. – het kiezen van de kanaalnummers van de videorecorder of satellietontvanger. – Nadat u op de toets TV (wk) hebt gedrukt, drukt u op de cijfertoetsen om de televisiezenders te kiezen. I ENTER Druk op de toets om het, met de cijfertoetsen gekozen, nummer van een kanaal, disc of track in te voeren. MEMORY Bij gebruik van de tuner, druk op de toets voor het opslaan van een radiozender. J AMP MENU Druk op de toets om het menu weer te geven waarmee u de receiver bedient. K Druk op V/v/B/b om de menuonderdelen te selecteren. Druk daarna op om de keuze in te voeren. V/v/B/b 12NL M MENU SCREEN/ DSPL CONTROL Druk op de toets om het menu weer te geven waarmee u de audio/video-onderdelen bedient. Druk op SHIFT (wj), en druk daarna op MENU om het weergavemenute wisselen tussen SCREEN (om het menu weer te geven op het televisiescherm) en DSPL (om het menu weer te geven op het displayscherm). N B·/·b Druk op de toets om het album te selecteren. O m/M a) x a) X a) H a) b) ./> a) Druk op de toetsen voor bediening van de dvd-speler, de Blu-ray Disc-speler, cd-speler, minidisc-recorder of cassettedeck, of onderdelen die zijn aangesloten op de DIGITAL MEDIA PORTadapter enz. TUNING +/– Druk om een zender te selecteren (zie blz. 122). P PRESET + b)/– TV CH +/– Druk op de toets om FM/AMradiozenders op te slaan of voor het kiezen van voorkeurzenders. Druk op TV (wk) en druk dan op TV CH +/–om de televisie, satelliettuner , videospeler etc. te bedienen. Functie Naam Druk op TV (wk) en druk dan op F1 of F2 om een onderdeel te selecteren dat u wilt bedienen. • HDD-recorder met een harde schijf F1: HDD F2: Dvd-speler, Blu-ray Discspeler • Dvd-speler/videorecorder F1: Dvd-speler, Blu-ray Discspeler F2: VHS R DVD/ Druk op de toets om de menu's TOP MENU, van de dvd-speler op het MENU televisiescherm af te beelden. Gebruik daarna V/v/B/b en om een menu te bedienen (zie blz. 125). MACRO1, MACRO2 Druk op AMP (5) en druk dan op MACRO 1 of MACRO 2 om de macrosturing te activeren (zie blz. 130). TV/INPUT Druk gelijktijdig op de toetsen TV/INPUT en TV (wk) om een ingangssignaal te kiezen (TVingang of video-ingang). WIDE Druk herhaaldelijk op de toets om de breedbeeldfunctie te gebruiken. PIP Druk op SHIFT (wj) en druk daarna op PIP om de beeldweergave van het PIP (Picture in Picture)-venster te veranderen. De beeldweergave wordt als volgt veranderd. EXT VIDEO t ZONE 2 VIDEO t OFF. U kunt de positie van het hoofdscherm en het PIPvenster wisselen door op te drukken (qa). U kunt het venster vergroten of verkleinen met V/v (qa). U kunt ook de positie van het venster veranderen via B/b (qa). Opmerking De HDMI-videosignalen worden niet uitgevoerd terwijl het PIP-venster wordt afgebeeld. RESOLUTION Druk op SHIFT (wj) en druk dan herhaaldelijk op RESOLUTION om de resolutie van de uitgangsignalen te veranderen van de HDMI OUT of COMPONENT VIDEO MONITOR OUT-aansluiting (zie blz. 93). Functie NIGHT MODE Druk op AMP (5), en druk dan op NIGHT MODE om de NIGHT MODE-functie te activeren (zie blz. 77). INPUT MODE Druk op AMP (5), en druk dan op INPUT MODE om het ingangsignaal te selecteren als dezelfde apparaten zijn aangesloten op zowel digitale als analoge aansluitingen (zie blz. 98). SLEEP Druk op de toets SHIFT (wj) en daarna op de toets SLEEP voor het inschakelen van de slaaptimer en het instellen van de tijdsduur, waarna de receiver automatisch uitgeschakeld wordt (zie blz. 105). TEST TONE Druk op SHIFT (wj) en vervolgens op TEST TONE om de testtoon door elk van de luidsprekers weer te geven. S MUTING Druk op de toets om tijdelijk het geluid uit te schakelen. Druk opnieuw op de toets om het geluid te herstellen. T MASTER VOL +/– Druk op de toetsen om gelijktijdig het geluidsniveau van alle luidsprekers bij te regelen. TV VOL +/– Druk op TV (wk) en dan op TV VOL +/–om het volumeniveau van de televisie aan te passen. U DISC SKIP Druk bij gebruik van een discwisselaar op de toets om een disc over te slaan. V RETURN/ EXIT O Druk op de toets om terug te keren naar het vorige menu of om het menu te verlaten, als dit menu of het on-screen-menu van de videorecorder, dvdspeler, of satellietontvanger op het televisiescherm weergegeven wordt. wordt vervolgd 13NL Voorbereidingen Naam Q F1/F2 Naam Functie W DISPLAY Druk op de toets om de informatie te selecteren die wordt weergegeven op het display of op het televisiescherm aangesloten op de videorecorder, satellietontvanger, cd-speler, dvd-speler, Blu-ray Disc-speler of minidiscrecorder. Opmerking Druk in de SCREEN-functie op deze toets om het menu op het tv-scherm te laten verschijnen. X CLEAR Druk op de toets (en) voor – voor het ongedaan maken van een foutieve invoer zoals het drukken op een verkeerde cijfertoets. – voor het terugkeren naar continue weergave, enz. van de satellietontvanger of dvdspeler. >10 Druk op de toets voor keuze van – tracknummers, hoger dan 10, van de videorecorder, satellietontvanger, cd-speler of minidisc-recorder. – kanaalnummers van de digitale kabeltelevisieaansluiting. D.TUNING Druk op de toets om de directe afstemfunctie te gebruiken (zie blz. 89). Y 2CH/ A.DIRECT Druk om het geluidsveld te selecteren (zie blz. 66) of om de audio van het geselecteerde ingangsignaal naar analoog signaal te schakelen zonder enige aanpassing (zie blz. 122). Z A.F.D. Indrukken om het geluidsveld te selecteren (zie blz. 69). wj SHIFT Druk op de toets om de toetsverlichting in te schakelen. Door activeren van de toetsen met het roze opschrift wordt de bedieningsfunctie van de afstandsbediening veranderd. wk TV Druk op de toets om de bediening van het televisietoestel in te schakelen. wl RM SET UP Druk op de toets om de afstandsbediening in te stellen. 14NL a) Zie de tabel op zie blz. 126 voor informatie over de toetsen die u kunt gebruiken bij de bediening van elke component. b) Op deze toetsen is een voelbaar puntje aangebracht (H, PRESET +). Gebruik de voelbare puntjes als herkenning bij de bediening. Opmerkingen • Afhankelijk van het model is bovenstaande bediening eventueel niet mogelijk. • Bovenstaande omschrijving is slechts een voorbeeld. Afhankelijk van het apparaat is bovenstaande bediening eventueel niet mogelijk of kan verschillen van wat hier beschreven is. RM-AAU016 Naam Functie E OPTIONS Druk om onderdelen weer te geven en te selecteren vanaf de optiemenu's. F MENU Druk op de toets om het menu weer te geven waarmee u de receiver bedient. G DMPORT Indrukken om het apparaat dat is aangesloten op de DIGITAL MEDIA PORT-adapter (zie blz. 57) te bedienen. N Voor het starten van de weergave. x Voor het stoppen van de weergave. ./> Voor het overslaan van tracks. H INPUT SELECTOR Druk om de ingangsbron te selecteren die u wilt weergeven. I MASTER Druk om de geluidssterkte te VOLUME +/– regelen. Naam Functie J MUTING Druk op de toets om tijdelijk het geluid uit te schakelen. Druk opnieuw op de toets om het geluid te herstellen. K RETURN/ EXIT Druk om terug te keren naar het vorige menu of om het menu te verlaten. L DISPLAY Druk op de toets om de weergave van de informatie op het displayscherm te kiezen. Opmerking Druk in de SCREEN-functie op deze toets om het menu op het tv-scherm te laten verschijnen. M PIP NDruk op PIP om de beeldweergave van het PIP (Picture in Picture)-venster te veranderen. De beeldweergave wordt als volgt veranderd. EXT VIDEO t ZONE 2 VIDEO t OFF. U kunt de positie van het hoofdscherm en het PIPvenster wisselen door op te drukken (4). U kunt het venster vergroten of verkleinen met V/v (4). U kunt ook de positie van het venster veranderen via B/b (4). Opmerking De HDMI-videosignalen worden niet uitgevoerd terwijl het PIP-venster wordt afgebeeld. A ?/1 (aan/ Druk op de toets om de receiver wachtstand) in of uit te schakelen. B 2CH/ A.DIRECT Indrukken om het geluidsveld te selecteren (zie blz. 66). A.F.D. MOVIE MUSIC C SCREEN/ DSPL CONTROL Druk om de displayfunctie van het menu te wisselen tussen SCREEN (om het menu weer te geven op het tv-scherm) en DSPL (om het menu weer te geven op het displayscherm). D Na het drukken op SCREEN/ DSPL CONTROL (3), drukt u op V/v/B/b om het menuonderdeel te selecteren. Druk daarna op om de keuze in te voeren. V/v/B/b 15NL Voorbereidingen Deze afstandsbediening kan alleen worden gebruikt om de receiver te bedienen. U kunt de hoofdfuncties van de receiver bedienen met eenvoudige bedieningen door gebruik te maken van deze afstandsbediening. 1: De luidsprekers opstellen Deze receiver biedt aansluitmogelijkheden voor weergave via een 7.1-kanaals luidsprekersysteem (7 luidsprekers en een subwoofer). Genieten van een 5.1/7.1kanaals luidsprekersysteem Om te genieten van levensechte meerkanaals geluidsweergave heeft u vijf gewone luidsprekers nodig (twee voorluidsprekers, een middenluidspreker en twee achterluidsprekers) plus een subwoofer (in totaal 5.1-kanalen). De meest indrukwekkende hifi-weergave van dvd-discs met Surround EX geluid verkrijgt u door toevoeging van een extra middenachterluidspreker (voor 6.1-kanalen) of twee middenachterluidsprekers (voor 7.1kanalen). Zie "Gebruik van de middenachterdecodeerfunctie" (zie blz. 75). Voorbeeld van een 7.1-kanaals luidsprekersysteem configuratie Voorbeeld van een 5.1-kanaals luidsprekersysteem configuratie AVoorluidspreker (L) BVoorluidspreker (R) CMiddenluidspreker DAchterluidspreker (L) EAchterluidspreker (R) HSubwoofer 16NL AVoorluidspreker (L) BVoorluidspreker (R) CMiddenluidspreker DAchterluidspreker (L) EAchterluidspreker (R) FMiddenachterluidspreker (L) GMiddenachterluidspreker (R) HSubwoofer Tips • De plaatsingshoeken A behoren gelijk te zijn. Voorbereidingen • Als u een 6.1-kanaals luidsprekersysteem aansluit, plaats de middenachterluidspreker dan recht achter uw zitplaats. • Aangezien de weergave van de subwoofer niet richtingsgevoelig is, kunt u die luidspreker opstellen waar u maar wilt. 17NL 2: De luidsprekers aansluiten Voordat u de snoeren aansluit moet u er zeker van zijn dat u de netstroom afzet. H G F E B A D FRONT SPEAKERS B-aansluitingen a) B B B C B A A Mono audio-aansluitkabel (niet bijgeleverd) B Luidsprekersnoeren (niet bijgeleverd) AVoorluidspreker A (L) BVoorluidspreker A (R) CMiddenluidspreker DSubwooferb) EMiddenachterluidspreker (L)c) FMiddenachterluidspreker (R)c) GAchterluidspreker (L) HAchterluidspreker (R) 18NL a) Als u een aanvullend voorluidsprekersysteem heeft, sluit deze dan aan op de FRONT SPEAKERS Baansluitingen. U kunt het voorluidsprekersysteem dat u wilt gebruiken selecteren met de SPEAKERS-schakelaar (OFF/A/B/A+B) op het voorpaneel (zie blz. 49). b) Voorbereidingen Wanneer u een subwoofer met een automatische stand-by-functie hebt aangesloten, moet u deze functie uitschakelen tijdens het bekijken van films. Bij ingeschakelde functie voor automatische stand-by kan de subwoofer, gebaseerd op het niveau van het ingangssignaal, in de standby-stand gezet worden zodat er geen geluidsweergave meer is. c) Als u een enkele middenachterluidspreker aansluit, moet u het snoer daarvan aansluiten op de SURROUND BACK SPEAKERS Lluidsprekeruitgangen. Opmerkingen • Bij aansluiting van alleen luidsprekers met een nominale impedantie van 8 ohm of hoger, stelt u "Impedance" in het Speaker-instelmenu in op "8 Ω". Bij aansluiting van andere luidsprekers moet u het instellen op "4 Ω". Voor nadere bijzonderheden, zie "8: De luidsprekers instellen" (zie blz. 48). • Voordat u het netsnoer aansluit, dient u ervoor te zorgen dat de metalen draden van de luidsprekersnoeren elkaar niet raken tussen de SPEAKERS-aansluitingen. Tip Om bepaalde luidsprekers aan te sluiten op een andere eindversterker gebruikt u de PRE OUTaansluitingen. Hetzelfde signaal wordt uitgevoerd via zowel de SPEAKERS-aansluitingen als de PRE OUT-aansluitingen. Als u bijvoorbeeld alleen de voorluidsprekers wilt aansluiten op een andere versterker, verbindt u die versterker dan met de PRE OUT FRONT L en R-aansluitingen. ZONE 2-aansluiting U kunt de SURROUND BACK SPEAKERaansluitingen E en F aansluiten op de luidsprekers van ruimte 2. Stel "Sur Back Assign" in op "ZONE 2" in het Speakerinstelmenu. Raadpleeg "Luisteren naar de geluidsweergave in een andere ruimte (ZONE 2/ZONE 3 bedieningen)" (zie blz. 108) voor nadere bijzonderheden over de aansluiting en bediening van apparatuur in ruimte 2. 19NL 3: Het aansluiten van de monitor Door een televisiescherm aan te sluiten op de MONITOR VIDEO OUT-aansluiting, kunt u de beelden van de gekozen ingangsbron bekijken. U kunt deze receiver bedienen via een GUI (Graphical User Interface). Het is niet nodig om alle kabels aan te sluiten. Sluit de audio- en video-aansluitkabels aan in overeenstemming met de aansluitingen van uw apparatuur. TV-scherm Audiosignalen A Videosignalen B C D A Optisch digitale kabel (niet bijgeleverd) B Audio-aansluitkabel (niet bijgeleverd) C Componentvideo-aansluitkabel (niet bijgeleverd) D HDMI-kabel (niet bijgeleverd) E S-video-aansluitkabel (niet bijgeleverd) F Video-aansluitkabel (niet bijgeleverd) 20NL E F Opmerkingen Voorbereidingen • Voordat u de snoeren aansluit moet u er zeker van zijn dat u de netstroom afzet. • Sluit beeldschermapparatuur zoals een televisiescherm of een videoprojector aan op de MONITOR VIDEO OUT-aansluiting van de receiver. Opname is eventueel niet mogelijk, ook al heeft u opnameapparatuur aangesloten. • Schakel de receiver in als beeld en geluid van het weergaveapparaat, via de receiver, uitgevoerd worden naar de televisie. Als de receiver niet is ingeschakeld wordt er geen beeld en geluid doorgegeven. • Het beeld op het televisiescherm kan, afhankelijk van de aansluiting van de antenne op de televisie, vervormd zijn. Plaats in dat geval de antenne uit de buurt van de receiver. Tips • Deze receiver is voorzien van een functie om videosignalen om te zetten. Voor nadere bijzonderheden, zie "Opmerkingen over het omzetten van videosignalen" (zie blz. 38). • Als de televisie-uitgangsaansluiting van het geluidssignaal verbonden is met de TV INaansluitingen van de receiver, wordt het geluid van het televisietoestel weergegeven via de luidsprekers die op de receiver aangesloten zijn. Stel bij deze aansluiting de televisieuitgangsaansluiting van het geluidssignaal in op "Fixed" als er een keuzemogelijkheid is tussen "Fixed" of "Variable". • De screen saver wordt geactiveerd als het GUImenu wordt weergegeven op het televisiescherm en er geen werking heeft plaatsgevonden gedurende 15 minuten. 21NL 4a: De audio-apparatuur aansluiten Het aansluiten van uw apparatuur In dit gedeelte wordt beschreven hoe u allerlei apparatuur kunt aansluiten op deze receiver. Voordat u hiermee begint, neemt u eerst even de lijst met "Aan te sluiten apparatuur" hieronder door, om te zien op welke bladzijden de aanwijzingen staan voor het aansluiten van de betreffende apparaten. Nadat u al uw apparatuur hebt aangesloten, kunt u doorgaan met de volgende stap "5: De antennes aansluiten" (zie blz. 41). Aan te sluiten apparatuur Blz. Super Audio CDspeler/ cd-speler Met digitaal audiouitgangsignaal 23 Met meerkanaals audio-uitgangsignaal 25 Met alleen analoge audio-uitgangsignaal 27 Met digitaal audiouitgangsignaal 23 Met alleen analoge audio-uitgangsignaal 27 MD-speler Cassettedeck, analoge platenspeler Audio-ingangsaansluitingen/ uitgangsaansluitingen die moeten worden gebruikt De geluidskwaliteit is afhankelijk van de gebruikte aansluiting. Raadpleeg volgende afbeelding. Druk de aansluiting die overeenkomt met de aansluitingen van uw apparatuur. Digitaal Analoog Hoge geluidskwaliteit Opmerkingen 27 • Bij het aansluiten van de optisch digitale kabel steekt u de stekkers recht in de aansluitbussen tot ze vastklikken. • Let op dat de optische digitale kabels niet geknikt of sterk gebogen worden. Tip Alle digitale audio-ingangsaansluitingen zijn geschikt voor bemonsteringsfrequenties van 32 kHz, 44,1 kHz, 48 kHz en 96 kHz. 22NL Voorbereidingen Apparatuur met digitale audioingangsaansluitingen/audiouitgangsaansluitingen De volgende afbeelding laat zien hoe u Super Audio CD-speler, cd-speler en een MDrecorder en DIGITAL MEDIA PORT-adapter moet aansluiten. DIGITAL MEDIA PORTadapter Minidiscrecorder A Super Audio CDspeler, cd-speler B B C A Optisch digitale kabel (niet bijgeleverd) B Audio-aansluitkabel (niet bijgeleverd) C Coaxiale digitale kabel (niet bijgeleverd) Opmerkingen • Voordat u de snoeren aansluit moet u er zeker van zijn dat u de netstroom afzet. • Houd rekening met de volgende voorzorgsmaatregelen om de DIGITAL MEDIA PORT-adapter los te koppelen. – Verwijder de DIGITAL MEDIA PORT-adapter nadat u de kabel hebt verwijderd wanneer er wordt vervolgd 23NL kabels zijn aangesloten op de COMPONENT VIDEO-aansluiting. – Verwijder de DIGITAL MEDIA PORT-adapter door in de zijkanten van de stekker te knijpen om de vergrendeling op te heffen. Opmerkingen over het afspelen van een Super Audio CD op een Super Audio CD-speler • Er wordt geen geluid uitgevoerd bij de weergave van een Super Audio CD op een Super Audio CD-speler die alleen is aangesloten op de COAXIAL SA-CD/CD IN-aansluiting van deze receiver. Wanneer u een Super Audio CD afspeelt, moet u de speler aansluiten op de MULTI CHANNEL INPUT- of SA-CD/CD IN-aansluitingen. Zie tevens de gebruiksaanwijzing die bijgeleverd is met de Super Audio CDspeler. • Sluit een speler die DSD-signalen kan uitvoeren van de HDMI-aansluiting aan op de receiver met een HDMI-kabel. • U kunt geen digitale opnamen maken van een Super Audio CD. • Bij het aansluiten van de optisch digitale kabel steekt u de stekkers recht in de aansluitbussen tot ze vastklikken. • Let op dat de optische digitale kabels niet geknikt of sterk gebogen worden. Als u verscheidene digitale apparaten wilt aansluiten, maar er geen ingangsaansluiting voor vrij heeft Zie "Weergave van andere geluids-/ beeldbronnen" (zie blz. 99). 24NL Voorbereidingen Aansluiten van apparatuur met meerkanaals uitgangsaansluitingen Als uw dvd-speler of Super Audio CD-speler is voorzien van meerkanaals uitgangsaansluitingen, dan kunt u die verbinden met de MULTI CHANNEL INPUT-aansluitingen van deze receiver, om zo te genieten van meerkanaals geluidsweergave. Bovendien kunt u op deze meerkanaals ingangsaansluitingen ook een extern, meerkanaals decodeerapparaat aansluiten. Dvd-speler, Super Audio CD-speler, enz. A B A Audio-aansluitkabel (niet bijgeleverd) B Mono audio-aansluitkabel (niet bijgeleverd) Opmerkingen • Voordat u de snoeren aansluit moet u er zeker van zijn dat u de netstroom afzet. • Dvd- en Super Audio CD-spelers hebben geen SURROUND BACK-aansluitingen. wordt vervolgd 25NL • Wanneer "Sur Back Assign" is ingesteld op "BIAMP" of "ZONE 2" in het Speaker-instelmenu, is de invoer van de SUR BACK-aansluitingen ongeldig. • Audio ingangsignalen van de MULTI CHANNEL INPUT-aansluitingen worden niet uitgezonden naar een van de audio uitgangsaansluitingen. De signalen kunnen niet worden opgenomen. 26NL Voorbereidingen Apparatuur met analoge audioaansluitingen De volgende afbeelding laat zien hoe u apparatuur met analoge audioaansluitingen, zoals een cassettedeck, platenspeler, enz., moet aansluiten. Super Audio CDspeler, cdspeler Cassette-deck A A A A Minidiscrecorder Platenspeler A Audio-aansluitkabel (niet bijgeleverd) Opmerkingen • Als uw platenspeler een aardingsdraad heeft, sluit u die aan op de (U) SIGNAL GND-aansluiting. • Voordat u de snoeren aansluit moet u er zeker van zijn dat u de netstroom afzet. 27NL 4b: De video-apparatuur aansluiten Het aansluiten van uw apparatuur In dit gedeelte wordt beschreven hoe u allerlei apparatuur kunt aansluiten op deze receiver. Voordat u hiermee begint, neemt u eerst even de lijst met "Aan te sluiten apparatuur" hieronder door, om te zien op welke bladzijden de aanwijzingen staan voor het aansluiten van de betreffende apparaten. Nadat u al uw apparatuur hebt aangesloten, kunt u doorgaan met de volgende stap "5: De antennes aansluiten" (zie blz. 41). Aan te sluiten apparatuur De beeldkwaliteit is afhankelijk van de gebruikte aansluiting. Raadpleeg volgende afbeelding. Druk de aansluiting die overeenkomt met de aansluitingen van uw apparatuur. Blz. TV-scherm 20 Met HDMI-aansluiting 29 Dvd-speler, Blu-ray Disc-speler 33 Satelliettuner, CATV-systeem 34 Dvd-recorder, videorecorder 35 Videocamera, spelcomputer, enz. 35 28NL Video-ingangsaansluitingen/ uitgangsaansluitingen die moeten worden gebruikt Digitaal Analoog Hoge beeldkwaliteit Voorbereidingen Apparatuur met HDMIaansluitingen HDMI is de afkorting voor High-Definition Multimedia Interface. Het is een interface voor digitale transmissie van geluid- en beeldsignalen. HDMI functies • De digitale audiosignalen uitgezonden door HDMI kunnen worden uitgevoerd door de luidsprekers en de PRE OUT-aansluitingen op deze receiver. Dit signaal ondersteunt Dolby Digital, DTS, DSD en lineaire PCM. • Lineaire PCM (bemonsteringsfrequentie van minder dan 192 kHz) met digitale audiosignalen met maximaal 8 kanalen, kunnen met deze receiver worden ontvangen met behulp van de HDMI-aansluiting. • Analoge videosignalen ingevoerd in de VIDEO-aansluiting, S VIDEO-aansluiting of COMPONENT VIDEO-aansluitingen, kunnen worden uitgevoerd als HDMIsignalen. Audiosignalen worden niet uitgevoerd via een HDMI OUT-aansluiting als het beeld is omgezet. • Deze receiver ondersteunt DSD transmissie (Super Audio CD), uitgebreid door HDMI ver1.2. • Deze receiver ondersteunt High Bitrate Audio (DTS-HD Master Audio, Dolby TrueHD), DeepColor en xvYCC transmissie, uitgebreid door HDMI ver1.3. • Deze receiver ondersteunt HDMI CONTROL functie. Raadpleeg de "HDMI CONTROL-handleidin" die bij de receiver is geleverd. • HDMI IN6 is de ingang die wordt gebruikt voor de geluidskwaliteit. Gebruik ingang IN6 wanneer u een hogere geluidskwaliteit nodig hebt. U kunt ook de IN6-aansluiting op dezelfde manier gebruiken als de HDMI IN1-naar-IN5-aansluitingen. wordt vervolgd 29NL Dvd-speler Satellietontvanger Audio-/ videosignalen A Blu-ray Disc-speler, PS3™, recorder met een vaste schijf Audio-/ videosignalen A Audio-/ videosignalen A A Audio-/ videosignalen Televisiescherm, projector, enz. A HDMI-kabel (niet bijgeleverd) 30NL Opmerkingen over het aansluiten van kabels Opmerkingen over HDMIaansluitingen • Controleer de instellingen van het aangesloten apparaat als een beeld slecht wordt afgebeeld of het geluid niet wordt voorgebracht door een apparaat aangesloten met de HDMI-kabel. • Audiosignalen ingevoerd in de HDMI INaansluiting worden uitgevoerd via de luidspreker-uitgangsaansluiting, de HDMI OUT-aansluiting en de PRE OUTaansluitingen. Ze worden niet uitgevoerd via enige andere audioaansluitingen. • Videosignalen ingevoerd in de HDMI INaansluiting, kunnen uitsluitend worden uitgevoerd via de HDMI OUT-aansluiting. De videoingangsignalen kunnen niet worden uitgevoerd vanaf de VIDEO OUTaansluitingen, de S VIDEO OUTaansluitingen of de MONITOR VIDEO OUT-aansluitingen. wordt vervolgd 31NL Voorbereidingen • Wij raden u aan om een Sony HDMI-kabel te gebruiken. • Wij raden u aan een HDMI-kabel met het HDMI-logo te gebruiken (gemaakt door Sony) voor de HDMI-aansluiting die overeenkomt met een hoge snelheid (een kabel met HDMI versie 1.3a, categorie 2) wanneer u beelden weergeeft of geluid beluistert tijdens een DeepColor-transmissie of wanneer u een videobeeld van 1080p of hoger bekijkt. • Wij adviseren u geen HDMI-DVIconversiekabel te gebruiken. Als u een HDMI-DVI-conversiekabel aansluit op een DVI-D-apparaat, wordt mogelijkerwijs het beeld en/of het geluid niet uitgevoerd. Sluit andere audiokabels of digitale aansluitkabels aan, en stel vervolgens "Input Assign" in het menu Input-Option, als het geluid niet goed wordt uitgevoerd. • Voordat u de kabels aansluit moet u er zeker van zijn dat u de netstroom afzet. • De audio- en videosignalen van HDMIinvoer worden niet uitgevoerd door de HDMI OUT-aansluiting zolang het receivermenu wordt afgebeeld. • Als u naar het geluid wilt luisteren via de luidspreker van de televisie, stelt u in het HDMI-instelmenu het menuonderdeel "HDMI Audio" in op "TV+AMP". Als het wordt ingesteld op "AMP", wordt het geluid niet uitgevoerd over de televisieluidspreker. • Zorg ervoor dat de receiver is ingeschakeld wanneer video- en audio-signalen van een weergaveapparaat worden uitgevoerd naar een televisie via deze receiver. Alleen als de receiver is ingeschakeld, worden de videoen audio-signalen doorgegeven. • Audiosignalen (bemonsteringsfrequentie, bitlengte, enz.) die worden uitgevoerd door een HDMI-aansluiting, kunnen door het aangesloten apparaat worden onderdrukt. Controleer de instellingen van het aangesloten apparaat als een beeld slecht wordt afgebeeld of het geluid niet wordt voorgebracht door een apparaat aangesloten met de HDMI-kabel. • Het geluid kan worden onderbroken wanneer de bemonsteringsfrequentie, het aantal kanalen of het audioformaat van de audio-uitgangssignalen van de weergavecomponent wordt omgeschakeld. • Als het aangesloten apparaat niet compatibel is met copyrightbeschermingstechnologie (HDCP), kan het beeld en/of het geluid vanuit de HDMI OUT-aansluiting vervormd zijn of niet worden uitgevoerd. In dat geval moet u de specificaties van het aangesloten apparaat nakijken. • Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van ieder aangesloten apparaat voor verdere informatie. • U kunt alleen genieten van High Bitrate Audio (DTS-HD Master Audio, Dolby TrueHD), DSD, meerkanaals lineaire PCM met een HDMI-aansluiting. • Stel de beeldresolutie van de speler hoger in dan 720p/1080i om te genieten van High Bitrate Audio (DTS-HD Master Audio, Dolby TrueHD). • De beeldresolutie van de speler zal mogelijk bepaalde instellingen nodig hebben voordat u kunt genieten van DSD en meerkanaals lineaire PCM. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de speler. • Niet elk HDMI-apparat ondersteunt alle functies die zijn gedefinieerd door de opgegeven HDMI-versie. Apparaten die bijvoorbeeld HDMI, ver. 1.3a ondersteunen, zullen mogelijk DeepColor niet ondersteunen. 32NL Opmerkingen • Voor uitvoer van multikanaals digitaal geluid, moet u de instelling voor de digitale audio-uitgang op de dvd-speler, Blu-ray Disc-speler maken. Zie tevens de gebruiksaanwijzing die bijgeleverd is met de dvd-speler, Blu-ray Disc-speler. • Voordat u de snoeren aansluit moet u er zeker van zijn dat u de netstroom afzet. De volgende afbeelding laat zien hoe u een dvdspeler, Blu-ray Disc-speler moet aansluiten. Het is niet nodig om alle kabels aan te sluiten. Sluit de audio- en video-aansluitkabels aan in overeenstemming met de aansluitingen van uw apparatuur. Dvd-speler, Blu-ray Disc-speler Videosignalen Audiosignalen A B C D A Optisch digitale kabel (niet bijgeleverd) B Coaxiale digitale kabel (niet bijgeleverd) C Audio-aansluitkabel (niet bijgeleverd) E F D Componentvideo-aansluitkabel (niet bijgeleverd) E S-video-aansluitkabel (niet bijgeleverd) F Video-aansluitkabel (niet bijgeleverd) * Als u een apparaat aansluit dat is uitgerust met een OPTICAL-aansluiting, moet u "Input Assign" instellen in het invoermenu. 33NL Voorbereidingen Een dvd-speler, Blu-ray Discspeler aansluiten Een satelliettuner, CATVsysteem aansluiten De volgende afbeelding laat zien hoe u een dvd-speler, CATV-systeem moet aansluiten. Het is niet nodig om alle kabels aan te sluiten. Sluit de audio- en video-aansluitkabels aan in overeenstemming met de aansluitingen van uw apparatuur. Satelliettuner, CATV-systeem Audiosignalen A Videosignalen B C A Optisch digitale kabel (niet bijgeleverd) B Audio-aansluitkabel (niet bijgeleverd) C Componentvideo-aansluitkabel (niet bijgeleverd) D S-video-aansluitkabel (niet bijgeleverd) E Video-aansluitkabel (niet bijgeleverd) Opmerking Voordat u de snoeren aansluit moet u er zeker van zijn dat u de netstroom afzet. 34NL D E De volgende afbeelding laat zien hoe u apparatuur met analoge aansluitingen, zoals Dvd-recorder, videorecorder Audiosignalen Videosignalen A B C Op de VIDEO 3 IN/PORTABLE AV IN-aansluitingen (voorpaneel) Videocamera, Videospelcomputer A Audio-aansluitkabel (niet bijgeleverd) B S-video-aansluitkabel (niet bijgeleverd) C Video-aansluitkabel (niet bijgeleverd) D Audio/video-aansluitkabel (niet bijgeleverd) B D Opmerking Voordat u de snoeren aansluit moet u er zeker van zijn dat u de netstroom afzet. 35NL Voorbereidingen een dvd-recorder, videorecorder, enz., moet aansluiten. Het is niet nodig om alle kabels aan te sluiten. Sluit de audio- en video-aansluitkabels aan in overeenstemming met de aansluitingen van uw apparatuur. Apparatuur met analoge videoen audioaansluiting Functie voor omzetting van videosignalen Deze receiver is voorzien van een functie om videosignalen om te zetten. Het videosignaal kan na aansluiting van deze receiver uitgevoerd worden via de MONITOR VIDEO OUT-aansluiting zoals weergegeven in de afbeelding. • Videosignalen kunnen uitgevoerd worden als HDMI-video-, componentvideo- en S videosignalen. • S videosignalen kunnen uitgevoerd worden als HDMI-video-, componentvideo- en videosignalen. • Componentvideosignalen kunnen uitgevoerd worden als HDMI-video-, S video- en videosignalen. Voor nadere bijzonderheden over de functie videosignaalomzetting, zie "Omzettingstabel voor video-ingangen/-uitgangen bepaald door de menu-instellingen" (zie blz. 39). 36NL In de omzettingstabel voor video-ingangen/-uitgangen van de receiver Uitgangssignaal Ingangssignaal OUTPUT-aansluiting HDMI OUT COMPONENT VIDEO MONITOR OUT MONITOR S VIDEO OUT MONITOR VIDEO OUT HDMI IN 1/2/3/4/5/6 A f X X X COMPONENT VIDEO IN B a a/f a a INPUT-aansluiting S VIDEO IN C a a a/f* a VIDEO IN D a a a a/f* a : Videosignalen worden omgezet en worden via de videosignaalomzetter uitgevoerd. f : Het uitgevoerde videosignaal is identiek aan het ingangssignaal. Videosignalen worden niet omgezet. X : Videosignalen worden niet uitgevoerd. * Videosignalen worden uitgevoerd, als "Resolution" is ingesteld op "DIRECT" in het Video-instelmenu. wordt vervolgd 37NL Voorbereidingen Raadpleeg "Omzettingstabel voor video-ingangen/-uitgangen bepaald door de menu-instellingen" (zie blz. 39) voor de functie voor het omzetten van beelden. Opmerkingen over het omzetten van videosignalen • Als deze receiver videosignalen of S videosignalen van een videorecorder omzet, en daarna voor weergave afgeeft aan uw televisie, kan afhankelijk van de toestand van het videosignaal, de beeldweergave op het televisiescherm horizontale storingen bevatten of niet mogelijk zijn. • HDMI-videosignalen kunnen niet worden omgezet naar componentvideosignalen, S videosignalen of videosignalen. • De omgezette videosignalen worden alleen maar via de MONITOR VIDEO OUTaansluitingen uitgevoerd. Ze worden niet uitgevoerd van VIDEO OUT-aansluitingen, S VIDEO OUT-aansluitingen of de ZONE 2 VIDEO OUT-aansluiting. • Bij weergave door een videorecorder met beeldverbeteringselektronica, zoals TBC, kan het beeld vervormd zijn of niet worden uitgevoerd. Schakel in dat geval de beeldverbeteringselektronica uit. • De resolutie van de signalen, die worden uitgevoerd via de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT-aansluitingen, worden omgezet naar 1080i. De resolutie van de signalen, die worden uitgevoerd via de HDMI OUT-aansluiting, worden omgezet naar 1080p. • COMPONENT VIDEO MONITOR OUTaansluitingen zijn gelimiteerd in de resolutie bij omzetting van de resolutie van videosignalen, voorzien van een copyrightbeschermingstechnologie. De resolutie van de signalen uitgevoerd via de COMPONENT VIDEO MONITOR OUTaansluitingen bedraagt maximaal 480p progressieve scanning. De HDMI OUTaansluiting hebben geen beperkingen van de resolutie. • Videosignalen, waarvan de resolutie is omgezet, kunnen niet uitgevoerd worden via de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT-aansluitingen of de HDMI OUTaansluitingen. De videosignalen worden uitgevoerd vanaf de HDMI OUTaansluitingen als ze allebei zijn aangesloten. 38NL • Stel "Resolution" in op "AUTO" of "480i/ 576i" in het Video-instelmenu om de videosignalen van de MONITOR VIDEO OUT, MONITOR S VIDEO OUT en COMPONENT VIDEO MONITOR OUTaansluitingen uit te voeren als ze allebei zijn aangesloten. Opnameapparatuur aansluiten Bij het opnemen dient u het opname-apparaat aan te sluiten op de VIDEO OUTaansluitingen of S VIDEO OUT-aansluitingen van de receiver. Gebruik voor de aansluiting van de ingangs- en uitgangssignaalkabels dezelfde type aansluitingen, aangezien de VIDEO OUT- en S VIDEO OUTaansluitingen niet voorzien zijn van een upsampler. Opmerking Het is mogelijk dat videosignalen, uitgevoerd via de MONITOR VIDEO OUT-aansluitingen, niet op de juiste wijze opgenomen worden. Omzettingstabel voor video-ingangen/-uitgangen bepaald door de menu-instellingen Uitvoer van Menuinstelling "Resolution" HDMI OUTaansluiting Ingangssignaal DIRECT COMPONENT MONITOR S VIDEO VIDEO OUTMONITOR aansluiting OUTaansluitingen MONITOR VIDEO OUTaansluiting Componentvideo X f X S video X X f X Video X X X f ab) ab) ab) ab) ab) ab) b) b) ab) X AUTO Componentvideo (Oorspronkelijk S video e instelling) Video aa) 480i/576i ac) a a a S video a c) a a a Video ac) a a a 480p/576p 720p, 1080i 1080p Componentvideo a a Componentvideo a a X X S video a a f X Video a a X f Componentvideo a ad) X X d) f X X f S video a a Video a ad) Componentvideo a f X X S video a X f X Video a X X f a : Videosignalen worden omgezet en worden via de videosignaalomzetter uitgevoerd. f : Het uitgevoerde videosignaal is identiek aan het ingangssignaal. Videosignalen worden niet omgezet. X : Videosignalen worden niet uitgevoerd. a)De resolutie wordt automatisch ingesteld, afhankelijk van de aangesloten monitor. b)Wanneer de tv op andere aansluitingen wordt aangesloten dan de HDMI-aansluitingen, worden 480i/576isignalen uitgevoerd als de "Resolution" is ingesteld op "AUTO". c)Signalen met 480p/576p progressieve scanning worden uitgevoerd, zelfs als 480i/576i interlaced is ingesteld. d)Als videosignalen niet auteursrechtelijk beveiligd zijn, worden ze uitgevoerd op basis van het instellingenmenu. Als videosignalen auteursrechtelijk beveiligd zijn, worden ze uitgevoerd als 480p. Opmerkingen • Videosignalen worden niet uitgevoerd vanaf de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT, MONITOR S VIDEO OUT of MONITOR VIDEO OUT-aansluiting als de monitor, enz. is aangesloten op de HDMI OUTaansluiting. wordt vervolgd 39NL Voorbereidingen Voor meer informatie over de "Resolution"-menu-instelling, zie "De instellingen voor het video (Video-instelmenu)" (zie blz. 64) en over de bediening, zie "Omzetten van analoge videoingangssignalen" (zie blz. 93). • Als u een resolutie kiest die de aangesloten tv niet ondersteunt in het menu "Resolution", kunnen de beelden van de tv niet correct worden weergegeven. • Geconverteerde HDMI-beelduitvoersignalen ondersteunen geen "x.v.Colour". • Geconverteerde HDMI-beelduitvoersignalen ondersteunen geen DeepColor. 40NL 5: De antennes aansluiten Voorbereidingen Sluit de bijgeleverde AM-raamantenne en de FM-draadantenne aan. FM-draadantenne (bijgeleverd) AM-raamantenne (bijgeleverd) * De vorm van de aansluitstekker kan verschillend zijn voor de diverse landcodes. Opmerkingen • Om te voorkomen dat de AM-raamantenne stoorsignalen opvangt, moet u deze uit de buurt houden van de receiver en andere apparatuur. • Strek de FM-draadantenne tot zijn volle lengte uit. • Na aansluiten van de FM-draadantenne moet u die zo horizontaal mogelijk leiden. • Voordat u de snoeren aansluit moet u er zeker van zijn dat u de netstroom afzet. 41NL 6: De receiver en afstandsbediening voorbereiden Het netsnoer aansluiten Sluit het bijgeleverde netsnoer aan op de AC IN-netstroomingang van de receiver en steek dan de netstekker in een wandstopcontact. Oorspronkelijke instellingen maken Voordat u de receiver voor het eerst in gebruik neemt, moet u het apparaat initialiseren door de volgende procedure te volgen. Deze procedure moet ook worden gevolgd om de instellingen die u hebt gemaakt terug te stellen op de fabrieksinstellingen. 1,2 2,3 2,3 Opmerkingen • Voordat u het netsnoer aansluit, dient u ervoor te zorgen dat de metalen draden van de luidsprekersnoeren elkaar niet raken tussen de SPEAKERS-aansluitingen. • Sluit het netsnoer stevig aan. AC INnetstroomingang Naar het wandstopcontact Netsnoer (bijgeleverd) Er blijft tussen de stekker en het achterpaneel een beetje ruimte vrij, ook al is de stekker stevig in het apparaat gestoken. Het is de bedoeling dat de aansluitkabel op deze manier aangesloten wordt. Dit is geen defect. 42NL 1 Druk op de toets POWER om de receiver uit te schakelen. 2 Houd POWER ingedrukt terwijl u TONE MODE indrukt en DMPORT om de receiver aan te zetten. 3 Laat de TONE MODE en DMPORT na een paar seconden los. Nadat "MEMORY CLEARING..." een tijdje op het display verschijnt, verschijnt "MEMORY CLEARED!". Alle instellingen die u heeft veranderd of aangepast worden teruggezet naar de oorspronkelijke instellingen. Plaats twee R6-batterijen (AA-formaat) in de afstandsbediening RM-AAL009. Plaats twee R6-batterijen (AA-formaat) in de afstandsbediening RM-AAU016. Let bij het plaatsen van de batterijen op de juiste richting van de polen. RM-AAL009 RM-AAU016 Als de instellingen van de bedieningsfuncties van zowel de receiver als de afstandbediening nog de oorspronkelijke instellingen zijn (AV SYSTEM 2), is het niet nodig om ze terug te stellen. U kunt de bedieningsfunctie (AV SYSTEM 1 of AV SYSTEM 2) van de receiver en de afstandsbediening veranderen. Als zowel de receiver als het andere Sony-apparaat reageert op hetzelfde afstandsbedieningsignaal, moet u de bedieningsfunctie van het apparaat of de receiver veranderen, zodat het apparaat niet meer reageert op hetzelfde afstandsbedieningsignaal van de receiver. De bedieningsfunctie van de receiver veranderen 2CH/A.DIRECT Opmerkingen • Leg de afstandsbediening niet in een erg warme of vochtige omgeving. • Gebruik geen nieuwe en oude batterijen samen. • Gebruik geen combinatie van mangaanbatterijen met een ander batterijtype. • Stel de infraroodontvanger niet bloot aan direct zonlicht of andere lichtbronnen. Anders kan een storing worden veroorzaakt. • Als u van plan bent om de afstandsbediening voor langere duur niet te gebruiken, moet u de batterijen verwijderen om eventuele schade door lekkage van batterijen en corrosie te voorkomen. • Wanneer u de batterijen vervangt, kunnen de geprogrammeerde afstandsbedieningscodes gewist worden. Als dat gebeurt, programmeert u de afstandsbedieningscodes opnieuw (zie blz. 127). Tip Schakel de receiver in terwijl u op de toets 2CH/A.DIRECT drukt. Als de bedieningsfunctie is ingesteld op "AV2" verschijnt de aanduiding "COMMAND MODE [AV2]" op het display. Als de bedieningsfunctie is ingesteld op "AV1" verschijnt de aanduiding "COMMAND MODE [AV1]" op het display. Als de afstandsbediening niet meer functioneert, moeten alle batterijen door nieuwe worden vervangen. Over de bedieningsfunctie De receiver en de afstandbediening maken gebruik van dezelfde bedieningsfunctie. Als de bedieningsfuncties van de receiver en de afstandbediening verschillen, is bediening van de receiver met de afstandsbediening niet mogelijk. wordt vervolgd 43NL Voorbereidingen De batterijen in de afstandsbediening plaatsen De bedieningsfunctie van de RM-AAL009 afstandsbediening veranderen 1 De bedieningsfunctie van de RM-AAU016 afstandsbediening veranderen 1 DISPLAY 2 3 MUTING 1 Druk ?/1 terwijl u drukt op RM SET UP. De toets RM SET UP gaat knipperen. 2 Druk tijdens het knipperen van de toets RM SET UP op cijfertoets 1 of 2. Wanneer u op 1 drukt, wordt de bedieningsfunctie ingesteld op AV SYSTEM 1. Wanneer u op 2 drukt, wordt de bedieningsfunctie ingesteld op AV SYSTEM 2. 3 Druk op de toets ENTER om de RM SET UP toetsverlichting in te schakelen. De toets RM SET UP knippert twee keer als het bedieningsfunctie instelproces succesvol is verlopen. Tip Als u op RM SET UP drukt, gebruikt u een dunne draad, zoals een paperclip. 44NL Houd eerst DISPLAY ingedrukt en druk daarna op MUTING en tegelijkertijd op . 1 Met de volgende procedures kunt u de displayfunctie van het menu op het scherm wijzigen naar de schermfunctie. "GUI MODE" wordt weergegeven op het displayscherm in de schermfunctie. Met behulp van GUI heeft u vele aanpasmogelijkheden voor instellingen van de receiver. Raadpleeg "Bediening zonder aansluiting op de televisie" (zie blz. 115) als u geen GUImenu zult gebruiken. Voor nadere bijzonderheden, zie "3: Het aansluiten van de monitor" (zie blz. 20). 2 Schakel de receiver en het televisietoestel in. 3 Druk op de toets AMP om de bediening van de receiver in te schakelen. 4 Druk op SHIFT en druk vervolgens op MENU terwijl de SHIFT-toets is opgelicht. De displayfunctie van het menu zal schakelen tussen DISPLAY en SCREEN. Wanneer SCREEN is ingesteld, is de receiver in "GUI MODE" en wordt het menu van de receiver weergegeven op het televisiescherm. Het weergeven van het GUImenu op het televisiescherm weer te geven 5 2 4 Druk herhaaldelijk op V/v om het menu dat u wenst te selecteren of b. 3 Overzicht van de menu's 5 4 In elk instelmenu zijn de volgende menuonderdelen beschikbaar. Input Hiermee selecteert u het ingangssignaal voor de receiver. Voor nadere bijzonderheden over elk ingangssignaal, zie "Een apparaat kiezen" (zie blz. 57). wordt vervolgd 45NL Voorbereidingen 7: Bedien de receiver met GUI (Graphical User Interface) Sluit een televisiescherm aan op deze receiver. Music Hiermee kunt u luisteren naar de muziek van een audiocomponent, aangesloten via de DIGITAL MEDIA PORT-adapter. Voor nadere bijzonderheden over de functie "Music", zie "Gebruik van de DIGITAL MEDIA PORT-adapter" (zie blz. 93). FM/AM Hiermee kunt u, met behulp van de receiver, naar de radio luisteren. Voor nadere bijzonderheden over de tunerbediening, zie "Bediening van de tuner" (zie blz. 88). EQ Met behulp van het EQ-instelmenu kunt u de toonregelaar bijregelen. Voor nadere bijzonderheden, zie "De toonregelaar bijregelen" (zie blz. 86). Multi Zone Hiermee kunt u gebruik maken van het Multi Zone-instelmenu voor de bediening van componenten in alle ruimtes. Voor nadere bijzonderheden over het aanpassen van de parameters, zie "Luisteren naar de geluidsweergave in een andere ruimte (ZONE 2/ZONE 3 bedieningen)" (zie blz. 108). Settings Met behulp van het instelmenu kunt u de receiver instellen en bijregelen. Auto Calibration Met behulp van het Auto Calibrationinstelmenu kunt u de luidsprekers automatisch bijregelen. Voor nadere bijzonderheden, zie "9: Het automatisch kalibreren van de juiste luidsprekeropstelling (Auto Calibration)" (zie blz. 50). Speaker U kunt het Speaker-instelmenu gebruiken om de luidsprekers handmatig in te stellen voor de huidige positie en de impedantie van de luidsprekers in te stellen. Voor nadere bijzonderheden, zie "De luidsprekerimpedantie instellen" (zie blz. 48) en "De luidsprekers handmatig instellen" (zie blz. 79). Surround Met behulp van het Surround-instelmenu kunt u het geluidsveld ten behoeve van uw luisterplezier kiezen. Voor nadere bijzonderheden over het aanpassen van de parameters, zie "Genieten van een voorgeprogrammeerd geluidsveld" (zie blz. 66). 46NL Audio Voor nadere bijzonderheden over het bijregelen van de audioweergave met behulp van het Audio-instelmenu, zie "Instellingen voor de audio (Audio-instelmenu)" (zie blz. 63). Video Voor nadere bijzonderheden over het bijregelen van de video met behulp van het Video-instelmenu, zie "De instellingen voor het video (Video-instelmenu)" (zie blz. 64). HDMI Hiermee kunt u gebruik maken van het HDMI-instelmenu voor de bediening van componenten die zijn aangesloten op de HDMI-aansluitingen. Voor nadere bijzonderheden over het aanpassen van de relevante parameters, zie "Instellingen voor HDMI (HDMI-menu)" (zie blz. 64). System Voor nadere bijzonderheden over het bijregelen van het systeem met behulp van het System-instelmenu, zie "Instellingen voor het systeem (System-instelmenu)" (zie blz. 65). 4 Door de menu's navigeren Druk op openen. of b om het menu te 1 5 Druk herhaaldelijk op V/v om het menuonderdeel te kiezen dat u wilt aanpassen. 6 Druk op of b om het menuonderdeel te openen. 7 Herhaal stap 3 tot en met 6 om de gewenste parameter te selecteren. 3-6 RETURN/ EXIT O 1 2 Druk op AMP. Als "GUI MODE" niet wordt getoond op het display van de receiver, volgt u de stappen in "Het weergeven van het GUImenu op het televisiescherm weer te geven" (zie blz. 45). 2 3 Druk meerdere keren op MENU om het GUI-menu op het televisiescherm weer te geven. Druk herhaaldelijk op de navigatietoetsen V/v om het gewenste menu te kiezen. Terugkeren naar de vorige schermafbeelding Druk op RETURN/EXIT O. Het menu sluiten Druk op MENU. De "GUI MODE" sluiten Druk op AMP, SHIFT en druk vervolgens op MENU terwijl de SHIFT-knop is verlicht. 47NL Voorbereidingen Een lijst met menuonderdelen wordt op het televisiescherm afgebeeld. 3 Druk herhaaldelijk op V/v om "Speaker" te selecteren en druk dan op of b. 4 Druk herhaaldelijk op V/v om "Impedance" te selecteren en druk dan op . 5 Druk herhaaldelijk op V/v om "4 Ω" of "8 Ω" te selecteren, afhankelijk van de luidsprekers die u gebruikt, druk daarna op . 8: De luidsprekers instellen De luidsprekerimpedantie instellen Stel de juiste impedantie van de gebruikte luidsprekers in. 1 2-5 1 Druk op AMP MENU om het GUI-menu op het televisiescherm weer te geven. Als "GUI MODE" niet wordt getoond op het display van de receiver, volgt u de stappen in "7: Bedien de receiver met GUI (Graphical User Interface)" (zie blz. 45). 2 Druk herhaaldelijk op de toetsen V/v om "Settings" te selecteren en druk dan op of b. De Settings-menulijst wordt op het televisiescherm afgebeeld. 48NL Opmerkingen • Zie tevens de gebruiksaanwijzing, die bijgeleverd is met uw luidsprekers, als u niet zeker bent van hun impedantie. (Deze informatie is veelal op de achterzijde van de luidspreker te vinden.) • Bij aansluiting van alleen luidsprekers met een nominale impedantie van 8 ohm of hoger, moet u "Impedance" instellen op "8 Ω". Bij aansluiting Het voorluidsprekersysteem kiezen U kunt kiezen welk stel voorluidsprekers u wilt gebruiken. SPEAKERS-schakelaar Selecteer met behulp van de SPEAKERS-schakelaar het stel voorluidsprekers dat u wilt gebruiken. Opmerking Deze instelling is niet beschikbaar wanneer de hoofdtelefoon is aangesloten op de receiver. Stel in op Voor weergave via A De luidsprekers die zijn aangesloten op de FRONT SPEAKERS Aluidsprekeruitgangen. B De luidsprekers die zijn aangesloten op de FRONT SPEAKERS Bluidsprekeruitgangen. A+B De luidsprekers die zijn aangesloten op zowel de FRONT SPEAKERS A- als de Bluidsprekeruitgangen (parallel doorverbonden). OFF Geen weergave via de luidsprekeraansluitingen of de PRE OUTaansluitingen. 49NL Voorbereidingen van andere luidsprekers moet u het instellen op "4 Ω". • Als u voorluidsprekers aansluit op zowel de SPEAKERS A en B-aansluitingen, sluit u luidsprekers aan met een nominale impedantie van 8 ohm of hoger. – Voor gebruik van zowel het voorluidsprekersysteem "A" als "B", waarin luidsprekers met een nominale impedantie van 16 ohm of hoger: Stel "Impedance" in op "8 Ω" in het Speakerinstelmenu. – Voor gebruik van overige luidsprekers in een ander voorluidsprekersysteem: Stel "Impedance" in op "4 Ω" in het Speakerinstelmenu. 9: Het automatisch kalibreren van de juiste luidsprekeropstelling (Auto Calibration) De DCAC (Digital Cinema Auto Calibration)functie stelt u in staat het systeem automatisch in te stellen door bijvoorbeeld te controleren of de luidsprekers goed op de receiver zijn aangesloten, het instellen van het volumeniveau van de luidsprekers en het automatisch bepalen van de afstand van de luidsprekers ten opzichte van de zitpositie. Zie tevens het bij de receiver geleverde "Beknopte installatiegids". • Als u een twee versterkeraansluiting gebruikt, stelt u "Sur Back Assign" in op "BI-AMP" in het Speaker-instelmenu voordat u een automatische kalibratie uitvoert. Opmerkingen • Als hoofdtelefoons zijn aangesloten werkt de functie Auto Calibration niet. • Schakel de functie MUTING uit als deze is ingesteld op aan. Optimaliseringsmicrofoon Voordat u de "Auto Calibration" uitvoert Voordat u de "Auto Calibration" uitvoert moet u de luidsprekers eerst plaatsen en aansluiten (zie blz. 16-19). • De AUTO CAL MIC-aansluiting wordt alleen gebruikt voor de bijgeleverde optimaliseringsmicrofoon. Sluit geen andere microfoon op deze aansluiting aan. Als dat toch gebeurt, kan de receiver en de microfoon beschadigd raken. • Tijdens de meting komt er erg hard geluid uit de luidsprekers. Het volume van het geluid kan niet worden ingesteld. Pas op voor de aanwezigheid van kinderen en de overlast voor de buren. • Zorg ervoor dat, tijdens het uitvoeren van een meting, de omgeving stil is ter voorkoming van ruis en om een nauwkeuriger meetresultaat te verkrijgen. • Als er tussen de optimaliseringsmicrofoon en de luidsprekers obstakels zijn kan de "Auto Calibration" niet op de juiste wijze uitgevoerd worden. Verwijder elk obstakel uit het meetgebied om meetfouten te voorkomen. 50NL 1 Sluit de bijgeleverde optimaliseringsmicrofoon aan op de AUTO CAL MICaansluiting. 2 Plaats de optimaliseringsmicrofoon. Plaats de optimaliseringsmicrofoon op de zitpositie. Gebruik een kruk of een statief om ervoor te zorgen dat de optimaliseringsmicrofoon zich op oorhoogte bevindt. Richt het L-uiteinde van de optimaliseringsmicrofoon naar de linkervoorluidspreker en het R-uiteinde naar de rechtervoorluidspreker. Opmerking Over het instellen van de subwoofer • Als een subwoofer is aangesloten, schakelt u de subwoofer in en verhoogt u het volumeniveau van tevoren. Draai de MASTER VOLUME-knop tot vlak voor de middenstand. • Als de aangesloten subwoofer is voorzien van een kantelfrequentiefunctie, moet u hiervoor de maximale waarde instellen. • Als de aangesloten subwoofer is voorzien van een functie voor automatische stand-by, moet u deze functie uitschakelen. • • • • • • Polariteit van de luidsprekers Plaatsingsafstand van de luidsprekerb) Plaatsingshoek van de luidsprekerb) Grootte van de luidsprekerb) Niveau van de luidspreker Frequentiekarakteristiekenc) a) Deze receiver corrigeert alleen de signalen voor de middenluidspreker en subwoofer door middel van analoog downmixen als meerkanaals invoer is geselecteerd. Het corrigeren werkt niet voor andere luidsprekers. b) Het meetresultaat wordt niet gebruikt wanneer meerkanaals invoer is geselecteerd. c) • Signalen met een bemonsteringsfrequentie van meer dan 96 kHz worden altijd weergegeven aan 44,1 kHz of 48 kHz. • Het meetresultaat wordt niet gebruikt in de volgende gevallen. –De meerkanaals invoer is geselecteerd. –Als de functie "2ch Analog Direct" wordt gebruikt . –Er worden Dolby TrueHD-signalen met een bemonsteringsfrequentie van meer dan 96 kHz ontvangen. Opmerking Afhankelijk van de eigenschappen van de gebruikte subwoofer, kan de instelwaarde van de afstand groter zijn dan de daadwerkelijke waarde. De receiver als voorversterker gebruiken U kunt de functie "Auto Calibration" uitvoeren als de receiver gebruikt wordt als voorversterker. In dat geval kan de op het display afgebeelde waarde van de afstand verschillen van de daadwerkelijke waarde. Dit levert echter geen problemen op als u deze waarde met de receiver blijft gebruiken. 1 2-7 Een "Auto Calibration" uitvoeren Met de functie "Auto Calibration" kunt u het volgende meten: • Luidsprekeraansluitingena) wordt vervolgd 51NL Voorbereidingen Als u de optimaliseringsmicrofoon in het midden van de twee luidsprekers plaatst en de hoek tussen de twee luidsprekers te klein is, kan de optimaliseringsmicrofoon de linker- en rechterluidsprekers niet correct meten. 1 Druk op AMP MENU om het GUI-menu op het televisiescherm weer te geven. 8 De meting start na vijf seconden. 9 De meting start. Als "GUI MODE" niet wordt getoond op het display van de receiver, volgt u de stappen in "7: Bedien de receiver met GUI (Graphical User Interface)" (zie blz. 45). 2 Druk herhaaldelijk op V/v om "Settings" te selecteren en druk dan op of b. De Settings-menulijst wordt op het televisiescherm afgebeeld. 3 Druk herhaaldelijk op V/v om "Auto Calibration" te selecteren en druk dan op of b. 4 Druk herhaaldelijk op V/v om "Quick Setup", te selecteren en druk dan op . 5 Druk herhaaldelijk op V/v en om de onderdelen af te vinken die u niet wilt meten. • Speaker Distance • Speaker Level • Frequency Characteristic Het metingproces zal ongeveer 30 seconden duren met een testtoon. Blijf wachten totdat de meting is beëindigd. Opmerking De hoogte waarop de achterluidsprekers en middenachterluidsprekers zich bevinden wordt niet gemeten. Stel de positie van de achterluidsprekers via "Position" in het Speaker-instelmenu. Tips 6 7 Druk op b. Druk op om "Start" te selecteren. • Met uitzondering van het in-/uitschakelen van de receiver, zijn alle andere bedieningsfuncties niet beschikbaar tijdens het uitvoeren van de meting. • In de volgende gevallen komen de metingen niet op de juiste wijze tot stand of kan "Auto Calibration" niet uitgevoerd worden. – bij gebruik van speciale luidsprekers, zoals dipoolluidsprekers. – als de functie 2e/3e ruimtes gebruikt wordt in de 2e/3e ruimte. Om de meting te annuleren Bij wijziging van het volumeniveau, de schakelfuncties, wijziging van de instelling van de SPEAKERS-schakelaar, of bij aansluiting van een hoofdtelefoon, wordt de functie meting geannuleerd. 52NL 1 2 Druk op om "Next" te selecteren. Wanneer "Save auto calibration (auto speaker setup) results?" op het televisiescherm afgebeeld wordt krijgt u de keuze om de waarschuwing wel ("Yes") of niet ("No") te accepteren. Volg de aanwijzingen op het televisiescherm op bij als u voor "Yes" gekozen hebt. Voor nadere bijzonderheden over de waarschuwing- en foutcodes, zie "Lijst van meldingen na een automatischekalibratiemeting" (zie blz. 55). Bevestig de meetresultaten. Na beëindiging van de meting, klinkt er een geluidssignaal en de meetresultaten worden op het televisiescherm afgebeeld. Tip Druk op de toets op de afstandsbediening als de melding "Please Press ENTER" op het televisiescherm afgebeeld wordt. Opmerking Als de luidspreker(s) uit fase is (zijn) wordt de melding "Out Phase" op het televisiescherm afgebeeld. De aansluitingen "+" en "–" van de luidspreker zijn waarschijnlijk verkeerd om aangesloten. Afhankelijk van de luidsprekers, kan de melding "Out Phase" op het televisiescherm afgebeeld worden, zelfs als de luidsprekers op de juiste wijze aangesloten zijn. Dit vanwege de eigenschappen van de luidsprekers. In dat geval kunt u doorgaan met het gebruik van de receiver. 3 Druk herhaaldelijk op B/b om "Yes" te selecteren en druk dan op . 4 Druk herhaaldelijk op V/v om het auto-calibratietype te selecteren en druk dan op b. Tip De afgebeelde afstanden worden voor de modellen bestemd voor de Verenigde Staten en Canada in Engelse voeten aangegeven. Voor de modellen bestemd voor andere landen/wordt de afstand in meters aangegeven. U kunt de eenheid waarin de afstanden aangegeven worden veranderen met "Distance Unit" (Eenheid van afstand) in het Speakerinstelmenu. De meetresultaten worden opgeslagen. wordt vervolgd 53NL Voorbereidingen De meetresultaten bevestigen/ opslaan Parameter Uitleg Full Flat Hiermee wordt de vlakke frequentie van elke luidspreker gemeten. Engineer Stelt de frequentie zodanig in dat deze overeenkomt met een van de frequenties van een luisterruimte volgens de Sony-norm. Front Reference Past de karakteristieken van elke luidspreker zodanig aan dat deze overeenkomen met de karakteristieken van de voorluidsprekers. OFF 5 Druk op Schakelt de meting van de EQ uit. . Het afsluitscherm verschijnt. Opmerkingen • Na de weergave van de resultaten van een compensatie voor een frequentiekenmerk, worden signalen met een bemonsteringsfrequentie van meer dan 96 kHz altijd weergegeven aan 44,1 kHz of 48 kHz. • In de volgende gevallen wordt de uitkomst van de frequentiebereikmeting niet gebruikt. – De meerkanaals invoer is geselecteerd. – Als de functie "2ch Analog Direct" wordt gebruikt . – Er worden Dolby TrueHD-signalen met een bemonsteringsfrequentie van meer dan 96 kHz ontvangen. 54NL Tip De grootte van een luidspreker (LARGE/SMALL) wordt bepaald door de lage karakteristieken. De meetresultaten kunnen variëren, afhankelijk van de positie van de optimaliseringsmicrofoon en de luidsprekers en de vorm van de ruimte. Het wordt aangeraden om de meetresultaten te gebruiken. U kunt echter deze instellingen veranderen in het Speaker-instelmenu. Zorg eerst dat de meetresultaten opgeslagen worden en probeer daarna, indien gewenst, de instellingen te veranderen. Lijst van meldingen na een automatische-kalibratiemeting Uitleg Code 30 Als de hoofdtelefoon is aangesloten. Verwijder de hoofdtelefoons en voer de auto kalibratie opnieuw uit. Code 31 SPEAKERS (OFF/A/B/A+B) is ingesteld op OFF. Druk een andere instelling en voer opnieuw de meting uit. Code 32 Geen enkele luidspreker werd aangetroffen. Zorg ervoor dat de optimaliseringsmicrofoon op juiste wijze is aangesloten en voer opnieuw de meting uit. Als de optimalisatiemicrofoon op de juiste wijze is aangesloten maar de foutcode wordt afgebeeld, kan de kabel van de optimalisatiemicrofoon beschadigd of verkeerd aangesloten zijn. Code 33 • • • • Code 34 De luidsprekers zijn niet op de juiste wijze opgesteld. Luidsprekers of een optimalisatiemicrofoon kunnen links en rechts verkeerd geplaatst zijn. Zie "1: De luidsprekers opstellen" (zie blz. 16) en controleer de opstelling van de luidsprekers. Warning 40 De meting is afgerond. Het geruisniveau is echter hoog. Misschien lukt het u om, bij volgende poging, de meting op juiste wijze uit te voeren, ook al kan de meting niet in elke omgeving tot stand komen. Probeer de meting uit te voeren in een stille omgeving. Warning 41 Het ingangssignaal van de optimaliseringsmicrofoon valt buiten het aanvaardbare bereik. Het is harder dan het hardste geluid dat gemeten kan worden. Probeer de meting uit te voeren als de omgeving stil genoeg is om een goede meting tot stand te brengen. Warning 42 Het volumeniveau van de receiver valt buiten het aanvaardbare bereik. Probeer de meting uit te voeren als de omgeving stil genoeg is om een goede meting tot stand te brengen. Warning 43 De afstand en plaats van een subwoofer kan niet vastgesteld worden. Of de plaatsingshoek van de luidspreker kan niet vastgesteld worden. Dit kan veroorzaakt zijn door omgevingslawaai. Probeer de meting uit te voeren in een stille omgeving. Warning 44 De meting is voltooid. De luidsprekers zijn echter niet op de juiste positie ten opzichte van elkaar geplaatst. Raadpleeg "1: De luidsprekers opstellen" (zie blz. 16) en controleer de onderlinge positie van de luidsprekers. Geen enkele voorluidspreker is aangesloten of slechts een voorluidspreker is aangesloten. De optimalisatiemicrofoon is niet aangesloten. De linker of de rechter achterluidspreker is niet aangesloten. De middenachterluidsprekers zijn aangesloten, ook al zijn de achterluidsprekers niet aangesloten. Sluit de achterluidspreker(s) op de SURROUND-aansluitingen aan. • De middenachterluidspreker is alleen aangesloten op de SURROUND BACK SPEAKERS R-aansluitingen. Als u slechts een middenachterluidspreker aansluit, moet u deze aansluiten op de SURROUND BACK SPEAKERS L-aansluiting. NO WARNING Er is geen waarschuwinformatie. ---------- Er zijn geen luidsprekers aangesloten. •Code 31 1 Druk op Als u kiest voor "WRN CHECK" en volg daarna de aanwijzingen van stap 1 van "Een "Auto Calibration" uitvoeren" op. •Code 32, 33, 34 1 Als u drukt op , verschijnt "Retry?". 2 Druk herhaaldelijk op B/b om "Yes" te selecteren en druk dan op . Als er een waarschuwing m.b.t. het meetresultaat bestaat, wordt de gedetailleerde informatie afgebeeld. Druk op om terug te keren naar stap 1 van "De meetresultaten bevestigen/ opslaan" (zie blz. 53). 3 Volg daarna de aanwijzingen van stap 2 van "Een "Auto Calibration" uitvoeren" op. wordt vervolgd 55NL Voorbereidingen Aanduiding Tip Afhankelijk van de plaats van de subwoofer, kunnen de meetresultaten m.b.t. de polariteit verschillen. Dit levert echter geen problemen op als u deze waarde met de receiver blijft gebruiken. Om automatische kalibratie onderdelen nog nauwkeuriger in te stellen (Enhanced Setup) In het Auto Calibration-menu, selecteert u "Enhanced Setup" en drukt u vervolgens op . • Seating Position U kunt drie opstellingen als positie 1, 2 en 3 vastleggen, afhankelijk van de zitpositie, luisteromgeving en omstandigheden van de meting. • Calibration Type Voor nadere bijzonderheden, zie blz. 54. Optimale menuparameters voor enhanced setup • EQ Curve Activeert/deactiveert de EQ krommemeting. • Name Input U kunt de positienummers herbenoemen, voor bijzonderheden, zie "Naamgeving van ingangsbronnen" (zie blz. 97). 56NL U kunt ook INPUT SELECTOR gebruiken op de ontvanger of de RMAAU016 afstandsbediening. Weergave Gekozen Apparaat waarvan beeld-/ weergave mogelijk is geluidsbron Een apparaat kiezen Videorecorder, enz., aangesloten op de VIDEO 1 of VIDEO 2-aansluiting. VIDEO 3 Videocamera, videospelcomputer, enz., aangesloten op de VIDEO 3aansluiting. DVD/BD Dvd-speler, Blu-ray Discspeler etc., aangesloten op de DVD/BD-aansluiting. SAT/CATV Satellietontvanger, enz., aangesloten op de SAT/ CATV-aansluiting. MD/DAT Minidisc-recorder of DATcassettedeck, enz., aangesloten op de MD/DATaansluiting. SA-CD/CD Super Audio CD- of cd-speler enz., aangesloten op de SACD/CD-aansluiting. TUNER Ingebouwde tuner. DMPORT Draagbare audio-apparatuur, etc. aangesloten via de DIGITAL MEDIA PORTadapter aangesloten op de ontvanger. 3 MUTING 1 Druk op een van de ingangsbrontoetsen. Wanneer u een apparaat wilt selecteren dat op de PHONO-, MULTI CHANNEL INPUT-, TV-, TAPE/CD-R- of HDMI 4, 5, 6aansluiting is aangesloten, drukt u op SHIFT en vervolgens op PHONO, MULTI IN, TV, TAPE/ CD-R of HDMI 4, 5, 6. HDMI 1, 2, 3, HDMI-apparatuur 4, 5, 6 aangesloten op de HDMI 1, HDMI 2, HDMI 3, HDMI 4, HDMI 5 of HDMI 6aansluiting. PHONO Draaitafel, enz., aangesloten op de PHONO-aansluiting. MULTI IN Apparaat aangesloten op de MULTI CHANNEL INPUTaansluiting. TV TV aangesloten op de TVaansluiting. TAPE/CD-R Cassettedeck, enz., aangesloten op de TAPE/CDR-aansluiting wordt vervolgd 57NL Weergave 1 VIDEO 1, 2 2 Schakel het weergaveapparaat in en start de weergave. 3 Druk op de MASTER VOL +/– toets om de geluidssterkte te regelen. U kunt ook de MASTER VOLUME-knop op de receiver gebruiken. Tips • U kunt het volume ook anders regelen, afhankelijk van de snelheid waarmee u de MASTER VOLUME-knop draait. Om het volume snel harder of zachter te zetten: draait u de knop snel. Voor fijnafstelling: draait u de knop langzaam. • U kunt het volume anders regelen afhankelijk van de tijdsduur waarop u de MASTER VOL +/– -knop op de afstandsbediening ingedrukt houdt. Om het volume snel harder of zachter te zetten: houd de knop ingedrukt. Voor fijnafstelling: drukt u de knop in en laat u deze onmiddellijk los. Om de dempingsfunctie in te schakelen. Druk op de toets MUTING van de afstandsbediening. Om de demping op te heffen en weer geluid te horen, drukt u nog een keer op de toets MUTING van de afstandsbediening of draait u de knop MASTER VOLUME naar rechts om het geluid harder te zetten. Als u in de gedempte stand de receiver uitschakelt, zal de dempingfunctie nog steeds werken wanneer u de receiver weer inschakelt. Om beschadiging van de luidsprekers te voorkomen Zorg ervoor het volumeniveau te verminderen voordat u de receiver uitschakelt. 58NL Naar een Super Audio CD/cd luisteren 2 • De beschreven bediening is van toepassing op een Sony Super Audio CD-speler. • Zie tevens de gebruiksaanwijzing die bijgeleverd is met de Super Audio CD-speler of cd-speler. 1 Schakel de Super Audio CD-speler of cdspeler in en plaats een disc in de disclade. 2 3 Schakel de receiver in. Druk op INPUT SELECTOR om "SA-CD/CD" te selecteren. U kunt ook de INPUT SELECTOR-knop op de receiver gebruiken om "SA-CD/CD" te selecteren. z U kunt het bij de muziek passende geluidsveld kiezen. Voor nadere bijzonderheden zie blz. 71. Aanbevolen geluidsvelden: Klassiek: D.Concert Hall Jazz: Jazz Club Concertopname: Live Concert, Stadium Weergave 5 3 3 5 Voorbeeld van de aanduiding op het display 4 5 6 Start de weergave van de disc. Stel een geschikte geluidssterkte in. Nadat u klaar bent met de weergave van een Super Audio CD of cd, verwijdert u de disc en schakelt u de receiver en de Super Audio CD-speler of de cd-speler uit. 59NL Het bekijken van een dvd/Blu-ray Disc 2 6 3 3 6 MULTI CHANNEL DECODING lamp • Zie tevens de gebruiksaanwijzing die bijgeleverd is met het televisietoestel, de dvd-speler en de Blu-ray Disc–speler. z 1 Schakel het televisietoestel en de dvd-speler of Blu-ray Disc-speler in. 2 3 Schakel de receiver in. Druk indien nodig het geluidsformaat van de disc die u wil laten weergeven. Druk op INPUT SELECTOR om "DVD/BD" te selecteren. U kunt ook de INPUT SELECTOR-knop op deze receiver gebruiken om "DVD/BD" te selecteren. z U kunt bij de speelfilm of muziek het passende geluidsveld kiezen. Voor nadere bijzonderheden zie blz. 71. Aanbevolen geluidsvelden: Speelfilm: Cinema Studio EX Rechtstreeks beeldverslag: Live Concert Sport: Sports Als meerkanaals weergave niet mogelijk is moet u het volgende nakijken. • Zorg ervoor dat het geluid van de geluidsbron meerkanaals is (het MULTI CHANNEL DECODING-lampje op het voorpaneel brandt tijdens weergave). • Zorg ervoor dat deze receiver via een digitale verbinding is aangesloten op de dvd-speler of Blu-ray Disc-speler. • Zorg ervoor dat de digitale audiouitgang van de dvd-speler of Blu-ray Disc-speler goed is ingesteld. 60NL Voorbeeld van de aanduiding op het display 4 Verander het ingangssignaal van het televisietoestel zodat beeldweergave van de dvd, Blu-ray Disc zichtbaar wordt. 5 6 7 Start de weergave van de disc. Stel een geschikte geluidssterkte in. Nadat u klaar bent met de dvd/Blu-ray Discweergave, verwijdert u de disc en schakelt u de receiver, het televisietoestel en de dvdspeler of Blu-ray Disc–speler uit. Een videospelletje spelen 2 Weergave 6 3 3 6 VIDEO 3 IN/PORTABLE AV IN • Zie tevens de gebruiksaanwijzing die bijgeleverd is met het televisietoestel en de videospelcomputer. 1 Schakel het televisietoestel en de videospelcomputer in. 2 3 Schakel de receiver in. Druk op INPUT SELECTOR om "VIDEO 3*" te kiezen. U kunt ook de INPUT SELECTOR-knop op deze receiver gebruiken om "VIDEO 3*" te selecteren. * Bij aansluiting van de videospelcomputer op de VIDEO 3 IN/ PORTABLE AV IN-aansluiting op het voorpaneel. Voorbeeld van de aanduiding op het display 4 Verander het ingangssignaal van het televisietoestel zodat beeldweergave van het videospel zichtbaar wordt. 5 Plaats de disc in de disclade en start het videospel. 6 7 Stel een geschikte geluidssterkte in. Nadat u klaar bent met het videospel, verwijdert u de disc en schakelt u de receiver, het televisietoestel en de videospelcomputer uit. 61NL Een video bekijken 2 6 3 3 6 • Zie tevens de gebruiksaanwijzing die bijgeleverd is met het televisietoestel en de videorecorder. 1 2 3 Schakel de videorecorder in. Schakel de receiver in. Druk op INPUT SELECTOR om "VIDEO 1*" te kiezen. U kunt ook de INPUT SELECTOR-knop op deze receiver gebruiken om "VIDEO 1*" te selecteren. * Bij aansluiting van de videorecorder op de VIDEO 1aansluiting. Voorbeeld van de aanduiding op het display 62NL 4 Verander het ingangssignaal van het televisietoestel zodat beeldweergave van de videorecorder zichtbaar wordt. 5 Start de weergave van de videoband in de videorecorder. 6 7 Stel een geschikte geluidssterkte in. Nadat u klaar bent met de weergave van de videoband, verwijdert u de band en schakelt u de receiver, het televisietoestel en de videorecorder uit. De versterker bedienen Instellingen voor de audio (Audio-instelmenu) Audio instelmenuparameters x A/V Sync (Synchronisatie van het audioen videouitgangssignaal) Hiermee kunt u de uitvoer van het audiosignaal vertragen om het tijdsverschil tussen beeld- en geluidsweergave te corrigeren. Deze kunt u instellen van 0 ms tot 300 ms in stapjes van 10 ms. Opmerkingen • Deze functie is handig bij gebruik van een groot LCD- of plasmascherm of een projector. • Deze functie is niet beschikbaar in de volgende gevallen. – De meerkanaals invoer is geselecteerd. – Als de functie "2ch Analog Direct" wordt gebruikt . x Dual Mono (Taalkeuze bij digitale uitzendingen) Hiermee kunt u de gewenste taal kiezen waarmee u naar de digitale uitzending wilt luisteren. Deze mogelijkheid is alleen maar beschikbaar bij Dolby Digital signalen. • MAIN/SUB Het geluid van de eerste taal wordt weergegeven via de linkervoorluidspreker en tegelijkertijd wordt de tweede taal weergegeven via de rechtervoorluidspreker. x Decode Priority (Decodeerprioriteit voor digitale audio-ingang) Hiermee kiest u het soort decodering dat moet worden toegepast op de signalen die binnenkomen via de DIGITAL IN- en HDMI IN-aansluitingen. • PCM Als signalen van de DIGITAL INaansluiting worden geselecteerd, krijgen de PCM-signalen voorrang (ter voorkoming van onderbrekingen wanneer de weergave begint). Als er echter andere signalen binnenkomen, is het mogelijk dat er, afhankelijk van het geluidsformaat, geen geluidsweergave is. Stel in dit geval dit onderdeel dan in op "AUTO". Als signalen van de HDMI IN-aansluiting worden geselecteerd, worden alleen PCMsignalen uitgevoerd door de aangesloten speler. Als signalen in enig ander formaat binnenkomen, stelt u dit onderdeel in op "AUTO". • AUTO Hierbij kan de ingangsfunctie automatisch worden veranderd tussen Dolby Digital, DTS, DSD en PCM. Opmerking Zelfs wanneer de "Decode Priority" op "PCM" is ingesteld, kan het geluid aan het begin van de eerste track worden onderbroken als gevolg van signalen op de cd die wordt afgespeeld. 63NL De versterker bedienen Met behulp van het Video-instelmenu kunt u de instellingen regelen voor de video. Selecteer "Audio" in het Settings-menu. Voor nadere bijzonderheden over het aanpassen van de parameters, zie "7: Bedien de receiver met GUI (Graphical User Interface)" (zie blz. 45). • MAIN Het geluid van de eerste taal wordt weergegeven. • SUB Het geluid van de tweede taal wordt weergegeven. • MAIN+SUB De weergave van de eerste en tweede taal wordt gemengd. De instellingen voor het video (Video-instelmenu) Instellingen voor HDMI U kunt met behulp van het Video-instelmenu de componentvideo-ingang toewijzen aan een andere video-ingang en deze een naam geven. Selecteer "Video" in het Settings-menu. Voor nadere bijzonderheden over het aanpassen van de parameters, zie "7: Bedien de receiver met GUI (Graphical User Interface)" (zie blz. 45). U kunt met behulp van het HDMI-instelmenu de vereiste instellingen maken voor apparaten die zijn aangesloten op de HDMI-aansluiting. Selecteer "HDMI" in het Settings-menu. Voor nadere bijzonderheden over het aanpassen van de parameters, zie "7: Bedien de receiver met GUI (Graphical User Interface)" (zie blz. 45). Video instelmenuparameters x Resolution (Omzetten van videosignalen) Hiermee kunt u de resolutie van analoge videosignalen omzetten. • DIRECT • AUTO • 480i/576i • 480p/576p • 720p • 1080i • 1080p Voor nadere bijzonderheden over de werking, zie "Omzettingstabel voor video-ingangen/uitgangen bepaald door de menu-instellingen" (zie blz. 39). (HDMI-menu) HDMI-menuparameters x HDMI Control Hiermee kunt u de apparaten die zijn aangesloten op de HDMI-aansluiting, via een HDMI-kabel aan of uit zetten. • ON • OFF Opmerking Wanneer u "HDMI Control" instelt op "ON", kan "HDMI Audio" automatisch worden veranderd. x HDMI Audio (Instellingen voor de HDMIaudio-ingang) Hiermee kunt u instellen via welke HDMIluidsprekersystemen de geluidsweergave van het, met een HDMI-verbinding op deze receiver aangesloten, weergaveapparaat plaats moet vinden. • TV+AMP Geluidsweergave is via de luidsprekers van het televisietoestel en de op deze receiver aangesloten luidsprekers. Opmerkingen • De geluidskwaliteit van het weergaveapparaat is afhankelijk van de geluidskwaliteit van het televisietoestel, het aantal kanalen, en de bemonsteringsfrequentie, enz. Als het televisietoestel voorzien is van stereoluidsprekers, is de geluidskwaliteit van deze receiver gelijk aan de geluidskwaliteit van het televisietoestel, ook al gebruikt u meerkanaals weergave. • Bij aansluiting van de receiver op videoapparatuur (projector, e.d.) is het mogelijk 64NL dat het geluid niet door de receiver uitgevoerd wordt. In dat geval selecteert u "AMP". • Als u de invoer selecteert waar u de HDMIingang heeft toegewezen, komt er geen geluid uit de televisie. Er is geen geluidsweergave via de luidsprekers van het televisietoestel als HDMI Audio is ingesteld op "AMP". x HDMI SW Level Laat u het niveau van de subwoofer instellen op 0 dB of +10 dB als PCM signalen worden ontvangen via een HDMI -aansluiting. U kunt het niveau voor elke HDMI-ingang apart instellen. • 0 dB • AUTO Stelt het niveau automatisch in op 0 dB of +10 dB afhankelijk van de frequentie. • +10 dB U kunt met behulp van het System-instelmenu de instellingen van de receiver veranderen. Druk op "System" in de Settings-menu's. Voor nadere bijzonderheden over het aanpassen van de parameters, zie "7: Bedien de receiver met GUI (Graphical User Interface)" (zie blz. 45). System instelmenuparameters x Screen Saver Laat u de screen saver functie voor het GUImenu activeren op de televisie die is aangesloten op de receiver. • ON Als er 15 minuten lang geen werking is geweest wordt de screen saver functie automatisch geactiveerd. • OFF De screen saver functie is uitgeschakeld. x RS-232C Control Hiermee kunt u dit menu gebruiken voor bewerkingen in ruimte 2/ruimte 3. Voor nadere bijzonderheden, zie "Beschikbare menuparameters voor de bediening in de 2e/3e ruimte" (zie blz. 112) in "Luisteren naar de geluidsweergave in een andere ruimte (ZONE 2/ZONE 3 bedieningen)". • ON • OFF 65NL De versterker bedienen • AMP De weergave van de HDMI-geluidssignalen van het weergaveapparaat is alleen maar hoorbaar via de, op deze receiver aangesloten, luidsprekers. De meerkanaals geluidsignalen kunnen als zodanig weergegeven worden. Opmerking Instellingen voor het systeem (System-instelmenu) 3 Genieten van surroundgeluid Genieten van een voorgeprogrammeerd geluidsveld Druk herhaaldelijk op de toetsen V/v om "Settings", te selecteren en druk dan op of b. De Settings-menulijst wordt op het televisiescherm afgebeeld. 4 Druk herhaaldelijk op de toetsen V/v om "Surround", te selecteren en druk dan op of b. 5 Druk herhaaldelijk op V/v om "Sound Field Setup", te selecteren en druk dan op . 6 Druk herhaaldelijk op de V/v om het gewenste surroundgeluid te kiezen. 2 3-6 1 Start de weergave van een geluidsbron die u wilt beluisteren (CD, DVD, enz.). 2 Druk op AMP MENU om het GUI-menu op het televisiescherm weer te geven. Als "GUI MODE" niet wordt getoond op het display van de receiver, volgt u de stappen in "7: Bedien de receiver met GUI (Graphical User Interface)" (zie blz. 45). 66NL Bij de parameter die u zelf kunt aanpassen wordt een "Custom Settings"-menu afgebeeld waarmee u geavanceerde aanpassingen kunt maken. Voor nadere bijzonderheden, zie "Aanpassen van het geluidseffect" (zie blz. 73). Soorten 2CH functies x 2ch Stereo In deze functie geeft de receiver alleen geluid weer via de linker- en rechtervoorluidsprekers. De subwoofer brengt geen geluid voort. Bij standaard tweekanaals stereogeluidsbronnen wordt helemaal geen geluidsveldbewerking toegepast, en meerkanaals geluidsbronnen worden gedownmixed tot twee kanalen. Opmerking x 2ch Analog Direct De subwoofer zal in de 2ch stereo-functie geen geluid voortbrengen. Om te luisteren naar gewone tweekanaals stereo geluidsbronnen via de linker- en rechtervoorluidsprekers en een subwoofer, kiest u "A.F.D. Auto". Als de geluidsbron geen afzonderlijk L.F.E.-kanaal bevat, genereert de receiver zelf een laagfrequentsignaal voor weergave door de subwoofer via een tweekanaals geluidssignaal. U kunt het geluid van de gekozen ingangsbron veranderen naar tweekanaals analoge geluidssignalen. Zo kunt u het best genieten van analoge geluidsbronnen met superieure kwaliteit. Bij gebruik van deze functie kunt u alleen de volumeniveau en de balans van de voorluidsprekers instellen. Wanneer u Blu-ray Disc-spelers en andere HD-spelers van de volgende generaties aansluit Audioformaat Dolby Digital Dolby Digital EX Dolby Digital Plus a) Dolby TrueHD a) DTS DTS-ES DTS 96/24 Maximum aantal kanalen Aansluiten van het weergave-apparaat en de receiver. COAXIAL/OPTICAL HDMI a a a a × a × a a a a a a a 5.1ch 6.1ch 7.1ch 7.1ch 5.1ch 6.1ch 5.1ch wordt vervolgd 67NL Genieten van surroundgeluid Deze receiver ondersteunt de volgende audioformaten. Audioformaat DTS-HD High Resolution Audio a) Maximum aantal kanalen COAXIAL/OPTICAL HDMI × a × a × a × a 7.1ch DTS-HD Master Audio a) b) 7.1ch DSD a) 5.1ch Meerkanaals lineaire PCM a) Aansluiten van het weergave-apparaat en de receiver. 7.1ch a)Audiosignalen worden uitgevoerd in een ander formaat als het weergave-apparaat niet overeenkomt met het formaat. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het weergave-apparaat voor meer informatie. b)Signalen met een bemonsteringsfrequentie van meer dan 96 kHz worden weergegeven aan 96 kHz of 88,2 kHz. 68NL Soorten A.F.D. functies Met de modus Auto Format Direct (A.F.D.) kunt u genieten van de hoogste geluidskwaliteit doordat automatisch de juiste decodeerfunctie gekozen wordt voor tweekanaals als meerkanaals geluidssignalen. Meerkanaals geluid na decodering Effect A.F.D. Auto (Automatische detectie) Het geluid wordt zonder toevoeging van enig geluidseffect opgeslagen in dezelfde staat zoals het was opgenomen/gecodeerd. ProLogic 4-kanaals signalen Deze instelling zorgt voor Dolby Pro Logic-decodering. Een geluidsbron die is opgenomen met 2 kanalen wordt gedecodeerd naar 4.1 kanalen. PLII Movie 5-kanaals signalen Deze instelling zorgt voor Dolby Pro Logic II Moviedecodering. Deze instelling is ideaal voor speelfilms gecodeerd in Dolby Surround. Bovendien kunt u met deze functie het geluid ook horen in 5.1-kanalen bij weergave van oude speelfilms of video's met later ingevoegd geluid. PLII Music 5-kanaals signalen Deze instelling zorgt voor Dolby Pro Logic II Musicdecodering. Deze instelling is ideaal voor normale stereobronnen zoals cd's. PLII Game 5-kanaals signalen Deze instelling zorgt voor Dolby Pro Logic II Gamedecodering. PLIIx Movie* 7-kanaals signalen Deze instelling zorgt voor Dolby Pro Logic IIx Moviedecodering. Deze instelling is ideaal voor speelfilms gecodeerd in Dolby Surround. Bovendien kunt u met deze functie het geluid ook horen in 7.1 kanalen bij weergave van oude speelfilms of video's met later ingevoegd geluid. PLIIx Music* 7-kanaals signalen Deze instelling zorgt voor Dolby Pro Logic IIx Musicdecodering. Deze instelling is ideaal voor normale stereobronnen zoals cd's. PLIIx Game* 7-kanaals signalen Deze instelling zorgt voor Dolby Pro Logic IIx Gamedecodering. Neo:6 Cinema 7-kanaals signalen Deze instelling zorgt voor DTS Neo:6 Cinemadecodering. Neo:6 Music 7-kanaals signalen Deze instelling zorgt voor DTS Neo:6 Musicdecodering. Deze instelling is ideaal voor normale stereobronnen zoals cd's. Multi Stereo (Multi Stereo) Neural-THX 7-kanaals signalen Volgende generatie Neural Surround™, THX® technologieën. In aanvulling op stereo-verbeterde processen en pure 5.1 surroundgeluid, nu geschikt voor volledig 360° 7.1 surroundgeluidbeeld van NeuralTHX® Surround gecodeerde inhoud. Hierbij worden dezelfde tweekanaals linker- en rechtersignalen weergegeven door alle luidsprekers. * U kunt deze decodeerfunctie niet kiezen als er geen middenachterluidsprekers zijn aangesloten op de receiver. wordt vervolgd 69NL Genieten van surroundgeluid A.F.D.-functie Opmerkingen • Deze functie is niet beschikbaar in de volgende gevallen. – De meerkanaals invoer is geselecteerd. – Er worden DTS-HD-signalen met een bemonsteringsfrequentie van meer dan 48 kHz ontvangen. – Er worden Dolby TrueHD-signalen met een bemonsteringsfrequentie van meer dan 96 kHz ontvangen. • Als u het effect van het geluidsveld instelt terwijl de receiver signalen ontvangt met een bemonsteringsfrequentie van meer dan 48 kHz, zullen de signalen altijd worden weergegeven aan 44,1 kHz of 48 kHz. • Als u het geluidsveld instelt bij ontvangst van een DTS 96/24-signaal, is de geluidsweergave alleen op 48 kHz. • Het begin van het geluidsstroom kan wegvallen als de Neural-THX-verwerking aan/uit wordt gezet. Tips • We raden meestal de "A.F.D. Auto" aan, maar in sommige gevallen kan het echter helpen om met de toets SB Decoding een middenachterdecodeerfunctie te kiezen die nog beter past bij de geluidsbron. • Op de verpakking kunt u zien met welk codeerformaat een dvd-videodisc, enz., is opgenomen. • Dolby Pro Logic IIx-decodering functioneert alleen bij ontvangst van een meerkanaals ingangssignaal. Op dat moment worden de instellingen van "SB Decoding" en "SB Dec Mode" in het Surroundinstelmenu ongeldig. Bij een andere decodeerfunctie dan Dolby Pro Logic IIx, wordt het geluid als gecodeerd meerkanaals geluid weergegeven. • Neural-THX functioneert wanneer meerkanaals signalen worden ingevoerd. Als u een subwoofer aansluit Als de geluidsbron geen afzonderlijk L.F.E.kanaal bevat, genereert de receiver zelf een laagfrequentsignaal voor weergave door de subwoofer via een tweekanaals geluidssignaal. Er wordt echter geen laagfrequentsignaal uitgestuurd in de instelling "Neo:6 Cinema" of "Neo:6 Music" wanneer voor alle luidsprekers het "LARGE" formaat is gekozen. Om volledig gebruik te maken van de Dolby Digital lagetonen-verdelingscircuits, raden wij u aan om de grensfrequentie van de subwoofer zo hoog mogelijk in te stellen. 70NL Types muziek/filmfuncties U kunt genieten van een fraaie ruimtelijke geluidsweergave door eenvoudigweg een van voorgeprogrammeerde geluidsvelden te kiezen die de receiver biedt. Zo kunt u uw luisterkamer even indrukwekkend laten klinken als een bioscoopzaal of een concertzaal. Geluidsveld Effect Movie Cinema Studio EX A DCS Reproduceert de karakteristieke klank van de Sony Pictures Entertainment "Cary Grant Theater" filmstudio. Dit is de standaardinstelling, geschikt voor allerlei soorten speelfilms. Cinema Studio EX B DCS Reproduceert de karakteristieke klank van de Sony Pictures Entertainment "Kim Novak Theater" filmstudio. Deze functie is ideaal voor het bekijken van sciencefictionfilms of actiefilms met zeer veel geluidseffecten. Cinema Studio EX C DCS Reproduceert de karakteristieke klank van de Sony Pictures Entertainment geluidsstudio. Deze instelling is ideaal voor musicals en klassieke films met veel orkestmuziek. V.Multi Dimension DCS Creëert vele virtuele luidsprekers uit een enkel paar werkelijke achterluidsprekers. D.Concert Hall A Gebruikt 3D-geluidsimaging om de geluidskenmerken van een concertzaal te reproduceren, die een grote opnamestudio simuleert die wordt geproduceerd door weerkaatsing. D.Concert Hall B Gebruikt 3D-geluidsimaging om de geluidskenmerken van een concertzaal te reproduceren, die een weergalmend en uniek weerkaatsend geluid simuleert. Church Reproduceert de akoestiek van een stenen kerk. Jazz Club Geeft de akoestiek van een jazzclub. Music Live Concert Geeft de akoestiek van een muziektheater met 300 zitplaatsen. Stadium Geeft de sfeer van een groot openluchtstadion. Sports Geeft het gevoel van een direct sportverslag. Portable Audio Geeft het geluid van uw draagbaar weergaveapparaat verbeterd weer. Deze functie is ideaal voor MP3 en andere gecomprimeerde muziek. wordt vervolgd 71NL Genieten van surroundgeluid Geluidsveld voor Geluidsveld voor Geluidsveld Effect Headphone* Headphone (2ch) Deze instelling wordt automatisch gekozen bij gebruik van een hoofdtelefoon wanneer de "2ch Stereo"-functie of de A.F.D.functie is gekozen. Bij standaard tweekanaals stereogeluidsbronnen wordt helemaal geen geluidsveldbewerking toegepast, en meerkanaals geluidsbronnen worden gedownmixed tot twee kanalen. Headphone Theater DCS Bij gebruik van een hoofdtelefoon en een geluidsveld voor speelfilm/muziek wordt deze instelling automatisch gekozen. Dit stelt u in staat de sfeer van een bioscoop te horen bij het beluisteren van filmgeluid via de hoofdtelefoon. Headphone (Direct) Geeft de analoge geluidssignalen zonder bewerking van toon, geluidsveld, e.d. af. Headphone (Multi) Deze instelling wordt automatisch gekozen bij gebruik van een hoofdtelefoon terwijl de multikanaalsingang is gekozen. Geeft de analoge geluidssignalen af die binnen zijn gekomen via de MULTI CHANNEL INPUT-ingangsaansluitingen. * U kunt dit geluidsveld kiezen als de hoofdtelefoon is aangesloten op de receiver. Opmerkingen • De geluidsvelden voor muziek/speelfilms zijn in de volgende gevallen niet beschikbaar. – De meerkanaals invoer is geselecteerd. – Er worden DTS-HD-signalen met een bemonsteringsfrequentie van meer dan 48 kHz ontvangen. – Er worden Dolby TrueHD-signalen met een bemonsteringsfrequentie van meer dan 96 kHz ontvangen. • Als u het geluidsveld instelt bij ontvangst van een DTS 96/24-signaal, is de geluidsweergave alleen op 48 kHz. • Als u het effect van het geluidsveld instelt terwijl de receiver signalen ontvangt met een bemonsteringsfrequentie van meer dan 48 kHz, zullen de signalen altijd worden weergegeven aan 44,1 kHz of 48 kHz. • De effecten verkregen uit de virtuele luidsprekers kunnen meer ruis veroorzaken in het weergavesignaal. • Bij het luisteren naar geluidsvelden die werken met virtuele luidsprekers zult u geen geluid direct uit de echte achterluidsprekers horen. • Als een van de geluidsvelden voor muziek is gekozen en als alle luidsprekers zijn ingesteld op "LARGE" in het Speaker-instelmenu, wordt door de subwoofer geen geluid voortgebracht. De subwoofer zal echter wel geluid weergeven als het digitale ingangssignaal L.F.E.-signalen bevat, of als voor de voorluidsprekers of de 72NL achterluidsprekers het formaat "SMALL" is gekozen, het geluidsveld voor speelfilm is geselecteerd, of "Portable Audio" is geselecteerd. Tips • De geluidsvelden met de vermelding DCS zijn gebaseerd op DCS technologie. Zie "Verklarende woordenlijst" (zie blz. 135). • Bij keuze van een geluidsveld met de vermelding DCS gaat het Digital Cinema Sound-lampje branden. Uitschakelen van het surroundeffect voor MOVIE/ MUSIC Stel "2ch Stereo" of "A.F.D. Auto" in onder het Surround-instelmenu. 3 Aanpassen van het geluidseffect Terwijl u het geluid bestudeert, stelt u de geselecteerde parameter in met gebruik van V/v en . Bij de parameter die u zelf kunt aanpassen wordt een "Custom Settings"-menu afgebeeld waarmee u geavanceerde aanpassingen kunt maken. Opmerking De onderdelen die u in elk menu kunt instellen kunnen, afhankelijk van de het geluidsveld variëren. Het effectniveau veranderen 1 Druk herhaaldelijk op de toetsen V/v om het gewenste effectniveau te selecteren in stap 2. 2-3 1 Druk een geluidsveld (zie blz. 66). 2 Druk herhaaldelijk op V/v om het niveau aan te passen. Hoe hoger de gekozen waarde, des te meer nadruk krijgt het surroundeffect. U kunt deze waarde aanpassen van 20% tot 120% in stapjes van 5%. Custom Settingsmenuparameter x Center Width Control 2 Druk op b om "Custom Settings" te selecteren en druk dan op . Hiermee kunt u de nauwkeurige instellingen maken voor het decoderen van Dolby Pro Logic II en IIx Music signalen. U kunt deze parameter alleen instellen als de A.F.D.functie is ingesteld op "PLII Music" of "PLIIx Music". U kunt de geluidssignalen van het middenkanaal die de Dolby Pro Logic II decodering oplevert, nauwkeurig verdelen over de linker- en rechtervoorluidsprekers. wordt vervolgd 73NL Genieten van surroundgeluid Voor nadere bijzonderheden, zie volgende menuparameters. x Dimension Control Hiermee kunt u de nauwkeurige instellingen maken voor het decoderen van Dolby Pro Logic II en IIx Music signalen. U kunt deze parameter alleen instellen als de A.F.D.functie is ingesteld op "PLII Music" of "PLIIx Music". U kunt het verschil tussen de voorkanalen en de achterkanalen naar wens bijregelen. x Panorama Mode Hiermee kunt u de nauwkeurige instellingen maken voor het decoderen van Dolby Pro Logic II en IIx Music signalen. U kunt deze parameter alleen instellen als de A.F.D.functie is ingesteld op "PLII Music" of "PLIIx Music". • ON Hiermee verruimt u het geluidsveld door het geluid van de voorluidsprekers verder naar de linkerkant en naar de rechterkant van uw zitpositie uit te breiden. • OFF Deze functie is niet ingeschakeld. x Screen Depth Deze parameter is alleen beschikbaar voor de Cinema Studio EX-functies. Hiermee kunt u in uw luisterkamer hetzelfde effect bereiken als in een bioscoop, met de indruk alsof het geluid direct komt vanuit het scherm. • ON Hiermee kunt u in uw luisterkamer hetzelfde effect bereiken als in een bioscoop, met de indruk alsof het geluid direct komt vanuit het scherm. • OFF Deze functie is niet ingeschakeld. x Virtual Speakers Deze parameter is alleen beschikbaar voor de Cinema Studio EX-functies. • ON Voor de simulatie van virtuele luidsprekers. • OFF Deze functie is niet ingeschakeld. 74NL x Front Reverb (Weerkaatsing vooraan) Deze parameter is speciaal voor "D.Concert Hall A/B". Met deze parameter kunt u de hoeveelheid weerkaatsing aanpassen die aan de signalen vooraan moeten worden toegevoegd volgens de originele weerkaatsingen in de bron. • STD Selecteer normaal "STD". • WET Selecteer deze optie om de weerkaatsingen vooraan te vermeerderen. 2 Gebruik van de middenachterdecodeerfunctie Druk herhaaldelijk op de toetsen V/v om "Settings", te selecteren en druk dan op of b. De Settings-menulijst wordt op het televisiescherm afgebeeld. Door het decoderen van het middenachterluidsprekersignaal, dat is opgenomen in het Dolby Digital Surround EX, DTS-ES Matrix, DTS-ES Discrete 6.1 formaat enz., kunt u luisteren naar het surroundgeluid zoals dat bedoeld is door de makers van de film. Druk herhaaldelijk op de toetsen V/v om "Surround", te selecteren en druk dan op of b. 4 Druk herhaaldelijk op V/v om "SB Dec Mode", te selecteren en druk dan op . 5 Druk herhaaldelijk op V/v om de middenachterdecodeerfunctie te kiezen, en druk daarna op . 1 2-5 1 Druk op AMP MENU om het GUI-menu op het televisiescherm weer te geven. Als "GUI MODE" niet wordt getoond op het display van de receiver, volgt u de stappen in "7: Bedien de receiver met GUI (Graphical User Interface)" (zie blz. 45). Tip U kunt de middenachter-decodeerfunctie met behulp van "SB Decoding" in het Surroundinstelmenu kiezen. 75NL Genieten van surroundgeluid 3 Gebruik van de middenachterdecodeerfunctie (SB Decoding) x SB Decoding (Middenachter-decodering) • AUTO Wanneer het ingangssignaal een 6.1-kanaals vlagsignaala) bevat, wordt aan de hand daarvan de juiste decodeerfunctie toegepast voor decodering van het middenachterluidspreker-signaal. Ingangssignaal Uitgangs Toegepaste kanalen middenachterdecodeerfunctie Dolby Digital 5.1 5.1e) — Dolby Digital Surround EXb) 6.1e) Matrix decodeerfunctie geschikt voor Dolby Digital EX DTS 5.1 5.1e) — DTS-ES Matrix 6.1e) 6.1c) DTS Matrixdecodeerfunctie 6.1e) DTS Discretedecodeerfunctie DTS-ES Discrete 6.1d) a) Het 6.1-kanaals decodeer-vlagsignaal is een decoderingsinstructie die is opgenomen in geluidsbronnen zoals dvd’s. b) Dit is het signaal van een Dolby Digital-dvd met een Surround EX-vlagsignaal. Op de Dolby Corporation webpagina kunt u zien hoe dergelijke Surround EX speelfilms te onderscheiden zijn. c) Dit is software met een vlagsignaal om aan te geven dat het zowel DTS-ES Matrix- als 5.1kanaals signalen bevat. d) Dit is software met zowel 5.1-kanaals signalen als een extra signaal om die gegevens in 6.1 afzonderlijke kanalen om te zetten. De Discrete 6.1-kanalen zijn specifiek voor dvd en niet dezelfde als gebruikt in de bioscoop. e) Wanneer er twee middenachterluidsprekers zijn aangesloten, wordt het totaalgeluid weergegeven via 7.1-kanalen. • ON De instelling van de SB Dec Mode is van toepassing bij het decoderen van 5.1-kanaals en 6.1-kanaals ingangssignalen. 76NL • OFF Dan wordt er geen middenachterkanaaldecodering toegepast. Opmerkingen • Deze functie is niet beschikbaar in de volgende gevallen. – De meerkanaals invoer is geselecteerd. – Als het geluidsveld voor muziek of film is geselecteerd. • Als de middenachter-decodeerverwerking wordt uitgevoerd terwijl de receiver signalen ontvangt met een bemonsteringsfrequentie van meer dan 48 kHz, zullen de signalen altijd worden weergegeven aan 44,1 kHz of 48 kHz. • Als de middenachter-decodeerverwerking wordt uitgevoerd terwijl de receiver DTS 96/24-signalen ontvangt, zullen de signalen altijd worden weergegeven aan 48 kHz. • De kans bestaat dat de middenachterluidspreker geen geluid voortbrengt bij de instelling Dolby Digital EX. Sommige discs bevatten niet het vereiste Dolby Digital Surround EX vlagsignaal, ook al staat op de verpakking wel een Dolby Digital EX logo. In dat geval selecteert u "ON". • Als "PLIIx" van de A.F.D.-functie is geselecteerd, wordt SB Decoding gedecodeerd in de PLIIxfunctie. x SB Dec Mode (Middenachter-decodeerfunctie) U kunt alleen een middenachterdecodeerfunctie kiezen als "SB Decoding" is ingesteld op "ON" of "AUTO" en als het inkomende geluidssignaal het Dolby Digital Surround EX-vlagsignaal bevat. Instelpara Instelling Toegepaste meter luidspre- middenachterkers decodeerfunctie DDEX PLIIx MV 7.1kanaals Matrix decodeerfunctie geschikt voor Dolby Digital EX 6.1kanaals Matrix decodeerfunctie geschikt voor Dolby Digital EX 7.1kanaals Movie-decodeerfunctie geschikt voor Dolby Pro Logic IIx 6.1kanaals Matrix decodeerfunctie geschikt voor Dolby Digital EX Instelpara Instelling Toegepaste luidspre- middenachtermeter kers decodeerfunctie PLIIx MS 7.1kanaals Music-decodeerfunctie geschikt voor Dolby Pro Logic IIx 6.1kanaals Music-decodeerfunctie geschikt voor Dolby Pro Logic IIx Opmerking (NIGHT MODE) Hiermee kunt u ook's avonds laat, bij zachte weergave, nog steeds genieten van de geluidsvelden en geluidseffecten. Deze functie is samen met de andere geluidsvelden te gebruiken. Ook bij nachtelijke weergave van een speelfilm, enz., met het geluid zacht gezet, zult u de dialoog nog duidelijk kunnen horen. 1 2 wordt vervolgd 77NL Genieten van surroundgeluid Matrix decodering, die voldoet aan de eisen van Dolby Digital EX, wordt toegepast, als het luidsprekersysteem is ingesteld op 6.1-kanaals en Movie-decodering, die voldoet aan de eisen van Pro Logic IIx, wordt toegepast, als het luidsprekersysteem is ingesteld op 7.1-kanaals, wanneer u in de volgende omstandigheden voor Dolby PLIIx MS kiest: – bij ontvangst van een Dolby Digital Surround EX signaal – "SB Decoding" is ingesteld op "AUTO" Ruimtelijke weergave bij zacht ingesteld geluid 1 Druk op AMP. De bediening van de receiver is ingeschakeld. 2 Druk op NIGHT MODE. Dan wordt de NIGHT MODE-functie ingeschakeld. De NIGHT MODE wordt aan- en uitgezet als u drukt op NIGHT MODE. Opmerkingen • Deze functie is niet beschikbaar in de volgende gevallen. – De meerkanaals invoer is geselecteerd. – Er worden Dolby TrueHD-signalen met een bemonsteringsfrequentie van meer dan 96 kHz ontvangen. • Als de NIGHT MODE-functie wordt ingeschakeld terwijl de receiver signalen ontvangt met een bemonsteringsfrequentie van meer dan 96 kHz, zullen de signalen altijd worden weergegeven aan 44,1 kHz of 48 kHz. Tip Bij gebruik van deze functie worden de lage tonen, hoge tonen en effectniveaus automatisch hoger ingesteld en wordt de "D.Range Comp" automatisch ingesteld op "MAX". 78NL GUI (Graphical User Interface)" (zie blz. 45). Geavanceerde luidsprekerinstellingen 2 De luidsprekers handmatig instellen Druk herhaaldelijk op de toetsen V/v om "Settings", te selecteren en druk dan op of b. De Settings-menulijst wordt op het televisiescherm afgebeeld. U kunt elke luidspreker handmatig instellen. U kunt ook de luidsprekerniveaus bijregelen na beëindiging van de functie "Auto Calibration". Instellingen maken met het Manual Setup-menu 3 Druk herhaaldelijk op V/v om "Speaker", te selecteren en druk dan op . 4 Druk herhaaldelijk op V/v om "Manual Setup", te selecteren en druk dan op . x Level (Luidsprekerniveau) 1 2-4 1 Druk op AMP MENU om het GUI-menu op het televisiescherm weer te geven. U kunt het niveau van elke luidspreker wijzigen (midden, achter L/R, middenachter L/R, subwoofer). Deze kunt u instellen van –20 dB tot +10 dB in stapjes van 0,5 dB. U kunt de balans tussen de linker- en rechtervoorluidsprekers aan beide zijden bijregelen. U kunt het niveau van de linkervoorluidspreker van FL–10,0 dB tot FL+10,0 dB bijregelen in stapjes van 0,5 dB. U kunt ook het niveau van de rechtervoorluidspreker van FR–10,0 dB tot FR+10,0 dB bijregelen in stapjes van 0,5 dB. Als "GUI MODE" niet wordt getoond op het display van de receiver, volgt u de stappen in "7: Bedien de receiver met wordt vervolgd 79NL Geavanceerde luidsprekerinstellingen Manual Setup-menuparameters Opmerking Als een van de geluidsvelden voor muziek is gekozen en als alle luidsprekers zijn ingesteld op "LARGE", wordt door de subwoofer geen geluid voortgebracht. De subwoofer zal echter wel geluid weergeven als het digitale ingangssignaal L.F.E.signalen bevat, of als voor de voorluidsprekers of de achterluidsprekers het formaat "SMALL" is gekozen, het geluidsveld voor speelfilm is geselecteerd, of "Portable Audio" is geselecteerd. x Distance (Afstand van de luisterplaats tot elke luidspreker) U kunt de afstand van de zitplaats naar elke luidspreker wijzigen (voor L/R, midden, achter L/R, middenachter L/R, subwoofer). U kunt de afstand instellen van 1,0 tot 10,0 meter in stapjes van 1 cm. x Size (Grootte van elke luidspreker) U kunt de grootte van elke luidspreker wijzigen (voor L/R, midden, achter L/R, middenachter L/R). 80NL • LARGE Zijn er grote achterluidsprekers aangesloten die alle lage tonen zonder problemen kunnen weergeven, dan kiest u "LARGE". Selecteer normaal "LARGE". • SMALL Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke weergave van meerkanaals surroundgeluid niet naar wens, met te weinig lage tonen, dan kiest u "SMALL" om de lagetonen-verdelingscircuits in te schakelen, zodat de laagste frequenties van elk kanaal worden verplaatst naar de subwoofer of naar een ander stel "LARGE" luidsprekers. Tips • Bij de interne signaalbewerking bepaalt de keuze van het "LARGE" en "SMALL" luidsprekerformaat voor elk stel luidsprekers of de ingebouwde geluidsprocessor de laagste frequenties al dan niet naar de betreffende luidspreker(s) zal uitsturen. Als de lage tonen uit een bepaald kanaal worden verwijderd, zullen de lagetonen-verdelingscircuits die frequenties verplaatsen naar de subwoofer of naar een ander stel "LARGE" luidsprekers die er beter op zijn berekend. Echter, omdat lage tonen een bepaalde mate van richtingsgevoeligheid hebben, is het beter de lage tonen niet uit het signaal te verwijderen. Daarom kunt u zelfs met een stel kleine luidsprekers toch beter "LARGE" kiezen als u de lage tonen ook door die luidsprekers wilt laten weergeven. En andersom, als u grote luidsprekers aansluit maar niet wilt dat die de laagste tonen weergeven, kunt u voor die luidsprekers "SMALL" kiezen. Als het totale geluidsniveau lager is dan gewenst, kiest u voor alle luidsprekers "LARGE". Als er te weinig lage tonen klinken, kunt u die extra versterken met de toonregelaar . • De middenachterluidsprekers worden op dezelfde instelling ingesteld als de achterluidsprekers. • Als u voor de voorluidsprekers "SMALL" kiest, worden de middenluidspreker, de achterluidsprekers en de middenachterluidsprekers ook automatisch ingesteld op "SMALL". • Als u geen subwoofer hebt aangesloten worden de voorluidsprekers automatisch ingesteld op "LARGE". x Position (Plaats van de achterluidsprekers) Hiermee kunt u de juiste plaats van de achterluidsprekers kiezen voor de beste klank van de surroundeffecten bij de Cinema Studio EX geluidsvelden. Dit instelonderdeel is niet instelbaar wanneer er geen achterluidsprekers zijn aangesloten. achterluidsprekers zich bevinden in het gebied aangegeven met A en D. • BEHD/LOW Druk deze instelling als uw achterluidsprekers zich bevinden in het gebied aangegeven met B en C. • BEHD/HIGH Druk deze instelling als uw achterluidsprekers zich bevinden in het gebied aangegeven met B en D. Tip • SIDE/LOW Druk deze instelling als uw achterluidsprekers zich bevinden in het gebied aangegeven met A en C. • SIDE/HIGH Druk deze instelling als uw 81NL Geavanceerde luidsprekerinstellingen De parameter voor de plaats van de achterluidsprekers is speciaal bestemd voor de beste klank van de Cinema Studio EX geluidsvelden. Bij de andere geluidsvelden is de plaats van de achterluidsprekers niet zo kritiek. Die geluidsvelden zijn ontworpen met het idee dat de achterluidsprekers achter de zitplaats zouden staan, maar het geluidsveld blijft toch ook redelijk goed in balans als de achterluidsprekers veel meer aan de zijkant staan. Als de luidsprekers echter direct van links en rechts op de luisteraars gericht staan, zullen de geluidsvelden minder duidelijk klinken, tenzij u de instelling "SIDE". Toch hebben alle luistersituaties vele variabelen, zoals de geluidsweerkaatsing van de wanden, dus u kunt misschien betere resultaten verkrijgen met de instelling "BEHD" als uw luidsprekers hoog boven uw zitplaats hangen, ook al is dat direct links en rechts ervan. Daarom raden wij u aan, ook al strookt het niet precies met de bovenstaande uitleg, een meerkanaals gecodeerde geluidsbron af te spelen en dan de instelling te kiezen die de meest ruimtelijke klank oplevert, met daarbij nog een goede samenhang tussen het surroundgeluid van de achterluidsprekers en het directe geluid van de voorluidsprekers. Als u niet met zekerheid kunt zeggen welke instelling het best klinkt, kiest u dan de instelling "BEHD" en gebruik in dat geval de parameters voor luidsprekerafstand en voor luidsprekerniveau om de meest evenwichtige weergave te bereiken. 4 Instellingen maken met het Speaker Pattern-menu Druk herhaaldelijk op V/v om "Speaker Pattern", te selecteren en druk dan op . Druk op de "Speaker Pattern" die overeenkomt met het gebruikte luidsprekersysteem. Na uitvoeren van de functie "Auto Calibration" hoeft u geen luidsprekeropstelling te kiezen. 5 1 2-5 1 Druk op AMP MENU om het GUI-menu op het televisiescherm weer te geven. Als "GUI MODE" niet wordt getoond op het display van de receiver, volgt u de stappen in "7: Bedien de receiver met GUI (Graphical User Interface)" (zie blz. 45). 2 Druk herhaaldelijk op de toetsen V/v om "Settings", te selecteren en druk dan op of b. De Settings-menulijst wordt op het televisiescherm afgebeeld. 3 82NL Druk herhaaldelijk op V/v om "Speaker", te selecteren en druk dan op . Druk herhaaldelijk op de V/v om de gewenste luidsprekeropstelling te kiezen. Instellingen maken met het Test Tone-menu 4 Druk herhaaldelijk op V/v om "Test Tone", te selecteren en druk dan op . U kunt een type testtoon selecteren. 5 2-6 De testtoon is achtereenvolgens via elke luidspreker hoorbaar. 6 Stel de parameter in via V/v, en druk daarna op . Tips • Om het volumeniveau van alle luidsprekers tegelijk in te stellen drukt u op de toets MASTER VOL +/–. • De instelwaarde wordt tijdens de bijregeling op het display afgebeeld. 1 Druk op AMP MENU om het GUI-menu op het televisiescherm weer te geven. Als "GUI MODE" niet wordt getoond op het display van de receiver, volgt u de stappen in "7: Bedien de receiver met GUI (Graphical User Interface)" (zie blz. 45). 2 Druk herhaaldelijk op de toetsen V/v om "Settings", te selecteren en druk dan op of b. De Settings-menulijst wordt op het televisiescherm afgebeeld. 3 Druk herhaaldelijk op V/v om "Speaker", te selecteren en druk dan op . Als er geen weergave is van de testtoon via de luidsprekers • De luidsprekerkabels zijn eventueel niet goed aangesloten. Controleer of ze stevig aangesloten zijn en niet, na een lichte ruk, los kunnen schieten. • Er kan kortsluiting in de luidsprekerkabels zijn. Als de testtoon wordt weergegeven door een andere luidspreker dan die afgebeeld op het beeldscherm De luidspreker is niet op de juiste wijze in het luidsprekerpatroon aangesloten. Zorg ervoor dat het aansluitschema van de luidspreker overeenkomt met het luidsprekerpatroon. 83NL Geavanceerde luidsprekerinstellingen 1 Druk de luidspreker die u wilt instellen en druk dan op . Test Tone-menuparameters x Test Tone • OFF • AUTO De testtoon is achtereenvolgens via elke luidspreker hoorbaar. • L, C, R, SR, SBR, SBL, SL, SW U kunt kiezen welke luidspreker de testtoon moet weergeven. aangesloten, wordt deze instelling "OFF" automatisch ingesteld. • ON Wij adviseren u "Center Mix" in te stellen op "ON" als u wilt genieten van digitale audio met geluid van hoge kwaliteit wanneer u geen middenluidspreker hebt aangesloten. Analoge downmix werkt wanneer u "Center Mix" instelt op "ON" Deze instelling is tevens effectief voor het invoeren van signalen vanaf de MULTI CHANNEL INPUT-aansluitingen. x Phase Noise • OFF • L/R, L/C, C/R, R/SL, R/SR, SR/SL, SR/ SBR, SBR/SBL, SR/SB, SBL/SL, SB/SL, SL/L, L/SR Zorgt dat de testtoon beurtelings door twee aangrenzende luidsprekers wordt weergegeven. Sommige onderdelen worden niet weergegeven, afhankelijk van de opstelling van de luidsprekers. x Phase Audio • OFF • L/R, L/C, C/R, R/SL, R/SR, SR/SL, SR/ SBR, SBR/SBL, SR/SB, SBL/SL, SB/SL, SL/L, L/SR Zorgt dat de tweekanaals voorluidsprekersignalen (in plaats van de testtoon) beurtelings door twee aangrenzende luidsprekers wordt weergegeven. Sommige onderdelen worden niet weergegeven, afhankelijk van de opstelling van de luidsprekers. Beschikbare menuparameters van de Speaker-instellingen x Center Mix (Aan/uit van de analoge downmix-instellingen) • OFF Als er geen middenluidspreker is 84NL x Sur Back Assign (Instellen van de middenachterluidspreker(s)) • OFF Als u geen middenachterluidspreker hebt aangesloten, kiest u "OFF". • BI-AMP Bij aansluiting van de voorluidsprekers in een systeem met twee versterkers, kiest u "BI-AMP". • ZONE 2 Als u de middenachterluidsprekers gebruikt in de 2de ruimte, kiest u "ZONE 2". Wanneer u "ZONE 2" kiest, is de invoer naar de SUR BACK-aansluitingen van de MULTI CHANNEL INPUT ongeldig. Opmerking Wanneer u de aansluitmethode wilt veranderen van een aansluiting met twee versterkers of met een 2e ruimte naar een aansluiting met middenachterluidsprekers, stelt u "Sur Back Assign" in op "OFF" en sluit u daarna de middenachterluidsprekers aan op deze receiver. Nadat u de middenachterluidsprekers hebt aangesloten, stelt u de luidsprekers opnieuw in. Raadpleeg "Auto Calibration" (zie blz. 50) of "Manual Setup" (zie blz. 79). x Crossover Freq (Luidspreker-kantelfrequentie) Hiermee kunt u de kantelfrequentie voor de lage tonen kiezen bij luidsprekers die als "SMALL" staan ingesteld in het Speakermenu. Na automatische kalibratie wordt de gemeten luidspreker-kantelfrequentie ingesteld voor iedere luidspreker. Wanneer u na de automatische kalibratie de luidspreker-kantelfrequentie aanpast met behulp van "Crossover Freq", wordt de aangepaste waarde ingesteld voor iedere luidspreker. x Multi Ch SW Level (Niveau van meerkanaals subwoofer) Hiermee kunt u het niveau van het MULTI CHANNEL INPUT subwoofersignaal met +10 dB verhogen. Deze instelling kan nodig zijn als u een dvd-speler aansluit op de MULTI CHANNEL INPUT-aansluiting. Het subwooferniveau zal bij een dvd-speler ongeveer 10 dB lager zijn dan bij een Super Audio CD-speler. kunt genieten van een film met zacht ingesteld geluid. In tegenstelling tot analoge compressiefuncties zijn de niveaus hierbij vooraf bepaald, voor een natuurlijk klinkende compressie. x Distance Unit (Afstandseenheid) Hiermee kiest u de eenheid waarin de afstanden van de luidsprekers worden gemeten. • meter De afstanden worden aangegeven in meters. • feet De afstanden worden aangegeven in Engelse voeten. Geavanceerde luidsprekerinstellingen x D.Range Comp (Compressie van het dynamische bereik) Hiermee kunt u het dynamische bereik van een geluidsspoor comprimeren, dus verkleinen. Dit kan handig zijn om 's avonds laat een film te bekijken; met het geluid zacht behoudt u toch een rijke, volle klank. Compressie van het dynamische bereik is alleen mogelijk met Dolby Digital-signalen. • OFF Hierbij wordt het geluidsspoor normaal weergegeven, zonder compressie. • STD Hierbij wordt het geluidsspoor weergegeven met het volledig dynamisch bereik, zoals gekozen door de opnamestudio-technicus. • MAX Hiermee wordt het dynamische bereik drastisch verkleind. Tips • Met de dynamiekcompressie kunt u tijdens weergave het dynamische bereik van een geluidsspoor comprimeren volgens de dynamiekinformatie vervat in het Dolby Digitalsignaal. • De standaardinstelling is "STD", maar die geeft slechts een geringe mate van compressie. Daarom raden wij u aan de "MAX"-instelling te gebruiken. Hiermee wordt het dynamische bereik drastisch beperkt, zodat u zonder bezwaar ook's avonds laat 85NL De toonregelaar bijregelen U kunt met behulp van de volgende parameters de toonregeling (niveau lage/hoge tonen) van alle luidsprekers aanpassen en maximaal vijf verschillende instellingen voor de toonregelaar in het geheugen van de toonregelaar vastleggen en toepassen. U kunt dit voor elk geluidsveld en voor elke luidspreker instellen. Laag Hoog 1 2-7 Niveau (dB) OPTIONS Frequentie (Hz) Opmerkingen • Deze functie is niet beschikbaar in de volgende gevallen. – De meerkanaals invoer is geselecteerd. – Er worden Dolby TrueHD-signalen met een bemonsteringsfrequentie van meer dan 96 kHz ontvangen. • Als de equalizer wordt aangepast terwijl de receiver signalen ontvangt met een bemonsteringsfrequentie van meer dan 96 kHz, zullen de signalen altijd worden weergegeven aan 44,1 kHz of 48 kHz. 1 Druk op AMP MENU om het GUI-menu op het televisiescherm weer te geven. Als "GUI MODE" niet wordt getoond op het display van de receiver, volgt u de stappen in "7: Bedien de receiver met GUI (Graphical User Interface)" (zie blz. 45). 2 Druk herhaaldelijk op de toetsen V/v om "Settings", te selecteren en druk dan op of b. De Settings-menulijst wordt op het televisiescherm afgebeeld. 3 86NL Druk herhaaldelijk op V/v om "EQ", te selecteren en druk dan op . 4 Druk herhaaldelijk op de toetsen V/v om het nummer van het toonregelaargeheugen te kiezen waaronder u de bijgeregelde toonregelinstellingen wilt opslaan, en druk dan op . Het instelscherm voor de toonregelaar wordt op het televisiescherm afgebeeld. Druk de luidspreker die u wilt instellen en druk dan op B/b, en druk dan op . 6 Druk herhaaldelijk op B/b om "Bass" of "Treble", te selecteren en druk dan op V/v om de parameter in te stellen. Geavanceerde luidsprekerinstellingen 5 Tip Voor de voorluidsprekers kunt u de lage tonen en de hoge tonen instellen met de toets TONE MODE en de TONE regelaar op de receiver. 7 Druk op om de parameter in te voeren. De opgeslagen toonregelaarinstellingen wissen 1 Druk "OPTIONS" en druk daarna op . "Are you sure to clear EQ Settings?" verschijnt. 2 Druk herhaaldelijk op B/b om "Yes", te selecteren en druk dan op . 87NL 1 Bediening van de tuner Als "GUI MODE" niet wordt getoond op het display van de receiver, volgt u de stappen in "7: Bedien de receiver met GUI (Graphical User Interface)" (zie blz. 45). Luisteren naar de FM/ AM-radio Via de ingebouwde tuner van dit apparaat kunt u luisteren naar uitzendingen van de FM-en AM-radio. Voor de bediening zult u de FM- en AM-antennes moeten aansluiten op de receiver (zie blz. 41). 2 Druk herhaaldelijk op V/v om "FM" of "AM" te selecteren en druk dan op of b. De FM of AM-menulijst wordt op het televisiescherm afgebeeld. Tip Het afsteminterval voor de directe afstemming is hieronder aangegeven. • FM-band 50 kHz • AM-band 9 kHz Druk op AMP MENU om het GUI-menu op het televisiescherm weer te geven. 3 Druk op V/v om "Auto Tuning" te selecteren en druk dan op . 4 Druk op V/v. Automatische afstemming Druk op V om de afstemband van laag naar hoog te doorzoeken, druk op v om van hoog naar laag te zoeken. De receiver stopt met zoeken wanneer er een radiozender wordt ontvangen. 1 2-4 Als een FM-stereo-uitzending slecht doorkomt 1 Druk op OPTIONS. 2 Druk op V/v om "FM Mode" te selecteren en druk dan op . 3 Druk op V/v om "MONO" te selecteren en druk dan op 88NL . 4 Directe afstemming Voer de afstemfrequentie van de gewenste zender rechtstreeks in met behulp van de cijfertoetsen. Voer de afstemfrequentie in met behulp van de cijfertoetsen en druk daarna op om deze in te voeren. Voorbeeld 1: FM 102,50 MHz Selecteer 1 b 0 b 2 b 5 b 0 Voorbeeld 2: AM 1.350 kHz Selecteer 1 b 3 b 5 b 0 4 1 Als u niet kunt afstemmen op een station 1 Druk op AMP MENU om het GUI-menu op het televisiescherm weer te geven. Als "GUI MODE" niet wordt getoond op het display van de receiver, volgt u de stappen in "7: Bedien de receiver met GUI (Graphical User Interface)" (zie blz. 45). 2 Druk herhaaldelijk op V/v om "FM" of "AM" te selecteren en druk dan op of b. 3 Druk op V/v om "Direct Tuning" te selecteren en druk dan op . Verschijnt "– – – .– – MHz" en het display keert terug naar de huidige frequentie. Controleer of u wel precies de juiste frequentie hebt gekozen. Zo niet, verricht dan opnieuw stap 4. Als het afstemmen nog steeds niet lukt, dan is die frequentie in uw gebied niet te ontvangen. 89NL Bediening van de tuner 2-4 Tip Bij afstemming op een AM-zender zult u de richting van de AM-raamantenne moeten verstellen om de beste ontvangst te verkrijgen. (zie blz. 88) of de directe afstemming (zie blz. 89). Voorinstellen van radiozenders U kunt tot 30 van uw favoriete FM- en AMradiozenders in het geheugen vastleggen als voorkeurzenders. Dan kunt u in het vervolg een dergelijke voorkeurzender in een handomdraai kiezen. In geval van slechte FM-ontvangst, schakelt u de FM-ontvangst in op (zie blz. 88). 4 5 Druk op OPTIONS. 6 Druk op V/v om een voorinstelnummer te selecteren. 7 Druk op Druk herhaaldelijk op de toetsen V/v om "Memory" te selecteren en druk dan op om hiernaar toe te gaan. . De ontvangen radiozender wordt dan vastgelegd onder uw gekozen voorinstelnummer. 8 1 2, 5-7 4 1 Druk op AMP MENU om het GUI-menu op het televisiescherm weer te geven. Als "GUI MODE" niet wordt getoond op het display van de receiver, volgt u de stappen in "7: Bedien de receiver met GUI (Graphical User Interface)" (zie blz. 45). 2 3 90NL Druk herhaaldelijk op V/v om "FM" of "AM" te selecteren en druk dan op of b. Stem af op de radiozender die u wilt voorinstellen, met de automatische zoekafstemming Herhaal de stappen van 3 t/m 7 voor elk van de voorkeurzenders die u wilt vastleggen. Om af te stemmen op voorkeurzenders 1 Herhaal stappen 1 en 2 van "Voorinstellen van radiozenders". 2 Druk op V/v om de voorkeurzender te kiezen die u wenst. U kunt de voorkeurzenders als volgt instellen: • AM-band AM1 tot AM30 • FM-band FM1 tot FM30 Naamgeving van voorkeurzenders 1 Stem af op de voorkeurzender waarvoor u een zelfgekozen naam voor wilt invoeren. 2 Druk op OPTIONS om "Name Input" te selecteren. Voor nadere bijzonderheden over de naamgeving, zie "Naamgeving van ingangsbronnen" (zie blz. 97). Gebruik van het Radio Data Systeem (RDS) (alleen Europees model) Met deze receiver kunt u ook gebruik maken van de RDS (Radio Data System), waarmee radiozenders naast de gewone uitzendingen allerlei nuttige informatie doorgeven. U kunt de RDS-informatie weergeven. Opmerkingen • RDS is alleen beschikbaar via FM-zenders. • Niet alle FM-zenders zenden RDS-informatie uit of beschikken niet over een soortgelijke service. Als u niet op de hoogte bent van de RDSuitzendingen in uw gebied, moet u contact opnemen met de lokale radiostations. Druk eenvoudigweg een radiozender uit de FM-band met de automatische afstemming (zie blz. 88), directe afstemming (zie blz. 89) of geheugenafstemming (zie blz. 90). Wanneer er is afgestemd op een zender die RDS-informatie uitzendt, licht de aanduiding "RDS" op en verschijnt de Program Servicenaam op het display. Opmerkingen • De RDS-informatie zal niet altijd goed te ontvangen zijn, als de zender waarop u hebt afgestemd de RDS-signalen niet duidelijk genoeg uitzendt of als de signaalsterkte onvoldoende is. • Als er een nooduitzending of waarschuwingsbericht door de overheid wordt uitgezonden, gaat op het display de aanduiding "Alarm-Alarm!" knipperen. • Als een radiozender een bepaalde RDS-functie niet verzorgt, verschijnt er "No XX" (zoals "No Clock Time") op het display. • Wanneer een zender radiotekst uitzendt, verschijnt deze op het display met hetzelfde tempo als waarmee het bericht wordt uitgezonden. De Overzicht van de programmatypes PTY aanduiding Type uitzending News Nieuwsbulletins Current Affairs Actualiteitenprogramma met uitweidingen over het nieuws Information Informatieve uitzendingen over een groot scala onderwerpen met o.a. nieuws voor consumenten en medisch advies Sport Sportverslagen en-uitslagen Education Educatieve programma's, met "how-to" en praktische tips Drama Hoorspelen en andere radioseries Cultures Programma's over nationale en regionale cultuur, zoals taalkwesties en sociale vraagstukken Science Uitzendingen over natuurwetenschappen en technologie Varied Speech Gevarieerde uitzendingen, zoals vraaggesprekken, quizprogramma's en allerlei amusement Pop Music Populaire muziekprogramma's Rock Music Rockmuziek-programma's Easy Listening "Easy listening" achtergrondmuziek Light Classics M Licht klassiek, met vocale, instrumentale en koormuziek Serious Classics Klassieke muziekuitvoeringen, orkestrale werken en kamermuziek, opera enz. Other Music Alle muziek die in geen van de bovenstaande categorieën past, zoals rhythm en blues en reggae wordt vervolgd 91NL Bediening van de tuner Ontvangen van RDSuitzendingen snelheid van de tekst is dus alleen afhankelijk van de snelheid van de uitzending. • De RDS-informatie wordt op het display van deze receiver afgebeeld. Bij ingeschakelde GUI-functie worden de PS (Program Service-naam) en het PTY (Program Type) op het televisiescherm afgebeeld. PTY aanduiding Type uitzending Weather & Metr Weeroverzicht, weersverwachting Finance Beursberichten, financieel en zakennieuws, enz. Children’s Progs Kinderprogramma's Social Affairs Programma's over mensen en hun bezigheden Religion Programma's over religieuze aangelegenheden Phone In Programma's waarin luisteraars via de telefoon of in een publiek forum hun mening kunnen geven Travel & Touring Programma's over reizen. Niet voor aankondigingen die met de TP/TA verkeersinformatiefuncties te vinden zijn. Leisure & Hobby Programma's over vrijetijdsbesteding en hobby's als vissen, tuinieren, koken, enz. Jazz Music Programma's met jazz en geïmproviseerde muziek Country Music Country en western muziekprogramma's National Music Programma's met de nationale of streekmuziek van een bepaald gebied Oldies Music Populaire muziek uit vroegere dagen Folk Music Volksmuziekprogramma's Documentary Leerzame programma's None Elk niet hierboven genoemd programma 92NL Andere bedieningsfuncties Omzetten van analoge video-ingangssignalen Deze receiver is voorzien van een functie om de resolutie van analoge videoingangssignalen om te zetten. SHIFT Gebruik van de DIGITAL MEDIA PORT-adapter Met de DIGITAL MEDIA PORT-adapter kunt u genieten van geluid van een draagbare audiobron of computer. Door het aansluiten van een DIGITAL MEDIA PORT-adapter, kunt u genieten van het geluid van de aangesloten apparatuur op de receiver. Beschikbare DIGITAL MEDIA PORTadapters verschillen in elk gebied. Voor nadere bijzonderheden over het aanpassen van de DIGITAL MEDIA PORTadapters, zie "Apparatuur met digitale audioingangsaansluitingen/audiouitgangsaansluitingen" (zie blz. 23). De DIGITAL MEDIA PORT-adapter is een optioneel product. Opmerkingen RESOLUTION • Sluit geen andere adapter aan dan de DIGITAL MEDIA PORT-adapter. • Voordat u de DIGITAL MEDIA PORT-adapter afsluit, dient u de receiver met de afstandsbediening uit te zetten. • Sluit geen DIGITAL MEDIA PORT-adapter aan of af van de receiver als het systeem aan staat. • Afhankelijk van het type DIGITAL MEDIA PORT-adapter, worden de beelden ook uitgevoerd. Druk op SHIFT en daarna herhaaldelijk op RESOLUTION. Elke keer dat u op de toets drukt wordt de resolutie van het uitgangssignaal gewijzigd. U kunt ook "Resolution" in het Videoinstelmenu gebruiken. 93NL Andere bedieningsfuncties Sony biedt de volgende DIGITAL MEDIA PORT-adapters: • TDM-BT1 Bluetooth™ Wireless Audio Adapter • TDM-NW1 DIGITAL MEDIA PORT Adapter • TDM-NC1 Wireless Network Audio Client • TDM-iP1 DIGITAL MEDIA PORT Adapter Het kiezen van een bedieningscherm om de apparatuur te bedienen die is aangesloten op de DIGITAL MEDIA PORT-adapter U kunt een bedieningscherm kiezen door gebruik te maken van het GUI-menu, afhankelijk van de DIGITAL MEDIA PORTadapter die u wilt gebruiken. Bij sommige adapters, zoals de TDM-BT1 of de TDMNW1, staat het bedieningscherm vast en kunt u het niet veranderen op het GUI -scherm. 2 Druk meerdere keren op MENU om het GUI-menu op het televisiescherm weer te geven. 3 Druk herhaaldelijk op de toetsen V/v om "Music," te selecteren en druk dan op of b. "DMPORT" verschijnt naast "Music". 4 Druk op of b. De apparatuur aangesloten op de DIGITAL MEDIA PORT-adapter wordt herkend en "DMPORT" op het scherm verandert in de naam van elk apparaat. De catergorie van het apparaat dat is aangesloten op de DIGITAL MEDIA PORT-adapter verschijnt op het scherm. Opmerking Een pictogram toont het herkende apparaat dat wordt weergegeven op het televisiescherm. Als de adapter niet kan worden herkend, wordt "DMPORT" weergegeven op het televisiescherm. 1 3, 4,6 5 2 1 Druk op AMP. Als "GUI MODE" niet wordt getoond op het display van de receiver, volgt u de stappen in "7: Bedien de receiver met GUI (Graphical User Interface)" (zie blz. 45). 94NL 5 Druk OPTIONS en druk daarna op "Function List". 6 Druk op V/v om "DMPORT Control" te selecteren. U kunt de volgende functies in dit menu kiezen; • System GUI Deze functie is voor de TDM-iP1 en TDM-NC1. De lijst met tracks wordt weergegeven op het GUI-scherm van de receiver. U kunt de track kiezen die u wenst en het weergeven op elk GUIscherm. • Adapter GUI Deze functie is voor de TDM-iP1 en TDM-NC1. De menulijst van deze adapter wordt op het televisiescherm afgebeeld. • iPod Deze functie kan worden gekozen als de TDM-iP1 is aangesloten. Als "DMPORT Control" niet wordt weergegeven, raadpleeg dan de Gebruiksaanwijzing die bij de component is meegeleverd voor meer informatie over de bediening van die component. Bedienen van het apparaat dat is aangesloten op de DIGITAL MEDIA PORT-adapter Het bedienen TDM-iP1 of TDMNC1 gebruiken van het GUImenu van de receiver 1 iPod Selecteer de inhoud uit de inhoudslijst dat staat weergegeven op het GUIscherm en geef het weer. Playlists > Playlist > Track Wordt alleen weergegeven als M-crew Server is aangesloten. b) Wordt alleen weergegeven als een andere server dan een DLNA-server M-crew Server is aangesloten. c) Wordt weergegeven als "Genre", "Artist" of "Album", afhankelijk van de instelling van "List Mode". Het bedienen TDM-iP1 of TDMNC1 gebruiken van het adaptermenu Zorg dat "Adapter GUI" is geselecteerd in stap 6 in "Het kiezen van een bedieningscherm om de apparatuur te bedienen die is aangesloten op de DIGITAL MEDIA PORT-adapter" (zie blz. 94). Voor nadere gegevens over het bedienen van de adapter door gebruik te maken van het GUImenu van de adapter, verwijzen wij naar de Gebruiksaanwijzing die bij de adapter die u gebruikt is geleverd. Het bedienen TDM-iP1 of iPodmenu Zorg dat "iPod" is geselecteerd in stap 6 in "Het kiezen van een bedieningscherm om de apparatuur te bedienen die is aangesloten op de DIGITAL MEDIA PORT-adapter" (zie blz. 94). Voor nadere gegevens over de bediening van de iPod, verwijzen wij naar de bedieningshandleiding die is geleverd bij de iPod. Artists > Artist > Track Albums > Album > Track Songs > Track Genres > Genre > Artist > Album > Track Composers > Composer > Track Audiobooks > Audiobook Network Client Het weergeven van de geselecteerde track Tijdens weergave van de geselecteerde track, wijzigt het weergegeven scherm afhankelijk van de DIGITAL MEDIA PORT-adapter die is aangesloten. Music Surfina) > Albumc) > Track Playlista) > Playlist > Track Web Radioa) > Station > Program Music Libraryb) > Album > Track wordt vervolgd 95NL Andere bedieningsfuncties 2 Zorg dat "System GUI" is geselecteerd in stap 6 in "Het kiezen van een bedieningscherm om de apparatuur te bedienen die is aangesloten op de DIGITAL MEDIA PORT-adapter" (zie blz. 94). a) Optieparametersi in de weergavestanden TDM-iP1 x Repeat Functie (alleen TDM-iP1) • Off • One • All x Shuffle (alleen TDM-iP1) • Off • Songs • Albums TDM-NC1 x List Mode (alleen TDM-NC1) • • • • All Tracks Disc List Artist List Genre List Tip U kunt ook de apparatuur bedienen die is aangesloten op de DIGITAL MEDIA PORTadapter door gebruik te maken van de weergavetoetsen op de afstandsbediening van uw receiver. Voor Bediening Weergave Druk op H. Pauze Druk op X. Druk nog een keer op deze toets om de weergave te hervatten. Stop Druk op x.* Naar het begin van een Druk op .. track tijdens weergave gaan, of naar het begin van de vorige track gaan Naar het begin van de volgende track gaan Druk op >. Overslaan naar het vorige Druk op B•. album Overslaan naar het volgende album Druk op •b. Achterwaarts/voorwaarts Druk op m/M.** gaan * Als een TDM-iP1 is aangesloten, komt de receiver in de pauzestand als x wordt ingedrukt. ** Houd de toetsen m/M ingedrukt om versneld terug/vooruit te gaan. De List Mode kan worden gebruikt met het Function List-menu, zelfs als de lijst wordt weergegven. DIGITAL MEDIA PORT berichtenlijst Afgebeelde melding Uitleg No Adapter De adapter is niet aangesloten. No Device Er is geen apparaat op de adapter aangesloten. No Audio Er is geen audiobestand gevonden. Loading De gegevens worden gelezen. No Server* Er is geen server aangesloten. No Track* Er is geen track gevonden. No Item* Er is geen onderdeel gevonden. Connecting* Aansluiten op de server. Configuring* Het network wordt ingesteld. Warning* Controleer het display van de DIGITAL MEDIA PORTadapter. Party Mode* Het toestel staat momenteel in feeststand "Guest". Searching* Zoeken naar de server. *Alleen TDM-NC1. 96NL 3 Naamgeving van ingangsbronnen Selecteer "Name Input" en druk vervolgens op . Op het beeldscherm wordt een softwarematig toetsenbord afgebeeld. U kunt een zelfgekozen naam van maximaal 8 letters voor ingangsbronnen invoeren en deze weergeven. Hiermee kunt u handig aangeven welk apparaat op welk aansluiting verbonden is. 4 Druk op V/v/B/b om een letterteken te selecteren en druk dan op . 5 Druk op [Finish] om de naam in te voeren. Uw gekozen naam wordt nu in het geheugen vastgelegd. De ingevoerde naam annuleren Druk op [Cancel]. 1 Opmerking Wanneer u een naam voor een RDS-zender invoert, zal bij het afstemmen toch de Program Service naam (PS) verschijnen, in plaats van de door u gekozen naam. (U kunt de Program Service naam (PS) niet wijzigen. De naam die u invoert zal worden overschreven door de Program Service naam (PS).) Druk een onderdeel waarvoor u een gekozen naam wilt invoeren. De volgende onderdelen kunnen een naam krijgen. • De positie in de functie "Auto Calibration" (zie blz. 50) • Geluids-/beeldbronnen (zie blz. 57) • Voorkeurzenders (zie blz. 90) 2 Druk op OPTIONS. 97NL Andere bedieningsfuncties 3-4 2 1 Omschakelen tussen digitale en analoge audio (INPUT MODE) Bij aansluiting van apparatuur op zowel de digitale als analoge audioingangsaansluitingen van deze receiver, kunt u, afhankelijk van het geluidsmateriaal de audio-ingangsfunctie voor digitale of analoge audio vastleggen, of tussen beide wisselen. Druk op de ingangsbrontoets. U kunt ook de INPUT SELECTOR-knop op de receiver gebruiken. 2 3 Druk op AMP. Druk herhaaldelijk op INPUT MODE om de audioingangsfunctie te kiezen. De gekozen audio-ingangsfunctie wordt op het televisiescherm afgebeeld. Audio-ingangsfuncties 1 2 • Auto Verleent voorrang aan de digitale geluidssignalen als er zowel digitale als analoge aansluitingen zijn. Stelt in op de analoge geluidssignalen wanneer er geen digitale geluidssignalen zijn. • Analog Stelt in op de analoge geluidssignalen die binnenkomen via de AUDIO IN (L/R)ingangsaansluitingen. Opmerkingen • Afhankelijk van de gekozen weergavebron is het instellen van sommige audio-ingangsbronnen niet mogelijk. • Als HDMI-invoer of DIGITAL MEDIA PORTadapter is geselecteerd, verschijnt "------" op het display en kunt u geen andere functies kiezen. Druk een andere ingang dan de HDMI-ingang, satelliettuner en de DIGITAL MEDIA PORTadapter en stel daarna de audio-ingangsfunctie in. • Bij gebruik van de functie "2ch Analog Direct" of wanneer multikanaals invoer als ingang wordt gekozen, wordt de audio-invoer ingesteld op "Analog". U kunt geen andere functies kiezen. 3 98NL Weergave van andere geluids-/beeldbronnen U kunt aan een beschikbare ingang een andere video- en/of geluidsbron toewijzen. Voorbeeld) Sluit de OPTICAL OUTaansluiting van de dvd-speler aan op de OPTICAL VIDEO 1 IN-aansluiting van deze receiver, als u alleen maar invoer van digitale optische audiosignalen van de dvd-speler wilt. Sluit de componentvideo-aansluiting van de dvd-speler aan op de COMPONENT VIDEO DVD/BD IN-aansluiting van deze receiver als u invoer van de videosignalen van de dvdspeler wilt. Wijs video- en/of audiosignalen toe aan de DVD/BD-invoeraansluiting met behulp van "Input Assign" in het Input-menu. Druk meerdere keren op MENU om het GUI-menu op het televisiescherm weer te geven. 3 Druk herhaaldelijk op de toetsen V/v om "Input", te selecteren en druk dan op of b. 4 Druk op V/v om de ingang te kiezen die u wilt toewijzen. 5 Druk op OPTIONS om "Input Assign" te selecteren. 6 Selecteer de audio en/of videosignalen die u wilt toewijzen aan de ingang die u heeft geselecteerd in stap 4 door gebruik te maken van V/v/B/b, en druk daarna op . 1 3, 4,6 5 2 1 Druk op AMP. Als "GUI MODE" niet wordt getoond op het display van de receiver, volgt u de stappen in "7: Bedien de receiver met GUI (Graphical User Interface)" (zie blz. 45). wordt vervolgd 99NL Andere bedieningsfuncties 2 Naam van de ingang Toewijsbare videoingangen Toewijsbare audioingangen VIDEO1 VIDEO2 VIDEO3 DVD/ SAT/ TAPE/ BD CATV CD-R Video1 Component a a a – – a a a a Video1 S a – – – – – – – – Video1 Composite a – – – – – – – – Video2 S – a – – – – – – – Video2 Composite – a – – – – – – – Video3 S – – a – – – – – – Video3 Composite – – a – – – – – – DVD/BD Component – a a a – a a a a DVD/BD S – – – a – – – – – DVD/BD Composite – – – a – – – – – SAT/CATV Component – a a – a a a a a SAT/CATV S – – – – a – – – – SAT/CATV Composite – – – – a – – – – HDMI1 a a a a a a a a a HDMI2 a a a a a a a a a HDMI3 a a a a a a a a a HDMI4 a a a a a a a a a HDMI5 a a a a a a a a a HDMI6 a a a a a a a a a Video1 OPT a a – a – – – a – Video3 OPT – a a a – – – a – SAT/CATV OPT – a – a a – – a – Tape/CD-R OPT – a – a – a – a – MD/DAT OPT – a – a – – a a – Video2 COAX a a a – a a a – – DVD/BD COAX a – a a a a a – – SA-CD/CD COAX a – a – a a a a – Opmerkingen • U kunt niet de optische signalen van een ingangsbron toewijzen aan de optische ingangsaansluitingen van de receiver, en u kunt niet de coaxiale signalen van de ingangsbron toewijzen aan de coaxiale ingangsaansluitingen van de receiver. 100NL MD/ SA- MULTI DAT CD/CD IN • Wanneer u een digitale audio-ingang toewijst, kan de INPUT MODE-instelling automatisch veranderen. • U kunt niet meerdere HDMI-ingangen toewijzen aan dezelfde ingang. • U kunt niet meerdere digitale audio-ingangen toewijzen aan dezelfde geluidsbron. • U kunt niet meerdere componentvideo-ingangen toewijzen aan dezelfde ingang. RDS-informatie Omschakelen van de aanduidingen op het display U kunt het geluidsveld enz. controleren door deze aanduidingen op het display zichtbaar te maken. PS (Program Service naam)a) t Frequentie, band en voorinstelnummer t PTY (Program Type) indicatieb) t RT (Radio Text) indicatiec) t CT (Clock Time) indicatie (in 24-uurs systeemstand) t Geluidsveldtype a) Deze informatie wordt ook aangegeven voor FMzenders die geen RDS-informatie uitzenden. b) Type programma dat wordt uitgezonden. c) Tekstberichten die door de RDS-zender worden uitgezonden. SHIFT DISPLAY Andere bedieningsfuncties MENU Druk herhaaldelijk op DISPLAY. Bij elke druk op de toets DISPLAY veranderen de aanduidingen als volgt. Geselecteerde naam van de ingang t Originele naam van de ingang t Geluidsveldtype t Volume... Tip Bij de instelling "GUI MODE" kunt u de aanduidingen op het display niet omschakelen. Druk op SHIFT, en druk daarna op MENU om GUI te annuleren op het display. FM- en AM-band Zendernaam t Frequentie t Geluidsveldtype t Volume... De zelfgekozen naam verschijnt alleen als er een zelfgekozen naam voor de geluidsbron is ingevoerd. De zelfgekozen naam verschijnt niet als er alleen spaties zijn gekozen. 101NL Betekenis van de aanduidingen op het display Naam Functie Naam A SW Deze aanduiding gaat branden als een subwoofer is aangesloten en bij weergave van het audiosignaal via de SUB WOOFER-aansluiting. Wanneer deze aanduiding zichtbaar is, stelt de receiver een subwoofersignaal samen op basis van het L.F.E.-signaal van de weergegeven disc of op basis van de laagste tonen van de voorkanalen. B Weergave- De letters (L, C, R, enz.) kanaalgeven aan welke aanduidingen geluidskanalen er worden weergegeven. Aan de oplichtende vakjes rond de letters kunt u zien hoe de receiver het geluid mengt en via welke luidsprekers het wordt weergegeven (gebaseerd op de luidsprekerinstellingen). L Linksvoor R Rechtsvoor C Midden (mono) SL Linksachter SR Rechtsachter S Achter (monoweergave of de surround-delen verkregen door Pro Logicdecodering) SBL Linksmiddenachter SBR Rechtsmiddenachter SB Middenachter (de middenachter-delen verkregen door 6.1-kanaals decodering) Bijvoorbeeld: Opnameformaat (Voor/ Achter): 3/2.1 Uitgangskanaal: Achterluidsprekers in de stand "NO". Geluidsveld: A.F.D. AUTO Functie SW L SL 102NL C R SR Functie Naam Functie Deze aanduiding gaat branden wanneer de receiver Dolby Digital+signalen decodeert. K ANALOG D INPUT Deze aanduiding blijft continu branden. Bovendien licht een van de ingangsaanduidingen op, afhankelijk van de gekozen weergavebron. Licht op als INPUT MODE is ingesteld op "Auto" en er geen digitaal signaal binnekomt via de COAXIAL of OPTICALaansluitingen, of als INPUT MODE is ingesteld op "Analog" of als "2ch Analog Direct" wordt gebruikt. E AUTO Deze aanduiding gaat branden wanneer de INPUT MODE is ingesteld op "Auto". L DTS-HD Deze aanduiding gaat branden wanneer de receiver DTS-HD-signalen decodeert. F HDMI Deze aanduiding gaat branden bij aansluiting van apparatuur via een HDMI IN-aansluiting. M MULTI IN Deze aanduiding gaat branden wanneer de instelling multikanaals ingang is gekozen. G DMPORT Deze aanduiding gaat branden wanneer de DIGITAL MEDIA PORTadapter is aangesloten en and "DMPORT" is geselecteerd. N MSTR Deze aanduiding gaat branden wanneer de receiver DTS-HD Master Audio-signalen decodeert. O D.RANGE Deze aanduiding gaat branden wanneer de compressie van het dynamische bereik is ingeschakeld. P RDS Deze aanduiding gaat branden bij ontvangst van RDS-informatie. Q EQ Deze aanduiding gaat branden wanneer de toonregelaar is ingeschakeld. R D.C.A.C. Deze aanduiding gaat branden wanneer de autokalibratie is ingeschakeld. S ZONE 2/ ZONE 3 Deze aanduiding gaat branden wanneer bediening van apparatuur in de 2e/3e ruimte is ingeschakeld. H COAX Deze aanduiding gaat branden wanneer INPUT MODE staat ingesteld op "Auto" en er een digitaal signaal binnenkomt via de COAXIALingangsaansluiting. I TrueHD Deze aanduiding gaat branden wanneer de receiver Dolby TrueHDsignalen decodeert. J OPT Deze aanduiding gaat branden wanneer INPUT MODE staat ingesteld op "Auto" en er een digitaal signaal binnenkomt via de OPTICALingangsaansluiting. wordt vervolgd 103NL Andere bedieningsfuncties Naam C ;Dolby Digital+ Naam Functie Naam Functie T SLEEP Deze aanduiding gaat branden wanneer de slaaptimer is ingeschakeld. W ;PRO LOGIC (II/ IIx) U L.F.E. Deze aanduiding gaat branden wanneer de weergegeven disc een apart L.F.E. (Low Frequency Effects)-kanaal bevat en bij daadwerkelijke weergave van het geluid van het L.F.E.-kanaal branden de balkjes onder de letters om het volumeniveau aan te geven. Aangezien het L.F.E. -signaal niet overal in het ingangssignaal voortdurend even krachtig aanwezig is, kunnen de niveaubalkjes tijdens de weergave sterk fluctueren (en soms geheel doven). Licht op wanneer de receiver Dolby Pro Logicverwerking toepast op tweekanaals signalen om de midden- en achterkanaalsignalen uitvoert. ";PRO LOGIC II" licht ook op wanneer de Dolby Pro Logic IIx Movie/ Music/Game-decoder is geactiveerd. ";PRO LOGIC II" licht ook op wanneer de Dolby Pro Logic IIx Movie/Music/ Game-decoder is geactiveerd. V ;DIGITAL Deze aanduiding gaat (EX) branden wanneer de reciever Dolby Digital Surround signalen decodeert. Wanneer de receiver Dolby Digital Surround EX-signalen decodeert, gaat tevens ";DIGITAL EX" branden. Bij weergave van een disc met Dolby Digitalformaat moet u ervoor zorgen dat de aansluitingen digitaal zijn en erop letten dat de INPUT MODE niet staat ingesteld op "Analog". 104NL Opmerking De aanduiding gaat echter niet branden als de middenluidspreker en achterluidsprekers niet aangesloten zijn. X DTS (-ES) Licht op wanneer DTSsignalen worden ingevoerd. "DTS-ES" licht ook op wanneer DTS-ES-signalen worden gedecodeerd. Bij weergave van een disc met DTS-formaat moet u ervoor zorgen dat de aansluitingen digitaal zijn en erop letten dat de INPUT MODE niet staat ingesteld op "Analog". Y NEO:6 Deze aanduiding gaat branden wanneer de DTS Neo:6 Cinema/Musicdecodering is ingeschakeld. wh 96/24 Deze aanduiding gaat branden wanneer de receiver DTS 96/24signalen (96 kHz/24 bit) decodeert. wj MATRIX Deze aanduiding gaat branden wanneer de DTSES Matrix-decodering is ingeschakeld. Naam Functie wk SB DEC Deze aanduiding gaat branden wanneer de middenachter-decodering is ingeschakeld. wl DISCRETE Deze aanduiding gaat branden wanneer de DTSES Discrete-decodering is ingeschakeld. e; DSD Deze aanduiding gaat branden wanneer de receiver DSD-signalen (Direct Stream Digital) decodeert (zie blz. 29). Licht op bij het gebruiken van de receiver om af te stemmen op radiozenders, etc. es PRESET Licht op als de afstemfunctie is ingesteld in de voorinstelstand. ed MEMORY Deze aanduiding gaat branden wanneer een geheugenfunctie, Name Input enz., is ingeschakeld. U kunt de receiver automatisch laten uitschakelen na een zelfgekozen tijdsduur. SHIFT Andere bedieningsfuncties ea Tuneraanduidingen Gebruik van de slaaptimer ef neural THX Deze aanduiding gaat branden wanneer de receiver Neural-THX signalen verwerkt. eg BI-AMP eh SP.A/SP.B ej VOLUME Deze aanduiding gaat branden als de keuze van de middenachterluidsprekers is ingesteld op "BI-AMP". Deze aanduiding gaat branden, afhankelijk van het gebruikte luidsprekersysteem. "SP.A" en "SP.B" gaan uit als de SPEAKERS-schakelaar is ingesteld op OFF of als een hoofdtelefoon is aangesloten. Deze aanduiding geeft de huidige geluidssterkte weer. SLEEP Druk op SHIFT en daarna herhaaldelijk op SLEEP. Bij elke druk op de SLEEP veranderen de aanduidingen op het display als volgt: wordt vervolgd 105NL Nadat u de slaaptimer hebt ingesteld, licht "SLEEP" op. Opnemen met de receiver Tip Om te controleren hoeveel tijd er nog over is voordat de receiver wordt uitgeschakeld, drukt u op de toets SLEEP. Dan wordt de resterende tijdsduur op het display getoond. Als u nog een keer op de toets SLEEP drukt wordt de instelling van de slaaptimer veranderd. Via deze receiver kunt u opnemen van een video-/audioapparaat. Zie voor nadere bijzonderheden tevens de gebruiksaanwijzing van uw opnameapparaat. 1 Opnemen op een audiocassette of minidisc Via deze receiver kunt u geluidsbronnen opnemen op cassette of op minidisc. Zie voor nadere bijzonderheden tevens de gebruiksaanwijzing van uw cassettedeck of minidisc-recorder. 1 Druk op de ingangsbrontoets behorende bij het weergaveapparaat. 2 Breng het weergaveapparaat in gereedheid voor weergave. Plaats bijvoorbeeld de op te nemen cd in de cd-speler. 3 Tref voorbereidingen bij het opnameapparaat. Plaats een lege minidisc in de minidiscrecorder of cassette in het cassettedeck en stel het opnameniveau in. 4 106NL Start het opnemen op het opnameapparaat en start dan de weergave op het weergaveapparaat. Opmerkingen • Geluidsaanpassingen hebben geen effect op het signaal dat wordt uitgezonden over de MD/DAT OUT-aansluitingen. • De audioinvoersignalen van de MULTI CHANNEL INPUT-aansluitingen worden niet uitgezonden. • Vanaf de digitale uitgangsaansluiting worden alleen digitale ingangssignalen uitgevoerd (voor opname). • HDMI-geluid kan niet worden opgenomen. Opnemen van digitale signalen Sluit een weergaveapparaat aan op de digitale audio-ingang (OPTICAL IN) en sluit een opnameapparaat aan op de OPTICAL MD/ DAT OUT-aansluiting. Opnemen op opnamemedia 1 Druk op de ingangsbrontoets behorende bij het weergaveapparaat. 2 Breng het weergaveapparaat in gereedheid voor afspelen. Plaats bijvoorbeeld de videocassette, die u wilt kopiëren, in de videorecorder. Tref voorbereidingen bij het opnameapparaat. Andere bedieningsfuncties 3 Plaats een voor opnemen geschikte videocassette, of iets dergelijks in het opnameapparaat (VIDEO 1 of VIDEO 2) die u voor opnemen gebruikt. 4 Start het opnemen op het opnameapparaat en start dan de weergave op het weergaveapparaat. Opmerkingen • Bepaalde weergavebronnen kunnen zijn voorzien van een kopieerbeveiliging die het opnemen blokkeert. Een dergelijke weergavebron zult u niet kunnen opnemen. • De audioinvoersignalen van de MULTI CHANNEL INPUT-aansluitingen worden niet uitgezonden. • Vanaf de analoge uitgangsaansluiting worden alleen analoge ingangssignalen uitgevoerd (voor opname). 107NL Luisteren naar de geluidsweergave in een andere ruimte (ZONE 2/ZONE 3 bedieningen) U kunt genieten van beeld- en geluidsweergave van een, op deze receiver aangesloten, apparaat die ergens anders (2e of 3e ruimte) staat opgesteld dan de hoofdruimte. U kunt bijvoorbeeld een dvd bekijken in de hoofdruimte en luisteren naar een cd-weergave in de 2e of 3e ruimte. Bij gebruik van een infraroodrelaisstation (niet bijgeleverd), kunt u zowel het apparaat in de hoofdruimte als de Sony-receiver in de 2e of 3e ruimte bedienen vanuit de 2e of 3e ruimte. • De weergavebron voor de ZONE 2- of ZONE 3 OUT-aansluiting veranderen. • De Sony-receiver in de 2e of 3e ruimte in- of uitschakelen. Voordat u de 2e/3e ruimtefunctie gebruikt Het is noodzakelijk aansluitingen te maken en het menu in te stellen. Voor meer informatie over de instellingen, raadpleegt u de volgende afbeelding of "2: De luidsprekers aansluiten" (zie blz. 18). Stel "Sur Back Assign" of "ZONE 2" in onder het Speaker-instelmenu. 108NL 1: Aansluitingen voor de 2de ruimte 1 Geluidsweergave via de luidsprekers in de 2de ruimte met behulp van de SURROUND BACK SPEAKERS-aansluiting van de receiver. Hoofdruimte 2de ruimte STR-DA5300ES A C TV-scherm B D D ZONE 2 VIDEO OUT RM-AAL009 SURROUND BACK SPEAKERS A Audioapparaat B Videoapparaat C Infraroodrelaisstation (niet bijgeleverd) D Luidsprekers 2 Geluidsweergave via de luidsprekers in de 2de ruimte met behulp van de receiver en een andere versterker. Andere bedieningsfuncties Hoofdruimte 2de ruimte STR-DA5300ES A E C TVscherm E B D C ZONE 2 VIDEO OUT ZONE 2 AUDIO OUT RM-AAL009 A Audioapparaat B Videoapparaat C Infraroodrelaisstation (niet bijgeleverd) D Sony Versterker/receiver E Luidsprekers wordt vervolgd 109NL 2: Aansluitingen voor de 3de ruimte Hoofdruimte 3de ruimte STR-DA5300ES A E E C B D C ZONE 3 AUDIO OUT RM-AAL009 A Audioapparaat B Videoapparaat C Infraroodrelaisstation (niet bijgeleverd) D Sony Versterker/receiver E Luidsprekers 110NL Instellen van audio-/videouitgangssignalen voor de 2e of 3e ruimte 5 Druk op V/v om de ruimte waarnaar u de audio-/videouitgangssignalen wilt uitvoeren, te selecteren en druk daarna op . "Main" (deze receiver) blijft altijd geselecteerd. Ga naar stap 7 als de instelling ongewijzigd blijft. 1 6 Druk herhaaldelijk op V/v om "ON" of "OFF" te selecteren en druk dan op . 7 Druk herhaaldelijk op V/v/B/b om het item en de parameter te selecteren en druk dan op . 3-7 2 Druk op AMP. Als "GUI MODE" niet wordt getoond op het display van de receiver, volgt u de stappen in "7: Bedien de receiver met GUI (Graphical User Interface)" (zie blz. 45). 2 3 4 Druk meerdere keren op MENU om het GUI-menu op het televisiescherm weer te geven. Druk herhaaldelijk op de toetsen V/v om "Settings", te selecteren en druk dan op of b. Druk herhaaldelijk op V/v om "Multi Zone", te selecteren en druk dan op . Multi Zone-menuparameters x Power Hiermee kunt u de bediening in andere ruimtes inschakelen. • ON • OFF x Input Hiermee kiest u de beeld-/geluidsbron waarvan de signalen worden doorgegeven naar de ruimte. Audio- en video-uitgangssignalen wordt vervolgd 111NL Andere bedieningsfuncties 1 worden doorgegeven naar de 2e ruimte, naar de 3e ruimte worden alleen audiouitgangssignalen doorgegeven. x Volume Hiermee kunt u het volume in de ruimte regelen. x 12V Trigger Hiermee kunt u de receiver in een andere ruimte in- en uitschakelen, of een keuze maken uit verscheidene gebruiksopties van de 12V Trigger-functie, zoals onderstaand beschreven. • OFF Hiermee worden geen 12V aan/uit-signalen verstuurd wanneer de eerste receiver wordt ingeschakeld. • ZONE Hiermee zorgt u dat wel/geen 12V aan/ uitsignalen worden verstuurd wanneer de receiver in de gekozen ruimte in-/ uitgeschakeld wordt. • CTRL Hiermee kunt u het verzenden van een 12V aan/uit-signaal handmatig regelen via het CIS-commando van de afstandsbediening. • INPUT (alleen voor "Main") Hiermee kunt u het verzenden van een 12V aan/uit-signaal bij inschakelen van de vooringestelde ingangsbron aanzetten. Als u "Input", kiest, wordt een instelscherm afgebeeld, waarop u ieder aan/uit-signaal kunt in- of uitschakelen. Druk op V/v om de ingang te selecteren en druk dan op om een vinkje in het vakje te plaatsen. • MAIN (alleen voor "Ruimte 2" en "Ruimte 3") Hiermee kunt de bediening van de aan/ uitsignalen in de 2e of 3e ruimte koppelen aan de hoofdreceiver. Tips • Zelfs wanneer deze receiver in stand-by staat (druk op ?/1 op de afstandsbediening om deze receiver uit te schakelen), blijft de receiver in ruimte 2 of 3 ingeschakeld. Druk gelijktijdig op de toets ?/1 en 112NL AV ?/1 van de afstandsbediening RM-AAL009 om alle receivers uit te schakelen (SYSTEM STANDBY). • Alleen de signalen van componenten, die is aangesloten op de analoge ingangsaansluitingen, worden weergeven via de ZONE 2 OUT/ZONE 3 OUT-aansluitingen. Er worden geen signalen weergegeven van apparatuur die is aangesloten op alleen de digitale ingangsaansluitingen. • Wanneer SOURCE is geselecteerd, worden de signalen die naar de MULTI CHANNEL INPUTaansluitingen worden ingevoerd, niet uitgevoerd van de ZONE 2 OUT- of ZONE 3 OUTaansluiting, zelfs wanneer de meerkanaals invoer is geselecteerd. Dan worden de analoge signalen van de huidige geluidsbron weergegeven. • Wanneer "Tuner" is geselecteerd, wordt hetzelfde type radiozender (FM/AM) dat in de hoofdruimte is ingesteld in ruimte 2 of 3, geselecteerd. U kunt echter een andere invoer dan "Tuner" selecteren in ruimtes 2 en 3. • Wanneer de receiver in de hoofdzone wordt uitgeschakeld, of als een andere ingangsbron dan "Tuner" is geselecteerd, kunt u een AM- of FMradiozender selecteren in ruimte 2. Wanneer de receiver in de hoofdzone en ruimte 2 is uitgeschakled, kunt u een AM- of FM-radiozender selecteren in ruimte 3. Als twee van de receivers in de hoofdruimte, 2e ruimte of 3e ruimte worden uitgeschakeld, kunt u in de resterende ruimte, waar de receiver nog ingeschakeld is, een type radiozender kiezen uit FM/AM. Beschikbare menuparameters voor de bediening in de 2e/3e ruimte x RS-232C Control • ON In deze instelling kan de receiver commando's van de RS-232C-aansluitpoort ontvangen. • OFF In deze instelling kan de receiver geen commando's van de RS-232C-aansluitpoort ontvangen. Over de IR REMOTE-aansluiting Via de IR REMOTE-aansluiting van een infraroodrelaisstation (niet bijgeleverd) kunt u de receiver bedienen zonder dat u de afstandsbediening op de infraroodontvanger van de receiver hoeft te richten. Gebruik een infraroodrelaisstation als u de receiver op een plaats buiten het bereik van de afstandsbedieningssignalen zet. STR-DA5300ES Infraroodrelaisstation (niet bijgeleverd) Bij aansluiting van twee versterkers Als u geen gebruik maakt van middenachterluidsprekers kunt u bij aansluiting van twee versterkers de SURROUND BACK SPEAKERSaansluitingen gebruiken voor de voorluidsprekers. De luidsprekers aansluiten Voorluidspreker (R) RM-AAL009 Voorluidspreker (L) Hi Hi Lo Lo De luidsprekers instellen Stel "Sur Back Assign" of "BI-AMP" in onder het Speaker-instelmenu. Dezelfde signaaluitvoer van de FRONT SPEAKERS Aaansluitingen kan worden uitgezonden via de SURROUND BACK SPEAKERSaansluitingen door het instellen van "Sur Back Assign" op "BI-AMP". wordt vervolgd 113NL Andere bedieningsfuncties Verbind de aansluitingen op de Lo (of Hi)-kant van de voorluidsprekers met de FRONT SPEAKERS A-aansluitingen en sluit de aansluitingen aan op de Hi (of Lo)-kant van de voorluidsprekers op de SURROUND BACK SPEAKERS-aansluitingen. Zorg er voor dat het metalen montagemateriaal van Hoog/Laag van de luidsprekers verwijderd is. Als u dit nalaat kan er een storing in de receiver optreden. Opmerkingen • Bij aansluiting van twee versterkers kunnen de FRONT SPEAKERS B-aansluitingen niet worden gebruikt. • Maak eerst de instellingen voor aansluiting met twee versterkers, voordat u de functie "Auto Calibration" gaat gebruiken. • Bij de instellingen voor aansluiting met twee versterkers, worden luidsprekerniveau, balans en instelling voor toonregeling van de middenachterluidsprekers ongeldig en vervangen door de instellingen van de voorluidsprekers. • De signalen die uitgevoerd worden via de PRE OUT-aansluitingen hebben dezelfde instellingen als de signalen die uitgevoerd worden via de SPEAKERS-aansluitingen. Gebruik van het CONTROL Sbedieningssysteem Als u beschikt over een voor het CONTROL S-systeem geschikte televisietoestel, satellietontvanger, videomonitor, dvd-speler of videorecorder van Sony, gebruikt u een CONTROL S-aansluitkabel (niet bijgeleverd) om de CTRL S IN-aansluiting (voor een televisietoestel, satellietontvanger of videomonitor) of de CTRL S OUT-aansluiting (voor een videorecorder, enz.) van de receiver te verbinden met een geschikte CONTROL Saansluiting van het betreffende apparaat. Voor nadere bijzonderheden, zie tevens de gebruiksaanwijzing die bijgeleverd is met het televisietoestel, satellietontvanger, videomonitor, videorecorder, enz. Als u de CONTROL S OUTaansluiting op een ander apparaat aansluit op de CTRL S IN-aansluiting op deze receiver Bijvoorbeeld Televisietoestel, videorecorder, tuner, videomonitor, enz. Receiver Afstandsbediening De infraroodontvanger van het apparaat op de CONTROL S OUT-aansluiting zal nu de afstandsbedieningssignalen precies zo ontvangen als de infraroodontvanger van deze receiver. Dit kan handig zijn als u deze receiver bijvoorbeeld hebt opgesteld in een rek, enz. 114NL Als u de CONTROL S INaansluiting op een ander apparaat aansluit op de CTRL S OUT-aansluiting op deze receiver Bijvoorbeeld TV Bediening zonder aansluiting op de televisie Het is mogelijk deze receiver met behulp van de display te bedienen, ook al maakt u, door het niet aansluiten van een televisiescherm, geen gebruik van de GUI-weergavefunctie. Video- Tuner recorder Receiver Druk op SHIFT, en druk daarna op MENU om "DISPLAY" weer te geven op het display. Als "GUI MODE" wordt weergegeven op het displayscherm, wordt het menu ingesteld voor weergave op het televisiescherm met gebruik van een GUI. Afstandsbediening Andere bedieningsfuncties De infraroodsensor op deze receiver ontvangt afstandsbedieningssignalen op dezelfde manier als de infraroodontvanger op het CONTROL S IN-apparaat. Dit is handig wanneer u het ander apparaat op enige afstand van dit apparaat opstelt. 115NL Overzicht van de menu's In elk menu zijn de volgende menuonderdelen beschikbaar. Voor nadere bijzonderheden over het navigeren door de menu's, zie blz. 47. Menu Onderdeel Instelparameter Oorspron kelijke instelling RETRY, SAVE EXIT, WRN CHECK, PHASE INFO, DIST. INFO, LEVEL INFO, EXIT SAVE EXIT Auto Calibration AUTO CAL START? COMPLETE [xxxxxxxxxx] WARNING CODE [xxx:4x] FL, FR, C, SL, SR, SBL, SBR : 0, 1, 2, 3, 4 ERROR CODE [xxx:3x] F, SR, SB : 0, 1, 2, 3, 4 CAL TYPE [xxxxxxxxx] FULL FLAT, ENGINEER, FRONT REF, OFF FULL FLAT POSITION [xxxxxxxx] POS.1 POS.1, POS.2, POS.3 NAME IN ? [xxxxxxxx] Level Settings TEST TONE [xxxxxxxx] OFF, L tot SW (AUTO), L tot SW (FIX) OFF PHASE NOISE [xxxxxxx] OFF, L/C, C/R, R/SL, R/SR, SR/SL, SR/SBR, SBR/SBL, SBL/SL, SL/L, L/SR OFF PHASE AUDIO [xxxxxxx] OFF, L/C, C/R, R/SL, R/SR, SR/SL, SR/SBR, SBR/SBL, SBL/SL, SL/L, L/SR OFF FRONT L [xxx.x dB] 116NL –10,0 dB tot +10,0 dB (0,5 dB per stap) 0 dB FRONT R [xxx.x dB] –10,0 dB tot +10,0 dB (0,5 dB per stap) 0 dB CENTER [xxx.x dB] –20,0 dB tot +10,0 dB (0,5 dB per stap) 0 dB SURROUND L [xxx.x dB] –20,0 dB tot +10,0 dB (0,5 dB per stap) 0 dB SURROUND R [xxx.x dB] –20,0 dB tot +10,0 dB (0,5 dB per stap) 0 dB SUR BACK [xxx.x dB] –20,0 dB tot +10,0 dB (0,5 dB per stap) 0 dB SUR BACK L [xxx.x dB] –20,0 dB tot +10,0 dB (0,5 dB per stap) 0 dB SUR BACK R [xxx.x dB] –20,0 dB tot +10,0 dB (0,5 dB per stap) 0 dB SUB WOOFER [xxx.x dB] –20,0 dB tot +10,0 dB (0,5 dB per stap) 0 dB MULTI CH SW [xxx dB] 0 dB, +10,0 dB 0 dB D. RANGE COMP. [xxx] OFF, STD, MAX OFF Menu Onderdeel Speaker Settings SP PATTERN [xxxxx] Instelparameter Oorspron kelijke instelling 2/0 tot 3/4,1 3/4,1 SUB WOOFER [xxx] NO, YES YES FRONT SP [xxxxx] SMALL, LARGE LARGE CENTER SP [xxxxx] NO, SMALL, LARGE LARGE SURROUND SP [xxxxx] NO, SMALL, LARGE LARGE NO, SINGLE, DUAL DUAL OFF, ON OFF ZONE 2 SP [xxx] OFF, ON OFF FRONT L [xxxxxxxxx] 1,0 tot 10,0 m (1 cm stap) 3 m 0 cm FRONT R [xxxxxxxxx] 1,0 tot 10,0 m (1 cm stap) 3 m 0 cm CENTER [xxxxxxxxx] 1,0 tot 10,0 m (1 cm stap) 3 m 0 cm SURROUND L [xxxxxxxxx] 1,0 tot 10,0 m (1 cm stap) 3 m 0 cm SURROUND R [xxxxxxxxx] 1,0 tot 10,0 m (1 cm stap) 3 m 0 cm SUR BACK [xxxxxxxxx] 1,0 tot 10,0 m (1 cm stap) 3 m 0 cm SUR BACK L [xxxxxxxxx] 1,0 tot 10,0 m (1 cm stap) 3 m 0 cm SUR BACK R [xxxxxxxxx] 1,0 tot 10,0 m (1 cm stap) 3 m 0 cm SUB WOOFER [xxxxxxxxx] 1,0 tot 10,0 m (1 cm stap) 3 m 0 cm DISTANCE UNIT [xxxxx] meter, feet meter SP POSI. [xxxxxxxxx] SIDE/LOW, SIDE/HIGH, BEHD/LOW, SIDE/LOW BEHD/HIGH FR CROSSOVER* [xxx Hz] 40 Hz tot 200 Hz (10 Hz stap) 120 Hz CNT CROSSOVER* [xxx Hz] 40 Hz tot 200 Hz (10 Hz stap) 120 Hz SUR CROSSOVER* [xxx Hz] 40 Hz tot 200 Hz (10 Hz stap) 120 Hz CNT A.DOWN MIX [xxx] OFF, ON OFF SP IMPEDANCE [x ohm] 4 ohm, 8 ohm 8 ohm * U kunt deze instelling niet selecteren als de luidspreker is ingesteld op "LARGE". wordt vervolgd 117NL Andere bedieningsfuncties SUR BACK SP [xxxxxx] BI-AMP [xxx] Een "Auto Calibration" uitvoeren Voor nadere bijzonderheden over de functie "Auto Calibration", zie "9: Het automatisch kalibreren van de juiste luidsprekeropstelling (Auto Calibration)" (zie blz. 50). Raadpleeg "Voordat u de "Auto Calibration" uitvoert" (zie blz. 50) voordat u de functie "Auto Calibration" gaat uitvoeren. Bijregelen op de receiver zelf 1 Druk op SHIFT en druk daarna op MENU om te schakelen van "GUI MODE" naar "DISPLAY MODE". 2 Druk op AMP. De bediening van de receiver is ingeschakeld. 3 Druk op MENU. De aanduiding "Auto Calibration" wordt afgebeeld. 4 Druk op . 5 Druk herhaaldelijk op V/v om "AUTO CAL START?" te selecteren en druk dan op om de metingen te beginnen. De meting start na vijf seconden. Het aftellen wordt weergegeven. Opmerking Verlaat, tijdens het aftellen, het meetgebied om meetfouten te voorkomen. 6 De meting start. De meting zal ongeveer 30 seconden duren. Blijf wachten totdat de meting is beëindigd. Om autocalibratie te annuleren, wijzigt u het volume, schakelt u de MUTING-functie in, wisselt u van functie, wijzigt u de instelling van de SPEAKERS-schakelaar van de receiver of sluit u de hoofdtelefoon aan. Opmerking De hoogte waarop de achterluidsprekers en middenachterluidsprekers zich bevinden wordt niet gemeten. 120NL Stel deze waarde in met behulp van de instelling "SP POSI" in het Speaker-instelmenu. Tips • Met uitzondering van het in-/uitschakelen van de receiver, zijn alle andere bedieningsfuncties niet beschikbaar tijdens het uitvoeren van de automatische-kalibratiefunctie. • In de volgende gevallen komen de metingen niet op de juiste wijze tot stand of kan "Auto Calibration" niet uitgevoerd worden. – bij gebruik van speciale luidsprekers, zoals dipoolluidsprekers. – als de functie meerdere ruimtes gebruikt wordt in de 2de ruimte. De meetresultaten van de functie "Auto Calibration" bevestigen/opslaan bij uitgeschakelde GUI-functie 1 Bevestig de meetresultaten. Na beëindiging van de meting, klinkt er een geluidssignaal en de meetresultaten worden op het display afgebeeld. Meetresultaten Aanduiding Uitleg Als het meetproces succesvol is verlopen COMPLETE Ga verder naar stap 2. Als het ERROR meetproces niet CODE 3x succesvol is verlopen Zie "Lijst van meldingen na een automatischekalibratiemeting" (zie blz. 55). 2 Druk herhaaldelijk op de toetsen V/v om een onderdeel te selecteren en druk dan op . De meetresultaten worden opgeslagen. Onderdeel Uitleg RETRY Hiermee wordt de "Auto Calibration" opnieuw uitgevoerd. SAVE EXIT Hiermee worden de meetresultaten opgeslagen en daarna wordt de instelprocedure verlaten. Onderdeel Uitleg WRN CHECK Hiermee wordt een melding m.b.t. de meetresultaten afgebeeld. Zie "Als u kiest voor "WRN CHECK"" (zie blz. 55). PHASE INFO Hiermee wordt de fase van elke luidspreker afgebeeld (in/uit fase). Zie "Als u kiest voor "PHASE INFO"". DIST.INFO Hiermee wordt als meetresultaat de afstand van de luidspreker afgebeeld. LEVEL INFO Hiermee wordt als meetresultaat het niveau van de luidspreker afgebeeld. EXIT Hiermee wordt de instelprocedure verlaten zonder dat de meetresultaten opgeslagen worden. kunt echter deze instellingen veranderen in het Speaker-instelmenu. Zorg eerst dat de meetresultaten opgeslagen worden en probeer daarna, indien gewenst, de instellingen te veranderen. Als u kiest voor "PHASE INFO" Hiermee kunt u de fase van elke luidspreker controleren (in/uit fase). Druk herhaaldelijk op V/v om een luidspreker te selecteren en druk dan op om terug te keren naar stap 1 in "De meetresultaten van de functie "Auto Calibration" bevestigen/opslaan bij uitgeschakelde GUI-functie". Uitleg IN De luidspreker is in fase. OUT De luidspreker is uit fase. De aansluitingen "+" en "–" van de luidspreker zijn waarschijnlijk verkeerd om aangesloten. Afhankelijk van de luidsprekers, kan de melding "OUT" op het televisiescherm afgebeeld worden, zelfs als de luidsprekers op de juiste wijze aangesloten zijn. Dit vanwege de eigenschappen van de luidsprekers. In dat geval kunt u doorgaan met het gebruik van de receiver. ––– Er zijn geen luidsprekers aangesloten. 3 Druk herhaaldelijk op de toetsen V/v om de parameter te selecteren en druk dan op . Type AUTO EQ Uitleg FULL FLAT Hiermee wordt de vlakke frequentie van elke luidspreker gemeten. ENGINEER Hiermee wordt de frequentiekarakteristieken zodanig ingesteld dat ze overeenkomen met de karakteristieken van een ruimte volgens de Sonynorm. FRONT REF Past de karakteristieken van elke luidspreker zodanig aan dat deze overeenkomen met de karakteristieken van de voorluidsprekers. OFF Schakelt typekeuze van de functie "Auto Calibration" uit. Tip Afhankelijk van de plaats van de subwoofer, kunnen de meetresultaten m.b.t. de polariteit verschillen. Dit levert echter geen problemen op als u deze waarde met de receiver blijft gebruiken. Tip De grootte van een luidspreker (LARGE/SMALL) wordt bepaald door de lage karakteristieken. De meetresultaten kunnen variëren, afhankelijk van de positie van de optimaliseringsmicrofoon en de luidsprekers en de vorm van de ruimte. Het wordt aangeraden om de meetresultaten te gebruiken. U 121NL Andere bedieningsfuncties Aanduiding daarna terugkeren naar TUNING om zenders te selecteren. Kiezen van een geluidsveldtype Voor nadere bijzonderheden over elk geluidsveldtype, zie "Genieten van een voorgeprogrammeerd geluidsveld" (zie blz. 66). Druk herhaaldelijk op 2CH/ A.DIRECT, A.F.D., MOVIE, of MUSIC. Het gekozen geluidsveldtype wordt op het display afgebeeld. U kunt ook de 2CH/A.DIRECT, A.F.D., MOVIE, of MUSIC-toetsen gebruiken op de receiver. Rechtstreeks afstemmen op een zender (Directe afstemming) 1 Na keuze van de afstemband FM of AM drukt u op de toets D.TUNING. 2 Voer de afstemfrequenties in met behulp van de cijfertoetsen en druk daarna op om deze in te voeren. Voorinstellen van radiozenders 1 Luisteren naar het geluid zonder enige bijregeling (ANALOG DIRECT) Druk op 2CH/A.DIRECT. Raadpleeg "Afstemmen op radiozenders" voor details over de bewerking. 2 3 Voor nadere bijzonderheden over de bediening van de tuner, zie "Bediening van de tuner" (zie blz. 88). 4 122NL Druk op ENTER. De ontvangen radiozender wordt dan vastgelegd onder uw gekozen voorinstelnummer. Als de aanduiding "MEMORY" dooft voordat u een nummer hebt gekozen, gaat u terug naar stap 2. 2 Druk op TUNING + of TUNING –. Druk op de toets TUNING + om de afstemband van laag naar hoog te doorzoeken en druk op de toets TUNING – om de afstemband van hoog naar laag te doorzoeken. De receiver stopt met zoeken wanneer er een radiozender wordt ontvangen. U kunt ook drukken op TUNING MODE op de receiver om "AUTO" te selecteren en Druk op PRESET + of PRESET – om een voorinstelnummer te selecteren. U kunt tot 30 FM- en 30 AMradiozenders in het geheugen vastleggen als voorkeurzenders. Als de aanduiding "MEMORY" dooft voordat u een nummer hebt gekozen, gaat u terug naar stap 2. Afstemmen op radiozenders 1 Druk herhaaldelijk op de toets TUNER om te kiezen voor FM of AM. U kunt ook de INPUT SELECTOR-knop op de receiver gebruiken. Druk op MEMORY. "MEMORY" verschijnt enkele seconden op het display. Voer de stappen 3 en 4 uit voordat de aanduiding op het display verandert. U kunt ook de 2CH/A.DIRECT-knop op de receiver gebruiken. Luisteren naar de FM/AM-radio Stem af op de radiozender die u wilt voorinstellen. 5 Herhaal de stappen van 1 t/m 4 voor elk van de voorkeurzenders die u wilt vastleggen. De voorkeurzender kiezen 1 Druk herhaaldelijk op de toets TUNER om te kiezen voor FM of AM. 2 Druk herhaaldelijk op PRESET + of PRESET – om de gewenste voorkeurzender te kiezen. U kunt ook met behulp van de cijfertoetsen de gewenste voorkeurzender kiezen. Druk daarna op ENTER om de keuze in te voeren. U kunt ook herhaaldelijk op TUNING MODE drukken op de receiver om "PRESET" te selecteren en daarna TUNING gebruiken om de gewenste voorkeurzenders te selecteren. Bediening van de weergave in de 2e en 3e ruimte Voor nadere bijzonderheden over de aansluitingen en instellingen van de 2e/3e ruimte, zie "Luisteren naar de geluidsweergave in een andere ruimte (ZONE 2/ZONE 3 bedieningen)" (zie blz. 108). De volgende handelingen zijn van toepassing op het bedienen van een receiver in de 2de of 3de ruimte met van een aangesloten infraroodrelaisstation. Gebruik deze receiver in de hoofdruimte als er geen infraroodrelaisstation aangesloten is. 1 Aangeven van RDS-informatie op het display 4 Druk tijdens ontvangst van een RDS-zender herhaaldelijk op DISPLAY-toets. 2 Andere bedieningsfuncties Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de RDS-informatie op het display als volgt: PS (Program Service naam)a) t Frequentie, band en voorinstelnummer t PTY (Program Type) indicatieb) t RT (Radio Text) indicatiec) t CT (Clock Time) indicatie (in 24-uurs systeemstand) t Geluidsveldtype a) Deze informatie wordt ook aangegeven voor FMzenders die geen RDS-informatie uitzenden. b) Type programma dat wordt uitgezonden. c) Tekstberichten die door de RDS-zender worden uitgezonden. 5 wordt vervolgd 123NL 1 Schakel de eerste receiver (deze receiver) in. 2 Druk op ZONE 2 of ZONE 3. De afstandsbediening schakelt om voor bediening van de 2e of 3e ruimte. 3 Schakel de versterker in de 2e of 3e ruimte in. 4 Druk op INPUT SELECTOR op de afstandsbediening om de bronsignalen die u wilt uitvoeren te selecteren. In de 2de ruimte kunnen analoge beelden geluidssignalen worden weergegeven. In de 3e ruimte worden alleen analoge audiosignalen weergegeven. Wanneer u SOURCE kiest, worden de signalen van de huidige weergavebron doorgegeven. 5 Stel een geschikte geluidssterkte in. • In de afbeelding 1-1 (zie blz. 109), kunt u alleen het volumeniveau van de middenachterluidspreker in de 2e ruimte instellen. Druk op de toets MASTER VOL +/– op de afstandsbediening om het volume te regelen. • In de afbeelding 1-2 (zie blz. 109) of 2 (zie blz. 110), kunt u de geluidssterkte bijregelen door middel van de receiver in de 2de of 3de kijk-/luisterruimte. Tips • Zelfs wanneer deze receiver in stand-by staat (druk op ?/1 op de afstandsbediening om deze receiver uit te schakelen), blijft de receiver in ruimte 2 of 3 ingeschakeld. Druk gelijktijdig op de toets ?/1 en AV ?/1 van de afstandsbediening RM-AAL009 om alle receivers uit te schakelen (SYSTEM STANDBY). • Alleen de signalen van componenten, die is aangesloten op de analoge ingangsaansluitingen, worden weergeven via de ZONE 2- of ZONE 3aansluiting. Er worden geen signalen weergegeven van apparatuur die is aangesloten op alleen de digitale ingangsaansluitingen. 124NL • Wanneer SOURCE is geselecteerd, worden de signalen die naar de MULTI CHANNEL INPUTaansluitingen worden ingevoerd, niet uitgevoerd van de ZONE 2 OUT- of ZONE 3 OUTaansluiting, zelfs wanneer de meerkanaals invoer is geselecteerd. Dan worden de analoge signalen van de huidige geluidsbron weergegeven. Gebruik van de afstandsbediening Elk apparaat met behulp van de afstandsbediening bedienen Bij programmering van de afstandsbediening voor het bedienen van de volgende Sonyapparaten of niet-Sony-apparaten, kunt u gebruik maken van de met een stip aangegeven afstandsbedieningstoetsen. Let er wel op dat u sommige toetsen niet kunt gebruiken voor de bediening van uw apparaat. Als u de inhoud van de ingangsbronlijst wilt veranderen om deze te laten overeenstemmen met uw eigen apparatuur, zie "Programmeren van de afstandsbediening" (zie blz. 127). Gebruik van de afstandsbediening 125NL Tabel met bruikbare bedieningstoetsen per apparaat Apparaat TV Video- Dvd- Blu-ray PSX Video- Digitale Digitale DSS, Cassette- DAT- Cd- Tuner Receiver recor- speler, DisccdCATV- receiver van BST deck cass speler, der dvd- speler speler, aansluiti tv-signalen (A en B) etted minidiscvideorelaserdis ng (VS) via satelliet/ eck recorder Toets corder c-speler ether (EURO) AV ?/1, ?/1 (na druk op de z toets TV) z z z z z z z z z z z z z z z z z z Cijfertoetsen MEMORY/ENTER z z z z z z* CLEAR/D.TUNING/ >10/-/-- z z z z z z DISPLAY z z z z z z OPTIONS/TOOLS z RETURN/EXIT z z z z z V/v/B/b z z z z z z z z z z z z MENU ./> z B·/·b z z z z z z z z z z z z z z z z z z z z z z z z z** z z z z z z z z z z z z z z z z z z z z z z z z z z z z z z z z z z z z z z z z z z z z z z z z z*** z z z z z X, x z z z z z z z z z H z z z z z z z z z z z z z z z z z z* z z z MUTING, MASTER VOL +/–, TV VOL +/– z z z z PRESET +/–, TV CH +/– z z z z z z DVD TOP MENU/ NIGHT MODE/ SLEEP, DVD MENU/ INPUT MODE/TEST TONE F1/PIP/TV INPUT/ MACRO 1 z z z F2/RESOLUTION/ WIDE/MACRO 2 z z z * Alleen laserdiscspeler. ** Alleen DSS. *** Alleen cassettedeck B. 126NL z z z z m/TUNING –, M/TUNING + DISC SKIP z z DIGITAL MEDIA PORTtoestel z z z z z z z z z z z z z z z** z z Tip Programmeren van de afstandsbediening U kunt de afstandsbediening aanpassen aan de apparatuur die op deze receiver is aangesloten. U kunt de afstandsbediening zelfs programmeren voor de bediening van apparatuur van een ander merk dan Sony, en ook Sony-apparatuur waarvoor deze afstandsbediening niet gemaakt is. In de onderstaande procedure wordt als voorbeeld gebruik gemaakt van een videorecorder van een andere fabrikant dan Sony, die is aangesloten op de VIDEO 2 INaansluitingen van de receiver. Let er op voordat u begint: – Dat wijziging van de instelling van PHONO niet mogelijk is. – Dat de afstandsbediening alleen apparatuur, die geschikt is voor ontvangst van draadloze infraroodbedieningssignalen, kan bedienen. Als u op RM SET UP drukt, gebruikt u een dunne draad, zoals een paperclip. 2 Terwijl de toets RM SET UP knippert, drukt u op de ingangsbrontoets (inclusief televisie) van het apparaat dat u wilt bedienen. Als u bijvoorbeeld een videorecorder, aangesloten via de VIDEO 2 INaansluiting, wilt bedienen moet u op de toets VIDEO 2 drukken. RM SET UP en de gekozen ingangsbrontoets gaat branden. Als u de toets indrukt voor een component waarvoor u de afstandsbediening niet kunt programmeren, zoals DMPORT, zal de RM SET UP-toets blijven knipperen. 3 1 2 Gebruik de cijfertoetsen voor het invoeren van de codeset (of een van de codesets als er meerdere bestaan) van het apparaat en merk van het apparaat dat u wilt bedienen. RM SET UP en de gekozen ingangsbrontoets gaat branden. Voor de codeset van televisies zijn alleen getallen in de 500-reeks geldig. 4 3 4 1 Druk op ENTER. Na verificatie van de codeset knippert de toets RM SET UP tweemaal en de programmeerfunctie van de afstandsbediening wordt beëindigd. Het lampje van de ingangsbrontoets gaat ook uit. Het programmeren annuleren Druk AV ?/1 terwijl u drukt op RM SET UP. Druk op RM SET UP tijdens elke stap. De RM SET UP-toets knippert. wordt vervolgd 127NL Gebruik van de afstandsbediening Opmerking De codesets correspononderen met het apparaat en het merk van het apparaat Gebruik de codesets in onderstaande tabel voor de bediening van apparatuur van een ander merk dan Sony, en ook Sony-apparatuur waarvoor deze afstandsbediening niet gemaakt is. Aangezien het afstandsbedieningssignaal, dat door een apparaat geaccepteerd wordt, per model en fabricagejaar kan verschillen, kunnen er meerdere codesets aan een apparaat toegewezen worden. Als u er niet in slaagt om de afstandsbediening met een van de codesets te programmeren, moet u een andere gebruiken. Opmerkingen • De codesets zijn bijgewerkt volgens de meest recente opgave van ieder merk. Er bestaat echter een kans dat uw apparaat niet reageert op enkele of alle codesets. • Het is mogelijk dat niet alle ingangsbrontoetsen, bij gebruik van uw eigen apparaat, beschikbaar zijn. Bediening van een cd-speler Fabrikant SONY DENON JVC KENWOOD MAGNAVOX MARANTZ ONKYO PANASONIC PHILIPS PIONEER TECHNICS YAMAHA Bedieningscode(s) 101, 102, 103 104, 123 105, 106, 107 108, 109, 110 111, 116 116 112, 113, 114 115 116 117 115, 118, 119 120, 121, 122 Bediening van een DATcassettedeck Fabrikant SONY PIONEER 128NL Bedieningscode(s) 203 219 Bediening van een minidiscrecorder Fabrikant SONY DENON JVC KENWOOD Bedieningscode(s) 301 302 303 304 Bediening van een cassettedeck Fabrikant SONY DENON KENWOOD NAKAMICHI PANASONIC PHILIPS PIONEER TECHNICS YAMAHA Bedieningscode(s) 201, 202 204, 205 206, 207, 208, 209 210 216 211, 212 213, 214 215, 216 217, 218 Bediening van een laserdiscspeler Fabrikant SONY PIONEER Bedieningscode(s) 601, 602, 603 606 Bediening van een video-cdspeler Fabrikant SONY Bedieningscode(s) 605 Bediening van een videorecorder Fabrikant SONY AIWA* AKAI BLAUPUNKT EMERSON FISHER GENERAL ELECTRIC GOLDSTAR/LG GRUNDIG HITACHI ITT/NOKIA JVC MAGNAVOX MITSUBISHI/MGA NEC Bedieningscode(s) 701, 702, 703, 704, 705, 706 710, 750, 757, 758 707, 708, 709, 759 740 711, 712, 713, 714, 715, 716, 750 717, 718, 719, 720 721, 722, 730 723, 753 724 722, 725, 729, 741 717 726, 727, 728, 736 730, 731, 738 732, 733, 734, 735 736 Fabrikant PANASONIC PHILIPS PIONEER RCA/PROSCAN SAMSUNG SANYO SHARP TELEFUNKEN TOSHIBA ZENITH Bedieningscode(s) 729, 730, 737, 738, 739, 740 729, 730, 731 729 722, 729, 730, 731, 741, 747 742, 743, 744, 745 717, 720, 746 748, 749 751, 752 747, 756 754 * Als de bediening van een Aiwa-videorecorder niet functioneert, ook al heeft u de codeset van Aiwa ingevoerd, probeer het dan met de codeset van Sony. Bediening van een dvd-speler Bedieningscode(s) 401, 402 424 405 416 415, 423 419 417 406, 408, 425 407 409, 410 414 416, 422 404, 421 418, 420 Bediening van een dvd-recorder Fabrikant SONY Bedieningscode(s) 403, 411 Bediening van een televisietoestel Fabrikant SONY AIWA AKAI AOC CENTURION CORONADO CURTIS-MATHES DAYTRON DAEWOO FISHER FUNAI Bedieningscode(s) 501 501, 536, 539 503 503 566 517 503, 551, 566, 567 517, 566 504, 505, 506, 507, 515, 544 508, 545 548 GRUNDIG HITACHI ITT/NOKIA J.C.PENNY JVC KMC MAGNVOX MARANTZ MITSUBISHI/MGA NEC NORDMENDE NOKIA PANASONIC PHILIPS PHILCO PIONEER PORTLAND QUASAR RADIO SHACK RCA/PROSCAN SAMSUNG SAMPO SABA SANYO SCOTT SEARS SHARP SYLVANIA THOMSON TOSHIBA TELEFUNKEN TEKNIKA WARDS YORK ZENITH GE LOEWE Bedieningscode(s) 528 503, 512, 515, 517, 534, 544, 556, 568 511, 533, 534 503, 513, 514, 515, 517, 519, 544, 557, 571 521, 522 503, 510, 566 516, 552 517 503, 515, 517, 518, 544, 566 527 503, 519, 527, 544, 566, 568 503, 517, 520, 540, 544, 554, 566 530, 558 521, 522, 573, 575 509, 524, 553, 559, 572 515, 518, 557, 570, 571 503, 504, 514, 517, 518 509, 525, 526, 540, 551, 555 503 509, 535 503, 510, 527, 565, 567 503, 510, 523, 529, 544 503, 515, 517, 531, 532, 534, 544, 556, 557, 562, 563, 566, 569 566 530, 537, 547, 549, 558 508, 545, 546, 560, 567 503, 566 503, 508, 510, 517, 518, 551 517, 535, 550, 561, 565 503, 518, 566 530, 537, 547, 549 535, 539, 540, 541, 551 530, 537, 538, 547, 549, 558 517, 518, 567 503, 517, 566 566 542, 543, 567 503, 509, 510, 544 515, 534, 556 Bediening van een satellietontvanger Fabrikant SONY AMSTRAD Bedieningscode(s) 801, 802, 803, 804, 824, 825, 865 845, 846 wordt vervolgd 129NL Gebruik van de afstandsbediening Fabrikant SONY BROKSONIC DENON HITACHI JVC MITSUBISHI ORITRON PANASONIC PHILIPS PIONEER RCA SAMSUNG TOSHIBA ZENITH Fabrikant FUJITSU GOLDSTAR/LG Fabrikant BskyB GENERAL ELECTRIC(GE) GRUNDING HUMAX THOMSON PACE PANASONIC PHILIPS NOKIA RCA/PROSCAN BITA/HITACHI HUGHES JVC/Echostar/Dish Network MITSUBISHI SUMSUNG TOSHIBA Bedieningscode(s) 862 866 859, 860 846, 847 857, 861, 864, 876 848, 849, 850, 852, 862, 863, 864 818, 855 856, 857, 858, 859, 860, 864, 874 851, 853, 854, 864 866, 871 868 867 873 872 875 869, 870 Bediening van een kabelontvanger Fabrikant SONY HAMLIN/REGAL JERROLD/G.I./ MOTOROLA JERROLD OAK PANASONIC PHILIPS PIONEER RCA SCIENTIFIC ATLANTA TOCOM/PHILIPS ZENITH Bedieningscode(s) 821, 822, 823 836, 837, 838, 839, 840 806, 807, 808, 809, 810, 811, 812, 813, 814, 819 830, 831 841, 842, 843 816, 826, 832, 833, 834, 835 830, 831 828, 829 805 815, 816, 817, 844 830, 831 826, 827 Bediening van een tuner Fabrikant SONY Bedieningscode(s) 002, 005 Bediening van een Blu-ray Discspeler Fabrikant SONY Bedieningscode(s) 310, 311, 312 Bediening van een PSX Fabrikant SONY 130NL Bedieningscode(s) 313, 314, 315 Enkele bedieningen automatisch achter elkaar uitvoeren (Macrosturing) Met de functie macrosturing kunt u een aantal opeenvolgende infraroodbedieningscodes als een enkele bedieningshandeling samenstellen. De afstandsbediening biedt 2 macrolijsten (MACRO 1 en MACRO 2). In elke macrolijst kunt u maximaal 20 infraroodbedieningscodes opnemen. Opmerking Vervang de batterijen door nieuwe als u de marcosturing instelt. bedieningshandelingen wilt toewijzen. De opeenvolgende handelingen programmeren 1,5 De gekozen ingangsbrontoets gaat branden. 3 2,3 Druk vervolgens op de toets waarop u de leerfunctie wilt toepassen. Druk Bedieningshandelingen die geprogrammeerd kunnen worden H, x, X, M, m, ., > Voert de bedieningsfunctie van de toets uit. De Hiermee worden de ingangsbron- ingangsbronnen toets langer dan gewisseld. 1 seconde MACRO 1 of MACRO 2 3 Hiermee maakt u een interval van een seconde. Als u het interval langer wilt maken, drukt u herhaaldelijk op de toets MACRO 1 of MACRO 2. 4 Herhaal stap 2 en 3. Als u nog een bedieningshandeling voor hetzelfde apparaat wilt programmeren, herhaal stap 3. 5 De RM SET UP-toets knippert. Druk op de toets RM SET UP om het programmeerproces af te ronden. Tip Tip Als u op RM SET UP drukt, gebruikt u een dunne draad, zoals een paperclip. Als de toets RM SET UP vijfmaal knippert in stap 1 en de macroprogrammering niet start, vervangt u de batterijen door nieuwe. 1,3 1 2 Houd de toets MACRO 1 of MACRO 2 langer dan 1 seconde ingedrukt terwijl u op RM SET UP drukt. Druk op de ingangsbrontoets van het apparaat waarvoor u een van de volgende wordt vervolgd 131NL Gebruik van de afstandsbediening De in stap 2 gekozen ingangsbrontoets knippert twee keer en gaat daarna weer branden. Het programmeren annuleren Druk op RM SET UP. De instelling wordt ook geannuleerd als er binnen 60 seconden niet op een willekeurige toets gedrukt wordt. De vorige bedieningshandeling blijft geldig. De macrosturing starten 1 Druk op AMP. De toets AMP gaat branden en gaat daarna weer uit. 2 Druk op MACRO 1 of MACRO 2 om de macro te starten. De macrosturing wordt gestart en de bedieningshandelingen worden in de geprogrammeerde volgorde uitgevoerd. Terwijl de commando's worden gestuurd, knippert de toets RM SET UP en brandt de toets AMP. Nadat de commando's zijn gestuurd, gaan de toetsen RM SET UP en AMP uit. Een geprogrammeerde macrosturing wissen 1 Houd de toets MACRO 1 of MACRO 2 langer dan 1 seconde ingedrukt terwijl u op RM SET UP drukt om de opgeslagen macro te wissen. De RM SET UP-toets knippert herhaaldelijk. 2 Druk op RM SET UP. De instellingen die opgeslagen zijn als macrosturing zijn gewist. Instellen van de afstandsbedieningcodes die nog niet zijn opgeslagen in de afstandsbediening Het is mogelijk om van een afstandsbedieningcode, die niet overeenkomt met een in de afstandsbediening vastgelegde code, gebruik te maken met behulp van de leerfunctie. Opmerking Vervang de batterijen door nieuwe als u de receiver voorbereid op het leren van nieuwe afstandsbedieningscodes. 1,6 1 2 Bijvoorbeeld cijfertoets 1 toewijzen aan toets VIDEO 1 van de afstandsbediening: 1 Druk TV terwijl u drukt op RM SET UP. Het RM SET UP indicatorlampje gaat branden. Tip Als u op RM SET UP drukt, gebruikt u een dunne draad, zoals een paperclip. 2 Druk op de ingangsbrontoets (VIDEO 1 in het voorbeeld), waarvoor u de leerfunctie wilt toepassen. De ingangsbrontoets knippert. (Het RM SET UP indicatorlampje blijft branden.) 132NL 3 Druk op de cijfertoets (toets 1 in het voorbeeld) die u wilt gebruiken als de toets VIDEO 1. De in stap 2 gekozen ingangsbrontoets gaat branden. (Het RM SET UP indicatorlampje blijft branden.) 4 Richt het zend-/ ontvanggedeelte van de afstandsbediening op het zend-/ontvanggedeelte van de afstandsbediening waarvan de bedieningscodes geleerd moeten worden. Bij ontvangst van het signaal door de tweede afstandsbediening wordt de in stap 2 gekozen ingangsbrontoets uitgeschakeld. De leerfunctie annuleren Druk op RM SET UP. De instelling wordt ook geannuleerd als er binnen 60 seconden niet op een willekeurige toets gedrukt wordt. Een geleerde bedieningsopdracht gebruiken Als u een geleerde bedieningsopdracht wilt gebruiken, drukt u op de betreffende toets om de bediening uit te voeren. Een geleerde bedieningsopdracht wissen 1 Druk TV terwijl u drukt op RM SET UP. 2 Druk op de toets (VIDEO 1 in het voorbeeld) waarvan u de instelling wilt wissen. De ingangsbrontoets knippert. (Het RM SET UP indicatorlampje blijft branden.) 3 Houd de toets ?/1 langer dan 1 Ongeveer 5-10 cm 5 De toets RM SET UP knippert twee keer als het leerproces succesvol is verlopen. 6 4 Druk op de ingangsbrontoets om de opgeslagen instelling te wissen. De toets RM SET UP knippert twee keer als het wisproces succesvol is verlopen. Als het wisproces niet succesvol is verlopen knippert de toets RM SET UP vijf keer. Herhaal de procedure vanaf stap 2. Druk op de toets RM SET UP om het leerproces af te ronden. Tips • Als de geheugencapaciteit voor het opslaan van afstandsbedieningscodes een bepaalde limiet bereikt, knippert de toets RM SET UP tien keer, waarna het leerproces stopt. • Als de toets RM SET UP vijfmaal knippert in stap 1 en de leerfunctie niet start, vervangt u de batterijen door nieuwe. 133NL Gebruik van de afstandsbediening Als het leerproces niet succesvol is verlopen knippert de toets RM SET UP vijf keer. Herhaal de procedure vanaf stap 2. seconde ingedrukt. De ingangsbrontoets knippert herhaaldelijk twee keer. De gehele inhoud van het geheugen van de afstandsbediening wissen AV ?/1 ?/1 MASTER VOL – 1 Houd eerst MASTER VOL – ingedrukt en druk daarna op ?/1 en tenslotte op AV ?/1. De RM SET UP-toets knippert drie keer. 2 Laat MASTER VOL los –. De gehele inhoud van het geheugen van de afstandsbediening (zoals alle ingestelde gegevens) wordt gewist. 134NL x Composietvideo Aanvullende informatie Verklarende woordenlijst x Cinema Studio EX x Componentvideo Een formaat voor de overdracht van videosignalen door middel van drie gescheiden signalen: luminantie (Y), chrominantie-rood (Pr) en chrominantieblauw (Pb). De overdracht van beeldmateriaal van hoge kwaliteit, zoals dvd-video of HDTVbeelden, is veel beter. De drie aansluitingen zijn gemarkeerd in de kleuren groen, blauw en rood. x Crossover Freqentie De frequentie waarop twee luidsprekerfrequenties elkaar kruisen. x DeepColor Videosignalen waarvoor de kleurdiepte van de signalen via een HDMI-aansluiting gaan, werden vermeerderd. Het aantal keluren dat door 1 pixel kon worden uitgedrukt, was 24 bits (16.777.216 kleuren) met de huidige HDMI-aansluiting. Het aantal kleuren dat door 1 pixel kan worden uitgedrukt zal echter 36 bits, enz. zijn wanneer de receiver overeenkomt met DeepColor. Omdat de gradatie van de diepte van een kleur fijner kan worden uitgedrukt met meer bits, kunnen doorlopende kleurveranderingen vloeiend worden weergegeven. x Digital Cinema Sound (DCS) Unieke geluidsweergavetechniek voor thuisbioscopen, ontwikkeld door Sony samen met Sony Pictures Entertainment om thuis te kunnen genieten van het opwindende en krachtige bioscoopgeluid. Met deze "Digital Cinema Sound", ontwikkeld door de gegevens van een DSP (Digital Signal Processor) en daadwerkelijke metingen te integreren, kunt u thuis luisteren naar het ideale geluidsveld, zoals bedoeld door de makers van de film. x Digital Concert Hall "Digital Concert Hall" biedt een rijker geluid voor 2-kanaals stereobronnen, zoals cd's, enz. Met het gebruik van 5.1ch of 7.1ch luidsprekers en de virtuele luidsprekertechnologie wordt stereoscopische weerkaatsing en weerkaatsend geluid gereproduceerd en kunt u genieten van een rijker geluid en een betere weergave van uw muzieksoftware. Het geluidsveld in een concertzaal wordt nagebootst door een wordt vervolgd 135NL Aanvullende informatie Een surroundgeluidsfunctie die beschouwd kan worden als de optelsom van de Digital Cinema Sound technieken en die bioscoopgeluid nabootst door gebruik te maken van drie technieken: "Virtual Multi Dimensions", "Screen Depth Matching" en "Cinema Studio Reverberation" "Virtual Multi Dimensions", de technologie met virtuele luidsprekers, creëert een virtuele multi-surroundomgeving met behulp van werkelijke luidsprekers tot 7.1 kanalen, en bootst de surroundgeluidservaring van een bioscoop met de laatste snufjes bij u thuis na. "Screen Depth Matching" (aanpassen van schermdiepte) verzwakt de hogetonenweergave en levert een vol en diep klinkend geluid, zoals dat doorgaans in een bioscoop wordt gereproduceerd, waarbij het geluid vanachter het scherm komt. Dit wordt toegevoegd aan de voor- en middenaudiokanalen. "Cinema Studio Reverberation" (bioscoop/ opnamestudio nagalm) bootst het kenmerkende geluid van filmmuziekstudio's na, met inbegrip Sony Pictures Entertainment opnamestudio. Afhankelijk van het soort studio zijn drie instellingen A/B/C beschikbaar. Een standaard formaat voor de overdracht van videosignalen. Het luminantiesignaal Y en het het chrominantiesignaal C worden samengevoegd overgebracht. geometrische analyse van de concertzaal en een nauwkeurige modellering van weerkaatsend en weergalmend geluid op basis van de werkelijke gemeten gegevens. Tonale kwaliteiten, zoals de geluidssterkte en de frequentierespons worden in acht genomen en berekend op de DSP (Digital Signal Processor) om weergalming toe te voegen. Het geluid wordt weergegeven met een natuurlijke en comfortabele weergalm, alsof u de muziek in een concertzaal zou beluisteren. x Dolby Digital Digitale audiocodeer/decodeer-techniek ontwikkeld door Dolby Laboratories, Inc. Deze bestaat uit voor- (L/R), midden-, achter(L/R) en subwooferkanalen. Het is een overeengekomen audionorm voor dvd-video en is ook bekend als 5.1-kanaals surround. x Dolby Digital Plus Dolby Digital Plus biedt de flexibiliteit en efficiëntie om meer kanalen te leveren van verbazingwekkend surroundgeluid voor videomedia met hoge definitie. De superieure codeercapaciteiten maken tot 7.1-kanaals van meerkanaals audio van hoge kwaliteit mogelijk zonder een negatieve invloed te hebben op de hoeveelheid bits die is toegewezen voor videoprestaties of extra functiepakketten. x Dolby Digital Surround EX Akoestische techniek ontwikkeld door Dolby Laboratories, Inc. Informatie van het middenachter-audiokanaal wordt volgens een matrix weggeschreven in de normale linker- en rechterachterkanalen zodat het geluid als 6.1kanaals weergegeven kan worden. In het bijzonder actiescènes worden met een dynamischer en natuurgetrouwer geluidsveld nagebootst. x Dolby Pro Logic II Deze techniek zet in tweekanaals stereo opgenomen geluid om voor 5.1-kanaals weergave. Er is een MOVIE-functie voor films en een MUSIC-functie voor stereobronnen, zoals muziek. De geluidsweergave van oude 136NL speelfilms, die opgenomen zijn met het traditionele stereogeluid, kan verbeterd worden door het 5.1-kanaals surroundgeluid. De GAME-functie is geschikt voor videocomputerspellen. x Dolby Pro Logic IIx Een techniek voor 7.1-kanaals (of 6.1-kanaals) geluidsweergave. Samen met Dolby Digital Surround EX gecodeerd geluid, is 5.1-kanaals Dolby Digital gecodeerd geluid geschikt voor 7.1-kanaals (of 6.1-kanaals) geluidsweergave. Bovendien is het bestaande stereogeluid ook geschikt voor 7.1-kanaals (of 6.1-kanaals) geluidsweergave. x Dolby Surround (Dolby Pro Logic) Een geluidsbewerkingstechniek ontwikkeld door Dolby Laboratories, Inc. Midden- en monosurroundinformatie worden volgens een matrix omgezet in twee stereoaudiokanalen. Het geluid wordt gedecodeerd en weergegeven als 4-kanaals surroundgeluid. Dit is de meest algemene methode voor geluidsbewerking van dvd-video. x Dolby TrueHD Dolby TrueHD is de verliesloze audiotechnologie van Dolby die werd ontwikkeld voor optische discs met een hoge definitie. Dolby TrueHD audio is bit-per-bit identiek aan de originale studiomasters en biedt audio van superieure kwaliteit tot 8ch aan 96 kHz/24 bits en tot 6ch aan 192 kHz/ 24 bits. Samen met high-definition video, biedt deze technologie een ongeëvenaarde thuisbioscoopervaring. x DSD Audioformaat dat wordt gebruikt voor een Super Audio CD. DSD zet de analoge signalen om naar digitale signalen en neemt ze onmiddellijk op, zonder enige verwerking toe te voegen, zodat geen informatie wordt weggelaten. Wanneer hifi wordt opgenomen en weergegeven, wordt geluid van hoge kwaliteit bereikt. x DTS 96/24 x DTS Neo:6 Een standaard voor digitale geluidsignalen van hoge kwaliteit. Het geluid wordt opgenomen met een bemonsteringsfrequentie en een bitsnelheid van 96 kHz/24 bit dat voor een dvd-video de hoogst bereikbare waarden zijn. Het aantal weergavekanalen is afhankelijk van de software. Deze techniek zet in tweekanaals stereo opgenomen geluid om voor 7-kanaals weergave. U kunt in overeenstemming met de door u gewenste weergavebron uit twee functies kiezen, CINEMA voor films en MUSIC voor stereobronnen, zoals muziek. x DTS Digital Surround Digitale audiocodeer/decodeer-techniek voor bioscopen ontwikkeld door DTS, Inc., past minder compressie toe dan Dolby Digital, waardoor een geluidsweergave van een hogere kwaliteit geleverd wordt. x DTS-ES Formaat voor 6.1-kanaals geluidsweergave met ingesloten middenachter-audiokanaal. Er zijn twee functies, "Discrete 6.1" met 6.1 gescheiden geluidssporen, en "Matrix 6.1" waarbij het middenachterkanaal volgens een matrix weggeschreven wordt in de linkerachter- en rechterachterkanalen. Het is ideaal voor de weergave van filmgeluid. x DTS-HD HDMI (High-Definition Multimedia Interface) is een interface die zowel video als audio ondersteunt op een enkele digitale aansluiting, waardoor u een hoge kwaliteit digitaal beeld en geluid krijgt. De HDMIspecificatie ondersteunt HDCP (Highbandwidth Digital Contents Protection), een copyrightbeschermingstechnologie die gebruik maakt van een codeertechniek voor digitale videosignalen. x High Bitrate Audio Het verwijst naar de audioformaten van de compressiemethode (DTS-HD Master Audio, Dolby TrueHD, enz.) dat een formaat is met een hoge bitsnelheid dat voornamelijk op Bluray Disc, enz. wordt opgenomen. x Interlacing Een beeldverversingsmethode waarbij beurtelings de helft van de beeldlijnen op het beeldscherm van een televisie of videomonitor 60 keer per seconde ververst wordt. Eerst één voor één alle oneven lijnen, vervolgens alle daartussen liggende even lijnen. "i" van "480i" staat voor "Interlace". x L.F.E. (Low Frequency Effects) Geluidseffecten bij lage frequenties in Dolby Digital of DTS, enz., voor weergave met een subwoofer. Door het toevoegen van zeer lage tonen met een frequentie tussen 20 en 120 Hz, wordt de geluidsweergave krachtiger. wordt vervolgd 137NL Aanvullende informatie Audioformaat dat het conventionele DTS Digital Surround-formaat uitbreidt. Dit formaat bestaat uit een kern en een uitbreiding en het kerngedeelte is geschikt voor DTS Digital Surround. Er zijn twee types DTS-HD, DTS-HD High Resolution Audio en DTS-HD Master Audio. DTS-HD High Resolution Audio heeft een maximale transmissiesnelheid van 6 Mbps, met een verlieslatende compressie (Lossy), en DTSHD High Resolution Audio komt overeen met een maximale bemonsteringsfrequentie van 96 kHz, en een maximum van 7.1 ch. DTS-HD Master Audio heeft een maximale transmissiesnelheid van 24,5 Mbps en gebruikt verliesloze compressie (Lossless), en DTS-HD Master Audio komt overeen met een maximale bemonsteringsfrequentie van 192 kHz, en een maximum van 7.1 ch. x HDMI (High-Definition Multimedia Interface) x Neural THX Neural Surround™, THX® Technologies is gekozen als officieel surroundgeluid uitzendformaat voor het belangrijkste FM/HD/ satellietradiostation. Neural Surround, THX Technologies levert een rijke ontwikkeling en een discreet beelddetail van surroundgeluid in een formaat dat 100% compatibel is met stereo. Voorzorgsmaatregelen Voor uw veiligheid x PCM (Pulse Code Modulation) Mocht er vloeistof of een voorwerp in het apparaat terechtkomen, trekt u dan de stekker van de receiver uit het stopcontact en laat het apparaat eerst nakijken door bevoegd vakpersoneel, voordat u het weer in gebruik neemt. Een methode voor het omzetten van analoog naar digitaal geluid om op eenvoudige wijze naar digitaal geluid te kunnen luisteren. Stroomvoorziening x Progressief Een beeldverversingsmethode waarbij alle beeldlijnen achtereenvolgens ververst worden, dit in tegenstelling tot interlacing, waarbij beurtelings slechts de helft van de beeldlijnen ververst wordt. "p" van "480p" staat voor "Progressive". x S video signaal Een formaat voor overdracht van videosignalen. S video maakt gebruik van een enkele kabel en twee kanalen, een voor het luminantie Y en de andere voor het chrominantiesignaal C. Dit levert een betere beeldkwaliteit bij opname en weergave op dan bij composietvideosignalen. • Controleer, voordat u de receiver in gebruik neemt, of de bedrijfsspanning van het apparaat overeenkomt met de plaatselijke netspanning. De bedrijfsspanning staat vermeld op het naamplaatje op het achterpaneel van de receiver. • Het apparaat blijft op de voeding aangesloten zolang de stekker in het stopcontact zit, zelfs indien het apparaat zelf is uitgeschakeld. • Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u denkt de receiver geruime tijd niet te gebruiken. Pak de stekker vast om deze uit het stopcontact te trekken; trek nooit aan het snoer. • Het netsnoer mag uitsluitend door een erkend servicecentrum worden vernieuwd. x x.v.Colour x.v.Colour is een bekendere term voor de xvYCC standaard die is voorgesteld door Sony, en is een handelsmerk van Sony. xvYCC is een internationale standaard voor kleurruimte in video. Deze standard kan een breeder bereik aan kleuren weergeven dan de huidig gebruikte uitzendstandaard. Ontwikkeling van warmte Tijdens gebruik wordt het apparaat warm, maar dit is geen defect. Bij langdurig gebruik van dit apparaat en vooral met een hoge geluidssterkte kunnen de boven-, zij- en onderpanelen na verloop van tijd behoorlijk heet worden. Om te voorkomen dat u zich brandt, mag u de behuizing niet aanraken. Opstellen • Zet de receiver op een goed geventileerde plaats, met voldoende luchtdoorstroming om de inwendige onderdelen te koelen, in het belang van een langdurige betrouwbare werking. 138NL • Plaats de receiver niet dichtbij een warmtebron of in direct zonlicht. Vermijd plaatsen met veel stof, en mechanische trillingen of schokken. • Zet niets bovenop het apparaat dat de ventilatieopeningen zou kunnen blokkeren, in het belang van een storingsvrije werking. • Plaats de receiver niet dichtbij apparatuur zoals een televisietoestel, videorecorder of een cassettedeck. (Als de receiver samen gebruikt wordt met een televisietoestel, videorecorder of een cassettedeck, en daarbij te dicht geplaatst is, kan er ruis optreden en de beeldkwaliteit aangetast worden. Bij gebruik van een binnenantenne is de kans hierop groot. Wij raden u daarom aan om een buitenantenne te gebruiken.) Bediening Voor het maken van enige aansluiting, schakelt u eerst de receiver uit en trekt u de stekker uit het stopcontact. Schoonmaken Reinig de behuizing, het voorpaneel en de bedieningsorganen met een zachte doek, licht bevochtigd met wat milde zeepeplossing. Gebruik geen schuurspons of schuurmiddelen en ook geen oplosmiddelen zoals alcohol of wasbenzine. Als bij het gebruik van de receiver een van de volgende problemen zich voordoet, neemt u dan de controlepunten even door om het probleem te verhelpen. Als een probleem niet te verhelpen is, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-handelaar. Audio Er wordt geen geluid weergegeven, van geen enkele geluidsbron, of er klinkt nauwelijks geluid. • Controleer of alle luidsprekers en andere apparaten stevig zijn aangesloten. • Controleer of alle luidsprekers en andere apparaten juist en stevig zijn aangesloten. • Controleer of de receiver en de andere apparaten allemaal zijn ingeschakeld. • Controleer of de MASTER VOLUMEknop niet op –∞ dB staat. Probeer het in te stellen op ongeveer –40 dB. • Controleer of de SPEAKERS (OFF/A/B/ A+B)-knop niet op OFF (zie blz. 49) staat. • Druk op de MUTING-toets van de afstandsbediening om de demping ongedaan te maken. • Controleer of er wel is ingesteld op de juiste geluidsbron met de INPUT SELECTOR-knop. • Controleer of er geen hoofdtelefoon is aangesloten. • Als u alleen heel zacht geluid hoort, controleert u dan of de NIGHT MODEcompressie is ingeschakeld (zie blz. 77). • De automatische beveiliging van de receiver is in werking getreden. Schakel de receiver uit, verhelp de kortsluiting en schakel het apparaat weer in. Een bepaalde geluidsbron is niet te horen. • Controleer of de geluidsbron juist is aangesloten op de audioingangsaansluitingen voor dat apparaat. wordt vervolgd 139NL Aanvullende informatie Mocht u verder nog vragen of problemen met de bediening van de receiver hebben, aarzel dan niet contact op te nemen met de dichtstbijzijnde Sony-handelaar. Verhelpen van storingen • Controleer of alle stekkers van de aansluitkabels stevig in de aansluitingen zitten, zowel bij de receiver als bij de geluidsbron zelf. Er komt geen geluid uit een van de voorluidsprekers. • Sluit een hoofdtelefoon aan op de PHONES-aansluiting om te controleren of de hoofdtelefoon wel goed geluid geeft. Als ook bij de aangesloten hoofdtelefoon slechts via één kanaal geluid te horen is, kan er iets mis zijn met de aansluitingen van het weergaveapparaat op de receiver. Controleer dan of alle stekkers van de aansluitkabel aan beide zijden, op de receiver en de geluidsbron zelf, stevig in de aansluitingen zijn gestoken. Als bij de aangesloten hoofdtelefoon wel via beide kanalen geluid te horen is, kan er iets mis zijn met de aansluitingen van de voorluidsprekers op de receiver. Controleer dan de aansluitingen van de luidspreker die geen geluid geeft. • Controleer of u zowel de linker (L)- als de rechter (R)-aansluiting hebt aangesloten op een analoge component en niet slechts een van beide. Gebruik een mono/stereoverloopsnoer (niet bijgeleverd). U zult echter geen geluid ontvangen van de middenluidspreker als een geluidsveld (Pro Logic, etc.) is geselecteerd. Als de middenluidspreker niet is aangesloten, zullen alleen de linker- en rechtervoorluidsprekers geluid voortbrengen. Er wordt geen geluid weergegeven van analoge tweekanaals geluidsbronnen. • Controleer of de geselecteerde (digitale) audioingang niet is toegewezen aan andere ingangsbronnen in "Input Assign" in het Input-menu (zie blz. 99). Er klinkt geen geluid bij afspelen van digitale geluidsbronnen (via de 140NL COAXIAL of OPTICALingangsaansluiting). • Controleer of de INPUT MODE-knop niet op "Analog" (zie blz. 98) staat. • Controleer of de functie "2ch Analog Direct" niet wordt gebruikt. • Controleer of de geselecteerde (digitale) audioingang niet is toegewezen aan andere ingangsbronnen in "Input Assign" in het Input-menu (zie blz. 99). Het audio-ingangssignaal van de HDMI-aansluiting wordt niet uitgevoerd door de versterker of de televisieluidspreker die op deze receiver is aangesloten. • Controleer de HDMI-verbinding van het apparaat. • Er is geen geluidsweergave als het menu van de receiver op het televisiescherm zichtbaar is. Druk op de toets AMP MENU om de display uit te schakelen. • Het weergaveapparaat moet eventueel nog ingesteld worden. Zie tevens de gebruiksaanwijzing die bijgeleverd is met elk apparaat. • Zorg dat u een aansluitkabel gebruikt voor de HDMI-aansluiting die geschikt is voor hoge snelheid (een HDMI-kabel van versie 1.3a, categorie 2) wanneer u beelden bekijkt of geluid beluistert tijdens een DeepColor-transmissie. De weergave van links en rechts klinkt onevenwichtig of de kanalen zijn verwisseld. • Controleer of alle luidsprekers en andere apparaten juist en stevig zijn aangesloten. • Stel de weergave evenwichtig in met de parameters van het Auto Calibrationinstelmenu. Er is veel brom of ruis. • Controleer of alle luidsprekers en andere apparaten stevig zijn aangesloten. • Houd de aansluitkabels uit de buurt van een transformator of een motor en tenminste 3 meter van een televisietoestel of tl-verlichting. • Plaats de geluidsapparatuur niet te dicht in de buurt van een ingeschakeld televisietoestel. • Sluit een aardingsdraad aan op de U SIGNAL GND-aardaansluiting (alleen als een platenspeler is aangesloten). • Wellicht zijn de stekkers en aansluitingen vuil. Veeg ze schoon met een doekje met wat spiritus of zuivere alcohol. De middenluidsprekers/ achterluidsprekers/ middenachterluidsprekers brengen niet of nauwelijks geluid voort. • Kies een van de "Cinema Studio EX" geluidsvelden (zie blz. 71). • Stel het niveau van de luidspreker(s) wat hoger in (zie blz. 79). • Zorg dat de parameter voor het middenluidspreker/achterluidsprekerformaat staat ingesteld op "SMALL" of "LARGE" (zie blz. 79). De middenachterluidsprekers brengen geen geluid. • Sommige discs bevatten niet het vereiste Dolby Digital Surround EX vlagsignaal, ook al staat op de verpakking wel een Dolby Digital Surround EX logo. In dat geval selecteert u "ON" in de "SB Dec Mode" (zie blz. 76). Het surroundeffect werkt niet. • Zorg dat de geluidsveldfuncties zijn ingeschakeld (druk op de toets MOVIE of MUSIC). • De geluidsveldfuncties werken niet voor signalen met een bemonsteringsfrequentie van meer dan 48 kHz. Het opnemen lukt niet. • Controleer of de betrokken apparaten op de juiste wijze zijn aangesloten (zie blz. 22). • Selecteer het bronapparaat met INPUT SELECTOR (zie blz. 57). Het MULTI CHANNEL DECODINGlampje gaat niet blauw branden. • Controleer of het weergaveapparaat is aangesloten op een digitale aansluiting en of de receiver op de juiste wijze is ingesteld op het ingangssignaal. • Controleer of het ingangssignaal van de weergegeven software overeenkomt met het meerkanaals audioformaat. • Controleer of het weergaveapparaat is ingesteld op meerkanaals geluidsweergave. • Controleer of de geselecteerde (digitale) audioingang niet is toegewezen aan andere ingangsbronnen in "Input Assign" in het Input-menu (zie blz. 99). Er wordt geen geluid weergegeven van het via de DIGITAL MEDIA PORTadapter aangesloten apparaat. • Stel het volumeniveau van deze receiver in. • Het DIGITAL MEDIA PORT-adapter en/ of apparaat is niet op de juiste wijze aangesloten. Schakel de receiver uit en sluit daarna de DIGITAL MEDIA PORTadapter en/of apparaat aan. wordt vervolgd 141NL Aanvullende informatie De subwoofer brengt geen geluid voort. • Controleer of de subwoofer juist en stevig is aangesloten. • Zorg dat de luidspreker is ingeschakeld. • Wanneer alle luidsprekers zijn ingesteld op "LARGE" en "Neo:6 Cinema" of als "Neo:6 Music" is gekozen, zal de subwoofer geen geluid voortbrengen. Er wordt geen meerkanaals Dolby Digital- of DTS-geluid weergegeven. • Controleer of de weergegeven dvd, enz., wel is voorzien van Dolby Digital- of DTS-geluid. • Bij aansluiten van een dvd-videospeler, enz., op de digitale ingangsaansluitingen van deze receiver moet u ook zorgen dat de instellingen voor de uitvoer van de digitale audiosignalen van het aangesloten apparaat goed zijn ingesteld. • Controleer de DIGITAL MEDIA PORTadapter en/of het apparaat om te zien of het de receiver ondersteunt. Video Op het televisiescherm of de videomonitor is geen beeld of slechts een onduidelijk beeld zichtbaar. • Stel de receiver op de juiste beeld-/ geluidsbron in (zie blz. 57). • Stel het televisietoestel in op de gewenste beeldweergave. • Plaats de geluidsapparatuur niet te dicht in de buurt van een ingeschakeld televisietoestel. • Wijs op juiste wijze de componentvideoingangen toe. • Bij upsampling van het ingangssignaal met deze receiver moet het ingangssignaal overeenkomen met de ingang (zie blz. 36). Het beeldmateriaal van de COMPONENT VIDEO OUT is verminkt. • Er is geen beeldweergave van andere signalen dan 480p progressive componentvideo, als die uitgevoerd zijn vanaf de VIDEO-aansluiting. Zorg voor een 480i interlaced componentvideoingangssignaal. • Gebruik de COMPONENT VIDEO OUTaansluiting en stel "Resolution" in op "DIRECT" wanneer andere ingangssignalen dan 480p van het apparaat worden uitgevoerd. Afbeeldingen van de bron met HDMIaansluiting worden niet uitgezonden naar de televisie. • Controleer of de kabels juist en stevig aangesloten. • Het weergaveapparaat moet eventueel nog ingesteld worden. Zie tevens de gebruiksaanwijzing die bijgeleverd is met elk apparaat. • Zorg dat u een aansluitkabel gebruikt voor de HDMI-aansluiting die geschikt is voor hoge snelheid (een HDMI-kabel van 142NL versie 1.3a, categorie 2) wanneer u beelden bekijkt of geluid beluistert tijdens een DeepColor-transmissie. Het opnemen lukt niet. • Controleer of de betrokken apparaten op de juiste wijze zijn aangesloten (zie blz. 28). • Selecteer het bronapparaat met INPUT SELECTOR (zie blz. 57). Het GUI (grafische gebruikersinterface) wordt niet afgebeeld op het televisiescherm. • Druk op SHIFT, en druk daarna op MENU om "GUI MODE" weer te geven op het display. • Controleer of de televisie op de juiste wijze is aangesloten. Tuner De FM-radio-ontvangst klinkt niet goed. • Installeer een FM-buitenantenne en sluit deze aan op de receiver met een 75-ohm coaxiale kabel (niet bijgeleverd), zoals hieronder aangegeven. Als u de receiver aansluit op een buitenantenne moet deze zorgvuldig geaard worden, ter bescherming tegen blikseminslag. Sluit de aardingsdraad nooit aan op een gasleiding; gezien de kans op een gasexplosie is dit uiterst gevaarlijk. FM-buitenantenne Receiver Aardingsdraad (niet bijgeleverd) Naar een aardingspunt Het afstemmen op een radiozender lukt niet. • Controleer of de antennes juist zijn aangesloten. Verstel zonodig de antennes en sluit een buitenantenne aan. • Mogelijk is de signaalsterkte te gering voor ontvangst (bij gebruik van de automatische zoekafstemming). Gebruik de directe afstemming. • Zorg dat het afsteminterval juist ingesteld is (bij het afstemmen op AM-radiozenders met directe afstemming). • Er zijn nog geen zenders vooringesteld of de vastgelegde voorkeurzenders zijn uit het geheugen gewist (bij gebruik van de geheugenafstemming). Leg de gewenste zenders in het afstemgeheugen vast (zie blz. 90). • Druk op de DISPLAY zodat de afstemfrequentie op het display verschijnt. RDS werkt niet. • Zorg dat u goed bent afgestemd op een FM-RDS-zender. • Stem af op een FM-zender die krachtiger doorkomt. Afstandsbediening De afstandsbediening werkt niet. • Richt de afstandsbediening op de afstandsbedieningssensor voorop de receiver. • Verwijder eventuele obstakels tussen de afstandsbediening en de receiver. • Als de batterijen in de afstandsbediening leeg kunnen zijn, vervangt u ze dan alle door nieuwe. • Zorg dat de bedieningsfunctie van de receiver overeenkomt met die van de Foutmeldingen Als er een storing optreedt, toont het display een code van twee cijfers en een mededeling. Aan de mededeling kunt u de toestand van het systeem aflezen. Lees de onderstaande beschrijvingen om het probleem op te lossen. Indien een storing niet door uzelf kan worden verholpen, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-handelaar. PROTECTOR De luidsprekers krijgen een onregelmatige stroom door, of het bovenpaneel van de receiver is afgedekt met iets. De receiver wordt automatisch na een paar seconden uitgeschakeld. Controleer de aansluitingen van de luidsprekers en schakel het apparaat weer in. Voor de andere meldingen verwijzen we naar "Lijst van meldingen na een automatischekalibratiemeting" (zie blz. 55) en "DIGITAL MEDIA PORT berichtenlijst" (zie blz. 96). Pagina's met aanwijzingen voor het wissen van het geheugen van de receiver Voor wissen van Leest u Alle geheugeninstellingen zie blz. 42 143NL Aanvullende informatie De gewenste RDS-informatie wordt niet aangegeven. • Neem contact op met de radiozender om uit te vinden of ze de betreffende dienst inderdaad verzorgen. Ook als dat normaal wel zo is, dan nog kan een bepaalde dienst tijdelijk niet beschikbaar zijn. afstandsbediening. Als de bedieningsfunctie van de receiver niet overeenkomt met die van de afstandsbediening, zal de receiver niet reageren op de afstandsbediening (zie blz. 43). • Let er op dat u op de afstandsbediening de juiste ingangsborn hebt gekozen. • Bij de bediening van een apparaat van een ander merk dan Sony, kan het voorkomen dat de afstandsbediening, afhankelijk van het model en fabrikaat van het apparaat, niet op de juiste wijze functioneert. Technische gegevens Versterkergedeelte UITGANGSVERMOGEN stereofunctie1) 2) (8 ohm, van 1 kHz, THV 0,7%): 125 W + 125 W Referentie-uitgangsvermogen bij stereo (4 ohm, van 1 kHz, THV 0,7%): 125 W + 125 W Referentie-uitgangsvermogen (8 ohm, van 20 Hz – 20 kHz, THD 0,09%) FRONT2): 120 W + 120 W CENTER2): 120 W SURROUND2): 120 W + 120 W SURROUND BACK2): 120 W + 120 W Referentie-uitgangsvermogen (4 ohm, van 20 Hz – 20 kHz, THD 0,15%) FRONT2): 120 W + 120 W CENTER2): 120 W SURROUND2): 120 W + 120 W SURROUND BACK2): 120 W + 120 W Referentie-uitgangsvermogen bij stereo (8 ohm, van 1 kHz, THV 10%): 150 W + 150 W Referentie-uitgangsvermogen bij stereo (4 ohm, van 1 kHz, THV 10%): 150 W + 150 W Referentie-uitgangsvermogen (8 ohm, van 1 kHz, THD 10%): FRONT2): 150 W + 150 W CENTER2): 150 W SURROUND2): 150 W + 150 W SURROUND BACK2): 150 W + 150 W Referentie-uitgangsvermogen (4 ohm, van 1 kHz, THD 10%): FRONT2): 150 W + 150 W CENTER2): 150 W SURROUND2): 150 W + 150 W SURROUND BACK2): 150 W + 150 W 1) Afhankelijk van de geluidsveldinstellingen en de geluidsbron kan er soms hierdoor geen geluid worden weergegeven. 2) Gemeten onder de volgende omstandigheden: Stroomvoorziening: 230 V wisselstroom, 50/60 Hz (in landen/gebieden in Europa, behalve het Verenigd Koninkrijk) 240 V wisselstroom, 50/60 Hz (in het Verenigd Koninkrijk en algemene gebieden) Frequentiebereik PHONO RIAAaanpassingskromme ±0,5 dB MULTI CHANNEL INPUT, SA-CD/CD, MD/DAT, DVD/BD, TV, SAT/CATV, TAPE/CD-R, VIDEO 1/2/3 10 Hz – 100 kHz ±3 dB Ingangen (Analoog) PHONO 144NL Gevoeligheid: 2,5 mV Impedantie: 50 kohm Signal-ruisverhouding: 90 dB (A, 20 kHz LPF) MULTI CHANNEL INPUT, SA-CD/CD, MD/DAT, DVD/BD, TV, SAT/CATV, TAPE/CD-R, VIDEO 1/2/3 Gevoeligheid: 150 mV Impedantie: 50 kohm Signal-ruisverhouding: 100 dB (A, 20 kHz LPF) Ingangen (Digitaal) DVD/BD, VIDEO 2, SA-CD/CD (Coaxiaal) Impedantie: 75 kohm Signal-ruisverhouding: 96 dB (A, 20 kHz LPF) VIDEO 1, TV, SAT/CATV, TAPE/CD-R, MD/DAT (optisch) Signal-ruisverhouding: 96 dB (A, 20 kHz LPF) HDMI Video Ingang/uitgang (HDMI-herhaalblokkering) 640 × 480p@60 Hz 720 × 480p@59,94/60 Hz 1440 × 480p@59,94/60 Hz (pixel 2x gestuurd) 1280 × 720p@59,94/60 Hz 1920 × 1080i@59,94/60 Hz 1920 × 1080p@59,94/60 Hz 720 × 576p@50 Hz 1440 × 576p@50 Hz (pixel 2x gestuurd) 1280 × 720p@50 Hz 1920 × 1080i@50 Hz 1920 × 1080p@50 Hz 1920 × 1080p@24 Hz Uitgangen MD/DAT (REC OUT), VIDEO 1, ZONE 2, ZONE 3 (AUDIO OUT) Spanning: 150 mV Impedantie: 1kohm FRONT L/R, CENTER, Spanning: 2 V SURROUND L/R, Impedantie: 1kohm SURROUND BACK L/R, SUB WOOFER EQUALIZER Versterking ±10 dB, in stapjes van 1 dB FM-afstemgedeelte Afstembereik 87,5 – 108,0 MHz Antenne FM-draadantenne Antenaansluitingen 75 ohm, asymmetrisch Afstembereik Antenne 531 – 1.602 kHz (met 9-kHz afstembereik) Raamantenne Videogedeelte Ingangen/uitgangen Video: 1 Vt-t, 75 ohm COMPONENT VIDEO: Y: 1 Vt-t, 75 ohm PB/CB: 0,7 Vt-t, 75 ohm PR/CR: 0,7 Vt-t, 75 ohm 80 MHz HD doorlaat Stroomvoorziening 230 V wisselstroom, 50/60 Hz (in landen/gebieden in Europa, behalve het Verenigd Koninkrijk) 230 – 240 V wisselstroom, 50/60 Hz (in het Verenigd Koninkrijk en algemene gebieden) Uitgangsvermogen (DIGITAL MEDIA PORT) DC OUT:5 V, 700 mA Stroomverbruik 480 W Stroomverbruik (in de stand-by-stand) 0,7 W (wanneer "HDMI Control" en "RS-232C Control" zijn ingesteld op "OFF") Afmetingen 430 × 175 × 430 mm (breedte/hoogte/diepte) inclusief uitstekende delen en besturing Gewicht (ca.) 16,0 kg Bijgeleverde accessoires Gebruiksaanwijzing (dit exemplaar) Beknopte installatiegids (1) HDMI CONTROL-handleidin (1) GUI Menulijst (1) Optimaliseringsmicrofoon ECM-AC1(1) FM-draadantenne (1) AM-raamantenne (1) Netsnoer (1) wordt vervolgd 145NL Aanvullende informatie AM-afstemgedeelte Algemeen Afstandsbediening RM-AAL009 (1) Afstandsbediening RM-AAU016 (1) R6 (AA-formaat) batterijen (4) Ontwerp en technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. 146NL Index Symbols U SIGNAL GND-aardaansluiting 27 Numerics 12 V aan/uit-signaal ruimte 112, 119 2ch Analog Direct 67, 122 2ch Stereostand 66 2-kanaals 66 4 Ω 48 5.1-kanaals 16 7.1-kanaals 16 8 Ω 48 A B Bedieningsfunctie 43 Berichten Auto Calibration 55 DIGITAL MEDIA PORT 96 fout 143 BI-AMP 84, 117 Blu-ray-discspeler 30, 33, 60 D D. Range Comp (Compressie van het dynamische bereik) 85, 116 DCAC (Digital Cinema Auto Calibration) 50 DCS 71 Decode Priority 63, 118 DIGITAL MEDIA PORT 7, 10, 15, 23, 93 Dimension Control 74, 118 Directe afstemming 89, 122 Distance 80 Distance Unit 85, 117 Dolby Digital EX 67, 76 DTS Neo:6 (Cinema, Music) 69 DTS-ES Discrete 76 Dual Mono 63, 118 Dvd-recorder 35 Dvd-speler 30, 33, 60 E Effect Level 73, 118 Enhanced Setup 56 EQ (Settings) 86, 118 EQ Curve 56 EQ Preset wijzigen 118 Equalizer 86 Aanvullende informatie A.F.D.-(functie) 69 A/V Sync 63, 118 Aanduiding 102 Aansluiting twee versterkers 113 Aansluitingen antenne’s 41 audio-apparatuur 22 luidsprekers 18 monitor 20 video-apparatuur 28 Afstandsbediening 11–15, 43, 125–134 Afstemmen 88, 89, 90 AM 88, 101, 122 Audio (Settings) 63, 118 Auto Calibration 50, 116, 120 Automatische afstemming 88, 122 Center Mix 84, 117 Center Width Control 73, 118 Cinema Studio EX (functie) 71 Control 73 Crossover Freq 84, 117 Custom Settings 9, 114 F FM 88, 101, 122 FM Mode 88, 118 Front Reverb 74, 118 G GUI (Graphical User Interface) 20, 45 C Calibration Type selectie 53, 116 Cd-speler 23, 27, 59 wordt vervolgd 147NL H HDMI (Settings) 64, 119 HDMI Audio 64, 119 HDMI Control 64 HDMI SW Level 65, 119 HDMI-aansluitingen 9, 29 HDMI-knop 7 Headphone (Settings) 72 Hoog 7, 86, 118 I Ingang ruimte veranderen 111 Input 57 Input Assign 99 INPUT MODE 98 INPUT SELECTOR 59, 60, 61, 62 iPod 95 Opwaarderen 36 P Panorama Mode 74, 118 Phase Audio 84, 116 Phase Noise 84, 116 PHONES 7 PIP (Picture in Picture) 10, 13, 15 PLII (Game, Movie, Music) 69 PLIIx (Game, Movie, Music) 69 Position (Auto Calibration) 56, 116 Position (Surround Speakers) 81 Power ON/OFF ruimte 111 PROTECTOR 143 Q Quick Setup 52 L R L.F.E. (Low Frequency Effect) 104 Laag 7, 86, 118 LARGE 80 Level 79, 86 List Mode 96 Luidsprekerimpedantie 48, 117 RDS 91, 123 Resolution 64, 93, 119 RS-232C-besturing 65, 112, 119 M Manual Setup 79 MASTER VOLUME 8, 59, 60, 61, 62 Meerdere ruimtes 108 Multi Ch SW Level 85, 116 MULTI CHANNEL DECODING-lampje 60 Muting 58 Muziek 71 N Name Input 97 Netsnoer 42 Network Client 95 Neural-THX 69 NIGHT MODE 77 O Omschakelen van de aanduidingen op het display 101 Opnemen 106, 107 148NL S SB Dec Mode 76, 118 SB Decoding 76, 118 Screen Depth 74, 118 Screen Saver 65 Size 80 Slaaptimer 105 SMALL 80 Sound Field selectie 66, 122 Sound Field Setup 66 Speaker (Settings) 48, 84, 117 Speaker Pattern 82, 117 SPEAKERS (OFF/A/B/A+B) 7, 49 Speelfilm 71 Super Audio CD-speler 23, 25, 27, 59 Sur Back Assign 84 Sur Settings 118 Surround 66 System (Settings) 65, 119 T Terugzetten 42 Test Tone 83, 84, 116 TONE 7 TONE MODE 7, 42 Tuner 88 Tuner (Settings) 118 V Versterkinginstelling (lage tonen/hoge tonen) 86 Video (Settings) 64, 119 VIDEO 3 IN/PORTABLE AV INaansluitingen 35, 61 Video-recorder 35, 62 Videospelcomputer 61 Virtual Speakers 74, 118 Volume ruimte aanpassen 112 Voorkeurzenders 90, 122 W Wissen Afstandsbediening 134 EQ 87, 118 geheugen 42 Z ZONE 2 84, 108 ZONE 3 108 Aanvullende informatie 149NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292
  • Page 293 293
  • Page 294 294
  • Page 295 295
  • Page 296 296
  • Page 297 297
  • Page 298 298
  • Page 299 299
  • Page 300 300
  • Page 301 301
  • Page 302 302
  • Page 303 303
  • Page 304 304
  • Page 305 305
  • Page 306 306
  • Page 307 307
  • Page 308 308
  • Page 309 309
  • Page 310 310
  • Page 311 311
  • Page 312 312
  • Page 313 313
  • Page 314 314
  • Page 315 315
  • Page 316 316
  • Page 317 317
  • Page 318 318
  • Page 319 319
  • Page 320 320
  • Page 321 321
  • Page 322 322
  • Page 323 323
  • Page 324 324
  • Page 325 325
  • Page 326 326
  • Page 327 327
  • Page 328 328
  • Page 329 329
  • Page 330 330
  • Page 331 331
  • Page 332 332
  • Page 333 333
  • Page 334 334
  • Page 335 335
  • Page 336 336
  • Page 337 337
  • Page 338 338
  • Page 339 339
  • Page 340 340
  • Page 341 341
  • Page 342 342
  • Page 343 343
  • Page 344 344
  • Page 345 345
  • Page 346 346
  • Page 347 347
  • Page 348 348
  • Page 349 349
  • Page 350 350
  • Page 351 351
  • Page 352 352
  • Page 353 353
  • Page 354 354
  • Page 355 355
  • Page 356 356
  • Page 357 357
  • Page 358 358
  • Page 359 359
  • Page 360 360
  • Page 361 361
  • Page 362 362
  • Page 363 363
  • Page 364 364
  • Page 365 365
  • Page 366 366
  • Page 367 367
  • Page 368 368
  • Page 369 369
  • Page 370 370
  • Page 371 371
  • Page 372 372
  • Page 373 373
  • Page 374 374
  • Page 375 375
  • Page 376 376
  • Page 377 377
  • Page 378 378
  • Page 379 379
  • Page 380 380
  • Page 381 381
  • Page 382 382
  • Page 383 383
  • Page 384 384
  • Page 385 385
  • Page 386 386
  • Page 387 387
  • Page 388 388
  • Page 389 389
  • Page 390 390
  • Page 391 391
  • Page 392 392
  • Page 393 393
  • Page 394 394
  • Page 395 395
  • Page 396 396
  • Page 397 397
  • Page 398 398
  • Page 399 399
  • Page 400 400
  • Page 401 401
  • Page 402 402
  • Page 403 403
  • Page 404 404
  • Page 405 405
  • Page 406 406
  • Page 407 407
  • Page 408 408
  • Page 409 409
  • Page 410 410
  • Page 411 411
  • Page 412 412
  • Page 413 413
  • Page 414 414
  • Page 415 415
  • Page 416 416
  • Page 417 417
  • Page 418 418
  • Page 419 419
  • Page 420 420
  • Page 421 421
  • Page 422 422
  • Page 423 423
  • Page 424 424
  • Page 425 425
  • Page 426 426
  • Page 427 427
  • Page 428 428
  • Page 429 429
  • Page 430 430
  • Page 431 431
  • Page 432 432
  • Page 433 433
  • Page 434 434
  • Page 435 435
  • Page 436 436
  • Page 437 437
  • Page 438 438
  • Page 439 439
  • Page 440 440
  • Page 441 441
  • Page 442 442
  • Page 443 443
  • Page 444 444
  • Page 445 445
  • Page 446 446
  • Page 447 447
  • Page 448 448
  • Page 449 449
  • Page 450 450
  • Page 451 451

Sony STR-DA5300ES de handleiding

Categorie
Blu-Ray-spelers
Type
de handleiding