AL-KO R 7-63.8 A Comfort Ride-On Lawnmower Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

NL
30 AL-KO Pro 225
Vertaling van de originele gebruikershandleiding
VERTALING VAN DE ORIGINELE GEBRUIKERSHANDLEIDING
Inhoudsopgave
1 Over deze gebruikershandleiding ............ 30
1.1 Symbolen op de titelpagina................ 30
1.2 Verklaring van pictogrammen en sig-
naalwoorden....................................... 30
2 Productomschrijving ................................ 31
2.1 Reglementair gebruik ......................... 31
2.2 Symbolen op het apparaat ................. 31
2.3 Productoverzicht (01) ......................... 31
3 Veiligheidsinstructies ............................... 32
3.1 Gebruiker ........................................... 32
3.2 Veiligheid van personen, dieren en
eigendommen .................................... 32
3.3 Omgang met benzine en olie ............. 33
4 Ingebruikname ......................................... 33
4.1 De algehele motorconditie controle-
ren ...................................................... 33
4.2 Vullen met gebruiksvloeistoffen ......... 33
4.2.1 Motorolie bijvullen (02) ................ 34
4.2.2 Oliepeil controleren (02) .............. 34
4.2.3 Benzine bijvullen.......................... 35
5 Gebruik van de motor .............................. 35
5.1 De motor starten en stoppen.............. 35
6 Reparaties ............................................... 36
7 Onderhoud en verzorging ........................ 36
7.1 Vervangen van het luchtfilter (03) ...... 36
7.2 Olie verversen (06)............................. 37
7.3 Motor en geluiddemper reinigen (07) . 37
7.4 Luchtfilter reinigen (08) ...................... 37
7.5 Bougie onderhouden (09) .................. 38
7.6 Carburateurinstellingen ...................... 38
7.7 Onderhoudsschema........................... 38
8 Hulp bij storingen ..................................... 39
9 Transport ................................................. 40
10 Opslag ..................................................... 41
11 Verwijderen.............................................. 41
12 Technische gegevens.............................. 41
13 Reserveonderdelen................................... 41
14 Klantenservice/service centre ................... 41
15 Garantie..................................................... 42
1 OVER DEZE
GEBRUIKERSHANDLEIDING
De Duitse versie is de originele gebruiksaan-
wijzing. Alle andere taalversies zijn vertalin-
gen van de originele gebruiksaanwijzing.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed zodat
u hierin het antwoord op uw vragen kunt te-
rugvinden wanneer u informatie over het pro-
duct nodig hebt.
Geef het product alleen samen met deze ge-
bruiksaanwijzing aan andere personen door.
Lees en neem de veiligheids- en waarschu-
wingsinstructies in deze gebruiksaanwijzing
in acht.
Neem de meegeleverde gebruikshandleiding
van het apparaat in acht.
1.1 Symbolen op de titelpagina
Symbool Betekenis
Lees voor de ingebruikname deze
gebruiksaanwijzing absoluut zorg-
vuldig door. Dit is de voorwaarde
voor veilig werken en een storings-
vrij gebruik.
Gebruiksaanwijzing
Gebruik het benzineapparaat niet in
de buurt van open vlammen of hitte-
bronnen.
1.2 Verklaring van pictogrammen en
signaalwoorden
GEVAAR!
Wijst op een direct gevaarlijke situatie,
die, wanneer ze niet vermeden wordt, tot
de dood of tot een ernstig letsel leidt.
493401_a 31
Productomschrijving
WAARSCHUWING!
Wijst op een potentieel gevaarlijke situa-
tie, die, wanneer ze niet vermeden
wordt, tot de dood of tot een zwaar letsel
kan leiden.
VOORZICHTIG!
Wijst op een potentieel gevaarlijke situa-
tie, die, wanneer ze niet vermeden
wordt, tot een licht of middelzwaar letsel
kan leiden.
LET OP!
Wijst op een situatie, die, wanneer ze
niet vermeden wordt, tot materiële scha-
de kan leiden.
OPMERKING
Speciale aanwijzingen voor meer duide-
lijkheid en een beter gebruik.
2 PRODUCTOMSCHRIJVING
In deze documentatie wordt een verbrandings-
motor beschreven.
Neem aanvullend ook steeds de instructies uit de
gebruikershandleiding van het tuingereedschap
in acht!
GEVAAR!
Levensgevaar
Verstikkingsgevaar door giftig koolmo-
noxide
Start en gebruik de motor uitsluitend
in de vrije buitenlucht.
Het gebruik in gesloten ruimten is
verboden, ook wanneer deuren en
ramen geopend zijn.
2.1 Reglementair gebruik
Deze verbrandingsmotor is ontwikkeld als kracht-
bron voor zitmaaiers voor particulier gebruik.
Vanwege zijn uitlaatgassen mag de motor nooit
in binnenruimten worden gebruikt, maar uitslui-
tend in de vrije buitenlucht. Een andere, hiervan
afwijkende toepassing wordt beschouwd als niet-
reglementair.
Deze motor is uitsluitend bedoeld voor particulier
gebruik. Elke andere toepassing, alsook een ver-
boden om- of aanbouw, worden beschouwd als
niet beoogd gebruik en leiden tot uitsluiting van
de garantie, het verlies van de conformiteit (CE-
markering) en de afwijzing van elke verantwoor-
delijkheid vanwege de fabrikant wat betreft scha-
de aan de gebruiker of derden.
2.2 Symbolen op het apparaat
Let op!
Motoren stoten koolmonoxide uit, een
reukloos, kleurloos en giftig gas.
Het inademen van koolmonoxide kan
leiden tot misselijkheid, bewusteloos-
heid en zelfs de dood.
Het starten en laten draaien van de
motor mag altijd uitsluitend in de vrije
buitenlucht plaatsvinden.
Het starten en laten draaien van de
motor mag nooit plaatsvinden in ge-
sloten ruimten, ook niet wanneer deu-
ren en ramen geopend zijn.
Lees vóór ingebruikname de ge-
bruiksaanwijzing!
Brandstof en brandstofdampen zijn ui-
terst licht ontvlambaar en explosief.
Bij het starten van de motor worden
vonken opgewekt.
Dergelijke vonken kunnen brandbare
gassen in de omgeving ontsteken.
Brandbare vreemde voorwerpen, zo-
als loof, gras enz. kunnen worden
ontstoken.
Let op!
Een draaiende motor geeft hitte af.
Motoronderdelen, met name de uit-
laat, kunnen zeer heet worden.
De motor afzetten en af laten koelen.
De geluidsdemper vrijhouden van ver-
ontreinigingen.
2.3 Productoverzicht (01)
Nr. Component
1 Brandstoftank
2 Starthandgreep
3 Luchtfilter
4 Carburateur
5 Bougie
6 Geluiddemper
7 Olievuldop met peilstok
NL
32 AL-KO Pro 225
Veiligheidsinstructies
3 VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
GEVAAR!
Levensgevaar en gevaar voor zeer
ernstig persoonlijk letsel door onbe-
kendheid met de veiligheidsinstruc-
ties
Onbekendheid met de veiligheidsinstruc-
ties en bedieningsinstructies kan bijzon-
der ernstig letsel en zelfs de dood tot ge-
volg hebben.
Volg alle veiligheidsinstructies en
bedieningsinstructies in deze ge-
bruiksaanwijzing op evenals in de
gebruiksaanwijzingen waarnaar
wordt verwezen, voordat u het appa-
raat gebruikt.
Bewaar alle bijgeleverde documen-
ten voor toekomstig gebruik.
GEVAAR!
Levensgevaar door vergiftiging
De uitlaatgassen van de motor bevatten
koolmonoxide, dat voor een mens bin-
nen enkele minuten dodelijk kan zijn.
Laat de motor nooit draaien in geslo-
ten ruimten, maar altijd uitsluitend in
de buitenlucht.
Adem geen uitlaatdampen in.
Schakel de motor uit wanneer u tij-
dens het gebruik van het apparaat
misselijk, duizelig of onwel wordt.
Raadpleeg onmiddellijk een arts.
Gebruik de motor uitsluitend wanneer deze in
onberispelijke staat verkeert.
Stel de veiligheids- en beveiligingsvoorzienin-
gen niet buiten werking.
Draag gehoorbescherming.
Lees de aanwijzingen in deze gebruikshand-
leiding en in de gebruikshandleiding van de
gazontrekker, waarin de motor is ingebouwd,
aandachtig door en volg deze steeds op.
Leer om de motor snel uit te schakelen.
Gebruik nooit startsprays of soortgelijke mid-
delen.
3.1 Gebruiker
Personen van jonger dan 16 jaar en perso-
nen die de gebruiksaanwijzing niet hebben
gelezen, mogen de motor niet gebruiken.
Eventuele landspecifieke veiligheidsvoor-
schriften voor de minimumleeftijd van de ge-
bruiker naleven.
Motor niet onder invloed van alcohol, drugs
of medicijnen in werking stellen.
3.2 Veiligheid van personen, dieren en
eigendommen
Gebruik de motor uitsluitend waarvoor deze
bedoeld is. Niet-reglementair gebruik kan let-
sel en materiële schade veroorzaken.
De gebruiker is verantwoordelijk voor eventu-
eel letsel bij derden en voor materiële scha-
de.
Houd anderen uit de buurt van de gevarenzo-
ne.
Schakel de motor alleen in als er geen perso-
nen of dieren in het werkgebied aanwezig
zijn.
Houd een veiligheidsafstand aan tot perso-
nen en dieren of schakel de motor uit als per-
sonen of dieren naderen.
Houd de stroom van uitlaatgassen nooit ge-
richt op personen of dieren, of op brandbare
producten en voorwerpen.
Grijp niet in het aanzuig- en luchtfilter als de
motor draait. De draaiende onderdelen kun-
nen letsel veroorzaken.
Schakel de motor altijd uit wanneer u deze
niet nodig heeft, bijv. bij het verplaatsen naar
een ander werkgebied, bij onderhoudswerk-
zaamheden, bij het tanken van het benzine-
oliemengsel.
Gebruik de motor niet in slecht geventileerde
werkomgevingen (bijv. garage). De uitlaat-
gassen bevatten giftig koolmonoxide en an-
dere schadelijke stoffen.
Schakel de motor in het geval van een onge-
luk onmiddellijk uit, om verder letsel of mate-
riële schade te voorkomen.
Gebruik de motor nooit met versleten of de-
fecte onderdelen. Versleten of defecte onder-
delen kunnen ernstig letsel veroorzaken.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderde-
len en origineel toebehoren.
Berg de motor buiten het bereik van kinderen
op.
Instrueer kinderen en jongeren niet met de
motor te spelen.
493401_a 33
Ingebruikname
3.3 Omgang met benzine en olie
GEVAAR!
Explosie- en brandgevaar
Bij het ontsnappen van een benzine-
luchtmengsel ontstaat potentieel explo-
sieve atmosfeer. Door een ondeskundi-
ge omgang met brandstoffen kunnen de-
ze ontsteken, exploderen en ontbran-
den, wat tot zwaar letsel en zelfs sterf-
gevallen kan leiden.
Rook nooit, terwijl u met benzine
werkt.
Werk uitsluitend in de buitenlucht
met benzine en nooit in afgesloten
ruimten.
Neem beslist altijd de volgende ge-
dragsregels in acht.
Transporteer en bewaar benzine en olie uit-
sluitend op in goedgekeurde voorraadvaten.
Zorg ervoor dat de opgeslagen benzine en
olie niet toegankelijk zijn voor kinderen.
Zorg ervoor, om bodemvervuiling (milieube-
scherming) te vermijden, dat bij het tanken
geen benzine en geen olie in de aarde te-
rechtkomt. Gebruik bij het tanken een trech-
ter.
Tank het apparaat nooit af in gesloten ruim-
ten. Op de vloer kunnen zich benzinedampen
verzamelen waardoor het tot een explosieve
verbranding of zelfs explosie kan komen.
Veeg gemorste benzine altijd onmiddellijk op
van het apparaat of de vloer. Laat de doeken
waarmee u benzine afgeveegd heeft, op een
goed geventileerde plaats drogen voordat u
deze weggooit. Anders kan spontane zelfont-
branding optreden.
Bij het morsen van benzine ontstaan benzin-
edampen. Start het apparaat daarom nooit
op dezelfde plaats, maar altijd op een plaats
die minimaal 3 m daarvan is verwijderd.
Vermijd huidcontact met producten van mine-
rale oliën. Adem geen benzinedampen in.
Draag altijd veiligheidshandschoenen om
brandstof bij te vullen. Vervang en reinig de
beschermende kleding regelmatig.
Let erop dat uw kleding niet in contact komt
met benzine. Vervang uw kleding onmiddel-
lijk wanneer benzine op uw kleding terecht-
gekomen is.
Tank het apparaat nooit af, bij draaiende of
hete motor.
4 INGEBRUIKNAME
OPMERKING
Voor ingebruikname:
altijd een visuele controle uitvoeren.
Met loszittende, beschadigde of ver-
sleten bedrijfs- en/of bevestingson-
derdelen mag de motor niet worden
gebruikt.
Vul de motor beslist met motorolie.
4.1 De algehele motorconditie controleren
1. Controleer de motor op:
Aanwijzingen voor olie- of benzinelekk-
ages op de buiten- en onderkant van de
motor.
Overmatig vuil of vreemde voorwerpen
Zichtbare beschadigingen
Stevige bevestiging van alle bouten en
moeren
Stevige bevestiging en aanwezigheid van
afschermingen en afdekkingen
Beschadiging en vervuiling van het lucht-
filter
Brandstofpeil
Motoroliepeil
2. Verhelp vastgestelde gebreken voor inge-
bruikname.
4.2 Vullen met gebruiksvloeistoffen
WAARSCHUWING!
Brand- en explosiegevaar
Benzine en olie zijn zeer gemakkelijk
ontvlambaar. Een brand kan dodelijk let-
sel tot gevolg hebben.
Vul de motor uitsluitend in de vrije
buitenlucht met benzine en olie, uit
de buurt van open vuur of warmte-
bronnen.
Vervang de tank of tankdop onmiddellijk wan-
neer deze beschadigd is/zijn.
Tankdop altijd stevig sluiten.
Wanneer er benzine is uitgelopen:
De motor niet starten.
Startpogingen voorkomen.
Reinig de gazontrekker en motor.
Gemorste brandstof kan op kunststofon-
derdelen tot beschadigingen leiden: Veeg
de brandstof meteen weg. De garantie
NL
34 AL-KO Pro 225
Ingebruikname
dekt geen schade aan plastic onderdelen
die is veroorzaakt door brandstof.
4.2.1 Motorolie bijvullen (02)
Aanbevelingen voor oliegebruik
Motorolie vervult een doorslaggevende rol bij de
prestaties en de levensduur van de motor.
Gebruik een reinigende motorolie die voldoet
aan de eisen voor de API-serviceklassen SE
en SF.
Controleer het API-servicelabel op het oliere-
servoir om er zeker van te zijn dat het de let-
ters SE of SF bevat.
Selecteer de SAE-viscositeitsklasse volgens
de onderstaande tabel:
Tempera-
tuurbereik
SAE-viscositeitsklasse
+5 – +35°C SAE30 (single-grade zomerolie)
-15 – +5°C 10W-30 (multigrade-oliën)
-25 – +35°C 10W-30 (synthetische multigra-
de-oliën)
Het gebruik van multigrade-oliën kan bij hoge
temperaturen leiden tot een hoger verbruik.
Controleer daarom vaker het oliepeil.
Meng geen olie van verschillende soorten en
eigenschappen.
LET OP!
Gevaar voor beschadiging van de
motor
Het gebruik van olie van type SAE 30
(single-grade zomerolie) bij temperatu-
ren lager dan +5°C kan tot beschadi-
ging van de motor leiden, vanwege on-
voldoende smering.
Gebruik alleen de aanbevolen mo-
torolie.
Olie bijvullen
OPMERKING
De olie-inhoud voor de motor AL-KO Pro
225 bedraagt maximaal 0,5l.
OPMERKING
Laat het oliepeil niet stijgen tot boven
het MAX-peil. Te veel olie leidt tot:
Rook in het uitlaatgas
Vervuiling van de bougie of het
luchtfilter
Wanneer nog geen olie in de motor aanwezig is:
1. Schenk de motorolie in een geschikte beker.
2. Schroef de peilstok (02/1) uit de olievulope-
ning (02/2).
3. Giet de olie langzaam en in kleine hoeveel-
heden in de olievulopening. Gebruik hiervoor
een trechter (niet inbegrepen in de levering-
somvang van de motor).
4. Onderbreek het vullen met olie meermaals
om het oliepeil te controleren. Het MAX-
merkteken (02/3) mag niet worden over-
schreden (zie Hoofdstuk 4.2.2 "Oliepeil con-
troleren (02)", pagina34).
5. Steek de oliepeilstok weer in de motor en
schroef deze stevig vast.
6. Veeg eventueel gemorste olie weg.
4.2.2 Oliepeil controleren (02)
LET OP!
Gevaar voor beschadiging van de
motor
Laag oliepeil kan motorschade veroorza-
ken.
Controleer regelmatig het oliepeil.
Vul olie bij wanneer het oliepeil laag
is.
1. Stop de motor en laat deze afkoelen.
Opmerking:De motor moet horizontaal
staan.
2. Verwijder vreemde voorwerpen rond de olie-
vulopening.
3. Schroef de oliepeilstok (02/1) uit de vulope-
ning en veeg deze schoon.
4. Oliepeilstok erin steken tot aan de aanslag,
erin schroeven en vervolgens naar buiten
trekken. Controleer of het oliepeil tussen de
markeringen MIN en MAX ligt.
5. Wanneer het oliepeil in de buurt van of onder
de MIN-markering ligt: Vullen met olie.
6. Steek de oliepeilstok weer in de motor en
schroef deze stevig vast.
7. Veeg eventueel gemorste olie weg.
493401_a 35
Gebruik van de motor
4.2.3 Benzine bijvullen
Aanbevelingen betreffende de benzine
Gebruik schone, nieuwe, loodvrije benzine
met een octaangetal van minstens 85.
Brandstof kopen in hoeveelheden die binnen
30 dagen kunnen worden verbruikt (Opslag).
In geen geval benzine met een methanolge-
halte gebruiken.
Meng de benzine niet met olie of additieven.
Benzine bijvullen
OPMERKING
Voor overige informatie: zie de gebruiks-
handleiding van de gazontrekker.
5 GEBRUIK VAN DE MOTOR
GEVAAR!
Levensgevaar door vergiftiging
De uitlaatgassen van de motor bevatten
koolmonoxide, dat voor een mens bin-
nen enkele minuten dodelijk kan zijn.
Laat de motor nooit draaien in geslo-
ten ruimten, maar altijd uitsluitend in
de buitenlucht.
Adem geen uitlaatdampen in.
Schakel de motor uit wanneer u tij-
dens het gebruik misselijk, duizelig
of onwel wordt. Raadpleeg onmid-
dellijk een arts.
WAARSCHUWING!
Explosiegevaar
Benzine en olie zijn zeer gemakkelijk
ontvlambaar.
Gebruik geen startspray of soortge-
lijke middelen.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verbranding
Draaiende motoren worden tijdens het
gebruik zeer heet!
Raak tijdens het gebruik nooit on-
derdelen van de motor aan, dit geldt
vooral voor de uitlaat.
Laat de uitlaat, cilinder en koelribben
afkoelen, voordat u deze aanraakt.
WAARSCHUWING!
Gevaar door draaiende delen van het
apparaat!
Als er in draaiende delen van het appa-
raat wordt gegrepen veroorzaakt dit zeer
ernstig letsel!
Grijp nooit in draaiende delen van
het apparaat!
Voordat de motor in gebruik wordt genomen
de gebruiksaanwijzing voor het apparaat in
acht nemen.
Motor alleen buitenshuis starten en laten
draaien.
De motor niet in schuine posities boven 15°
hellingshoek gebruiken.
Motor alleen in horizontale positie starten.
De machine niet zo ver zijdelings kantelen
dat er brandstof vrijkomt uit de tankdop.
Controleer het oliepeil.
Lang haar opbinden en sieraden verwijderen.
Geen losse kleding dragen.
Stevig, antislipschoeisel dragen.
Niet de basisafstelling van de motor wijzigen
en niet te snel laten draaien.
Bij het starten de veiligheidsafstand in acht
nemen.
Schakel de motor uit en laat hem afkoelen,
voordat de tankdop wordt verwijderd.
Schakel de motor uit en ontkoppel de bougie-
kabel voordat u de machine of motor test, rei-
nigt of aan het werk gaat.
Voordat u de cilindervinnen en de afscher-
ming aanraakt, moet u wachten totdat de mo-
tor voldoende is afgekoeld.
Draai de motor niet zonder bougie door.
5.1 De motor starten en stoppen
OPMERKING
Neem de gebruiksaanwijzing voor de
gazontrekker in acht!
Let er bij het starten van de motor op, dat alle in-
richtingen voor de aandrijving van de gazontrek-
ker, de aandrijving van werktuigen (bijv. het
maaidek) en het uitschakelen van de motor zijn
gedeactiveerd.
De motor alleen starten in horizontale positie.
Bij lage temperaturen kunnen problemen op-
treden bij de koude start van de motor.
NL
36 AL-KO Pro 225
Reparaties
Bij hogere buitentemperaturen kunnen moei-
lijkheden optreden bij de warme start van de
motor, vanwege het verdampen van benzine
in de carburateur of de pomp.
In een dergelijk geval moet het olietype wor-
den aangepast aan de bedrijfstemperaturen.
Het maximale vermogen van een verbran-
dingsmotor neemt progressief af, naarmate
de motor op een grotere hoogte boven de
zeespiegel wordt gebruikt. Met het toenemen
van de hoogte moeten daarom zware belas-
tingen van de motor en zwaar werk worden
vermeden.
Regeling van het motortoerental
Het motortoerental wordt ingesteld met de ga-
shendel op de gazontrekker:
Toerental verhogen.
Toerental verlagen.
Koude start en warme start
Bij een koude start moet de choke worden inge-
schakeld, wanneer de motor warm is moet deze
weer worden uitgeschakeld. Bij een warme start
is het gebruik van de choke niet nodig.
De choke in- en uitschakelen.
6 REPARATIES
WAARSCHUWING!
Letselgevaar bij reparatiewerkzaam-
heden
Ondeskundige reparaties kunnen ernstig
letsel en schade aan het apparaat ver-
oorzaken.
Reparatiewerkzaamheden alleen la-
ten uitvoeren in servicewerkplaatsen
van AL-KO of bij geautoriseerde
montagebedrijven!
Er mogen uitsluitend originele reserveonder-
delen van AL-KO worden gebruikt.
7 ONDERHOUD EN VERZORGING
WAARSCHUWING!
Risico op letsel
Het onbedoeld inschakelen van de mo-
tor kan tot ernstig letsel leiden.
Voor aanvang van afstel-, onder-
houds- en reparatiewerkzaamheden
moet de motor altijd worden uitge-
schakeld en beveiligd tegen onbe-
doeld opnieuw inschakelen.
Regelmatig onderhoud is onontbeerlijk voor
de veiligheid en de instandhouding van de
functionaliteit.
Onderhoudsschema in acht nemen.
Bij gebruik onder zwaardere omstandigheden
moet vaker onderhoud worden verricht.
1. Vóór alle onderhouds- en reinigingswerk-
zaamheden: Trek de bougiedop (04/1) los
van de bougie (04/2) (04/a).
2. Voer de in dit hoofdstuk beschreven onder-
houds- en reinigingswerkzaamheden uit vol-
gens het onderhoudsschema.
3. Na de onderhouds- en reinigingswerkzaam-
heden: Steek de bougiedop (05/1) weer op
de bougie (05/2) (05/a).
7.1 Vervangen van het luchtfilter (03)
OPMERKING
Het filterelement moet steeds vrij
worden gehouden van grasresten en
vuil.
Vervang filterelementen uitsluitend
door originele reservedelen.
De motor mag nooit worden gebruikt
zonder een correct gemonteerd filte-
relement.
Luchtfilter regelmatig reinigen. Een beschadigd
luchtfilter vervangen.
1. Gebied rond het filterdeksel (03/1) reinigen.
2. Draaiknop (03/2) van het filterdeksel verwij-
deren en filterdeksel (03/a) verwijderen.
3. Trek het filterelement (03/3) uit het huis (03/
b).
4. Controleer de staat van het filterelement. Het
filterelement moet in onberispelijke staat ver-
keren, schoon en gebruiksklaar zijn. N elk
overig geval moet het filterelement worden
onderhouden of vervangen.
493401_a 37
Onderhoud en verzorging
5. Vervang het filterelement en monteer het fil-
terdeksel weer.
7.2 Olie verversen (06)
Het oliepeil regelmatig controleren. Het oliepeil
elke 5 bedrijfsuren of dagelijks voor het starten
van de motor controleren.
WAARSCHUWING!
Brand- en explosiegevaar
Wanneer brandstof ontsnapt ontstaat
een explosief benzine-luchtmengsel.
Door een ondeskundige omgang met
brandstoffen kunnen deze ontsteken,
exploderen en ontbranden, wat tot
zwaar letsel en zelfs sterfgevallen kan
leiden.
Leeg de brandstoftank, voordat u de
olie aftapt.
OPMERKING
Neem contact op met onze klantenser-
vice als u niet in staat bent zelf werk-
zaamheden uit te voeren.
OPMERKING
De olie-inhoud voor de motor AL-KO Pro
225 bedraagt maximaal 0,5l.
OPMERKING
Verouderde olie aftappen terwijl de
motor warm is. Warme olie stroomt
sneller en in zijn geheel uit.
Voer de afgewerkte olie af conform
de milieuvoorschriften!
1. Om de brandstoftank leeg te maken: Laat de
motor draaien totdat deze vanzelf stopt.
Of tap de brandstof af.
2. Trek de bougiedop (04/1) los.
3. Plaats een opvangbak (06/1) voor de afge-
werkte olie onder de motor.
4. Schroef de oliepeilstok (06/2) uit de vulope-
ning en veeg deze schoon.
5. Draai de aftapplug (06/3) uit de motor.
6. Laat alle olie uitstromen in de opvangbak.
7. Schroef de aftapplug weer in de motor. Con-
troleer of de afdichting correct geplaatst is.
Draai de aftapplug stevig vast.
8. Giet de verse olie door de opening voor de
peilstok in de motor zie Hoofdstuk 4.2.1 "(vul-
len met motorolie (02))", pagina34. Gebruik
hiervoor een trechter (niet inbegrepen in de
leveringsomvang van de motor).
9. Oliepeilstok erin steken tot aan de aanslag,
erin schroeven en vervolgens naar buiten
trekken. Controleer of het oliepeil de MAX-
markering (06/4) bereikt.
10. Steek de oliepeilstok weer in de motor en
schroef deze stevig vast.
11. Veeg eventueel gemorste olie weg.
7.3 Motor en geluiddemper reinigen (07)
WAARSCHUWING!
Brandgevaar door vreemde voorwer-
pen
Vreemde voorwerpen op de motor kun-
nen de gazontrekker in brand zetten.
Een brand kan ernstig letsel en zelfs de
dood tot gevolg hebben.
Verwijder brandbare vreemde voor-
werpen (bijv. gras, bladeren, vet)
van de motor, vooral in de gebieden
rondom de uitlaat en de cilinder.
Controleer en reinig de gebieden
rond de uitlaat en de cilinder regel-
matig.
LET OP!
Gevaar door water
Binnendringend water (ontstekingsinstal-
latie, carburateur...) kan tot storingen lei-
den.
Spuit de motor niet af met water.
1. Laat de motor afkoelen voordat u met het rei-
nigen begint.
2. Verwijder met regelmaat het vuil van de mo-
tor met behulp van een poetsdoek of borstel.
3. Verwijder alle afvalstoffen en vuilresten van
de geluiddemper en de beschermkap hier-
van, met behulp van perslucht.
4. Het koelsysteem reinigen:
Verwijder verstoppingen uit de openingen
voor koellucht (07/1).
Om oververhitting te voorkomen eventu-
eel ook de binnenste koelribben en op-
pervlakken reinigen.
5. Wis kunststofdelen af met een vochtige
spons (07/2) met reinigingsmiddel.
7.4 Luchtfilter reinigen (08)
1. Reinig het gebied rondom het filterdeksel.
NL
38 AL-KO Pro 225
Onderhoud en verzorging
2. Draaiknop (08/1) van het filterdeksel (08/2)
verwijderen.
3. Verwijder het filterdeksel.
4. Filterelement (08/3) verwijderen.
5. Inlaatspruitstuk (08/4) van de motor afsluiten
met een poetsdoek, om te voorkomen dat er
vuil in de motor terechtkomt.
6. Filterelement uitkloppen op een stevig opper-
vlak en van binnen naar buiten uitblazen met
perslucht om stof en vuil te verwijderen.
7. Reinig de binnenkant van het filterdeksel
(08/2).
8. Doek verwijderen van het inlaatspruitstuk.
9. Vervang het filterelement en monteer het fil-
terdeksel weer.
7.5 Bougie onderhouden (09)
Voorgeschreven bougietype: zie Hoofdstuk 13
"Reserveonderdelen", pagina41.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor persoonlijk letsel door
een elektrische schok
Het controleren van de ontstekingsvonk
bij gedemonteerde bougie kan tot zwaar
letsel door een elektrische schok leiden
en kan brand veroorzaken.
Controleer de ontstekingsvonk nooit
wanneer de bougie is gedemon-
teerd. Gebruik in plaats daarvan een
vonktester.
LET OP!
Gevaar voor beschadiging van de
motor
Het gebruik van de motor met een on-
juiste bougie of zonder bougie leidt tot
ernstige beschadiging van de motor!
Gebruik altijd het voorgeschreven ty-
pe bougie.
Probeer nooit om de motor te star-
ten zonder bougie.
1. Draai de bougie (09/1) met behulp van een
pijpsleutel (09/2) uit de motor.
2. Reinig de elektroden met een metaalborstel
(09/3) en verwijder eventuele roetafzettingen.
3. Controleer de juiste elektrodenafstand (09/5)
met een voelermaat (09/4).
Opmerking:De elektrodenafstand van de
bougie moet 0,7mm – 0,8mm bedragen.
4. Schroef de bougie weer in de motor en draai
deze vast met een steeksleutel.
7.6 Carburateurinstellingen
OPMERKING
Het instellen van de carburateur mag uit-
sluitend worden uitgevoerd door een er-
kende onderhoudswerkplaats.
7.7 Onderhoudsschema
Volgende werkzaamheden mogen door de ge-
bruiker zelf worden uitgevoerd. Alle overige on-
derhouds-, service- en reparatiewerkzaamheden
moeten door een erkende service reparatiewerk-
plaats worden uitgevoerd.
Denk ook aan de aanbevolen jaarlijkse smerin-
gen conform smeerplan.
OPMERKING
Bij zware belasting en bij hoge tempera-
turen kunnen kortere onderhoudsinter-
vallen nodig zijn dan in de tabel hierna
zijn vermeld.
493401_a 39
Hulp bij storingen
Activiteit Voor elk
gebruik
Na elk
gebruik
Na de
1e
maand
of de
eerste 5
be-
drijfsu-
ren
Om de 3
maan-
den of
25 be-
drijfsu-
ren
Om de 6
maan-
den of
50 be-
drijfsu-
ren
Ieder
jaar of
om de
100 be-
drijfsu-
ren
Voor el-
ke op-
slag
Motoroliepeil controleren X
Motorolie vervangen X X* X X
Luchtfilter reinigen X**
Luchtfilter vervangen X
Bougie controleren X
De bougie vervangen X
Controleren op losse on-
derdelen
X X
Luchtaanzuigrooster aan
de motor
Reinigen
X
Brandstoffilter controle-
ren***
X
Bu: Bedrijfsuren
* Wanneer de motor op volle belasting of bij hoge temperaturen draait.
** Reinig het luchtfilter vaker wanneer de motor in een stoffige omgeving werkt.
*** Uitvoering door een gespecialiseerd bedrijf.
8 HULP BIJ STORINGEN
VOORZICHTIG!
Risico op letsel
Onderdelen met scherpe randen en
draaiende onderdelen kunnen letsel ver-
oorzaken.
Draag bij onderhouds- en reinigings-
werkzaamheden altijd beschermen-
de handschoenen!
OPMERKING
Neem contact op met onze klantenser-
vice bij storingen die niet in deze tabel
staan vermeld of die u niet zelf kunt op-
lossen.
Storing Oorzaak Oplossing
Motor slaat niet aan. Brandstof ontbreekt Vul brandstof bij.
Slechte, vervuilde brandstof, ou-
de brandstof in de tank
Tap de brandstoftank af en vul deze met
verse brandstof.
Fout startproces Voer de startprocedure correct uit.
Bougie niet aangesloten Controleer de bougiestekker, let op cor-
recte plaatsing op de bougie.
NL
40 AL-KO Pro 225
Transport
Storing Oorzaak Oplossing
Bougie vochtig Bougie controleren.
Bougie-elektrode vervuild
Onjuiste elektrodenafstand
Luchtfilter verstopt Luchtfilter controleren en reinigen.
Ongeschikte olie voor dit jaarge-
tijde
Olie controleren, eventueel vervangen.
Vorming van gasbellen in de car-
burateur vanwege de hoge tem-
peraturen
Wacht enkele minuten en herhaal de
startpoging.
Verbrandingsproblemen Uitsluitend laten controleren door een
werkplaats met klantenservice!
Ontstekingsproblemen Uitsluitend laten controleren door een
werkplaats met klantenservice!
Vermogensverlies tij-
dens bedrijf
Luchtfilter verstopt Luchtfilter controleren en reinigen.
Verbrandingsproblemen Uitsluitend laten controleren door een
werkplaats met klantenservice!
Ongelijkmatige werking Bougie-elektrode vervuild Bougie controleren.
Onjuiste elektrodenafstand
Bougiestekker slecht opgestoken Controleer de bougiestekker, let op cor-
recte plaatsing op de bougie.
Luchtfilter verstopt Luchtfilter controleren en reinigen.
Choke is ingeschakeld Choke uitschakelen.
Verbrandingsproblemen Uitsluitend laten controleren door een
werkplaats met klantenservice!
Ontstekingsproblemen Uitsluitend laten controleren door een
werkplaats met klantenservice!
Vul hieronder het serienummer van de motor in,
samen met de aankoopdatum. Deze informatie
heeft u nodig bij het bestellen van reservedelen,
technische vragen en bij eventuele aanspraken
op garantie.
Serienummer motor:
Aankoopdatum:
9 TRANSPORT
Transporteer de motor uitsluitend met lege
brandstoftank.
Transporteer de motor altijd in een horizonta-
le stand, ter voorkoming van:
weglekkende brandstof en olie
rookontwikkeling
moeilijk starten
roetafzettingen op de bougie
493401_a 41
Opslag
10 OPSLAG
OPMERKING
Voor overige informatie: zie de gebruiks-
handleiding van de gazontrekker.
WAARSCHUWING!
Brand- en explosiegevaar
Wanneer brandstof ontsnapt ontstaat
een explosief benzine-luchtmengsel.
Door een ondeskundige omgang met
brandstoffen kunnen deze ontsteken,
exploderen en ontbranden, wat tot
zwaar letsel en zelfs sterfgevallen kan
leiden.
Stal de motor nooit voor open vuur
of warmtebronnen.
Gebruik de motor nooit in een omge-
ving met brandbare stoffen.
Bij een langduriger stalling van de gazontrekker
(langer dan 2 - 3 maanden), moet de brandstof
worden afgetapt, om afzettingen in het brand-
stofsysteem te voorkomen. Bij een kortere stal-
lingsduur kan de brandstof worden beschermd
met een brandstofstabilisator.
OPMERKING
Voor overige informatie: Informeer bij af-
deling klantenservice.
1. Brandstof aftappen uit de carburateur:
Zet de motor in de buitenlucht en laat de-
ze afkoelen.
Plaats een opvangbak voor brandstof on-
der de motor.
Draai de aftapplug (06/3) uit de motor.
Laat de brandstof geheel uit de motor lo-
pen.
Draai de aftapplug weer in de motor.
2. Motor reinigen zie Hoofdstuk 7.3 "(motor en
geluiddemper reinigen (07)).", pagina37
3. Motor stallen:
Stal de motor in een goed geventileerde
ruimte, niet nabij open vuur of warmte-
bronnen.
Stal de motor niet in een omgeving waar
elektromotoren of elektrische gereed-
schappen worden gebruikt.
Bescherm de motor gedurende de stal-
ling tegen vocht.
11 VERWIJDEREN
Benzine en motorolie horen niet bij
het gewone huisvuil of in de riolering,
maar moeten afzonderlijk worden
weggedaan!
Voordat het apparaat wordt afgedabkt moe-
ten de brandstof- en de motorolietank worden
geleegd!
Verpakking, apparaat en toebehoren zijn ver-
vaardigd van materialen die voor hergebruik
geschikt zijn. Verwijder deze daarom dien-
overeenkomstig.
12 TECHNISCHE GEGEVENS
Motortype PRO 225
Cilinderinhoud 224.4cm
3
Vermogen 4,2kW / 3000min
-1
Tankinhoud motorolie 0,5l
Koelsysteem Luchtkoeling
Elektrodenafstand bou-
gie
0,7mm - 0,8mm
13 RESERVEONDERDELEN
Aanbevolen bougies: F7RTC of gelijkwaardig
Reservedelen zijn verkrijgbaar via erkende dea-
lers of onze servicedienst.
14 KLANTENSERVICE/SERVICE
CENTRE
Voor vragen over garantie, reparatie of reserve-
onderdelen kunt u contact opnemen met het
dichtstbijzijnde AL-KOservice centre. Deze vindt
u op internet op het volgende adres:
www.al-ko.com/service-contacts
NL
42 AL-KO Pro 225
Garantie
15 GARANTIE
Eventueel binnen de wettelijke termijn voor aansprakelijkheid optredende materiaal- of fabricagefou-
ten van het apparaat worden naar eigen oordeel door ons verholpen, hetzij door reparatie of door le-
vering van een vervangend apparaat. De geldende termijn voor aansprakelijkheid hangt in elk geval af
van de wetgeving in het land waarin het apparaat werd aangeschaft.
Onze garantie geldt alleen bij:
naleving van deze gebruikershandleiding
Deskundig gebruik
Gebruik van originele reserveonderdelen
De garantie vervalt bij:
Eigenhandig uitgevoerde reparatiepogingen
Eigenhandig aangebrachte technische wijzi-
gingen
Gebruik voor andere doeleinden dan het ge-
bruiksdoel
Van de garantie zijn uitgesloten:
lakschade opgetreden als gevolg van normaal gebruik
Slijtageonderdelen die op de reserveonderdelenkaart met een kader
xxxxxx (x)
zijn aangeduid
De garantietermijn begint bij de aanschaf door de eerste eindgebruiker. Maatgevend is daarbij de da-
tum op de kassabon. Ga met deze garantieverklaring en de originele kassabon naar uw dealer of naar
de dichtstbijzijnde klantenservice. Deze verklaring laat het vorderingsrecht van de koper jegens de
verkoper wegens defecten aan het apparaat onverlet.

Documenttranscriptie

NL Vertaling van de originele gebruikershandleiding VERTALING VAN DE ORIGINELE GEBRUIKERSHANDLEIDING Inhoudsopgave 1 Over deze gebruikershandleiding ............ 30 13 Reserveonderdelen ................................... 41 1.1 Symbolen op de titelpagina................ 30 14 Klantenservice/service centre ................... 41 1.2 Verklaring van pictogrammen en signaalwoorden....................................... 30 15 Garantie..................................................... 42 2 Productomschrijving ................................ 31 2.1 Reglementair gebruik ......................... 31 2.2 Symbolen op het apparaat ................. 31 2.3 Productoverzicht (01) ......................... 31 3 Veiligheidsinstructies ............................... 32 3.1 Gebruiker ........................................... 32 3.2 Veiligheid van personen, dieren en eigendommen .................................... 32 3.3 Omgang met benzine en olie ............. 33 4 Ingebruikname ......................................... 33 4.1 De algehele motorconditie controleren ...................................................... 33 4.2 Vullen met gebruiksvloeistoffen ......... 33 5 4.2.1 Motorolie bijvullen (02) ................ 34 4.2.2 Oliepeil controleren (02) .............. 34 4.2.3 Benzine bijvullen.......................... 35 1 OVER DEZE GEBRUIKERSHANDLEIDING ■ De Duitse versie is de originele gebruiksaanwijzing. Alle andere taalversies zijn vertalingen van de originele gebruiksaanwijzing. Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed zodat u hierin het antwoord op uw vragen kunt terugvinden wanneer u informatie over het product nodig hebt. Geef het product alleen samen met deze gebruiksaanwijzing aan andere personen door. Lees en neem de veiligheids- en waarschuwingsinstructies in deze gebruiksaanwijzing in acht. Neem de meegeleverde gebruikshandleiding van het apparaat in acht. ■ ■ ■ ■ 1.1 Symbool Betekenis Reparaties ............................................... 36 Lees voor de ingebruikname deze gebruiksaanwijzing absoluut zorgvuldig door. Dit is de voorwaarde voor veilig werken en een storingsvrij gebruik. Onderhoud en verzorging ........................ 36 Gebruiksaanwijzing Gebruik van de motor .............................. 35 5.1 6 7 Symbolen op de titelpagina De motor starten en stoppen.............. 35 7.1 Vervangen van het luchtfilter (03) ...... 36 7.2 Olie verversen (06)............................. 37 7.3 Motor en geluiddemper reinigen (07) . 37 7.4 Luchtfilter reinigen (08) ...................... 37 7.5 Bougie onderhouden (09) .................. 38 7.6 Carburateurinstellingen ...................... 38 7.7 Onderhoudsschema........................... 38 8 Hulp bij storingen ..................................... 39 9 Transport ................................................. 40 10 Opslag ..................................................... 41 Gebruik het benzineapparaat niet in de buurt van open vlammen of hittebronnen. 1.2 Verklaring van pictogrammen en signaalwoorden GEVAAR! Wijst op een direct gevaarlijke situatie, die, wanneer ze niet vermeden wordt, tot de dood of tot een ernstig letsel leidt. 11 Verwijderen .............................................. 41 12 Technische gegevens .............................. 41 30 AL-KO Pro 225 Productomschrijving WAARSCHUWING! Wijst op een potentieel gevaarlijke situatie, die, wanneer ze niet vermeden wordt, tot de dood of tot een zwaar letsel kan leiden. markering) en de afwijzing van elke verantwoordelijkheid vanwege de fabrikant wat betreft schade aan de gebruiker of derden. 2.2 Symbolen op het apparaat Let op! Motoren stoten koolmonoxide uit, een reukloos, kleurloos en giftig gas. Het inademen van koolmonoxide kan leiden tot misselijkheid, bewusteloosheid en zelfs de dood. Het starten en laten draaien van de motor mag altijd uitsluitend in de vrije buitenlucht plaatsvinden. Het starten en laten draaien van de motor mag nooit plaatsvinden in gesloten ruimten, ook niet wanneer deuren en ramen geopend zijn. VOORZICHTIG! Wijst op een potentieel gevaarlijke situatie, die, wanneer ze niet vermeden wordt, tot een licht of middelzwaar letsel kan leiden. LET OP! Wijst op een situatie, die, wanneer ze niet vermeden wordt, tot materiële schade kan leiden. OPMERKING Speciale aanwijzingen voor meer duidelijkheid en een beter gebruik. 2 Lees vóór ingebruikname de gebruiksaanwijzing! Brandstof en brandstofdampen zijn uiterst licht ontvlambaar en explosief. Bij het starten van de motor worden vonken opgewekt. Dergelijke vonken kunnen brandbare gassen in de omgeving ontsteken. Brandbare vreemde voorwerpen, zoals loof, gras enz. kunnen worden ontstoken. PRODUCTOMSCHRIJVING In deze documentatie wordt een verbrandingsmotor beschreven. Neem aanvullend ook steeds de instructies uit de gebruikershandleiding van het tuingereedschap in acht! GEVAAR! Levensgevaar Verstikkingsgevaar door giftig koolmonoxide ■ Start en gebruik de motor uitsluitend in de vrije buitenlucht. ■ Het gebruik in gesloten ruimten is verboden, ook wanneer deuren en ramen geopend zijn. 2.1 Reglementair gebruik Deze verbrandingsmotor is ontwikkeld als krachtbron voor zitmaaiers voor particulier gebruik. Vanwege zijn uitlaatgassen mag de motor nooit in binnenruimten worden gebruikt, maar uitsluitend in de vrije buitenlucht. Een andere, hiervan afwijkende toepassing wordt beschouwd als nietreglementair. Deze motor is uitsluitend bedoeld voor particulier gebruik. Elke andere toepassing, alsook een verboden om- of aanbouw, worden beschouwd als niet beoogd gebruik en leiden tot uitsluiting van de garantie, het verlies van de conformiteit (CE- 493401_a Let op! Een draaiende motor geeft hitte af. Motoronderdelen, met name de uitlaat, kunnen zeer heet worden. De motor afzetten en af laten koelen. De geluidsdemper vrijhouden van verontreinigingen. 2.3 Productoverzicht (01) Nr. Component 1 Brandstoftank 2 Starthandgreep 3 Luchtfilter 4 Carburateur 5 Bougie 6 Geluiddemper 7 Olievuldop met peilstok 31 NL 3 Veiligheidsinstructies VEILIGHEIDSINSTRUCTIES GEVAAR! Levensgevaar en gevaar voor zeer ernstig persoonlijk letsel door onbekendheid met de veiligheidsinstructies Onbekendheid met de veiligheidsinstructies en bedieningsinstructies kan bijzonder ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg hebben. ■ Volg alle veiligheidsinstructies en bedieningsinstructies in deze gebruiksaanwijzing op evenals in de gebruiksaanwijzingen waarnaar wordt verwezen, voordat u het apparaat gebruikt. ■ Bewaar alle bijgeleverde documenten voor toekomstig gebruik. GEVAAR! Levensgevaar door vergiftiging De uitlaatgassen van de motor bevatten koolmonoxide, dat voor een mens binnen enkele minuten dodelijk kan zijn. ■ Laat de motor nooit draaien in gesloten ruimten, maar altijd uitsluitend in de buitenlucht. ■ Adem geen uitlaatdampen in. ■ Schakel de motor uit wanneer u tijdens het gebruik van het apparaat misselijk, duizelig of onwel wordt. Raadpleeg onmiddellijk een arts. ■ ■ ■ ■ ■ Gebruik de motor uitsluitend wanneer deze in onberispelijke staat verkeert. Stel de veiligheids- en beveiligingsvoorzieningen niet buiten werking. Draag gehoorbescherming. Lees de aanwijzingen in deze gebruikshandleiding en in de gebruikshandleiding van de gazontrekker, waarin de motor is ingebouwd, aandachtig door en volg deze steeds op. Leer om de motor snel uit te schakelen. Gebruik nooit startsprays of soortgelijke middelen. 3.1 Gebruiker ■ Personen van jonger dan 16 jaar en personen die de gebruiksaanwijzing niet hebben gelezen, mogen de motor niet gebruiken. Eventuele landspecifieke veiligheidsvoor- 32 ■ 3.2 ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ schriften voor de minimumleeftijd van de gebruiker naleven. Motor niet onder invloed van alcohol, drugs of medicijnen in werking stellen. Veiligheid van personen, dieren en eigendommen Gebruik de motor uitsluitend waarvoor deze bedoeld is. Niet-reglementair gebruik kan letsel en materiële schade veroorzaken. De gebruiker is verantwoordelijk voor eventueel letsel bij derden en voor materiële schade. Houd anderen uit de buurt van de gevarenzone. Schakel de motor alleen in als er geen personen of dieren in het werkgebied aanwezig zijn. Houd een veiligheidsafstand aan tot personen en dieren of schakel de motor uit als personen of dieren naderen. Houd de stroom van uitlaatgassen nooit gericht op personen of dieren, of op brandbare producten en voorwerpen. Grijp niet in het aanzuig- en luchtfilter als de motor draait. De draaiende onderdelen kunnen letsel veroorzaken. Schakel de motor altijd uit wanneer u deze niet nodig heeft, bijv. bij het verplaatsen naar een ander werkgebied, bij onderhoudswerkzaamheden, bij het tanken van het benzineoliemengsel. Gebruik de motor niet in slecht geventileerde werkomgevingen (bijv. garage). De uitlaatgassen bevatten giftig koolmonoxide en andere schadelijke stoffen. Schakel de motor in het geval van een ongeluk onmiddellijk uit, om verder letsel of materiële schade te voorkomen. Gebruik de motor nooit met versleten of defecte onderdelen. Versleten of defecte onderdelen kunnen ernstig letsel veroorzaken. Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen en origineel toebehoren. Berg de motor buiten het bereik van kinderen op. Instrueer kinderen en jongeren niet met de motor te spelen. AL-KO Pro 225 Ingebruikname 3.3 Omgang met benzine en olie GEVAAR! Explosie- en brandgevaar Bij het ontsnappen van een benzineluchtmengsel ontstaat potentieel explosieve atmosfeer. Door een ondeskundige omgang met brandstoffen kunnen deze ontsteken, exploderen en ontbranden, wat tot zwaar letsel en zelfs sterfgevallen kan leiden. ■ Rook nooit, terwijl u met benzine werkt. ■ Werk uitsluitend in de buitenlucht met benzine en nooit in afgesloten ruimten. ■ Neem beslist altijd de volgende gedragsregels in acht. ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ Transporteer en bewaar benzine en olie uitsluitend op in goedgekeurde voorraadvaten. Zorg ervoor dat de opgeslagen benzine en olie niet toegankelijk zijn voor kinderen. Zorg ervoor, om bodemvervuiling (milieubescherming) te vermijden, dat bij het tanken geen benzine en geen olie in de aarde terechtkomt. Gebruik bij het tanken een trechter. Tank het apparaat nooit af in gesloten ruimten. Op de vloer kunnen zich benzinedampen verzamelen waardoor het tot een explosieve verbranding of zelfs explosie kan komen. Veeg gemorste benzine altijd onmiddellijk op van het apparaat of de vloer. Laat de doeken waarmee u benzine afgeveegd heeft, op een goed geventileerde plaats drogen voordat u deze weggooit. Anders kan spontane zelfontbranding optreden. Bij het morsen van benzine ontstaan benzinedampen. Start het apparaat daarom nooit op dezelfde plaats, maar altijd op een plaats die minimaal 3 m daarvan is verwijderd. Vermijd huidcontact met producten van minerale oliën. Adem geen benzinedampen in. Draag altijd veiligheidshandschoenen om brandstof bij te vullen. Vervang en reinig de beschermende kleding regelmatig. Let erop dat uw kleding niet in contact komt met benzine. Vervang uw kleding onmiddellijk wanneer benzine op uw kleding terechtgekomen is. Tank het apparaat nooit af, bij draaiende of hete motor. 493401_a 4 INGEBRUIKNAME OPMERKING Voor ingebruikname: ■ altijd een visuele controle uitvoeren. Met loszittende, beschadigde of versleten bedrijfs- en/of bevestingsonderdelen mag de motor niet worden gebruikt. ■ Vul de motor beslist met motorolie. 4.1 De algehele motorconditie controleren 1. Controleer de motor op: ■ Aanwijzingen voor olie- of benzinelekkages op de buiten- en onderkant van de motor. ■ Overmatig vuil of vreemde voorwerpen ■ Zichtbare beschadigingen ■ Stevige bevestiging van alle bouten en moeren ■ Stevige bevestiging en aanwezigheid van afschermingen en afdekkingen ■ Beschadiging en vervuiling van het luchtfilter ■ Brandstofpeil ■ Motoroliepeil 2. Verhelp vastgestelde gebreken voor ingebruikname. 4.2 Vullen met gebruiksvloeistoffen WAARSCHUWING! Brand- en explosiegevaar Benzine en olie zijn zeer gemakkelijk ontvlambaar. Een brand kan dodelijk letsel tot gevolg hebben. ■ Vul de motor uitsluitend in de vrije buitenlucht met benzine en olie, uit de buurt van open vuur of warmtebronnen. ■ ■ ■ Vervang de tank of tankdop onmiddellijk wanneer deze beschadigd is/zijn. Tankdop altijd stevig sluiten. Wanneer er benzine is uitgelopen: ■ De motor niet starten. ■ Startpogingen voorkomen. ■ Reinig de gazontrekker en motor. ■ Gemorste brandstof kan op kunststofonderdelen tot beschadigingen leiden: Veeg de brandstof meteen weg. De garantie 33 NL Ingebruikname dekt geen schade aan plastic onderdelen die is veroorzaakt door brandstof. 4.2.1 Motorolie bijvullen (02) Aanbevelingen voor oliegebruik Motorolie vervult een doorslaggevende rol bij de prestaties en de levensduur van de motor. ■ Gebruik een reinigende motorolie die voldoet aan de eisen voor de API-serviceklassen SE en SF. ■ Controleer het API-servicelabel op het oliereservoir om er zeker van te zijn dat het de letters SE of SF bevat. ■ Selecteer de SAE-viscositeitsklasse volgens de onderstaande tabel: Temperatuurbereik SAE-viscositeitsklasse +5 – +35 °C SAE 30 (single-grade zomerolie) -15 – +5 °C 10W-30 (multigrade-oliën) -25 – +35 °C 10W-30 (synthetische multigrade-oliën) ■ ■ Het gebruik van multigrade-oliën kan bij hoge temperaturen leiden tot een hoger verbruik. Controleer daarom vaker het oliepeil. Meng geen olie van verschillende soorten en eigenschappen. LET OP! Gevaar voor beschadiging van de motor Het gebruik van olie van type SAE 30 (single-grade zomerolie) bij temperaturen lager dan +5 °C kan tot beschadiging van de motor leiden, vanwege onvoldoende smering. ■ Gebruik alleen de aanbevolen motorolie. Olie bijvullen OPMERKING De olie-inhoud voor de motor AL-KO Pro 225 bedraagt maximaal 0,5 l. 34 OPMERKING Laat het oliepeil niet stijgen tot boven het MAX-peil. Te veel olie leidt tot: ■ Rook in het uitlaatgas ■ Vervuiling van de bougie of het luchtfilter Wanneer nog geen olie in de motor aanwezig is: 1. Schenk de motorolie in een geschikte beker. 2. Schroef de peilstok (02/1) uit de olievulopening (02/2). 3. Giet de olie langzaam en in kleine hoeveelheden in de olievulopening. Gebruik hiervoor een trechter (niet inbegrepen in de leveringsomvang van de motor). 4. Onderbreek het vullen met olie meermaals om het oliepeil te controleren. Het MAXmerkteken (02/3) mag niet worden overschreden (zie Hoofdstuk 4.2.2 "Oliepeil controleren (02)", pagina 34). 5. Steek de oliepeilstok weer in de motor en schroef deze stevig vast. 6. Veeg eventueel gemorste olie weg. 4.2.2 Oliepeil controleren (02) LET OP! Gevaar voor beschadiging van de motor Laag oliepeil kan motorschade veroorzaken. ■ Controleer regelmatig het oliepeil. ■ Vul olie bij wanneer het oliepeil laag is. 1. Stop de motor en laat deze afkoelen. Opmerking: De motor moet horizontaal staan. 2. Verwijder vreemde voorwerpen rond de olievulopening. 3. Schroef de oliepeilstok (02/1) uit de vulopening en veeg deze schoon. 4. Oliepeilstok erin steken tot aan de aanslag, erin schroeven en vervolgens naar buiten trekken. Controleer of het oliepeil tussen de markeringen MIN en MAX ligt. 5. Wanneer het oliepeil in de buurt van of onder de MIN-markering ligt: Vullen met olie. 6. Steek de oliepeilstok weer in de motor en schroef deze stevig vast. 7. Veeg eventueel gemorste olie weg. AL-KO Pro 225 Gebruik van de motor 4.2.3 Benzine bijvullen Aanbevelingen betreffende de benzine ■ Gebruik schone, nieuwe, loodvrije benzine met een octaangetal van minstens 85. ■ Brandstof kopen in hoeveelheden die binnen 30 dagen kunnen worden verbruikt (Opslag). ■ In geen geval benzine met een methanolgehalte gebruiken. ■ Meng de benzine niet met olie of additieven. WAARSCHUWING! Gevaar door draaiende delen van het apparaat! Als er in draaiende delen van het apparaat wordt gegrepen veroorzaakt dit zeer ernstig letsel! ■ Grijp nooit in draaiende delen van het apparaat! ■ Benzine bijvullen OPMERKING Voor overige informatie: zie de gebruikshandleiding van de gazontrekker. 5 GEBRUIK VAN DE MOTOR GEVAAR! Levensgevaar door vergiftiging De uitlaatgassen van de motor bevatten koolmonoxide, dat voor een mens binnen enkele minuten dodelijk kan zijn. ■ Laat de motor nooit draaien in gesloten ruimten, maar altijd uitsluitend in de buitenlucht. ■ Adem geen uitlaatdampen in. ■ Schakel de motor uit wanneer u tijdens het gebruik misselijk, duizelig of onwel wordt. Raadpleeg onmiddellijk een arts. WAARSCHUWING! Explosiegevaar Benzine en olie zijn zeer gemakkelijk ontvlambaar. ■ Gebruik geen startspray of soortgelijke middelen. WAARSCHUWING! Gevaar voor verbranding Draaiende motoren worden tijdens het gebruik zeer heet! ■ Raak tijdens het gebruik nooit onderdelen van de motor aan, dit geldt vooral voor de uitlaat. ■ Laat de uitlaat, cilinder en koelribben afkoelen, voordat u deze aanraakt. 493401_a ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ 5.1 Voordat de motor in gebruik wordt genomen de gebruiksaanwijzing voor het apparaat in acht nemen. Motor alleen buitenshuis starten en laten draaien. De motor niet in schuine posities boven 15° hellingshoek gebruiken. Motor alleen in horizontale positie starten. De machine niet zo ver zijdelings kantelen dat er brandstof vrijkomt uit de tankdop. Controleer het oliepeil. Lang haar opbinden en sieraden verwijderen. Geen losse kleding dragen. Stevig, antislipschoeisel dragen. Niet de basisafstelling van de motor wijzigen en niet te snel laten draaien. Bij het starten de veiligheidsafstand in acht nemen. Schakel de motor uit en laat hem afkoelen, voordat de tankdop wordt verwijderd. Schakel de motor uit en ontkoppel de bougiekabel voordat u de machine of motor test, reinigt of aan het werk gaat. Voordat u de cilindervinnen en de afscherming aanraakt, moet u wachten totdat de motor voldoende is afgekoeld. Draai de motor niet zonder bougie door. De motor starten en stoppen OPMERKING Neem de gebruiksaanwijzing voor de gazontrekker in acht! Let er bij het starten van de motor op, dat alle inrichtingen voor de aandrijving van de gazontrekker, de aandrijving van werktuigen (bijv. het maaidek) en het uitschakelen van de motor zijn gedeactiveerd. ■ De motor alleen starten in horizontale positie. ■ Bij lage temperaturen kunnen problemen optreden bij de koude start van de motor. 35 NL ■ ■ ■ Reparaties Bij hogere buitentemperaturen kunnen moeilijkheden optreden bij de warme start van de motor, vanwege het verdampen van benzine in de carburateur of de pomp. In een dergelijk geval moet het olietype worden aangepast aan de bedrijfstemperaturen. Het maximale vermogen van een verbrandingsmotor neemt progressief af, naarmate de motor op een grotere hoogte boven de zeespiegel wordt gebruikt. Met het toenemen van de hoogte moeten daarom zware belastingen van de motor en zwaar werk worden vermeden. Regeling van het motortoerental Het motortoerental wordt ingesteld met de gashendel op de gazontrekker: Toerental verhogen. Toerental verlagen. Koude start en warme start Bij een koude start moet de choke worden ingeschakeld, wanneer de motor warm is moet deze weer worden uitgeschakeld. Bij een warme start is het gebruik van de choke niet nodig. De choke in- en uitschakelen. 6 REPARATIES WAARSCHUWING! Letselgevaar bij reparatiewerkzaamheden Ondeskundige reparaties kunnen ernstig letsel en schade aan het apparaat veroorzaken. ■ Reparatiewerkzaamheden alleen laten uitvoeren in servicewerkplaatsen van AL-KO of bij geautoriseerde montagebedrijven! ■ 36 Er mogen uitsluitend originele reserveonderdelen van AL-KO worden gebruikt. 7 ONDERHOUD EN VERZORGING WAARSCHUWING! Risico op letsel Het onbedoeld inschakelen van de motor kan tot ernstig letsel leiden. ■ Voor aanvang van afstel-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet de motor altijd worden uitgeschakeld en beveiligd tegen onbedoeld opnieuw inschakelen. ■ Regelmatig onderhoud is onontbeerlijk voor de veiligheid en de instandhouding van de functionaliteit. ■ Onderhoudsschema in acht nemen. ■ Bij gebruik onder zwaardere omstandigheden moet vaker onderhoud worden verricht. 1. Vóór alle onderhouds- en reinigingswerkzaamheden: Trek de bougiedop (04/1) los van de bougie (04/2) (04/a). 2. Voer de in dit hoofdstuk beschreven onderhouds- en reinigingswerkzaamheden uit volgens het onderhoudsschema. 3. Na de onderhouds- en reinigingswerkzaamheden: Steek de bougiedop (05/1) weer op de bougie (05/2) (05/a). 7.1 Vervangen van het luchtfilter (03) OPMERKING ■ Het filterelement moet steeds vrij worden gehouden van grasresten en vuil. ■ Vervang filterelementen uitsluitend door originele reservedelen. ■ De motor mag nooit worden gebruikt zonder een correct gemonteerd filterelement. Luchtfilter regelmatig reinigen. Een beschadigd luchtfilter vervangen. 1. Gebied rond het filterdeksel (03/1) reinigen. 2. Draaiknop (03/2) van het filterdeksel verwijderen en filterdeksel (03/a) verwijderen. 3. Trek het filterelement (03/3) uit het huis (03/ b). 4. Controleer de staat van het filterelement. Het filterelement moet in onberispelijke staat verkeren, schoon en gebruiksklaar zijn. N elk overig geval moet het filterelement worden onderhouden of vervangen. AL-KO Pro 225 Onderhoud en verzorging 5. Vervang het filterelement en monteer het filterdeksel weer. 7.2 Olie verversen (06) Het oliepeil regelmatig controleren. Het oliepeil elke 5 bedrijfsuren of dagelijks voor het starten van de motor controleren. WAARSCHUWING! Brand- en explosiegevaar Wanneer brandstof ontsnapt ontstaat een explosief benzine-luchtmengsel. Door een ondeskundige omgang met brandstoffen kunnen deze ontsteken, exploderen en ontbranden, wat tot zwaar letsel en zelfs sterfgevallen kan leiden. ■ Leeg de brandstoftank, voordat u de olie aftapt. OPMERKING Neem contact op met onze klantenservice als u niet in staat bent zelf werkzaamheden uit te voeren. OPMERKING De olie-inhoud voor de motor AL-KO Pro 225 bedraagt maximaal 0,5 l. OPMERKING ■ Verouderde olie aftappen terwijl de motor warm is. Warme olie stroomt sneller en in zijn geheel uit. ■ Voer de afgewerkte olie af conform de milieuvoorschriften! 1. Om de brandstoftank leeg te maken: Laat de motor draaien totdat deze vanzelf stopt. Of tap de brandstof af. 2. Trek de bougiedop (04/1) los. 3. Plaats een opvangbak (06/1) voor de afgewerkte olie onder de motor. 4. Schroef de oliepeilstok (06/2) uit de vulopening en veeg deze schoon. 5. Draai de aftapplug (06/3) uit de motor. 6. Laat alle olie uitstromen in de opvangbak. 7. Schroef de aftapplug weer in de motor. Controleer of de afdichting correct geplaatst is. Draai de aftapplug stevig vast. 8. Giet de verse olie door de opening voor de peilstok in de motor zie Hoofdstuk 4.2.1 "(vullen met motorolie (02))", pagina 34. Gebruik 493401_a hiervoor een trechter (niet inbegrepen in de leveringsomvang van de motor). 9. Oliepeilstok erin steken tot aan de aanslag, erin schroeven en vervolgens naar buiten trekken. Controleer of het oliepeil de MAXmarkering (06/4) bereikt. 10. Steek de oliepeilstok weer in de motor en schroef deze stevig vast. 11. Veeg eventueel gemorste olie weg. 7.3 Motor en geluiddemper reinigen (07) WAARSCHUWING! Brandgevaar door vreemde voorwerpen Vreemde voorwerpen op de motor kunnen de gazontrekker in brand zetten. Een brand kan ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg hebben. ■ Verwijder brandbare vreemde voorwerpen (bijv. gras, bladeren, vet) van de motor, vooral in de gebieden rondom de uitlaat en de cilinder. ■ Controleer en reinig de gebieden rond de uitlaat en de cilinder regelmatig. LET OP! Gevaar door water Binnendringend water (ontstekingsinstallatie, carburateur...) kan tot storingen leiden. ■ Spuit de motor niet af met water. 1. Laat de motor afkoelen voordat u met het reinigen begint. 2. Verwijder met regelmaat het vuil van de motor met behulp van een poetsdoek of borstel. 3. Verwijder alle afvalstoffen en vuilresten van de geluiddemper en de beschermkap hiervan, met behulp van perslucht. 4. Het koelsysteem reinigen: ■ Verwijder verstoppingen uit de openingen voor koellucht (07/1). ■ Om oververhitting te voorkomen eventueel ook de binnenste koelribben en oppervlakken reinigen. 5. Wis kunststofdelen af met een vochtige spons (07/2) met reinigingsmiddel. 7.4 Luchtfilter reinigen (08) 1. Reinig het gebied rondom het filterdeksel. 37 NL Onderhoud en verzorging 2. Draaiknop (08/1) van het filterdeksel (08/2) verwijderen. 3. Verwijder het filterdeksel. 4. Filterelement (08/3) verwijderen. 5. Inlaatspruitstuk (08/4) van de motor afsluiten met een poetsdoek, om te voorkomen dat er vuil in de motor terechtkomt. 6. Filterelement uitkloppen op een stevig oppervlak en van binnen naar buiten uitblazen met perslucht om stof en vuil te verwijderen. 7. Reinig de binnenkant van het filterdeksel (08/2). 8. Doek verwijderen van het inlaatspruitstuk. 9. Vervang het filterelement en monteer het filterdeksel weer. 7.5 Bougie onderhouden (09) Voorgeschreven bougietype: zie Hoofdstuk 13 "Reserveonderdelen", pagina 41. WAARSCHUWING! Gevaar voor persoonlijk letsel door een elektrische schok Het controleren van de ontstekingsvonk bij gedemonteerde bougie kan tot zwaar letsel door een elektrische schok leiden en kan brand veroorzaken. ■ Controleer de ontstekingsvonk nooit wanneer de bougie is gedemonteerd. Gebruik in plaats daarvan een vonktester. LET OP! Gevaar voor beschadiging van de motor Het gebruik van de motor met een onjuiste bougie of zonder bougie leidt tot ernstige beschadiging van de motor! ■ Gebruik altijd het voorgeschreven type bougie. ■ Probeer nooit om de motor te starten zonder bougie. 1. Draai de bougie (09/1) met behulp van een pijpsleutel (09/2) uit de motor. 2. Reinig de elektroden met een metaalborstel (09/3) en verwijder eventuele roetafzettingen. 3. Controleer de juiste elektrodenafstand (09/5) met een voelermaat (09/4). Opmerking: De elektrodenafstand van de bougie moet 0,7 mm – 0,8 mm bedragen. 4. Schroef de bougie weer in de motor en draai deze vast met een steeksleutel. 7.6 Carburateurinstellingen OPMERKING Het instellen van de carburateur mag uitsluitend worden uitgevoerd door een erkende onderhoudswerkplaats. 7.7 Onderhoudsschema Volgende werkzaamheden mogen door de gebruiker zelf worden uitgevoerd. Alle overige onderhouds-, service- en reparatiewerkzaamheden moeten door een erkende service reparatiewerkplaats worden uitgevoerd. Denk ook aan de aanbevolen jaarlijkse smeringen conform smeerplan. OPMERKING Bij zware belasting en bij hoge temperaturen kunnen kortere onderhoudsintervallen nodig zijn dan in de tabel hierna zijn vermeld. 38 AL-KO Pro 225 Hulp bij storingen Activiteit Voor elk Na elk gebruik gebruik Motoroliepeil controleren Na de 1e maand of de eerste 5 bedrijfsuren Om de 3 maanden of 25 bedrijfsuren Om de 6 maanden of 50 bedrijfsuren X X* X Ieder jaar of om de 100 bedrijfsuren Voor elke opslag X Motorolie vervangen Luchtfilter reinigen X X** Luchtfilter vervangen X Bougie controleren X De bougie vervangen X Controleren op losse onderdelen X Luchtaanzuigrooster aan de motor Reinigen X X Brandstoffilter controleren*** X Bu: Bedrijfsuren * Wanneer de motor op volle belasting of bij hoge temperaturen draait. ** Reinig het luchtfilter vaker wanneer de motor in een stoffige omgeving werkt. *** Uitvoering door een gespecialiseerd bedrijf. 8 HULP BIJ STORINGEN VOORZICHTIG! Risico op letsel Onderdelen met scherpe randen en draaiende onderdelen kunnen letsel veroorzaken. ■ Draag bij onderhouds- en reinigingswerkzaamheden altijd beschermende handschoenen! OPMERKING Neem contact op met onze klantenservice bij storingen die niet in deze tabel staan vermeld of die u niet zelf kunt oplossen. Storing Oorzaak Oplossing Motor slaat niet aan. Brandstof ontbreekt Vul brandstof bij. Slechte, vervuilde brandstof, oude brandstof in de tank Tap de brandstoftank af en vul deze met verse brandstof. Fout startproces Voer de startprocedure correct uit. Bougie niet aangesloten Controleer de bougiestekker, let op correcte plaatsing op de bougie. 493401_a 39 NL Storing Transport Oorzaak Oplossing Bougie vochtig Bougie controleren. Bougie-elektrode vervuild Onjuiste elektrodenafstand Luchtfilter verstopt Luchtfilter controleren en reinigen. Ongeschikte olie voor dit jaargetijde Olie controleren, eventueel vervangen. Vorming van gasbellen in de car- Wacht enkele minuten en herhaal de burateur vanwege de hoge tem- startpoging. peraturen Verbrandingsproblemen Uitsluitend laten controleren door een werkplaats met klantenservice! Ontstekingsproblemen Uitsluitend laten controleren door een werkplaats met klantenservice! Vermogensverlies tijdens bedrijf Luchtfilter verstopt Luchtfilter controleren en reinigen. Verbrandingsproblemen Uitsluitend laten controleren door een werkplaats met klantenservice! Ongelijkmatige werking Bougie-elektrode vervuild Bougie controleren. Onjuiste elektrodenafstand Bougiestekker slecht opgestoken Controleer de bougiestekker, let op correcte plaatsing op de bougie. Luchtfilter verstopt Luchtfilter controleren en reinigen. Choke is ingeschakeld Choke uitschakelen. Verbrandingsproblemen Uitsluitend laten controleren door een werkplaats met klantenservice! Ontstekingsproblemen Uitsluitend laten controleren door een werkplaats met klantenservice! Vul hieronder het serienummer van de motor in, samen met de aankoopdatum. Deze informatie heeft u nodig bij het bestellen van reservedelen, technische vragen en bij eventuele aanspraken op garantie. Serienummer motor: Aankoopdatum: 9 TRANSPORT ■ Transporteer de motor uitsluitend met lege brandstoftank. Transporteer de motor altijd in een horizontale stand, ter voorkoming van: ■ weglekkende brandstof en olie ■ rookontwikkeling ■ moeilijk starten ■ 40 ■ roetafzettingen op de bougie AL-KO Pro 225 Opslag 10 OPSLAG 11 VERWIJDEREN ■ OPMERKING Voor overige informatie: zie de gebruikshandleiding van de gazontrekker. WAARSCHUWING! Brand- en explosiegevaar Wanneer brandstof ontsnapt ontstaat een explosief benzine-luchtmengsel. Door een ondeskundige omgang met brandstoffen kunnen deze ontsteken, exploderen en ontbranden, wat tot zwaar letsel en zelfs sterfgevallen kan leiden. ■ Stal de motor nooit voor open vuur of warmtebronnen. ■ Gebruik de motor nooit in een omgeving met brandbare stoffen. Bij een langduriger stalling van de gazontrekker (langer dan 2 - 3 maanden), moet de brandstof worden afgetapt, om afzettingen in het brandstofsysteem te voorkomen. Bij een kortere stallingsduur kan de brandstof worden beschermd met een brandstofstabilisator. OPMERKING Voor overige informatie: Informeer bij afdeling klantenservice. 1. Brandstof aftappen uit de carburateur: ■ Zet de motor in de buitenlucht en laat deze afkoelen. ■ Plaats een opvangbak voor brandstof onder de motor. ■ Draai de aftapplug (06/3) uit de motor. ■ Laat de brandstof geheel uit de motor lopen. ■ Draai de aftapplug weer in de motor. 2. Motor reinigen zie Hoofdstuk 7.3 "(motor en geluiddemper reinigen (07)).", pagina 37 3. Motor stallen: ■ Stal de motor in een goed geventileerde ruimte, niet nabij open vuur of warmtebronnen. ■ Stal de motor niet in een omgeving waar elektromotoren of elektrische gereedschappen worden gebruikt. ■ Bescherm de motor gedurende de stalling tegen vocht. 493401_a ■ ■ Benzine en motorolie horen niet bij het gewone huisvuil of in de riolering, maar moeten afzonderlijk worden weggedaan! Voordat het apparaat wordt afgedabkt moeten de brandstof- en de motorolietank worden geleegd! Verpakking, apparaat en toebehoren zijn vervaardigd van materialen die voor hergebruik geschikt zijn. Verwijder deze daarom dienovereenkomstig. 12 TECHNISCHE GEGEVENS Motortype PRO 225 Cilinderinhoud 224.4 cm3 Vermogen 4,2 kW / 3000 min-1 Tankinhoud motorolie Koelsysteem Elektrodenafstand bougie 0,5 l Luchtkoeling 0,7 mm - 0,8 mm 13 RESERVEONDERDELEN Aanbevolen bougies: F7RTC of gelijkwaardig Reservedelen zijn verkrijgbaar via erkende dealers of onze servicedienst. 14 KLANTENSERVICE/SERVICE CENTRE Voor vragen over garantie, reparatie of reserveonderdelen kunt u contact opnemen met het dichtstbijzijnde AL-KO service centre. Deze vindt u op internet op het volgende adres: www.al-ko.com/service-contacts 41 NL Garantie 15 GARANTIE Eventueel binnen de wettelijke termijn voor aansprakelijkheid optredende materiaal- of fabricagefouten van het apparaat worden naar eigen oordeel door ons verholpen, hetzij door reparatie of door levering van een vervangend apparaat. De geldende termijn voor aansprakelijkheid hangt in elk geval af van de wetgeving in het land waarin het apparaat werd aangeschaft. Onze garantie geldt alleen bij: ■ naleving van deze gebruikershandleiding ■ Deskundig gebruik ■ Gebruik van originele reserveonderdelen De garantie vervalt bij: ■ Eigenhandig uitgevoerde reparatiepogingen ■ Eigenhandig aangebrachte technische wijzigingen ■ Gebruik voor andere doeleinden dan het gebruiksdoel Van de garantie zijn uitgesloten: ■ lakschade opgetreden als gevolg van normaal gebruik ■ Slijtageonderdelen die op de reserveonderdelenkaart met een kader xxxxxx (x) zijn aangeduid De garantietermijn begint bij de aanschaf door de eerste eindgebruiker. Maatgevend is daarbij de datum op de kassabon. Ga met deze garantieverklaring en de originele kassabon naar uw dealer of naar de dichtstbijzijnde klantenservice. Deze verklaring laat het vorderingsrecht van de koper jegens de verkoper wegens defecten aan het apparaat onverlet. 42 AL-KO Pro 225
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244

AL-KO R 7-63.8 A Comfort Ride-On Lawnmower Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor