Hilti GX 120 Handleiding

Type
Handleiding
GX 120
274634
Bedienungsanleitung de
Mode d’emploi fr
Gebruiksaanwijzing nl
Használati utasítás hu
Инструкция по зксплуатации ru
vod k obsluze cs
vod na obsluhu sk
Instrukcja obsługi pl
Upute za uporabu hr
Navodila za uporabo sl
Ръководство за обслужване bg
Instrucţiuni de utilizare ro
Kulllanma Talimatı tr
Printed: 28.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5125172 / 000 / 01
2
1
+[
8
7+#+≠
9
3
4
5
6
+“
Ga
s
5
1
Printed: 28.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5125172 / 000 / 01
3
1
2
2
3
4
6
3
1
5
2
4
6
7
2
1
3
8
2
1
9
+[
GAS
5
Printed: 28.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5125172 / 000 / 01
1
11
12
2
1
3
+“
13
14
17
1
2
3
15
16
+
-
10
Printed: 28.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5125172 / 000 / 01
OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING
GX 120 Gasschiethamer
Lees de handleiding voor het eerste gebruik
beslist door.
Bewaar deze handleiding altijd bij het appa-
raat.
Geef het apparaat alleen samen met de hand-
leiding aan andere personen door.
Inhoud Pagina
1 Algemene opmerkingen 28
2 Beschrijving 29
3 Toebehoren, verbruiksmateriaal 29
4 Technische gegevens 30
5 Veiligheidsinstructies 31
6 Inbedrijfneming 32
7 Bediening 33
8 Verzorging en onderhoud 35
9 Foutopsporing 36
10 Afval voor hergebruik recyclen 39
11 Fabrieksgarantie op de apparatuur 39
12 EG-conformiteitsverklaring (origineel) 40
13 Gezondheid en veiligheid van de gebruiker 40
1 Deze nummers verwijzen naar afbeeldingen. De afbeel-
dingen bij de tekst vindt u op de uitklapbare omslagpa-
gina's. Houd deze bij het bestuderen van de handleiding
open.
In de tekst van deze handleiding wordt met »het appa-
raat« altijd de gasschiethamer GX 120 bedoeld.
Onderdelen, bedienings- en indicatie-elementen 1
@
Handgreep
;
Arrêteerknop en slagschakelaar
=
Machinekoppen
%
Steunvoet
&
Magazijn(40nagelsof20nagels)
(
Typeplaatje
)
Gascelhouder
+
Deksel gascelhouder
§
Ventilatiesleuven
/
Vergrendelingshendel
:
Trekker
·
Resetknop
$
Nagelschuif
£
Riemhaak
|
Vulniveau-indicatie
1 Algemene opmerkingen
1.1 Signaalwoorden en hun betekenis
GEVAAR
Voor een direct dreigend gevaar dat tot ernstig letsel of
tot de dood leidt.
WAARSCHUWING
Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot ernstig
letsel of tot de dood kan leiden.
ATTENTIE
Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot licht letsel
of tot materiële schade kan leiden.
AANWIJZING
Voor gebruikstips en andere nuttige informatie.
1.2 Verklaring van de pictogrammen en overige
aanwijzingen
Waarschuwingstekens
Waarschu-
wing voor
algemeen
gevaar
Waarschu-
wing voor
heet
oppervlak
Gebodstekens
Veiligheids-
bril
dragen
Helm dragen Gehoorbe-
scherming
dragen
Werkhand-
schoenen
dragen
nl
28
Printed: 28.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5125172 / 000 / 01
Symbolen
Handleiding
vóór gebruik
lezen
Plaats van de identificatiegegevens op het apparaat
Het type en het seriekenmerk staan op het typeplaatje
van uw apparaat. Neem deze gegevens over in uw hand-
leiding en geef ze altijd door wanneer u onze vertegen-
woordiging of ons servicestation om informatie vraagt.
Type:
Serienr.:
2 Beschrijving
2.1 Gebruik volgens de voorschriften
Het apparaat is bestemd voor het indrijven van speci-
aal gefabriceerde bevestigingselementen in beton, staal
en andere ondergronden die geschikt zijn voor directe
montage (zie handboek voor bevestigingstechniek).
Het apparaat is bestemd voor de professionele gebrui-
ker bij droogbouwtoepassingen en de aannemers- en
installatiebranche voor het indrijven van bevestigingsele-
menten in beton, staal, kalkzandsteen, betonsteen en
gepleisterd metselwerk.
Het apparaat, de gascel en de bevestigingselementen
vormen een technische eenheid. Dit houdt in dat een
probleemloze bevestiging met dit apparaat alleen kan
worden gewaarborgd bij het gebruik van de speciaal voor
het apparaat gefabriceerde Hilti-bevestigingselementen
en Hilti-gascellen. Alleen bij het in acht nemen van deze
voorwaarden gelden de door Hilti aangegeven bevesti-
gings‑ en toepassingsadviezen.
Het apparaat mag alleen met de hand worden bediend.
Het apparaat mag alleen door bevoegd, geïnstrueerd per-
soneel bediend, onderhouden en gerepareerd worden.
Dit personeel moet speciaal op de hoogte zijn gesteld
van de mogelijke gevaren.
Aanpassingen of veranderingen aan het apparaat zijn niet
toegestaan.
Neem de specificaties in de handleiding betreffende het
gebruik, de verzorging en het onderhoud in acht.
Het apparaat en de bijbehorende hulpmiddelen kunnen
gevaar opleveren als ze door ongeschoolde personen
op ondeskundige wijze of niet volgens de voorschriften
worden gebruikt.
3 Toebehoren, verbruiksmateriaal
Omschrijving
Beschrijving
Gascel GC 21/ GC 22
Machinekop X‑120 TN
extra machinekoppen X‑120 WH (Rondellen)/ X‑120 PHD (Delta)/ X‑120 PHP
(Platon)
Magazijn X‑120 GM 40/ X‑120 GM 20
Steunvoet X‑120 SL
Drevelset X‑120 NP set
Apparaatsteun X‑120 TS
Nagel Lengte
In magazijn opgesla-
geninstrokenvan
Voor ondergrond-
materiaal (voor meer
informatie s.v.p. con-
tact opnemen met
Hilti)
X‑EGN 14MX 14 mm (¹/₂") 10 stuks Staal
X‑GHP 18MX 18 mm (¹¹/₁₆") 10 stuks Hard beton/ Prefab
beton/ staal
XGHP20MX 20mm(³/") 10stuks Hardbeton/Prefab
beton/ staal
XGHP24MX 24mm(¹/") 10stuks Hardbeton/Prefab
beton/ staal
nl
29
Printed: 28.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5125172 / 000 / 01
Nagel Lengte
In magazijn opgesla-
geninstrokenvan
Voor ondergrond-
materiaal (voor meer
informatie s.v.p. con-
tact opnemen met
Hilti)
X‑GN 20 MX 20 mm (³/₄") 10 stuks Beton/ Gepleisterd
metselwerk (1cm/ ³/₈")/
Kalkzandsteen/ Beton-
steen
X‑GN 27 MX 27 mm (1") 10 stuks Beton/ Gepleisterd
metselwerk (1cm/ ³/₈")/
Kalkzandsteen/ Beton-
steen
X‑GN 32 MX 32 mm (1 ¹/₄") 10 stuks Beton/ Gepleisterd
metselwerk (1cm/ ³/₈")/
Kalkzandsteen/ Beton-
steen
X‑GN 39 MX 39 mm (1 ⁹/₁₆") 10 stuks Beton/ Gepleisterd
metselwerk (1cm/ ³/₈")/
Kalkzandsteen/ Beton-
steen
XGPN37MX 37mm(1¹/") 10stuks Staalplaat/dunnesta-
len ondergronden
4 Technische gegevens
Technische wijzigingen voorbehouden!
AANWIJZING
Het apparaat is uitgerust met een transmitter-moduul.
Apparaat met magazijn
Gewicht 3,8 kg (8.41 lbs)
Afmetingen (L x B x H) 431 mm X 134 mm X 392 mm (17 " x 5 ¼ " x 15 ½ ")
Nagellengte Max. 39 mm (max. 1 ⁹/₁₆")
Nageldiameter 3 mm (∅ 0.118in)/ 2,6 mm (∅ 0.102in)
Magazijncapaciteit 40 + 2 nagels of 20 + 2 nagels
Aandruktraject 40 mm (1 ⁹/₁₆")
Gebruikstemperatuur / omgevingstemperatuur met
GC 21 gascel
-5…+45 °C (23 °F tot 113 °F)
Gebruikstemperatuur / omgevingstemperatuur met
GC 22 gascel
-10…+45 °C (14 °F tot 113 °F)
Maximum indrijffrequentie 1.200/h
Energie-equivalente versnelling, a
hw, RMS(3)
Terugstoot: Resultaten voor 1 mm plaatstaal op beton
B45: 4,04 m/s²
Gascel
Capaciteit 1 patroon voor 750 nagels
Aanbevolen transport- en opslagtemperatuur +5…+25 °C (41°F tot 77 °F)
Drijfgassen Isobutaan, propeen
Gascel Niet navulbaar
De gascel staat onder druk. De gascel beschermen te-
gen zonnestraling.
De gascel mag nooit worden blootgesteld aan tempe-
ratuurboven5C(12F).
nl
30
Printed: 28.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5125172 / 000 / 01
5 Veiligheidsinstructies
5.1 Essentiële veiligheidsnotities
Naast de technische veiligheidsinstructies in de af-
zonderlijke hoofdstukken van deze handleiding moe-
ten de volgende bepalingen altijd strikt worden opge-
volgd.
5.1.1 Veiligheid van personen
a) Wees alert, let goed op wat u doet en ga met ver-
stand te werk bij het gebruik van een montageap-
paraat. Gebruik het gereedschap niet wanneer u
moe bent of onder invloed staat van drugs, alco-
hol of medicijnen. Een moment van onoplettendheid
bij het gebruik van het gereedschap kan tot ernstig
letsel leiden.
b) Zorg voor een goede lichaamshouding. Zorg er-
voor dat u stevig staat en altijd in evenwicht bent.
c) Richt het apparaat niet op uzelf of op andere
personen.
d) Druk het apparaat nooit tegen uw hand of een
ander lichaamsdeel (resp. een andere persoon).
e) Houd andere personen, met name kinderen, uit de
buurt van het apparaat wanneer u ermee werkt.
5.1.2 Gebruik en onderhoud van apparaten voor
directe montage
a) Gebruik het apparaat op de juiste manier. Gebruik
het apparaat niet voor doeleinden waarvoor het
niet bestemd is, maar alleen op de juiste wijze en
in correcte toestand.
b) Druk het apparaat in een rechte hoek tegen het
werkvlak.
c) Laat een geladen apparaat nooit onbeheerd ach-
ter.
d) Verwijder de gascel voordat u het apparaat ver-
voert.
e) U dient het apparaat voor reinigings-, service-
en onderhoudswerkzaamheden altijd te ontladen,
zowel bij een werkonderbreking als bij de opslag
(gascel en bevestigingselement).
f) Apparaten die niet worden gebruikt dienen op een
droge, hoog gelegen of afgesloten plaats, buiten
bereik van kinderen, bewaard te worden.
g) Controleer het apparaat en de accessoires op
eventuele beschadigingen, om een correct en
volgens de voorschrift functioneren te waarbor-
gen. Controleer of de bewegende delen foutloos
functioneren en niet klemmen en of er delen be-
schadigd zijn. Alle delen moeten correct gemon-
teerd zijn en aan alle voorwaarden voldoen om
het optimaal functioneren van het apparaat te ga-
randeren. Beschadigde veiligheidsinrichtingen en
onderdelen dienen, tenzij anders in de handleiding
is aangegeven, door de Hilti-service gerepareerd
of vervangen te worden.
h) Houd bij het aanraken van het apparaat de armen
gebogen (niet gestrekt).
i) Haal de trekker alleen over wanneer het apparaat
loodrecht tegen de ondergrond is gedrukt.
j) Houd het apparaat wanneer u een element in-
drijft altijd stevig vast en in een rechte hoek tegen
de ondergrond. Hierdoor wordt voorkomen dat
bevestigingselementen afwijken van het onder-
grondmateriaal.
k) Drijf een bevestigingselement nooit een tweede
keer in. Dit kan leiden tot elementbreuken en-
beklemmingen.
l) Drijf geen bevestigingselementen in bestaande
gaten in, behalve wanneer dit door Hilti wordt
aanbevolen.
m) Neem altijd de gebruiksvoorschriften in acht.
5.1.3 Werkomgeving
a) Zorg voor een goede verlichting van het werkge-
bied.
b) Gebruik het apparaat alleen in goed geventileerde
werkruimten.
c) Drijf geen bevestigingselementen in ondergrond-
materiaal dat ongeschikt is. Materiaal dat te hard
is, zoals gelast staal en gietstaal. Materiaal dat te
zacht is, zoals hout en gipskarton. Materiaal dat te
bros is, zoals glas en tegels. Het indrijven in deze
materialen kan elementbreuken, afsplinteringen of
doordringingen veroorzaken.
d) Verzeker u er voordat u bevestigingselementen
aanbrengt van dat zich niemand achter of onder
de werkplek bevindt.
e) Houd uw werkgebied in orde. Houd de werkom-
gevingvrijvanvoorwerpenwaaraanuzichkunt
verwonden. Ongeordendheid in uw werkgebied kan
leiden tot ongevallen.
f) Houd de handgrepen droog, schoon en vrij van
olie en vet.
g) Draag niet-slippend schoeisel.
h) Houd rekening met omgevingsinvloeden. Stel het
apparaat niet bloot aan neerslag en gebruik het
niet in een omgeving die vochtig of nat is. Gebruik
het apparaat niet in een omgeving waar brand- of
explosiegevaar bestaat.
5.1.4 Mechanische veiligheidsmaatregelen
a) Kies de juiste combinatie van boutgeleidings-
en bevestigingselementen. Wanneernietdejuiste
combinatie wordt gebruikt, kan het apparaat bescha-
digd en/of de bevestigingskwaliteit nadelig beïnvloed
worden.
nl
31
Printed: 28.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5125172 / 000 / 01
b) Gebruik alleen bevestigingselementen die voor
het apparaat bestemd en goedgekeurd zijn.
c) Voer geen bevestigingselementen in het maga-
zijn in wanneer dit niet juist op het apparaat ge-
monteerd is. De bevestigingselementen kunnen
er uitgeslingerd worden.
5.1.5 Thermische veiligheidsmaatregelen
a) Indien het apparaat oververhit is, dient u het af te
laten koelen. Overschrijd de maximale indrijffre-
quentie niet.
b) Draag beslist werkhandschoenen wanneer u on-
derhoudswerkzaamheden dient uit te voeren zon-
der dat het apparaat van tevoren is afgekoeld.
5.1.6 Gassen
Vloeibaar gas onder druk:
Neem de waarschuwingen en eerste hulp instructies
op de gascel en de gebruiksaanwijzing in acht.
Het gas is uiterst licht ontvlambaar (bevat: isobutaan,
propeen).
De gascel mag niet worden nagevuld.
a) Geen beschadigde gascellen gebruiken.
b) Niet proberen om een gascel met geweld te ope-
nen, te verhitten, samen te drukken of voor enig
ander doel te gebruiken dan waarvoor deze is
bestemd
c) Nooit gas spuiten in de richting van personen en
andere levende wezens.
d) Houd het gas ver verwijderd van alle ontstekings-
bronnen zoals open vuur, vonken, ontstekings-
vlammen, statische ontladingen en zeer warme
oppervlakken.
e) Niet roken tijdens het gebruik van de apparatuur.
5.1.6.1 Opslag
a) Geen gascellen bewaren in een bewoonde ruimte
of in een ruimte, die in verbinding staat met een
bewoonde ruimte.
b) Bewaar de gascellen alleen in goed geventileerde
en droge ruimten.
c) Bewaar de gascellen buiten het bereik van kinde-
ren.
d) Stel de gascellen niet bloot aan direct zonlicht of
aan temperaturen boven 50 °C (122 °F).
e) Aanbevolen opslagtemperatuur 5 °C tot 25 °C
(41 °F tot 77 °F).
5.1.6.2 Eerste hulp
Neem het gegevensblad materiaalveiligheid voor ge-
bruik, onderhoud en eerste hulp maatregelen in acht.
a) Direct contact met vloeibaar gas kan vorstbuilen
of zware brandwonden tot gevolg hebben.
b) Als een persoon gas heeft ingeademd, brengt u
deze persoon naar buiten en laat u hem of haar in
een comfortabele positie plaatsnemen.
c) Als een persoon bewusteloos is, leg hem of haar
dan in de stabiele zijligging. Als de persoon niet
ademt, pas dan mond-op-mond beademing toe
en maak zo nodig gebruik van zuurstof.
d) Wanneer de ogen met gas in contact zijn geko-
men, spoel de geopende ogen dan gedurende
meerdere minuten met stromend water.
e) Wanneer de huid met gas in contact is gekomen,
reinig de betreffende plekken dan zorgvuldig met
zeep en warm water. Breng daarna een huidcreme
op.
f) Neem zo nodig contact op met een arts.
5.1.7 Veiligheidsinrichting
Gebruik het apparaat nooit wanneer beschermende
voorzieningen beschadigd of verwijderd zijn.
6 Inbedrijfneming
AANWIJZING
Voor het eerste gebruik de handleiding lezen.
6.1 Bevestigingselementen invoeren 2
1. Beweeg de nagelschuif naar achteren, tot deze ver-
grendelt.
AANWIJZING De nagelschuif moet vergrendeld zijn.
2. Schuif de bevestigingselementen in het magazijn
(maximaal 4 stroken van 10 nagels).
3. Ontgrendel de nagelschuif en laat deze langzaam
naar voren glijden.
6.2 Gascel aanbrengen 3
1. Open het afsluitdeksel.
2. Schuif de gascel met het ventiel naar voren in de
gascelhouder tot de patroonklem vergrendelt.
3. Sluit het deksel.
4. Druk het apparaat driemaal tegen een vlakke onder-
grond zonder de trekker over te halen.
6.3 Gascel verwijderen 4
1. Open het afsluitdeksel van de gascelhouder.
2. Druk de patroonklemmen in.
3. Verwijder de gascel.
4. Sluit de gascelhouder.
nl
32
Printed: 28.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5125172 / 000 / 01
6.4 Gascel controleren 5
AANWIJZING
- Druk voor controle van het vulniveau van de gascel op de knop met het opschrift GAS. Let erop dat het apparaat
hierbij niet tegen een ondergrond wordt gedrukt.
- Ook bij de indicatie "leeg" blijft om technische redenen een geringe hoeveelheid brandbaar gas in de patroon achter.
Vier LED's constant groen Gaspatroon vol
Twee LED's constant groen Gaspatroon halfvol
Eén LED knippert groen Gaspatroon bijna leeg. Vervangen van gaspatroon aanbevolen
Eén LED constant rood Gaspatroon leeg, geen gaspatroon of verkeerde gaspatroon in het appa-
raat
7Bediening
AANWIJZING
Bij het vasthouden met uw tweede hand moet u de hand
zo plaatsen dat u geen ventilatiesleuven of openingen
bedekt.
ATTENTIE
Drijf een bevestigingselement nooit een tweede
keer in. Dit kan leiden tot elementbreuken
en-beklemmingen.
WAARSCHUWING
Tijdens het indrijven bestaat de mogelijkheid dat mate-
riaal afsplintert of strookmateriaal van het magazijn naar
buiten wordt geslingerd. Afgesplinterd materiaal kan li-
chamelijk letsel en oogletsel veroorzaken. Daarom dient
u (gebruikers en personen in de omgeving) een veilig-
heidsbril en een veiligheidshelm te dragen.
ATTENTIE
Het indrijven van de bevestigingselementen wordt door
de ontsteking van een gas‑luchtmengsel geactiveerd. Te
hard geluid kan het gehoor beschadigen. Draag oorbe-
schermers (gebruikers en personen in de omgeving).
WAARSCHUWING
Door het apparaat tegen een lichaamsdeel (bijv. de hand)
te drukken, wordt het, niet volgens de voorschriften,
bedrijfsklaar gemaakt. Wanneer het apparaat gereed voor
gebruikis,bestaatdemogelijkheiddateenelementin
een lichaamsdeel wordt gedreven. Druk het apparaat
nooit tegen lichaamsdelen.
WAARSCHUWING
De machinekop nooit terugtrekken als er bevesti-
gingselementen in zijn aangebracht (bijvoorbeeld rin-
gen, slangklemmen, klemmen, enzovoort). Er is sprake
van een verhoogd gevaar voor ongevallen.
WAARSCHUWING
Vóór iedere vervanging van het magazijn en vóór
het uitvoeren van schoonmaak- en onderhoudswerk-
zaamheden moet het apparaat ontladen worden (zie
hoofdstuk bediening "Apparaat ontladen").
WAARSCHUWING
Bij hoge indrijfsnelheden over een lange periode kan het
oppervlak heet worden, uitgezonderd het greepgedeelte.
Draag werkhandschoenen.
7.1 Gebruik 6
AANWIJZING
Indrijven is alleen mogelijk als zich in het magazijn meer
dan 3 nagels bevinden.
1. Plaats het apparaat in een rechte hoek op de onder-
grond en druk het tot de aanslag in.
2. Activeer het indrijven door de trekker over te halen.
3. Neem het apparaat na het indrijven van de onder-
grond.
7.2 Vulniveau-indicatie 5
Raadpleeg voor de verklaring van de indicaties hoofdstuk
6.4 "Gascel controleren (gedurende twee seconden)".
7.3 Magazijn monteren en demonteren
7.3.1 Magazijn verwijderen 7
1. Beweeg de nagelschuif naar achteren, tot deze ver-
grendelt.
AANWIJZING De nagelschuif moet vergrendeld zijn.
2. Verwijder alle bevestigingselementen uit het maga-
zijn.
3. Ontgrendel de nagelschuif en laat deze langzaam
naar voren glijden.
4. Schuif de vergrendelingshendel omlaag in de rich-
ting van het magazijn.
5. Kantel het magazijn naar voren van het apparaat
weg.
nl
33
Printed: 28.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5125172 / 000 / 01
6. Maak het magazijn los van het apparaat.
7.3.2 Magazijn aanbrengen 8
1. Haak het magazijn in het apparaat.
AANWIJZING De vergrendelingshendel moet ge-
opend zijn.
2. Drukhetmagazijntegenhetapparaattotdecon-
touren samenvallen.
3. Sluit de vergrendelingshendel volledig.
7.4 Machinekop
7.4.1 Machinekop verwijderen 9
1. Zet de slaginstelling op "Eject".
2. Verwijder de machinekop.
7.4.2 Instelmogelijkheden van de machinekop
AANWIJZING
Als de slaginstelling op "+" staat, is de machinekop
ingesteld op de standaard indrijfdiepte.
AANWIJZING
Als de slaginstelling op "-" staat, is de machinekop inge-
steld op een kleinere indrijfdiepte.
AANWIJZING
Als de slaginstelling op "-" staat en de nagel nog steeds
te diep wordt ingedreven, dient u eventueel een langer
bevestigingselement te gebruiken.
7.4.2.1 Standaard indrijfdiepte instellen 
Zet de slaginstelling op "+".
7.4.2.2 Kleinere indrijfdiepte instellen 
AANWIJZING
Deze instelling is geschikte voor de bevestiging van dun
plaatstaal op een zachte ondergrond (bijvoorbeeld vers
beton).
Zet de slaginstelling op "-".
7.4.3 Machinekop aanbrengen 
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat het apparaat niet geladen is. Door
het met de hand inschuiven van de machinekop zou het
apparaat bedrijfsklaar gemaakt kunnen worden.
1. Lijn de machinekop uit met de sleuf op het apparaat.
2. Schuif de machinekop in het apparaat.
3. Houd de machinekop met de hand vast en druk
de machinekop via een stevige ondergrond in het
apparaat tot deze vergrendelt.
7.5 Steunvoet
7.5.1 Steunvoet aanbrengen 
1.
Schuif de steunvoet onder een hoek van 90° in de
sleuf van het magazijn.
2. Draai de steunvoet 90°, tot deze vergrendelt.
7.5.2 Steunvoet verwijderen 
1. Maak de steunvoet los door het veerelement in te
drukken.
2. Draai de steunvoet 90°.
3. Verwijder de steunvoet onder een hoek van 90° van
het magazijn.
7.6 Onjuiste plunjerstand verhelpen 
AANWIJZING
Een onjuiste plunjerstand kunt u herkennen aan de ma-
chinekop die zich na het terugnemen niet naar voren in
zijn uitgangspositie heeft verplaatst en de uitgeschoven
resetknop.
Door het indrukken van de resetknop wordt een onjuiste
plunjerstand verholpen. Hierna kunt u weer elementen
indrijven. In uitzonderingsgevallen kan de eerste keer
nahetindrukkenvanderesetknopeenlozeindrijving
(zonder bevestigingselement) worden uitgevoerd.
Druk de resetknop in.
7.7 Bekneld bevestigingselement verwijderen 
1. Verwijder het magazijn.
2. Verwijder de machinekop.
3. Plaats de machinekop in de meegeleverde bevesti-
gingsbus.
4. Verwijder het bevestigingselement met de drevel.
7.8 Apparaat ontladen
1. Open het afsluitdeksel van de gascelhouder.
2. Druk de patroonklem in en verwijder de gascel.
3. Sluit de gascelhouder.
4. Beweeg de nagelschuif naar achteren, tot deze ver-
grendelt.
AANWIJZING De nagelschuif moet vergrendeld zijn.
5. Verwijder de bevestigingselementen uit het maga-
zijn.
6. Ontgrendel de nagelschuif van het magazijn en laat
deze langzaam naar voren glijden.
7.9 Gebruiksrichtlijnen
AANWIJZING
Voor gedetailleerde informatie kunt u bij uw nationale Hilti‑organisatie het handboek voor bevestigingstechniek of
indien gewenst de nationale voorschriften aanvragen.
Beton
nl
34
Printed: 28.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5125172 / 000 / 01
B A
ET
C
B A
C
A = min. randafstand = 70 mm (2¾")
B = min. hartafstand = 80 mm (3¹/₈")
C = min. dikte ondergrond = 100 mm (4")
Staal
A = min. randafstand = 15 mm (⁵/₈")
B = min. hartafstand = 20 mm (¾")
C = min. dikte ondergrond = 4 mm (⁵/32")
7.10 Riemhaak 
Met de riemhaak kunt u het apparaat in positie 1 aan
eenriemeninpositie2aaneenladderofeenstellage
bevestigen.
8 Verzorging en onderhoud
WAARSCHUWING
Vóór het uitvoeren van schoonmaak- en onderhouds-
werkzaamheden moet het apparaat ontladen worden
(gascel en bevestigingselement uit het apparaat ver-
wijderen).
ATTENTIE
Het apparaat kan te heet worden door het gebruik. U kunt
uw handen verbranden. Draag werkhandschoenen bij
schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden. Laat
het apparaat afkoelen.
8.1 Verzorging van het apparaat 
ATTENTIE
Beschadig de plunjerdetector, nageldetector en ma-
gazijndetector niet.
1. Verwijder regelmatig de kunststof resten uit de ma-
chinekop.
2. Gebruik het apparaat nooit met verstopte ventilatie-
sleuven! Reinig de ventilatiesleuven voorzichtig met
een droge borstel.
3. Voorkom dat vuildeeltjes in het apparaat kunnen
binnendringen.
4. Reinig de buitenkant van het apparaat regelmatig
meteenlichtbevochtigdepoetsdoek.
5. Gebruik geen sproeiapparaat, stoomstraalapparaat
ofstromendwatervoorhetreinigen!
6. Houd de greepgedeelten van het apparaat altijd vrij
van olie en vet.
7. Gebruik geen siliconenhoudende reinigingsmidde-
len.
8. Geen Hilti‑spray of soortgelijke smeer‑ en/of verzor-
gingsmiddelen gebruiken.
8.2 Reparaties
Controleer alle uitwendige delen van het apparaat regel-
matig op beschadigingen en ga na of alle bedieningsele-
menten correct functioneren. Gebruik het apparaat niet
wanneer er onderdelen beschadigd zijn of bedieningsele-
menten niet correct functioneren. Laat het apparaat door
de Hilti-service repareren.
nl
35
Printed: 28.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5125172 / 000 / 01
8.3 Controle na schoonmaak- en
onderhoudswerkzaamheden
Na schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden en vóór
het aanbrengen van de gascel moet worden gecontro-
leerd, of de slaginstelling correct is (standaardinstelling
"+").
9 Foutopsporing
WAARSCHUWING
Vóór het uitvoeren van schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden moet het apparaat ontladen worden (gascel en
bevestigingselement uit het apparaat verwijderen).
Fout Mogelijke oorzaak
Oplossing
Bevestigingselement steekt
vaak uit
Slagschakelaar staat op "-". Slagschakelaar op "+" zetten.
Te lang bevestigingselement geko-
zen.
Korter bevestigingselement gebrui-
ken.
Ondergrond te hard. Gebruik van DX apparatuur.
Toe-/afvoerventiel vervuild of afge-
dekt.
Apparaat reinigen en op positie van
handen letten.
Contact opnemen met Hilti wanneer
het probleem blijft bestaan.
Bevestigingselement vaak te
diep ingedreven (doorgestanst)
Slaginstelling te hoog. Slagschakelaar op "-" zetten.
Bevestigingselement te kort. Langer bevestigingselement gebrui-
ken.
Bevestigingselement gebroken Slagschakelaar staat op "-". Slagschakelaar op "+" zetten.
Te lang bevestigingselement geko-
zen.
Korter bevestigingselement gebrui-
ken.
Ondergrond te hard. Gebruik van DX apparatuur.
Schuin ingedreven. Apparaat in een rechte hoek tegen
de ondergrond houden; steunvoet
gebruiken.
Zie hoofdstuk: 7.5 Steunvoet
Bevestigingselement verbogen Slagschakelaar staat op "-". Slagschakelaar op "+" zetten.
Te lang bevestigingselement geko-
zen.
Korter bevestigingselement gebrui-
ken.
Schuin ingedreven. Apparaat in een rechte hoek tegen
de ondergrond houden; steunvoet
gebruiken.
Zie hoofdstuk: 7.5 Steunvoet
nl
36
Printed: 28.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5125172 / 000 / 01
Fout Mogelijke oorzaak
Oplossing
Bevestigingselement houdt niet
in stalen ondergrond
Dikte van ondergrond te gering (min-
der dan 4 mm).
Andere bevestigingsmethode kiezen.
Gascel onvoldoende voor een
doos bevestigingselementen
Frequent aandrukken van het appa-
raat zonder indrijven van een bevesti-
gingselement leidt tot een hoger gas-
verbruik.
Vermijd aandrukken zonder de trekker
over te halen.
Apparaat loopt niet uit Onjuiste plunjerstand. Resetschakelaar bedienen.
Zie hoofdstuk: 7.6 Onjuiste plunjer-
stand verhelpen 
Nageldetectie is geblokkeerd; Reset-
schakelaar is na het indrukken nog
uitgeschoven (witte rand nog zicht-
baar).
Gascel uit het apparaat nemen, ma-
gazijn verwijderen en vervuiling bij de
nageldetectie verwijderen.
Bevestigingselement bekneld. Magazijn en machinekop verwijderen.
Machinekop in meegeleverde beves-
tigingsbus aanbrengen en bevesti-
gingselement met de drevel verwijde-
ren.
ATTENTIE
Machinekop niet beschadigen.
Zie hoofdstuk: 7.7 Bekneld bevesti-
gingselement verwijderen 
Zie hoofdstuk: 7.3.1 Magazijn verwij-
deren 7
Zie hoofdstuk: 7.4.1 Machinekop ver-
wijderen 9
Zie hoofdstuk: 7.8 Apparaat ontladen
Contact opnemen met Hilti wanneer
het probleem blijft bestaan.
Uitvalpercentage van indrijving
te hoog
Schuin ingedreven. Apparaat in een rechte hoek tegen
de ondergrond houden; steunvoet
gebruiken.
Zie hoofdstuk: 7.5 Steunvoet
Verkeerde nagel gebruikt. Zo nodig X-GHP nagels gebruiken.
Ondergrond te hard. Gebruik van DX apparatuur.
Apparaat drijft geen elementen
in
Magazijnschuif achter. Magazijnschuif losmaken.
Zie hoofdstuk: 7.3 Magazijn monteren
en demonteren
Te weinig bevestigingselementen in
magazijn (minder dan twee bevesti-
gingselementen).
Bevestigingselementen laden.
Toevoer bevestigingselementen ver-
toont een storing.
Andere bevestigingsstroken voor de
elementen gebruiken (eventueel be-
schadigd).
Magazijn reinigen.
nl
37
Printed: 28.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5125172 / 000 / 01
Fout Mogelijke oorzaak
Oplossing
Apparaat drijft geen elementen
in
Gascel leeg. Vulniveau controleren en knop met
het opschrift GAS indrukken.
Als één LED constant rood brandt, is
de gascel leeg; nieuwe gascel aan-
brengen.
Zie hoofdstuk: 7.2 Vulniveau-indicatie
van gascel.
Geen gascel of verkeerde gascel in
het apparaat.
Gascelklep openen en het onderdeel
controleren.
Bij een gascel in het apparaat de
knop met opschrift GAS indrukken.
Als één LED constant rood brandt,
bevindt zich een verkeerde gascel in
het apparaat. De juiste gascel plaat-
sen.
Zie hoofdstuk: 7.2 Vulniveau-indicatie
van gascel.
Nieuwe gascel geplaatst, maar niet
driemaal aangedrukt zonder de trek-
ker over te halen.
Apparaat driemaal aandrukken zon-
derdetrekkerovertehalen.
Binnengedrongen voorwerpen in ma-
chinekop.
Magazijn en machinekop verwijderen
en binnengedrongen voorwerpen uit
het apparaat verwijderen.
Zie hoofdstuk: 7.3.1 Magazijn verwij-
deren 7
Zie hoofdstuk: 7.4.1 Machinekop ver-
wijderen 9
Apparaat te heet. Apparaat laten afkoelen
Contact opnemen met Hilti wanneer
het probleem blijft bestaan.
Heet apparaat drijft na een on-
derbreking geen elementen
meer in
Indrijfsnelheid aanmerkelijk hoger dan
1200/uur en gascel bijna leeg.
Gascel verwijderen en weer aanbren-
gen. Vervolgens driemaal zonder in-
drijven tegen een vlakke ondergrond
drukken.
Vulniveau gascel controleren; als LED
constant rood brandt is gascel leeg;
nieuwe gascel gebruiken.
Apparaat laten afkoelen
Maximum indrijfsnelheid van 1200/uur
aanhouden.
Contact opnemen met Hilti wanneer
het probleem blijft bestaan.
Apparaat drijft geen elementen
in of slechts sporadisch
Gebruik buiten de toegestane omge-
vingsomstandigheden.
Richt de werkomgeving zo mogelijk
zodanig in, dat het binnen de toege-
stane omgevingsvoorwaarden blijft.
Andere bevestigingsmethode kiezen.
Gascel niet op gebruikstemperatuur. Breng de gascel op omgevingstem-
peratuur (-5 °C tot 45 °C bij GC 21,
-1Ctot4CbijGC22).
Gasbellen aanwezig in het gasdoseer-
systeem.
Gascel verwijderen en weer aanbren-
gen.
Apparaat is niet volledig van de on-
dergrond genomen.
Let erop dat het apparaat na het in-
drijven steeds volledig van de onder-
grond wordt genomen.
nl
38
Printed: 28.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5125172 / 000 / 01
Fout Mogelijke oorzaak
Oplossing
Bevestigingselement kan niet uit
machinekop worden verwijderd
Bevestigingselement bekneld in de
machinekop.
Machinekop van het apparaat verwij-
deren. Machinekop in meegeleverde
bevestigingsbus aanbrengen en be-
vestigingselement met de drevel ver-
wijderen.
ATTENTIE
Machinekop niet beschadigen.
Zie hoofdstuk: 7.4.1 Machinekop ver-
wijderen 9
Zie hoofdstuk: 7.7 Bekneld bevesti-
gingselement verwijderen 
10 Afval voor hergebruik recyclen
Hilti-apparaten zijn voor een groot deel vervaardigd van materiaal dat kan worden gerecycled. Voor hergebruik is een
juiste materiaalscheiding noodzakelijk. In veel landen is Hilti er al op ingesteld om uw oude apparaat voor recycling
terug te nemen. Vraag hierover informatie bij de klantenservice van Hilti of bij uw verkoopadviseur. Als u het apparaat
zelf voor recycling gereed wilt maken: Volg de regionale en internationale richtlijnen en voorschriften.
11 Fabrieksgarantie op de apparatuur
Hilti garandeert dat het geleverde apparaat geen
materiaal- of fabricagefouten heeft. Deze garantie
geldt onder de voorwaarde dat het apparaat in
overeenstemming met de handleiding van Hilti gebruikt,
bediend, verzorgd en schoongemaakt wordt, en dat
de technische uniformiteit gehandhaafd is, d.w.z. dat
er alleen origineel Hilti-verbruiksmateriaal en originele
Hilti-toebehoren en -reserveonderdelen voor het
apparaat zijn gebruikt.
Deze garantie omvat de gratis reparatie of de gratis
vervanging van de defecte onderdelen tijdens de gehele
levensduur van het apparaat. Onderdelen die aan normale
slijtage onderhevig zijn, vallen niet onder deze garantie.
Verdergaande aanspraak is uitgesloten voor zover er
geen dwingende nationale voorschriften zijn die hier-
van afwijken. Hilti is met name niet aansprakelijk voor
directe of indirecte schade als gevolg van gebreken,
verliezen of kosten in samenhang met het gebruik
of de onmogelijkheid van het gebruik van het appa-
raat voor welk doel dan ook. Stilzwijgende garantie
voor gebruik of geschiktheid voor een bepaald doel
is nadrukkelijk uitgesloten.
Voor reparatie of vervanging moeten het toestel of de be-
treffende onderdelen onmiddellijk na vaststelling van het
defect naar de verantwoordelijke Hilti-marktorganisatie
worden gezonden.
Deze garantie omvat alle garantieverplichtingen van de
kant van Hilti en vervangt alle vroegere of gelijktijdige,
schriftelijke of mondelinge verklaringen betreffende ga-
ranties.
AANWIJZING
Neem de uiterste gebruiksdatum voor de gascel op de
rand van de gascel in acht.
nl
39
Printed: 28.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5125172 / 000 / 01
12 EG-conformiteitsverklaring (origineel)
Omschrijving: Gasschiethamer
Type: GX 120
Bouwjaar: 2007
Als de uitsluitend verantwoordelijken voor dit product
verklaren wij dat het voldoet aan de volgende voorschrif-
ten en normen: 75/324/EEC, 91/155/EEC, 64/548/EEC,
EN ISO 12100, EN 13752‑1:2008‑12, EN 50081‑2,
EN 1127‑1, EN 417, ISO 8662‑11 AMD 1:2001-12,
EN 792‑13:A1:2008‑09, EN 60529:2000‑09,
64/548/EEC, EN 55011:1998+A1:1999, CISPR 11:2003,
A1:2004, IEC 61000‑6‑2:2005, EN 61000‑6‑2:2001,
IS1:2005, IEC 61000‑6‑3:1996, EN 61000‑6‑3:2001,
IEC 61000‑4‑2:1995, IEC 61000‑4‑3:2006,
IEC 61000‑4‑8:1993: A1:2000, 2006/42/EG, 2011/65/EU.
Hilti Corporation, Feldkircherstrasse 100,
FL‑9494 Schaan
Norbert Wohlwend Tassilo Deinzer
Head of Quality & Processes Manage-
ment
Head of BU Direct Fastening
BU Direct Fastening BU Direct Fastening
04/2013 04/2013
Technische documentatie bij:
Hilti Entwicklungsgesellschaft mbH
Zulassung Elektrowerkzeuge
Hiltistrasse 6
86916 Kaufering
Deutschland
13 Gezondheid en veiligheid van de gebruiker
13.1 Geluidsinformatie
Gasgedreven plunjerschiethamer
Type GX 120
Model Standaard
Kaliber GC 22
Krachtinstelling
+
Toepassing Bevestiging van 1 mm staalplaat op beton (C40) met
X-EGN14-MX
Gedeclareerde meetwaarden van de geluidskentallen overeenkomstig machinerichtlijn 2006/42/EG in combi-
natie met E DIN EN 15895
Geluidsvermogensniveau, L
WA, 1S
1
105 dB (A)
Geluidsemissieniveau in werkgebied, L
pA, 1s
2
101 dB (A)
Piekgeluidsniveau, L
pC, peak
3
137 dB (C)
1
±2dB(A)
2
±2dB(A)
3
±2dB(C)
Gebruiks- en opstellingsvoorwaarden: Opstelling en gebruik van de plunjerschiethamer overeenkomstig
E DIN EN 15895-1 in een reflectievrije testruimte van de firma Müller-BBM GmbH. De omgevingsvoorwaarden in de
testruimte voldoen aan de eisen van DIN EN ISO 3745.
Testprocedure: Overeenkomstig E DIN EN 15895, DIN EN ISO 3745 en DIN EN ISO 11201 methode met afgedekte
oppervlakken, vrijstaand op reflecterend grondvlak.
OPMERKING: De gemeten geluidsemissie en de bijbehorende meetonnauwkeurigheid vertegenwoordigen de boven-
grens van de bij de metingen te verwachten geluidsstandaardgetallen.
Afwijkende werkomstandigheden kunnen leiden tot andere emissiewaarden.
nl
40
Printed: 28.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5125172 / 000 / 01
*274634*
274634
Hilti Corporation
LI-9494 Schaan
Tel.: +423 / 234 21 11
Fax:+423 / 234 29 65
www.hilti.com
Hilti = registered trademark of Hilti Corp., Schaan
W 3250 | 1013 | 4-Pos. 2 | 1
Printed in Germany © 2013
Right of technical and programme changes reserved S. E. & O
.
274634 / A3
Printed: 28.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5125172 / 000 / 01
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18

Hilti GX 120 Handleiding

Type
Handleiding