NEDERLANDS 33
b) Draag persoonlijke beschermende uitrusting en altijd een veiligheidsbril. Het dragen
van persoonlijke beschermende uitrusting zoals een stofmasker, slipvaste werkschoenen,
een veiligheidshelm of gehoorbescherming, afhankelijk van de aard en het gebruik van het
elektrische gereedschap, vermindert het risico van verwondingen.
c) Voorkom per ongeluk inschakelen. Controleer dat het elektrische gereedschap
uitgeschakeld is voordat u de stekker in het stopcontact steekt of de accu aansluit en
voordat u het gereedschap oppakt of draagt. Wanneer u bij het dragen van het
gereedschap uw vinger aan de schakelaar hebt of wanneer u het gereedschap ingeschakeld
op de stroomvoorziening aansluit, kan dit tot ongevallen leiden.
d) Verwijder instelgereedschappen of schroefsleutels voordat u het gereedschap
inschakelt. Een instelgereedschap of sleutel in een draaiend deel van het gereedschap kan
tot verwondingen leiden.
e) Voorkom een onevenwichtige lichaamshouding. Zorg ervoor dat u stevig staat en
steeds in evenwicht blijft. Daardoor kunt u het elektrische gereedschap in onverwachte
situaties beter onder controle houden.
f) Draag geschikte kleding. Draag geen loshangende kleding of sieraden. Houd haren,
kleding en handschoenen uit de buurt van bewegende delen. Loshangende kleding,
sieraden en lange haren kunnen door bewegende delen worden meegenomen.
g) Wanneer stofafzuigings- of stofopvangvoorzieningen kunnen worden gemonteerd,
dient u zich ervan te verzekeren dat deze zijn aangesloten en juist worden gebruikt.
Het gebruik van een stofafzuiging beperkt het gevaar door stof.
4) Zorgvuldige omgang met en zorgvuldig gebruik van elektrische gereedschappen
a) Overbelast het gereedschap niet. Gebruik voor uw werkzaamheden het daarvoor
bestemde elektrische gereedschap. Met het passende elektrische gereedschap werkt u
beter en veiliger binnen het aangegeven capaciteitsbereik.
b) Gebruik geen elektrisch gereedschap waarvan de schakelaar defect is. Elektrisch
gereedschap dat niet meer kan worden in- of uitgeschakeld, is gevaarlijk en moet worden
gerepareerd.
c) Trek de stekker uit het stopcontact of neem de accu uit het elektrische gereedschap
voordat u het gereedschap instelt, toebehoren wisselt of het gereedschap weglegt.
Deze voorzorgsmaatregel voorkomt onbedoeld starten van het elektrische gereedschap.
d) Bewaar niet-gebruikte elektrische gereedschappen buiten bereik van kinderen. Laat
het gereedschap niet gebruiken door personen die er niet mee vertrouwd zijn en deze
aanwijzingen niet hebben gelezen. Elektrische gereedschappen zijn gevaarlijk wanneer
deze door onervaren personen worden gebruikt.
e) Verzorg het elektrische gereedschap zorgvuldig. Controleer of bewegende delen van
het gereedschap correct functioneren en niet vastklemmen en of onderdelen zodanig
gebroken of beschadigd zijn dat de werking van het elektrische gereedschap nadelig
wordt beïnvloed. Laat deze beschadigde onderdelen voor het gebruik repareren. Veel
ongevallen hebben hun oorzaak in slecht onderhouden elektrische gereedschappen.
f) Houd snijdende inzetgereedschappen scherp en schoon. Zorgvuldig onderhouden
snijdende inzetgereedschappen met scherpe snijkanten klemmen minder snel vast en zijn
gemakkelijker te geleiden.
g) Gebruik elektrisch gereedschap, toebehoren, inzetgereedschappen en dergelijke
volgens deze aanwijzingen. Let daarbij op de arbeidsomstandigheden en de uit te
voeren werkzaamheden. Het gebruik van elektrische gereedschappen voor andere dan de
voorziene toepassingen kan tot gevaarlijke situaties leiden.
5) Service
Laat het gereedschap alleen repareren door gekwalificeerd en vakkundig personeel
en alleen met originele vervangingsonderdelen. Daarmee wordt gewaarborgd dat de
veiligheid van het gereedschap in stand blijft.