INHOUDSOPGAVE
3
8.5 Voorbereidingen voor rijden op droog
zand ............................................... 39
8.6 Voorbereidingen voor rijden op nat
zand ............................................... 40
8.7 Voorbereidingen voor rijden op natte
en modderige circuits....................... 41
8.8 Voorbereidingen voor rijden bij hoge
temperatuur en langzaam rijden ........ 41
8.9 Voorbereiden op rijden bij lage
temperatuur of sneeuw ..................... 42
9 RIJ-INSTRUCTIES....................................... 43
9.1 Controle en onderhoud voor iedere
inbedrijfstelling ............................... 43
9.2 Voertuig starten ............................... 43
9.3 Beginnen met rijden......................... 44
9.4 Schakelen, rijden............................. 45
9.5 Afremmen ....................................... 45
9.6 Stoppen, parkeren............................ 46
9.7 Transporteren .................................. 46
9.8 Brandstof tanken ............................. 47
10 SERVICESCHEMA....................................... 48
10.1 Extra informatie ............................... 48
10.2 Verplichte werkzaamheden................ 48
10.3 Aanbevolen werkzaamheden.............. 49
11 CHASSIS AFSTELLEN ................................. 50
11.1 Basisinstelling chassis voor
bestuurdersgewicht controleren ......... 50
11.2 Ingaande demping schokdemper ....... 50
11.3 Ingaande demping low speed van de
schokdemper instellen...................... 50
11.4 Ingaande demping high speed van
de schokdemper instellen ................. 51
11.5 Uitgaande demping van de
schokdemper instellen...................... 52
11.6 Maat achterwiel zonder belasting
bepalen........................................... 52
11.7 Statische veerweg schokdemper
controleren...................................... 53
11.8 Dynamische veerweg schokdemper
controleren...................................... 53
11.9 Veervoorspanning schokdemper
instellen ...................................... 54
11.10 Dynamische veerweg instellen ....... 55
11.11 Basisinstelling voorvork controleren ... 55
11.12 Ingaande demping voorvork
instellen.......................................... 56
11.13 Uitgaande demping voorvork
instellen.......................................... 56
11.14 Stuurstand ...................................... 57
11.15 Stuurstand instellen ..................... 57
12 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS ......... 59
12.1 Motorfiets met hefbok opkrikken ....... 59
12.2 Motorfiets van hefbok nemen ............ 59
12.3 Vorkpoten ontluchten ....................... 59
12.4 Vuilschrapers vorkpoten reinigen ....... 60
12.5 Voorvorkprotector demonteren ........... 60
12.6 Voorvorkprotector monteren............... 61
12.7 Vorkpoten demonteren .................. 61
12.8 Vorkpoten monteren ...................... 62
12.9 Onderste kroonplaat demonteren .... 62
12.10 Onderste kroonplaat monteren ....... 63
12.11 Balhoofdlagerspeling controleren....... 65
12.12 Balhoofdlagerspeling instellen ....... 66
12.13 Balhoofdlager smeren ................... 67
12.14 Spatbord voor demonteren ................ 67
12.15 Spatbord voor monteren.................... 67
12.16 Schokdemper demonteren ............. 68
12.17 Schokdemper monteren ................ 68
12.18 Zadel verwijderen............................. 69
12.19 Zadel monteren................................ 69
12.20 Deksel luchtfilterbak demonteren ...... 69
12.21 Deksel luchtfilterbak monteren.......... 70
12.22 Luchtfilter demonteren ................. 70
12.23 Luchtfilter monteren ..................... 71
12.24 Luchtfilter en luchtfilterbak
reinigen ....................................... 71
12.25 Deksel luchtfilterbak vastzetten ..... 72
12.26 Luchtfilterbak afdichten ................ 72
12.27 Einddemper demonteren................... 73
12.28 Einddemper monteren ...................... 73
12.29 Glasvezelvulling van einddemper
vervangen .................................... 73
12.30 Brandstoftank demonteren ............ 74
12.31 Brandstoftank monteren ................ 75
12.32 Vervuiling ketting controleren............ 77
12.33 Ketting reinigen ............................... 77
12.34 Kettingspanning controleren ............. 78
12.35 Kettingspanning instellen ................. 78
12.36 Ketting, kettingwiel,
ketting-aandrijfwiel en
kettinggeleiding controleren .............. 79
12.37 Frame controleren ........................ 82
12.38 Achterbrug controleren .................. 82
12.39 Gaskabelplaatsing controleren........... 82
12.40 Rubberen stuurcovers controleren...... 83
12.41 Uitgangspositie koppelingshendel
instellen.......................................... 84
12.42 Vloeistofpeil hydraulische koppeling
controleren/corrigeren....................... 84
12.43 Vloeistof hydraulische koppeling
verversen ..................................... 85