Pioneer TORAIZ AS-1 de handleiding

Categorie
Digitale piano's
Type
de handleiding
2Nl
Inhoud
Opmerkingen over deze handleiding
Hartelijk dank voor uw aankoop van dit Pioneer DJ-product.
Lees zowel deze handleiding als de bijgeleverde "Handleiding"
(Snelstartgids). Beide documenten bevatten belangrijke informatie die u
moet begrijpen voordat u dit product gaat gebruiken.
! In deze handleiding worden de namen van knoppen, regelaars en
aansluitingen die u op het product vindt en de programma-opties die
op het scherm van het apparaat verschijnen enz. aangegeven tussen
vierkante haken ([ ]). (bijv. knop [GLOBAL], aansluiting [PHONES],
[OSCILLATOR 1])
! Wij wijzen u erop dat de schermen en de specificaties van de in deze
handleiding beschreven software en het uiterlijk en de specificaties
van de hardware op moment van schrijven nog onder ontwikkeling
zijn en derhalve kunnen afwijken van de uiteindelijke specificaties.
! Let op, want afhankelijk van de versie van uw besturingssysteem,
instellingen van uw webbrowser enz. kan de bediening afwijken van
de procedures zoals beschreven in deze handleiding.
Voor u begint
Kenmerken ................................................................................................... 4
Namen van onderdelen en functies
Bedieningspaneel ........................................................................................ 5
Achterpaneel ................................................................................................ 7
Aansluitingen
Aansluiten van in- en uitgangsaansluitingen ........................................... 8
Bediening
Een programma kiezen en afspelen .......................................................... 9
Een programma bewerken ......................................................................... 9
Een bewerkt programma opslaan .............................................................. 9
Een programma initialiseren om vanaf nul te beginnen met het maken
van een geluid ............................................................................................ 10
De sequencer gebruiken ........................................................................... 10
De schuifregelaar gebruiken .................................................................... 11
De functie voor snelle programma's gebruiken ...................................... 11
Geluiden aanmaken en categorieën/parameters
Categorie OSCILLATOR............................................................................. 13
Categorie MIXER ........................................................................................ 13
Categorie FILTER........................................................................................ 14
Categorie FILTER ENVELOPE ................................................................... 14
Categorie AMP ENVELOPE ...................................................................... 15
Categorie GLIDE ......................................................................................... 15
Categorie LFO (laagfrequente oscillator) ................................................ 16
Categorie SLIDER ...................................................................................... 17
Categorie MODULATION .......................................................................... 17
Categorie EFFECTS .................................................................................... 17
Categorie AFTERTOUCH ........................................................................... 18
Categorie MISC PARAMETERS (Diverse parameters)........................... 19
Categorie ARPEGGIATOR/SEQUENCER ................................................ 19
Categorie ARPEGGIATOR ......................................................................... 20
Categorie SEQUENCER ............................................................................ 20
Lijst met parameters .................................................................................. 21
De instellingen voor eenheden wijzigen ([GLOBAL
SETTING])
Menu-items [GLOBAL SETTING] .............................................................. 23
Lijst met toonladders voor het toetsenbord ............................................ 25
Lijst met alternatieve stemmingen........................................................... 26
Kalibratie .................................................................................................... 27
Gebruik met externe apparatuur
Dit apparaat aansluiten op een extern MIDI-apparaat of op een
computer en spelen ................................................................................... 28
Dit apparaat synchroniseren en erop spelen met een extern MIDI-
apparaat of een computer ........................................................................ 28
De [TRIGGER IN] van dit apparaat gebruiken om de afspeelfuncties te
bedienen ..................................................................................................... 29
MIDI-implementatie
MIDI-berichten ........................................................................................... 30
NRPN-berichten (niet-geregistreerd parameternummer) ..................... 31
Sysex-berichten .......................................................................................... 32
MIDI-continu-regelaars (CC) verzonden/ontvangen .............................. 35
Gegevens programmaparameters ........................................................... 35
Blokschema
Blokschema (signaalstroomschema) ..................................................... 38
Aanvullende informatie
Problemen oplossen ................................................................................. 39
Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot onze reparatiediensten ..... 41
Informatie over handelsmerken en gedeponeerde handelsmerken .... 41
Specificaties ............................................................................................... 41
3
Nl
Een bericht van Dave Smith
4Nl
Voor u begint
Kenmerken
De TORAIZ AS-1 is een volledig programmeerbare monofone analoge
synthesizer met discrete analoge filters op basis van de veelgeprezen
polyfone Prophet-6-synthesizer die werd ontworpen door Dave Smith
Instruments LLC. Dankzij de ingebouwde sequencer met 64 stappen
en de uitgebreide bibliotheek met vooraf ingestelde geluiden is het een
inspirerend en expressief muziekinstrument. Het gebruiksvriendelijke
bedieningspaneel heeft bovendien een enorm vermogen om geluid te
creëren, is heel veelzijdig en is uitgerust met een compact, robuust
metalen chassis dat zowel in de studio als op een podium kan worden
ingezet.
Analoog synthesizercircuit
Het synthesizercircuit van de TORAIZ AS-1 is gebaseerd op de Prophet-6
en werd ontwikkeld in samenwerking met Dave Smith Instruments LLC.
Het 4-polige, resonante laagdoorlaatfilter geeft de TORAIZ AS-1
dezelfde unieke analoge energie als de Prophet-6 en biedt krachtige
klankvormende en zelfresonerende mogelijkheden.
Volledig programmeerbare synthesizer
Alle geluiden kunnen worden opgeslagen als voorinstellingen
en zijn direct toegankelijk in de studio of op het podium. De
synthesizerparameters worden duidelijk weergegeven op het hoge
resolutie-oled.
Uitgebreide bibliotheek met vooraf
ingestelde geluiden
De fabrieksinstellingen zijn ontwikkeld om een brede waaier aan
muziekstijlen en -genres te kunnen dekken. U kunt ze zo gebruiken of ze
naar wens bewerken en opslaan.
Sequencer met 64 stappen en
arpeggiator
De stepsequencer en arpeggiator van de TORAIZ AS-1 zijn geweldige
tools voor frasering en voor liveoptredens. Aangezien de sequencer met
64 stappen stapsgewijze invoer mogelijk maakt, kunt u de frase die u net
heeft bedacht onmiddellijk opslaan. Bovendien kunt u het geluidsritme
en de toonsoort van de frase die u heeft gemaakt met de sequencer met
64 stappen en de arpeggiator in realtime wijzigen, wat u zal inspireren
om nieuwe frasen te maken.
Intuïtieve interface en ontwerp van
professionele kwaliteit
Alle regelaars van de TORAIZ AS-1 zijn zo geordend dat u ze gemakkelijk
kunt gebruiken via het bedieningspaneel, net zoals bij dj-apparatuur.
Hierdoor kunt u geluiden snel, gemakkelijk en in realtime aanpassen.
Dankzij het compacte en robuuste metalen chassis kunt u het apparaat
overal meenemen om muziek te produceren en naar liveoptredens.
5
Nl
Namen van onderdelen en functies
Namen van onderdelen en functies
Bedieningspaneel
onmlkji pf g h
1 3 4 5 6 72
8 9 a b c d e
1 SHIFT-knop
Als een knop twee functies heeft, kunt u wisselen tussen de functies
door de [SHIFT]-knop AAN en UIT te zetten.
Om de [SHIFT]-knop aan te zetten, houdt u de knop ingedrukt zodat
hij gaat branden. Om de [SHIFT]-knop uit te zetten, laat u hem los
zodat de lamp in de knop uitgaat.
Zie "Een programma kiezen en afspelen" (pagina 9).
2 GLOBAL-knop
Gaat naar de globale instelmodus.
Zie "De instellingen voor eenheden wijzigen ([GLOBAL SETTING])"
(pagina 23).
3 PROGRAM/BANK-regelaar
Wisselt tussen programma's.
Om te wisselen tussen banken, zet u de [SHIFT]-knop aan voordat u
aan de regelaar draait.
Zie "Een programma kiezen en afspelen" (pagina 9).
4 PARAM/CATEGORY-regelaar
Selecteert de parameter die moet worden aangepast.
Om te wisselen tussen categorieën, zet u de [SHIFT]-knop aan
voordat u aan de [PARAM/CATEGORY]-regelaar draait.
Zie "Een programma bewerken" (pagina 9).
5 Scherm
Geeft het banknummer, het programmanummer, de
programmanaam, de parameters enz. weer.
Zie "Een programma kiezen en afspelen" (pagina 9).
6 VALUE-regelaar
Past de parameter-/menu-instelling aan die op het scherm
verschijnt.
Zie "Een programma bewerken" (pagina 9).
7 VOLUME-regelaar
Past het audio-uitgangsniveau aan.
Zie "Volume" (pagina 19) en "Er klinkt geen of nauwelijks geluid."
(pagina 39).
De volumes van de [AUDIO OUT]- en de [PHONES]-uitgang zijn met
elkaar verbonden.
Zet het volume niet te luid wanneer u de hoofdtelefoon gebruikt om
te spelen.
Afhankelijk van de instelling van de [VOLUME]-regelaar kunnen
luide geluiden klinken wanneer u op de toetsen speelt.
8 LPF CUTOFF-regelaar
Past de afsnijfrequentie van het LPF (laagdoorlaatfilter) aan.
Zie "Categorie FILTER" (pagina 14).
9 LPF RESONANCE-regelaar
Past de resonantie van het LPF (laagdoorlaatfilter) aan.
Zie "Categorie FILTER" (pagina 14).
a HPF CUTOFF-regelaar
Past de afsnijfrequentie van het HPF (hoogdoorlaatfilter) aan.
Zie "Categorie FILTER" (pagina 14).
6Nl
b ENVELOPE ATTACK-regelaar
Past de aanzet van de versterker- en de filteromhullende aan.
Zie "Categorie FILTER ENVELOPE" (pagina 14).
c ENVELOPE DECAY/RELEASE-regelaar
Past de terugval en het wegsterven van de versterker- en de
filteromhullende aan.
Zie "Categorie FILTER ENVELOPE" (pagina 14).
d LFO FREQ/AMOUNT-regelaar
Past de frequentie van de LFO (laagfrequente oscillator) aan.
Zie "Categorie LFO (laagfrequente oscillator)" (pagina 16).
Om het vermogen van de LFO aan te passen, zet u de [SHIFT]-knop
aan voordat u aan de [LFO FREQ/AMT]-regelaar draait.
Zie "Categorie SLIDER" (pagina 17).
e FX ON/OFF-knop
Zet het effect aan/uit.
Zie "Categorie EFFECTS" (pagina 17).
f LATCH-knop
Behoudt het effect van de schuifregelaar.
Zie "De schuifregelaar gebruiken" (pagina 11).
g Schuifregelaar
Past het effect van de schuifregelaar aan.
Zie "De schuifregelaar gebruiken" (pagina 11).
h Toetsenbord
Gebruik het toetsenbord om het momenteel geselecteerde geluid af
te spelen.
Zie "Een programma kiezen en afspelen" (pagina 9).
i OCTAVE DOWN-knop
Verlaagt het speelbereik van de toetsen met een octaaf.
Om het in semitoonstappen te verlagen, zet u de [SHIFT]-knop aan
voordat u op de [OCTAVE DOWN]-knop drukt.
Zie "Een programma kiezen en afspelen" (pagina 9) en "Categorie
OSCILLATOR" (pagina 13).
j OCTAVE UP-knop
Verhoogt het speelbereik van de toetsen met een octaaf.
Om het in semitoonstappen te verhogen, zet u de [SHIFT]-knop aan
voordat u op de [OCTAVE UP]-knop drukt.
Zie "Een programma kiezen en afspelen" (pagina 9) en "Categorie
OSCILLATOR" (pagina 13).
k SEQUENCER-opnameknop
Zet de sequencer in de opnamestand.
Zie "De sequencer gebruiken" (pagina 10).
l SEQUENCER-afspeelknop
Speelt de sequentie af.
Zie "De sequencer gebruiken" (pagina 10).
m HOLD-knop
Zet de hold-functie van het toetsenbord aan/uit.
Zie "Een programma kiezen en afspelen" (pagina 9) en "Categorie
ARPEGGIATOR" (pagina 20).
n ARP-knop
Zet de arpeggiatorfunctie aan/uit.
Zie "Een programma kiezen en afspelen" (pagina 9) en "Categorie
ARPEGGIATOR" (pagina 20).
o CLOCK BPM/DIVIDE-regelaar
Past de BPM aan.
Om het tempo van de sequencer/arpeggiator aan te passen, zet u de
[SHIFT]-knop aan voordat u aan de [CLOCK BPM/DIVIDE]-regelaar
draait.
Zie "Categorie ARPEGGIATOR/SEQUENCER" (pagina 19).
p CLOCK TAP-knop
Tik met uw vinger op de [CLOCK TAP]-knop om de BPM in te stellen.
Zie "Categorie ARPEGGIATOR/SEQUENCER" (pagina 19).
7
Nl
Namen van onderdelen en functies
Achterpaneel
21 3 4 5
8
b6 7
9a
1 Kensington-beveiligingsgleuf
2 PHONES-uitgang
Sluit een hoofdtelefoon aan.
3 AUDIO OUT R
Sluit aan op een analoge ingangsaansluiting (rechts) van een
versterker, mengpaneel enz.
4 AUDIO OUT L
Sluit aan op een analoge ingangsaansluiting (links) van een
versterker, mengpaneel enz.
5 TRIGGER IN
Sluit een voetschakelaar of een apparaat aan dat een audiosignaal
verzendt dat als triggersignaal werkt.
Voor gedetailleerde gebruiksspecificaties van deze aansluiting,
zie "De instellingen voor eenheden wijzigen ([GLOBAL SETTING])"
(pagina 23).
6 MIDI OUT/THRU
Sluit aan op een apparaat dat MIDI-signalen ontvangt van dit
apparaat.
7 MIDI IN
Sluit aan op een apparaat dat MIDI-signalen verzendt naar dit
apparaat.
8 USB-B-aansluiting
Sluit aan op uw computer.
! USB-verdeelhubs zijn niet bruikbaar.
! Om de prestaties te optimaliseren, verbindt u dit apparaat en de
computer rechtstreeks met een USB 2.0-compatibele USB-kabel.
9 Kabelhaak
Maak de kabel van de netstroomadapter hier vast om te
voorkomen dat hij ongewild losraakt. Zie "De kabelhaak gebruiken"
(pagina 8).
a DC IN-aansluiting
Sluit de kabel van de netstroomadapter hier aan.
b u-knop
Zet dit apparaat aan/uit.
Deze schakelaar staat voor dit product tussen uit en aan.
Waarschuwing
Zelfs als u het apparaat uitschakelt via de aan/uit-knop van het apparaat
of de afstandsbediening (indien bijgeleverd), het scherm uit gaat en het
apparaat eruitziet alsof het is losgekoppeld van de voeding, wordt er toch
nog stroom geleverd aan het apparaat, zoals in deze productspecificaties
wordt beschreven. Om de stroom volledig uit te schakelen, moet u de
stekker (uitschakelinrichting) van het stroomsnoer uittrekken. Om dat
gemakkelijk te kunnen doen, stelt u het apparaat op in de buurt van het
stopcontact zodat u zonder moeite bij de stekker (uitschakelinrichting)
van het stroomsnoer kunt. Als u het apparaat gedurende langere tijd op
het stopcontact aangesloten houdt, kan dat brand veroorzaken.
8Nl
Aansluitingen
! Schakel altijd eerst de stroom uit en trek de stekker uit het stopcontact alvorens u enige aansluiting maakt of verbreekt.
! Sluit het stroomsnoer pas aan nadat alle aansluitingen tussen de apparatuur volledig zijn gemaakt.
! Gebruik alleen het stroomsnoer en de netstroomadapter die zijn meegeleverd.
! Raadpleeg de handleidingen van de aan te sluiten apparatuur.
! Sluit dit apparaat en uw computer rechtstreeks op elkaar aan met behulp van een USB-kabel.
— Gebruik een USB-kabel die geschikt is voor USB 2.0.
— USB-verdeelhubs zijn niet bruikbaar.
Aansluiten van in- en uitgangsaansluitingen
Naar stopcontact
Netstroomadapter
(bijgeleverd)
ComputerSynthesizer, geluidsmodule enz.Luidsprekers met voeding
Voetschakelaar
Hoofdtelefoon
MIDI-toetsenbord,
sequencer enz. Stroomsnoer
(bijgeleverd)
De kabelhaak gebruiken
Maak de kabel van de netstroomadapter vast aan de kabelhaak om te
voorkomen dat hij ongewild losraakt.
! Als de kabel van de netstroomadapter wordt losgekoppeld terwijl u
aan het spelen bent op de synthesizer, zal het geluid abrupt stoppen.
1 Plaats de aansluitkabel van de netstroomadapter
in de kabelhaak.
Maak de kabel vast.
2 Steek de stekker van de aansluitkabel in de [DC
IN]-uitgang. Als de kabel links van de kabelhaak te
lang is, kunt u die enigszins vastmaken.
Trek zachtjes om vast te
maken.
Steek de stekker erin.
9
Nl
Bediening
Bediening
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u het apparaat bedient, van het maken van het geluid tot het afspelen ervan.
Voor meer informatie over de categorieën, de parameters en de parameterwaarden die in de procedures worden beschreven, zie "Geluiden aanmaken
en categorieën/parameters" (pagina 13).
Een programma kiezen en afspelen
De TORAIZ AS-1 heeft tien banken ([F1]-[F5] en [U1]-[U5]) met elk 99
programma's. Om het gewenste programma op te roepen, selecteert u
een bank en een programmanummer, in die volgorde.
! De programma's in de banken [F1]-[F5] zijn alleen-lezen en de
programma's in de banken [U1]-[U5] kunnen worden herschreven.
U kunt alle programma's in alle banken bewerken, maar u kunt een
programma alleen opslaan in een gebruikersbank [U1]-[U5].
("F" staat voor "Fabrieksbank" en "U" staat voor "Gebruikersbank".)
! Wanneer u dit product aankoopt, zijn de programma's in de banken
[U1]-[U5] dezelfde als de programma's in de banken [F1]-[F5].
Over de laatste-geheugenfunctie
Als u een programma selecteert en u drukt twee keer op de
[GLOBAL/WRITE]-knop (druk op de [GLOBAL/WRITE]-knop om het
[GLOBAL SETTING]-scherm weer te geven en druk opnieuw op de
[GLOBAL/WRITE]-knop om terug te keren naar het hoofdscherm),
dan wordt het geselecteerde programma, wanneer u het apparaat de
volgende keer aanzet, eerst weergegeven op het hoofdscherm.
1 Druk op de [u]-knop op het achterpaneel om het
apparaat aan te zetten.
Het hoofdscherm verschijnt.
2 Schakel de externe apparaten in die zijn
aangesloten op [AUDIO OUT] (bijv. luidsprekers met
voeding, versterker, mengpaneel enz.).
3 Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en draai aan de
[PROGRAM/BANK]-regelaar om een banknummer te
kiezen.
Het banknummer op het scherm verandert wanneer u aan de regelaar
draait.
! Als u de [SHIFT]-knop ingedrukt houdt, brandt de lamp alleen
wanneer u op de knop drukt. Om ze uit te zetten, laat u de knop los.
Programmanummer
Banknummer
Programmanaam
U5
Basic Program
Attack 0
P27
AMP ENVELOPE
120
BPM:
4 Zet de [SHIFT]-knop uit en draai aan de
[PROGRAM/BANK]-regelaar om het gewenste
programma te kiezen.
Het programmanummer en de programmanaam op het scherm
veranderen wanneer u aan de regelaar draait.
5 Speel op de toetsen.
De synthesizer produceert het bijbehorende geluid.
! Als de [HOLD]-knop aan staat (brandt), blijft het geluid afspelen.
Telkens als u op de [HOLD]-knop drukt, zet u die aan of uit.
! Als de [ARP]-knop aan staat (brandt), worden eventuele
aangehouden noten gebroken.
Telkens als u op de [ARP]-knop drukt, zet u die aan of uit.
! Als u op de [OCTAVE UP]-knop/[OCTAVE DOWN]-knop drukt terwijl
u een arpeggio speelt, kunt u de toonladder verhogen/verlagen
met een octaaf. Om te verhogen/verlagen met chromatische
toonladdereenheden houdt u de [SHIFT]-knop ingedrukt en drukt u
op een van de knoppen.
Een programma bewerken
Er zijn twee manieren om een programma te bewerken.
! Gebruik de regelaars en de knoppen op het bedieningspaneel om
de belangrijkste parameters direct aan te passen (zoals in stap 2
hieronder).
! Kies de gewenste parameter op het scherm en pas de gedetailleerde
parameters aan (zoals in stappen 3 tot 5 hieronder).
Voor de werking van de knoppen en de regelaars, zie "Namen van
onderdelen en functies" (pagina 5) en voor meer informatie over
de parameters, zie "Geluiden aanmaken en categorieën/parameters"
(pagina 13).
1 Kies een programma dat u wilt bewerken.
Volg stappen 3 en 4 in "Een programma kiezen en afspelen" hierboven.
2 Bedien de regelaars [LPF CUTOFF], [LPF RES], [HPF
CUTOFF], [ENVELOPE ATTACK], [ENVELOPE DECAY/
REL], [LFO FREQ/AMT] en/of de [FX]-knop.
Het geluid verandert naarmate u de parameter aanpast.
3 Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en draai aan
de [PARAM/CATEGORY]-regelaar om de gewenste
categorie te kiezen.
De naam van de categorie op het scherm verandert wanneer u aan de
regelaar draait.
! Zie stap 3 in "Een programma kiezen en afspelen" hierboven om de
[SHIFT]-knop aan/uit te zetten.
Parameternaam
Categorienaam
Parameterwaarde
U5
Basic Program
Attack 0
P27
AMP ENVELOPE
120
BPM:
4 Zet de [SHIFT]-knop uit en draai aan de
[PARAM/CATEGORY]-regelaar om de gewenste
parameternaam te kiezen.
De naam van de parameter op het scherm verandert wanneer u aan de
regelaar draait.
5 Draai aan de [VALUE]-regelaar om de
parameterwaarde aan te passen.
Het geluid verandert naarmate u de parameterwaarde op het scherm
aanpast.
Een bewerkt programma opslaan
1 Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op de
[GLOBAL/WRITE]-knop.
U krijgt het volgende scherm te zien en de [GLOBAL/WRITE]-knop
knippert. (De [SHIFT]-knop wordt automatisch uitgezet.)
10 Nl
! Zie stap 3 in "Een programma kiezen en afspelen" hierboven om de
[SHIFT]-knop aan/uit te zetten.
TB
U5
Basic Program
Attack 0
P27
Press Write to Save
or Hold to Cancel
2 Als u de naam van het programma wilt wijzigen,
draait u aan de [PARAM/CATEGORY]-regelaar om het
teken dat moet worden gewijzigd te selecteren en
aan de [VALUE]-regelaar om het gewenste teken te
selecteren.
! U kunt kiezen uit alfanumerieke tekens, symbolen en een spatie.
! Als u de naam van het programma niet wilt wijzigen, is deze stap niet
nodig.
3 Druk opnieuw op de [GLOBAL/WRITE]-knop.
Het momenteel geselecteerde programma wordt overschreven door het
bewerkte programma.
! Om het opslaan te annuleren, drukt u op de [HOLD]-knop in plaats
van op de [GLOBAL/WRITE]-knop. Het scherm verandert terug
in het hoofdscherm zonder dat het bewerkte programma wordt
opgeslagen.
Een programma initialiseren om
vanaf nul te beginnen met het
maken van een geluid
Als u vanaf nul wilt beginnen met het maken van een geluid, kunt u het
"basisprogramma" gebruiken, een eenvoudig geluid met een enkele
oscillator. Kies hiervoor een programma en initialiseer het. U kunt dit
vervolgens gebruiken als beginpunt voor het maken van een geluid.
1 Kies een programma dat u wilt initialiseren.
! Volg stappen 3 en 4 in "Een programma kiezen en afspelen"
(pagina 9).
2 Zet de [SHIFT]-knop uit en druk op de [GLOBAL/
WRITE]-knop.
U krijgt het scherm [GLOBAL SETTING] te zien en de [GLOBAL/WRITE]-
knop gaat branden.
! Zie stap 3 in "Een programma kiezen en afspelen" (pagina 9) om
de [SHIFT]-knop aan/uit te zetten.
3 Draai aan de [PARAM/CATEGORY]-regelaar tot het
scherm [Basic Program] verschijnt.
Als [Basic Program] is geselecteerd, knippert de [LATCH]-knop.
23.
Press Latch to
0
Basic Program
Load Basic Patch
4 Druk op de [LATCH]-knop.
Het momenteel geselecteerde programma wordt geïnitialiseerd en het
scherm verandert terug in het hoofdscherm.
! Om een geluid aan te maken, volgt u stappen 2 tot 5 in "Een
programma bewerken" (pagina 9).
Voor meer informatie, zoals over de instellingen van de parameters,
zie "Geluiden aanmaken en categorieën/parameters" (pagina 13).
! Om de initialisering te annuleren, drukt u opnieuw op de [GLOBAL/
WRITE]-knop in plaats van de [LATCH]-knop. Het scherm verandert
terug in het hoofdscherm zonder dat het programma wordt
geïnitialiseerd.
De sequencer gebruiken
Dit apparaat kan voor elk programma sequentiepatronen met maximaal
64 stappen maken.
Stapsgewijs opnemen
1 Druk op de [SEQUENCER]-opnameknop.
Het [Record]-scherm verschijnt en het apparaat gaat naar de modus
voor stapsgewijs opnemen.
Note:– Hit HOLD to Tie
Record
HOLD
sets Slew:
Off
120
BPM:
Vel:– Hit ARP to Rest
S
HIFT
+
2 Raak een van de toetsen op het toetsenbord aan.
De bijbehorende noot wordt ingevoerd in een stap en het apparaat gaat
automatisch door naar de volgende stap.
! U kunt maximaal 64 stappen invoeren.
! Om een overbinding in te voeren, drukt u op de [HOLD]-knop. Als
u een noot overbindt, wordt het geluid van de in de vorige stap
ingevoerde noot voortdurend afgespeeld.
! Om een rust in te voeren, drukt u op de [ARP]-knop.
! Om te wisselen tussen [On]/[Off] voor [Slew] van de stap die op het
scherm wordt weergegeven, houdt u de [SHIFT]-knop ingedrukt en
drukt u op de [HOLD]-knop.
Om de [SHIFT]-knop aan/uit te zetten, zie stap 3 in "Een programma
kiezen en afspelen" (pagina 9).
3 Druk op de [SEQUENCER]-opnameknop.
De stapsgewijze opname wordt beëindigd.
! Als u op de [SEQUENCER]-afspeelknop drukt terwijl het apparaat
zich in de stand voor stapsgewijze opname bevindt, kunt u de
sequencer afspelen zodra de stapsgewijze opname is beëindigd.
4 Druk op de [SEQUENCER]-afspeelknop.
De ingevoerde sequentie wordt afgespeeld.
! Als u een toets van het toetsenbord aanraakt terwijl u de sequentie
afspeelt, verschuift de toonhoogte volgens de toonladder van de
toets.
! Om [LOCK SEQUENCE] in/uit te schakelen, houdt u de [SHIFT]-knop
ingedrukt en drukt u op de [SEQUENCER]-knop.
Aan: als u de sequentie afspeelt, knippert de [SEQUENCER]-
afspeelknop. Zelfs als u het programma wijzigt, blijft het
sequentiepatroon behouden als [LOCK SEQUENCE] is
ingeschakeld.
Uit: als u de sequentie afspeelt, gaat de [SEQUENCER]-
afspeelknop branden. Als u het programma wijzigt, wordt ook het
sequentiepatroon aangepast volgens het programma.
! Als u de [SHIFT]-knop ingedrukt houdt en u drukt op de [TAP]-knop
terwijl de sequentie wordt afgespeeld, dan springt de sequentie naar
de eerste stap (herstart).
Het aantal stappen dat u wilt afspelen
wijzigen
1 Draai aan de [PARAM/CATEGORY]-regelaar om
het parameterscherm [Length] in de categorie
[SEQUENCER] weer te geven.
11
Nl
Bediening
U5
Basic Program
Length 64 Steps
P27
SEQUENCER
120
BPM:
2 Draai aan de [VALUE]-regelaar om het aantal
stappen dat moet worden afgespeeld te wijzigen.
Het apparaat speelt de sequentie herhaaldelijk af (lusweergave) volgens
het aantal stappen dat op het scherm wordt weergegeven.
! Om het aantal stappen te wijzigen, houdt u de [SHIFT]-knop
ingedrukt en draait u aan de [VALUE]-regelaar.
! Als u een [Length] kiest die korter is dan het aantal stappen van de
opgenomen sequentie, keert de weergave gedwongen terug naar
de eerste stap nadat de stap die door [Length] is opgegeven, is
afgespeeld.
Bijvoorbeeld: als het aantal stappen in de opgenomen sequentie 20
is en [Length] is ingesteld op [16 steps].
Stapnummer
Aantal stappen
Opgenomen sequentie
Ingevoerde noten
Bereik lusweergave
Het apparaat speelt in een lus af tot de 16e stap. Stappen 17 tot 20
worden niet afgespeeld, maar het sequentiepatroon blijft behouden.
! Als u een [Length] kiest die groter is dan of gelijk is aan het aantal
stappen van de opgenomen sequentie, speelt het apparaat het
sequentiepatroon herhaaldelijk af totdat het [Length] bereikt.
Vervolgens keert het terug naar de eerste stap om in lus af te spelen.
Bijvoorbeeld: als het aantal stappen van de opgenomen sequentie
vijf is en [Length] is ingesteld op [16 steps].
Aantal
stappen
Bereik lusweergave
Opgenomen
sequentie
Ingevoerde noten
Het apparaat speelt het opgenomen sequentiepatroon van vijf
stappen herhaaldelijk af totdat de 16e stap is bereikt. Daarna keert
het gedwongen terug naar de eerste stap om in lus af te spelen.
! Als u de [Length]-instelling wijzigt terwijl u een sequentie afspeelt,
is de verandering te zien nadat de stap die met de vorige [Length]-
instelling is opgegeven, is afgespeeld.
De invoerde nootinstelling wijzigen
Elke stap heeft de volgende instellingen: [Note], [Vel], [Slew].
1 Draai aan de [PARAM/CATEGORY]-regelaar om
het parameterscherm [Note], [Vel] of [Slew] weer te
geven van de [SEQUENCER]-categorie van de stap die
u wilt wijzigen.
2 Draai aan de [VALUE]-regelaar om de waarde van
de weergegeven parameter te wijzigen.
Wijzigingen aan een van de parameterwaarden zijn onmiddellijk
zichtbaar, ongeacht of de sequentie wordt afgespeeld/stilstaat.
U5
Basic Program
Note 1
G
10
P27
SEQUENCER
120
BPM:U5
Basic Program
Vel 1 127
P27
SEQUENCER
120
BPM:U5
Basic Program
Slew 1
O
f f
P27
SEQUENCER
120
BPM:
De schuifregelaar gebruiken
U kunt meerdere parameters toewijzen aan de schuifregelaar en de toon
dynamisch wijzigen met behulp van de schuifregelaar.
1 Draai aan de [PARAM/CATEGORY]-regelaar en kies
de parameter die u wilt wijzigen met behulp van de
schuifregelaar in de categorie [SLIDER DESTINATION].
2 Draai aan de [VALUE]-regelaar om de
maximumwaarde van de aan de schuifregelaar
toegewezen parameter in te stellen.
3 Bedien de schuifregelaar.
! Om ervoor te zorgen dat de waarde van de schuifregelaar behouden
blijft als u uw vinger loslaat, drukt u op de [LATCH]-knop zodat de
[LATCH]-knop aan gaat (brandt).
De functie voor snelle programma's
gebruiken
Het apparaat kan aan elke toets op het toetsenbord maximaal 13
programma's toewijzen als snelle programma's en ze onmiddellijk
oproepen.
Snelle programma's toewijzen aan de
toetsen van het toetsenbord
1 Druk op de [GLOBAL/WRITE]-knop.
Het [GLOBAL SETTING]-scherm verschijnt.
2 Draai aan de [PARAM/CATEGORY]-regelaar om het
scherm [Quick Program] weer te geven.
3 Draai aan de [VALUE]-regelaar om een toets te
selecteren waaraan u het snelle programma wilt
toewijzen.
De cijfers [Prog: 1] tot [Prog: 13] komen overeen met de cijfers op de
toetsen van het toetsenbord.
Prog: 2 Prog: 11
Prog: 1 Prog: 3 Prog: 12 Prog: 13
4 Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en draai aan de
[PROGRAM/BANK]-regelaar om het banknummer
te selecteren dat het programma bevat dat u wilt
toewijzen.
Het banknummer op het scherm verandert.
! Zie stap 3 in "Een programma kiezen en afspelen" (pagina 9) om
de [SHIFT]-knop aan/uit te zetten.
12 Nl
Prog:1
4
.
Q
uick
P
rogram
Ul P1
5 Zet de [SHIFT]-knop uit en draai aan de [PROGRAM/
BANK]-regelaar om het gewenste programma te
kiezen dat aan de geselecteerde toets moet worden
toegewezen.
Het programmanummer op het scherm verandert.
De toegewezen snelle programma's
oproepen
1 Houd de [SHIFT]- en [LATCH]-knoppen ingedrukt en
raak de gewenste toets aan.
Hierdoor gaat u automatisch naar het programma dat u heeft
toegewezen met "Snelle programma's toewijzen aan de toetsen van het
toetsenbord" hierboven.
13
Nl
Geluiden aanmaken en categorieën/parameters
Geluiden aanmaken en categorieën/
parameters
In dit hoofdstuk worden de synthesecategorieën en -parameters in het programma voor het aanmaken van geluiden beschreven.
Voor meer informatie over hoe u de hier beschreven categorieën, parameters en parameterwaarden wijzigt, zie "Bediening" (pagina 9).
Categorie OSCILLATOR
De oscillatorcategorieën ([OSCILLATOR 1], [OSCILLATOR 2] en
[OSCILLATORS]) genereren golfvormen met verscheidene harmonische
configuraties die de basis vormen voor de geluiden van dit apparaat.
Het apparaat heeft de twee oscillatoren (Oscillator 1, Oscillator 2) en
daarbovenop een suboscillator van Oscillator 1 en een onafhankelijke
ruisgenerator.
De twee oscillatoren kunnen driehoekige en zaagtandvormige
golfvormen en pulsgolfvormen met variërende breedte genereren. U
kunt deze drie soorten golfvormen voortdurend wijzigen met behulp van
de parameter [Shape].
OSCILLATOR-parameters
[OSCILLATOR 1], [OSCILLATOR 2] en [OSCILLATORS] worden op het
scherm weergegeven als categorieën.
Hieronder vindt u de parameters die onder één of twee van de
categorieën worden weergegeven.
Frequency
(U vindt deze parameter zowel onder de categorie [OSCILLATOR 1] als
onder de categorie [OSCILLATOR 2].)
De parameter [Frequency] past de basistoonhoogte van de oscillator
aan over vijf octaven.
! Als u de knoppen [OCTAVE UP] en [OCTAVE DOWN] gebruikt,
zitten er in totaal negen octaven in het bereik.
Shape
(U vindt deze parameter zowel onder de categorie [OSCILLATOR 1] als
onder de categorie [OSCILLATOR 2].)
De parameter [Shape] past de golfvorm aan die door de oscillator wordt
gegenereerd.
De golfvorm kan voortdurend wisselen tussen driehoekige golfvorm,
zaagtandgolfvorm en pulsgolfvorm.
De drie golfvormen worden als volgt weergegeven op het scherm.
! Driehoekige golfvorm: [Tri]
! Zaagtandgolfvorm: [Saw]
! Pulsgolfvorm: [Pulse]
Pulse Width
(U vindt deze parameter zowel onder de categorie [OSCILLATOR 1] als
onder de categorie [OSCILLATOR 2].)
De parameter [Pulse Width] past de pulsbreedte van de pulsgolfvorm
aan.
! Als [Pulse Width] is ingesteld op [127], dan verandert de
pulsgolfvorm in een vierkante golfvorm (pulsbreedte: 50%).
! Als [Pulse Width] is ingesteld op [0] of [255], wordt de
vermogensverhouding van de pulsgolfvorm 0% (pulsbreedte: 0%)
zodat het geluid niet wordt uitgevoerd.
Bedrijfscyclus
(100%)
Bedrijfscyclus
(100%)
Bedrijfscyclus
(100%)
Ingestelde waarde: hoog
Ingestelde waarde: laag
Vierkante golf
Sync
(Voor de categorie [OSCILLATOR 1])
De parameter [Sync] zet de harde sync van de oscillator op [On]/[Off].
Als de harde sync van de oscillator is ingesteld op [On], wordt
Oscillator 1 gedwongen om de cyclus te herstarten telkens als de cyclus
van Oscillator 2 begint. Hierdoor worden harmonische boventonen
toegevoegd aan de frequentie van Oscillator 1 en wordt er een complexe
golfvorm gegenereerd.
Oscillator 1
Oscillator 1 gesynchroniseerd
met Oscillator 2
Oscillator 2
Fine
(Voor de categorie [OSCILLATOR 2])
Fine verhoogt of verlaagt de toonhoogte van Oscillator 2 met een
kwarttoon. Als u de toonhoogtes van Oscillator 1 en Oscillator 2 licht
verstemd, wordt een voller geluid gecreëerd.
Key Follow
(Voor de categorie [OSCILLATOR 2])
Zet [Key Follow] op [On]/[Off].
Als [Key Follow] op [On] staat, wordt de toonhoogte van Oscillator 2
geregeld via het toetsenbord.
! Als u Oscillator 2 als een LFO-bron (laagfrequente oscillator)
gebruikt, blijft die uitzenden aan de frequentie die is ingesteld bij
[Frequency] door [Key Follow] op [Off] te zetten.
! Zelfs als [Key Follow] op [Off] staat, zijn modulaties uit andere
modulatiebronnen mogelijk.
Low Freq
(Voor de categorie [OSCILLATOR 2])
Als [Low Freq] op [On] staat, kan Oscillator 2 worden gebruikt als een
LFO.
Slop
(Voor de categorie [OSCILLATORS])
Deze parameter heeft zowel invloed op Oscillator 1 als op Oscillator 2.
Slop voegt gerandomiseerde verstemming toe aan beide oscillatoren
waardoor het apparaat de licht onstabiele stemming en "warmte" krijgt
die eigen is aan vintage analoge synthesizers.
! Kleine hoeveelheden Slop zorgen voor een subtiel vintage analoog
karakter. Grotere hoeveelheden Slop zorgen voor een dramatischer
vals effect.
Categorie MIXER
In de categorie [MIXER] kunt u de niveaus van de individuele
oscillatoren instellen.
Om de golfvorm van elke oscillator te synthetiseren, moet u het
volumeniveau van elke parameter in de categorie [MIXER] verhogen.
! Als de parameter [RESONANCE] van het laagdoorlaatfilter hoog
genoeg staat om zelfoscillatie te veroorzaken, zal het filter een
sinusgolf produceren, zelfs als alle oscillatorvolumes op [0] zijn
gezet.
14 Nl
MIXER-parameters
Osc1 Level
Stelt het volume van Oscillator 1 in.
Osc2 Level
Stelt het volume van Oscillator 2 in.
Sub Level
Stelt het volume van de suboscillator van Oscillator 1 in.
De suboscillator genereert een driehoekvormige golfvorm die één
octaaf lager ligt dan de toonhoogte van Oscillator 1. Aangezien een
driehoekvormige golfvorm weinig harmonischen heeft, kunt u de
driehoekvormige suboctaaf gebruiken om gewicht toe te voegen aan een
geluid zonder de algemene harmonische inhoud te veranderen.
Noise Level
Stelt het volume in van de witte ruis die door de ruisgenerator wordt
gegenereerd.
Ruis kan worden gebruikt voor percussiegeluiden en geluidseffecten
zoals wind of oceaangolven.
Categorie FILTER
In de filtercategorie ([LOW-PASS FILTER], [HIGH-PASS FILTER]), wordt
de toon verwerkt door de harmonische component van de oscillatoren te
onderdrukken of te benadrukken.
Dit apparaat is uitgerust met een 4-polig (24 dB per octaaf), analoog,
resonant laagdoorlaatfilter en een 2-polig (12 dB per octaaf), analoog,
resonant hoogdoorlaatfilter.
Het laagdoorlaatfilter verzwakt de hogere frequenties en het
hoogdoorlaatfilter verzwakt de lagere frequenties. Door deze twee filters
tegelijk te gebruiken, werkt het ook als banddoorlaatfilter.
U kunt een frequentieband ook benadrukken bij de filter cutoff door het
resonantieniveau ([Resonance]) aan te passen.
FILTER-parameters
[LOW-PASS FILTER] en [HIGH-PASS FILTER] worden op het scherm
weergegeven als categorieën.
Hieronder vindt u de parameters die onder één van de categorieën of
onder beide worden weergegeven.
Cutoff
(U vindt deze parameter zowel onder de categorie [LOW-PASS FILTER]
als onder de categorie [HIGH-PASS FILTER].)
De parameter [Cutoff] past de afsnijfrequentie van elk filter aan.
De afsnijfrequentie wordt aangepast naar het lagere bereik wanneer de
ingestelde waarde van de parameter daalt en naar het hogere bereik
wanneer die stijgt.
! Als u de waarde van [LOW-PASS FILTER] verlaagt, verwijdert u de
hoge frequenties uit het geluid.
! Als u de waarde van [HIGH-PASS FILTER] verhoogt, verwijdert u de
lage frequenties uit het geluid.
! Met [FILTER ENVELOPE] kunt u de afsnijfrequentie van het filter
regelen doorheen de tijd.
Resonance
(U vindt deze parameter zowel onder de categorie [LOW-PASS FILTER]
als onder de categorie [HIGH-PASS FILTER].)
De parameter [Resonance] geeft het geluid een speciaal karakter door
de boventonen rond de afsnijfrequentie te benadrukken.
! Als u het [Resonance]-niveau verhoogt, wordt de boventoon
benadrukt en is het effect groter.
! Als u het [Resonance]-niveau verhoogt, start het laagdoorlaatfilter
met zelfoscillatie en genereert het een sinusgolf.
! Als u [Resonance] instelt op een hoge waarde terwijl de oscillatoren
ook op een hoge waarde zijn ingesteld in [MIXER] kan vervorming
optreden. Verlaag indien nodig het niveau van de oscillatoren.
Key Amount
(U vindt deze parameter zowel onder de categorie [LOW-PASS FILTER]
als onder de categorie [HIGH-PASS FILTER].)
[Key Amount] regelt hoe de afsnijfrequentie van het filter wordt
beïnvloed door het toetsenbord. De instellingen zijn [Off/Half/Full].
! Als de parameter is ingesteld op [Full]: hoe hoger de noot die op
de toetsen wordt gespeeld, des te meer het filter opengaat. De
wijzigingen aan de afsnijfrequentie gebeuren in semitooneenheden.
! Als de parameter is ingesteld op [Half]: hoe hoger de noot die op
de toetsen wordt gespeeld, des te meer het filter opengaat. De
wijzigingen aan de afsnijfrequentie gebeuren evenwel in halve
semitooneenheden.
! Als de parameter is ingesteld op [Off]: hogere of lagere noten spelen
op de toetsen heeft geen invloed op de filterfrequentie.
! Als het laagdoorlaatfilter zelf oscilleert, kunt u als volgt spelen
volgens de instelling [Key Amount] in de categorie [LOW-PASS
FILTER].
Instelling [Full]: u kunt twaalf tonen per octaaf spelen met het
oscillatiegeluid (sinusgolf) van het filter.
Instelling [Half]: u kunt twaalf tonen per octaaf spelen door twee
octaven te spelen op de toetsen.
Velocity
(U vindt deze parameter zowel onder de categorie [LOW-PASS FILTER]
als onder de categorie [HIGH-PASS FILTER].)
Als de parameter [Velocity] op [On] staat, kunt u het effect van de
filteromhullende ([FILTER ENVELOPE]) wijzigen naar de afsnijfrequentie,
afhankelijk van de snelheid (kracht waarmee op de toetsen wordt
gespeeld).
! Als u de toetsen stevig bespeelt, zal de hoeveelheid verandering in
[LP Amount] en [HP Amount] in de categorie [FILTER ENVELOPE]
verhogen.
Categorie FILTER ENVELOPE
De [FILTER ENVELOPE] wordt gebruikt om de afsnijfrequenties van
de twee filters doorheen de tijd te regelen via de regelaars [Attack],
[Decay], [Sustain] en [Release].
Geluiden die door een instrument worden geproduceerd zijn doorgaans
helderder in het begin (de aanzetfase) en worden zachter naarmate ze
wegsterven (de terugvalfase en de fase van wegsterven). De [FILTER
ENVELOPE] werd ontwikkeld om dit te simuleren.
Standaard ADSR-omhullende
Cutoff
Note aan Sustain-
niveau
Note uit
Release-tijd
Decay-
tijd
Attack-
tijd
Cutoff
Tijd
FILTER ENVELOPE-parameters
LP Amount
De parameter [LP Amount] stelt de hoeveelheid modulatie van de
filteromhullende naar het laagdoorlaatfilter in. Grotere hoeveelheden
hebben een dramatischer effect op de afsnijfrequentie.
! Hogere positieve [LP Amount]-instellingen zorgen ervoor dat de
filteromhullende de afsnijfrequentie van het filter dramatischer
beïnvloedt.
! Hogere negatieve [LP Amount]-instellingen zorgen ervoor
dat de filteromhullende wordt geïnverteerd en beïnvloeden de
afsnijfrequentie van het filter dramatischer in de omgekeerde
richting.
15
Nl
Geluiden aanmaken en categorieën/parameters
Cutoff Cutoff
Note aan Note uit
Note aan Note uit
Tijd Tijd
Plus-richting Min-richting
HP Amount
De parameter [HP Amount] stelt de hoeveelheid modulatie van de
filteromhullende naar het hoogdoorlaatfilter in. Grotere hoeveelheden
hebben een dramatischer effect op de afsnijfrequentie.
! Hogere positieve [HP Amount]-instellingen zorgen ervoor dat de
filteromhullende de afsnijfrequentie van het filter dramatischer
beïnvloedt.
! Hogere negatieve [HP Amount]-instellingen zorgen ervoor
dat de filteromhullende wordt geïnverteerd en beïnvloeden de
afsnijfrequentie van het filter dramatischer in de omgekeerde
richting.
Attack
De [Attack]-parameter stelt de aanzettijd van de filteromhullende in.
Hiermee wordt de tijdsduur ingesteld vanaf noot-aan (indrukken van een
toets) totdat het filter opengaat naar de frequentie die met de [Cutoff]-
parameter is ingesteld.
! Hoe groter de instelwaarde van [Attack], des te langer het duurt
vooraleer de maximumwaarde wordt bereikt.
Decay
De [Decay]-parameter stelt de terugvaltijd van de filteromhullende in.
Hiermee wordt de tijd ingesteld totdat het aanhoudingsniveau wordt
bereikt, nadat de in [Cutoff] ingestelde afsnijfrequentie is bereikt via de
aanzetfase.
! Hoe groter de instelwaarde van [Decay], des te langer het duurt
vooraleer het aanhoudingsniveau wordt bereikt.
Sustain
De [Sustain]-parameter stelt het aanhoudingsniveau van de
filteromhullende in.
Hiermee wordt de afsnijfrequentie ingesteld die wordt aangehouden
terwijl het geluid behouden blijft gedurende de terugvaltijd (terwijl u de
toetsen indrukt).
! Hoe groter de instelwaarde van [Sustain], des te hoger het
aanhoudingsniveau.
! Als [Sustain] is ingesteld op de maximumwaarde, heeft de [Decay]-
tijd geen effect.
! Als [Sustain] is ingesteld op de minimumwaarde, heeft de [Release]-
tijd geen effect.
Release
De [Release]-parameter stelt de wegsterftijd van de filteromhullende in.
Hiermee wordt geregeld hoe snel het filter sluit nadat een noot is
weggestorven.
! Hoe groter de instelwaarde van [Release], des te langer de
terugvaltijd tot het filter sluit.
Categorie AMP ENVELOPE
De [AMP ENVELOPE] wordt gebruikt om de algemene geluidssterkte
van een geluid doorheen de tijd te regelen met behulp van de [Attack]-,
[Decay]-, [Sustain]- en [Release]-regelaars.
In het algemeen wijzigt het volume van geluiden die door een instrument
worden geproduceerd doorheen de tijd. De [AMP ENVELOPE] werd
ontwikkeld om dit te simuleren.
Niveau
Note aan Note uit
Tijd
Release-
tijd
Decay-
tijd
Attack-
tijd
Attack-
niveau Sustain-
niveau
Standaard ADSR-omhullende
AMP ENVELOPE-parameters
Amount
De parameter [Amount] stelt het aanzetniveau in (de maximumwaarde
van de versterkeromhullende) door de versterkeromhullende.
Velocity
Als de [Velocity] is ingesteld op [On], kan [Amount] van de
versterkeromhullende worden gewijzigd door velocity (hoe hard u slaat).
! Hoe harder u de toetsen bespeelt, des te groter de verandering in
[Amount] (volume).
Attack
De [Attack]-parameter stelt de aanzettijd van de versterkeromhullende
in.
Hiermee wordt de tijd ingesteld vanaf noot-aan (indrukken van een toets)
totdat het aanzetniveau wordt bereikt dat werd in gesteld bij [Amount]
(hoe snel de stijgtijd tot de crest is).
! Hoe groter de instelwaarde van [Attack], des te langer het duurt
vooraleer het aanzetniveau wordt bereikt.
Decay
De [Decay]-parameter stelt de terugvaltijd van de versterkeromhullende
in.
Hiermee wordt de tijd ingesteld totdat het aanhoudingsniveau wordt
bereikt, nadat het aanzetniveau is bereikt.
! Hoe groter de instelwaarde van [Decay], des te langer het duurt
vooraleer het aanhoudingsniveau wordt bereikt.
Sustain
De [Sustain]-parameter stelt het aanhoudingsniveau van de
versterkeromhullende in.
Hiermee wordt het volume ingesteld dat wordt aangehouden terwijl het
geluid behouden blijft gedurende de terugvaltijd (terwijl u de toetsen
indrukt).
! Hoe groter de instelwaarde van [Sustain], des te hoger het
aanhoudingsniveau.
! Als [Sustain] is ingesteld op de maximumwaarde, heeft de [Decay]-
tijd geen effect.
! Als [Sustain] is ingesteld op de minimumwaarde, heeft de [Release]-
tijd geen effect.
Release
De [Release]-parameter stelt de wegsterftijd van de
versterkeromhullende in.
Hiermee wordt de terugvaltijd ingesteld totdat het niveau van de
omhullende op 0 staat na noot-uit (het geluid gaat uit).
! Hoe groter de instelwaarde van [Release], des te langer de
terugvaltijd tot het niveau van de omhullende 0 wordt.
Categorie GLIDE
Glide (ook "portamento" genoemd) zorgt ervoor dat de toonhoogte van
een noot omhoog en omlaag glijdt vanaf de toonhoogte van de voordien
gespeelde noot.
De TORAIZ AS-1 biedt vier glide-modi. U kunt een van de modi kiezen om
het gewenste glide-gedrag te verkrijgen.
16 Nl
GLIDE-parameters
Rate
De parameter [Rate] stelt de snelheid van de glide in.
Hoe groter de instelwaarde van [GLIDE], des te langer het duurt om van
de ene noot naar de andere te gaan.
Als u [GLIDE] instelt op [0], wordt geen glide toegepast.
Mode
U kunt de volgende vier modi kiezen.
Mode Formele
naam Verklaring
FxRate Vaste snelheid
De snelheid van de glide ligt vast.
! De tijd om van de ene noot over te gaan
naar de andere, varieert met het interval
tussen de noten; hoe groter het interval,
des te langer de overgangstijd.
FxTime Vaste tijd
De tijd van de glide ligt vast.
! De tijd die nodig is om van de ene
noot over te gaan naar de andere, blijft
constant, ongeacht het interval tussen de
noten.
! Zelfs als u de toetsen één keer loslaat en
er vervolgens terug op speelt, wordt glide
toegepast.
FxRtA Vaste snelheid A
Het effect is hetzelfde als bij [FxRate], maar
glide wordt alleen toegepast wanneer u legato
speelt.
! Legato spelen is een speelstijl waarbij
noten worden verbonden (de techniek
waarbij een toets/noot wordt gespeeld
terwijl de vorige toets/noot nog kort verder
wordt aangehouden).
FxTmA Vaste tijd A
Het effect is hetzelfde als bij [FxTime], maar
glide wordt alleen toegepast wanneer u legato
speelt.
! Legato spelen is een speelstijl waarbij
noten worden verbonden (de techniek
waarbij een toets/noot wordt gespeeld
terwijl de vorige toets/noot nog kort verder
wordt aangehouden).
On/Off
Selecteer [On]/[Off] voor de glide-functie.
Categorie LFO (laagfrequente
oscillator)
De [LFO] is een laagfrequente oscillator die een geluid op periodieke
wijze moduleert.
Hieronder vindt u enkele typische voorbeelden van de effecten door het
gebruik van de [LFO].
! Vibrato: periodieke wijziging in de toonhoogte van het geluid
! Wah Wah: periodieke wijziging in de toon
! Tremolo: periodieke wijziging in het volume
LFO-parameters
U vindt de volgende parameters op het scherm terug onder de
categorie [LFO], met uitzondering van "Parameters in de categorie [LFO
DESTINATION]".
Frequency
De parameter [Frequency] stelt de oscillatiefrequentie
(modulatiesnelheid) van de LFO in.
! Hoe groter de instelwaarde van [Frequency], des te hoger de
oscillatiefrequentie (modulatiesnelheid hoger).
! Als [Sync] is ingesteld op [On], kunt u de modulatiesnelheid laten
synchroniseren met BPM (tempo-instelling).
Sync
Als de parameter [Sync] is ingesteld op [On], wordt de LFO-frequentie
gesynchroniseerd met de BPM's van de arpeggiator, de sequencer en de
MIDI-klok.
! Telkens als u op een van de toetsen drukt (behalve wanneer u
legato speelt), reset de LFO de golfvorm en keert hij terug naar het
beginpunt.
! Als [Sync] is ingesteld op [On], is de verhouding tussen de onder
de [LFO]-categorie ingestelde [Frequency]-waarde en de onder de
[ARPEGGIATOR/SEQUENCER]-categorie ingestelde [BPM]-waarde
(tempo-instelling) als volgt.
[Frequency]-
waarde Tempo Splitspunt
32Q BPM/32 Achtvoudige noot (Maxima)
16Q BPM/16 Viervoudige noot (Longa)
8Q BPM/8 Dubbele noot
6Q BPM/6 Gepunte hele noot
4Q BPM/4 Hele noot
3Q BPM/3 Gepunte halve noot
1/2 BPM/2 Halve noot
1D BPM/1.5 Gepunte kwartnoot
1BPM Kwartnoot
1T BPM51.5 Kwart triool
8D BPM54/3 Gepunte achtste noot
8th BPM52Achtste noot
8thT BPM53Achtste triool
16thD BPM58/3 Gepunte 16e noot
16th BPM5416e noot
16thT BPM5616e triool
32nd BPM5832e noot
32ndT BPM512 32e triool
Shape
U kunt de LFO-golfvorm kiezen uit de volgende vijf types.
Ingestelde
waarde Golfvorm
Tri Driehoekig
RevSaw Omgekeerde zaagtand
Saw Zaagtand
Square Vierkant
Random Willekeurig
Driehoekig Zaagtand
Omgekeerde
Zaagtand Vierkant Willekeurig
LFO-golfvormen
- polariteit +
! Zowel de driehoekige als de willekeurige golfvormen (ook
"bemonsteren en vasthouden" genoemd) genereren modulatie-
effecten in de positieve en de negatieve richting.
! Zaagtandvormige, omgekeerde zaagtandvormige en vierkante
golfvormen genereren alleen modulatie-effecten in de positieve
richting.
! Hieronder vindt u enkele voorbeelden van LFO-effecten:
Pas een LFO met driehoekige golfvorm toe op een oscillator om
vibrato te creëren.
Pas een LFO met vierkante golfvorm toe op een oscillator om
trilklanken te creëren.
17
Nl
Geluiden aanmaken en categorieën/parameters
Om een witte ruis-golfvorm te genereren met de LFO, selecteert u
[Random] en stelt u de [LFO]–[Frequency] in op het maximum.
Initial Amount
De parameter [Initial Amt] stelt de hoeveelheid LFO-modulatie in die
wordt toegepast op een geselecteerde bestemming.
Door de instelling [Initial Amt] te verhogen, verhoogt ook de
hoeveelheid modulatie die door de LFO wordt toegepast.
Parameters in de categorie [LFO DESTINATION]
De parameters in deze categorie worden gebruikt om het doel
(modulatiebestemming) van de LFO te selecteren.
Hieronder vindt u de zes modulatiebestemmingen. U kunt ze naar wens
combineren door ze op [On]/[Off] te zetten.
Parameter Verklaring
Osc1 Freq De oscillatiefrequentie (toonhoogte) van Oscillator 1 wordt
gemoduleerd.
Osc2 Freq De oscillatiefrequentie (toonhoogte) van Oscillator 2 wordt
gemoduleerd.
Osc1-2PW
De pulsbreedte wordt gemoduleerd als de [Shape]-
parameters (golfvorm) van de categorieën [Oscillator 1] en
[Oscillator 2] zijn ingesteld op [Pulse] (pulsgolfvorm).
LP Cutoff De afsnijfrequentie van het laagdoorlaatfilter wordt
gemoduleerd.
HP Cutoff De afsnijfrequentie van het hoogdoorlaatfilter wordt
gemoduleerd.
VCA Het volume wordt gemoduleerd.
Categorie SLIDER
De schuifregelaar heeft dezelfde functies als een toonhoogte- of mod-
wiel. Met de schuifregelaar kunt u tot zeven verschillende parameters
regelen en voor elke parameter een andere hoeveelheid modulatie
instellen via de categorie [SLIDER DESTINATION].
Daarnaast kunt u de schuifregelaar ook gebruiken om het niveau
van de filteromhullende en de effecten te regelen, voor nog meer
uitdrukkingskracht.
SLIDER-parameters
[SLIDER DESTINATION] wordt op het scherm weergegeven als een
categorie.
Parameters in de categorie [SLIDER DESTINATION]
Selecteer het doel (bestemming van de schuifregelaar) dat door de
schuifregelaar moet worden bediend.
Er zijn zeven bestemmingen. Voor elke bestemming kunt u verschillende
hoeveelheden modulatie instellen.
! De waarde die u voor elke parameter instelt, bepaalt de maximale
hoeveelheid modulatie die kan worden toegepast.
! Positieve waarden passen modulatie toe in de positieve richting.
! Negatieve waarden passen modulatie toe in de negatieve richting.
Parameter Verklaring
Osc1 Freq Stelt de maximale hoeveelheid modulatie in die wordt
toegepast op de frequentie (toonhoogte) van Oscillator 1.
Osc2 Freq Stelt de maximale hoeveelheid modulatie in die wordt
toegepast op de frequentie (toonhoogte) van Oscillator 2.
LPF Amount Stelt de maximale hoeveelheid modulatie in die wordt
toegepast op de afsnijfrequentie van het laagdoorlaatfilter.
HPF Amount Stelt de maximale hoeveelheid modulatie in die wordt
toegepast op de afsnijfrequentie van het hoogdoorlaatfilter.
LFO Amount Stelt de maximale hoeveelheid modulatie in die door de LFO
wordt toegepast.
FX1 Mix Stelt het maximale mengniveau van FX1 in.
FX2 Mix Stelt het maximale mengniveau van FX2 in.
Categorie MODULATION
Vele van de unieke geluiden die worden geassocieerd met de
synthesizers Prophet-5 en Prophet-6, werden geproduceerd door
het creatieve gebruik van "Poly Mod". Met Poly Mod kunt u de
filteromhullende en Oscillator 2 gebruiken als modulatiebronnen om
een brede waaier aan complexe harmonische effecten te creëren, van
FM-modulatie (frequentiemodulatie) tot modulatie van het filter van het
audiobereik.
MODULATION-parameters
[MODULATION SOURCE] en [MODULATION DESTINATION] worden
op het scherm weergegeven als categorieën.
Onder deze twee categorieën kunt u de parameters selecteren voor het
modulatie-effect en het modulatiegehalte dat moet worden toegepast.
Voor de parameters die worden geselecteerd in de categorie
[MODULATION DESTINATION], kunt u de modulatiediepte in de plus-
of de min-richting instellen.
De twee parameters Filter Envelope ([Filter Env]) en Oscillator 2 Amount
([Osc2 Amt]) zijn terug te vinden in de categorie [MODULATION
SOURCE]. De hoeveelheid wijziging naar de modulatiebestemmingen
door de twee modulaties kan worden aangepast door de waarde van elke
parameter in te stellen.
! Als [Low Freq] van [OSCILLATOR 2] is ingesteld op [On] wanneer
u Oscillator 2 gebruikt als de modulatiebron, kunt u een LFO-achtig
effect krijgen.
Parameters in de categorie [MODULATION
DESTINATION]
Selecteer de doelen die moeten worden gemoduleerd
(modulatiebestemmingen) uit de onderstaande vijf parameters. Door
elke parameter op [On] of [Off] te zetten, kunt u heel wat combinaties
maken.
Parameter Verklaring
Osc1 Freq De oscillatiefrequentie (toonhoogte) van Oscillator 1 wordt
gemoduleerd.
Osc1 Shape
De golfvorm kan voortdurend worden gewijzigd door de
parameter [Shape] in de categorie [OSCILLATOR 1] te
moduleren.
Osc1 PW De pulsbreedte wordt gemoduleerd als [Shape] (golfvorm)
in [Oscillator 1] is ingesteld op [Pulse] (pulsgolfvorm).
LP Cutoff De afsnijfrequentie van het laagdoorlaatfilter wordt
gemoduleerd.
HP Cutoff De afsnijfrequentie van het hoogdoorlaatfilter wordt
gemoduleerd.
Categorie EFFECTS
Dit apparaat is uitgerust met twee hoogwaardige 24-bit 48 kHz digitale
effectoren (FX 1, FX 2). Hiermee kunt u een delay, refrein, phaser enz.
toevoegen zonder dat u daarvoor externe effectenapparaten nodig heeft.
Hoewel de effecten digitaal worden verwerkt, verloopt het pad van het
hoofdsignaal analoog. De effecten werken op een ander pad en worden
omgezet naar analoge effecten die vervolgens worden gemixt in het pad
van het finale signaal.
De instellingen voor effecten worden bij elk programma opgeslagen.
Voor effecten op basis van tijd, zoals vertraging, kan het tempo worden
gesynchroniseerd met de arpeggiator, de sequencer en de MIDI-klok,
en u kunt een repetitief effect verkrijgen dat is gesynchroniseerd met de
gekozen BPM.
EFFECTS-parameters
FX On/Off
De parameter [FX On/Off] zet alle [EFFECTS]-parameters aan of uit.
! Deze parameter is gekoppeld aan de [FX ON/OFF]-knop op het
bedieningspaneel.
18 Nl
! De parameter [FX On/Off] (of de [FX ON/OFF]-knop) schakelt FX1
en FX2 in of uit met behulp van een true bypass en waarborgt zo een
puur analoog signaalpad.
FX Type
(De parameters [FX1 Type] en [FX2 Type] verschijnen wanneer u ze
selecteert op het scherm.)
U kunt het gewenste type effect selecteren voor de parameters [FX1
Type] en [FX2 Type], zoals te zien is in onderstaande tabel. Zoals u
in onderstaande tabel ziet, worden de soorten effecten die hier zijn
geselecteerd bewerkt door de parameters.
Parameter Type effect Verklaring
FX1 Type
Off Schakelt FX1 uit.
BBD Vintage BBD (Bucket-Brigade-vertraging)
Dist Vervorming
RingMod Vintage ringmodulator
FX2 Type
Off Schakelt FX2 uit.
Chorus Vintage Chorus
PhaserH Vintage Phaser (hoge resonantie)
PhaserL Vintage Phaser (lage resonantie)
PhaserM Vintage Phaser (maestro phaseremulatie)
FX Mix
(De parameters [FX1 Mix] en [FX2 Mix] verschijnen wanneer u ze
selecteert op het scherm.)
De parameters [FX1 Mix] en [FX2 Mix] stellen de mixbalans tussen het
effectgeluid (nat geluid) en het originele geluid (droog geluid) in.
! Als u de parameter instelt op de minimumwaarde krijgt u 100%
droog geluid en als u hem instelt op de maximumwaarde krijgt u
100% nat geluid.
! Signalen met effect worden verwerkt in het pad voor verzenden/
terugzenden waardoor voor de onverwerkte geluiden een puur
analoog signaalpad kan worden gewaarborgd.
FX Param
De groep parameters waarmee het effect van het geselecteerde type
effect kan worden aangepast. Zoals u in onderstaande tabel ziet, heeft
elk effect twee parameters die kunnen worden aangepast.
Type effect
Parameter 1 Parameter 2
Weergegeven
als
Effect van
aanpassing
Weergegeven
als
Effect van
aanpassing
FX1
Type
Off FX1
Param 1 n.v.t. FX1
Param 2 n.v.t.
BBD BBD Time
Vertragingstijd
BBD Fdbk
Feedbackgehalte
Dist Dist Drive Hoeveelheid
vervorming Dist Tone Toon
RingMod Ring Md
Tune Frequentie Ring Mod
KeyF Tracking
FX2
Type
Off Fx2
Param 1 n.v.t. FX2
Param 2 n.v.t.
Chorus Chorus
Rate Snelheid Chorus
Dpth Diepte
PhaserH Phaser
Rate Snelheid Phaser
Dpth Diepte
PhaserL Phaser
Rate Snelheid Phaser
Dpth Diepte
PhaserM Phaser
Rate Snelheid Phaser
Dpth Diepte
FX1 Sync
Als de parameter [FX1 Sync] is ingesteld op [On] en [BBD] is
geselecteerd als type effect, dan kan [BBD Time] (vertragingstijd)
worden gesynchroniseerd met de arpeggiator, de sequencer en de MIDI-
klok. [BBD Time] wordt gewijzigd naar en weergegeven als [Sync Time],
hetgeen werkt volgens de waarden die u in onderstaande tabel vindt.
Ingestelde
waarde Vertragingstijd
64th 1/16 beats (64e noot)
32nd 1/8 beats (32e noot)
1/32 D 3/16 beats (gepunte 32e noot)
16th 1/4 beats (zestiende noot)
1/16 D 3/8 beats (gepunte 16e noot)
8th 1/2 beats (achtste noot)
8th D 3/4 beats (gepunte achtste noot)
Qrtr 1 beat (kwartnoot)
Qrtr D 1,5 beats (gepunte kwartnoot)
Half 2 beats (halve noot)
Half D Drie beats (gepunte halve noot)
Categorie AFTERTOUCH
Aftertouch is een prestatiekenmerk waarmee u modulatie kunt
toevoegen aan een geluid door extra kracht uit te oefenen op een toets
die al is ingedrukt.
Er zijn zes parameters die de via aftertouch toegepaste hoeveelheid
modulatie kunnen regelen.
Stel op het scherm de parameter [Amount] in de categorie
[AFTERTOUCH] in om de hoeveelheid aftertouch in te stellen.
Zet vervolgens alle parameters in de categorie [AFTERTOUCH
DESTINATION] op [On]/[Off] om aftertouch toe te passen op de
gewenste parameter(s).
AFTERTOUCH-parameters
[AFTERTOUCH] en [AFTERTOUCH DESTINATION] worden op het
scherm weergegeven als categorieën.
Amount
(Dit is de parameter in de categorie [AFTERTOUCH].)
Met de parameter [Amount] stelt u de aftertouch-diepte in.
! Als u de [Amount]-waarde verhoogt in de plus-richting, zal ook het
effect van aftertouch groter zijn in de plus-richting.
! Als u de [Amount]-waarde verhoogt in de min-richting, zal ook het
effect van aftertouch groter zijn in de min-richting of verkleinen,
afhankelijk van de parameter.
Parameters in de categorie [AFTERTOUCH DESTINATION]
Selecteer een of meerdere doelen waarop u aftertouch wilt toepassen
(aftertouch-bestemming(en)).
De volgende zes parameters kunnen worden geselecteerd als aftertouch-
bestemmingen. Gebruik [On/Off] om aftertouch voor een specifieke
parameter in te schakelen.
Parameter Verklaring
Osc 1 Freq
Wijzigt de oscillatiefrequentie (toonhoogte) van Oscillator 1.
! Als de [Amount]-waarde is ingesteld in de plus-richting,
zal de toonhoogte van Oscillator 1 stijgen naarmate u de
toets verder indrukt.
! Als de [Amount]-waarde is ingesteld in de min-richting,
zal de toonhoogte van Oscillator 1 dalen naarmate u de
toets verder indrukt.
Osc 2 Freq
Wijzigt de oscillatiefrequentie (toonhoogte) van Oscillator 2.
! Als de [Amount]-waarde is ingesteld in de plus-richting,
zal de toonhoogte van Oscillator 2 stijgen naarmate u de
toets verder indrukt.
! Als de [Amount]-waarde is ingesteld in de min-richting,
zal de toonhoogte van Oscillator 2 dalen naarmate u de
toets verder indrukt.
19
Nl
Geluiden aanmaken en categorieën/parameters
Parameter Verklaring
LP Cutoff
Regelt de afsnijfrequentie van het laagdoorlaatfilter.
! Als de [Amount]-waarde is ingesteld in de plus-richting,
zal de afsnijfrequentie stijgen naarmate u de toets verder
indrukt.
! Als de [Amount]-waarde is ingesteld in de min-richting,
zal de afsnijfrequentie dalen naarmate u de toets verder
indrukt.
! Als de [Cutoff]-waarde is ingesteld op het maximum of het
minimum, is het mogelijk dat aftertouch geen effect heeft,
afhankelijk van de [Amount]-waarde.
HP Cutoff
Wijzigt de afsnijfrequentie van het hoogdoorlaatfilter.
! Als de [Amount]-waarde is ingesteld in de plus-richting,
zal de afsnijfrequentie stijgen naarmate u de toets verder
indrukt.
! Als de [Amount]-waarde is ingesteld in de min-richting,
zal de afsnijfrequentie dalen naarmate u de toets verder
indrukt.
! Als de [Cutoff]-waarde is ingesteld op het maximum of het
minimum, is het mogelijk dat aftertouch geen effect heeft,
afhankelijk van de [Amount]-waarde.
VCA
Wijzigt het volume.
! Als de [Amount]-waarde is ingesteld in de plus-richting,
zal het volume stijgen naarmate u de toets verder indrukt.
! Als de [Amount]-waarde is ingesteld in de min-richting,
zal het volume dalen naarmate u de toets verder indrukt.
! Als de waarden [Amount] en [Sustain] in de categorie
[AMP ENVELOPE] zijn ingesteld op het maximum, is het
mogelijk dat aftertouch geen effect heeft.
LFO Amt
Wijzigt de waarde [Initial Amt] in de categorie [LFO].
! Als de [Amount]-waarde is ingesteld in de plus-richting,
zal het effect van de LFO stijgen naarmate u de toets
verder indrukt.
! Als de [Amount]-waarde is ingesteld in de min-richting,
zal het effect van de LFO stijgen, maar wordt de LFO-
golfvorm geïnverteerd (omgekeerde fase).
Categorie MISC PARAMETERS
(Diverse parameters)
Met behulp van de categorie [MISC PARAMETERS] kunt u verscheidene
belangrijke functies instellen.
Parameters in de categorie [MISC
PARAMETERS]
KeyMode
De parameter [KeyMode] stelt de toetstoewijzing (ook "nootprioriteit"
genoemd) in. Hiermee bepaalt u welke noot voorrang krijgt wanneer er
meerdere noten worden gespeeld op de toetsen of via MIDI.
Parameter [KeyMode] Bediening
Waarde Betekenis
Low
Lage noten krijgen
prioriteit
(Enkele trigger)
Dit is de meest populaire methode
wanneer een vintage synthesizer wordt
gebruikt.
De parameter wordt vaak gebruikt om
trilklanken te maken terwijl een van de
toetsen ingedrukt gehouden wordt. De
lagere noot wordt gespeeld zonder dat de
omhullende opnieuw wordt getriggerd.
Hi
Hoge noten krijgen
prioriteit
(Enkele trigger)
Als u trilklanken maakt door een van
de toetsen ingedrukt te houden, wordt
de hogere noot gespeeld zonder dat de
omhullende opnieuw wordt getriggerd.
Last
De laatste noten krijgen
prioriteit
(Enkele trigger)
Als u trilklanken maakt door een van de
toetsen ingedrukt te houden, wordt de
laatst ingedrukte toets gespeeld zonder
dat de omhullende opnieuw wordt
getriggerd, ongeacht of er een lagere of
een hogere noot wordt gespeeld.
Parameter [KeyMode] Bediening
Waarde Betekenis
LowR
Lage noten krijgen
prioriteit + nieuwe
trigger
(Meerdere triggers)
Als u trilklanken maakt door een lagere
noot ingedrukt te houden, wordt de
omhullende altijd opnieuw getriggerd.
HiR
Hoge noten krijgen
prioriteit + nieuwe
trigger
(Meerdere triggers)
Als u trilklanken maakt door een hogere
noot ingedrukt te houden, wordt de
omhullende altijd opnieuw getriggerd.
LastR
De laatste noten krijgen
prioriteit + nieuwe
trigger
(Meerdere triggers)
Als u trilklanken maakt door een van
de toetsen ingedrukt te houden, wordt
de toonhoogte van de laatst ingedrukte
toets gespeeld en wordt de omhullende
opnieuw getriggerd, ongeacht of er een
lagere of een hogere noot wordt gespeeld.
Volume
Het volume kan voor elke programma apart worden ingesteld. Hierdoor
kunt u ervoor zorgen dat het volume van uw geluiden in elk programma
min of meer hetzelfde is.
PitchbndRange
U kunt het toonhoogtebuigbereik in semitooneenheden instellen tot
+/– 12 semitonen (1 octaaf).
Categorie ARPEGGIATOR/
SEQUENCER
De arpeggiator en de sequencer hebben de volgende eigenschappen:
! De sequencer heeft maximaal 64 stappen, met de mogelijkheid om
overbindingen en rusten toe te voegen.
! De arpeggiator heeft een bereik van drie octaven en verscheidene
bedieningsmodi zoals UP, DOWN, UP & DOWN enz.
ARPEGGIATOR/SEQUENCER-parameters
BPM
De parameter [BPM] (Beat per minuut) stelt het tempo van de
arpeggiator en sequencer in wanneer [MIDI Clock Mode] van [GLOBAL
SETTING] is ingesteld op master-modus ([Off]/[Master]).
! Als [MIDI Clock Mode] is ingesteld op slave-modus ([Slave]/[Slave
Thru]/[Slave No S/S]), wordt deze [BPM]-instelling genegeerd en
wordt er gesynchroniseerd met de externe MIDI-klok.
! De [BPM]-instelling is gekoppeld aan de [CLOCK TAP]-knop op het
bedieningspaneel en de [CLOCK TAP]-knop knippert volgens het
ingestelde tempo.
! U kunt de [BPM] ook instellen door ten minste drie keer op de
[CLOCK TAP]-knop op het bedieningspaneel te drukken in het
gewenste tempo of door aan de [CLOCK BPM/DIVIDE]-draaiknop te
draaien.
! Het instelbereik van [BPM] ligt tussen 30 en 250.
! De [BPM]-instelling heeft invloed op de frequentie van de LFO en het
BBD-effect als [Sync] van de categorie [LFO] of [FX 1 Sync] van de
categorie [EFFECTS] op [On] is gezet.
TimeDiv
Hiermee stelt u de tijdswaarde in voor elke sequencer-/arpeggiatorstap
met betrekking tot de BPM. Deze waarde geldt zowel voor interne als
voor externe klokbronnen. In onderstaande tabel vindt u de waarden:
[TimeDiv]-
instelwaarde
[BPM]-instelling
(tempo) Splitspunt
2BPM/2 Halve noot
4BPM Kwartnoot
8D BPM x2 Gepunte achtste noot
8BPM x2 Achtste noot
8S BPM x2 Achtste noot (swing)
8T BPM x3 Achtste triool
20 Nl
[TimeDiv]-
instelwaarde
[BPM]-instelling
(tempo) Splitspunt
16 BPM x4 16e noot
16S BPM x4 16e noot (swing)
16T BPM x6 16e triool
32 BPM x8 32e noot
Categorie ARPEGGIATOR
Als u de arpeggiator inschakelt en een akkoord vasthoudt op het
toetsenbord, dan speelt de TORAIZ AS-1 een patroon dat is gebaseerd op
de individuele noten die worden aangehouden.
U kunt een modus (omhoog, omlaag, willekeurig enz.), een octaafbereik
(1, 2 of 3) en een tempo kiezen.
! Als u de [HOLD]-knop op het bedieningspaneel inschakelt, blijft het
arpeggio spelen, zelfs als u uw vingers van het toetsenbord haalt. Als
de [HOLD]-knop aan staat, verloopt het arpeggio als volgt.
Als u een nieuw akkoord speelt, wordt het huidige arpeggio
vervangen door het nieuwe.
Als u op een andere toets drukt terwijl u meer dan één toets
ingedrukt houdt, wordt de toonhoogte van de nieuw ingedrukte
toets via de auto latch-functie toegevoegd aan het huidige
arpeggio.
! De sequencer kan niet worden gebruikt als de arpeggiatorfunctie
aan staat.
ARPEGGIATOR-parameters
On/Off
Met de parameter [On/Off] schakelt u de arpeggiatorfunctie in/uit.
Deze parameter is gekoppeld aan de [ARP]-knop op het
bedieningspaneel.
Mode
De [Mode]-parameter stelt het gedrag van de arpeggiator in volgens het
gespeelde akkoord.
U kunt kiezen uit de volgende vijf modi.
Mode Arpeggio-gedrag
Up Een gespeeld akkoord wordt gearpeggieerd van de laagste
toonhoogte naar de hogere toonhoogtes.
Down Een gespeeld akkoord wordt gearpeggieerd van de hoogste
toonhoogte naar de lagere toonhoogtes.
Up+Dwn Speelt herhaaldelijk van de laagste naar de hoogste en terug
naar de laagste.
Random De noten van een akkoord worden in een willekeurige volgorde
gespeeld.
Assign Speelt noten in de volgorde waarin op de toetsen werd gedrukt.
Range
De [Range]-parameter stelt het bereik van één tot drie octaven in, waarin
een akkoord wordt gearpeggieerd.
De instellingen en het arpeggio-gedrag zijn als volgt.
[Range]-
instelling
In
octaafeenheid
Gearpeggieerd gedrag
10ct 1 octaaf Alleen de vastgehouden noten worden
gearpeggieerd.
20ct 2 octaven
De vastgehouden noten en dezelfde
noten één octaaf hoger worden
gearpeggieerd.
30ct 3 octaven
De vastgehouden noten en dezelfde
noten één en twee octaven hoger worden
gearpeggieerd.
Categorie SEQUENCER
Met de sequencer kunt u een enkelvoudige sequentie van maximaal
64 stappen, inclusief rusten en overbindingen, creëren. Als u een
geluid opslaat, wordt ook de eventuele sequentie die u ervoor heeft
aangemaakt, opgeslagen.
! Als de sequencer speelt, wordt de arpeggiator uitgeschakeld.
! Om sequencerpatronen aan te maken en te spelen, zie "De
sequencer gebruiken" (pagina 10).
SEQUENCER-parameters
Length
De parameter [Length] stelt het aantal stappen in de sequentie in.
! U kunt maximaal 64 stappen instellen.
Note
De parameter [Note] stelt de noten in voor elke stap.
! U kunt instellen van [C0] tot [C10].
! Zie "De sequencer gebruiken" (pagina 10) om overbindingen toe te
voegen.
Vel
De parameter [Vel] stelt de snelheid in voor elke stap.
! Om een rust te creëren, stelt u de waarde in op [Rest].
Slew
De [Slew] zet de booginstelling op [On]/[Off].
Als die is ingesteld op [On], kunt u verschillende naast elkaar liggende
toonhoogtes vlot met elkaar verbinden.
21
Nl
Geluiden aanmaken en categorieën/parameters
Lijst met parameters
Categorienaam
op het scherm Parameter
OSCILLATOR 1 Frequency
Shape
Pulse Width
Sync
OSCILLATOR 2 Frequency
Fine
Shape
Pulse Width
Key Follow
Low Freq
OSCILLATORS Slop
MIXER Osc1Level
Osc2Level
Sub Level
Noise Level
LOW-PASS FILTER Cutoff
Resonance
Key Amount
Velocity
HIGH-PASS
FILTER
Cutoff
Resonance
Key Amount
Velocity
FILTER ENVELOPE LP Amount
HP Amount
Attack
Decay
Sustain
Release
AMP ENVELOPE Amount
Velocity
Attack
Decay
Sustain
Release
GLIDE Rate
Mode
On/Off
LFO Frequency
Sync
Shape
Initial Amt
LFO
DESTINATION
Osc 1 Freq
Osc 2 Freq
Osc 1-2 PW
LP Cutoff
HP Cutoff
VCA
Categorienaam
op het scherm Parameter
SLIDER
DESTINATION
Osc 1 Freq
Osc 2 Freq
LPF Amount
HPF Amount
LFO Amount
FX1 Mix
FX2 Mix
MODULATION
SOURCE
Filter Env
Osc 2 Amt
MODULATION
DESTINATION
Osc 1 Freq
Osc 1 Shape
Osc 1 PW
LP Cutoff
HP Cutoff
EFFECTS FX On/Off
FX1 Type
FX1 Mix
FX1 Param 1
FX1 Param 2
FX1 Sync
FX2 Type
FX2 Mix
FX2 Param 1
FX2 Param 2
AFTERTOUCH Amount
AFTERTOUCH
DESTINATION
Osc 1 Freq
Osc 2 Freq
LP Cutoff
HP Cutoff
VCA
LFO Amt
MISC
PARAMETERS
Key Mode
Volume
Pitchbnd Range
ARPEGGIATOR/
SEQUENCER
BPM
TimeDiv
ARPEGGIATOR On/Off
Mode
Range
Categorienaam
op het scherm Parameter
SEQUENCER Length
Note 1
Vel 1
Slew 1
Note 2
Vel 2
Slew 2
Note 3
Vel 3
Slew 3
Note 4
Vel 4
Slew 4
Note 5
Vel 5
Slew 5
Note 6
Vel 6
Slew 6
Note 7
Vel 7
Slew 7
Note 8
Vel 8
Slew 8
Note 9
Vel 9
Slew 9
Note 10
Vel 10
Slew 10
Note 11
Vel 11
Slew 11
Note 12
Vel 12
Slew 12
Note 13
Vel 13
Slew 13
Note 14
Vel 14
Slew 14
Note 15
Vel 15
Slew 15
Note 16
Vel 16
Slew 16
Note 17
Vel 17
Slew 17
Note 18
Vel 18
Slew 18
22 Nl
Categorienaam
op het scherm Parameter
Note 19
Vel 19
Slew 19
Note 20
Vel 20
Slew 20
Note 21
Vel 21
Slew 21
Note 22
Vel 22
Slew 22
Note 23
Vel 23
Slew 23
Note 24
Vel 24
Slew 24
Note 25
Vel 25
Slew 25
Note 26
Vel 26
Slew 26
Note 27
Vel 27
Slew 27
Note 28
Vel 28
Slew 28
Note 29
Vel 29
Slew 29
Note 30
Vel 30
Slew 30
Note 31
Vel 31
Slew 31
Note 32
Vel 32
Slew 32
Note 33
Vel 33
Slew 33
Note 34
Vel 34
Slew 34
Note 35
Vel 35
Slew 35
Note 36
Vel 36
Slew 36
Note 37
Vel 37
Slew 37
Categorienaam
op het scherm Parameter
Note 38
Vel 38
Slew 38
Note 39
Vel 39
Slew 39
Note 40
Vel 40
Slew 40
Note 41
Vel 41
Slew 41
Note 42
Vel 42
Slew 42
Note 43
Vel 43
Slew 43
Note 44
Vel 44
Slew 44
Note 45
Vel 45
Slew 45
Note 46
Vel 46
Slew 46
Note 47
Vel 47
Slew 47
Note 48
Vel 48
Slew 48
Note 49
Vel 49
Slew 49
Note 50
Vel 50
Slew 50
Note 51
Vel 51
Slew 51
Note 52
Vel 52
Slew 52
Note 53
Vel 53
Slew 53
Note 54
Vel 54
Slew 54
Note 55
Vel 55
Slew 55
Note 56
Vel 56
Slew 56
Categorienaam
op het scherm Parameter
Note 57
Vel 57
Slew 57
Note 58
Vel 58
Slew 58
Note 59
Vel 59
Slew 59
Note 60
Vel 60
Slew 60
Note 61
Vel 61
Slew 61
Note 62
Vel 62
Slew 62
Note 63
Vel 63
Slew 63
Note 64
Vel 64
Slew 64
23
Nl
De instellingen voor eenheden wijzigen ([GLOBAL SETTING])
De instellingen voor eenheden
wijzigen ([GLOBAL SETTING])
Globale instellingen zijn parameters die gevolgen hebben voor alle programma's. Dit zijn instellingen zoals Master Tune, MIDI Channel, MIDI Clock enz.
Om de globale instellingen te wijzigen, drukt u op de [GLOBAL/WRITE]-knop. Het scherm [GLOBAL SETTING] verschijnt. Elke wijziging in [GLOBAL
SETTING] zal te zien zijn in alle programma's.
Menu-items [GLOBAL SETTING]
Nr. Menu-item (op het scherm) Instelwaarde/-bereik Verklaring
1Master Coarse -12 to 0* to +12
Stelt de toonhoogte van het geluid in.
! U kunt de toonhoogte in chromatische stappen aanpassen vanaf het
midden [0] van het bereik van min één octaaf tot plus één octaaf.
2Master Fine -50 to 0* to +50
Stelt de toonhoogte van het geluid in.
! U kunt de toonhoogte in cent-stappen aanpassen vanaf het midden [0]
van het bereik van min 0,5 halftoon tot plus 0,5 halftoon.
3Scale Mode
Normal*, Ionian, Dorian, Phrygian,
Lydian, Mixolydian, Aeolian, Locrian,
Maj Penta, Min Penta, Whole Tone,
Diminished, Combo Dim, Altered,
Maj Blues, Min Blues, Raga B., Raga
G., Raga T., Hawaiian, Ryukyu, JP
Miyakob
Stelt de toonladder van het toetsenbord in.
! De toonladder van de witte toetsen van het toetsenbord verandert in
overeenstemming met de geselecteerde toonladder.
! Als u een andere toonladder dan [Normal] selecteert, genereren de
zwarte toetsen geen geluid, zelfs niet als u erop drukt.
4Quick Program Prog: 1 to Prog: 13
Stelt het snelle programma in. Voor meer informatie over het instellen van
snelle programma's, zie "De functie voor snelle programma's gebruiken"
(pagina 11).
5MIDI Channel All*, 1 to 16 Stelt het kanaal in voor het verzenden en ontvangen van MIDI-berichten.
6MIDI Clock Mode Off*, Master, Slave, Slave Thru, Slave
No S/S
Stelt de instelling met betrekking tot de MIDI-klok voor dit apparaat in.
! Off: het apparaat verzendt/ontvangt geen MIDI-klok.
! Master: het apparaat verzendt een MIDI-klok, maar ontvangt ze niet.
! Slave: het apparaat ontvangt een MIDI-klok, maar verzendt ze niet.
! Slave Thru: het apparaat verzendt de ontvangen MIDI-klok zonder
wijzigingen via [MIDI OUT/THRU].
! Slave No S/S: het apparaat ontvangt een MIDI-klok, maar reageert niet
op start- en stop-berichten.
! Als [MIDI Clock Mode] is ingesteld op [Slave], [Slave Thru], [Slave
No S/S], dan gaat de [TAP]-knop uit als er geen MIDI-klok wordt
ingegeven. In die status verdwijnen de screensaverfuncties en de
schermweergave als [Screen Saver] op [On] wordt gezet, en gaat de
[TAP]-knop branden.
7MIDI Clock Cable MIDI Port*, USB Selecteert welke aansluiting achteraan op het paneel de MIDI-klok
ontvangt.
8MIDI Param Send Off, CC, NRPN*
Stelt de methode in voor het verzenden van de activiteiten van de
bedieningselementen (knoppen en regelaars) op het bedieningspaneel van
het apparaat en van eventuele wijzigingen aan de parameters door MIDI.
! Zie "MIDI-implementatie" (pagina 30) voor de MIDI-berichten die
worden verzonden wanneer een bedieningselement/parameter wordt
bediend.
9MIDI Param Rcv Off, CC, NRPN* Stelt de methode in voor het ontvangen van MIDI-berichten.
10 MIDI Control Enble Off, On* Stelt in of externe MIDI-besturingsinformatie al dan niet moet worden
ontvangen.
11 MIDI Sysex Cable MIDI, USB*
Stelt de aansluiting in voor het verzenden en ontvangen van SysEx-
berichten (systeemexclusief).
Dit apparaat gebruikt SysEx voor systeemupdates en voor het verzenden en
ontvangen van programma's.
12 MIDI Out Select MIDI, USB, MIDI+USB* Selecteert welke aansluiting achteraan op het paneel MIDI-gegevens
verzendt.
13 MIDI Out/Thru Out*, Thru Stelt de methode in voor het verzenden van MIDI-gegevens.
14 MIDI Seq/Arp Out Off*, On
Stelt in of MIDI-gegevens moeten worden verzonden wanneer de sequencer
en de arpeggiator van het apparaat worden gebruikt bij het spelen.
Zet dit item op [On] als u op een extern MIDI-apparaat (zoals een
synthesizer, sequencer enz.) wilt spelen met behulp van de sequencer en
de arpeggiator van dit apparaat.
*De instelling toen u dit apparaat kocht.
24 Nl
Nr. Menu-item (op het scherm) Instelwaarde/-bereik Verklaring
15 Local Control Off, On*
Hiermee selecteert u of de bedieningselementen op het toetsenbord en het
paneel rechtstreeks invloed hebben op de synthesizer.
! Off: MIDI-gegevens worden verzonden vanaf dit apparaat, maar
de gegevens worden niet naar de interne geluidsgenerator van de
synthesizer gestuurd.
! On: MIDI-gegevens worden verzonden vanaf dit apparaat en de
gegevens zijn ook terug te vinden in de interne geluidsgenerator van de
synthesizer.
Gebruik deze instelling niet als u het apparaat onafhankelijk gebruikt.
Gebruik deze instelling om een MIDI-gegevenslus te voorkomen
wanneer u het apparaat in combinatie met een extern MIDI-apparaat
gebruikt.
16 Mono/Stereo Stereo*, Mono Stelt de audio-uitvoermethode in.
17 Pot Mode Relative, Passthru, Jump*
Dit bepaalt hoe de synthesizer reageert als u parameters bewerkt met deze
bedieningselementen (knoppen).
Aangezien de parameterwaarden en bijbehorende regelstanden bij elk
programma worden opgeslagen, zullen de huidige fysieke regelstanden
doorgaans de werkelijke parameterwaarden voor het programma niet
tonen als u het programma wijzigt. Daarom is het mogelijk dat een geluid
plots wijzigt als u een regelaar draait aangezien de waarde naar de fysieke
positie van de knop "springt". Gebruik [Pot Mode] om de reactie van de
regelaar/parameter naar wens in te stellen.
! Relative: de bedieningsposities van de regelaars en de werkelijke
parameterwaarden worden relatief gewijzigd.
! Passthru: als de bedieningspositie van een regelaar samenvalt met
de werkelijke parameterwaarde, zal de parameterwaarde worden
aangepast volgens de positie van de regelaar.
! Jump: de werkelijke parameterwaarden veranderen onmiddellijk naar
de bedieningsposities van de regelaars.
18 Alternative Tuning 1* to 17
Stelt de ingebouwde stemmingsmodus in.
! 1: standaard westerse chromatische stemmingsmodus
! 2 tot 17: alternatieve stemmingen, waaronder niet-westerse, niet-
chromatische stemmingen zoals bij bepaalde etnische en historische
instrumenten.
Voor meer informatie, zie "Lijst met alternatieve stemmingen"
(pagina 26).
19 Screen Saver Off, On* Stelt in of er een screensaver moet verschijnen.
20 Seq Jack Mode Pedal*, Trigger, Gate, Gate+Trigger
Stelt de bediening in wanneer een algemene voetschakelaar is verbonden
of wanneer audiosignalen worden ingevoerd bij [TRIGGER IN].
! Pedal: speelt of stopt de sequencer.
! Trigger: als de sequencer aan staat, wordt er één stap vooruitgegaan
telkens als er een signaal wordt ontvangen.
! Gate: als het apparaat een signaal ontvangt terwijl u het toetsenbord
aanraakt, stuurt of triggert het apparaat de omhullende.
Daarnaast speelt of stopt het apparaat volgens de ingestelde BPM-
waarde als de sequencer of de arpeggiator aan staat.
! Gate+Trigger: als het apparaat een signaal ontvangt terwijl u het
toetsenbord aanraakt, stuurt of triggert het de omhullende.
Daarnaast wordt er, als de sequencer aan staat, één stap
vooruitgegaan telkens als er een signaal wordt ontvangen.
Voor meer informatie met betrekking tot de bediening, zie "Gebruik met
externe apparatuur" (pagina 28).
21 Keys Sens 1 to 10 (4*)
Past de aanraakgevoeligheid van het toetsenbord aan.
Het toetsenbord van de TORAIZ AS-1 is een elektrostatisch capacitief
aanraakvlak en met deze instelling kunt u de aanraakgevoeligheid van het
toetsenbord aanpassen naar een speel- en gebruiksomgeving.
! [1] is de maximale en [10] is de minimale gevoeligheid.
22 Pedal Polarity Normal*, Reversed
Stelt de polariteit in van de voetpedaal die is aangesloten op [TRIGER IN].
! Normal: open
! Reversed: gesloten
23 Basic Program Initialiseert het geselecteerde programma.
24 Calibrate Kalibreert Oscillator 1, Oscillator 2 en het laagdoorlaatfilter.
25 Reset Globals Initialiseert [GLOBAL SETTING].
26 Dump Prog Verzendt de instellingen van het geselecteerde programma als een MIDI
SysEx-bericht.
27 Dump Bank Verzendt de instellingen van de programma's in de geselecteerde bank als
MIDI SysEx-berichten.
28 Dump All Banks Verzendt de instellingen van de programma's in alle banken als MIDI
SysEx-berichten.
*De instelling toen u dit apparaat kocht.
25
Nl
De instellingen voor eenheden wijzigen ([GLOBAL SETTING])
Lijst met toonladders voor het toetsenbord
Nr. Naam toonladder Naam op het scherm Toewijzing toetsenbord
1Ionian Ionian CD F GCE A B
2Dorian Dorian CFC
B
E
D G A
3Phrygian Phrygian CFGC
Ab
D
B
E
4Lydian Lydian E
CD F# GC
A B
5Mixolydian Mixolydian E
CD F GC
A
B
6Aeolian Aeolian CD F GC
Ab
B
E
7Locrian Locrian C
D
FC
G
B
A
E
8Major Pentatonic MajPenta E
CD G AE
C D
9Minor Pentatonic MinPenta F
CGF
C
E
B
E
10 Whole tone Whole Tone E
CD F# D
C
G
#
A
#
11 Diminished Diminished CD F B
G#
A
E
G
12 Combination Diminished Combo Dim C
F
G A
B
D
G
E
13 Altered Altered CEC
D#
D
F#
A
B
14 Major Blues Maj Blues CD E GD
AC
E
15 Minor Blues Min Blues F
CC
E
E
G
G
B
16 Raga Bhairav Raga B. CFGC
Ab
Db
E B
17 Raga Gamanasrama Raga G. C G C
D
E BF# A
18 Raga Todi Raga T. C G C
D
BF#
E
A
19 Hawaiian Hawaiian C A D
E
D G C
E
20 Ryukyu Ryukyu CD G BFFC E
21 Japanese Miyakobushi JP Miyakob C G F
D
FC
A
D
26 Nl
Lijst met alternatieve stemmingen
Nr. Naam toonladder Weergegeven Verklaring
1Equal Temperament Equal Temperme.. De standaard westerse stemming, gebaseerd op de twaalfdemachtswortel van twee.
2Harmonic Series HrmA1-60
MIDI-noten 36-95 weerspiegelen harmonischen 2 tot 60 op basis van de grondtoon van
A= 27,5 Hz. De lage C op een standaard toetsenbord met 5 octaven functioneert als de
grondtoon (55 Hz) en de harmonischen gaan omhoog vanaf hier. De toetsen boven en
onder het bereik van 5 octaven hebben dezelfde intervallen als Carlos' Harmonic 12 Tone.
3Carlos Harmonic Twelve Tone HrmA-12T
De toonladder met twaalf noten van Wendy Carlos op basis van harmonischen met
herhaalde octaven.
A= 1/1 (440 Hz).
1/1 17/16 9/8 19/16 5/4 21/16 11/8 3/2 13/8 27/16 7/4 15/8
4Meantone Temperament Meantone
Vroege stemming met betere tertsen dan 12-ET. Klinkt het beste in de C-sleutel. Gebruik dit
om een authentieke toets toe te voegen aan uitvoeringen van vroege Barokmuziek.
C=1/1 (260 Hz)
51/4 Tone Equal Temperament 1/4TonET
24 noten per octaaf, gelijk verdeeld over intervallen van 24wortel2. De Mexicaanse
componist Julian Carillo gebruikte dit voor op maat gemaakte piano's in het begin van de
20e eeuw.
619 Tone Equal Temperament 19ToneET 19 noten per octaaf (19wortel2), zorgt voor betere tertsen dan 12-ET, een beter
totaal compromis als u de toetsenbordpatronen begrijpt.
731 Tone Equal Temperament 31ToneET Veel mensen vinden dat 31wortel2 het beste compromis vormt naar reine stemming in een
gelijk temperament. Het is evenwel niet gemakkelijk om de intervallen bij te houden.
8Pythagorean C PythagoC
Een van de oudste gekende stemmingssystemen, de toonladder van Pythagoras is
opgebouwd uit een opwaartse reeks van pure kwinten (3/2) die naar beneden wordt
getransponeerd naar een enkele octaaf. De stemming werkt goed voor monofone
melodieën met vijfde drones, maar heeft een zeer beperkt aantal goede akkoorden om uit
te kiezen.
C=1/1 (261,625 Hz)
1/1 256/243 9/8 32/27 81/64 4/3 729/512 3/2 128/81 27/16 16/9 243/128
9Just Intonation in A with 7-limit Tritone
at D# JIA7/5D
Een reine stemming met eerder klein interval met 5 limieten, behalve voor een enkele 7/5
tritonus in D#. Dit biedt mogelijkheden voor bluesy septiemakkoorden.
A=1/1 (440 Hz)
1/1 16/15 9/8 6/5 5/4 7/5 3/2 8/5 5/3 9/5 15/8
10 3-5 Lattice in A 3-5LattA
Een zuivere 3- en 5-limiet-stemming die wordt omgezet in heel symmetrisch afgeleide
relaties tussen noten.
A=1/1 (440 Hz)
1/1 16/15 10/9 6/5 5/4 4/3 64/45 3/2 8/5 5/3 16/9 15/8
11 3-7 Lattice in A 3-7LattA
Een zuivere 3- en 7-limiet-stemming die wordt omgezet in heel symmetrisch afgeleide
relaties tussen noten. Sommige intervallen liggen heel dicht bij elkaar, waardoor u
meerdere opties heeft voor dezelfde nominale akkoorden.
A= 1/1 (440 Hz)
1/1 9/8 8/7 7/6 9/7 21/16 4/3 3/2 32/21 12/7 7/4 63/32
12 Other Music 7-limit Black Keys in C 7LimBlkC
Gecreëerd door de groep Other Music voor hun eigen gamelan. Dit biedt een brede waaier
aan interessante akkoorden en toonsoorten.
C=1/1 (261,625 Hz)
1/1 15/14 9/8 7/6 5/4 4/3 7/5 3/2 14/9 5/3 7/4 15/8
13 Dan Schmidt Pelog/Slendro PelSlenB
Deze stemming werd gecreëerd voor de Berkeley Gamelan-groep en past bij een
heptatonische Pelog met Indonesische stijl op de witte toetsen en pentatonische Slendro
op de zwarte toetsen, met B en BA als 1/1 voor hun respectievelijke modi. Houd er rekening
mee dat sommige noten dezelfde frequentie hebben. Door de 1/1 naar 60 Hz te stemmen,
ontdekte Dan een creatieve manier om het onvermijdelijke netgebrom te integreren in zijn
toonladder.
BA, B = 1/1 (60 Hz)
1/1 1/1 9/8 7/6 5/4 4/3 11/8 3/2 3/2 7/4 7/4 15/8
14 Yamaha Just Major C JlMajYam
Toen Yamaha besloot om vooringestelde microstemmingen in hun FM synth-productlijn te
steken, kozen ze deze en de volgende stemming als representatieve reine stemmingen. Zo
vormden ze voor veel mensen de inleiding de facto op reine stemming. Just Major geeft de
voorkeur aan grote tertsen bij de kruisen en een goede kwart ten opzichte van de secunde.
C= 1/1 (261,625 Hz)
1/1 16/15 9/8 6/5 5/4 4/3 45/32 3/2 8/5 5/3 16/9 15/8
15 Yamaha Just Minor C JlMinYam
Net als de voorinstelling van Yamaha, Just Major geeft de Just Minor de voorkeur aan
kleine tertsen bij de kruisen en een goede kwint ten opzichte van de secunde.
C= 1/1 (261,625 Hz)
1/1 25/24 10/9 6/5 5/4 4/3 45/32 3/2 8/5 5/3 16/9 15/8
16 Harry Partch 11-limit 43 Note Just
Intonation Partch11
Partch, één van de pioniers van de moderne microtonale compositie, bouwde in de eerste
helft van de 20e eeuw een uniek orkest met deze stemming om zijn eigen composities
te kunnen uitvoeren. Het grote aantal intervallen in deze volle toonladder zorgt voor een
volledige vocabulaire aan expressieve akkoorden en complexe toonsoortwijzigingen. De
kleine afstand zorgt er ook voor dat instrumenten met vaste toonhoogte, zoals marimba's
en orgels, glissando-achtige passages kunnen uitvoeren.
G = 1/1 (392 Hz, MIDI noot 67)
1/1 81/80 33/32 21/20 16/15 12/11 11/10 10/9 9/8 8/7 7/6 32/27 6/5 11/9 5/4
14/11 9/7 21/16 4/3 27/20 11/18 7/5 10/7 16/11 40/27 3/2 32/21 14/9 11/7 8/5
18/11 5/3 27/16 12/7 7/4 16/9 9/5 20/11 11/6 15/8 40/21 64/33 160/81
27
Nl
De instellingen voor eenheden wijzigen ([GLOBAL SETTING])
Nr. Naam toonladder Weergegeven Verklaring
17 Arabic 12-tone ArabianC
Een 12-toonse benadering van een Arabische toonladder die in sommige elektronische
keyboards, ontworpen voor het maken van Arabische muziek, terug te vinden is. Geen
JI-toonladder, niet gelijkmatig getemperd. Dit zijn de intervallen in Cent ten opzichte van C:
60 = Cents 0
61 = Cents + 151
62 = Cents + 204
63 = Cents + 294
64 = Cents + 355
65 = Cents + 498
66 = Cents + 649
67 = Cents + 702
68 = Cents + 853
69 = Cents + 906
70 = Cents + 996
71 = Cents + 1057
72 = Cents + 1200
Kalibratie
Hoewel de TORAIZ AS-1 in de fabriek is gekalibreerd, is het nodig om het apparaat via de kalibratiefunctie te kalibreren zodat het apparaat kan worden
aangepast aan uw gebruikersomgeving en stabiel werkt. (Aangezien de oscillators en de filters van het apparaat zijn samengesteld uit analoge circuits
en worden bediend via spanningsregeling kunnen de oscillatie- en de afsnijfrequentie schommelen omwille van de invloed van externe factoren zoals
temperatuur en voedingsspanning.)
Kalibratiefrequentie
Als u de TORAIZ AS-1 voor het eerst gebruikt, is het aanbevolen om
het apparaat, nadat u het heeft ingeschakeld, te kalibreren met de
kalibratiefunctie.
! Wacht ongeveer 10 tot 20 minuten zodat het apparaat kan opwarmen
nadat u het heeft ingeschakeld en voor u begint met kalibreren.
! Herhaal de kalibratie voortdurend gedurende een aantal dagen in
de omgeving waarin het apparaat zal worden gebruikt zodat u de
oscillators en de filters kunt afstemmen op uw omgeving.
Het is aanbevolen om dat ook te doen als u het apparaat wilt gebruiken
in een andere omgeving dan gewoonlijk, zoals op het podium.
! Het is ook aanbevolen om bij het dagelijkse gebruik na inschakelen
ongeveer 10 tot 20 minuten te wachten voor u het apparaat begint te
gebruiken. Zo kan het apparaat opwarmen en de variatiefactor van
het analoge circuit verlagen doordat de temperatuur binnenin het
apparaat stijgt.
Kalibreren
1 Druk op de [GLOBAL/WRITE]-knop.
De knop [GLOBAL/WRITE] gaat branden en het scherm [GLOBAL
SETTING] verschijnt.
2 Draai aan de [PARAM/CATEGORY]-regelaar totdat
het scherm [Calibrate] verschijnt.
De knop [LATCH] knippert.
24.
Press
Latch
to
0
Calib
ra
te
Calibrat
e
O
scs/Filt
3 Druk op de knop [Latch]
De kalibratie start.
Als de kalibratie is voltooid, keert het scherm automatisch terug naar het
in stap 2 getoonde scherm [Calibrate].
! Om te annuleren zonder dat de kalibratie wordt uitgevoerd, drukt
u opnieuw op de knop [GLOBAL/WRITE] in plaats van op de knop
[LATCH]. Het scherm verandert terug in het hoofdscherm zonder dat
de kalibratie wordt uitgevoerd.
Schermvoorbeeld tijdens kalibratie
OSC1...7
OSC2...7
0
Calibrating
DONE
LP
Filter...
3
HP
Resonance...1
4 Druk opnieuw op de knop [GLOBAL/WRITE].
Het scherm verandert terug in het hoofdscherm van het scherm
[GLOBAL SETTING].
28 Nl
Gebruik met externe apparatuur
In dit hoofdstuk leest u hoe u de TORAIZ AS-1 kunt aansluiten op een extern MIDI-apparaat of computer en hoe u ze samen gebruikt.
Voor meer informatie over de instelitems die in de bedieningsprocedures worden beschreven, zie "De instellingen voor eenheden wijzigen ([GLOBAL
SETTING])" (pagina 23).
Dit apparaat aansluiten op een
extern MIDI-apparaat of op een
computer en spelen
Op een extern MIDI-apparaat spelen
vanaf dit apparaat
1 Sluit de [MIDI OUT/THRU] van dit apparaat via een
MIDI-kabel aan op de MIDI IN-aansluiting van een
extern MIDI-apparaat.
Synthesizer,
geluidsmodule enz.
MIDI IN-aansluiting
Dit apparaat
MIDI OUT/THRU
2 Zet [MIDI Out Select] van [GLOBAL SETTING] op
[MIDI] of [MIDI + USB].
3
Speel op de toetsen, de sequencer of de arpeggiator.
! Om de sequencer of arpeggiator te gebruiken, zet u [MIDI Seq/Arp
Out] van [GLOBAL SETTING] op [On].
Op dit apparaat spelen vanaf een extern
MIDI-apparaat
1 Sluit de [MIDI IN] van dit apparaat via een MIDI-
kabel aan op de MIDI OUT-aansluiting van een extern
MIDI-apparaat.
Dit apparaat
MIDI OUT-aansluiting
MIDI IN
MIDI-toetsenbord,
sequencer enz.
2 Zet [MIDI Control Enble] van [GLOBAL SETTING] op
[On].
3 Stel [MIDI Channel] van [GLOBAL SETTING] in
zodat het overeenstemt met de uitgang van het
MIDI-kanaal van het extern MIDI-apparaat.
4 Speel met een extern MIDI-apparaat.
Dit apparaat aansluiten op een computer
en spelen
1 Verbind de [USB-B]-aansluiting van dit apparaat via
een USB-kabel met een computer.
Computer
USB-B-aansluiting
Dit apparaat
USB-aansluiting
2 Zet [MIDI Control Enble] van [GLOBAL SETTING] op
[On].
3 Zet [MIDI Out Select] van [GLOBAL SETTING] op
[USB] of [MIDI + USB].
4 Stel [MIDI Channel] van [GLOBAL SETTING] in
zodat het overeenstemt met de uitgang van het
MIDI-kanaal van een MIDI-compatibele toepassing op
de computer.
5 Speel de MIDI-compatibele toepassing af op de
computer.
! Als u de sequencer of arpeggiator van dit apparaat gebruikt, zet u
[MIDI Seq/Arp Out] van [GLOBAL SETTING] op [On].
Dit apparaat synchroniseren en
erop spelen met een extern MIDI-
apparaat of een computer
Synchroniseren met dit apparaat als master
en een extern MIDI-apparaat als slave
1 Sluit dit apparaat aan op een extern MIDI-apparaat
of een computer.
! Voor de gedetailleerde aansluit- en instelmethode, zie "Dit apparaat
aansluiten op een extern MIDI-apparaat of op een computer en
spelen" hierboven. MIDI-signalen moeten via dit apparaat worden
uitgevoerd.
2 Zet [MIDI Clock Mode] van [GLOBAL SETTING] op
[Master].
3 Stel [MIDI Clock Cable] van [GLOBAL SETTING] in
op de verbindingskabel die u heeft gebruikt.
! Als u verbinding maakt met een MIDI-kabel, stel het dan in op [MIDI
Port] en als u een USB-kabel gebruikt op [USB].
29
Nl
Gebruik met externe apparatuur
4
Speel via de sequencer of arpeggiator van dit apparaat.
!
De werking van afspeelfuncties zoals BPM en sequencer van het
externe MIDI-apparaat of de MIDI-compatibele toepassing op de
computer synchroniseert met de BPM die op dit apparaat is ingesteld.
! Voor de synchronisatie-instellingen van het externe MIDI-apparaat
raadpleegt u de handleiding van het apparaat.
Synchroniseren met dit apparaat als slave
en een extern MIDI-apparaat als master
1 Sluit dit apparaat aan op een extern MIDI-apparaat
of een computer.
!
Voor de gedetailleerde aansluit- en instelmethode, zie "Dit apparaat
aansluiten op een extern MIDI-apparaat of op een computer en spelen"
(pagina 28). MIDI-signalen moeten via het externe MIDI-apparaat
worden uitgevoerd.
2 Zet [MIDI Clock Mode] van [GLOBAL SETTING] op
[Slave], [Slave Thru] of [Slave No S/S].
!
Voor meer informatie over de werking van de instellingen, zie "De
instellingen voor eenheden wijzigen ([GLOBAL SETTING])" (pagina 23).
! Als dit apparaat als slave is ingesteld, gaat de knop [CLOCK TAP] uit.
Terwijl dit apparaat de externe MIDI-klok ontvangt, knippert de knop
[CLOCK TAP] omdat die aan het synchroniseren is met de MIDI-klok.
3 Stel [MIDI Clock Cable] van [GLOBAL SETTING] in op
de verbindingskabel die u heeft gebruikt.
! Als u verbinding maakt met een MIDI-kabel, stel het dan in op [MIDI
Port] en als u een USB-kabel gebruikt op [USB].
4 Speel af met de sequencer of de arpeggiator van
het externe MIDI-apparaat of de MIDI-compatibele
toepassing op de computer.
! De werking van afspeelfuncties zoals BPM en sequencer van dit
apparaat synchroniseert met de BPM die op het externe MIDI-
apparaat of de MIDI-compatibele toepassing op de computer is
ingesteld.
! Voor de synchronisatie-instellingen van het externe MIDI-apparaat,
raadpleegt u de handleiding van het apparaat.
De [TRIGGER IN] van dit apparaat gebruiken om de afspeelfuncties te bedienen
Als u een voetpedaal aansluit of een apparaat dat een audiosignaal verzendt dat als triggersignaal functioneert, naar de [TRIGGER IN] van dit apparaat,
kunt u de afspeelfuncties van dit apparaat, zoals sequencer, arpeggiator en andere bedienen. Hierdoor krijgt u heel wat uitvoeringsmogelijkheden.
Er zijn vier modi om de afspeelfuncties van dit apparaat te bedienen via de [TRIGGER IN]-ingang. De modus kan worden ingesteld in [Seq Jack Mode]
van [GLOBAL SETTING].
Seq Jack Mode
Aangesloten apparaat
(ingangssignaal)
Afspeelfunctie Gedrag
Pedal
Voetschakelaar
Sequencer Speelt de sequentie af of stopt die.
Arpeggiator Heeft geen invloed op de werking.
Toetsenbord Heeft geen invloed op de werking.
Audiosignaal
(triggersignaal)
Sequencer Speelt de sequentie af of stopt die.
Arpeggiator Heeft geen invloed op de werking.
Toetsenbord Heeft geen invloed op de werking.
Trigger
Voetschakelaar
Sequencer Als de sequencer aan staat, wordt één stap vooruitgegaan telkens als u op de voetschakelaar drukt.
Arpeggiator Als de arpeggiator aan staat, wordt, volgens de instelling ervan, elk geluid van de aangehouden noten
afgespeeld telkens als u op de voetschakelaar drukt.
Toetsenbord Heeft geen invloed op de werking.
Audiosignaal
(triggersignaal)
Sequencer
Als de sequencer aan staat, wordt één stap vooruitgegaan telkens als een audiosignaal wordt ingevoerd.
Arpeggiator Als de arpeggiator aan staat, wordt, volgens de instelling ervan, elk geluid van de aangehouden noten
afgespeeld telkens als een audiosignaal wordt ingevoerd.
Toetsenbord Heeft geen invloed op de werking.
Gate
Voetschakelaar
Sequencer Als de sequencer aan staat, wordt de sequentie afgespeeld terwijl u op de voetschakelaar drukt.
Arpeggiator
Als de arpeggiator aan staat, worden de aangehouden noten gearpeggieerd terwijl u op de voetschakelaar drukt.
Toetsenbord De aangehouden noten worden gespeeld wanneer u op de voetschakelaar drukt. De noten worden
voortdurend gespeeld (status noot-aan blijft) als u op de voetschakelaar blijft drukken.
Audiosignaal
(triggersignaal)
Sequencer Als de sequencer aan staat, wordt de sequentie gespeeld terwijl een audiosignaal wordt ingevoerd. De
sequentie wordt voortdurend gespeeld wanneer u een continu geluid invoert.
Arpeggiator Als de arpeggiator aan staat, worden de aangehouden noten gearpeggieerd terwijl een audiosignaal
wordt ingevoerd. Het arpeggio wordt voortdurend gespeeld wanneer u een continu geluid invoert.
Toetsenbord De aangehouden noten worden gespeeld terwijl een audiosignaal wordt ingevoerd. De noten worden
voortdurend gespeeld (status noot-aan blijft) terwijl een continu geluid wordt ingevoerd.
Gate+Trigger
Voetschakelaar
Sequencer Als de sequencer aan staat, wordt één stap vooruitgegaan telkens als u op de voetschakelaar drukt.
Arpeggiator Als de arpeggiator aan staat, wordt, afhankelijk van de instelling ervan, elk geluid van de aangehouden
noten afgespeeld telkens als u op de voetschakelaar drukt.
Toetsenbord De aangehouden noten worden gespeeld wanneer u op de voetschakelaar drukt. De noten worden
voortdurend gespeeld (status noot-aan blijft) als u op de voetschakelaar blijft drukken.
Audiosignaal
(triggersignaal)
Sequencer
Als de sequencer aan staat, wordt één stap vooruitgegaan telkens als een audiosignaal wordt ingevoerd.
Arpeggiator Als de arpeggiator aan staat, wordt, afhankelijk van de instelling ervan, elk geluid van de aangehouden
noten afgespeeld telkens als een audiosignaal wordt ingevoerd.
Toetsenbord De aangehouden noten worden gespeeld terwijl een audiosignaal wordt ingevoerd. De noten worden
voortdurend gespeeld (status noot-aan blijft) terwijl een continu geluid wordt ingevoerd.
! Afhankelijk van de polariteit van de gebruikte voetpedaal, werkt het mogelijk niet correct. Wijzig indien nodig de instelling van [Pedal Polarity] van
[GLOBAL SETTING].
! Wanneer u een audiosignaal gebruikt als triggersignaal, moet u een geluid met scherpe aanzet en terugval invoeren, zoals een pulssignaal of een
klikgeluid waarvan het volume voldoende hoog is.
30 Nl
MIDI-implementatie
Dit apparaat zendt en ontvangt MIDI-gegevens in overeenstemming met de instellingen die u heeft geselecteerd in het menu [GLOBAL SETTING].
Controleer de volgende lijst om te bevestigen welke soorten MIDI-gegevens kunnen worden verzonden en ontvangen.
MIDI-berichten
Realtime-systeemberichten
Status Verklaring
0b1111 1000 MIDI-tijdsklok
Ontvangen kanaalberichten
Status
1e gegevensbyte 2e gegevensbyte 3e gegevensbyte Beschrijving
1000 nnnn 0kkkkkkk 0vvvvvvv Noot uit. Snelheid wordt genegeerd.
1001 nnnn 0kkkkkkk 0vvvvvvv Noot aan. Noot uit als vvvvvvv = 0.
1011 nnnn 0vvvvvvv 0vvvvvvv Wijziging besturing
1100 nnnn 0vvvvvvv Wijziging programma, 0-98 programma's 1-99 in huidige bank
1101 nnnn 0vvvvvvv Kanaaldruk
1110 nnnn 0vvvvvvv 0vvvvvvv Toonhoogtebuiging
LS-byte (LSB), daarna MS-byte (MSB)
Waarbij:
0kkkkkkk = Nootnummer 0-127
nnnn = Kanaalnummer 0 tot 15 (MIDI-kanaal 1 tot 16)
! Genegeerd als MIDI-kanaal is ingesteld op ALLE.
0vvvvvvv = Waarde
Ontvangen regelaarberichten
Status
1e gegevensbyte 2e gegevensbyte 3e gegevensbyte Beschrijving
1011 nnnn 0000 0001 0vvvvvvv Mod-wiel: rechtstreeks toewijsbare regelaar
1011 nnnn 0000 0100 0vvvvvvv Voetregelaar: rechtstreeks toewijsbare regelaar
1011 nnnn 0000 0111 0vvvvvvv Volume: gecombineerd met master-volume en stemvolume
1011 nnnn 0100 1010 0vvvvvvv Helderheid: toegevoegd aan afsnijfrequentie van laagdoorlaatfilter
1011 nnnn 0010 0000 0vvvvvvv Bank selecteren: 0 - 5 selecteert gebruikersbanken 1 - 5; 6 - 10 selecteert fabrieksbanken 1 - 5;
andere genegeerd
1011 nnnn 0100 0000 0vvvvvvv Demperpedaal: houdt omhullenden in Sustain bij 0100 000 of hoger
1011 nnnn 0111 1011 0vvvvvvv Alle noten uit: wist alle MIDI-noten
1011 nnnn 0111 1001 0vvvvvvv Reset alle regelaars: zet alle MIDI-regelaars op 0, MIDI-volume op maximum
Zie ook "MIDI-continu-regelaars (CC) verzonden/ontvangen" (pagina 35) en "Formaat ontvangen NRPN-bericht" (pagina 31).
31
Nl
MIDI-implementatie
Verzonden kanaalberichten
Status
1e gegevensbyte 2e gegevensbyte 3e gegevensbyte Beschrijving
1000 nnnn 0kkkkkkk 0Noot uit
1001 nnnn 0kkkkkkk 0vvvvvvv Noot aan
1011 nnnn 0vvvvvvv 0vvvvvvv Wijziging besturing; zie "Verzonden regelaarberichten" hieronder.
1100 nnnn 0vvvvvvv Wijziging programma, 0-98 programma's 1-99 in huidige bank
Waarbij:
0kkkkkkk = Nootnummer 0-127
nnnn = Kanaalnummer 0 tot 15 (MIDI-kanaal 1 tot 16)
! Genegeerd als MIDI-kanaal is ingesteld op ALLE.
0vvvvvvv = Waarde
Verzonden regelaarberichten
Status
1e gegevensbyte 2e gegevensbyte 3e gegevensbyte Beschrijving
1011 nnnn 0010 0000 0vvvvvvv Bank selecteren: 0-9 voor banken 1-10
1011 nnnn 0000 0111 0vvvvvvv [VOLUME]-regelaar (knop)
Zie ook "MIDI-continu-regelaars (CC) verzonden/ontvangen" (pagina 35) en "Formaat verzonden NRPN-bericht" hieronder.
NRPN-berichten (niet-geregistreerd parameternummer)
Formaat verzonden NRPN-bericht
Status Beschrijving
1011 nnnn Wijziging besturing
011 0011 NRPN-parameternummer MSB CC
0vvv vvvv Parameternummer MSB
0110 0010 NRPN-parameternummer LSB CC
0vvv vvvv Parameternummer LSB
0000 0010 NRPN-parameterwaarde MSB CC
0vvv vvvv Parameterwaarde MSB
0010 0110 NRPN-parameterwaarde LSB CC
0vvv vvvv Parameterwaarde LSB
Formaat ontvangen NRPN-bericht
Status
1e gegevensbyte 2e gegevensbyte 3e gegevensbyte Beschrijving
1011 nnnn 0110 0011 0vvvvvvv NRPN-parameternummer MSB CC
1011 nnnn 0110 0010 0vvvvvvv NRPN-parameternummer LSB CC
1011 nnnn 0000 0110 0vvvvvvv NRPN-parameterwaarde MSB CC
1011 nnnn 0010 0110 0vvvvvvv NRPN-parameterwaarde LSB CC
1011 nnnn 0110 0000 Increment NRPN-parameterwaarde
1011 nnnn 0110 0001 Decrement NRPN-parameterwaarde
1011 nnnn 0010 0101 1111111 RPN-parameternummer MSB CC - Reset NRPN-parameternummer (als zowel MSB als LSB
worden ontvangen)
1011 nnnn 0010 0100 1111111 RPN-parameternummer LSB CC - Reset NRPN-parameternummer (als zowel MSB als LSB worden
ontvangen)
32 Nl
Sysex-berichten
Universele SysEx-apparaatopvraging
Status Beschrijving
1111 0000 Systeemexclusief (SysEx)
0111 1110 Bericht niet in realtime
0vvv vvvv Als MIDI-kanaal is ingesteld op 1-16, moet 0vvv vvvv overeenstemmen (tenzij MIDI-kanaal = ALLE);
reageert altijd als 0vvv vvvv = 0111 1111
0000 0110 Opvraagbericht
0000 0001 Opvraagverzoek
1111 0111 Einde exclusief (EOX)
De Toraiz AS-1 reageert met:
Status Beschrijving
1111 0000 Systeemexclusief (SysEx)
0111 1110 Bericht niet in realtime
0vvv vvvv Als MIDI-kanaal = ALLE, ovvv vvvv = 0111 1111. Zo niet 0vvv vvvv = kanaalnummer 0-15
0000 0110 Opvraagbericht
0000 0010 Opvraagreactie
0000 0000 Pioneer DJ-ID (eerste byte)
0100 0000 Pioneer DJ-ID (tweede byte)
0000 0101 Pioneer DJ-ID (derde byte)
0000 0000 Toraiz-ID (eerste byte)
0000 0000 Toraiz-ID (tweede byte)
0000 0001 Toraiz-ID (derde byte)
0000 1000 Toraiz-ID (vierde byte)
0001 0000 Apparaat-ID
0jjj nnnn Hoofdsoftwareversie
jjj - Minor rev; nnnn - Major rev
1111 0111 Einde exclusief (EOX)
De Toraiz AS-1 verzendt de programmagegevens in het formaat dat wordt beschreven in "Dump programmagegevens" (pagina 33).
Verzoek programmadump
Status Beschrijving
1111 0000 Systeemexclusief (SysEx)
0000 0000 Pioneer DJ-ID (eerste byte)
0100 0000 Pioneer DJ-ID (tweede byte)
0000 0101 Pioneer DJ-ID (derde byte)
0000 0000 Toraiz-ID (eerste byte)
0000 0000 Toraiz-ID (tweede byte)
0000 0001 Toraiz-ID (derde byte)
0000 1000 Toraiz-ID (vierde byte)
0001 0000 Apparaat-ID
0000 0101 Verzoek programma verzenden
0000 vvvv Banknummer, 0-9
0vvv vvvv Programmanummer, 0-99
1111 0111 Einde exclusief (EOX)
De Toraiz AS-1 verzendt de huidige buffer voor programmabewerking in het formaat dat wordt beschreven in "Dump buffergegevens
programmabewerking" (pagina 34).
33
Nl
MIDI-implementatie
Verzoek bufferdump programmabewerking
Status Beschrijving
1111 0000 Systeemexclusief (SysEx)
0000 0000 Pioneer DJ-ID (eerste byte)
0100 0000 Pioneer DJ-ID (tweede byte)
0000 0101 Pioneer DJ-ID (derde byte)
0000 0000 Toraiz-ID (eerste byte)
0000 0000 Toraiz-ID (tweede byte)
0000 0001 Toraiz-ID (derde byte)
0000 1000 Toraiz-ID (vierde byte)
0001 0000 Apparaat-ID
0000 0110 Verzoek buffer programmabewerking verzenden
1111 0111 Einde exclusief (EOX)
De Toraiz AS-1 verzendt de huidige waarden van de globale parameters in het formaat dat wordt beschreven in "Dump gegevens globale parameters"
(pagina 34).
Verzoek globale parameterdump
Status Beschrijving
1111 0000 Systeemexclusief (SysEx)
0000 0000 Pioneer DJ-ID (eerste byte)
0100 0000 Pioneer DJ-ID (tweede byte)
0000 0101 Pioneer DJ-ID (derde byte)
0000 0000 Toraiz-ID (eerste byte)
0000 0000 Toraiz-ID (tweede byte)
0000 0001 Toraiz-ID (derde byte)
0000 1000 Toraiz-ID (vierde byte)
0001 0000 Apparaat-ID
0000 1110 Verzoek globale parameter verzenden
1111 0111 Einde exclusief (EOX)
Dump programmagegevens
Status Beschrijving
1111 0000 Systeemexclusief (SysEx)
0000 0000 Pioneer DJ-ID (eerste byte)
0100 0000 Pioneer DJ-ID (tweede byte)
0000 0101 Pioneer DJ-ID (derde byte)
0000 0000 Toraiz-ID (eerste byte)
0000 0000 Toraiz-ID (tweede byte)
0000 0001 Toraiz-ID (derde byte)
0000 1000 Toraiz-ID (vierde byte)
0001 0000 Apparaat-ID
0000 0010 Programmagegevens
0000 vvvv Banknummer 0-9
0vvv vvvv Programmanummer 0-99
0vvv vvvv 1024 bytes uitgebreid naar 1171 MIDI-bytes in "packed MS bit"-formaat.
1111 0111 Einde exclusief (EOX)
34 Nl
Dump buffergegevens programmabewerking
Status Beschrijving
1111 0000 Systeemexclusief (SysEx)
0000 0000 Pioneer DJ-ID (eerste byte)
0100 0000 Pioneer DJ-ID (tweede byte)
0000 0101 Pioneer DJ-ID (derde byte)
0000 0000 Toraiz-ID (eerste byte)
0000 0000 Toraiz-ID (tweede byte)
0000 0001 Toraiz-ID (derde byte)
0000 1000 Toraiz-ID (vierde byte)
0001 0000 Apparaat-ID
0000 0011 Buffergegevens bewerken
0vvv vvvv 1024 bytes uitgebreid naar 1171 MIDI-bytes in "packed MS bit"-formaat.
1111 0111 Einde exclusief (EOX)
Dump gegevens globale parameters
Status Beschrijving
1111 0000 Systeemexclusief (SysEx)
0000 0000 Pioneer DJ-ID (eerste byte)
0100 0000 Pioneer DJ-ID (tweede byte)
0000 0101 Pioneer DJ-ID (derde byte)
0000 0000 Toraiz-ID (eerste byte)
0000 0000 Toraiz-ID (tweede byte)
0000 0001 Toraiz-ID (derde byte)
0000 1000 Toraiz-ID (vierde byte)
0001 0000 Apparaat-ID
0000 1111 Gegevens globale parameters
0vvv vvvv 54 tetrades (LSB, daarna MSB) voor 27 globale parameters
1111 0111 Einde exclusief (EOX)
35
Nl
MIDI-implementatie
MIDI-continu-regelaars (CC)
verzonden/ontvangen
De [GLOBAL SETTING] en MIDI-continu-regelaars (CC) van dit apparaat
zijn als volgt aan elkaar gekoppeld.
! Als [MIDI Param Send] is ingesteld op [CC], verzendt dit apparaat
CC.
! Als [MIDI Param Rcv] is ingesteld op [CC], herkent dit apparaat CC
en ontvangt het van CC.
In onderstaande tabel ziet u hoe MIDI-continu-regelaars (CC) zijn
gekoppeld aan de bedieningselementen van dit apparaat.
CC Parameter
3V_BPM,
5V_GLIDE_MODE,
8V_OSC_1_SUB_LEVEL,
39 V_VOICE_VOLUME,
40 V_ENV_VCA_AMT,
41 V_ENV_VCA_VEL_ON_OFF,
43 V_ENV_VCA_ATT,
44 V_ENV_VCA_DEC,
45 V_ENV_VCA_SUS,
46 V_ENV_VCA_REL,
47 V_ENV_LOWPASS_AMT,
50 V_ENV_FILTER_ATT,
51 V_ENV_FILTER_DEC,
52 V_ENV_FILTER_SUS,
53 V_ENV_FILTER_REL,
54 V_ENV_HIGHPASS_AMT,
58 M_ARP_ON_OFF,
59 M_ARP_MODE,
60 M_ARP_RANGE,
62 M_ARP_TIME_SIG,
65 V_GLIDE_ON_OFF,
67 V_OSC_1_FREQ,
69 V_OSC_1_LEVEL,
70 V_OSC_1_SHAPE,
71 V_OSC_1_PULSE_WIDTH,
75 V_OSC_2_FREQ,
76 V_OSC_2_FREQ_FINE,
77 V_OSC_2_LEVEL,
78 V_OSC_2_SHAPE,
79 V_OSC_2_PULSE_WIDTH,
102 V_LOWPASS_FREQ,
103 V_LOWPASS_RESONANCE,
104 V_LOWPASS_KEY_AMT,
105 V_LOWPASS_VEL_ON,
106 V_HIGHPASS_FREQ,
107 V_HIGHPASS_RESONANCE,
108 V_HIGHPASS_KEY_AMT,
109 V_HIGHPASS_VEL_ON,
Gegevens programmaparameters
In onderstaande tabel vindt u de programmaparameters voor de Toraiz
AS-1.
NRPN
Waarde
Parameter
00-60 V_OSC_1_FREQ,
10-1 V_OSC_1_SYNC,
20-127 V_OSC_1_LEVEL,
30-254 V_OSC_1_SHAPE,
40-255 V_OSC_1_PULSE_WIDTH,
50-60 V_OSC_2_FREQ,
60-254 V_OSC_2_FREQ_FINE,
70-127 V_OSC_2_LEVEL,
80-254 V_OSC_2_SHAPE,
90-255 V_OSC_2_PULSE_WIDTH,
10 0-1 V_OSC_2_LOW_FREQ,
11 0-1 V_OSC_2_KEY_ON_OFF,
27 0-127 V_OSC_1_SUB_LEVEL,
28 0-3 V_GLIDE_MODE,
29 0-1 V_GLIDE_ON_OFF,
30 0-127 V_GLIDE_RATE,
31 0-12 V_PBEND_RANGE,
32 0-127 V_NOISE_LEVEL,
33 0-127 V_SLOP,
45 0-164 V_LOWPASS_FREQ,
46 0-255 V_LOWPASS_RESONANCE,
47 0-2 V_LOWPASS_KEY_AMT,
48 0-1 V_LOWPASS_VEL_ON,
49 0-127 V_HIGHPASS_FREQ,
50 0-255 V_HIGHPASS_RESONANCE,
51 0-2 V_HIGHPASS_KEY_AMT,
52 0-1 V_HIGHPASS_VEL_ON,
62 0-127 V_VOICE_VOLUME,
66 0-127 V_ENV_VCA_AMT,
67 0-127 V_ENV_VCA_ATT,
68 0-127 V_ENV_VCA_DEC,
69 0-127 V_ENV_VCA_SUS,
70 0-127 V_ENV_VCA_REL,
71 0-1 V_ENV_VCA_VEL_ON_OFF,
77 0-254 V_ENV_LOWPASS_AMT,
78 0-127 V_ENV_FILTER_ATT,
79 0-127 V_ENV_FILTER_DEC,
80 0-127 V_ENV_FILTER_SUS,
81 0-127 V_ENV_FILTER_REL,
82 0-127 V_ENV_HIGHPASS_AMT,
88 0-255 V_LFO_FREQ,
89 0-255 V_LFO_INITIAL_AMT,
90 0-4 V_LFO_SHAPE,
91 0-1 V_LFO_EXT_SYNC,
93 0-1 V_LFO_FREQ_1_DEST_ON_OFF,
94 0-1 V_LFO_FREQ_2_DEST_ON_OFF,
95 0-1 V_LFO_PW_1_2_DEST_ON_OFF,
96 0-1 V_LFO_AMP_DEST_ON_OFF,
97 0-1 V_LFO_LOWPASS_DEST_ON_OFF,
98 0-1 V_LFO_HIGHPASS_DEST_ON_OFF,
109 0-254 V_PRESSURE_AMT,
110 0-1 V_PRESSURE_FREQ_1_DEST_ON_OFF,
111 0-1 V_PRESSURE_FREQ_2_DEST_ON_OFF,
112 0-1 V_PRESSURE_LOWPASS_DEST_ON_OFF,
113 0-1 V_PRESSURE_HIGHPASS_DEST_ON_OFF,
114 0-1 V_PRESSURE_VCA_DEST_ON_OFF,
36 Nl
NRPN
Waarde
Parameter
115 0-1 V_PRESSURE_LFO_AMT_DEST_ON_OFF,
119 0-3 V_FX_1_SELECT,
120 0-127 V_FX_1_MIX,
121 0-255 V_FX_1_PARAM_1,
122 0-127 V_FX_1_PARAM_2,
123 0-1 V_FX_1_SYNC,
124 0-10 V_FX_1_SYNC_RATE,
127 0-4 V_FX_2_SELECT,
128 0-127 V_FX_2_MIX,
129 0-127 V_FX_2_PARAM_1,
130 0-127 V_FX_2_PARAM_2,
135 0-1 V_FX_ON_OFF,
143 0-254 V_POLYMOD_FILTER_ENV_AMT,
144 0-254 V_POLYMOD_OSC_2_AMT,
145 0-1 V_POLYMOD_FREQ_1_DEST_ON_OFF,
146 0-1 V_POLYMOD_SHAPE_1_DEST_ON_OFF,
147 0-1 V_POLYMOD_PW_1_DEST_ON_OFF,
148 0-1 V_POLYMOD_LOWPASS_DEST_ON_OFF,
149 0-1 V_POLYMOD_HIGHPASS_DEST_ON_OFF,
158 0-5 V_KEY_MODE,
160 0-1 M_ARP_ON_OFF,
161 0-4 M_ARP_MODE,
162 0-2 M_ARP_RANGE,
163 0-9 M_ARP_TIME_SIG,
167 30-250 V_BPM,
168 0-1 M_SEQ_ON_OFF,
170 0-6 M_SEQ_LENGTH,
172 0-1 M_SEQ_RECORD_ON_OFF,
180 0-254 V_SLIDER_OSC_FREQ_1_AMT;
181 0-254 V_SLIDER_OSC_FREQ_2_AMT;
182 0-254 V_SLIDER_LFO_AMT;
183 0-254 V_SLIDER_FX_1_MIX_AMT;
184 0-254 V_SLIDER_FX_2_MIX_AMT;
185 0-254 V_SLIDER_LPF_AMT;
186 0-254 V_SLIDER_HPF_AMT;
256 12-108 M_SEQ_STEP_1_NOTE_1,
257 12-108 M_SEQ_STEP_2_NOTE_1,
258 12-108 M_SEQ_STEP_3_NOTE_1,
259 12-108 M_SEQ_STEP_4_NOTE_1,
260 12-108 M_SEQ_STEP_5_NOTE_1,
261 12-108 M_SEQ_STEP_6_NOTE_1,
262 12-108 M_SEQ_STEP_7_NOTE_1,
263 12-108 M_SEQ_STEP_8_NOTE_1,
264 12-108 M_SEQ_STEP_9_NOTE_1,
265 12-108 M_SEQ_STEP_10_NOTE_1,
266 12-108 M_SEQ_STEP_11_NOTE_1,
267 12-108 M_SEQ_STEP_12_NOTE_1,
268 12-108 M_SEQ_STEP_13_NOTE_1,
269 12-108 M_SEQ_STEP_14_NOTE_1,
270 12-108 M_SEQ_STEP_15_NOTE_1,
271 12-108 M_SEQ_STEP_16_NOTE_1,
272 12-108 M_SEQ_STEP_17_NOTE_1,
273 12-108 M_SEQ_STEP_18_NOTE_1,
274 12-108 M_SEQ_STEP_19_NOTE_1,
275 12-108 M_SEQ_STEP_20_NOTE_1,
276 12-108 M_SEQ_STEP_21_NOTE_1,
277 12-108 M_SEQ_STEP_22_NOTE_1,
278 12-108 M_SEQ_STEP_23_NOTE_1,
279 12-108 M_SEQ_STEP_24_NOTE_1,
280 12-108 M_SEQ_STEP_25_NOTE_1,
281 12-108 M_SEQ_STEP_26_NOTE_1,
NRPN
Waarde
Parameter
282 12-108 M_SEQ_STEP_27_NOTE_1,
283 12-108 M_SEQ_STEP_28_NOTE_1,
284 12-108 M_SEQ_STEP_29_NOTE_1,
285 12-108 M_SEQ_STEP_30_NOTE_1,
286 12-108 M_SEQ_STEP_31_NOTE_1,
287 12-108 M_SEQ_STEP_32_NOTE_1,
288 12-108 M_SEQ_STEP_33_NOTE_1,
289 12-108 M_SEQ_STEP_34_NOTE_1,
290 12-108 M_SEQ_STEP_35_NOTE_1,
291 12-108 M_SEQ_STEP_36_NOTE_1,
292 12-108 M_SEQ_STEP_37_NOTE_1,
293 12-108 M_SEQ_STEP_38_NOTE_1,
294 12-108 M_SEQ_STEP_39_NOTE_1,
295 12-108 M_SEQ_STEP_40_NOTE_1,
296 12-108 M_SEQ_STEP_41_NOTE_1,
297 12-108 M_SEQ_STEP_42_NOTE_1,
298 12-108 M_SEQ_STEP_43_NOTE_1,
299 12-108 M_SEQ_STEP_44_NOTE_1,
300 12-108 M_SEQ_STEP_45_NOTE_1,
301 12-108 M_SEQ_STEP_46_NOTE_1,
302 12-108 M_SEQ_STEP_47_NOTE_1,
303 12-108 M_SEQ_STEP_48_NOTE_1,
304 12-108 M_SEQ_STEP_49_NOTE_1,
305 12-108 M_SEQ_STEP_50_NOTE_1,
306 12-108 M_SEQ_STEP_51_NOTE_1,
307 12-108 M_SEQ_STEP_52_NOTE_1,
308 12-108 M_SEQ_STEP_53_NOTE_1,
309 12-108 M_SEQ_STEP_54_NOTE_1,
310 12-108 M_SEQ_STEP_55_NOTE_1,
311 12-108 M_SEQ_STEP_56_NOTE_1,
312 12-108 M_SEQ_STEP_57_NOTE_1,
313 12-108 M_SEQ_STEP_58_NOTE_1,
314 12-108 M_SEQ_STEP_59_NOTE_1,
315 12-108 M_SEQ_STEP_60_NOTE_1,
316 12-108 M_SEQ_STEP_61_NOTE_1,
317 12-108 M_SEQ_STEP_62_NOTE_1,
318 12-108 M_SEQ_STEP_63_NOTE_1,
319 12-108 M_SEQ_STEP_64_NOTE_1,
320 0-127 M_SEQ_STEP_1_VEL_1,
321 0-127 M_SEQ_STEP_2_VEL_1,
322 0-127 M_SEQ_STEP_3_VEL_1,
323 0-127 M_SEQ_STEP_4_VEL_1,
324 0-127 M_SEQ_STEP_5_VEL_1,
325 0-127 M_SEQ_STEP_6_VEL_1,
326 0-127 M_SEQ_STEP_7_VEL_1,
327 0-127 M_SEQ_STEP_8_VEL_1,
328 0-127 M_SEQ_STEP_9_VEL_1,
329 0-127 M_SEQ_STEP_10_VEL_1,
330 0-127 M_SEQ_STEP_11_VEL_1,
331 0-127 M_SEQ_STEP_12_VEL_1,
332 0-127 M_SEQ_STEP_13_VEL_1,
333 0-127 M_SEQ_STEP_14_VEL_1,
334 0-127 M_SEQ_STEP_15_VEL_1,
335 0-127 M_SEQ_STEP_16_VEL_1,
336 0-127 M_SEQ_STEP_17_VEL_1,
337 0-127 M_SEQ_STEP_18_VEL_1,
338 0-127 M_SEQ_STEP_19_VEL_1,
339 0-127 M_SEQ_STEP_20_VEL_1,
340 0-127 M_SEQ_STEP_21_VEL_1,
341 0-127 M_SEQ_STEP_22_VEL_1,
342 0-127 M_SEQ_STEP_23_VEL_1,
37
Nl
MIDI-implementatie
NRPN
Waarde
Parameter
343 0-127 M_SEQ_STEP_24_VEL_1,
344 0-127 M_SEQ_STEP_25_VEL_1,
345 0-127 M_SEQ_STEP_26_VEL_1,
346 0-127 M_SEQ_STEP_27_VEL_1,
347 0-127 M_SEQ_STEP_28_VEL_1,
348 0-127 M_SEQ_STEP_29_VEL_1,
349 0-127 M_SEQ_STEP_30_VEL_1,
350 0-127 M_SEQ_STEP_31_VEL_1,
351 0-127 M_SEQ_STEP_32_VEL_1,
352 0-127 M_SEQ_STEP_33_VEL_1,
353 0-127 M_SEQ_STEP_34_VEL_1,
354 0-127 M_SEQ_STEP_35_VEL_1,
355 0-127 M_SEQ_STEP_36_VEL_1,
356 0-127 M_SEQ_STEP_37_VEL_1,
357 0-127 M_SEQ_STEP_38_VEL_1,
358 0-127 M_SEQ_STEP_39_VEL_1,
359 0-127 M_SEQ_STEP_40_VEL_1,
360 0-127 M_SEQ_STEP_41_VEL_1,
361 0-127 M_SEQ_STEP_42_VEL_1,
362 0-127 M_SEQ_STEP_43_VEL_1,
363 0-127 M_SEQ_STEP_44_VEL_1,
364 0-127 M_SEQ_STEP_45_VEL_1,
365 0-127 M_SEQ_STEP_46_VEL_1,
366 0-127 M_SEQ_STEP_47_VEL_1,
367 0-127 M_SEQ_STEP_48_VEL_1,
368 0-127 M_SEQ_STEP_49_VEL_1,
369 0-127 M_SEQ_STEP_50_VEL_1,
370 0-127 M_SEQ_STEP_51_VEL_1,
371 0-127 M_SEQ_STEP_52_VEL_1,
372 0-127 M_SEQ_STEP_53_VEL_1,
373 0-127 M_SEQ_STEP_54_VEL_1,
374 0-127 M_SEQ_STEP_55_VEL_1,
375 0-127 M_SEQ_STEP_56_VEL_1,
376 0-127 M_SEQ_STEP_57_VEL_1,
377 0-127 M_SEQ_STEP_58_VEL_1,
378 0-127 M_SEQ_STEP_59_VEL_1,
379 0-127 M_SEQ_STEP_60_VEL_1,
380 0-127 M_SEQ_STEP_61_VEL_1,
381 0-127 M_SEQ_STEP_62_VEL_1,
382 0-127 M_SEQ_STEP_63_VEL_1,
383 0-127 M_SEQ_STEP_64_VEL_1,
1024 0-100 V_GLOBAL_MASTER_FINE;
1025 0-24 V_GLOBAL_MASTER_COARSE;
1026 0-16 V_GLOBAL_MIDI_CHANNEL;
1027 0-4 V_GLOBAL_MIDI_CLOCK_MODE;
1028 0-1 V_GLOBAL_MIDI_CLOCK_CABLE;
1029 0-2 V_GLOBAL_MIDI_PARAM_SEND;
1030 0-2 V_GLOBAL_MIDI_PARAM_RCV;
1031 0-1 V_GLOBAL_MIDI_CONTROL_ENABLE;
1032 0-1 V_GLOBAL_MIDI_SYSEX_CABLE;
1033 0-2 V_GLOBAL_MIDI_OUT_SELECT;
1034 0-1 V_GLOBAL_MIDI_OUT_THRU;
1035 0-1 V_GLOBAL_LOCAL_CONTROL:
1037 0-2 V_GLOBAL_POT_MODE;
1041 0-3 V_GLOBAL_SEQ_JACK_MODE;
1042 0-1 V_GLOBAL_PEDAL_POLARITY;
1043 0-1 V_GLOBAL_MONO_STEREO;
1044 0-16 V_GLOBAL_ALTERNATE_TUNING;
1045 0-21 V_GLOBAL_SCALE_MODE;
1046 0-1 V_GLOBAL_MIDI_SEQ_OUT;
1047 0-1 V_GLOBAL_SCREEN_SAVER;
NRPN
Waarde
Parameter
1049 0-9 V_GLOBAL_KEY_SENSITIVITY;
1050 0-99 V_GLOBAL_QUICK_PROGRAM_1_PRGM_SELECT;
1051 0-99 V_GLOBAL_QUICK_PROGRAM_2_PRGM_SELECT;
1052 0-99 V_GLOBAL_QUICK_PROGRAM_3_PRGM_SELECT;
1053 0-99 V_GLOBAL_QUICK_PROGRAM_4_PRGM_SELECT;
1054 0-99 V_GLOBAL_QUICK_PROGRAM_5_PRGM_SELECT;
1055 0-99 V_GLOBAL_QUICK_PROGRAM_6_PRGM_SELECT;
1056 0-99 V_GLOBAL_QUICK_PROGRAM_7_PRGM_SELECT;
1057 0-99 V_GLOBAL_QUICK_PROGRAM_8_PRGM_SELECT;
1058 0-99 V_GLOBAL_QUICK_PROGRAM_9_PRGM_SELECT;
1059 0-99 V_GLOBAL_QUICK_PROGRAM_10_PRGM_SELECT;
1060 0-99 V_GLOBAL_QUICK_PROGRAM_11_PRGM_SELECT;
1061 0-99 V_GLOBAL_QUICK_PROGRAM_12_PRGM_SELECT;
1062 0-99 V_GLOBAL_QUICK_PROGRAM_13_PRGM_SELECT;
1063 0-9 V_GLOBAL_QUICK_PROGRAM_1_BANK_SELECT;
1064 0-9 V_GLOBAL_QUICK_PROGRAM_2_BANK_SELECT;
1065 0-9 V_GLOBAL_QUICK_PROGRAM_3_BANK_SELECT;
1066 0-9 V_GLOBAL_QUICK_PROGRAM_4_BANK_SELECT;
1067 0-9 V_GLOBAL_QUICK_PROGRAM_5_BANK_SELECT;
1068 0-9 V_GLOBAL_QUICK_PROGRAM_6_BANK_SELECT;
1069 0-9 V_GLOBAL_QUICK_PROGRAM_7_BANK_SELECT;
1070 0-9 V_GLOBAL_QUICK_PROGRAM_8_BANK_SELECT;
1071 0-9 V_GLOBAL_QUICK_PROGRAM_9_BANK_SELECT;
1072 0-9 V_GLOBAL_QUICK_PROGRAM_10_BANK_SELECT;
1073 0-9 V_GLOBAL_QUICK_PROGRAM_11_BANK_SELECT;
1074 0-9 V_GLOBAL_QUICK_PROGRAM_12_BANK_SELECT;
1075 0-9 V_GLOBAL_QUICK_PROGRAM_13_BANK_SELECT;
1152 0-1 V_LOCK_SEQUENCE_ON_OFF;
38 Nl
Blokschema
Blokschema (signaalstroomschema)
39
Nl
Aanvullende informatie
Aanvullende informatie
Problemen oplossen
! Als u denkt dat er iets mis is met dit apparaat, bekijk dan onderstaande onderwerpen, bezoek de website van Pioneer DJ en lees het gedeelte [FAQ]
voor de [TORAIZ AS-1].
http://pioneerdj.com/
Soms ligt de oorzaak van het probleem bij een ander apparaat. Controleer daarom ook de andere componenten en elektrische apparaten die
worden gebruikt. Als u het probleem niet kunt verhelpen, neemt u contact op met uw dichtstbijzijnde officiële Pioneer-onderhoudsdienst of uw
vakhandelaar om het toestel te laten repareren.
! Dit toestel kan soms niet goed werken vanwege statische elektriciteit of andere externe invloeden. In dat geval kunt u de juiste werking herstellen
door de stroom uit te schakelen en vervolgens weer in te schakelen.
! Als de systeemwerking met een aangesloten extern apparaat of de werking van dit apparaat onstabiel is, probeer dan de betreffende items te
resetten nadat u [Global Setting] heeft geïnitialiseerd door [Reset Globals] van het menu [GLOBAL SETTING] uit te voeren.
Probleem Controle Oplossing
Het toestel kan niet worden ingeschakeld.
Er brandt geen enkele indicator.
Zijn het stroomsnoer en de netstroomadapter correct
aangesloten?
Sluit het bijgeleverde stroomsnoer correct aan op het stopcontact.
Verbind het bijgeleverde stroomsnoer correct met de bijgeleverde
netstroomadapter.
Sluit de bijgeleverde verbindingskabel voor de netstroomadapter
correct aan op dit apparaat.
Is de [u]-knop ingeschakeld? Druk op de [u]-knop om het apparaat aan te zetten.
Een van de indicatielampjes brandt, maar er
verschijnt niets op het scherm.
Werkt de screensaver niet? Bedien een van de regelaars en druk op een knop.
Heeft u niet op de [u]-knop op het achterpaneel gedrukt
terwijl u op een knop op het bedieningspaneel drukte?
Schakel het apparaat uit en opnieuw in en druk op geen enkele
andere knop dan op de [u]-knop.
Er klinkt geen of nauwelijks geluid. Staat de [VOLUME]-regelaar op het bedieningspaneel in
de juiste stand?
Is het niveau of het volume van elke categorie/parameter
correct ingesteld?
Zet het [VOLUME] op het bedieningspaneel in de juiste stand.
Stel het niveau of het volume van elke categorie/parameter in op
de juiste waarde.
Is het volgende correct ingesteld?
! De [LPF CUTOFF]- en [HPF CUTOFF]-regelaars op het
bedieningspaneel
! De [Cutoff]- en [Key Amount]-parameters van de
categorieën [LOW-PASS FILTER] en [HIGH-PASS
FILTER]
Stel het volgende correct in.
! De [LPF CUTOFF]- en [HPF CUTOFF]-regelaars op het
bedieningspaneel
! De [Cutoff]- en [Key Amount]-parameters van de
categorieën [LOW-PASS FILTER] en [HIGH-PASS FILTER]
Vervorming in het geluid. Is het niveau of het volume van elke categorie/parameter
ingesteld op de juiste waarde?
Is de filterresonantie ingesteld op de juiste waarde?
Stel elke categorie/parameter en de filterresonantie in op de juiste
waarde.
De sequencer en arpeggiator werken niet.
(Interne synchrone werking)
Is [MIDI Clock Mode] van het menu [GLOBAL SETTING]
ingesteld op [Master] of [Off]?
Stel [MIDI Clock Mode] in op [Master] of [Off].
De sequencer en arpeggiator werken niet.
(Externe synchrone werking)
Is de MIDI-kabel correct aangesloten? Verbind de MIDI OUT-aansluiting van het externe apparaat en
[MIDI IN] van dit apparaat correct met een MIDI-kabel.
Is de MIDI-klok verzonden vanaf een extern MIDI-apparaat? Controleer of het externe MIDI-apparaat is ingesteld op
master-modus.
Is [MIDI Clock Cable] van het menu [GLOBAL SETTING]
correct ingesteld?
Stel [MIDI Clock Cable] in op [MIDI Port] of [USB], naargelang
welke van de twee de MIDI-klok ontvangt.
De regelaars en knoppen op het
bedieningspaneel werken niet, ook als u ze
naar links of naar rechts draait.
Is [Local Control] van het menu [GLOBAL SETTING]
ingesteld op [On]?
Zet [Local Control] op [On].
MIDI SysEx-gegevens (systeemexclusief)
kunnen niet worden verzonden of
ontvangen.
Is de MIDI-kabel correct aangesloten? Verbind een extern MIDI-apparaat en de [MIDI]-aansluitingen van
dit apparaat correct met MIDI-kabels.
Is de USB-kabel correct aangesloten? Verbind uw pc en de [USB-B]-aansluiting van dit apparaat
rechtstreeks met een USB-kabel conform USB 2.0. USB-
verdeelhubs zijn niet bruikbaar.
Is [MIDI Sysex Cable] van het menu [GLOBAL SETTING]
correct ingesteld?
Stel [MIDI Sysex Cable] correct in op [MIDI Port] of [USB],
naargelang welke van de twee SysEx-gegevens verzendt en
ontvangt.
Is [MIDI Out Select] van het menu [GLOBAL SETTING]
correct ingesteld?
Stel [MIDI Out Select] correct in op [MIDI Port] of [USB],
naargelang welke van de twee SysEx-gegevens verzendt en
ontvangt.
Stemmen staat uit. Is [Master Coarse] of [Master Fine] van het menu
[GLOBAL SETTING] correct ingesteld?
Stel [Master Coarse] of [Master Fine] in op de juiste waarde.
Heeft u gekalibreerd? Voer de kalibratie uit door minstens tien minuten nadat het
apparaat is ingeschakeld [Calibrate] te selecteren in het menu
[GLOBAL SETTING].
Staat de schuifregelaar in de latch-modus en is
toonhoogtebuiging actief?
Als de [LATCH]-knop brandt, drukt u op de [LATCH]-knop om de
latch-modus uit te schakelen.
40 Nl
Probleem Controle Oplossing
Toetsenbordbediening verloopt onstabiel.
Ook als u het toetsenbord niet aanraakt,
komt er geluid uit.
Het bereik waar het geluid uitkomt is
klein.
Is [Keys Sens] van het menu [GLOBAL SETTING] correct
ingesteld?
Stel [Keys Sens] in op de juiste waarde.
Heeft u niet op de [u]-knop op het achterpaneel gedrukt
terwijl u op een toets op het toetsenbord drukte?
Schakel het apparaat uit en opnieuw in door op de [u]-knop te
drukken zonder een van de toetsen of schuifregelaars van het
toetsenbord aan te raken.
! Het toetsenbord van de TORAIZ AS-1 is een
elektrostatisch capacitief aanraakvlak. Kalibratie voor de
aanraakgevoeligheid van het toetsenbord wordt uitgevoerd
wanneer u het apparaat inschakelt.
41
Nl
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
met betrekking tot onze
reparatiediensten
! Als wij uw apparaat repareren, kan het, afhankelijk van de toestand
van het apparaat, mogelijk zijn dat we het moeten resetten naar
de fabrieksinstellingen. Aangezien wij voor reparatie geen back-up
maken van uw instellingen, raden we u aan om van uw originele
instellingen (zoals uw bewerkte programma's), via de MIDI-
interface een back-up te maken als systeemexclusieve bestanden.
Gebruik hiervoor software die MIDI systeemexclusieve berichten
kan verzenden en ontvangen, zoals DAW-software of andere
MIDI-software.
Informatie over handelsmerken en
gedeponeerde handelsmerken
! "Pioneer DJ" is een handelsmerk van PIONEER CORPORATION en
wordt in licentie gebruikt.
! Dave Smith Instruments en Prophet zijn gedeponeerde
handelsmerken van Dave Smith Instruments LLC.
Specificaties
Netstroomadapter
Stroomvoorziening .................... 100 V tot 240 V wisselstroom, 50 Hz/60 Hz
Nominale stroom ................................................................................... 0,4 A
Nominaal vermogen .....................................................5 V gelijkstroom, 2 A
Stroomverbruik (in de ruststand) .................................................... 0,075 W
Algemeen - Hoofdapparaat
Stroomverbruik ................................................... 5 V gelijkstroom, 1500 mA
Gewicht hoofdapparaat ........................................................................1,4 kg
Max. afmetingen
...................... 267,4 mm (breedte) x 68,6 mm (hoogte) x 177,7 mm (diepte)
Toegestane bedrijfstemperatuur........................................+5 °C tot +35 °C
Toegestane luchtvochtigheid .................. 5% tot 85% (zonder condensatie)
In-/uitgangsaansluitingen
AUDIO OUT R-uitgangsaansluiting
1/4" TS-stekker ................................................................................... 1 set
AUDIO OUT L-uitgangsaansluiting
1/4" TS-stekker ................................................................................... 1 set
PHONES-uitgangsaansluiting
1/4" stereofoonstekker ......................................................................1 set
MIDI OUT/THRU-uitgangsaansluiting
5P DIN ...............................................................................................1 set
MIDI IN-ingangsaansluiting
5P DIN ...............................................................................................1 set
TRIGGER IN-ingangsaansluiting
1/4" TS-stekker ................................................................................... 1 set
USB-aansluiting
Type B ................................................................................................1 set
! De technische gegevens en het ontwerp van dit product kunnen van-
wege voortgaande verbetering zonder voorafgaande kennisgeving
worden gewijzigd.
! © 2017 Pioneer DJ Corporation. Alle rechten voorbehouden.
<DRI1438-A>
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41

Pioneer TORAIZ AS-1 de handleiding

Categorie
Digitale piano's
Type
de handleiding