Documenttranscriptie
INHOUDSOPGAVE
$
Pagina
1. Inleiding.............................................................................................................................60
2. Verklaring van symbolen...................................................................................................61
3. Voorgeschreven gebruik....................................................................................................61
4. Leveringsomvang..............................................................................................................62
5. Productbeschrijving...........................................................................................................62
6. Veiligheidsvoorschriften.....................................................................................................63
a) Algemeen.....................................................................................................................63
b) Plaatsing......................................................................................................................64
c) Werking........................................................................................................................65
d) Omgang met accu‘s (algemeen)..................................................................................66
e) Omgang met lithiumaccu‘s...........................................................................................68
7. Bedieningselementen........................................................................................................70
8. Klaarmaken van een laadkabel.........................................................................................71
9. Opladen uitvoeren.............................................................................................................72
10. LED-indicatielampjes.........................................................................................................75
11. Onderhoud en verzorging..................................................................................................76
12. Afvoer................................................................................................................................76
a) Algemeen.....................................................................................................................76
b) Batterijen en accu´s.....................................................................................................76
13. Technische gegevens........................................................................................................77
59
1. INLEIDING
Geachte klant,
Wij danken u hartelijk voor het aanschaffen van een Voltcraft®-product. Hiermee heeft u een
uitstekend apparaat in huis gehaald.
Voltcraft® - deze naam staat op het gebied van meettechniek, laadtechniek en voedingsspanning voor onovertroffen kwaliteitsproducten die worden gekenmerkt door gespecialiseerde
vakkundigheid, buitengewone prestaties en permanente innovaties.
Voor ambitieuze elektronica-hobbyisten tot en met professionele gebruikers ligt voor de meest
ingewikkelde taken met een product uit het Voltcraft®-assortiment altijd de perfecte oplossing
binnen handbereik. Bovendien: bieden wij u de geavanceerde techniek en betrouwbare
kwaliteit van onze Voltcraft®-producten tegen een nagenoeg niet te evenaren verhouding
van prijs en prestaties. Daarom scheppen wij de basis voor een duurzame, goede en tevens
succesvolle samenwerking.
Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe Voltcraft®-product!
Alle vermelde bedrijfs- en productnamen zijn handelsmerken van de respectievelijke eigenaren. Alle rechten voorbehouden.
Bij technische vragen kunt u zich wenden tot onze helpdesk.
Voor meer informatie kunt u kijken op www.conrad.nl of www.conrad.be.
60
2. VERKLARING VAN SYMBOLEN
Dit symbool wordt gebruikt wanneer er gevaar bestaat voor uw gezondheid, bijv.
door een elektrische schok.
Het symbool met het uitroepteken in een driehoek wijst op belangrijke aanwijzingen
in deze gebruiksaanwijzing die in ieder geval moeten worden opgevolgd.
Het „pijl“-symbool wijst op speciale tips en aanwijzingen voor de bediening van het
product.
3. VOORGESCHREVEN GEBRUIK
Het LiPo-balancer laadapparaat „e6“ is uitsluitend bestemd voor privégebruik in de modelbouw
voor het opladen van LiPo- of LiFe-accu‘s met 2 - 6 en de daarmee verbonden bedrijfstijden.
Lees deze gebruiksaanwijzing volledig en aandachtig door; deze bevat belangrijke instructies
voor de plaatsing, bediening en het gebruik. De veiligheidsinstructies en alle andere informatie
in deze gebruiksaanwijzing dienen absoluut in acht te worden genomen.
Een andere toepassing dan hierboven beschreven, leidt tot beschadiging van dit product en
is bovendien verbonden met gevaren, zoals bijv. kortsluiting, brand, elektrische schokken enz.
Het complete product mag niet worden veranderd, resp. omgebouwd en de behuizing mag niet
worden geopend!
Dit product voldoet aan de wettelijke nationale en Europese voorschriften.
61
4. LEVERINGSOMVANG
• Laadapparaat
• Netsnoer
• Balancer adapterplaat met XH-aansluitkabel
• Laadsnoer met open snoereinden
• Laadsnoer mit T-stekker
• Gebruiksaanwijzing
5. PRODUCTBESCHRIJVING
Het laadapparaat kan met een stopcontact (100 - 240 V/AC, 50/60 Hz) worden gebruikt.
De aansluiting van het op te laden accupack gebeurt met behulp van een laadkabel. De meegeleverde laadkabel is aan een uiteinde met twee 4 mm bananenstekkers en aan het andere
uiteinde met een open kabeluiteinde uitgerust. Aan de open kabeleinden moeten aansluitstekkers passend aan de accu worden gesoldeerd (niet inbegrepen).
Om de balanceraansluiting van de accu met het laadapparaat te verbinden, werd een XHadapterplaat met aansluitkabel meegeleverd.
De benodigde laadstroom van 1 A, 2 A, 4 A of 5 A kan voor het opladen met behulp van een
schuifschakelaar worden ingesteld. De keuze van het accutype (LiPo/LiFe) gebeurt eveneens
door middel van een schuifschakelaar.
De toestand van het laadapparaat wordt met een meerkleurige LED weergegeven. Voor de
weergave van de individuele cellen van het aangesloten accupack beschikt de balancerindicator over zes afzonderlijke LED‘s.
62
6. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Bij schade veroorzaakt door het niet opvolgen van de gebruiksaanwijzing,
vervalt het recht op garantie. Voor vervolgschade die hieruit ontstaat, zijn wij
niet aansprakelijk!
Voor materiële schade of persoonlijk letsel veroorzaakt door ondeskundig
gebruik of het niet opvolgen van de veiligheidsvoorschriften, zijn wij niet
verantwoordelijk. In dergelijke gevallen vervalt elke aanspraak op garantie!
Geachte klant: de volgende veiligheidsvoorschriften hebben niet enkel de bescherming van uw gezondheid, maar ook de bescherming van het product tot doel.
Lees daarom de volgende punten eerst aandachtig door voordat u het product
aansluit en in gebruik neemt.
a) Algemeen
• Om veiligheids- en keuringsredenen (CE) is het eigenhandig ombouwen en/of
wijzigen van het product niet toegestaan. Demonteer het apparaat daarom nooit.
• Onderhouds-, instellings- of reparatiewerkzaamheden mogen uitsluitend door
een erkend technicus/elektrotechnisch bedrijf worden uitgevoerd.
Binnenin het apparaat bevinden zich geen onderdelen die door de gebruiker
kunnen worden ingesteld of onderhouden.
• Het apparaat is geen speelgoed. Houd het buiten bereik van kinderen! Het
product mag alleen op een plaats worden gezet, gebruikt of opgeborgen die
voor kinderen niet bereikbaar is. Hetzelfde geldt voor accu‘s. Kinderen kunnen
instellingen veranderen of de accu/accupack kortsluiten, wat kan leiden tot een
explosie. Dit is levensgevaarlijk!
• De opbouw van het product voldoet aan de beschermingsklasse II (dubbele of
versterkte isolering). Er moet worden op gelet, dat de isolatie van de behuizing
resp. het netsnoer niet wordt beschadigd of vernield.
• Het laadapparaat is geschikt voor gebruik met een stopcontact met een nominale
spanning van 100 - 240 V/AC, 50/60 Hz. Gebruik het nooit met een andere
spanning.
Er dient een stopcontact in de buurt van het apparaat en gemakkelijk bereikbaar
te zijn.
63
• In scholen, opleidingscentra, hobbyruimten en werkplaatsen moet door geschoold personeel voldoende toezicht worden gehouden op de bediening van het
product.
• In industriële omgevingen dienen de Arbovoorschriften ter voorkoming van
ongevallen met betrekking tot elektrische installaties en bedrijfsmiddelen in acht
te worden genomen.
• Laat het verpakkingsmateriaal niet achteloos slingeren. Dit kan voor kinderen
gevaarlijk speelgoed zijn!
• Indien u vragen heeft over de correcte aansluiting of het gebruik of als er
problemen zijn waar u in de gebruiksaanwijzing geen oplossing voor kunt vinden,
neemt u dan contact op met onze technische helpdesk of met een andere
elektromonteur.
b) Opstelplaats
• U mag het product enkel in droge en gesloten ruimten binnenshuis gebruiken.
Het mag niet vochtig of nat worden; er bestaat het gevaar van een levensgevaarlijke elektrische schok!
Gebruik het laadapparaat ook niet binnen in een voertuig.
• Kies voor het laadapparaat een stabiel, effen, schoon en voldoende groot
oppervlak om het toestel neer te zetten.
Zet het apparaat nooit op brandbare oppervlakken (vb. tapijt, tafelkleed). Gebruik
altijd een geschikte onbrandbare, hittebestendige ondergrond.
Plaats het laadapparaat niet zonder geschikte bescherming op kostbare
meubeloppervlakken. Door hitte-inwerking kan het tot veranderingen in kleur of
materiaal komen.
Houd het laadapparaat ver van licht ontvlambare materialen (vb. gordijnen,
papier), vloeistoffen (vb. benzine) of gassen.
• Vermijd direct zonlicht, sterke hitte en koude. Houd het laadapparaat uit de buurt
van stof en vuil.
• Vermijd een gebruik van het apparaat in de onmiddellijke buurt van sterke
magnetische of elektromagnetische velden, zendantennes of HF-generatoren.
Hierdoor kan de besturingselektronica beïnvloed worden.
64
• Zet geen voorwerpen met vloeistoffen, bijv. vazen of planten, op of naast het
product.
Wanneer deze vloeistoffen in het laadapparaat raken, wordt het laadapparaat
vernietigd en bestaat er bovendien groot brandgevaar of een explosie.
Schakel in dit geval onmiddellijk de contactdoos waaraan het laadapparaat is
aangesloten, volledig af (bv. bijhorend beveiligingsautomatisme uitschakelen of
zekering eruit draaien, vervolgens de bijhorende aardlekschakelaar uitschakelen).
Neem vervolgens de accu los van het laadapparaat en trek het stekker uit de
contactdoos.
Laat de accu en het laadapparaat drogen en vervolgens door een vakman
controleren of voer het product op een milieuvriendelijke manier af.
• Zorg dat de stroomkabel niet afgekneld, gebogen of door scherpe randen
beschadigd wordt. Leg de stroomkabel zo dat men niet over het snoer kan
struikelen.
c) Gebruik
• Met dit laadapparaat mogen uitsluitend LiPo- of LiFe-accu‘s of accupacks met 2
tot 6 cellen worden opgeladen.
Laad nooit andere accu‘s (vb. NiCd- of NiMH) of niet-heroplaadbare batterijen op.
Er bestaat groot brandgevaar of gevaar voor een explosie!
• Zorg voor voldoende afstand t.o.v. brandbare voorwerpen. Houd tussen
laadapparaat en accu voldoende afstand (min. 20 cm), leg de accu nooit op het
laadapparaat.
• Omdat zowel het laadapparaat als de aangesloten accupack warm worden
tijdens het opladen/ontladen, moet er voor voldoende ventilatie gezorgd worden.
Dek het laadapparaat en/of de aangesloten accu nooit af.
• Laat het product nooit onbewaakt tijdens het gebruik. Ondanks de vele veiligheidsschakelingen kunnen storingen of problemen bij het opladen van een accu
niet geheel worden uitgesloten.
• Wanneer u met het laadapparaat of accu‘s werkt, mag u geen metalen of
geleidende materialen, zoals vb. juwelen (kettingen, armbanden, ringen, etc.)
dragen. Door een kortsluiting aan de accu of het laadapparaat bestaat brand- en
explosiegevaar.
65
• Laat de accu‘s niet aan het laadapparaat aangesloten als het laadapparaat niet
wordt gebruikt. Ontkoppel eerst altijd de accu van de laadkabel en vervolgens de
laadkabel van het laadapparaat.
Koppel bovendien het laadapparaat los van de netspanning door de stekker uit
de contactdoos te trekken. Bewaar het product vervolgens op een droge, schone
plaats.
• Verbind nooit de laadkabel met de accu zolang de laadkabel niet aan het laadapparaat is aangesloten. Er bestaat gevaar voor kortsluiting.
• Gebruik het apparaat uitsluitend in een gematigd klimaat; niet in een tropisch
klimaat. Neem hierbij ook de omgevingsvoorwaarden van het hoofdstuk „Technische gegevens“ in acht.
• Gebruik het apparaat nooit direct wanneer dit van een koude in een warme
ruimte is gebracht. Het condenswater dat wordt gevormd, kan onder bepaalde
omstandigheden het apparaat beschadigen of storingen veroorzaken! Er bestaat
het levensgevaar door een elektrische schok!
Laat het laadapparaat (en de accu(‚s)) eerst op kamertemperatuur komen,
voordat u het op de netspanning aansluit en in gebruik neemt. Dit kan een paar
uur duren!
• Ga voorzichtig met het product om. Door stoten, slagen, mechanische druk,
trillingen of vallen vanop geringe hoogte kan het worden beschadigd.
• Indien kan worden aangenomen dat gebruik zonder gevaren niet meer mogelijk
is, dan moet het product buiten bedrijf worden gesteld en worden beveiligd tegen
onopzettelijk gebruik.
Men mag aannemen dat een gevaarloze werking niet meer mogelijk is wanneer
het product zichtbaar is beschadigd, niet meer functioneert, langdurig onder
ongunstige omstandigheden is opgeslagen of tijdens transport te zwaar is belast.
d) Omgang met accu‘s (algemeen)
• Houd accu‘s buiten het bereik van kinderen. U moet accu‘s ook buiten het bereik
van kinderen opbergen.
• Laat accu’s niet zomaar laten rondslingeren; kinderen of huisdieren kunnen deze
inslikken. In dit geval dient u onmiddellijk een arts te raadplegen!
• Accu‘s mogen nooit worden kortgesloten, uit elkaar gehaald of in het vuur geworpen. Er bestaat brand- en explosiegevaar!
66
• Lekkende of beschadigde batterijen kunnen bij contact met de huid verwondingen veroorzaken. Draag hierbij daarom beschermende handschoenen.
• Indien de aansluitkabels van de accu moeten worden ingekort (bijv. wanneer de
accu zonder aansluitstekker wordt geleverd), maak dan elke kabel afzonderlijk
korter, zodat geen kortsluiting ontstaat. Brand- en explosiegevaar!
• Laad uitsluitend accu‘s met de geschikte accutechnologie (LiPo of LiFe) met het
laadapparaat op. Probeer nooit andere accu‘s of niet-heroplaadbare batterijen
met dit apparaat op te laden. Er bestaat brand- en explosiegevaar!
Niet-oplaadbare batterijen zijn bedoeld voor eenmalig gebruik. Ze moeten
volgens de plaatselijk voorschriften worden ingeleverd als ze leeg zijn. U mag
enkel geschikte accu´s opladen.
• Accu‘s mogen niet vochtig of nat worden.
• Beschadig nooit het omhulsel van de accu. Er bestaat brand- en explosiegevaar!
• U mag accu’s nooit onbewaakt laten tijdens het opladen/ontladen.
• Laad/ontlaad een accu nooit rechtstreeks in een model. Verwijder de accu eerst
uit het model, ontkoppel het volledig van de rij- of vliegregelaar.
• Houd bij de aansluiting van de accu op uw laadapparaat of model (vb. modelvliegtuig) rekening met de juiste polariteit (plus/+ en min/-). Bij een omgekeerde
polariteit raakt niet alleen het laadapparaat maar ook de accu beschadigd. Er
bestaat brand- en explosiegevaar!
• Laad/ontlaad geen accu‘s die nog heet zijn (bijv. veroorzaakt door een te hoge
ontlaadstroom in het model). Laat de accu eerst op kamertemperatuur komen
voordat deze weer wordt opgeladen.
• Laad/ontlaad nooit beschadigde, lekkende of vervormde accu‘s. Dit kan leiden tot
brand of een ontploffing!
• Laad/ontlaad nooit beschadigde, lekkende of vervormde accu‘s. Dit kan leiden tot
brand of een ontploffing! Voer uw onbruikbaar geworden accu op een milieuvriendelijke manier af.
• Gebruik nooit accupacks die uit verschillende cellen zijn samengesteld.
• Laad de accu´s ongeveer om de 3 maanden op, aangezien anders door
zelfontlading een zogeheten diepontlading kan optreden waardoor de accu´s
onbruikbaar worden.
• Koppel de accu los van het laadapparaat als de accu volledig opgeladen is.
67
• Bij ondeskundig gebruik (te hoge laadstromen of omgekeerde polariteit) kan
de accu worden overladen resp. defect raken. In het ergste geval kan de accu
exploderen en aanzienlijke schade aanrichten.
• Neem ook de veiligheidsvoorschriften van de accufabrikant in acht.
e) Omgang met lithiumaccu‘s
• Moderne accu‘s met lithium-techniek hebben niet alleen een veel hogere capaciteit dan NiMH- of NiCd-accu´s, maar ze hebben ook een veel lager gewicht.
Dit maakt dit type accu met name voor toepassingen in de modelbouw zeer
interessant en meestal worden hier dus de zogenaamde LiPo-accu‘s gebruikt
(lithium-polymeer).
Bij het laden/ontladen van LiPo-accu‘s (en ook de door het laadapparaat oplaadbare LiFe-accu‘s) is echter enige speciale zorgvuldigheid geboden evenals bij het
gebruik en de verzorging ervan.
• Het buitenste omhulsel van LiPo-accu‘s is zeer gevoelig en bestaat uit slechts
een dikke folie. Demonteer of beschadig accu‘s niet. Laat de accu niet vallen
en steek niet met scherpe voorwerpen in de accu! Voorkom elke mechanische
belasting van de accu. Trek nooit aan de aansluitkabels van de accu! Er bestaat
brand- en explosiegevaar!
Let hier ook op wanneer de accu in het model wordt geplaatst of eruit wordt
verwijderd.
• Zorg bij het gebruik, op- of ontladen, transport en de opslag van de accu dat
deze niet oververhit raakt. Plaats de accu niet in de buurt van warmtebronnen
(zoals rijregelaar, motor) en voorkom ook de blootstelling aan direct zonlicht. Bij
oververhitting van de accu bestaat brand- en explosiegevaar!
• De accu mag nooit een hogere temperatuur dan +60 °C hebben (raadpleeg evt.
extra informatie van fabrikant met andere beperkingen!).
• Indien de accu beschadigingen vertoont (bijv. na het neerstorten van een modelvliegtuig of modelhelikopter) of als het omhulsel uitgezet is of bol staat, mag de
accu niet meer worden gebruikt. Laad de accu niet meer op. Er bestaat brand- en
explosiegevaar!
Pak de accu slechts voorzichtig beet en gebruik eventueel beschermende
handschoenen.
Verwijder de accu overeenkomstig de milieuvoorschriften!
68
• Gebruik voor het opladen van een accu met lithiumtechniek alleen een hiervoor
bestemd laadapparaat. Gewone laadapparaten voor NiCd-, NiMH- of loodaccu‘s
mogen niet worden gebruikt; er bestaat brand- en explosiegevaar!
• Wanneer u een accu met lithiumtechniek met meer dan een cel oplaadt, gebruik
dan altijd een zogenaamde balancer (bijv. in dit geleverde laadapparaat reeds
geïntegreerd).
• Laad LiPo-accu‘s met een laadstroom van max. 1C. Dit betekent dat de laadstroom de op de accu vermelde capaciteitswaarde niet mag overschrijden (bijv.
accucapaciteit 1000 mAh, max. laadstroom 1.000 mA = 1 A).
Neem bij LiFe-accu‘s altijd de instructies van de accufabrikant in acht.
• De ontlaadstroom mag de op de accu aangegeven waarde niet overschrijden.
Als bijvoorbeeld bij een LiPo-accu een waarde van „20 C“ op de accu staat
aangegeven, dan komt de maximale ontlaadstroom overeen met 20 maal de
capaciteit van de accu (bijv. accucapaciteit 1000 mAh, max. ontlaadstroom 20 C
= 20 x 1.000 mA = 20 A).
Anders kan de accu oververhit raken, hetgeen kan leiden tot vervorming/bol gaan
staan van de accu of tot een ontploffing of brand!
De aangegeven waarde (bijv. „20 C“) heeft doorgaans geen betrekking op de
permanente stroomsterkte maar op de maximale stroom die de accu kortdurig
kan leveren. De permanente stroomsterkte mag niet hoger zijn dan de helft van
deze aangegeven waarde.
• Geen cel van een LiPo-accu mag beneden 3.0 V (LiFe = 2.0 V) worden ontladen;
hierdoor raakt de accu defect. Als het model niet is voorzien van een beveiliging
tegen diepontlading of een optische indicatie van de te lage accuspanning, stel
het gebruik van het model dan tijdig in.
69
7. BEDIENINGSELEMENTEN
1 Laadapparaat
2 Aansluiting voor netkabel
3 Balancerindicator
4 Laadstroomschuifschakelaar
5 Toestandindicator laadapparaat
6 Balancer-aansluiting
7 Laadkabelaansluitbussen
8 Accutypeschuifschakelaar
70
Afbeelding 1
8. KLAARMAKEN VAN EEN LAADKABEL
Indien nog niet aanwezig, schaft u een geschikte laadkabel aan. Daarvoor werden bij het
laadapparaat een voorbereide kabel (9) met twee bananenstekkers van 4 mm (10) aan de ene
zijde en open kabeleinden (11) aan de andere zijde geleverd.
Afbeelding 2
Aan de open kabeluiteinden moeten tegen verpoling beveiligde, geschikte stekkers worden
gesoldeerd die op de hogestroomstekkers aan de accu moeten passen. Let daarbij op dat de
stekkers stevig in verbinding komen met de kabel en in de juiste poolrichting:
Rood = plus (+)
Zwart = min (-)
De soldeerverbindingen moeten met een krimpkous worden geïsoleerd.
De laadkabel (zie afbeelding 2, pos. 9) is uitsluitend omwille van fototechnische redenen
opgerold afgebeeld. Voor het opladen moet de kabel in de ontrolde toestand worden
gebruikt.
71
9. OPLADEN UITVOEREN
• Sluit de bananenstekker van de laadkabel (9) aan de beide bussen (7) van het laadapparaat
aan. Let daarbij nauwkeurig op de juiste polariteit (rood = plus/+, zwart = min/-).
• Verbind vervolgens de op te laden accu (zie afbeelding 3, pos. 12) met de laadkabel.
Attentie, belangrijk!
Sluit de laadkabel altijd eerst aan het laadapparaat aan. Pas daarna mag de accu
met de laadkabel worden verbonden! Bij omgekeerde volgorde kunnen de beide
bananenstekkers met elkaar in contact komen en de accu kortsluiten; er bestaat
explosiegevaar!
• Controleer of de accutypeschuifschakelaar (8) correct is ingesteld in overeenstemming met
de op te laden accu of schuif de schakelaar in de correcte positie.
Attentie, belangrijk!
Aangezien LiFe-accu‘s een lagere celspanning als LiPo-accu‘s hebben, is het nodig
om de accutypeschuifschakelaar correct in te stellen en tijdens het opladen ook niet
te verzetten. Alleen zo worden de verschillende accutypes correct geladen zonder
daarbij schade op te lopen.
• Stel met behulp van de schuifschakelaar van de laadstroom (4) de benodigde laadstroom
(1 A, 2 A, 4 A of 5 A) in.
Let op!
Houdt u altijd aan de informatie van de accufabrikant met betrekking tot de max.
laadstroom.
De max. laad- en ontlaadstromen worden met de capaciteitswaarde „C“ aangegeven. Als er geen informatie van de fabrikant beschikbaar is, laadt u LiPo-accu‘s
met een laadstroom van max. 1C op. Dit betekent dat de laadstroom de op de accu
vermelde capaciteitswaarde niet mag overschrijden (bijv. aangegeven accucapaciteit 1000 mAh, max. laadstroom 1.000 mA = 1 A).
Als de voor de accu maximaal toegelaten laadstroom overschreden wordt, bestaat
het gevaar dat de accu wordt vernietigd. Bovendien bestaat explosie-/brandgevaar!
Verdere voorschriften over de max. laadstroom vindt u in de gegevensbladen of op
het opschrift van de accu.
72
Let op dat de maximale belasting van het laadapparaat max. 50 W bedraagt. Een
laadstroom van 5 A wordt alleen bereikt tot een laadspanning van ca. 10 V.
Als er een hogere laadspanning nodig is, valt de laadstroom in overeenstemming met
het maximum vermogen automatisch terug.
• Sluit de aansluitkabel van de balancer-adapterplaat (13) aan de balanceraansluiting (6) van
het laadapparaat aan.
• Verbind de balanceraansluiting van de accu (14) met de balanceradapterplaat. Gebruik
daarvoor de bij het cellenaantal passende stekker.
Afbeelding 3
Het op het laadapparaat gebruikte stekkersysteem draagt de markering „XH“. Als er
andere stekkers (EH, HP/PQ of TP/FP) stekkers aan uw accu aangesloten zijn, moeten
passende adapters uit de accessoirehandel worden gebruikt.
• Sluit de netkabel aan de netbus (2) aan en steek de netstekker in een contactdoos.
• Onmiddellijk na de aansluiting aan het stroomnet lichten de 6 LED‘s van de balancerindicator (3) en de toestandsindicator van het laadapparaat (5) kort op. Daarna lichten nog,
naargelang het cellenaantal van de aangesloten accu, de LED‘s 1 - 6 van de balancerindicator kort op.
Als de accu correct is aangesloten, begint het opladen nu.
De LED‘s van de balancerindicator en de toestandsindicator van het laadapparaat lichten in
overeenstemming met het cellenaantal permanent rood op.
• Bij het begin van het opladen licht de toestandsindicator van het laadapparaat rood op en
geeft zo de stroomgeregelde laadtoestand („Constant Current“-modus) aan. Daartoe wordt
de laadspanning voortdurend verhoogd om de ingestelde laadstroom constant te houden.
73
• Als de maximale laadspanning is bereikt, wordt de spanning constant gehouden („Constant
Voltage“-modus) en wordt de laadstroom naargelang de laadtoestand van de accu, altijd
lager.
• Wanneer bij maximale laadspanning, de laadstroom zijn laagste waarde heeft bereikt, licht
de toestandsindicator van het laadapparaat groen op.
Het opladen is dan voltooid.
Opdat bij het opladen alle cellen van een accupack precies dezelfde spanning weergeven, wordt de cel met de hoogste spanning tijdens het opladen via de balanceraansluiting doelgericht ontladen. Om dit aan te geven, dooft de overeenkomstige LED van de
balancerindicator kort op.
• Ontkoppel de accu van de balancer-adapterplaat en laadkabel nadat het opladen is voltooid.
De toestandsindicator van het laadapparaat knippert nu groen en geeft zo aan dat het
apparaat gereed is om op te laden.
Een andere, identieke accu kan nu aan de laadkabel en balancer-adapterplaat worden
aangesloten en opgeladen.
Als een andere accu wordt opgeladen, gaat u opnieuw te werk zoals bij het begin
beschreven en stelt u het accutype en de laadstroom in.
• Als er geen andere accu moet worden opgeladen, trekt u de stekker uit de contactdoos.
74
10. LED-INDICATIELAMPJES
Scherm
Betekenis
De toestandsindicator van het laadapparaat
knippert groen
Het laadapparaat geeft aan dat het gereed
is om op te laden. Het werd met het
stroomnet verbonden, maar er is geen accu
aangesloten.
De toestandsindicator van het laadapparaat
licht rood op
Het laadapparaat duidt aan dat het wordt
opgeladen in de „Constant-Current“-modus
(lading met constante stroom).
De toestandsindicator van het laadapparaat
licht oranje op
Het laadapparaat duidt aan dat het wordt
opgeladen in de „Constant-Voltage“-modus
(lading met constante spanning).
De toestandsindicator van het laadapparaat
licht groen op
Het laadapparaat geeft aan dat het opladen
is voltooid.
De toestandsindicator van het laadapparaat
knippert rood
Het laadapparaat heeft een fout herkend
en het opladen werd onderbroken. In dit
geval moet de accu van de laadkabel en
het laadapparaat van het stroomnet worden
afgekoppeld en het opladen opnieuw
worden gestart.
De balancerindicator licht rood op
De respectievelijke cel wordt opgeladen.
De balancerindicator knippert rood
De respectievelijke cel wordt ontladen.
75
11. ONDERHOUD EN VERZORGING
Het apparaat is nagenoeg onderhoudsvrij en mag absoluut niet worden geopend. Het product
mag alleen door een vakman gerepareerd en onderhouden worden.
Beëindig voor het reinigen eerst het opladen en ontkoppel de accu van de laadkabel. Trek
hiervoor de stekker uit de contactdoos.
Reinig de buitenzijde van het product alleen met een schone, droge, zachte doek. Stof kan
heel eenvoudig worden verwijderd met een zachte, schone penseel en een stofzuiger.
Gebruik in geen geval agressieve schoonmaakmiddelen of chemische oplossingen, aangezien
deze het oppervlak van de behuizing kunnen beschadigen (verkleuringen).
12. AFVALVERWIJDERING
a) Algemeen
Verwijder het onbruikbaar geworden product volgens de geldende wettelijke
voorschriften.
b) Batterijen en accu´s
U bent als eindverbruiker volgens de KCA-voorschriften wettelijk verplicht alle lege batterijen
en accu’s in te leveren; verwijdering via het huisvuil is niet toegestaan!
Batterijen/accu’s die schadelijke stoffen bevatten worden gekenmerkt door het
hiernaast vermelde symbool, dat erop wijst dat deze niet via het huisvuil mogen
worden afgevoerd. De aanduidingen voor irriterend werkende, zware metalen zijn:
Cd=cadmium, Hg=kwik, Pb=lood (betekenis staat op de batterij/accu, bijv. onder de
hiernaast afgebeelde containersymbolen).
Lege batterijen en niet meer oplaadbare accu´s kunt u gratis inleveren bij de verzamelplaatsen
van uw gemeente, onze filialen of andere verkooppunten van batterijen en accu´s.
Zo voldoet u aan de wettelijke verplichtingen voor afvalscheiding en draagt u bij aan de
bescherming van het milieu.
76
13. TECHNISCHE GEGEVENS
Voedingsspanning.................100 - 240 V/AC, 50/60 Hz
Geschikte accutypes.............LiPo/LiFe (instelbaar via schuifschakelaar)
Aantal cellen..........................2 tot 6 cellen
Laadstroom............................1 A, 2 A, 4 A of 5 A (te selecteren via schuifschakelaar), ±10%
Maximaal laadvermogen.......50 W
Ontlaadstroom.......................200 mA (voor balancerfunctie)
Afmetingen............................82.7 x 140.5 x 45.7 mm (L x B x H)
Gewicht..................................310 g
77
! Impressum
Diese Bedienungsanleitung ist eine Publikation der Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau
(www.conrad.com).
Alle Rechte einschließlich Übersetzung vorbehalten. Reproduktionen jeder Art, z. B. Fotokopie, Mikroverfilmung, oder die
Erfassung in elektronischen Datenverarbeitungsanlagen, bedürfen der schriftlichen Genehmigung des Herausgebers. Nachdruck, auch auszugsweise, verboten.
Diese Bedienungsanleitung entspricht dem technischen Stand bei Drucklegung. Änderung in Technik und Ausstattung vorbehalten.
© Copyright 2014 by Conrad Electronic SE.
( Legal Notice
These operating instructions are a publication by Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau
(www.conrad.com).
All rights including translation reserved. Reproduction by any method, e.g. photocopy, microfilming, or the capture in electronic
data processing systems require the prior written approval by the editor. Reprinting, also in part, is prohibited.
These operating instructions represent the technical status at the time of printing. Changes in technology and equipment
reserved.
© Copyright 2014 by Conrad Electronic SE.
# Information légales
Ce mode d‘emploi est une publication de la société Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau
(www.conrad.com).
Tous droits réservés, y compris de traduction. Toute reproduction, quelle qu‘elle soit (p. ex. photocopie, microfilm, saisie
dans des installations de traitement de données) nécessite une autorisation écrite de l‘éditeur. Il est interdit de le réimprimer,
même par extraits.
Ce mode d‘emploi correspond au niveau technique du moment de la mise sous presse. Sous réserve de modifications techniques et de l‘équipement.
© Copyright 2014 by Conrad Electronic SE.
$ Colofon
Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de firma Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau
(www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden.
Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van techniek en uitrusting voorbehouden.
© Copyright 2014 by Conrad Electronic SE.
V2_0314_01