Sony DPP-FP95 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

3-285-420-42 (1)
Printer voor
digitale foto’s
DPP-FP85/FP95
© 2008 Sony Corporation
Voordat u begint
Voorbereidingen
Direct afdrukken
Afdrukken vanaf een PictBridge
digitale camera
Afdrukken vanaf een apparaat
dat geschikt is voor Bluetooth
Afdrukken vanaf een PC
Foutmeldingen
Oplossen van problemen
Aanvullende informatie
Lees de bijgeleverde "Lees dit eerst" en
"Over afdrukpakketen" door.
Gebruiksaanwijzing
Voordat u deze printer gaat gebruiken, moet u de bijgeleverde
"Lees dit eerst" , "Over afdrukpakketen" en deze
"Gebruiksaanwijzing" aandachtig doorlezen. Bewaar de
handleidingen voor het geval u deze later als referentiemateriaal
nodig hebt.
2
NL
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen
of vocht. Zo kunt u het risico op
brand of elektrische schokken
verkleinen.
Waarschuwing voor klanten in
Europa
Dit product is getest en voldoet aan de beperkingen
die zijn uiteengezet in de EMCrichtlijn voor het
gebruik van een aansluitsnoer van minder dan 3
meter.
Let op
De elektromagnetische velden kunnen bij de
opgegeven frequenties het beeld van deze digitale
fotoprinter beïnvloeden.
Opmerking
Als de gegevensoverdracht wordt onderbroken
(mislukt) door statische elektriciteit of
elektromagnetische storing, moet u de toepassing
opnieuw starten of de verbindingskabel (USB,
enzovoort) loskoppelen en opnieuw aansluiten.
Kennisgeving voor klanten in de
landen waar EU-richtlijnen van
toepassing zijn
De fabrikant van dit product is Sony Corporation,
1-7-1 Konan Minato-ku Tokyo, 108-0075 Japan. De
geautoriseerde vertegenwoordiger voor EMC en
productveiligheid is Sony Deutschland GmbH,
Hedelfinger Strasse 61, 70327 Stuttgart, Duitsland.
Voor kwesties met betrekking tot service of garantie
kunt u het adres in de afzonderlijke service- en
garantiedocumenten gebruiken.
Verwijdering van oude elektrische en
elektronische apparaten (Toepasbaar
in de Europese Unie en andere
Europese landen met gescheiden
ophaalsystemen)
Het symbool op het
product of op de
verpakking wijst erop dat
dit product niet als
huishoudelijk afval mag
worden behandeld. Het
moet echter naar een
plaats worden gebracht
waar elektrische en
elektronische apparatuur
wordt gerecycled. Als u
ervoor zorgt dat dit
product op de correcte
manier wordt verwijderd,
voorkomt u voor mens en milieu negatieve gevolgen
die zich zouden kunnen voordoen in geval van
verkeerde afvalbehandeling. De recycling van
materialen draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke
bronnen. Voor meer details in verband met het
recyclen van dit product, neemt u contact op met de
gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst
belast met de verwijdering van huishoudafval of de
winkel waar u het product hebt gekocht.
Het kopiëren, bewerken of afdrukken van CD’s,
televisieprogramma’s, auteursrechtelijk
beschermde materialen, zoals beelden en
publicaties, en alle andere materialen met
uitzondering van eigen opnamen en creaties is
beperkt tot huishoudelijk of privé-gebruik. Tenzij u
in het bezit bent van de auteursrechten of
toestemming hebt van de houder van de
auteursrechten om deze materialen te kopiëren, kan
gebruik van deze materialen een overtreding van
de auteursrechtwetten betekenen en moet u
wellicht schadevergoeding betalen aan de houder
van de auteursrechten.
Als u foto’s gebruikt met deze printer, moet u
ervoor zorgen dat u de auteursrechtwetten niet
overtreedt. Ongeoorloofd gebruik of aanpassing
van portretten van andere personen kan ook een
inbreuk op hun rechten betekenen.
Op bepaalde demonstraties, optredens en
tentoonstellingen is het nemen van foto’s niet
toegestaan.
Reservekopiëen
U kunt het beste een reservekopie van uw gegevens
opslaan om gegevensverlies door een
bedieningsfout of storing van de printer te
voorkomen.
3
NL
Opmerkingen over het LCD-scherm
Het weergegeven beeld heeft niet dezelfde
beeldkwaliteit en kleuren als het afgedrukte beeld
omdat de fosformethoden en-profielen anders zijn.
U moet het weergegeven beeld beschouwen als
indicatie.
Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan dan
verkleuren, waardoor een storing wordt
veroorzaakt.
Als het LCD-scherm langdurig wordt blootgesteld
aan direct zonlicht, kan dit tot defecten leiden.
Het LCD-scherm is vervaardigd met behulp van
precisietechnologie, waardoor meer dan 99,99%
van de pixels effectief bruikbaar is. Deze punten
duiden niet op fabricagefouten en hebben geen
enkele invloed op de afdrukken.
In een koude omgeving kunnen de beelden op het
LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is normaal.
Handelsmerken en auteursrechten
"BRAVIA", BRAVIA Sync, , Cyber-shot,
, "Memory Stick", ,
"Memory Stick Duo", ,
"MagicGate Memory Stick", "Memory Stick PRO",
, "Memory Stick PRO Duo",
, "Memory Stick PRO-HG
Duo", , "Memory Stick
Micro", , , "Memory
Stick-ROM", , "MagicGate",
en zijn handelsmerken van Sony
Corporation.
HDMI, en High-Definition Multimedia
Interface zijn handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
Microsoft, Windows, Windows Vista en DirectX
zijn gedeponeerde handelsmerken of
handelsmerken van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
Intel en Pentium zijn gedeponeerde handelsmerken
of handelsmerken van Intel Corporation.
CompactFlash is een handelsmerk van SanDisk
Corporation in de V.S.
of xD-Picture Card
TM
is een handelsmerk
van FUJIFILM Corporation.
is een handelsmerk van FotoNation Inc. in
de Verenigde Staten.
is een handelsmerk van
Ichikawa Soft Laboratory.
Alle andere bedrijven en productnamen die hierin
worden vermeld, kunnen de handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken zijn van hun
respectieve bedrijven. Bovendien worden "™" en
"
®
" niet elke keer vermeld in deze
gebruiksaanwijzing.
Dit apparaat is voorzien van een functie voor
gezichtherkenning. Er wordt gebruik gemaakt van
Sony Face Recognition-technologie die ontwikkeld
is door Sony.
Het Bluetooth woordmerk en logo's zijn eigendom
van Bluetooth SIG, Inc. en elk gebruik van
dergelijke merken door Sony Corporation gebeurt
onder licentie. Andere handelsmerken en
handelsnamen zijn van hun respectievelijke
eigenaren.
•Zlib
© 1995-2002 Jean-loup Gailly and Mark Adler
Bevat iType™ en lettertypen van Monotype
Imaging Inc.
iType™ is een handelsmerk van Monotype Imaging
Inc.
Informatie
IN GEEN GEVAL IS DE VERKOPER
AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE DIRECTE OF
INCIDENTELE SCHADE OF
GEVOLGSCHADE VAN WELKE SOORT DAN
OOK, OF VOOR VERLIEZEN OF KOSTEN ALS
GEVOLG VAN EEN DEFECT PRODUCT OF
HET GEBRUIK VAN EEN PRODUCT.
Sony is niet aansprakelijk voor enige incidentele
schade of gevolgschade of verlies van opgenomen
gegevens als gevolg van het gebruik van of een
storing aan de printer of de geheugenkaart.
4
NL
Kennisgeving voor
gebruikers
Programma © 2008 Sony Corporation
Documentatie © 2008 Sony Corporation
Alle rechten voorbehouden. Deze handleiding en de
software die hierin wordt beschreven, geheel of
gedeeltelijk, mogen niet worden gereproduceerd,
vertaald of omgezet in een machineleesbare vorm
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van
Sony Corporation.
IN GEEN GEVAL IS SONY CORPORATION
AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE INCIDENTELE
OF SPECIALE SCHADE OF GEVOLGSCHADE
HETZIJ ONDER DWANG, CONTRACT OF
ANDERSZINS VOORTKOMEND UIT OF IN
VERBAND MET DEZE HANDLEIDING, DE
SOFTWARE OF ANDERE INFORMATIE DIE
HIERIN WORDT VERMELD OF HET GEBRUIK
ERVAN.
Door het zegel van de CD-ROM-verpakking te
verbreken, accepteert u alle bepalingen en
voorwaarden van deze overeenkomst. Als u deze
bepalingen en voorwaarden niet accepteert,
retourneert u de ongeopende CD-ROM-verpakking
samen met de rest van het pakket aan de handelaar bij
wie u het pakket hebt gekocht.
Sony Corporation behoudt zich het recht voor om te
allen tijde deze handleiding of de informatie in deze
handleiding te wijzigen zonder voorafgaande
kennisgeving.
De software die hierin wordt beschreven, kan ook
vallen onder de bepalingen van een afzonderlijke
gebruiksrechtovereenkomst.
Ontwerpgegevens, zoals de voorbeelden in deze
software, mogen uitsluitend voor persoonlijk gebruik
worden aangepast of gekopieerd. Het ongeoorloofd
kopiëren van deze software is volgens de
auteursrechtwetten verboden.
Houd er rekening mee dat het ongeoorloofd kopiëren
of aanpassen van portretten van andere personen of
van auteursrechtelijk beschermd werk een inbreuk op
de rechten van de houders van de auteursrechten kan
betekenen.
U wordt wellicht verwezen naar de bijgeleverde
"Lees dit eerst" en "Over afdrukpakketen" als
deze gedetailleerde beschrijvingen bevat.
Over de afbeeldingen en schermen
die in deze handleiding worden
gebruikt
In de afbeeldingen en de schermen die in deze
handleiding worden gebruikt, wordt de DPP-
FP95 weergegeven, tenzij anders aangegeven.
5
NL
Inhoudsopgave
Kennisgeving voor gebruikers ........4
Voordat u begint
Aanduiding van de onderdelen .......7
Voorbereidingen
De inhoud van de verpakking
controleren .....................................9
Het inktlint instellen ........................9
Het afdrukpapier inleggen .............10
Aansluiten op de netspanning .......12
Direct afdrukken
LCD-schermweergave ..................13
Een afdrukvoorbeeld van een
afbeelding bekijken ........................13
Indexweergave ................................14
Eenvoudig afdrukken ....................15
Een geheugenkaart plaatsen ...........15
Geselecteerde afbeeldingen
afdrukken .......................................16
Genieten van diverse afdrukmogeli-
jkheden .........................................18
Een mislukte foto automatisch
corrigeren (AUTO TOUCH-UP) ......20
Een afbeelding bewerken ..............21
De grootte van een afbeelding laten
toenemen of afnemen .....................21
Een afbeelding verplaatsen .............21
Een afbeelding draaien ...................21
Een afbeelding aanpassen ..............22
Een speciaal filter aan een afbeelding
toevoegen ...................................... 22
Corrigeren van het fenomeen rode
ogen ............................................... 24
Een bewerkte afbeelding
afdrukken ....................................... 25
Een bewerkte afbeelding opslaan ... 25
Uitvoeren "Creatief afdrukken" ......26
Maken van een Scrapbook ............. 26
Maken van een Kalender ................27
Een bericht op een afbeelding
leggen. ........................................... 29
Een kader toevoegen ...................... 32
Opmaakafdrukken maken ............... 32
Een ID-foto maken ......................... 33
Batch Afdruk uitvoeren (Indexafdruk/
DPOF-afdruk/Alles afdrukken) ......34
Een diavoorstelling bekijken .........35
De diavoorstelling tonen ................35
Apart zetten voor afdrukken ............ 35
Afdrukken ....................................... 35
Bestandsbewerkingen ...................36
Afbeeldingen kopiëren ................... 36
Geselecteerde afbeeldingen
verwijderen .................................... 37
Formatteren van een "Memory
Stick" ............................................. 38
De afdrukinstelling wijzigen ..........38
De Beeld/printerinstelling
wijzigen ........................................41
Afdrukken vanaf een High Definition-
TV-toestel .....................................43
Aansluiten op een televisie ............. 43
Procedures voor het afdrukken .......44
Regeling voor HDMI ......................45
Aan BRAVIA PhotoTV HD ............... 45
Vervolg
6
NL
Wat is “BRAVIA Sync” ................... 45
Afdrukken vanaf een extern
apparaat .......................................46
Afdrukken vanaf een
PictBridge digitale camera
Afdrukken vanaf een PictBridge
digitale camera .............................47
Afdrukken vanaf een
apparaat dat geschikt is
voor Bluetooth
Afdrukken vanaf een apparaat dat
geschikt is voor Bluetooth ............48
Profielen die geschikt zijn voor
Bluetooth-communicatie ................ 48
Voorbereidingen: DPPA-BT1
verbinden ....................................... 48
Afdrukken ...................................... 49
Een afbeelding overzetten op een
geheugenkaart ............................... 49
Afdrukken vanaf een PC
Afdrukken vanaf een PC ................51
De software installeren .................51
Systeemvereisten ........................... 51
Het printerstuurprogramma
installeren ...................................... 52
Het printerstuurprogramma
deïnstalleren .................................. 54
Installeren van de Picture Motion
Browser ......................................... 55
De-installeren van de Picture Motion
Browser ......................................... 56
Foto's afdrukken vanaf de Picture
Motion Browser ............................56
Een bladermap registreren ..............60
Afdrukken stoppen ..........................60
Afdrukken vanuit in de handel
verkrijgbare softwareapplicatie .......61
Foutmeldingen
Als een foutmelding verschijnt .....62
Oplossen van problemen
Als er problemen zijn ....................65
Bij papierstoringen .......................77
Reinigen .......................................78
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen .................79
Voor veiligheid ...............................79
Over de installatie ...........................79
Over het reinigen ............................80
Over de beperkingen op het
kopiëren .........................................80
Over de geheugenkaarten .............80
"Memory Stick" ..............................80
SD-kaart .........................................81
xD-Picture Card ..............................82
CompactFlash-kaartje .....................82
Opmerkingen over het gebruik van een
geheugenkaart ................................82
Specificaties .................................83
Afdrukbereik ...................................85
Woordenlijst .................................86
Index ............................................87
7
NL
Voordat u begint
Voordat u begint
Aanduiding van de
onderdelen
Zie voor nadere bijzonderheden de bladzijden
die tussen haakjes worden genoemd.
Afbeeldingen zijn van de DPP-FP95. De
plaatsing van de toetsen en de namen van de
DPP-FP85 zijn gelijk, maar het LCD-scherm
heeft andere afmetingen.
Voorpaneel van de printer
A 1 (aan/stand-by) schakelaar/
(stand-by) aanduiding
B MENU-toets
C (Indexweergave)
(uitzoomen)/ (inzoomen) toetsen
(.pagina 15)
D LCD-scherm
type 2,5 DPP-FP85 type 3,6 DPP-FP95
E ENTER-toets
F Pijl (g/G/f/F) toetsen
G AUTO TOUCH-UP-toets
(.pagina 20)
H PRINT-toets/aanduiding
I CANCEL-toets
J "Memory Stick PRO"-sleuf
(Standard/Duo) (.pagina 15)
K SD-kaart/xD-Picture Cardsleuf
(.pagina 15)
L CompactFlash-kaartsleuf
(.pagina 15)
M Klep van de papierladehouder
N Papierladehouder (.pagina 11)
O Toegangslampje
P Uitwerphendel voor het inktlint
(.pagina 9)
Q Inktlint (niet bijgeleverd)
(.pagina 9)
R Klep voor inktlinthouder
(.pagina 9)
Vervolg
8
NL
Achterpaneel van de printer
A Hendel
Breng, wanneer u de printer draagt, de hendel
omhoog, zoals de illustratie hieronder laat
zien.
Zet de hendel terug in de oorspronkelijke
stand, wanneer u de printer gebruikt.
Opmerkingen
Het is belangrijk dat, wanneer u de printer
draagt, u de geheugenkaarten, de externe
apparaten, de papierlade,
netspanningsadapter en de andere kabels
verwijdert. Er zouden anders storingen
kunnen optreden.
Zet, wanneer u de DPP-FP95 gebruikt, het
LCD-paneel in de oorspronkelijke stand.
B Ventilatieopeningen
C Papieruitgang
D DC IN 24 V-aansluiting
(.pagina 12)
Steek de geleverde netspanningadapter in
deze aansluiting. Steek vervolgens de stekker
van de netspanningsadapter in het
stopcontact.
Linkerzijpaneel van de printer
E HDMI OUT (uitgangs)-connector
(.pagina 43)
Sluit, wanneer u de printer gebruikt met een
High-definition-TV-toestel, een HDMI-kabel
aan op deze aansluiting.
F USB-aansluiting (.pagina 53)
Sluit, wanneer u de printer in PC-stand
gebruikt, een USB-kabel aan op deze
aansluiting.
G PictBridge/EXT INTERFACE-
aansluiting (.pagina 46 tot 48)
Wanneer u een digitale camera gebruikt die
geschikt is voor PictBridge, kunt u een toestel
voor massa-opslag, zoals een USB-geheugen
of een apparaat voor het opslaan van foto's,
een Bluetooth USB-adapter (DPPA-BT1*) of
een ander extern USB-apparaat op deze
aansluiting aansluiten.
(*In sommige regio's wordt de DPPA-
BT1
Bluetooth USB-adapter niet verkocht.)
9
NL
Voorbereidingen
Voorbereidingen
De inhoud van de
verpakking controleren
Controleer of de volgende accessoires met uw
printer worden bijgeleverd.
Papierlade (1)
Netspanningsadapter (1)
•Netsnoer*
1
(1)
Reinigingscartridge (1)/Reinigingsvel (1)
CD-ROM (Windows Software
Printerstuurprogramma Ver.1.0 en Picture
Motion Browser Ver.3.0) (1)
Gebruiksaanwijzing (dit boekje)
Lees dit eerst (1)
Over afdrukpakketen (1)
Garantie (In sommige regio's wordt geen
garantie bijgeleverd.) (1)
Gebruiksrechtovereenkomst van Sony (1)
*
1
De vorm van de stekker en de specificaties van het
netsnoer verschillen afhankelijk van de regio waar
u de printer hebt aangeschaft.
Over Sony Print Packs (niet
bijgeleverd)
Wij verzoeken u een als optie verkrijgbaar en
voor de printer ontworpen Sony afdrukpakket
voor kleuren te gebruiken. Voor informatie, zie
de meegeleverde "Over afdrukpakketen".
Het inktlint instellen
1 Trek de klep voor de inktlinthouder
open.
2 Zet het inktlint in de richting van de
pijl totdat het op zijn plaats klikt.
3 Sluit de klep van de inktlinthouder.
Het inktlint uitnemen
Duw de blauwe uitwerphendel voor het
inktlint omhoog en neem het gebruikte
inktlint uit de printer.
Vervolg
10
NL
Opmerkingen
Raak het inktlint niet aan en zet het niet op een
stoffige plek. Vingerafdrukken of stof op het
inktlint kunnen minder goede afdrukken tot gevolg
hebben.
Wind het inktlint niet opnieuw op en gebruik het
opnieuw opgewonden inktlint niet opnieuw voor
het afdrukken. Anders worden geen goede
afdrukresultaten bereikt en kunnen er zelfs
storingen optreden. Als het niet lukt het inktlint op
zijn plaats te klikken, verwijder het dan en plaats
het daarna opnieuw. Alleen wanneer het inktlint
niet voldoende is opgewonden en u het niet kunt
inzetten, drukt u op het middelste gedeelte van het
lint en windt u het lint op in de richting van de pijl
zodat de vrije slag in het lint verdwijnt.
Haal het inktlint niet uit elkaar.
Trek het inktlint niet uit de inktcartridge.
Haal het inktlint niet uit de printer tijdens het
printen.
Berg het inktlint niet op een plaats waar hoge
temperaturen of een hoge luchtvochtigheid heerst,
waar het zeer stoffig is of waar het zonlicht direct
toegang heeft. Berg het op op een koele en donkere
plaats en gebruik het korte tijd na de
productiedatum. De kwaliteit van het inktlint kan
afnemen afhankelijk van de omstandigheden
waaronder het wordt bewaard. Het gebruik van een
dergelijk inktlint kan gevolgen hebben voor de
afdrukresultaten en wij kunnen daarvoor geen
garantie of vergoeding bieden.
Het afdrukpapier
inleggen
1 Open de afdekplaat van de
papierlade.
Pak de afdekplaat van de papierlade aan
weerszijden vast (aangeduid met de
pijlen) en open de afdekplaat van de
papierlade.
2 Leg het afdrukpapier in de
papierlade.
Wind het lint
niet op in de
richting zoals hier
afgebeeld.
11
NL
Voorbereidingen
3 Sluit de afdekplaat van de
papierlade.
4 Open de schuif.
5 Schuif de papierlade in de printer.
Opmerkingen
U kunt tot 20 vel afdrukpapier in de lade doen.
Maak het afdrukpapier grondig los. Leg het
afdrukpapier zo in de printer dat het beschermvel
bovenop ligt. Verwijder vervolgens het
beschermvel.
Leg het afdrukpapier met de afdrukzijde (de niet-
bedrukte zijde) omhoog in de printer.
Raak het afdrukoppervlak niet aan.
Vingerafdrukken of verontreiniging op het
afdrukoppervlak kunnen leiden tot
onvolkomenheden in de afdruk.
Buig het afdrukpapier niet en snijd het
afdrukpapier niet los van de perforaties vóór het
afdrukken.
Voorkom dat er papier vast komt te zitten in de
printer of dat de printer niet goed functioneert, het
is belangrijk dat u:
Niet op het afdrukpapier schrijft of typt.
Geen stickers of zegels op het afdrukpapier
plakt.
Wanneer u afdrukpapier toevoegt in de
papierlade, dient u erop te letten dat er in totaal
niet meer dan 20 vellen afdrukpapier in de lade
zit.
Geen verschillende typen afdrukpapier bij
elkaar in de papierlade legt.
Niet afdrukt op gebruikt afdrukpapier. Het twee
keer afdrukken van dezelfde afbeelding op
hetzelfde vel papier maakt de afbeelding niet
dikker.
Gebruik het afdrukpapier alleen voor deze
printer.
Gebruik het afdrukpapier dat zonder afdruk uit
de printer komt niet nogmaals.
Opmerkingen over het opslaan van
papier
Als u papier in de lade wilt opbergen, verwijdert u
de papierlade uit de printer en sluit u de schuif van
de papierlade.
Berg papier niet gedurende langere tijd op met de
bedrukte oppervlakken tegen elkaar of in contact
met rubberen of kunststof producten die
vinylchloride bevatten of die zijn geplastificeerd;
hierdoor kunnen kleurveranderingen ontstaan of
kan de kwaliteit van de afgedrukte afbeelding
afnemen.
Berg het afdrukpapier niet op op een plaats waar
hoge temperaturen of een hoge luchtvochtigheid
heerst, waar het zeer stoffig is of waar het zonlicht
direct toegang heeft.
Wanneer u een gedeeltelijk gebruikt pak
afdrukpapier opbergt, plaats het dan in de
oorspronkelijke of vergelijkbare verpakking.
12
NL
Aansluiten op de
netspanning
1 Steek de stekker van de
netspanningadapter in de DC IN 24
V-aansluiting aan de achterzijde van
de printer.
2 Steek de ene stekker van het
netsnoer in de aansluiting van de
netspanningsadapter en de andere
stekker in het stopcontact.
Opmerkingen
Plaats de printer niet op een instabiele ondergrond,
zoals een wankele tafel.
Bewaar voldoende ruimte rondom de printer. Het
afdrukpapier komt tijdens het afdrukken enkele
keren uit de achterzijde te voorschijn. Houd 10 cm
of meer ruimte aan aan de achterzijde van de
printer.
Sluit de netspanningsadapter aan op een
gemakkelijk bereikbaar stopcontact dicht bij de
printer. Als er iets misgaat bij het gebruik van de
adapter, verbreek dan onmiddellijk de netspanning
door de stekker uit het stopcontact te trekken.
Sluit de stekker van de netspanningadapter niet
kort met een metalen voorwerp, dit zou tot
storingen kunnen leiden.
Gebruik de Netspanningsadapter niet in een kleine
ruimte zoals tussen een muur en meubilair.
Nadat u klaar bent met het gebruik van de
netspanningadapter, trek de plug dan uit de
DC IN 24 V-aansluiting van de printer en de
netspanning.
Zo lang de stekker in het stopcontact zit, is de
printer aangesloten op de netspanning, zelfs als de
printer zelf is uitgeschakeld.
Netspannings-
adapter
Netsnoer
Naar het
stopcontact
10 cm
13
NL
Direct afdrukken
Direct afdrukken
LCD-schermweergave
U kunt een andere weergave van het
afdrukvoorbeeld van een afbeelding kiezen
door "Schermweergave" in te stellen in het
menu Beeld/printerinstelling.
Druk op g/G als u een andere afbeelding wilt
weergeven.
A Aanduidingen invoer/instelling
Er worden aanduidingen voor de invoer en
informatie over de instellingen voor een
afbeelding weergegeven.
Een afdrukvoorbeeld van een
afbeelding bekijken
Schermweergave Aan
Schermweergave Uit
Schermweergave Details
Pictogr
ammen
Betekenis
"Memory Stick"-invoer
CompactFlash kaart invoer
SD-kaart-invoer
xD-Picture Card-invoer
Extern Apparaat invoer
Aanduiding beveiliging
Aanduiding DPOF
afdrukinstelling
Aanduiding bijbehorend
bestand (Wordt weergegeven
wanneer er een bijbehorend
bestand is zoals een bestand
met bewegende beelden of een
miniatuur e-mail-
beeldbestand.)
Geeft aan Datumafdruk "Aan".
Geeft aan Datumafdruk
(Datum/Tijd) "Aan".
Geeft aan"Patroon 1"
(Randen).
Geeft aan"Patroon 2"
(Randen).
Geeft aan Pagina’s per vel 4
"Aan".
Geeft aan Pagina’s per vel 9
"Aan".
Geeft aan Pagina’s per vel 16
"Aan".
Vervolg
14
NL
B Aantal geselecteerde
afbeeldingen/Totaal aantal
afbeeldingen
C Aanduiding inktlint
P: P-afmeting
C: Reinigingscartridge
D Afbeeldingsnummer (map-
bestandsnummer)*
(*Alleen voor DCF-geschikte bestanden. In
het geval van andere bestandsindelingen,
wordt slechts een deel van de bestandsnaam
weergegeven.)
E Bedieningstips
F Opname of opslag-datum (*dag/
maand/jaar)
G Instelling afdrukhoeveelheid
H Gedetailleerde
informatieweergave
Geeft een lijst weer van de afbeeldingen die op
het geselecteerde medium
(Indexweergave)staan. U kunt de
indexweergave wijzigen door "op bestand" of
"op datum" te selecteren in het menu
Indexweergave.
Indexweergave "op bestand"
De afbeeldingen worden in de lijst opgevoerd
in de volgorde van hun bestandsnamen.
Indexweergave "op datum"
De afbeeldingen worden in de lijst opgevoerd
op datum dat zij zijn genomen of opgeslagen.
A Cursor (oranje kader)
U kunt de cursor verplaatsen (selectie) door te
drukken op g/G/f/F.
B Instelling aantal afdrukken
C Bedieningstips
D Bladerbalk
Geeft de positie van de afbeelding aan in het
totale aantal afbeeldingen.
E Opnamedatum (*dag, maand, en
jaar)
* De fabrieksinstellingen verschillen
afhankelijk van het land of gebied waar de
printer is gekocht.
Als u de printer gaat gebruiken, dient u elk
item in te stellen. U kunt de volgorde van de
maand, dag en het jaar wijzigen (pagina 42).
Opmerking
Als het aantal afbeeldingen de 2.000 overschrijdt, dan
kunnen de afbeeldingen niet meer op datum worden
weergegeven. Ze worden dan weergegeven op
bestandsnamen.
Indexweergave
15
NL
Direct afdrukken
Eenvoudig afdrukken
Plaats een geheugenkaart in de juiste sleuf met
de labelkant naar boven gericht tot deze
vastklikt op zijn plaats, ("Memory Stick",
"Memory Stick Duo", CompactFlash kaart,
SD-kaart of een xD-Picture Card) die beelden
bevat om af te drukken. Op de pagina's 80 tot
82 vindt u de typen geheugenkaarten die u bij
deze printer kunt gebruiken.
Met de label omhoog (xD-Picture Card, SD-
kaart, CompactFlash kaart, of "Memory Stick",
("Memory Stick Duo") van af de linkerzijde)
Een geheugenkaart uitwerpen
Als u de geheugenkaart uit de sleuf wilt nemen,
trekt u de kaart langzaam naar buiten in de
tegengestelde richting dat ze ingeschoven was.
Het schakelen van de
weergave van afdrukvoorbeeld
en indexweergave
U kunt als volgt een andere weergave kiezen:
De indexweergave weergeven
Druk in een afdrukvoorbeeld van een
afbeelding op (Indexweergave)/
(Verkleinen).
Wanneer een afbeelding is vergroot, drukt
u herhaaldelijk op . Een afbeelding
wordt verkleind tot de oorspronkelijke
schaal en daarna wordt de indexweergave
weergegeven.
Een weergave van een
afdrukvoorbeeld weergeven
Druk in de indexweergave op
g/G/f/F zodat de cursor naar de
afbeelding van uw keuze wordt verplaatst
en druk op ENTER of (Vergroten). De
weergave verandert van de indexweergave
in een weergave van afdrukvoorbeeld van
de afbeelding.
Een afbeelding vergroten
Druk in een weergave van een
afdrukvoorbeeld van een afbeelding
herhaaldelijk op (Vergroten). De
afbeelding is vergroot tot 5 keer de
originele schaal.
Een geheugenkaart plaatsen
T
oegangs
l
amp
j
e
Vervolg
16
NL
Opmerkingen
Plaats alleen de geheugenkaart die u voor het
afdrukken wilt gebruiken. Wanneer meerdere
geheugenkaarten zijn geplaatst, heeft de
geheugenkaart die het eerst is geplaatst prioriteit.
The printer ondersteunt kaarten van zowel
standaardformaat als klein formaat. Een Memory
Stick Duo-adapter is niet nodig.
De SD-kaart/xD-Picture Card sleuf detecteert
automatisch het kaarttype.
Volg de stappen op de pagina's 80 tot 82 , als u een
geheugenkaart wilt gebruiken.
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de
afbeeldingen op een geheugenkaart of op een
extern apparaat op het LCD scherm van de
printer kunt weergeven en de geselecteerde
afbeeldingen kunt afdrukken (Direct Printen).
Zie pagina 46 voor aanwijzingen voor het
afdrukken van een extern apparaat.
1 Zet de printer aan door op de
schakelaar 1 (aan/standby) te
drukken.
De standby aanduiding van de printer gaat
geel-groen branden. Een afbeelding die op
de geheugenkaart of op een extern
apparaat is opgeslagen, wordt op het
LCD-scherm weergegeven.
2 Geef de afbeelding die u wilt
afdrukken, weer door op g/G te
drukken.
3 Stel de afdrukhoeveelheid in.
Als u één vel van de weergegeven
afbeelding wilt afdrukken, slaat u deze
procedure over en gaat u naar de volgende
stap.
Geef de aanduiding van het aantal
afdrukken weer door op ENTER te
drukken. Druk daarna op f/F zodat u het
aantal afdrukken kunt opgeven en druk op
ENTER.
4 Druk op PRINT.
Wanneer de toets PRINT groen brandt, is
de printer gereed voor het maken van
afdrukken. Alle afbeeldingen waarvoor u
een aantal voor de afdrukken hebt
ingesteld, worden afgedrukt.
Meerdere afbeeldingen afdrukken
Herhaal de stappen 2 en 3.
Het aantal afdrukken wijzigen
Breng de afbeelding waarvan u het aantal
afdrukken wilt wijzigen op het scherm en
geef de aanduiding van het aantal
afdrukken weer door op ENTER te
drukken. Druk daarna op f/F zodat u het
aantal afdrukken kunt instellen en druk
dan op ENTER.
Selecteert u "0", dan worden er geen
afdrukken gemaakt.
Vergroten van een af te drukken
afbeelding (Afdruk kaderen)
Druk op (Vergroten). U kunt een afbeelding
tot vijf keer de oorspronkelijke schaal
vergroten.
Druk op AFDRUKKEN, zodat het
afdrukvoorbeeld wordt weergegeven. Druk
nogmaals op AFDRUKKEN om de weergave
van het afdrukvoorbeeld af te drukken.
Druk op (Verkleinen) als u terug wilt naar
de oorspronkelijke afmeting.
Opmerkingen
Het is belangrijk dat u de printer tijdens het
afdrukken nooit verplaatst of uitzet, het inktlint of
het afdrukpapier zou vast kunnen komen te zitten.
Als u de printer uitzet, laat de papierlade dan in de
printer zitten en zet de printer weer aan. Ga verder
met afdrukken nadat het papier uit de printer komt.
Haal niet de papierlade uit de printer tijdens het
afdrukken. Er zou zich anders een storing kunnen
voordoen.
Het afdrukpapier komt tijdens het afdrukken
enkele keren te voorschijn. Raak het papier dat te
voorschijn komt niet aan en trek er niet aan.
Zie pagina 77, als er papier in de printer blijft
steken.
Geselecteerde afbeeldingen
afdrukken
17
NL
Direct afdrukken
Over afbeeldingen in de printer
Als u op ENTER drukt, terwijl niets is
aangesloten op de printer, worden de
afbeeldingen die in de printer zijn opgeslagen,
weergegeven. U kunt de ingebouwde
afbeeldingen aanpassen of afdrukken.
Over het selecteren van invoer
De printer is niet uitgerust met een schakelaar
voor het selecteren van de invoer. Wanneer u
een geheugenkaart in de printer steekt of extern
apparaat op de printer aansluit, worden de
afbeeldingen op te aangesloten media
automatisch weergegeven. Als meerdere
geheugenkaarten of een extern apparaat zijn
aangesloten, hebben de media die het eerst zijn
aangesloten prioriteit.
Wanneer u de printer aanzet terwijl er meerdere
media zijn geplaatst of aangesloten, neemt de
printer de media waar in de volgorde "Memory
Stick", CompactFlash kaart, SD-kaart, xD-
Picture Card, en daarna extern apparaat dat
aangesloten is op PictBridge/EXT
INTERFACE-aansluiting.
Op demonstratiestand
Als er vijf seconden verstrijken, zonder dat een
geheugenkaart of extern apparaat is
aangesloten, gaat de printer over in
demonstratiestand.
Door te drukken op een toets, of door een
geheugenkaart of extern apparaat aan te sluiten,
wordt de demonstratiestand beëindigd.
18
NL
Genieten van diverse afdrukmogelijkheden
U kunt het formaat, de positie, de tint of andere beeldeigenschappen van de geselecteerde afbeelding aanpassen.
Bediening met behulp van de
printertoetsen
AUTO TOUCH-UP-aanpassing
.pagina 20
Niet alleen de automatische aanpassing
Auto Fine Print5 vindt plaats, maar ook de
volgende aanpassingen worden uitgevoerd:
Huidcorrectie
Belichtingscorrectie (de functie
gezichtherkenning gebruiken)
Focuscorrectie
Rode ogen-correctie
U kunt AUTO TOUCH-UP aanpassing
tijdens Bewerken of Creatief afdrukken
menubewerkingen gebruiken.
Selecteer met een druk op g/G een
item van uw keuze en druk daarna op
ENTER.
Druk opnieuw op MENU als u het
menu wilt afsluiten.
AUTO TOUCH-UP
Druk op MENU.
1 Bewerken .pagina 21
Items Procedures
/ Vergroot of verkleint het formaat
van een afbeelding.
Verplaatst een afbeelding.
Draait een afbeelding.
Past de beeldkwaliteit van een
afbeelding aan.
Voegt een filter aan een
afbeelding toe.
Vermindert het verschijnsel van
de rode ogen.
Maakt de bewerkingen die u
zojuist hebt uitgevoerd ongedaan
en brengt de afbeelding terug in de
status van vóór de bewerking.
Slaat de bewerkte afbeelding op.
Door op de toets AUTO TOUCH-
UP te drukken worden belichting,
scherpstelling, rode-ogen en
andere correcties automatisch
aangepast.
Drukt een bewerkte afbeelding af.
Sluit het menu Bewerken af.
Items Procedures
19
NL
Direct afdrukken
U kunt een Kalender, ID Photo of diverse andere afdrukken maken.
2 Creatief afdrukken .pagina 26
Scrapbk mken Kalender Opleggen
Fotolijst
Lay-outafdruk
ID-foto
3 Batch afdrukken .pagina 34
U kunt een reeksen afdrukken maken
zoals met "Indexafdruk" "DPOF-
afdruk" en "Alles afdrukken".
Indexafdruk
4 Diavoorstelling .pagina 35
U kunt een diavoorstelling maken van de afbeeldingen die zijn
opgeslagen op een geheugenkaart of op een extern apparaat. U
kunt ook een diavoorstelling van de "Creatief afdrukken"
afdrukken uitvoeren.
5 Afdrukinstelling 6 Beeld/printerinstelling
.pagina 38 .pagina 41
7 Bestandsbewerking .pagina 36
Afbeeldingen tussen geheugenkaarten kopiëren
Een afbeelding verwijderen
Een "Memory Stick" formatteren
20
NL
Een mislukte foto
automatisch corrigeren
(AUTO TOUCH-UP)
1 Selecteer de afbeelding die u wilt
aanpassen en druk daarna op
AUTO TOUCH-UP.
De aanpassing van de geselecteerde
afbeelding worden gestart. De resultaten
van de aanpassingen worden op het
scherm weergegeven. Wanneer een
gezicht van een mens wordt
waargenomen, wordt het gezicht in een
fotolijst weergegeven wanneer de
aanpassingen worden uitgevoerd.
U kunt het resultaat van de
aanpassing duidelijker controleren
als u:
Druk op en de afbeelding wordt
vergroot. (De afbeelding wordt niet
vergroot tijdens het afdrukken.)
Weer de oorspronkelijke afbeelding
(van vóór de aanpassingen)
weergeven
Druk op AUTO TOUCH-UP. Druk
opnieuw opAUTO TOUCH-UP als u de
aangepaste afbeelding wilt weergeven.
Als u het aantal afdrukken voor
meerdere afbeeldingen hebt
ingesteld
Alle afbeeldingen waarvoor u een aantal
voor de afdrukken hebt ingesteld, worden
aangepast. Druk op g/G als u andere
afbeeldingen wilt weergeven.
Het aantal afdrukken wijzigen
Geef de aanduiding van het aantal
afdrukken weer door op ENTER te
drukken. Druk daarna op f/F zodat u het
aantal afdrukken kunt instellen en druk
dan op ENTER.
2 Druk op PRINT.
Het afdrukken van de geselecteerde
afbeelding(en) wordt gestart.
Tip
Aanpassingen zijn alleen van invloed op de
afbeelding die wordt afgedrukt. De oorspronkelijke
afbeelding wordt niet aangepast.
Opmerkingen
Na de AUTO TOUCH-UP-aanpassing, kunt u geen
bijgesneden afdruk maken van een afbeelding die
is vergroot met een druk op .
Afhankelijk van de afbeelding kan het zijn dat een
gezicht niet automatisch wordt waargenomen.
Selecteer "Aanpassen" uit het menu Bewerken als
de helderheid van een gezicht niet goed is
aangepast, om de helderheid handmatig aant te
passen (pagina 22).
Afhankelijk van de afbeelding kan het zijn dat de
onscherpe opname niet wordt gecorrigeerd.
Gebruik in dat geval de functie "Scherpte" van
Aanpassen in het menu Bewerken om de scherpte
handmatig aan te passen (pagina 22).
Vermindering van de onscherpte werkt niet bij
onscherpte die wordt veroorzaakt door beweging
van de camera.
Afhankelijk van de afbeelding kan het zijn dat het
verschijnsel van de rode ogen niet wordt
gecorrigeerd. Voer in dit geval de rode ogen
correctie uit om de rode ogen aanpassingen
handmatig uit te voeren (pagina 24).
De functie automatische rode-
ogencorrectie van deze printer
gebruikt de technologie van
FotoNation Inc. in de V.S.
De "Huidcorrectie" correctiefunctie van de
printer gebruikt de technologie van Ichikawa
Soft Laboratory.
21
NL
Direct afdrukken
Een afbeelding
bewerken
1 Druk in het menu Bewerken op
(pagina 18) op g/G, selecteer
(Vergroten) als u een afbeelding wilt
vergroten of op (Verkleinen) als
u de afbeelding wilt verkleinen en
druk daarna op ENTER.
Iedere keer dat u op de toets drukt, wordt
de afbeelding groter of kleiner. U kunt de
afbeelding ook groter of kleiner maken
met behulp van de toetsen (inzoomen)
en (uitzoomen):
: tot 200% vergroot
: tot 60% verkleind
Opmerking
De beeldkwaliteit van een vergrote afbeelding kan
afhankelijk van het formaat afnemen.
1 Druk in het menu Bewerken
(pagina 18) op g/G, selecteer
(Verplaatsen) en druk daarna op
ENTER.
De g/G/f/Fverschijnt links/rechts/
boven/onder de afbeelding en u kunt de
afbeelding verplaatsen.
2 Druk op g/G/f/F als u de
afbeelding wilt verplaatsen.
3 Druk op ENTER.
De afbeelding staat vast in de huidige
positie.
4 Druk op PRINT.
1 Druk in het menu Bewerken
(pagina 18) op g/G, selecteer
(Draaien) en druk daarna op
ENTER.
Het menu Draaien wordt weergegeven.
2 Selecteer de draairichting van de
afbeelding door op f/F te drukken
en druk daarna op ENTER.
90° rechtsom draaien: Iedere keer dat u
op ENTER drukt, draait de afbeelding
90° rechtsom.
90° linksom draaien:
Iedere keer dat u op ENTER drukt,
draait de afbeelding 90° linksom.
3 Druk op PRINT.
De grootte van een
afbeelding laten toenemen of
afnemen
Een afbeelding verplaatsen
Een afbeelding draaien
Vervolg
22
NL
1 Druk in het menu Bewerken
(pagina 18) op g/G, selecteer
(Aanpassen) en druk daarna op
ENTER.
Het menu Aanpassen wordt weergegeven.
2 Selecteer met een druk op f/F het
aanpassingsgereedschap van uw
keuze en druk daarna op ENTER.
Het aanpassingscherm van het
geselecteerde gereedschap verschijnt.
Druk op g/Gals u een afbeelding wilt
aanpassen terwijl u gelijk het niveau
controleert.
De afbeelding vóór de aanpassing wordt
weergegeven in de linkerhelft van het
scherm en de aangepaste afbeelding wordt
weergegeven in de rechterhelft van het
scherm.
Helderheid: Druk op G om het beeld
helderder te maken of g om het
donkerder te maken.
Tint: Druk op G om het beeld een
groene tint te geven of g om het een
rode tint te geven.
Verzadiging: Druk op G om de
kleuren dieper te maken of g om ze
lichter te maken.
Scherpte: Druk op G als u de
contouren scherper wilt maken of g als
u de contouren zachter wilt maken.
3 Druk op ENTER.
De aanpassing wordt doorgevoerd.
4 Druk op PRINT.
1 Druk in het menu Bewerken
(pagina 18) op g/G, selecteer
(Filter) en druk daarna op ENTER.
Het menu Filter wordt weergegeven.
.
2 Druk op f/F en selecteer het filter
dat u wilt toevoegen aan de
afbeelding.
Geen filter: Er wordt geen speciaal
filter op de afbeelding gebruikt
(standaard-instelling).
Eén kleur: Verandert alle kleuren
behalve de opgegeven kleur in een
grijsschaal.
Tekenen: Maakt dat de afbeelding
eruitziet als een getekende foto.
Stereffect: Voegt een sterachtig,
sterrenhemel effect toe aan de lichtbron
om de afbeelding met een sprankelend
effect af te drukken.
Gedeeltelijk kleur: Maakt de
omgeving van het onderwerp in één
kleur zodat het onderwerp in het
midden wordt geaccentueerd.
Sepia: Verandert de afbeelding zodat
het effect van een oude foto ontstaat
met vervaagde kleuren.
Monochroom: Verandert de
afbeelding in een zwart-wit-beeld.
Een afbeelding aanpassen Een speciaal filter aan een
afbeelding toevoegen
Het "Tekenen" filter van de printer gebruikt de
technologie van Ichikawa Soft Laboratory.
Wanneer "Helderheid" wordt geselecteerd.
23
NL
Direct afdrukken
Visoog: Maakt dat de afbeelding er
uitziet als een foto die is gemaakt met
een supergroothoeklens (Fish-eye).
3 Druk op ENTER.
Het filter wordt toegepast.
Wanneer u "Stereffect", "Tekenen", of
"Eén kleur" hebt geselecteerd, wordt het
instelvenster weergegeven. Ga naar de
volgende stap.
4 Stel het niveau en het bereik in.
x Stereffect
1Selecteer "Niveau" met f/F en druk op
ENTER, pas het niveau aan met f/F en
druk daarna op ENTER.
Hoe hoger u het niveau instelt, des te
meer lichtbronnen lijken op sterren.
2Selecteer "Lengte" met f/F en druk op
ENTER, pas de lengte van licht aan met
f/F, en druk daarna op ENTER.
x Tekenen
Druk op f/F, pas de lengte van de lijn aan
en druk daarna op ENTER.
xn kleur
Een kleur selecteren uit opgegeven
kleuren
Druk op g/G, selecteer de kleur die u wilt
behouden en druk daarna op ENTER.
De afbeelding wordt monochroom terwijl
de gespecificeerde kleur blijft.
Een kleur van een foto selecteren
1Druk op f/F, selecteer "Selecteer
favoriete kleur." druk daarna op
ENTER.
De afbeelding wordt weergegeven met
de kleurenoppakgereedschap.
2Druk op g/G/f/F om het gedeelte te
specificeren dat een favoriete kleur
bevat en druk daarna op ENTER.
3Druk op g/G om het bereik van de
geselecteerde kleur te specificeren.
4Druk op ENTER om de kleur en het
bereik te fixeren.
De afbeelding wordt monochroom
terwijl de gespecificeerde kleur blijft.
5 Druk op PRINT.
Tip
Om bovenstaande bewerkingen opnieuw uit te
voeren, selecteer "Geen filter"en voer de bewerkingen
opnieuw uit.
Vervolg
24
NL
Met het indrukken van AUTO TOUCH-UP kan
het fenomeen rode ogen van een onderwerp dat
u hebt vastgelegd met flitslicht niet worden
verminderd. U kunt de afbeelding handmatig
aanpassen.
Opmerking
Als u aanvullende bewerkingen na de rode ogen
correctie uitvoert, zoals het vergroten of verkleinen
van het formaat van de afbeelding, het draaien of
verplaatsen van een afbeelding, heeft de rode-
ogencorrectie mogelijk geen effect. Voer de rode
ogen correctie uit na de bewerkingshandelingen.
1 Druk in het menu Bewerken
(pagina 18) op g/G, selecteer
(Rode ogen-correctie) en druk
daarna op ENTER.
Het aanpassingskader verschijnt op de
afbeelding, en dit geeft het bereik voor de
rode-ogencorrectie aan.
2 Pas de positie en het formaat van
het aanpassingskader aan.
Voer de rode rode-ogencorrectie
afzonderlijk uit voor het rechter-en het
linkeroog.
x Het aanpassingskader
verplaatsen
1Druk op g/G om (Verplaatsen) te
selecteren en druk op ENTER.
2Verplaats het kader met g/G/f/F.
Het kader verplaatst in de geselecteerde
richting.
3Druk op ENTER.
Het kader is gefixeerd in de huidige
positie.
x Het formaat van het
aanpassingskader wijzigen
Druk op g/G, selecteer (Vergroten) of
(Verkleinen) en druk op ENTER.
Iedere keer dat u op ENTER drukt, wordt
het kader groter of kleiner.
U kunt het formaat ook groter of kleiner
maken met behulp van de toetsen
(inzoomen) of (uitzoomen) op de
printer.
Tip
Maak de grootte van het aangepaste frame 2 tot
7 keer zo groot als de ooggrootte.
3 Druk op g/G om te selecteren en
druk op ENTER.
Het bereik van de rode-ogencorrectie
wordt vergroot.
4 Druk op ENTER.
De aanpassing wordt doorgevoerd.
Het menu voor de rode-ogencorrectie
wordt weergegeven.
Als u de rode-ogencorrectie wilt toepassen
op andere ogen, herhaalt u de stappen 2 tot
4.
5 Druk op g/G om te selecteren
en druk op ENTER.
Het menu Bewerken wordt weer
weergegeven.
6 Druk op PRINT.
De aanpassing herstellen
Druk in stap 5 op CANCELin plaats van op
ENTER.
Corrigeren van het
fenomeen rode ogen
Aanpassingskader
25
NL
Direct afdrukken
1 Druk op PRINT.
De aanduiding van het aantal afdrukken
wordt weergegeven.
2 Stel de afdrukhoeveelheid in.
U kunt de afdrukhoeveelheid steeds met
één laten toenemen door herhaaldelijk
op f te drukken.
U kunt het aantal afdrukken steeds met
één laten afnemen door herhaaldelijk
kort op F te drukken.
U kunt het aantal afdrukken weer
terugzetten op 1 door gedurende langer
dan 2 seconden op F te drukken.
3 Druk op PRINT.
1 Selecteer (Opslaan) en druk
daarna op ENTER.
Het dialoogvenster dat wordt gebruikt om
de bestemmingsmap op te geven, wordt
weergegeven.
2 Selecteer de bestemming waar u de
afbeelding wilt opslaan.
Druk op f/F om "Memory Stick",
"CompactFlash", "SD-kaart", "xD-Picture
Card" or "Extern apparaat" te selecteren
en druk op ENTER.
Tip
Wanneer u "Extern apparaat" selecteert, wordt
mogelijk een dialoogvenster voor het selecteren
van een station weergegeven. Volg de
instructies voor het selecteren van een
bestemmingsstation.
Het dialoogvenster voor het instellen van
een datum wordt weergegeven. U kunt de
ingestelde datum bij de afbeelding
opslaan.
3 Stel de datum in.
Druk daarna op ENTER.Druk op g/G om
een item te selecteren (dag, maand, en
jaar), en druk op f/F om het getall te
selecteren, druk dan op ENTER.
De bewerkte afbeelding via het menu
Bewerken of Creatief afdrukken wordt als
een nieuwe afbeelding opgeslagen. Een
dialoogvenster voor het specificeren van
het nieuwe afbeeldingsnummer
(mapnummer-bestandsnummer) wordt
weergegeven.
Tip
De oorspronkelijke afbeelding wordt niet
overschreven.
4 Druk op ENTER.
Opmerkingen
Zet de printer niet uit, verwijder de geheugenkaart
niet uit de printer óf koppel het externe apparaat
niet los van de printer, wanneer de afbeelding
wordt opgeslagen. De printer, de geheugenkaart,
de USB-kaart of het externe apparaat kan
beschadigd raken of de gegevens kunnen verloren
gaan.
U kunt ingebouwde opnamen niet opslaan.
Een bewerkte afbeelding
afdrukken
Een bewerkte afbeelding
opslaan
26
NL
Uitvoeren "Creatief
afdrukken"
Het menu Creatief afdrukken
gebruiken
Opmerking
Afhankelijk van het formaat van het
afdrukpapier kunt u verschillende sjablonen
selecteren. Als u het sjabloon wilt opgeven is
het belangrijk dat u de printer eerst van het
juiste inktlint en afdrukpapier voorziet.
Selecteer vervolgens een sjabloon voor het
ingestelde formaat.
De bewerking halverwege ongedaan
maken
Druk op CANCEL Het venster van de vorige stap
wordt weergegeven. Afhankelijk van de stap is het
mogelijk dat u de bewerking niet ongedaan kunt
maken.
Het menu Creatief afdrukken verlaten
Druk midden in de bewerkingen op MENU
en selecteer "Creatief afdrukken voltooid".
Druk in de weergave van het
afdrukvoorbeeld van de afbeelding op g/G/
f/F, om te selecteren en druk op
ENTER.
Het dialoogvenster voor het opslaan van een
afbeelding wordt mogelijk weergegeven
(pagina 25).
Tip
U kunt op MENU drukken wanneer u een Creatief
afdrukken uitvoert en een gedeelte van de
Afdrukinstelling-menu-items instellen.
1 Druk in het Creatief afdrukken
menu (pagina 19) op g/G/f/F, om
"Scrapbk mken" te selecteren en
druk daarna op ENTER.
Het venster voor het selecteren van een
thema wordt weergegeven.
2 Selecteer met een druk op g/G/f/F
het thema van uw keuze en druk
daarna op ENTER.
Het venster voor het selecteren van
sjablonen van het geselecteerde thema
wordt weergegeven.
3 Selecteer met een druk op g/G/f/F
de sjabloon van uw keuze en druk
daarna op ENTER.
Een afdrukvoorbeeld van het
geselecteerde sjabloon wordt
weergegeven.
4 Selecteer een afbeelding.
Wanneer u een sjabloon met meerdere
afbeeldingen selecteert, herhaalt u de
onderstaande procedures en selecteert u
een afbeelding voor elk gebied.
Maken van een Scrapbook
Afbeeldingsgebied
27
NL
Direct afdrukken
1Druk op g/G/f/F om een
afbeeldingsgebied te selecteren en druk
op ENTER.
De indexweergave wordt weergegeven.
2Druk op g/G/f/F om de gewenste
afbeelding te selecteren en druk op
ENTER.
Het venster dat wordt gebruikt voor het
aanpassen van de afbeelding wordt
weergegeven.
5 Past het formaat, positie of andere
zaken van de geselecteerde
afbeelding aan.
Selecteer met een druk op g/G het
aanpassings-item van uw keuze en druk
daarna op ENTER.
6 Druk op g/G om te selecteren en
druk op ENTER.
De geselecteerde afbeelding wordt aan het
afbeeldinggebied toegevoegd.
Om een stempel toe te voegen, zie "Een
stempel opleggen" op pagina 31.
7 Druk op PRINT.
Zie pagina 25 als u de afbeelding wilt
opslaan.
1 Druk in het Creatief afdrukken
menu (pagina 19) op g/G/f/F, om
"Kalender" te selecteren en
druk daarna op ENTER.
Het venster dat wordt gebruikt voor het
selecteren van het kalender-sjabloon,
wordt weergegeven.
2 Selecteer met een druk op g/G/f/F
het sjabloon van uw keuze en druk
daarna op ENTER.
Het afdrukvoorbeeld van het geselecteerde
sjabloon wordt weergegeven.
Tip
U kunt een afbeeldingsgebied of kalendergebied
in elke gewenste volgorde selecteren en
instellen.
Aanpassingsgereedschap
Items Procedures
/ Laat het formaat van een
afbeelding afnemen of
toenemen als u op de
toetsen op de printer drukt.
Verplaats de afbeelding
met
g/G/f/Fen druk
daarna op ENTER.
Iedere keer dat u op
ENTER drukt, draait de
afbeelding 90° rechtsom.
Druk op de toets op de
printer en een mislukte foto
waarbij er problemen zijn
met tegenlicht, onscherpte
of het verschijnsel van de
rode ogen wordt
automatisch aangepast.
(pagina 20)
Maken van een Kalender
Afbeeldingsgebied Kalendergebied
Vervolg
28
NL
3 Selecteer een afbeelding.
Selecteer een afbeelding voor elk gebied
wanneer u sjabloon met meerdere
afbeeldingen selecteert. Op pagina 26,
stap 4 vindt u hoe u een afbeelding kunt
selecteren. Wanneer u afbeelding(en)
selecteert, wordt het venster voor het
aanpassen van de afbeelding
weergegeven.
4 Pas de afbeelding aan.
Op pagina 27, stap 5 vindt u hoe u een
afbeelding kunt aanpassen. Wanneer u een
afbeelding aanpast, wordt de afbeelding
toegevoegd aan het afbeeldingsgebied.
5 Stel de kalender in.
1Druk op g/G/f/F om het
kalendergebied te selecteren en druk op
ENTER.
Het instelscherm voor de kalender
wordt weergegeven.
2Druk op f/F om het item te selecteren
dat u wilt instellen en druk dan op
ENTER.
Item Instellingen/
Procedures
Start J/M Stel de eerste maand en het
jaar in waarmee de kalender
begint. Druk op
g/G,
selecteer de maand of het
jaar en stel het nummer in
door op f/F te drukken.
Druk op ENTER.
Startdag Stel de dag van de week in
(uiterst links op de kalender
geplaatst). Druk op f/F,
selecteer "Zondag" of
"Maandag". Druk daarna op
ENTER.
Dagkleur Stel de kleur in waarin de
zondag en zaterdag worden
weergegeven op de
kalender. Druk op G en
daarna op f/F om de
gewenste kleur voor zondag
en zaterdag te selecteren.
Druk daarna op ENTER.
Item Instellingen/
Procedures
29
NL
Direct afdrukken
De kalender wordt weergegeven in het
kalendergebied.
Om een stempel toe te voegen, zie "Een
stempel opleggen" op pagina 31.
6 Druk op PRINT.
Zie pagina 25 als u de afbeelding wilt
opslaan.
Tip
U kunt handgeschreven tekens of een afbeelding
opleggen door deze te tekenen met een zwarte pen op
een vel wit papier, er een foto van te maken met een
digitale camera en de afbeelding op te slaan op een
geheugenkaart.
1 Druk in het Creatief afdrukken
menu (pagina 19) op g/G/f/F, om
"Opleggen" te selecteren en
druk daarna op ENTER.
Het venster dat wordt gebruikt voor het
selecteren van de achtergrondafbeelding,
wordt weergegeven.
2 Selecteer een afbeelding voor de
achtergrond.
1Druk op g/G/f/F om een afbeelding
voor achtergrond te selecteren en druk
op ENTER.
Het venster dat wordt gebruikt voor het
aanpassen van de afbeelding wordt
weergegeven. Op pagina 27, stap 5
vindt u hoe u een afbeelding kunt
aanpassen.
2Druk op g/G om te selecteren en
druk vervolgens op ENTER.
Het voorvertoningscherm wordt
weergegeven.
Kalender w. U kunt een stempel of
gewenste kleur aan een
specifieke dag in de
kalender toevoegen.
Tijdens het toevoegen
van een stempel
(Voorbeeld)
1Druk op g/G om
(Stempelen) te selecteren
en druk op ENTER.
Het venster voor de
stempelselectie wordt
weergegeven.
2Druk op g/G/f/F om de
gewenste stempel te
selecteren en druk op
ENTER.
De kalender wordt
weergegeven.
3Druk op g/G/f/F om de
gewenste datum te
selecteren voor het
toevoegen van een
stempel en druk op
ENTER.
4Druk op f/F om te
selecteren en druk op
ENTER.
Om Kalender w. te verlaten
en terug te keren naar het
Kalenderinstellingscherm,
drukt u op g/G om te
selecteren en vervolgens op
ENTER. U kunt
"Dagkleur" instellen met
dezelfde procedures.
Item Instellingen/
Procedures
Een bericht op een afbeelding
leggen.
Vervolg
30
NL
3 Leg een handgeschreven bericht of
een bericht in standaard-indeling op
de achtergrondafbeelding.
x Een handgeschreven bericht
opleggen
1Druk op g/G om (Handgeschreven
bericht) te selecteren en druk
vervolgens op ENTER.
Het venster voor het selecteren van de
afbeelding die u wilt opleggen, wordt
weergegeven.
2Druk op g/G/f/F om een afbeelding te
selecteren die u wilt opleggen en druk
op ENTER.
Selecteer de afbeelding met de
handgeschreven tekens of illustraties
die u van tevoren hebt gemaakt.
De bijsnijcursor wordt weergegeven.
3Wanneer u een bericht niet wilt
bijsnijden, drukt u op ENTER.
Het bij te snijden gedeelte
opgeven
Druk op
g/G/f/F om
bijsnijgereedschap te selecteren en druk
op ENTER.
Druk op
g/G/f/F om de cursor naar
de positie te verplaatsen die u wilt
opgeven als het beginpunt van het
bijgesneden gedeelte, druk daarna op
ENTER.
Herhaal dezelfde procedures voor het
opgeven van het eindpunt van het bij te
snijden gedeelte.
Het venster voor de kleurselectie wordt
weergegeven.
4Druk op g/G/f/F om de gewenste
kleur te selecteren en druk vervolgens
op ENTER.
Het scherm dat wordt gebruikt voor het
instellen van het uitvergrootte beeld
wordt weergegeven.
Op pagina 27, stap 5 vindt u hoe u een
afbeelding kunt aanpassen.
5Druk op g/G om te selecteren en
druk op ENTER.
Een afdrukvoorbeeld van de
geselecteerde afbeelding op de
achtergrondafbeelding wordt
weergegeven.
31
NL
Direct afdrukken
x Een bericht in standaard-indeling
opleggen
1Druk op g/G om (Bericht
standaard formaat) te selecteren en druk
vervolgens op ENTER.
Het venster voor het selecteren van een
bericht in standaard-indeling wordt
weergegeven.
2Druk op f/F om de gewenste bericht te
selecteren en druk op ENTER.
Het venster voor de kleurselectie wordt
weergegeven.
3Druk op g/G/f/F om de gewenste
kleur te selecteren en druk vervolgens
op ENTER.
Het venster dat wordt gebruikt voor het
aanpassen van het bericht wordt
weergegeven. Op pagina 27, stap 5
vindt u hoe u een afbeelding kunt
aanpassen.
4Druk op g/G om te selecteren en
druk op ENTER.
Een afdrukvoorbeeld van de afbeelding
die op de achtergrondafbeelding is
gelegd, wordt weergegeven.
x Een stempel opleggen
1Druk op g/G om (Stempelen) te
selecteren en druk vervolgens op
ENTER.
Het venster voor het selecteren van een
stempel wordt weergegeven.
2Druk op g/G/f/F om de gewenste
stempel te selecteren en druk op
ENTER.
Het venster dat wordt gebruikt voor het
aanpassen van de stempel wordt
weergegeven. Op pagina 27, stap 5
vindt u hoe u een afbeelding kunt
aanpassen.
3Druk op g/G om te selecteren en
druk op ENTER.
Het afdrukvoorbeeld van de stempel die
op de achtergrondafbeelding is gelegd,
wordt weergegeven.
Meerdere stempels toevoegen
Herhaal stappen
2 tot en met 3.
4 Druk op PRINT.
Zie pagina 25 als u de afbeelding wilt
opslaan.
Meerdere handgeschreven tekens
of vooraf ingestelde berichten
opleggen
Druk op
g/G, om (Handgeschreven
bericht) of (Bericht standaard formaat)
te selecteren en herhaal stap 3.
Vervolg
32
NL
1 Druk in het Creatief afdrukken
menu (pagina 19) op g/G/f/F, om
"Fotolijst" te selecteren en
druk daarna op ENTER.
De Fotolijst-sjablonen worden
weergegeven.
2 Selecteer met een druk op g/G/f/F
het kader van uw keuze en druk
daarna op ENTER.
De indexweergave wordt weergegeven.
3 Druk op g/G/f/F, selecteer de
afbeelding van uw keuze en druk
daarna op ENTER.
Het venster voor het aanpassen van de
afbeelding wordt weergegeven. Op
pagina 27, stap 5 vindt u hoe u een
afbeelding kunt aanpassen.
4 Druk op g/G om te selecteren en
druk op ENTER.
De geselecteerde afbeelding wordt
weergegeven met het geselecteerde kader.
5 Druk op PRINT.
Om een stempel toe te voegen, zie "Een
stempel opleggen" op pagina 31.
1 Druk in het Creatief afdrukken
menu (pagina 19) op g/G/f/F, om
"Lay-outafdruk" te selecteren
en druk daarna op ENTER.
De Lay-outafdruk-sjablonen worden
weergegeven.
2 Selecteer met een druk op g/G/f/F
de sjabloon van uw keuze en druk
daarna op ENTER.
Het afdrukvoorbeeld van de geselecteerde
sjabloon wordt weergegeven.
3 Selecteer een afbeelding.
Selecteer een afbeelding voor elk gebied
wanneer u sjabloon met meerdere
afbeeldingen selecteert. Op pagina 26,
stap 4 vindt u hoe u een afbeelding kunt
selecteren. Wanneer u afbeelding(en)
selecteert, wordt het venster voor het
aanpassen van de afbeelding
weergegeven.
4 Pas een afbeelding aan.
Op pagina 27, stap 5 vindt u hoe u een
afbeelding kunt aanpassen. Wanneer u een
afbeelding aanpast, wordt de afbeelding
toegevoegd aan het afbeeldingsgebied.
Om een stempel toe te voegen, zie "Een
stempel opleggen" op pagina 31.
5 Druk op PRINT.
Een kader toevoegen Opmaakafdrukken maken
33
NL
Direct afdrukken
1 Druk in het menu Creatief
afdrukken (pagina 19) op g/G/f/F,
selecteer "ID-foto" en druk daarna
op ENTER.
Het venster voor het instellen van de
hoogte en de breedte van een ID Foto
wordt weergegeven.
Tip
De maximale waarden die u kunt instellen zijn
7,0 (breedte) x 9,0 (hoogte) cm.
2 Druk op g/G/f/F, om het item dat u
wilt aanpassen te selecteren en
druk op ENTER.
Het specificeren van de eenheid: Selecteer
het tekstvakje rechts op het fotoframe. U
kunt "cm" of "inch" selecteren.
Het specificeren van de hoogte: Selecteer
het cijfervakje rechts op het fotoframe.
Om de hoogte te specificeren: Selecteer het
cijfervakje boven in het fotoframe.
3 Druk op f/F om de afmeting of de
eenheid in te stellen en druk
vervolgens op ENTER.
4 Herhaal stappen 2 en 3 als u het
andere formaat wilt opgeven.
5 Druk op g/G/f/F om te
selecteren en druk op ENTER.
Het venster voor het selecteren van een
afbeelding wordt weergegeven.
6 Druk op g/G/f/F, selecteer de
afbeelding van uw keuze, druk
daarna op ENTER.
Het venster dat wordt gebruikt voor het
aanpassen van de afbeelding wordt
weergegeven.
U kunt ook de volgende instellingsitems
instellen.
Zie voor andere aanpassings-items stap 5
op pagina 27.
7 Druk op g/G om te selecteren en
druk op ENTER.
8 Druk op PRINT.
Opmerking
Een ID fotoafdruk die deze printer gebruikt, kan
mogelijk niet geschikt zijn om te worden gebruikt
voor een identiteitskaart of een paspoort. Ga na aan
welke eisen een foto moet voldoen die u wilt
gebruiken voor het certificaat, voordat u de aanvraag
voor de kaart of het paspoort indient.
Een ID-foto maken
Items Procedures
Pas de beeldkwaliteit van
een afbeelding aan.
(pagina 22)
Geeft het scherm weer om
het fenomeen rode ogen te
corrigeren. (pagina 24)
Maakt een afbeelding in
monochrome afbeeldingen.
(pagina 22)
34
NL
Batch Afdruk uitvoeren
(Indexafdruk/DPOF-afdruk/Alles
afdrukken)
Indexafdruk
U kunt een lijst (index) afdrukken van alle
afbeeldingen die op een geheugenkaart of op
een extern apparaat zijn opgeslagen, zodat u
gemakkelijk kunt zien wat er op het
geselecteerde medium staat.
Het aantal afbeeldingen op een vel wordt
automatisch berekend. Afbeeldingen worden
afgedrukt op elk vel.
Alles afdrukken
U kunt alle afbeeldingen die op een
geheugenkaart of op een extern apparaat zijn
opgeslagen, in één keer afdrukken.
DPOF-afdruk
De afbeeldingen die voor het afdrukken zijn
ingesteld op DPOF (Digital Print Order
Format) worden met een afdruk-merkteken
( ) weergegeven in een afdrukvoorbeeld
van een afbeelding. U kunt deze
afbeeldingen in één keer afdrukken. De
afbeeldingen worden afgedrukt met het
vooraf ingestelde aantal kopieën in de
volgorde waarin zij zijn weergegeven.
Opmerkingen
Zie de handleiding van uw digitale camera voor
instructies voor het vooraf instellen van
afbeeldingen voor het afdrukken.
Sommige typen digitale camera’s ondersteunen de
DPOF-functie niet, of the printer ondersteunt
misschien niet alle functies van de digitale camera.
1 Selecteer in het menu (Batch
afdrukken) en druk daarna op
ENTER.
Het menu Batch afdrukken wordt
weergegeven.
2 Druk op f/F, selecteer
"Indexafdruk", "DPOF-afdruk" of
"Alles afdrukken" en druk daarna op
ENTER.
Het dialoogvenster voor bevestiging wordt
weergegeven.
Opmerking
Als er geen afbeeldingen zijn die vooraf zijn
ingesteld op DPOF toen u "DPOF-afdruk"
selecteerde, wordt een foutmelding
weergegeven.
3 Druk op g/G, serlecteer "Yes" en
start het afdrukken of "Nee" als u het
afdrukken wilt annuleren, druk
daarna op ENTER.
Wanneer u "Yes" selecteert, wordt het
afdrukken gestart.
35
NL
Direct afdrukken
Een diavoorstelling
bekijken
1 Druk in het menu g/G, selecteer
(Diavoorstelling) en druk op ENTER.
Het menu Diavoorstelling wordt
weergegeven.
2 Druk op f/F, selecteer "Schakelen"
en druk daarna op ENTER.
Het venster voor het opgeven van de
manier waarop afbeeldingen worden
gewisseld, wordt weergegeven.
3 Druk op f/F, om "Uitvoeren" te
selecteren en druk op ENTER.
De diavoorstelling start.
Als u tijdens een diavoorstelling op ENTER
drukt, wordt de weergegeven afbeelding apart
gezet om te worden afgedrukt. Als u de
wisseloptie "Auto2 cr." hebt geselecteerd, kunt
u niet een afbeelding apart zetten om te worden
afgedrukt.
Een diavoorstelling stoppen
Druk op CANCEL.
Opmerking
Bij sommige afbeeldingen duurt het wat langer
voordat zij worden weergegeven.
Druk tijdens een diashow op PRINT.
De afdrukweergave van de het weergegeven
beeld zal verschijnen.
Wanneer een afbeelding opzij is gezet om te
worden afgedrukt, kunt u het afdrukvoorbeeld
controleren door te drukken op g/G.
Druk nogmaals op PRINT zodat het afdrukken
begint.
Nadat het afdrukken is voltooid, gaat de
diashow weer verder.
De diavoorstelling tonen
Items Procedures
Handmatig Druk op g/Gals u
afbeeldingen wilt wisselen.
Auto1 ev. De afbeeldingen worden
automatisch na elkaar
weergegeven in de
volgorde van de
indexweergave.
Auto2 cr.* De "Creatief afdrukken"-
afbeeldingen of bewerkte
afbeeldingen met filters
worden automatisch
willekeurig weergegeven.
*: Instellingen af-fabriek
Apart zetten voor afdrukken
Afdrukken
36
NL
Bestandsbewerkingen
U kunt afbeeldingen op een geheugenkaart
kopiëren naar een andere geheugenkaart en
naar een extern apparaat, die zijn aangesloten
op de PictBridge/EXT INTERFACE-
aansluiting.
1 Druk in het menu g/G, selecteer
(Bestandsbewerking) en druk op
ENTER.
Het menu Bestandsbewerking wordt
weergegeven (pagina 19).
2 Druk op f/F, selecteer "Alle
bestanden kopiëren" of "Geselect.
bestanden kopiëren" en druk op
ENTER.
Wanneer "Alle bestanden kopiëren" is
geselecteerd, ga door naar stap 5.
Wanneer "Geselect. bestanden
kopiëren" is geselecteerd, wordt de
afbeeldingenlijst van de geheugenkaart
of van het externe apparaat
weergegeven.
3 Druk op g/G/f/F, selecteer de
afbeelding van uw keuze en druk op
ENTER.
Herhaal deze stap als u meerdere
afbeeldingen wilt kopiëren.
De selectie ongedaan maken
Druk op
g/G/f/F om de afbeelding te
selecteren die u wilt annuleren en druk
daarna opnieuw op ENTER.
4 Druk op MENU.
Het dialoogvenster voor het selecteren van
de bestemming wordt weergegeven.
5 Druk op f/F, selecteer "Memory
Stick", "CompactFlash", "SD-kaart",
"xD-Picture Card" of "Extern
apparaat" en druk op ENTER.
Tip
Wanneer u "Extern apparaat" selecteert, wordt
mogelijk een dialoogvenster voor het selecteren
van een station weergegeven. Volg de
instructies voor het selecteren van een
bestemmingsstation.
Opmerking
U kunt geen afbeelding op dezelfde
geheugenkaart of externe apparaat kopiëren die
de te kopiëren afbeelding al bevat.
6 Druk op f/F, selecteer de map van
uw keuze en druk op ENTER.
De geselecteerde afbeeldingen worden
gekopieerd naar de bestemmingsmap.
Tips
U kunt een mapnummer van de doelbestemming
selecteren. Indien er niet zo’n bestand is op de
bestemming, wordt een nieuwe map gemaakt.
Druk, als u het menu Bestandsbewerking
halverwege wilt afsluiten, op CANCEL.
Opmerking
Zet de printer niet uit of verwijder de geheugenkaart
niet uit de printer of koppel een extern apparaat niet
los van de printer, wanneer afbeeldingen worden
gekopieerd. De printer, de geheugenkaart of het
externe USB-apparaat kan beschadigd raken of de
gegevens kunnen verloren gaan.
Afbeeldingen kopiëren
37
NL
Direct afdrukken
U kunt afbeeldingen op een geheugenkaart
selecteren en vervolgens verwijderen.
1 Druk in het menu g/G, selecteer
(Bestandsbewerking) en druk op
ENTER.
Het menu Bestandsbewerking wordt
weergegeven (pagina 19).
2 Druk op f/F, selecteer "Afbeelding
verwijderen" en druk op ENTER.
De indexweergave wordt weergegeven.
3 Druk op g/G/f/F, verplaats het
pictogram van de prullenbak naar
de afbeelding die u wilt verwijderen
en druk daarna op ENTER.
Herhaal deze stap als u meerdere
afbeeldingen wilt verwijderen.
De selectie ongedaan maken
Druk op
g/G/f/F om de afbeelding te
selecteren die u wilt annuleren en druk
daarna opnieuw op ENTER.
4 Druk op MENU.
Er wordt een dialoogvenster voor
bevestiging weergegeven.
5 Druk op g/G, selecteer "OK" en
druk op ENTER.
De geselecteerde afbeeldingen worden
verwijderd.
Tip
Druk, als u het menu Bestandsbewerking wilt
afsluiten, op CANCEL.
Opmerkingen
Zet tijdens het verwijderen de printer niet uit en
haal de geheugenkaart niet uit de printer. De
printer of the geheugenkaart kan beschadigd raken.
Of de gegevens kunnen verloren gaan.
Wanneer afbeeldingen eenmaal zijn verwijderd,
zijn ze voor altijd verloren.
Wanneer u een afbeelding met een bijbehorende
bestandsaanduiding ( ) verwijderd, wordt het
bijbehorende bestand met bewegende beelden of e-
mail-bestand ook verwijderd..
U kunt een beveiligde afbeelding met een
beveiligingsaanduiding ( ) of een bestand met
een vooraf ingestelde DPOF-aanduiding ( ) dat
wordt weergegeven, niet verwijderen. Gebruik uw
digitale camera als u deze bestanden wilt
verwijderen. Zie voor nadere bijzonderheden de
bedieningsinstructies van de digitale camera.
Geselecteerde afbeeldingen
verwijderen
Pictogram prullenbak
Vervolg
38
NL
U kunt een "Memory Stick"formatteren.
1 Druk in het menu g/G, selecteer
(Bestandsbewerking) en druk op
ENTER.
Het menu Bestandsbewerking wordt
weergegeven (pagina 19).
2 Druk op f/F, selecteer "Formaat
Memory Stick" en druk op ENTER.
Het dialoogvenster voor bevestiging wordt
weergegeven.
3 Druk op g/G, selecteer "OK" en
druk op ENTER.
De "Memory Stick" wordt geformatteerd.
Opmerkingen
Wanneer u een "Memory Stick" formatteert,
worden alle afbeeldingen daarin verwijderd.
Zet tijdens het formatteren de printer niet uit en
haal de geheugenkaart niet uit de printer. De
printer of the geheugenkaart kan beschadigd raken.
Of de afbeelding kan verloren gaan.
U kunt geen geheugenkaart formatteren anders dan
een "Memory Stick" of een extern apparaat zoals
een USB-geheugen.
De afdrukinstelling
wijzigen
1 Druk in het menu g/G, selecteer
(Afdrukinstelling) en druk op
ENTER.
Het menu Afdrukinstelling wordt
weergegeven.
Opmerking
Tijdens de "Creatief afdrukken"-bewerkingen,
kunt u geen items selecteren behalve de
"Kleurinstelling". (Instel-items die u niet kunt
selecteren en wijzigen worden grijs
weergegeven.)
2 Selecteer met een druk op f/F het
instel-item van uw keuze en druk
daarna op ENTER.
Het instelvenster voor het geselecteerde
item wordt weergegeven.
3 Druk op f/F, selecteer de instelling
van uw keuze en druk op ENTER.
De instelling wordt vastgelegd.
Tip
Druk, als u het menu Afdrukinstelling wilt afsluiten,
op MENU.
Formatteren van een "Memory
Stick"
39
NL
Direct afdrukken
Item Instellingen Inhoud
Datumafdruk Datum/Tijd,
Datum
Maakt een afdruk van de datum en de tijd dat de opname
is gemaakt, volgens de DCF-indeling (DCF-Design rule
for Camera File system) en de datum en de tijd van de
opname worden vastgelegd als onderdeel van de opname-
informatie. U kunt "Datum" of "Datum/Tijd" selecteren.
Wanneer de afbeelding wordt bewerkt op de printer,
worden de datum en de tijd dat u de afbeelding opslaat,
afgedrukt.
Uit* Drukt een afbeelding af zonder de datum en de tijd.
Randen Patroon 1/Patroon
2
Drukt een afbeelding af met een rand rond de afbeelding.
Selecteer "Patroon 1" als u een afbeelding wilt afdrukken
zonder dat deze wordt afgesneden. Selecteer "Patroon 2"
als u boven en onder de afbeelding en links en rechts
daarvan een ongeveer gelijke rand wilt laten.
Opmerking
Wanneer u "Patroon 2" selecteert, kan het zijn dat de
afbeelding-afhankelijk van de afbeelding-aan de boven-en
onderzijde of aan de linker-en rechterzijde wordt bijgesneden.
Geen rand* Drukt een afbeelding af zonder een lege ruimte rond de
afbeelding.
Opmerking
Wanneer u een foto in standaard-4:3-indeling, die is gemaakt
met een digitale camera, afdrukt, worden de bovenste en
onderste rand van de afbeelding afgesneden en wordt de foto
afgedrukt 3:2-indeling.
Instelling AUTO
TOUCH-UP
U kunt voor elk van de volgende elementen het correctieniveau opgeven
wanneer u de toets AUTO TOUCH-UP indrukt. U kunt "Uit", "Standaard*",
"Sterk" selecteren. (Voor "Rode ogen-correctie" kunt u "Aan*" of "Uit "
selecteren.)
Huidcorrectie De huidstatus wordt automatisch herkend en aangepast tot
de optimale status.
Belichtingscorrectie U kunt de helderheid aanpassen door middel van de
functies voor gezichtsherkenning.
Focuscorrectie Een onscherpe afbeelding wordt aangepast en er wordt
een scherpe afbeelding van gemaakt.
Rode ogen-correctie Vermindert het verschijnsel van de rode ogen bij
opnamen met flitslicht.
*: Instellingen af-fabriek
Patroon 1 Patroon 2 Geen rand
Vervolg
40
NL
Auto Fine Print5 Fotografisch*/
Levendig
De functie corrigeert automatisch de beeldkwaliteit zodat
van een afbeelding foto's kunnen worden afgedrukt die
levendiger, helderder en mooier zijn. Deze functie is
vooral effectief bij een donkerder afbeelding met weinig
contrast. De foto's worden gecorrigeerd zodat een
natuurlijke kleur van de huid, levendig groen van de
bladeren en een heldere blauwe hemel ontstaat.
Fotografisch: Past een afbeelding automatisch aan
zodat de afbeelding wordt afgedrukt in natuurlijke en
mooie foto's. (Aanbevolen)
Levendig: Past een afbeelding automatisch aan zodat
de afbeelding wordt afgedrukt met een krachtiger
correctie van de scherpte en in levendiger foto's dan in
de stand Fotografisch.
Tip
De afbeeldingen die zijn gemaakt met een Exif Print (Exif
2.21)-geschikte digitale camera, worden zo aangepast dat zij de
optimale fotokwaliteit bereiken.
Opmerkingen
De originele gegevens van de afbeelding worden niet
gecorrigeerd.
Wanneer u afdrukt in de PC-stand, heeft de Auto Fine Print5-
instelling in het printerstuurprogramma prioriteit boven de
instelling hier. In de PictBridge-stand is deze instelling
effectief.
Uit Drukt een afbeelding af zonder enige correctie.
Pagina’s per vel 4 afb./9 afb./
16 afb.
Drukt het opgegeven aantal deelschermen af, waarbij in
ieder scherm een afbeelding wordt geplaatst.
Uit* Drukt een afbeelding af zonder deelschermen.
Kleurinstelling Past de kleuren en de scherpte van een afdruk aan. Druk op g/G, selecteer een
kleurelement ( "R" (rood), "G" (groen) of "B" (blauw)) of "S" (Scherpte) en
stel daarna het niveau in door op f/F te drukken. U kunt het niveau van R, G,
B instellen in het bereik van +4 tot –4 en het niveau van S in het bereik van +7
tot 0.
R:Pas de rode en blauwe elementen aan. Hoe hoger u het niveau instelt, des
te roder wordt het beeld, het is als of er een rood licht wordt gebruikt. Hoe
lager het u het niveau instelt, des te donkerder wordt het beeld, het is alsof
blauw licht wordt toegevoegd.
G:Pas de groene en paarse elementen aan. Hoe hoger u het niveau instelt,
des te groener wordt het beeld, het is alsof er een groen licht wordt
gebruikt. Hoe lager het u het niveau instelt, des te donkerder wordt het
beeld, het is alsof rood/paars licht wordt toegevoegd.
B:Pas de blauwe en gele elementen aan. Hoe hoger u het niveau instelt, des
te blauwer wordt het beeld, het is alsof er een blauw licht wordt gebruikt.
Hoe lager het u het niveau instelt, des te donkerder wordt het beeld, het is
alsof geel licht wordt toegevoegd.
S:Hoe hoger u het niveau instelt, des te duidelijker worden de contouren.
(*R: 0/G:0/B:0/S:0)
*: Instellingen af-fabriek
Item Instellingen Inhoud
41
NL
Direct afdrukken
De Beeld/
printerinstelling
wijzigen
1 Druk in het menu g/G, selecteer
(Beeld/printerinstelling) en druk op
ENTER.
Het menu Beeld/printerinstelling wordt
weergegeven.
2 Selecteer met een druk op f/F het
instel-item van uw keuze en druk
daarna op ENTER.
Het instelvenster voor het geselecteerde
item wordt weergegeven (volgende
pagina).
Opmerking
Tijdens Bewerken-of Creatief afdrukken-
bewerkingen, kunnen sommige items niet
worden geselecteerd en gewijzigd. Die items die
u niet kunt wijzigen, worden grijs weergegeven.
3 Druk op f/F, selecteer de instelling
van uw keuze en druk op ENTER.
De instelling wordt vastgelegd.
Tips
Druk, als u het menu Beeld/printerinstelling wilt
afsluiten, op MENU.
U kunt de instellingen terugzetten naar de waarden
af-fabriek door "Standaardinstelling" te selecteren
en op ENTER te drukken. Alle instellingen worden
teruggezet naar de waarden die in de fabriek zijn
ingesteld.
Vervolg
42
NL
Item Instellingen Inhoud
Indexweergave op bestand* In de indexweergave worden de weergegeven
afbeeldingen gerangschikt op afbeeldingsnummer.
op datum In de indexweergave worden de afbeeldingen op datum
weergegeven.
Weergavevolgorde Oplopend* In indexweergave worden de weergegeven afbeeldingen
gerangschikt op afbeeldingsnummer, te beginnen bij het
laagste nummer.
Aflopend In indexweergave worden de weergegeven afbeeldingen
gerangschikt op afbeeldingsnummer, te beginnen bij het
hoogste nummer.
Pictogram Aan In indexweergave worden de afbeeldingen zonder
miniatuur weergegeven als pictogram (miniatuur-
afbeelding wordt gebruikt als index-aanduiding).
Uit* In indexweergave worden de afbeeldingen zonder
miniatuur weergegeven als de oorspronkelijke
afbeelding.
Volgorde
datumwrg.*
2
Stel als volgt de volgorde waarin de datum (Jaar, Maand en Dag) wordt
weergegeven, in:
• J/M/D •M/D/J • D/M/J
LCD-achtergr.verl. Stel als volgt het helderheidsniveau van de LCD-achtergr.verl. in:
Helder*/Donker
Schermweergave In een afdrukvoorbeeld van een afbeelding kunt u de weergave van informatie
als volgt selecteren:
Aan*/Uit/Details
CONTROLE
VOOR HDMI
Aan* Door de printer aan een televisie te koppelen die HDMI
apparaatbediening ondersteunt, kunt u diverse
gesynchroniseerde bewerking met de televisie uitvoeren.
Uit De bediening van HDMI apparaatbediening kan niet
worden gebruikt.
Weergave
printerinformatie
Versie van de firmware en het totaal aantal afdrukken wordt weergegeven.
Taal*
2
U kunt de taal selecteren waarin menu's of berichten worden weergegeven:
Japans/Engels/Frans/Spaans/Duits/Italiaans/Russisch/Vereenvoudigd Chinees/
Traditioneel Chinees/Koreaans/Arabisch/Portugees/Nederlands/Persisch/
Hongaars/Pools/Tjechisch/Thais/Grieks/Turks/Maleisisch/Zweeds/Noors/
Deens/Fins
Standaardinstelling Zet de instellingen terug in de standaardwaarden af-fabriek.
*: Instellingen af-fabriek
*2: De fabrieksinstellingen verschillen afhankelijk van
het land of gebied waar u de printer heeft gekocht. Als
u de printer begint te gebruiken, maak dan
instellingen voor elk item.
43
NL
Direct afdrukken
Afdrukken vanaf een
High Definition-TV-
toestel
De printer ondersteunt de HDMI (High-
Definition Multimedia Interface) uitvoer. Als u
de printer op een TV-toestel aansluit dat is
voorzien van een
HDMI-ingang, kunt u foto's in
een hogere resolutie bekijken op een TV-
toestel en afdruk-bewerkingen uitvoeren.
Gebruik voor de aansluiting een in de handel
verkrijgbare
HDMI-kabel tussen HDMI OUT-
connector (A-Type) van de printer en een
HDMI-ingang van een TV-toestel.
1 Breng een in de handel verkrijgbare
HDMI-kabel
in gereedheid.
Opmerkingen
Gebruik een HDMI-kabel die korter is dan
3m.
Gebruik een HDMI-kabel die voorzien van
het HDMI-beeldmerk.
2 Sluit de HDMI OUT (uitgang)
connector van de printer aan op een
HDMI-ingang connector van een
televisie.
Naar de HDMI OUT-connector
Naar een HDMI-ingang
Terwijl de printer een signaal naar de
televisie afgeeft, gaat het LCD-scherm
van de printer uit.
3 Schakel over op een ander TV-
ingangssignaal.
Wanneer de printer is aangesloten op een
TV-toestel en de printer wordt aangezet,
wordt bij een TV-toestel dat de
HDMI-
regelfunctie ondersteunt het
ingangssignaal automatisch overgezet
naar de printer en worden de beelden van
de printer op het scherm weergegeven.
Wanneer het TV-toestel in de stand
standby staat, wordt het TV-toestel ook
aangezet.
Opmerkingen
Wij kunnen niet garanderen dat alles goed werkt
op alle typen TV-toestellen.
Als de HDMI-regeling van uw TV-toestel uitstaat,
wordt het ingangssignaal van het TV-toestel niet
automatisch overgeschakeld. Instellingen variëren
afhankelijk van het TV-toestel dat u gebruikt. Zie
voor nadere bijzonderheden de handleiding die bij
uw TV-toestel is geleverd.
Als "CONTROLE VOOR HDMI" is ingesteld
op"Uit", wordt het ingangssignaal niet automatisch
overgeschakeld (pagina 42).
Aansluiten op een televisie
een High-Definition-TV-toestel
Vervolg
44
NL
Indien u gebruikmaakt van een televisie die geen
besturing voor HDMI ondersteunt, of u sluit voor
het eerst een televisie aan op de printer, dan kan
uw televisie mogelijk niet automatisch naar de
invoer schakelen. Indien dit gebeurt, dient u de
invoer handmatig te wisselen om de printerfoto’s
op de televisie weer te geven.
De procedures voor het overschakelen van het
ingangssignaal verschillen afhankelijk van het type
TV-toestel. Zie voor nadere bijzonderheden de
handleiding die bij uw TV-toestel is geleverd.
Indien u een HDMI-kabel aansluit of verwijdert
terwijl de printer een beeldverwerking uitvoert,
afdrukt, of een andere langdurige taak uitvoert, kan
het weergavescherm schakelen tussen LCD en
televisie. Tot de taak is voltooid kan het
weergavescherm een ongewoon beeld weergeven.
Tijdens het kopiëren van een bestand, het wissen
van een bestand of andere bestandsuitvoeringen,
dient u niet een HDMI-kabel te verwijderen of aan
te sluiten. Als u dit doet wordt de taak geannuleerd.
De printertoetsen gebruiken
voor het afdrukken
1 Zet een geheugenkaart in de printer.
2 Druk op g/G en ENTER van de
printer, selecteer een afbeelding en
start het afdrukken door op PRINT
te drukken.
De procedures voor het afdrukken zijn
hetzelfde als voor de printer zelf. U kunt
Bewerken-en Creatief afdrukken-
bewerkingen uitvoeren.
Opmerking
Tijdens de Bewerken-en Creatief afdrukken-
bewerkingen, verschijnen zwarte lijnen aan de boven-
en onderzijde en langs de rechter-en linkerrand van
het scherm en de beelden worden in ruwe vorm
weergegeven.
De afstandsbediening van het
TV-toestel gebruiken voor het
afdrukken
Als uw TV-toestel de regeling voor HDMI
ondersteunt, kunt u de printer bedienen met de
afstandsbediening van uw TV-toestel.
Opmerkingen
Wij kunnen niet garanderen dat alles goed werkt
op alle typen TV-toestellen.
Indien u een Sony-televisie gebruikt, kunt u niet de
afstandsbediening gebruiken om de printer mee te
bedienen als de televisie geen BRAVIA Sync
(geschikt voor Syncmenu) ondersteunt.
Voor het bedienen van de printer zijn de toetsen
%5$4, [Enter], [Return] bedoeld voor HDMI-
regeling.
Als de HDMI-regeling van uw TV-toestel uitstaat,
kunt u niet de afstandsbediening gebruiken om de
printer mee te bedienen. Instellingen variëren
afhankelijk van het TV-toestel dat u gebruikt. Zie
voor nadere bijzonderheden de handleiding die bij
uw TV-toestel is geleverd.
Als "CONTROLE VOOR HDMI" is ingesteld
op"Uit", kunt u niet de afstandsbediening
gebruiken om de printer mee te bedienen
(pagina 42).
x Eenvoudige printer-
bedieningshandelingen met een
afstandsbediening van een TV-toestel
Als er een cursor wordt weergegeven in een
indexweergave of in de weergave van een
menu, kunt u de cursor verplaatsen door te
drukken op
%5$4.
Wanneer er geen cursor wordt afgebeeld in
een afdrukvoorbeeld van een afbeelding,
kunt u het bedieningspaneel, zoals het
bedieningspaneel van de printer, op het TV-
scherm weergeven door op
$ of op een link-
menutoets te drukken. Selecteer een item
door op %5$4 op de afstandsbediening
van het TV-toestel en daarna op de toets
[Enter] te drukken.
Procedures voor het afdrukken
Bedieningspaneel weergegeven op het TV-
scherm
45
NL
Direct afdrukken
U kunt het bedieningspaneel verbergen door in
de rechterbovenhoek van het bedieningspaneel te
selecteren of door op CANCEL op de printer of op
de afstandsbediening van het TV-toestel te
drukken.
Opmerking
Met de afstandsbediening van het TV-toestel kunt u
de volgende bewerking niet uitvoeren:
Afdrukken vanuit een indexweergave
Selecteren van meerdere afbeeldingen en ze dan
verwijderen of kopiëren.
x Afdrukken
1 Zet een geheugenkaart in de printer.
2 Selecteer een afbeelding door op
%5 op de afstandsbediening van
het TV-toestel te drukken, breng het
bedieningspaneel op het TV-scherm
door op $ te drukken en selecteer
(afdrukken).
xEen menu weergeven
Breng met een druk op $ het
bedieningspaneel op het TV-scherm, selecteer
[Menu] met een druk op %5$4 en druk
daarna op ENTER.
U kunt Bewerken-en Creatief afdrukken-
menubewerkingen uitvoeren.
Opmerking
Tijdens de Bewerken-en Creatief afdrukken-
bewerkingen, verschijnen zwarte lijnen aan de boven-
en onderzijde en langs de rechter-en linkerrand van
het scherm en de beelden worden in ruwe vorm
weergegeven.
Wanneer "CONTROLE VOOR HDMI" is
ingesteld op "Aan", kunt u de volgende
printerbewerkingen gebruiken:
De printer samen met het TV-toestel
uitzetten.
Wanneer u de printer hebt aangesloten op het
TV-toestel, kunt u het TV-ingangssignaal
automatisch overschakelen naar de printer
door de printer aan te zetten of door de
ingeschakelde printer op het TV-toestel aan
te sluiten. Als een TV-toestel in de stand
standby staat, wordt het TV-toestel ook
aangezet.
U kunt de printerbewerkingen uitvoeren met
behulp van de afstandbediening van de
televisie.
Als u een andere taal kiest voor het TV-
toestel terwijl de printer en het TV-toestel
worden aangesloten, kunt u ook automatisch
de taal van de printer wijzigen.
Opmerking
U kunt de hierboven genoemde functies alleen
inschakelen als u TV-toestel deze functies
ondersteunt.
De printer ondersteunt "BRAVIA PhotoTV
HD" en dit apparaat reproduceert beelden en
kleuren in High Fidelity. Door een koppeling
tot stand te brengen met producten die
voorbereid zijn voor "BRAVIA PhotoTV HD"
kunt u genieten van foto’s in volledige High
Definition-beeldkwaliteit. Speciale weergave
van bloemen en gezichten van mensen,
dynamische weergave van zand en golven en
andere foto's worden op een groot TV-scherm
gereproduceerd in een verbazingwekkende
foto-realistische beeldkwaliteit.
"BRAVIA Sync" is een naam van een functie
van Sony-producten die gebruikmaken van
HDMI-besturingsignalen, waarmee u
aangesloten uitvoeringen met een gereed voor
"BRAVIA Sync" product van een BRAVIA-
besturingseenheid kunt bedienen.
Door de printer aan te sluiten op een "BRAVIA
Sync"-geschikte televisie met een HDMI-
kabel, kunt u een BRAVIA-besturingseenheid
bedienen om aangesloten handelingen uit te
voeren.
Regeling voor HDMI
Aan BRAVIA PhotoTV HD
Wat is "BRAVIA Sync"
46
NL
Afdrukken vanaf een
extern apparaat
U geen geen digitale camera die geschikt is
voor massa-opslag, een USB-geheugen, een
foto-opslagapparaat, een digitaal fotolijstje, of
een ander extern apparaat aansluiten en een
afbeelding direct van het externe apparaat
afdrukken.
Opmerkingen
Wij kunnen niet garanderen dat de aansluiting op
alle type apparaten voor massa-opslag goed
verloopt.
Als een geheugenkaart in de printer is gezet, kan
de printer het signaal van een extern apparaat niet
lezen dat op de PictBridge/EXT INTERFACE-
aansluiting van de printer is aangesloten. Neem
een geheugenkaart uit de printer als deze eventueel
is ingezet.
1 Breng uw digitale camera of een
ander extern apparaat in gereedheid
voor het afdrukken met de printer
die is geschikt is voor massa-
opslag.
De instellingen en bewerkingen die nodig
zijn voorafgaand aan de aansluiting zijn
niet voor alle externe apparaten die u
gebruikt, hetzelfde. Zie voor nadere
bijzonderheden de bedieningsinstructies
van het externe apparaat. (In het geval van
een digitale camera van het type Sony
Cyber-shot, bijvoorbeeld, selecteert u de
stand "Normal" of de stand "Mass
Storage" voor "USB Connect". )
2 Sluit de printer aan op de
netspanning (pagina 12).
3 Druk op de 1 (aan/stand-by)
schakelaar om de printer aan te
zetten.
4 Sluit een externapparaat zoals een
USB-geheugen aan op de
PictBridge/EXT INTERFACE-
aansluiting van de printer.
Gebruik een USB-kabel dat bij uw digitale
camera of externe apparaat is
meegeleverd. U kunt direct van het
afdrukken genieten.
Opmerkingen
Als u een USB-kabel gebruikt die in de handel
verkrijgbaar is, gebruik dan de A-TYPE USB
kabel die korter is dan 3 m.
Wanneer het toegangslampje van het externe
apparaat knippert, schakel dan nooit de printer of
een extern apparaat uit en verwijder ook niet het
externe apparaat. De gegevens die zich op het
externe apparaat bevinden, kunnen beschadigd
raken. Wij kunnen geen schadevergoeding
toekennen in het geval van verlies van gegevens of
beschadiging.
U kunt niet een USB-hub of een USB-apparaat
uitgerust met een USB-hub gebruiken.
Gecodeerde of gecomprimeerde gegevens door
middel van vingerafdrukherkenning of
wachtwoorden kunnen niet worden gebruikt.
Naar PictBridge/EXT INTERFACE-
aansluiting-aansluiting
Extern apparaat zoals
een USB-geheugen
47
NL
Afdrukken vanaf een PictBridge digitale camera
Afdrukken vanaf een PictBridge digitale camera
Afdrukken vanaf een
PictBridge digitale
camera
U kunt niet een digitale camera gebruiken die
geschikt is voor PictBridge en een afbeelding
direct vanaf uw camera afdrukken.
Wanneer u afdrukt vanaf een PictBridge/EXT
INTERFACE-aansluiting, let er dan wel op dat
u op voorhand de geheugenkaart(en), uw
computer en een televisie van de printer moet
afkoppelen.
1 Breng uw digitale camera in
gereedheid voor het afdrukken met
een printer die geschikt is voor
PictBridge.
De vereiste instellingen en bewerkingen
die voorafgaand aan de aansluiting
moeten zijn uitgevoerd, verschillen
afhankelijk van de digitale camera. Zie
voor nadere bijzonderheden de
gebruiksaanwijzing van uw digitale
camera. (In het geval van een digitale
camera van het type Sony Cyber-shot,
bijvoorbeeld, selecteert u de stand
"PictBridge" voor "USB Connect".)
2 Sluit de printer aan op de
netspanning (pagina 12).
3 Druk op de 1 (aan/stand-by)
schakelaar om de printer aan te
zetten.
4 Sluit de voor PictBridge geschikte
digitale camera aan op de
PictBridge/EXT INTERFACE-
aansluiting van de printer.
Wanneer u een voor PictBridge geschikte
digitale camera aansluit op de printer,
wordt "PictBridge" weergegeven op het
LCD-scherm van de printer.
5 Druk afbeelding af door de digitale
camera te bedienen.
De printer ondersteunt de volgende
afdrukken:
Afdruk met een enkele afbeelding
Afdruk met afbeeldingen
Indexafdruk
DPOF-afdruk
Randen/Afdrukken zonder rand
Datumafdruk
Opmerkingen
Als u een inktlint vervangt terwijl de printer is
aangesloten op een digitale camera die geschikt is
voor PictBridge, kan het zijn dat een afbeelding
niet goed wordt afgedrukt. Als dit gebeurt,
verbreek de aansluiting van de digitale camera dan
en breng de aansluiting weer tot stand.
Wanneer u afdrukt vanaf een digitale camera die
geschikt is voor PictBridge, wordt een afbeelding
afgedrukt volgens de instellingen van het menu
Afdrukinstelling van de printer. Wanneer u
Datumafdruk of opties voor afdrukken met
Randen/Geen rand afdrukken instelt met uw
digitale camera, hebben de instellingen van de
digitale camera prioriteit. Als u "Randen"
selecteert met de printer en "Randen" met uw
camera, wordt "Patroon 1" gebruikt voor het
afdrukken.
Zelfs wanneer u "Datum/Tijd" selecteert voor het
instellen van Datumafdruk kan het zijn dat de tijd
niet wordt afgedrukt in overeenstemming met de
digitale camera die u gebruit.
Raadpleeg voor foutmeldingen die worden
weergegeven op uw digitale camera de
gebruiksaanwijzing van uw digitale camera.
U kunt geen USB-hub of een digitale camera met
een USB-hub gebruiken.
Naar PictBridge/EXT
INTERFACE-aansluiting
Camera of ander
PictBridge geschikt
apparaat
Naar USB-aansluiting
48
NL
Afdrukken vanaf een apparaat dat geschikt is voor
Bluetooth
Afdrukken vanaf een
apparaat dat geschikt is
voor Bluetooth
Met het aansluiten van de Sony DPPA-BT1
Bluetooth USB-adapter op de PictBridge/EXT
INTERFACE-aansluiting van uw printer, kunt
u een afbeelding afdrukken vanaf iedere
mobiele telefoon, digitale camera of ander
apparaat die geschikt is voor Bluetooth.
Opmerkingen
Gebruik de DPPA-BT1 niet buiten het gebied van
aankoop. In bepaalde gebieden bent u mogelijk in
overtreding van de voorschriften voor
radiofrequentie als u de adapter gebruikt en kunt u
een boete opgelegd krijgen.
In sommige regio's wordt de Sony DPPA-BT1
Bluetooth USB-adapter niet verkocht.
De DPP-FP85/FP95-adapter ondersteunt de
volgende profielen:
BIP (Basic Imaging Profile)
OPP (Object Push Profile)
Raadpleeg, als u wilt weten welke profielen uw
Bluetooth-apparaat ondersteunt, de
bijbehorende handleiding.
Wat is een "Profiel"?
Een profiel bestaat uit de standaarden waarmee
draadloze communicatie via Bluetooth
mogelijk is. Er zijn verschillende profielen
beschikbaar, afhankelijk van het product en de
doelen waarvoor het wordt gebruikt. Bluetooth-
communicatie is alleen mogelijk als de
apparaten die met elkaar communiceren
hetzelfde profiel ondersteunen.
Geschikte bestandsindelingen voor
afbeeldingen die afgedrukt kunnen
worden
Sommige bestandsindelingen van afbeeldingen zijn
niet geschikt.
Maximaal aantal pixels dat kan worden
gehanteerd
8 000(H) × 6 000(V) stippen (Maximaal 5 MB
of minder)
Voordat u een afbeelding kan verzenden of
afdrukken, dient u de volgende
voorbereidingen te treffen:
1 Sluit de printer aan op de
netspanning.
2 Druk op de 1 (aan/stand-by)
schakelaar om de printer aan te
zetten.
3 Steek de Bluetooth-adapter in de
PictBridge/EXT INTERFACE-
aansluiting van uw printer.
Het Bluetooth afdrukmodusvenster wordt
weergegeven.
Profielen die geschikt zijn
voor Bluetooth-communicatie
JPEG: Geschikt voor DCF 2.0, geschikt voor
Exif 2.21, JFIF (4:4:4, 4:2:2, 4:2:0
indelingen Baseline JPEG)
TIFF: Geschikt voor Exif 2.21
BMP: 1, 4, 8, 16, 24, 32 bit Windows-
indeling
Voorbereidingen: DPPA-BT1
verbinden
49
NL
Afdrukken vanaf een apparaat dat geschikt is voor Bluetooth
Opmerking
Als een ander apparaat dan de Bluetooth-
adapter, zoals een geheugenkaart, camera, PC of
ander USB-geheugen of een USB-kabel is
aangesloten op een van de sleuven voor
geheugenkaarten, de PictBridge/EXT
INTERFACE-aansluiting of de USB-
aansluiting van uw printer, verbreek dan de
aansluiting daarvan met de printer en sluit
daarna de Bluetooth-adapter aan.
Druk af vanaf de voor Bluetooth
geschikte mobiele telefoon of vanaf een
ander apparaat.
Raadpleeg voor de procedures voor het
afdrukken de handleiding van het Bluetooth-
apparaat dat u gebruikt.
Om een printer te selecteren vanaf een
Bluetooth-geschikt apparaat, selecteer:
"Sony DPP-FP85 ##"/"Sony DPP-FP95 ##".
("##" staat voor de twee cijfers van acht de
rechterkant van het adres weergegeven in het
LCD-scherm.)
Wanneer een invoer van een
wachtwoord* wordt gevraagd
Voer "0000". U kunt met de printer het
wachtwoord niet wijzigen.
* Het wachtwoord wordt vaak
"toegangssleutel" of "Pincode"
genoemd.
1 Plaats een geheugenkaart in de
juiste geheugenkaartsleuf van de
printer.
Plaats een geheugenkaart waarop u alleen
een afbeelding wilt opslaan voor
verzenden.
Het Bluetooth opslagmodusvenster wordt
weergegeven.
2 Een afbeelding overzetten van de
Bluetooth-geschikte mobiele
telefoon of ander apparaat.
Voer vergelijkbare procedures uit als u
een afbeelding afdrukt. Zie de
gebruiksinstructies van het Bluetooth-
geschikte apparaat dat u gebruikt voor
nadere gegevens.
Het verzonden beeld wordt opgeslagen op
de geheugenkaart.
Afdrukken
Een afbeelding overzetten op
een geheugenkaart
Vervolg
50
NL
Opmerkingen
Gebruik de
DPPA-BT1 niet buiten het gebied van
aankoop. In bepaalde gebieden bent u, als u dit
product gebruikt, mogelijk in overtreding van de
voorschriften voor radiofrequentie en kunt u een
boete opgelegd krijgen.
De communicatieafstand van het product kan
variëren afhankelijk van de obstakels tussen het
product (een menselijk lichaam, een metalen
voorwerp of een muur) en de mobiele telefoon of
het andere apparaat.
De gevoeligheid van de Bluetooth-communicatie
kan onder de volgende omstandigheden worden
beïnvloed:
Wanneer er een obstakel staat tussen het product
en de mobiele telefoon of het andere product,
zoals een menselijk lichaam een metalen
voorwerp of een muur.
Waar een draadloze LAN is aangelegd of een
magnetron dichtbij wordt gebruikt, of waar een
andere elektromagnetische golf wordt uitgezonden.
Aangezien een Bluetooth-apparaat en een draadloze
LAN (IEEE802.11b/g) in hetzelfde frequentiebereik
zitten, kunnen zich storingen voordoen wanneer het
product wordt gebruikt bij een apparaat dat is
uitgerust met een draadloze LAN. Het kan zijn dat de
communicatiesnelheid en de kwaliteit van de
verbinding hierdoor nadelig worden beïnvloed.
Neem de volgende maatregelen als dit zich voordoet:
Houd een afstand aan van ten minste 10 m tot een
draadloze LAN wanneer u een verbinding tot stand
brengt tussen het product en de mobiele telefoon.
Zet het draadloze LAN uit als u het product op
een afstand van minder dan 10 m van een
draadloze LAN-apparaat gebruikt.
Het is niet zo dat dit product gegarandeerd goed
werkt met alle apparaten die zijn uitgerust met
draadloze Bluetooth-technologie.
Sony is niet verantwoordelijk voor het eventueel
lekken van informatie veroorzaakt door de
Bluetooth-gegevensuitwisseling.
Sony accepteert geen aansprakelijkheid van fouten
waardoor niet wordt voldaan aan de veiligheidseisen,
als deze fouten zijn veroorzaakt door niet aanbevolen
wijzigingen of gebruik van het product.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw printer
voor informatie over klantondersteuning.
PVoorzichtigheid
Radiogolven van een Bluetooth-apparaat kunnen
de werking van elektrische en medische apparaten
nadelig beïnvloeden en kunnen leiden tot
ongelukken die het gevolg zijn van storingen. Het
is belangrijk dat u het product en de mobiele
telefoon uitzet en dit product niet gebruikt op de
volgende plaatsen:
In medische klinieken en ziekenhuizen, treinen,
vliegtuigen, tankstations of andere plaatsen
waar ontvlambare gas vrij kan komen.
In de buurt van automatische deuren of
brandalarmen of andere automatisch bestuurde
apparaten.
Houd dit product ten minste 22 cm verwijderd van
pacemakers. Radiogolven die door dit product
worden uitgezonden, kunnen de werking van
pacemakers nadelig beïnvloeden.
Haal dit product niet uit elkaar en breng er geen
wijzigingen in aan. Als u dat doet, loopt u het
risico van een elektrische schok of het risico dat er
brand ontstaat.
51
NL
Afdrukken vanaf een PC
Afdrukken vanaf een PC
Afdrukken vanaf een PC
U kunt de afbeeldingen afdrukken vanaf een
PC als u de geleverde software op uw PC
installeert en een verbinding met de printer tot
stand brengt.
In dit hoofdstuk vindt u uitleg bij het installeren
van de geleverde software op uw PC en bij het
gebruik van de Picture Motion Browser-
software voor het afdrukken van een
afbeelding.
Raadpleeg ook de bedieningsinstructies die bij
uw Pc zijn meegeleverd voor informatie over
bediening van de PC.
U hoeft de software alleen te installeren
wanneer u de printer voor de eerste keer op de
PC aansluit.
Op de geleverde CD-ROM
Op de geleverde CD-ROM staat de volgende
software:
Printerstuurprogramma voor de DPP-FP85/
FP95: De software beschrijft de eisen die de
printer stelt en maakt het afdrukken vanaf de
PC mogelijk.
Picture Motion Browser: Sony’s
oorspronkelijke software-applicatie die het u
mogelijk maakt foto's en bewegende beelden
te bewerken—dit bevat het vastleggen,
beheren, verwerken en afdrukken.
De software installeren
U kunt het geleverde printerstuurprogramma en
Picture Motion Browser alleen gebruiken als
uw PC aan de volgende vereisten voldoet:
Systeemvereisten
Besturingsy
steem (
*1
)
Microsoft Windows Vista (
*2
)/
Windows XP SP2 (
*2
)/Windows
2000 Professional SP4 (Af-fabriek
geïnstalleerd)
(
*1
) Deze printerbesturing werkt niet op
Windows 2000 Professional SP2 of
eerdere systemen, of Windows Me
of eerdere besturingssystemen.
Deze printer werkt niet op
Macintosh.
(
*2
) De Picture Motion Browser, 64-bit
edities en start (Editie) worden niet
ondersteund.
CPU: Pentium III 500MHz of sneller
(Pentium III 800MHz of sneller
wordt aanbevolen.)
RAM: 256 MB of meer (512 MB of meer
wordt aanbevolen.)
Ruimte op
de harde
schijf:
400 MB of meer (Afhankelijk van
de Windows-versie die u gebruikt,
zal meer ruimte nodig zijn. Voor
het bewerken van gegevens van de
afbeeldingen zult u nog extra
ruimte op de harde schijf nodig
hebben.)
Scherminst
elling:
Schermresolutie: 1024 × 768 pixels
of meer aanbevolen
Schermkleuren: Hoge Kleuren (16-
bit) of meer
Aansluiting USB-aansluiting
Station CD-ROM station (te gebruiken
voor software-installatie)
Vervolg
52
NL
Opmerkingen
Als u een hub gebruikt voor de aansluiting tussen
de printer en uw PC, of als u twee of meer USB-
apparaten, waaronder andere printers aansluit op
uw PC, kunnen er storingen optreden. Als deze
zich voordoen, breng dan de aansluiting tussen uw
PC en de printer op eenvoudiger wijze tot stand.
U kunt de printer niet bedienen vanaf een ander
USB-apparaat dat tegelijkertijd wordt gebruikt.
Haal de USB-kabel niet los van de printer en sluit
de kabel niet aan op de printer terwijl er
gegevenscommunicatie plaatsvindt of afdrukken
worden gemaakt. Mogelijk zal de printer dan niet
goed werken.
De printer ondersteunt geen standby, slaap en
diepe slaap-standen en het opnieuw starten vanaf
die standen. Sta de PC die met de printer
verbonden is niet toe om naar een van die standen
te schakelen tijdens het afdrukken. Als u dat doet
kan het afdrukken mislukken.
Als het afdrukken mislukt is, ontkoppel dan een
USB-kabel en sluit die weer aan of start uw
computer opnieuw op. Probeer het afdrukken
vervolgens opnieuw.
Als u een lopende afdrukopdracht pauzeert en het
afdrukken na enige tijd hervat, zal het afdrukken
mogelijk niet correct worden uitgevoerd.
Wij kunnen niet garanderen dat bewerkingen op
alle PC’s goed verlopen, ook al wordt aan de
systeemvereisten voldaan of worden deze
overschreden.
Picture Motion Browser ondersteunt DirectX-
technologie en het kan nodig zijn DirectX te
moeten installeren.
DirectX is beschikbaar op de CD-ROM.
Als de Picture Motion Browser wordt geïnstalleerd
op een PC waarop de Cyber-shot Viewer al is
geïnstalleerd, wordt de Cyber-shot Viewer
overschreven en vervangen door de Picture Motion
Browser. De bladermappen worden, wanneer zij
eenmaal zijn geïnstalleerd in de Cyber-shot
Viewer, automatisch geregistreerd in de Picture
Motion Browser. Wanneer u de Picture Motion
Browser gebruikt, kunt u de mappen gemakkelijker
bekijken dan wanneer u de Cyber-shot Viewer
gebruikt, omdat de geregistreerde mappen per
groep worden weergegeven, wanneer u mappen
bekijkt. De Picture Motion Browser biedt
krachtiger bewerkingsfuncties, zoals verbeterde
aanpassing van het rode-ogeneffect en een nieuw
toegevoegde tint-curveaanpassing. U kunt de
software ook gebruiken om gegevens te schrijven
op een externe geheugenkaart die u met u mee kunt
nemen.
Vorig onderstaande procedures voor het
installeren van het printerstuurprogramma.
Opmerkingen
Sluit de printer niet aan op de PC, voordat u het
printerstuurprogramma installeert.
Log in op Windows met een "Beheerder van deze
computer"-gebruikers-account.
Het is belangrijk dat u alle actieve programma's
afsluit voordat u de software installeert.
De weergegeven dialoogvensters in dit hoofdstuk
zijn van Windows Vista, tenzij anders wordt
vermeld. De installatieprocedures en de
dialoogvensters die worden getoond, variëren
afhankelijk van het besturingsprogramma.
1 Zet uw PC aan, start Windows, leg
de geleverde CD-ROM in het
CD-ROM-station van uw PC.
Het installatievenster wordt nu
weergegeven.
Opmerkingen
Als het installatievenster niet automatisch
wordt weergegeven, dubbelklikt u op de
"Setup.exe" van de CD-ROM.
In Windows Vista, kan het AutoPlay-
venster verschijnen. Zelfs als dit gebeurt,
selecteert u "Setup.exe" en volgt u de
instructies op het scherm. Als het scherm
dat wordt gebruikt voor het besturen van
het gebruikersaccount wordt weergegeven,
selecteert u "Verdergaan".
Het printerstuurprogramma
installeren
53
NL
Afdrukken vanaf een PC
2 Klik op "Bezig met installeren van
printerstuurprogramma".
Het dialoogvenster "InstallShield Wizard"
wordt weergegeven.
3 Klik op "Volgende".
Het dialoogvenster voor de
licentieovereenkomst wordt weergegeven.
4 Lees de overeenkomst grondig door
en vink, als u ermee instemt, "Ik ga
akkoord met de voorwaarden van
de licentieovereenkomst" aan en klik
op "Volgende".
5 Klik op "Installeren".
De installatie wordt gestart.
6 Wanneer het dialoogvenster "Het
printerstuurprogramma Sony DPP-
FP85/FP95 is geïnstalleerd." wordt
weergegeven, klikt u op "Voltooien".
7 Druk op de 1 (aan/stand-by)
schakelaar om de printer aan te
zetten.
8 Breng met behulp van een USB-
kabel (niet bijgeleverd) een
verbinding tot stand tussen de USB-
aansluitingen van de printer en uw
PC.
De installatie van het
printerstuurprogramma wordt automatisch
gestart.
Opmerking
Gebruik een USB-kabel van het B-type die
korter is dan 3 m.
9 Wacht even en controleer
vervolgens of "Sony DPP-FP85" of
"Sony DPP-FP95" is toegevoegd
aan de "Printer" of "Printers en
faxapparaten".
10 Wanneer de installatie is voltooid,
verwijdert u de CD-ROM uit uw PC
en bergt u de CD-ROM op zodat u
deze ook later nog kunt gebruiken.
Als u verder wilt gaan met het installeren
van de Picture Motion Browser-software,
volgt u de procedures vanaf stap 2 op
pagina 55.
Naar USB-
aansluiting
Naar USB-aansluiting
Windows PC
Vervolg
54
NL
Opmerkingen
Als de installatie mislukt, verbreek dan de
aansluiting van de printer met uw PC, start uw PC
opnieuw op en voer de installatieprocedure vanaf
stap 1 opnieuw uit.
Na de installatie is de "Sony DPP-FP85" of the
"Sony DPP-FP95" nog niet ingesteld als de
standaardprinter. Stel voor iedere applicatie de
printer in die u gebruikt.
Als u het printerstuurprogramma deïnstalleert of
opnieuw installeert, hebt u de CD-ROM nodig.
Bewaar het voor mogelijk toekomstig gebruik.
Lees, voordat u de printer gebruikt, het bestand
Readme door (de map Readme van de CD-ROM c
Engelse map c Readme.txt).
Wanneer de software is geïnstalleerd
Het pictogram wordt weergegeven op het
bureaublad van Windows evenals een
snelkoppeling naar de website zodat u zich als
gebruiker van de printer kunt registreren. Nadat
u klaar bent met de registratie, kunt u
informatie over ondersteuning vinden op: http:/
/www.sony.net/registration/di/
Wanneer het printerstuurprogramma niet meer
nodig is, volg dan onderstaande procedure om
het te verwijderen.
1 Koppel de USB-kabel (niet
bijgeleverd) los tussen de printer en
de PC.
2 Plaats de bijgeleverde CD-ROM in
het CD-ROM-station van uw PC.
Het installatievenster wordt nu
weergegeven.
Opmerking
Als het installatievenster niet automatisch wordt
weergegeven, dubbelklikt u op de "Setup.exe"
van de CD-ROM.
3 Klik op "Bezig met installeren van
printerstuurprogramma".
Het dialoogvenster "InstallShield Wizard"
wordt weergegeven.
4 Klik op "Volgende".
Het dialoogvenster voor de
licentieovereenkomst wordt weergegeven.
5 Lees de overeenkomst grondig door
en vink, als u ermee instemt, "Ik ga
akkoord met de voorwaarden van
de licentieovereenkomst" aan en klik
op "Volgende".
Het dialoogvenster voor de bevestiging
dat wordt gebruikt voor het verwijderen
van de software, wordt weergegeven.
6 Klik op "Ja".
Het dialoogvenster voor bevestiging dat
wordt gebruikt voor het opnieuw starten,
wordt weergegeven.
7 Vink "Ja, ik wil mijn computer nu
opnieuw opstarten" aan en klik
op"OK".
Wanneer u de computer opnieuw opstart,
worden de relevante bestanden verwijderd
en wordt het deïnstalleren voltooid.
Het printerstuurprogramma
deïnstalleren
55
NL
Afdrukken vanaf een PC
Volg onderstaande procedures voor het
installeren van de Picture Motion Browser.
Opmerkingen
Log in op Windows met een "Beheerder van deze
computer"-gebruikers-account.
Het is belangrijk dat u alle actieve programma's
afsluit voordat u de software installeert.
De weergegeven dialoogvensters in dit hoofdstuk
zijn van Windows Vista, tenzij anders wordt
vermeld. De installatieprocedures en de
dialoogvensters die worden getoond, variëren
afhankelijk van het besturingsprogramma.
1 Zet uw PC aan, start Windows, leg
de geleverde CD-ROM in het
CD-ROM-station van uw PC.
Het installatievenster wordt weergegeven.
2 Klik op "Bezig met installeren van
Picture Motion Browser".
Het dialoogvenster "Taal voor de
installatie kiezen" wordt weergegeven.
3 Selecteer uw taal en klik op
"Volgende".
Het dialoogvenster "InstallShield Wizard"
wordt weergegeven.
4 Klik op "Volgende".
Het dialoogvenster voor de
licentieovereenkomst wordt weergegeven.
5 Lees de overeenkomst grondig door
en vink, als u ermee instemt, "Ik ga
akkoord met de voorwaarden van
de licentieovereenkomst" aan en klik
op "Volgende".
Het dialoogvenster waarin wordt vermeld
dat het programma kan worden
geïnstalleerd, wordt weergegeven.
6 Klik op "Installeren" en vervolg de
installatie door de instructies op het
scherm te volgen.
Volg, wanneer u wordt gevraagd uw PC
opnieuw te starten, de weergegeven
instructies en start uw PC opnieuw op.
7 Wanneer de installatie is voltooid,
verwijdert u de CD-ROM uit uw PC
en bergt u de CD-ROM op zodat u
deze ook later nog kunt gebruiken.
Opmerkingen
Voer, als de installatie niet lukt, de
installatieprocedures vanaf stap 2 opnieuw uit.
Als u Picture Motion Browser de-installeert of
opnieuw installeert, hebt u de geleverde CD-ROM
nodig. Bewaar de CD-ROM goed zodat u deze
later nog kunt gebruiken.
Installeren van de Picture
Motion Browser
Vervolg
56
NL
Verwijder deze software als volgt van uw PC,
als u deze niet langer meer nodig hebt:
1 Klik op "Start"-"Configuratiescherm".
Het Configuratiescherm wordt
weergegeven.
2 Open "Software".
3 Selecteer "Sony Picture Utility" en
klik op"Wijzigen/Verwijderen".
Het deïnstallatieproces van de software
wordt gestart.
Foto's afdrukken vanaf
de Picture Motion
Browser
U kunt met behulp van de Picture Motion
Browser vanaf uw PC een afbeelding
afdrukken op P size afdrukpapier.
1 Start het Picture Motion Browser-
venster en gebruik daarvoor één
van de volgende methoden:
Dubbelklik op (Picture Motion
Browser) op het bureaublad van
Windows.
Klik op "Start"-"Alle programma’s" (of
"Programma’s" in Windows 2000)-
"Sony Picture Utility"-"Picture Motion
Browser".
Wanneer u de Picture Motion Browser
voor het eerst start, wordt het
dialoogvenster voor het registreren van
een bekeken map weergegeven. Klik, als
er al afbeeldingen zijn opgeslagen in de
map "Afbeeldingen", op "Nu registreren".
Als u afbeeldingen hebt opgeslagen in een
andere folder dan "Afbeeldingen", klik
dan op "Later registreren". Lees "Een
bladermap registreren" op pagina 60.
Tip
In Windows XP/Windows 2000, lees
"Afbeeldingen" als "Mijn afbeeldingen".
De-installeren van de Picture
Motion Browser
57
NL
Afdrukken vanaf een PC
Zo gaat u naar de map
"Afbeeldingen"
In Windows 2000:
Klik op "Mijn documenten"-
"Afbeeldingen" op het bureaublad.
In Windows Vista/XP:
Klik op "Start"-"Afbeeldingen" in de
taakbalk.
2 Klik op "Start".
Het hoofdvenster van de Picture Motion
Browser wordt weergegeven.
In het hoofdvenster zijn de volgende twee
weergaven mogelijk. U kunt een andere
weergave kiezen door op het tabblad
"Mappen" of "Kalender" in het
rechterkader te klikken.
"Mappen"-weergave
De afbeeldingen worden geordend in de
geregistreerde mappen en worden
weergegeven als miniaturen.
"Kalender"-weergave
De afbeeldingen worden geordend op
opnamedatum en worden weergegeven
als miniaturen op de datums van de
kalender. In de weergave "Kalender"
kunt u de weergave kiezen op jaar, op
maand of op uur.
In dit hoofdstuk worden vensters met
"Mappen"-weergave gebruikt als
voorbeelden.
3 Klik op de map die de foto's bevat
die u wilt afdrukken.
Als voorbeeld wordt de "sample"-map
geselecteerd in de volgende uitleg.
4 Selecteer de foto's die u wilt
afdrukken en klik op (afdrukken).
Het dialoogvenster Afdrukken wordt
weergegeven.
5 Selecteer in de keuzelijst "Printer"
"Sony DPP-FP85" of "Sony DPP-
FP95". Ga naar stap 6 als u de
papierstand of andere afdrukopties
wilt instellen. Om af te drukken, ga
naar stap 11.
Items Functies
Printer Selecteer de printer die u
gebruikt: "Sony DPP-FP85" of
"Sony DPP-FP95".
Papierfor-
maat
Klik op "Eigenschappen" als u
het formaat wilt wijzigen.
Opmerking: In sommige
regio's wordt L size
afdrukpapier niet verkocht.
Eigen-
schappen
Geeft papierformaat, oriëntatie,
beeldkwaliteit en andere
bijzonderheden op.
Afdrukop-
ties
Zoom in op de afbeelding
totdat het afdrukgebied is
gevuld*: Als u dit hebt
aangekruist, wordt een
afbeelding over het gehele
afdrukgebied van het papier
afgedrukt. Mogelijk wordt er
een rand van de foto
afgesneden. Als u dit niet
hebt aangevinkt, wordt een
afbeelding volledig zonder
bijsnijdingen afgedrukt
zonder.
*Als u een randloze afdruk
maakt, dient u deze optie aan
te vinken.
Opnamedatum afdrukken:
Als u dit hebt aangekruist,
wordt een afbeelding met de
datum van de opname
afgedrukt als de afbeelding
een bestand is dat is
opgenomen in de DCF-
indeling (DCF-Design rule
for Camera File system).
Vervolg
58
NL
6 Klik op "Eigenschappen" als u de
papierstand of andere afdrukopties
wilt instellen.
Het dialoogvenster "Eigenschappen" van
de geselecteerde printer wordt
weergegeven. Het printerstuurprogramma
van de printer gebruikt de Universal
Printer Driver, een door Microsoft
veelgebruikt printerstuurprogramma. In de
dialoogvensters staan enkele onderdelen
die niet in deze printer worden gebruikt.
7 In het tabblad "Indeling" geeft u de
oriëntatie van het papier op of
andere opties.
8 Klik op "Geavanceerd".
Het dialoogvenster "Geavanceerde opties
voor Sony DPP-FP85/FP95" wordt
weergegeven.
Items Functies
Afdrukstand Selecteer de oriëntatie van een
afbeelding wanneer deze wordt
afgedrukt:
Staand
Liggend
Paginavolgo-
rde
Selecteer de volgorde van de
pagina's wanneer deze worden
afgedrukt:
Vooraan beginnen
Achteraan beginnen
Pagina’s per
vel
Geef het aantal kopieën per vel
op dat wordt afgedrukt.
Selecteer "1".
Geavanceerd Geeft het papierformaat op of
andere opties.
Items Functies
Papier/
uitvoer
Papierformaat: Selecteer in
de keuzelijst het
papierformaat dat u werkelijk
gebruikt voor het afdrukken:
P size (briefkaartformaat)/L
size
Opmerking: In sommige
regio's wordt L size
afdrukpapier niet verkocht.
Aantal afdrukken: Geef het
aantal kopieën op dat wordt
afgedrukt.
Grafisch -
Image
Color Man-
agement
ICM-methode: De printer
ondersteunt niet de
instellingen van de ICM-
methode. Zelfs als u een
andere optie selecteert dan
"ICM uitgeschakeld" zullen
de afdrukresultaten de
instelling niet weergeven.
Laat de optie zoals deze is
ingesteld.
ICM-opzet: De printer
ondersteunt niet de ICM
Intent-instellingen. Laat de
optie zoals deze is ingesteld.
59
NL
Afdrukken vanaf een PC
9 In het tabblad "Papier/Kwaliteit"
geeft u de kleur of papierbron op.
10 Klik op "OK".
Het dialoogvenster "Afdrukken" wordt
weer weergegeven.
11 Klik op "Afdrukken".
Het afdrukken wordt gestart. Zie voor de
nadere bijzonderheden over de
eigenschappen van de Picture Motion
Browser de Picture Motion Browser Help.
Opmerking
U kunt niet een bestand van bewegende beelden of
bestanden van RAW-gegevens afdrukken.
Documen-
topties
Geavanceerde
printerfuncties: Selecteer
"Ingeschakeld" als u de
geavanceerde afdrukopties
wilt inschakelen, zoals
"Paginavolgorde". Schakel
deze functie uit als er zich
problemen met de
compatibiliteit voordoen.
Kleurenafdrukmodus:
Selecteer "Ware kleuren (24
bpp)" als u in kleur wilt
afdrukken. Selecteer
"Monochroom" als u in
monochroom wilt afdrukken.
Printer-
functies
Afdrukken zonder rand:
Selecteer "Aan" als u een
afbeelding randloos wilt
afdrukken. Selecteer "Uit"
als u randloos wilt
afdrukken. Afhankelijk van
de applicatie-software wordt
een afbeelding met een
randen afgedrukt, ook als
"Aan" is geselecteerd. Stel
een afbeelding die u wilt
afdrukken volledig in binnen
het afdrukbereik.
Auto Fine Print 5: Kies uit
"Foto", "Levendig", of "Uit".
Wanneer u "Foto" of
"Levendig" selecteert,
selecteer dan "ICM
uitgeschakeld" voor "ICM-
methode". Er wordt niet
zoals bij Direct Afdrukken
vanaf een geheugenkaart,
gebruik gemaakt van Exif-
gegevens.
Auto Touch-Up: Selecteer
"Aan" of "Uit". Wanneer u
"Aan" selecteert, selecteer
dan "ICM uitgeschakeld"
voor "ICM-methode". Er
wordt niet zoals bij Direct
Afdrukken vanaf een
geheugenkaart, gebruik
gemaakt van Exif-gegevens.
Zie voor nadere
bijzonderheden pagina 20.
Kleurinstelling: U kunt R
(rood), G (groen), B (blauw)
en de instellingen voor de
scherpte wijzigen. Zie voor
nadere bijzonderheden
pagina 40.
Items Functies
Items Functies
Ladeselectie Selecteer uit de "Papierinvoer"
vervolgkeuzelijst "Automatisch
selecteren".
Kleur Selecteer "Kleur" als u in kleur
wilt afdrukken. Selecteer
"Black & White" (Zwart-wit)
als u in monochroom wilt
afdrukken.
Geavan-
ceerd
Het dialoogvenster
"Geavanceerde opties voor
Sony DPP-FP85/FP95" wordt
weergegeven. (pagina 58) Zie
voor nadere bijzonderheden
stap 8.
Vervolg
60
NL
Tips
Klik als u een reeks stilstaande beelden in het
afbeeldingengebied van het hoofdvenster wilt
selecteren, op de eerste afbeelding van de reeks en
klik daarna op de laatste afbeelding terwijl u de
Shift-toets ingedrukt houdt. U kunt meerdere
stilstaande beelden die niet een reeks vormen,
selecteren door één voor één op de afbeeldingen te
klikken terwijl u de Ctrl-toets ingedrukt houdt.
U kunt ook afdrukken vanuit een afdrukvoorbeeld
van een afbeelding.
In de Picture Motion Browser kunt u niet direct
afbeeldingen weergeven die zijn opgeslagen op
de harddisk van de PC. Eerst moet u de
bladermap als volgt registreren:
1 Klik op "Bestand"-"Weergegeven
map registreren", of klik op .
Het dialoogvenster "Mappen registreren
voor weergave" wordt weergegeven.
2 Selecteer de map die u wilt
registreren en klik op "Registreren".
Opmerking
U kunt niet het gehele station registreren.
Het dialoogvenster voor bevestiging van
de registratie wordt weergegeven.
3 Klik op "Ja".
De registratie van de informatie van de
afbeelding in de database wordt gestart.
4 Klik op "Sluiten".
Opmerkingen
De map die u selecteert als bestemming
van de geïmporteerde afbeeldingen wordt
automatisch geregistreerd.
U kunt de registratie van de map die u hier
registreert, niet annuleren.
Een andere bladermap kiezen
Klik op "Extra"-"Instelling"-"Weergegeven
mappen".
Tips
Als er een submap staat in de bronmap, worden de
afbeeldingen in de submap ook geregistreerd.
Wanneer de software voor het eerst wordt gestart,
wordt een melding getoond waarin u wordt
gevraagd "Afbeeldingen" te registreren.
Afhankelijk van het aantal afbeeldingen kan het
registreren van afbeeldingen wel enkele tientallen
minuten duren.
1 Dubbelklik op het printer-pictogram
op de taakbalk en open het
dialoogvenster "Afdrukken".
2 Klik op de naam van het document
waarvan u het afdrukken wilt
annuleren en klik daarna op
"Annuleren" in het menu
"Document".
Het dialoogvenster dat wordt gebruikt
voor de bevestiging van het verwijderen,
wordt weergegeven.
3 Klik op "Ja".
De afdruktaak wordt geannuleerd.
Opmerking
Verwijder niet een taak die wordt afgedrukt. Als u dat
doet, zou dat een papierstoring tot gevolg kunnen
hebben.
Een bladermap registreren
Afdrukken stoppen
61
NL
Afdrukken vanaf een PC
U kunt met in de handel verkrijgbaar
softwareapplicatie een afbeelding op de DPP-
FP85/FP95 afdrukken. Selecteer "DPP-FP85"
of "DPP-FP95" als printer in het afdruk-
dialoogvenster en selecteer het papierformaat
in het dialoogvenster voor de pagina-opmaak.
Zie pagina 58 voor verdere gegevens over de
afdrukinstellingen.
Over de instelling "Afdrukken zonder
rand" in "Printerfuncties"
Wanneer u een andere applicatie gebruikt dan
de Picture Motion Browser, kan het zijn dat een
afbeelding wordt afgedrukt met randen ook als
u "Aan" selecteert voor "Afdrukken zonder
rand" in "Printerfuncties" van het
dialoogvenster "Geavanceerde opties voor
Sony DPP-FP85/FP95".
Wanneer u de randloze afdrukoptie selecteert,
wordt de informatie van het afdrukbereik voor
randloze afdrukken aangeboden aan de
applicatie. Sommige applicaties zullen echter
misschien de afbeelding rangschikken en
afdrukken met randen binnen het opgegeven
bereik.
Als dit gebeurt, kunt u een afbeelding
afdrukken zonder randen door als volgt te werk
te gaan:
Wanneer u een afdrukbereik kunt instellen
met een applicatie, stelt u een afbeelding die
u wilt afdrukken volledig in binnen het
beschikbare afdrukbereik. Selecteer
bijvoorbeeld "Fotoafdruk op volledige
pagina" of een vergelijkbare optie.
Instelling van de oriëntatie
Afhankelijk van de softwareapplicatie die u
gebruikt zal de oriëntatie misschien niet
veranderen als u de instelling Portret of
Landschap wijzigt.
Met de instelling Randen/Geen rand van
het printerstuurprogramma
Wanneer de softwareapplicatie die u gebruikt,
de instelling Randen/Geen rand heeft,
adviseren wij dat u "Aan" voor "Afdrukken
zonder rand" selecteert in "Printerfuncties" van
het dialoogvenster "Geavanceerde opties voor
Sony DPP-FP85/FP95" zoals de instelling van
het printerstuurprogramma.
Instelling aantal afdrukken
Afhankelijk van de softwareapplicatie die u
gebruikt, kan de gebruikte instelling voor het
aantal afdrukken prioriteit hebben over de
instelling die is opgegeven in het
dialoogvenster van het printerstuurprogramma.
Afdrukken vanuit in de handel
verkrijgbare
softwareapplicatie
62
NL
Foutmeldingen
Als een foutmelding verschijnt
Als er zich een fout voordoet, kunnen de volgende foutmeldingen op het LCD-scherm worden
weergegeven.
Volg het hier beschreven proces voor het oplossen van het probleem.
Printer
Geheugenkaarten en externe apparaat
Foutmeldingen Betekenis/Oplossingen
Fout in printer. Schakel uit en in en
probeer het opnieuw. (Lees handleiding
als probleem herhaalt.)
c Er heeft zich een fout voorgedaan met de printer. Trek
de stekker van het netsnoer van de printer uit het
stopcontact, steek de stekker weer in het stopcontact en
probeer opnieuw of u de printer kunt bedienen. Vraag
advies aan uw Sony-dealer of aan het Sony-
servicecentrum, als dit weer gebeurt.
Foutmeldingen Betekenis/Oplossingen
Geen Memory Stick.
(Vergelijkbare meldingen voor een
CompactFlash-kaart, SD-kaart, xD-
Picture Card en extern apparaat.)
c Een geheugenkaart of een extern apparaat is niet in de
daarvoor bestemde sleuf gestoken. Of het externe
apparaat is niet aangesloten. Zet de geheugenkaart of
het externe apparaat in. (.pagina’s 15, 46)
Er is een niet-compatibele Memory
Stick geplaatst.
(Vergelijkbare meldingen voor een
CompactFlash-kaart, SD-kaart, xD-
Picture Card en extern apparaat.)
c Er is een niet door de printer ondersteund(e)
geheugenkaart of extern apparaat ingezet. Gebruik een
geschikte geheugenkaart of een geschikt apparaat.
(.pagina’s 80 tot 82)
Geen afbeeldingsbest. c Er staan op de geheugenkaart of op een extern apparaat
geen bestanden van afbeeldingen die de printer kan
verwerken. Sluit een geheugenkaart of apparaat aan
waarop afbeeldingen staan die met de printer kunnen
worden weergegeven.
Geen DPOF-bestand. c Er zijn geen bestanden van afbeeldingen met DPOF-
instelling op de geheugenkaart of op het externe
apparaat. Geef het afdruk-merkteken (DPOF) op met
uw camera.
Kan geen beveiligde afbeelding
verwijderen.
c Als u een afbeelding die is beveiligd wilt verwijderen,
moet u de beveiliging ongedaan maken met uw
camera.
U kunt geen DPOF-afbeelding
verwijderen.
c Annuleer het afdruk-merkteken (DPOF) op uw camera
als u een afbeelding met een DPOF-instelling wilt
verwijderen.
63
NL
Foutmeldingen
Externe apparaten en apparaten die geschikt zijn voor PictBridge
Beveiligd. Annuleer beveiliging en
probeer het opnieuw.
c De "Memory Stick" is tegen schrijven beveiligd. Hef
de schrijfbeveiliging op.
De Memory Stick is vol.
(Vergelijkbare meldingen voor een
CompactFlash-kaart, SD-kaart, xD-
Picture Card en extern apparaat.)
c Er is geen vrije geheugenruimte op de geselecteerde
geheugenkaart of een extern apparaat. Verwijder
afbeeldingen die u niet meer wilt bewaren of vervang
de geheugenkaart of het externe apparaat door één die/
dat voldoende geheugenruimte heeft.
Er is een probleem met de Memory
Stick.
(Vergelijkbare meldingen voor een
CompactFlash-kaart, SD-kaart, xD-
Picture Card en extern apparaat.)
c Misschien heeft zich een fout voorgedaan. Als deze
meldingen vaak verschijnen, controleer dan de status
van de geheugenkaart of een extern apparaat met een
ander apparaat.
In het geval van een extern apparaat
Een extern apparaat zou tegen schrijven beveiligd
kunnen zijn. Hef de instelling van de schrijfbeveiliging
van het apparaat dat u gebruikt, op. Een intern
geheugen van een digitale camera kan tegen schrijven
zijn beveiligd.
Schrijffout in Memory Stick.
(Vergelijkbare meldingen voor een
CompactFlash-kaart, SD-kaart, xD-
Picture Card en extern apparaat.)
Formatteerfout Memory Stick.
Het bewerken van de afbeelding wordt
voltooid. Wilt u de afbeelding opslaan?
c Een beveiligde "Memory Stick" is ingezet. Als u de
afbeeldingen wilt opslaan of bewerken met de printer,
hef dan de beveiliging op met het apparaat dat u
gebruikt.
Foutmeldingen Betekenis/Oplossingen
Incompatibel USB-apparaat. Controleer
USB-instelling.
c Er is misschien een USB apparaat aangesloten dat niet
door de printer wordt ondersteund. Of de USB-
instellingen van het aangesloten apparaat zijn niet
geschikt. Raadpleeg de bedieningsinstructies van het
USB-apparaat dat u gebruikt.
USB-hub of apparaat met ingeb. hub
niet onderst.
c Sluit het apparaat direct aan op de printer of gebruik
een apparaat dat niet voorzien is van een USB-hub-
functie.
Schrijffout in extern apparaat. c Het externe apparaat zou tegen schrijven beveiligd
kunnen zijn. Hef de instelling van de schrijfbeveiliging
van het apparaat dat u gebruikt, op. Het intern
geheugen van een digitale camera kan tegen schrijven
zijn beveiligd.
Foutmeldingen Betekenis/Oplossingen
Vervolg
64
NL
Inktlint
Afdrukpapier
Foutmeldingen Betekenis/Oplossingen
Geen inktlint. Plaats een P size inktlint
en druk op [PRINT].
c Het inktlint is niet in de printer gezet. Zet het inktlint in
de printer. (.pagina 9)
Als "reinigingscartridge" wordt weergegeven, zet dan
de reinigingscartridge in. (.pagina 78)
Einde inktlint. c Vervang het huidige inktlint met een nieuw inktlint.
(.pagina 9)
Einde inktlint. Plaats een P size inktlint
en druk op [PRINT].
Verkeerd type inktlint. Plaats een P size
inktlint en druk op [PRINT].
c Zet een inktlint in en leg afdrukpapier van het
weergegeven formaat in. (.pagina 9)
Foutmeldingen Betekenis/Oplossingen
Geen papierlade. Plaats een papierlade
met P size printer papier en druk op
[PRINT].
c Er ligt geen afdrukpapier in de printer.
De papierlade is niet in de printer gezet.
Het afdrukpapier is niet in de papierlade gelegd.
Het afdrukpapier is op.
Leg in elk van de gevallen afdrukpapier in de lade en
zet de papierlade in de printer. (.pagina 10)
Geen afdrukpapier. Plaats afdrukpapier
voor P Size en druk op [PRINT].
Reinigingsvel niet geplaatst. Plaats
reinigingsvel en druk op [PRINT].
c Er zit geen reinigingsvel in de papierlade. Leg het
reinigingsvel in de papierlade en zet de papierlade in
de printer.
Verkeerd afdrukpapier. Plaats
afdrukpapier voor P Size en druk op
[PRINT].
c Het afdrukpapier en het inktlint horen niet bij elkaar.
Controleer het formaat van het inktlint dat in de printer
is gezet en stel het afdrukpapier in op een
overeenkomstig formaat. (.pagina 9, 10)
Papierstoring. Verwijder afdrukpapier. c Papier is vastgelopen. Zie "In het geval van
papierstoringen" (.pagina 77) en verwijder ieder
vastgelopen papier uit de printer. Neem contact op met
het Sony-servicecentrum als u het vastgelopen papier
niet kunt verwijderen.
65
NL
Oplossen van problemen
Oplossen van problemen
Als er problemen zijn
Volg, als u op problemen stuit bij het gebruik van de printer, de volgende aanwijzingen voor het
oplossen daarvan. Vraag advies aan uw Sony-dealer als het probleem blijft bestaan.
Netspanning
Afbeeldingen weergeven
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
De 1 (aan/
standby)-
schakelaar werkt
niet.
Is het netsnoer goed
aangesloten?
c Steek het netsnoer stevig in het
stopcontact. (.pagina 12)
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
Het LCD-scherm
geeft geen
afbeeldingen meer.
Is de geheugenkaart goed
ingezet en het externe
apparaat goed aangesloten?
c Zet de geheugenkaart goed in en sluit het
externe apparaat goed aan.
(.pagina 15, 46)
Staan er op de geheugenkaart
of op een extern apparaat
afbeeldingen die zijn
vastgelegd met een digitale
camera of een ander
apparaat?
c Zet een geheugenkaart in of sluit een
extern apparaat aan waarop vastgelegde
afbeeldingen staan.
c Controleer welke bestandsindelingen
kunnen worden afgedrukt met de printer.
(.pagina 83)
Is de bestandsindeling
geschikt voor de DCF?
c Als een afbeelding niet geschikt is voor de
DCF, dan is afdrukken met de printer
misschien niet mogelijk, ook al wordt de
afbeelding weergegeven op het scherm van
de PC.
Er verschijnen
geen afbeeldingen
op het LCD-
scherm en ook niet
op het scherm van
het TV-toestel.
Is de selectieschakelaar voor
het ingangssignaal van het
TV-toestel ingesteld op de
printer?
c Zelfs als de selectieschakelaar voor het
ingangssignaal van het TV-toestel is
ingesteld op de printer, zullen er geen
afbeeldingen worden weergegeven
wanneer een HDMI-kabel is aangesloten.
c Schakel de selectieschakelaar voor het
ingangssignaal van het TV-toestel over op
de printer. Of maak de HDMI-kabel los en
schakel de weergave over op het LCD-
scherm.
Sommige
afbeeldingen in de
indexweergave
worden niet
weergegeven of ze
worden niet
afgedrukt terwijl ze
wel worden
weergegeven.
Worden er miniatuur-
afbeeldingen weergegeven in
de indexweergave?
c Als de afbeelding wordt weergegeven
maar de afbeelding kan niet worden
afgedrukt, is het bestand dat wordt
gebruikt voor het afdrukken beschadigd.
c Als een afbeelding niet geschikt is voor
DCF (Design rule for Camera File-
systeem), dan is afdrukken met de printer
misschien niet mogelijk, ook al wordt de
afbeelding weergegeven op het scherm van
de PC.
Vervolg
66
NL
Sommige
afbeeldingen in de
indexweergave
worden niet
weergegeven of ze
worden niet
afgedrukt terwijl ze
wel worden
weergegeven.
Verschijnt het merkteken dat
hieronder wordt
weergegeven in de
indexweergave?
Is de afbeelding gemaakt op
uw PC?
c Als het links getoonde merkteken wordt
weergegeven, kan de afbeelding een
JPEG-bestand zijn dat is aangemaakt met
uw computer of de gegevens van de
miniatuur-afbeelding zijn niet beschikbaar.
Selecteer het merkteken en druk op ENTER
als u het afdrukvoorbeeld van de afbeelding
wilt weergeven. Als een afbeelding wordt
weergegeven, kunt u de afbeelding
afdrukken. Als hetzelfde merkteken weer
wordt weergegeven, heeft de afbeelding een
bestandsindeling die niet geschikt is en is
afdrukken met de printer niet mogelijk.
Verschijnt het merkteken dat
hieronder wordt
weergegeven in de
indexweergave?
c Als het links getoonde merkteken wordt
weergegeven, heeft de afbeelding een
bestandsindeling die geschikt is maar
kunnen de gegevens van de miniatuur-
afbeeelding of de gegevens zelf niet
worden geopend.
Selecteer het merkteken en druk op
ENTER als u het afdrukvoorbeeld van de
afbeelding wilt weergeven. Als een
afbeelding wordt weergegeven, kunt u de
afbeelding afdrukken. Als hetzelfde
merkteken weer wordt weergegeven, is
afdrukken met de printer niet mogelijk.
Zijn er meer dan 9 999
afbeeldingen opgeslagen op
de geheugenkaart of op een
extern apparaat?
c De printer kan tot 9 999 bestanden van
afbeeldingen weergeven, opslaan,
verwijderen of verwerken. Gebruik, als er
meer dan 9 999 afbeeldingen zijn
opgeslagen op een geheugenkaart of op
een extern apparaat, de PC of de stand
PictBridge voor het weergeven en
verwerken van de overige afbeeldingen.
Hebt u een bestand van een
afbeelding met behulp van
uw PC een naam gegeven of
een nieuwe naam gegeven?
c Wanneer u een bestand van een afbeelding
een naam geeft of een nieuwe naam geeft
met behulp van uw computer en in de
bestandsnaam komen andere tekens voor
dan de alfanumerieke tekens, kan het zijn
dat de bestandsnaam niet goed wordt
weergegeven of dat de afbeelding niet
wordt weergegeven op de printer.
Hebt u het aantal afdrukken
opgegeven in de
indexweergave?
c Wanneer u eenmaal afbeeldingen hebt
geselecteerd in de procedures voor
"Meerdere afbeeldingen afdrukken", kunt
u niet een afbeelding afdrukken waarbij de
cursor juist is geplaatst. Selecteer deze
door op ENTER te drukken en geef het
aantal afdrukken voor de afbeelding op.
(.pagina 16)
Er zijn 9 of meer hiërarchieën
voor de geheugenkaart of een
extern apparaat.
c De printer kan niet de beelden weergeven
die zijn opgeslagen in een map van de 9
de
of hogere hiërarchie.
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
67
NL
Oplossen van problemen
De bestandsnaam
wordt niet juist
weergegeven.
Hebt u de naam van het
bestand van de afbeelding
met behulp van uw PC
gewijzigd?
c Wanneer u op uw computer een bestand
van een afbeelding een naam of een
nieuwe naam geeft en er staan in de naam
van het bestand andere tekens dan
alfanumerieke tekens, zal de naam van het
bestand misschien niet juist worden
weergegeven. Bij een bestand dat is
aangemaakt met een PC-applicatie worden
de eerste 8 tekens van de bestandsnaam als
de bestandsnaam weergegeven.
In het menu
Bewerken, zijn er
in het
afdrukvoorbeeld
van de afbeelding
lege gedeelten aan
de onder-en
bovenzijde.
Is de afbeelding waarvan u
een afdrukvoorbeeld bekijkt,
zeer sterk uitgerekt in
verticale of horizontale
richting?
c Als een afbeelding zeer sterk in verticale
of horizontale richting wordt uitgerekt,
kunnen er lege gedeelten verschijnen in het
menu Bewerken.
c De standaard beeldverhouding van een
gemaakte afbeelding met een digitale
camera is 3:4. Als u een ander apparaat
dan de printer gebruikt om een afbeelding
te bewerken of opslaan, wordt het
opgeslagen als een horizontale
afdrukafbeelding en zijn de bovenkant- en
onderkantranden afgesneden en worden
deze in het zwart weergegeven.
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
Vervolg
68
NL
Afdrukken
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
Er wordt geen
papier ingevoerd.
Is het papier goed in de
papierlade gelegd?
c Als het afdrukpapier niet goed in de
printer is gelegd, kunnen er moeilijkheden
met de printer ontstaan. (.pagina 9,
10)
Controleer het volgende:
Leg het juiste afdrukpapier in in
combinatie met het juiste inktlint.
Leg het afdrukpapier in de juiste
richting in de lade.
U kunt maximaal 20 vellen
afdrukpapier in de lade leggen. Als er
meer dan 20 vellen in de lade ligt, neem
het overtollige papier dan uit.
Schud het afdrukpapier grondig los en
leg het in de lade.
Buig of vouw het afdrukpapier niet
vóór het afdrukken, hierdoor kan er
storing aan de printer ontstaan.
Gebruikt u afdrukpapier dat
niet bedoeld is voor de
printer?
c Gebruik afdrukpapier dat bedoeld is voor
de printer. Als u ongeschikt afdrukpapier
gebruikt, kan er storing in de printer
ontstaan. (.Over de Print Packs)
Het afdrukpapier
komt tijdens het
afdrukproces
gedeeltelijk te
voorschijn.
Treedt dit problem
halverwege het afdrukproces
op?
Gebruikt u afdrukpapier dat
niet bedoeld is voor de
printer?
c Gebruik afdrukpapier dat bedoeld is voor
de printer. Als u ongeschikt afdrukpapier
gebruikt, kan er storing in de printer
ontstaan. (.Over de Print Packs)
69
NL
Oplossen van problemen
Afdrukresultaten
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
De afgedrukte
beelden zijn
inferieur van
kwaliteit.
Hebt u afdrukvoorbeelden
van afbeeldingen afgedrukt?
c Afhankelijk van het type digitale camera
dat u gebruikt, is het mogelijk in de
miniaturenlijst afdrukvoorbeelden van
afbeeldingen weer te geven naast de
eigenlijke afbeeldingen. De
afdrukkwaliteit van de afdrukvoorbeelden
van afbeeldingen zal niet zo goed zijn als
de eigenlijke afbeeldingen. N.B. Als u de
afdrukvoorbeelden van de afbeeldingen
verwijdert, kunnen de gegevens van de
eigenlijke afbeeldingen beschadigd raken.
Hebt u een afbeelding
afgedrukt waarvan de
afmeting (breedte of hoogte)
kleiner is dan 480 dots?
c Tijdens het afdrukken van een kleine
afbeelding is de afdruk van ruwe kwaliteit
omdat het formaat van de afbeelding zo
klein is.
Hebt u het menu Bewerken
gebruikt voor het vergroten
van de afbeelding?
c Een vergrote afbeelding, wordt,
afhankelijk van de afmeting van de
afbeelding, afgedrukt in een mindere
beeldkwaliteit.
Hebt u een afbeelding
geschoten in de
bestandsindeling RAW.
c Wanneer u een afbeelding schiet in de
bestandsindeling RAW, wordt er mogelijk
ook een zeer gecomprimeerd JPEG-
bestand vastgelegd. Omdat de printer de
RAW-bestandsindeling niet ondersteund,
kan het zijn dat het JPEG-bestand wordt
gebruikt voor het afdrukken van een
afbeelding. Een RAW-bestand kan
worden afgedrukt vanaf een PC. Zie voor
nadere bijzonderheden de
bedieningsinstructies van de digitale
camera die u gebruikt.
Wat is een RAW-bestand?
Een RAW-bestand is een oorspronkelijke
bestandsindeling voor afbeeldingen voor
het opslaan van ongecomprimeerde,
onverwerkte gegevens van stilstaande
beelden die met een digitale camera zijn
vastgelegd.
Zie de bedieningsinstructies van de
digitale camera als u wilt weten of uw
digitale camera een afbeelding in de
RAW-bestandsindeling kan vastleggen.
Vervolg
70
NL
De beeldkwaliteit
en de kleuren van
het
afdrukvoorbeeld
op het scherm
verschillen van die
van de afdruk.
c Vanwege de verschillen in
weergavemethode of profielen van een
LCD-scherm, dient de weergegeven
afbeelding slechts als referentie te worden
beschouwd. Ga op een van de volgende
manieren te werk als u de beeldkwaliteit
wilt aanpassen:
MENU toets-Afdrukinstelling-
Kleurinstelling (.pagina 40)
MENU toets-Bewerken-Aanpassen
De afgedrukte
afbeelding, die
direct wordt
afgedrukt vanaf
een geheugenkaart
of een op de
printer aangesloten
extern apparaat,
verschilt van de
afdruk die wordt
gemaakt via een
PC.
c De afgedrukte afbeeldingen zullen
verschillen en dit wordt veroorzaakt door
de verschillen tussen de interne
verwerking van de printer en de software-
verwerking van de PC.
De datum kan niet
worden afgedrukt.
Is "Datumafdruk" ingesteld
op "Datum" of "Datum/
Tijd"?
c Druk op de toets MENU, en stel
"Datumafdruk" in het Afdrukinstelling
menu in op "Datum" of "Datum/Tijd".
(.pagina 39)
Ondersteunt de afbeelding
DCF?
c De functie "Datumafdruk" van deze unit
ondersteunt een afbeelding die geschikt is
voor de DCF-standaarden.
De datum wordt
onbedoeld
afgedrukt.
Is "Datumafdruk" ingesteld
op "Uit"?
c Druk op de toets MENU, en stel
"Datumafdruk" in het Afdrukinstelling
menu in op "Uit". (.pagina 39)
Is de datum opgeslagen bij
de afbeelding toen deze werd
geschoten met de digitale
camera?
c Wanneer de datum is opgeslagen bij de
afbeelding, kunt u niet een afdruk maken
zonder een datum.
De afbeelding kan
niet volledig
worden afgedrukt
binnen het
afdrukbereik.
Randen blijven.
Hebt u in het menu
Afdrukinstelling "Patroon 1"
of "Patroon 2" geselecteerd
voor "Randen"?
c Druk op de toets MENU en stel "Geen
rand" in door het selecteren van
Afdrukinstelling - Randen.
(.pagina 39)
Is de beeldverhouding van
de afbeelding juist?
c Afhankelijk van het type digitale camera
dat u hebt gebruikt, verschilt de
beeldverhouding van de vastgelegde
afbeelding, en daardoor wordt de
afbeelding misschien niet over het
volledige afdrukbare gebied afgedrukt.
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
71
NL
Oplossen van problemen
Instellingen
Hoewel "Geen
rand" is
geselecteerd in de
Afdrukinstelling,
wordt de
afbeelding
afgedrukt met
randen aan beide
kanten.
c Wanneer u een apparaat anders dan de
printer gebruikt voor het bewerken of
opslaan van een afbeelding, worden de
lege gebieden rondom een afbeelding ook
als onderdeel van de afbeelding
opgeslagen. Ook als u zulke afbeeldingen
afdrukt met de instelling "Geen rand",
kunt u de randen aan beide zijden van een
afdruk niet wegnemen. (.pagina 39)
Het is niet
mogelijk het
gehele gebied van
een afbeelding af
te drukken.
Hebt u "Patroon 1" ingesteld
in het menu
Afdrukinstelling?
c U kunt het hele gebied van een afbeelding
afdrukken als u "Patroon 1" selecteert in
het menu Afdrukinstelling.
(.pagina 39)
De afbeelding
wordt afgedrukt
onder een hoek.
Is de papierlade wel goed
ingezet?
c Zet de papierlade stevig opnieuw in zover
als mogelijk is.
Er staan witte
lijnen of stippen
op de afgedrukte
beelden.
c Misschien is de afdrukkop of het
papierpad vuil. Reinig de kop en het pad
met behulp van de geleverde
reinigingscartridge en het geleverde
reinigingsvel.
Het beeld is te
helder, te donker,
te rood, te geel of
te groen.
c Pas de afbeelding aan door op de toets
MENU te drukken en vervolgens
Bewerken-Aanpassen te selecteren.
(.pagina 22)
Rode ogen
correctie werkt
niet wanneer u de
toets AUTO
TOUCH-UP
indrukt.
c Pas het fenomeen rode ogen aan door op
de toets MENU te drukken en vervolgens
Bewerken-Rode ogen-correctie te
selecteren. (.pagina 24)
Rode ogen
correctie werkt
niet met menu
"Rode ogen-
correctie".
c Stel het formaat van het aanpassingskader
twee tot zeven keer zo groot in als het oog.
(.pagina 24)
Hebt u een afbeelding
vergroot, gedraaid,
verplaatst of het formaat
ervan verkleind na de rode
ogen correctie?
c Rode-ogencorrectie werkt mogelijk niet
goed als u andere bewerkingshandelingen
uitvoert, zoals vergroten, draaien,
verplaatsen van een afbeelding of het
formaat ervan verkleinen. Voor deze
bewerkingshandelingen eerst uit en daarna
rode-ogencorrectie.
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
De instellingen
"Geen rand" en
"Patroon 1/2"
werken niet.
Werkt u met het menu
Creatief afdrukken?
c In het menu Creatief afdrukken worden
sjablonen gebruikt en u kunt niet
afdrukken met rand/randloos afdrukken
selecteren.
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
Vervolg
72
NL
Een afbeelding opslaan of verwijderen
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
U kunt een
afbeelding niet
opslaan.
Is de geheugenkaart
beveiligd?
c Hef met behulp van een digitale camera of
het extern apparaat de beveiliging op en
probeer opnieuw de afbeelding op te
slaan.
Staat de schakelaar voor de
schrijfbeveiliging van de
geheugenkaart in de stand
LOCK?
c Schuif de schakelaar voor de
schrijfbeveiliging in de stand waarin u
weer gegevens op de geheugenkaart kunt
schrijven.
Is de geheugenkaart vol? c Verwijder afbeeldingen die u niet meer
wilt bewaren (.pagina 37) of zet een
nieuwe geheugenkaart in met voldoende
vrije geheugenruimte. Sla de afbeelding
opnieuw op.
U kunt een
afbeelding niet
verwijderen.
Is de geheugenkaart
beveiligd?
c Hef met behulp van een digitale camera of
het extern apparaat de beveiliging op en
probeer opnieuw de afbeelding te
verwijderen.
Is de afbeelding vooraf
ingesteld op DPOF?
c Hef de instelling DPOF op met behulp van
uw digitale camera.
Staat de schakelaar voor de
schrijfbeveiliging van de
geheugenkaart in de stand
LOCK?
c Schuif de schakelaar voor de
schrijfbeveiliging in de stand waarin u
weer gegevens op de geheugenkaart kunt
schrijven.
Gebruikt u een "Memory
Stick-ROM"?
c U kunt geen afbeelding verwijderen van
of een "Memory Stick-ROM" formatteren.
U hebt per ongeluk
een afbeelding
verwijderd.
c U kunt een afbeelding wanneer deze is
verwijderd niet meer terughalen.
De "Memory
Stick" kan niet
worden
geformatteerd.
Staat de schakelaar voor de
schrijfbeveiliging van de
geheugenkaart in de stand
LOCK?
c Schuif de schakelaar voor de
schrijfbeveiliging in de stand waarin u
weer gegevens op de geheugenkaart kunt
schrijven.
Is het een "Memory Stick-
ROM"?
c U kunt niet een afbeelding van een
"Memory Stick-ROM" verwijderen of een
"Memory Stick-ROM" formatteren.
De "Memory
Stick"per ongeluk
geformatteerd.
c Wanneer de "Memory Stick" is
geformatteerd, zijn alle gegevens
verwijderd en deze kunnen niet worden
teruggehaald.
73
NL
Oplossen van problemen
Overige
Aansluiten op een digitale camera of een ander extern apparaat
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
Het inktlint
inzetten gaat niet
gemakkelijk.
c Als het niet lukt het inktlint op zijn plaats
te klikken, verwijder het dan en plaats het
daarna opnieuw. Alleen als het inktlint te
slap is om te kunnen plaatsen, moet het
inktlint worden opgewonden in de richting
van de pijl om het lint weer strak te
trekken. (.pagina 9)
U kunt het inktlint
niet verwijderen.
c Zet de printer uit met behulp van de 1
(aan/standby) schakelaar en zet het
vervolgens weer aan. Probeer of u het
inktlint kunt uitnemen wanneer het geluid
van de motor stopt. Als dit geen oplossing
biedt voor het probleem, neem dan contact
op met het Sony-servicecentrum of uw
Sony-dealer.
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
Het PictBridge-
merkteken
verschijnt niet op
het LCD-scherm
van de digitale
camera.
Is de digitale camera goed
aangesloten?
c Sluit de kabel goed aan doet.
Is de schakelaar 1 (on/
standby) in de stand Aan
gezet?
c Zet de printer aan met behulp van de 1
(on/standby) schakelaar.
Ondersteunt uw digitale
camera PictBridge?
c Raadpleeg de handleiding die bij uw
camera is geleverd of neem contact op met
de fabrikant.
Wordt "Connecting"
weergegeven op het LCD-
scherm van de printer?
c De melding wordt niet weergegeven
wanneer de printer staat in de stand
Bewerken, Creatief afdrukken of in
andere menu-standen. Verlaat het menu
en sluit daarna de kabel opnieuw aan.
c Verbreek de aansluiting tussen de digitale
camera en de printer en breng daarna de
aansluiting weer tot stand. Of zet de
printer en de digitale camera uit en daarna
weer aan.
Staat de USB-instelling van
uw camera in de stand
PictBridge?
c Zet de USB-instelling van uw camera in
de stand PictBridge.
Vervolg
74
NL
Aansluiten op een computer
U trekt de USB-
kabel los en sluit
hem daarna weer
aan, maar er
gebeurt niets.
c De printer staat in een foutstand die wordt
veroorzaakt door een spanningspiek. U
kunt de foutstand herstellen door de
stekker van het netsnoer van de printer uit
het stopcontact te trekken, de stekker weer
in het stopcontact te steken en daarna op
de schakelaar 1 (on/standby) te drukken.
U kunt het
afdrukken niet
stoppen, zelfs niet
als u drukt op
CANCEL.
c De afdruk die volgt op de afdruk die nu
wordt gemaakt, wordt geannuleerd.
c Afhankelijk van de digitale camera die u
gebruikt, kunt u het afdrukken niet vanaf
de printer annuleren. Stop het afdrukken
door de digitale camera te bedienen.
Raadpleeg de bedieningsinstructies van de
digitale camera.
U kunt geen index-
afdrukken maken.
Wordt de melding "Kan
geen afdrukgegevens maken
voor sommige afb."
weergegeven?
c De printer kan geen index-afdrukken
maken van de DPOF-afdrukken. U kunt
index-afdrukken maken door de
geheugenkaart direct in de printer te
steken of door een extern apparaat voor
een massa-opslag te gebruiken
(.pagina 15, 46).
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
De afbeeldingen
op de
geheugenkaart of
op een extern
apparaat
aangesloten op de
printer worden niet
op de PC
weergegeven.
c De printer biedt niet de functie voor het
bekijken van de afbeeldingen op de
geheugenkaart of op een extern apparaat
vanaf de printer.
U hebt de
geleverde
CD-ROM niet
meer en u wilt een
nieuwe aanvragen.
c Download het printerstuurprogramma van
de homepage voor Klantenondersteuning.
Of neem contact op met uw Sony-dealer.
Het
printerstuurprogra
mma kan niet
worden
geïnstalleerd.
Weet u zeker dat u de
installatieprocedures goed
hebt doorlopen?
c Doorloop de procedures in de
bedieningsinstructies en installeer het
printerstuurprogramma (.pagina 52).
Start de computer opnieuw, als er zich een
fout voordoet en voer de
installatieprocedures opnieuw uit.
Is er een ander
applicatieprogramma actief?
c Sluit alle applicaties af en installeer het
printerstuurprogramma opnieuw.
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
75
NL
Oplossen van problemen
Hebt u de CD-ROM op
juiste wijze als de installatie-
CD-ROM opgegeven?
c Dubbelklik op "My Computer (Deze
computer)" en vervolgens op het
CD-ROM-pictogram in het geopende
venster. Doorloop de procedures in de
bedieningsinstructies en installeer het
printerstuurprogramma.
c Het USB-stuurprogramma is misschien
niet goed geïnstalleerd. Volg de
bedieningsinstructies en installeer het
USB-stuurprogramma opnieuw.
Het
printerstuurprogra
mma kan niet
worden
geïnstalleerd.
Is er een anti-
virusprogramma of een
ander programma actief op
het systeem?
c Als er een anti-virusprogramma of een
ander programma actief is op het systeem,
sluit dat dan af en begin met het
installeren van het stuurprogramma.
Hebt u ingelogd met een
Administrator-
gebruikersaccount?
c Log in in Windows met een
Administrator-gebruikersaccount en
installeer het stuurprogramma.
The printer
reageert niet op de
opdracht tot
afdrukken van de
PC.
c Als het Windows bureaublad geen
moeilijkheden laat zien, kijk dan op het
LCD-scherm van de printer.
Ga als volgt te werk als de printer
moeilijkheden laat zien:
1. Zet de toets 1 (on/standby) van de
printer op Uit.
2. Trek de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact, wacht 5 tot 10 seconden en
steek de stekker van de kabel weer in
het stopcontact.
3. Start uw computer opnieuw op.
Als hiermee het probleem niet wordt
verholpen, vraag dan advies aan uw Sony-
dealer of aan een Sony-servicecentrum.
Een afbeelding
wordt afgedrukt
met randen ook al
selecteer ik "Geen
rand".
Gebruikt u andere applicatie-
software dan Picture Motion
Browser?
c Wanneer u een andere applicatie gebruikt
dan Picture Motion Browser, kan een
afbeelding worden afgedrukt met randen
ook al hebt u een randloze afdruk
geselecteerd.
Wanneer u met randen/randloos kunt
instellen met een applicatie, stelt u een
afbeelding die u wilt afdrukken volledig in
in het afdrukbereik, ook al wordt de
afbeelding tot buiten het bereik afgedrukt.
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
Vervolg
76
NL
De
afdrukhoeveelheid
die gespecificeerd
is in "Pagina’s per
vel" in het tabblad
"Indeling" van het
dialoogvenster
"Eigenschappen
voor Sony
DPPFP85/FP95"
komt niet overeen
met de feitelijke
afdrukhoeveelheid
en
afdrukresultaten.
c Afhankelijk van de applicatie die u
gebruikt, zal de gebruikte instelling voor
het aantal afdrukken misschien prioriteit
hebben over de instelling die is opgegeven
in het dialoogvenster van het
printerstuurprogramma.
De kleuren van de
afbeelding die
wordt afgedrukt
vanaf een PC,
verschillen van die
van de afbeelding
die wordt
afgedrukt vanaf
een
geheugenkaart.
c Omdat het proces van het afdrukken van
een afbeelding vanaf een geheugenkaart
verschilt van dat van het afdrukken vanaf
een PC, kan het voorkomen dat de kleuren
niet geheel hetzelfde zijn.
Er wordt een
foutmelding
weergegeven die
luidt "Er is een
fout opgetreden
terwijl een
document naar het
USB-apparaat
wordt gestuurd.".
c Trek de USB-kabel los en sluit hem
daarna weer aan.
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
77
NL
Oplossen van problemen
Bij papierstoringen
1 Zet de printer uit en daarna weer
aan.
Wacht tot het afdrukpapier automatisch
wordt uitgeworpen.
1 (aan/standby)
2 Neem het uitgeworpen afdrukpapier
weg bij de printer.
3 Haal de papierlade en het inktlint uit
de printer en zorg ervoor dat er
geen papier meer vastzit in de
printer.
Opmerking
Als u papier dat is vastgelopen niet kunt verwijderen,
neem dan contact op met uw Sony-dealer.
Afdrukpapier
Kijk of er
papier vastzit
in de printer.
Verwijder het,
als dat zo is.
78
NL
Reinigen
Als witte lijnen of verspreide stippen worden
afgedrukt op de foto's, reinig dan de
binnenzijde van de printer met behulp van de
reinigingscartridge en het reinigingvel.
Verwijder voor het reinigen van de printer alle
geheugenkaarten, USB-geheugens en USB-
kabels.
1 Open de klep voor de inktlinthouder
en als er een inktlint in de printer zit,
verwijder dat dan.
2 Zet de geleverde reinigingscartridge
in de printer en sluit de klep voor
inktlinthouder.
3 Neem de papierlade uit de printer.
Als er afdrukpapier in de lade ligt,
haal dat er dan uit.
4 Plaats het reinigingsvel in de
papierlade met de niet-bedrukte
zijde omhoog.
5 Zet de papierlade in de printer en
druk op PRINT.
De reinigingscartridge en het reinigingsvel
zullen de printer binnenin schoonmaken.
Wanneer de reiniging is voltooid, wordt
het reinigingsvel automatisch
uitgeworpen.
6 Haal de reinigingscartridge en het
reinigingsvel uit de printer.
Tip
Bewaar de reinigingscartridge en het reinigingsvel bij
elkaar voor een latere reinigingsbeurt. Zorg ervoor dat
ze niet kwijt raken.
Opmerkingen
Wanneer de printer goed presteert, zal een
reinigingsbeurt geen verbetering opleveren van de
kwaliteit van de afdruk.
Plaats het reinigingsvel niet op afdrukpapier
wanneer u de reinigingsbeurt uitvoert, dit zou een
papierstoring of andere moeilijkheden kunnen
veroorzaken.
Voer de reinigingsbeurt enkele malen uit, als één
reinigingsbeurt geen verbetering oplevert van de
afdrukkwaliteit,
U kunt de printer niet reinigen terwijl deze is
aangesloten op een PC of een PictBridge-camera.
Reinigingsvel
79
NL
Aanvullende informatie
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
Let er goed op dat u geen zware voorwerpen
op het netsnoer zet of erop laat vallen en let
er goed op dat u het netsnoer niet op een of
andere manier beschadigt. Werk nooit met
deze printer wanneer het netsnoer
beschadigd is.
Als een vast voorwerp of een vloeistof in de
kast zou vallen, trek de stekker van de printer
dan uit het stopcontact en laat de printer
nazien door vakbekwaam personeel voordat
u de printer weer in gebruik neemt.
Haal de printer nooit uit elkaar.
Trek de stekker uit het stopcontact om het
netsnoer van de netspanning los te koppelen.
Trek nooit aan het netsnoer zelf.
Trek de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact wanneer u de printer langere tijd
niet zult gebruiken.
Behandel de printer met voorzichtigheid.
Voorkom het risico van een elektrische
schok, trek altijd de stekker van de printer uit
het stopcontact voordat u de printer gaat
reinigen en nazien.
U kunt de printer beter niet plaatsen op een
locatie waar de printer blootstaat aan:
trilling
vocht
heel veel stof
direct zonlicht
extreem hoge of lage temperaturen
Gebruik niet elektrische apparatuur in de
buurt van de printer. De printer zal niet goed
werken in elektromagnetische velden.
Plaats geen zware voorwerpen op de printer.
Laat voldoende ruimte vrij rond de printer
zodat de ventilatieopeningen niet worden
geblokkeerd. Wanneer u deze openingen
blokkeert, zou dat kunnen leiden tot interne
warmteontwikkeling.
Over de netspanningsadapter
Het is belangrijk dat u de
netspanningsadapter bij de printer gebruikt.
Gebruik geen andere netspanningsadapters
omdat dit storingen zou kunnen veroorzaken.
Gebruik de meegeleverde
netspanningadapter niet voor andere
apparaten.
Als het snoer van de netspanningadapter is
beschadigd, gebruik het dan niet meer,
omdat dat tot een gevaarlijke situatie kan
leiden.
Over vochtcondensatie
Als de printer direct uit een koude ruimte wordt
binnengebracht of in een zeer warme of
vochtige kamer wordt gezet, kan er vocht in het
apparaat condenseren. In dergelijke gevallen
zal de printer waarschijnlijk niet goed werken
en kan zelfs onklaar raken als u het apparaat
blijft gebruiken. Als er vochtcondensatie
optreedt, trek dan de stekker van het netsnoer
uit het stopcontact en gebruik de printer ten
minste één uur niet.
Over transport
Wanneer u de printer vervoert, haal dan het
inktlint, de papierlade, de netspanningsadapter,
de geheugenkaart of een extern apparaat los
van de printer en zet de printer en de
bijbehorende randapparatuur in de originele
doos met de beschermende verpakking.
Als u de originele doos en de onderdelen van
de verpakking niet meer hebt, gebruik dan
vergelijkbaar verpakkingsmateriaal zodat de
printer niet beschadigt tijdens het transport.
Voor veiligheid
Over de installatie
Vervolg
80
NL
Reinig de kast, het paneel en de
bedieningsfuncties met een zachte, droge doek
of een zachte doek die u licht vochtig hebt
gemaakt met een milde oplossing van een
schoonmaakmiddel. Gebruik niet een
oplosmiddel van welk type dan ook, zoals
alcohol of wasbenzine, omdat dat de
afwerklaag zou kunnen beschadigen.
Als u documenten kopieert met de printer, let
dan vooral goed op het volgende:
Het kopiëren van bankbiljetten, munten of
waardepapieren is wettelijk niet toegestaan.
Het kopiëren van blanco certificaten,
licenties, paspoorten, privé-waardepapieren
of ongebruikte postzegels is ook niet
wettelijk toegestaan.
Op TV-programma's, films, videobanden,
portretten van anderen of andere materialen
kan een auteursrecht rusten. Het zonder
toestemming videokopieën maken van
dergelijke materialen kan een overtreding
zijn van de bepalingen van de auteurswet.
Over de
geheugenkaarten
Typen "Memory Stick" die de
printer kan gebruiken
Bij de printer kunt u de volgende typen
"Memory Stick"
*1
gebruiken:
*1
De printer ondersteunt FAT32. Gebleken is dat de
printer kan worden gebruikt met een "Memory
Stick" met een capaciteit van acht 8 GB of minder
die geproduceerd is door de Sony Corporation. Wij
garanderen echter niet dat de printer kan worden
gebruikt met alle "Memory Stick"-media.
*2
De printer is uitgerust met een sleuf die geschikt is
voor media van zowel standaardafmeting als van
Duo-afmeting. Zonder een Memory Stick Duo
adaptor, kunt u zowel een "Memory Stick" van
standaardafmeting als een "Memory Stick Duo"
van compacte afmeting gebruiken.
*3
Wanneer u de "Memory Stick Micro" met de
printer gebruikt,
steek het dan altijd eerst in
een M2 adaptor.
*4
"M2" is een afkorting van "Memory Stick Micro".
In dit hoofdstuk wordt "M2"gebruikt om de
"Memory Stick Micro" te beschrijven.
Over het reinigen
Over de beperkingen op het
kopiëren
"Memory Stick"
Type "Memory
Stick"
Weergeven/
Afdrukken
Verwijderen/
Opslaan/
Formatteren
"Memory Stick"
*2
(Niet geschikt voor
"MagicGate")
OK OK
"Memory Stick"
*2
(Geschikt voor
"MagicGate")
OK
*5
OK
*5
"MagicGate
Memory Stick"
*2
OK
*5
OK
*5
"Memory Stick
PRO-HG"
*2
OK
*5*6
OK
*5*6
"Memory Stick
PRO"
*2
OK
*5
OK
*5
"Memory Stick
Micro"
*3
("M2"
*4
)
OK
*5
OK
*5
81
NL
Aanvullende informatie
*5
De met "MagicGate"Auteursrechterlijk
beschermde gegevens kunnen niet worden gelezen/
opgenomen. "MagicGate" is de algemene naam
van een technologie voor auteursrechterlijke
bescherming die ontwikkeld is door Sony waarbij
gebruik gemaakt wordt van techniek voor het
vaststellen van de authenticiteit en het versleutelen
van gegevens met behulp van encryptie.
*6
De printer ondersteunt niet 8-bit parallelle
gegevensoverdracht.
Opmerkingen over gebruik
Zie voor de meest recente informatie over de
"Memory Stick" die de printer ondersteunt,
de informatie over geschiktheid van
"Memory Stick" op de website van Sony:
http://www.memorystick.com/en/support/
support.html
(Selecteer de regio waar u uw printer
gebruikt en selecteer daarna "Digital Printer"
op de regiopagina.)
Plaats niet meer dan één "Memory Stick"
tegelijkertijd, omdat dit moeilijkheden met
de printer kan veroorzaken.
Als u een "Memory Stick Micro" inzet in de
printer zonder een "M2"-adapter, is het
misschien niet mogelijk de "Memory Stick
Micro" uit te nemen.
Als u de "Memory Stick Micro" inzet in een
"M2"-adapter en de "M2"-adapter inzet in
een "Memory Stick Duo"-adapter, kan het
zijn dat de printer niet goed functioneert.
Wanneer u een "Memory Stick" formatteert,
gebruik dan de formatteerfunctie van de
printer of van uw digitale camera. Als u een
"Memory Stick" formatteert met uw
computer, worden de afbeeldingen
misschien niet goed weergegeven.
Wanneer u een "Memory Stick" formatteert,
worden alle gegevens, ook de beveiligde
bestanden van afbeeldingen gewist. Het is
belangrijk dat u de inhoud van de "Memory
Stick" controleert voordat u formatteert,
zodat u voorkomt dat belangrijke gegevens
per ongeluk worden gewist.
U kunt geen gegevens opnemen, bewerken
of wissen als u de schrijfbeveiligingsknop op
LOCK zet.
Plak niet een ander materiaal dan de
geleverde label op de label-positie. Wanneer
u de geleverde label vastplakt, is het
belangrijk dat u deze plakt op de label-
positie. Let er goed op dat de label niet
uitsteekt.
Met de SD-kaart-sleuf van de printer kunt u
gebruik maken van:
SD-geheugenkaart
*1
miniSD-kaart, microSD-kaart
(Er is een adapter nodig.)
*2
SDHC-geheugenkaart
*3
MMC standaard-geheugenkaart
*4
Wij garanderen niet een goed functioneren van
alle typen SD-geheugenkaarten en MMC
standaard-geheugenkaarten.
*1
Gebleken is dat de printer goed functioneert met
een SD-kaart met een capaciteit van 2 GB of
minder.
*2
Sommigen in de handel verkrijgbare kaartadapters
hebben aan de achterzijde aansluitpunten die
uitsteken. Mogelijk werkt dit type adapter niet
goed met de printer.
*3
De printer blijkt goed te functioneren met een
SDHC-kaartje met een capaciteit van 8 GB of
minder.
*4
De printer blijkt goed te functioneren met een
MMC standaard-geheugenkaart met een capaciteit
van 2 GB of minder.
Aansluiting Schakelaar voor
schrijfbeveiliging
Plaats de label hier.
SD-kaart
LOCK LOCK
Schrijfbeveiliging
niet
ingeschakeld
Schrijfbeveiliging-
stand
Aansluitpunten
Vervolg
82
NL
Opmerkingen over gebruik
Het lezen/vastleggen van gegevens waarvoor-
auteursrechtbeveiliging nodig is, is niet mogelijk.
Met de xD-Picture Card sleuf van de printer,
kunt u een xD-Picture Card*
5
gebruiken. Niet
alle bewerkingen van geheugenkaarten worden
ondersteund en we garanderen niet de juiste
werking voor alle types xD-Picture Card.
*5
Gebleken is dat de printer goed functioneert met
een xD-Picture Card met een capaciteit van 2 GB
of minder.
Met de CompactFlash-kaartsleuf van de printer
kunt u gebruik maken van:
CompactFlash-opslagkaart (Type I/Type II)
en voor CF+Card (Type I/Type II) geschikte
CompactFlash-opslagkaart
*6*7
.
•Micro Drive
COMPACT VAULT
U kunt ook een Smart Media-kaart gebruiken
door middel van een in de handel verkrijgbare
CompactFlash-kaartadapter
*8
.
Wij garanderen echter niet een goed
functioneren voor alle typen CompactFlash-
kaarten.
*6
Gebruik een CompactFlash-kaart met een
vermogensspecificatie van 3,3V of 3,3V/5V. U
kunt niet een type voor alleen 3V of 5V gebruiken.
Steek niet andere typen CompactFlash-kaarten in
de insteeksleuf van de printer. De printer kan dan
beschadigd raken.
*7
Gebleken is dat de printer goed functioneert met
een CompactFlash met een capaciteit van 8 GB of
minder.
*8
Wanneer u een in de handel verkrijgbare
CompactFlash-kaartadapter gebruikt, raadpleeg
dan de bedieningsinstructies van de adapter die u
gebruikt voor de wijze waarop u de kaart en de
adapter moet installeren. Wanneer u de
CompactFlash-kaartadapter gebruikt, kan het zijn
dat de tegen schrijven beveiligde kaart niet goed
werkt.
Wanneer u een kaart gebruikt, is het
belangrijk dat u controleert wat de juiste
richting voor het insteken van de kaart en de
juiste insteeksleuf is.
Verwijder geen kaart en zet de printer niet
uit terwijl de printer gegevens benadert, of
wanneer het toegangslampje knippert.
Wij adviseren u een reservekopie van
belangrijke gegevens te bewaren.
De gegevens die met de computer zijn
verwerkt kunnen niet met de printer worden
afgespeeld.
Wanneer u een kaartje meeneemt of opbergt,
stop het dan in de verpakking die erbij is
geleverd.
Raak het aansluitpunt van een kaartje niet
aan met uw hand of met een metalen
voorwerp.
Stoot en buig een kaartje niet en laat het niet
vallen.
Haal een kaartje niet uit elkaar en breng er
geen wijzigingen in aan.
Stel een kaartje niet bloot aan water.
Gebruik of bewaar een kaartje niet onder de
volgende omstandigheden:
Plaatsen waar omstandigheden heersen die
verschillen van de vereiste
gebruiksomstandigheden, waaronder het
zeer warme interieur van een auto die in
de zon is geparkeerd of/en’s zomers in een
geparkeerde auto, buitenshuis in direct
zonlicht of op een plaats in de buurt van
de verwarming.
Vochtige locaties of locaties waar bijtende
stoffen zijn
Locaties die blootstaan aan statische
elektriciteit of elektrische ruis
xD-Picture Card
CompactFlash-kaartje
Opmerkingen over het gebruik
van een geheugenkaart
83
NL
Aanvullende informatie
Specificaties
x Printer
Afdrukmethode
Kleur-sublimatieprinten (Geel/Magenta/
Cyaan 3-pass)
Resolutie
300 (H) × 300 (V) dpi
Beeldverwerking per dot
Verwerking op 256 niveaus (8 bits voor
Geel/Magenta/Cyaan elk)
Afdrukbereik
1 800 dots x 1 200 dots
Afdrukformaat
P size (Post Card):
101,6 × 152,4 mm (maximaal,
randloos)
Afdruktijd (per vel)
Geheugenkaart
*1*2*3*4
: Ongeveer 45 sec.
PictBridge
*3*5
: Ongev. 58 sec.
Via PC
*6
: Ongeveer 45 sec.
Aansluiting Ingang/Uitgang
HDMI OUT (uitgangs)-connector
A-TYPE-connector,
1 080i (59,94Hz)/1 080i (50Hz)/720 p
(59,94Hz)/720p (50Hz)/576p (50Hz)/
480p (59,94Hz), BRAVIA Sync-
geschikt
USB (USB 2.0 High Speed) voor PC-
aansluiting
PictBridge/EXT INTERFACE-aansluiting
Sleuf
"Memory Stick"-insteeksleuf
SD-kaart/xD-Picture Card-insteeksleuf
CompactFlash-kaartinsteeksleuf
Geschikte bestandsindelingen voor
afbeeldingen
Sommige bestandsindelingen van
afbeeldingen zijn niet geschikt.
Maximaal aantal pixels dat kan worden
gehanteerd
8 000(H) × 6 000(V) stippen
(Uitgezonderd "Indexafdruk" en
onderdeel van "Creatief afdrukken")
Bestandssysteem
FAT12/16/32, sectorgrootte 2048 bytes of
kleiner
Naam afbeeldingbestand
DCF formaat, 256 tekens, 8ste hiërachie
of lager
Maximaal aantal bestanden dat kan
worden gehanteerd
9 999 bestanden voor een geheugenkaart/
extern apparaat
Inktlint/Afdrukpapier
Zie meegeleverde "Over de
afdrukpakketten".
LCD-scherm
LCD-paneel:
DPP-FP85: 6,2 cm (type 2,5) TFT-
station
DPP-FP95: 9,0 cm (type 3,6) TFT-
station
Totaal aantal stippen:
DPP-FP85: 115 200 (480 × 240)
DPP-FP95: 230 400 (320 RGB × 240)
Eisen die worden gesteld aan de
netspanning
DC IN-aansluiting, 24V
Stroomverbruik
Tijdens het afdrukken: 83 W (maximaal)
In de stand Standby: minder dan 1W
Bedrijfstemperatuur
5 °C tot 35 °C
JPEG: Geschikt voor DCF 2.0, geschikt
voor Exif 2.21, JFIF
*7
TIFF: Geschikt voor Exif 2.21
BMP
*8
: 1, 4, 8, 16, 24, 32 bit Windows-
indeling
Vervolg
84
NL
Afmetingen
[DPP-FP85]
[DPP-FP95]
Diepte wanneer de papierlade is ingezet:
Ongeveer 317 mm
Gewicht
DPP-FP85: Ongeveer 1,1 kg
DPP-FP95: Ongeveer 1,2 kg
(exclusief de papierlade, het inktlint, de
netspanningsadapter)
Bijgeleverde accessoires
Zie pagina 9 van "Gebruiksaanwijzing"
(dit boekje)
x Netspanningsadapter AC-
S2422
Eisen die worden gesteld aan de
netspanning
- 100 V tot 240 V,
50/60 Hz, 1,5 A tot 0,75 A
Nominale uitgangsspanning
24 V 2,2 A (2,2A)
Piek 3,7 A 6,5 s
Bedrijfstemperatuur
5 °C tot 35 °C
Afmetingen
Ongeveer 60 × 30,5 × 122 mm
(b/h/d, exclusief uitstekende delen en
kabels)
Gewicht
Ongeveer 305 gr
Ontwerp en specificaties kunnen zonder
kennisgeving worden gewijzigd.
* Het totale aantal vellen afdrukpapier van P-formaat
die de printer kan afdrukken is geschat op
ongeveer 2.000. Voor het totale aantal vellen,
raadpleeg: "Weergave printerinformatie" op het
"Beeld/printerinstelling" menu (pagina 41).
*1
: Afdrukinstellingen: Geen rand, Datumafdruk: Uit,
Auto Fine Print5: Aan (Fotografisch) (Bij het
weergeven op het LCD-scherm)
*2
: Bij het afdrukken van een foto (bestandsgrootte
ongeveer 4,37 MB) gemaakt met een digitale
fotocamera van Sony die effectieve
beeldelementen van ongeveer 12.100.000 of
gelijkwaardig bevat.
*3
: Afdruksnelheid: Tijd vanaf het indrukken van de
toets PRINT tot het tijdstip dat de afdruk klaar is.
(De afdruktijd kan variëren afhankelijk van de
gebruikte apparatuur, de indeling van een
afbeelding, de gebruikte geheugenkaart,
instellingen van een applicatie en
bedrijfsomstandigheden.)
*4
: Wanneer wordt afgedrukt van een "Memory Stick
PRO Duo" die in de sleuf van de printer is
gestoken
*5
: Wanneer wordt afgedrukt via DSC-W200
aangesloten door middel van een USB-kabel. Tijd
vanaf het indrukken van de toets PRINT op de
OSD van de camera tot het tijdstip dat de afdruk
klaar is.
*6
: De tijd voor de verwerking en de overdracht van de
gegevens is niet inbegrepen.
*7
: Baseline JPEG met indeling 4:4:4, 4:2:2 of 4:2:0
*8
: U kunt niet afdrukken met de Picture Motion
Browser.
Hoogte: Ongeveer 65 mm
Ongeveer 72 mm (inclusief
uitstekende gedeelten LCD)
Breedte: Ongeveer 180 mm
Diepte: Ongeveer 137 mm (zonder
handvat)
Ongeveer 149 mm (inclusief een
handvat)
Hoogte: Ongeveer 67 mm
Breedte: Ongeveer 180 mm
Diepte: Ongeveer 137 mm (zonder
handvat)
Ongeveer 149 mm (inclusief een
handvat)
Homepage voor
klantenondersteuning
De meest recente informatie over ondersteuning is
beschikbaar op het volgende hoofdpagina-adres:
http://www.sony.net/
85
NL
Aanvullende informatie
P-afmeting
De illustraties die u hierboven ziet zijn die van een afdruk van een afbeelding met een 2:3-
beeldverhouding.
Het afdrukbereik voor een afdruk met een rand en een randloze afdruk is verschillend.
Afdrukbereik
152,4 mm (1 800 stippen)
146,3 mm (1 728 dots)
95,5 mm
(1 128 stippen)
101,6 mm
(1 200 stippen)
Afdrukbereik met rand
Afdrukbereik zonder rand
Perforaties
86
NL
Woordenlijst
DCF (Design rule for Camera File
system)
Deze printer voldoet aan de DCF-standaard
(DCF-Design rule for Camera File-systeem)
die is opgesteld door de JEITA (Japan
Electronics and Information Technology
Industries Association) voor het behouden
van uitwisselbaarheid en geschiktheid van
bestanden tussen digitale camera's en
gerelateerde producten. Volledige
uitwisselbaarheid en geschiktheid worden
echter niet gegarandeerd.
DPOF (Digital Print Order Format)
De indeling die wordt gebruikt voor het
vastleggen van de informatie die nodig is
voor het automatisch afdrukken in een
afdrukcentrale of op een printer die thuis
wordt gebruikt, van afbeeldingen die zijn
gemaakt met een digitale camera. De printer
ondersteunt DPOF-afdrukken en kan
automatisch het vooraf ingestelde aantal
kopieën van afbeeldingen met een DPOF-
instelling afdrukken.
Exif 2.21 (Exif Print)
Exif Print (Exchangeable Image File Format
voor digitale camera’s) is een mondiale
standaard voor het afdrukken van digitale
foto's. Een digitale camera die Exif Print
ondersteunt, slaat de gegevens op die
relevant zijn voor de omstandigheden
waaronder de opnamen worden gemaakt. De
printer zorgt er door middel van de Exif
Print-gegevens die in de bestanden van de
afbeeldingen zijn opgeslagen, voor dat het
afdrukresultaat zoveel mogelijk
overeenkomt met de oorspronkelijke
opname
*1
.
*1
Wanneer de "Auto Fine Print5" is ingeschakeld
en een afbeelding (JPEG-bestand) wordt
opgenomen met een digitale camera die
geschikt is voor Exif Print (Exif 2.21), wordt de
afbeelding automatisch aangepast tot de
optimale beeldkwaliteit en afgedrukt.
HDMI (High-Definition Multimedia
Interface)
De HDMI is een interface voor het
oversturen van video/audio signalen over een
enkele kabel zonder compressie en
conversie. U kunt genieten van hoog
kwalitatieve video- en audio-reproductie.
Let op: de printer ondersteunt geen audio-
uitvoer.
"Memory Stick"/CompactFlash kaart/
SD-kaart/xD-Picture Card
Compact, licht, uitneembaar opslagmedium.
Zie voor nadere bijzonderheden pagina's 80
tot 82.
Miniaturen
Miniatuur-afbeeldingen voor het weergeven
van de oorspronkelijke afbeeldingen die door
de digitale camera worden opgeslagen in de
bestanden van de afbeeldingen. De printer
maakt gebruik van miniaturen in de
indexweergave.
PictBridge
Een standaard die is opgesteld door de
Camera & Imaging Products Association en
die doet u mogelijk maakt een digitale
camera die geschikt is voor PictBridge direct
zonder een PC op een printer aan te sluiten,
waardoor direct afdrukken ter plaatse
mogelijk wordt.
87
NL
Aanvullende informatie
Index
A
Aanduiding beveiliging 13
Aanduiding bijbehorend
bestand 13
Aanduidingen invoer 13
Aanduidingen op het scherm
13
Aansluiten
Bluetooth-apparaat 48
Digitale camera 47
Extern apparaat 46
High Definition-TV 43
Netspanning 12
Achterpaneel 8
Afdruk kaderen 16
Afdrukbereik 85
Afdrukhoeveelheid 14, 16,
25
Afdrukhoeveelheid instellen
16
Afdrukinstelling 38
Afdrukken
Afbeelding in een kader
32
Bewerkte afbeelding 25
De Picture Motion
Browser gebruiken 56
een afbeelding op een
geheugenkaart 16
ID-foto 33
Kalender 27
Lay-outafdruk 32
Meerdere afbeeldingen
tegelijk 34
Opgelegde afbeelding 29
Scrapbk mken 26
Vanaf een Bluetooth-
apparaat 48
Vanaf een extern apparaat
50
Vanaf een High
Definition-TV 43
Vanaf een PC 51
Vanaf een PictBridge-
camera 47
Vanuit een in de handel
verkrijgbare applicatie 61
Vergrote afbeelding 16
Afdrukken stoppen 60
Afdrukstand 58
Afdrukvoorbeeld 13
Afdrukvoorbeeld van een
afbeelding 13
Alles afdrukken 34
Apparaat voor massaopslag
46
Auto Fine Print5 40, 59
AUTO TOUCH-UP 20, 39,
59
B
Batch afdrukken 34
Beeld/printerinstelling 41
Bericht standaard formaat 31
Bestandsbewerking 36
Bijgeleverde accessoires 9
Bluetooth-apparaat 48
C
CompactFlash-kaartje
Opmerkingen over
gebruik 82
Typen 82
CONTROLE VOOR HDMI
42
Creatief afdrukken 26
D
Datumafdruk 39
DC IN 24 V 12
DCF (Design rule for
Camera File system) 39
De grootte van een
afbeelding laten toenemen of
afnemen 15, 21
Deïnstalleren
Picture Motion Browser
56
Printerstuurprogramma
54
Diavoorstelling 35
Diverse
afdrukmogelijkheden 18
DPOF 13, 34
E
Een afbeelding aanpassen
20, 22
Een afbeelding bewerken 21
Een afbeelding draaien 21
Een afbeelding kopiëren 36
Een afbeelding opslaan 25
Een afbeelding verplaatsen
21
Een afbeelding verwijderen
37
Een andere schermweergave
kiezen 15
Een bladermap registreren
60
Een filter toevoegen 22
Een geheugenkaart plaatsen
15
Een geheugenkaart
uitwerpen 15
Een inktlint plaatsen 9
Een kader toevoegen 32
Eén kleur 22
Een mislukte foto
automatisch corrigeren 20
Extern apparaat 46
Vervolg
88
NL
F
Filter 22
Formatteren 38
Fotolijst 32
Foutmeldingen 62
G
Gedeeltelijk kleur 22
H
Handgeschreven bericht 30
HDMI 43
Helderheid 22
Hendel 8
Het afdrukpapier inleggen
10
Het formaat en de positie
aanpassen 27
I
ID-foto 33
Indexafdruk 34
Indexweergave
op bestand 14, 42
op datum 14, 42
Installeren
Picture Motion Browser
55
Printerstuurprogramma
52
Inzoomen/Uitzoomen 15, 21
K
Kalender 27
Kleurinstelling 40
L
Lay-outafdruk 32, 40
LCD-achtergr.verl. 42
LCD-scherm 7
LCD-schermweergave 13
M
Memory Stick
Formatteren 38
Opmerkingen over
gebruik 81
Typen 80
Monochroom 22
N
Netspanning 12
O
Onderdelen en
bedieningsfuncties 7
Opleggen 29
Oplossen van problemen 65
P
Papierstoringen 77
PictBridge/EXT
INTERFACE 46, 47, 48
PictBridge-camera 47
Pictogram 42
Picture Motion Browser 56
R
Randen/Geen rand 39, 59
Reinigen 78
Rode ogen-correctie 20, 24
S
Schakelaar aan/stand-by 16,
46, 47, 48, 53
Schermweergave 13, 42
Scherpte 22
Scrapbk mken 26
SD-kaart
Opmerkingen over
gebruik 82
Typen 81
Sepia 22
Specificaties 83
Standaardinstelling 42
Stempelen 31
Stereffect 22
Systeemvereisten 51
T
Taal 42
Tekenen 22
Tint 22
U
USB-geheugen 46
V
Verzadiging 22
Visoog 23
Volgorde datumwrg 42
Voorpaneel 7
W
Weergave
afbeeldinggegevens 13
Weergave printerinformatie
42
Weergavevolgorde 42
X
xD-Picture Card
Opmerkingen over
gebruik 82
Typen 82
Z
Zoeken naar een afbeelding
36
Sony Corporation Printed in China
PGedrukt met VOC
(vluchtige organische
verbinding)-vrije inkt op basis
vanplantaardige olie.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92

Sony DPP-FP95 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

Andere documenten