Sony DPP-F700 Handleiding

Type
Handleiding
Printed in China
Gedrukt met VOC (vluchtige
organische verbinding)-vrije
inkt op basis vanplantaardige
olie.
4-155-700-42 (1)
Digitale printer /
fotolijst
DPP-F700
© 2009 Sony Corporation
Overzicht
Als een fotolijst gebruiken
Als een printer gebruiken
Diverse functies gebruiken
Op verschillende manieren
afdrukken
Het apparaat in combinatie met
een computer gebruiken
Oplossen van problemen
Aanvullende informatie
Gebruiksaanwijzing
Wij verzoeken u, voordat u dit apparaat in gebruik neemt, de
bijgeleverde "Lees dit eerst" en "Over de afdrukpakketten" en deze
handleiding, "Gebruiksaanwijzing," grondig door te lezen en de
handleiding te bewaren zodat u deze later ook nog kunt raadplegen.
Deze modellen zijn niet leverbaar in ieder land en in iedere regio.
Lees de meegeleverde "Lees dit eerst" en
"Over de afdrukpakketten".
2
NL
Om het gevaar van brand of
elektrische schokken te verkleinen,
mag het apparaat niet worden
blootgesteld aan regen of vocht.
Stel de batterijen niet bloot aan
overmatige hitte zoals zonlicht, vuur
en dergelijke.
LET OP
U moet de batterij alleen vervangen
door een batterij van het opgegeven
type. Als u dit niet doet, kan dit brand
of letsel tot gevolg hebben. Volg de
instructies voor het weggooien van
gebruikte batterijen.
Waarschuwing voor klanten in Europa
Dit product is getest en voldoet aan de beperkingen
die zijn uiteengezet in de EMC-richtlijn voor het
gebruik van een verbindingskabel van minder dan 3
meter.
Let op
De elektromagnetische velden bij de specifieke
frequenties kunnen het beeld en het geluid van dit
apparaat beïnvloeden.
Kennisgeving
Als de gegevensoverdracht halverwege wordt
onderbroken (mislukt) door statische elektriciteit of
elektromagnetische storing, moet u de toepassing
opnieuw starten of de verbindingskabel (USB,
enzovoort) loskoppelen en opnieuw aansluiten.
Verwijdering van oude elektrische en
elektronische apparaten (Toepasbaar
in de Europese Unie en andere
Europese landen met gescheiden
ophaalsystemen)
Het symbool op het product
of op de verpakking wijst
erop dat dit product niet als
huishoudelijk afval mag
worden behandeld. Het moet
echter naar een plaats
worden gebracht waar
elektrische en elektronische
apparatuur wordt
gerecycled. Als u ervoor
zorgt dat dit product op de
correcte manier wordt
verwijderd, voorkomt u voor mens en milieu
negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen
in geval van verkeerde afvalbehandeling. De
recycling van materialen draagt bij tot het vrijwaren
van natuurlijke bronnen. Voor meer details in verband
met het recyclen van dit product, neemt u contact op
met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de
dienst belast met de verwijdering van huishoudafval
of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Verwijdering van oude batterijen (in
de Europese Unie en andere
Europese landen met afzonderlijke
inzamelingssystemen)
Dit symbool op de batterij of verpakking wijst erop
dat de meegeleverde batterij van dit product niet als
huishoudelijk afval behandeld mag worden.
Op sommige batterijen kan dit symbool voorkomen in
combinatie met een chemisch symbool. De chemische
symbolen voor kwik (Hg) of lood (Pb) worden
toegevoegd als de batterij meer dan 0,0005 % kwik of
0,004 % lood bevat.
Door deze batterijen op juiste wijze af te voeren,
voorkomt u voor mens en milieu negatieve gevolgen
die zich zouden kunnen voordoen in geval van
verkeerde afvalbehandeling. Het recycleren van
materialen draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke
bronnen.
In het geval dat de producten om redenen van
veiligheid, prestaties dan wel in verband met data-
integriteit een permanente verbinding met batterij
vereisen, dient deze batterij enkel door gekwalificeerd
servicepersoneel vervangen te worden. Om ervoor te
zorgen dat de batterij op een juiste wijze zal worden
behandeld, dient het product aan het eind van zijn
levenscyclus overhandigd te worden aan het
desbetreffende inzamelingspunt voor de recyclage
van elektrisch en elektronisch materiaal.
Voor alle andere batterijen verwijzen we u naar het
gedeelte over hoe de batterij veilig uit het product te
verwijderen. Overhandig de batterij bij het
desbetreffende inzamelingspunt voor de recyclage
van batterijen.
Voor meer details in verband met het recyclen van dit
product of batterij, neemt u contact op met de
gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst
belast met de verwijdering van huishoudafval of de
winkel waar u het product hebt gekocht.
WAARSCHUWING
3
NL
Kennisgeving voor klanten in de
landen waar EU-richtlijnen van
toepassing zijn
De fabrikant van dit product is Sony Corporation,
1-7-1 Konan Minato-ku Tokyo, 108-0075 Japan. De
geautoriseerde vertegenwoordiger voor EMC en
productveiligheid is Sony Deutschland GmbH,
Hedelfinger Strasse 61, 70327 Stuttgart, Duitsland.
Voor kwesties met betrekking tot service of garantie
kunt u het adres in de afzonderlijke service- en
garantiedocumenten gebruiken.
Opmerkingen over het LCD-scherm
• De afbeelding op het scherm is wat betreft
beeldkwaliteit en -kleuren niet gelijk aan de
afgedrukte afbeelding, omdat de
weergavemethoden of -profielen verschillen. Dit is
normaal.
• Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan dan
verkleuren, waardoor een storing wordt
veroorzaakt.
• Als het LCD-scherm langdurig wordt blootgesteld
aan direct zonlicht, kan dit tot defecten leiden.
• Het LCD-scherm is vervaardigd met behulp van
precisietechnologie, waardoor meer dan 99,99%
van de pixels effectief bruikbaar is. Er kunnen
echter wat zeer kleine zwarte punten en/of heldere
punten zijn (wit, rood, blauw of groen van kleur) die
voortdurend op het lcd-scherm te zien zijn. Deze
punten duiden niet op fabricagefouten en hebben
geen enkele invloed op de afdrukken.
• In een koude omgeving kunnen de beelden op het
LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is normaal.
Het kopiëren, bewerken of afdrukken van CD’s,
televisieprogramma’s, auteursrechtelijk
beschermde materialen, zoals beelden en
publicaties, en alle andere materialen met
uitzondering van eigen opnamen en creaties is
beperkt tot huishoudelijk of privé-gebruik. Tenzij u
in het bezit bent van de auteursrechten of
toestemming hebt van de houder van de
auteursrechten om deze materialen te kopiëren, kan
gebruik van deze materialen een overtreding van
de auteursrechtwetten betekenen en moet u
wellicht schadevergoeding betalen aan de houder
van de auteursrechten.
Als u foto's gebruikt met dit apparaat, moet u
ervoor zorgen dat u de auteursrechtwetten niet
overtreedt. Ongeoorloofd gebruik of aanpassing
van portretten van andere personen kan ook een
inbreuk op hun rechten betekenen.
Op bepaalde demonstraties, optredens en
tentoonstellingen is het nemen van foto's niet
toegestaan.
Reservekopieën
U kunt het beste een reservekopie van uw gegevens
opslaan om gegevensverlies door een
bedieningsfout of storing van dit apparaat te
voorkomen.
Information
IN GEEN GEVAL IS DE VERKOPER
AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE DIRECTE OF
INCIDENTELE SCHADE OF
GEVOLGSCHADE VAN WELKE SOORT DAN
OOK, OF VOOR VERLIEZEN OF KOSTEN ALS
GEVOLG VAN EEN DEFECT PRODUCT OF
HET GEBRUIK VAN EEN PRODUCT.
Sony is niet aansprakelijk voor enige incidentele
schade of gevolgschade of verlies van opgenomen
gegevens als gevolg van het gebruik van of een
storing aan dit apparaat of de geheugenkaart.
4
NL
Kennisgeving voor
gebruikers
Programma © 2009 Sony Corporation
Documentatie © 2009 Sony Corporation
Alle rechten voorbehouden. Deze handleiding en de
software die hierin wordt beschreven, geheel of
gedeeltelijk, mogen niet worden gereproduceerd,
vertaald of omgezet in een machineleesbare vorm
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van
Sony Corporation.
IN GEEN GEVAL IS SONY CORPORATION
AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE INCIDENTELE
OF SPECIALE SCHADE OF GEVOLGSCHADE
HETZIJ ONDER DWANG, CONTRACT OF
ANDERSZINS VOORTKOMEND UIT OF IN
VERBAND MET DEZE HANDLEIDING, DE
SOFTWARE OF ANDERE INFORMATIE DIE
HIERIN WORDT VERMELD OF HET GEBRUIK
ERVAN.
Door het zegel van de CD-ROM-verpakking te
verbreken, accepteert u alle bepalingen en
voorwaarden van deze overeenkomst. Als u deze
bepalingen en voorwaarden niet accepteert,
retourneert u de ongeopende CD-ROM-verpakking
samen met de rest van het pakket aan de handelaar bij
wie u het pakket hebt gekocht.
Sony Corporation behoudt zich het recht voor om te
allen tijde deze handleiding of de informatie in deze
handleiding te wijzigen zonder voorafgaande
kennisgeving.
De software die hierin wordt beschreven, kan ook
vallen onder de bepalingen van een afzonderlijke
gebruiksrechtovereenkomst.
Ontwerpgegevens, zoals de voorbeelden in deze
software, mogen uitsluitend voor persoonlijk gebruik
worden aangepast of gekopieerd. Het ongeoorloofd
kopiëren van deze software is volgens de
auteursrechtwetten verboden.
Houd er rekening mee dat het ongeoorloofd kopiëren
of aanpassen van portretten van andere personen of
van auteursrechtelijk beschermd werk een inbreuk op
de rechten van de houders van de auteursrechten kan
betekenen.
U wordt wellicht verwezen naar de bijgeleverde
"Lees dit eerst" en "Over de afdrukpakketen" als
deze gedetailleerde beschrijvingen bevat.
5
NL
Inhoudsopgave
Kennisgeving voor gebruikers ........4
Voordat u begint
Functies ........................................10
Als een fotolijst gebruiken ..............10
De eenheid als printer gebruiken ....11
U kunt ook het volgende doen ........11
Inbegrepen onderdelen
controleren ...................................12
De onderdelen identificeren ..........13
Over de weergave van informatie
....16
Weergave 1 afb. ..............................16
Indexweergave ................................16
Beginnen (basishandelingen)
Als een fotolijst gebruiken
De afstandsbediening klaarmaken
voor gebruik .................................20
De standaard opzetten ..................21
Aansluiten op de netspanning .......22
Dit apparaat aanzetten ..................23
De actuele datum en tijd instellen
....24
Een geheugenkaart plaatsen .........25
Een andere weergave kiezen .........27
Weergave diavoorstelling .............28
Weergave klok en kalender ...........29
Stand enkele weergave
(één afb. tonen) ............................30
Indexweergave ..............................31
Als een printer gebruiken
Voorbereiding ...............................32
Dit apparaat in de afdrukstand
zetten (platte stand) ......................32
Het inktlint instellen ......................33
Het afdrukpapier plaatsen .............34
Eenvoudige afdrukhandelingen .....36
Afdrukken in de stand enkele
weergave ........................................ 36
Afdrukken in de stand
diavoorstelling ............................... 37
Diverse functies gebruiken
(Geavanceerde
bedieningshandelingen)
Genieten van een diavoorstelling
....40
De instellingen van de
diavoorstelling wijzigen ................. 40
U kunt afbeeldingen van uw
geheugenkaart importeren in het
interne geheugen. .........................42
Stand Vernieuwen .......................... 44
Opgeven waar vanaf wordt
afgespeeld ....................................44
Een afbeelding uit het interne
geheugen exporteren naar een
geheugenkaart ..............................45
Een afbeelding verwijderen ...........47
Een merkteken registreren ............48
Afbeeldingen sorteren (filteren) ....50
Het formaat en de oriëntatie van
de afbeelding aanpassen ..............51
Een afbeelding vergroten/
verkleinen ...................................... 51
Een afbeelding draaien ................... 52
De instellingen van de functie Auto
Aan/Uit wijzigen ............................52
Vervolg
6
NL
Verschillende afdrukmethoden
gebruiken
(geavanceerd afdrukken)
De afdrukinstellingen veranderen
(Datumafdruk, Randen, Pagina's
per vel) .........................................56
"Creatief afdrukken" verrichten
(Kalender/Lay-outafdruk/ID-foto)
...57
Een kalender maken ....................... 57
Een Lay-outafdruk .......................... 59
Een ID-foto .................................... 59
Een afbeelding bewerken ............... 60
De beeldkwaliteit aanpassen .......... 61
Een afbeelding opslaan .................. 62
Batch afdrukken (Indexafdruk/
DPOF-afdruk/Alles afdrukken) ......63
De instellingen van dit
apparaat wijzigen
De instellingen veranderen ...........64
Instellingsprocedure ...................... 64
In te stellen onderdelen .................. 66
Wanneer u het apparaat aansluit
op een computer, zijn er nog meer
mogelijkheden
Het apparaat in combinatie
met een computer
gebruiken
Wat u kunt doen wanneer u het
apparaat aansluit op een
computer ......................................72
Systeemvereisten ........................... 72
Voordat u het apparaat aansluit op
een computer ...............................73
Aansluiten op een computer .........74
De functie van dit apparaat
selecteren .....................................74
Het interne geheugen van
dit apparaat gebruiken
Een afbeelding van de computer
naar dit apparaat kopiëren ............75
Uw computer loskoppelen ............76
Afdrukken vanaf een
computer
Een afbeelding afdrukken vanaf
een computer ...............................77
De software installeren .................77
Het printerstuurprogramma
installeren .......................................77
De PMB (Picture Motion Browser)
installeren .......................................80
Foto's vanaf een computer
afdrukken .....................................81
Afdrukken vanaf de PMB
(Picture Motion Browser) ...............81
Een bladermap registreren ..............85
Afdrukken vanuit een in de handel
verkrijgbare softwareapplicatie .......86
Oplossen van problemen
Foutmeldingen ..............................88
Als er problemen zijn ....................91
Bij papierstoringen .....................103
Reinigen .....................................104
7
NL
Overig
Over de geheugenkaarten ...........106
"Memory Stick" ............................106
SD-geheugenkaart ........................107
xD-Picture Card ...........................107
CompactFlash-kaart .....................107
Opmerkingen over het gebruik van
een geheugenkaart .......................108
Technische gegevens .................109
Over handelsmerken en
auteursrechten ..............................111
Voorzorgsmaatregelen ................111
Veiligheid .....................................111
Over de installatie .........................112
Reinigen .......................................113
Dit apparaat afvoeren ....................113
Index ..........................................114
De illustraties in deze handleiding
kunnen licht verschillen van het feitelijke
product.
8
NL
9
NL
Overzicht
Voordat u begint
10
NL
Overzicht
Functies
U kunt deze digitale printer / fotolijst op verschillende manieren gebruiken: als
fotolijst en als printer.
De Sony digitale printer / fotolijst DPP-F700 geeft de beelden van uw digitale camera op zijn scherm
weer en drukt uw favorieten af, eenvoudig en zonder gebruik van een computer.
• Naar een diavoorstelling van uw foto's kijken (. pagina 40)
• Verschillende weergavestijlen gebruiken (. pagina 29~31)
• Gesorteerde foto's bekijken (. pagina 50)
• Foto's in de stand Portret of Landschap
bekijken (. pagina 22)
• Foto's net zo lang bekijken als u wilt
(. pagina 52)
Als een fotolijst gebruiken
Weergave 1 afb.
Weergave meer
afbeeldingen
Klokweergave Kalenderweerg.
Klok Kalender een afb.tonen Index
Sorteren op map Sorteren op datum
Verticaal/horizontaal
sorteren
Sorteren op markering
11
NL
Overzicht
• Een foto net zo afdrukken als hij lijkt (. pagina 36)
• Op verschillende manieren afdrukken (. pagina 56)
• Een kalender maken van uw favoriete foto's, een lay-outafdruk of een identiteitsfoto
(. pagina 57)
De eenheid als printer gebruiken
Datumafdruk Met / zonder rand afdrukken Pagina’s per vel
Kalender Lay-outafdruk ID-foto
U kunt ook het volgende doen
• Afbeeldingen in het interne
geheugen importeren
(. pagina 42)
U kunt afbeeldingen van uw
geheugenkaart importeren in
het interne geheugen.
• Afbeeldingen exporteren
(. pagina 45)
U kunt afbeeldingen uit het
interne geheugen exporteren
naar uw geheugenkaart.
• Aansluiten op een computer om afbeeldingen uit te wisselen of af te drukken (. pagina 72)
12
NL
Inbegrepen onderdelen
controleren
Zorg ervoor dat de volgende artikelen bij uw
aankoop zijn inbegrepen.
• Digitale printer / fotolijst (1)
• Standaard (1)
• Afstandsbediening (1)
• Netspanningadapter (1)
•Netsnoer
*1
(1)
• Papierlade (1)
• Reinigingscartridge (1)
• Reinigingsvel (1)
• CD-ROM (Windows Software
printerstuurprogramma Ver.1.0 en PMB
(Picture Motion Browser) Ver.4.3) (1)
• Gebruiksaanwijzing (dit boekje) (1)
•Lees dit eerst (1)
• Over de afdrukpakketten (1)
• Garantie (in sommige regio's wordt geen
garantie meegegeven.) (1)
• Gebruiksrechtovereenkomst van Sony (1)
*1 De vorm en specificaties van de stekker kunnen
afhankelijk van de regio waar u dit apparaat hebt
gekocht anders van vorm zijn.
Over Sony afdrukpakketten
(afzonderlijk aangeschaft)
Gebruik een Sony optioneel kleuren-
afdrukpakket dat is ontworpen voor deze
eenheid. U kunt geen andere afdrukpakketten
maken.
Het meegeleverde netsnoer
Het meegeleverde netsnoer is exclusief bedoeld
voor gebruik bij deze eenheid en kan niet
worden gebruikt voor andere elektrische
apparaten.
13
NL
Overzicht
De onderdelen identificeren
Voor nadere bijzonderheden raadpleegt u de pagina's die tussen haakjes worden genoemd.
Voorzijde
LCD-scherm
Sensor van de afstandsbediening
Sony-logo (. pagina 23)
MENU-toets
Pijltoetsen (B/b/v/V),
(Enter)-toets
BACK-toets
PRINT-toets
Bedieningspaneel
(. pagina 24)
Vervolg
14
NL
Achterzijde
CompactFlash kaartsleuf
(. pagina 25)
"Memory Stick" (Standaard/Duo)/
SD geheugenkaart / MMC /
xD-Picture Card sleuf (. pagina 25)
Lampje Lezen/Schrijven
USB B-connector (. pagina 74)
Standaard (.
pagina 21)
VIEW MODE-toets
(. pagina 27)
Ruimte om de
standaard op te
bergen
(. pagina 32)
Deksel van de
inktlinthouder
Papieruitgang
(. pagina 36)
DC IN 24V
aansluiting
(. pagina 22)
1 (Aan / Standby)-
toets / standby-lampje
Deur van papierlade
Deksel van de
inktlinthouder
15
NL
Overzicht
Afstandsbediening
SINGLE-toets (.pagina 27)
BACK-toets
Pijltoetsen (B/b/v/V)
SLIDESHOW ( )-toets
(.pagina 27)
CLOCK ( )-toets
(.pagina 27)
MENU-toets
MARKING ( )-toets
(.pagina 48)
SORT-toets
(.pagina 50)
ROTATE ( )-toets
(.pagina 52)
PRINT-toets
INDEX ( )-toets
(.pagina 27)
Zoom in ( )-toets
(.pagina 51)
ENTER ( )-toets
Zoom out ( )-toets
(.pagina 51)
IMPORT ( )-toets
(.pagina 42)
DELETE ( )-toets
(.pagina 47)
SELECT DEVICE-toets
(.pagina 44)
1 (Aan / Standby)-toets
VIEW MODE-toetsen
(.pagina 27)
16
NL
Over de weergave van informatie
De volgende informatie wordt weergegeven.
Weergave 1 afb. Indexweergave
Onderdeel Beschrijving
1
Weergavemodus U ziet de naam van de weergavestijl.
Weergave 1 afb.
• Hele afb.
• Schermvullend
• Hele afb.(+Exif)
• Schrmv.(+Exif)
Indexweergave
•Index 1
•Index 2
•Index 3
2
Afbeeldingsnummer
/ totaal aantal
weergaven
U ziet het nummer van de weergegeven afbeelding en het aantal
afbeeldingen.
3
Informatie over het
apparaat
Er verschijnt een pictogram dat aangeeft van welk medium de
weergegeven afbeelding afkomt.
• (intern geh.)
• ("Memory Stick")
• (CompactFlash)
• (SD-geheugenkaart)
• (xD-Picture Card)
4
Type inktlint Geeft weer welk type inktlint is geïnstalleerd.
• P (P-afmeting)
• C (reinigingscartridge)
17
NL
Overzicht
5
Afbeeldingsinformatie
Geeft gedetailleerde informatie over de afbeelding.
• Bestandsindeling (JPEG: (4:4:4), JPEG: (4:2:2), JPEG: (4:2:0),
BMP, TIFF
• Aantal pixels (breedte × hoogte)
• Fabrikant van invoerapparaat voor afbeeldingen
• Modelnaam van invoerapparaat voor afbeeldingen
• Sluitersnelheid (bijvoorbeeld: 1/8)
• Diafragmawaarde (bijvoorbeeld: F2.8)
• Belichtingswaarde (bijvoorbeeld: +0.0 EV)
• Informatie over rotatie
6
Instellingsinformatie De instellingsinformatie wordt weergegeven.
• (Beschermingsinformatie)
• (Informatie over bijbehorend bestand)
(Verschijnt wanneer een bijbehorend bestand aanwezig is,
bijvoorbeeld een klein beeldbestand voor e-mail of een
videofragment.)
• (Verschijnt wanneer een merknaam is geregistreerd.)
•DPOF
(Verschijnt wanneer er voor een afbeelding een printtaak is
ingesteld in DPOF (Digital Print Order Format).)
7
Afbeeldingsnummer
(Map-
bestandsnummer)
Dit verschijnt als de afbeelding geschikt is voor DCF. Anders
verschijnt een bestandsnaam.
De bestandsnaam kan verschillen van de naam die u op de computer
ziet.
8
Opnamedatum/-tijd Geeft de opnamedatum en -tijd weer van de betreffende afbeelding.
9
Adviserende melding
De gebruiksaanwijzing wordt weergegeven.
0
Ingesteld aantal
afdrukken
U ziet het ingestelde aantal afbeeldingen.
qz
Instellingsinformatie
afdrukken
U ziet de afdrukinstellingen van de afdrukdatum, rand en lay-
outafdruk (uitsluitend wanneer in de afdrukstand (. pagina 32)).
• (Datumafdruk AAN)
• (Afdrukdatum en -tijd AAN)
• (Met rand 1 AAN)
• (Met rand 2 AAN)
• (Pagina’s per vel 4 AAN)
• (Pagina’s per vel 9 AAN)
• (Pagina’s per vel 16 AAN)
qs
Schuifbalk De schuifbalk geeft de locatie van de geselecteerde afbeelding onder
alle afbeeldingen of onder de sorteerresultaten aan (pagina 50).
qd
Cursor Met B/b/v/V kunt u de cursor verplaatsen en een afbeelding
selecteren.
Onderdeel Beschrijving
18
NL
19
NL
Als een fotolijst gebruiken
Als een printer gebruiken
Beginnen
(basishandelingen)
20
NL
Als een fotolijst gebruiken
De afstandsbediening
klaarmaken voor
gebruik
De geleverde lithiumbatterij (CR2025) is al in
de afstandsbediening geplaatst. Trek vóór
gebruik het beschermende vel naar buiten,
zoals de afbeelding laat zien.
De afstandsbediening gebruiken
Wijs met de bovenzijde van de
afstandsbediening naar de sensor van de
afstandsbediening op dit apparaat.
De batterij van de
afstandsbediening vervangen
Als de afstandsbediening niet meer werkt,
vervang dan de batterij (CR2025
lithiumbatterij) door een nieuwe.
1
Druk het lipje in.
2
Trek de batterijhouder naar buiten.
3
Plaats een nieuwe batterij en schuif
de batterijhouder weer in de
afstandsbediening.
Plaats de batterij zodanig dat "+" naar
boven wijst.
Beschermend vel
Sensor van
de
afstandsbe
diening
WAARSCHUWING
De batterij kan exploderen bij verkeerde
behandeling. Laad de batterij niet op, haal de
batterij niet uit elkaar en gooi de batterij niet
in het vuur.
21
NL
Als een fotolijst gebruiken
Opmerkingen
• Wanneer u een andere dan de opgegeven batterij
gebruikt, kan dat leiden tot het openbarsten van de
batterij.
• Ruim gebruikte batterijen op volgens de
voorschriften van de lokale autoriteiten.
• Laat de afstandsbediening niet op een zeer hete en
vochtige plaats liggen.
• Let erop dat er geen vreemde voorwerpen in de
afstandsbediening komen wanneer u bijvoorbeeld
de batterij vervangt.
• Onjuist gebruik van de batterij kan leiden tot
lekkage en corrosie.
– Laad de batterij niet opnieuw op.
– Wanneer u de afstandsbediening langere tijd
niet gebruikt, kunt u beter de batterij uit de
afstandsbediening halen om te voorkomen dat
deze gaat lekken en corroderen.
– Wanneer u de batterij verkeerd plaatst, kortsluit,
uit elkaar haalt, verhit of in het vuur gooit, kan
dit er toe leiden dat de batterij openbarst en lekt.
De standaard opzetten
1
Houd dit apparaat stevig vast en
steek de standaard recht in het
schroefgat op het achterpaneel.
2
Schroef de standaard stevig in het
schroefgat totdat de standaard niet
meer draait.
Vervolg
22
NL
Opstellen in de stand Portret of
Landschap (staand of liggend)
U kunt dit apparaat in de stand Portret of
Landschap zetten door het te draaien zonder de
standaard te verplaatsen.
Wanneer u het apparaat verticaal plaatst, met
de knoppen onderin, draait de afbeelding
automatisch naar de stand Portret.
Opmerkingen
• Controleer of de standaard stabiel staat. Als u de
standaard niet goed neerzet, kan dit apparaat
omvallen.
• Het Sony logo brandt niet wanneer u dit apparaat
verticaal plaatst of uitschakelt.
• U kunt de afbeelding ook handmatig draaien.
(.pagina 52)
• Wanneer u een afbeelding wilt afdrukken, zet u dit
apparaat in de afdrukstand (platte stand)
(.pagina 32).
Aansluiten op de
netspanning
1
Steek de stekker van de
netspanningadapter in de
DC IN 24V-aansluiting aan de
achterzijde van dit apparaat.
2
Steek een stekker van de kabel in
de contrastekker van de
netspanningadapter en de andere
stekker in het stopcontact.
Het apparaat start automatisch op.
Zo kort mogelijk bij het apparaat moet zich een
goed toegankelijke wandcontactdoos bevinden.
Opmerkingen
• Plaats dit apparaat niet op een onstevige en
onstabiele plaats, zoals een wiebelige tafel.
• Sluit de netspanningadapter aan op een stopcontact
dat gemakkelijk bereikbaar en dichtbij is. Als er iets
misgaat bij het gebruik van de adapter, onderbreek
dan onmiddellijk de stroomtoevoer door de stekker
uit het stopcontact te trekken.
Netspanningadapter
Netsnoer
Naar
stopcontact
23
NL
Als een fotolijst gebruiken
• Sluit de stekker van de netspanningadapter niet kort
met een metalen voorwerp; dat kan een storing
geven
• Plaats de netspanningadapter niet in een nauwe
ruimte, zoals tussen een muur en een meubel.
• Trek na gebruik de netspanningadapter uit de
DC IN 24V-aansluiting van dit apparaat en trek de
stekker uit het stopcontact.
• Zolang de stekker in het stopcontact zit, is het
apparaat niet losgekoppeld van het lichtnet, ook al
is de printer zelf uitgeschakeld.
Dit apparaat in het buitenland
gebruiken, stroombronnen
U kunt dit apparaat en de netspanningadapter
(meegeleverd) in ieder land en iedere regio
gebruiken waar de voedingsspanning tussen
100 V en 240 V wisselspanning ligt, bij een
frequentie van 50 Hz of 60 Hz.
Gebruik geen elektrische transformator
(reisconverter), omdat dat een storing zou
kunnen veroorzaken.
Dit apparaat aanzetten
Als u het apparaat in het vorige hoofdstuk al
hebt ingeschakeld, kunt u verdergaan naar het
volgende hoofdstuk.
De stroom inschakelen
Druk op 1 (Aan / Standby) op dit apparaat of
de afstandsbediening als u het wilt aanzetten.
Het standby-lampje verandert van groen in
rood. Het Sony-logo op het voorpaneel gaat
branden.
Het apparaat uitzetten
Houd 1 (Aan / Standby) op het apparaat of de
afstandsbediening ingedrukt totdat het apparaat
wordt uitgeschakeld. Het standby-lampje op
het apparaat verandert van groen in rood en het
apparaat gaat naar de standby-modus.
Opmerkingen
• Koppel de netspannningadapter niet los van het
stopcontact of DC IN 24V-aansluiting voordat het
standby-lampje rood is. Anders kan het apparaat
beschadigd raken.
Vervolg
24
NL
Het bedieningsgedeelte op dit
apparaat
Het bedieningsgedeelte aan de rechterkant van het
LCD-scherm gaat branden wanneer u het aanraakt.
Wanneer u het bedieningsgedeelte ongeveer 30
seconden niet aanraakt, schakelt het
automatisch uit.
Het lampje PRINT brandt wanneer afdrukken
mogelijk is.
Opmerkingen
• De knoppen op het bedieningsgedeelte functioneren
uitsluitend wanneer ze branden.
Bedieningshandelingen in het
beginstadium
Wanneer u dit apparaat inschakelt zonder dat
een geheugenkaart is geplaatst, verschijnt
onderstaand startscherm.
Als u gedurende 10 seconden geen
bedieningshandelingen verricht, wordt de
Demostand weergegeven. Als u een andere
toets dan de Aan/Uit-toets indrukt, verschijnt
het startscherm weer.
Druk eerst op MENU tijdens de eerste
weergave en stel vervolgens de datum en de
tijd in. (Zie de volgende paragraaf)
De actuele datum en tijd
instellen
1
Druk op MENU.
2
Druk op B/b om het tabblad
(Instellingen) te selecteren.
Tips
• Wanneer het onderdeel om klok en
kalender in te stellen (pagina 29) niet is
geselecteerd, kunt u uitsluitend de toetsen
B/b gebruiken.
3
Druk op
v
/V
, selecteer [Datum/
tijdinstell.] en druk op .
4
Pas de datum aan.
1Druk op v/V, selecteer [Datum] en druk
op .
2Druk op B/b, selecteer jaar, maand en
dag, selecteer een waarde met v/V en
druk op .
5
Pas de tijd aan.
1Druk op v/V, selecteer [Tijd] en druk
op .
2Druk op B/b, selecteer uren, minuten
en seconden, selecteer een waarde met
v/V en druk op .
Over de beschrijvingen in deze
handleiding
De bedieningshandelingen die worden
beschreven in deze handleiding gaan uit van
het gebruik van de afstandsbediening.
Wanneer een bedieningshandeling,
bijvoorbeeld met de afstandsbediening,
verschilt van die met de toetsen op het
apparaat, wordt dat uitgelegd in een tip.
25
NL
Als een fotolijst gebruiken
6
Selecteer de indeling van de datum.
1Druk op
v
/V
, selecteer [Volgorde
datumwrg.] en druk op
.
2Druk op
v
/V
, selecteer een indeling en
druk daarna op
.
•J-M-D
•M-D-J
•D-M-J
7
Stel voor de kalender de dag in
waarmee de week begint.
U kunt de dag instellen die uiterst links
verschijnt wanneer de kalender wordt
weergegeven.
1Druk op v/V, selecteer [Eerste
weekdag] en druk op .
2Druk op v/V, selecteer
[Zondag] of
[Maandag]
en druk op .
8
Selecteer de tijdweergave.
1Druk op
v
/V, selecteer [12u/24u-
weerg.] en druk op .
2Druk op
v
/V, selecteer [12 uur] of [24
uur] en druk op .
9
Druk op MENU.
Het menuscherm wordt gesloten.
Een geheugenkaart
plaatsen
Plaats de geheugenkaart stevig in de
daarvoor bestemde sleuf met de
etiketzijde naar u toe (gezien van de
achterzijde van dit apparaat).
Het lampje Lezen/Schrijven knippert wanneer
u de geheugenkaart goed hebt geplaatst.
Controleer de etiketzijde van de geheugenkaart
en zet de geheugenkaart opnieuw in als het
lampje Lezen/Schrijven niet knippert.
Lampje Lezen/
Schrijven
CompactFlash-kaart
xD-Picture
Card
(Kaartsleuf
A
)
SD-
geheugenkaart
(Kaartsleuf
A
)
"Memory Stick"
(Kaartsleuf A)
"Memory Stick Duo"
(Kaartsleuf B)
Vervolg
26
NL
Voor meer details over uitwisselbare
geheugenkaarten raadpleegt u de pagina's 106
tot 108. Voor ondersteunde bestandsindelingen
raadpleegt u pagina 109.
Een geheugenkaart plaatsen
Wanneer u een geheugenkaart plaatst,
verschijnen de betreffende afbeeldingen
automatisch. Wanneer u het apparaat uitzet
terwijl de afbeeldingen op het scherm staan en
dan het apparaat weer inschakelt, blijven de
afbeeldingen staan.
Opmerkingen
• In het klok en kalenderscherm schakelt u over naar
"Diashow", "één afb. tonen" of "Index" (zie het
volgende gedeelte).
Een ander afspeelapparaat kiezen
Druk op SELECT DEVICE (pagina 44).
Een geheugenkaart uitnemen
De geheugenkaart uit de sleuf nemen en een
geheugenkaart plaatsen zijn tegengestelde
handelingen.
Verwijder de geheugenkaart niet wanneer het
lampje Lezen/Schrijven knippert.
Opmerkingen
• De sleuf is zowel een "Memory Stick"-standaard
sleuf als uitwisselbaar met een slot met Duo-
afmetingen, dus u hebt geen "Memory Stick"-
adapter nodig.
• De multifunctionele sleuf voor "Memory Stick"
(Standaard/Duo)/SD geheugenkaart/MMC/xD-
Picture Card detecteert automatisch het kaarttype.
• Plaats niet tegelijkertijd meerdere geheugenkaarten
in de sleuven A en B. Als u meerdere
geheugenkaarten plaatst, werkt het apparaat niet
goed.
Opmerkingen
• Wanneer u een miniSD 1, microSD 2 of
"Memory Stick Micro" 3 gebruikt, plaats
deze dan in een overeenkomstige adapter.
1
2
3
27
NL
Als een fotolijst gebruiken
Een andere weergave
kiezen
U kunt de weergavestijl veranderen met behulp
van de VIEW MODE-toetsen.
1
Druk op de juiste toets voor de
weergavestand die u wilt selecteren.
Het scherm gaat over naar de
geselecteerde weergavestand.
.
Tips
• Wanneer u de knoppen op dit apparaat
gebruikt, druk dan op VIEW MODE
bovenin de achterkant van het LCD-
scherm, op V om de cursor naar het
gedeelte van de weergaveselectie te
verplaatsen en op B/b om een scherm te
selecteren.
• Tevens kunt u herhaaldelijk op VIEW
MODE op dit apparaat drukken, de cursor
binnen het selectiegedeelte van het scherm
verplaatsen en een weergavemodus kiezen.
2
Selecteer een stijl met B/b/v/V en
druk op .
Het scherm gaat over naar de
geselecteerde weergavestijl.
Tips
• Wanneer de cursor in het gedeelte van de
weergaveselectie staat, verplaats hem dan
met v naar het gedeelte van de stijlselectie.
• U kunt de cursor binnen het gedeelte van
de stijlselectie verplaatsen door
herhaaldelijk op de knop van de momenteel
geselecteerde weergavemodus , ,
of of
VIEW MODE op dit apparaat te drukken.
Opmerkingen
• Wanneer u dit apparaat een bepaalde tijd
niet gebruikt, wordt de stijl die de cursor
aangeeft automatisch geselecteerd.
1
Diashow
(.pagina 28)
2
Klok en
kalender
(.pagina 29)
3
Één afb. tonen
(.pagina 30)
4
Index
(.pagina 31)
Gedeelte van de weergaveselectie
Gedeelte van de stijlselectie
28
NL
Weergave diavoorstelling
Dit gedeelte beschrijft de diavoorstelling-stijlen.
Tips
• U kunt het interval, het effect, de weergavevolgorde
en het kleureffect instellen wanneer u de
diavoorstelling selecteert. Raadpleeg "De
instellingen van de diavoorstelling wijzigen"
(pagina 40).
• Wanneer u tijdens de diavoorstelling op drukt,
gaat het scherm naar de stand enkele weergave.
• Wanneer u tijdens een diavoorstelling dit apparaat
uit- en weer inschakelt, gaat de voorstelling verder
vanaf de laatst weergegeven afbeelding.
Weergave Stijl Beschrijving
Diashow
Weergave 1 afb.
Afbeeldingen verschijnen na elkaar op een enkel scherm.
Weergave meer
afbeeldingen
Geeft meerdere afbeeldingen tegelijkertijd weer.
Klokweergave
Geeft afbeeldingen na elkaar weer terwijl de actuele datum
en tijd in beeld zijn.
Kalenderweerg.
Geeft afbeeldingen na elkaar weer terwijl een kalender in
beeld is. De actuele datum en tijd worden weergegeven.
Tijdmachine
Geeft afbeeldingen na elkaar weer terwijl opnamedatum en -
tijd in beeld zijn. De actuele datum en tijd worden niet
weergegeven.
Willek. weerg.
Toont afbeeldingen terwijl willekeurig wordt
overgeschakeld tussen een aantal verschillende stijlen en
effecten voor de diavoorstelling.
<Afbeeldingen in willekeurige volgorde weergeven>
U kunt dat doen wanneer [Willekeurig] in [Inst. Diashow] is
ingesteld op [Aan]. (.pagina 41)
29
NL
Als een fotolijst gebruiken
Weergave klok en kalender
Dit gedeelte beschrijft de weergavestijlen voor klok en kalender.
Opmerkingen
• In de weergavemodus met klok en kalender is
uitsluitend het tabblad (Instellingen)
beschikbaar.
Klok 1Klok 2Klok 3Klok 4Klok 5
Klok 6 Klok 7 Klok 8 Klok 9 Klok 10
Klok 11
Kalender 1 Kalender 2 Kalender 3
Lunaire kalender
(wanneer u
[Ver.Chin.]
selecteert in
[Taalinstelling
(Language)])
Arabische kalender
(wanneer u
[Arabisch]
selecteert in
[Taalinstelling
(Language)])
Perzische kalender
(wanneer u
[Perzisch]
selecteert in
[Taalinstelling
(Language)])
30
NL
Stand enkele weergave (één afb. tonen)
Dit gedeelte beschrijft de weergavestijlen met enkele weergave.
Weergave Stijl Beschrijving
Hele afb.
Geeft een complete afbeelding weer op het scherm.
Met behulp van de knop B/b kunt u pendelen tussen de weer
te geven afbeeldingen.
Schermvullend
Geeft een afbeelding weer over het hele scherm.
(Afhankelijk van de beeldverhouding van de opgenomen
afbeelding wordt de rand van de afbeelding misschien
slechts gedeeltelijk weergegeven.)
Met behulp van de knop B/b kunt u pendelen tussen de weer
te geven afbeeldingen.
Hele afb.(+Exif)
Geeft informatie over de afbeelding weer, zoals het nummer
van de afbeelding, de bestandsnaam en de opnamedatum,
terwijl de volledige afbeelding wordt getoond. Met behulp
van de knop B/b kunt u pendelen tussen de weer te geven
afbeeldingen.
Raadpleeg "Over het informatiescherm" (pagina 16) voor
details over de afbeeldinginformatie.
Schrmv.(+Exif)
Geeft informatie over de afbeelding weer, zoals het nummer
van de afbeelding, de bestandsnaam en de datum van
opname, in de stand Passend.
(Afhankelijk van de beeldverhouding van de opgenomen
afbeelding wordt de rand van de afbeelding misschien
slechts gedeeltelijk weergegeven.)
Met behulp van de knop B/b kunt u pendelen tussen de weer
te geven afbeeldingen.
Raadpleeg "Over de weergave van informatie" (pagina 16)
voor details over de afbeeldinginformatie.
31
NL
Als een fotolijst gebruiken
Indexweergave
Dit gedeelte beschrijft de index-weergavestijlen.
Tips
• Een miniatuur is een afbeelding van klein formaat
voor de indexweergave die wordt vastgelegd in de
beelden die met een digitale camera worden
gemaakt.
• Met kunt u de stand enkele weergave selecteren
wanneer de afbeelding van uw keuze in weergave
indexafbeeldingen verschijnt.
Weergave Stijl Beschrijving
Index
Index 1
Toont een lijst van grote miniaturen. U kunt een
afbeelding selecteren door op B/b/v/V te drukken.
Index 2
Toont een lijst van miniaturen. U kunt een afbeelding
selecteren door op B/b /v/V te drukken.
Index 3
Toont een lijst van kleine miniaturen. U kunt een
afbeelding selecteren door op B/b/v/V te drukken.
32
NL
Als een printer gebruiken
Voorbereiding
Doe het volgende om dit apparaat als een
printer te gebruiken.
Maak de afstandsbediening klaar voor gebruik
(pagina 20).
Sluit het apparaat aan op de netspanning
(pagina 22).
Zet dit apparaat in de afdrukstand (platte stand)
(pagina 32).
Plaats een inktlint (zie pagina 33).
Plaats wat afdrukpapier (zie pagina 34).
Schakel het apparaat in (pagina 23).
• Voor details van de afstandsbediening en de
netspanning raadpleegt u "Als een fotolijst
gebruiken". (pagina 20)
Dit apparaat in de
afdrukstand zetten
(platte stand)
Doe het volgende om dit apparaat als een
printer te gebruiken.
1
Verwijder de standaard.
2
Leg het apparaat plat (afdrukstand)
en open de klep van het papiervak.
3
Zet het scherm schuin.
Opmerkingen
• Wanneer u dit apparaat in de afdrukpositie gebruikt,
verwijder dan de standaard en bewaar deze in de
ruimte aan de achterkant van dit apparaat.
Een magneet in de hoofdeenheid houdt de standaard
op zijn plaats.
• Houd dit apparaat niet kort bij kaarten waarop de
magneet een negatieve invloed zou kunnen
uitoefenen, zoals bankkaarten, kredietkaarten, et
cetera. Wanneer u dit apparaat kort bij een Braun tv
plaatst, kan dit de kleuren van het tv-scherm
veranderen.
3
2
33
NL
Als een printer gebruiken
Het inktlint instellen
1
Trek de deksel voor de
inktlinthouder open.
2
Zet het inktlint in de richting van de
pijl totdat het op zijn plaats klikt.
3
Sluit de deksel van de
inktlinthouder.
Opmerkingen
• Raak het inktlint niet aan en zet het niet op een
stoffige plek. Vingerafdrukken of stof op het
inktlint kunnen minder goede afdrukken tot gevolg
hebben.
• Wind het inktlint niet opnieuw op en gebruik het
opgewonden inktlint niet opnieuw voor het
afdrukken. Anders worden geen goede
afdrukresultaten bereikt en kunnen er zelfs
storingen optreden. Als het niet lukt het inktlint op
zijn plaats te klikken, verwijder het dan en plaats
het daarna opnieuw. Alleen wanneer het inktlint
niet voldoende is opgewonden en u het niet kunt
inzetten, drukt u op het middelste gedeelte van het
lint en windt u het lint op in de richting van de pijl
zodat de vrije slag in het lint verdwijnt.
• Haal het inktlint niet uit elkaar.
• Trek het inktlint niet uit de inktcartridge.
• Haal het inktlint niet uit de printer tijdens het
afdrukken.
• Aantekeningen bij het opslaan van
afdrukpakketten
Plaats het afdrukpakket niet op locaties waar zich
hoge temperaturen (meer dan 30 °C), hoge
vochtigheid, erg veel stof of direct zonlicht
voordoen. Berg het op op een koele en donkere
plaats en gebruik het korte tijd na de
productiedatum. De kwaliteit van het inktlint kan
afnemen afhankelijk van de omstandigheden
waaronder het wordt bewaard. Het gebruik van een
dergelijk inktlint kan gevolgen hebben voor de
afdrukresultaten en wij kunnen daarvoor geen
garantie of vergoeding bieden.
Het inktlint uitnemen
Duw de blauwe uitwerphendel voor het
inktlint omhoog en neem het gebruikte
inktlint uit de printer.
Wind het lint niet op in de
richting zoals hier afgebeeld.
34
NL
Het afdrukpapier
plaatsen
1
Open de deksel van de papierlade.
Pak de afdekplaat van de papierlade aan
weerszijden vast (aangeduid met de
pijlen) en open de afdekplaat van de
papierlade.
2
Plaats het afdrukpapier in de
papierlade met de afdrukzijde naar
boven.
Zorg ervoor dat het afdrukpapier niet
ondersteboven ligt.
Voorzijde
Achterzijde
3
Sluit de deksel van de papierlade.
Voorzijde
35
NL
Als een printer gebruiken
4
Open de schuif.
Opmerkingen
• U kunt tot 20 vellen afdrukpapier in de lade doen.
Schud het afdrukpapier grondig los. Leg het
afdrukpapier zodanig in de printer dat het
beschermvel bovenop ligt. Neem het beschermvel
uit de lade.
• Als er geen beschermvel is, leg het afdrukpapier
dan in de papierlade met het afdrukoppervlak (de
niet-bedrukte zijde) omhoog.
• Raak het afdrukoppervlak niet aan.
Vingerafdrukken of verontreiniging op het
afdrukoppervlak kunnen leiden tot
onvolkomenheden in de afdruk.
• Buig het afdrukpapier niet en snijd het afdrukpapier
vóór het afdrukken niet los van de perforaties.
• Om te voorkomen dat er papier vast komt te zitten
in de printer of dat de printer niet goed functioneert,
is het belangrijk dat u:
– niet op het afdrukpapier schrijft of typt.
– geen stickers of zegels op het afdrukpapier
plakt.
– wanneer u afdrukpapier toevoegt in de
papierlade, erop let dat er niet meer dan 20
vellen afdrukpapier in de lade zitten.
– geen verschillende typen afdrukpapier bij elkaar
in de papierlade legt.
– niet afdrukt op gebruikt afdrukpapier. Dezelfde
afbeelding tweemaal op hetzelfde vel papier
afdrukken maakt de afbeelding niet dikker.
– het afdrukpapier alleen voor deze printer
gebruikt.
– afdrukpapier dat zonder afdruk uit de printer
komt niet nogmaals gebruikt.
Opmerkingen over het opbergen van
papier
• Als u papier in de lade wilt opbergen, verwijdert u
de papierlade uit dit apparaat en sluit u de schuif
van de papierlade.
• Berg papier niet gedurende langere tijd op met de
bedrukte oppervlakken tegen elkaar of in contact
met rubberen of kunststof producten die
vinylchloride bevatten of die zijn geplastificeerd;
hierdoor kunnen kleurveranderingen ontstaan of
kan de kwaliteit van de afgedrukte afbeelding
afnemen.
• Berg het afdrukpapier niet op op een plaats waar
hoge temperaturen of een hoge luchtvochtigheid
heerst, waar het zeer stoffig is of waar het zonlicht
direct toegang heeft.
• Wanneer u een gedeeltelijk gebruikt pak
afdrukpapier opbergt, plaats het dan in de
oorspronkelijke of een daarmee vergelijkbare
verpakking.
5
Schuif de papierlade in de printer.
Vervolg
36
NL
Voorafgaand aan ingebruikname
De papieruitvoer opent automatisch wanneer u
het apparaat in de afdrukstand plaatst (plat
legt), maar u moet controleren of het geheel is
geopend voordat u begint met afdrukken.
Zorg voor voldoende ruimte rond het apparaat.
Tijdens het afdrukken verschijnt het papier een
paar keer vanaf de achterzijde. Handhaaf 10 cm
of meer ruimte aan de achterkant van dit
apparaat.
Eenvoudige
afdrukhandelingen
Dit gedeelte legt u uit hoe u de afbeeldingen
van een geheugenkaart of intern geheugen
weergeeft op het LCD-scherm van dit apparaat
en de geselecteerde afbeeldingen afdrukt
(direct afdrukken).
Wanneer u een afbeelding vanaf de aangesloten
computer wilt afdrukken, raadpleegt u
"Afdrukken vanaf een computer" (pagina 77).
1
Druk op 1 (Aan / Standby) om dit
apparaat aan te zetten.
2
Verander het scherm naar de stand
enkele weergave.
Wanneer u een andere weergave wilt,
raadpleegt u "Een andere weergave
kiezen" (pagina 27).
3
Druk op B/b om de afbeelding weer
te geven die u wilt afdrukken.
4
Stel het aantal afdrukken in.
Wanneer u de afbeelding slechts één keer
wilt afdrukken, slaat u deze stap over en
gaat u verder met stap 5.
Wanneer een afbeelding in de weergave
enkele afbeelding wordt weergegeven en u
de knop indrukt, verschijnt
rechts onderaan het scherm.
Druk op
v
/V om het aantal afdrukken in te
stellen en druk op . Het scherm keert
terug naar de stand enkele weergave en
het ingestelde aantal afdrukken wordt
weergegeven.
Netspanningadapter
Netsnoer
Naar
stopcontact
10 cm of meer
Het afdrukpapier verplaatsen
Afdrukken in de stand enkele
weergave
37
NL
Als een printer gebruiken
5
Druk op PRINT.
Het afdrukken begint.
De printer drukt het aantal afbeeldingen af
dat u hebt ingesteld in stap 4.
Meer afbeeldingen afdrukken
Herhaal de stappen 3 en 4.
De afdrukkwaliteit veranderen.
Geef de afbeelding weer waarvan u de
afdrukkwaliteit wilt veranderen en druk op
om de afdrukkwaliteit in te stellen. Wanneer u
"0" selecteert, wordt het afdrukken
geannuleerd.
Tips
• Wanneer u op PRINT drukt in de stand enkele
weergave (pagina 31), drukt de printer de
afbeelding af die de cursor aangeeft en de
afbeeldingen waarvoor u het aantal afdrukken hebt
ingesteld.
• Wanneer u een indexpagina wilt afdrukken,
raadpleegt u "Batch afdrukken" (pagina 63).
In de diavoorstelling kunt u een weergegeven
afbeelding rechtstreeks afdrukken.
1
Druk op 1 (Aan / Standby) om dit
apparaat aan te zetten.
2
Verander het scherm naar de stand
diavoorstelling.
Wanneer u een andere weergave wilt,
raadpleegt u "Een andere weergave
kiezen" (pagina 27).
Druk op B/b om de afbeelding te
selecteren die u wilt afdrukken.
3
Druk op PRINT.
Het scherm voor het afdrukvoorbeeld
wordt weergegeven.
4
Stel het aantal afdrukken in.
Wanneer het afdrukscherm verschijnt en u
de knop indrukt, verschijnt
rechts onderaan het scherm.
Druk op
v
/V om het aantal afdrukken in te
stellen en druk op . Het scherm keert
terug naar de stand afdrukvoorbeeld en het
ingestelde aantal afdrukken wordt
weergegeven.
Afdrukken in de stand
diavoorstelling
Vervolg
38
NL
5
Druk op PRINT.
Het afdrukken begint.
Het apparaat drukt de afbeelding af die
wordt weergegeven op het scherm met
afdrukvoorbeeld.
Opmerkingen
• In de modus met klok en kalender kunt u niet
afdrukken.
• Verplaats of draai dit apparaat nooit tijdens het
afdrukken. Dan kan namelijk het inktlint of het
papier vast komen te zitten. Wanneer u de stroom
uitschakelt, laat de papierlade dan op zijn plek
zitten en schakel het apparaat weer in. Wanneer het
papier is uitgeworpen, hervat u het afdrukken.
• Haal de papierlade niet uit de printer tijdens het
afdrukken. Dat kan een storing veroorzaken.
• Tijdens het afdrukken verschijnt het papier een paar
keer. Raak het papier dan niet aan en trek er ook
zeker niet aan.
• Wanneer het papier is vastgelopen, raadpleegt u
pagina 103.
• Datumafdruk/Randen/Pagina's per vel kunt u
uitsluitend afdrukken in de stand één afb. tonen
(pagina 56).
39
NL
Diverse functies gebruiken
Diverse functies
gebruiken
(Geavanceerde
bedieningshandelingen)
40
NL
Genieten van een
diavoorstelling
1
Druk op (Diashow).
Tips
• Wanneer u de knoppen op dit apparaat
gebruikt, druk dan op VIEW MODE
bovenin de achterkant van het LCD-scherm,
op
V
om de cursor naar het gedeelte van de
weergaveselectie te verplaatsen en op
B
/
b
om
(Diashow) te selecteren.
• Wanneer de cursor in het gedeelte van de
weergaveselectie staat, verplaats hem dan
met
v
naar het gedeelte van de stijlselectie.
• Wanneer de cursor in het gedeelte van de
weergaveselectie staat, verplaats hem dan
door herhaaldelijk op VIEW MODE te
drukken.
2
Selecteer de stijl van uw keuze met
B/b/v/V en druk daarna op .
Raadpleeg "Weergave diavoorstelling"
(pagina 28) voor nadere bijzonderheden
over de stijlen van de diavoorstelling.
1
Druk op MENU.
2
Druk op B/b om het tabblad
(Instellingen) te selecteren.
3
Druk op v/V, selecteer [Inst.
Diashow] en druk daarna op .
4
Druk op v/V, selecteer het
onderdeel en druk daarna op .
Raadpleeg de tabellen op de volgende
pagina voor nadere bijzonderheden over
de verschillende instellingen.
Opmerkingen
• Let goed op het volgende wanneer u een
diavoorstelling selecteert met de afbeeldingen die
zijn opgeslagen op de geheugenkaart.
– Één van de eigenschappen van
geheugenkaarten, frequent uitlezen, kan tot
fouten leiden en dan worden afbeeldingen niet
correct weergegeven.
– Laat niet een diavoorstelling gedurende lange
tijd spelen met een klein aantal afbeeldingen.
Hierdoor kan een gegevensfout ontstaan.
– Wij adviseren u vaak een backup van de
afbeeldingen op de geheugenkaart te maken.
• Wanneer dit apparaat bijvoorbeeld een
diavoorstelling weergeeft, is het wijzigen van de
instellingen van sommige onderdelen niet mogelijk.
Deze onderdelen worden in grijs weergegeven en u
kunt ze niet selecteren.
• De diavoorstelling start bij de eerste afbeelding als
u dit apparaat uitzet of als u het reset.
Gedeelte van de weergaveselectie
Gedeelte van de stijlselectie
De instellingen van de
diavoorstelling wijzigen
41
NL
Diverse functies gebruiken
• Wanneer het scherm te helder is, kan dat misschien
niet prettig zijn. Let er goed op dat u de instellingen
van de helderheid niet te helder maakt wanneer u dit
apparaat gebruikt.
*: Instellingen af-fabriek
Item Instelling Beschrijving
Inst. Diashow Interval Kies één van de waarden 3 sec., 7 sec.*, 20 sec., 1 min., 5 min., 30 min., 1
uur, 3 uur, 12 uur, 24 uur voor het interval tussen de afbeeldingen.
Opmerkingen
• Afhankelijk van de stijl van de diavoorstelling of het formaat van de
afbeelding is het mogelijk dat een afbeelding niet wisselt met de
intervallen die u in het menu hebt ingesteld.
Effect Kruis midden Gaat over naar de volgende afbeelding alsof de vorige
afbeelding vanuit het midden naar de vier hoeken
wordt geduwd.
Blindering V Gaat over naar de volgende afbeelding alsof een
jaloezie verticaal wordt neergelaten.
Blindering H Gaat over naar de volgende afbeelding alsof een
jaloezie horizontaal wordt getrokken.
Vervagen* Gaat over naar de volgende afbeelding door de huidige
afbeelding te laten vervagen en de volgende afbeelding
helderder te laten worden.
Ruitenwisser Gaat over naar de volgende afbeelding alsof de huidige
afbeelding van het scherm wordt geveegd om de
volgende afbeelding te onthullen.
Willekeurig Maakt willekeurig gebruik van bovenstaande vijf
effecten.
Willekeurig Aan Afbeeldingen worden willekeurig weergegeven.
Uit* Annuleert weergave in willekeurige volgorde.
Kleureffect Kleur* Toont een afbeelding in kleur.
Sepia Toont een afbeelding in de kleur sepia.
Monochroom Toont een afbeelding in monochroom.
Weerg.mod. U kunt het weergaveformaat van de dia kiezen.
Opmerkingen
• De oorspronkelijke gegevens van de afbeelding veranderen niet.
Hele afb.* Geeft een gehele afbeelding weer vergroot tot het
juiste formaat. (Een afbeelding kan worden
weergegeven met marges aan de boven- en onderzijde
en aan de linker- en rechterzijde.)
Schermvullend Er wordt zoveel op het midden van de afbeelding
ingezoomd dat het hele scherm wordt gevuld.
Opmerkingen
• Afhankelijk van de stijl van de diavoorstelling is het
mogelijk dat een afbeelding niet wordt weergegeven
in het formaat dat u in het menu hebt ingesteld.
42
NL
U kunt afbeeldingen van
uw geheugenkaart
importeren in het
interne geheugen.
U kunt dit apparaat als digitaal album
gebruiken en belangrijke afbeeldingen in het
interne geheugen opslaan.
Tips
• Wanneer u afbeeldingen opslaat in het interne
geheugen, kunt u [Beeldimp.form.] in het menu
gebruiken om in te stellen of u afbeeldingen wilt
schalen tot het optimale formaat of ze zonder
compressie wilt opslaan (pagina 67).
Wanneer [Beeldimp.form.] is ingesteld op
[Schalen], kunt u maximaal ongeveer 2.000
afbeeldingen opslaan in het interne geheugen.
Wanneer [Orig.] is ingesteld, varieert het aantal
afbeeldingen dat kan worden opgeslagen mogelijk
afhankelijk van de oorspronkelijke bestandsgrootte
van de afbeeldingen.
1
Druk op (Importeren) wanneer
een afbeelding die is opgeslagen op
de geheugenkaart of op het externe
apparaat op het scherm wordt
getoond.
Tips
• Wanneer u de knoppen op dit apparaat
gebruikt, druk dan op MENU, selecteer het
tabblad (Bewerken) met
B
/
b
,
selecteer [Importeren] met
v
/
V
en druk op
.
Stand enkele weergave
(Weergave enkele afbeelding)
Weergave diavoorstelling
Weergave indexafbeeldingen
2
Druk op v/V, selecteer [Deze afb.
Importeren], [Import. meerdere afb.]
of [Alle afb. importeren] en druk op
.
Als u [Deze afb. Importeren] selecteert,
wordt de afbeelding die op dat moment
wordt getoond, geïmporteerd in het
interne geheugen. Ga naar stap 5. (Dit
onderdeel kunt u niet te selecteren tijdens
de weergave van de diavoorstelling.)
Als u [Import. meerdere afb.] selecteert,
kunt u de afbeelding die u wilt importeren,
selecteren uit de lijst van afbeeldingen. Ga
naar stap 3.
43
NL
Diverse functies gebruiken
Als u [Alle afb. importeren] selecteert,
wordt de lijst van afbeeldingen
weergegeven. Het selectievakje van alle
afbeeldingen is aangevinkt. Ga naar stap
4.
3
Met behulp van
B
/b/v/V selecteert u
in de lijst de afbeelding die u wilt
importeren en drukt u op .
"
✔
" wordt aan de geselecteerde
afbeelding toegevoegd.
Herhaal deze stap als u meerdere
afbeeldingen tegelijk wilt
importeren.
Wanneer u de selectie ongedaan wilt
maken, selecteert u de afbeelding en drukt
u op . "
✔
" verdwijnt van de
afbeelding.
Afbeeldingen in de afbeeldingenlijst
sorteren
Tijdens het sorteren:
Geef een overzicht van alle afbeeldingen
die aan de sorteercriteria voldoen.
Niet tijdens het sorteren:
Geef een overzicht van alle afbeeldingen
in het apparaat dat de momenteel
weergegeven afbeelding bevat.
Raadpleeg "Afbeeldingen sorteren
(filteren)" (pagina 50).
4
Druk op MENU.
Het bevestigingsscherm voor het
selecteren van een map verschijnt.
5
Selecteer de map van uw keuze met
v/V en druk op .
Getoond wordt het bevestigingsscherm dat
wordt gebruikt om uit te maken of een
afbeelding al dan niet aan het interne
geheugen wordt geïmporteerd.
Tips
• Er wordt automatisch een nieuwe map
aangemaakt wanneer u [Nieuwe map]
selecteert.
6
Druk op v/V, selecteer [Ja] en druk
daarna op .
De afbeelding wordt opgeslagen in de
opgegeven map in het interne geheugen.
7
Druk op als het
bevestigingsscherm wordt getoond.
Opmerkingen
• "In het interne geheugen importeren" is niet
beschikbaar voor afbeeldingen in het interne
geheugen.
• Doe het volgende niet terwijl afbeeldingen in het
interne geheugen worden geïmporteerd. Als u dat
doet, kan dit apparaat, de geheugenkaart of de
gegevens beschadigd raken.
– Het apparaat uitzetten
– Een geheugenkaart verwijderen
– Nog een kaart inzetten
Tips
• U kunt het formaat van de miniaturen wijzigen met
[
/
] in de lijst van afbeeldingen.
44
NL
Afhankelijk van de eigenschappen van het
apparaat kunnen afbeeldingen die in het interne
geheugen worden geïmporteerd na een lange
leestijd of veelvuldige dataleesacties een
leesfout geven. Dergelijke afbeeldingen
worden misschien niet correct weergegeven.
Dit apparaat vernieuwt het interne geheugen en de
beveiligde afbeeldingen automatisch, afhankelijk
van de status van het interne geheugen.
Het bevestigingsscherm dat wordt gebruikt
voor het vernieuwen van het interne geheugen
wordt automatisch weergegeven wanneer het
vernieuwen van het interne geheugen nodig is.
Het vernieuwen begint wanneer u [Ja]
selecteert. Het Vernieuwen start ook
automatisch wanneer 30 seconden lang geen
bedieningshandeling wordt verricht. Als u
[Nee] selecteert, wordt het bevestigingsscherm
voor het vernieuwen van het interne geheugen
de volgende keer weergegeven.
Zet dit apparaat niet uit wanneer het interne
geheugen wordt vernieuwd. Dat kan een
storing veroorzaken.
Het vernieuwen van het interne geheugen kan
ongeveer 5 minuten in beslag nemen.
Opmerkingen
• Wij adviseren u zo nu en dan een backup van uw
gegevens te maken zodat u ze niet kunt verliezen.
• Laat niet een diavoorstelling met minder dan 10
afbeeldingen ononderbroken lopen als u de
intervaltijd voor de diavoorstelling op 3 seconden
hebt ingesteld. Mogelijk kunt u sommige
afbeeldingen in het interne geheugen niet
beveiligen.
Opgeven waar vanaf
wordt afgespeeld
U kunt opgeven of u een geheugenkaart of het
interne geheugen wilt weergeven.
1
Druk op SELECT DEVICE.
Tips
• Wanneer u op het apparaat zelf werkt, druk
dan op MENU en gebruik de knoppen
B
/
b
om het tabblad Sel. Ap. (Select
device) te selecteren.
• Wanneer de geheugenkaart die u wilt
selecteren, niet aanwezig is, steek hem dan
nu in de sleuf.
Opmerkingen
• Wanneer klok en kalender verschijnen,
kunt u het tabblad Sel. Ap. (Select
device) niet gebruiken.
2
Druk op v/V, selecteer het apparaat
dat u wilt weergeven en druk daarna
op .
De afbeeldingen van het geselecteerde
apparaat worden weergegeven.
Stand Vernieuwen
45
NL
Diverse functies gebruiken
Een afbeelding uit het
interne geheugen
exporteren naar een
geheugenkaart
U kunt de afbeeldingen in het interne geheugen
exporteren naar een geheugenkaart of een
extern apparaat.
1
Druk op MENU wanneer een
afbeelding die in het interne
apparaat is opgeslagen, op het
scherm wordt getoond.
2
Druk op B/b om het tabblad
(Bewerken) te selecteren.
3
Druk op v/V, selecteer [Exporteren]
en druk daarna op .
Stand enkele weergave
(Weergave enkele afbeelding)
4
Druk op v/V, selecteer [Deze afb.
exporteren], [Export. meerdere afb.]
of [Alle afb. exporteren] en druk op
.
Als u [Deze afb. exporteren] selecteert,
wordt de afbeelding die op dat moment
wordt getoond, naar het apparaat
geëxporteerd. Ga naar stap 7. (Dit
onderdeel kunt u niet te selecteren tijdens
de weergave van de diavoorstelling.)
Als u [Export. meerdere afb.] selecteert,
kunt u de afbeelding die u wilt exporteren,
selecteren uit de lijst van afbeeldingen. Ga
naar stap 5.
Als u [Alle afb. exporteren] selecteert,
wordt de lijst van afbeeldingen
weergegeven. Het selectievakje van alle
afbeeldingen is aangevinkt. Ga naar stap
6.
5
Met behulp van
B
/b/v/V selecteert u
in de lijst de afbeelding die u wilt
exporteren en drukt u op .
"
✔
" wordt aan de geselecteerde
afbeelding toegevoegd.
Herhaal deze stap als u meerdere
afbeeldingen tegelijk wilt exporteren.
Wanneer u de selectie ongedaan wilt
maken, selecteert u de afbeelding en drukt
u op . "
✔
" verdwijnt van de
afbeelding.
Afbeeldingen in de afbeeldingenlijst
sorteren
Tijdens het sorteren:
Geef een overzicht van alle afbeeldingen
die aan de sorteercriteria voldoen.
Niet tijdens het sorteren:
Geeft een overzicht van alle afbeeldingen
in het interne geheugen.
Raadpleeg "Afbeeldingen sorteren
(filteren)" (pagina 50).
6
Druk op MENU.
Getoond wordt het scherm voor het
selecteren van de geheugenkaart waar u
naartoe wilt exporteren.
Vervolg
46
NL
7
Selecteer de geheugenkaart waar
naartoe u de afbeelding wilt
exporteren door op v/V en
vervolgens op te drukken.
8
Selecteer de map van uw keuze met
v/V en druk op .
Getoond wordt het bevestigingsscherm dat
wordt gebruikt om uit te maken of al dan
niet wordt geëxporteerd.
Tips
• Er wordt automatisch een nieuwe map
aangemaakt wanneer u [Nieuwe map]
selecteert.
9
Druk op v/V, selecteer [Ja] en druk
daarna op .
Het exporteren is voltooid.
10
Druk op als het
bevestigingsscherm wordt getoond.
De afbeelding wordt gekopieerd naar de
opgegeven geheugenkaart.
Opmerkingen
• Doe het volgende niet terwijl een afbeelding wordt
geëxporteerd. Als u dat doet, kan dit apparaat, de
geheugenkaart of de gegevens beschadigd raken.
– Het apparaat uitzetten
– Een geheugenkaart verwijderen
– Nog een kaart inzetten
Tips
• U kunt ook de toets MENU op dit apparaat
gebruiken.
• U kunt het formaat van de miniaturen wijzigen met
[
/
] in de lijst van afbeeldingen.
• Iedere geheugenkaart die die apparaat niet herkent,
verschijnt grijs en u kunt hem dan niet selecteren.
47
NL
Diverse functies gebruiken
Een afbeelding
verwijderen
1
Druk op (Verwijderen) wanneer
een afbeelding op het scherm wordt
getoond.
Tips
• Wanneer u de knoppen op dit apparaat
gebruikt, druk dan op MENU, selecteer het
tabblad (Bewerken) met
B
/
b
,
selecteer [Verwijderen] met
v
/
V
en druk
op .
2
Druk op v/V, selecteer [Deze afb.
wissen], [Wissen meerdere afb.] of
[Alle afb. wissen] en druk op .
Als u [Deze afb. wissen] selecteert, wordt
de afbeelding die op dat moment wordt
weergegeven, verwijderd. Ga naar stap 5.
(Dit onderdeel kunt u niet te selecteren
tijdens de weergave van de
diavoorstelling.)
Als u [Wissen meerdere afb.] selecteert,
kunt u de afbeelding selecteren die u uit de
lijst van afbeeldingen wilt verwijderen. Ga
naar stap 3.
Als u [Alle afb. wissen] selecteert, wordt
de lijst van afbeeldingen weergegeven.
Het selectievakje van alle afbeeldingen is
aangevinkt. Ga naar stap 4.
3
Met behulp van
B
/b/v/V selecteert u
in de lijst de afbeelding die u wilt
wissen en drukt u op .
"
✔
" wordt aan de geselecteerde
afbeelding toegevoegd.
Herhaal deze stap als u meerdere
afbeeldingen tegelijk wilt verwijderen.
Wanneer u de selectie ongedaan wilt
maken, selecteert u de afbeelding en drukt
u op . "
✔
" verdwijnt van de
afbeelding.
Afbeeldingen in de afbeeldingenlijst
sorteren
Tijdens het sorteren:
Geef een overzicht van alle afbeeldingen
die aan de sorteercriteria voldoen.
Niet tijdens het sorteren:
Geef een overzicht van alle afbeeldingen
in de geheugenkaart die de momenteel
weergegeven afbeelding bevat.
Raadpleeg "Afbeeldingen sorteren
(filteren)" (pagina 50).
4
Druk op MENU.
Het bevestigingsscherm voor het
verwijderen wordt weergegeven.
5
Druk op v/V, selecteer [Ja] en druk
daarna op .
De afbeelding wordt verwijderd.
6
Druk op als het
bevestigingsscherm wordt getoond.
Opmerkingen
• Doe het volgende niet terwijl een afbeelding wordt
verwijderd. Als u dat doet, kan dit apparaat, de
geheugenkaart of de gegevens beschadigd raken.
– Het apparaat uitzetten
– Een geheugenkaart verwijderen
– Nog een kaart inzetten
• Wanneer de melding [Kan geen beveiligd bestand
verwijderen] op het scherm verschijnt, is het
bestand van de afbeelding ingesteld op Read Only
(Alleen lezen) op een computer. Sluit in dat geval
dit apparaat aan op een computer en verwijder dit
bestand met behulp van de computer.
• De totale capaciteit van het interne geheugen is niet
gelijk aan de resterende capaciteit, zelfs niet
onmiddellijk na het initialiseren.
• Als het verwijderen is gestart, kan de verwijderde
afbeelding niet worden teruggehaald, zelfs niet als u
het verwijderen stopt. Verwijder afbeeldingen
alleen nadat u hebt bevestigd dat u ze werkelijk wilt
verwijderen.
Tips
• U kunt het formaat van de miniaturen wijzigen met
[
/
] in de lijst van afbeeldingen.
Vervolg
48
NL
Een merkteken
registreren
U kunt alleen een diavoorstelling maken van
afbeeldingen die van tevoren zijn geselecteerd
en zijn gemarkeerd. U kunt gemakkelijk
controleren of er afbeeldingen voorzien zijn
van het merkteken wanneer u de weergave van
indexafbeeldingen of de stand enkele weergave
gebruikt (met Exif).
1
Druk op (Markeren) wanneer
een afbeelding op het scherm wordt
getoond.
Tips
• Wanneer u de knoppen op dit apparaat
gebruikt, druk dan op MENU, selecteer het
tabblad (Bewerken) met
B
/
b
,
selecteer [Markeren] met
v
/
V
en druk op
.
2
Selecteer het merkteken van uw
keuze met v/V en druk op .
3
Druk op v/V, selecteer [Deze afb.
markeren], [Mark./Oph. meerd. afb.]
of [Alle afb. markeren] en druk op
.
Wanneer u [Deze afb. markeren]
selecteert, dan zal aan de afbeelding die op
dat moment wordt getoond in de toekomst
een merkteken zijn gehecht. (Dit
onderdeel kunt u niet te selecteren tijdens
de weergave van de diavoorstelling.)
Het interne geheugen
formatteren
1
Druk op MENU.
2
Druk op
B
/
b
om het tabblad
(Instellingen) te selecteren.
3
Druk op
v
/
V
, selecteer [Initialiseren] en
druk daarna op .
4
Druk op
v
/
V
, selecteer [Intern geh.
formatt.] en druk daarna op .
Nu ziet u het bevestigingsscherm voor het
initialiseren van het interne geheugen.
5
Druk op
v
/
V
, selecteer [Ja] en daarna op
.
49
NL
Diverse functies gebruiken
Wanneer u [Mark./Oph. meerd. afb.]
selecteert, dan kunt u uit de lijst van
afbeeldingen de afbeelding selecteren
waaraan u een merkteken wilt hechten. Ga
naar stap 4.
Als u [Alle afb. markeren] selecteert,
wordt de lijst van afbeeldingen
weergegeven. Het selectievakje van alle
afbeeldingen is aangevinkt. Ga naar stap
5.
4
Met behulp van
B
/b/v/V selecteert u
in de lijst de afbeelding die u wilt
exporteren en drukt u op .
"
✔
" wordt aan de geselecteerde
afbeelding toegevoegd.
Herhaal deze stap als u meerdere
afbeeldingen tegelijk wilt selecteren.
Wanneer u de selectie ongedaan wilt
maken, selecteert u de afbeelding en drukt
u op . "
✔
" verdwijnt van de
afbeelding.
Afbeeldingen in de afbeeldingenlijst
sorteren
Tijdens het sorteren:
Geef een overzicht van alle afbeeldingen
die aan de sorteercriteria voldoen.
Niet tijdens het sorteren:
Geef een overzicht van alle afbeeldingen
in de geheugenkaart die de momenteel
weergegeven afbeelding bevat.
Raadpleeg "Afbeeldingen sorteren
(filteren)" (pagina 50).
5
Druk op MENU.
Het bevestigingsscherm verschijnt.
6
Druk op v/V, selecteer [Ja] en druk
daarna op .
Het merkteken wordt aan de geselecteerde
afbeelding gehecht.
Een registratie van een
merkteken verwijderen
Selecteer [Mark. afb. opheffen] of [Alle
afb.mark. oph.] en druk daarna op in stap 3.
U kunt ook de selectie ongedaan maken door
het vinkje uit het selectievakje te verwijderen.
• [Mark. afb. opheffen]:
Verwijdert een merkteken van de afbeelding
die op dat moment wordt getoond. (Dit
onderdeel kunt u niet te selecteren tijdens de
weergave van de diavoorstelling.)
• [Alle afb.mark. oph.]:
Tijdens het sorteren
Deselecteert alle afbeeldingen die aan de
sorteercriteria voldoen.
Niet tijdens het sorteren
Deselecteert alle afbeeldingen in de
geheugenkaart die de momenteel
weergegeven afbeelding bevat.
Opmerkingen
• Uitsluitend merktekens die aan afbeeldingen op het
interne geheugen zijn bevestigd, worden
opgeslagen.
Merktekens die zijn bevestigd aan afbeeldingen op
een geheugenkaart, worden verwijderd wanneer u
het apparaat uitschakelt of een ander
weergaveapparaat kiest.
Tips
• U kunt uit de 3 typen een merkteken kiezen.
• U kunt het formaat van de miniaturen wijzigen met
[
/
] in de lijst van afbeeldingen.
50
NL
Afbeeldingen sorteren
(filteren)
U kunt afbeeldingen die zijn opgeslagen in het
interne geheugen of op een geheugenkaart
sorteren op datum, map, afbeeldingoriëntatie of
merktekens.
1
Druk op SORT wanneer een
afbeelding op het scherm wordt
getoond.
Tips
• Wanneer u de knoppen op dit apparaat
gebruikt, druk dan op MENU, selecteer het
tabblad (Bewerken) met
B
/
b
,
selecteer [Sorteren (Sort)] met
v
/
V
en druk
op .
2
Selecteer een sorteerstijl met v/V
en druk op .
• [Sorteren op datum]:
Filtert op opnamedatum.
• [Sorteren op map]:
Filtert op map.
• [Verticaal/horizontaal sorteren]:
Filtert op oriëntatie van de afbeelding.
• [Sorteren op markering]:
Filtert op merkteken.
3
Selecteer het onderdeel van uw
keuze met B/b/v/V en druk op .
De sortering opheffen
Wanneer de gesorteerde afbeeldingen worden
weergegeven, drukt u op MENU, selecteert u
[Stop sort.(alles tonen)] en drukt u op .
De sorteerstijl veranderen
Wanneer de gesorteerde afbeeldingen worden
weergegeven, drukt u op BACK.
Opmerkingen
• Zet tijdens het sorteren dit apparaat niet uit en neem
de geheugenkaart er niet uit. Als u dat doet, kunnen
dit apparaat, de geheugenkaart of de gegevens
beschadigd raken.
• In de volgende gevallen wordt het sorteren
automatisch ongedaan gemaakt.
– Een ander weergaveapparaat kiezen
– Wanneer afbeeldingen op een geheugenkaart
zijn gesorteerd en de geheugenkaart wordt
verwijderd.
• Wanneer u tijdens het sorteren een ander
geheugenapparaat kiest, wordt het sorteren
automatisch geannuleerd.
51
NL
Diverse functies gebruiken
Het formaat en de
oriëntatie van de
afbeelding aanpassen
U kunt een afbeelding in de stand enkele
weergave vergroten of verkleinen.
1
Druk op (inzoomen) op de
afstandsbediening als u een
afbeelding wilt vergroten. Druk op
(uitzoomen) als u een afbeelding
wilt verkleinen.
Iedere keer dat u op de toets drukt,
wordt de afbeelding verder vergroot. U
kunt een afbeelding maximaal 5 keer de
oorspronkelijke schaal vergroten. U kunt
een vergrote afbeelding omhoog, omlaag,
naar links en naar rechts verplaatsen.
Een vergrote of verkleinde afbeelding
opslaan (Trimmen en opslaan)
1
Druk op MENU wanneer de vergrote of
verkleinde afbeelding verschijnt.
2
Druk op
v
/
V
en selecteer de opslagmethode.
Wanneer u [Opslaan als nieuwe afb.]
selecteert, wordt een kopie van de afbeelding
opgeslagen. Ga naar stap
3
.
Wanneer u [Overschrijven] selecteert,
overschrijft de nieuwe afbeelding de oude.
Ga naar stap
5
.
3
Druk op
v
/
V
, selecteer het apparaat waarop
u de afbeelding wilt opslaan en druk op .
4
Druk op
v
/
V
, selecteer een map en druk op
.
5
Druk op
v
/
V
, selecteer [Ja] en druk op .
De afbeelding wordt opgeslagen.
6
Wanneer het bevestigingsscherm verschijnt
na het opslaan van de afbeelding, drukt u op
.
Tips
• Wanneer u de vergrote afbeelding verwijdert met
B
/
b
/
v
/
V
en in stap
1
op MENU drukt, wordt de
afbeelding bijgewerkt tot de afmetingen van de
weergegeven afbeelding en opgeslagen.
Opmerkingen
• Wanneer u een afbeelding vergroot, kan dat,
afhankelijk van de grootte van de afbeelding, ten
koste gaan van de kwaliteit.
• U kunt de afbeelding niet overschrijven wanneer hij
een ander dataformaat heeft dan JPEG: (.jpg)
Een afbeelding vergroten/
verkleinen
52
NL
In de stand enkele weergave kunt u een
afbeelding roteren.
1
Druk in de stand enkele weergave
op MENU.
2
Druk op B/b om het tabblad
(Bewerken) te selecteren.
3
Druk op v/V, selecteer [Draaien] en
druk daarna op .
4
Selecteer de draairichting van de
afbeelding door op v/V en dan op
te drukken.
•:
Draait de afbeelding 90 graden naar rechts.
•:
Draait de afbeelding 90 graden naar links.
5
Druk op v/V, selecteer [OK] en druk
daarna op .
Opmerkingen
• U kunt een vergrote afbeelding niet roteren.
Tips
• Tevens kunt u een afbeelding roteren met
(Roteren) op de afstandsbediening. Iedere keer
wanneer u de knop indrukt, draait de afbeelding 90
graden naar links.
• Wanneer u de afbeeldingen in het interne geheugen
weergeeft, blijft de informatie die wordt gebruikt
voor het draaien van de afbeelding, bewaard, zelfs
wanneer u het apparaat uitschakelt.
• U kunt de afbeelding van de indexafbeeldingen
draaien.
De instellingen van de
functie Auto Aan/Uit
wijzigen
Met de tijdschakeling kunt u het apparaat
automatisch aan- of uitschakelen, ook als het
apparaat aan staat.
1
Druk op MENU.
2
Druk op B/b om het tabblad
(Instellingen) te selecteren.
3
Druk op v/V, selecteer [Auto AAN/
UIT] en druk op .
4
Druk op v/V, selecteer
[Instelmethode] en druk op . Druk
dan op v/V, selecteer [Eenvoudig]
of [Geavanceerd] en druk op .
[Eenvoudig]:
Stelt de functie Auto Aan/Uit nauwkeurig
in met stappen van één minuut.
[Geavanceerd]:
Stelt de functie Auto Aan/Uit in op een
dag in de week in eenheden van één uur.
Een afbeelding draaien
53
NL
Diverse functies gebruiken
5
Druk op v/V, selecteer
[Tijdinstelling] en druk op
.
[Eenvoudig]
1
Selecteer een onderdeel waarvoor u de
tijd wilt instellen.
Druk op
v
/
V
, selecteer [Timer AAN] of
[Timer UIT] en druk op . Druk nu op
v
/
V
, selecteer [Inschakelen] en druk op
.
2
Stel de tijd in waarop u de Timer AAN
of Timer UIT wilt activeren.
Druk op
v
/
V
, selecteer [Tijd auto
AAN] of [Tijd auto UIT] en druk op
.
Druk op
B
/
b
, selecteer het uur of de
minuut, druk op
v
/
V
om het uur of de
minuut in te stellen en druk op .
3
Stel de dag van de week in waarop de
tijdschakeling actief moet worden.
Druk op
v
/
V
, selecteer [Dag auto
AAN] of [Dag auto UIT] en druk op
.
Druk op
v
/
V
om de dag te selecteren
waarop de tijdschakeling actief moet
worden en druk op om hem te
selecteren.
Druk op
v
/
V
om de cursor naar [OK] te
verplaatsen en druk op .
[Geavanceerd]
1
Selecteer met
B
/
b
/
v
/
V
de tijd waarop u
de Auto Aan/Uit-functie wilt gebruiken.
U kunt deze functie instellen op een dag
in de week in eenheden van één uur.
De kleur van de geselecteerde tijdzone
verandert in blauw nadat u op hebt
gedrukt. De stroomvoorziening van dit
apparaat schakelt in wanneer de blauwe
tijdzone actief wordt. De kleur van de
geselecteerde tijdzone verandert in
grijs, nadat u de blauwe tijdzone hebt
geselecteerd en daarna op hebt
gedrukt. De stroomvoorziening van dit
apparaat wordt uitgeschakeld in de
grijze tijdzone.
Tips
• Dit apparaat schakelt op de
automatische uitschakeltijd automatisch
uit, ook terwijl het in gebruik is. Een
uitzondering is wanneer het apparaat
afdrukt.
De fotolijst wordt automatisch
ingeschakeld op de tijd die u hebt
ingesteld voor [Timer AAN] in de stand
Stand-by.
2
Druk op
B
/
b
/
v
/
V
, selecteer [OK] en
druk op .
6
Druk op MENU.
54
NL
55
NL
Op verschillende manieren
afdrukken
Verschillende
afdrukmethoden
gebruiken
(geavanceerd
afdrukken)
56
NL
De afdrukinstellingen
veranderen
(Datumafdruk, Randen, Pagina's
per vel)
1
Druk op MENU.
2
Druk op B/b om het tabblad
(Instellingen) te selecteren.
3
Druk op v/V, selecteer
[Afdrukinstellingen] en druk op .
4
Druk op v/V, selecteer een
onderdeel dat u wilt wijzigen en druk
daarna op .
5
Selecteer met een druk op v/V de
instelwaarde en druk daarna op .
De ingestelde waarde is bevestigd. (pagina
68)
Tips
• Wanneer de afdrukinstelling is ingesteld op
[Datumafdruk], [Pagina’s per vel] en [Randen], is
afdrukken uitsluitend toegestaan wanneer de
afbeelding wordt weergegeven in modus enkele
weergave (pagina 36).
• Dit gedeelte beschrijft uitsluitend [Datumafdruk]-,
[Randen]- en [Pagina’s per vel]-patronen.
• U kunt alle afbeeldingen van een geheugenkaart of
het interne geheugen selecteren en ze afdrukken als
een lay-outafdruk. (pagina 59)
Datumafdruk (Datum afdrukken)
Randen (Met rand)
Pagina’s per vel
57
NL
Op verschillende manieren afdrukken
"Creatief afdrukken"
verrichten
(Kalender/Lay-outafdruk/ID-foto)
Wat is "Creatief afdrukken"?
U kunt afbeeldingen in een geheugenkaart of
het interne geheugen bewerken en een
kalender, layout print of ID photo maken.
1
Druk op MENU.
2
Druk op B/b om het tabblad
(Bewerken) te selecteren.
3
Druk op v/V, selecteer [Creatief
afdrukken] en druk op .
Het menu Creatief afdrukken verschijnt.
Tips
• Tijdens het verrichten van Creatief afdrukken kunt
u MENU indrukken en instellen als deel van de
menonderdelen voor de afdrukinstelling.
De handeling halverwege ongedaan
maken
Druk op BACK. Het venster van de vorige stap
verschijnt. Afhankelijk van de stap kunt u de
handeling misschien niet ongedaan maken.
Het menu Creatief afdrukken verlaten
Verricht de volgende stappen.
1
Druk op MENU en op
B
/
b
om het tabblad
(Bewerken) te selecteren.
2
Druk op
v
/
V
, selecteer [Creatief afdrukken
voltooid] en druk op .
Tips
• U kunt het menu Creatief afdrukken ook verlaten
met de knop
B
/
b
/
v
/
V
om te selecteren en dan
op te drukken op het scherm met het
afdrukvoorbeeld. Het dialoogvenster voor het
opslaan van een afbeelding kan verschijnen.
1
In het menu Creatief afdrukken
drukt u op B/b/v/V om te
selecteren (Kalender) en drukt u
vervolgens op .
Het scherm voor het selecteren van de
kalendersjabloon verschijnt.
2
Druk op B/b/v/V, selecteer de
gewenste sjabloon en druk daarna
op .
Nu ziet u het afdrukvoorbeeld van de
geselecteerde sjabloon.
Tips
• U kunt een afbeeldinggedeelte of
kalendergedeelte in elke volgorde
selecteren en instellen.
3
Een afbeelding selecteren
Wanneer u een sjabloon met meer
afbeeldingen selecteert, selecteer dan een
afbeelding voor ieder gedeelte.
1
Op het afdrukvoorbeeld van de
kalendersjabloon drukt u op
B
/
b
/
v
/
V
om een afbeelding te selecteren en
drukt u op .
Het scherm voor het selecteren van de
afbeelding verschijnt.
2
Druk op
B
/
b
/
v
/
V
, selecteer een
afbeelding en druk op .
Het scherm voor het bewerken van de
afbeelding verschijnt.
Een kalender maken
Afbeeldinggedeelte Kalendergedeelte
Vervolg
58
NL
4
Bewerk de afbeelding.
Voor details over het bewerken van een
afbeelding leest u verder op pagina 60.
5
Pas de afbeelding aan.
Voor details over het aanpassen van een
afbeelding leest u verder op pagina 61.
6
Stel de kalender in.
1
Op het scherm met het afdrukvoorbeeld
van de kalendersjabloon drukt u op
B
/
b
/
v
/
V
om het kalendergedeelte te
selecteren en drukt u op .
Het instellingsscherm voor de kalender
verschijnt.
2
Druk op
v
/
V
om het onderdeel te
selecteren dat u wilt instellen en druk
op .
Er verschijnt een kalender in het
kalendergedeelte van het scherm met het
afdrukvoorbeeld.
7
Druk op v/V, selecteer en druk
op .
Het scherm voor het afdrukvoorbeeld van
de afbeelding verschijnt.
8
Druk op PRINT.
Ga verder met de instructies op het
scherm.
Tips
• U kunt de ingestelde kalendergegevens opslaan. Zie
pagina 62.
Item Beschrijving
Start J/M
Stel de eerste maand en het
jaar in waarmee de kalender
begint. Druk op
B
/
b
,
selecteer maand en jaar en
druk op
v
/
V
om het
nummer in te stellen. Druk
op .
Eerste
weekdag
Stel de dag van de week in
(helemaal links op de
kalender geplaatst). Druk op
b
en
v
/
V
in, selecteer
[Zondag] of [Maandag].
Druk nu op .
Dagkleur
Stel de kleur van zaterdag
of zondag in die op de
kalender moet verschijnen.
Druk op
b
en op
v
/
V
om de
gewenste kleur voor
zaterdag en zondag te
selecteren. Druk nu op .
Item Beschrijving
59
NL
Op verschillende manieren afdrukken
De volgende indelingen zijn beschikbaar.
• 1/2/4/9/13/16 afbeeldingen per pagina
1
In het menu Creatief afdrukken
drukt u op B/b/v/V om te
selecteren (Lay-outafdruk) en drukt
u vervolgens op .
De Lay-outafdruk-sjablonen verschijnen.
2
Druk op
B
/
b
/
v
/
V
, selecteer de gewenste
sjabloon en druk daarna op .
Nu ziet u het afdrukvoorbeeld van de
geselecteerde sjabloon.
3
Selecteer een afbeelding.
Wanneer u een sjabloon met meer
afbeeldingen selecteert, selecteer dan een
afbeelding voor ieder gedeelte. Voor
details over het selecteren van een
afbeelding leest u verder bij stap 3 op
pagina 57. Wanneer u een afbeelding /
afbeeldingen selecteert, verschijnt het
instelscherm.
4
Bewerk de afbeelding.
Voor details over het bewerken van een
afbeelding leest u verder op pagina 60.
5
Pas de afbeelding aan.
Voor details over het aanpassen van een
afbeelding leest u verder op pagina 61.
6
Druk op PRINT.
Ga verder met de instructies op het scherm.
Tips
• U kunt de indeling opslaan. Zie pagina
62
.
1
In het menu Creatief afdrukken
drukt u op B/b/v/V om te
selecteren (ID-foto) en drukt u
vervolgens op .
Het scherm voor het instellen van de
hoogte en breedte van een ID photo
verschijnt.
Tips
• U kunt een maximumformaat van 7,0
(breedte) × 9,0 (hoogte) cm instellen.
2
Druk op B/b/v/V om het onderdeel
te selecteren dat u wilt aanpassen
en druk op .
• De eenheid opgeven:
Selecteer het tekstvak aan de linkerkant van
de foto. U kunt [cm] of [inch] selecteren.
• De hoogte opgeven:
Selecteer het cijfervak aan de rechterkant
van de foto.
• De breedte opgeven:
Selecteer het cijfervak aan de bovenkant
van de foto.
3
Druk op v/V om de afmetingen of de
eenheid in te stellen en druk op .
Nu ziet u de indelingsafbeelding van de
geselecteerde afmeting.
4
Wanneer u de andere onderdelen
wilt opgeven, herhaal dan de
stappen 2 en 3.
Een Lay-outafdruk Een ID-foto
Vervolg
60
NL
5
Druk op B/b/v/V, selecteer en
druk op .
Het scherm voor het selecteren van een
afbeelding verschijnt.
6
Selecteer een afbeelding.
Voor details over het selecteren van een
afbeelding leest u verder bij stap 3 op
pagina 57. Wanneer u een afbeelding /
afbeeldingen selecteert, verschijnt het
instelscherm.
7
Bewerk de afbeelding.
Voor details over het bewerken van een
afbeelding leest u verder op pagina 60.
8
Pas de afbeelding aan.
Voor details over het aanpassen van een
afbeelding leest u verder op pagina 61.
9
Druk op PRINT.
Ga verder met de instructies op het
scherm.
Tips
• U kunt de ingestelde ID photo opslaan. Zie pagina
62
.
Opmerkingen
• Een ID photo die is afgedrukt met dit apparaat mag
u misschien niet gebruiken voor een identiteitskaart
of paspoort. Kijk op het betreffende certificaat eerst
wat de eisen voor de foto zijn voordat u de kaart of
het paspoort inlevert.
Op het bewerkingsscherm voor de afbeelding
kunt u de afbeelding aanpassen.
Beeldbewerkingscherm voor (Kalender)
1
Druk op v/V, selecteer de gewenste
bewerkingsonderdelen en druk
daarna op .
2
Druk op v/V, selecteer [OK] en druk
op .
Het scherm voor het afdrukvoorbeeld van
de afbeelding verschijnt.
Een afbeelding bewerken
Onderdelen Beschrijving
Verkleint of vergroot de
afbeelding.
Verplaatst een afbeelding
met behulp van
B
/
b
/
v
/
V
.
Met behulp van
bevestigt u de positie.
Draait een afbeelding 90
graden naar rechts.
Opent de modus om de
kwaliteit van de
afbeelding in te stellen.
Voor details raadpleegt u
pagina 61.
Verandert een afbeelding
van kleur in monochroom.
61
NL
Op verschillende manieren afdrukken
1
Op het scherm voor het aanpassen
van de afbeelding drukt u op B/b,
selecteert u en drukt u op .
Het menu voor het aanpassen van de
beeldkwaliteit verschijnt.
2
Druk op v/V, selecteer de gewenste
bewerkingshulpmiddelen en druk
daarna op .
Het instelscherm van het geselecteerde
hulpmiddel verschijnt.
Druk op
B
/
b
om een afbeelding aan te
passen door het niveau te controleren.
De afbeelding die u wilt aanpassen,
verschijnt op de linker helft van het
scherm en de aangepaste afbeelding
verschijnt aan de rechter helft.
3
Druk op .
De aanpassing wordt effectief.
De beeldkwaliteit
aanpassen
Onderdelen
Beschrijving
Helderheid
Druk op
b
om de
afbeelding helderder te
maken of op
B
om hem
donkerder te maken.
Tint
Druk op
b
om de
afbeelding groener te
maken of op
B
om hem
roder te maken.
Verzadiging
Druk op
b
om de kleuren
dieper te maken of op
B
om ze lichter te maken.
Wanneer [Helderheid] is geselecteerd.
Scherpte
Druk op
b
om de
contouren scherper te
maken of op
B
om ze
zachter te maken.
Onderdelen
Beschrijving
62
NL
1
Druk op
B
/
b
, selecteer op het
scherm met het afdrukvoorbeeld en
druk op .
Scherm met afdrukvoorbeeld van
de kalender
Het scherm voor het selecteren van de
doellocatie verschijnt.
2
Druk op v/V, selecteer het apparaat
waarheen u de afbeelding wilt
exporteren en druk daarna op .
3
Selecteer de map waarin u wilt
opslaan met v/V en druk op .
Tips
• Er wordt automatisch een nieuwe map
aangemaakt wanneer u [Nieuwe map]
selecteert.
4
Druk op op het
bevestigingsscherm.
Tips
• De voorgaande afbeelding wordt niet overschreven.
Opmerkingen
• Zet tijdens het opslaan van de afbeelding dit
apparaat niet uit en neem de geheugenkaart er niet
uit.
Als u dat doet, kunnen dit apparaat, de
geheugenkaart of de gegevens beschadigd raken.
Een afbeelding opslaan
63
NL
Op verschillende manieren afdrukken
Batch afdrukken
(Indexafdruk/DPOF-afdruk/Alles
afdrukken)
• Indexafdruk
U kunt een lijst (index) van alle afbeeldingen
maken die zijn opgeslagen in een
geheugenkaart of in het interne geheugen
van dit apparaat, zodat u de inhoud van het
geselecteerde medium snel kunt controleren.
Het apparaat berekent automatisch het aantal
deelvensters per vel. Afbeeldingen worden
afgedrukt in ieder deelvenster.
• DPOF-afdruk
De afbeeldingen die vooraf zijn ingesteld op
DPOF (Digital Print Order Format) voor het
afdrukken verschijnen met het
afdrukmerkteken ( ) in een
afdrukvoorbeeld van de afbeelding. U kunt
deze afbeeldingen tegelijkertijd afdrukken.
De afbeeldingen worden afgedrukt met het
vooraf ingestelde afdrukken en in de
volgorde waarin ze werden weergegeven.
• Alles afdrukken
U kunt alle afbeeldingen afdrukken die zijn
opgeslagen in het interne geheugen of op een
geheugenkaart.
Opmerkingen
• Uitsluitend geselecteerde afbeeldingen verschijnen
tijdens het sorteren.
• Voor het vooraf instellen van afbeeldingen voor het
afdrukken, raadpleegt u de handleiding van uw
digitale camera.
• Sommige types digitale camera ondersteunen de
DPOF-functie niet, of dit apparaat ondersteunt
misschien bepaalde functies van de digitale camera
niet.
1
Druk op MENU.
2
Druk op B/b om het tabblad
(Bewerken) te selecteren.
3
Druk op v/V, selecteer [Batch
afdrukken] en druk op .
Het menu Batch afdrukken verschijnt.
4
Druk op v/V, selecteer
[Indexafdruk], [DPOF-afdruk] of
[Alles afdrukken] en druk op .
Het dialoogvenster voor de bevestiging
verschijnt.
Opmerkingen
• Wanneer er geen DPOF vooringestelde
afbeeldingen zijn terwijl u [DPOF-afdruk]
selecteert, verschijnt een foutmelding.
5
Druk op B/b, selecteer [Ja] om het
afdrukken te starten of [Nee] om het
afdrukken te annuleren en druk op
.
Wanneer u [Ja] selecteert, start het
afdrukken.
64
NL
De instellingen van dit apparaat wijzigen
De instellingen
veranderen
U kunt de volgende instellingen veranderen.
•Inst. Diashow
• Auto AAN/UIT
• Datum/tijdinstell.
• Alg. Instelling. (Lijstvolgorde, Sony-logo et
cetera)
• Afdrukinstellingen
• Taalinstelling (Language)
• Initialiseren
1
Druk op MENU.
2
Druk op B/b om het tabblad
(Instellingen) te selecteren.
Opmerkingen
• In de weergavemodus met klok en kalender is
uitsluitend het tabblad (Instellingen)
beschikbaar.
3
Druk op v/V, selecteer het
onderdeel dat u wilt veranderen en
druk daarna op .
Bijvoorbeeld, wanneer [Inst. Diashow] is
geselecteerd.
4
Druk op v/V, selecteer het
onderdeel dat u wilt veranderen en
druk daarna op .
Nu kunt u alle onderdelen instellen
(pagina 66).
Opmerkingen
• Wanneer dit apparaat bijvoorbeeld een
diavoorstelling weergeeft, kunnen de
instellingen van sommige items niet
worden gewijzigd. Zij worden
weergegeven in grijs en u kunt ze niet
selecteren.
5
Selecteer met een druk op v/V een
instelwaarde en druk daarna op .
Iedere keer dat u
v
/
V
indrukt, verandert de
instelwaarde. U kunt in het geval van een
numerieke waarde de waarde verhogen
door op
V
te drukken en verlagen door op
v
te drukken.
Als u op drukt, wordt de instelling
bevestigd.
6
Druk op MENU.
Het menu sluit.
Instellingsprocedure
65
NL
Op verschillende manieren afdrukken
De instellingen terugzetten op
hun fabriekswaarde
1
Druk op MENU en op B/b en
selecteer het tabblad
(Instellingen).
2
Druk op v/V, selecteer
[Initialiseren] en druk op .
3
Druk op v/V, selecteer
[Instellingen initial.] en druk
daarna op .
Alle instellingen behalve de datum- en
tijdinstellingen worden teruggezet op
hun fabriekswaarde.
Tips
U kunt ook de toets MENU op dit apparaat
gebruiken.
66
NL
In te stellen onderdelen
Item Instelling Beschrijving
Inst. Diashow Zie "De instellingen van de diavoorstelling wijzigen" (pagina 40).
Auto AAN/UIT Stelt de timer-functie in die het apparaat automatisch in- en uitschakelt. U kunt voor deze
functie de volgende instellingen gebruiken. (
.
pagina 52)
Tijdinst
elling
Eenvoudig
Timer AAN Als u deze functie activeert, kunt u de tijdschakeling
(tijd/dag) instellen zodat de stroomvoorziening op
een bepaalde tijd automatisch wordt ingeschakeld.
Timer UIT Als u deze functie activeert, kunt u de tijdschakeling
(tijd/dag) instellen zodat de stroomvoorziening op
een bepaalde tijd automatisch wordt uitgeschakeld.
Geavance
erd
De volgende functies worden ingeschakeld wanneer u de volgende
toetsen indrukt nadat u hebt ingesteld dat de tijd of de datum
automatisch op dit apparaat worden ingeschakeld of uitgeschakeld.
OK Keert terug naar het vorige scherm nadat de
bedieningshandeling is bevestigd.
Annuleren Keert terug naar het vorige scherm nadat de
bedieningshandeling is geannuleerd.
Al trgst. Wist alle geselecteerde tijden.
Instelmethode
Geavanceerd*
Stelt de functie Auto Aan/Uit in op een dag van de
week in eenheden van één uur.
Eenvoudig Stelt de functie Auto Aan/Uit nauwkeurig in met
stappen van één minuut.
Datum/
tijdinstell.
Stelt de datum, tijd, eerste dag van een week, et cetera in. (
.
pagina 24)
Alg. Instelling. Lijstvolgorde Stelt de weergavevolgorde van afbeeldingen in. Deze instelling
bepaalt de volgorde in [Inst. Diashow].
Nr.vlg* Geeft afbeeldingen in de volgorde het
afbeeldingnummer weer.
Op datum Geeft afbeeldingen op volgorde van opnamedatum
weer.
Autoweerg.stand Aan*/Uit: activeert of deactiveert het automatisch veranderen van de
afbeeldingoriëntatie in de oriëntatie van dit apparaat.
LCD-achtergr. Hiermee stelt u de helderheid van de achtergrondverlichting van het
LCD-scherm in op een niveau van 1 tot 10*.
*: Instellingen af-fabriek
67
NL
Op verschillende manieren afdrukken
Alg. Instelling. Beeldimp.form.
Form.aanpas*
Wanneer u afbeeldingen van een geheugenkaart
importeert, kan deze instelling de afmetingen van
afbeeldingen aanpassen en de afbeeldingen opslaan
in het interne geheugen. U kunt meer afbeeldingen
opslaan, maar er is een zichtbare verslechtering van
de beeldkwaliteit vergeleken met de oorspronkelijke
afbeeldingen wanneer de afbeeldingen worden
weergegeven op een groot scherm via een computer
of een ander toestel.
Orig. Slaat beelden op in het interne geheugen zonder dat
ze worden gecomprimeerd. Er is geen sprake van
verslechtering van de beeldkwaliteit, maar u kunt
minder afbeeldingen opslaan.
Sony-logo Aan*/Uit: u kunt instellen of het Sony-logo van dit apparaat brandt
of niet.
Taalinstelling
(Language)
Stelt de taal voor de weergave op het LCD-scherm in.
Japans/Engels*/Frans/Spaans/Duits/Italiaans/Russisch/Koreaans/Ver.Chin./Trad.Chin./
Nederlands/Portugees/Arabisch/Perzisch/Hongaars/Pools/Tsjechisch/Thai/Grieks/Turks/
Maleisisch/Zweeds/Noors/Deens/Fins
Opmerkingen
• In sommige regio’s kan de instelling van de standaardtaal variëren.
Initialiseren Intern geh. formatt. U kunt het interne geheugen formatteren.
Opmerkingen
• Alle afbeeldingen die in het interne geheugen zijn geïmporteerd,
worden verwijderd.
• Formatteer het interne geheugen niet met behulp van een
aansluiting naar een computer.
Instellingen initial. Zet alle instellingen terug op hun instelling af-fabriek behalve de
instelling van de actuele datum en tijd van [Datum/tijdinstell.].
Item Instelling Beschrijving
*: Instellingen af-fabriek
Vervolg
68
NL
Item Instelling Beschrijving
Afdrukin
stellingen
Datumafdruk
Datum/Tijd
Datum
Drukt een afbeelding af met de opnamedatum en -tijd
wanneer de afbeelding is opgenomen volgens de DCF-
indeling (DCF = Design rule for Camera File system) en de
opnamedatum en -tijd is geregistreerd als onderdeel van de
opnamedata. U kunt [Datum] of [Datum/Tijd] selecteren.
Uit* Drukt een afbeelding af met de opnamedatum en –tijd.
Randen Rand 1/
Rand 2
Drukt een afbeelding af met een rand eromheen. Wanneer
u een afbeelding onverkort wilt afdrukken, selecteert u
[Rand 1]. Wanneer u bovenaan, onderaan en links en rechts
vrijwel gelijke randen wilt handhaven, selecteert u [Rand
2].
Opmerkingen
• Wanneer u [Rand 2] selecteert, kunnen de onder- en bovenrand
en de linker en rechter rand afhankelijk van de afbeelding worden
getrimd.
Geen rand* Drukt een afbeelding af met lege ruimte eromheen.
Opmerkingen
• Wanneer u een standaard 4:3 afbeelding afdrukt die is genomen
met een digitale camera, snijdt het apparaat de boven- en
onderrand van de afbeelding eraf en drukt hij de afbeelding af in
een 3:2 beeldverhouding.
Auto Fine
Print7
Aan* Deze functie corrigeert automatisch de beeldkwaliteit,
zodat het apparaat de afbeelding levendiger, helderder en
mooier afdrukt. Dat werkt met name bijzonder goed voor
een donkerder afbeelding met laag contrast.
Niet beschikbaar bij het afdrukken van het volgende:
• Pagina’s per vel (
.
pagina 56)
• Indexafdruk (
.
pagina 63)
• Diashow-afdrukken, anders dan Weergave 1 afb.
(
.
pagina 37)
• Creatief afdrukken (
.
pagina 57)
Opmerkingen
• De originele afbeeldinggegevens worden niet veranderd.
• Bij het afdrukken in de pc-modus heeft de Auto Fine Print7
instelling prioriteit boven de instelling hier.
Uit Drukt een afbeelding zonder enige correcties af.
Pagina’s per
vel
4 afb./
9 afb./
16 afb.
Drukt het opgegeven aantal deelvensters af, waarbij in
ieder venster een afbeelding wordt geplaatst.
Uit* Drukt een afbeelding af zonder deelvensters.
*: Instellingen af-fabriek
69
NL
Op verschillende manieren afdrukken
Afdrukin
stellingen
Kleurinstelli
ng
Stelt de kleuren en scherpte van een afdruk in. Druk op
B
/
b
om een
kleurelement ([R] (rood), [G] (groen), of [B] (blauw)) of [S] (Sharpness)
te selecteren en druk op
v
/
V
om het niveau in te stellen. U kunt de
niveaus voor R, G, B instellen tussen +4 en –4 en voor S tussen +7 en 0.
R:
stelt de elementen rood en blauw in. Hoe hoger niveau u instelt, hoe
roder de afbeelding wordt, alsof hij rood licht ontving. Hoe lager
niveau u instelt, hoe donkerder de afbeelding wordt, alsof blauw
licht werd toegevoegd.
G:
stelt de elementen groen en paars in. Hoe hoger niveau u instelt, hoe
groener de afbeelding wordt, alsof hij groen licht ontving. Hoe lager
niveau u instelt, hoe donkerder de afbeelding wordt, alsof rood-
paars werd toegevoegd.
B:
stelt de elementen blauw en geel in. Hoe hoger niveau u instelt, hoe
blauwer de afbeelding wordt, alsof hij blauw licht ontving. Hoe
lager niveau u instelt, hoe donkerder de afbeelding wordt, alsof geel
werd toegevoegd.
S:
hoe hoger niveau u instelt, hoe duidelijker de contouren worden.
(*R: 0/G:0/B:0/S:0)
*: Instellingen af-fabriek
Item Instelling Beschrijving
70
NL
71
NL
Het apparaat in combinatie met
een computer gebruiken
Het interne geheugen van dit
apparaat gebruiken
Afdrukken vanaf een computer
Wanneer u het
apparaat aansluit op
een computer, zijn er
nog meer
mogelijkheden
72
NL
Het apparaat in combinatie met een computer gebruiken
Wat u kunt doen wanneer
u het apparaat aansluit
op een computer
Wanneer u dit apparaat aansluit op een
computer, kunt u de volgende twee functies
gebruiken. Voor details over het selecteren van
de modus raadpleegt u pagina 74.
Het interne geheugen van dit
apparaat gebruiken ([Gebruik
inw. Geheugen])
Op de computer kunt u door het interne
geheugen van dit apparaat bladeren. Tevens
kunt u afbeeldingen van de computer naar het
interne geheugen kopiëren en ze in een
overzicht weergeven op dit apparaat.
Afdrukken vanaf een computer
([Afdrukken])
U kunt afbeeldingen op de computer afdrukken
vanaf dit apparaat. Voordat u de eerste keer
afdrukt, moet u de meegeleverde software
installeren.
Als een intern geheugen gebruiken
Wanneer u dit apparaat als een intern geheugen
wilt gebruiken, moet uw computer aan de
volgende aanbevolen systeemvereisten
voldoen.
x Windows
Aanbevolen besturingssysteem: Microsoft
Windows Vista SP2/Windows XP SP3
Poort: USB-poort
x Macintosh
Aanbevolen besturingssysteem: Mac OS X
(10.4 of recenter)
Poort: USB-poort
Opmerkingen
• Als meerdere USB-apparaten op een computer zijn
aangesloten of als er een hub wordt gebruikt, kan
zich een probleem voordoen. In dat geval moet u de
aansluitingen vereenvoudigen.
• U kunt dit apparaat niet bedienen vanaf een ander
USB-apparaat dat tegelijkertijd wordt gebruikt.
• Koppel de USB-kabel niet los tijdens de
datacommunicatie.
• Het is niet zo dat dit apparaat gegarandeerd goed
werkt met alle computers die aan de aanbevolen
systeemvereisten voldoen.
• Dit apparaat blijkt functioneel indien aangesloten
op een computer. Wanneer u andere apparaten
aansluit op dit apparaat, herkennen deze apparaten
het interne geheugen van dit apparaat misschien
niet.
Tijdens het afdrukken
Wanneer u het meegeleverde stuurprogramma
voor de printer en PMB
(PictureMotionBrowser) wilt gebruiken, moet
u een computer hebben die aan de volgende
systeemvereisten voldoet.
Systeemvereisten
Aanbevolen
besturingssyst
eem
*1*2
:
Microsoft Windows Vista SP2 /
Windows XP SP3
*1
Het stuurprogramma van de
printer is niet gegarandeerd onder
Windows 2000 en kan niet
draaien onder Windows ME of
vroeger of op een Macintosh.
*2
PMB ondersteunt niet Windows
2000 of eerdere
besturingssystemen / Windows
Vista Starter Edition / Windows
XP 64-bit en Starter Edition /
Macintosh.
PMB draait in een 32-bit
uitwisselbare modus op Windows
Vista 64-bit edition.
CVE: Pentium III 500 MHz of sneller
(Pentium III 800 MHz of sneller
wordt aanbevolen.)
Werkgeheugen:
256 MB of meer (512 MB of
meer wordt aanbevolen.)
73
NL
Het apparaat in combinatie met een computer gebruiken
Opmerkingen
• Wanneer u dit apparaat via een hub aansluit op de
computer, of wanneer twee of meer USB-apparaten
inclusief andere printers op de computer zijn
aangesloten, kan er een probleem optreden. In dat
geval moet u de aansluitingen tussen de computer
en dit apparaat vereenvoudigen.
• U kunt dit apparaat niet bedienen vanaf een ander
USB-apparaat dat tegelijkertijd wordt gebruikt.
• Steek tijdens de datacommunicatie of het afdrukken
de USB-kabel niet in en trek hem er ook niet uit.
• Dit apparaat ondersteunt geen standby-, slaap- of
reservemodi of het opnieuw starten vanuit deze
modi. Zorg ervoor dat de computer, terwijl hij is
aangesloten op dit apparaat, tijdens het afdrukken
niet kan overschakelen naar één van deze modi.
Wanneer u dat doet, kan het afdrukken mislukken.
• Wanneer het afdrukken mislukt, verwijdert u een USB-
kabel en sluit u hem weer aan, of start u de computer
opnieuw. Probeer dan opnieuw af te drukken.
• Het is niet zo dat dit apparaat gegarandeerd goed
werkt met alle computers die aan de aanbevolen
systeemvereisten voldoen.
• PMB ondersteunt DirectX-technologie en DirectX-
installatie kan nodig zijn.
DirectX is beschikbaar op de cd-rom.
• Wanneer u de PMB installeert op een computer
waarop de Cyber-shot Viewer reeds is geïnstalleerd,
wordt de Cyber-shot Viewer overschreven en
vervangen door de PMB. De bladermappen die
reeds zijn geregistreerd in de Cyber-shot Viewer
worden automatisch geregistreerd in de PMB.
Voordat u het apparaat
aansluit op een
computer
Vooraf moet u voorbereidingen treffen,
afhankelijk van hoe u dit apparaat aansluit op
de computer.
Het interne geheugen van dit
apparaat gebruiken
U hoeft geen voorbereidingen te treffen
voordat u de aansluiting realiseert.
Afdrukken (voor de eerste keer)
De eerste keer dat u dit apparaat aansluit op een
computer om af te drukken, moet u eerst het
meegeleverde stuurprogramma voor de printer
installeren.
Voor het installeren van het
printerstuurprogramma raadpleegt u pagina 77.
Afdrukken (voor de tweede
keer)
U hoeft geen voorbereidingen te treffen
voordat u de aansluiting realiseert.
Ruimte op de
vaste schijf:
500 MB of meer (afhankelijk
van de Windows-versie die u
gebruikt, kan meer ruimte nodig
zijn. Voor het verwerken van
beeldgegevens hebt u misschien
meer ruimte op de vaste schijf
nodig.)
Weergave-
instelling:
Schermresolutie:
1.024 × 768 stippen of meer
Schermkleuren:
Hoge kleuren (16-bit) of hoger
Connector: USB-connector
Schijf: cd-romstation (om de software
te installeren)
74
NL
Aansluiten op een
computer
1
Sluit dit apparaat aan op de
netspanning. (.pagina 22)
2
Sluit de computer en dit apparaat op
elkaar aan met een in de handel
verkrijgbare USB-kabel.
Opmerkingen
• Gebruik een USB-kabel met een B-type
stekker (voor de USB B-connector van dit
apparaat), korter dan 3 meter.
3
Zet dit apparaat aan.
(.pagina 23)
De functie van dit
apparaat selecteren
1
Zet de computer aan.
Het scherm voor het selecteren van de pc-
modus verschijnt op de LCD van dit apparaat.
Tips
• Wanneer de computer reeds is
ingeschakeld, verschijnt het scherm voor
het selecteren van de modus wanneer u dit
apparaat aansluit op de computer.
2
Druk op B/b, selecteer [Gebruik inw.
Geheugen] of [Afdrukken] en druk
op .
Op de volgende pagina's leest u hoe u de
verschillende functies gebruikt.
• [Gebruik inw. Geheugen]
.
pagina 75
• [Afdrukken]
.
pagina 77
De eerste keer dat u [Afdrukken]
selecteert, installeert u de het
meegeleverde printerstuurprogramma
voordat u de knop indrukt. (pagina 77)
Tips
• Wanneer u dit apparaat loshaalt van de
computer en weer aansluit, verschijnt het
scherm voor het selecteren van de pc-modus
en kunt u een andere modus selecteren.
Voor details over het loshalen van dit apparaat
van de computer raadpleegt u pagina 76.
Opmerkingen
• De dialoogvensters in dit gedeelte zijn van
Windows Vista, tenzij anders gespecificeerd.
De weergegeven installatieprocedures en de
dialoogvensters verschillen, afhankelijk van
het besturingssysteem.
Naar USB
B-connector
Naar USB-connector
Computer
75
NL
Het interne geheugen van dit apparaat gebruiken
Het interne geheugen van dit apparaat gebruiken
Een afbeelding van de
computer naar dit
apparaat kopiëren
U kunt een aansluiting maken met een
computer en afbeeldingen uit het interne
geheugen van dit apparaat op de computer
bekijken en afbeeldingen naar de computer
kopiëren en u kunt afbeeldingen vanaf de
computer naar dit apparaat kopiëren.
Opmerking
• Wanneer u een afbeelding vanaf de computer naar
dit apparaat kopieert, worden de afmetingen van de
afbeelding niet veranderd en de afbeelding wordt
opgeslagen in het originele formaat.
Wanneer u de afbeelding met veranderd formaat
wilt opslaan, moet u hem importeren vanaf een
geheugenkaart.
1
Op het scherm van dit apparaat voor
het selecteren van de pc-modus
drukt u op B/b, selecteert u [Gebruik
inw. Geheugen] en drukt u op .
2
Wanneer het venster "Automatisch
afspelen" op de computer verschijnt,
klikt u op "Map openen en
bestanden weergeven".
Wanneer het venster
"
Automatisch
afspelen
"
niet verschijnt, klikt u op
"
Computer (Mijn Computer)
"
in het Start-
menu en opent u de verwisselbare schijf.
3
Verplaats de cursor in dit venster,
rechtsklik en klik daarna op "Nieuw"
- "Map".
Geef deze nieuwe map een naam. In deze
handleiding wordt de mapnaam "sony"
gebruikt als voorbeeld.
4
Open de map door op "sony" te
klikken.
5
Open de map die de bestanden
bevat van de afbeeldingen die u wilt
kopiëren en kopieer daarna de
bestanden van de afbeeldingen
door middel van slepen-en-
neerzetten.
Opmerkingen
• Maak, wanneer u afbeeldingen vanaf een computer
opslaat in het interne geheugen, een map aan in het
interne geheugen en sla de afbeeldingen in deze
map op. Als u niet een map aan maakt, kunt u niet
meer dan 512 afbeeldingen opslaan. Daarnaast kan
het aantal afbeeldingen afnemen afhankelijk van de
lengte van de bestandsnaam of het type afbeelding.
• Een bepaalde afbeelding zal misschien niet worden
weergegeven in de volgorde van de opnamedatum
in de indexweergave, enz., omdat misschien de
informatie over de opnamedatum gewijzigd is of
verloren is gegaan toen u dat beeldbestand op een
computer bewerkte of opsloeg.
• Bestanden van afbeeldingen die zijn gemaakt of
bewerkt op een computer worden mogelijk niet
weergegeven. Bestanden van afbeeldingen die zijn
ingesteld op "Alleen lezen" op een computer kunt u
op dit apparaat niet verwijderen. Annuleer "Alleen
lezen" voordat u bestanden van afbeeldingen van
een computer opslaat op dit apparaat.
76
NL
Uw computer
loskoppelen
Koppel de USB-kabel los of zet dit apparaat uit
nadat u de verbinding met de computer hebt
verbroken.
1
Dubbelklik op (Verbreken) op de
taakbalk van de computer.
2
Klik op (USB-
Massaopslagapparaat) t
"Stoppen".
3
Klik op "OK" nadat u hebt
aangegeven welk station u wilt
verwijderen.
Tips
• Wanneer u [Afdrukken] gebruikt, hoeft u deze stap
niet uit te voeren.
77
NL
Afdrukken vanaf een computer
Afdrukken vanaf een computer
Een afbeelding
afdrukken vanaf een
computer
Opmerkingen
• U hoeft de software uitsluitend te installeren
wanneer u dit apparaat de eerste keer aansluit op de
computer.
U kunt de afbeeldingen vanaf een computer
afdrukken door de meegeleverde software op
de computer te installeren en deze te verbinden
met dit apparaat.
Dit gedeelte legt uit hoe u de meegeleverde
software op de computer installeert en hoe u
met de meegeleverde PMB (Picture Motion
Browser)-software een afbeelding afdrukt.
Lees ook de bedieningsinstructies die bij uw
computer zijn geleverd voor informatie over
het bedienen van de computer.
Op de meegeleverde cd-rom
De meegeleverde cd-rom bevat de volgende
software.
• Printerstuurprogramma voor de DPP-F700:
de software beschrijft de systeemvereisten en
maakt afdrukken vanaf de computer
mogelijk.
• PMB (Picture Motion Browser):
Sony’s originele softwareapplicatie waarmee
u foto's kun verwerken en afbeeldingen kunt
verplaatsen, inclusief opnemen, beheren,
verwerken en afdrukken.
De software installeren
Volg onderstaande procedures om het
printerstuurprogramma te installeren.
Opmerkingen
• Sluit dit apparaat niet aan op de computer voordat u
het stuurprogramma installeert.
• Meld u aan bij Windows met behulp van een
"Beheerder van deze computer"-gebruikersaccount.
• Sluit beslist alle draaiende programma's voordat u
de software installeert.
1
Schakel de computer in, start
Windows en plaats de
meegeleverde cd-rom in het
cd-romstation van de computer.
Het installatievenster verschijnt.
Opmerkingen
• Wanneer het installatievenster niet
automatisch verschijnt, dubbelklikt u op
het bestand "Setup.exe" op de cd-rom.
• In Windows Vista kan het AutoPlay-
venster verschijnen. Ook wanneer dat
gebeurt, selecteert u de uitvoering van
"Setup.exe" en installeert u het station
volgens de instructies op het scherm.
Het printerstuurprogramma
installeren
Vervolg
78
NL
2
Klik op "Bezig met installeren van
printerstuurprogramma".
Het dialoogvenster "InstallShield Wizard"
verschijnt.
3
Klik op "Volgende".
Het dialoogvenster voor de
licentieovereenkomst verschijnt.
4
Lees de overeenkomst goed door
en wanneer u het er mee eens bent,
activeert u "Ik ga akkoord met deze
overeekomst" en klikt u op
"Volgende".
Tips
• Wanneer een oudere versie van het
printerstuurprogramma is geïnstalleerd op
de computer, kan de melding "Er zijn
oudere versies van het
printerstuurprogramma aangetroffen." op
het scherm verschijnen. Dubbelklik op "Ja"
en volg de weergegeven instructies om de
computer opnieuw op te starten. Verricht
de installatieprocedures nu nogmaals.
Wanneer de computer opnieuw is
opgestart, wordt de oudere versie van het
printerstuurprogramma gewist. Wanneer u
een nieuwere versie van het
printerstuurprogramma installeert, kunt u
deze gebruiken.
5
Klik op "Installeren".
De installatie start.
6
Wanneer het dialoogvenster "Het
printerstuurprogramma Sony DPP-
F700 is geïnstalleerd." verschijnt,
klikt u op "Voltooien".
7
Druk op 1 (Aan / Standby) om dit
apparaat aan te zetten.
8
Verbind de USB-connectoren van
dit apparaat en de computer met de
USB-kabel.
Opmerkingen
• Gebruik een USB-kabel met een B-type
stekker (voor de USB B-connector van dit
apparaat), korter dan 3 meter.
9
Op het scherm van dit apparaat voor
het selecteren van de pc-modus
drukt u op de knoppen B/b,
selecteert u [Afdrukken] en drukt u
op de knop .
10
Wacht even en controleer dan of
"Sony DPP-F700" is toegevoegd
aan de "Printers" of "Printers en
faxapparaten".
Naar USB-
connector
Naar USB-
connector
Windows-pc
79
NL
Afdrukken vanaf een computer
11
Wanneer de installatie is voltooid,
verwijdert u de cd-rom uit de
computer en bewaart u deze voor
toekomstig gebruik.
Wanneer u het proces wilt voortzetten en
de PMB software wilt installeren, volgt u
de procedures vanaf stap 2 op pagina 80.
Opmerkingen
• Wanneer de installatie mislukt, verwijdert u dit
apparaat uit de computer, start u de computer
opnieuw en volgt u nogmaals de
installatieprocedures vanaf stap 1.
• Na de installatie is de "Sony DPP-F700" nog niet
ingesteld als de standaard printer. Stel de printer die
u gebruikt in voor iedere applicatie.
• De meegeleverde cd-rom hebt u nodig wanneer u de
installatie van het printerstuurprogramma ongedaan
maakt of het printerstuurprogramma opnieuw
installeert. Bewaar hem voor eventueel toekomstig
gebruik.
• Voordat u dit apparaat gebruikt, moet u het
Readme.txt-bestand (de map README op de
cd-rom
c
Engelse map
c
Readme.txt) lezen.
Wanneer de software is geïnstalleerd
Het -pictogram verschijnt op het Windows-
bureaublad, maar ook een snelkoppeling naar
de website voor de klantenregistratie voor de
printer. Na het registreren vindt u
ondersteunende informatie onder:
http://www.sony.net/registration/di/
De installatie van het
printerstuurprogramma ongedaan
maken
Wanneer u het printerstuurprogramma niet
meer nodig hebt, volgt u de onderstaande
procedures om het te verwijderen.
1
Koppel de USB-kabel los van dit apparaat en
de computer.
2
Steek de meegeleverde cd-rom in het
cd-romstation van de computer.
Het installatievenster verschijnt.
Opmerkingen
• Wanneer het installatievenster niet
automatisch verschijnt, dubbelklikt u op
het bestand "Setup.exe" op de cd-rom.
3
Klik op "Bezig met installeren van
printerstuurprogramma".
Het dialoogvenster "InstallShield Wizard"
verschijnt.
4
Klik op "Volgende".
Het dialoogvenster voor de
licentieovereenkomst verschijnt.
5
Lees de overeenkomst goed door en wanneer
u het er mee eens bent, activeert u "Ik ga
akkoord met deze overeekomst" en klikt u op
"Volgende".
Het dialoogvenster voor het bevestigen voor
het verwijderen van de software verschijnt.
6
Klik op "Ja".
Het dialoogvenster voor het bevestigen van
het opnieuw starten verschijnt.
7
Activeer "Ja, ik wil mijn computer nu
opnieuw opstarten." en klik op "OK".
Wanneer de computer opnieuw is opgestart,
worden de relevante bestanden verwijderd en
is het programma verwijderd.
80
NL
Volg onderstaande procedures om de PMB te
installeren.
Opmerkingen
• Meld u aan bij Windows met behulp van een
"Beheerder van deze computer"-gebruikersaccount.
• Sluit beslist alle draaiende programma's voordat u
de software installeert.
Wanneer u reeds één of meer versies van PMB
op uw computer hebt geïnstalleerd, activeert u
de versie van de geïnstalleerde PMB. (Klik op
[Help] op de menubalk van de PMB en
selecteer [Over PMB]. De versie-informatie
verschijnt.)
Vergelijk het versienummer van de
meegeleverde CD-ROM met het nummer van
de eerder geïnstalleerde PMB en controleer of
de versies in de juiste volgorde (van de oudere
naar de nieuwere versie) zijn geïnstalleerd.
Wanneer op de computer die u gebruikt reeds
een nieuwere versie van PMB is geïnstalleerd,
verwijdert u eerst deze versie en installeert u
beide versies, te beginnen met de oudere versie.
Wanneer u de nieuwere versie eerst zou
installeren, werken sommige functies van PMB
misschien niet correct.
1
Schakel de computer in, start
Windows en plaats de
meegeleverde cd-rom in het
cd-romstation van de computer.
Het installatievenster verschijnt (pagina
77).
2
Klik op "Bezig met installeren van
PMB (PictureMotionBrowser)".
Het dialoogvenster voor de
licentieovereenkomst verschijnt.
3
Lees de overeenkomst goed door
en wanneer u het er mee eens bent,
activeert u "Ik ga akkoord met de
voorwaarden van de
licentieovereenkomst" en klikt u op
"Volgende".
Wanneer u op "Volgende" in het
dialoogvenster voor de
licentieovereenkomst klikt, verschijnt het
dialoogvenster dat u vertelt dat het
programma gereed is voor installatie.
4
Klik op "Installeren" en volg de
scherminstructies om verder te gaan
met de installatie.
Wanneer de computer u vraagt deze
opnieuw te starten, volgt u de betreffende
scherminstructies.
5
Wanneer de installatie is voltooid,
verwijdert u de cd-rom uit de
computer en bewaart u deze voor
toekomstig gebruik.
Opmerkingen
• Wanneer de installatie mislukt, verricht u de
installatieprocedures vanaf stap 2 nogmaals.
• De meegeleverde cd-rom hebt u nodig wanneer u de
installatie van het printerstuurprogramma ongedaan
maakt of het PMB opnieuw installeert. Bewaar hem
op een veilige plaats voor eventueel toekomstig
gebruik.
De installatie van PMB
Wanneer u deze software niet langer nodig
hebt, verwijdert u deze op de volgende manier
van de computer.
1
Klik op "Start" - "Configuratiescherm".
De Configuratiescherm verschijnt.
2
Klik op "Een programma verwijderen".
Afhankelijk van het besturingssysteem kan
het "Programma’s en onderdelen" of
"Software" heten.
3
Selecteer "Sony Picture Utility" en klik op
"Wijzigen/Verwijderen".
De procedure voor het verwijderen van de
software start.
De PMB (Picture Motion
Browser) installeren
81
NL
Afdrukken vanaf een computer
Foto's vanaf een
computer afdrukken
U kunt de PMB gebruiken om een afbeelding
vanaf de computer af te drukken.
1
Druk op B/b om [Afdrukken] op het
scherm voor het selecteren van de
pc-modus te selecteren en druk op
.
2
Start het PMB-venster met behulp
van één van de volgende methoden.
• Dubbelklik op (PMB) op het
Windows-bureaublad.
• Klik op "Start" - "Alle programma’s" -
"Sony Picture Utility" - "PMB".
Wanneer de PMB voor de eerste keer is
gestart, verschijnt het dialoogvenster om
een bekeken map te registreren. Wanneer
er reeds afbeeldingen zijn opgeslagen in
de map "Afbeeldingen", klikt u op "Nu
registreren".
Wanneer u afbeeldingen hebt opgeslagen
in een andere map dan de map
"Afbeeldingen", klikt u op "Later". Zie
"Een bladermap registreren" op pagina 85.
Tips
• In Windows XP moet u "Afbeeldingen"
lezen als "Mijn afbeeldingen".
De map "Afbeeldingen" openen
Klik op "Start" - "Afbeeldingen" op de
taakbalk.
3
Klik op "Start".
Het hoofdvenster van de PMB verschijnt.
Wanneer u de PMB voor de tweede keer
start, kunt u stap 3 overslaan.
In het hoofdvenster hebt u de volgende
twee verschillende aanzichten. Met het
tabblad "Mappen" of "Kalender" in het
linker frame verandert u het aanzicht.
• "Mappen"-aanzicht
De afbeeldingen worden geclassificeerd
in iedere geregistreerde map en
weegegeven als miniaturen.
• "Kalender"-aanzicht
De afbeeldingen worden geclassificeerd
op opnamedatum en als miniaturen
weergegeven op iedere kalenderdatum.
In het "Kalender"-aanzicht kunt u van
aanzicht wisselen op jaar, maand en
uur.
In deze paragraaf worden "Mappen"-
vensters gebruikt als voorbeeld.
4
Klik op de map die de foto's bevat
die u wilt afdrukken.
In de volgende uitleg is de map "sample"
geselecteerd als voorbeeld.
5
Selecteer de foto's die u wilt
afdrukken en klik op (afdrukken).
Het dialoogvenster voor het afdrukken
verschijnt.
Afdrukken vanaf de PMB
(Picture Motion Browser)
Vervolg
82
NL
6
In het uitklapvenster "Printer"
selecteert u "Sony DPP-F700". In
stap 7 stelt u de papieroriëntatie of
andere afdrukopties in. Wanneer dat
niet nodig is, gaat u naar stap 12 om
onmiddellijk te beginnen met
afdrukken.
7
Met "Eigenschappen" stelt u de
papierrichting en andere
afdrukopties in.
Het dialoogvenster "Eigenschappen" van
de geselecteerde printer verschijnt. Het
printerstuurprogramma van dit apparaat
gebruikt de Universal Printer Driver, een
binnen Microsoft gangbaar
printerstuurprogramma. In de
dialoogvensters ziet u enkele onderdelen
die binnen dit apparaat niet worden
gebruikt.
8
Op het tabblad "Indeling" geeft u de
papierrichting of andere opties op.
Onderdelen
Beschrijving
Printer Selecteer de printer die u wilt
gebruiken. "Sony DPP-F700"
Papierformaat
Klik op "Eigenschappen" om een
ander formaat te selecteren.
Opmerking:
in sommige
regio's is het L-formaat
afdrukpapier niet te koop.
Afdrukopties • Afbeelding inzoomen totdat
afdrukgebied gevuld is: indien
geselecteerd, drukt de printer
de afbeelding op het hele
afdrukbereik van het papier af.
Eventueel wordt er een rand
van de foto afgesneden. Indien
niet geselecteerd, drukt de
printer de afbeelding af zonder
er iets af te snijden.
• Opnamedatum afdrukken:
indien geselecteerd, drukt de
printer een afbeelding met de
opnamedatum af indien de
afbeelding een bestand is dat
is opgeslagen in de DCF
(Design rule for Camera File
system)-indeling.
Eigenschappen
Specificeert papierformaat,
richting, afbeeldingkwaliteit en
andere details.
Onderdelen
Beschrijving
Afdrukstand Selecteer de oriëntatie van een
afbeelding bij het afdrukken.
• Staand
• Liggend
Paginavolgor
de
Selecteer de paginavolgorde bij
het afdrukken.
• Vooraan beginnen
• Achteraan beginnen
Pagina’s per
vel
Geef op hoeveel afdrukken er
van iedere pagina moeten
worden gemaakt. Selecteer "1".
Geavanceerd Geeft het papierformaat of
andere opties op.
83
NL
Afdrukken vanaf een computer
9
Klik op "Geavanceerd".
Het dialoogvenster "Geavanceerde opties
voor Sony DPP-F700" verschijnt.
Onderdelen
Beschrijving
Papier/uitvoer
• Papierformaat: in het
uitklapvenster selecteert u het
papierformaat dat u in feite
gebruikt voor het drukken. P-
formaat / L-formaat
Opmerking:
in sommige
regio's is het L-formaat
afdrukpapier niet te koop.
• Aantal afdrukken: geef op
hoeveel afdrukken er moeten
worden gemaakt.
Grafisch -
Image Color
Management
• ICM-methode: dit apparaat
ondersteunt de instellingen
voor de ICM-methode niet.
Ook wanneer u een andere
optie dan "ICM
uitgeschakeld" selecteert, zijn
de afdrukresultaten geen
afspiegeling van de instelling.
Laat de optie onveranderd.
• ICM-opzet: dit apparaat
ondersteunt de instellingen
voor de ICM-opzet niet. Laat
de optie onveranderd.
Document-
opties
• Geavanceerde printerfuncties:
selecteer "Ingeschakeld" om
uitgebreide afdrukopties als
"Paginavolgorde" in te
schakelen. Bij
compatibiliteitsproblemen
schakelt u deze functie uit.
• Kleurenafdrukmodus: voor
kleurafdrukken selecteert u
"Ware kleuren (24bpp)". Voor
monochroomafdrukken
selecteert u "Monochroom".
Printerfuncties
• Afdrukken zonder rand: voor
afbeeldingen zonder randen
selecteert u "ON". Voor
afdrukken met randen
selecteert u "OFF".
Afhankelijk van de software
van de applicatie drukt de
printer een afbeelding met
randen af, ook al is "ON"
geselecteerd. Plaats de af te
drukken afbeelding volledig in
het afdrukbereik.
• Auto Fine Print7: kies tussen
"ON" en "OFF". Wanneer u
"ON" selecteert, selecteer dan
"ICM uitgeschakeld" voor
"ICM-methode". Tenzij u
rechtstreeks afdrukt vanaf een
geheugenkaart, is er geen
sprake van Exif-
referentiegegevens.
• Kleurinstelling: u kunt R
(rood), G (groen), B (blauw)
en scherpte-instellingen
aanpassen. Voor details
raadpleegt u pagina 69.
Onderdelen
Beschrijving
Vervolg
84
NL
10
Op het tabblad "Papier/Kwaliteit"
geeft u de kleur of de papierbron op.
11
Klik op "OK".
Het dialoogvenster "Afdrukken"
verschijnt weer.
12
Klik op "Afdrukken".
Het afdrukken begint. Voor details van de
eigenschappen van de PMB raadpleegt u
de PMB-help.
Opmerkingen
• U kunt geen films, BMP- of RAW-gegevens
afdrukken.
• Zet dit apparaat in de afdrukstand om het als printer
te gebruiken. In geen enkele andere stand wilt het
afdrukken. Voor details over de afdrukstand
raadpleegt u pagina 32.
Tips
• Wanneer u een serie stilstaande afbeeldingen wilt
selecteren in het afbeeldinggedeelte van het
hoofdvenster, klikt u op de eerste afbeelding in de
serie, houdt u de Shift-toets ingedrukt en klikt u op
de laatste afbeelding. Wanneer u een aantal
stilstaande afbeeldingen wilt selecteren die niet op
rij staan, houdt u de Ctrl-toets ingedrukt en klikt u
ze stuk voor stuk aan.
• U kunt ook afdrukken vanaf het scherm voor
weergave enkele afbeelding.
• Ga als volgt te werk om de afdrukhandeling te
annuleren.
1
Dubbelklik op het printerpictogram op de
taakbalk en open het dialoogvenster
"Afdrukken".
2
Klik op de documentnaam waarvoor u het
afdrukken wilt annuleren en klik op
"Annuleren" in het menu "Document".
Het dialoogvenster voor het bevestigen van het
verwijderen verschijnt.
3
Klik op "Ja".
De afdrukopdracht is geannuleerd.
Opmerkingen
• Wanneer u een opdracht annuleert, kunt u
de pagina die momenteel wordt afgedrukt,
niet stoppen.
Onderdelen
Beschrijving
Ladeselectie In het uitklapvenster
"Papierinvoer" selecteert u
"Automatisch selecteren".
Kleur Voor kleurafdrukken selecteert u
"Kleur". Voor
monochroomafdrukken
selecteert u "Zwart-wit".
Geavanceerd Het dialoogvenster
"Geavanceerde opties voor Sony
DPP-F700" verschijnt
(pagina 83). Voor details
raadpleegt u stap 9.
85
NL
Afdrukken vanaf een computer
Met PMB kunt u afbeeldingen die op de vaste
schijf van de computer zijn opgeslagen, niet
direct bekijken. U moet de bladermap eerst als
volgt registreren.
1
Klik op "Bestand"-"Weergegeven
mappen registreren" of klik op .
Het dialoogvenster "Mappen registreren
voor weergave" verschijnt.
2
Selecteer de map die u wilt
registreren en klik op "Registreren".
Opmerkingen
• U kunt niet de hele schijf registreren.
Het dialoogvenster voor het bevestigen
van het registreren verschijnt.
3
Klik op "Ja".
Registratie van de afbeeldinginformatie in
de gegevensbank start.
4
Klik op "Sluiten".
Opmerkingen
• De map die u selecteert als de doelmap van
de geïmporteerde afbeeldingen, wordt
automatisch geregistreerd.
• U kunt de registratie van de map die u hier
registreert, niet annuleren.
Een andere bladermap kiezen
Klik op "Extra" - "Instellingen" -
"Weergegeven mappen".
Tips
• Wanneer de bronmap een submap bevat, worden de
afbeeldingen in de submap ook geregistreerd.
• Wanneer u de software voor de eerste keer start,
verschijnt een melding die u vraagt "Afbeeldingen"
te registreren.
• Afhankelijk van het aantal afbeeldingen kan het
registreren van de afbeeldingen enkele tientallen
minuten duren.
Een bladermap registreren
86
NL
U kunt een in de handel verkrijgbare
softwareapplicatie gebruiken om een
afbeelding af te drukken vanaf de DPP-F700.
Selecteer "DPP-F700" als een printer in het
afdrukdialoogvenster en selecteer het formaat
van het afdrukpapier in het dialoogvenster voor
de pagina-instelling. Voor details over de
afdrukinstellingen raadpleegt u de stappen 7 en
8 op pagina 82.
Op de "Afdrukken zonder rand"-
instelling in "Printerfuncties"
Wanneer u een andere applicatie gebruikt dan
PMB, kan een afbeelding worden afgedrukt
met randen ook al selecteert u "ON" voor
"Afdrukken zonder rand" in "Printerfuncties"
van het dialoogvenster "Geavanceerde opties
voor Sony DPP-F700".
Wanneer u de afdrukoptie zonder randen
selecteert, wordt de informatie over het
afdrukbereik voor afdrukken zonder randen
overgedragen aan de applicatie. Sommige
applicaties kunnen de afbeelding echter indelen
en afdrukken met randen binnen het opgegeven
bereik.
Wanneer dat gebeurt, doet u het volgende om
een afbeelding zonder randen af te drukken.
• Wanneer u het afdrukbereik kunt instellen
voor een applicatie, stelt u een afbeelding die
u wilt afdrukken volledig in in het
beschikbare afdrukbereik. Wanneer u
bijvoorbeeld afbeeldingen afdrukt met
behulp van "Windows Fotogalerie" van
Windows Vista, selecteert u "Fotoafdruk op
volledige pagina" en controleert u
"Afbeelding aan lijst aanpassen".
Instelling Oriëntatie
Afhankelijk van de softwareapplicatie die u
gebruikt, verandert de oriëntatie misschien niet
ook al pendelt u tussen de portret- en
landschapinstelling.
Met de Randen/Geen rand-instelling van
het printerstuurprogramma
Wanneer de softwareapplicatie die u gebruikt
de Randen/Geen rand-instelling heeft, stellen
we u voor dat u "ON" selecteert voor
"Afdrukken zonder rand" in "Printerfuncties"
van het dialoogvenster "Geavanceerde opties
voor Sony DPP-F700" als de instelling voor het
printerstuurprogramma.
Ingesteld aantal afdrukken
Afhankelijk van de softwareapplicatie die u
gebruikt, heeft het ingestelde aantal afdrukken
van de applicatie misschien prioriteit over de
instelling die is opgegeven in het
dialoogvenster van het printerstuurprogramma.
Afdrukken vanuit een in de
handel verkrijgbare
softwareapplicatie
87
NL
Foutmeldingen
Als er problemen zijn
Bij papierstoringen
Reinigen
Oplossen van
problemen
88
NL
Foutmeldingen
Als zich een fout voordoet, kan één van de volgende foutmeldingen op het LCD-scherm van dit
apparaat verschijnen. Volg de bijbehorende hieronder beschreven aanwijzing voor het oplossen van
het probleem.
Geheugenkaarten en intern geheugen
Foutmelding Betekenis/Oplossingen
Geen Memory Stick. / Geen
CompactFlash-kaart. / Geen SD-
geheugenkaart. / Geen xD-Picture
Card.
• Er is geen geheugenkaart in de sleuf gestoken.
Plaats een geheugenkaart in de bijbehorende sleuf.
(
.
pagina 25)
Er is een niet-compatibele Memory
Stick geplaatst. / Er is een niet-
compatibele Compact-Flash-kaart
geplaatst. / Incompatibele SD-
geheugenkrt geplaatst. / Er is een
niet-compatibele xD-Picture Card
geplaatst.
• Er is een niet-ondersteunde geheugenkaart ingestoken.
Gebruik een geheugenkaart die dit apparaat ondersteunt.
Geen afbeeldingsbest. • Er staat op de geheugenkaart geen beeldbestand dat op het
scherm van dit apparaat kan worden weergegeven. Gebruik
een geheugenkaart die beeldbestanden bevat die kunnen
worden weergegeven met dit apparaat.
Kan geen beveiligd bestand
verwijderen.
• Als u een bestand dat is beveiligd wilt verwijderen, moet u
de beveiliging ongedaan maken op uw digitale camera of
computer.
Geheugenkaart is beveiligd.
Annuleer en probeer opnieuw.
• De geheugenkaart is tegen schrijven beveiligd. Schuif de
schakelaar voor de schrijfbeveiliging in de stand waarin
wegschrijven van afbeeldingen weer mogelijk is.
(
.
pagina 106)
De Memory Stick is vol. / De
CompactFlash-kaart is vol. / De
SD-geheugenkaart is vol. / De xD-
Picture Card is vol. /Het interne
geheugen is vol.
• En kunnen geen gegevens meer worden opgeslagen omdat
de geheugenkaart of het interne geheugen vol is. Verwijder
afbeeldingen of gebruik een geheugenkaart met vrije
ruimte.
89
NL
Foutmeldingen
Afbeeldinggegevens
Fout bij lezen Memory Stick. / Fout
bij lezen CompactFlash-kaart. /
Fout bij lezen SD-geheugenkaart. /
Fout bij lezen xD-Picture Card./
Fout bij lezen interne geheugen.
• In geval van een geheugenkaart:
er heeft zich een fout voorgedaan. Controleer of de
geheugenkaart goed is geplaatst. Als deze foutmelding
vaak wordt weergegeven, controleer dan de status van de
geheugenkaart met een ander dan dit apparaat.
• In geval van het interne geheugen:
formatteer het interne geheugen.
Opmerkingen
• Het formatteren verwijdert alle beeldbestanden die in het interne
geheugen zijn geïmporteerd.
Schrijffout in Memory Stick. /
Schrijffout in CompactFlash-kaart.
/ Schrijffout in SD-geheugenkaart. /
Schrijffout in xD-Picture Card. /
Schrijffout in interne geheugen.
De Memory Stick is alleen-lezen. • Er is een "Memory Stick-ROM" is geplaatst. Sla de
afbeeldingen op door de aanbevolen "Memory Stick" te
gebruiken.
De Memory Stick is beveiligd. • Een beveiligde "Memory Stick" is ingezet. Als u de
afbeeldingen wilt opslaan of bewerken, gebruik dan een
extern apparaat om de beveiliging op te heffen.
Geheugenkaart niet ondersteund. • In geval van een geheugenkaart, gebruik uw digitale
camera of een ander toestel om de geheugenkaart te
formatteren.
• In het geval van het interne geheugen: formatteer het met
dit apparaat.
Opmerkingen
• Als u de media formatteert, worden alle bestanden die daarop staan
verwijderd.
Foutmelding Betekenis/Oplossingen
Foutmeldingen Betekenis/Oplossingen
Kan afbeelding niet openen. • Dit apparaat kan niet een afbeelding weergeven of openen
waarvan de indeling niet wordt ondersteund.
Geen DPOF-bestand. • Er zijn geen bestanden van afbeeldingen met DPOF-
instelling op de geheugenkaart. Geef het afdruk-merkteken
(DPOF) van de camera op.
Vervolg
90
NL
Inktlint
Afdrukpapier
Foutmeldingen Betekenis/Oplossingen
Geen inktlint. Plaats een P size inktlint
en druk op [PRINT].
• Het inktlint is niet in dit apparaat geplaatst. Plaats het
inktlint. (
.
pagina 33)
Wanneer "reinigingscartridge" verschijnt, plaatst u de
reinigingscartridge. (
.
pagina 104)
Einde inktlint. • Vervang het huidige inktlint door een nieuw inktlint.
(
.
pagina 33)
Einde inktlint. Plaats een P size inktlint
en druk op [PRINT].
Verkeerd type inktlint. Plaats een P size
inktlint en druk op [PRINT].
• Zet een inktlint in en leg afdrukpapier van het
weergegeven formaat in. (
.
pagina 33)
Foutmeldingen Betekenis/Oplossingen
Geen papierlade. Plaats een papierlade
met P size afdrukpapier en druk op
[PRINT].
• Er ligt geen afdrukpapier in dit apparaat.
– De papierlade is niet in dit apparaat gezet.
– Het afdrukpapier is niet in de papierlade gelegd.
– Het afdrukpapier is op.
• Leg in elk van de gevallen afdrukpapier in de lade en
zet de papierlade in dit apparaat. (
.
pagina 34)
Geen afdrukpapier. Plaats afdrukpapier
voor P Size en druk op [PRINT].
Geen reinigingsvel. Plaats reinigingsvel
en druk op [PRINT].
• Er zit geen reinigingsvel in de papierlade. Leg het
reinigingsvel in de papierlade en zet de papierlade in
dit apparaat. (
.
pagina 104)
Verkeerd afdrukpapier. Plaats
afdrukpapier voor P Size en druk op
[PRINT].
• Het afdrukpapier en het inktlint horen niet bij elkaar.
Controleer het formaat van het inktlint dat in dit
apparaat is geplaatst en stel het afdrukpapier in op een
overeenkomstig formaat. (
.
pagina 33, 34)
Papierstoring. Verwijder afdrukpapier. • Papier is vastgelopen. Zie "Bij papierstoringen"
(
.
pagina 103) en verwijder vastgelopen papier uit
dit apparaat.
91
NL
Als er problemen zijn
Als er problemen zijn
Probeer, voordat u dit apparaat ter reparatie aanbiedt, de volgende aanwijzingen voor het oplossen
van het probleem. Vraag advies aan uw Sony-dealer of aan het Sony-servicecentrum als het probleem
aanhoudt.
Voeding
Afbeeldingen weergeven
Wanneer één van de volgende problemen optreedt, raadpleegt u onderstaande tabel. "Er verschijnen
geen afbeeldingen wanneer ik dit apparaat aanzet", "Kan het bedieningsscherm niet instellen" of "Het
afdrukken start niet, ook al staat de printer aan".
Symptoom Controleer onderdeel Oorzaak/Oplossingen
U kunt het
apparaat niet
aanzetten.
• Is de stekker er wel goed
ingestoken?
c
Steek de stekker er goed in.
Symptoom Controleer onderdeel Oorzaak/Oplossingen
Er worden geen
afbeeldingen
weergegeven op
het scherm.
• Is er een geheugenkaart op
juiste wijze ingezet?
c
Plaats een geheugenkaart op juiste wijze.
(
.
pagina 25)
• Bevat de geheugenkaart
afbeeldingen die zijn
opgeslagen met een digitale
camera of een ander
apparaat?
c
Zet een geheugenkaart in die afbeeldingen
bevat of sluit een extern apparaat aan
waarop afbeeldingen staan.
c
Controleer welke bestandsindelingen
kunnen worden weergegeven.
(
.
pagina 109)
• Is de bestandsindeling
geschikt voor DCF?
c
Dit apparaat kan een bestand dat niet
uitwisselbaar is met DCF misschien niet
weergeven, ook al kan een computer het
wel weergeven.
• Staat dit apparaat in de
modus met klok en
kalender?
c
Zet het in een andere modus dan de modus
met klok en kalender. (
.
pagina 27)
Afbeeldingen
worden niet
weergegeven in de
volgorde van de
opnamedatum.
• Zijn deze afbeeldingen
opgeslagen vanaf een
computer?
• Zijn deze afbeeldingen
bewerkt op een computer?
c
De informatie over de opnamedatum kan
zijn gewijzigd of verloren zijn gegaan
toen u een beeldbestand bewerkte of
opsloeg op een computer.
Vervolg
92
NL
Sommige
afbeeldingen
worden niet
weergegeven of
niet afgedrukt.
• Worden de afbeeldingen
weergegeven in de
indexweergave?
c
Als de afbeelding wordt weergegeven in
de indexweergave maar niet kan worden
weergegeven als één enkele afbeelding,
kan het zijn dat het bestand van de
afbeelding beschadigd is, ook al zijn de
gegevens van het miniatuurvoorbeeld
goed.
c
Dit apparaat kan een bestand dat niet
uitwisselbaar is met DCF misschien niet
weergeven of afdrukken, ook al kan een
computer het wel weergeven.
• Verschijnt het merkteken dat
hieronder wordt
weergegeven in de
indexweergave?
• Zijn de afbeeldingen
gemaakt met een applicatie
op een computer?
c
Als het links getoonde merkteken
verschijnt, kan het zijn dat dit apparaat het
beeldbestand niet ondersteunt,
bijvoorbeeld omdat het een JPEG:-
bestand is dat is gemaakt met de
computer. Ook kan het zijn dat het
beeldbestand wordt ondersteund, maar dat
het geen gegevens van de miniatuur bevat.
Selecteer het merkteken, druk op en
schakel over naar het scherm met
weergave van één afbeelding. Wanneer
het apparaat de afbeelding weergeeft, kunt
u het ook afdrukken. Als het links
getoonde merkteken aanwezig blijft in de
weergave enkele afbeelding, ondersteunt
dit apparaat het beeldbestand niet en kan
het het ook niet weergeven of afdrukken.
• Verschijnt het merkteken dat
hieronder wordt
weergegeven in de
indexweergave?
c
Als het links getoonde merkteken
verschijnt, ondersteunt dit apparaat het
beeldbestand maar kunnen de gegevens
van de miniatuurafbeeldingen of de
afbeeldingen zelf niet worden geopend.
Selecteer het merkteken, druk op en
schakel over naar het scherm met
weergave van één afbeelding. Wanneer
het apparaat de afbeelding weergeeft, kunt
u het ook afdrukken. Als het links
getoonde merkteken aanwezig blijft in de
weergave enkele afbeelding, ondersteunt
dit apparaat het beeldbestand niet en kan
het het ook niet weergeven of afdrukken.
Symptoom Controleer onderdeel Oorzaak/Oplossingen
93
NL
Als er problemen zijn
Sommige
afbeeldingen
worden niet
weergegeven of
niet afgedrukt.
• Zijn er meer dan 4.999
afbeeldingen opgeslagen op
de geheugenkaart?
c
Dit apparaat kan tot 4.999 bestanden van
afbeeldingen afspelen, afdrukken,
opslaan, verwijderen of anderszins
verwerken.
• Hebt u het bestand met een
computer of een ander
apparaat een andere naam
gegeven?
c
Als u het bestand op uw computer een
naam hebt gegeven of een andere naam
hebt gegeven en de bestandsnaam bevat
andere tekens dan de alfanumerieke
tekens, kan dit apparaat de afbeelding
misschien niet weergeven.
• Heeft de map-hiërarchie van
de geheugenkaart vijf
niveaus of meer?
c
Dit apparaat kan geen afbeeldingen
weergeven die zijn opgeslagen in een map
die meer dan vijf niveaus diep ligt.
De bestandsnaam
wordt niet juist
weergegeven.
• Hebt u het bestand met een
computer of een ander
apparaat een andere naam
gegeven?
c
Als u het bestand op uw computer een
naam hebt gegeven of een andere naam
hebt gegeven en de bestandsnaam bevat
andere tekens dan alfanumerieke tekens,
kan dit apparaat de bestandsnaam
misschien niet goed weergeven.
In het menu
Bewerken zijn
lege gedeelten
aanwezig aan de
onder- en
bovenkant van het
afdrukvoorbeeld
van de afbeelding.
• Is het afdrukvoorbeeld van
de afbeelding misschien
horizontaal of verticaal
buitengewoon uitgerekt?
c
Als een afbeelding extreem hoog of breed
is, kunnen er lege gedeelten aanwezig zijn
in het menu Bewerken.
c
De standaard beeldverhouding van een
opname met een digitale camera is 3:4.
Wanneer u een ander dan dit apparaat
gebruikt om een afbeelding te bewerken of
op te slaan, wordt het opgeslagen als een
meer horizontale afdrukafbeelding en
worden de boven- en onderranden
afgesneden en zwart weergegeven.
De afbeelding
draait niet
automatisch
wanneer u dit
apparaat in de
portretstand
plaatst.
• Is de [Autoweerg.stand]-
instelling van dit apparaat op
[Uit] gezet?
• Geeft de rotatie-informatie
op het scherm voor de
afbeeldinginformatie [Geen
rot.] weer?
c
Stel de [Autoweerg.stand]-instelling in op
[Aan]. (
.
pagina 66)
c
Wanneer de rotatie-informatie [Geen rot.]
weergeeft, kunt u de afbeelding
handmatig roteren. (
.
pagina 52)
Symptoom Controleer onderdeel Oorzaak/Oplossingen
Vervolg
94
NL
Afbeeldingen opslaan en verwijderen
Symptoom Controleer onderdeel Oorzaak/Oplossingen
Kan een
afbeelding niet
opslaan.
• Is de geheugenkaart tegen
schrijven beveiligd?
c
Hef de schrijfbeveiliging op en probeer
nogmaals op te slaan.
• Staat de schakelaar voor de
schrijfbeveiliging van de
geheugenkaart in de
"LOCK"-stand?
c
Schuif de schakelaar voor de
schrijfbeveiliging in de stand waarin
wegschrijven van afbeeldingen weer
mogelijk is.
• Is de geheugenkaart vol?
c
Vervang de geheugenkaart door één met
voldoende vrije ruimte. Of verwijder
eventueel afbeeldingen die u niet meer
wilt bewaren. (
.
pagina 47)
• Is het interne geheugen vol?
c
Verwijder alle afbeeldingen die u niet
meer wilt bewaren. (
.
pagina 47)
• Hebt u afbeeldingen vanaf
een computer opgeslagen in
het interne geheugen zonder
dat u een map hebt
aangemaakt in het interne
geheugen?
c
Als u niet een map aanmaakt, kunt u niet
meer dan 512 afbeeldingen opslaan.
Daarnaast kan het aantal afbeeldingen
afnemen afhankelijk van de lengte van de
bestandsnaam of het type afbeelding.
Maak, wanneer u afbeeldingen vanaf een
computer opslaat in het interne geheugen,
een map aan in het interne geheugen en sla
de afbeeldingen in deze map op.
Kan een
afbeelding niet
verwijderen.
• Is de geheugenkaart tegen
schrijven beveiligd?
c
Hef de schrijfbeveiliging op met behulp
van het apparaat dat u gebruikt en probeer
opnieuw afbeeldingen te verwijderen.
• Staat de schakelaar voor de
schrijfbeveiliging van de
geheugenkaart in de
"LOCK"-stand?
c
Schuif de schakelaar voor de
schrijfbeveiliging in de stand waarin
wegschrijven van afbeeldingen weer
mogelijk is.
• Gebruikt u een "Memory
Stick-ROM"?
c
Het is niet mogelijk een "Memory Stick-
ROM" te formatteren of een afbeelding
ervan te verwijderen.
• Is deze afbeelding beveiligd?
c
Controleer de informatie over de
afbeelding in de stand enkele weergave.
(
.
pagina 16)
Een afbeelding met een -merkteken
is ingesteld op Alleen Lezen. U kunt het
niet verwijderen van dit apparaat.
U hebt per ongeluk
een afbeelding
verwijderd.
—
c
U kunt een afbeelding wanneer deze is
verwijderd, niet meer terughalen.
95
NL
Als er problemen zijn
Afstandsbediening
Afdrukken
Symptoom Controleer onderdeel Oorzaak/Oplossingen
Er gebeurt niets,
ook niet als u de
afstandsbediening
gebruikt.
• Is de batterij goed in de
afstandsbediening gezet?
c
Vervang de batterij. (
.
pagina 20)
c
Zet een batterij in. (
.
pagina 20)
c
Zet een batterij op juiste wijze in.
(
.
pagina 20)
—
c
Wijs met de bovenzijde van de
afstandsbediening naar de sensor van de
afstandsbediening op dit apparaat.
(
.
pagina 20)
c
Verwijder eventuele obstakels tussen de
afstandsbediening en de sensor van de
afstandsbediening.
• Is het beschermvel in de
afstandsbediening
aanwezig?
c
Trek het beschermvel uit de
afstandsbediening. (
.
pagina 20)
Symptoom Controleer onderdeel Oorzaak/Oplossingen
Er wordt geen
papier ingevoerd.
• Is het papier goed in de
papierlade gelegd?
c
Als het afdrukpapier niet goed in het
apparaat is gelegd, kunnen er
moeilijkheden met de printer ontstaan.
(
.
pagina 34)
Controleer de volgende punten.
• Plaats het juiste afdrukpapier in
combinatie met het juiste inktlint.
• Plaats het afdrukpapier in de juiste
richting in de lade.
• U kunt maximaal 20 vellen
afdrukpapier in de lade plaatsen. Als er
meer dan 20 vellen in de lade liggen,
neem het overtollige papier dan uit.
• Schud het afdrukpapier grondig los en
plaats het in de lade.
• Buig of vouw het afdrukpapier niet
vóór het afdrukken, hierdoor kan er
storing in dit apparaat ontstaan.
• Gebruikt u afdrukpapier dat
niet bedoeld is voor dit
apparaat?
c
Gebruik afdrukpapier dat bedoeld is voor
dit apparaat. Als u ongeschikt
afdrukpapier gebruikt, kan er storing in dit
apparaat ontstaan.
(
.
Over de afdrukpakketten)
Vervolg
96
NL
Afdrukresultaten
Het afdrukpapier
komt tijdens het
afdrukproces
gedeeltelijk te
voorschijn.
• Is de perforatie van het
afdrukpapier verwijderd?
• Gebruikt u afdrukpapier dat
niet bedoeld is voor dit
apparaat?
c
Gebruik afdrukpapier dat bedoeld is voor
dit apparaat. Als u ongeschikt
afdrukpapier gebruikt, kan er storing in dit
apparaat ontstaan.
(
.
Over de afdrukpakketten)
Symptoom Controleer onderdeel Oorzaak/Oplossingen
De afgedrukte
beelden zijn
inferieur van
kwaliteit.
• Hebt u afdrukvoorbeelden
van afbeeldingen afgedrukt?
c
Afhankelijk van het type digitale camera
dat u gebruikt, is het mogelijk in de
miniaturenlijst afdrukvoorbeelden van
afbeeldingen weer te geven naast de
eigenlijke afbeeldingen. De
afdrukkwaliteit van de afdrukvoorbeelden
van afbeeldingen zal niet zo goed zijn als
de eigenlijke afbeeldingen. Let op: als u
de afdrukvoorbeelden van de afbeeldingen
verwijdert, kunnen de gegevens van de
eigenlijke afbeeldingen beschadigd raken.
• Hebt u een afbeelding
afgedrukt waarvan de
afmeting (breedte of hoogte)
kleiner is dan 480
beeldpunten?
c
Wanneer een afbeelding op klein formaat
wordt afgebeeld in een zwart kader, is de
afdrukkwaliteit grof als gevolg van het
kleine formaat van de afbeelding.
• Hebt u het menu Bewerken
gebruikt voor het vergroten
van de afbeelding?
c
Een vergrote afbeelding wordt,
afhankelijk van de afmeting van de
afbeelding, afgedrukt in een mindere
beeldkwaliteit.
Symptoom Controleer onderdeel Oorzaak/Oplossingen
97
NL
Als er problemen zijn
De beeldkwaliteit
en de kleuren van
het
afdrukvoorbeeld
op het scherm
verschillen van die
van de afdruk.
—
c
Dit is geen storing, maar wordt
veroorzaakt door variaties in het
kleurreproductiesysteem of LCD-
eigenschappen. Afbeeldingen worden zo
goed mogelijk aangepast aan het
kleurreproductiesysteem en de
eigenschappen. U kunt de instellingen
voor de beeldkwaliteit als volgt
veranderen.
– MENU knop - [Instellingen] -
[Afdrukinstellingen] - [Kleurinstelling]
(
.
pagina 69)
– Het aanpassen van de beeldkwaliteit is
uitsluitend mogelijk in het menu
Creatief afdrukken. Voor details
raadpleegt u pagina 61.
De afgedrukte
afbeelding, die
direct wordt
afgedrukt vanaf
een geheugenkaart
of het interne
geheugen verschilt
van de afdruk die
wordt gemaakt via
een computer.
—
c
De afgedrukte afbeeldingen zullen
verschillen en dit wordt veroorzaakt door
de verschillen tussen de interne
verwerking van dit apparaat en de
softwareverwerking van de computer.
De datum kan niet
worden afgedrukt.
• Is [Datumafdruk] ingesteld
op [Datum] of [Datum/
Tijd]?
c
Druk op de knop MENU, selecteer
[Instellingen] en stel [Datumafdruk] in de
Afdrukinstellingen in op [Datum] of op
[Datum/Tijd]. (
.
pagina 68)
• Ondersteunt de afbeelding
DCF?
c
De functie Datumafdruk van dit apparaat
ondersteunt een afbeelding die geschikt is
voor de DCF-criteria.
• Drukt u af in de stand
diashow?
c
De indeling van het LCD scherm wordt
afgedrukt zoals hij is, en daarom is de
instelling Datumafdruk ongeldig.
Symptoom Controleer onderdeel Oorzaak/Oplossingen
Vervolg
98
NL
De datum wordt
onbedoeld
afgedrukt.
• Is [Datumafdruk] ingesteld
op [Uit]?
c
Druk op de knop MENU, selecteer
[Instellingen] en stel [Datumafdruk] in de
Afdrukinstellingen op [Uit].
(
.
pagina 68)
• Is de datum opgeslagen bij
de afbeelding toen deze werd
vastgelegd met de digitale
camera?
c
Wanneer de datum is opgeslagen bij de
afbeelding, kunt u geen afdruk maken
zonder een datum.
De afbeelding kan
niet volledig
worden afgedrukt
binnen het
afdrukbereik.
Randen blijven
aanwezig.
• Hebt u in het menu
Afdrukinstelling [Rand 1] of
[Rand 2] geselecteerd voor
[Randen]?
c
Druk op de knop MENU, selecteer
[Instellingen] en stel in [Geen rand] door
[Afdrukinstellingen] - [Randen] te
selecteren. (
.
pagina 68)
• Is de beeldverhouding van
de afbeelding juist?
c
Afhankelijk van het type digitale camera
dat u hebt gebruikt, verschilt de
beeldverhouding van de vastgelegde
afbeelding, en daardoor wordt de
afbeelding misschien niet over het
volledige afdrukbare gebied afgedrukt.
Hoewel [Geen
rand] voor
[Randen] is
geselecteerd in de
Afdrukinstellingen,
wordt de
afbeelding
afgedrukt met
randen aan beide
kanten.
• Drukt u af in de stand
diashow?
c
Wanneer u afdrukt in de stand diashow,
wordt de indeling van het LCD scherm
zoals hij is, en daarom is de instelling
Afdrukken zonder rand ongeldig.
—
c
Wanneer u een ander dan dit apparaat
gebruikt voor het bewerken of opslaan van
een afbeelding, worden de lege gebieden
rondom een afbeelding ook als onderdeel
van de afbeelding opgeslagen. Ook als u
zulke afbeeldingen afdrukt met de Geen
rand-instelling, kunt u de randen aan beide
zijden van een afdruk niet wegnemen.
(
.
pagina 68)
Het is niet
mogelijk het
gehele gebied van
een afbeelding af
te drukken.
• Hebt u [Rand 1] ingesteld in
de Afdrukinstellingen?
c
U kunt het hele gebied van een afbeelding
afdrukken als u [Rand 1] selecteert in het
menu Afdrukinstellingen.
(
.
pagina 68)
De afbeelding
wordt afgedrukt
onder een hoek.
• Is de papierlade wel goed
ingezet?
c
Zet de papierlade stevig opnieuw in zover
als mogelijk is.
Symptoom Controleer onderdeel Oorzaak/Oplossingen
99
NL
Als er problemen zijn
Instellingen
Aansluiten op een computer
Er staan witte
lijnen of stippen
op de afgedrukte
beelden.
—
c
Misschien is de afdrukkop of het
papierpad vuil. Reinig de kop en het pad
met behulp van de geleverde
reinigingscartridge en het geleverde
reinigingsvel. (
.
pagina 104)
Het beeld is te
helder, te donker,
te rood, te geel of
te groen.
—
c
Stel de beeldkwaliteit in op het
betreffende scherm.
Het aanpassen van de beeldkwaliteit is
uitsluitend mogelijk in het menu Creatief
afdrukken. Voor details raadpleegt u
pagina 61.
Symptoom Controleer onderdeel Oorzaak/Oplossingen
De instellingen
[Geen rand] en
[Rand 1/2] werken
niet.
• Werkt u met het menu
Creatief afdrukken?
c
In het menu Creatief afdrukken worden
sjablonen gebruikt en u kunt niet rand/
randloos afdrukken selecteren.
Symptoom Controleer onderdeel Oorzaak/Oplossingen
De computer geeft
de afbeeldingen op
de geheugenkaart
die u in dit
apparaat hebt
gestoken, niet
weer.
—
c
Dit apparaat biedt niet de functie voor het
bekijken van de afbeeldingen op de
geheugenkaart vanaf de computer.
U hebt de
geleverde cd-rom
niet meer en u wilt
een nieuwe
aanvragen.
—
c
Download het printerstuurprogramma van
de website voor Klantenondersteuning. Of
neem contact op met uw Sony-dealer.
Het printerstuur-
programma kan
niet worden
geïnstalleerd.
• Weet u zeker dat u de
installatieprocedures goed
hebt doorlopen?
c
Doorloop de procedures in de
bedieningsinstructies en installeer het
printerstuurprogramma (
.
pagina 77).
Start de computer opnieuw, als er zich een
fout voordoet en voer de
installatieprocedures opnieuw uit.
• Is er een ander
applicatieprogramma actief?
c
Sluit alle applicaties af en installeer het
printerstuurprogramma opnieuw.
Symptoom Controleer onderdeel Oorzaak/Oplossingen
Vervolg
100
NL
Het printerstuur-
programma kan
niet worden
geïnstalleerd.
• Hebt u de cd-rom op juiste
wijze als de installatie-
cd-rom opgegeven?
c
Dubbelklik op "Computer (Mijn
Computer)" en vervolgens op het
cd-rompictogram in het geopende venster.
Doorloop de procedures in de
bedieningsinstructies en installeer het
printerstuurprogramma.
—
c
Het USB-stuurprogramma is misschien
niet goed geïnstalleerd. Volg de
bedieningsinstructies en installeer het
USB-stuurprogramma opnieuw.
• Is er een anti-
virusprogramma of een
ander programma actief op
het systeem?
c
Als er een anti-virusprogramma of een
ander programma actief is op het systeem,
sluit dat dan af en begin met het
installeren van het stuurprogramma.
Het
printerstuurprogra
mma kan niet
worden
geïnstalleerd.
• Hebt u ingelogd met een
Administrator-
gebruikersaccount?
c
Log in in Windows met een
Administrator-gebruikersaccount en
installeer het stuurprogramma.
Dit apparaat
reageert niet op de
opdracht tot
afdrukken van de
computer.
—
c
Als het Windows-bureaublad geen
moeilijkheden laat zien, kijk dan op het
LCD-scherm.
Ga als volgt te werk als dit apparaat
moeilijkheden geeft.
1. Zet de toets
1
(Aan / Standby) van dit
apparaat op Uit.
2. Trek de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact, wacht 5 tot 10 seconden en
steek de stekker weer in het
stopcontact.
3. Start uw computer opnieuw op.
Als hiermee het probleem niet wordt
verholpen, vraag dan advies aan uw Sony-
dealer of aan een Sony-servicecentrum.
Hoewel "Geen
rand" is
geselecteerd,
wordt de
afbeelding
afgedrukt met
randen.
• Gebruikt u software van een
andere applicatie dan PMB?
c
Wanneer u een andere applicatie gebruikt
dan PMB, kan een afbeelding worden
afgedrukt met randen ook al hebt u een
randloze afdruk geselecteerd.
Wanneer u met randen/randloos kunt
instellen met een applicatie, stelt u een
afbeelding die u wilt afdrukken volledig in
in het afdrukbereik, ook al wordt de
afbeelding tot buiten het bereik afgedrukt.
Symptoom Controleer onderdeel Oorzaak/Oplossingen
101
NL
Als er problemen zijn
Het aantal
afdrukken dat is
opgegeven in
"Pagina’s per vel"
op het tabblad
"Indeling" van het
dialoogvenster
"Eigenschappen
voor Sony DPP-
F700" komt niet
overeen met de
feitelijke
afdrukhoeveelheid
en
afdrukresultaten.
—
c
Afhankelijk van de applicatie die u
gebruikt, heeft de gebruikte instelling
voor het aantal afdrukken misschien
prioriteit over de instelling die is
opgegeven in het dialoogvenster van het
printerstuurprogramma.
De kleuren van de
afbeelding die
wordt afgedrukt
vanaf een
computer,
verschillen van die
van de afbeelding
die wordt
afgedrukt vanaf
een
geheugenkaart.
—
c
Omdat het proces van het afdrukken van
een afbeelding vanaf een geheugenkaart
verschilt van dat van het afdrukken vanaf
een computer, kan het voorkomen dat de
kleuren niet geheel hetzelfde zijn.
Er verschijnt een
foutmelding "Er is
een fout
opgetreden terwijl
een document naar
het USB-apparaat
wordt gestuurd.".
—
c
Trek de USB-kabel los en sluit hem
daarna weer aan.
Symptoom Controleer onderdeel Oorzaak/Oplossingen
Vervolg
102
NL
Overige
Symptoom Controleer onderdeel Oorzaak/Oplossingen
Het inktlint
inzetten gaat niet
gemakkelijk.
—
c
Als het niet lukt het inktlint op zijn plaats
te klikken, verwijder het dan en plaats het
daarna opnieuw. Verwijder de vrije slag
uit het inktlint alleen wanneer het inktlint
te slap is en u het niet kunt inzetten.
(
.
pagina 33)
U kunt het inktlint
niet verwijderen.
—
c
Zet dit apparaat uit met behulp van de
knop
1
(Aan / Standby) en zet hem
vervolgens weer aan. Probeer of u het
inktlint kunt uitnemen wanneer het
bewegingsgeluid binnen dit apparaat
stopt. Als dit geen oplossing biedt voor
het probleem, neem dan contact op met
het Sony-servicecentrum of uw Sony-
dealer.
103
NL
Bij papierstoringen
Reinigen
Bij papierstoringen
1
Zet dit apparaat uit en daarna weer
aan.
Wacht tot het afdrukpapier automatisch
wordt uitgeworpen.
1 (Aan / Standby)
2
Neem het uitgeworpen afdrukpapier
weg bij dit apparaat.
3
Haal de papierlade en het inktlint uit
dit apparaat en zorg ervoor dat er
geen papier meer vastzit.
Tips
• Als u papier dat is vastgelopen niet kunt
verwijderen, neem dan contact op met uw Sony-
dealer.
Afdrukpapier
Kijk of er papier vastzit
in dit apparaat.
Verwijder het, als dat
zo is.
104
NL
Reinigen
Als er witte lijnen of puntige stipjes op de
afbeelding worden afgedrukt, is de thermische
transferkop misschien vervuild met het stof dat
zich in dit apparaat heeft verzameld.
Reinig het binnenwerk van dit apparaat met de
geleverde reinigingscartridge en het
reinigingsvel.
Verwijder vóór het reinigen van dit apparaat
alle geheugenkaarten, geheugenkaarten en
USB-kabels.
1
Open de deksel voor de
inktlinthouder en als er een inktlint in
dit apparaat zit, verwijder dat dan.
2
Zet de geleverde reinigingscartridge
in dit apparaat en sluit de deksel
voor inktlinthouder.
3
Neem de papierlade uit dit apparaat.
Als er afdrukpapier in de lade ligt,
haal dat er dan uit.
4
Plaats het reinigingsvel in de
papierlade met de niet-bedrukte
zijde omhoog.
5
Zet de papierlade in dit apparaat en
druk op PRINT.
De reinigingscartridge en het reinigingsvel
zullen dit apparaat binnenin
schoonmaken. Wanneer de reiniging is
voltooid, wordt het reinigingsvel
automatisch uitgeworpen.
6
Haal de reinigingscartridge en het
reinigingsvel uit dit apparaat.
Tips
• Bewaar de reinigingscartridge en het reinigingsvel
bij elkaar voor een latere reinigingsbeurt. Zorg
ervoor dat u ze niet kwijt raakt.
Opmerkingen
• Wanneer de printer goed presteert, zal een
reinigingsbeurt geen verbetering opleveren van de
kwaliteit van de afdruk.
• Plaats het reinigingsvel niet op afdrukpapier
wanneer u de reinigingsbeurt uitvoert, dit zou een
papierstoring of andere moeilijkheden kunnen
veroorzaken.
• Voer de reinigingsbeurt enkele malen uit, als één
reinigingsbeurt geen verbetering oplevert van de
afdrukkwaliteit,
• U kunt dit apparaat niet reinigen terwijl het is
aangesloten op een computer.
Reinigingsvel
105
NL
Aanvullende informatie
Overig
106
NL
Over de
geheugenkaarten
Typen "Memory Stick" die dit
apparaat kan gebruiken
Bij dit apparaat kunt u de volgende typen
"Memory Stick".
*1
gebruiken.
*1
Dit apparaat ondersteunt FAT32. Gebleken is dat u
dit apparaat kunt gebruiken met een "Memory
Stick" met een capaciteit van 16 GB of minder
geproduceerd door de Sony Corporation. Wij
garanderen echter niet dat u dit apparaat kunt
gebruiken met iedere "Memory Stick".
*2
Dit apparaat is uitgerust met een sleuf die geschikt
is voor media van zowel standaardafmeting als van
Duo-afmeting. U kunt zonder een "Memory Stick
Duo"-adapter zowel een "Memory Stick" van
standaardafmeting als een "Memory Stick Duo"
van compacte afmeting gebruiken.
*3
Plaats, wanneer u de "Memory Stick Micro" met
dit apparaat gebruikt, deze altijd in een "M2"-
adapter.
*4
"M2" is een afkorting van "Memory Stick Micro".
In dit hoofdstuk wordt "M2" gebruikt om de
"Memory Stick Micro" te beschrijven.
*5
De met "MagicGate" auteursrechterlijk
beschermde gegevens kunnen niet worden gelezen/
vastgelegd. "MagicGate" is de algemene naam van
een technologie voor auteursrechterlijke
bescherming die ontwikkeld is door Sony waarbij
gebruik gemaakt wordt van techniek voor het
vaststellen van de authenticiteit en het versleutelen
van gegevens met behulp van encryptie.
*6
Dit apparaat ondersteunt geen 8-bit parallelle
gegevensoverdracht.
Opmerkingen over gebruik
• Plaats niet meer dan één "Memory Stick"
tegelijkertijd, omdat dit moeilijkheden met
dit apparaat kan veroorzaken.
• Plaats, wanneer u de "Memory Stick Micro"
met dit apparaat gebruikt, deze altijd in een
"M2"-adapter.
• Als u een "Memory Stick Micro" in dit
apparaat plaatst zonder een "M2"-adapter,
kunt u misschien de "Memory Stick Micro"
niet uitnemen.
• Als u de "Memory Stick Micro" in een "M2"-
adapter plaatst en deze "M2"-adapter in een
"Memory Stick Duo"-adapter plaatst,
functioneert dit apparaat misschien niet goed.
• Wanneer u een "Memory Stick" formatteert,
gebruik dan de formatteerfunctie van uw
digitale camera. Als u een "Memory Stick"
formatteert met uw computer, worden de
afbeeldingen misschien niet goed
weergegeven.
• Wanneer u een "Memory Stick"-medium
formatteert, worden alle gegevens van
afbeeldingen, inclusief beveiligde bestanden,
gewist. Het is belangrijk dat u de inhoud van
de "Memory Stick" controleert voordat u
formatteert, zodat u voorkomt dat belangrijke
gegevens per ongeluk worden gewist.
• U kunt geen gegevens vastleggen, bewerken
of verwijderen als u de schakelaar voor
schrijfbeveiliging in de stand LOCK schuift.
• Plak niet een ander materiaal dan het
geleverde etiket op de etiketpositie. Wanneer
u het geleverde etiket opplakt, is het
belangrijk dat u het op de etiketpositie plakt.
Let er goed op dat het etiket niet uitsteekt.
"Memory Stick"
Type "Memory Stick" Weergeven /
afdrukken /
verwijderen /
opslaan
"Memory Stick"
*2
(Niet geschikt voor "MagicGate")
OK
"Memory Stick"
*2
(Geschikt voor "MagicGate")
OK
*5
"MagicGate Memory Stick"
*2
OK
*5
"Memory Stick PRO"
*2
OK
*5
"Memory Stick PRO-HG"
*2
OK
*5*6
"Memory Stick Micro"
*3
("M2"
*4
)
OK
*5
107
NL
Aanvullende informatie
Met de SD-geheugenkaart- / xD-Picture Card-
dubbelformaatsleuf van dit apparaat kunt u
gebruik maken van:
• SD-geheugenkaart
*1
• miniSD-geheugenkaart, microSD-
geheugenkaart
(Er is een adapter nodig.)
*2
• SDHC-geheugenkaart
*3
• MMC standaard geheugenkaart
*4
Wij garanderen niet een goed functioneren van
alle typen SD-geheugenkaarten en MMC
standaard geheugenkaarten.
*1
Dit apparaat blijkt goed te functioneren met een
SD-geheugenkaart met een capaciteit van 2 GB of
minder.
*2
Sommige in de handel verkrijgbare kaartadapters
hebben aan de achterzijde aansluitpunten die
uitsteken. Mogelijk werkt dit type adapter niet
goed met dit apparaat.
*3
Dit apparaat blijkt goed te functioneren met een
SDHC-geheugenkaart met een capaciteit van 32
GB of minder.
*4
Dit apparaat blijkt goed te functioneren met een
standaard MMC-geheugenkaart met een capaciteit
van 2 GB of minder.
Opmerkingen over gebruik
Het lezen/vastleggen van gegevens waarvoor
auteursrechtbeveiliging nodig is, is niet mogelijk.
Met de SD-geheugenkaart- / xD-Picture Card-
dubbelformaatsleuf van dit apparaat kunt u
gebruik maken van een xD-Picture Card
*5
. Niet
alle bedieningsfuncties van geheugenkaarten
worden ondersteund en wij garanderen geen
goede werking voor alle typen xD-Picture
Card.
*5
Dit apparaat blijkt goed te functioneren met een
xD-Picture Card met een capaciteit van 2 GB of
minder.
Met de CompactFlash-kaartsleuf van dit
apparaat kunt u gebruik maken van:
• CompactFlash-geheugenkaart (type I / type
II) en CF+Card (type I / type II)-
uitwisselbare CompactFlash-
geheugenkaart
*6*7
.
Wij garanderen echter niet een goed
functioneren voor alle typen CompactFlash-
kaarten.
*6
Gebruik een CompactFlash-kaart met een
vermogensspecificatie van 3,3 V of 3,3 V / 5 V. U
kunt niet een type voor alleen 3 V of 5 V
gebruiken. Steek geen andere typen
CompactFlash-kaarten in de insteeksleuf van dit
apparaat. Dat kan het apparaat beschadigen.
*7
Dit apparaat blijkt goed te functioneren met een
CompactFlash
met een capaciteit van 32 GB of
minder.
SD-geheugenkaart
Aansluitingen
xD-Picture Card
CompactFlash-kaart
108
NL
• Wanneer u een kaart gebruikt, is het
belangrijk dat u controleert wat de juiste
richting voor het insteken van de kaart en de
juiste insteeksleuf is.
• Wanneer u de kaart te krachtig insteekt, kan
dat dit apparaat of de geheugenkaart
beschadigen.
• Verwijder niet een kaart en zet dit apparaat
niet uit terwijl dit apparaat gegevens leest of
schrijft, of wanneer het lampje Lezen/
Schrijven knippert.
• Wij adviseren u een reservekopie van
belangrijke gegevens te bewaren.
• Dit apparaat kan gegevens die met de
computer zijn verwerkt misschien niet
weergeven.
• Wanneer u een kaartje meeneemt of opbergt,
stop het dan in de verpakking die erbij is
geleverd.
• Raak het aansluitpunt van een kaartje niet
aan met uw hand of met een metalen
voorwerp.
• Stoot niet tegen een kaartje, verbuig het niet
en laat het niet vallen.
• Haal een kaartje niet uit elkaar en breng er
geen wijzigingen in aan.
• Stel een kaartje niet bloot aan water.
• Gebruik of bewaar een kaartje niet onder de
volgende omstandigheden.
– Plaatsen waar omstandigheden heersen die
verschillen van de vereiste
gebruiksomstandigheden, waaronder het
zeer warme interieur van een auto die in
de zon is geparkeerd en/of ’s zomers in
een geparkeerde auto, buitenshuis in direct
zonlicht of op een plaats in de buurt van
de verwarming.
– Vochtige locaties of locaties waar bijtende
stoffen zijn
– Locaties die blootstaan aan statische
elektriciteit of elektrische ruis
Opmerkingen over het gebruik
van een geheugenkaart
109
NL
Aanvullende informatie
Technische gegevens
x Digitale printer / fotolijst
Afdrukmethode
AFdrukken met inktsublimatie (geel /
magenta / cyaan in drie gangen)
Afdrukresolutie
300 (H) × 300 (V) dpi
Beeldverwerking per stip
256 tinten (steeds 8 bits voor geel /
magenta / cyaan)
Afdrukbereik
1.800 × 1.200 stippen
Afdrukafmeting
101,6 × 152,4 mm (4 × 6 inch)
(maximum, zonder randen)
Afdruksnelheid (per vel)
*
1
*
2
Intern geheugen*
3
/geheugenkaart*
4
/PC*
5
Ongeveer 45 seconden
Inktlint / afdrukpapier
t
Raadpleeg de meegeleverde
"Over de afdrukpakketten".
LCD-scherm
LCD-paneel:
18 cm/7,0 inch; TFT actieve matrix
Totaal aantal stippen:
1.152.000
(800 × 3 (RGB) × 480) beeldpunten
Effectief weergavegebied
Beeldverhouding weergave
16:10
LCD-schermbereik:
17,3 cm/6,8 inch
Totaal aantal beeldpunten:
1.105.920
(768 × 3 (RGB) × 480) beeldpunten
Levensduur LCD-achtergrondverlichting
20.000 uur
(voordat helderheid van
achtergrondverlichting is gehalveerd)
Aansluitingen Ingang/Uitgang
USB-connector (type B, volle snelheid
USB)
Sleuven
"Memory Stick"-sleuf (Standaard/Duo)/
SD-geheugenkaartsleuf/
xD-Picture Card-sleuf/
MMC-kaartsleuf/
CompactFlash-kaartsleuf
Geschikte bestandsindelingen voor
afbeeldingen
JPEG: geschikt voor DCF 2,0, geschikt
voor Exif 2,21, JFIF
*6
TIFF: geschikt voor Exif 2,21
BMP
*7
: 1, 4, 8, 16, 24, 32 bit Windows-
indeling
(Sommige bestandsindelingen van
afbeeldingen zijn niet geschikt.)
Maximaal aantal pixels dat kan worden
weergegeven
8.000 (H) × 6.000 (V) beeldpunten
*8
Bestandssysteem
FAT12/16/32,
sectorgrootte van 2.048 bytes of kleiner
Naam beeldbestand
DCF-indeling, 256 tekens, binnen vijfde
hiërarchie
Maximaal aantal bestanden dat kan
worden verwerkt
4.999 bestanden voor een geheugenkaart/
een extern apparaat
Capaciteit intern geheugen
*9
1GB
(Ongeveer 2.000 afbeeldingen
*10
kunnen worden opgeslagen.)
Eisen die worden gesteld aan de
netspanning
DC IN-aansluiting, 24 V gelijkspanning
Stroomverbruik
100 W (maximum)
(Aan / Standby)-modus: minder dan 1 W
* De definitie van de normale stand is de status
waarin een diavoorstelling mogelijk is met
afbeeldingen die zijn opgeslagen in het interne
geheugen, met de standaardinstellingen zonder dat
een geheugenkaart is ingestoken.
Vervolg
110
NL
Bedrijfstemperatuur
5 °C tot 35 °C
Afmetingen
Op de lange kant geplaatst:
Ongeveer 276 × 150 × 186 mm (b/h/d)
(Met de standaard uitgezet)
Op de korte kant geplaatst:
Ongeveer 149 × 275 × 185 mm (b/h/d)
(Met de standaard uitgezet)
Afdrukstand (plat):
LCD-scherm gesloten:
Ongeveer 276 × 85 × 149 mm (b/h/d)
Diepte met papierlade bevestigd:
Ongeveer 306 mm
Gewicht
Ongeveer 1,8 kg
(zonder papierlade (ongeveer 115 g),
inktlint en netspanningadapter)
Met inbegrip van accessoires
Zie "Inbegrepen onderdelen controleren"
op pagina 12.
x
Netspanningadapter AC-S2422
Eisen die worden gesteld aan de
netspanning
-
100 V tot 240 V, 50/60 Hz
1,5 A tot 0,75 A
Nominale uitgangsspanning
24 V 2,2 A
Piek 3,7 A - 6,5 s
Afmetingen
Ongeveer 60 × 30,5 × 122 mm (b/h/d)
(exclusief uitstekende delen en kabels)
Gewicht
Ongeveer 305 g
Zie het typeplaatje van de netspanningadapter
voor nadere bijzonderheden.
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden, zonder kennisgeving.
*
Geschatte aantal afdrukken is ongeveer 2.000 vel
(P-formaat). Voor het totale aantal afdrukken
raadpleegt u [Systeeminfo] in het menu
Instellingen.
*1
: gemiddelde tijd tussen het afdrukken en het
uitwerpen van het papier. (De tijd kan variëren met
afmetingen en indeling van beeldgegevens en
bedrijfscondities.)
*2
: afdrukinstellingen: [Randen] is ingesteld op [Geen
rand], [Datumafdruk] is ingesteld op [Uit] en
[Auto Fine Print7] is ingesteld op [Aan].
*3
: foto's die zijn gemaakt met een Sony digitale
fotocamera met een effectief aantal pixels van
ongeveer 12.100.000 (bestandsgrootte ongeveer
4,1 MB) en opgeslagen in het interne geheugen,
waarbij dit apparaat is ingesteld op [Form.aanpas]
(bestandsgrootte ongeveer 400 KB). (pagina 67)
*4
: afbeeldingen in
*3
opgeslagen op een Sony
"Memory Stick PRO Duo". Afgedrukt vanaf de
"Memory Stick PRO Duo" in de sleuf van dit
apparaat.
*5
: zonder gegevensverwerking en overdrachttijd.
*6
: basislijn JPEG: met indeling 4:4:4, 4:2:2, of 4:2:0
*7
: u kunt de Picture Motion Browser (PMB) niet
gebruiken voor het afdrukken.
*8
: 17 beeldpunten of meer zijn nodig zowel verticaal
als horizontaal. Een afbeelding met een
beeldverhouding van 20:1 of meer zal misschien
niet goed worden weergegeven. Zelfs als de
beeldverhouding minder is dan 20:1, kan er zich
een probleem met de weergave voordoen bij
miniaturen, de diavoorstelling of bij andere
gelegenheden.
*9
: de capaciteit wordt berekend als 1 MB wat gelijk is
aan 1.000.000 bytes. De feitelijke capaciteit wordt
verminderd omdat bestanden voor beheer en
applicaties zijn inbegrepen. Ongeveer 940 MB.
*10
: het aantal opgeslagen afbeeldingen is een richtlijn
voor het schalen en importeren van afbeeldingen.
Bij het schalen en importeren van afbeeldingen
worden ze automatisch geschaald naar ongeveer
2.000.000 pixels. Dit verschilt aan de hand van het
onderwerp en de opnamecondities.
Startpagina voor
klantenondersteuning
De meest recente informatie over ondersteuning is
beschikbaar op de volgende startpagina:
http://www.sony.net/
111
NL
Aanvullende informatie
• , Cyber-shot, , "Memory
Stick", , "Memory Stick Duo",
, "MagicGate Memory
Stick", "Memory Stick PRO",
, "Memory Stick PRO Duo",
, "Memory Stick PRO-HG
Duo", , "Memory Stick
Micro", , , "Memory Stick-
ROM", , "MagicGate", en
zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van Sony
Corporation.
• Microsoft, Windows, Windows Vista en DirectX
zijn geregistreerde handelsmerken of
handelsmerken van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
• Macintosh en Mac OS zijn gedeponeerde
handelsmerken van Apple Inc. in de Verenigde
Staten en/of andere landen.
• Intel en Pentium zijn gedeponeerde handelsmerken
van Intel Corporation.
• CompactFlash is een handelsmerk van SanDisk
Corporation in de Verenigde Staten.
• of xD-Picture Card™ is een handelsmerk
van FUJIFILM Corporation.
• Contains iType™ en lettertypen van Monotype
Imaging Inc. iTypeâ„¢ is een handelsmerk van
Monotype Imaging Inc.
• Het SD-logo is een handelsmerk.
• Het SDHC-logo is een handelsmerk.
•Libtiff
Copyright © 1988 - 1997 Sam Leffler
Copyright © 1991 - 1997 Silicon Graphics, Inc
•Lua
Copyright © 1994-2008 Lua.org, PUC-Rio.
• Volledige FreeType-licentie
Copyright 1996-2002, 2006 by David Turner,
Robert Wilhelm, en Werner Lemberg
• Alle andere bedrijven en productnamen die hierin
worden vermeld, kunnen de handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken zijn van hun
respectieve bedrijven. Bovendien worden "â„¢" en
"
®
" niet elke keer vermeld in deze
gebruiksaanwijzing.
• Andere handelsmerken en -namen zijn eigendom
van hun respectieve eigenaren.
Voorzorgsmaatregelen
• Let er goed op dat u geen zware voorwerpen
op het netsnoer zet of erop laat vallen en let
er goed op dat u het netsnoer niet op een of
andere manier beschadigt. Werk nooit met
dit apparaat wanneer het netsnoer is
beschadigd.
• Als een vast voorwerp of een vloeistof in de
kast zou vallen, trek de stekker van dit
apparaat dan uit het stopcontact en laat het
nazien door vakbekwaam personeel voordat
u het weer in gebruik neemt.
• Haal dit apparaat nooit uit elkaar.
• Trek het netsnoer aan de stekker uit het
stopcontact. Trek nooit aan het netsnoer zelf.
• Trek de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact wanneer u dit apparaat langere
tijd niet zult gebruiken.
• Behandel dit apparaat met voorzichtigheid.
• Voorkom het risico van een elektrische
schok, trek altijd de stekker van dit apparaat
uit het stopcontact voordat u het gaat
reinigen en nazien.
• Blokkeer de ventilatieopeningen niet.
Wanneer u de ventilatieopeningen blokkeert,
accumuleert de warmte binnen dit apparaat
en kan dan brand of een storing veroorzaken.
Ga altijd als volgt te werk om een goede
ventilatie te garanderen.
• Plaats dit apparaat 20 cm of verder van de
muur.
• Plaats het niet in een afgesloten ruimte.
• Plaats het niet op een hoogpolig tapijt, een
dikke deken of iets dat inzakt wanneer u het
er op zet.
• Wikkel het niet in textiel.
• Gebruik het niet op zijn kant of op de kop.
• Voel of kijk niet in de papieruitvoersleuf. Er
kan plotseling papier uitkomen en letsel
veroorzaken.
Over handelsmerken en
auteursrechten
Veiligheid
Vervolg
112
NL
• Til het apparaat niet op aan het netsnoer, de
verbindingskabel, deksel van het
inktlintcompartiment, standaard of LCD-
scherm. Het zou dan kunnen vallen, hetgeen
schade aan het apparaat of persoonlijk letsel
kan veroorzaken.
• U kunt dit apparaat beter niet plaatsen op een
locatie die blootstaat aan:
– trillingen
–vocht
– heel veel stof
– direct zonlicht
– extreem hoge of lage temperaturen
• Gebruik geen elektrische apparatuur in de
buurt van dit apparaat. Dit apparaat zal niet
goed werken in elektromagnetische velden.
• Plaats geen zware voorwerpen op dit
apparaat.
• Zorg voor voldoende ruimte rond de printer
zodat de ventilatieopeningen niet zijn
afgedekt.
Het afdekken van deze openingen kan leiden
tot interne warmte-accumulatie.
Over de netspanningadapter
• Zelfs als dit apparaat is uitgeschakeld, blijft
stroom geleverd worden zolang het apparaat
via de netspanningadapter op een stopcontact
is aangesloten.
• Het is belangrijk dat u de netspanningadapter
gebruikt die bij dit apparaat is geleverd.
Gebruik geen andere netspanningadapters
omdat dit storingen zou kunnen veroorzaken.
• Gebruik de meegeleverde
netspanningadapter niet voor andere
apparaten.
• Gebruik geen elektrische transformator
(reisconverter), omdat dat oververhitting of
een storing zou kunnen veroorzaken.
• Als het snoer van de netspanningadapter is
beschadigd, gebruik het dan niet meer,
omdat dat tot een gevaarlijke situatie kan
leiden.
Over de installatie
113
NL
Aanvullende informatie
Beschadig de
netspanningadapter niet
Wanneer u de netspanningadapter beschadigt,
kan dat leiden tot brand of een elektrische
schok.
• Verander de adapter niet en snij er niet in.
• Plaats er geen zware voorwerpen op en trek
er niet aan.
• Houd het verwijderd van
verwarmingsapparatuur. Laat het niet warm
worden.
• Wanneer u dit apparaat van de netspanning
haalt, pak dan de stekker beet en trek deze uit
het stopcontact.
Wanneer de netspanningadapter is beschadigd,
raadpleeg dan uw Sony-dealer of Sony-
servicecentrum.
Over vochtcondensatie
Als u dit apparaat direct vanuit een koude in
een warme ruimte brengt of vanuit een milde
omgeving in een zeer warme of vochtige kamer
brengt, kan er vocht in het apparaat
condenseren. In dergelijke gevallen zal het
apparaat waarschijnlijk niet goed werken en
kan het zelfs onklaar raken als u het blijft
gebruiken. Als er vochtcondensatie optreedt,
trek dan de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact en gebruik het apparaat ten minste
één uur niet.
Over de standaard
• Wanneer u dit apparaat in de stand Portret of
Landschap zet, gebruikt u de standaard. Dit
apparaat is niet gemaakt om aan de muur te
hangen.
• Bevestig de standaard stevig.
• Wanneer de standaard los zit, kunnen dit
apparaat of zijn toegevoegde delen vallen en
letsel of materiële schade veroorzaken.
Wanneer u de standaard bevestigt of
verwijdert, zorg er dan voor dat u dit
apparaat of de toegevoegde delen niet laat
vallen.
Over transport
Wanneer u dit apparaat vervoert, koppel dan
eerst het inktlint, de papierlade, de standaard, de
geheugenkaart, de netspanningadapter en
aangesloten kabels los van dit apparaat en plaats
het met de randapparatuur in de oorspronkelijke
doos met beschermende verpakking.
Als u de originele doos en de onderdelen van
de verpakking niet meer hebt, gebruik dan
vergelijkbaar verpakkingsmateriaal zodat dit
apparaat niet beschadigt tijdens het transport.
Reinig dit apparaat met een zachte, droge doek
of een zachte doek die u licht vochtig hebt
gemaakt met een milde oplossing van een
schoonmaakmiddel. Gebruik geen oplosmiddel
van welk type dan ook, zoals alcohol of
wasbenzine, omdat dat de afwerklaag zou
kunnen beschadigen.
De cd-rom
Speel de meegeleverde cd-rom niet af op een
cd-speler voor muziek.
Dat kan namelijk leiden tot gehoorverlies of
beschadigde luidsprekers / koptelefoon of tot
schade leiden.
Wanneer u dit apparaat formatteert, verwijdert
u misschien niet alle gegevens van het interne
geheugen. Wanneer u afstand doet van dit
apparaat, adviseren we u het fysiek te
vernielen.
Opmerkingen over het afvoeren
van dit apparaat
[Intern geh. formatt.] verwijdert gegevens die
in het interne geheugen zijn opgeslagen,
misschien niet volledig. Sony adviseert u dat u
dit apparaat fysiek vernielt voordat u het
afvoert.
Reinigen
Dit apparaat afvoeren
114
NL
Index
Symbolen
"Memory Stick"
Plaatsen 25
Typen 106
A
Aan / Standby-toets 14, 15,
23
Aansluiten
Computer 74
Netspanningadapter 22
Afbeeldingen sorteren 50
Afdruk annuleren 84
Afdrukken
Afbeeldingen van
geheugenkaart 36
De PMB (Picture Motion
Browser) gebruiken 81
ID-foto 59
Kalender 57
Lay-outafdruk 59
Vanaf een computer 77
Vanuit een in de handel
verkrijgbare applicatie 86
Afdrukstand 82
Afspeelapparaat 44
Afstandsbediening 20
Alg. Instelling. 66
Alles afdrukken 63
Auto AAN/UIT 52, 66
Auto Fine Print7 68, 83
B
Batch afdrukken 63
Beeldimp.form. 67
Beginstadium 24
Beschermingsinformatie 17
Bijbehorende bestand 17
C
CompactFlash-kaart
Plaatsen 25
Typen 107
Creatief afdrukken 57
D
Datum/tijdinstell. 24, 66
Datumafdruk 56, 68
DC IN 24V 22
DCF (Design rule for
Camera File system) 68
De afbeelding opslaan 62
De batterij van de
afstandsbediening
vervangen 20
De instellingen veranderen
64
De standaard opzetten 21
DPOF 63
E
Een afbeelding aanpassen
61
Een afbeelding bewerken 60
Een afbeelding draaien 52
Een afbeelding exporteren
45
Een afbeelding vergroten/
verkleinen 51
Een afbeelding verplaatsen
60
Een afbeelding verwijderen
47
Een bladermap registreren
85
Een geheugenkaart plaatsen
25
Een geheugenkaart
verwijderen 26
Een inktlint plaatsen 33
G
Geheugenkaarten
Plaatsen 25
Geheugenkaarten
Opmerkingen over gebruik
108
Geleverde accessoires 12
H
Helderheid 61
Het aantal afdrukken
instellen 36
Het afdrukpapier plaatsen
34
I
ID-foto 59
Importeren in het interne
geheugen 42
In de stand Portret of
Landschap zetten 22
Indexafdruk 63
Ingesteld aantal afdrukken
36
Initialiseren 65
Inst. Diashow 41
Effect 41
Interval 41
Kleureffect 41
Weerg.mod. 41
Willekeurig 41
Installatie ongedaan maken
PMB (Picture Motion
Browser) 80
Printerstuurprogramma
79
Installeren
PMB (Picture Motion
Browser) 80
Printerstuurprogramma
77
Intern geh. formatt. 48, 67
115
NL
Aanvullende informatie
Inzoomen op/uitzoomen
van een afbeelding 51
K
Kalender 29, 57
Kleurinstelling 41, 69
L
Lay-outafdruk 59
LCD-scherm 13
M
Monochroom 41, 60
N
Netspanningadapter 22
P
Papierstoringen 103
PMB (Picture Motion
Browser) 80
R
Randen/Geen rand 56, 68,
83
Reinigen 104, 113
S
Schakelaar voor
schrijfbeveiliging 106
Scherpte 61
SD-geheugenkaart
Plaatsen 25
Typen 107
Sepia 41
Stand enkele weergave 30
Systeemvereisten
Macintosh 72
Windows 72
T
Taalinstelling 67
Technische gegevens 109
Tint 61
U
USB-kabel 74, 78
V
Verzadiging 61
Voorzorgsmaatregelen 111
W
Weergave diavoorstelling
28
Weergave
indexafbeeldingen 31
X
xD-Picture Card
Plaatsen 25
Typen 107
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115

Sony DPP-F700 Handleiding

Type
Handleiding