Sony cmt c 5 md de handleiding

Categorie
Minidisc-spelers
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Micro Hi-Fi
Component
System
© 2001 Sony Corporation
4-233-942-32 (1)
CMT-C5
Bedienungsanleitung
Gebruiksaanwijzing
Istruzioni per l’uso
DE
NL
IT
2
NL
WAARSCHUWING
Stel dit apparaat niet bloot aan regen of
vocht, om brandgevaar of elektrische
schokken te voorkomen.
Open de behuizing niet, om gevaar voor elektrische
schokken te voorkomen. Laat alle reparaties aan
deskundig personeel over.
Installeer de stereo-installatie niet in een krappe
ruimte, zoals een boekenkast of ingebouwde kast.
Dit apparaat is
geclassificeerd als een
KLASSE 1 LASER product.
De “CLASS 1 LASER
PRODUCT” aanduiding
bevindt zich aan de
onderkant van het apparaat.
Dit waarschuwingslabel bevindt zich binnenin het
apparaat.
Om brand te voorkomen, mogen de
ventilatieopeningen van het apparaat niet worden
afgedekt door kranten, tafelkleden, gordijnen, enz.
Zet ook geen brandende kaarsen op het apparaat.
Om gevaar van brand of een elektrische schok te
voorkomen, mogen er geen voorwerpen met vloeistof
erin, zoals bloemenvazen, op het apparaat worden
geplaatst.
IN GEEN ENKELE SITUATIE KAN DE
VERKOPER AANSPRAKELIJK WORDEN
GESTELD VOOR DIRECTE SCHADE,
SECUNDAIRE SCHADE OF WAT VOOR
SCHADE DAN OOK, VOORTVLOEIEND UIT
GEBRUIK VAN HET APPARAAT OF EEN
DEFECT HIERIN, NOCH VOOR HIERMEE
SAMENHANGENDE ONKOSTEN OF
VERLIEZEN.
Dit apparaat bevat voor memory back-up een batterij
die niet vervangen hoeft te worden tijdens de
levensduur van het apparaat.
Raadpleeg uw leverancier indien na zeer intensief of
langdurig gebruik de batterij vervangen moet worden.
Om gevaar of schade door kortsluiting te voorkomen
mag de batterij alleen vervangen worden door
vakbekwaam servicepersoneel.
Gooi de batterij niet weg, maar
lever hem in als KCA.
3
NL
Inhoudsopgave
Plaats en functie van de bedieningsorganen
Voorpaneel stereo-installatie ......................... 4
Afstandsbediening ......................................... 5
Voorbereidingen
Aansluiten van de stereo-installatie ............... 6
Gereedmaken van de afstandsbediening........ 7
Vervangen van de batterij in de
afstandsbediening ...................................7
Gelijkzetten van de klok ................................ 8
Stroom besparen in de gebruiksklaar-stand ... 8
Compact disc weergave
Een CD inleggen ............................................ 9
Een CD afspelen
— Normale weergave/herhaalde
weergave/willekeurige weergave....... 9
Muziekstukken van een CD voor weergave
kiezen
— Programma-weergave ...................... 11
Gebruik van het CD uitleesvenster .............. 12
Naamgeving van compact discs
— Disc-memo....................................... 13
Minidisc — weergave
Een minidisc inleggen.................................. 14
Een minidisc afspelen
— Normale weergave/herhaalde
weergave/willekeurige weergave..... 14
Muziekstukken van een minidisc voor
weergave kiezen
— Programma-weergave ...................... 16
Gebruik van het MD uitleesvenster ............. 17
Minidisc — opname
Alvorens u gaat opnemen ............................ 18
Na afloop van het opnemen ......................... 18
Een CD opnemen op minidisc
— CD-MD synchroonopname/versnelde
CD-MD synchroonopname.............. 19
Handmatig opnemen op een minidisc
— Handmatige opname ........................ 20
Opnemen van het muziekstuk dat wordt
weergegeven
— Direct-opname ................................. 20
Veiligheids-opnamestart met 6 seconden
muziek uit het buffergeheugen
— Tijdmachine-opname ....................... 21
Tips voor het opnemen
— Extra-lange opname/
Muziekstuknummers aanbrengen/
Smart Space pauzeverkorting/
Opnameniveau instellen................... 22
Minidisc — Opnamen bewerken
Alvorens te beginnen met bewerken............ 26
Naamgeving van minidiscs
— NAME functie ................................. 27
Wissen van minidisc-opnamen
— “Erase” functies ...............................29
Verplaatsen van opgenomen
muziekstukken
— “Move” functie ................................ 31
Splitsen van opgenomen muziekstukken
— “Divide” functie............................... 31
Samenvoegen van opgenomen
muziekstukken
— “Combine” functie ...........................32
Ongedaan maken van de laatste bewerking
— “Undo” functie................................ 33
Aanpassen van de geluidssterkte na het
opnemen
— S.F Edit volumecorrectie .................34
Tuner voor radio-ontvangst
Vastleggen van uw favoriete
radiozenders .......................................... 36
Luisteren naar de radio
— Geheugenafstemming ......................37
Naamgeving van de voorkeurzenders
— Zendernamen ................................... 38
Gebruik van het Radio Data Systeem
(RDS)* .................................................. 38
Geluidregeling
Extra versterken van de bassen
— DBFB basversterking ...................... 39
Kiezen van een akoestiekeffect ................... 39
Schakelklok-functies
In slaap vallen met muziek
— SLEEP timer ....................................39
Gewekt worden met muziek
— DAILY timer wekfunctie................. 40
Schakelklok-opname van
radio-uitzendingen ................................ 41
Los verkrijgbare apparatuur
Aansluiten van los verkrijgbare
apparatuur .............................................43
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen .................................45
Beperkingen van het minidisc-systeem ....... 47
Verhelpen van storingen .............................. 48
Zelfdiagnose-aanduidingen.......................... 51
Technische gegevens ................................... 54
* Alleen voor het Europese model
NL
4
NL
Plaats en functie van de bedieningsorganen
De lijst geeft de bedieningsorganen in alfabetische volgorde.
Zie voor nadere bijzonderheden de tussen haakjes () aangegeven bladzijnummers.
Voorpaneel stereo-installatie
12
3
4
5
678
9
0
qa
Afstandsbedieningssensor 9
CD SYNC HIGH 7 (19, 51)
CD SYNC NORMAL 8 (19)
CD Z 2 (10, 51)
FUNCTION qa (9, 11, 13, 14, 16,
21–37, 44)
MD Z 6 (15, 18, 26)
REC/REC IT 8 (20, 21, 24, 26,
44, 51)
TUNING +/– 5 (36, 37)
VOL +/– q; (40)
FUNCTIETOETSEN MET
STANDAARDSYMBOLEN
@/1 (Aan/uit-schakelaar) 1 (7,
18, 26, 27, 37, 40, 42)
u 3 (9–11, 14–16, 19, 20, 25,
44)
x 4 (10, 11, 15, 16, 19–21, 26,
44)
. > 5 (10, 11, 13, 15, 16,
22–35)
m M 5 (10, 15, 30, 32)
6
NL
Aansluiting type A
Voorbereidingen
Aansluiten van de stereo-installatie
Volg de onderstaande aanwijzingen van 1 t/m 3 om uw stereo-installatie aan te sluiten met de
bijgeleverde snoeren en ander toebehoren.
AM-kaderantenne
Linker luidsprekerRechter luidspreker
FM-draadantenne
1 Sluit de luidsprekers aan.
Sluit de rechter en linker luidsprekersnoeren
aan op de SPEAKER klemmen zoals
hieronder aangegeven.
Linker luidsprekersnoer
Rechter luidsprekersnoer
2 Sluit de FM- en AM-antennes aan.
Zet de AM-kaderantenne in elkaar alvorens
deze aan te sluiten.
AM-
kaderantenne
Strek de FM-
draadantenne
zover mogelijk horizontaal uit.
Achterpaneel
van de CMT-C5
AM-
kaderantenne
Aansluiting type B
Strek de FM-
draadantenne
zover mogelijk horizontaal uit.
Voorbereidingen
7
NL
3 Steek de stekker van het netsnoer in
het stopcontact.
Als de bijgeleverde verloopstekker niet in
het stopcontact past, verwijdert u deze en
gebruikt u de vaste netstekker (alleen voor
de modellen met verloopstekker).
Om de stereo-installatie aan te zetten, drukt
u op de @/1 toets.
Gereedmaken van de
afstandsbediening
Trek de isolatiestrook naar buiten zodat de
batterij stroom gaat leveren.
De afstandsbediening bevat reeds een batterij.
Vervangen van de batterij
in de afstandsbediening
1 Schuif het batterijklemmetje uit de
afstandsbediening.
2 Plaats een nieuwe CR2025
lithiumbatterij met de + kant naar boven
wijzend in het klemmetje.
3 Schuif het batterijklemmetje terug in de
afstandsbediening.
WAARSCHUWING
Bij onjuiste vervanging van de batterij zou deze
kunnen ontploffen.
Vervang de batterij slechts door een van
hetzelfde of een gelijkwaardig type, aanbevolen
door de fabrikant. Gooi lege of gebruikte
batterijen niet met het huisvuil weg, maar lever
ze in als klein chemisch afval.
Gebruiksduur van de lithiumbatterij
Met een nieuwe batterij zult u de
afstandsbediening ongeveer 6 maanden lang
kunnen gebruiken (met een Sony CR2025
lithiumbatterij). Als u de stereo-installatie niet
langer op afstand kunt bedienen, vervangt u
dan de batterij door een nieuwe.
Schade door batterijlekkage
voorkomen
Verwijder de batterij uit de afstandsbediening
wanneer u denkt deze voorlopig niet te
gebruiken; dit om schade door eventuele
batterijlekkage te voorkomen.
Voorzichtig met de lithiumbatterij
Houd de lithiumbatterij vooral buiten het
bereik van kinderen.
Mocht een kind de batterij hebben ingeslikt,
raadpleeg dan onmiddellijk een arts.
Veeg de batterij voor het aanbrengen schoon
met een droog doekje, om een optimaal
contact te verzekeren.
Let bij het inleggen van de lithiumbatterij
goed op de juiste polariteit van plus en min.
Pak de batterij nooit met een metalen tang of
pincet vast, aangezien dit kortsluiting van de
polen kan veroorzaken.
WAARSCHUWING
Bij oneigenlijk gebruik kan de batterij
ontploffen. Probeer niet de batterij op te
laden of te openen; werp ook een lege
batterij nooit in het vuur.
CR2025 lithiumbatterij
8
NL
Gelijkzetten van de klok
1 Zet de stereo-installatie aan.
2 Druk op de CLOCK/TIMER SET toets
van de afstandsbediening.
Wanneer u de klok voor de eerste keer
instelt, kunt u nu direct doorgaan naar stap
5.
3 Druk enkele malen op de – of + toets (of
de . of > toets) van de
afstandsbediening totdat er “CLOCK
SET?” in het uitleesvenster verschijnt.
4 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
De dag-aanduiding gaat knipperen.
5 Druk enkele malen op de – of + toets (of
de . of > toets) van de
afstandsbediening om de juiste dag in
te stellen en druk dan op de ENTER/
YES of CURSORt toets van de
afstandsbediening.
De uren-cijfers gaan knipperen.
6 Druk op de – of + toets (of de . of
> toets) van de afstandsbediening
om het juiste uur in te stellen en druk
dan op de ENTER/YES of CURSORt
toets van de afstandsbediening.
De minuten-cijfers gaan knipperen.
7 Druk enkele malen op de – of + toets (of
de . of > toets) van de
afstandsbediening om de juiste minuut
in te stellen en druk dan op de ENTER/
YES toets van de afstandsbediening.
Als u een fout maakt
Druk op de TCURSOR of CURSORt toets
van de afstandsbediening totdat de aanduiding
die u wilt veranderen (dag, uur of minuten)
knippert en maak dan de gewenste instelling.
Wijzigen van de tijdinstelling
Volg opnieuw de aanwijzingen vanaf stap 1.
Stroom besparen in de
gebruiksklaar-stand
Ook al staat de stereo-installatie uitgeschakeld,
dan nog verbruikt het apparaat stroom, om de
tijdsaanduiding in stand te houden en te kunnen
reageren op commando’s via de afstands-
bediening. De stroombesparingsstand zorgt
echter dat er zo weinig mogelijk stroom wordt
verbruikt in de uitgeschakelde gebruiksklaar-
stand, om energie te besparen.
In deze stand wordt de tijd of demonstratie niet
getoond.
Om de stroombesparingsstand in te
schakelen, drukt u enkele malen op de
DISPLAY of TIME toets van de
afstandsbediening wanneer de stereo-
installatie uit staat, totdat de
demonstratie en de tijdsaanduiding uit
het uitleesvenster verdwijnen.
Uit- of omschakelen van de
aanduidingen
Druk enkele malen op de DISPLAY of TIME
toets van de afstandsbediening wanneer de
stereo-installatie uit staat.
De aanduidingen in het uitleesvenster
veranderen als volgt:
Tijdsaanduiding* t Demonstratie t
Stroombesparingsstand t Tijdsaanduiding*
t ...
* Na ongeveer 8 seconden komt de stereo-installatie
weer in de stroombesparingsstand te staan.
Tip
In de stroombesparingsstand zal de schakelklok
gewoon werken.
Compact disc weergave
9
NL
Compact disc weergave
Een CD inleggen
1 Plaats een CD.
De CD wordt automatisch naar binnen
gehaald.
Leg de bedrukte label-kant boven.
Tips
Om de CD opnieuw te plaatsen, moet u deze eerst
verwijderen en dan weer aanbrengen.
Een 8-cm CD singeltje kan zonder adapter worden
afgespeeld.
Opmerking
Gebruik geen adapter bij het afspelen van een 8-cm
CD singeltje, want dit zal resulteren in een foutieve
werking van de stereo-installatie.
Een CD afspelen
— Normale weergave/herhaalde
weergave/willekeurige weergave
Met deze stereo-installatie kunt u compact
discs met verschillende afspeelfuncties
weergeven.
Muziekstukunummer Speelduur
1 Druk enkele malen op de FUNCTION
toets totdat er “CD” in het
uitleesvenster verschijnt.
2 Druk in de stopstand enkele malen op
de PLAY MODE toets van de
afstandsbediening totdat de gewenste
afspeelfunctie in het uitleesvenster
wordt aangegeven.
Stel in op
Geen
aanduiding
SHUFFLE
PROGRAM
3 Druk op de u toets (of de CD N toets
van de afstandsbediening).
wordt vervolgd
Voor weergave van
De gehele CD in de gewone
nummervolgorde.
De muziekstukken op de CD in
willekeurige volgorde.
Bepaalde muziekstukken van de
CD in een door u gekozen
volgorde (zie “Muziekstukken
van een CD voor weergave
kiezen” op blz. 11).
10
NL
Andere bedieningsfuncties
Voor het Doet u het volgende
Stoppen met afspelen Druk op de x stoptoets.
Pauzeren Druk op de u toets (of op
de CD X toets van de
afstandsbediening).
Nogmaals drukken om de
weergave te hervatten.
Opzoeken van een
muziekstuk
Tip
Tijdens normale weergave kunt u het afspelen laten
beginnen bij een gekozen muziekstuk.
Druk vóór stap 3 enkele malen op de . of >
toets totdat het gewenste muziekstuk wordt
aangegeven.
Of druk op de cijfertoetsen van de afstandsbediening.
Dan begint automatisch de weergave van het gekozen
nummer.
Keuze van een nummer boven de 10
(alleen via de afstandsbediening)
1 Druk op de >10 meer-dan-tien toets.
2 Kies de cijfers van het muziekstuknummer.
Voor keuze van een 0 drukt u op de 10/0 toets.
Voorbeeld:
Voor keuze van muziekstuk nummer 30, drukt u op
de >10 toets, en dan toets 3 en toets 10/0.
Een CD afspelen (vervolg)
Druk tijdens weergave of in
de pauzestand enkele malen
op de . of > toets tot
u het gewenste muziekstuk
bereikt.
Opzoeken van een punt
in een muziekstuk
Houd tijdens weergave de
m of M toets ingedrukt
en laat deze los wanneer u
de gewenste muziekpassage
bereikt.
Meermalen afspelen
(herhaalde weergave)
Druk tijdens afspelen
enkele malen op de
REPEAT toets van de
afstandsbediening totdat er
“REPEAT” of “REPEAT
1” in het uitleesvenster
verschijnt.
REPEAT: voor herhaalde
weergave, tot maximaal
vijfmaal, van alle
muziekstukken op de CD.
REPEAT 1: voor herhalen
van alleen het weergegeven
muziekstuk.
Om de herhaalde weergave
uit te schakelen, drukt u
weer enkele malen op de
REPEAT toets totdat de
“REPEAT” of “REPEAT
1” aanduiding in het
uitleesvenster dooft.
Uitnemen van de CD Drukt u op de CD Z
uitschuiftoets.
Compact disc weergave
11
NL
5 Om nog andere muziekstukken te
programmeren, herhaalt u de stappen 3
en 4.
6 Druk op de u toets (of op de CD N
toets van de afstandsbediening).
Voor het
Controleren van de
programmavolgorde
Controleren van het
totale aantal
geprogrammeerde
muziekstukken
Uitschakelen van de
programma-weergave
Toevoegen van een
nummer aan het eind
van uw programma
Wissen van het laatst
geprogrammeerde
nummer
Programmeren van
het gewenste nummer
met de cijfertoetsen
van de
afstandsbediening
Tips
Een eenmaal samengesteld programma blijft
bewaard, ook na afloop van de programma. Om het
programma nogmaals weer te geven, stelt u in op
“CD” als geluidsbron en dan drukt u op de u
toets (of op de CD N toets van de
afstandsbediening).
De tijdsaanduiding verandert in “--.--” streepjes als
de totale programma-speelduur de 100 minuten
overschrijdt of als u muziekstuk nummer 21 of
hoger kiest.
Doet u het volgende
Drukt u enkele malen op de
. of > toets tijdens de
programma-weergave.
Druk in de stopstand op de
TIME toets van de
afstandsbediening. Het totale
aantal geprogrammeerde
nummers verschijnt en dan
weer het laatst
geprogrammeerde
muziekstuknummer en de
totale speelduur van uw
programma.
Druk op de x toets en dan
net zovaak op de PLAY
MODE toets van de
afstandsbediening totdat er
geen “PROGRAM” of
“SHUFFLE” meer in het
uitleesvenster wordt
aangegeven.
Volg de aanwijzingen 3 en 4
wanneer de programma-
weergave gestopt is.
Druk in de stopstand op de
CLEAR toets van de
afstandsbediening. Telkens
wanneer u op deze toets
drukt, wordt het laatste
geprogrammeerde nummer
gewist.
Druk op de cijfertoetsen, in
plaats van de stappen 3 t/m
5. Zie voor nadere
bijzonderheden betreffende
het juiste gebruik van de
cijfertoetsen blz. 10.
Gekozen muziekstuknummer
Muziekstukken van een
CD voor weergave kiezen
— Programma-weergave
U kunt uw eigen muziekselectie van maximaal
25 nummers samenstellen, in de volgorde
waarin u de muziek wilt horen.
1 Druk enkele malen achtereen op de
FUNCTION toets, tot de aanduiding
“CD” in het uitleesvenster oplicht.
2 Druk in de stopstand net zovaak op de
PLAY MODE toets van de
afstandsbediening totdat de aanduiding
“PROGRAM” in het uitleesvenster
verschijnt.
3 Druk enkele malen op de . of >
toets totdat het nummer van het
gewenste muziekstuk in het
uitleesvenster wordt aangegeven.
4 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Het gekozen muziekstuk wordt dan
geprogrammeerd.
De aanduiding “Step” verschijnt, gevolgd
door het programma-volgnummer van het
zojuist geprogrammeerde muziekstuk.
Daarna verschijnt het nummer van het laatst
geprogrammeerde muziekstuk, gevolgd
door de totale speelduur van uw
muziekprogramma. Als u een vergissing
bemerkt, kunt u het laatste nummer uit uw
programma wissen met een druk op de
CLEAR toets van de afstandsbediening.
Laatst geprogrammeerde
muziekstuknummer
Totale speelduur
Speelduur van het
gekozen muziekstuk
12
NL
Gebruik van het CD
uitleesvenster
Controleren van de
resterende speelduur
Druk tijdens afspelen enkele malen op de
TIME toets van de afstandsbediening.
De aanduiding in het uitleesvenster verandert
als volgt:
Verstreken speelduur van het weergegeven
muziekstuk t Resterende speelduur van het
weergegeven muziekstuk*
1
t Resterende
speelduur van de weergegeven CD*
2
t
Verstreken speelduur van het weergegeven
muziekstuk t
*
1
“--.--” verschijnt wanneer u de resterende
speelduur controleert van muziekstuk nummer 21
of hoger.
*
2
“--.--” verschijnt tijdens willekeurige weergave van
een CD met 21 of meer muziekstukken of tijdens
programma-weergave van een CD waarbij nummer
21 of hoger is gekozen.
Controleren van de totale
speelduur
Druk in de stopstand op de TIME toets van
de afstandsbediening.
Controleren van de
muziektitel of de disc-titel
Druk tijdens afspelen of in de stopstand
op de DISPLAY toets van de
afstandsbediening.
De aanduiding in het uitleesvenster verandert
als volgt:
Tijdsaanduiding*
3
t Naam van het
akoestiekeffect*
3
t Volume*
3
t Speelduur
van de CD*
4
t Muziektitel of disc-titel*
5
t
Tijdsaanduiding*
3
t
*
3
Na 8 seconden wordt de speelduur van de CD weer
aangegeven.
*
4
De aanduiding die verschijnt hangt af van de
huidige disc-status:
Wanneer het afspelen gestopt is: De totale
speelduur van de CD wordt aangegeven.
Tijdens afspelen van de CD: De verstreken
speelduur van het muziekstuk, de resterende
speelduur van het muziekstuk of de resterende
speelduur van de CD wordt aangegeven.
*
5
De muziektitel wordt aangegeven wanneer de CD
wordt afgespeeld (alleen bij CD’s met CD-tekst)
en de disc-titel wordt aangegeven wanneer het
afspelen is gestopt. Als de CD geen titels heeft,
wordt de aanduiding van de muziektitel of disc-
titel overgeslagen.
Een lange titel door het
uitleesvenster schuiven
Druk op de SCROLL toets van de
afstandsbediening.
De titel schuift door het uitleesvenster.
Tips
Als u in de stopstand op de TIME toets van de
afstandsbediening drukt bij een CD waarvan in de
CD-tekst de naam van de artiest is opgenomen,
schuift de naam van de artiest door het
uitleesvenster.
Zie “Naamgeving van compact discs” op blz. 13 om
een CD van een titel te voorzien.
Compact disc weergave
13
NL
Naamgeving van compact
discs
— Disc-memo
U kunt voor 100 van uw compact discs een
disc-titel van maximaal 20 letters en symbolen
invoeren. Daarna zal steeds wanneer u daarna
een dergelijke compact disc inlegt, de
bijbehorende disc-titel in het uitleesvenster
verschijnen.
Opmerking
Wanneer u voor het eerst titels voor uw
compact discs gaat invoeren, moet u enkele
malen op de FUNCTION toets drukken totdat
er “CD” in het uitleesvenster verschijnt en
dan eventuele bestaande disc-titels wissen
volgens de aanwijzingen onder “Wissen van
een disc-titel” op blz. 14.
1 Druk enkele malen op de FUNCTION
toets totdat er “CD” in het
uitleesvenster verschijnt.
Als de aanduiding “SHUFFLE” of
“PROGRAM” in het uitleesvenster wordt
aangegeven, drukt u enkele malen op de
PLAY MODE toets van de
afstandsbediening totdat deze aanduiding
verdwijnt.
2 Druk op de NAME EDIT/SELECT toets
van de afstandsbediening.
De cursor voor de titelinvoer gaat
knipperen.
3 Druk weer enkele malen op de NAME
EDIT/SELECT toets van de
afstandsbediening om in te stellen op
het gewenste soort letterteken.
De lettertype-aanduiding in het
uitleesvenster verandert als volgt:
Selected AB* (hoofdletters) t Selected
ab* (kleine letters) t Selected 12 (cijfers)
t Selected AB* (hoofdletters) t
* Druk enkele malen op cijfertoets 1 om de
volgende symbolen te laten verschijnen.
‘ – / , . ( ) : ! ?
En wanneer u deze symbolen in het
uitleesvenster ziet, kunt u door meermalen
indrukken van de . of > toets bovendien
de volgende symbolen laten verschijnen.
& + < > _ = ” ; # $ % @
`
4 Voer een letterteken in.
Als u hebt gekozen voor
hoofdletters of kleine letters
1 Druk enkele malen op de betreffende
lettertoets van de afstandsbediening
totdat de in te voeren letter gaat
knipperen.
Of druk eenmaal op de toets en dan
enkele malen op de . of > toets.
2 Druk op de CURSORt toets van de
afstandsbediening.
De knipperende letter wordt ingevoerd en
de cursor schuift een plaatsje naar rechts,
voor de volgende letter.
Als u hebt gekozen voor cijfers
Druk op de betreffende cijfertoets van de
afstandsbediening.
Het cijfer wordt ingevoerd en de cursor
schuift een plaatsje naar rechts.
Invoeren van een spatie
1 Druk op de NAME EDIT/SELECT toets
van de afstandsbediening om in te
stellen op hoofdletters of kleine letters.
2 Druk op de 10/0 toets van de
afstandsbediening.
Er wordt een spatie ingevoerd en de
cursor schuift een plaatsje naar rechts.
5 Herhaal de stappen 3 en 4 totdat u de
gehele disc-titel hebt ingevoerd.
Corrigeren van een ingevoerd
letterteken
Druk enkele malen op de TCURSOR of
CURSORt toets van de afstandsbediening
totdat het te wijzigen letterteken gaat
knipperen, druk op de CLEAR toets van de
afstandsbediening om het letterteken te
wissen en herhaal dan de stappen 3 en 4.
6 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening om de titelinvoer af
te ronden.
Uitschakelen van de titelinvoer
Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening.
wordt vervolgd
14
NL
Minidisc — weergave
Een minidisc inleggen
Schuif de minidisc in.
Met de label-kant boven en het
schuifdeksel rechts
Met de pijl naar binnen gericht
Een minidisc afspelen
— Normale weergave/herhaalde
weergave/willekeurige weergave
Met deze stereo-installatie kunt u minidiscs met
verschillende afspeelfuncties weergeven.
Muziekstuknummer Speelduur
1Druk enkele malen op de FUNCTION
toets totdat er “MD” in het
uitleesvenster verschijnt.
2Druk in de stopstand net zovaak op de
PLAY MODE toets van de
afstandsbediening totdat de gewenste
afspeelfunctie in het uitleesvenster
verschijnt.
Stel in op Voor weergave van
Geen
aanduiding
Controleren van de disc-titels
1 Druk enkele malen op de FUNCTION
toets totdat er “CD” in het
uitleesvenster verschijnt.
2 Druk in de stopstand op de MENU/NO
toets van de afstandsbediening.
3 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
de aanduiding “Name Check?”
verschijnt en druk dan op de ENTER/
YES toets van de afstandsbediening.
4 Druk weer enkele malen op de . of
> toets van de afstandsbediening om
de disc-titels te zien die in het
geheugen zijn vastgelegd onder de
nummers van 001 tot 100.
Controleren van de titel van de
weergegeven disc
Druk in de stopstand op de SCROLL
doorlooptoets van de afstandsbediening.
Wissen van een disc-titel
1 Druk enkele malen op de FUNCTION
toets totdat er “CD” in het
uitleesvenster verschijnt.
2 Druk in de stopstand op de MENU/NO
toets van de afstandsbediening.
3 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
de aanduiding “Name Erase?”
verschijnt en druk dan op de ENTER/
YES toets van de afstandsbediening.
4 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening om de
disc-titel te kiezen die u wilt wissen.
5 Druk nogmaals op de ENTER/YES toets
van de afstandsbediening.
Nu verschijnt er “Complete!” en de disc-titel
wordt gewist.
Om alle disc-titels te wissen, drukt u bij stap 3
net zovaak op de . of > toets van de
afstandsbediening totdat de aanduiding “All
Erase?” verschijnt en dan drukt u op de
ENTER/YES toets van de afstandsbediening.
Annuleren van het wissen
Druk tijdens de stappen 1 t/m 4 op de MENU/
NO toets van de afstandsbediening.
Naamgeving van compact discs
(vervolg)
De gehele minidisc in de gewone
nummervolgorde.
SHUFFLE De muziekstukken op de
minidisc in willekeurige
volgorde.
PROGRAM Bepaalde muziekstukken van de
minidisc in een door u gekozen
volgorde (zie “Muziekstukken
van een minidisc voor weergave
kiezen” op blz. 16).
3Druk op de u toets (of de MD N toets
van de afstandsbediening).
Minidisc — weergave
15
NL
Andere bedieningsfuncties
Voor het Doet u het volgende
Stoppen met afspelen Druk op de x stoptoets.
Pauzeren Druk op de u toets (of de
MD X pauzetoets van de
afstandsbediening).
Nogmaals drukken om de
weergave te hervatten.
Opzoeken van een
muziekstuk
Opzoeken van een punt
in een muziekstuk
Tip
Tijdens normale weergave kunt u het afspelen laten
beginnen bij een gekozen muziekstuk.
Druk vóór stap 3 enkele malen op de . of >
toets totdat het gewenste muziekstuk wordt
aangegeven.
Of druk op de cijfertoetsen van de afstandsbediening.
Dan begint automatisch de weergave van het gekozen
nummer.
Keuze van een nummer boven de 10
(alleen via de afstandsbediening)
1 Druk op de >10 meer-dan-tien toets.
2 Kies de cijfers van het muziekstuknummer.
Voor keuze van een 0 drukt u op de 10/0 toets.
Voorbeeld:
Voor keuze van muziekstuk nummer 30, drukt u op
de >10 toets, en dan toets 3 en toets 10/0.
Houd tijdens weergave de
m of M toets ingedrukt
en laat deze los wanneer u
de gewenste muziekpassage
bereikt.
Druk tijdens weergave of in
de pauzestand enkele malen
op de . of > toets
totdat u het gewenste
muziekstuk bereikt.
Herhaaldelijk afspelen
van een minidisc
(herhaalde weergave)
Druk tijdens weergave
enkele malen op de
REPEAT toets van de
afstandsbediening totdat er
“REPEAT” of “REPEAT
1” wordt aangegeven.
REPEAT: voor herhaalde
weergave, tot maximaal
vijfmaal, van alle
muziekstukken op de
minidisc.
REPEAT 1: voor herhalen
van een enkel muziekstuk.
Om de herhaalde weergave
uit te schakelen, drukt u
weer op de REPEAT toets
totdat de “REPEAT” of
“REPEAT 1” aanduiding
dooft.
Uitnemen van de
minidisc
Druk op de MD Z
uitschuiftoets.
16
NL
5Om nog andere muziekstukken te
programmeren, herhaalt u de stappen 3
en 4.
6Druk op de u toets (of de MD N toets
van de afstandsbediening).
Voor het Doet u het volgende
Drukt u enkele malen op de
. of > toets tijdens
de programma-weergave.
Druk in de stopstand op de
TIME toets van de
afstandsbediening. Het
totale aantal
geprogrammeerde nummers
verschijnt en dan weer het
laatst geprogrammeerde
muziekstuknummer en de
totale speelduur van uw
programma.
Controleren van de
programmavolgorde
Controleren van het
totale aantal
geprogrammeerde
muziekstukken
Uitschakelen van de
programma-weergave
Muziekstukken van een
minidisc voor weergave kiezen
— Programma-weergave
U kunt uw eigen muziekselectie van maximaal
25 nummers samenstellen, in de volgorde
waarin u de muziek wilt horen.
1 Druk enkele malen achtereen op de
FUNCTION toets, tot de aanduiding
“MD” in het uitleesvenster oplicht.
2 Druk in de stopstand net zovaak op de
PLAY MODE toets van de
afstandsbediening totdat de aanduiding
“PROGRAM” in het uitleesvenster
verschijnt.
3 Druk enkele malen op de . of >
toets totdat het nummer van het
gewenste muziekstuk in het
uitleesvenster verschijnt.
4 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Het gekozen muziekstuk wordt dan
geprogrammeerd.
De aanduiding “Step” verschijnt, gevolgd
door het programma-volgnummer van het
zojuist geprogrammeerde muziekstuk.
Daarna verschijnt het nummer van het laatst
geprogrammeerde muziekstuk, gevolgd
door de totale speelduur van uw
muziekprogramma. Als u een vergissing
bemerkt, kunt u het laatste nummer uit uw
programma wissen met een druk op de
CLEAR toets van de afstandsbediening.
Gekozen muziekstuknummer
Laatst geprogrammeerde
muziekstuknummer
Totale speelduur
Speelduur van het
gekozen muziekstuk
Druk op de x toets en dan
net zovaak op de PLAY
MODE toets van de
afstandsbediening totdat er
geen “PROGRAM” of
“SHUFFLE” meer in het
uitleesvenster wordt
aangegeven.
Toevoegen van een
nummer aan het eind
van uw programma
Wissen van het laatst
geprogrammeerde
nummer
Volg de aanwijzingen 3 en
4 wanneer de programma-
weergave gestopt is.
Druk in de stopstand op de
CLEAR toets van de
afstandsbediening. Telkens
wanneer u op deze toets
drukt, wordt het laatste
geprogrammeerde nummer
gewist.
Programmeren van het
gewenste nummer met de
cijfertoetsen van de
afstandsbediening
Druk op de cijfertoetsen, in
plaats van de stappen 3 t/m
5. Zie voor nadere
bijzonderheden betreffende
het juiste gebruik van de
cijfertoetsen blz. 15.
Tips
Een eenmaal samengesteld programma blijft
bewaard, ook na afloop van de programma. Om het
programma nogmaals weer te geven, stelt u in op
“MD” als geluidsbron en dan drukt u op de u
toets (of op de MD N toets van de
afstandsbediening).
In plaats van de tijd verschijnen er “---.--” streepjes
in het uitleesvenster als de totale MD programma-
speelduur de 1000 minuten overschrijdt.
Minidisc — weergave
17
NL
Gebruik van het MD
uitleesvenster
Controleren van de
resterende speelduur
Druk tijdens afspelen enkele malen op de
TIME toets van de afstandsbediening.
De aanduiding in het uitleesvenster verandert
als volgt:
Verstreken speelduur van het weergegeven
muziekstuk t Resterende speelduur van het
weergegeven muziekstuk t Resterende
speelduur van de weergegeven minidisc t
Verstreken speelduur van het weergegeven
muziekstuk t
Controleren van de totale
speelduur
Druk in de stopstand enkele malen op de
TIME toets van de afstandsbediening.
De aanduiding in het uitleesvenster verandert
als volgt:
Totaal aantal muziekstukken en totale
speelduur t Resterende opnameduur op de
minidisc*
1
t Totaal aantal muziekstukken en
totale speelduur t
*
1
Alleen bij een minidisc waarop opgenomen kan
worden: De resterende opnameduur op de minidisc
verschilt afhankelijk van de gekozen
opnamefunctie.
Controleren van de
muziektitel of de disc-titel
Druk tijdens afspelen of in de stopstand
op de DISPLAY toets van de
afstandsbediening.
De aanduiding in het uitleesvenster verandert
als volgt:
Tijdsaanduiding*
2
t Naam van het
akoestiekeffect*
2
t Volume*
2
t Speelduur
van de minidisc*
3
t Muziektitel of disc-titel*
4
t Tijdsaanduiding*
2
t
*
2
Na 8 seconden wordt de speelduur van de minidisc
weer aangegeven.
*
3
De aanduiding die verschijnt hangt af van de
huidige disc-status:
Wanneer het afspelen gestopt is: De totale
speelduur van de minidisc of de resterende
speelduur van de weergegeven minidisc wordt
aangegeven.
Tijdens afspelen van de minidisc: De verstreken
speelduur van het muziekstuk, de resterende
speelduur van het muziekstuk of de resterende
speelduur van de minidisc wordt aangegeven.
*
4
De muziektitel wordt aangegeven wanneer de
minidisc wordt afgespeeld en de disc-titel wordt
aangegeven wanneer het afspelen is gestopt. Als de
minidisc geen titels heeft, wordt de aanduiding van
de muziektitel of disc-titel overgeslagen.
Een lange titel door het
uitleesvenster schuiven
Druk op de SCROLL toets van de
afstandsbediening.
De titel schuift door het uitleesvenster.
Tip
Zie “Naamgeving van minidiscs” op blz. 27 om een
minidisc van een disc-titel en muziektitels te
voorzien.
18
NL
Minidisc — opname
Alvorens u gaat opnemen
Minidiscs (afgekort tot MD) zijn digitale
geluidsdragers, waarop u muziek kunt opnemen
en afspelen met een uitstekende
geluidskwaliteit. Een van de handige functies
van minidiscs is de mogelijkheid
muziekstukken te markeren. Dit stelt u in staat
vlot en gemakkelijk een gewenst punt in de
muziek op te zoeken en om de opgenomen
muziekstukken naar keuze in een andere
volgorde te zetten of anderszins aan te passen.
Afhankelijk van de geluidsbron worden er
verschillende methoden van opnemen gebruikt
en worden de muziekstuknummers ook anders
vastgelegd.
Bij opnemen vanaf:
de compact disc speler van deze
stereo-installatie
De compact discs worden ongewijzigd op de
minidisc overgenomen, met volledig digitale
opname.*
1
De muziekstuknummers worden automatisch
overgenomen net als ze op de
oorspronkelijke compact disc staan. Het is
mogelijk dat bij sommige muziekstukken
geen muziekstuknummers worden
aangebracht (zie blz. 47).
andere digitale geluidsapparatuur,
aangesloten op de DIGITAL
OPTICAL IN aansluiting
De minidisc-recorder voert een digitale
opname uit.*
1
De muziekstuknummers worden aangebracht
overeenkomstig de wijze waarop dit is
gebeurd bij de bron die u opneemt.
de tuner van deze stereo-installatie en
andere analoge geluidsapparatuur,
aangesloten op de TAPE IN aansluitingen
Analoge ingangssignalen worden door de
minidisc-recorder omgezet en opgenomen,
met analoge opname.
Aan het begin van de opname wordt er altijd
automatisch een muziekstuknummer
aangebracht, maar als u de Level-Sync stilte-
markering inschakelt (zie blz. 23), worden er
automatisch muziekstuknummers
aangebracht volgens het niveau van het
inkomend geluidssignaal.
*
1
Een uitleg over de vaste beperkingen bij het
digitaal opnemen volgt op blz. 47.
Bij opnemen op een al eerder
deels opgenomen minidisc
De nieuwe muziekstukken worden automatisch
opgenomen na de bestaande opnamen.
Muziekstuknummers op minidiscs
Op een minidisc worden de muziekstuknummers
(voor de volgorde) en de informatie betreffende de
begin- en eindpunten van de muziek vastgelegd in een
speciaal hiervoor bestemd gebied, de TOC*
2
genaamd, afzonderlijk van het muziekgebied. Dit
heeft het voordeel dat u muziekstukken naar wens
kunt aanpassen, door alleen de informatie in de TOC
inhoudsopgave te veranderen.
*
2
TOC: Table Of Contents = inhoudsopgave
Na afloop van het opnemen
Druk op de MD Z uitschuiftoets om de
minidisc te verwijderen of druk op de
?/1 (Aan/uit-schakelaar) toets om de
stereo-installatie uit te schakelen.
De aanduiding “TOC” gaat knipperen. De
muziek wordt nu pas definitief op de minidisc
opgenomen door het vastleggen van de
opnamegegevens in de TOC inhoudsopgave.
Voor u het netsnoer losmaakt
De opname op een minidisc is pas compleet
wanneer de TOC inhoudsopgave van de
minidisc is bijgewerkt. Dit bijwerken van de
TOC gebeurt automatisch wanneer u de
minidisc uitneemt of op de ?/1 toets drukt om
de stereo-installatie uit te schakelen. Trek dus
nooit de stekker uit het stopcontact vóór het
bijwerken van de TOC inhoudsopgave (terwijl
de aanduiding “TOC” nog brandt) of tijdens het
bijwerken van de TOC (terwijl de aanduiding
“TOC” knippert), want anders kunnen de
gemaakte opnamen nog verloren gaan.
Beveiligen van een opgenomen minidisc
Om de opnamen op een minidisc te beveiligen
tegen per ongeluk wissen, schuift u het
wispreventienokje in de hoek van de minidisc
open, zodat er een opening ontstaat. In die
stand is opnemen op de minidisc niet meer
mogelijk. Om de minidisc weer geschikt te
maken voor opname, schuift u het
wispreventienokje weer dicht.
Wispreventienokje
Schuif het nokje open.
Minidisc — opname
19
NL
Een CD opnemen op
minidisc
— CD-MD synchroonopname/
versnelde CD-MD
synchroonopname
Naast een CD-MD synchroonopname met
normale snelheid kunt u ook een compact disc
op digitale wijze op een minidisc opnemen met
tweemaal de snelheid van de normale CD-MD
synchroonopname.
1 Plaats een voor opnemen geschikte
minidisc.
2 Plaats een compact disc.
3 Druk enkele malen op de FUNCTION
toets totdat de aanduiding “CD” in het
uitleesvenster verschijnt.
4 Druk op de CD SYNC NORMAL toets.
Om met hoge snelheid op te nemen
(versnelde CD-MD synchroonopname)
moet u op de CD SYNC HIGH toets
drukken.
De aanduidingen “NORMAL SPEED” en
“NORM” (of “HIGH SPEED” en “HIGH”
bij een versnelde synchroonopname)
verschijnen in het uitleesvenster. De
minidisc-recorder komt in gereedheid voor
opname en de CD-speler wacht in de
pauzestand om met afspelen te beginnen.
5 Druk op de u toets (of de MD N toets
van de afstandsbediening).
Het opnemen begint. Tijdens het opnemen
met hoge snelheid kunt u het opgenomen
geluid niet controleren.
Als er “Retry” in het uitleesvenster
knippert na indrukken van de u
toets (of de MD N toets van de
afstandsbediening) in stap 5
Dan is er een leesfout opgetreden en probeert
het apparaat nu de gegevens opnieuw te lezen.
Als het lezen nu wel lukt, gaat de minidisc-
recorder door met de versnelde CD-MD
synchroonopname.
Als er iets mis is met de CD of met het
apparaat, zodat het lezen nog niet lukt, dan
stopt de versnelde CD-MD
synchroonopname. In het uitleesvenster gaat
“NORM” knipperen en de minidisc-recorder
schakelt automatisch over op normale
CD-MD synchroonopname. Hierbij kunt u
overigens het opgenomen geluid niet
controleren.
Stoppen met opnemen
Druk op de x stoptoets.
Tips
Desgewenst kunt u alleen uw favoriete muziek van
een CD opnemen, met de CD programma-
weergave. Na de bovenstaande stap 3 volgt u eerst
de aanwijzingen van 2 t/m 5 voor de CD
programma-weergave (op blz. 11). Daarna gaat u
door met stap 4.
U kunt de opnamefunctie omschakelen vóór stap 3
en een extra-lange opname maken. Zie “Extra-lange
opnamen” op blz. 22 voor nadere bijzonderheden.
Als u een bepaald gedeelte van een CD-muziekstuk
op een minidisc wilt opnemen, moet u eerst het
volledige CD-muziekstuk opnemen (met behulp van
CD-MD synchroonopname of de Rec It direct-
opnamefunctie) en dan de “A-B Erase” functie
gebruiken om de ongewenste gedeelten op de
minidisc te wissen (zie blz. 30).
Opmerkingen
De volgende functies zullen niet werken of zullen
worden uitgeschakeld tijdens CD-MD
synchroonopname en versnelde CD-MD
synchroonopname:
de “Auto Cut” automatische pauzestand (zie blz.
25)
het opnameniveau ingesteld in het instelmenu
het meeluisteren naar het opgenomen geluid
(alleen voor versnelde CD-MD
synchroonopname).
U kunt het opnemen niet pauzeren tijdens CD-MD
synchroonopname en versnelde CD-MD
synchroonopname.
Als u stap 5 niet uitvoert binnen 1 minuut na stap 4,
komt het apparaat weer in de oorspronkelijke
toestand te staan.
Tijdens versnelde CD-MD synchroonopname staat
er geen geluidssignaal op de TAPE OUT
aansluiting.
20
NL
Handmatig opnemen op
een minidisc
— Handmatige opname
De handmatige opnamefunctie kunt u
gebruiken voor het opnemen van radio-
uitzendingen.
Het is niet mogelijk om handmatig op te nemen
vanaf de CD-speler naar de minidisc-recorder
van deze stereo-installatie.
1 Plaats een voor opnemen geschikte
minidisc.
2 Stem op de gewenste zender af (zie
“Luisteren naar de radio” op blz. 37).
3 Druk op de REC/REC IT opnametoets.
De minidisc-recorder komt in gereedheid
voor opname.
4 Druk op de u toets (of de MD N toets
van de afstandsbediening).
Stoppen met opnemen
Druk op de x stoptoets.
Opnemen van het
muziekstuk dat wordt
weergegeven
— Direct-opname
Tijdens het luisteren naar een compact disc
kunt u meteen het muziekstuk opnemen dat
wordt weergegeven.
1Plaats een voor opnemen geschikte
minidisc.
2Druk enkele malen op de FUNCTION
toets totdat de aanduiding “CD” in het
uitleesvenster verschijnt.
3Druk op de u toets (of de CD N toets
van de afstandsbediening).
Het afspelen van de CD begint.
4Druk op de REC/REC IT toets terwijl
een muziekstuk wordt weergegeven dat
u wilt opnemen.
Het muziekstuk wordt opnieuw vanaf het
begin weergegeven en de opname ervan
begint. De minidisc-recorder komt
automatisch in de stopstand te staan
wanneer het muziekstuk afgelopen is.
Stoppen met opnemen
Druk op de x stoptoets.
Opmerking
De volgende functies zullen niet werken of zullen
worden uitgeschakeld tijdens direct-opname:
de muziekstuk-markeringsfunctie
de “Auto Cut” automatische pauzestand
het opnameniveau ingesteld in het instelmenu
Minidisc — opname
21
NL
Stoppen van de tijdmachine-opname
Druk op de x stoptoets.
Opmerking
De minidisc-recorder begint met het opslaan van
audiogegevens zodra het apparaat in stap 3 in de
opnamepauzestand komt en u de weergave van de
geluidsbron start. Als de geluidsbron nog geen 6
seconden lang aan staat wanneer u op de ENTER/
YES toets van de afstandsbediening drukt, zal de
tijdmachine-opname beginnen met minder dan 6
seconden aan audiogegevens.
Veiligheids-opnamestart
met 6 seconden muziek
uit het buffergeheugen
— Tijdmachine-opname
Bij het opnemen van een FM radio-uitzending
of een satelliet-uitzending kunnen vaak de
eerste paar seconden van de uitzending
verloren gaan, omdat u eerst even wilt luisteren
voordat u tot opnemen besluit en op de
opnametoets drukt. U kunt dit verlies van de
beginklanken voorkomen met behulp van de
tijdmachine-opnamefunctie, die voortdurend de
laatste 6 seconden aan audiogegevens in een
buffergeheugen bewaart, zodat bij de
opnamestart eerst deze 6 seconden aan
audiogegevens worden opgenomen, zoals
onderstaande afbeelding aangeeft:
Begin van het programma dat u wilt opnemen
1 Plaats een voor opnemen geschikte
minidisc.
2 Druk enkele malen op de FUNCTION
toets om de op te nemen geluidsbron te
kiezen.
3 Druk op de REC/REC IT opnametoets.
De minidisc-recorder komt in gereedheid
voor opnemen.
4 Start de weergave van de geluidsbron
die u wilt opnemen.
5 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening wanneer u wilt
beginnen met opnemen.
Tijd
6-
seconden
buffer-
geheugen
Opgenomen
gedeelte
Indrukken van de
ENTER/YES toets in
stap 5
Einde van het
programma dat u
wilt opnemen
22
NL
Tips voor het opnemen
— Extra-lange opname/
Muziekstuknummers aanbrengen/
Smart Space pauzeverkorting/
Opnameniveau instellen
Extra-lange opnamen
Naast de normale stereo opname biedt deze
stereo-installatie twee extra lange
opnamefuncties: LP2 en LP4. Met de LP2
opnamefunctie kunt u tweemaal zo lang
opnemen, en met de LP4 opnamefunctie zelfs
viermaal zo lang. Bovendien is de opnameduur
voor mono opnamen ongeveer tweemaal zo
lang als voor normale stereo opnamen.
Met de LP4 Stereo opnamefunctie (voor 4× zo
lange opnameduur) wordt een lange stereo
opname verkregen door middel van een
speciaal compressiesysteem. Wanneer u echter
de beste geluidskwaliteit van groot belang acht,
kunt u beter de gewone Stereo opname of de
LP2 Stereo opname (voor 2× zo lange
opnameduur) gebruiken.
Opmerking
Minidiscs die zijn opgenomen met de “MDLP” (LP2
of LP4) opnamefunctie kunnen alleen worden
afgespeeld op minidisc-spelers die geschikt zijn voor
het MDLP formaat. Bovendien kunt u de S.F. Edit
volumecorrectie niet gebruiken voor minidiscs die
zijn opgenomen met de MDLP opnamefunctie.
1 Plaats een voor opnemen geschikte
minidisc.
2 Druk enkele malen op de FUNCTION
toets totdat de aanduiding “MD” in het
uitleesvenster verschijnt.
3 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening.
4 Druk enkele malen op de . of >
toets totdat er “Setup?” in het
uitleesvenster verschijnt en druk dan
op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
5 Druk enkele malen op de . of >
toets totdat er “STEREO REC”, “MONO
REC”, “LP2 REC” of “LP4 REC” in het
uitleesvenster verschijnt en druk dan
op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
6Druk enkele malen op de . of >
toets om in te stellen op de gewenste
opnamefunctie en druk dan op de
ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
De aanduiding in het uitleesvenster
verandert als volgt:
STEREO REC t LP2 REC t LP4 REC
t MONO REC t STEREO REC t
7Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening.
Om vervolgens te gaan opnemen, volgt u de
aanwijzingen op de voorgaande pagina’s
voor de diverse opnamefuncties.
Tip
Een eenmaal ingeschakelde opnamefunctie blijft ook
na afloop van het opnemen nog gelden, dus let
voordat u begint met opnemen goed op welke
opnamefunctie is gekozen.
Opmerkingen
Muziekstukken die zijn opgenomen met de MDLP
(LP2 of LP4) extra lange stereo-opnamefunctie
kunnen niet worden afgespeeld op een apparaat dat
niet geschikt is voor MDLP weergave.
Tijdens opnemen en in de opnamepauzestand kunt u
niet overschakelen op een andere opnamefunctie.
Ook al stelt u in op “MONO REC”, het geluid zal
tijdens opnemen niet in mono worden weergegeven.
Minidisc — opname
23
NL
Toevoegen van de identificatie “LP:”
aan de naam van elk muziekstuk tijdens
de MDLP extra-lange opnamefunctie
De aanduiding “LP:” verschijnt in het
uitleesvenster wanneer u probeert een
muziekstuk met deze identificatie af te spelen
met een apparaat dat niet geschikt is voor de
MDLP opnamefunctie. Met deze functie kunt u
dus vlot controleren of een muziekstuk al dan
niet kan worden weergegeven. De
fabrieksinstelling is “On”.
1 Druk enkele malen op de FUNCTION toets
van de afstandsbediening totdat er “MD” in
het uitleesvenster verschijnt.
2 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening.
3 Druk enkele malen op de . of > toets
totdat er “Setup?” in het uitleesvenster
verschijnt en druk dan op de ENTER/YES
toets van de afstandsbediening.
4 Druk enkele malen op de . of > toets
totdat er “LP Stamp On” (of “LP Stamp
Off”) wordt aangegeven en druk dan op de
ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
5 Druk weer op de . of > toets om de
instelling te wijzigen en druk dan weer op
de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Voor Stelt u in op
Aanbrengen van muziekstuknummers
Automatisch markeren van muziekstukken
De muziekstuknummers kunnen automatisch
op de minidisc worden aangebracht in precies
de oorspronkelijke plaatsen bij opnemen vanaf
de compact disc speler van deze stereo-
installatie of bij opnemen vanaf apparatuur die
op de DIGITAL OPTICAL IN aansluiting is
aangesloten. Het is mogelijk dat bij sommige
muziekstukken geen muziekstuknummers
worden aangebracht (zie blz. 47). Gebruik de
“Level Synchro” stilte-markering als u
automatisch muziekstuknummers wilt
aanbrengen bij analoog opnemen vanaf de
tuner van deze stereo-installatie of vanaf andere
geluidsapparatuur die is aangesloten op de
TAPE IN aansluitingen.
Handmatig markeren van
muziekstukken bij opname
U kunt tijdens handmatig opnemen zelf bij elk
gewenst punt een muziekstuknummer
aanbrengen, ongeacht de opgenomen
geluidsbron (zie blz. 24).
Na afloop van het opnemen
Met de “Divide” functie kunt u de opname
splitsen in muziekstukken met elk een eigen
nummer (zie blz. 31).
Automatisch markeren van
muziekstukken tijdens analoog opnemen
— Level Synchro stilte-markering
Met de “Level Synchro” stilte-markering, die
in de fabriek is ingeschakeld, worden er bij
analoog opnemen automatisch
muziekstuknummers aangebracht. Als de
“LEVEL-SYNC” aanduiding tijdens opnemen
niet zichtbaar is, schakelt u deze markering in
zoals hieronder beschreven. Hiermee zal de
minidisc-recorder een nieuw
muziekstuknummer aanbrengen, telkens
wanneer het meer dan 2 seconden stil blijft,
met het ingangssignaal onder een bepaald peil,
en er dan weer geluid klinkt.
wordt vervolgd
Toevoegen van de “LP”
identificatie
“LP Stamp On”
(fabrieksinstelling)
Uitschakelen van de
“LP” identificatie
“LP Stamp Off”
6 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening.
Opmerkingen
De “LP:” identificatie dient om aan te geven
waarom een muziekstuk niet kan worden
weergegeven, wanneer u het probeert af te spelen
met een apparaat dat niet geschikt is voor de MDLP
opnamefunctie. De identificatie verschijnt niet bij
afspelen met een apparaat dat wél geschikt is voor
de MDLP opnamefunctie.
Met de identificatie ingeschakeld, in de “On” stand,
wordt er “LP:” als de eerste letters van de
muziektitel opgenomen, dus het aantal letters dat u
zelf kunt invoeren voor de titels op een minidisc
wordt hiermee iets minder. En als u een muziekstuk
met een “LP:” identificatie in tweeën splitst met de
Divide functie, zullen beide delen daarna de “LP:”
identificatie dragen.
24
NL
Inschakelen van de Level
Synchro stilte-markering
T.Mark OffUitschakelen van de Level
Synchro stilte-markering
T.Mark LSync
(fabrieksinstelling)
Wanneer u de Level Synchro stilte-
markering inschakelt, licht de aanduiding
“LEVEL-SYNC” op.
6 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening.
Om vervolgens te gaan opnemen, volgt u de
aanwijzingen op de voorgaande pagina’s
voor de diverse opnamefuncties.
Opmerking
Het automatisch markeren van muziekstuknummers
kan niet goed werken als er bijgeluiden klinken, zoals
applaus, in het geluid dat u opneemt van de radio of
een cassette.
1 Druk enkele malen achtereen op de
FUNCTION toets, tot de aanduiding “MD”
in het uitleesvenster oplicht.
2 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening.
3 Druk enkele malen op de . of > toets
totdat er “Setup?” in het uitleesvenster
verschijnt en druk dan op de ENTER/YES
toets van de afstandsbediening.
4 Druk enkele malen op de . of > toets
totdat er “T.Mark Off” (of “T.Mark LSync”)
verschijnt en druk weer op de ENTER/YES
toets van de afstandsbediening.
5 Druk enkele malen op de . of > toets
om de gewenste instelling te kiezen en
druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Voor Stelt u in op
Wijzigen van het activeringsniveau
voor de automatische muziekstuk-
markeringsfunctie
Volg de onderstaande aanwijzingen om het
signaalniveau te wijzigen dat de automatische
markeringsfunctie activeert. (De
fabrieksinstelling is –50 dB.)
1 Druk in de opnamepauzestand op de
MENU/NO toets van de afstandsbediening
zodat er “Setup?” verschijnt en druk dan op
de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
2 Druk enkele malen op de . or > toets
totdat er “LS(T)” verschijnt en druk dan op
de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
3 Druk enkele malen op de . or > toets
om het niveau in te stellen en druk dan op
de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
U kunt ieder gewenst niveau instellen tussen
–72 dB en 0 dB, in stapjes van 2 dB.
4 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening.
Uitschakelen van de automatische
muziekstuk-markeringsfunctie
Druk enkele malen op de . or > toets
totdat er “T.Mark Off” verschijnt in stap 5 links
hiernaast en druk dan op de ENTER/YES toets
van de afstandsbediening.
De aanduiding “LEVEL-SYNC” verdwijnt.
Wanneer “LEVEL-SYNC” uit is, wordt er
alleen een muziekstuknummer aangebracht aan
het begin van iedere opnamesessie.
Aanbrengen van nummers bij
gewenste punten tijdens opnemen
— Handmatig markeren
U kunt zelf handmatig muziekstuknummers
aanbrengen wanneer u op een minidisc
opneemt vanaf de tuner of vanaf los
verkrijgbare apparatuur die op de TAPE IN of
DIGITAL OPTICAL IN aansluiting is
aangesloten, ongeacht het type geluidsbron.
Druk tijdens het opnemen op de REC/REC IT
opnametoets bij het punt waar u een nummer
wilt aanbrengen.
Tips voor het opnemen (vervolg)
Minidisc — opname
25
NL
1 Druk enkele malen achtereen op de
FUNCTION toets, tot de aanduiding
“MD” in het uitleesvenster oplicht.
2 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening.
3 Druk enkele malen op de . or >
toets totdat er “Setup?” in het
uitleesvenster verschijnt en druk dan
op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
4 Druk enkele malen op de . of >
toets totdat er “S.Space Off” (of
“S.Space On”) verschijnt en druk weer
op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
5 Druk enkele malen op de . of >
toets om de gewenste instelling te
kiezen en druk op de ENTER/YES toets
van de afstandsbediening.
Voor Stelt u in op
Inschakelen van de
“Smart Space”
pauze-inkortfunctie
S.Space On
(fabrieksinstelling)
Uitschakelen van de
“Smart Space”
pauze-inkortfunctie
S.Space Off
6 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening.
Om vervolgens te gaan opnemen, volgt u de
aanwijzingen op de voorgaande pagina’s
voor de diverse opnamefuncties.
Tip
Om het opnemen te hervatten nadat de aanduiding
“Auto Cut” in het uitleesvenster is verschenen, drukt
u op de u toets (of op de MD N toets van de
afstandsbediening).
wordt vervolgd
Pauzes tussen de muziekstukken
3 seconden lang maken
— Smart Space pauze-verkorting
“Smart Space” pauze-verkorting: Met de
“Smart Space” functie kunt u tijdens opnemen
automatisch pauzes van 3 seconden tussen de
muziekstukken maken. De “Smart Space”
functie, mits ingeschakeld, zorgt ervoor dat
elke pauze van meer dan 3 seconden (maar
minder dan 30 seconden) tijdens het opnemen
door de minidisc-recorder wordt ingekort tot
ongeveer 3 seconden, waarna het opnemen
gewoon doorgaat.
Vervangen door een pauze van ongeveer 3
seconden, gevolgd door normale opname.
“Auto Cut” automatische pauzestand:
Wanneer de “Smart Space” pauze-inkortfunctie
is ingeschakeld en er komt tijdens opnemen 30
seconden of langer geen geluid door, dan
vervangt de minidisc-recorder de lange stilte
door een standaard pauze van 3 seconden
lengte en blijft dan in de opnamepauzestand
wachten.
Vervangen door een pauze van ongeveer 3
seconden, gevolgd door de
opnamepauzestand.
Geen inkomend geluid gedurende minder
dan 30 seconden
Uit
Aan
Geen inkomend geluid gedurende 30
seconden of langer
Uit
Aan
26
NL
Instellen van het opnameniveau
U kunt het opnameniveau naar wens bijregelen
wanneer u op een minidisc opneemt vanaf de
tuner of vanaf los verkrijgbare apparatuur die
op de TAPE IN of DIGITAL OPTICAL IN
aansluiting is aangesloten.
1Druk enkele malen op de FUNCTION
toets om de geluidsbron te kiezen die u
wilt opnemen.
2 Druk op de REC/REC IT toets om de
opname-paraatstand in te schakelen.
3 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening zodat “Setup?”
verschijnt en druk dan op de ENTER/
YES toets van de afstandsbediening.
4 Druk enkele malen op de . of >
toets totdat er “LevelAdjust?”
verschijnt en druk weer op de ENTER/
YES toets van de afstandsbediening.
5 Druk op de . of > toets om het
opnameniveau naar wens in te stellen.
Luister naar de weergave en stel het
opnameniveau zo in dat de aanduiding
“OVER” ook bij de luidste passages nog net
niet in het uitleesvenster oplicht.
6 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
7 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening.
8 Druk op de x stoptoets.
Om vervolgens te gaan opnemen, volgt u de
aanwijzingen op de voorgaande pagina’s
voor de diverse opnamefuncties.
Tips
U kunt het opnameniveau ook nog instellen terwijl
het opnemen al begonnen is.
Na het instellen blijft het door u gekozen
opnameniveau gelden totdat u het zelf weer wijzigt.
Tips voor het opnemen (vervolg)
Minidisc — Opnamen bewerken
Alvorens te beginnen met
bewerken
Voor het bewerken van
minidisc-opnamen
U kunt de opnamen op een minidisc alleen
bewerken als:
het een opname-minidisc betreft;
de minidisc-recorder is ingesteld op normale
continu-weergave.
Alvorens te gaan bewerken, controleert u dit als
volgt.
1Controleer het wispreventienokje van
de minidisc die u wilt bewerken.
Als de minidisc beveiligd is tegen opnemen
en wissen, geeft het uitleesvenster
beurtelings “C11” en “Protected” aan en
dan is het bewerken niet mogelijk.
Om de minidisc weer voor bewerken
geschikt te maken, schuift u het
wispreventienokje dicht.
2Druk in de stopstand enkele malen op
de PLAY MODE toets van de
afstandsbediening totdat er geen
PROGRAM of SHUFFLE meer in het
uitleesvenster wordt aangegeven.
Het bewerken van de minidisc is alleen
mogelijk in de normale continu-weergave-
stand. De minidisc kan niet worden bewerkt
wanneer er is ingesteld op willekeurige
weergave of programma-weergave.
Ongedaan maken van de laatste
bewerking (zie blz. 33)
Met de “Undo” functie kunt u de laatste
bewerking ongedaan maken en de minidisc
terugbrengen in de toestand voor die
tegenvallende of ongewenste bewerking.
Uitschakelen van de bewerkingsfunctie
Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening.
Na afloop van het bewerken
Druk op de MD Z uitschuiftoets om de
minidisc te verwijderen of druk op de ?/1
toets om de stereo-installatie uit te schakelen.
De aanduiding “TOC” gaat knipperen. De TOC
inhoudsopgave wordt bijgewerkt en dan pas
worden de bewerkingen op de minidisc
definitief van kracht.
Minidisc — Opnamen bewerken
27
NL
Voor u het netsnoer losmaakt
De opname op een minidisc is pas compleet
wanneer de TOC inhoudsopgave van de
minidisc is bijgewerkt. Dit bijwerken van de
TOC gebeurt automatisch wanneer u de
minidisc uitneemt of op de ?/1 toets drukt om
de stereo-installatie uit te schakelen. Trek dus
nooit de stekker uit het stopcontact vóór het
bijwerken van de TOC inhoudsopgave (terwijl
de aanduiding “TOC” nog brandt) of tijdens het
bijwerken van de TOC (terwijl de aanduiding
“TOC” knippert), want anders kunnen de
gemaakte opnamen nog verloren gaan.
Naamgeving van minidiscs
NAME functie
U kunt zelf titels invoeren voor uw minidiscs
en de muziekstukken daarop.
Tijdens het opnemen
Als de aanduiding “CD TEXT” tijdens het
opnemen van een compact disc knippert of
blijft branden, dan kunt u de CD TEXT
gegevens van de compact disc, met
bijvoorbeeld titels, als volgt op de minidisc
overnemen:
Automatisch tijdens opnemen:
Als de aanduiding “CD TEXT” oplicht,
worden alle CD TEXT gegevens
automatisch op de minidisc vastgelegd.
Handmatig tijdens opnemen:
Als de aanduiding “CD TEXT” gaat knipperen,
drukt u eerst op de NAME EDIT/SELECT
toets van de afstandsbediening en dan op de
ENTER/YES toets van de afstandsbediening
om de titel van het weergegeven muziekstuk
over te nemen op de minidisc.
Opmerking
Bij sommige discs kan de CD TEXT informatie niet
automatisch worden overgenomen.
Na afloop van het opnemen
Gebruik de Name Edit functie zoals beschreven
op deze bladzijde. U kunt op een enkele
minidisc in totaal ongeveer 1700 lettertekens
voor de disc-titel en de muziektitels invoeren.
1 Druk enkele malen op de FUNCTION
toets van de afstandsbediening totdat
er MD in het uitleesvenster
verschijnt.
Voor de naamgeving van een muziekstuk
drukt u enkele malen op de . of >
toets totdat het betreffende
muziekstuknummer wordt aangegeven.
2 Druk op de NAME EDIT/SELECT toets
van de afstandsbediening.
De cursor voor de titelinvoer gaat
knipperen.
3 Druk weer enkele malen op de NAME
EDIT/SELECT toets van de
afstandsbediening om in te stellen op
het gewenste soort letterteken.
De lettertype-aanduiding in het
uitleesvenster verandert als volgt:
Selected AB* (hoofdletters) t Selected
ab* (kleine letters) t Selected 12 (cijfers)
t Selected AB* (hoofdletters) t
* Druk enkele malen op cijfertoets 1 om de
volgende symbolen te laten verschijnen.
‘ – / , . ( ) : ! ?
En wanneer u deze symbolen in het
uitleesvenster ziet, kunt u door meermalen
indrukken van de . of > toets van de
afstandsbediening bovendien de volgende
symbolen laten verschijnen.
& + < > _ = ” ; # $ % @
`
wordt vervolgd
28
NL
4 Voer een letterteken in.
Als u hebt gekozen voor
hoofdletters of kleine letters
1 Druk enkele malen op de betreffende
lettertoets van de afstandsbediening
totdat de in te voeren letter gaat
knipperen.
Of druk eenmaal op de toets en dan enkele
malen op de . of > toets.
2 Druk op de CURSORt toets van de
afstandsbediening.
De knipperende letter wordt ingevoerd en
de cursor schuift een plaatsje naar rechts,
voor de volgende letter.
Als u hebt gekozen voor cijfers
Druk op de betreffende cijfertoets van de
afstandsbediening.
Het cijfer wordt ingevoerd en de cursor
schuift een plaatsje naar rechts.
Invoeren van een spatie
1 Druk op de NAME EDIT/SELECT toets
van de afstandsbediening om in te
stellen op hoofdletters of kleine letters.
2 Druk op de 10/0 toets van de
afstandsbediening.
Er wordt een spatie ingevoerd en de
cursor schuift een plaatsje naar rechts.
5 Herhaal de stappen 3 en 4 totdat u de
gehele titel hebt ingevoerd.
Corrigeren van een ingevoerd
letterteken
Druk enkele malen op de TCURSOR of
CURSORt toets van de afstandsbediening
totdat het te wijzigen letterteken gaat
knipperen, druk op de CLEAR toets van de
afstandsbediening om het letterteken te
wissen en herhaal dan de stappen 3 en 4.
6 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening om de titelinvoer af
te ronden.
De ingevoerde titels worden op volgorde in
het uitleesvenster aangegeven en dan
verschijnen weer de oorspronkelijke
aanduidingen.
Opmerking
U kunt een muziekstuk ook tijdens het afspelen nog
van een titel voorzien. De weergave wordt daarbij
herhaald totdat u de titel voltooit.
Controleren van de titels op
een minidisc
Om de titels op een minidisc te controleren,
drukt u in de stopstand op de SCROLL
doorlooptoets van de afstandsbediening. Om de
titels van de muziekstukken te zien, drukt u op
de SCROLL doorlooptoets van de
afstandsbediening tijdens afspelen. De titels
lopen in volgorde door het uitleesvenster. Om
het doorlopen te stoppen, drukt u weer op de
SCROLL toets van de afstandsbediening. Druk
nogmaals op de toets om de titels weer te laten
doorlopen.
Wissen van een titel
1Druk enkele malen op de FUNCTION
toets van de afstandsbediening totdat
er MD in het uitleesvenster
verschijnt.
2Druk in de stopstand op de MENU/NO
toets van de afstandsbediening.
3Druk enkele malen op de . of >
toets totdat de aanduiding Nm
Erase? verschijnt en druk dan op de
ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
4Druk enkele malen op de . of >
toets totdat het nummer van het
muziekstuk waarvan u de titel wilt
wissen (of de aanduiding Disc,
wanneer u de disc-titel wilt wissen) in
het uitleesvenster verschijnt. Druk dan
weer op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Naamgeving van minidiscs (vervolg)
Minidisc — Opnamen bewerken
29
NL
Wissen van minidisc-
opnamen
Erase functies
U kunt ongewenste opnamen gemakkelijk van
een minidisc wissen, door enkel de
inhoudsopgave bij te werken.
U kunt kiezen uit de volgende drie
wismethoden:
Wissen van een enkel muziekstuk (Track
Erase).
Wissen van alle muziekstukken (All Erase).
Wissen van een deel van een muziekstuk (A-
B Erase).
Wissen van een enkel
muziekstuk
— “Track Erase” functie
U kunt een muziekstuk wissen door
eenvoudigweg het nummer ervan in te voeren.
Bij het wissen wordt het totale aantal
muziekstukken op de minidisc met één
verminderd en schuiven alle muziekstukken
volgend op het gewiste nummer een plaatsje
op.
Bijvoorbeeld: Wissen van muziekstuk 2.
123
123
4
ACD
AC D
B
1 Druk enkele malen op de FUNCTION
toets van de afstandsbediening totdat
er MD in het uitleesvenster
verschijnt.
2 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening totdat er Edit
Menu wordt aangegeven.
3 Druk enkele malen op de . of >
toets totdat er Tr Erase? wordt
aangegeven en druk op de ENTER/YES
toets van de afstandsbediening.
4 Druk enkele malen op de . of >
toets totdat het muziekstuk dat u wilt
wissen wordt aangegeven.
5 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Nu verschijnt er “Complete!” en het
muziekstuk wordt gewist.
Opmerking
De aanduiding “Erase???” verschijnt als het
betreffende muziekstuk werd opgenomen of bewerkt
op een andere minidisc-recorder en vervolgens tegen
wissen is beveiligd. Als u dit muziekstuk desondanks
wilt wissen, drukt u weer op de ENTER/YES toets
van de afstandsbediening terwijl deze “Erase???”
aanduiding oplicht.
Wissen van alle
muziekstukken
— “All Erase” functie
U kunt de minidisc-titel, alle muziekstukken en
al hun titels in één keer van de minidisc wissen.
1 Druk enkele malen op de FUNCTION
toets van de afstandsbediening totdat
er MD in het uitleesvenster
verschijnt.
2 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening totdat er Edit
Menu wordt aangegeven.
3 Druk weer enkele malen op de . of
> toets totdat er All Erase? wordt
aangegeven en druk op de ENTER/YES
toets van de afstandsbediening.
Nu verschijnt er “All Erase??”.
4 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening als u het zeker weet.
Dan verschijnt er “Complete!” en is alles
gewist.
wordt vervolgd
Muziekstuk nummer 2
wordt gewist
Muziekstuk-
nummers
Oorspronkelijke
volgorde
Na het
wissen
30
NL
Wissen van een deel van een
muziekstuk
— “A-B Erase” functie
U kunt op eenvoudige wijze een bepaalde
passage binnen een muziekstuk afbakenen om
dit te wissen. Voor een nauwkeurig resultaat
kunt u dit te wissen gedeelte verschuiven per
fragment*, per seconde of per minuut.
* 1 fragment duurt 1/86 seconde.
Bijvoorbeeld: Wissen van een deel van
muziekstuk 2.
12
12
3
3
AB-A
B(A+C)C
B-B B-C
A
1 Druk enkele malen op de FUNCTION
toets van de afstandsbediening totdat
er MD in het uitleesvenster
verschijnt.
2 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening totdat er Edit
Menu wordt aangegeven.
3 Druk enkele malen op de . of >
toets totdat er A-B Erase? wordt
aangegeven en druk op de ENTER/YES
toets van de afstandsbediening.
4 Druk enkele malen op de . of >
toets om in te stellen op het muziekstuk
waarvan u een deel wilt wissen en druk
weer op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
De aanduidingen “—Rehearsal—” en
“Point A ok?” verschijnen beurtelings in het
uitleesvenster, terwijl een gedeelte van een
paar seconden tot aan het eerder gekozen
punt A wordt weergegeven.
5Let aandachtig op het weergegeven
geluid en druk zo vaak als nodig op de
. of > toets om het beginpunt van
de te wissen passage (punt A)
preciezer te kiezen.
U kunt het beginpunt verschuiven in stapjes
van 1/86 seconde (1 fragment)*.
Als u het beginpunt wilt verschuiven in
grotere stappen van een seconde of een
minuut, drukt u op de m of M toets
totdat de aanduiding voor de seconden of
minuten gaat knipperen en dan drukt u op
de . of > toets.
* Bij extra-lange opnamen kunt u het beginpunt
verschuiven in stapjes van 2 fragmenten (bij
mono-opnamen en LP2 stereo-opnamen) of 4
fragmenten tegelijk (bij LP4 stereo-opnamen).
6Herhaal stap 5 totdat u het punt A
precies naar wens hebt ingesteld.
7Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening wanneer punt A
precies goed is.
De aanduiding “Point B set” verschijnt en
de weergave wordt hervat, zodat u het
eindpunt van de te wissen passage (punt B)
kunt bepalen.
8Ga door met afspelen tot het punt B op
de minidisc wordt bereikt en druk dan
op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
De aanduidingen “A-B Ers” en “Point B
ok?” verschijnen beurtelings, terwijl de
minidisc-recorder nu de beide passages van
enkele seconden vóór punt A en na punt B
aaneensluitend laat horen.
9Druk nu zo vaak als nodig op de . of
> toets om het eindpunt B te
bepalen.
Ga net zo te werk als bij stap 5.
10
Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening wanneer punt B
precies naar wens is ingesteld.
De aanduiding “Complete!” verschijnt.
Wissen van minidisc-opnamen
(vervolg)
Punt A Punt B
Muziekstuk-
nummers
Oorspronkelijke
volgorde
Na het A-
B Erase
wissen
Minidisc — Opnamen bewerken
31
NL
Verplaatsen van
opgenomen muziekstukken
Move functie
Met de “Move” functie kunt u de volgorde van
de muziekstukken op de minidisc aanpassen.
Bij het verplaatsen van een muziekstuk worden
de andere muziekstukken automatisch
hernummerd.
Bijvoorbeeld: Verplaatsen van muziekstuk 3
naar plaats nummer 2.
123
1
23
4
4
AB C D
CBDA
1 Druk enkele malen op de FUNCTION
toets van de afstandsbediening totdat
er MD in het uitleesvenster
verschijnt.
2 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening totdat er Edit
Menu wordt aangegeven.
3 Druk enkele malen op de . of >
toets totdat er Move? wordt
aangegeven en druk op de ENTER/YES
toets van de afstandsbediening.
4 Druk enkele malen op de . of >
toets om in te stellen op het muziekstuk
dat u wilt verplaatsen en druk op de
ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
5 Druk weer enkele malen op de . of
> toets totdat het nieuwe
plaatsnummer voor het muziekstuk
verschijnt.
6 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
De aanduiding “Complete!” verschijnt.
Splitsen van opgenomen
muziekstukken
Divide functie
Met deze functie kunt u de nodige
muziekstuknummers aanbrengen na afloop van
het opnemen. Bij het splitsen wordt het aantal
nummers op de minidisc met één verhoogd en
schuiven alle muziekstukken volgend op het
gesplitste nummer een plaatsje op.
Bijvoorbeeld: Muziekstuk 2 splitsen in twee
muziekstukken, B en C.
12 3
123 4
A
AB C D
CBD
1 Druk enkele malen op de FUNCTION
toets van de afstandsbediening totdat
er MD in het uitleesvenster
verschijnt.
2 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening totdat er Edit
Menu wordt aangegeven.
3 Druk enkele malen op de . of >
toets totdat er Divide? wordt
aangegeven en druk op de ENTER/YES
toets van de afstandsbediening.
4 Druk enkele malen op de . of >
toets totdat het nummer van het
muziekstuk dat u wilt splitsen in het
uitleesvenster verschijnt. Vervolgens
drukt u, terwijl u naar de weergave
luistert, bij het punt waar u het
muziekstuk wilt splitsen op de ENTER/
YES toets van de afstandsbediening.
De aanduiding “—Rehearsal—” verschijnt
en de gekozen passage voor het splitsen van
het muziekstuk wordt herhaaldelijk
weergegeven.
wordt vervolgd
Muziekstuk-
nummers
Oorspronkelijke
volgorde
Met MOVE
verplaatst
Nummer van het
muziekstuk dat u
wilt verplaatsen
Nieuw plaatsnummer
Muziekstuk-
nummers
Oorspronkelijke
volgorde
Met DIVIDE
gesplitst
Muziekstuk 2 wordt gesplitst in
muziekstuk B en muziekstuk C.
32
NL
5 Let aandachtig op het weergegeven
geluid en druk zo vaak als nodig op de
. of > toets om het punt voor het
splitsen van het muziekstuk
nauwkeurig te kiezen.
U kunt het splitspunt verschuiven in stapjes
van 1/86 seconde (1 fragment)*.
Als u het splitspunt wilt verschuiven in
grotere stappen van een seconde of een
minuut, drukt u op de m of M toets
totdat de aanduiding voor de seconden of
minuten gaat knipperen en dan drukt u op
de . of > toets.
* Bij extra-lange opnamen kunt u het splitspunt
verschuiven in stapjes van 2 fragmenten (bij
mono-opnamen en LP2 stereo-opnamen) of 4
fragmenten tegelijk (bij LP4 stereo-opnamen).
6 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
De aanduiding “Complete!” verschijnt.
Opmerking
Wanneer u een muziekstuk met een titel (zie blz. 27)
in twee delen splitst, zal alleen het eerste gedeelte de
titel behouden.
Bijvoorbeeld:
12
12
43
3
45
Andante
Andante
Adagio
Adagio
Allegro
Allegro
Het tweede gedeelte draagt geen titel meer.
Splitsen van opgenomen
muziekstukken (vervolg)
Samenvoegen van
opgenomen muziekstukken
Combine functie
U kunt twee muziekstukken of afzonderlijk
opgenomen passages tot een enkel muziekstuk
samenvoegen. Het totale aantal muziekstukken
op de minidisc wordt met één verminderd en
alle latere muziekstukken worden hernummerd.
U kunt deze functie ook gebruiken om
overbodige muziekstuknummers te
verwijderen.
Bijvoorbeeld: Samenvoegen van
muziekstukken 1 en 3.
12
12
43
3
A
ACBD
DCB
Bijvoorbeeld: Samenvoegen van
muziekstukken 4 en 1.
12
12
43
3
4
5
A
BC D A
DCB
1 Druk enkele malen op de FUNCTION
toets van de afstandsbediening totdat
er MD in het uitleesvenster verschijnt.
2 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening totdat er Edit
Menu wordt aangegeven.
3 Druk enkele malen op de . of >
toets totdat er Combine? wordt
aangegeven en druk op de ENTER/YES
toets van de afstandsbediening.
Met COMBINE
samengevoegd
Muziekstuk-
nummers
Oorspronkelijke
volgorde
Oorspronkelijke
volgorde
Met COMBINE
samengevoegd
Minidisc — Opnamen bewerken
33
NL
4 Druk enkele malen op de . of >
toets om in te stellen op het als eerste
bedoelde muziekstuk van de twee die u
wilt samenvoegen en druk dan op de
ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Om bijvoorbeeld de muziekstukken 4 en 1
samen te voegen, stelt u in op nummer 4.
5 Druk enkele malen op de . of >
toets om in te stellen op het tweede
muziekstuk van de twee die u wilt
samenvoegen.
6 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
De aanduiding “Complete!” verschijnt.
Opmerking
Muziekstukken die zijn opgenomen met
verschillende opnamefuncties (STEREO, LP2, LP4
of MONO) kunnen niet worden samengevoegd.
Als beide samengevoegde muziekstukken titels
hadden, zal de titel van het tweede komen te
vervallen.
Ongedaan maken van de
laatste bewerking
Undo functie
Met de herstelfunctie kunt u de laatste ingreep
op de minidisc ongedaan maken, om de
minidisc terug te brengen in de staat voor die
slecht uitgevallen bewerking.
Overigens zult u een bewerking niet ongedaan
kunnen maken als u erna een van de volgende
dingen hebt gedaan:
een andere bewerking hebt uitgevoerd;
begonnen bent met opnemen;
de TOC inhoudsopgave hebt bijgewerkt,
door uitschakelen van de minidisc-recorder
of uitnemen van de minidisc;
de stekker uit het stopcontact hebt getrokken.
U kunt het resultaat van de S.F Edit
volumecorrectie niet ongedaan maken met de
“Undo” functie.
1 Druk enkele malen op de FUNCTION
toets van de afstandsbediening totdat
er MD in het uitleesvenster
verschijnt.
2 Druk in de stopstand op de MENU/NO
toets van de afstandsbediening totdat
er Edit Menu wordt aangegeven.
3 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
de aanduiding Undo? verschijnt.
De aanduiding “Undo?” verschijnt niet als
er geen bewerking ongedaan kan worden
gemaakt.
4 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Er verschijnt een aanduiding in het
uitleesvenster, afhankelijk van de laatst
uitgevoerde bewerking.
5 Druk nogmaals op de ENTER/YES toets
van de afstandsbediening.
De aanduiding “Complete!” verschijnt.
Nummer van het als
tweede deel bedoelde
muziekstuk
Nieuw muziekstuk-
nummer verschijnt
34
NL
Aanpassen van de
geluidssterkte na het
opnemen
S.F Edit volumecorrectie
Na het opnemen kunt u de geluidssterkte van
de opgenomen muziekstukken aanpassen met
de S.F (Scale Factor) Edit volumecorrectie. De
oorspronkelijke opname wordt dan
overschreven met dezelfde muziek, met de
nieuw gekozen geluidssterkte. Bij deze
aanpassing van de geluidssterkte kunt u het
complete opnameniveau wijzigen, maar ook
kunt u het geluid met “Fade In” aan het begin
geleidelijk laten aanzwellen of het met “Fade
Out” aan het eind geleidelijk laten wegebben.
U kunt niet de geluidssterkte aanpassen van een
muziekstuk dat is opgenomen met de MDLP
opnamefunctie.
De geluidssterkte van een
geheel muziekstuk
aanpassen
1 Druk enkele malen op de FUNCTION
toets van de afstandsbediening totdat
er MD in het uitleesvenster
verschijnt.
2 Druk enkele malen op de PLAY MODE
toets van de afstandsbediening totdat
er geen PROGRAM of SHUFFLE
meer in het uitleesvenster wordt
aangegeven.
3 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening totdat er Edit
Menu wordt aangegeven.
4 Druk enkele malen op de . of >
toets totdat er S.F Edit? wordt
aangegeven en druk op de ENTER/YES
toets van de afstandsbediening.
5 Druk enkele malen op de . of >
toets totdat er Tr Level? verschijnt en
druk weer op de ENTER/YES toets van
de afstandsbediening.
6Druk enkele malen op de . of >
toets om in te stellen op het nummer
van het muziekstuk waarvan u de
geluidssterkte wilt aanpassen en druk
dan op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Nu verschijnt er “Level 0dB”.
7Luister naar de geluidsweergave en
druk enkele malen op de . of >
toets om het opnameniveau bij te
regelen.
Het opnameniveau is instelbaar van –12 dB
tot +12 dB, in stapjes van 2 dB. Stel het
opnameniveau zodanig in dat de aanduiding
“OVER” ook bij de krachtigste geluiden net
niet oplicht.
8Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Nu verschijnt er “S.F Edit OK?”.
9Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
De aanduiding “S.F Edit: **%” verschijnt
terwijl het muziekstuk opnieuw wordt
opgenomen. Dit duurt even lang of iets
langer dan de speelduur van het muziekstuk.
Wanneer de nieuwe opname klaar is,
verschijnt er enkele seconden lang
“Complete!” in het uitleesvenster.
Annuleren van de volumecorrectie
Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening wanneer u wilt stoppen,
tijdens de stappen 4 t/m 8. Na indrukken van de
ENTER/YES toets van de afstandsbediening in
stap 9 begint het opnemen en dan kunt u de
volumecorrectie niet meer uitschakelen.
Minidisc — Opnamen bewerken
35
NL
In- of uit-faden van de
opname
1 Druk enkele malen op de FUNCTION
toets van de afstandsbediening totdat
er MD in het uitleesvenster
verschijnt.
2 Druk enkele malen op de PLAY MODE
toets van de afstandsbediening totdat
er geen PROGRAM of SHUFFLE
meer wordt aangegeven.
3 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening totdat er Edit
Menu wordt aangegeven.
4 Druk enkele malen op de . of >
toets totdat er S.F Edit? wordt
aangegeven en druk op de ENTER/YES
toets van de afstandsbediening.
5 Druk enkele malen op de . of >
toets om in te stellen op Fade In?
(voor geleidelijk aanzwellend geluid) of
op Fade Out? (voor wegebbend
geluid) en druk weer op de ENTER/YES
toets van de afstandsbediening.
6 Druk enkele malen op de . of >
toets om in te stellen op het muziekstuk
waarvan u de geluidssterkte aan het
begin of het eind wilt aanpassen en
druk dan op de ENTER/YES toets van
de afstandsbediening.
Er verschijnt “Time 5.0s” in het
uitleesvenster.
7 Luister naar de geluidsweergave en
druk enkele malen op de . of >
toets om de tijdsduur voor het
aanzwellen of wegebben van het geluid
naar wens in te stellen.
De minidisc-recorder speelt de passage af
die met “Fade In” of “Fade Out” opnieuw
zal worden opgenomen. U kunt de tijdsduur
instellen op elke gewenste waarde van 1,0
seconde tot 15,0 seconden, in stapjes van
0,1 seconde. De tijdsduur kan niet langer
worden gekozen dan de speelduur van het
muziekstuk.
8 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Nu verschijnt er “S.F Edit OK?”.
9 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
De aanduiding “S.F Edit: **%” verschijnt
terwijl het muziekstuk opnieuw wordt
opgenomen. Wanneer de nieuwe opname
klaar is, verschijnt er enkele seconden lang
“Complete!” in het uitleesvenster.
Annuleren van het in- of uit-faden
Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening wanneer u wilt stoppen,
tijdens de stappen 4 t/m 8. Nadat het opnemen
is begonnen in stap 9, kunt u de
volumecorrectie niet meer uitschakelen.
Opmerkingen
Trek tijdens het opnemen niet de stekker uit het
stopcontact en stoot niet tegen het apparaat. De
opnamegegevens kunnen daardoor worden
aangetast en dan zult u de muziek niet meer kunnen
afspelen.
Gebruik geen minidisc die vuil of beschadigd is.
Het opnemen kan daarop niet naar behoren
plaatsvinden.
Als u de geluidssterkte van hetzelfde muziekstuk
meermalen aanpast, zal de geluidskwaliteit
afnemen.
Wanneer de geluidssterkte eenmaal is aangepast,
zult u deze niet meer tot precies hetzelfde niveau
kunnen terugbrengen, ook al probeert u dit opnieuw
met de volumecorrectie.
Tijdens het gebruik van de schakelklok zult u het
opnameniveau niet kunnen aanpassen.
U kunt het resultaat van de S.F Edit
volumecorrectie niet ongedaan maken met de
“Undo” functie.
36
NL
Als u besluit om een zender niet vast
te leggen
Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening tijdens stap 5 of 6.
Afstemmen op een zender die te
zwak doorkomt voor automatische
afstemming
Druk in stap 2 enkele malen op de TUNING
MODE toets van de afstandsbediening totdat de
aanduiding “MANUAL” in het uitleesvenster
verschijnt en druk dan enkele malen op de
TUNING + of – toets om op de gewenste
zender af te stemmen.
Vastleggen onder een ander
zendernummer
Volg de aanwijzingen weer vanaf stap 1.
Omschakelen van het AM
afsteminterval (niet van toepassing
op het Europese model)
Het afsteminterval voor de AM ontvangst is in de
fabriek ingesteld op 9 kHz (bepaalde
verkoopgebieden 10 kHz). Om dit AM afsteminterval
om te schakelen, stemt u eerst af op een willekeurige
AM zender en dan schakelt u het apparaat uit. Houd
vervolgens de FUNCTION toets ingedrukt en schakel
zo de stroom weer in. Bij omschakelen van het
afsteminterval verdwijnen alle vastgelegde AM
voorkeurzenders uit het afstemgeheugen. Om terug te
keren naar het oorspronkelijke interval, herhaalt u
deze werkwijze.
Tip
De vastgelegde voorkeurzenders zullen na het
verwijderen van de stekker uit het stopcontact of na
uitvallen van de stroom ongeveer een dag lang in het
afstemgeheugen bewaard blijven.
Tuner voor radio-ontvangst
Vastleggen van uw
favoriete radiozenders
In het afstemgeheugen kunt u in totaal 30
favoriete radiozenders vastleggen (20 voor de
FM en 10 voor de AM afstemband).
1 Druk enkele malen op de FUNCTION
toets (of de TUNER BAND toets van de
afstandsbediening) om te kiezen voor
de FM of AM afstemband.
2 Druk enkele malen op de TUNING
MODE toets van de afstandsbediening
totdat de aanduiding “AUTO” in het
uitleesvenster verschijnt.
3 Druk op de TUNING + of – toets.
De frequentie-aanduiding verandert terwijl
de tuner de afstemband doorzoekt. Het
zoeken stopt wanneer er op een duidelijk
doorkomende zender is afgestemd. Dan
verschijnt in het uitleesvenster de
aanduiding “TUNED” (en ook “STEREO”
als er een stereo radio-uitzending wordt
ontvangen).
4 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening.
5 Druk enkele malen op de TUNING + of –
toets totdat de aanduiding “Memory?”
verschijnt en druk dan op de ENTER/
YES toets van de afstandsbediening.
In het uitleesvenster verschijnt een
voorinstelnummer. Voer de aanwijzingen in
de stappen 6 en 7 uit terwijl het
voorinstelnummer knippert.
6 Druk enkele malen op de TUNING + of –
toets om het gewenste
voorinstelnummer te kiezen.
7 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
De aanduiding “Complete!” verschijnt en de
zender is vastgelegd.
8 Herhaal de stappen 1 t/m 7 voor elk van
de voorkeurzenders die u wilt
vastleggen.
Tuner voor radio-ontvangst
37
NL
Luisteren naar de radio
Geheugenafstemming
Op de radiozenders die u hebt vastgelegd in het
afstemgeheugen kunt u vlot en gemakkelijk
afstemmen (zie “Vastleggen van uw favoriete
radiozenders” op blz. 36).
1 Druk enkele malen op de FUNCTION
toets (of de TUNER BAND toets van de
afstandsbediening) om te kiezen voor
de FM of AM afstemband.
2 Druk enkele malen op de TUNING
MODE toets van de afstandsbediening
totdat de aanduiding PRESET in het
uitleesvenster verschijnt.
3 Druk enkele malen op de TUNING + of
toets om de gewenste zender te kiezen.
Het zendernummer en de frequentie (of de
zendernaam*
1
of de RDS zendernaam*
2
)
worden in het uitleesvenster aangegeven.
*
1
De zendernaam verschijnt alleen als u een
naam voor de betreffende zender hebt
ingevoerd (zie blz. 38).
*
2
Alleen voor het Europese model
Uitschakelen van de radio
Druk op de ?/1 aan/uit-schakelaar.
Invoeren van een zendernummer
boven de 10
(alleen via de afstandsbediening)
1 Druk op de >10 meer-dan-tien toets.
2 Voer de cijfers van het zendernummer in.
Voor het invoeren van een 0 gebruikt u de 10/0 toets.
Bijvoorbeeld:
Voor keuze van zender nummer 20 drukt u eerst op
de >10 toets en dan op toets 2 en 10/0.
Luisteren naar radiozenders die niet
zijn vastgelegd
Druk in stap 2 enkele malen op de TUNING
MODE toets van de afstandsbediening totdat
de aanduiding “MANUAL” in het
uitleesvenster verschijnt en druk dan enkele
malen op de TUNING + of – toets om op de
gewenste zender af te stemmen (handmatige
afstemming).
Druk bij stap 2 enkele malen op de TUNING
MODE toets van de afstandsbediening totdat
de aanduiding “AUTO” in het uitleesvenster
verschijnt en druk dan op de TUNING + of –
toets. De frequentie-aanduiding verandert
terwijl de tuner de afstemband doorzoekt,
om te stoppen wanneer er op een duidelijk
doorkomende zender is afgestemd
(automatische zoekafstemming).
Uitschakelen van de automatische
afstemfunctie
Druk op de TUNING MODE toets van de
afstandsbediening.
Tips
Wanneer een FM stereo radio-uitzending niet
duidelijk doorkomt, drukt u enkele malen op de FM
MODE toets van de afstandsbediening tot de
aanduiding “MONO” in het uitleesvenster oplicht.
De radio-ontvangst zal niet meer in stereo zijn,
maar wel beter klinken.
Voor de beste radio-ontvangst kunt u de
bijgeleverde antennes bijstellen of een
buitenantenne aansluiten.
38
NL
Gebruik van het Radio
Data Systeem (RDS)
(Alleen voor het Europese model)
Wat is het Radio Data Systeem?
Het Radio Data Systeem (kortweg RDS)*
1
is
een speciale radio-informatiedienst waarmee
FM-radiozenders naast de gewone radio-
uitzendingen allerlei nuttige informatie kunnen
uitzenden.
Opmerking
De RDS informatie zal niet altijd goed te ontvangen
zijn, als de zender waarop u hebt afgestemd niet goed
doorkomt of als de signaalsterkte onvoldoende is.
*
1
Niet alle FM-radiozenders geven RDS informatie
door, en de zenders die dit wel doen bieden niet alle
dezelfde soorten informatie. Voor nadere
bijzonderheden omtrent de in uw woongebied
beschikbare RDS informatie kunt u het best contact
opnemen met de plaatselijk actieve radiozenders.
Ontvangst van RDS radio-
uitzendingen
Kies eenvoudigweg een radiozender uit de
FM afstemband.
Bij ontvangst van een zender die RDS
informatie uitzendt, zal automatisch de
zendernaam in het uitleesvenster verschijnen.
Controleren van de RDS informatie
Telkens wanneer u op de DISPLAY toets van
de afstandsbediening drukt, verspringt de
aanduiding in het uitleesvenster als volgt:
Zendernaam*
2
t Afstemfrequentie
t Tijdsaanduiding t Naam van het
akoestiekeffect t Volume t
Zendernaam*
2
t
*
2
Als de RDS uitzending niet duidelijk genoeg
ontvangen wordt, kan de zendernaam niet in het
uitleesvenster worden aangegeven.
Naamgeving van de
voorkeurzenders
Zendernamen
Voor elke vastgelegde voorkeurzender kunt u
een zelf gekozen naam invoeren van maximaal
10 letters (de zendernaam).
1 Stem af op de zender die u van een
naam wilt voorzien (zie blz. 37).
2 Volg de aanwijzingen van 2 t/m 6 voor
de Naamgeving van compact discs
(zie blz. 13).
Controleren van de
zendernaam
Druk enkele malen op de DISPLAY toets
van de afstandsbediening.
De aanduiding in het uitleesvenster verandert
als volgt:
Zendernaam*
1
t Afstemfrequentie*
2
t
Tijdsaanduiding*
2
t Naam van het
akoestiekeffect*
2
t Volume*
2
t
Zendernaam*
1
t ...
*
1
De zendernaam verschijnt alleen als u een naam
voor de betreffende zender hebt ingevoerd.
*
2
Na 8 seconden wordt weer de zendernaam in het
uitleesvenster aangegeven (of de afstemfrequentie
als er geen naam voor de zender is ingevoerd).
Wissen van de zendernaam
1 Stem af op de betreffende zender.
2 Druk op de NAME EDIT/SELECT toets van
de afstandsbediening.
3 Druk enkele malen op de CLEAR toets van
de afstandsbediening om de zendernaam
te wissen.
4 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Geluidregeling/Schakelklok-functies
39
NL
Geluidregeling
Extra versterken van de
bassen
— DBFB basversterking
Druk op de DBFB* toets van de
afstandsbediening.
In het uitleesvenster verschijnt de aanduiding
“DBFB”.
Druk opnieuw op de DBFB toets om de functie
uit te schakelen.
* DBFB: Dynamic Bass Feedback (basversterking)
Tip
De fabrieksinstelling voor de DBFB is “aan”.
Kiezen van een
akoestiekeffect
Gebruik het akoestiekeffect-menu om een van
de 5 vast ingestelde akoestiekeffecten te kiezen
die het beste bij de muziek past waarnaar u
luistert.
Druk enkele malen op de PRESET EQ
toets van de afstandsbediening.
De aanduiding in het uitleesvenster verandert
als volgt:
ROCK t POP t JAZZ t CLASSIC t
DANCE t FLAT t ROCK t
Uitschakelen van het
akoestiekeffect
Druk enkele malen op de PRESET EQ toets
van de afstandsbediening totdat de aanduiding
“FLAT” verschijnt.
Tips
De fabrieksinstelling voor het akoestiekeffect-menu
is “ROCK”.
Bij het maken van een opname wordt het
toegevoegde akoestiekeffect niet op de minidisc of
cassette opgenomen.
Schakelklok-functies
In slaap vallen met
muziek
— SLEEP timer
Met de Sleep timer kunt u de tijd kiezen
waarna u de stereo-installatie automatisch wilt
laten uitschakelen. Met deze sluimerfunctie
kunt u dus gerust met muziek in slaap vallen.
Druk enkele malen op de SLEEP toets van
de afstandsbediening.
Dan verspringt de aanduiding voor de
sluimertijd als volgt:
AUTO* t 90min t 80min t 70min t
t 10min t SLEEP OFF t AUTO* t
* De stereo-installatie wordt uitgeschakeld wanneer
de weergegeven CD of minidisc afgelopen is (tot
maximaal 4 uur). Of het apparaat wordt automatisch
uitgeschakeld als u de weergave van de CD of
minidisc eerder stopt.
Voor het
Controleren van de
resterende sluimertijd
Wijzigen van de
sluimertijd
Annuleren van de
SLEEP timer functie
Opmerking
Kies niet de “AUTO” stand tijdens de synchroon-
opname op een minidisc.
Drukt u
Eenmaal op de SLEEP toets
van de afstandsbediening.
Enkele malen op de SLEEP
toets van de
afstandsbediening totdat de
gewenste sluimertijd
verschijnt.
Enkele malen op de SLEEP
toets van de
afstandsbediening totdat er
“SLEEP OFF” wordt
aangegeven.
40
NL
5Stel de wektijd of inschakeltijd in.
Druk enkele malen op de – of + toets (of de
. of > toets) van de
afstandsbediening om het juiste uur in te
stellen en druk op de ENTER/YES toets van
de afstandsbediening.
Nu gaan de minuten-cijfers voor de
inschakeltijd knipperen.
Druk enkele malen op de – of + toets (of de
. of > toets) van de
afstandsbediening om de juiste minuut in te
stellen en druk op de ENTER/YES toets van
de afstandsbediening.
Het uren-cijfer gaat weer knipperen.
6Stel de uitschakeltijd in op dezelfde
manier als bij stap 5.
7Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening om de
geluidsbron te kiezen waarmee u
gewekt wilt worden.
Dan verspringt de aanduiding van de
geluidsbron als volgt:
y
8Druk op de ENTER/YES van de
afstandsbediening.
Nu verschijnen de door u gekozen
inschakeltijd, de uitschakeltijd, de
geluidsbron en de geluidssterkte, gevolgd
door de oorspronkelijke aanduidingen.
9Druk op de @/1 aan/uit-schakelaar om
de stereo-installatie uit te zetten.
Gewekt worden met
muziek
— DAILY timer wekfunctie
Met de DAILY timer kunt u de stereo-
installatie op een vooraf ingesteld tijdstip
automatisch laten inschakelen, zodat u met
muziek ontwaakt. Voor deze wekfunctie moet
wel eerst de klok op de juiste tijd zijn ingesteld
(zie “Gelijkzetten van de klok” op blz. 8).
1 Breng de geluidsbron waarmee u
gewekt wilt worden in gereedheid.
Compact disc: Leg een CD in de disc-lade.
Als u wilt beginnen met een bepaald
muziekstuk, maakt u een muziek-
programma (zie “Muziekstukken van een
CD voor weergave kiezen” op blz. 11).
Minidisc: Plaats een minidisc voor
weergave. Als u wilt beginnen met een
bepaald muziekstuk, maakt u een
muziekprogramma (zie “Muziekstukken
van een minidisc voor weergave kiezen”
op blz. 16).
Radio: Stem af op de gewenste
voorkeurzender (zie “Luisteren naar de
radio” op blz. 37).
2 Druk op de VOL + of – toets om de
geluidssterkte naar wens in te stellen.
3 Druk op de CLOCK/TIMER SET toets
van de afstandsbediening.
4 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
“DAILY SET?” in het uitleesvenster
verschijnt en druk dan op de ENTER/
YES toets van de afstandsbediening.
Het uren-cijfer gaat knipperen.
t TUNER
(radio-ontvangst)
t CD PLAYT
(CD-weergave)
MD PLAY T
(minidisc-weergave)
Geluidregeling/Schakelklok-functies
41
NL
Voor het
Controleren van de
instellingen/starten
van de schakelklok
Wijzigen van de
instellingen
Annuleren van de
wekfunctie
Opmerkingen
De stereo-installatie zal ongeveer 30 seconden vóór
de gekozen wektijd worden ingeschakeld. Probeer
niet de stereo-installatie te bedienen na het
inschakelen maar voordat het wekgeluid klinkt.
Anders zal de wekfunctie niet goed functioneren.
Externe geluidsbronnen, aangesloten op de TAPE
IN aansluitingen of de DIGITAL OPTICAL IN
aansluiting, zijn niet te gebruiken als geluidsbron
voor de wekfunctie.
Doet u het volgende
Drukt u op de CLOCK/TIMER
SELECT toets van de
afstandsbediening, dan enkele
malen op de . of > toets
van de afstandsbediening totdat
er “DAILY SELECT?” in het
uitleesvenster verschijnt en
drukt dan op de ENTER/YES
toets van de afstandsbediening.
Begint u weer vanaf stap 1.
Drukt u op de CLOCK/TIMER
SELECT toets van de
afstandsbediening, dan enkele
malen op de . of > toets
van de afstandsbediening totdat
er “TIMER OFF?” in het
uitleesvenster verschijnt en
drukt dan op de ENTER/YES
toets van de afstandsbediening.
Schakelklok-opname van
radio-uitzendingen
Voordat u een schakelklok-opname kunt
maken, moet de ingebouwde klok op de juiste
tijd zijn ingesteld (zie “Gelijkzetten van de
klok” op blz. 8) en moeten er radiozenders zijn
vastgelegd (zie “Vastleggen van uw favoriete
radiozenders” op blz. 36).
1 Stem af op de voorkeurzender die u wilt
opnemen (zie “Luisteren naar de radio”
op blz. 37).
2 Druk op de CLOCK/TIMER SET toets
van de afstandsbediening.
3 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
er “REC SET?” in het uitleesvenster
verschijnt en druk dan op de ENTER/
YES toets van de afstandsbediening.
4 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening om
“REC 1” – “REC 3” te kiezen en druk
dan op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
5 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
“ONCE?”, “DAILY?” of “WEEKLY?” in
het uitleesvenster wordt aangegeven.
Als u “ONCE?” kiest, treedt de opname-
schakelklok eenmaal in werking. Als u
“DAILY?” kiest, treedt de schakelklok elke
dag op dezelfde tijd in werking. Als u
“WEEKLY?” kiest, treedt de schakelklok
elke week op de ingestelde dag en tijd in
werking.
6 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Als u “ONCE?” of “WEEKLY?” hebt
gekozen, gaat de dag-aanduiding knipperen.
Als u “DAILY?” hebt gekozen, gaat het
uren-cijfer knipperen.
wordt vervolgd
Schakelklok-functies
42
NL
Voor het
Controleren van de
instellingen
Activeren/annuleren
van de schakelklok
Wijzigen van de
instellingen
Doet u het volgende
Kies het schakelkloknummer
(REC 1 – 3) in stap 2 van
“Activeren/annuleren van de
schakelklok” en druk dan op de
ENTER/YES toets van de
afstandsbediening. De laatste
instelling verschijnt.
1 Druk op de CLOCK/TIMER
SELECT toets van de
afstandsbediening, druk
vervolgens enkele malen op
de . of > toets van de
afstandsbediening totdat de
aanduiding “REC SELECT?”
verschijnt en druk dan op de
ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
2 Druk enkele malen op de m
of M toets van de
afstandsbediening om het
schakelkloknummer (REC
1 – 3) te kiezen, druk
vervolgens enkele malen op
de . of > toets van de
afstandsbediening om het
schakelkloknummer
(activeren) of “–” (annuleren)
te kiezen en druk dan op de
ENTER/YES toets van de
afstandsbediening. Als u de
opname-schakelklok niet hebt
ingesteld, verschijnt “.” in
plaats van het
schakelkloknummer of “–”.
Begint u weer vanaf stap 1.
Schakelklok-opname van radio-
uitzendingen (vervolg)
7 Druk enkele malen op de – of + toets (of
de . of > toets) van de
afstandsbediening om de gewenste dag
van de week te kiezen.
Als u in stap 5 “DAILY?” hebt gekozen,
gaat u door naar stap 9.
8 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Het uren-cijfer gaat knipperen.
9 Stel de opname-begintijd in.
Druk enkele malen op de – of + toets (of de
. of > toets) van de
afstandsbediening om het juiste uur in te
stellen en druk op de ENTER/YES toets van
de afstandsbediening.
Nu gaan de minuten-cijfers voor de
inschakeltijd knipperen.
Druk enkele malen op de – of + toets (of de
. of > toets) van de
afstandsbediening om de juiste minuut in te
stellen en druk op de ENTER/YES toets van
de afstandsbediening.
De dag-aanduiding of het uren-cijfer gaat
weer knipperen.
10
Stel de opname-eindtijd in op dezelfde
manier als bij de stappen 7 t/m 9.
11
Kies de opnamefunctie (bijvoorbeeld
LP2) met de . of > toets van de
afstandsbediening en druk dan op de
ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
De gemaakte instellingen voor de
schakelklok-opname verschijnen en daarna
keren de oorspronkelijke aanduidingen
terug.
12
Plaats een voor opnemen geschikte
minidisc.
13
Druk op de @/1 aan/uit-schakelaar om
de stereo-installatie uit te zetten.
Los verkrijgbare apparatuur
43
NL
Tip
Bij het opnemen van de radio worden de zendernaam
(zie blz. 38 of de afstemfrequentie als u de zender nog
geen naam heeft gegeven), de begintijd en de eindtijd
ook automatisch vastgelegd op de minidisc.
Opmerkingen
De stereo-installatie zal ongeveer 30 seconden vóór
de gekozen opname-begintijd worden ingeschakeld.
Probeer niet de stereo-installatie te bedienen na het
inschakelen maar voordat de opname begint.
Anders zal de schakelklok-opnamefunctie niet goed
werken.
Bij opnemen op een gloednieuwe minidisc zal er op
de eerste 15 seconden niets worden opgenomen.
Tijdens de schakelklok-opname zal er geen geluid
te horen zijn.
Los verkrijgbare apparatuur
Aansluiten van los
verkrijgbare apparatuur
Voor een veelzijdig gebruik van uw stereo-
installatie kunt u er allerlei audio/video-
apparatuur op aansluiten. Op de PC LINK
stekkerbus kunt u een personal computer
aansluiten, om de stereo-installatie via uw
personal computer te bedienen.
*
1
Gebruik een audiosnoer (stereo ministekker y
tulpstekkers) (niet bijgeleverd) of een
stekkeradapter (stereo ministekker y
tulpcontrastekkers) (niet bijgeleverd).
*
2
Gebruik een digitale optische aansluitkabel
(vierkante stekker) (niet bijgeleverd).
wordt vervolgd
Verbinden met de
digitale optische
uitgangsaansluiting
van een digitale
geluidsbron*
2
Naar de audio-
ingang van een
cassettedeck*
1
Naar de audio-uitgang
van een cassettedeck*
1
PC LINK
Naar de
hoofdtelefoon
44
NL
Luisteren naar een
aangesloten digitale
geluidsbron
Drukt u enkele malen op de
FUNCTION toets totdat er
“OPTICAL IN” in het
uitleesvenster verschijnt.
Opnemen vanaf een
aangesloten digitale
geluidsbron op een
minidisc
Drukt u enkele malen op de
FUNCTION toets totdat er
“OPTICAL IN” in het
uitleesvenster verschijnt.
Plaats een voor opnemen
geschikte minidisc en begin
met de weergave van de
digitale geluidsbron.
Druk op de REC/REC IT toets
om de stereo-installatie in
opname-paraatstand te zetten
en druk dan op de u toets
bij het punt waar u wilt
beginnen met opnemen.
Druk op de x toets om te
stoppen met opnemen.
Voor het Doet u het volgende
Aansluiten van los verkrijgbare
apparatuur (vervolg)
Begin met de weergave van
de digitale geluidsbron en
start vervolgens met opnemen
op het cassettedeck.
Opnemen vanaf een
aangesloten digitale
geluidsbron naar een
cassettedeck
Luisteren naar een
aangesloten
cassettedeck
Druk enkele malen op de
FUNCTION toets totdat er
“TAPE” in het
uitleesvenster verschijnt.
Opnemen van een
cassette op een
minidisc
Druk enkele malen op de
FUNCTION toets totdat er
“TAPE” in het
uitleesvenster verschijnt.
Plaats een voor opnemen
geschikte minidisc en begin
met de weergave van de
cassette in het cassettedeck.
Druk op de REC/REC IT
toets om de stereo-installatie
in opname-paraatstand te
zetten en druk dan op de
u toets bij het punt waar u
wilt beginnen met opnemen.
Druk op de x toets om te
stoppen met opnemen.
Bedienen van de
stereo-installatie via
een personal
computer
Sluit u de personal computer
aan op de PC LINK
stekkerbus met behulp van
een Sony PC aansluitset (los
verkrijgbaar) voor deze
stereo-installatie.
Luisteren met een
hoofdtelefoon
Tips
Na het indrukken van REC/REC IT toets kunt u het
opnameniveau instellen (zie blz. 26).
De Smart Space pauze-inkortfunctie, de “Auto Cut”
automatische pauzestand (zie blz. 25) en de
Tijdmachine-opnamefunctie (zie blz. 21) zullen bij
het opnemen vanaf een aangesloten geluidsbron
werken.
Door de voorziening van een ingebouwde
bemonsteringsfrequentie-omzetter kunt u een
zuivere digitale opname op een minidisc maken
vanaf een aangesloten digitale geluidsbron met een
bemonsteringsfrequentie van 32 kHz, 44,1 kHz of
48 kHz.
Opmerking
Steek de stekkers volledig in de aansluitbussen zodat
een goed contact wordt gemaakt. Als de stekkers niet
helemaal naar binnen zijn gestoken, zal er geen geluid
zijn.
Sluit de hoofdtelefoon (los
verkrijgbaar) aan op de
PHONES aansluiting.
Aanvullende informatie
45
NL
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
Het naamplaatje bevindt aan de onderkant van de
apparatuur.
LET OP
Als de batterij verkeerd is aangebracht, bestaat er
kans op een ontploffing. Vervang de batterij
uitsluitend door een batterij van hetzelfde of een
gelijkwaardig type. Gooi gebruikte batterijen weg
overeenkomstig de instructies van de fabrikant.
Stroomvoorziening
Controleer, alvorens de stereo-installatie in gebruik te
nemen, of de bedrijfsspanning van het apparaat
overeenkomt met de plaatselijke netspanning.
Veiligheid
Zolang de stekker van het netsnoer in het
stopcontact zit, blijft er een geringe hoeveelheid
stroom naar het apparaat lopen, ook al is het
apparaat zelf uitgeschakeld.
Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u denkt
het apparaat geruime tijd niet te gebruiken. Pak de
stekker vast om deze uit het stopcontact te trekken.
Trek nooit aan het snoer.
Mocht er vloeistof of een voorwerp in het
inwendige van het apparaat terechtkomen, verbreek
dan de aansluiting op het stopcontact en laat de
stereo-installatie eerst door een deskundige nakijken
alvorens deze weer in gebruik te nemen.
Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te
vervangen, laat dit dan uitsluitend bij een erkende
vakhandel verrichten.
Opstelling
Zorg dat het apparaat zo goed mogelijk horizontaal
staat.
Plaats het apparaat ergens waar het niet blootgesteld
staat aan:
— extreme hitte of koude
— stof of vuil
— erg veel vocht
— heftige trillingen
— directe zonnestraling.
Hitte in het inwendige
Alhoewel het apparaat tijdens gebruik nogal warm
kan worden, wijst dat niet op storing in de werking.
Om oververhitting in het inwendige van de stereo-
installatie te voorkomen, moet u de apparatuur op
een goed geventileerde plaats zetten en ook geen
voorwerpen op de bovenkant van de apparatuur
plaatsen.
Bij langdurig afspelen op hoog volume kunnen de
boven-, onder- en zijpanelen van de behuizing na
verloop van tijd erg heet worden. Pas hiervoor op en
raak de behuizing liever niet aan.
Om oververhitting en storing in de werking te
vermijden, mag u de ventilatiesleuven voor de
koelventilator niet afdekken.
Voorkomen van beschadiging
Als de stereo-installatie rechtstreeks van een koude
in een warme omgeving wordt gebracht of in een
erg vochtige kamer wordt geplaatst, kan op de lens
binnenin de compact disc speler of de minidisc-
recorder vocht uit de lucht condenseren. Als dit zich
voordoet, zal de stereo-installatie niet naar behoren
functioneren. In zulke gevallen dient u de compact
disc of minidisc te verwijderen en het apparaat
ongeveer een uur ingeschakeld maar ongebruikt aan
te laten staan, zodat alle condensvocht kan
verdampen.
Voordat u de stereo-installatie verplaatst of
vervoert, dient u de compact disc uit het apparaat te
verwijderen.
Mocht u vragen of problemen met uw stereo-
installatie hebben, aarzel dan niet contact op te nemen
met de dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Betreffende de luidsprekers
Hoewel de luidsprekers van deze stereo-installatie
magnetisch zijn afgeschermd, blijft het toch mogelijk
dat er storing in het TV-beeld optreedt als ze in de
buurt van een TV-toestel staan. Als dit zich voordoet,
schakel het TV-toestel dan eenmaal uit en vervolgens
na 15 tot 30 minuten weer in.
Als er na weer inschakelen geen verbetering
zichtbaar is in de weergave, zet de luidsprekers
en de TV dan iets verder van elkaar vandaan. Zorg er
bovendien voor dat voorwerpen waarin magneten
worden gebruikt, zoals een audiorek, een TV-
standaard, bepaald soort speelgoed, etc., niet in de
buurt van de TV staan, aangezien interactie tussen de
magneten ervan en deze apparatuur storing in het
beeld kan veroorzaken.
wordt vervolgd
46
NL
Voorzorgsmaatregelen (vervolg)
Schuifje
Omtrent minidiscs
Open nooit het schuifje van de minidisc zodanig dat
het magnetisch gevoelige oppervlak zichtbaar
wordt. Als het schuifje geopend is, dient u het
onmiddellijk weer te sluiten.
Plak nooit een etiket zodanig op de minidisc dat de
beweging van het schuifje belemmerd wordt. Plak
een etiket alleen op de daarvoor bestemde plaats.
Gebruik alleen de etiketten die bij de minidisc
geleverd zijn, want de vorm en de afmetingen van
de etiketten kunnen per merk verschillen.
Als de minidisc vuil is, veegt u deze schoon met een
droog doekje.
Leg uw minidiscs niet in de volle zon, niet in de
buurt van een warmtebron en laat ze niet achter in
een auto die in de zon geparkeerd staat.
Bij de volgende soorten compact discs kan er
sprake zijn van storing of leesfouten bij het
overnemen op een minidisc:
compact discs waarop een etiket is geplakt
onregelmatig gevormde CD’s (bijv. hart- of
stervormige)
CD’s met veel tekst geconcentreerd aan één kant
oude CD’s
—CD’s met krassen
vuile CD’s
kromgetrokken CD’s
Als een van de volgende verschijnselen zich
voordoet tijdens het afspelen of opnemen van een
CD, kan er een leesfout optreden of storing in de
opname ontstaan:
als er tegen de apparatuur wordt gestoten;
als de minidisc-recorder scheef staat of op een
wankele ondergrond;
als de minidisc-recorder dichtbij een luidspreker,
een dichtslaande deur of een andere bron van
trillingen staat.
Als er een leesfout optreedt, kan er een extra
nummer ontstaan zonder enig geluid. Dit
overbodige nummer kunt u wissen met behulp van
de bewerkingsfuncties (zie blz. 29).
Juiste omgang met compact discs
Veeg een compact disc voor het afspelen schoon
met een niet pluizend reinigingsdoekje, vanuit het
midden naar de rand.
Plak geen etiketten e.d. op compact discs, want
daardoor kan de CD-speler beschadigd worden.
Gebruik voor het reinigen geen vluchtige stoffen.
Zorg dat uw compact discs niet worden blootgesteld
aan fel zonlicht of de hitte van een kachel.
Discs met afwijkende vormen (hoekig, hartvormig,
stervormig e.d.) zijn in dit apparaat niet af te spelen.
Probeer het in geen geval, want de stereo-installatie
kan er door beschadigd worden. Gebruik dergelijke
discs niet.
Betreffende het afspelen van CD-R/
CD-RW discs
Compact discs die zijn opgenomen met een CD-R/
CD-RW recorder of “CD-brander” zijn in dit apparaat
niet altijd goed af te spelen, niet alleen door stof of
vuil, maar vanwege de opnamekarakteristiek van het
opname-apparaat. En zelf opgenomen discs die nog
niet gefinaliseerd zijn, kunt u niet in dit apparaat
afspelen.
Opmerkingen betreffende de
luidsprekers
De achterkant van de luidsprekers wordt tijdens het
gebruik warm. Dit is normaal en duidt niet op een
defect.
Als u de stereo-installatie langere tijd achtereen met
een hoog ingesteld volume gebruikt, kan de
achterkant van de luidsprekers zelfs heet worden.
Raak de achterkant van de luidsprekers niet aan om
verbranding te voorkomen.
Reinigen van de behuizing
Maak de ombouw, het paneel en bedieningsorganen
schoon met een zachte doek, licht bevochtigd met wat
milde vloeibare huishoudzeep. Gebruik geen
schuurspons, schuurpoeder of oplosmiddelen zoals
alcohol of benzine.
Plaats voor
etiket
Aanvullende informatie
47
NL
Beperkingen van het
minidisc-systeem
Het opnamesysteem van uw minidisc-recorder is
gebonden aan een aantal specifieke beperkingen,
waarvan hieronder een overzicht volgt.
Deze beperkingen zijn inherent aan het ontwerp van
het minidisc-systeem en duiden niet op storing in uw
stereo-installatie.
De “Disc Full!” foutmelding
verschijnt al vóór het bereiken van
de maximale opnameduur
Wanneer er 255 nummers op de minidisc zijn
opgenomen, zal de “Disc Full!” foutmelding
verschijnen, ongeacht de feitelijke opnameduur. Een
minidisc kan niet meer dan 255 muziekstukken
bevatten. Om door te gaan met opnemen, dient u
muziekstukken te wissen of een andere minidisc te
gebruiken.
De “Disc Full!” foutmelding
verschijnt al vóór het bereiken van
het maximaal aantal muziekstukken
(255)
Soms kunnen zachtere passages binnen
muziekstukken worden opgevat als pauzes ertussen,
zodat het aantal nummers het feitelijk aantal
muziekstukken overschrijdt; dan kan de “Disc Full!”
foutmelding al gauw verschijnen.
De resterende opnameduur
vermeerdert niet, ook na het wissen
van diverse korte nummers
Nummers van minder dan 12 seconden* lengte tellen
niet mee, zodat het wissen ervan niet tot meer
beschikbare opnameduur zal leiden.
* Tijdens stereo-opname (circa 24 seconden tijdens
opname in mono of stereomodus LP2, en
48 seconden in stereomodus LP4)
Bepaalde muziekstukken laten zich
niet met andere samenvoegen
Te vaak gemonteerde muziekstukken kunnen soms
ook niet worden samengevoegd.
De totale opgenomen speelduur plus
de resterende opnameduur op de
minidisc komen in totaal niet aan de
nominale speelduur van de disc
Het opnemen wordt verricht in minimum-eenheden
van 2 seconden*, ongeacht de lengte van het
opgenomen materiaal. Dit kan leiden tot een geringe
afwijking van de nominale speelduur. Daarnaast kan
de speelduur van een minidisc beperkt worden door
krassen en dergelijke.
* Tijdens stereo-opname (circa 4 seconden tijdens
opname in mono of stereomodus LP2, en
8 seconden in stereomodus LP4)
Bij het doorzoeken van
muziekstukken die door bewerking
zijn samengesteld valt het geluid
soms weg
Muziekstukken die niet rechtstreeks zijn opgenomen,
maar door bewerking zijn samengesteld, kunnen
nogal over de minidisc verspreid zijn en dan kan de
versnelde weergave het zoeken niet altijd bijhouden.
De muziekstuknummers worden niet
juist vastgelegd
Ook al wordt er tijdens analoog opnemen “LEVEL-
SYNC” (zie blz. 23) in het uitleesvenster aangegeven,
dan nog kunnen de muziekstuknummers soms niet
naar behoren worden vastgelegd aan het begin van elk
muziekstuk:
als het ingangssignaal minder dan 2 seconden lang
onder het grensniveau blijft, m.a.w. bij een te korte
of rumoerige pauze tussen twee muziekstukken.
als het ingangssignaal midden in een muziekstuk
langer dan 2 seconden onder het grensniveau blijft.
u een muziekstuk van 4 seconden of korter*
opneemt.
* u opneemt in stereo, mono of stereo-
opnamemodus LP2 (in stereo-opnamemodus LP4:
8 seconden of korter).
Er worden extra muziekstukken
gecreëerd
Bij een lange stilte tussen muziekstukken op
een CD wordt er soms een extra muziekstuk
gecreëerd.
wordt vervolgd
48
NL
Verhelpen van storingen
Mocht u een probleem ondervinden met deze
stereo-installatie, neemt u dan de volgende lijst
met controlepunten door.
Controleer echter eerst of het netsnoer stevig in
het stopcontact zit en of de luidsprekers juist en
stevig zijn aangesloten.
Is het probleem niet zo eenvoudig te verhelpen,
neem dan a.u.b. contact op met uw
dichtstbijzijnde Sony handelaar. Wanneer u de
stereo-installatie voor reparatie e.d. wegbrengt,
moet u de luidsprekers (SA-C5B/C5S) samen
met het hoofdapparaat (HCD-C5) meenemen.
Algemeen
De luidsprekers geven geen geluid.
Stel het volume in.
Zorg dat er geen hoofdtelefoon is aangesloten.
Controleer de luidspreker-aansluitingen (zie blz.
6).
Tijdens de versnelde CD-MD synchroonopname
wordt er nooit geluid weergegeven.
Een van de luidsprekers geeft geen geluid of de
weergave van links en rechts klinkt
onevenwichtig.
Controleer of de luidsprekersnoeren juist zijn
aangesloten (zie blz. 6).
Zorg dat de luidsprekers zo symmetrisch
mogelijk staan opgesteld.
Sluit alleen de bijgeleverde luidsprekers aan.
Er klinkt een hevige bromtoon of andere storend
geluid.
Zet de stereo-installatie verder weg van andere
apparatuur die storing kan veroorzaken.
Sluit het netsnoer aan op een ander stopcontact.
Breng een (in de elektriciteitshandel
verkrijgbaar) storingsfilter aan in de
stroomtoevoerketen.
In plaats van de tijd verschijnt er “– –:– –” in het
uitleesvenster.
Stel de klok op de juiste tijd in en leg uw
schakelklok-instellingen opnieuw vast (zie blz.
8).
De schakelklok is niet goed in te stellen.
Stel de klok op de juiste tijd in (zie blz. 8).
Overzicht van het één-generatie
kopieersysteem (“Serial Copy
Management System”)
Digitale audio-apparatuur zoals voor compact discs,
minidiscs en DAT cassettes maken het mogelijk om
vrijwel perfecte kopieën te maken van
geluidsmateriaal, want bij het kopiëren van digitale
signalen blijft de kwaliteit intact.
Ter bescherming van de auteursrechten van
componisten en musici is dit apparaat voorzien van
het “Serial Copy Management System” dat slechts
één generatie aan volledig digitale kopieën toestaat
via digitale aansluitingen.
Via digitale aansluitingen kunt u alleen een
eerste-generatie kopie* maken van digitaal
geluidsmateriaal.
Bijvoorbeeld:
1 U kunt een digitale kopie maken van een in de
handel verkrijgbaar digitaal medium (zoals
een compact disc of een voorbespeelde
minidisc), maar het is niet mogelijk van deze
kopie weer een (tweede-generatie) kopie te
maken.
2 U kunt wel een digitale kopie maken van het
digitaal opgenomen geluid van een
oorspronkelijk analoge geluidsbron (zoals een
grammofoonplaat of een muziekcassette) of
een opname van een digitale satelliet-
uitzending, maar hiervan kunt u weer geen
tweede-generatie kopie maken.
* Een eerste-generatie kopie is een digitale opname
van digitale signalen, gemaakt met digitale
geluidsapparatuur. Als u bijvoorbeeld met de
minidisc-recorder en de CD-speler van uw stereo-
installatie het geluid van een compact disc opneemt,
is dit een eerste-generatie digitale kopie.
Beperkingen van het minidisc-
systeem (vervolg)
Aanvullende informatie
49
NL
De schakelklok-functies werken niet naar
behoren.
Druk op de CLOCK/TIMER SELECT toets van
de afstandsbediening, zodat de aanduiding “c
DAILY” of “c REC” in het uitleesvenster
verschijnt (zie blz. 41 en 42).
Controleer de gemaakte instellingen en zorg dat
de klok op de juiste tijd staat ingesteld (zie blz. 8
of blz. 40 t/m 43).
Schakel eerst de sluimerfunctie uit (zie blz. 39).
De “DAILY” wekfunctie en de schakelklok-
opnamefunctie zijn niet beide tegelijk te
gebruiken.
Nadat u de schakelklok hebt ingesteld, moet u op
de `/1 schakelaar drukken om de stereo-
installatie uit te schakelen.
De stereo-installatie is ingeschakeld ongeveer 30
seconden voordat de ingestelde inschakeltijd
wordt bereikt.
De stereo-installatie reageert niet op de
afstandsbediening.
Verwijder eventuele obstakels tussen de
afstandsbediening en de stereo-installatie.
Houd de afstandsbediening dichter bij de stereo-
installatie.
Richt de afstandsbediening recht op de
afstandsbedieningssensor van de stereo-
installatie.
Vervang de CR2025 batterij door een nieuwe.
Gebruik de stereo-installatie niet te dicht in de
buurt van tl-verlichting of andere fluorescerende
lampen.
Compact disc speler
De disc-lade gaat niet open.
Houd de CD Z toets ingedrukt.
Raadpleeg uw dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Het afspelen van de compact disc begint niet.
Plaats een CD.
Veeg de CD schoon (zie blz. 46).
Probeer of een andere CD wel goed wordt
afgespeeld.
Misschien is de CD ondersteboven ingelegd.
Plaats de CD op de juiste wijze.
Verwijder de compact disc, veeg eventueel
condensvocht weg en laat de stereo-installatie
een paar uur lang ongebruikt aan staan, zodat het
condensvocht kan verdampen.
Druk op de NX toets om het afspelen te
starten.
Het geluid hapert of springt over.
Veeg de CD schoon (zie blz. 46).
Probeer of een andere CD wel goed wordt
afgespeeld.
Plaats de stereo-installatie op een stabiele
ondergrond zonder trillingen (een stevige tafel,
boekenkast of audiorek).
Zet de luidsprekers verder van de stereo-
installatie of plaats ze op een trillingsdempend
voetstuk.
Als u geluid met veel bassen erg luid afspeelt,
kan het dreunen van de lage tonen de laserkop
doen overspringen.
De weergave begint niet bij het eerste
muziekstuk.
Druk enkele malen op de PLAY MODE toets
van de afstandsbediening, zodat de
“PROGRAM” of “SHUFFLE” aanduiding uit
het uitleesvenster verdwijnt, om terug te keren
naar normale weergave.
De aanduiding “—OVER—” verschijnt in het
uitleesvenster.
Houd bij het einde van de compact disc de m
toets ingedrukt of druk op de . toets om terug
te keren naar de gewenste muziekpassage.
Minidisc-recorder
De minidisc is niet goed in te steken.
Steek de minidisc met de pijlkant boven en de
pijl naar binnen wijzend in de opening.
De bedieningsknoppen werken niet.
Probeer of het met een andere minidisc beter
lukt.
Wacht tot de aanduiding “TOC” is gedoofd en
probeer het dan opnieuw.
Het afspelen begint niet.
Probeer of het met een andere minidisc beter
lukt.
Verwijder de minidisc en laat de stereo-
installatie een paar uur lang ongebruikt aan staan,
totdat het condensvocht verdampt is.
Druk op de NX toets om het afspelen te
starten.
wordt vervolgd
50
NL
Het geluid is te zacht (of te hard) op de minidisc
opgenomen.
Stel het opnameniveau beter in (zie blz. 26 of
34).
Tuner voor radio-ontvangst
Hinderlijke bromtonen of andere storing in de
radio-ontvangst (in het uitleesvenster knippert
“TUNED” of “STEREO”).
Kies de juiste golfband en afstemfrequentie (zie
blz. 36).
Zorg dat de antenne stevig is aangesloten en richt
of verstel de antenne (zie blz. 6).
Zoek een plaats voor de antenne en een richting
die goede ontvangst oplevert.
Als er geen plaats of richting voor goede
ontvangst te vinden is, sluit dan een in de
radiohandel verkrijgbare buitenantenne aan.
De bijgeleverde antenne ontvangt over de gehele
lengte signalen, dus strek de antenne zo ver
mogelijk uit.
Houd de antennes zo ver mogelijk uit de buurt
van de luidsprekersnoeren.
Als de bijgeleverde AM antennedraad losraakt
van de plastic houder, raadpleeg dan uw
dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Probeer of u betere ontvangst verkrijgt na
uitschakelen van elektrische apparatuur in de
omgeving.
Een stereo FM uitzending wordt niet in stereo
weergegeven.
Druk op de FM MODE toets van de
afstandsbediening totdat “MONO” uit het
uitleesvenster verdwijnt.
Zie de aanwijzingen onder “Hinderlijke
bromtonen of andere storing in de radio-
ontvangst (in het uitleesvenster knippert
“TUNED” of “STEREO”)” en controleer de
toestand van de antenne.
Tijdens het opnemen op een minidisc klinken er
regelmatig terugkerende storende geluiden.
Verstel de plaats en de richting van de antenne
zo dat de storing verdwijnt.
Verhelpen van storingen (vervolg)
Het geluid hapert of springt over.
Probeer of een andere minidisc wel goed wordt
afgespeeld.
Plaats de stereo-installatie op een stabiele
ondergrond zonder trillingen (een stevige tafel,
boekenkast of audiorek).
Zet de luidsprekers verder van de stereo-
installatie of plaats ze op een trillingsdempend
voetstuk.
Als u geluid met veel bassen erg luid afspeelt,
kan het dreunen van de lage tonen de
weergavekop doen overspringen.
Plaats de minidisc en wacht dan 10 tot 20
minuten, met de stereo-installatie ingeschakeld,
voor u het opnieuw probeert.
De weergave begint niet bij het eerste
muziekstuk.
Druk enkele malen op de PLAY MODE toets
van de afstandsbediening zodat de “PROGRAM”
of “SHUFFLE” aanduiding uit het uitleesvenster
verdwijnt, om terug te keren naar normale
weergave.
De aanduiding “—OVER—” verschijnt in het
uitleesvenster.
Houd bij het einde van de minidisc de m toets
ingedrukt of druk op de . toets om terug te
keren naar de gewenste muziekpassage.
Tijdens het opnemen licht de aanduiding
“OVER” op.
Stel het volume van de aangesloten comoponent
lager in.
Na opnemen of bewerken is de TOC
inhoudsopgave niet bijgewerkt.
De aanvullende gegevens bij opnemen of
bewerken van een minidisc worden pas op de
minidisc vastgelegd wanneer die uit het apparaat
wordt verwijderd, dus neem de minidisc na het
opnemen of bewerken eenmaal uit om te
gegevens bij te werken (zie blz. 18 en 26).
Het opnemen op een minidisc lukt niet.
Verwijder de minidisc en schuif voor het
opnemen het wispreventienokje opzij om de
opening af te sluiten (zie blz. 18).
Zorg dat de externe audio/video-geluidsbron naar
behoren is aangesloten (zie blz. 43).
Probeer het met een andere geluidsbron.
Vervang de minidisc door een opname-minidisc
of wis enkele overbodige muziekstukken met de
Erase wisfunctie om weer ruimte voor het
opnemen te maken (zie blz. 29).
Aanvullende informatie
51
NL
Externe geluidsbronnen
Er wordt geen geluid weergegeven.
Zie de paragraaf “De luidsprekers geven geen
geluid” onder “Algemeen” op blz. 48 en
controleer of de installatie in orde is.
Controleer of de externe geluidsbron naar
behoren is aangesloten (zie blz. 43) en zorg dat:
– de snoeren juist zijn aangesloten.
– alle stekkers stevig in de aansluitbussen zitten.
Zorg dat de externe geluidsbron is ingeschakeld.
Zie de gebruiksaanwijzing van het aangesloten
apparaat en start de weergave van de
geluidsbron.
Er klinkt vervorming in de geluidsweergave.
Stel de geluidssterkte van de aangesloten
geluidsbron lager in.
Het geluid van de component die is aangesloten
op de DIGITAL OPTICAL IN aansluiting is niet te
horen.
Druk enkele malen op de FUNCTION toets
totdat “OPTICAL IN” verschijnt.
Als er zich andere problemen
voordoen, die hierboven niet zijn
beschreven, kunt u de stereo-
installatie als volgt terugstellen in
de uitgangsstand:
Terwijl de stereo-installatie is ingeschakeld,
drukt u de REC/REC IT, CDZ en CD SYNC
HIGH toetsen alledrie tegelijk in.
“COLD RESET” verschijnt in het
uitleesvenster en de stereo-installatie wordt
uitgeschakeld. Alle systeemparameters worden
teruggezet op de fabrieksinstellingen. Hierna
moet u de volgende procedures opnieuw
uitvoeren: de radiozenders in het geheugen
vastleggen, de normale klok en de schakelklok
instellen en de CD’s van titels voorzien.
Zelfdiagnose-aanduidingen
Om de oorzaak van een probleem sneller te
kunnen opsporen, is dit apparaat voorzien van
een zelfdiagnosefunctie. Als er iets mis is,
verschijnt er in het uitleesvenster beurtelings
een foutcode van een letter plus 3 of 5 cijfers,
en een korte foutmelding. De betekenis daarvan
kunt u vinden in de onderstaande lijst. Als het
probleem niet eenvoudig te verhelpen is,
raadpleeg dan a.u.b. uw dichtstbijzijnde Sony
handelaar.
C11/Protected
De minidisc is tegen wissen/opnemen beveiligd.
cVerwijder de minidisc en schuif het
wispreventienokje opzij om de opening af te
sluiten (zie blz. 18).
C12/Cannot Copy
Er is geprobeerd een CD op te nemen die niet
geschikt is voor dit apparaat, zoals een CD-ROM
disc e.d.
cVerwijder de minidisc en zet de stereo-installatie
eenmaal uit en dan weer aan.
C13/REC Error
Opnemen op de minidisc is niet mogelijk.
cZet de stereo-installatie op een meer stabiele
plaats en probeer het opnemen opnieuw.
De minidisc is vuil of bekrast of wijkt af van de
norm.
cVervang de minidisc door een andere en probeer
het opnemen opnieuw.
C13/Read Error
De minidisc-recorder kan de informatie op de
minidisc niet goed lezen.
cNeem de minidisc eenmaal uit het apparaat en
plaats deze opnieuw.
wordt vervolgd
52
NL
Zelfdiagnose-aanduidingen (vervolg)
E0101/LASER NG
Er is een probleem met het optische blok.
cHet optische blok is mogelijk defect. Neem
contact op met uw dichtstbijzijnde Sony
handelaar.
Foutmeldingen
De onderstaande mededelingen kunnen in het
uitleesvenster verschijnen of gaan knipperen
als er bij de bediening iets mis gaat.
Minidiscs
Auto Cut
De minidisc-recorder pauzeert de opname, omdat
het tijdens opnemen al meer dan 30 seconden stil
is.
Blank Disc
Er is getracht een blanco, onbespeelde of compleet
gewiste minidisc af te spelen.
Cannot Edit
De geplaatste minidisc is een voorbespeelde
minidisc, dus niet voor opnemen geschikt.
Er is getracht een minidisc te bewerken tijdens
geprogrammeerde weergave of weergave in
willekeurige volgorde.
Er is getracht het opnameniveau te wijzigen van
een muziekstuk dat is opgenomen met de LP2 of
LP4 functie.
Cannot REC
De geplaatste minidisc is een voorbespeelde
minidisc, dus niet voor opnemen geschikt.
Voor de geluidsbron is er ingesteld op MD voor
minidisc-weergave.
Complete!
De bewerking van de minidisc is voltooid.
Disc Full!
Er is geen ruimte meer over op de minidisc.
Eject
De minidisc-recorder schuift de minidisc naar
buiten.
Impossible
De bewerking die u probeert is niet mogelijk.
U kunt de muziekstukken niet samenvoegen of
wissen, vanwege de vaste beperkingen van het
minidisc-systeem.
De aanduiding “Impossible” verschijnt wanneer
u een muziekstuk probeert te splitsen vlakbij het
begin of het eind ervan. Druk op de . of >
toets om een ander splitspunt te kiezen.
C14/Toc Error
De minidisc-recorder kan de informatie op de
minidisc niet goed lezen.
cVervang de minidisc door een andere.
cWis alle opnamen van de minidisc met behulp
van de “All Erase” wisfunctie (beschreven op
blz. 29).
C41/Cannot Copy
De geluidsbron is een kopie van in de handel
verkrijgbare muzieksoftware of u probeert een
CD-R (voor opnemen geschikte CD) op te nemen.
cHet “Serial Copy Management System”
voorkomt dat u een digitale kopie kunt maken
(zie blz. 48). U kunt geen CD-R opnemen.
C71/Check OPT-IN
Tijdens het opnemen verschijnt kortstondig deze
melding vanwege het signaal van de digitale
uitzending.
cDit is niet van invloed op de opname.
Er is geen component aangesloten op de DIGITAL
OPTICAL IN aansluiting, of een digitale
component is niet goed aangesloten.
cSluit een digitale component goed aan op de
DIGITAL OPTICAL IN aansluiting door
gebruikmaking van een digitale aansluitkabel
(niet bijgeleverd, zie blz. 43).
De aangesloten digitale component is niet
ingeschakeld.
cRaadpleeg de gebruiksaanwijzing die met de
aangesloten component is meegeleverd en
controleer of de component is ingeschakeld.
De digitale aansluitkabel die is aangesloten op de
DIGITAL OPTICAL IN aansluiting is eruit
getrokken, of de aangesloten digitale component is
tijdens het digitaal opnemen uitgeschakeld.
cSluit de kabel aan of schakel de digitale
component in.
E0001/MEMORY NG
Er is een fout opgetreden in de interne gegevens
die het systeem nodig heeft om te kunnen werken.
cNeem contact op met uw dichtstbijzijnde Sony
handelaar.
Aanvullende informatie
53
NL
Incomplete!
De volumecorrectie voor aanpassen van de
geluidssterkte na het opnemen, of voor in- of uit-
faden is mislukt, vanwege trillingen of stoten tegen
de minidisc-recorder of vanwege vuil of krassen op
de minidisc. Plaats de stereo-installatie op een
stabiele ondergrond zonder trillingen. Gebruik
geen discs die vuil of beschadigd zijn.
Initialize (knippert)
De instellingen van Setup Menu zijn verloren
gegaan.
De met de timer gemaakte opname is na verloop
van tijd verloren gegaan en kan daarom niet meer
op de disc worden bewaard, of de functie voor
afspelen in geprogrammeerde volgorde kon niet
worden geactiveerd omdat het programma na
verloop van tijd verloren is gegaan.
(De melding knippert circa 4 seconden wanneer u
het deck inschakelt door indrukken van de ?/1
aan/uit-schakelaar.)
Name Full
Er is geen ruimte meer voor een disc-titel of
muziektitels.
No Change
Bij het aanpassen van de geluidssterkte na het
opnemen is er uiteindelijk geen volumecorrectie
gemaakt omdat u tussentijds op de ENTER/YES
toets van de afstandsbediening hebt gedrukt.
No Disc
Er bevindt zich geen minidisc in het apparaat.
— OVER —
Tijdens het doorzoeken van de minidisc met de
M toets in de pauzestand is het einde van het
laatste muziekstuk bereikt.
Push STOP!
U hebt tijdens afspelen op de PLAY MODE toets
van de afstandsbediening gedrukt.
—Rehearsal—
De huidige muziekpassage, voor het splitsen van
het muziekstuk met “Divide” of het wissen van een
passage met “A-B Erase”, wordt herhaald om het
preciese verdeelpunt te bepalen.
S.F Edit!
Er is geprobeerd een andere functie in te schakelen
tijdens de S.F Edit functie (voor aanpassen van de
geluidssterkte na het opnemen, of in- of uitfaden).
Het is niet mogelijk tijdens gebruik van de S.F Edit
volumecorrectie enige andere functie te bedienen.
S.F Edit NOW
Er is op de `/1 aan/uit-schakelaar gedrukt tijdens
de werking van de S.F Edit functie (voor
aanpassen van de geluidssterkte na het opnemen,
of in- of uit-faden). Bij uitschakelen voordat de S.F
Edit volumecorrectie voltooid is, zullen de
gegevens niet naar behoren zijn bijgewerkt.
Schakel de stereo-installatie pas uit na afloop van
de S.F Edit volumecorrectie.
Als het toch nodig is de stroom uit te schakelen
voordat de volumecorrectie gemaakt is, druk dan
nogmaals op de `/1 aan/uit-schakelaar terwijl deze
melding wordt aangegeven.
Smart Space
Tijdens digitaal opnemen is er weer een
geluidssignaal doorgekomen na meer dan 3, maar
minder dan 30 seconden stilte.
Step Full!
U probeert 26 of meer muziekstukken (nummers)
te programmeren.
Text Protect
Er is CD TEXT informatie, maar die niet kan
worden opgenomen op de minidisc.
TOC Reading
De minidisc-recorder is bezig de “TOC”
inhoudsopgave van de minidisc te lezen.
TOC Writing
De minidisc-recorder is bezig de gegevens voor de
opname of bewerking in de inhoudsopgave te
schrijven.
Track End
Bij het kiezen van een verdeelpunt voor het
splitsen van een muziekstuk met de “Divide”
functie is het einde van de minidisc bereikt.
wordt vervolgd
54
NL
Technische gegevens
Hoofdapparaat (HCD-C5)
Versterker-gedeelte
DIN uitgangsvermogen (nominaal):
15 + 15 watt
(aan 6 ohm, bij 1 kHz,
DIN)
Continu RMS uitgangsvermogen (referentie):
20 + 20 watt
(aan 6 ohm, bij 1 kHz,
10% THV)
Muziekvermogen (referentie):
45 + 45 watt
Ingangen
TAPE IN (stereo ministekkerbus):
Gevoeligheid 250 mV,
impedantie 47 kOhm
DIGITAL OPTICAL IN (Geschikt voor
bemonsteringsfrequenties: 32 kHz, 44,1 kHz en
48 kHz)
Uitgangen
TAPE OUT (stereo ministekkerbus):
Gevoeligheid 250 mV,
impedantie 1 kOhm
PHONES (stereo ministekkerbus):
Voor aansluiten van een
hoofdtelefoon met een
impedantie van 8 ohm of
meer
CD
Check and CD Position appear alternately
De disc kon niet goed worden gelezen.
Complete!
De montage van de CD (disc-memo) is normaal
beëindigd.
Eject
De CD-speler schuift de CD naar buiten.
File Full
Er zijn reeds 100 disc-titels in het systeem
vastgelegd.
Initialize
Het apparaat wordt geïnitialiseerd. U kunt nu geen
CD plaatsen. Wacht totdat de aanduiding
“Initialize” uit het uitleesvenster verdwijnt.
No Disc
Er zit geen disc in de CD-speler.
—OVER—
Het einde van de CD is bereikt terwijl u de M
toets ingedrukt houdt en het systeem zich in de
weergavepauzestand bevindt.
Push STOP!
Tijdens het afspelen hebt u op de PLAY MODE
toets van de afstandsbediening gedrukt.
Zelfdiagnose-aanduidingen (vervolg)
Aanvullende informatie
55
NL
Compact disc speler
Afspeelsysteem Compact disc digitaal
audiosysteem
Laser Halfgeleider laser
(λ = 780 nm)
Emissieduur: continu
Frequentiebereik 2 Hz – 20 kHz
Minidisc-recorder
Opname/weergavesysteem
MiniDisc digitaal
audiosysteem
Laser Halfgeleider laser
(λ=780 nm)
Emissieduur: continu
Bemonsteringsfrequentie 44,1 kHz
Frequentiebereik 5 Hz – 20 kHz
Tuner-gedeelte
FM stereo, FM/AM superheterodyne afstemming
FM afstemtrap
Afstembereik 87,5 – 108,0 MHz
(afsteminterval 50 kHz)
Antenne FM-draadantenne
Antenne-aansluitingen 75 ohm, asymmetrisch
Tussenfrequentie 10,7 MHz
AM afstemtrap
Afstembereik 531 – 1602 kHz
(met afsteminterval
ingesteld op 9 kHz)
Antenne AM-kaderantenne, externe
antenne-aansluiting
Tussenfrequentie 450 kHz
Luidsprekers (SA-C5B/C5S)
Luidsprekersysteem 2-wegsysteem, in
basreflexkast
Luidsprekereenheden Lagetonen-luidspreker,
conus 9 cm
Hogetonen-luidspreker,
gebalanceerde aandrijving
2,5 cm
Nominale impedantie 6 ohm
Afmetingen (b/h/d) Ca. 149 × 248 × 220 mm
Gewicht Ca. 1,9 kg per luidspreker-
box
Algemeen
Stroomvoorziening 230 V wisselstroom,
50/60 Hz
Stroomverbruik Zie het naamplaatje
0,5 watt (in de
stroombesparingsstand)
Afmetingen (b/h/d) Ca. 145 × 125 × 273 mm,
incl. uitstekende
onderdelen en knoppen
Gewicht Ca. 4,5 kg
Bijgeleverd toebehoren Afstandsbediening (1)
AM-kaderantenne (1)
FM-draadantenne (1)
Los verkrijgbaar toebehoren
PCLK-MN10A Sony
PC-aansluitset
Wijzigingen in het los
verkrijgbaar toebehoren
voor deze stereo-installatie
voorbehouden, zonder
kennisgeving. Neem voor
nadere informatie contact
op met uw Sony
handelaar.
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden, zonder kennisgeving.

Documenttranscriptie

4-233-942-32 (1) Micro Hi-Fi Component System Bedienungsanleitung DE Gebruiksaanwijzing NL Istruzioni per l’uso IT CMT-C5 © 2001 Sony Corporation WAARSCHUWING Stel dit apparaat niet bloot aan regen of vocht, om brandgevaar of elektrische schokken te voorkomen. Open de behuizing niet, om gevaar voor elektrische schokken te voorkomen. Laat alle reparaties aan deskundig personeel over. Installeer de stereo-installatie niet in een krappe ruimte, zoals een boekenkast of ingebouwde kast. Dit apparaat is geclassificeerd als een KLASSE 1 LASER product. De “CLASS 1 LASER PRODUCT” aanduiding bevindt zich aan de onderkant van het apparaat. Dit waarschuwingslabel bevindt zich binnenin het apparaat. Om brand te voorkomen, mogen de ventilatieopeningen van het apparaat niet worden afgedekt door kranten, tafelkleden, gordijnen, enz. Zet ook geen brandende kaarsen op het apparaat. Om gevaar van brand of een elektrische schok te voorkomen, mogen er geen voorwerpen met vloeistof erin, zoals bloemenvazen, op het apparaat worden geplaatst. IN GEEN ENKELE SITUATIE KAN DE VERKOPER AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR DIRECTE SCHADE, SECUNDAIRE SCHADE OF WAT VOOR SCHADE DAN OOK, VOORTVLOEIEND UIT GEBRUIK VAN HET APPARAAT OF EEN DEFECT HIERIN, NOCH VOOR HIERMEE SAMENHANGENDE ONKOSTEN OF VERLIEZEN. Dit apparaat bevat voor memory back-up een batterij die niet vervangen hoeft te worden tijdens de levensduur van het apparaat. Raadpleeg uw leverancier indien na zeer intensief of langdurig gebruik de batterij vervangen moet worden. Om gevaar of schade door kortsluiting te voorkomen mag de batterij alleen vervangen worden door vakbekwaam servicepersoneel. Gooi de batterij niet weg, maar lever hem in als KCA. 2NL Inhoudsopgave Plaats en functie van de bedieningsorganen Voorpaneel stereo-installatie ......................... 4 Afstandsbediening ......................................... 5 Voorbereidingen Aansluiten van de stereo-installatie ............... 6 Gereedmaken van de afstandsbediening ........ 7 Vervangen van de batterij in de afstandsbediening ................................... 7 Gelijkzetten van de klok ................................ 8 Stroom besparen in de gebruiksklaar-stand ... 8 Compact disc weergave Een CD inleggen ............................................ 9 Een CD afspelen — Normale weergave/herhaalde weergave/willekeurige weergave ....... 9 Muziekstukken van een CD voor weergave kiezen — Programma-weergave ...................... 11 Gebruik van het CD uitleesvenster .............. 12 Naamgeving van compact discs — Disc-memo ....................................... 13 Minidisc — weergave Een minidisc inleggen .................................. 14 Een minidisc afspelen — Normale weergave/herhaalde weergave/willekeurige weergave ..... 14 Muziekstukken van een minidisc voor weergave kiezen — Programma-weergave ...................... 16 Gebruik van het MD uitleesvenster ............. 17 Minidisc — opname Alvorens u gaat opnemen ............................ 18 Na afloop van het opnemen ......................... 18 Een CD opnemen op minidisc — CD-MD synchroonopname/versnelde CD-MD synchroonopname .............. 19 Handmatig opnemen op een minidisc — Handmatige opname ........................ 20 Opnemen van het muziekstuk dat wordt weergegeven — Direct-opname ................................. 20 Veiligheids-opnamestart met 6 seconden muziek uit het buffergeheugen — Tijdmachine-opname ....................... 21 Tips voor het opnemen — Extra-lange opname/ Muziekstuknummers aanbrengen/ Smart Space pauzeverkorting/ Opnameniveau instellen ................... 22 Minidisc — Opnamen bewerken Alvorens te beginnen met bewerken ............ 26 Naamgeving van minidiscs — NAME functie ................................. 27 Wissen van minidisc-opnamen — “Erase” functies ............................... 29 Verplaatsen van opgenomen muziekstukken — “Move” functie ................................ 31 Splitsen van opgenomen muziekstukken — “Divide” functie ............................... 31 Samenvoegen van opgenomen muziekstukken — “Combine” functie ........................... 32 Ongedaan maken van de laatste bewerking — “Undo” functie ................................ 33 Aanpassen van de geluidssterkte na het opnemen — S.F Edit volumecorrectie ................. 34 Tuner voor radio-ontvangst Vastleggen van uw favoriete radiozenders .......................................... 36 Luisteren naar de radio — Geheugenafstemming ...................... 37 Naamgeving van de voorkeurzenders — Zendernamen ................................... 38 Gebruik van het Radio Data Systeem (RDS)* .................................................. 38 NL Geluidregeling Extra versterken van de bassen — DBFB basversterking ...................... 39 Kiezen van een akoestiekeffect ................... 39 Schakelklok-functies In slaap vallen met muziek — SLEEP timer .................................... 39 Gewekt worden met muziek — DAILY timer wekfunctie ................. 40 Schakelklok-opname van radio-uitzendingen ................................ 41 Los verkrijgbare apparatuur Aansluiten van los verkrijgbare apparatuur ............................................. 43 Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen ................................. 45 Beperkingen van het minidisc-systeem ....... 47 Verhelpen van storingen .............................. 48 Zelfdiagnose-aanduidingen .......................... 51 Technische gegevens ................................... 54 * Alleen voor het Europese model 3NL Plaats en functie van de bedieningsorganen De lijst geeft de bedieningsorganen in alfabetische volgorde. Zie voor nadere bijzonderheden de tussen haakjes () aangegeven bladzijnummers. Voorpaneel stereo-installatie 1 2 qa 3 4 0 5 9 8 7 Afstandsbedieningssensor 9 CD SYNC HIGH 7 (19, 51) CD SYNC NORMAL 8 (19) CD Z 2 (10, 51) FUNCTION qa (9, 11, 13, 14, 16, 21–37, 44) MD Z 6 (15, 18, 26) REC/REC IT 8 (20, 21, 24, 26, 44, 51) TUNING +/– 5 (36, 37) VOL +/– q; (40) 4NL FUNCTIETOETSEN MET STANDAARDSYMBOLEN @/1 (Aan/uit-schakelaar) 1 (7, 18, 26, 27, 37, 40, 42) u 3 (9–11, 14–16, 19, 20, 25, 44) x 4 (10, 11, 15, 16, 19–21, 26, 44) . > 5 (10, 11, 13, 15, 16, 22–35) m M 5 (10, 15, 30, 32) 6 Voorbereidingen Aansluiten van de stereo-installatie Volg de onderstaande aanwijzingen van 1 t/m 3 om uw stereo-installatie aan te sluiten met de bijgeleverde snoeren en ander toebehoren. AM-kaderantenne FM-draadantenne Achterpaneel van de CMT-C5 Rechter luidspreker Linker luidspreker 1 Sluit de luidsprekers aan. Sluit de rechter en linker luidsprekersnoeren aan op de SPEAKER klemmen zoals hieronder aangegeven. Linker luidsprekersnoer Aansluiting type A AMkaderantenne Rechter luidsprekersnoer 2 Sluit de FM- en AM-antennes aan. Zet de AM-kaderantenne in elkaar alvorens deze aan te sluiten. NL 6 Strek de FMdraadantenne zover mogelijk horizontaal uit. Aansluiting type B AMkaderantenne Strek de FMdraadantenne zover mogelijk horizontaal uit. 3 Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact. Gereedmaken van de afstandsbediening Trek de isolatiestrook naar buiten zodat de batterij stroom gaat leveren. De afstandsbediening bevat reeds een batterij. Bij onjuiste vervanging van de batterij zou deze kunnen ontploffen. Vervang de batterij slechts door een van hetzelfde of een gelijkwaardig type, aanbevolen door de fabrikant. Gooi lege of gebruikte batterijen niet met het huisvuil weg, maar lever ze in als klein chemisch afval. Gebruiksduur van de lithiumbatterij Met een nieuwe batterij zult u de afstandsbediening ongeveer 6 maanden lang kunnen gebruiken (met een Sony CR2025 lithiumbatterij). Als u de stereo-installatie niet langer op afstand kunt bedienen, vervangt u dan de batterij door een nieuwe. Voorbereidingen Als de bijgeleverde verloopstekker niet in het stopcontact past, verwijdert u deze en gebruikt u de vaste netstekker (alleen voor de modellen met verloopstekker). Om de stereo-installatie aan te zetten, drukt u op de @/1 toets. WAARSCHUWING Schade door batterijlekkage voorkomen Verwijder de batterij uit de afstandsbediening wanneer u denkt deze voorlopig niet te gebruiken; dit om schade door eventuele batterijlekkage te voorkomen. Vervangen van de batterij in de afstandsbediening 1 Schuif het batterijklemmetje uit de afstandsbediening. Voorzichtig met de lithiumbatterij • Houd de lithiumbatterij vooral buiten het bereik van kinderen. Mocht een kind de batterij hebben ingeslikt, raadpleeg dan onmiddellijk een arts. • Veeg de batterij voor het aanbrengen schoon met een droog doekje, om een optimaal contact te verzekeren. • Let bij het inleggen van de lithiumbatterij goed op de juiste polariteit van plus en min. • Pak de batterij nooit met een metalen tang of pincet vast, aangezien dit kortsluiting van de polen kan veroorzaken. 2 Plaats een nieuwe CR2025 lithiumbatterij met de + kant naar boven wijzend in het klemmetje. CR2025 lithiumbatterij WAARSCHUWING Bij oneigenlijk gebruik kan de batterij ontploffen. Probeer niet de batterij op te laden of te openen; werp ook een lege batterij nooit in het vuur. 3 Schuif het batterijklemmetje terug in de afstandsbediening. 7NL Gelijkzetten van de klok 1 Zet de stereo-installatie aan. 2 Druk op de CLOCK/TIMER SET toets van de afstandsbediening. Wanneer u de klok voor de eerste keer instelt, kunt u nu direct doorgaan naar stap 5. 3 Druk enkele malen op de – of + toets (of de . of > toets) van de afstandsbediening totdat er “CLOCK SET?” in het uitleesvenster verschijnt. 4 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. De dag-aanduiding gaat knipperen. 5 Druk enkele malen op de – of + toets (of de . of > toets) van de afstandsbediening om de juiste dag in te stellen en druk dan op de ENTER/ YES of CURSORt toets van de afstandsbediening. De uren-cijfers gaan knipperen. 6 Druk op de – of + toets (of de . of > toets) van de afstandsbediening om het juiste uur in te stellen en druk dan op de ENTER/YES of CURSORt toets van de afstandsbediening. De minuten-cijfers gaan knipperen. 7 Druk enkele malen op de – of + toets (of de . of > toets) van de afstandsbediening om de juiste minuut in te stellen en druk dan op de ENTER/ YES toets van de afstandsbediening. Als u een fout maakt Druk op de TCURSOR of CURSORt toets van de afstandsbediening totdat de aanduiding die u wilt veranderen (dag, uur of minuten) knippert en maak dan de gewenste instelling. Wijzigen van de tijdinstelling Volg opnieuw de aanwijzingen vanaf stap 1. 8NL Stroom besparen in de gebruiksklaar-stand Ook al staat de stereo-installatie uitgeschakeld, dan nog verbruikt het apparaat stroom, om de tijdsaanduiding in stand te houden en te kunnen reageren op commando’s via de afstandsbediening. De stroombesparingsstand zorgt echter dat er zo weinig mogelijk stroom wordt verbruikt in de uitgeschakelde gebruiksklaarstand, om energie te besparen. In deze stand wordt de tijd of demonstratie niet getoond. Om de stroombesparingsstand in te schakelen, drukt u enkele malen op de DISPLAY of TIME toets van de afstandsbediening wanneer de stereoinstallatie uit staat, totdat de demonstratie en de tijdsaanduiding uit het uitleesvenster verdwijnen. Uit- of omschakelen van de aanduidingen Druk enkele malen op de DISPLAY of TIME toets van de afstandsbediening wanneer de stereo-installatie uit staat. De aanduidingen in het uitleesvenster veranderen als volgt: Tijdsaanduiding* t Demonstratie t Stroombesparingsstand t Tijdsaanduiding* t ... * Na ongeveer 8 seconden komt de stereo-installatie weer in de stroombesparingsstand te staan. Tip In de stroombesparingsstand zal de schakelklok gewoon werken. Compact disc weergave Een CD inleggen 1 Plaats een CD. De CD wordt automatisch naar binnen gehaald. Een CD afspelen — Normale weergave/herhaalde weergave/willekeurige weergave Muziekstukunummer Speelduur 1 Druk enkele malen op de FUNCTION Leg de bedrukte label-kant boven. Tips • Om de CD opnieuw te plaatsen, moet u deze eerst verwijderen en dan weer aanbrengen. • Een 8-cm CD singeltje kan zonder adapter worden afgespeeld. Opmerking Gebruik geen adapter bij het afspelen van een 8-cm CD singeltje, want dit zal resulteren in een foutieve werking van de stereo-installatie. toets totdat er “CD” in het uitleesvenster verschijnt. 2 Druk in de stopstand enkele malen op de PLAY MODE toets van de afstandsbediening totdat de gewenste afspeelfunctie in het uitleesvenster wordt aangegeven. Stel in op Voor weergave van Geen aanduiding De gehele CD in de gewone nummervolgorde. SHUFFLE De muziekstukken op de CD in willekeurige volgorde. PROGRAM Bepaalde muziekstukken van de CD in een door u gekozen volgorde (zie “Muziekstukken van een CD voor weergave kiezen” op blz. 11). Compact disc weergave Met deze stereo-installatie kunt u compact discs met verschillende afspeelfuncties weergeven. 3 Druk op de u toets (of de CD N toets van de afstandsbediening). wordt vervolgd 9NL Een CD afspelen (vervolg) Andere bedieningsfuncties Voor het Doet u het volgende Stoppen met afspelen Druk op de x stoptoets. Pauzeren Druk op de u toets (of op de CD X toets van de afstandsbediening). Nogmaals drukken om de weergave te hervatten. Opzoeken van een muziekstuk Druk tijdens weergave of in de pauzestand enkele malen op de . of > toets tot u het gewenste muziekstuk bereikt. Opzoeken van een punt Houd tijdens weergave de m of M toets ingedrukt in een muziekstuk en laat deze los wanneer u de gewenste muziekpassage bereikt. Meermalen afspelen (herhaalde weergave) Druk tijdens afspelen enkele malen op de REPEAT toets van de afstandsbediening totdat er “REPEAT” of “REPEAT 1” in het uitleesvenster verschijnt. REPEAT: voor herhaalde weergave, tot maximaal vijfmaal, van alle muziekstukken op de CD. REPEAT 1: voor herhalen van alleen het weergegeven muziekstuk. Om de herhaalde weergave uit te schakelen, drukt u weer enkele malen op de REPEAT toets totdat de “REPEAT” of “REPEAT 1” aanduiding in het uitleesvenster dooft. Uitnemen van de CD 10NL Drukt u op de CD Z uitschuiftoets. Tip Tijdens normale weergave kunt u het afspelen laten beginnen bij een gekozen muziekstuk. Druk vóór stap 3 enkele malen op de . of > toets totdat het gewenste muziekstuk wordt aangegeven. Of druk op de cijfertoetsen van de afstandsbediening. Dan begint automatisch de weergave van het gekozen nummer. Keuze van een nummer boven de 10 (alleen via de afstandsbediening) 1 Druk op de >10 meer-dan-tien toets. 2 Kies de cijfers van het muziekstuknummer. Voor keuze van een 0 drukt u op de 10/0 toets. Voorbeeld: Voor keuze van muziekstuk nummer 30, drukt u op de >10 toets, en dan toets 3 en toets 10/0. Muziekstukken van een CD voor weergave kiezen — Programma-weergave programmeren, herhaalt u de stappen 3 en 4. 6 Druk op de u toets (of op de CD N toets van de afstandsbediening). Voor het Doet u het volgende Controleren van de programmavolgorde Drukt u enkele malen op de . of > toets tijdens de programma-weergave. Controleren van het totale aantal geprogrammeerde muziekstukken Druk in de stopstand op de TIME toets van de afstandsbediening. Het totale aantal geprogrammeerde nummers verschijnt en dan weer het laatst geprogrammeerde muziekstuknummer en de totale speelduur van uw programma. Uitschakelen van de programma-weergave Druk op de x toets en dan net zovaak op de PLAY MODE toets van de afstandsbediening totdat er geen “PROGRAM” of “SHUFFLE” meer in het uitleesvenster wordt aangegeven. Toevoegen van een nummer aan het eind van uw programma Volg de aanwijzingen 3 en 4 wanneer de programmaweergave gestopt is. Wissen van het laatst geprogrammeerde nummer Druk in de stopstand op de CLEAR toets van de afstandsbediening. Telkens wanneer u op deze toets drukt, wordt het laatste geprogrammeerde nummer gewist. Programmeren van het gewenste nummer met de cijfertoetsen van de afstandsbediening Druk op de cijfertoetsen, in plaats van de stappen 3 t/m 5. Zie voor nadere bijzonderheden betreffende het juiste gebruik van de cijfertoetsen blz. 10. 1 Druk enkele malen achtereen op de FUNCTION toets, tot de aanduiding “CD” in het uitleesvenster oplicht. 2 Druk in de stopstand net zovaak op de PLAY MODE toets van de afstandsbediening totdat de aanduiding “PROGRAM” in het uitleesvenster verschijnt. 3 Druk enkele malen op de . of > toets totdat het nummer van het gewenste muziekstuk in het uitleesvenster wordt aangegeven. Gekozen muziekstuknummer Speelduur van het gekozen muziekstuk 4 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Het gekozen muziekstuk wordt dan geprogrammeerd. De aanduiding “Step” verschijnt, gevolgd door het programma-volgnummer van het zojuist geprogrammeerde muziekstuk. Daarna verschijnt het nummer van het laatst geprogrammeerde muziekstuk, gevolgd door de totale speelduur van uw muziekprogramma. Als u een vergissing bemerkt, kunt u het laatste nummer uit uw programma wissen met een druk op de CLEAR toets van de afstandsbediening. Compact disc weergave U kunt uw eigen muziekselectie van maximaal 25 nummers samenstellen, in de volgorde waarin u de muziek wilt horen. 5 Om nog andere muziekstukken te Tips Laatst geprogrammeerde Totale speelduur muziekstuknummer • Een eenmaal samengesteld programma blijft bewaard, ook na afloop van de programma. Om het programma nogmaals weer te geven, stelt u in op “CD” als geluidsbron en dan drukt u op de u toets (of op de CD N toets van de afstandsbediening). • De tijdsaanduiding verandert in “--.--” streepjes als de totale programma-speelduur de 100 minuten overschrijdt of als u muziekstuk nummer 21 of hoger kiest. 11NL Gebruik van het CD uitleesvenster Controleren van de resterende speelduur Een lange titel door het uitleesvenster schuiven Druk tijdens afspelen enkele malen op de TIME toets van de afstandsbediening. Druk op de SCROLL toets van de afstandsbediening. De aanduiding in het uitleesvenster verandert als volgt: De titel schuift door het uitleesvenster. Verstreken speelduur van het weergegeven muziekstuk t Resterende speelduur van het weergegeven muziekstuk*1 t Resterende speelduur van de weergegeven CD*2 t Verstreken speelduur van het weergegeven muziekstuk t … • Als u in de stopstand op de TIME toets van de afstandsbediening drukt bij een CD waarvan in de CD-tekst de naam van de artiest is opgenomen, schuift de naam van de artiest door het uitleesvenster. • Zie “Naamgeving van compact discs” op blz. 13 om een CD van een titel te voorzien. *1 “--.--” verschijnt wanneer u de resterende speelduur controleert van muziekstuk nummer 21 of hoger. 2 * “--.--” verschijnt tijdens willekeurige weergave van een CD met 21 of meer muziekstukken of tijdens programma-weergave van een CD waarbij nummer 21 of hoger is gekozen. Controleren van de totale speelduur Druk in de stopstand op de TIME toets van de afstandsbediening. Controleren van de muziektitel of de disc-titel Druk tijdens afspelen of in de stopstand op de DISPLAY toets van de afstandsbediening. De aanduiding in het uitleesvenster verandert als volgt: Tijdsaanduiding*3 t Naam van het akoestiekeffect*3 t Volume*3 t Speelduur van de CD*4 t Muziektitel of disc-titel*5 t Tijdsaanduiding*3 t … *3 Na 8 seconden wordt de speelduur van de CD weer aangegeven. *4 De aanduiding die verschijnt hangt af van de huidige disc-status: Wanneer het afspelen gestopt is: De totale speelduur van de CD wordt aangegeven. Tijdens afspelen van de CD: De verstreken speelduur van het muziekstuk, de resterende speelduur van het muziekstuk of de resterende speelduur van de CD wordt aangegeven. 12NL *5 De muziektitel wordt aangegeven wanneer de CD wordt afgespeeld (alleen bij CD’s met CD-tekst) en de disc-titel wordt aangegeven wanneer het afspelen is gestopt. Als de CD geen titels heeft, wordt de aanduiding van de muziektitel of disctitel overgeslagen. Tips Naamgeving van compact discs — Disc-memo Opmerking Wanneer u voor het eerst titels voor uw compact discs gaat invoeren, moet u enkele malen op de FUNCTION toets drukken totdat er “CD” in het uitleesvenster verschijnt en dan eventuele bestaande disc-titels wissen volgens de aanwijzingen onder “Wissen van een disc-titel” op blz. 14. 1 Druk enkele malen op de FUNCTION toets totdat er “CD” in het uitleesvenster verschijnt. Als de aanduiding “SHUFFLE” of “PROGRAM” in het uitleesvenster wordt aangegeven, drukt u enkele malen op de PLAY MODE toets van de afstandsbediening totdat deze aanduiding verdwijnt. 2 Druk op de NAME EDIT/SELECT toets van de afstandsbediening. De cursor voor de titelinvoer gaat knipperen. 3 Druk weer enkele malen op de NAME EDIT/SELECT toets van de afstandsbediening om in te stellen op het gewenste soort letterteken. De lettertype-aanduiding in het uitleesvenster verandert als volgt: Selected AB* (hoofdletters) t Selected ab* (kleine letters) t Selected 12 (cijfers) t Selected AB* (hoofdletters) t … * Druk enkele malen op cijfertoets 1 om de volgende symbolen te laten verschijnen. ‘–/,.():!? En wanneer u deze symbolen in het uitleesvenster ziet, kunt u door meermalen indrukken van de . of > toets bovendien de volgende symbolen laten verschijnen. &+<>_=”;#$%@ ` Als u hebt gekozen voor hoofdletters of kleine letters 1 Druk enkele malen op de betreffende lettertoets van de afstandsbediening totdat de in te voeren letter gaat knipperen. Of druk eenmaal op de toets en dan enkele malen op de . of > toets. 2 Druk op de CURSORt toets van de afstandsbediening. De knipperende letter wordt ingevoerd en de cursor schuift een plaatsje naar rechts, voor de volgende letter. Als u hebt gekozen voor cijfers Druk op de betreffende cijfertoets van de afstandsbediening. Het cijfer wordt ingevoerd en de cursor schuift een plaatsje naar rechts. Compact disc weergave U kunt voor 100 van uw compact discs een disc-titel van maximaal 20 letters en symbolen invoeren. Daarna zal steeds wanneer u daarna een dergelijke compact disc inlegt, de bijbehorende disc-titel in het uitleesvenster verschijnen. 4 Voer een letterteken in. Invoeren van een spatie 1 Druk op de NAME EDIT/SELECT toets van de afstandsbediening om in te stellen op hoofdletters of kleine letters. 2 Druk op de 10/0 toets van de afstandsbediening. Er wordt een spatie ingevoerd en de cursor schuift een plaatsje naar rechts. 5 Herhaal de stappen 3 en 4 totdat u de gehele disc-titel hebt ingevoerd. Corrigeren van een ingevoerd letterteken Druk enkele malen op de TCURSOR of CURSORt toets van de afstandsbediening totdat het te wijzigen letterteken gaat knipperen, druk op de CLEAR toets van de afstandsbediening om het letterteken te wissen en herhaal dan de stappen 3 en 4. 6 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening om de titelinvoer af te ronden. Uitschakelen van de titelinvoer Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening. wordt vervolgd 13NL Minidisc — weergave Naamgeving van compact discs (vervolg) Een minidisc inleggen Controleren van de disc-titels 1 Druk enkele malen op de FUNCTION Schuif de minidisc in. Met de label-kant boven en het schuifdeksel rechts toets totdat er “CD” in het uitleesvenster verschijnt. 2 Druk in de stopstand op de MENU/NO toets van de afstandsbediening. 3 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat de aanduiding “Name Check?” verschijnt en druk dan op de ENTER/ YES toets van de afstandsbediening. 4 Druk weer enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening om de disc-titels te zien die in het geheugen zijn vastgelegd onder de nummers van 001 tot 100. Controleren van de titel van de weergegeven disc Druk in de stopstand op de SCROLL doorlooptoets van de afstandsbediening. Wissen van een disc-titel Met de pijl naar binnen gericht Een minidisc afspelen — Normale weergave/herhaalde weergave/willekeurige weergave Met deze stereo-installatie kunt u minidiscs met verschillende afspeelfuncties weergeven. 1 Druk enkele malen op de FUNCTION toets totdat er “CD” in het uitleesvenster verschijnt. 2 Druk in de stopstand op de MENU/NO toets van de afstandsbediening. 3 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat de aanduiding “Name Erase?” verschijnt en druk dan op de ENTER/ YES toets van de afstandsbediening. 4 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening om de disc-titel te kiezen die u wilt wissen. 5 Druk nogmaals op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Nu verschijnt er “Complete!” en de disc-titel wordt gewist. Om alle disc-titels te wissen, drukt u bij stap 3 net zovaak op de . of > toets van de afstandsbediening totdat de aanduiding “All Erase?” verschijnt en dan drukt u op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Muziekstuknummer Speelduur 1 Druk enkele malen op de FUNCTION toets totdat er “MD” in het uitleesvenster verschijnt. 2 Druk in de stopstand net zovaak op de PLAY MODE toets van de afstandsbediening totdat de gewenste afspeelfunctie in het uitleesvenster verschijnt. Stel in op Voor weergave van Geen aanduiding De gehele minidisc in de gewone nummervolgorde. SHUFFLE De muziekstukken op de minidisc in willekeurige volgorde. PROGRAM Bepaalde muziekstukken van de minidisc in een door u gekozen volgorde (zie “Muziekstukken van een minidisc voor weergave kiezen” op blz. 16). Annuleren van het wissen 14 Druk tijdens de stappen 1 t/m 4 op de MENU/ NLNO toets van de afstandsbediening. 3 Druk op de u toets (of de MD N toets van de afstandsbediening). Andere bedieningsfuncties Voor het Doet u het volgende Druk op de x stoptoets. Pauzeren Druk op de u toets (of de MD X pauzetoets van de afstandsbediening). Nogmaals drukken om de weergave te hervatten. Opzoeken van een muziekstuk Druk tijdens weergave of in de pauzestand enkele malen op de . of > toets totdat u het gewenste muziekstuk bereikt. Houd tijdens weergave de m of M toets ingedrukt en laat deze los wanneer u de gewenste muziekpassage bereikt. Druk tijdens weergave enkele malen op de REPEAT toets van de afstandsbediening totdat er “REPEAT” of “REPEAT 1” wordt aangegeven. REPEAT: voor herhaalde weergave, tot maximaal vijfmaal, van alle muziekstukken op de minidisc. REPEAT 1: voor herhalen van een enkel muziekstuk. Om de herhaalde weergave uit te schakelen, drukt u weer op de REPEAT toets totdat de “REPEAT” of “REPEAT 1” aanduiding dooft. Opzoeken van een punt in een muziekstuk Herhaaldelijk afspelen van een minidisc (herhaalde weergave) Uitnemen van de minidisc Tijdens normale weergave kunt u het afspelen laten beginnen bij een gekozen muziekstuk. Druk vóór stap 3 enkele malen op de . of > toets totdat het gewenste muziekstuk wordt aangegeven. Of druk op de cijfertoetsen van de afstandsbediening. Dan begint automatisch de weergave van het gekozen nummer. Keuze van een nummer boven de 10 (alleen via de afstandsbediening) 1 Druk op de >10 meer-dan-tien toets. 2 Kies de cijfers van het muziekstuknummer. Voor keuze van een 0 drukt u op de 10/0 toets. Voorbeeld: Voor keuze van muziekstuk nummer 30, drukt u op de >10 toets, en dan toets 3 en toets 10/0. Minidisc — weergave Stoppen met afspelen Tip Druk op de MD Z uitschuiftoets. 15NL Muziekstukken van een minidisc voor weergave kiezen — Programma-weergave U kunt uw eigen muziekselectie van maximaal 25 nummers samenstellen, in de volgorde waarin u de muziek wilt horen. 5 Om nog andere muziekstukken te programmeren, herhaalt u de stappen 3 en 4. 6 Druk op de u toets (of de MD N toets van de afstandsbediening). Voor het Doet u het volgende Controleren van de programmavolgorde Drukt u enkele malen op de . of > toets tijdens de programma-weergave. Controleren van het totale aantal geprogrammeerde muziekstukken Druk in de stopstand op de TIME toets van de afstandsbediening. Het totale aantal geprogrammeerde nummers verschijnt en dan weer het laatst geprogrammeerde muziekstuknummer en de totale speelduur van uw programma. Uitschakelen van de programma-weergave Druk op de x toets en dan net zovaak op de PLAY MODE toets van de afstandsbediening totdat er geen “PROGRAM” of “SHUFFLE” meer in het uitleesvenster wordt aangegeven. Toevoegen van een nummer aan het eind van uw programma Volg de aanwijzingen 3 en 4 wanneer de programmaweergave gestopt is. Wissen van het laatst geprogrammeerde nummer Druk in de stopstand op de CLEAR toets van de afstandsbediening. Telkens wanneer u op deze toets drukt, wordt het laatste geprogrammeerde nummer gewist. 1 Druk enkele malen achtereen op de FUNCTION toets, tot de aanduiding “MD” in het uitleesvenster oplicht. 2 Druk in de stopstand net zovaak op de PLAY MODE toets van de afstandsbediening totdat de aanduiding “PROGRAM” in het uitleesvenster verschijnt. 3 Druk enkele malen op de . of > toets totdat het nummer van het gewenste muziekstuk in het uitleesvenster verschijnt. Gekozen muziekstuknummer Speelduur van het gekozen muziekstuk 4 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Het gekozen muziekstuk wordt dan geprogrammeerd. De aanduiding “Step” verschijnt, gevolgd door het programma-volgnummer van het zojuist geprogrammeerde muziekstuk. Daarna verschijnt het nummer van het laatst geprogrammeerde muziekstuk, gevolgd door de totale speelduur van uw muziekprogramma. Als u een vergissing bemerkt, kunt u het laatste nummer uit uw programma wissen met een druk op de CLEAR toets van de afstandsbediening. Programmeren van het Druk op de cijfertoetsen, in gewenste nummer met de plaats van de stappen 3 t/m cijfertoetsen van de 5. Zie voor nadere afstandsbediening bijzonderheden betreffende het juiste gebruik van de cijfertoetsen blz. 15. Tips Laatst geprogrammeerde muziekstuknummer 16NL Totale speelduur • Een eenmaal samengesteld programma blijft bewaard, ook na afloop van de programma. Om het programma nogmaals weer te geven, stelt u in op “MD” als geluidsbron en dan drukt u op de u toets (of op de MD N toets van de afstandsbediening). • In plaats van de tijd verschijnen er “---.--” streepjes in het uitleesvenster als de totale MD programmaspeelduur de 1000 minuten overschrijdt. Gebruik van het MD uitleesvenster Controleren van de resterende speelduur Druk tijdens afspelen enkele malen op de TIME toets van de afstandsbediening. Verstreken speelduur van het weergegeven muziekstuk t Resterende speelduur van het weergegeven muziekstuk t Resterende speelduur van de weergegeven minidisc t Verstreken speelduur van het weergegeven muziekstuk t… Controleren van de totale speelduur Druk in de stopstand enkele malen op de TIME toets van de afstandsbediening. De aanduiding in het uitleesvenster verandert als volgt: Totaal aantal muziekstukken en totale speelduur t Resterende opnameduur op de minidisc* 1 t Totaal aantal muziekstukken en totale speelduur t… * 1 Alleen bij een minidisc waarop opgenomen kan worden: De resterende opnameduur op de minidisc verschilt afhankelijk van de gekozen opnamefunctie. Druk tijdens afspelen of in de stopstand op de DISPLAY toets van de afstandsbediening. De aanduiding in het uitleesvenster verandert als volgt: Tijdsaanduiding*2 t Naam van het akoestiekeffect* 2 t Volume*2 t Speelduur van de minidisc*3 t Muziektitel of disc-titel*4 t Tijdsaanduiding* 2 t… * 2 Na 8 seconden wordt de speelduur van de minidisc weer aangegeven. * 3 De aanduiding die verschijnt hangt af van de huidige disc-status: Wanneer het afspelen gestopt is: De totale speelduur van de minidisc of de resterende speelduur van de weergegeven minidisc wordt aangegeven. Tijdens afspelen van de minidisc: De verstreken speelduur van het muziekstuk, de resterende speelduur van het muziekstuk of de resterende speelduur van de minidisc wordt aangegeven. * 4 De muziektitel wordt aangegeven wanneer de minidisc wordt afgespeeld en de disc-titel wordt aangegeven wanneer het afspelen is gestopt. Als de minidisc geen titels heeft, wordt de aanduiding van de muziektitel of disc-titel overgeslagen. Minidisc — weergave De aanduiding in het uitleesvenster verandert als volgt: Controleren van de muziektitel of de disc-titel Een lange titel door het uitleesvenster schuiven Druk op de SCROLL toets van de afstandsbediening. De titel schuift door het uitleesvenster. Tip Zie “Naamgeving van minidiscs” op blz. 27 om een minidisc van een disc-titel en muziektitels te voorzien. 17NL Minidisc — opname Alvorens u gaat opnemen Minidiscs (afgekort tot MD) zijn digitale geluidsdragers, waarop u muziek kunt opnemen en afspelen met een uitstekende geluidskwaliteit. Een van de handige functies van minidiscs is de mogelijkheid muziekstukken te markeren. Dit stelt u in staat vlot en gemakkelijk een gewenst punt in de muziek op te zoeken en om de opgenomen muziekstukken naar keuze in een andere volgorde te zetten of anderszins aan te passen. Afhankelijk van de geluidsbron worden er verschillende methoden van opnemen gebruikt en worden de muziekstuknummers ook anders vastgelegd. Bij opnemen vanaf: • de compact disc speler van deze stereo-installatie – De compact discs worden ongewijzigd op de minidisc overgenomen, met volledig digitale opname.*1 – De muziekstuknummers worden automatisch overgenomen net als ze op de oorspronkelijke compact disc staan. Het is mogelijk dat bij sommige muziekstukken geen muziekstuknummers worden aangebracht (zie blz. 47). • andere digitale geluidsapparatuur, aangesloten op de DIGITAL OPTICAL IN aansluiting – De minidisc-recorder voert een digitale opname uit.*1 – De muziekstuknummers worden aangebracht overeenkomstig de wijze waarop dit is gebeurd bij de bron die u opneemt. • de tuner van deze stereo-installatie en andere analoge geluidsapparatuur, aangesloten op de TAPE IN aansluitingen – Analoge ingangssignalen worden door de minidisc-recorder omgezet en opgenomen, met analoge opname. – Aan het begin van de opname wordt er altijd automatisch een muziekstuknummer aangebracht, maar als u de Level-Sync stiltemarkering inschakelt (zie blz. 23), worden er automatisch muziekstuknummers aangebracht volgens het niveau van het inkomend geluidssignaal. *1 Een uitleg over de vaste beperkingen bij het digitaal opnemen volgt op blz. 47. 18 Bij opnemen op een al eerder NLdeels opgenomen minidisc De nieuwe muziekstukken worden automatisch opgenomen na de bestaande opnamen. Muziekstuknummers op minidiscs Op een minidisc worden de muziekstuknummers (voor de volgorde) en de informatie betreffende de begin- en eindpunten van de muziek vastgelegd in een speciaal hiervoor bestemd gebied, de TOC*2 genaamd, afzonderlijk van het muziekgebied. Dit heeft het voordeel dat u muziekstukken naar wens kunt aanpassen, door alleen de informatie in de TOC inhoudsopgave te veranderen. *2 TOC: Table Of Contents = inhoudsopgave Na afloop van het opnemen Druk op de MD Z uitschuiftoets om de minidisc te verwijderen of druk op de ?/1 (Aan/uit-schakelaar) toets om de stereo-installatie uit te schakelen. De aanduiding “TOC” gaat knipperen. De muziek wordt nu pas definitief op de minidisc opgenomen door het vastleggen van de opnamegegevens in de TOC inhoudsopgave. Voor u het netsnoer losmaakt De opname op een minidisc is pas compleet wanneer de TOC inhoudsopgave van de minidisc is bijgewerkt. Dit bijwerken van de TOC gebeurt automatisch wanneer u de minidisc uitneemt of op de ?/1 toets drukt om de stereo-installatie uit te schakelen. Trek dus nooit de stekker uit het stopcontact vóór het bijwerken van de TOC inhoudsopgave (terwijl de aanduiding “TOC” nog brandt) of tijdens het bijwerken van de TOC (terwijl de aanduiding “TOC” knippert), want anders kunnen de gemaakte opnamen nog verloren gaan. Beveiligen van een opgenomen minidisc Om de opnamen op een minidisc te beveiligen tegen per ongeluk wissen, schuift u het wispreventienokje in de hoek van de minidisc open, zodat er een opening ontstaat. In die stand is opnemen op de minidisc niet meer mogelijk. Om de minidisc weer geschikt te maken voor opname, schuift u het wispreventienokje weer dicht. Wispreventienokje Schuif het nokje open. Een CD opnemen op minidisc — CD-MD synchroonopname/ versnelde CD-MD synchroonopname Naast een CD-MD synchroonopname met normale snelheid kunt u ook een compact disc op digitale wijze op een minidisc opnemen met tweemaal de snelheid van de normale CD-MD synchroonopname. minidisc. 2 Plaats een compact disc. 3 Druk enkele malen op de FUNCTION toets totdat de aanduiding “CD” in het uitleesvenster verschijnt. 4 Druk op de CD SYNC NORMAL toets. Om met hoge snelheid op te nemen (versnelde CD-MD synchroonopname) moet u op de CD SYNC HIGH toets drukken. De aanduidingen “NORMAL SPEED” en “NORM” (of “HIGH SPEED” en “HIGH” bij een versnelde synchroonopname) verschijnen in het uitleesvenster. De minidisc-recorder komt in gereedheid voor opname en de CD-speler wacht in de pauzestand om met afspelen te beginnen. 5 Druk op de u toets (of de MD N toets van de afstandsbediening). Het opnemen begint. Tijdens het opnemen met hoge snelheid kunt u het opgenomen geluid niet controleren. Als er “Retry” in het uitleesvenster knippert na indrukken van de u toets (of de MD N toets van de afstandsbediening) in stap 5 Dan is er een leesfout opgetreden en probeert het apparaat nu de gegevens opnieuw te lezen. Stoppen met opnemen Druk op de x stoptoets. Tips Minidisc — opname 1 Plaats een voor opnemen geschikte • Als er iets mis is met de CD of met het apparaat, zodat het lezen nog niet lukt, dan stopt de versnelde CD-MD synchroonopname. In het uitleesvenster gaat “NORM” knipperen en de minidisc-recorder schakelt automatisch over op normale CD-MD synchroonopname. Hierbij kunt u overigens het opgenomen geluid niet controleren. • Desgewenst kunt u alleen uw favoriete muziek van een CD opnemen, met de CD programmaweergave. Na de bovenstaande stap 3 volgt u eerst de aanwijzingen van 2 t/m 5 voor de CD programma-weergave (op blz. 11). Daarna gaat u door met stap 4. • U kunt de opnamefunctie omschakelen vóór stap 3 en een extra-lange opname maken. Zie “Extra-lange opnamen” op blz. 22 voor nadere bijzonderheden. • Als u een bepaald gedeelte van een CD-muziekstuk op een minidisc wilt opnemen, moet u eerst het volledige CD-muziekstuk opnemen (met behulp van CD-MD synchroonopname of de Rec It directopnamefunctie) en dan de “A-B Erase” functie gebruiken om de ongewenste gedeelten op de minidisc te wissen (zie blz. 30). Opmerkingen • De volgende functies zullen niet werken of zullen worden uitgeschakeld tijdens CD-MD synchroonopname en versnelde CD-MD synchroonopname: — de “Auto Cut” automatische pauzestand (zie blz. 25) — het opnameniveau ingesteld in het instelmenu — het meeluisteren naar het opgenomen geluid (alleen voor versnelde CD-MD synchroonopname). • U kunt het opnemen niet pauzeren tijdens CD-MD synchroonopname en versnelde CD-MD synchroonopname. • Als u stap 5 niet uitvoert binnen 1 minuut na stap 4, komt het apparaat weer in de oorspronkelijke toestand te staan. • Tijdens versnelde CD-MD synchroonopname staat er geen geluidssignaal op de TAPE OUT aansluiting. • Als het lezen nu wel lukt, gaat de minidiscrecorder door met de versnelde CD-MD synchroonopname. 19NL Handmatig opnemen op een minidisc — Handmatige opname De handmatige opnamefunctie kunt u gebruiken voor het opnemen van radiouitzendingen. Het is niet mogelijk om handmatig op te nemen vanaf de CD-speler naar de minidisc-recorder van deze stereo-installatie. 1 Plaats een voor opnemen geschikte minidisc. 2 Stem op de gewenste zender af (zie “Luisteren naar de radio” op blz. 37). 3 Druk op de REC/REC IT opnametoets. De minidisc-recorder komt in gereedheid voor opname. 4 Druk op de u toets (of de MD N toets van de afstandsbediening). Stoppen met opnemen Druk op de x stoptoets. Opnemen van het muziekstuk dat wordt weergegeven — Direct-opname Tijdens het luisteren naar een compact disc kunt u meteen het muziekstuk opnemen dat wordt weergegeven. 1 Plaats een voor opnemen geschikte minidisc. 2 Druk enkele malen op de FUNCTION toets totdat de aanduiding “CD” in het uitleesvenster verschijnt. 3 Druk op de u toets (of de CD N toets van de afstandsbediening). Het afspelen van de CD begint. 4 Druk op de REC/REC IT toets terwijl een muziekstuk wordt weergegeven dat u wilt opnemen. Het muziekstuk wordt opnieuw vanaf het begin weergegeven en de opname ervan begint. De minidisc-recorder komt automatisch in de stopstand te staan wanneer het muziekstuk afgelopen is. Stoppen met opnemen Druk op de x stoptoets. Opmerking De volgende functies zullen niet werken of zullen worden uitgeschakeld tijdens direct-opname: — de muziekstuk-markeringsfunctie — de “Auto Cut” automatische pauzestand — het opnameniveau ingesteld in het instelmenu 20NL Veiligheids-opnamestart met 6 seconden muziek uit het buffergeheugen — Tijdmachine-opname Indrukken van de ENTER/YES toets in stap 5 Einde van het programma dat u wilt opnemen Druk op de x stoptoets. Opmerking De minidisc-recorder begint met het opslaan van audiogegevens zodra het apparaat in stap 3 in de opnamepauzestand komt en u de weergave van de geluidsbron start. Als de geluidsbron nog geen 6 seconden lang aan staat wanneer u op de ENTER/ YES toets van de afstandsbediening drukt, zal de tijdmachine-opname beginnen met minder dan 6 seconden aan audiogegevens. Minidisc — opname Bij het opnemen van een FM radio-uitzending of een satelliet-uitzending kunnen vaak de eerste paar seconden van de uitzending verloren gaan, omdat u eerst even wilt luisteren voordat u tot opnemen besluit en op de opnametoets drukt. U kunt dit verlies van de beginklanken voorkomen met behulp van de tijdmachine-opnamefunctie, die voortdurend de laatste 6 seconden aan audiogegevens in een buffergeheugen bewaart, zodat bij de opnamestart eerst deze 6 seconden aan audiogegevens worden opgenomen, zoals onderstaande afbeelding aangeeft: Stoppen van de tijdmachine-opname Tijd 6seconden buffergeheugen Opgenomen gedeelte Begin van het programma dat u wilt opnemen 1 Plaats een voor opnemen geschikte minidisc. 2 Druk enkele malen op de FUNCTION toets om de op te nemen geluidsbron te kiezen. 3 Druk op de REC/REC IT opnametoets. De minidisc-recorder komt in gereedheid voor opnemen. 4 Start de weergave van de geluidsbron die u wilt opnemen. 5 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening wanneer u wilt beginnen met opnemen. 21NL Tips voor het opnemen — Extra-lange opname/ Muziekstuknummers aanbrengen/ Smart Space pauzeverkorting/ Opnameniveau instellen Extra-lange opnamen Naast de normale stereo opname biedt deze stereo-installatie twee extra lange opnamefuncties: LP2 en LP4. Met de LP2 opnamefunctie kunt u tweemaal zo lang opnemen, en met de LP4 opnamefunctie zelfs viermaal zo lang. Bovendien is de opnameduur voor mono opnamen ongeveer tweemaal zo lang als voor normale stereo opnamen. Met de LP4 Stereo opnamefunctie (voor 4× zo lange opnameduur) wordt een lange stereo opname verkregen door middel van een speciaal compressiesysteem. Wanneer u echter de beste geluidskwaliteit van groot belang acht, kunt u beter de gewone Stereo opname of de LP2 Stereo opname (voor 2× zo lange opnameduur) gebruiken. Opmerking Minidiscs die zijn opgenomen met de “MDLP” (LP2 of LP4) opnamefunctie kunnen alleen worden afgespeeld op minidisc-spelers die geschikt zijn voor het MDLP formaat. Bovendien kunt u de S.F. Edit volumecorrectie niet gebruiken voor minidiscs die zijn opgenomen met de MDLP opnamefunctie. 1 Plaats een voor opnemen geschikte minidisc. 2 Druk enkele malen op de FUNCTION toets totdat de aanduiding “MD” in het uitleesvenster verschijnt. 3 Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening. 4 Druk enkele malen op de . of > toets totdat er “Setup?” in het uitleesvenster verschijnt en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 5 Druk enkele malen op de . of > 22NL toets totdat er “STEREO REC”, “MONO REC”, “LP2 REC” of “LP4 REC” in het uitleesvenster verschijnt en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 6 Druk enkele malen op de . of > toets om in te stellen op de gewenste opnamefunctie en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. De aanduiding in het uitleesvenster verandert als volgt: STEREO REC t LP2 REC t LP4 REC t MONO REC t STEREO REC t … 7 Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening. Om vervolgens te gaan opnemen, volgt u de aanwijzingen op de voorgaande pagina’s voor de diverse opnamefuncties. Tip Een eenmaal ingeschakelde opnamefunctie blijft ook na afloop van het opnemen nog gelden, dus let voordat u begint met opnemen goed op welke opnamefunctie is gekozen. Opmerkingen • Muziekstukken die zijn opgenomen met de MDLP (LP2 of LP4) extra lange stereo-opnamefunctie kunnen niet worden afgespeeld op een apparaat dat niet geschikt is voor MDLP weergave. • Tijdens opnemen en in de opnamepauzestand kunt u niet overschakelen op een andere opnamefunctie. • Ook al stelt u in op “MONO REC”, het geluid zal tijdens opnemen niet in mono worden weergegeven. Toevoegen van de identificatie “LP:” aan de naam van elk muziekstuk tijdens de MDLP extra-lange opnamefunctie De aanduiding “LP:” verschijnt in het uitleesvenster wanneer u probeert een muziekstuk met deze identificatie af te spelen met een apparaat dat niet geschikt is voor de MDLP opnamefunctie. Met deze functie kunt u dus vlot controleren of een muziekstuk al dan niet kan worden weergegeven. De fabrieksinstelling is “On”. 1 Druk enkele malen op de FUNCTION toets 2 Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening. 3 Druk enkele malen op de . of > toets totdat er “Setup?” in het uitleesvenster verschijnt en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 4 Druk enkele malen op de . of > toets totdat er “LP Stamp On” (of “LP Stamp Off”) wordt aangegeven en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 5 Druk weer op de . of > toets om de instelling te wijzigen en druk dan weer op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Voor Stelt u in op Toevoegen van de “LP” “LP Stamp On” identificatie (fabrieksinstelling) Uitschakelen van de “LP” identificatie “LP Stamp Off” 6 Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening. Opmerkingen • De “LP:” identificatie dient om aan te geven waarom een muziekstuk niet kan worden weergegeven, wanneer u het probeert af te spelen met een apparaat dat niet geschikt is voor de MDLP opnamefunctie. De identificatie verschijnt niet bij afspelen met een apparaat dat wél geschikt is voor de MDLP opnamefunctie. • Met de identificatie ingeschakeld, in de “On” stand, wordt er “LP:” als de eerste letters van de muziektitel opgenomen, dus het aantal letters dat u zelf kunt invoeren voor de titels op een minidisc wordt hiermee iets minder. En als u een muziekstuk met een “LP:” identificatie in tweeën splitst met de Divide functie, zullen beide delen daarna de “LP:” identificatie dragen. • Automatisch markeren van muziekstukken De muziekstuknummers kunnen automatisch op de minidisc worden aangebracht in precies de oorspronkelijke plaatsen bij opnemen vanaf de compact disc speler van deze stereoinstallatie of bij opnemen vanaf apparatuur die op de DIGITAL OPTICAL IN aansluiting is aangesloten. Het is mogelijk dat bij sommige muziekstukken geen muziekstuknummers worden aangebracht (zie blz. 47). Gebruik de “Level Synchro” stilte-markering als u automatisch muziekstuknummers wilt aanbrengen bij analoog opnemen vanaf de tuner van deze stereo-installatie of vanaf andere geluidsapparatuur die is aangesloten op de TAPE IN aansluitingen. Minidisc — opname van de afstandsbediening totdat er “MD” in het uitleesvenster verschijnt. Aanbrengen van muziekstuknummers • Handmatig markeren van muziekstukken bij opname U kunt tijdens handmatig opnemen zelf bij elk gewenst punt een muziekstuknummer aanbrengen, ongeacht de opgenomen geluidsbron (zie blz. 24). • Na afloop van het opnemen Met de “Divide” functie kunt u de opname splitsen in muziekstukken met elk een eigen nummer (zie blz. 31). Automatisch markeren van muziekstukken tijdens analoog opnemen — Level Synchro stilte-markering Met de “Level Synchro” stilte-markering, die in de fabriek is ingeschakeld, worden er bij analoog opnemen automatisch muziekstuknummers aangebracht. Als de “LEVEL-SYNC” aanduiding tijdens opnemen niet zichtbaar is, schakelt u deze markering in zoals hieronder beschreven. Hiermee zal de minidisc-recorder een nieuw muziekstuknummer aanbrengen, telkens wanneer het meer dan 2 seconden stil blijft, met het ingangssignaal onder een bepaald peil, en er dan weer geluid klinkt. wordt vervolgd 23NL Tips voor het opnemen (vervolg) Opmerking Het automatisch markeren van muziekstuknummers kan niet goed werken als er bijgeluiden klinken, zoals applaus, in het geluid dat u opneemt van de radio of een cassette. 1 Druk enkele malen achtereen op de FUNCTION toets, tot de aanduiding “MD” in het uitleesvenster oplicht. 2 Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening. Wijzigen van het activeringsniveau voor de automatische muziekstukmarkeringsfunctie Volg de onderstaande aanwijzingen om het signaalniveau te wijzigen dat de automatische markeringsfunctie activeert. (De fabrieksinstelling is –50 dB.) 1 Druk in de opnamepauzestand op de MENU/NO toets van de afstandsbediening zodat er “Setup?” verschijnt en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 3 Druk enkele malen op de . of > toets 2 Druk enkele malen op de . or > toets totdat er “Setup?” in het uitleesvenster verschijnt en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. totdat er “LS(T)” verschijnt en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 4 Druk enkele malen op de . of > toets 3 Druk enkele malen op de . or > toets totdat er “T.Mark Off” (of “T.Mark LSync”) verschijnt en druk weer op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 5 Druk enkele malen op de . of > toets om de gewenste instelling te kiezen en druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Voor Stelt u in op Inschakelen van de Level Synchro stilte-markering T.Mark LSync (fabrieksinstelling) om het niveau in te stellen en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. U kunt ieder gewenst niveau instellen tussen –72 dB en 0 dB, in stapjes van 2 dB. 4 Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening. Uitschakelen van de automatische muziekstuk-markeringsfunctie Uitschakelen van de Level T.Mark Off Synchro stilte-markering Druk enkele malen op de . or > toets totdat er “T.Mark Off” verschijnt in stap 5 links hiernaast en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Wanneer u de Level Synchro stiltemarkering inschakelt, licht de aanduiding “LEVEL-SYNC” op. De aanduiding “LEVEL-SYNC” verdwijnt. Wanneer “LEVEL-SYNC” uit is, wordt er alleen een muziekstuknummer aangebracht aan het begin van iedere opnamesessie. 6 Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening. Om vervolgens te gaan opnemen, volgt u de aanwijzingen op de voorgaande pagina’s voor de diverse opnamefuncties. Aanbrengen van nummers bij gewenste punten tijdens opnemen — Handmatig markeren U kunt zelf handmatig muziekstuknummers aanbrengen wanneer u op een minidisc opneemt vanaf de tuner of vanaf los verkrijgbare apparatuur die op de TAPE IN of DIGITAL OPTICAL IN aansluiting is aangesloten, ongeacht het type geluidsbron. Druk tijdens het opnemen op de REC/REC IT opnametoets bij het punt waar u een nummer wilt aanbrengen. 24NL Pauzes tussen de muziekstukken 3 seconden lang maken — Smart Space pauze-verkorting Geen inkomend geluid gedurende minder dan 30 seconden FUNCTION toets, tot de aanduiding “MD” in het uitleesvenster oplicht. 2 Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening. 3 Druk enkele malen op de . or > toets totdat er “Setup?” in het uitleesvenster verschijnt en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 4 Druk enkele malen op de . of > toets totdat er “S.Space Off” (of “S.Space On”) verschijnt en druk weer op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 5 Druk enkele malen op de . of > Uit toets om de gewenste instelling te kiezen en druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Aan Vervangen door een pauze van ongeveer 3 seconden, gevolgd door normale opname. “Auto Cut” automatische pauzestand: Wanneer de “Smart Space” pauze-inkortfunctie is ingeschakeld en er komt tijdens opnemen 30 seconden of langer geen geluid door, dan vervangt de minidisc-recorder de lange stilte door een standaard pauze van 3 seconden lengte en blijft dan in de opnamepauzestand wachten. Geen inkomend geluid gedurende 30 seconden of langer Voor Stelt u in op Inschakelen van de “Smart Space” pauze-inkortfunctie S.Space On (fabrieksinstelling) Minidisc — opname “Smart Space” pauze-verkorting: Met de “Smart Space” functie kunt u tijdens opnemen automatisch pauzes van 3 seconden tussen de muziekstukken maken. De “Smart Space” functie, mits ingeschakeld, zorgt ervoor dat elke pauze van meer dan 3 seconden (maar minder dan 30 seconden) tijdens het opnemen door de minidisc-recorder wordt ingekort tot ongeveer 3 seconden, waarna het opnemen gewoon doorgaat. 1 Druk enkele malen achtereen op de Uitschakelen van de S.Space Off “Smart Space” pauze-inkortfunctie 6 Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening. Om vervolgens te gaan opnemen, volgt u de aanwijzingen op de voorgaande pagina’s voor de diverse opnamefuncties. Tip Om het opnemen te hervatten nadat de aanduiding “Auto Cut” in het uitleesvenster is verschenen, drukt u op de u toets (of op de MD N toets van de afstandsbediening). Uit wordt vervolgd Aan Vervangen door een pauze van ongeveer 3 seconden, gevolgd door de opnamepauzestand. 25NL Minidisc — Opnamen bewerken Tips voor het opnemen (vervolg) Instellen van het opnameniveau U kunt het opnameniveau naar wens bijregelen wanneer u op een minidisc opneemt vanaf de tuner of vanaf los verkrijgbare apparatuur die op de TAPE IN of DIGITAL OPTICAL IN aansluiting is aangesloten. 1Druk enkele malen op de FUNCTION toets om de geluidsbron te kiezen die u wilt opnemen. 2 Druk op de REC/REC IT toets om de opname-paraatstand in te schakelen. 3 Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening zodat “Setup?” verschijnt en druk dan op de ENTER/ YES toets van de afstandsbediening. 4 Druk enkele malen op de . of > toets totdat er “LevelAdjust?” verschijnt en druk weer op de ENTER/ YES toets van de afstandsbediening. 5 Druk op de . of > toets om het opnameniveau naar wens in te stellen. Luister naar de weergave en stel het opnameniveau zo in dat de aanduiding “OVER” ook bij de luidste passages nog net niet in het uitleesvenster oplicht. 6 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 7 Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening. 8 Druk op de x stoptoets. Om vervolgens te gaan opnemen, volgt u de aanwijzingen op de voorgaande pagina’s voor de diverse opnamefuncties. Tips • U kunt het opnameniveau ook nog instellen terwijl het opnemen al begonnen is. • Na het instellen blijft het door u gekozen opnameniveau gelden totdat u het zelf weer wijzigt. Alvorens te beginnen met bewerken Voor het bewerken van minidisc-opnamen U kunt de opnamen op een minidisc alleen bewerken als: • het een opname-minidisc betreft; • de minidisc-recorder is ingesteld op normale continu-weergave. Alvorens te gaan bewerken, controleert u dit als volgt. 1 Controleer het wispreventienokje van de minidisc die u wilt bewerken. Als de minidisc beveiligd is tegen opnemen en wissen, geeft het uitleesvenster beurtelings “C11” en “Protected” aan en dan is het bewerken niet mogelijk. Om de minidisc weer voor bewerken geschikt te maken, schuift u het wispreventienokje dicht. 2 Druk in de stopstand enkele malen op de PLAY MODE toets van de afstandsbediening totdat er geen “PROGRAM” of “SHUFFLE” meer in het uitleesvenster wordt aangegeven. Het bewerken van de minidisc is alleen mogelijk in de normale continu-weergavestand. De minidisc kan niet worden bewerkt wanneer er is ingesteld op willekeurige weergave of programma-weergave. Ongedaan maken van de laatste bewerking (zie blz. 33) Met de “Undo” functie kunt u de laatste bewerking ongedaan maken en de minidisc terugbrengen in de toestand voor die tegenvallende of ongewenste bewerking. Uitschakelen van de bewerkingsfunctie Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening. Na afloop van het bewerken Druk op de MD Z uitschuiftoets om de minidisc te verwijderen of druk op de ?/1 toets om de stereo-installatie uit te schakelen. 26NL De aanduiding “TOC” gaat knipperen. De TOC inhoudsopgave wordt bijgewerkt en dan pas worden de bewerkingen op de minidisc definitief van kracht. Voor u het netsnoer losmaakt Na afloop van het opnemen De opname op een minidisc is pas compleet wanneer de TOC inhoudsopgave van de minidisc is bijgewerkt. Dit bijwerken van de TOC gebeurt automatisch wanneer u de minidisc uitneemt of op de ?/1 toets drukt om de stereo-installatie uit te schakelen. Trek dus nooit de stekker uit het stopcontact vóór het bijwerken van de TOC inhoudsopgave (terwijl de aanduiding “TOC” nog brandt) of tijdens het bijwerken van de TOC (terwijl de aanduiding “TOC” knippert), want anders kunnen de gemaakte opnamen nog verloren gaan. Gebruik de Name Edit functie zoals beschreven op deze bladzijde. U kunt op een enkele minidisc in totaal ongeveer 1700 lettertekens voor de disc-titel en de muziektitels invoeren. — NAME functie U kunt zelf titels invoeren voor uw minidiscs en de muziekstukken daarop. Tijdens het opnemen Als de aanduiding “CD TEXT” tijdens het opnemen van een compact disc knippert of blijft branden, dan kunt u de CD TEXT gegevens van de compact disc, met bijvoorbeeld titels, als volgt op de minidisc overnemen: • Automatisch tijdens opnemen: Als de aanduiding “CD TEXT” oplicht, worden alle CD TEXT gegevens automatisch op de minidisc vastgelegd. • Handmatig tijdens opnemen: Als de aanduiding “CD TEXT” gaat knipperen, drukt u eerst op de NAME EDIT/SELECT toets van de afstandsbediening en dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening om de titel van het weergegeven muziekstuk over te nemen op de minidisc. toets van de afstandsbediening totdat er “MD” in het uitleesvenster verschijnt. Voor de naamgeving van een muziekstuk drukt u enkele malen op de . of > toets totdat het betreffende muziekstuknummer wordt aangegeven. 2 Druk op de NAME EDIT/SELECT toets van de afstandsbediening. De cursor voor de titelinvoer gaat knipperen. 3 Druk weer enkele malen op de NAME EDIT/SELECT toets van de afstandsbediening om in te stellen op het gewenste soort letterteken. De lettertype-aanduiding in het uitleesvenster verandert als volgt: Selected AB* (hoofdletters) t Selected ab* (kleine letters) t Selected 12 (cijfers) t Selected AB* (hoofdletters) t … * Druk enkele malen op cijfertoets 1 om de volgende symbolen te laten verschijnen. ‘–/,.():!? En wanneer u deze symbolen in het uitleesvenster ziet, kunt u door meermalen indrukken van de . of > toets van de afstandsbediening bovendien de volgende symbolen laten verschijnen. &+<>_=”;#$%@ ` Minidisc — Opnamen bewerken Naamgeving van minidiscs 1 Druk enkele malen op de FUNCTION wordt vervolgd Opmerking Bij sommige discs kan de CD TEXT informatie niet automatisch worden overgenomen. 27NL Naamgeving van minidiscs (vervolg) Opmerking 4 Voer een letterteken in. U kunt een muziekstuk ook tijdens het afspelen nog van een titel voorzien. De weergave wordt daarbij herhaald totdat u de titel voltooit. Als u hebt gekozen voor hoofdletters of kleine letters 1 Druk enkele malen op de betreffende lettertoets van de afstandsbediening totdat de in te voeren letter gaat knipperen. Of druk eenmaal op de toets en dan enkele malen op de . of > toets. 2 Druk op de CURSORt toets van de afstandsbediening. De knipperende letter wordt ingevoerd en de cursor schuift een plaatsje naar rechts, voor de volgende letter. Als u hebt gekozen voor cijfers Druk op de betreffende cijfertoets van de afstandsbediening. Het cijfer wordt ingevoerd en de cursor schuift een plaatsje naar rechts. Invoeren van een spatie 1 Druk op de NAME EDIT/SELECT toets van de afstandsbediening om in te stellen op hoofdletters of kleine letters. 2 Druk op de 10/0 toets van de afstandsbediening. Er wordt een spatie ingevoerd en de cursor schuift een plaatsje naar rechts. 5 Herhaal de stappen 3 en 4 totdat u de gehele titel hebt ingevoerd. Corrigeren van een ingevoerd letterteken Druk enkele malen op de TCURSOR of CURSORt toets van de afstandsbediening totdat het te wijzigen letterteken gaat knipperen, druk op de CLEAR toets van de afstandsbediening om het letterteken te wissen en herhaal dan de stappen 3 en 4. 6 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening om de titelinvoer af te ronden. De ingevoerde titels worden op volgorde in het uitleesvenster aangegeven en dan verschijnen weer de oorspronkelijke aanduidingen. 28NL Controleren van de titels op een minidisc Om de titels op een minidisc te controleren, drukt u in de stopstand op de SCROLL doorlooptoets van de afstandsbediening. Om de titels van de muziekstukken te zien, drukt u op de SCROLL doorlooptoets van de afstandsbediening tijdens afspelen. De titels lopen in volgorde door het uitleesvenster. Om het doorlopen te stoppen, drukt u weer op de SCROLL toets van de afstandsbediening. Druk nogmaals op de toets om de titels weer te laten doorlopen. Wissen van een titel 1 Druk enkele malen op de FUNCTION toets van de afstandsbediening totdat er “MD” in het uitleesvenster verschijnt. 2 Druk in de stopstand op de MENU/NO toets van de afstandsbediening. 3 Druk enkele malen op de . of > toets totdat de aanduiding “Nm Erase?” verschijnt en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 4 Druk enkele malen op de . of > toets totdat het nummer van het muziekstuk waarvan u de titel wilt wissen (of de aanduiding “Disc”, wanneer u de disc-titel wilt wissen) in het uitleesvenster verschijnt. Druk dan weer op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 3 Druk enkele malen op de . of > Wissen van minidiscopnamen toets totdat er “Tr Erase?” wordt aangegeven en druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 4 Druk enkele malen op de . of > — “Erase” functies U kunt ongewenste opnamen gemakkelijk van een minidisc wissen, door enkel de inhoudsopgave bij te werken. U kunt kiezen uit de volgende drie wismethoden: • Wissen van alle muziekstukken (All Erase). Wissen van een enkel muziekstuk — “Track Erase” functie U kunt een muziekstuk wissen door eenvoudigweg het nummer ervan in te voeren. Bij het wissen wordt het totale aantal muziekstukken op de minidisc met één verminderd en schuiven alle muziekstukken volgend op het gewiste nummer een plaatsje op. Bijvoorbeeld: Wissen van muziekstuk 2. 1 Na het wissen Muziekstuk nummer 2 wordt gewist 3 4 B C 2 A D 3 C afstandsbediening. D Opmerking De aanduiding “Erase???” verschijnt als het betreffende muziekstuk werd opgenomen of bewerkt op een andere minidisc-recorder en vervolgens tegen wissen is beveiligd. Als u dit muziekstuk desondanks wilt wissen, drukt u weer op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening terwijl deze “Erase???” aanduiding oplicht. Wissen van alle muziekstukken — “All Erase” functie U kunt de minidisc-titel, alle muziekstukken en al hun titels in één keer van de minidisc wissen. 1 Druk enkele malen op de FUNCTION toets van de afstandsbediening totdat er “MD” in het uitleesvenster verschijnt. 2 Druk op de MENU/NO toets van de Minidisc — Opnamen bewerken • Wissen van een deel van een muziekstuk (AB Erase). 2 5 Druk op de ENTER/YES toets van de Nu verschijnt er “Complete!” en het muziekstuk wordt gewist. • Wissen van een enkel muziekstuk (Track Erase). Muziekstuk1 nummers Oorspronkelijke A volgorde toets totdat het muziekstuk dat u wilt wissen wordt aangegeven. afstandsbediening totdat er “Edit Menu” wordt aangegeven. 3 Druk weer enkele malen op de . of > toets totdat er “All Erase?” wordt aangegeven en druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Nu verschijnt er “All Erase??”. 1 Druk enkele malen op de FUNCTION toets van de afstandsbediening totdat er “MD” in het uitleesvenster verschijnt. 2 Druk op de MENU/NO toets van de 4 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening als u het zeker weet. Dan verschijnt er “Complete!” en is alles gewist. wordt vervolgd afstandsbediening totdat er “Edit Menu” wordt aangegeven. 29NL 5 Let aandachtig op het weergegeven Wissen van minidisc-opnamen (vervolg) Wissen van een deel van een muziekstuk — “A-B Erase” functie U kunt op eenvoudige wijze een bepaalde passage binnen een muziekstuk afbakenen om dit te wissen. Voor een nauwkeurig resultaat kunt u dit te wissen gedeelte verschuiven per fragment*, per seconde of per minuut. * 1 fragment duurt 1/86 seconde. Bijvoorbeeld: Wissen van een deel van muziekstuk 2. Punt A Muziekstuknummers 1 Oorspronkelijke A volgorde Na het AB Erase wissen 1 3 2 A Punt B B-B B-C C 1 Druk enkele malen op de FUNCTION toets van de afstandsbediening totdat er “MD” in het uitleesvenster verschijnt. 2 Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening totdat er “Edit Menu” wordt aangegeven. 3 Druk enkele malen op de . of > toets totdat er “A-B Erase?” wordt aangegeven en druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 4 Druk enkele malen op de . of > toets om in te stellen op het muziekstuk waarvan u een deel wilt wissen en druk weer op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. De aanduidingen “—Rehearsal—” en “Point A ok?” verschijnen beurtelings in het uitleesvenster, terwijl een gedeelte van een paar seconden tot aan het eerder gekozen punt A wordt weergegeven. 30NL 6 Herhaal stap 5 totdat u het punt A precies naar wens hebt ingesteld. 7 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening wanneer punt A precies goed is. 3 B(A+C) U kunt het beginpunt verschuiven in stapjes van 1/86 seconde (1 fragment)*. Als u het beginpunt wilt verschuiven in grotere stappen van een seconde of een minuut, drukt u op de m of M toets totdat de aanduiding voor de seconden of minuten gaat knipperen en dan drukt u op de . of > toets. * Bij extra-lange opnamen kunt u het beginpunt verschuiven in stapjes van 2 fragmenten (bij mono-opnamen en LP2 stereo-opnamen) of 4 fragmenten tegelijk (bij LP4 stereo-opnamen). 2 B-A geluid en druk zo vaak als nodig op de . of > toets om het beginpunt van de te wissen passage (punt A) preciezer te kiezen. De aanduiding “Point B set” verschijnt en de weergave wordt hervat, zodat u het eindpunt van de te wissen passage (punt B) kunt bepalen. 8 Ga door met afspelen tot het punt B op de minidisc wordt bereikt en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. De aanduidingen “A-B Ers” en “Point B ok?” verschijnen beurtelings, terwijl de minidisc-recorder nu de beide passages van enkele seconden vóór punt A en na punt B aaneensluitend laat horen. 9 Druk nu zo vaak als nodig op de . of > toets om het eindpunt B te bepalen. Ga net zo te werk als bij stap 5. 10 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening wanneer punt B precies naar wens is ingesteld. De aanduiding “Complete!” verschijnt. Verplaatsen van opgenomen muziekstukken Splitsen van opgenomen muziekstukken — “Move” functie — “Divide” functie Met de “Move” functie kunt u de volgorde van de muziekstukken op de minidisc aanpassen. Bij het verplaatsen van een muziekstuk worden de andere muziekstukken automatisch hernummerd. Met deze functie kunt u de nodige muziekstuknummers aanbrengen na afloop van het opnemen. Bij het splitsen wordt het aantal nummers op de minidisc met één verhoogd en schuiven alle muziekstukken volgend op het gesplitste nummer een plaatsje op. Bijvoorbeeld: Verplaatsen van muziekstuk 3 naar plaats nummer 2. 3 B A 4 C 2 1 Met MOVE verplaatst 2 D C B Muziekstuknummers Oorspronkelijke volgorde 4 3 Bijvoorbeeld: Muziekstuk 2 splitsen in twee muziekstukken, B en C. D Met DIVIDE gesplitst 1 Druk enkele malen op de FUNCTION toets van de afstandsbediening totdat er “MD” in het uitleesvenster verschijnt. 2 Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening totdat er “Edit Menu” wordt aangegeven. 3 Druk enkele malen op de . of > toets totdat er “Move?” wordt aangegeven en druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 4 Druk enkele malen op de . of > toets om in te stellen op het muziekstuk dat u wilt verplaatsen en druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 5 Druk weer enkele malen op de . of > toets totdat het nieuwe plaatsnummer voor het muziekstuk verschijnt. Nummer van het Nieuw plaatsnummer muziekstuk dat u wilt verplaatsen 1 2 A 3 B C D Muziekstuk 2 wordt gesplitst in muziekstuk B en muziekstuk C. 1 2 3 4 A B C D 1 Druk enkele malen op de FUNCTION toets van de afstandsbediening totdat er “MD” in het uitleesvenster verschijnt. 2 Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening totdat er “Edit Menu” wordt aangegeven. Minidisc — Opnamen bewerken Muziekstuknummers 1 Oorspronkelijke A volgorde 3 Druk enkele malen op de . of > toets totdat er “Divide?” wordt aangegeven en druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 4 Druk enkele malen op de . of > toets totdat het nummer van het muziekstuk dat u wilt splitsen in het uitleesvenster verschijnt. Vervolgens drukt u, terwijl u naar de weergave luistert, bij het punt waar u het muziekstuk wilt splitsen op de ENTER/ YES toets van de afstandsbediening. De aanduiding “—Rehearsal—” verschijnt en de gekozen passage voor het splitsen van het muziekstuk wordt herhaaldelijk weergegeven. wordt vervolgd 6 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. De aanduiding “Complete!” verschijnt. 31NL Splitsen van opgenomen muziekstukken (vervolg) 5 Let aandachtig op het weergegeven geluid en druk zo vaak als nodig op de . of > toets om het punt voor het splitsen van het muziekstuk nauwkeurig te kiezen. U kunt het splitspunt verschuiven in stapjes van 1/86 seconde (1 fragment)*. Als u het splitspunt wilt verschuiven in grotere stappen van een seconde of een minuut, drukt u op de m of M toets totdat de aanduiding voor de seconden of minuten gaat knipperen en dan drukt u op de . of > toets. * Bij extra-lange opnamen kunt u het splitspunt verschuiven in stapjes van 2 fragmenten (bij mono-opnamen en LP2 stereo-opnamen) of 4 fragmenten tegelijk (bij LP4 stereo-opnamen). 6 Druk op de ENTER/YES toets van de Samenvoegen van opgenomen muziekstukken — “Combine” functie U kunt twee muziekstukken of afzonderlijk opgenomen passages tot een enkel muziekstuk samenvoegen. Het totale aantal muziekstukken op de minidisc wordt met één verminderd en alle latere muziekstukken worden hernummerd. U kunt deze functie ook gebruiken om overbodige muziekstuknummers te verwijderen. Bijvoorbeeld: Samenvoegen van muziekstukken 1 en 3. Muziekstuknummers 1 Oorspronkelijke volgorde 2 A 3 4 B C D afstandsbediening. De aanduiding “Complete!” verschijnt. Opmerking Wanneer u een muziekstuk met een titel (zie blz. 27) in twee delen splitst, zal alleen het eerste gedeelte de titel behouden. 1 Met COMBINE samengevoegd 2 3 Andante Adagio 4 Oorspronkelijke volgorde 1 2 2 3 B 3 B A D 4 5 C D D A Allegro 1 1 C Bijvoorbeeld: Samenvoegen van muziekstukken 4 en 1. Bijvoorbeeld: 1 2 A 3 4 5 Andante Adagio Allegro Het tweede gedeelte draagt geen titel meer. Met COMBINE samengevoegd 2 B 3 C 4 1 Druk enkele malen op de FUNCTION toets van de afstandsbediening totdat er “MD” in het uitleesvenster verschijnt. 2 Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening totdat er “Edit Menu” wordt aangegeven. 3 Druk enkele malen op de . of > toets totdat er “Combine?” wordt aangegeven en druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 32NL 4 Druk enkele malen op de . of > toets om in te stellen op het als eerste bedoelde muziekstuk van de twee die u wilt samenvoegen en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Om bijvoorbeeld de muziekstukken 4 en 1 samen te voegen, stelt u in op nummer 4. 5 Druk enkele malen op de . of > toets om in te stellen op het tweede muziekstuk van de twee die u wilt samenvoegen. Ongedaan maken van de laatste bewerking — “Undo” functie Met de herstelfunctie kunt u de laatste ingreep op de minidisc ongedaan maken, om de minidisc terug te brengen in de staat voor die slecht uitgevallen bewerking. Overigens zult u een bewerking niet ongedaan kunnen maken als u erna een van de volgende dingen hebt gedaan: • een andere bewerking hebt uitgevoerd; • begonnen bent met opnemen; Nieuw muziekstuknummer verschijnt 6 Druk op de ENTER/YES toets van de • de TOC inhoudsopgave hebt bijgewerkt, door uitschakelen van de minidisc-recorder of uitnemen van de minidisc; afstandsbediening. • de stekker uit het stopcontact hebt getrokken. De aanduiding “Complete!” verschijnt. U kunt het resultaat van de S.F Edit volumecorrectie niet ongedaan maken met de “Undo” functie. Opmerking • Muziekstukken die zijn opgenomen met verschillende opnamefuncties (STEREO, LP2, LP4 of MONO) kunnen niet worden samengevoegd. • Als beide samengevoegde muziekstukken titels hadden, zal de titel van het tweede komen te vervallen. 1 Druk enkele malen op de FUNCTION toets van de afstandsbediening totdat er “MD” in het uitleesvenster verschijnt. 2 Druk in de stopstand op de MENU/NO toets van de afstandsbediening totdat er “Edit Menu” wordt aangegeven. Minidisc — Opnamen bewerken Nummer van het als tweede deel bedoelde muziekstuk 3 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat de aanduiding “Undo?” verschijnt. De aanduiding “Undo?” verschijnt niet als er geen bewerking ongedaan kan worden gemaakt. 4 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Er verschijnt een aanduiding in het uitleesvenster, afhankelijk van de laatst uitgevoerde bewerking. 5 Druk nogmaals op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. De aanduiding “Complete!” verschijnt. 33NL Aanpassen van de geluidssterkte na het opnemen — S.F Edit volumecorrectie Na het opnemen kunt u de geluidssterkte van de opgenomen muziekstukken aanpassen met de S.F (Scale Factor) Edit volumecorrectie. De oorspronkelijke opname wordt dan overschreven met dezelfde muziek, met de nieuw gekozen geluidssterkte. Bij deze aanpassing van de geluidssterkte kunt u het complete opnameniveau wijzigen, maar ook kunt u het geluid met “Fade In” aan het begin geleidelijk laten aanzwellen of het met “Fade Out” aan het eind geleidelijk laten wegebben. U kunt niet de geluidssterkte aanpassen van een muziekstuk dat is opgenomen met de MDLP opnamefunctie. De geluidssterkte van een geheel muziekstuk aanpassen 1 Druk enkele malen op de FUNCTION toets van de afstandsbediening totdat er “MD” in het uitleesvenster verschijnt. 2 Druk enkele malen op de PLAY MODE toets van de afstandsbediening totdat er geen “PROGRAM” of “SHUFFLE” meer in het uitleesvenster wordt aangegeven. 3 Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening totdat er “Edit Menu” wordt aangegeven. 4 Druk enkele malen op de . of > toets totdat er “S.F Edit?” wordt aangegeven en druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 5 Druk enkele malen op de . of > toets totdat er “Tr Level?” verschijnt en druk weer op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 34NL 6 Druk enkele malen op de . of > toets om in te stellen op het nummer van het muziekstuk waarvan u de geluidssterkte wilt aanpassen en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Nu verschijnt er “Level 0dB”. 7 Luister naar de geluidsweergave en druk enkele malen op de . of > toets om het opnameniveau bij te regelen. Het opnameniveau is instelbaar van –12 dB tot +12 dB, in stapjes van 2 dB. Stel het opnameniveau zodanig in dat de aanduiding “OVER” ook bij de krachtigste geluiden net niet oplicht. 8 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Nu verschijnt er “S.F Edit OK?”. 9 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. De aanduiding “S.F Edit: **%” verschijnt terwijl het muziekstuk opnieuw wordt opgenomen. Dit duurt even lang of iets langer dan de speelduur van het muziekstuk. Wanneer de nieuwe opname klaar is, verschijnt er enkele seconden lang “Complete!” in het uitleesvenster. Annuleren van de volumecorrectie Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening wanneer u wilt stoppen, tijdens de stappen 4 t/m 8. Na indrukken van de ENTER/YES toets van de afstandsbediening in stap 9 begint het opnemen en dan kunt u de volumecorrectie niet meer uitschakelen. In- of uit-faden van de opname 1 Druk enkele malen op de FUNCTION toets van de afstandsbediening totdat er “MD” in het uitleesvenster verschijnt. 2 Druk enkele malen op de PLAY MODE toets van de afstandsbediening totdat er geen “PROGRAM” of “SHUFFLE” meer wordt aangegeven. 3 Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening totdat er “Edit Menu” wordt aangegeven. toets totdat er “S.F Edit?” wordt aangegeven en druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 5 Druk enkele malen op de . of > toets om in te stellen op “Fade In?” (voor geleidelijk aanzwellend geluid) of op “Fade Out?” (voor wegebbend geluid) en druk weer op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 6 Druk enkele malen op de . of > toets om in te stellen op het muziekstuk waarvan u de geluidssterkte aan het begin of het eind wilt aanpassen en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Er verschijnt “Time 5.0s” in het uitleesvenster. afstandsbediening. De aanduiding “S.F Edit: **%” verschijnt terwijl het muziekstuk opnieuw wordt opgenomen. Wanneer de nieuwe opname klaar is, verschijnt er enkele seconden lang “Complete!” in het uitleesvenster. Annuleren van het in- of uit-faden Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening wanneer u wilt stoppen, tijdens de stappen 4 t/m 8. Nadat het opnemen is begonnen in stap 9, kunt u de volumecorrectie niet meer uitschakelen. Opmerkingen • Trek tijdens het opnemen niet de stekker uit het stopcontact en stoot niet tegen het apparaat. De opnamegegevens kunnen daardoor worden aangetast en dan zult u de muziek niet meer kunnen afspelen. • Gebruik geen minidisc die vuil of beschadigd is. Het opnemen kan daarop niet naar behoren plaatsvinden. • Als u de geluidssterkte van hetzelfde muziekstuk meermalen aanpast, zal de geluidskwaliteit afnemen. • Wanneer de geluidssterkte eenmaal is aangepast, zult u deze niet meer tot precies hetzelfde niveau kunnen terugbrengen, ook al probeert u dit opnieuw met de volumecorrectie. • Tijdens het gebruik van de schakelklok zult u het opnameniveau niet kunnen aanpassen. • U kunt het resultaat van de S.F Edit volumecorrectie niet ongedaan maken met de “Undo” functie. Minidisc — Opnamen bewerken 4 Druk enkele malen op de . of > 9 Druk op de ENTER/YES toets van de 7 Luister naar de geluidsweergave en druk enkele malen op de . of > toets om de tijdsduur voor het aanzwellen of wegebben van het geluid naar wens in te stellen. De minidisc-recorder speelt de passage af die met “Fade In” of “Fade Out” opnieuw zal worden opgenomen. U kunt de tijdsduur instellen op elke gewenste waarde van 1,0 seconde tot 15,0 seconden, in stapjes van 0,1 seconde. De tijdsduur kan niet langer worden gekozen dan de speelduur van het muziekstuk. 8 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Nu verschijnt er “S.F Edit OK?”. 35NL Tuner voor radio-ontvangst Vastleggen van uw favoriete radiozenders Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening tijdens stap 5 of 6. In het afstemgeheugen kunt u in totaal 30 favoriete radiozenders vastleggen (20 voor de FM en 10 voor de AM afstemband). Afstemmen op een zender die te zwak doorkomt voor automatische afstemming 1 Druk enkele malen op de FUNCTION Druk in stap 2 enkele malen op de TUNING MODE toets van de afstandsbediening totdat de aanduiding “MANUAL” in het uitleesvenster verschijnt en druk dan enkele malen op de TUNING + of – toets om op de gewenste zender af te stemmen. toets (of de TUNER BAND toets van de afstandsbediening) om te kiezen voor de FM of AM afstemband. 2 Druk enkele malen op de TUNING MODE toets van de afstandsbediening totdat de aanduiding “AUTO” in het uitleesvenster verschijnt. 3 Druk op de TUNING + of – toets. De frequentie-aanduiding verandert terwijl de tuner de afstemband doorzoekt. Het zoeken stopt wanneer er op een duidelijk doorkomende zender is afgestemd. Dan verschijnt in het uitleesvenster de aanduiding “TUNED” (en ook “STEREO” als er een stereo radio-uitzending wordt ontvangen). 4 Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening. 5 Druk enkele malen op de TUNING + of – toets totdat de aanduiding “Memory?” verschijnt en druk dan op de ENTER/ YES toets van de afstandsbediening. In het uitleesvenster verschijnt een voorinstelnummer. Voer de aanwijzingen in de stappen 6 en 7 uit terwijl het voorinstelnummer knippert. 6 Druk enkele malen op de TUNING + of – toets om het gewenste voorinstelnummer te kiezen. 7 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. De aanduiding “Complete!” verschijnt en de zender is vastgelegd. 8 Herhaal de stappen 1 t/m 7 voor elk van de voorkeurzenders die u wilt vastleggen. 36NL Als u besluit om een zender niet vast te leggen Vastleggen onder een ander zendernummer Volg de aanwijzingen weer vanaf stap 1. Omschakelen van het AM afsteminterval (niet van toepassing op het Europese model) Het afsteminterval voor de AM ontvangst is in de fabriek ingesteld op 9 kHz (bepaalde verkoopgebieden 10 kHz). Om dit AM afsteminterval om te schakelen, stemt u eerst af op een willekeurige AM zender en dan schakelt u het apparaat uit. Houd vervolgens de FUNCTION toets ingedrukt en schakel zo de stroom weer in. Bij omschakelen van het afsteminterval verdwijnen alle vastgelegde AM voorkeurzenders uit het afstemgeheugen. Om terug te keren naar het oorspronkelijke interval, herhaalt u deze werkwijze. Tip De vastgelegde voorkeurzenders zullen na het verwijderen van de stekker uit het stopcontact of na uitvallen van de stroom ongeveer een dag lang in het afstemgeheugen bewaard blijven. Luisteren naar de radio — Geheugenafstemming Op de radiozenders die u hebt vastgelegd in het afstemgeheugen kunt u vlot en gemakkelijk afstemmen (zie “Vastleggen van uw favoriete radiozenders” op blz. 36). 1 Druk enkele malen op de FUNCTION toets (of de TUNER BAND toets van de afstandsbediening) om te kiezen voor de FM of AM afstemband. 2 Druk enkele malen op de TUNING MODE toets van de afstandsbediening totdat de aanduiding “PRESET” in het uitleesvenster verschijnt. 3 Druk enkele malen op de TUNING + of – Het zendernummer en de frequentie (of de zendernaam*1 of de RDS zendernaam*2) worden in het uitleesvenster aangegeven. * 1 De zendernaam verschijnt alleen als u een naam voor de betreffende zender hebt ingevoerd (zie blz. 38). * 2 Alleen voor het Europese model Uitschakelen van de radio Druk op de ?/1 aan/uit-schakelaar. Invoeren van een zendernummer boven de 10 (alleen via de afstandsbediening) • Druk in stap 2 enkele malen op de TUNING MODE toets van de afstandsbediening totdat de aanduiding “MANUAL” in het uitleesvenster verschijnt en druk dan enkele malen op de TUNING + of – toets om op de gewenste zender af te stemmen (handmatige afstemming). • Druk bij stap 2 enkele malen op de TUNING MODE toets van de afstandsbediening totdat de aanduiding “AUTO” in het uitleesvenster verschijnt en druk dan op de TUNING + of – toets. De frequentie-aanduiding verandert terwijl de tuner de afstemband doorzoekt, om te stoppen wanneer er op een duidelijk doorkomende zender is afgestemd (automatische zoekafstemming). Uitschakelen van de automatische afstemfunctie Druk op de TUNING MODE toets van de afstandsbediening. Tips • Wanneer een FM stereo radio-uitzending niet duidelijk doorkomt, drukt u enkele malen op de FM MODE toets van de afstandsbediening tot de aanduiding “MONO” in het uitleesvenster oplicht. De radio-ontvangst zal niet meer in stereo zijn, maar wel beter klinken. • Voor de beste radio-ontvangst kunt u de bijgeleverde antennes bijstellen of een buitenantenne aansluiten. Tuner voor radio-ontvangst toets om de gewenste zender te kiezen. Luisteren naar radiozenders die niet zijn vastgelegd 1 Druk op de >10 meer-dan-tien toets. 2 Voer de cijfers van het zendernummer in. Voor het invoeren van een 0 gebruikt u de 10/0 toets. Bijvoorbeeld: Voor keuze van zender nummer 20 drukt u eerst op de >10 toets en dan op toets 2 en 10/0. 37NL Naamgeving van de voorkeurzenders — Zendernamen Voor elke vastgelegde voorkeurzender kunt u een zelf gekozen naam invoeren van maximaal 10 letters (de zendernaam). 1 Stem af op de zender die u van een naam wilt voorzien (zie blz. 37). 2 Volg de aanwijzingen van 2 t/m 6 voor de “Naamgeving van compact discs” (zie blz. 13). Controleren van de zendernaam Druk enkele malen op de DISPLAY toets van de afstandsbediening. De aanduiding in het uitleesvenster verandert als volgt: Zendernaam*1 t Afstemfrequentie*2 t Tijdsaanduiding*2 t Naam van het akoestiekeffect*2 t Volume*2 t Zendernaam*1 t ... (Alleen voor het Europese model) Wat is het Radio Data Systeem? Het Radio Data Systeem (kortweg RDS)*1 is een speciale radio-informatiedienst waarmee FM-radiozenders naast de gewone radiouitzendingen allerlei nuttige informatie kunnen uitzenden. Opmerking De RDS informatie zal niet altijd goed te ontvangen zijn, als de zender waarop u hebt afgestemd niet goed doorkomt of als de signaalsterkte onvoldoende is. *1 Niet alle FM-radiozenders geven RDS informatie door, en de zenders die dit wel doen bieden niet alle dezelfde soorten informatie. Voor nadere bijzonderheden omtrent de in uw woongebied beschikbare RDS informatie kunt u het best contact opnemen met de plaatselijk actieve radiozenders. Ontvangst van RDS radiouitzendingen Kies eenvoudigweg een radiozender uit de FM afstemband. *1 De zendernaam verschijnt alleen als u een naam voor de betreffende zender hebt ingevoerd. *2 Na 8 seconden wordt weer de zendernaam in het uitleesvenster aangegeven (of de afstemfrequentie als er geen naam voor de zender is ingevoerd). Bij ontvangst van een zender die RDS informatie uitzendt, zal automatisch de zendernaam in het uitleesvenster verschijnen. Wissen van de zendernaam Telkens wanneer u op de DISPLAY toets van de afstandsbediening drukt, verspringt de aanduiding in het uitleesvenster als volgt: 1 Stem af op de betreffende zender. 2 Druk op de NAME EDIT/SELECT toets van de afstandsbediening. 3 Druk enkele malen op de CLEAR toets van de afstandsbediening om de zendernaam te wissen. 4 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 38NL Gebruik van het Radio Data Systeem (RDS) Controleren van de RDS informatie Zendernaam*2 t Afstemfrequentie t Tijdsaanduiding t Naam van het akoestiekeffect t Volume t Zendernaam*2 t … *2Als de RDS uitzending niet duidelijk genoeg ontvangen wordt, kan de zendernaam niet in het uitleesvenster worden aangegeven. Geluidregeling Schakelklok-functies Extra versterken van de bassen In slaap vallen met muziek — DBFB basversterking Druk op de DBFB* toets van de afstandsbediening. In het uitleesvenster verschijnt de aanduiding “DBFB”. — SLEEP timer Met de Sleep timer kunt u de tijd kiezen waarna u de stereo-installatie automatisch wilt laten uitschakelen. Met deze sluimerfunctie kunt u dus gerust met muziek in slaap vallen. Druk opnieuw op de DBFB toets om de functie uit te schakelen. Druk enkele malen op de SLEEP toets van de afstandsbediening. * DBFB: Dynamic Bass Feedback (basversterking) Dan verspringt de aanduiding voor de sluimertijd als volgt: Tip De fabrieksinstelling voor de DBFB is “aan”. Gebruik het akoestiekeffect-menu om een van de 5 vast ingestelde akoestiekeffecten te kiezen die het beste bij de muziek past waarnaar u luistert. Druk enkele malen op de PRESET EQ toets van de afstandsbediening. * De stereo-installatie wordt uitgeschakeld wanneer de weergegeven CD of minidisc afgelopen is (tot maximaal 4 uur). Of het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld als u de weergave van de CD of minidisc eerder stopt. Voor het Drukt u Controleren van de resterende sluimertijd Eenmaal op de SLEEP toets van de afstandsbediening. Wijzigen van de sluimertijd Enkele malen op de SLEEP toets van de afstandsbediening totdat de gewenste sluimertijd verschijnt. Annuleren van de SLEEP timer functie Enkele malen op de SLEEP toets van de afstandsbediening totdat er “SLEEP OFF” wordt aangegeven. De aanduiding in het uitleesvenster verandert als volgt: ROCK t POP t JAZZ t CLASSIC t DANCE t FLAT t ROCK t … Uitschakelen van het akoestiekeffect Druk enkele malen op de PRESET EQ toets van de afstandsbediening totdat de aanduiding “FLAT” verschijnt. Opmerking Kies niet de “AUTO” stand tijdens de synchroonopname op een minidisc. Geluidregeling/Schakelklok-functies Kiezen van een akoestiekeffect AUTO* t 90min t 80min t 70min t … t 10min t SLEEP OFF t AUTO* t … Tips • De fabrieksinstelling voor het akoestiekeffect-menu is “ROCK”. • Bij het maken van een opname wordt het toegevoegde akoestiekeffect niet op de minidisc of cassette opgenomen. 39NL Gewekt worden met muziek — DAILY timer wekfunctie Met de DAILY timer kunt u de stereoinstallatie op een vooraf ingesteld tijdstip automatisch laten inschakelen, zodat u met muziek ontwaakt. Voor deze wekfunctie moet wel eerst de klok op de juiste tijd zijn ingesteld (zie “Gelijkzetten van de klok” op blz. 8). 1 Breng de geluidsbron waarmee u gewekt wilt worden in gereedheid. • Compact disc: Leg een CD in de disc-lade. Als u wilt beginnen met een bepaald muziekstuk, maakt u een muziekprogramma (zie “Muziekstukken van een CD voor weergave kiezen” op blz. 11). • Minidisc: Plaats een minidisc voor weergave. Als u wilt beginnen met een bepaald muziekstuk, maakt u een muziekprogramma (zie “Muziekstukken van een minidisc voor weergave kiezen” op blz. 16). • Radio: Stem af op de gewenste voorkeurzender (zie “Luisteren naar de radio” op blz. 37). 2 Druk op de VOL + of – toets om de geluidssterkte naar wens in te stellen. 3 Druk op de CLOCK/TIMER SET toets van de afstandsbediening. 4 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat “DAILY SET?” in het uitleesvenster verschijnt en druk dan op de ENTER/ YES toets van de afstandsbediening. Het uren-cijfer gaat knipperen. 40NL 5 Stel de wektijd of inschakeltijd in. Druk enkele malen op de – of + toets (of de . of > toets) van de afstandsbediening om het juiste uur in te stellen en druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Nu gaan de minuten-cijfers voor de inschakeltijd knipperen. Druk enkele malen op de – of + toets (of de . of > toets) van de afstandsbediening om de juiste minuut in te stellen en druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Het uren-cijfer gaat weer knipperen. 6 Stel de uitschakeltijd in op dezelfde manier als bij stap 5. 7 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening om de geluidsbron te kiezen waarmee u gewekt wilt worden. Dan verspringt de aanduiding van de geluidsbron als volgt: t TUNER y MD PLAY T (radio-ontvangst) (minidisc-weergave) t CD PLAYT (CD-weergave) 8 Druk op de ENTER/YES van de afstandsbediening. Nu verschijnen de door u gekozen inschakeltijd, de uitschakeltijd, de geluidsbron en de geluidssterkte, gevolgd door de oorspronkelijke aanduidingen. 9 Druk op de @/1 aan/uit-schakelaar om de stereo-installatie uit te zetten. Voor het Doet u het volgende Controleren van de instellingen/starten van de schakelklok Drukt u op de CLOCK/TIMER SELECT toets van de afstandsbediening, dan enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat er “DAILY SELECT?” in het uitleesvenster verschijnt en drukt dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Wijzigen van de instellingen Begint u weer vanaf stap 1. Annuleren van de wekfunctie Drukt u op de CLOCK/TIMER SELECT toets van de afstandsbediening, dan enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat er “TIMER OFF?” in het uitleesvenster verschijnt en drukt dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Schakelklok-opname van radio-uitzendingen Voordat u een schakelklok-opname kunt maken, moet de ingebouwde klok op de juiste tijd zijn ingesteld (zie “Gelijkzetten van de klok” op blz. 8) en moeten er radiozenders zijn vastgelegd (zie “Vastleggen van uw favoriete radiozenders” op blz. 36). 1 Stem af op de voorkeurzender die u wilt Opmerkingen 2 Druk op de CLOCK/TIMER SET toets van de afstandsbediening. 3 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat er “REC SET?” in het uitleesvenster verschijnt en druk dan op de ENTER/ YES toets van de afstandsbediening. 4 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening om “REC 1” – “REC 3” te kiezen en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 5 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat “ONCE?”, “DAILY?” of “WEEKLY?” in het uitleesvenster wordt aangegeven. Als u “ONCE?” kiest, treedt de opnameschakelklok eenmaal in werking. Als u “DAILY?” kiest, treedt de schakelklok elke dag op dezelfde tijd in werking. Als u “WEEKLY?” kiest, treedt de schakelklok elke week op de ingestelde dag en tijd in werking. 6 Druk op de ENTER/YES toets van de Geluidregeling/Schakelklok-functies Schakelklok-functies • De stereo-installatie zal ongeveer 30 seconden vóór de gekozen wektijd worden ingeschakeld. Probeer niet de stereo-installatie te bedienen na het inschakelen maar voordat het wekgeluid klinkt. Anders zal de wekfunctie niet goed functioneren. • Externe geluidsbronnen, aangesloten op de TAPE IN aansluitingen of de DIGITAL OPTICAL IN aansluiting, zijn niet te gebruiken als geluidsbron voor de wekfunctie. opnemen (zie “Luisteren naar de radio” op blz. 37). afstandsbediening. Als u “ONCE?” of “WEEKLY?” hebt gekozen, gaat de dag-aanduiding knipperen. Als u “DAILY?” hebt gekozen, gaat het uren-cijfer knipperen. wordt vervolgd 41NL Schakelklok-opname van radiouitzendingen (vervolg) 7 Druk enkele malen op de – of + toets (of Voor het Doet u het volgende Controleren van de instellingen Kies het schakelkloknummer (REC 1 – 3) in stap 2 van “Activeren/annuleren van de schakelklok” en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. De laatste instelling verschijnt. de . of > toets) van de afstandsbediening om de gewenste dag van de week te kiezen. Als u in stap 5 “DAILY?” hebt gekozen, gaat u door naar stap 9. 8 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Het uren-cijfer gaat knipperen. 9 Stel de opname-begintijd in. Druk enkele malen op de – of + toets (of de . of > toets) van de afstandsbediening om het juiste uur in te stellen en druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Nu gaan de minuten-cijfers voor de inschakeltijd knipperen. Druk enkele malen op de – of + toets (of de . of > toets) van de afstandsbediening om de juiste minuut in te stellen en druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. De dag-aanduiding of het uren-cijfer gaat weer knipperen. 10 Stel de opname-eindtijd in op dezelfde manier als bij de stappen 7 t/m 9. 11 Kies de opnamefunctie (bijvoorbeeld LP2) met de . of > toets van de afstandsbediening en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. De gemaakte instellingen voor de schakelklok-opname verschijnen en daarna keren de oorspronkelijke aanduidingen terug. 12 Plaats een voor opnemen geschikte minidisc. 13 Druk op de @/1 aan/uit-schakelaar om de stereo-installatie uit te zetten. 42NL Activeren/annuleren 1 Druk op de CLOCK/TIMER van de schakelklok SELECT toets van de afstandsbediening, druk vervolgens enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat de aanduiding “REC SELECT?” verschijnt en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 2 Druk enkele malen op de m of M toets van de afstandsbediening om het schakelkloknummer (REC 1 – 3) te kiezen, druk vervolgens enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening om het schakelkloknummer (activeren) of “–” (annuleren) te kiezen en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Als u de opname-schakelklok niet hebt ingesteld, verschijnt “.” in plaats van het schakelkloknummer of “–”. Wijzigen van de instellingen Begint u weer vanaf stap 1. Los verkrijgbare apparatuur Tip Bij het opnemen van de radio worden de zendernaam (zie blz. 38 of de afstemfrequentie als u de zender nog geen naam heeft gegeven), de begintijd en de eindtijd ook automatisch vastgelegd op de minidisc. Aansluiten van los verkrijgbare apparatuur Opmerkingen • De stereo-installatie zal ongeveer 30 seconden vóór de gekozen opname-begintijd worden ingeschakeld. Probeer niet de stereo-installatie te bedienen na het inschakelen maar voordat de opname begint. Anders zal de schakelklok-opnamefunctie niet goed werken. • Bij opnemen op een gloednieuwe minidisc zal er op de eerste 15 seconden niets worden opgenomen. • Tijdens de schakelklok-opname zal er geen geluid te horen zijn. Voor een veelzijdig gebruik van uw stereoinstallatie kunt u er allerlei audio/videoapparatuur op aansluiten. Op de PC LINK stekkerbus kunt u een personal computer aansluiten, om de stereo-installatie via uw personal computer te bedienen. Naar de Verbinden met de hoofdtelefoon digitale optische Naar de audiouitgangsaansluiting ingang van een van een digitale cassettedeck*1 geluidsbron*2 PC LINK * 1 Gebruik een audiosnoer (stereo ministekker y tulpstekkers) (niet bijgeleverd) of een stekkeradapter (stereo ministekker y tulpcontrastekkers) (niet bijgeleverd). * 2 Gebruik een digitale optische aansluitkabel (vierkante stekker) (niet bijgeleverd). Los verkrijgbare apparatuur Naar de audio-uitgang van een cassettedeck*1 wordt vervolgd 43NL Aansluiten van los verkrijgbare apparatuur (vervolg) 44NL Voor het Doet u het volgende Luisteren naar een aangesloten digitale geluidsbron Drukt u enkele malen op de FUNCTION toets totdat er “OPTICAL IN” in het uitleesvenster verschijnt. Opnemen vanaf een aangesloten digitale geluidsbron op een minidisc Drukt u enkele malen op de FUNCTION toets totdat er “OPTICAL IN” in het uitleesvenster verschijnt. Plaats een voor opnemen geschikte minidisc en begin met de weergave van de digitale geluidsbron. Druk op de REC/REC IT toets om de stereo-installatie in opname-paraatstand te zetten en druk dan op de u toets bij het punt waar u wilt beginnen met opnemen. Druk op de x toets om te stoppen met opnemen. Opnemen vanaf een aangesloten digitale geluidsbron naar een cassettedeck Begin met de weergave van de digitale geluidsbron en start vervolgens met opnemen op het cassettedeck. Luisteren naar een aangesloten cassettedeck Druk enkele malen op de FUNCTION toets totdat er “TAPE” in het uitleesvenster verschijnt. Opnemen van een cassette op een minidisc Druk enkele malen op de FUNCTION toets totdat er “TAPE” in het uitleesvenster verschijnt. Plaats een voor opnemen geschikte minidisc en begin met de weergave van de cassette in het cassettedeck. Druk op de REC/REC IT toets om de stereo-installatie in opname-paraatstand te zetten en druk dan op de u toets bij het punt waar u wilt beginnen met opnemen. Druk op de x toets om te stoppen met opnemen. Bedienen van de stereo-installatie via een personal computer Sluit u de personal computer aan op de PC LINK stekkerbus met behulp van een Sony PC aansluitset (los verkrijgbaar) voor deze stereo-installatie. Luisteren met een hoofdtelefoon Sluit de hoofdtelefoon (los verkrijgbaar) aan op de PHONES aansluiting. Tips • Na het indrukken van REC/REC IT toets kunt u het opnameniveau instellen (zie blz. 26). • De Smart Space pauze-inkortfunctie, de “Auto Cut” automatische pauzestand (zie blz. 25) en de Tijdmachine-opnamefunctie (zie blz. 21) zullen bij het opnemen vanaf een aangesloten geluidsbron werken. • Door de voorziening van een ingebouwde bemonsteringsfrequentie-omzetter kunt u een zuivere digitale opname op een minidisc maken vanaf een aangesloten digitale geluidsbron met een bemonsteringsfrequentie van 32 kHz, 44,1 kHz of 48 kHz. Opmerking Steek de stekkers volledig in de aansluitbussen zodat een goed contact wordt gemaakt. Als de stekkers niet helemaal naar binnen zijn gestoken, zal er geen geluid zijn. Aanvullende informatie Hitte in het inwendige Voorzorgsmaatregelen Het naamplaatje bevindt aan de onderkant van de apparatuur. LET OP Als de batterij verkeerd is aangebracht, bestaat er kans op een ontploffing. Vervang de batterij uitsluitend door een batterij van hetzelfde of een gelijkwaardig type. Gooi gebruikte batterijen weg overeenkomstig de instructies van de fabrikant. Stroomvoorziening Controleer, alvorens de stereo-installatie in gebruik te nemen, of de bedrijfsspanning van het apparaat overeenkomt met de plaatselijke netspanning. Veiligheid Voorkomen van beschadiging • Als de stereo-installatie rechtstreeks van een koude in een warme omgeving wordt gebracht of in een erg vochtige kamer wordt geplaatst, kan op de lens binnenin de compact disc speler of de minidiscrecorder vocht uit de lucht condenseren. Als dit zich voordoet, zal de stereo-installatie niet naar behoren functioneren. In zulke gevallen dient u de compact disc of minidisc te verwijderen en het apparaat ongeveer een uur ingeschakeld maar ongebruikt aan te laten staan, zodat alle condensvocht kan verdampen. • Voordat u de stereo-installatie verplaatst of vervoert, dient u de compact disc uit het apparaat te verwijderen. Mocht u vragen of problemen met uw stereoinstallatie hebben, aarzel dan niet contact op te nemen met de dichtstbijzijnde Sony handelaar. Opstelling Betreffende de luidsprekers • Zorg dat het apparaat zo goed mogelijk horizontaal staat. • Plaats het apparaat ergens waar het niet blootgesteld staat aan: — extreme hitte of koude — stof of vuil — erg veel vocht — heftige trillingen — directe zonnestraling. Hoewel de luidsprekers van deze stereo-installatie magnetisch zijn afgeschermd, blijft het toch mogelijk dat er storing in het TV-beeld optreedt als ze in de buurt van een TV-toestel staan. Als dit zich voordoet, schakel het TV-toestel dan eenmaal uit en vervolgens na 15 tot 30 minuten weer in. Als er na weer inschakelen geen verbetering zichtbaar is in de weergave, zet de luidsprekers en de TV dan iets verder van elkaar vandaan. Zorg er bovendien voor dat voorwerpen waarin magneten worden gebruikt, zoals een audiorek, een TVstandaard, bepaald soort speelgoed, etc., niet in de buurt van de TV staan, aangezien interactie tussen de magneten ervan en deze apparatuur storing in het beeld kan veroorzaken. Aanvullende informatie • Zolang de stekker van het netsnoer in het stopcontact zit, blijft er een geringe hoeveelheid stroom naar het apparaat lopen, ook al is het apparaat zelf uitgeschakeld. • Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u denkt het apparaat geruime tijd niet te gebruiken. Pak de stekker vast om deze uit het stopcontact te trekken. Trek nooit aan het snoer. • Mocht er vloeistof of een voorwerp in het inwendige van het apparaat terechtkomen, verbreek dan de aansluiting op het stopcontact en laat de stereo-installatie eerst door een deskundige nakijken alvorens deze weer in gebruik te nemen. • Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te vervangen, laat dit dan uitsluitend bij een erkende vakhandel verrichten. • Alhoewel het apparaat tijdens gebruik nogal warm kan worden, wijst dat niet op storing in de werking. • Om oververhitting in het inwendige van de stereoinstallatie te voorkomen, moet u de apparatuur op een goed geventileerde plaats zetten en ook geen voorwerpen op de bovenkant van de apparatuur plaatsen. Bij langdurig afspelen op hoog volume kunnen de boven-, onder- en zijpanelen van de behuizing na verloop van tijd erg heet worden. Pas hiervoor op en raak de behuizing liever niet aan. Om oververhitting en storing in de werking te vermijden, mag u de ventilatiesleuven voor de koelventilator niet afdekken. wordt vervolgd 45NL Voorzorgsmaatregelen (vervolg) Omtrent minidiscs • Open nooit het schuifje van de minidisc zodanig dat het magnetisch gevoelige oppervlak zichtbaar wordt. Als het schuifje geopend is, dient u het onmiddellijk weer te sluiten. • Plak nooit een etiket zodanig op de minidisc dat de beweging van het schuifje belemmerd wordt. Plak een etiket alleen op de daarvoor bestemde plaats. Gebruik alleen de etiketten die bij de minidisc geleverd zijn, want de vorm en de afmetingen van de etiketten kunnen per merk verschillen. Juiste omgang met compact discs • Veeg een compact disc voor het afspelen schoon met een niet pluizend reinigingsdoekje, vanuit het midden naar de rand. • Plak geen etiketten e.d. op compact discs, want daardoor kan de CD-speler beschadigd worden. • Gebruik voor het reinigen geen vluchtige stoffen. • Zorg dat uw compact discs niet worden blootgesteld aan fel zonlicht of de hitte van een kachel. • Discs met afwijkende vormen (hoekig, hartvormig, stervormig e.d.) zijn in dit apparaat niet af te spelen. Probeer het in geen geval, want de stereo-installatie kan er door beschadigd worden. Gebruik dergelijke discs niet. Betreffende het afspelen van CD-R/ CD-RW discs Plaats voor etiket Schuifje • Als de minidisc vuil is, veegt u deze schoon met een droog doekje. • Leg uw minidiscs niet in de volle zon, niet in de buurt van een warmtebron en laat ze niet achter in een auto die in de zon geparkeerd staat. • Bij de volgende soorten compact discs kan er sprake zijn van storing of leesfouten bij het overnemen op een minidisc: — compact discs waarop een etiket is geplakt — onregelmatig gevormde CD’s (bijv. hart- of stervormige) — CD’s met veel tekst geconcentreerd aan één kant — oude CD’s —CD’s met krassen — vuile CD’s — kromgetrokken CD’s • Als een van de volgende verschijnselen zich voordoet tijdens het afspelen of opnemen van een CD, kan er een leesfout optreden of storing in de opname ontstaan: — als er tegen de apparatuur wordt gestoten; — als de minidisc-recorder scheef staat of op een wankele ondergrond; — als de minidisc-recorder dichtbij een luidspreker, een dichtslaande deur of een andere bron van trillingen staat. • Als er een leesfout optreedt, kan er een extra nummer ontstaan zonder enig geluid. Dit overbodige nummer kunt u wissen met behulp van de bewerkingsfuncties (zie blz. 29). 46NL Compact discs die zijn opgenomen met een CD-R/ CD-RW recorder of “CD-brander” zijn in dit apparaat niet altijd goed af te spelen, niet alleen door stof of vuil, maar vanwege de opnamekarakteristiek van het opname-apparaat. En zelf opgenomen discs die nog niet gefinaliseerd zijn, kunt u niet in dit apparaat afspelen. Opmerkingen betreffende de luidsprekers • De achterkant van de luidsprekers wordt tijdens het gebruik warm. Dit is normaal en duidt niet op een defect. Als u de stereo-installatie langere tijd achtereen met een hoog ingesteld volume gebruikt, kan de achterkant van de luidsprekers zelfs heet worden. Raak de achterkant van de luidsprekers niet aan om verbranding te voorkomen. Reinigen van de behuizing Maak de ombouw, het paneel en bedieningsorganen schoon met een zachte doek, licht bevochtigd met wat milde vloeibare huishoudzeep. Gebruik geen schuurspons, schuurpoeder of oplosmiddelen zoals alcohol of benzine. Beperkingen van het minidisc-systeem Het opnamesysteem van uw minidisc-recorder is gebonden aan een aantal specifieke beperkingen, waarvan hieronder een overzicht volgt. Deze beperkingen zijn inherent aan het ontwerp van het minidisc-systeem en duiden niet op storing in uw stereo-installatie. De “Disc Full!” foutmelding verschijnt al vóór het bereiken van de maximale opnameduur Wanneer er 255 nummers op de minidisc zijn opgenomen, zal de “Disc Full!” foutmelding verschijnen, ongeacht de feitelijke opnameduur. Een minidisc kan niet meer dan 255 muziekstukken bevatten. Om door te gaan met opnemen, dient u muziekstukken te wissen of een andere minidisc te gebruiken. De “Disc Full!” foutmelding verschijnt al vóór het bereiken van het maximaal aantal muziekstukken (255) De resterende opnameduur vermeerdert niet, ook na het wissen van diverse korte nummers Nummers van minder dan 12 seconden* lengte tellen niet mee, zodat het wissen ervan niet tot meer beschikbare opnameduur zal leiden. * Tijdens stereo-opname (circa 24 seconden tijdens opname in mono of stereomodus LP2, en 48 seconden in stereomodus LP4) Te vaak gemonteerde muziekstukken kunnen soms ook niet worden samengevoegd. De totale opgenomen speelduur plus de resterende opnameduur op de minidisc komen in totaal niet aan de nominale speelduur van de disc Het opnemen wordt verricht in minimum-eenheden van 2 seconden*, ongeacht de lengte van het opgenomen materiaal. Dit kan leiden tot een geringe afwijking van de nominale speelduur. Daarnaast kan de speelduur van een minidisc beperkt worden door krassen en dergelijke. * Tijdens stereo-opname (circa 4 seconden tijdens opname in mono of stereomodus LP2, en 8 seconden in stereomodus LP4) Bij het doorzoeken van muziekstukken die door bewerking zijn samengesteld valt het geluid soms weg Muziekstukken die niet rechtstreeks zijn opgenomen, maar door bewerking zijn samengesteld, kunnen nogal over de minidisc verspreid zijn en dan kan de versnelde weergave het zoeken niet altijd bijhouden. De muziekstuknummers worden niet juist vastgelegd Ook al wordt er tijdens analoog opnemen “LEVELSYNC” (zie blz. 23) in het uitleesvenster aangegeven, dan nog kunnen de muziekstuknummers soms niet naar behoren worden vastgelegd aan het begin van elk muziekstuk: • als het ingangssignaal minder dan 2 seconden lang onder het grensniveau blijft, m.a.w. bij een te korte of rumoerige pauze tussen twee muziekstukken. • als het ingangssignaal midden in een muziekstuk langer dan 2 seconden onder het grensniveau blijft. • u een muziekstuk van 4 seconden of korter* opneemt. * u opneemt in stereo, mono of stereoopnamemodus LP2 (in stereo-opnamemodus LP4: 8 seconden of korter). Aanvullende informatie Soms kunnen zachtere passages binnen muziekstukken worden opgevat als pauzes ertussen, zodat het aantal nummers het feitelijk aantal muziekstukken overschrijdt; dan kan de “Disc Full!” foutmelding al gauw verschijnen. Bepaalde muziekstukken laten zich niet met andere samenvoegen Er worden extra muziekstukken gecreëerd Bij een lange stilte tussen muziekstukken op een CD wordt er soms een extra muziekstuk gecreëerd. wordt vervolgd 47NL Beperkingen van het minidiscsysteem (vervolg) Verhelpen van storingen Overzicht van het één-generatie kopieersysteem (“Serial Copy Management System”) Mocht u een probleem ondervinden met deze stereo-installatie, neemt u dan de volgende lijst met controlepunten door. Digitale audio-apparatuur zoals voor compact discs, minidiscs en DAT cassettes maken het mogelijk om vrijwel perfecte kopieën te maken van geluidsmateriaal, want bij het kopiëren van digitale signalen blijft de kwaliteit intact. Ter bescherming van de auteursrechten van componisten en musici is dit apparaat voorzien van het “Serial Copy Management System” dat slechts één generatie aan volledig digitale kopieën toestaat via digitale aansluitingen. Via digitale aansluitingen kunt u alleen een eerste-generatie kopie* maken van digitaal geluidsmateriaal. Bijvoorbeeld: Controleer echter eerst of het netsnoer stevig in het stopcontact zit en of de luidsprekers juist en stevig zijn aangesloten. 1 U kunt een digitale kopie maken van een in de handel verkrijgbaar digitaal medium (zoals een compact disc of een voorbespeelde minidisc), maar het is niet mogelijk van deze kopie weer een (tweede-generatie) kopie te maken. De luidsprekers geven geen geluid. 2 U kunt wel een digitale kopie maken van het digitaal opgenomen geluid van een oorspronkelijk analoge geluidsbron (zoals een grammofoonplaat of een muziekcassette) of een opname van een digitale satellietuitzending, maar hiervan kunt u weer geen tweede-generatie kopie maken. * Een eerste-generatie kopie is een digitale opname van digitale signalen, gemaakt met digitale geluidsapparatuur. Als u bijvoorbeeld met de minidisc-recorder en de CD-speler van uw stereoinstallatie het geluid van een compact disc opneemt, is dit een eerste-generatie digitale kopie. Is het probleem niet zo eenvoudig te verhelpen, neem dan a.u.b. contact op met uw dichtstbijzijnde Sony handelaar. Wanneer u de stereo-installatie voor reparatie e.d. wegbrengt, moet u de luidsprekers (SA-C5B/C5S) samen met het hoofdapparaat (HCD-C5) meenemen. Algemeen • Stel het volume in. • Zorg dat er geen hoofdtelefoon is aangesloten. • Controleer de luidspreker-aansluitingen (zie blz. 6). • Tijdens de versnelde CD-MD synchroonopname wordt er nooit geluid weergegeven. Een van de luidsprekers geeft geen geluid of de weergave van links en rechts klinkt onevenwichtig. • Controleer of de luidsprekersnoeren juist zijn aangesloten (zie blz. 6). • Zorg dat de luidsprekers zo symmetrisch mogelijk staan opgesteld. • Sluit alleen de bijgeleverde luidsprekers aan. Er klinkt een hevige bromtoon of andere storend geluid. • Zet de stereo-installatie verder weg van andere apparatuur die storing kan veroorzaken. • Sluit het netsnoer aan op een ander stopcontact. • Breng een (in de elektriciteitshandel verkrijgbaar) storingsfilter aan in de stroomtoevoerketen. In plaats van de tijd verschijnt er “– –:– –” in het uitleesvenster. • Stel de klok op de juiste tijd in en leg uw schakelklok-instellingen opnieuw vast (zie blz. 8). De schakelklok is niet goed in te stellen. • Stel de klok op de juiste tijd in (zie blz. 8). 48NL De schakelklok-functies werken niet naar behoren. • Druk op de CLOCK/TIMER SELECT toets van de afstandsbediening, zodat de aanduiding “c DAILY” of “c REC” in het uitleesvenster verschijnt (zie blz. 41 en 42). • Controleer de gemaakte instellingen en zorg dat de klok op de juiste tijd staat ingesteld (zie blz. 8 of blz. 40 t/m 43). • Schakel eerst de sluimerfunctie uit (zie blz. 39). • De “DAILY” wekfunctie en de schakelklokopnamefunctie zijn niet beide tegelijk te gebruiken. • Nadat u de schakelklok hebt ingesteld, moet u op de `/1 schakelaar drukken om de stereoinstallatie uit te schakelen. • De stereo-installatie is ingeschakeld ongeveer 30 seconden voordat de ingestelde inschakeltijd wordt bereikt. De stereo-installatie reageert niet op de afstandsbediening. • Veeg de CD schoon (zie blz. 46). • Probeer of een andere CD wel goed wordt afgespeeld. • Plaats de stereo-installatie op een stabiele ondergrond zonder trillingen (een stevige tafel, boekenkast of audiorek). • Zet de luidsprekers verder van de stereoinstallatie of plaats ze op een trillingsdempend voetstuk. Als u geluid met veel bassen erg luid afspeelt, kan het dreunen van de lage tonen de laserkop doen overspringen. De weergave begint niet bij het eerste muziekstuk. • Druk enkele malen op de PLAY MODE toets van de afstandsbediening, zodat de “PROGRAM” of “SHUFFLE” aanduiding uit het uitleesvenster verdwijnt, om terug te keren naar normale weergave. De aanduiding “—OVER—” verschijnt in het uitleesvenster. • Houd bij het einde van de compact disc de m toets ingedrukt of druk op de . toets om terug te keren naar de gewenste muziekpassage. Minidisc-recorder De minidisc is niet goed in te steken. • Steek de minidisc met de pijlkant boven en de pijl naar binnen wijzend in de opening. Compact disc speler De disc-lade gaat niet open. • Houd de CD Z toets ingedrukt. • Raadpleeg uw dichtstbijzijnde Sony handelaar. Het afspelen van de compact disc begint niet. • Plaats een CD. • Veeg de CD schoon (zie blz. 46). • Probeer of een andere CD wel goed wordt afgespeeld. • Misschien is de CD ondersteboven ingelegd. Plaats de CD op de juiste wijze. • Verwijder de compact disc, veeg eventueel condensvocht weg en laat de stereo-installatie een paar uur lang ongebruikt aan staan, zodat het condensvocht kan verdampen. • Druk op de NX toets om het afspelen te starten. De bedieningsknoppen werken niet. • Probeer of het met een andere minidisc beter lukt. • Wacht tot de aanduiding “TOC” is gedoofd en probeer het dan opnieuw. Het afspelen begint niet. • Probeer of het met een andere minidisc beter lukt. • Verwijder de minidisc en laat de stereoinstallatie een paar uur lang ongebruikt aan staan, totdat het condensvocht verdampt is. • Druk op de NX toets om het afspelen te starten. Aanvullende informatie • Verwijder eventuele obstakels tussen de afstandsbediening en de stereo-installatie. • Houd de afstandsbediening dichter bij de stereoinstallatie. • Richt de afstandsbediening recht op de afstandsbedieningssensor van de stereoinstallatie. • Vervang de CR2025 batterij door een nieuwe. • Gebruik de stereo-installatie niet te dicht in de buurt van tl-verlichting of andere fluorescerende lampen. Het geluid hapert of springt over. wordt vervolgd 49NL Verhelpen van storingen (vervolg) Het geluid hapert of springt over. • Probeer of een andere minidisc wel goed wordt afgespeeld. • Plaats de stereo-installatie op een stabiele ondergrond zonder trillingen (een stevige tafel, boekenkast of audiorek). • Zet de luidsprekers verder van de stereoinstallatie of plaats ze op een trillingsdempend voetstuk. Als u geluid met veel bassen erg luid afspeelt, kan het dreunen van de lage tonen de weergavekop doen overspringen. • Plaats de minidisc en wacht dan 10 tot 20 minuten, met de stereo-installatie ingeschakeld, voor u het opnieuw probeert. De weergave begint niet bij het eerste muziekstuk. • Druk enkele malen op de PLAY MODE toets van de afstandsbediening zodat de “PROGRAM” of “SHUFFLE” aanduiding uit het uitleesvenster verdwijnt, om terug te keren naar normale weergave. De aanduiding “—OVER—” verschijnt in het uitleesvenster. • Houd bij het einde van de minidisc de m toets ingedrukt of druk op de . toets om terug te keren naar de gewenste muziekpassage. Tijdens het opnemen licht de aanduiding “OVER” op. • Stel het volume van de aangesloten comoponent lager in. Na opnemen of bewerken is de TOC inhoudsopgave niet bijgewerkt. • De aanvullende gegevens bij opnemen of bewerken van een minidisc worden pas op de minidisc vastgelegd wanneer die uit het apparaat wordt verwijderd, dus neem de minidisc na het opnemen of bewerken eenmaal uit om te gegevens bij te werken (zie blz. 18 en 26). Het opnemen op een minidisc lukt niet. • Verwijder de minidisc en schuif voor het opnemen het wispreventienokje opzij om de opening af te sluiten (zie blz. 18). • Zorg dat de externe audio/video-geluidsbron naar behoren is aangesloten (zie blz. 43). • Probeer het met een andere geluidsbron. • Vervang de minidisc door een opname-minidisc of wis enkele overbodige muziekstukken met de Erase wisfunctie om weer ruimte voor het opnemen te maken (zie blz. 29). 50NL Het geluid is te zacht (of te hard) op de minidisc opgenomen. • Stel het opnameniveau beter in (zie blz. 26 of 34). Tuner voor radio-ontvangst Hinderlijke bromtonen of andere storing in de radio-ontvangst (in het uitleesvenster knippert “TUNED” of “STEREO”). • Kies de juiste golfband en afstemfrequentie (zie blz. 36). • Zorg dat de antenne stevig is aangesloten en richt of verstel de antenne (zie blz. 6). • Zoek een plaats voor de antenne en een richting die goede ontvangst oplevert. Als er geen plaats of richting voor goede ontvangst te vinden is, sluit dan een in de radiohandel verkrijgbare buitenantenne aan. • De bijgeleverde antenne ontvangt over de gehele lengte signalen, dus strek de antenne zo ver mogelijk uit. • Houd de antennes zo ver mogelijk uit de buurt van de luidsprekersnoeren. • Als de bijgeleverde AM antennedraad losraakt van de plastic houder, raadpleeg dan uw dichtstbijzijnde Sony handelaar. • Probeer of u betere ontvangst verkrijgt na uitschakelen van elektrische apparatuur in de omgeving. Een stereo FM uitzending wordt niet in stereo weergegeven. • Druk op de FM MODE toets van de afstandsbediening totdat “MONO” uit het uitleesvenster verdwijnt. • Zie de aanwijzingen onder “Hinderlijke bromtonen of andere storing in de radioontvangst (in het uitleesvenster knippert “TUNED” of “STEREO”)” en controleer de toestand van de antenne. Tijdens het opnemen op een minidisc klinken er regelmatig terugkerende storende geluiden. • Verstel de plaats en de richting van de antenne zo dat de storing verdwijnt. Externe geluidsbronnen Zelfdiagnose-aanduidingen Er wordt geen geluid weergegeven. • Zie de paragraaf “De luidsprekers geven geen geluid” onder “Algemeen” op blz. 48 en controleer of de installatie in orde is. • Controleer of de externe geluidsbron naar behoren is aangesloten (zie blz. 43) en zorg dat: – de snoeren juist zijn aangesloten. – alle stekkers stevig in de aansluitbussen zitten. • Zorg dat de externe geluidsbron is ingeschakeld. • Zie de gebruiksaanwijzing van het aangesloten apparaat en start de weergave van de geluidsbron. Om de oorzaak van een probleem sneller te kunnen opsporen, is dit apparaat voorzien van een zelfdiagnosefunctie. Als er iets mis is, verschijnt er in het uitleesvenster beurtelings een foutcode van een letter plus 3 of 5 cijfers, en een korte foutmelding. De betekenis daarvan kunt u vinden in de onderstaande lijst. Als het probleem niet eenvoudig te verhelpen is, raadpleeg dan a.u.b. uw dichtstbijzijnde Sony handelaar. Er klinkt vervorming in de geluidsweergave. • Stel de geluidssterkte van de aangesloten geluidsbron lager in. Het geluid van de component die is aangesloten op de DIGITAL OPTICAL IN aansluiting is niet te horen. • Druk enkele malen op de FUNCTION toets totdat “OPTICAL IN” verschijnt. Terwijl de stereo-installatie is ingeschakeld, drukt u de REC/REC IT, CDZ en CD SYNC HIGH toetsen alledrie tegelijk in. “COLD RESET” verschijnt in het uitleesvenster en de stereo-installatie wordt uitgeschakeld. Alle systeemparameters worden teruggezet op de fabrieksinstellingen. Hierna moet u de volgende procedures opnieuw uitvoeren: de radiozenders in het geheugen vastleggen, de normale klok en de schakelklok instellen en de CD’s van titels voorzien. De minidisc is tegen wissen/opnemen beveiligd. cVerwijder de minidisc en schuif het wispreventienokje opzij om de opening af te sluiten (zie blz. 18). C12/Cannot Copy Er is geprobeerd een CD op te nemen die niet geschikt is voor dit apparaat, zoals een CD-ROM disc e.d. cVerwijder de minidisc en zet de stereo-installatie eenmaal uit en dan weer aan. C13/REC Error Opnemen op de minidisc is niet mogelijk. cZet de stereo-installatie op een meer stabiele plaats en probeer het opnemen opnieuw. De minidisc is vuil of bekrast of wijkt af van de norm. cVervang de minidisc door een andere en probeer het opnemen opnieuw. Aanvullende informatie Als er zich andere problemen voordoen, die hierboven niet zijn beschreven, kunt u de stereoinstallatie als volgt terugstellen in de uitgangsstand: C11/Protected C13/Read Error De minidisc-recorder kan de informatie op de minidisc niet goed lezen. cNeem de minidisc eenmaal uit het apparaat en plaats deze opnieuw. wordt vervolgd 51NL Zelfdiagnose-aanduidingen (vervolg) C14/Toc Error De minidisc-recorder kan de informatie op de minidisc niet goed lezen. cVervang de minidisc door een andere. cWis alle opnamen van de minidisc met behulp van de “All Erase” wisfunctie (beschreven op blz. 29). C41/Cannot Copy De geluidsbron is een kopie van in de handel verkrijgbare muzieksoftware of u probeert een CD-R (voor opnemen geschikte CD) op te nemen. cHet “Serial Copy Management System” voorkomt dat u een digitale kopie kunt maken (zie blz. 48). U kunt geen CD-R opnemen. C71/Check OPT-IN Tijdens het opnemen verschijnt kortstondig deze melding vanwege het signaal van de digitale uitzending. cDit is niet van invloed op de opname. Er is geen component aangesloten op de DIGITAL OPTICAL IN aansluiting, of een digitale component is niet goed aangesloten. cSluit een digitale component goed aan op de DIGITAL OPTICAL IN aansluiting door gebruikmaking van een digitale aansluitkabel (niet bijgeleverd, zie blz. 43). De aangesloten digitale component is niet ingeschakeld. cRaadpleeg de gebruiksaanwijzing die met de aangesloten component is meegeleverd en controleer of de component is ingeschakeld. De digitale aansluitkabel die is aangesloten op de DIGITAL OPTICAL IN aansluiting is eruit getrokken, of de aangesloten digitale component is tijdens het digitaal opnemen uitgeschakeld. cSluit de kabel aan of schakel de digitale component in. E0001/MEMORY NG Er is een fout opgetreden in de interne gegevens die het systeem nodig heeft om te kunnen werken. cNeem contact op met uw dichtstbijzijnde Sony handelaar. E0101/LASER NG Er is een probleem met het optische blok. cHet optische blok is mogelijk defect. Neem contact op met uw dichtstbijzijnde Sony handelaar. Foutmeldingen De onderstaande mededelingen kunnen in het uitleesvenster verschijnen of gaan knipperen als er bij de bediening iets mis gaat. Minidiscs Auto Cut De minidisc-recorder pauzeert de opname, omdat het tijdens opnemen al meer dan 30 seconden stil is. Blank Disc Er is getracht een blanco, onbespeelde of compleet gewiste minidisc af te spelen. Cannot Edit • De geplaatste minidisc is een voorbespeelde minidisc, dus niet voor opnemen geschikt. • Er is getracht een minidisc te bewerken tijdens geprogrammeerde weergave of weergave in willekeurige volgorde. • Er is getracht het opnameniveau te wijzigen van een muziekstuk dat is opgenomen met de LP2 of LP4 functie. Cannot REC • De geplaatste minidisc is een voorbespeelde minidisc, dus niet voor opnemen geschikt. • Voor de geluidsbron is er ingesteld op MD voor minidisc-weergave. Complete! De bewerking van de minidisc is voltooid. Disc Full! Er is geen ruimte meer over op de minidisc. Eject De minidisc-recorder schuift de minidisc naar buiten. Impossible • De bewerking die u probeert is niet mogelijk. • U kunt de muziekstukken niet samenvoegen of wissen, vanwege de vaste beperkingen van het minidisc-systeem. • De aanduiding “Impossible” verschijnt wanneer u een muziekstuk probeert te splitsen vlakbij het begin of het eind ervan. Druk op de . of > toets om een ander splitspunt te kiezen. 52NL Incomplete! De volumecorrectie voor aanpassen van de geluidssterkte na het opnemen, of voor in- of uitfaden is mislukt, vanwege trillingen of stoten tegen de minidisc-recorder of vanwege vuil of krassen op de minidisc. Plaats de stereo-installatie op een stabiele ondergrond zonder trillingen. Gebruik geen discs die vuil of beschadigd zijn. Initialize (knippert) De instellingen van Setup Menu zijn verloren gegaan. De met de timer gemaakte opname is na verloop van tijd verloren gegaan en kan daarom niet meer op de disc worden bewaard, of de functie voor afspelen in geprogrammeerde volgorde kon niet worden geactiveerd omdat het programma na verloop van tijd verloren is gegaan. (De melding knippert circa 4 seconden wanneer u het deck inschakelt door indrukken van de ?/1 aan/uit-schakelaar.) S.F Edit NOW Er is op de `/1 aan/uit-schakelaar gedrukt tijdens de werking van de S.F Edit functie (voor aanpassen van de geluidssterkte na het opnemen, of in- of uit-faden). Bij uitschakelen voordat de S.F Edit volumecorrectie voltooid is, zullen de gegevens niet naar behoren zijn bijgewerkt. Schakel de stereo-installatie pas uit na afloop van de S.F Edit volumecorrectie. Als het toch nodig is de stroom uit te schakelen voordat de volumecorrectie gemaakt is, druk dan nogmaals op de `/1 aan/uit-schakelaar terwijl deze melding wordt aangegeven. Smart Space Tijdens digitaal opnemen is er weer een geluidssignaal doorgekomen na meer dan 3, maar minder dan 30 seconden stilte. Step Full! U probeert 26 of meer muziekstukken (nummers) te programmeren. Name Full Er is geen ruimte meer voor een disc-titel of muziektitels. Text Protect Er is CD TEXT informatie, maar die niet kan worden opgenomen op de minidisc. No Change No Disc Er bevindt zich geen minidisc in het apparaat. TOC Reading De minidisc-recorder is bezig de “TOC” inhoudsopgave van de minidisc te lezen. TOC Writing De minidisc-recorder is bezig de gegevens voor de opname of bewerking in de inhoudsopgave te schrijven. — OVER — Tijdens het doorzoeken van de minidisc met de M toets in de pauzestand is het einde van het laatste muziekstuk bereikt. Track End Bij het kiezen van een verdeelpunt voor het splitsen van een muziekstuk met de “Divide” functie is het einde van de minidisc bereikt. Push STOP! U hebt tijdens afspelen op de PLAY MODE toets van de afstandsbediening gedrukt. —Rehearsal— wordt vervolgd Aanvullende informatie Bij het aanpassen van de geluidssterkte na het opnemen is er uiteindelijk geen volumecorrectie gemaakt omdat u tussentijds op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening hebt gedrukt. De huidige muziekpassage, voor het splitsen van het muziekstuk met “Divide” of het wissen van een passage met “A-B Erase”, wordt herhaald om het preciese verdeelpunt te bepalen. S.F Edit! Er is geprobeerd een andere functie in te schakelen tijdens de S.F Edit functie (voor aanpassen van de geluidssterkte na het opnemen, of in- of uitfaden). Het is niet mogelijk tijdens gebruik van de S.F Edit volumecorrectie enige andere functie te bedienen. 53NL Zelfdiagnose-aanduidingen (vervolg) Technische gegevens CD Hoofdapparaat (HCD-C5) Check and CD Position appear alternately De disc kon niet goed worden gelezen. Complete! De montage van de CD (disc-memo) is normaal beëindigd. Eject De CD-speler schuift de CD naar buiten. File Full Er zijn reeds 100 disc-titels in het systeem vastgelegd. Initialize Het apparaat wordt geïnitialiseerd. U kunt nu geen CD plaatsen. Wacht totdat de aanduiding “Initialize” uit het uitleesvenster verdwijnt. No Disc Er zit geen disc in de CD-speler. —OVER— Het einde van de CD is bereikt terwijl u de M toets ingedrukt houdt en het systeem zich in de weergavepauzestand bevindt. Push STOP! Tijdens het afspelen hebt u op de PLAY MODE toets van de afstandsbediening gedrukt. 54NL Versterker-gedeelte DIN uitgangsvermogen (nominaal): 15 + 15 watt (aan 6 ohm, bij 1 kHz, DIN) Continu RMS uitgangsvermogen (referentie): 20 + 20 watt (aan 6 ohm, bij 1 kHz, 10% THV) Muziekvermogen (referentie): 45 + 45 watt Ingangen TAPE IN (stereo ministekkerbus): Gevoeligheid 250 mV, impedantie 47 kOhm DIGITAL OPTICAL IN (Geschikt voor bemonsteringsfrequenties: 32 kHz, 44,1 kHz en 48 kHz) Uitgangen TAPE OUT (stereo ministekkerbus): Gevoeligheid 250 mV, impedantie 1 kOhm PHONES (stereo ministekkerbus): Voor aansluiten van een hoofdtelefoon met een impedantie van 8 ohm of meer Compact disc speler Algemeen Afspeelsysteem Stroomvoorziening 230 V wisselstroom, 50/60 Hz Stroomverbruik Zie het naamplaatje 0,5 watt (in de stroombesparingsstand) Afmetingen (b/h/d) Ca. 145 × 125 × 273 mm, incl. uitstekende onderdelen en knoppen Gewicht Ca. 4,5 kg Bijgeleverd toebehoren Afstandsbediening (1) AM-kaderantenne (1) FM-draadantenne (1) Laser Frequentiebereik Compact disc digitaal audiosysteem Halfgeleider laser (λ = 780 nm) Emissieduur: continu 2 Hz – 20 kHz Minidisc-recorder Opname/weergavesysteem MiniDisc digitaal audiosysteem Laser Halfgeleider laser (λ=780 nm) Emissieduur: continu Bemonsteringsfrequentie 44,1 kHz Frequentiebereik 5 Hz – 20 kHz Tuner-gedeelte FM stereo, FM/AM superheterodyne afstemming FM afstemtrap Afstembereik Antenne Antenne-aansluitingen Tussenfrequentie 87,5 – 108,0 MHz (afsteminterval 50 kHz) FM-draadantenne 75 ohm, asymmetrisch 10,7 MHz Los verkrijgbaar toebehoren PCLK-MN10A Sony PC-aansluitset Wijzigingen in het los verkrijgbaar toebehoren voor deze stereo-installatie voorbehouden, zonder kennisgeving. Neem voor nadere informatie contact op met uw Sony handelaar. AM afstemtrap Afstembereik Tussenfrequentie Luidsprekers (SA-C5B/C5S) Luidsprekersysteem Luidsprekereenheden Nominale impedantie Afmetingen (b/h/d) Gewicht 2-wegsysteem, in basreflexkast Lagetonen-luidspreker, conus 9 cm Hogetonen-luidspreker, gebalanceerde aandrijving 2,5 cm 6 ohm Ca. 149 × 248 × 220 mm Ca. 1,9 kg per luidsprekerbox Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden, zonder kennisgeving. Aanvullende informatie Antenne 531 – 1602 kHz (met afsteminterval ingesteld op 9 kHz) AM-kaderantenne, externe antenne-aansluiting 450 kHz 55NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164

Sony cmt c 5 md de handleiding

Categorie
Minidisc-spelers
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor