Andere
17
Verhelpen van problemen
Voordat u assistentie aanvraagt, voert u de volgende controles uit. Als u over bepaalde controles twijfels heeft,
of als de oplossingen het probleem niet verhelpen, raadpleeg dan uw verkoper voor instructies.
Er is geen geluid.
• Controleer dat het toestel en het Bluetooth
®
toestel correct verbonden zijn. (l 8)
• Controleer of er muziek speelt op de Bluetooth
®
inrichting.
• Zorg ervoor dat het toestel aan is en het volume niet te laag staat.
• Koppel en verbind de Bluetooth
®
inrichting en het toestel opnieuw. (l 8)
• Controleer of de Bluetooth
®
compatibele inrichting “A2DP”-profiel ondersteunt. Voor details over profielen, zie “Naar
muziek luisteren” (
l 10). Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing voor de Bluetooth
®
compatibele inrichting.
Het volume kan niet afgesteld worden.
• De Meerdere functies-knop werkt niet wanneer het los te afneembare kabel (bijgeleverd) gebruikt wordt.
Het volume is te laag.
• Zet het volume van het toestel harder. (l 10)
• Zet het volume op de Bluetooth
®
inrichting harder.
Het geluid afkomstig van het apparaat wordt onderbroken. / Teveel lawaai. / Geluidskwaliteit is slecht.
• Geluid kan onderbroken worden als signalen geblokkeerd zijn. Dit toestel niet geheel met uw handpalm, enz.
bedekken.
• De inrichting kan buiten het 10 m communicatiebereik zijn. Breng het toestel dichter bij dit toestel.
• Verwijder alle obstakels tussen dit toestel en het apparaat.
• Schakel ieder draadloos LAN-apparaat uit wanneer niet in gebruik.
• Als het toestel en de Bluetooth
®
inrichting verbonden zijn via LDAC
TM
, kan het probleem opgelost worden door de
geluidskwaliteitmodus op de Bluetooth
®
inrichting te veranderen om prioriteit te geven aan verbinding. Raadpleeg
voor details de gebruiksaanwijzing van de Bluetooth
®
inrichting.
Het apparaat kan niet aangesloten worden.
• U kunt tot 8 Bluetooth
®
inrichtingen met dit toestel registeren. Als een 9de inrichting gekoppeld wordt, zal de inrichting
met de oudste verbinding vervangen worden.
• Wis de koppelingsinformatie voor dit toestel vanaf het Bluetooth
®
toestel, koppel deze vervolgens opnieuw. (l 8)
U kunt degene waarmee u het gesprek voert niet horen.
• Zorg ervoor dat het toestel en de Bluetooth
®
in werking gestelde telefoon aanstaan.
• Controleer of het toestel en de Bluetooth
®
in werking gestelde telefoon verbonden zijn. (l 8)
• Controleer de audio-instellingen van de Bluetooth
®
ingeschakelde telefoon. Schakel het beltoestel naar het toestel
als het ingesteld is op de Bluetooth
®
ingeschakelde telefoon. (l 8)
• Als het volume van de stem van de andere persoon te laag is, het volume van zowel het toestel als Bluetooth
®
ingeschakelde telefoon hoger zetten.
Kan geen oproep maken.
• Controleer of de Bluetooth
®
compatibele inrichting “HSP”- of “HFP”-profiel ondersteunt. Voor details over profielen,
zie “Naar muziek luisteren” (
l 10) en “Een telefoongesprek voeren” (l 11). Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing
voor de Bluetooth
®
ingeschakelde telefoon.
Geluids- en audiovolume
Bluetooth
®
inrichtingverbinding
Telefoonoproepen