Andere
19
Verhelpen van problemen
Voordat u assistentie aanvraagt, voert u de volgende controles uit. Als u over bepaalde controles twijfels heeft,
of als de oplossingen het probleem niet verhelpen, raadpleeg dan uw verkoper voor instructies.
Er is geen geluid.
• Controleer dat het toestel en het Bluetooth
®
toestel correct verbonden zijn. (l 8)
• Controleer of er muziek speelt op de Bluetooth
®
inrichting.
• Zorg ervoor dat het toestel aan is en het volume niet te laag staat.
• Koppel en verbind de Bluetooth
®
inrichting en het toestel opnieuw. (l 8)
• Controleer of de Bluetooth
®
compatibele inrichting “A2DP”-profiel ondersteunt. Voor details over profielen, zie “Naar
muziek luisteren” (
l 10). Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing voor de Bluetooth
®
compatibele inrichting.
• Wanneer muziek afgespeeld wordt, werkt afspelen tijdens het dragen (
l 13) correct als het toestel af genomen wordt
en het afspelen pauzeert, maar afspelen tijdens het dragen werkt mogelijk niet correct wanneer het toestel weer op
gezet wordt en het afspelen dan mogelijk niet start. Als dat gebeurt, gebruik dan de Meerdere functies-knop.
Het volume kan niet afgesteld worden.
• Werkt de omgevingsgeluidversterker? Zet de omgevingsversterker uit. (l 14)
• De Meerdere functies-knop werkt niet wanneer het los te afneembare kabel (bijgeleverd) gebruikt wordt.
Het volume is te laag.
• Werkt de omgevingsgeluidversterker? Zet de omgevingsversterker uit. (l 14)
• Zet het volume van het toestel harder. (
l 10)
• Zet het volume op de Bluetooth
®
inrichting harder.
Het geluid afkomstig van het apparaat wordt onderbroken. / Teveel lawaai. / Geluidskwaliteit is slecht.
• Geluid kan onderbroken worden als signalen geblokkeerd zijn. Dit toestel niet geheel met uw handpalm, enz. bedekken.
• De inrichting kan buiten het 10 m communicatiebereik zijn. Breng het toestel dichter bij dit toestel.
• Verwijder alle obstakels tussen dit toestel en het apparaat.
• Schakel ieder draadloos LAN-apparaat uit wanneer niet in gebruik.
• Als het toestel en de Bluetooth
®
inrichting verbonden zijn via LDAC
TM
, kan het probleem opgelost worden door de
geluidskwaliteitmodus op de Bluetooth
®
inrichting te veranderen om prioriteit te geven aan verbinding. Raadpleeg
voor details de gebruiksaanwijzing van de Bluetooth
®
inrichting.
Het apparaat kan niet aangesloten worden.
• U kunt tot 8 Bluetooth
®
inrichtingen met dit toestel registeren. Als een 9de inrichting gekoppeld wordt, zal de inrichting
met de oudste verbinding vervangen worden.
• Wis de koppelingsinformatie voor dit toestel vanaf het Bluetooth
®
toestel, koppel deze vervolgens opnieuw. (l 8)
U kunt degene waarmee u het gesprek voert niet horen.
• Zorg ervoor dat het toestel en de Bluetooth
®
in werking gestelde telefoon aanstaan.
• Controleer of het toestel en de Bluetooth
®
in werking gestelde telefoon verbonden zijn. (l 8)
• Controleer de audio-instellingen van de Bluetooth
®
ingeschakelde telefoon. Schakel het beltoestel naar het toestel
als het ingesteld is op de Bluetooth
®
ingeschakelde telefoon. (l 8)
• Als het volume van de stem van de andere persoon te laag is, het volume van zowel het toestel als Bluetooth
®
ingeschakelde telefoon hoger zetten.
Kan geen oproep maken.
• Controleer of de Bluetooth
®
compatibele inrichting “HSP”- of “HFP”-profiel ondersteunt. Voor details over profielen,
zie “Naar muziek luisteren” (
l 10) en “Een telefoongesprek voeren” (l 11). Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing
voor de Bluetooth
®
ingeschakelde telefoon.
Geluids- en audiovolume
Bluetooth
®
inrichtingverbinding
Telefoonoproepen