l Als er een foutmelding in een programma verschijnt, raadpleegt u de documentatie bij het programma.
Problemen met de voeding
Als het stroomlampje uit is — De computer is uitgeschakeld of krijgt geen stroom.
l Druk op de aan/uit-knop. De normale werking van de computer wordt hervat als deze uit of in de slaapstand staat.
l Steek de kabel van de netadapter opnieuw in de voedingsaansluiting van de computer en het stopcontact.
l Als de netadapter is aangesloten op een stekkerdoos, gaat u na of de stekkerdoos is aangesloten op een stopcontact en of de stekkerdoos is
ingeschakeld. Omzeil ook tijdelijk voedingsbeschermingsapparaten, stekkerdozen en verlengkabels om te controleren of de computer goed wordt
ingeschakeld.
l Controleer of het stopcontact goed werkt door deze te testen met een apparaat, bijvoorbeeld een lamp.
l Controleer de aansluitingen van de netadapterkabel. Als de netadapter een lampje heeft, controleert u of het lampje van de netadapter brandt.
Als het stroomlampje aanhoudend wit brandt — De computer is uitgeschakeld of bevindt zich in de slaapstand, of het beeldscherm reageert niet.
l Druk op het aan/uit-knopje. De normale werking van de computer wordt hervat als deze uit of in de slaapstand staat.
l Als het beeldscherm niet reageert, drukt u op de aan-uitknop tot de computer wordt uitgeschakeld en schakelt u deze vervolgens weer in.
l Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met Dell (zie Contact opnemen met Dell).
Als het aan-uitlampje wit knippert — De computer staat in de stand-bymodus.
l Beweeg de aangesloten muis of druk op de aan/uit-knop om de normale werking van de computer te hervatten.
l Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met Dell (zie Contact opnemen met Dell).
Als het aan-uitlampje oranje brandt en de computer niet reageert — De computer staat in de stand-bystand met een bijna lege batterij of het beeldscherm
reageert mogelijk niet.
l Sluit de netadapter aan om de computer van stroom te voorzien en de batterij op te laden.
l Als het beeldscherm niet reageert, drukt u op de aan-uitknop tot de computer wordt uitgeschakeld en schakelt u deze vervolgens weer in.
l Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met Dell (zie Contact opnemen met Dell).
Als het stroomlampje oranje knippert — De computer bevindt zich in de stand-bymodus en is bijna leeg.
l Sluit de netadapter aan om de computer van stroom te voorzien en de batterij op te laden.
l Beweeg de aangesloten muis of druk op de aan/uit-knop om de normale werking van de computer te hervatten.
l Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met Dell (zie Contact opnemen met Dell).
Als er interferentie optreedt die de ontvangst op uw computer belemmert — Een ongewenst signaal veroorzaakt interferentie door andere signalen te
onderbreken of blokkeren. Enkele mogelijke oorzaken van interferentie zijn:
l Verlengsnoeren voor stroom, toetsenbord en muis.
l Te veel apparaten aangesloten op een stekkerdoos.
l Meerdere stekkerdozen aangesloten op hetzelfde stopcontact.
Geheugenproblemen
Als het bericht ontvangt dat er onvoldoende geheugen beschikbaar is —
l Sla geopende bestanden op en sluit deze bestanden en geopende programma's die u niet gebruikt af om te controleren of het probleem daardoor
wordt opgelost.
l Raadpleeg de documentatie bij de software voor de minimale geheugenvereisten.
l Plaats de geheugenmodules terug (zie De geheugenmodule terugplaatsen) om ervoor te zorgen dat uw computer goed communiceert met het
geheugen.
l Voer Dell Diagnostics uit (zie Dell Diagnostics).
l Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met Dell (zie Contact opnemen met Dell).
Als u andere geheugenproblemen ondervindt