CDS3

Naim CDS3, CDX2, nac 112, NAP 200, NAP V175 de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Naim CDS3 de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
WORLD CLASS HI FI
OWNERS MANUAL
Deutsch • Français • Italiano • Nederlands
ISSUE 2
1
Deutsch
Diese Bedienungsanleitung enthält allgemeine Informationen zur Installation und zum
Gebrauch einer Reihe von Naim-Audio-Produkten. Darstellungen, Anschlussschemata,
technische Daten und Konformitätserklärungen befinden sich in der englischen Version
der jeweiligen Bedienungsanleitung.
Français
Ce manuel comprend des informations générales sur l’installation et l’utilisation d’une
gamme de produits Naim Audio. Pour se référer aux illustrations des produits ou
schémas de câblage ou spécifications et aux certificats de conformité, consulter le
manuel en langue anglaise correspondant.
Italiano
Questo manuale comprende le informazioni generali sull’installazione e l’uso di alcuni
prodotti Naim Audio. Per le illustrazioni dei prodotti, circuiti di collegamento, capitolati
dei prodotti e certificati di conformità si prega di fare riferimento agli specifici manuali
in lingua inglese.
Nederlands
Deze handleiding bevat algemene informatie over de installatie en het gebruik van een
aantal producten van Naim Audio. Zie de betreffende Engelstalige handleidingen voor
illustraties, verbindingsschema’s , productspecificaties en conformiteitsverklaringen.
CONTENTS
Page Section
2 Deutsch
2 1 Einleitung
4 6 CD-Player
5 7 Tuner
6 8 Vorstufen
8 9 Endstufen
9 10 Fernbedienung
Flash
11 11 Fernbedienung
NARCOM 3
12 Français
12 1 Introduction
14 6 Lecteurs CD
16 7 Tuner
16 8 Préamplificateurs
18 9 Amplificateurs de
Puissance
19 10 Télécommandes
Flash
21 11 Télécommandes
NARCOM 3
22 Italiano
22 1 Introduzione
24 6 Lettori CD
26 7 Sintonizzatore
26 8 Preamplificatori
28 9 Amplificatori di
Potenza
29 10 Telecomandi
Flash
31 11 Telecomandi
NARCOM 3
32 Nederlands
32 1 Inleiding
34 6 CD Spelers
36 7 Tuner
36 8 Voorversterkers
38 9 Eindversterkers
39 10 Afstandbediende
handsets - Flash
41 11 Afstandbediende
handsets - NARCOM 3
Nederlands
32
Bij het ontwikkelen van producten van Naim Audio komen
de prestaties ervan steeds op de eerste plaats. Om er
zeker van te zijn dat hun potentieel volledig wordt
aangewend, is een nauwgezette installatie vereist. De
eerste bladzijden van deze handleiding bevatten
algemene installatietips voor alle producten van Naim
Audio en wettelijke veiligheidsinstructies. Specifieke
produkt informatie vindt u in Hoofdstuk 5.
1 Installatie van de apparatuur
In normale omstandigheden zal uw Naim Audio-installatie
reeds geïnstalleerd zijn door de verkoper die ze u heeft
verkocht, zelfs als u buiten hun onmiddellijke omgeving
woont. Uw verkoper is ervoor verantwoordelijk dat het
systeem precies zo klinkt als het moet, en de informatie
die hier wordt gegeven is niet bedoeld om deze
verantwoordelijkheid op enigerlei wijze te verminderen.
2 Bekabeling en aansluitingen
De verbindingskabels die standaard met uw versterker en
Voedingen meegeleverd worden, mogen niet gewijzigd
worden, noch de soort kabel , noch de lengte. Dit is niet
alleen belangrijk voor de veiligheid, maar ook voor de
prestaties. Van elke kabel is één einde gemerkt met een
strookje tape om de richting aan te geven. De tape
markeert het uiteinde dat naar de signaalbron gaat.
Luidsprekerkabels zijn ook zeer belangrijk. De Naim Audio
luidsprekerkabel is geschikt voor uw systeem en uw dealer
zal volgens uw behoeften kabels op maat maken. Ze
moeten echter ten minste 3,5 m lang en van gelijke lengte
zijn – de aanbevolen maximale lengte is 20 m. Net zoals
verbindingskabels zijn zij richtinggevoelig en moeten
zodanig aangesloten worden dat de gedrukte pijl naar de
luidsprekers wijst. Het gebruik van een onjuiste kabel zal
de prestaties nadelig beïnvloeden en kan zelfs uw
versterker beschadigen. Een uitzondering op de restricties
voor de luidsprekerkabel is de NAP 6-50 multi-room
eindversterker. De NAP 6-50 is ontworpen om tolerant te
zijn voor zowel een ruime verscheidenheid in soorten
kabels als voor kabellengten van meer dan 20 meter. De
luidsprekerconnectoren , die met al onze versterkers en
luidsprekers geleverd worden, werden zeer zorgvuldig
ontworpen voor een stevige mechanische verbinding. Het is
essentieel dat deze worden gebruikt teneinde te voldoen
aan de huidige Europese veiligheidsvoorschriften.
Alle connectoren die met uw Naim apparatuur worden
geleverd, werden gekozen omdat zij de best mogelijke
verbinding mogelijk maken. Een slechte verbinding zal de
kwaliteit van het signaal aanzienlijk verminderen; de
connectoren moeten aldus schoon en vrij van stof en
corrosie zijn.
Inleiding
De gemakkelijkste manier om ze schoon te maken is het
apparaat uit te zetten, de connectoren te ontkoppelen en
vervolgens weer terug te plaatsen. Speciale contactreinigers
en “contactverbeteraars” mogen niet gebruikt worden,
aangezien deze een film achterlaten die zeer moeilijk te
verwijderen is en het geluid negatief kunnen beïnvloeden.
3 Hoe te beginnen
3.1 Aan- en uitschakelen
De voedingen voor CD-spelers, tuners, voorversterkers en
crossovers moeten eerst aangeschakeld worden, alvorens
de versterkers aan te zetten. De versterkers moeten altijd
uitgeschakeld worden waarna een minuut moet worden
gewacht voor het ontladen van de condensatoren, alvorens
welke kabel of connector dan ook te gekoppelen of
ontkoppelen. Gebruik altijd de spanningsschakelaar op het
apparaat in plaats van bijvoorbeeld een wandschakelaar.
3.2 Inspelen
Uw Naim Audio-uitrusting zal een aanzienlijke tijd moeten
Inspelen alvorens zij optimaal kan functioneren. Deze
periode varieert, maar onder bepaalde condities zult u
bemerken dat het geluid gedurende ongeveer vijf weken zal
blijven verbeteren. Een beter en meer consistent effect zal
worden bereikt als het systeem gedurende langere
perioden aangeschakeld blijft.
Men dient evenwel voor ogen te houden dat alle
elektronische apparaten beschadigd kunnen worden door
bliksem. Zie de rubriek Waarschuwingen.
3.3 Netvoeding
Indien stroomstekkers met zekeringen worden gebruikt,
moeten zekeringen van 13 amp worden gebruikt. Zwakkere
zekeringen zullen na een zekere tijd doorsmelten. Een hi-fi
systeem deelt doorgaans een spanningsleiding met andere
huishoudapparaten, waarvan sommigen vervormingen in de
spanningsgolf van kunnen veroorzaken. Er kan dan een
brom hoorbaar worden die afkomstig is van de
transformator. Deze brom wordt niet door de luidsprekers
weergegeven en heeft geen effect op het systeem en de
geluidskwaliteit.
Een afzonderlijke spanningsleiding met zekering, afkomstig
van de verdeel- of stoppenkast kan het geluid in de
transformator verminderen. Ook moet voor ogen worden
gehouden dat een dergelijke separate spanningsleiding
(ideaal een leiding van 30 of 45 amp) een lagere
impedantie heeft en een zuiverdere stroom levert wat de
prestatie zal verbeteren. Gebruik geen
spanningsafhankelijke weerstanden of
geluidsonderdrukkers in netstekkers, aangezien deze de
kwaliteit van de voeding en muziek aantasten.
Nederlands
33
3.4 Plaatsing van de apparatuur
Voedingen en versterkers moeten op een redelijke afstand
van andere apparatuur worden gehouden om te vermijden
dat transformatorvelden zullen interfereren en mogelijk een
brom veroorzaken die hoorbaar is in de luidsprekers.
Sommig Naim apparatuur is erg zwaar. Zorg ervoor dat de
standaard of tafel het gewicht ervan gemakkelijk kan
dragen en dat het stabiel is.
3.5 In geval van problemen
De wettelijke consumentenbescherming varieert van land
tot land. In de meeste landen waar onze apparatuur wordt
geleverd, moet de dealer alle Naim Audio-uitrusting die hij
verkocht heeft, terugnemen als hij ze in uw woning niet
bevredigend kan laten werken. Een probleem kan het
gevolg zijn van een fout in een element van uw systeem, of
van de plaatsing, zodat het essentieel is beroep te doen op
de diagnostische vaardigheden van uw dealer. In geval van
moeilijkheden die niet kunnen worden opgelost, moet
contact worden opgenomen met uw lokale distributeur of
met Naim Audio op het adres achter in dit handboek.
Sommige apparaten worden voor verschillende landen in
speciale versies gemaakt, wat het onmogelijk maken om
internationale garanties te geven. Controleer dus uw positie
met uw eigen distributeur op het ogenblik van de verkoop.
Wij zijn altijd beschikbaar voor hulp en advies.
Het is essentieel dat herstellingen en aanpassingen alleen
zullen worden uitgevoerd door een erkende Naim-dealer, of
in de fabriek door Naim Audio. Vele onderdelen werden
speciaal gemaakt, getest of aangepast en adequate
vervangstukken kunnen alleen via ons verkregen worden.
4 Waarschuwingen
Naim Audio apparatuur is ontworpen voor de best Mogelijke
geluidskwaliteit met een minimum aan compromissen. Dit
kan tot situaties leiden die ongewoon kunnen zijn. Hetgeen
hierna volgt bevat advies en informatie specifiek bedoeld
voor Naim apparatuur, evenals meer algemene
waarschuwingen in verband met het gebruik van
versterkers thuis. Gelieve dit gedeelte dus zorgvuldig te
lezen.
De transformatoren in de eindversterkers en de voedingen
kunnen soms een mechanisch geluid veroorzaken als
gevolg van vervorming van de golfvorm in het stroomnet.
Naim transformatoren zijn zeer groot en hebben grote
secundaire wikkelingen, waardoor ze zeer gevoelig zijn voor
deze vervorming. Een separate spanningsleiding voor uw hi-
fi systeem kan dit effect verminderen en kan ook leiden tot
een algemene verbetering van de geluidskwaliteit. Het kan
noodzakelijk zijn rekening te houden met mechanisch
transformatorgeluid bij de keuze van een lokalie voor uw
apparatuur.
Inleiding
In sommige omstandigheden kunt u te maken hebben met
radiofrequentie interferentie, afhankelijk van de plaats waar
u woont en de aarding van uw woning. De voorschriften
inzake uitzendingen maken in sommige landen zeer hoge
niveaus van hoogfrequente straling mogelijk, en kan de
keuze en vooral de juiste plaats van het apparaat kritiek
zijn. Als dit in uw omgeving een probleem is, kunt u bij u
thuis een demonstratie laten geven alvorens over te gaan
tot de aankoop, om na te gaan of uw Naim apparatuur
hierdoor zal worden beïnvloed. Hoogfrequente interferentie
heeft te maken met de grote interne bandbreedte die
vereist is voor een goede versterking, en doorgaans zullen
voorversterkers voor elementen met bewegende magneet
(MM) en passieve systemen minder hinder ondervinden.
Een radiofrequentie filter kit is beschikbaar voor sommige
Naim apparaten, maar de kwaliteit van het geluid zal
degraderen naarmate meer elementen van de kit worden
aangebracht. In gevallen van extreme radiostoringen kan
de Naim apparatuur ongeschikt zijn.
Uw Naim hi-fi systeem kan door bliksem beschadigd
worden. Vooral de eindversterkers lopen risico en moeten
worden uitgedraaid als er gevaar voor blikseminslag is. Voor
een volledige bescherming moeten de netstekkers van alle
apparaten uitgetrokken en antennes ontkoppeld worden.
Apparaten mogen niet blootgesteld worden aan lekken of
spatten en objecten gevuld met vloeistoffen, zoals vazen,
mogen niet op het apparaat worden geplaatst.
Het gebruik van niet-standaard luidsprekerkabels of
Connectoren kan uw garantie doen vervallen.
Teneinde te voldoen aan de huidige Europese
veiligheidsvoorschriften is het essentieel dat de bij Naim
luidsprekers en versterkers meegeleverde connectoren
worden gebruikt.
Sta onder geen enkele omstandigheid toe dat iemand uw
Naim apparatuur modificeert zonder dit eerst met de
fabriek, uw dealer of de importeur te hebben gecheckt.
Niet-geautoriseerde wijzigingen zullen uw garantie doen
vervallen.
Voor uw eigen veiligheid onder geen enkele omstandigheid
Naim apparatuur openen zonder eerst de stroomtoevoer te
hebben uitgeschakeld.
Waarschuwing! Dit toestel moet worden geaard.
BELANGRIJK
34
5 Verbinding
5.1 Netsnoer
Aangezien de kleuren van de draden in het netsnoer van dit
apparaat mogelijk niet overeenstemmen met de
kleuraanduidingen voor het identificeren van de
aansluitpunten in uw stekker, kunt u als volgt tewerk gaan:
De groen en geel gekleurde draad moet verbonden worden
met het aansluitpunt in de stekker die gemerkt is met de
letter E of met het symbool voor veiligheidsaarding, of die
groen of groen en geel gekleurd is.
De blauwe draad moet verbonden worden met het
aansluitpunt in de stekker die gemerkt is met de letter N of
die zwart gekleurd is.
De bruine draad moet verbonden worden met het
aansluitpunt in de stekker die gemerkt is met de letter L of
die rood gekleurd is.
5.2 Niet-herbruikbare netstekkers
Als een niet-herbruikbare netstekker van een netsnoer
wordt afgeknipt (om gelijk welke reden), moet de stekker
zodanig vernietigd worden dat hij totaal onbruikbaar is
geworden. Er is een aanzienlijk gevaar voor elektrische
schok als een afgesneden stekker in een stopcontact wordt
gestopt.
6 CD Spelers
CDS3, CDX2, CD5
6.1 Installatie van CD Spelers
CD spelers moeten geïnstalleerd worden op een voor dit
apparaat bestemd onderstel. Er moet op gelet worden dat
de speler horizontaal staat. De voor transport onder de
onderkant van de behuizing en de transportdeksel (CDS3)
aangebrachte schroeven moeten worden verwijderd en
weer aangebracht als de eenheid wordt herpakt en
verscheept. De transportschroeven mogen op geen enkel
ander Naim produkt worden gebruikt. Een speler mag niet
omgekeerd worden als de transportschroeven zijn
verwijderd.
De CDS3 heeft een XPS voedingsbron nodig. De XPS wordt
aan de CDS3 aangesloten via een “Burndy”
krachtstroomkabel. Sluit de kabel aan en zorg ervoor dat
de connectoren goed zijn aangebracht en hun twist-lock
mechanismen goed zijn vergrendeld. De speler wordt
aangeschakeld met de XPS spanningsschakelaar op het
frontpaneel.
6.2 Laden van een compact disc
Om een compact disc te laden het middelste deksel
(CDS3) optillen of de CD lade opentrekken met de aan de
linkerkant van de speler (CDX2 en CD5) aangebrachte
greep. Plaats de CD op de schijf, gevolgd door de
magnetische puck. Gebruik geen puck van gelijk welke
andere Naim speler. Als een gecodeerde HDCD
®
compactdisc in de CDS3 of CDX2 wordt geladen zal de
speler deze automatisch herkennen en decoderen. Het
display zal “HDCD” gedurende een paar seconden visueel
weergeven nadat op spelen is gedrukt.
HDCD
®
, High Definition Compatible Digital® en Pacific
Microsonics™ zijn of gedeponeerde handelsmerken of
handelsmerken van Pacific Microsonics, Inc in de Verenigde
Staten dan wel in andere landen.
HDCD
®
is een systeem gefabriceerd onder licentie van
Pacific Microsonics, Inc. en wordt gedekt door een of meer
van de volgende US Pat. Nr. 5479168, 5638074,
5640161, 5808574, 5838274, 5854600, 5864311,
5872531 en het Australië Pat. Nr. 669114. Andere
patenten zijn aangevraagd.
Nederlands
Inleiding CD Spelers
35
6.3 Bedieningen voor een CD speler
Play: Speelt een disc vanaf track 1 tenzij een andere track
is gekozen.
Stop: Stopt met spelen en stelt de speler terug naar de
Startpositie.
Pause (CDS3): Stopt het spelen zonder de speler naar de
Startpositie terug te stellen. Een tweede pauze-commando
zal het spelen weer doen beginnen vanaf het punt waarop
de pauze was gekozen.
Next: Selecteert tracks van de disc voorwaarts ; één track
per keer of achtereenvolgens als de knop ingedrukt blijft.
Previous: Selecteert tracks van de disc achterwaarts; één
track per keer of achtereenvolgens als de knop ingedrukt
blijft.
Display: Scrolt door afspeelopties van “track”,”time” en
“display uit”
Alle CD controle-functies zijn op de afstandbediening
beschikbaar.
6.4 Display en indicators
Het display geeft visueel track- en indexnummers, tijd in
minuten en seconden, of verschillende systeemmeldingen
aan. Aan de linkerkant van het display zijn de
getalindicatoren.
HDCD: Verlicht om aan te geven dat een HDCD gecodeerde
CD wordt afgespeeld (uitsluitend CDS3 en CDX2).
Pause: Verlicht om aan te geven dat pauze is geselecteerd.
Time: Verlicht om de totale disctijd of de verstreken tijd van
de track die gespeeld wordt aan te geven.
Repeat: Verlicht om te laten zien dat repeat/herhalen is
geselecteerd.
Program: Verlicht om aan te geven dat een speelvolgorde is
opgeslagen.
6.5 Track programmeren
De prog functie (afstandbediening in CD modus) staat toe
dat een trackspeelvolgorde wordt geprogrammeerd. Om
een speelvolgorde te programmeren, dient u de
tracknummers middels de numerieke toetsengroep te
selecteren, elke keer gevolgd door de toets “prog” tot de
gewenste selectie klaar is.
De prog functie kan ook worden gebruikt om tracks uit de
speelvolgorde te wissen. Om de track te wissen op de
“prog” toets drukken en ingedrukt houden tot de prog
functie in de CD display oplicht, daarna de track of tracks
middels de numerieke toetsengroep selecteren en wissen,
door het wederom kiezen van “prog”.
De speelvolgorde kan op elk gewenst moment worden
herzien door op de prog functie te drukken. Het display van
de speler zal dan door de geselecteerde tracks scrollen.
Om het prog geheugen te wissen op de stoptoets drukken
en deze ingedrukt houden.
6.6 Voeding uitbreiden
De CDX2 en CD5 kunnen worden uitgebreid door de
toevoeging van respectievelijk XPS en Flatcap 2 voedingen.
CDX2 uitbreiden (XPS)
De XPS wordt aan de CDX2 aangesloten via een “Burndy”
krachtstroomkabel. Schakel zowel de XPS en CDX2 uit als
de aansluitingen worden gemaakt. Verwijder de CDX2
netstroomkabel. Sluit de voedingskabel aan en zorg ervoor
dat de connectoren goed zijn aangebracht en hun twist-
lock mechanismen zijn gekoppeld. Schakel de speler aan
met de XPS spanningsschakelaar op het frontpaneel. Na
enige momenten zal de CDX2 weer normaal functioneren.
Uitbreiden van de CD5 (Flatcap 2)
De Flatcap 2 wordt aan de CDX2 aangesloten via een 5-
polige DIN kabel. Schakel zowel de Flatcap 2 als de CD5
uit als de aansluitingen worden gemaakt. Sluit de 5-polige
DIN- kabel aan en zorg ervoor dat de connectoren goed zijn
gekoppeld en hun twist-lock mechanismen zijn
aangesloten. Schakel de Flatcap 2 aan met zijn
spanningsschakelaar. Na enige momenten zal de CD5 weer
normaal functioneren.
6.7 Selectie uitgangsstekkerbus - CDS3, CDX2
Er zijn aan de achterkant van de CDS3 en CDX2 een paar
phono-uitgangen aangebracht om een alternatief op de DIN
connector te bieden.
Om de phono-uitgangen te kiezen, op de disp functie van
de afstandbediening (in CD modus) drukken tot de prog
indicator van de CD speler flikkert. Verdere bewerkingen
van de disp functie zullen nu tussen elke combinatie van
de twee typen ingangen schakelen. De geselecteerde optie
wordt op het display van de CD speler aangegeven. Druk
nogmaals op de disp functie en houd die ingedrukt om uit
de betreffende selectiemodus te gaan.
Nederlands
CD Spelers
36
7 Tuner
NAT 05
7.1 Signaalaansluiting
De FM antenne-ingang moet aan een passende antenne
worden aangesloten via 75 ohm verliesarme coaxaalkabel.
Er kunnen uitsluitend goede resultaten van uw NAT O5
worden verwacht als het radiosignaal sterk genoeg en vrij
van interferentie is Signaalboosters mogen uitsluitend als
een laatste hulpmiddel worden gebruikt. Uw dealer zal in
staat zijn u advies over lokale radio-ontvangstcondities en
passende antennes te geven.
7.2 Tuner/afstemfuncties
Down: In frequentiemodus stelt de downfunctie de
frequentie benedenwaarts af.
In scanmodus laat de downfunctie de tuner benedenwaarts
de FM band “scannen” zoekend naar signalen boven het
vooraf ingestelde niveau. De tuner zal bij elk gevonden
station het zoeken stoppen en op deze wijze de
mogelijkheid scheppen het station op te slaan als een
preset/vooraf ingesteld station. Als tijdens de eerste scan
geen bevredigde signalen worden gevonden, zal
automatisch een tweede scan beginnen op een lager
vooraf ingesteld signaal.
In de vooraf ingestelde modus toont de down-functie
sequentieel achterwaarts de eerder opgeslagen stations.
Up: Stuurt de tuner op vergelijkbare wijze wijze als de
downknop,maar dan sequentieel voorwaarts.
Mono: De mono-functie combineert het linker en rechter
kanaal. Het overschakelen naar mono kan het
achtergrondgeluid verminderen bij zwakke stereosignalen.
Mode: Schakelt de tuner tussen operationele frequentie-,
scan- en vooraf ingestelde modi.
De vooraf ingestelde modus stelt specifieke FM
stationfrequenties in staat om aan geheugenplaatsen
toegewezen te worden. Een station kan worden toegewezen
door dit eerst handmatig tunen door de stationfrequentie
direct via de toetsengroep van de handset in te toetsen of
door de tuner in up-, down- of scanfuncties te gebruiken.
Als het station getuned is op de prog toets op de handset
drukken en ingedrukt houden.
De vooraf ingestelde indicator zal flikkeren en het display
zal visueel “— —” laten zien. Druk op het gewenste vooraf
ingestelde nummer uit de handset toetsengroep (het
display zal visueel “ —” weergeven of ”P” als het vooraf
ingestelde nummer reeds in gebruik is). Verlaat ‘program
modus’ en sla de nieuwe of overschreven preset op door
op de prog toets te drukken en ingedrukt te houden. Om
de program modus te verlaten zonder een preset op te
slaan (of te overschrijven) selecteer “O O” op de numerieke
toetsengroep. Om een vooraf ingesteld nummer te wissen
selecteer de preset, en vervolgens op de disp toets
drukken en ingedrukt houden. Om alle vooraf ingestelde
nummers te wissen op de prog toets gevolgd door de disp
toets drukken en ingedrukt houden.
7.3 Display en indicators
Display: Toont de gekozen frequentie, het geselecteerde
vooraf ingestelde nummer of “— —_” om aan te geven dat
geen vooraf ingestelde nummer is toegewezen aan de
huidige gekozen frequentie.
Stereo indicator: Geeft aan dat in de stereo-modus een
stereosignaal wordt ontvangen.
Freq indicator: Geeft aan dat de tuner in frequentiemodus is.
Scan indicator: Geeft aan dat de tuner in de scanmodus is.
Preset indicator: Geeft aan dat de tuner in de vooraf
ingestelde modus is.
Nederlands
Tuner Voorversterkers
8 Voorversterkers en NAIT 5
Voorversterker sectie
NAC 552, NAC 252, NAC 282,
NAC 202, NAC 112, NAIT 5
8.1 Netvoedingen
Alle Naim voorversterkers hebben of een externe voeding
nodigof moeten worden aangesloten op een Naim
eindversterker waarin een voeding voor de voorversterker is
opgenomen. De NAIT 5 voorversterker sectie kan of intern of
door een externe voeding worden gevoed. De vereisten
hiervoor zijn geïllustreerd in Tabel 1.
Voorversterker Voeding
NAC 552 NAC 552PS uitsluitend
NAC 252 Supercap uitsluitend
NAC 282 Supercap, Hi-Cap of Flatcap 2: NAP200
of NAP 150 uitgangsversterkers
NAC 202 Supercap, Hi-Cap of Flatcap 2: NAP200
of NAP 150 uitgangsversterkers
NAC 112 Supercap, Hi-Cap of Flatcap 2: NAP200
of NAP 150 uitgangsversterkers
NAIT 5 Intern of Supercap, Hi-Cap of Flatcap 2
8.2 Transportschroeven
De NAC 552 heeft vier transportschroeven aan de
Onderzijde , die voorafgaand aan gebruik verwijderd moeten
worden en weer worden aangebracht als het apparaat wordt
herpakt en verscheept.
Nederlands
37
Deze transportschroeven mogen niet bij andere Naim
producten worden gebruikt. De NAC 552 mag niet
ondersteboven worden gehouden als de transportschroeven
verwijderd zijn.
8.3 Ingang/Record selectie
De bronkeuzeknoppen selecteren het bronsignaal dat naar
de eindversterker en luidsprekers wordt gerouteerd. De
NAC 552, NAC 252 en NAC 282 hebben een tweede lager
aangebrachte toetsenbank middels welke men
onafhankelijk een signaal kan selecteren dat naar de
record - opname - uitgangen kan worden gerouteerd. Deze
sectie recordknoppen kan vergrendeld of ontgrendeld
worden door achtereenvolgens vier keer in snelle successie
op de mono-toets te drukken.
8.4 Programmeerbare voorzieningen
Naim voorversterkers bevatten een aantal
programmeerbare voorzieningen die in de paragrafen 8.5
tot 8.10 worden beschreven. Deze voorzieningen kunnen
worden aangesloten en geprogrammeerd door het apparaat
in “Program Modus” te schakelen.
Om de Program Modus in te voeren op ‘prog’ op de
Afstandbediending (in voorversterker modus) drukken en
ingedrukt houden. Program Modus wordt aangegeven door
een flikkerende indicator op de volumeregelaar. Als binnen
vijf minuten na het invoeren van de program modus geen
functie wordt gekozen zal de voorversterker automatisch
naar de normale modus teruggaan.
Om de Program Modus te verlaten op de prog toets op de
afstandbediening drukken en ingedrukt houden tot de
volumeindicator ophoudt met flikkeren.
8.5 Ingangstoewijzing - NAC 552
Een van de zes bronkeuzetoetsen op de NAC 552 kan
worden geprogrammeerd om een van de negen ingangen
op de achterzijde te selecteren. Als een bronkeuzetoets
wordt geselecteerd zal de indicator op de achterzijde
flikkeren om de connector aan te wijzen waaraan het is
“toegewezen”.
Om de ingang aan een bronkeuzetoets toe te wijzen moet
de bron worden geselecteerd en de record mute toets en
de monoknoppen worden gebruikt om over de ingangen te
scrollen. Als de geselecteerde ingang reeds is toegewezen
aan een bronkeuzetoets zal de indicator boven de
bronkeuzetoets bij herhaling flikkeren. Het is mogelijk om
één ingang toe te wijzen aan meer dan één
bronkeuzetoets. De afstandbediende record mute en
monofuncties (in voorversterkermodus) kunnen ook worden
gebruikt om een ingangstoewijzing in te stellen.
Voorversterkers
8.6 Ingangstoewijzing - NAC 252, NAC 282
en NAC 202
De NAC 252, NAC 282 en NAC 202 hebben zes DIN
Ingangen en twee alternatieve phonoingangen. De phono-
ingangen kunnen individueel worden toegewezen aan de
CD en AUX 2 bronkeuzeknoppen in plaats van aan de DIN
ingangen.
Om het phono-ingang voor CD te selecteren of selectie
ervan ongedaan te maken op ‘1’ knop (in voorversterker
modus) van de afstandbediening drukken en ingedrukt
houden. Om phonoingang voor AUX 2 te selecteren of
selectie ervan ongedaan te maken op de ‘6’ knop (in
voorversterkermodus) van de afstandbediening drukken en
ingedrukt houden. De corresponderende bronkeuzeknoppen
kunnen op dezelfde manier worden gebruikt om de
phonoingangen te selecteren of de selectie ervan
ongedaan te maken. De betreffende ingangskeuze-indicator
zal bij selectie van de phono-optie drie keer flikkeren en
één keer bij selectie van de DIN optie.
8.7 Automatische ingangsschakeling
Alle Naim voorversterkers hebben een optionele voorziening
voor automatische ingangsschakeling die in werking treedt
zodra een afstandbedienings-functie voor een specifieke
Naim broncomponent wordt bediend.
Bij voorbeeld, als de ingang voor de tuner is geselecteerd
en de CD speeltoets op de afstandbediening wordt gekozen
zal de voorversterker automatisch naar de CD ingang
overschakelen. Automatische ingangsschakeling kan
worden geprogrammeerd om onafhankelijk elke combinatie
van CD, AV en Tuner-ingangsknoppen te regelen op de NAC
552, NAC 252, NAC 282 en NAC 202.
Indien bij de NAC 552, NAC 252, NAC 282 en NAC 202,
met de automatische schakeling geactiveerd, weer op de
monoknop gedrukt wordt zullen de ingangen, die voor
automatische schakeling geselecteerd zijn, weergeven
worden door een kortdurend oplichten van hun
knopindicatoren. Herhaalde bewerking van de mono
keuzeknop zal niet alleen opeenvolgend door elke
mogelijke combinatie van CD, Tuner en AV ingangen gaan,
maar ook van de uitgeschakelde automatische schakeling
(CD, Tuner en AV knopindicators off/uit).
De mono-toetsen op de afstandbediening (Flash en
Narcom3) kunnen eveneens worden gebruikt om
automatische ingangsschakeling in te stellen.
38
8.8 AV Integratie (Unity gain)
De Unity gain (eenheidsvolumeregeling, hierna EVR) functie
staat toe dat de audiovisuele processor zodanig wordt
geïntegreerd dat het de volumeregeling van de bronnen die
zijn aangesloten aan geselecteerde ingangen overneemt.
EVR kan worden geselecteerd op Ingangen 4 en 5 (de
corresponderende ingangskeuzeknoppen zullen afhangen
van de ingangsindeling)) van de NAC 522, maar uitsluitend
bij de AV ingang van alle andere voorversterkers.
De ‘mute’ toets op het voorpaneel zal worden verlicht als
EVR op gelijk welke ingang wordt geselecteerd. Als het niet
geactiveerd is kan het op de NAC 552, NAC 252, NAC 282
en NAC 202 worden ingeschakeld door twee maal op de
‘mute’ knop te drukken, en bij de NAC 112 en NAIT 5 door
op de ‘mute’-knop van de afstandbediening in te drukken en
ingedrukt te houden.
Bij de NAC 552, met geactiveerde EVR zal het drukken op
de ‘mute’-knop de geselecteerde ingangen weergeven door
het voor korte tijd oplichten van hun knopindicatoren.
Herhaald intoetsen van de ’mute’-knop zal sequentieel elke
combinatie van Ingang 4, Ingang 5 en uitgeschakelde EVR
selecteren.
De ‘mute’-knop van de afstandbediening kan ook worden
gebruikt om EVR in te stellen. EVR wordt alleen
operationeel bij het afsluiten van Program Modus.
Let wel: De EVR negeert de voorversterkervolumeregelaar
en moet voorzichtig worden gebruikt. Als een ingang wordt
geselecteerd, die een aangeschakelde EVR heeft, zullen de
volume- en balansfuncties van de afstandbediening worden
uitgeschakeld alsook hun indicatoren Dit zal getoond
worden door flikkerende indicatoren als gelijk welke
afstandbediening wordt gebruikt. Daarnaast zullen, om het
risico van een onachtzaam ongelukje te verminderen, erop
volgende modificaties aan de ingangsindeling op de NAC
552 eerder ingestelde EVR-ingangen uitschakelen.
8.9 Invoervolume compensatie
De NAC 112 en NAIT 5 hebben een
ingangsvolumecompensatiesysteem dat het mogelijk maakt
om onderlinge verschillen in uitgangsniveau tussen bronnen
gelijk te trekken.
Om de volumecompensatie voor elke ingang te
programmeren moet eerst de volumeregeling worden
ingesteld op een comfortabel luisterniveau met de luidste
bron (waarschijnlijk CD). Schakel de eenheid nu in de
Program modus. Selecteer een ingang, die afgesteld moet
worden, en gebruik de ‘vol up’ en ‘vol down’ toetsen om het
volume op het juiste niveau in te stellen. De volumeregelaar
zal tijdens deze bewerking niet ronddraaien. Selecteer een
volgende ingang als afstelling ervan nodig is.
8.10 Program standaarden
Om alle programmeerbare instellingen overeenkomstig de
Fabriekstandaard terug te zetten op de disp toets (in
voorversterkermodus) van de afstandbediening drukken en
ingedrukt houden, terwijl de voorversterker in de Program
Modus is. De voorversterker zal na deze bewerking uit de
program modus gaan.
8.11 Kanaalbalans - NAC 202, NAC 112 en
NAIT 5
De afstelling van de kanaalbalans geschiedt elektronisch
binnen de voorversterker en wordt uitsluitend met de
balanstoetsen van de afstandbediening geregeld. De balans
zal automatisch centreren als zij het middelpunt bereikt.
Het centreren wordt aangegeven door een flikkerende
volumeregelaarindicator. Om de afstelling te hervatten,
nadat de balans gecentreerd is, moet de balanstoets van
de afstandbediening worden vrijgegeven en er weer op
worden gedrukt.
8.12 Display
De knop voor het display, op het voorpaneel van de NAC
552, NAC 252, NAC 282 en NAC 202, kan worden
uitgeschakeld door op de disp functie van de
afstandbediening (in voorversterkermodus) te drukken.
Enige latere bewerking middels de afstandbediening of
direct via het voorpaneel zal het display tijdelijk herstellen.
Een tweede bewerking van de disp functie zal het display
permanent herstellen.
Nederlands
Voorversterkers
9 Eindversterkers en Nait 5
eindversterker sectie.
NAP 500, NAP 300, NAP 250, NAP
200, NAP 150, NAP V 175, NAP V
175, NAIT 5
9.1 Installatie
Sommige Naim eindversterkers zijn erg zwaar en
voorzichtigheid is geboden als ze worden opgetild of
verplaatst. Zorg ervoor dat het oppervlak, waarop zij worden
geplaatst, hun volle gewicht gemakkelijk kan dragen.
Eindversterkers mogen niet direct op een met tapijt
bedekte vloer worden geplaatst. Verder moet er goed op
worden gelet, dat wanneer de NAP 500 en NAP 300
worden geplaatst , de ventilatieroosters niet worden
geblokkeerd.
Eindversterkers
Nederlands
39
Eindversterkers moeten op hun uiteindelijke plaats worden
geïnstalleerd voordat de kabels worden aangesloten en
aangeschakeld. Schakel de bron en
voorversterkercomponenten aan voordat de eindversterker
wordt aangeschakeld. De NAP 500 en 300 worden
aangeschakeld via de spanningsknop van hun erbij
behorende voedingen.
9.2 Aansluiting
De electrische massa (aarde) moet te allen tijde zijn
aangesloten, ongeacht welke andere apparatuur in gebruik
is. Deze massa wordt enkel aan het huis en de
transformator aangesloten. Het wordt echter niet aan het
negatieve signaal aangesloten.
Om de luidspreker aan te sluiten mogen uitsluitend Naim
audio luidsprekerkabels worden gebruikt. De Custom Naim
audio luidsprekerconnectoren worden meegeleverd om de
aansluiting te maken. OM TE VOLDOEN AAN DE EUROPESE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN IS HET ESSENTIEEL DAT
DEZE WORDEN GEBRUIKT.
BESCHADIGING VAN DE VERSTERKER KAN VOORKOMEN
ALS “HIGH DEFINITION” KABELS OF ENIG ANDERE
SPECIALE KABEL VOOR HET AANSLUITEN VAN DE
LOUDSPREKERS WORDEN GEBRUIKT.
Let wel: Elk kanaal van de NAP 500 is een “bridged”
versterker, daarom heeft niet een van de
uitgangsconnectoren (+/-) een massapotentieel. Vermijd
het aansluiten van lichtnet-gevoede apparatuur, zoals
elektrostatische speakers, subwoofers en versterkers voor
koptelefoons die geen zwevende massa hebben. Er mogen
geen kabels worden gebruikt die direct of indirect aan
massa van de speakeruitgang zijn aangesloten.
9.3 Bescherming
Als de warmteafvoer van de eindversterker een
temperatuur van 70 C bereikt door langdurig gebruik op
hoog niveau, of doordat de luchtstroom geblokkeerd is, zal
de uitgang worden onderbroken en zal de ventilator (NAP
500 en NAP 300) op volle kracht blijven lopen tot de
warmteafvoer weer is afgekoeld. Dit kan tot 45 minuten
duren. Het is niet nodig de versterker uit te schakelen, het
verdient echter aanbeveling de voorversterker te ‘muten’ of
het volume terug te draaien om verrassingen te voorkomen
als deze weer aangaat.
DE WERKING VAN DE THERMISCHE BESCHERMING VAN DE
VERSTERKER WEKT DE INDRUK DAT LANGDURIG GEBRUIK
BIJ EEN TE HOOG VOLUME EEN RISICO VOOR UW
LUIDSPREKERS KAN ZIJN, ALS DIT HET GEVAL IS MOET
HET VOLUME GEREDUCEERD WORDEN.
Eindversterkers Afstandbediening
10 Afstandbedieningen
Flash
De flash is voorgeprogrammeerd om iedere Naim
voorversterker, CD speler, pre-set tuner en de AV2 te
regelen. Aanvullende Naim bronnen kunnen voor de
toekomst in overweging worden genomen. Neem voor
nadere informatie contact op met uw dealer of importeur.
De Flash wordt zonder aangebrachte batterijen geleverd.
Om de batterijen aan te brengen het deksel van de
batterijruimte met de meegeleverde speciale
schroevedraaier verwijderen en de batterijen in de
batterijruimte van de handset schuiven, let hierbij echter
op de polariteit. Breng het deksel weer op de
batterijruimte aan. De bevestigingsschroef niet te vast
aandraaien. Als de batterijen zijn aangebracht is de Flash
gereed voor gebruik. De Flash is ontworpen om uit te
schakelen wanneer deze 10 seconden niet gebruikt wordt
en schakelt onmiddellijk weer aan als het wordt bewogen
of op een toets wordt gedrukt.
10.1 Het gebruiken van Flash
De Flash kan zo worden ingesteld dat het elk type apparaat
kan regelen via de vier pre-set toetsen onder het display.
De geselecteerde modus wordt in het display aangegeven
boven elke ‘pre-set’ toets. Als op een ‘pre-set’ toets wordt
gedrukt zullen het display, de acht hoofdtoetsen en de
numerieke toetsen daarmee overeenkomend opnieuw
worden geconfigureerd. De
AV ‘pre-set’ toets zal ook een
AV2 in standby zetten. Druk
op de toets en houd deze
ingedrukt om de AV2 uit
stand-by te laten komen.
Het display voor elk type
apparatuur geeft een notatie
weer van de acht
hoofdtoetsen en hun
functies.
De volume ‘up’ en ‘down’
toetsen en de ‘mute’ toetsen
zijn altijd beschikbaar
ongeacht de geselecteerde
bron.
Pre-set toetsenHoofdtoetsen
Volume en ‘mute’ toetsen
Numerieke
toetsen
40
De modus voor de Voorversterker-, CD- en AV apparatuur
heeft meerdere displays (voor de Tuners is slechts één
scherm nodig). Het eerste display van elk ervan zorgt voor
het regelen van de meest gebruikte functies, terwijl erop
volgende schermen in het algemeen toegang geven tot de
minder gebruikte functies.
Selectie van het tweede en derde scherm binnen elke
modus wordt verkregen door op de passende toets te
drukken. De geselecteerde pagina wordt in de bovenste
rechter hoek van het display weergegeven. De functie van
de meeste hoofdtoetsen op elke pagina is vanzelfsprekend.
De volgende aantekeningen beschrijven enkele van de
minder intuïtievefuncties.
10.2 Aantekeningen voor toetsfuncties
PRE (voorversterker modus)
Pagina 1 van 2
Mono: Bij voorversterkers zonder mono-faciliteit schakelt
de tapemonitorfunctie van de handset monotoets in.
Menu: Geeft toegang tot een Flash installatiescherm waar
de bronnen kunnen worden gekozen en waar display
voorkeuren kunnen worden ingesteld. Het geeft ook
toegang voor de installatie van AV2 RC5.
Numeric keys: Selecteren direct voorversterker ingangen.
Pagina 2 van 2
De hoofdsleutelfuncties op PRE 2 zijn duplicaten van
Pagina 1. De selectie van Pagina Twee geeft echter
controle over de record functies van passend uitgeruste
voorversterkers.
CD (cd modus)
Pagina 1 van 2
Numerieke toetsen: Selecteren direct CD tracks.
Pagina 2 van 2
De hoofdsleutel- en numerieke toetsfuncties op Pagina
Twee zijn duplicaten van Pagina Een. Selecteren van Pagina
Twee geeft toegang tot programmeer- en herhaalfuncties.
Prog: Voert CD track program modus in.
Rep: Herhaalt de CD of geprogrammeerde tracks.
TUN (tunermodus)
Pagina 1 van 1
Mode: Kiest de frequentie-, scan- en ‘pre-set’ modus.
Up/Down: Afhankelijk van de geselecteerde operationele
modus stelt de afstemfrequentie bovenwaarts of
benedenwaarts (frequentiemodus) af, zoekt naar stations
(scanmodus) of selecteert de volgende of vorige vooraf
ingestelde modus.
Prog: Selecteert vooraf ingestelde prog modus dat
specifieke FM stations aan vooraf ingestelde
geheugenplaatsen toegewijst.
Disp: Schakelt de tunerdisplay aan of uit.
Numeric keys: Selecteert een station direct.
AV (av versterkermodus)
Pagina 1 van 3
OSD: Selecteert On-Screen Display operationele modus.
Disp: Schakelt het AV2 display aan of uit.
Midn: Selecteert ‘midnight’ operationele modus.
Menu: Gebruikt in On-Screen Displaymodus om
installatiemodi binnen te gaan en om enkele nietessentiële
audio-functies mogelijk te maken.
Numeric keys: Selecteert direct ingangen op de AV2.
Pagina 2 van 3
De hoofdtoets functies op AV Pagina Twee zijn duplicaten
van Pagina Een. Selectie van Pagina Twee schakelt echter
de functie van de numerieke toetsen direct naar directe
selectie van de processor-decoderen modi.
Pagina 3 van 3
Up: Selecteert de volgende AV installatieparameter of
verplaatst de OSD cursor bovenwaarts.
Down: Selecteert de voorafgaande AV installatieparameter
of verplaatst de OSD cursor benedenwaarts.
Left: Selecteert de voorafgaande AV parameterwaarde of
verplaatst de OSD cursor naar links.
Right: Selecteert de volgende AV parameterwaarde of
verplaatst de OSD cursor naar rechts.
Input: Schakelt de AV processor in ingang-installatiemodus.
Spkr: Schakelt de AV processor in speakerinstallatiemodus.
Enter: Bevestigd optieselectie tijdens OSD regeling.
Clear: Wist optieselectie tijdens OSD regeling.
Numeric Keys: Geen functie.
Nederlands
Afstandbedieningen
41
11 Afstandbedieningen
NARCOM 3
NARCOM 3 is voorgeprogrammeerd om gelijk welke Naim
voorversterker, CD speler of vooraf ingestelde tuner te
regelen. De AV2 heeft of Flash of de NARCOM AV nodig.
NARCOM 3 wordt zonder aangebrachte batterijen
geleverd. Om de batterijen aan te brengen het deksel
van de batterijruimte aan de onderkant van de handset
verwijderen en de 4 AAA batterijen in de batterijruimte
schuiven, let hierbij op de polariteit. Breng daarna het
deksel weer aan op de batterijruimte. Als de batterijen
zijn aangebracht is de handset gereed voor gebruik.
11.1 Gebruiken van de NARCOM 3
De afstandbediening besturing is gebaseerd rond 3 typen
toetsen: De Systeemcomponenttoetsen, Global keys -
algemene toetsen en Soft keys.
11.2 Systeem componenttoetsen
Systeem componenttoetsen schakelen de werking van de
zachte toetsen om in modi geschikt voor elke
systeemcomponent (CD, tuner, voorversterker, record).
CD: Schakelt de actie van de soft keys over naar één
geschikt voor een CD speler.
Tuner: Schakelt de actie van
de Zachte toetsen over naar
één geschikt voor een vooraf
ingestelde tuner.
Preamp: Schakelt de actie
van de soft keys over naar
één geschikt voor een
geïntrigeerde of
voorversterker.
Record: Schakelt de actie
over van de soft keys om
record-ingangen te
selecteren op hiervoor
geschikte voorversterkers.
11.3 Algemene toetsen
Algemene toetsen regelen specifieke componentfuncties
zonder rekening te houden met de instelling van systeem
componenttoets. De functie van de meeste Systeem
componenttoetsen spreekt voor zichzelf. De volgende
aantekeningen beschrijven enkele minder intuïtieve
functies.
Voorversterker
Mon: Afhankelijk van de specifieke voorversterker schakelt
deze of de tapemonitor- of de monofuncties aan.
Tuner
Mode: Schakelt de tuner door middel van handmatige scan
of vooraf ingestelde modi.
Up/Down: Afhankelijk van de geselecteerde operationele
modus stelt de afstemfrequentie opwaarts of
benedenwaarts (frequentiemodus) af, zoekt naar stations
(scanmodus) of selecteert de volgende of vorige
stationvoorinstelling (vooraf ingestelde modus).
11.4 Soft Keys
Soft keys selecteren functies afhankelijk van de instelling
van de systeem componenttoets.
Numeric keypad: In voorversterkermodus zullen de
numerieke toetsen tussen de voorversterkeringangen
schakelen. In CD modus zullen de track worden
geselecteerd In recordmodus zullen de numerieke toetsen
tussen recordingangen op hiervoor geschikte
voorversterkers schakelen.
Prog: In voorversterkermodus varieert de prog toets
afhankelijk van de specifieke voorversterker die dan in
gebruik is.
Disp: In voorversterkermodus zal de disp toets het display
in- en uitschakelen (niet bij NAC 112 of NAIT 5). In de CD
modus zal de disp toets de tracks of tijd laten zien en het
display naar wens aan of uitschakelen. In Tunermodus zal
de disp toets opeenvolgend door de afgestemde frequentie
(“freq” indicator aan), ‘preset’ (“freq” indicator uit) en
“display out” scrollen.
Nederlands
Afstandbedieningen
Systeem
component
-toetsen
Algemene
toetsen
(Preamp)
Algemene
toetsen
(CD)
Algemene
toetsen
(Tuner)
Zachte
toetsen
Naim Audio Limited, Southampton Road, Salisbury, England SP1 2LN
Telephone: +44 (0) 1722 332266 Fax: +44 (0) 1722 412034 www.naim-audio.com
Part No. OWMEU 12-001-0052
Drawing No. NA601001-400
Distributors
Canada
Dimexs Inc
9998 Lajeunesse
Montreal
Quebec
Canada H3L 2E1
Tel: +1 514 384 3737
Fax: +1 514 384 7207
E-mail: info@dimexs.com
Deutschland (Österreich)
music line Vertriebs GmbH
Hainbuchenweg 14-18
21224 Rosengarten
Deutschland
Tel: +49 (0)4105 640500
Fax: +49 (0)4105 640899
E-mail: info@music-line.biz
Web: www.music-line.biz
France
L'Audiodistribution
22 Avenue Beau Plain
13013 Marseille
France
Tel: +33 491 060023
Fax: +33 491 067525
Email: audiodis@club-internet.fr
Italia
Audio Art & Design SRL
Via Marmiceto 2B
Ospedaletto
Zona Industriale Ovest
56121 Pisa
Italia
Tel: +39 050 985401
Fax: +39 050 985314
E-mail: archidee@sirius.pisa.it
Nederland (België, Luxemburg)
Phonologic
Grote Kerkplein 4
3011 GC Rotterdam
Nederland
Tel: +31 (0) 10-281 04 05
Fax: +31 (0) 10-281 04 06
E-mail: info@phonologic.com
Web: www.phonologic.com
Schweiz
Chektone gmbh
Blockweg 8
CH-3007 Bern
Schweiz
Tel: +41 31 376 26 51
Fax: +41 31 376 26 50
E-mail: chektone@uudial.ch
1/43