SAFETY 2..............................................
TECHNICAL DESCRIPTION 3.............................
INSTALLATION 5........................................
OPERATION 7..........................................
MAINTENANCE 9........................................
SICHERHEIT 11..........................................
TECHNISCHE BESCHREIBUNG 12.........................
INSTALLATION 14........................................
BETRIEB 16..............................................
WARTUNG 18............................................
SÉCURITÉ 20............................................
DESCRIPTION TECHNIQUE 21............................
INSTALLATION 23........................................
MISE EN MARCHE 25.....................................
ENTRETIEN 27...........................................
VEILIGHEID 29...........................................
TECHNISCHE BESCHRIJVING 30..........................
INSTALLATIE 32..........................................
GEBRUIK 34.............................................
ONDERHOUD 36.........................................
DIMENSION DRAWING -- MASSBILD --
COTES D’ENCOMBREMENT -- MAATSCHETS 38......
DIAGRAM -- SCHALTPLAN -- SCHÉMA -- SCHEMA 40........
WEAR COMPONENTS - VERSCHLEISSTEILE -
PIÈCES D’USURE - SLIJTAGEONDERDELEN 48......
Rights reserved to alter specifications without notice.
Änderungen vorbehalten.
Sous réserve de modifications sans avis préalable.
Recht op wijzigingen zonder voorafgaande mededeling voorbehouden.
-- 2 8 --mmvarnha
WAARSCHUWING
DE VLAMBOOG EN HET SNIJDEN KUNNEN GEVAARLIJK ZIJN VOOR UZELF
EN VOOR ANDEREN; DAAROM MOET U VOORZICHTIG ZIJN BIJ HET LASSEN.
VOLG DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VAN UW WERKGEVER OP. ZE
MOETEN GEBASEERD ZIJN OP DE WAARSCHUWINGSTEKST VAN DE
PRODUCENT.
ELECTRISCHE SCHOK -- Kan dodelijk zijn
S Installeer en aard de lasuitrusting volgens de geldende normen.
S Raak delen die onder stroom staan en electroden niet aan met onbedekte
handen of met natte beschermuitrusting.
S Zorg ervoor dat u geïsoleerd staat van de aarde en van het werkstuk.
S Zorg ervoor dat u een veilige werkhouding hebt.
ROOK EN GAS -- Kunnen uw gezondheid schaden
S Zorg ervoor dat u niet met uw gezicht in de lasrook hangt.
S Ververs regelmatig de lucht in de werkruimte en zorg ervoor dat de lasrook
en het gas afgezogen worden.
LICHTSTRALEN -- Kunnen de ogen beschadigen en de huid verbranden
S Bescherm uw ogen en uw lichaam. Gebruik een geschikte lashelm met filter en
draag altijd beschermende kleding.
S Scherm uw werkruimte af met geschikte beschermmiddelen of gordijnen, zodat
niemand anders gewond kan raken.
BRANDGEVAAR
S De vonken kunnen brand veroorzaken. Zorg er daarom voor dat er geen
brandgevaarlijk materiaal in de buurt is.
LAWAAI -- Geluidsoverlast kan het g ehoor beschadigen
S Bescherm uw oren. Gebruik gehoorbeschermers of andere gehoorbescherming.
S Waarschuw omstanders voor de gevaren.
BIJ DEFECTEN
S Neem contact op met een vakman.
LEES DEZE GEBRUIKSAANWIJZING GRONDIG DOOR
VOOR U OVERGAAT TOT INSTALLATIE EN GEBRUIK.
BESCHERM UZELF EN DE ANDEREN!
VEILIGHEID
-- 2 9 --df00f2ha
VEILIGHEID
De gebruiker van een ESAB lasuitrusting draagt de uiteindelijke verantwoor delijkheid
voor de veiligheidsmaatregelen die van toepassing zijn voor het personeel dat met of
in de buurt van het systeem werkt.
De veiligheidsmaatregelen moeten voldoen aan de eisen die aan dit type lasuitrus-
ting gesteld worden.
De inhoud van deze aanbevelingen m oet beschouwd worden als een aanvulling op
de normale regels die van toepassing zijn voor een werkplaats.
Alle bediening moet uitgevoerd worden door personeel dat goed op de hoogte is van
de werking van de lasuitrusting.
Een verkeerd maneuver kan tot een abnormale situatie leiden waardoor de opera -
teur gewond kan raken en de machine beschadigd kan worden.
1. Al het personeel dat met de machine werkt, moet goed op de hoogte zijn van:
S de bediening
S de plaats van de noodstop
S de werking
S de geldende veiligheidsvoorschriften
S de lastechniek
Om dit te vergemakkelijken zijn alle elektr ische schakelaars, drukknoppen en
potentiometers voorzien van een plaatje of een label dat aangeeft om welk type
geactiveerde beweging of inschakeling het bij de handeling in kwestie gaat.
2. De operateur moet controleren:
S of er zich geen onbevoegden binnen het werkgebied van de lasuitrusting be-
vinden, voor hij begint te werken.
S of er niemand op een onbeschermde plaats staat wanneer de lichtboog
wordt ontstoken.
3. De werkplaats moet:
S doelmatig zijn
S tochtvrij zijn
4. Persoonlijke veiligheidsuitrusting
S Draag altijd de voorgeschreven per soonlijke veiligheidsuitrusting zoals b.v.
een lasbril, onontvlambare kleding, lashandschoenen.
S Draag nooit loszittende kleding zoals sjaals, armbanden, ringen e.d. die be-
klemd kunnen raken, of brandwonden kunnen veroorzaken.
5. Overig
S Controleer of de aangeduide retourleiders goed aangesloten zijn.
S Alleen bevoegd personeel mag aan de elektrische eenheden werken.
S De benodigde brandblusuitrusting moet gemakkelijk bereikbaar zijn op een
duidelijk aangegeven plaats.
S Wanneer de lasuitrusting in gebruik is, mag hij niet gesmeerd worden en
mag er geen onderhoud uitgevoerd worden.
TECHNISCHE BESCHRIJVING
-- 3 0 --dsa2d1ha
TECHNISCHE BESCHRIJVING
Buizenlasgereedschappen A21 PRB zijn bedoeld voor TIG--lassen van buisnaden.
De buizenlasgereedschappen zijn watergekoeld en zijn aangepast voor aansluiting
op ESAB’s standaarduitrusting voor TIG--lassen PROTIG 315 en MECHTIG 315. Als
u toevoegdraad nodig heeft, moet u draadaanvoereenheid MEI 20 gebruiken.
Technisch e g egevens
Buizenlasgereedschap PRB 18--40 PRB 36--80 PRB 71--160 PRB 140--220
Bestelnummer 332 912--880 332 913--880 332 914--880 332 915--880
Buitendiameter buis 18--40 36--80 71--160 140--220
Rotatiesnelheid (omw./min.) 0,15 -- 2,3 0,1 -- 1,3 0,04 -- 0,62 0,03 -- 0,57
Maximumlasstroom bij 100% inter-
mittentie
250 250 250 250
Draaddiameter (mm) 1,6 (2,4) 2,4 (1,6) 2,4 (1,6) 2,4 (1,6)
Gewicht excl. aansluitleiding 2,2 kg 4,1 kg 11,5 kg 15 kg
Maatschets Zie bladzijde
38
Zie bladzijde
38
Zie bladzijde
39
Zie bladzijde
39
Aandrijfeenheid
Motorankerspanning maximum
Motorankerstroom maximum
Motortoerental bij 20 V
24 V DC
0,5 A DC
3000 t.p.m.
Continue A--gewogen geluidsdruk 58 db
Tachometergenerator spanning 1,8 V
T ransmissie overbrengingsverhou-
ding
91,12:1
Toevoegdraaddiameter 0,6 , 0,8
dsa2d001
Het buizenlasgereedschap is geconstrueerd volgens een speciaal tangprincipe
waarmee men het gereedschap snel en nauwkeurig vast kan zetten op de buis. Het
tangprincipe houdt in dat de klembek (1) het buizenlasgereedschap vergrendelt op
de buis doordat de vergrendelarm (2) naar binnen tegen het handvat wordt geduwd.
Tijdens het lassen roteert uitsluitend de tandkrans.
TECHNISCHE BESCHRIJVING
-- 3 1 --dsa2d1ha
Om de tandkrans aan te drijven wordt een aandrijfeenheid (4) gebruikt die bestaat
uit een permanent gem agnetiseer de gelijkstroommotor die spanning krijgt van de
regeluitrusting en een tachometergenerator die een spanning in verhouding tot het
toerental van de gelijkstroommotor levert. Die spanning wordt teruggevoerd naar de
regeluitrusting.
INSTALLATIE
-- 3 2 --dsa2i1ha
INSTALLATIE
Algemeen
1. MECHTIG 315, zie gebruikershandboek 443 420
2. PROTIG 315, zie gebruikershandboek 443 419
3. Draadaanvoereenheid MEI 20 zie gebruikershandboek 443 421
dsa2i002
4. Bevestig de aansluitkabel in resp. de slangsteun (6) en de slanggoot (7) om te
voorkomen dat hij verbrandt tegen de buis.
dsa2i003
5. Monteer indien nodig een draadgeleider en een draadmondstuk (9), die meege-
leverd worden. Stel de positie van de toevoegdraad in verhouding tot de draad af
met behulp van een inbussleutel.
6. Schroef de gaslens vast in de draadhouder (9) met behulp van de inbussleutel.
7. Maatschets, zie bladzijde 38.
8. Schema, zie bladzijde 40
Breedte van het buizenlasgereedschap reduceren bij lassen in kleine
ruimtes.
PRB 18--40
S Verwijder één van de slangsteunen (6).
N.B.: De slangsteun (6) die de aansluitkabel stroom/water vergrendelt mag niet
verwijderd worden.
S Vervang de stelschroef (5) door een inbusschroef M5.
INSTALLATIE
-- 3 3 --dsa2i1ha
PRB 36--80, 71--160 en 140,220
S Verwijder de kabelgoot (7).
S Vervang de stelschroef (5) door een inbusschroef.
WAARSCHUWING!
Met roterende delen loopt men het risico beklemd te raken.
Wees daarom extra
voorzichtig.
GEBRUIK
-- 3 4 --dsa2o1ha
GEBRUIK
dsa2o001
1. Stel de juiste buisdiameter in met behulp van de knop (2) en hou de vergrendel-
hendel (4) in de gesloten positie.
2. Open het buizenlasgereedschap met behulp van de vergrendelhendel (4).
3. Draai nog eens 1/4 slag aan de knop (2) voor de dimensie--instelling.
4. Sluit het buizenlasgereedschap opnieuw met de vergrendelhendel (4).
5.
dsa2i003
Ontkoppel de ontkoppelingsarm (3) van het buizenlasgereedschap.
6. Draai de tandkrans (8) ca 1,5 slag rond, om de aansluitkabel op te rollen. Het
buizenlasgereedschap is nu klaar voor lassen.
7.
dsa2i002
Stel de draadafstand in de hoogte in met behulp van een inbussleutel.
GEBRUIK
-- 3 5 --dsa2o1ha
8. Stel de draadafstand zijdelings in met behulp van de stelschroef (5) voor de
axiale beweging.
9. Stel de lasparameters in (zie programmeerhandboek PROTIG 443 425).
10. Open na het lassen de vergrendelarm (4) van het buizenlasgereedschap.
11. Zie verder ook het programmeerhandboek PROT IG 315, best. nr. 443 425 en
gebruikershandboek MECHTIG 315, best. nr. 455 381--001.
ONDERHOUD
-- 3 6 --dsa2m1ha
ONDERHOUD
Dagelijks
1. Controleer of de kabels en slangen niet beschadigd zijn.
2. Maak het buizenlasgereedschap schoon.
Indien nodig:
1. Smeer alle glijoppervlakken in met Molykote G Rapid Pasta.

Documenttranscriptie

SAFETY . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . TECHNICAL DESCRIPTION . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . INSTALLATION . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . OPERATION . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . MAINTENANCE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 3 5 7 9 SICHERHEIT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . TECHNISCHE BESCHREIBUNG . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . INSTALLATION . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . BETRIEB . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . WARTUNG . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 12 14 16 18 SÉCURITÉ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . DESCRIPTION TECHNIQUE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . INSTALLATION . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . MISE EN MARCHE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ENTRETIEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 21 23 25 27 VEILIGHEID . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . TECHNISCHE BESCHRIJVING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . INSTALLATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ONDERHOUD . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 30 32 34 36 DIMENSION DRAWING -- MASSBILD -COTES D’ENCOMBREMENT -- MAATSCHETS . . . . . . DIAGRAM -- SCHALTPLAN -- SCHÉMA -- SCHEMA . . . . . . . . WEAR COMPONENTS - VERSCHLEISSTEILE PIÈCES D’USURE - SLIJTAGEONDERDELEN . . . . . . Rights reserved to alter specifications without notice. Änderungen vorbehalten. Sous réserve de modifications sans avis préalable. Recht op wijzigingen zonder voorafgaande mededeling voorbehouden. 38 40 48 WAARSCHUWING DE VLAMBOOG EN HET SNIJDEN KUNNEN GEVAARLIJK ZIJN VOOR UZELF EN VOOR ANDEREN; DAAROM MOET U VOORZICHTIG ZIJN BIJ HET LASSEN. VOLG DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VAN UW WERKGEVER OP. ZE MOETEN GEBASEERD ZIJN OP DE WAARSCHUWINGSTEKST VAN DE PRODUCENT. ELECTRISCHE SCHOK -- Kan dodelijk zijn S S S S Installeer en aard de lasuitrusting volgens de geldende normen. Raak delen die onder stroom staan en electroden niet aan met onbedekte handen of met natte beschermuitrusting. Zorg ervoor dat u geïsoleerd staat van de aarde en van het werkstuk. Zorg ervoor dat u een veilige werkhouding hebt. ROOK EN GAS -- Kunnen uw gezondheid schaden S S Zorg ervoor dat u niet met uw gezicht in de lasrook hangt. Ververs regelmatig de lucht in de werkruimte en zorg ervoor dat de lasrook en het gas afgezogen worden. LICHTSTRALEN - Kunnen de ogen beschadigen en de huid verbranden S S Bescherm uw ogen en uw lichaam. Gebruik een geschikte lashelm met filter en draag altijd beschermende kleding. Scherm uw werkruimte af met geschikte beschermmiddelen of gordijnen, zodat niemand anders gewond kan raken. BRANDGEVAAR S De vonken kunnen brand veroorzaken. Zorg er daarom voor dat er geen brandgevaarlijk materiaal in de buurt is. LAWAAI - Geluidsoverlast kan het gehoor beschadigen S S Bescherm uw oren. Gebruik gehoorbeschermers of andere gehoorbescherming. Waarschuw omstanders voor de gevaren. BIJ DEFECTEN S Neem contact op met een vakman. LEES DEZE GEBRUIKSAANWIJZING GRONDIG DOOR VOOR U OVERGAAT TOT INSTALLATIE EN GEBRUIK. BESCHERM UZELF EN DE ANDEREN! mmvarnha -- 28 -- VEILIGHEID VEILIGHEID De gebruiker van een ESAB lasuitrusting draagt de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de veiligheidsmaatregelen die van toepassing zijn voor het personeel dat met of in de buurt van het systeem werkt. De veiligheidsmaatregelen moeten voldoen aan de eisen die aan dit type lasuitrusting gesteld worden. De inhoud van deze aanbevelingen moet beschouwd worden als een aanvulling op de normale regels die van toepassing zijn voor een werkplaats. Alle bediening moet uitgevoerd worden door personeel dat goed op de hoogte is van de werking van de lasuitrusting. Een verkeerd maneuver kan tot een abnormale situatie leiden waardoor de operateur gewond kan raken en de machine beschadigd kan worden. 1. Al het personeel dat met de machine werkt, moet goed op de hoogte zijn van: S de bediening S de plaats van de noodstop S de werking S de geldende veiligheidsvoorschriften S de lastechniek Om dit te vergemakkelijken zijn alle elektrische schakelaars, drukknoppen en potentiometers voorzien van een plaatje of een label dat aangeeft om welk type geactiveerde beweging of inschakeling het bij de handeling in kwestie gaat. 2. De operateur moet controleren: S of er zich geen onbevoegden binnen het werkgebied van de lasuitrusting bevinden, voor hij begint te werken. S of er niemand op een onbeschermde plaats staat wanneer de lichtboog wordt ontstoken. 3. De werkplaats moet: S doelmatig zijn S tochtvrij zijn 4. Persoonlijke veiligheidsuitrusting S Draag altijd de voorgeschreven persoonlijke veiligheidsuitrusting zoals b.v. een lasbril, onontvlambare kleding, lashandschoenen. S Draag nooit loszittende kleding zoals sjaals, armbanden, ringen e.d. die beklemd kunnen raken, of brandwonden kunnen veroorzaken. 5. Overig S Controleer of de aangeduide retourleiders goed aangesloten zijn. S Alleen bevoegd personeel mag aan de elektrische eenheden werken. S De benodigde brandblusuitrusting moet gemakkelijk bereikbaar zijn op een duidelijk aangegeven plaats. S Wanneer de lasuitrusting in gebruik is, mag hij niet gesmeerd worden en mag er geen onderhoud uitgevoerd worden. df00f2ha -- 29 -- TECHNISCHE BESCHRIJVING TECHNISCHE BESCHRIJVING Buizenlasgereedschappen A21 PRB zijn bedoeld voor TIG--lassen van buisnaden. De buizenlasgereedschappen zijn watergekoeld en zijn aangepast voor aansluiting op ESAB’s standaarduitrusting voor TIG--lassen PROTIG 315 en MECHTIG 315. Als u toevoegdraad nodig heeft, moet u draadaanvoereenheid MEI 20 gebruiken. Technische gegevens Buizenlasgereedschap Bestelnummer Buitendiameter buis Rotatiesnelheid (omw./min.) Maximumlasstroom bij 100% intermittentie Draaddiameter (mm) Gewicht excl. aansluitleiding Maatschets PRB 18--40 PRB 36--80 PRB 71--160 PRB 140--220 332 912--880 332 913--880 332 914--880 332 915--880 18--40 36--80 71--160 140--220 0,15 -- 2,3 0,1 -- 1,3 0,04 -- 0,62 0,03 -- 0,57 250 250 250 250 1,6 (2,4) 2,4 (1,6) 2,4 (1,6) 2,4 (1,6) 2,2 kg 4,1 kg 11,5 kg 15 kg Zie bladzijde 38 Zie bladzijde 38 Zie bladzijde 39 Zie bladzijde 39 Aandrijfeenheid Motorankerspanning maximum Motorankerstroom maximum Motortoerental bij 20 V 24 V DC 0,5 A DC 3000 t.p.m. Continue A--gewogen geluidsdruk 58 db Tachometergenerator spanning 1,8 V Transmissie overbrengingsverhouding 91,12:1 Toevoegdraaddiameter 0,6 , 0,8 dsa2d001 Het buizenlasgereedschap is geconstrueerd volgens een speciaal tangprincipe waarmee men het gereedschap snel en nauwkeurig vast kan zetten op de buis. Het tangprincipe houdt in dat de klembek (1) het buizenlasgereedschap vergrendelt op de buis doordat de vergrendelarm (2) naar binnen tegen het handvat wordt geduwd. Tijdens het lassen roteert uitsluitend de tandkrans. dsa2d1ha -- 30 -- TECHNISCHE BESCHRIJVING Om de tandkrans aan te drijven wordt een aandrijfeenheid (4) gebruikt die bestaat uit een permanent gemagnetiseerde gelijkstroommotor die spanning krijgt van de regeluitrusting en een tachometergenerator die een spanning in verhouding tot het toerental van de gelijkstroommotor levert. Die spanning wordt teruggevoerd naar de regeluitrusting. dsa2d1ha -- 31 -- INSTALLATIE INSTALLATIE Algemeen 1. MECHTIG 315, zie gebruikershandboek 443 420 2. PROTIG 315, zie gebruikershandboek 443 419 3. Draadaanvoereenheid MEI 20 zie gebruikershandboek 443 421 dsa2i002 4. Bevestig de aansluitkabel in resp. de slangsteun (6) en de slanggoot (7) om te voorkomen dat hij verbrandt tegen de buis. dsa2i003 5. Monteer indien nodig een draadgeleider en een draadmondstuk (9), die meegeleverd worden. Stel de positie van de toevoegdraad in verhouding tot de draad af met behulp van een inbussleutel. 6. Schroef de gaslens vast in de draadhouder (9) met behulp van de inbussleutel. 7. Maatschets, zie bladzijde 38. 8. Schema, zie bladzijde 40 Breedte van het buizenlasgereedschap reduceren bij lassen in kleine ruimtes. PRB 18--40 S S Verwijder één van de slangsteunen (6). N.B.: De slangsteun (6) die de aansluitkabel stroom/water vergrendelt mag niet verwijderd worden. Vervang de stelschroef (5) door een inbusschroef M5. dsa2i1ha -- 32 -- INSTALLATIE PRB 36--80, 71--160 en 140,220 S S Verwijder de kabelgoot (7). Vervang de stelschroef (5) door een inbusschroef. WAARSCHUWING! Met roterende delen loopt men het risico beklemd te raken. Wees daarom extra voorzichtig. dsa2i1ha -- 33 -- GEBRUIK GEBRUIK dsa2o001 1. Stel de juiste buisdiameter in met behulp van de knop (2) en hou de vergrendelhendel (4) in de gesloten positie. 2. Open het buizenlasgereedschap met behulp van de vergrendelhendel (4). 3. Draai nog eens 1/4 slag aan de knop (2) voor de dimensie--instelling. 4. Sluit het buizenlasgereedschap opnieuw met de vergrendelhendel (4). 5. dsa2i003 Ontkoppel de ontkoppelingsarm (3) van het buizenlasgereedschap. 6. Draai de tandkrans (8) ca 1,5 slag rond, om de aansluitkabel op te rollen. Het buizenlasgereedschap is nu klaar voor lassen. 7. dsa2i002 Stel de draadafstand in de hoogte in met behulp van een inbussleutel. dsa2o1ha -- 34 -- GEBRUIK 8. Stel de draadafstand zijdelings in met behulp van de stelschroef (5) voor de axiale beweging. 9. Stel de lasparameters in (zie programmeerhandboek PROTIG 443 425). 10. Open na het lassen de vergrendelarm (4) van het buizenlasgereedschap. 11. Zie verder ook het programmeerhandboek PROTIG 315, best. nr. 443 425 en gebruikershandboek MECHTIG 315, best. nr. 455 381--001. dsa2o1ha -- 35 -- ONDERHOUD ONDERHOUD Dagelijks 1. Controleer of de kabels en slangen niet beschadigd zijn. 2. Maak het buizenlasgereedschap schoon. Indien nodig: 1. Smeer alle glijoppervlakken in met Molykote G Rapid Pasta. dsa2m1ha -- 36 --
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52