Pro-Form PETL10714 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

GEBRUIKERSHANDLEIDING
Modelnr. PETL10714.0
Serienr
Schrijf het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
OPGELET
Lees voor gebruik van dit
apparaat alle instructies en
voorzorgsmaatregelen in deze
handleiding. Bewaar deze hand-
leiding voor verdere raadpleging.
Sticker met
serienummer
KLANTENDIENST
Neem contact op met de
Klantendienst (zie informatie hier-
onder) of neem contact op met de
winkel waar u dit product gekocht
heeft wanneer u nog vragen heeft of
wanneer er onderdelen ontbreken of
beschadigd zijn.
4021 529 7186
Maandag-Vrijdag 08:00-20:00 GMT;
Zaterdag 09:00-13:00 GMT
Website:
www.iconsupport.eu
Email:
www.iconeurope.com
2
DE STICKERS MET WAARSCHUWING .........................................................2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN ...................................................3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA ..........................................................6
MONTAGE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
DE HARTSLAG MONITOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16
HOE DE LOOPBAND TE GEBRUIKEN .........................................................17
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN ................................................25
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ...............................................26
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29
LIJST MET ONDERDELEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
GEDETAILLEERDE TEKENING. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN ...............................................Laatste pagina
RECYCLING INFORMATIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Laatste pagina
De waarschuwingsticker hier afgebeeld is met
uw dit product inbegrepen. Plak de sticker
op de aangegeven plaats over de Engelse
waarschuwing heen. De hier getoonde sticker(s)
met waarschuwing is/zijn op de aangegeven
plaats(en) geplakt. Raadpleeg de laatste pagina
van deze handleiding wanneer een sticker
ontbreekt of niet leesbaar is en vraag om een
vervangende sticker. Plak de sticker op de
aangegeven plaats. Aandacht: de sticker(s) wor-
den niet op ware grootte weergegeven.
DE STICKERS MET WAARSCHUWING
PROFORM is een merk van ICON IP, Inc.
INHOUD
3
1. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar om zich ervan te vergewissen dat alle
gebruikers van de loopband voldoende op de
hoogte zijn van alle waarschuwingen en alle
voorzorgsmaatregelen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
enig oefenprogramma begint. Dit is vooral
belangrijk voor personen van boven de
35 jaar, of personen met reeds bestaande
gezondheidsproblemen.
3. Gebruik de loopband alleen zoals
beschreven.
4. Deze loopband is alleen voor gebruik in huis
bedoeld. Gebruik de loopband niet commer-
cieel, niet voor verhuur of in een instelling.
5. Gebruik de loopband binnenshuis weg van
vocht en stof. Plaats de loopband niet in een
garage, op een overdekt terras, of bij water.
6. Plaats de loopband op een vlakke onder-
grond met minstens 2,4 m ruimte achter de
loopband en 0,6 m ruimte aan iedere kant van
de loopband. Zorg ervoor dat de loopband
geen enkele luchtopening blokkeert. Leg een
matje onder de loopband om de vloer of de
vloerbedekking te beschermen.
7. Gebruik de loopband niet daar waar spuit-
bussen gebruikt worden of waar zuurstof
beheerd wordt.
8. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 12
jaar en huisdieren bij de loopband vandaan.
9. De loopband kan alleen door mensen die 150
kg of minder wegen, gebruikt worden.
10. Laat nooit meer dan één persoon tegelijker-
tijd op de loopband.
11. Draag juiste kleding bij gebruik van de
loopband. Draag geen losse kleding die in de
loopband verstrikt kan raken. Suspensoirs
worden zowel voor mannen als voor vrou-
wen aanbevolen. Draag altijd gymschoenen.
Gebruik de loopband nooit op blote voeten,
met alleen sokken aan of met sandalen.
12. Steek, wanneer u een stroomsnoer gebruikt,
het stroomsnoer alleen in een geaard stop-
contact (zie bladzijde 17). Geen enkel ander
apparaat mag op dezelfde groep aangesloten
zijn.
13. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik
dan alleen een 3-draadige geleider: snoer
maat 14 (1 mm
2
) van 1,5 m of korter.
14. Houd het stroomsnoer bij hete oppervlaktes
vandaan.
15. Laat de loopband nooit draaien wanneer
de elektriciteit uitgeschakeld is. Gebruik de
loopband niet wanneer het elektrische snoer
of de stekker beschadigd is. Gebruik de loop-
band niet wanneer deze niet goed werkt. (Zie
ONDERHOUD EN PROBLEMEN OPLOSSEN
op pagina 26 als de loopband niet goed
werkt.)
16. Lees de noodstop procedure grondig door
en test deze voordat u de loopband gebruikt
(raadpleeg HOE HET APPARAAT AAN TE
ZETTEN oppagina 19).
17. Start de loopband nooit wanneer u op het
loopvlak staat. Houd bij gebruik van de loop-
band de handleuningen altijd vast .
18. De loopband kan hoge snelheden bereiken.
Stel de snelheid zeer geleidelijk bij om plot-
selinge versnellingsschokken te voorkomen.
19. De hartslagmonitor is geen medisch instru-
ment. Verschillende factoren, waaronder de
beweging van de gebruiker, kunnen invloed
hebben op de nauwkeurigheid van de metin-
gen. De hartslagmonitor dient slechts om de
hartslag globaal te meten, als hulpmiddel bij
het oefenen.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING: lees om het risico op brandwonden, brand, elektrische shok,
of persoonlijkletsel te verminderen, alle belangrijke voorzorgsmatregelen en instructies in deze
handleiding en alle waarschuwingen op uw loopband voordat u de loopband gebruikt. ICON is niet
verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het gebruik van dit produkt.
4
20. Laat de loopband nooit onbeheerd rond-
draaien. Haal altijd de sleutel eruit, druk de
aan/uit-toets in de uit-stand (zie de tekening
op pagina 5 voor de locatie van de aan/uit-
toets) en haal de stekker van de loopband
uit het stopcontact wanneer deze niet wordt
gebruikt.
21. Voltooi eerst de montage van de loopband
voordat u hem verplaatst. (Zie MONTAGE op
pagina 7 DE LOOPBAND INKLAPPEN EN
VERPLAATSEN op pagina 25). U moet in
staat zijn om veilig 20 kg op te kunnen tillen
om de loopband te verplaatsen.
22. Overtuig u ervan dat bij het inklappen of het
verplaatsen van de loopband de opberg-
vergrendeling het onderstel stevig in de
opbergstand houdt.
23. Verander de helling van de loopband niet
door voorwerpen onder de loopband te
plaatsen.
24. Steek geen enkel onderwerp in welke ope-
ning dan ook van de loopband.
25. Controleer regelmatig alle (onder)delen en
draai ze dan goed vast.
26. GEVAAR: Trek het stroomsnoer altijd
direct na gebruik van de loopband uit. Doe dit
ook voor het schoonmaken van de loopband,
voor het plegen van onderhoud en voor het
bijstellen zoals in deze handleiding beschre-
ven. Verwijder nooit de motorkap tenzij een
erkende onderhoudsmonteur dat aangeeft.
Onderhoud, anders dan de procedures in
deze handleiding, dient uitsluitend door een
erkende onderhoudsmonteur uitgevoerd te
worden.
27. Te veel oefeningen doen, kan leiden tot
ernstig letsel of de dood. Als u pijn voelt of
duizelig wordt tijdens het oefenen, dient u
onmiddellijk te stoppen en af te koelen.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
5
Dank u dat u heeft gekozen voor de nieuwe
PROFORM
®
PERFORMANCE 1050 loopband. De
PERFORMANCE 1050 loopband biedt een aantal
indrukwekkende functies die zijn ontwikkeld om uw
oefeningen thuis effectiever en leuker te maken.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig
door voor gebruik van de loopband. Raadpleeg de
omslag van deze handleiding als u nog vragen hebt.
Noteer het productnummer en het serienummer voor-
dat u met ons contact opneemt. De plaats waar u de
stickers met het productnummer en het serienummer
kunt vinden wordt op de omslag van de handleiding
aangegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de
verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
Handleuning
Bedieningspaneel
Sleutel/Klip
Schakelaar
Loopvlak
Motorkap
Wiel
Voetleuning
Ruststandrol
Bijstelschroeven
Kussens van het loopvlak
Hartslagmonitor
Lengte: 185 cm
Breedte: 91 cm
VOORDAT U BEGINT
6
3/8" x 4" Schroef (7)–6
5/16" Sterring
(11)–4
3/8" Sterring
(13)–6
#8 x 1/2" Schroef
(1)–8
#10 x 3/4" Schroef
(9)–4
#8 x 1/2" Zilver
Schroef (10)–1
1/4" Sterring
(26)–8
#8 x 3/4" Schroef
(4)–8
5/16" x 2 1/4" Schroef (28)–4
5/16" x 1 3/4" Bout (94)–1
5/16" x 3/4"
Schroef (93)–2
5/16" x 2 1/4"
Schouderbout (95)–1
5/16" Moer
(34)–2
Tussenstuk van de
Vergrendeling
(98)–2
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA
Raadpleeg de tekeningen hieronder om de kleine onderdelen voor de montage te herkennen. Het nummer tus-
sen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin
deze handleiding. Het getal tussen de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Aandacht: als
een onderdeel zich niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al vooraf is gemonteerd. Er zijn
mogelijk extra metalen onderdelen meegeleverd.
7
Montage moet door twee personen worden
uitgevoerd.
Plaats alle onderdelen op een open plek en
verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het
verpakkingsmateriaal niet weg tot u volledig klaar
bent met de montage.
Er kan zich een vettige substantie op de buiten-
kant van de loopband bevinden na verzending.
Dit is normaal. Mocht er wat vettige substantie
op de loopband bevinden, veeg dit dan met een
zachte lap en wat niet-schurend reinigingsmiddel
weg.
De linkeronderdelen staan aangegeven met "L"
of "Left" (links) en de rechteronderdelen staan
aangegeven met "R" of "Right" (rechts).
Voor het vaststellen van de kleine onderdelen,
kijkt u op pagina 6.
Bij het monteren heeft u het volgende gereed-
schap nodig:
de meegeleverde inbussleutels
een kruiskopschroevendraaier
Gebruik geen elektrisch gereedschap om schade
aan onderdelen te voorkomen.
MONTAGE
1
1. Ga naar www.iconsupport.eu op uw
computer en registreer uw product.
activeert uw garantie
bespaart u tijd als u ooit contact moet
opnemen met de Klantendienst
hiermee kunnen wij u op de hoogte stellen van
upgrades en aanbiedingen
Aandacht: indien u geen internettoegang heeft,
belt u met de Klantendienst (zie de voorkant van
deze handleiding) om uw product te registreren.
8
2. Zorg dat het stroomsnoer uit getrokken
is.
Druk een Basiskapje (74) in elke kant van het
Onderstel (85).
Zoek naar de Linker Staander (90). Laat een
tweede persoon de Linker Staander naast de
Basis (85) vasthouden.
Raadpleeg de inzet-tekening. Maak de bind-
draad in de Rechter Staander (90) goed rond
het uiteinde van de Draad van de Staander (81)
vast. Steek dan de Draad van de Staander in
het onderste uiteinde van de Rechter Staander
terwijl u het andere uiteinde van het binddraad
door de Rechter Staander trekt.
3. Leg de Rechter Staander (90) tegen de Basis
(85). Plaats de Doorvoerhuls (77) in het vier-
kante gat in de Rechter Staander. Zorg ervoor
dat de aardingsdraad niet bekneld raakt.
Bevestig vervolgens de aardingsdraad aan
de Rechter Staander (90) met een #8 x 1/2"
Zilveren Schroef (10).
85
85
90
90
81
10
90
Draad
Bandje
Binddraad
2
3
81
77
Aarding
Draad
74
74
Vierkant
Gat
9
4. Houd de Rechter Staander (90) tegen de Basis
(85). Zorg dat u de bedrading niet beklemt.
Draai nog eens twee 3/8” x 4” Schroeven (7)
gedeeltelijk met twee 3/8” Sterringen (13) in
de Rechter Staander en de Basis; draai de
Schroeven nog niet volledig vast.
Maak de Linker Handleuning (niet afgebeeld)
op dezelfde manier vast. Aandacht: er zijn
geen draden aan de linkerkant.
90
4
7
13
85
Draden
5. Zoek de Linker en Rechter Kapjes van de Basis
(82, 83). Schuif de Linker en Rechter Kapjes van
de Basis op de Linker en Rechter Staanders (89,
90) zoals afgebeeld.
83
90
82
89
5
10
6. Plaats een Handleuning (84) op de Rechter
Staander (90). Zorg ervoor dat de Draad van
de Staander (81) niet beklemd is.
Bevestig de Handleuning (84) met twee 5/16" x
2 1/4" Schroeven (28) en twee 5/16" Sterringen
(11). Draai beide Schroeven aan en draai ze
vast.
Maak de andere Handleuning (niet getoond)
op dezelfde manier vast. Aandacht: er is geen
draad aan de linkerkant.
Verwijder de twee aangegeven schroeven (A) uit
beide Handleuningen (84) (slechts een kant is
weergegeven) en gooi ze weg.
11
81
84
28
6
90
7. Plaats het bedieningspaneel met de bovenkant
op een zachte oppervlakte zodat het bedie-
ningspaneel niet bekrast wordt. Verwijder en
bewaar de vier 1/4" x 1/2" Schroeven (2).
Zoek naar de Linker Houder (36). Maak de
Linker Houder vast met vier #8 x 1/2" Schroeven
(1). Begin alle vier de Schroeven aan te
draaien en draai ze daarna vast. Zorg dat u de
Schroeven niet te vast draait.
Maak de Rechter Houder (27) op dezelfde
manier vast.
7
Bedienings-
paneel
Montage
1
1
2
36
27
1
2
1
A
11
8. Houd, met hulp van een tweede persoon, het
bedieningspaneel bij de Rechter Handleuning
(84) en de Linker Handleuning (niet getoond)
vast.
Zie de inzet-tekening. Verbind de Draad
van de Staander (81) met de draad van het
bedieningspaneel. De connectoren zouden
makkelijk samen moeten glijden en op hun
plaats moeten klikken. Als dit niet gebeurt,
dient u een van de verbindingsstukken nog
eens aan te draaien en het nog eens te pro-
beren. ALS U DE VERBINDINGSSTUKKEN
NIET GOED VERBINDT, KAN HET BEDIE-
NINGSPANEEL BESCHADIGD RAKEN ALS
DE STROOM WORDT AANGEZET. Verwijder
de binddraad uit de Draad van de Staander.
8
Bedieningspaneel
81
Bind-
draad
Draad
van het
Bedienings-
paneel
81
84
9. Plaats de bedieningspaneelmodule op de
Handleuningen (84). Zorg ervoor dat de dra-
den niet gekneld raken. Steek het overschot
aan Draad van de Staander (81) in de Rechter
Staander (90).
Bevestig het bedieningspaneel op de beugels op
de Handleuningen (84) met de vier 1/4" x 1/2"
Schroeven (2) die u heeft verwijderd in stap 7 en
vier 1/4" Sterringen (26). Maak de Schroeven
nog niet vast.
9
90
Bedieningspaneel
2
2
81
84
84
26
26
Draad van het
Bedienings-
paneel
12
10. BELANGRIJK: om schade aan de
Hartslagdwarsstang (5) te vermijden dient u
geen elektrisch gereedschap te gebruiken
en de #10 x 3/4" Schroeven (9) niet te vast te
draaien.
Draai vier #10 x 3/4" Schroeven (9) vast met vier
1/4" Sterringen (26) in de Hartslagdwarsstang
(5) en de Handleuningen (84). Begin alle vier
de Schroeven aan te draaien en draai ze
daarna vast.
Zie stap 9. Draai de vier 1/4" x 1/2" Schroeven
(2) goed vast.
10
9
9
84
5
84
Bedienings-
paneel
26
26
11. Zoek de Linker en Rechter Handleuning inzet-
stukken (79, 31).
Maak het Linker handleuning inzetstuk (79)
vast aan de Linker handleuning (84) met drie
#8 x 3/4" Schroeven (4). Aandacht: Schuif het
Linker handleuninginzetstuk tegen het bedie-
ningspaneel voordat u de schroeven vastzet.
Maak het Rechter Handleuning inzetstuk (31)
op dezelfde manier vast.
11
84
31
79
84
4
4
Bedieningspaneel
13
13
12. Zoek de Kapjes van de Linker en Rechter
Handleuning (87, 8).
Schuif het Kapje van de Linker handleuning (87)
tegen het bedieningspaneel en maak een #8 x
3/4" Schroef (4) vast in de onderkant van het
Kapje van de Linker Handleuning. Zorg dat u de
schroef niet te vast draait.
Maak de Kap van de Rechter Handleuning (8)
op dezelfde manier vast.
12
4
4
8
87
Bedieningspaneel
13. Aandacht: Indien het is gemonteerd op een
glad oppervlak, dan kan de loopband naar
voren rollen tijdens deze stap.
Til het Onderstel (56) rechtop. Laat een tweede
persoon het Onderstel vasthouden totdat
stap 16 voltooid is.
Draai de Vergrendelingsdwarsstang (97) zoals
afgebeeld. Zorg ervoor dat de sticker "This
side toward belt" (Deze kant naar de band)
(B) gericht is naar de loopband. Bevestig de
Vergrendelingdwarsstang aan de beugels op het
Onderstel (56) met twee 5/16" x 3/4" Schroeven
(93).
56
97
B
93
93
Beugels
14
14. Draai de Opbergvergrendeling (96) zodanig dat
de stickers weg van de loopband wijzen zoals
afgebeeld.
Bevestig het onderste uiteinde van de
Opbergvergrendeling (96) in de beugel op de
Basis (85) met een 5/16" x 1 3/4" Bout (94), twee
Vergrendelingstussenstukken (98) en een 5/16"
Moer (34), zoals afgebeeld.
Breng de Opbergvergrendeling (96) naar een
verticale positie. Verwijder het binddraad van de
bovenkant van de Opbergvergrendeling.
85
96
94
Stickers
34
98
Bandje
14
15. Maak het bovenste uiteinde van de
Opbergvergrendeling (96) vast aan de beugel op
de Vergrendelingsdwarsstang (97) met een 5/16"
x 2 1/4" Schouderbout (95) en een 5/16" Moer
(34).
Breng het Onderstel (56) omlaag (zie HOE
DE LOOPBAND TE LATEN ZAKKEN VOOR
GEBRUIK op pagina 25).
97
95
56
34
96
15
15
17. Zorg dat alle delen goed vastzitten voordat u de loopband gebruikt. Als er velletjes plastic op de stickers
van de loopband zitten, verwijder die dan. Plaats een matje onder de loopband om de vloer of de vloerbedek-
king te beschermen. Houd de loopband uit direct zonlicht om schade aan de loopband te voorkomen. Bewaar
de meegeleverde inbussleutels op een veilige plaats. De inbussleutel is voor het bijstellen van de band (zie
paginas 27 en pagina 28). Aandacht: er kunnen extra onderdelen zijn meegeleverd.
16. Draai dan alle zes de 3/8" x 4" Schroeven (7)
vast. Schuif vervolgens de Linker en Rechter
Kapjes van de Basis (82, 83) omlaag.
16
7
7
82
83
16
HOE DE HARTSLAG MONITOR TE DRAGEN
De hartslag monitor
heeft een borst-
kas-band en een
sensor. Steek de ap
in ene uiteinde van
de borstkas-band
in het ene uiteinde
van de sensor,
zoals afgebeeld in
de tekening. Druk
dan het uiteinde van
de sensor onder de
gesp van de borst-
kas-band. De ap
moet gelijk zijn met
de voorkant van de
sensor.
De hartslag moni-
tor moet onder uw
kleding gedragen
worden, strak tegen
uw huid. Draag de
hartslag monitor
in de aangegeven
plaats rond uw borst-
kas. Zorg ervoor dat de logo naar buiten wijst. Maak
dan het andere uiteinde van de borstkas-band op de
sensor vast. Stel de lengte van de borstkas-band bij
mocht dat nodig zijn.
Trek de sensor een paar centimeter van uw lichaam en
zoek naar de twee elektrodes met de kleine randjes.
Maak beide elektrodes nat met een zoute vloeistof,
zoals wat speeksel of vloeistof voor contact lenzen.
Plaats de sensor terug tegen uw huid.
VERZORGING EN ONDERHOUD
Droog de sensor goed af na ieder gebruik. Door
vocht blijft de sensor langer dan nodig branden en
zodoende zullen de batterijen sneller leeg lopen.
Bewaar de hartslag monitor op een warme en droge
plaats. Bewaar de harslag monitor niet in een plastic
zak of andere verpakking die vocht kan vasthouden.
Stel de hartslag monitor niet langdurig bloot aan
direct zonlicht, niet aan een temperatuur lager dan
-10° C of aan een temperatuur hoger dan 50° C.
Buig en rek de sensor tijdens het gebruik of het
opbergen van de hartslag monitor niet te veel.
Maak de sensor schoon met een zachte doek en een
beetje zachte zeep. Veeg dan de sensor met een
zachte doek en droog deze goed af. Gebruik nooit
schuurmiddelen, alcohol of chemische producten
om de sensor schoon te maken. U kunt de borst-
kas-band met de hand wassen en dan laten drogen.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Loop de hieronder genoemde procedures door wan-
neer de hartslag monitor niet goed werkt.
Zorg ervoor dat u de hartslag monitor goed draagt
zoals hier links is beschreven. Verplaats de hartslag
monitor wat naar boven of naar beneden wanneer u
de borstkas-hartslag monitor niet goed werkt.
Maak de elektrodes opnieuw wat nat wanneer de
hartslag metingen pas verschijnen nadat u begint te
transpireren.
Voor de goede weergave van de hartslag metingen
moet de gebruiker zich op minder dan een armlengte
van het bedieningspaneel bevinden.
Als er zich een batterijdekseltje aan de actherkant
van de sensor bevindt, vervang dan de batterij met
een batterij van hetzelfde type.
De hartslag monitor is ontwikkeld voor mensen met
een normale hartslag. Problemen met de hartslag-
meting kunnen een medische oorzaak hebben zoals
vroegtijdige ventriculaire samentrekking, hartkloppin-
gen, of aritmie.
De werking van de hartslag monitor kan beïnvloed
worden door magnetische storingen die door hoog-
spanningsdraden en andere elektromagnetische
bronnen veroorzaakt kunnen worden. Verplaats het
tness-apparaat als u vermoedt dat dit de oorzaak is.
Gesp
Flap
Borstkas-
band
Flaps
Sensor
Sensor
DE HARTSLAG MONITOR
17
HOE DE SNOER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De snoer moet geaard zijn. Als het niet goed functio-
neert geeft de aarding de laagste weerstandspad voor
de elektriciteit om zodoende het risico van elektrische
schok te verminderen. Een snoer en een geaarde
stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: als het snoer
beschadigd is moet u het vervangen voor een door
de fabrikant aanbevolen snoer.
Volg deze stappen om de snoer in stopcontact te
steken.
1. Steek het aangegeven uiteinde van het snoer in het
stopcontact van de loopband.
2. Steek het snoer in een goed geinstalleerd en geaard
stopcontact die overeenkomt met alle plaatselijke
regelingen.
UK
Dubai
DU
GR
RU
HU
CZ
TR
RO
BU
UKR
SW
FR/
SP/
PL/
SK
IT
AUS
AUS
TYPE E
TYPE F
Stopcontact van
de Loopband
Snoer
UK
Dubai
DU
GR
RU
HU
CZ
TR
RO
BU
UKR
SW
FR/
SP/
PL/
SK
IT
AUS
AUS
TYPE E
TYPE F
Stopcontact
GEVAAR: een verkeerd stopcon-
tact (zonder aarde) kan tot een elektrische
schok leiden. Laat een elektriciën de aarding
nakijken als u niet zeker weet of het stopcon-
tact goed geaard is. Breng geen wijzigingen
aan de stekker van het apparaat aan. Laat een
elektriciën een nieuwe stekker monteren als
de stekker niet in het stopcontact past.
HOE DE LOOPBAND TE GEBRUIKEN
18
ETPE10714
(PETL10714)
DE WAARSCHUWINGSSTICKER OPPLAKKEN
Zoek de Engelse waarschuwingen op het bedie-
ningspaneel. U vindt dezelfde waarschuwingen
in andere talen op het meegeleverde stickervel.
Plak de Nederlandse waarschuwingssticker op het
bedieningspaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel van de loopband biedt een
indrukwekkende reeks functies die zijn ontwikkeld om
uw oefeningen effectiever en prettiger te maken. U kunt
wanneer u de handmatige instelling gebruikt de snel-
heid en de hellingstand van de loopband veranderen
door een druk op een toets. Tijdens de oefening zal het
bedieningspaneel directe feedback over uw oefening
geven. U kunt zelfs uw hartslag meten door gebruik te
maken van de ingebouwde handgreep met hartslagmo-
nitor of door middel van de borstkas hartslagmonitor.
Daarnaast biedt het bedieningspaneel een grote keuze
aan vooraf ingestelde oefeningen. Iedere oefening
regelt automatisch de snelheid en de helling van de
loopband terwijl u door een effectieve oefensessie
geleid wordt.
Het bedieningspaneel heeft een iFit-modus zodat de
loopband op uw draadloze netwerk aangesloten kan
worden door middel van een optionele iFit-module.
U kunt, met de iFit-modus, persoonlijke oefeningen
downloaden, uw eigen oefeningen samenstellen,
resultaten van uw oefening bijhouden, tegen andere
iFit-hardlopers racen en vele andere keuzes raadple-
gen. Voor aankoop van de iFit module gaat u naar
www.ifit.com of belt u met het telefoonnummer op
de voorkant van deze handleiding.
U kunt tevens naar uw favoriete oefeningmuziek of
audioboek via het stereogeluidssysteem van het bedie-
ningspaneel terwijl u oefeningen doet.
Zie bladzijde 19, om de stroom in te schakelen. Hoe
de handmatige instelling te gebruiken, zie blad-
zijde 19. Voor gebruik van een vooraf ingestelde
oefening, kijkt u op pagina 21. Voor gebruik van een
iFit-oefening, zie pagina 22. Voor gebruik van het
geluidssysteem, zie pagina 23. Voor gebruik van de
informatiemodus, kijkt u op pagina 23.
Aandacht: Het bedieningspaneel kan snelheid en
afstand in kilometers of mijlen weergeven. Om te zien
welk meetsysteem is gekozen, zie DE INFORMATIE
MODUS op pagina 23. Om het eenvoudig te hou-
den, verwijzen alle instructies in deze paragraaf naar
kilometers.
BELANGRIJK: als er een stuk plastic op het bedie-
ningspaneel ligt, verwijder dan het plastic. Draag
alleen schone trainingsschoenen wanneer u de
loopband gebruikt om beschadiging aan het loop-
platform te voorkomen. De eerste keer dat u de
loopband gebruikt, dient u de uitlijning van de loop-
band te bestuderen en het midden van de loopband
aan te passen indien dit nodig is (zie pagina 28).
DIAGRAM VAN HET BEDIENINGSPANEEL
19
HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN
BELANGRIJK: laat, wanneer de loopband aan
koude temperaturen blootgesteld is geweest, de
loopband tot kamertemperatuur komen voordat u
de elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet, kunt u
het bedieningspaneel of andere elektrische compo-
nenten beschadigen.
Steek het stroomsnoer in
(zie bladzijde 17). Zoek
vervolgens naar de scha-
kelaar op het onderstel
van de loopband bij het
stroomsnoer. Druk de
stroomschakelaar in de
reset-stand.
BELANGRIJK: Het bedieningspaneel toont een dis-
playdemostand, die ontwikkeld is voor gebruik als
de loopband wordt geëtaleerd in een winkel. Als de
displays oplichten als het stroomsnoer wordt inge-
stoken en de schakelaar in de resetstand is gezet,
gaat de demostand aan. Om de demostand uit te
schakelen, houdt u de toets Stop enkele seconden
ingedrukt. Raadpleeg DE INFORMATIE MODUS op
pagina 23 om de demostand uit te schakelen wan-
neer de displays blijven branden.
Ga vervolgens op
de voetleuning van
de loopband staan.
Zoek naar de clip die
aan de sleutel vastzit
en schuif de clip aan
de tailleband van
uw kleding. Steek
dan de sleutel in het
bedieningspaneel.
Kort daarna zal de displays oplichten. BELANGRIJK:
Bij een noodsituatie kunt u aan de sleutel van
het bedieningspaneel trekken, zodat de loop-
band vertraagt en tot stilstand komt. Test de clip
door voorzichtig een paar stappen achteruit te
zetten totdat de sleutel uit het bedieningspaneel
wordt getrokken. Als de sleutel niet uit het bedie-
ningspaneel komt, stel dan de lengte van de clip
bij.
DE HANDMATIGE INSTELLING GEBRUIKEN
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN aan de
linkerkant.
2. Kies de handmatige instelling.
Druk op de toets Manual (handmatig) op het bedie-
ningspaneel. De handmatige instelling zal, wanneer
u niet op iFit aangesloten bent, automatisch geko-
zen worden.
3. Start de loopband.
Druk, om de loopband te starten, op de toets Start,
Speed (Snelheidstoename), of op een van de toet-
sen Quick Speed (Snel), genummerd van 2 t/m 20.
Als de Starttoets of de toets Speed (Snelheid
verhogen) wordt ingedrukt dan zal de loopband
beginnen te bewegen met een snelheid van 2
Km/u. U kunt tijdens de oefening de snelheid van
de loopband naar wens veranderen door te druk-
ken op de toetsen Speed (Snelheid Verhogen en
Verlagen). Steeds als u een van de toetsen indrukt
zal de snelheidsinstelling met 0,1 Km/u aanpas-
sen; als u een toets ingedrukt houdt verandert de
snelheid met stapjes van 0,5 Km/u. Aandacht: na
het drukken op de toets kan het even duren voordat
de loopband de geselecteerde snelheidsinstelling
bereikt.
Indien u drukt op een van de genummerde toetsen
Quick Speed (Snelheidstoetsen), zal de snelheid
van de loopband geleidelijk worden aangepast tot
het de gewenste snelheidsinstelling bereikt.
Om de loopband te stoppen, druk op de toets Stop.
De tijd zal op de display knipperen. Druk op de
toets Start of op de toets Speed increase (snelheid
verhogen) om de loopband opnieuw te starten.
4. Verander desgewenst de helling van de
loopband
Om de helling van de loopband aan te passen,
drukt u op de toetsen Incline (helling verhogen of
verlagen), of op een van de toetsen Quick incline
(Snelle helling) genummerd van 1 tot 10. Elke keer
als u op een van de toetsen drukt, zal de helling
geleidelijk veranderen tot de geselecteerde helling-
instelling is bereikt.
Reset
ETPE10714
(PETL10714)
Klip
Sleutel
20
5. Volg uw vorderingen op de displays.
De matrix— Indien u
de handmatige modus
selecteert, toont de
matrix een route van
400 m. De indicators
rond de piste zullen,
tijdens het oefenen, na elkaar verschijnen tot de
gehele piste verschijnt. Het spoor zal dan verdwij-
nen en de indicators zullen weer opnieuw na elkaar
verschijnen.
De weergave Incline/
Calories (Helling/
calorie)—De Calorie/
helling weergave kan
het geschatte aantal
calorieën dat u hebt
verbrand, weergeven. De display zal ook de helling
van de loopband een paar seconden lang aange-
ven telkens wanneer de helling van de loopband
veranderd wordt.
De weergave Time/
Pulse (Tijd/hart-
slag)—Deze weergave
zal de verstreken tijd
weergeven. De display
geeft ook uw hartslag
aan wanneer u de handgreep met hartslagmonitor
gebruikt (zie stap 6).
De weergave
Distance/Speed
(Afstand/Snelheid)
Deze weergave geeft
de afstand weer die
u heeft gelopen of
gerend. De display toont ook enkele seconden de
snelheid van de loopband weer als de snelheid
wijzigt.
De weergave Center (middenweergave)—Deze
weergave toont instructies voor de oefeningen.
Druk op de Home-toets om naar de start-
modus terug te keren (raadpleeg DE
INFORMATIEMODUS op bladzijde 2 3 om de start-
modus in te stellen). Druk, indien nodig, nogmaals
op de toets Home.
Wanneer een iFit-module is aangesloten op iFit.
com, dan zal het iFit symbool gaan branden.
Om de displays te resetten drukt u op de toets
Stop, haalt u de sleutel eruit en steekt u de sleutel
er weer in.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Aandacht: Als u de borstkas hartslagmoni-
tor draagt en tegelijkertijd de hartslagsensor
van de handgreep gebruikt, geeft het bedie-
ningspaneel uw hartslag niet nauwkeurig weer.
Zie pagina 16 voor meer informatie over de borst-
kas hartslagmonitor.
Voordat u de
handgreep
hartslagmoni-
tor gebruikt,
verwijdert u het
plastic laagje
van de metalen
contactpunten
op de sensor-
stang. Zorg er
ook voor dat
uw handen schoon zijn.
Om uw hartslag te meten, gaat u op de voetleu-
ning staan en houdt u de sensorstang met de
metalen contactpunten op uw handpalmen onge-
veer tien seconden vast – beweeg uw handen
niet. Elke keer als uw hart klopt, verschijnen er ver-
schillende streepjes en daarna wordt uw hartslag
getoond. Voor de meest nauwkeurige hartslag-
waarde, dient u de contactpunten gedurende 15
seconden vast te houden.
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
De ventilator heeft verschillende snel-
heidsinstellingen. Druk herhaaldelijk
op de toets Fan (ventilator verhogen of
verlagen) om een ventilatorsnelheid te
kiezen, of om de ventilator uit te zetten.
Aandacht: Als de ventilator aan staat
als de loopband is gestopt, dan zal de ventilator
automatisch na een paar minuten uitgaan.
8. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Ga op de voetleuning staan, druk op de toets Stop
en stel de helling van de loopband af op nul. De
helling van de loopband moet op nul procent
staan wanneer u de loopband opvouwt in de
opbergstand anders kan de loopband bescha-
digd worden. Trek vervolgens de sleutel uit het
bedieningspaneel en berg deze veilig op.
Druk de stroomschakelaar in de uit-stand en trek
het snoer uit als u klaar bent met de loopband.
BELANGRIJK: als u dit niet doet, kunnen de
elektrische onderdelen van de loopband voortij-
dig slijten.
Contactpunten
21
EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING
GEBRUIKEN
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
pagina 19.
2. Kies een vooraf ingestelde oefening.
Om een vooraf ingestelde oefening te selecteren
drukt u herhaaldelijk op de toets Calorie, Incline
(Helling), Intensity (Intensiteit) of Speed (Snelheid)
totdat de gewenste oefening op het scherm
verschijnt.
As u een vooraf ingestelde oefening selecteert,
zal de display de naam, de duur, de maximale
helling en de maximale snelheid van de oefening
weergeven. Bovendien zal er een profiel van
de snelheidsinstellingen van de oefening op het
scherm verschijnen. Wanneer u voor een calorie-
enoefening kiest, dan zal bij benadering het aantal
calorieën dat u zult verbranden in de naam van de
oefening verschijnen.
3. Begin met de oefening.
Druk op de toets Start of Speed (Snelheids-
toename) om met de oefening te beginnen. Kort
nadat u op de toets heeft gedrukt, zal de loopband
zich automatisch aanpassen aan de eerste snel-
heid en hellingsinstelling van de oefening. Houd
de handleuningen vast en begin met wandelen.
Aandacht: de oefening begint met een warming-up
segment van drie minuten, voordat de snelheids-
oefening begint wanneer u een snelheidsoefening
kiest.
Elke oefening is in onderdelen ingedeeld. Er is één
hellinginstelling en één tempo-instelling gepro-
grammeerd voor elk segment. Let op: Dezelfde
snelheid en/of hellingsinstelling kan worden gepro-
grammeerd voor opeenvolgende segmenten.
Tijdens de oefening,
wordt uw profiel weer-
gegeven zodat u uw
vorderingen kunt
volgen. Het knipperend
segment van het profiel
stelt het huidige segment van de oefening voor.
De hoogte van het knipperende segment geeft
de snelheidsinstelling voor het huidige segment
weer. Aan het einde van elk segment, is een serie
geluiden te horen en begint het volgende seg-
ment van het profiel te knipperen. Als een nieuwe
snelheids-instelling en/of hellinginstelling is gepro-
grammeerd voor het volgende segment, dan zal
de nieuwe snelheids- en/of hellinginstelling een
paar seconden in het displays verschijnen en zal
de loopband zich automatisch aanpassen aan de
nieuwe snelheids- en/of hellinginstelling.
De oefening gaat op deze wijze door tot het laatste
segment van het profiel knippert in de display en
het laatste onderdeel stopt. De loopband zal dan
langzaam tot stilstand komen.
Aandacht: het calorieëndoel is een schat-
ting van het aantal calorieën dat u tijdens de
oefening zult verbranden. Het feitelijke aantal
calorieën dat u verbrandt hangt af van verschil-
lende factoren zoals uw gewicht. Daarnaast
heeft een handmatige wijziging van de snelheid
of de helling van de loopband tijdens de oefe-
ning effect op het aantal calorieën dat u zult
verbranden.
Indien de snelheids- of hellingsinstelling tijdens de
oefening te hoog of te laag staat, dan kunt u de
instelling handmatig overschrijven door te drukken
op de toetsen Speed en Incline (Helling), als het
volgende segment van de oefening begint, dan
zal de loopband zich automatisch aanpassen
aan de snelheid en hellinginstellingen voor het
volgende segment.
Druk op de toets Stop om de oefening op enig
moment te stoppen. De tijd zal op de display knip-
peren. Druk op de toets Start of Speed (Snelheid
verhogen) om de oefening te hervatten. De loop-
band zal met een snelheid van 2 km/u beginnen te
draaien. Echter, als het volgende onderdeel van de
oefening begint, zal de loopband zich automatisch
aanpassen aan de snelheid- en hellinginstellingen
voor het volgende onderdeel.
4. Volg uw vordering op de displays.
Zie stap 5 op pagina 20. De display Time/Pulse
(Tijd/hartslag) zal de verstreken tijd in plaats van de
resterende tijd aangeven.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op bladzijde 20.
6. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op bladzijde 20.
7. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 8 op bladzijde 20.
Huidig Segment
22
HET GEBRUIK VAN EEN IFIT OEFENING
Let op: Voor gebruik van een iFit-oefening heeft u een
optionele iFit-module nodig. Voor aankoop van de iFit
module gaat u naar www.ifit.com of belt u met het
telefoonnummer op de voorkant van deze handlei-
ding. U dient toegang te hebben tot een computer met
een internetverbinding en een USB-poort. Daarnaast
dient u ook toegang te hebben tot een draadloos net-
werk inclusief een 802.11b/g/n router met geactiveerde
SSID broadcast (verborgen netwerken worden niet
ondersteund). Een iFit.com-lidmaatschap is ook vereist.
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
pagina 19.
2. Plaats de iFit module in het bedieningspaneel.
Zie de instructies van de iFit-module om de iFit-mo-
dule in te steken.
BELANGRIJK: Om te voldoen aan de blootstel-
lingsvereisten, dienen de antenne en de zender
in de iFit-module minstens 20 cm afstand te
hebben van alle personen en mogen ze niet
vlakbij of aangesloten zijn op een andere
antenne of zender.
3. Kies een gebruiker.
U kunt, als er meer dan één gebruiker geregis-
treerd is, vanuit het iFit-hoofdscherm van gebruiker
wisselen. Druk op de toetsen increase/decrease
(verhogen en verlagen) naast de toets Enter om
een gebruiker te kiezen.
4. Kies een iFit-oefening.
Voor het downloaden van een iFit-oefening in uw
schema, drukt u lichtjes op de toets Map (Kaart),
Train, Video of Lose Wt. (Afvallen) om de volgende
oefening van dat type in uw schema te downloa-
den. Druk op de toets Compete (competitie) om
aan een race deel te nemen die u al eerder geko-
zen heeft.
Om een recente iFit-oefening uit uw schema
opnieuw te rennen drukt u eerst op de toets Track
(Route). Druk vervolgens op de toetsen (verhogen/
verlagen) om de gewenste oefening te selecteren.
Druk op de toets Enter om de oefening te laten
beginnen.
Voor meer informatie over de iFit oefeningen,
kijkt u op www.iFit.com.
Wanneer u een iFit-oefening selecteert toont de
display de naam, duur, maximale snelheid en
afstand van de oefening. Het display toont ook het
geschatte aantal calorieën dat u tijdens de oefening
zal verbranden en een profiel van de snelheidsin-
stellingen van de oefening.
De display zal, als u een competitie oefening kiest,
aftellen totdat de race begint.
5. Begin met de oefening.
Zie stap 3 op pagina 21.
Tijdens sommige oefeningen zal een audio coach u
begeleiden tijdens de oefening. U kunt een instel-
ling voor uw persoonlijke trainer kiezen (zie DE
INFORMATIE MODUS op bladzijde 23).
Druk op de toets Stop om de oefening op enig
moment te stoppen. De tijd zal op de display knip-
peren. Druk op de toets Start of Speed (Snelheid
verhogen) om de oefening te hervatten. De loop-
band begint te bewegen op de snelheidsinstelling
voor het eerste segment van de oefening. Echter,
als het volgende onderdeel van de oefening begint,
zal de loopband zich automatisch aanpassen aan
de snelheid- en hellinginstellingen voor het vol-
gende onderdeel.
6. Volg uw vordering op de displays.
Zie stap 5 op pagina 20.
7. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op bladzijde 20.
8. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op bladzijde 20.
9. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 8 op bladzijde 20.
Ga naar www.iFit.com voor meer informatie over de
iFit-modus.
23
HET GELUIDSSYSTEEM GEBRUIKEN
Om muziek of ingesproken boeken met de geluidsin-
stallatie van het bedieningspaneel te beluisteren, sluit
u een 3,5 mm mannetje tot mannetje audiokabel (niet
inbegrepen) in de aansluiting op het bedieningspaneel
en uw MP3-speler of CD-speler of andere persoonlijke
audiospeler; zorg ervoor dat de audiokabel goed
aangesloten is. Zie uw plaatselijke elektrazaak voor
het aanschaffen van een audiokabel.
Druk dan op de play-toets van uw
eigen audio-speler. Pas het volume
aan met de toetsen Volume en decre-
ase (Volume verhogen en verlagen)
op het bedieningspaneel of de volu-
meregelknop op uw persoonlijke
audiospeler.
Als u een persoonlijke CD-speler gebruikt en de
CD slaat over, plaats de CD-speler dan op de vloer
of een ander vlak oppervlak in plaats van op het
bedieningspaneel.
DE INFORMATIEMODUS
Het bedieningspaneel heeft een informatie-instelling
die de informatie van de loopband bijhoudt en u uw
eigen bedieningspaneel-instellingen laat invoeren.
1. Selecteer de informatiemodus.
Om de informatiemodus te selecteren, houdt u
de toets Stop ingedrukt terwijl u de sleutel terug-
plaatst in het bedieningspaneel en daarna de
toets Stop weer loslaat. Als de informatiemodus is
geselecteerd, zal de volgende informatie worden
afgebeeld:
De display Time/Pulse (Tijd/hartslag) toont het aan-
tal uren dat de loopband is gebruikt.
De display Distance/Speed (Afstand/Snelheid) toon
het totaal aantal kilometers of mijlen waarop de
loopband heeft bewogen.
2. Selecteer de optionele schermen.
Als de informatiemodus is geselecteerd drukt u op
de toets decrease (verlagen) naast de toets Home
om elk van de volgende schermen in het middelste
dispay te selecteren:
UNITS (eenheden): Druk, om van meeteenheid te
veranderen op de toets Enter of Speed increase
(snelheid verhogen). Om de afstand in mijlen te
bekijken, selecteert u ENGLISH. Om de afstand in
kilometers te bekijken, selecteert u METRIC.
DEMO MODE (demomodus): Het bedie-
ningspaneel toont een demostand, die ontwikkeld
is voor gebruik als de loopband wordt geëtaleerd
in een winkel. Terwijl de demostand is aangezet,
kunt u het bedieningspaneel normaal gebruiken
wanneer u het snoer in het stopcontact steekt, de
stroomonderbreker in de resetpositie geplaatst
wordt, en de sleutel in het bedieningspaneel
gestoken wordt. Als u de sleutel eruit haalt, dan
blijven de displays verlicht hoewel de toetsen niet
werken. Het woord ON zal op het scherm verschij-
nen wanneer de demomodus aan is. Druk, om de
demo-instelling aan en uit te zetten, op de Enter
toets of op Speed (Snelheid verlagen).
CONTRAST LVL: Druk op de toetsen Incline
(Helling verhogen en verlagen) om het contrastni-
veau van de displays aan te passen.
Als een module is aangesloten, kunt u ook een
van de volgende schermen selecteren:
24
MODULE: Als een iFit module is aangesloten, toont
de display het woord WIFI. Als een USB module is
aangesloten, toont de display het woord USB/SD.
TRAINER VOICE (Stem van de trainer): Om de
stem van de trainer aan of uit te zetten kunt u op de
Enter-toets drukken.
Als een iFit module is aangesloten, kunt u ook
de volgende schermen selecteren:
START MODE (Startmodus): De Startmodus
verschijnt wanneer u de sleutel in het bedie-
ningspaneel steekt. Druk herhaaldelijk op de
Enter-toets om de handmatige modus of de iFit-mo-
dus als startmodus te kiezen.
CHECK WIFI (controleer WIFI): Druk op de
toets Enter. Het middelste scherm toont het
softwareversienummer, de netwerk-SSID, het
netwerkcoderingstype, de draadloze signaalsterkte,
het IP-adres van de module, het aantal geregis-
treerde gebruikers en hun namen en de resultaten
van de DNS zoekopdracht. Haal de sleutel uit het
bedieningspaneel en herhaal de instructies aan het
begin van deze pagina om terug te keren naar de
informatiemodus.
SEND/OBTAIN DATA (gegevens versturen/
ontvangen): Druk om oefeningen, de oefe-
ninglogboeken en de updates te verzenden en te
ontvangen op de Enter-toets. Wanneer het proces
voltooid is zullen de woorden TRANSFERS DONE
op het scherm verschijnen.
3. Verlaat de informatiemodus.
Om de informatiemodus te verlaten, dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
25
DE LOOPBAND INKLAPPEN
Stel de helling op nul voordat u de loopband
inklapt om te voorkomen dat de loopband bescha-
dig raakt. Verwijder dan de sleutel en trek het
stroomsnoer uit het stopcontact. OPGELET: U
moet in staat zijn om veilig 20 kg te kunnen optil-
len, of om de loopband te verplaatsen.
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de
plaats die door de pijl hieronder aangegeven wordt.
OPGELET: Houd het onderstel niet bij de plastic
voetleuningen vast. Buig uw benen en houd uw
rug recht als u het onderstel omhoog houdt,
halverwege tot de verticale stand.
2. Til het onderstel omhoog op tot de vergrendelings-
knop in de opbergstand vastklikt. OPGELET: Zorg
ervoor dat de vergrendelingsknop vastklikt.
Plaats een mat onder de loopband om de vloer of
het vloerkleed te beschermen. Houd de loopband
uit direct zonlicht. Laat de loopband niet in de
opslagpositie in temperaturen boven de 30° C.
DE LOOPBAND VERPLAATSEN
Als u de loopband wilt verplaatsen, dient u deze eerst
in te klappen zoals aan de linkerkant staat beschre-
ven. OPGELET: Zorg dat de vergrendelknop in de
opslagpositie is vergrendeld. Er kunnen twee men-
sen voor nodig zijn om de loopband te verplaatsen.
1. Houd het onderstel en een van de handleuningen
vast en plaats een voet tegen een wiel.
2. Trek de handleuning naar achteren totdat de
loopband op de wielen rijdt; verplaats de loopband
voorzichtig naar de gewenste plaats. OPGELET:
Verplaats de loopband niet zonder deze naar
achteren te laten leunen, trek niet aan het
onderstel en verplaats de loopband niet over
een oneffen ondergrond.
3. Plaats een voet tegen een van de wielen en laat de
loopband voorzichtig zakken.
HOE DE LOOPBAND TE LATEN ZAKKEN VOOR
GEBRUIK
1. Druk op het
bovenste uiteinde
van het onderstel
van de loopband
met uw han-
den, druk op de
opbergvergrende-
ling met uw voet
in de aangegeven
locatie en laat het
onderstel zakken
op de vloer.
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
Onderstel
1
Handleuning
Onderstel
Wiel
1
Vergrendeling
2
Onderstel
Vergren-
delings-
knop
1
26
ONDERHOUD
Reinig de loopband regelmatig en houd het loopop-
pervlak schoon en droog. Druk eerst de aan/
uit-schakelaar op de stand uit en trek de stekker uit
het stopcontact. Gebruik een vochtige doek en een
paar druppels milde zeep om de buitenste delen van
de loopband te reinigen. BELANGRIJK: Sproei geen
vloeistoffen direct op de loopband. Om schade aan
het bedieningspaneel te voorkomen dient u vloeistof-
fen uit de buurt te houden van het bedieningspaneel.
Droog de loopband vervolgens met een zachte doek.
PROBLEMEN OPLOSSEN
De meeste problemen met de loopband kunnen
met de onderstaande eenvoudige stappen opge-
lost worden. Zoek naar het symptoom dat van
toepassing is en volg de vermelde stappen. Zie de
kaft van deze handleiding als u verdere hulp nodig
heeft.
SYMPTOOM: Het apparaat gaat niet aan
a. Zorg ervoor dat de stekker goed is aangesloten
op een geaard stopcontact (zie pagina 17 ). Mocht
een verlengsnoer nodig zijn, gebruik dan alleen
een 3-conductor, maat 14 (1 mm
2
) snoer van 1,5 m
of korter.
b. Steek de sleutel in het bedieningspaneel nadat u
het snoer in het stopcontact heeft gestoken.
c. Controleer de schakelaar op het onderstel van de
loopband bij het stroomsnoer. Als de schakelaar
zoals afgebeeld, uitsteekt, dan is de schakelaar
afgeslagen. Om de schakelaar opnieuw in te stel-
len, wacht u vijf minuten en drukt u de schakelaar
weer in.
SYMPTOOM: HET scherm van het bedie-
ningspaneel blijft verlicht als u de sleutel uit het
bedieningspaneel haalt
a. Het bedieningspaneel beschikt over een demo-
modus. Deze modus wordt gebruikt als de
loopband in een winkel wordt tentoongesteld. Als
het scherm verlicht blijft als u de sleutel verwijdert,
is de demostand ingeschakeld. Om de demostand
uit te schakelen, houdt u de toets Stop enkele
seconden ingedrukt. Als de schermen nog steeds
verlicht zijn, raadpleegt u de INFORMATIEMODUS
op pagina 23 om de demostand uit te zetten.
SYMPTOOM: De stroom gaat uit tijdens gebruik
a. Controleer de schakelaar (zie tekening c aan de lin-
kerkant). Als de schakelaar is uitgeschakeld, wacht
u vijf minuten en drukt u de schakelaar weer in.
b. Zorg dat het snoer is aangesloten op het stopcon-
tact. Als het is aangesloten op het stopcontact, haal
het snoer er dan uit, wacht vijf minuten en steek het
weer in het stopcontact.
c. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
steek hem er weer in.
d. Raadpleeg de kaft van de gebruiksaanwijzing wan-
neer de loopband nog steeds niet werkt.
SYMPTOOM: De displays van het bedieningspaneel
werken niet goed
a. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel en TREK
HET STROOMSNOER UIT HET STOPCONTACT.
Verwijder vervolgens de vijf #8 x 3/4" Schroeven
(4), en draai nauwkeurig de motorkap (65) eraf.
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Reset
Doorgeslagen
c
65
4
4
4
4
a
27
Zoek vervolgens de Vladveerschakelaar (52) en de
Magneet (50) aan de linkerkant van de Katrol (49).
Draai de Katrol tot de Magneet is uitgelijnd met de
Vladveerschakelaar. Zorg dat het gat tussen de
Magneet en de Vladveerschakelaar ongeveer
3mm is. Draai de #8 x 3/4" Truss Kopschroef (14)
indien nodig los, verplaats de Vladveerschakelaar
lichtjes en maak de Schroef weer vast. Laat de
loopband een paar minuten draaien om te controle-
ren of de snelheid juist wordt afgelezen en bevestig
de Motorkap (niet afgebeeld) weer.
SYMPTOOM: De helling van de loopband wijzigt
niet goed
a. Druk de toetsen Stop en Speed (Snelheid verho-
gen) in, plaats de sleutel in het bedieningspaneel
en laat de toetsen Stop en Speed (Snelheid verho-
gen) dan los. Druk vervolgens op de toets Stop en
druk dan op de toets Incline (Helling verhogen of
verlagen). De loopband stijgt automatisch naar het
maximale hellingsniveau en keert dan terug naar
het minimumniveau. Hierdoor wordt het hellingsys-
teem opnieuw geijkt. Als de helling niet kalibreert,
druk dan op de toets Stop en druk opnieuw op de
toets Incline (Helling vergroten of verkleinen). Als
het hellingsysteem is gekalibreerd, dient u de sleu-
tel uit het bedieningspaneel te halen.
SYMPTOOM: De loopband vertraagt wanneer er op
gelopen wordt
a. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan
alleen een 3 conductor, maat 14 (1 mm
2
) snoer van
1,5 meter of korter.
b. Als de loopband te strak staat draait de loopband
langzamer en kan zelfs beschadigd worden.
Verwijder de sleutel en TREK DE STEKKER UIT
HET STOPCONTACT. Draai beide afstelschroe-
ven van de ruststandrol een kwartslag naar links
met de inbussleutel. Als de loopband goed vastzit
moet u elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van
het loopoppervlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat
de loopband in het midden zit. Haal dan de stekker
uit het stopcontact. Plaats de sleutel en laat de
loopband een paar minuten lopen. Herhaal tot de
loopband goed vastzit.
c. Uw loopband is voorzien van een band die al
met een hoogwaardig smeermiddel is behan-
deld. BELANGRIJK: Behandel de band of het
loopplatform nooit met siliconenspray of enig
ander middel tenzij dit is opgegeven door een
bevoegde onderhoudsvertegenwoordiger.
Dergelijke substanties kunnen de kwaliteit van
de loopband verslechteren en leiden tot over-
matige slijtage. Als u vermoedt dat de loopband
aanvullende smering nodig heeft, raadpleegt u de
omslag van deze handleiding.
d. Als de loopband nog steeds vertraagt als erop
wordt gelopen, raadpleegt u de omslag van deze
handleiding.
Schroeven van de Ruststandrol
5-7 cm
b
50
14
52
3 mm
49
Boven
Weergave
28
SYMPTOOM: De loopband bevindt zich niet in het
midden tussen de voetleuningen
BELANGRIJK: Als de loopband tegen de
voetleuningen schuurt, kan de loopband
beschadigd raken.
a. Verwijder als eerste de sleutel en TREK HET
STROOMSNOER UIT. Gebruik de inbussleutel om
de linker schroef van de ruststandrol een halve slag
met de klok mee te draaien als de loopband naar
links verschoven is. Draai de linker schroef van
de ruststandrol een halve slag tegen de klok in als
de loopband naar rechts verschoven is. Zorg
ervoor dat u de band niet te strak aandraait. Haal
dan de stekker uit het stopcontact. Plaats de sleutel
en laat de loopband een paar minuten lopen.
Herhaal tot de loopband goed in het midden zit.
SYMPTOOM: De loopband slipt wanneer er op
gelopen wordt
a. Verwijder als eerste de sleutel en TREK HET
STROOMSNOER UIT. Draai beide bijstelschroeven
van de ruststandrol een kwartslag naar rechts met
de inbussleutel. Als de loopband goed vastzit moet
u elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van het
loopoppervlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat de
loopband in het midden zit. Steek dan de stekker
in het stopcontact. Plaats de sleutel en laat de
loopband een paar minuten lopen. Herhaal deze
procedure tot de loopband goed in het midden ligt.
a
a
Voetleuningen
29
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw
oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde
oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen
of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding
en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle
resultaten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren
van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel
voor het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag
gebruiken als gids voor het vinden van het juiste
intensiteitniveau. De grafiek hieronder toont de aan-
bevolen hartslagen voor het verbranden van vet en
voor een aerobic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden
afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie get-
allen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.” Het
laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende
periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt
uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas
na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw
lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als
het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensit-
eit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich
bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen
met uw hartslag in het middelste nummer van uw
trainingszone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-
oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote
hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere peri-
oden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit
van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van
het hoogste nummer van uw trainingszone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro-
ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot
30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningen-
programma, dient u uw hartslag niet langer dan 20
minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regel-
matig en diep bij het uitvoeren van de oefening; houd
uw adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi-
maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin-
gen de sleutel tot uw succes is.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING:
voordat u begint met dit of een ander
oefeningenprogramma, dient u een arts te
consulteren. Dit is vooral belangrijk voor
personen boven de 35 jaar of personen met
bestaande gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel
bij de oefening voor het bepalen van de hart-
slag over het algemeen.
30
1 8 #8 x 1/2" Schroef
2 4 1/4" x 1/2" Schroef
3 2 Kussen van de Basis
4 35 #8 x 3/4" Schroef
5 1 Hartslagdwarsstang
6 1 Filter
7 6 3/8" x 4" Schroef
8 1 Kap van de Rechter Handleuning
9 4 #10 x 3/4" Schroef
10 11 #8 x 1/2" Zilver Schroef
11 4 5/16" Sterring
12 4 #8 x 1" Tekschroef
13 6 3/8" Sterring
14 11 #8 x 3/4" Truss Kopschroef
15 2 1/4" x 2 1/2" Schroef
16 1 3/8" x 1 1/2" Bout
17 2 3/8" x 1 1/2" Wielbout
18 1 Onderstel van het Bedieningspaneel
19 4 #8 x 7/16" Schroef
20 2 5/16" Motorschroef
21 2 3/8" Pen
22 2 3/8" x 1" Bout
23 4 5/16" x 1 3/4" Schouderbout
24 2 8" Sterring
25 4 #8 x 1" Schroef
26 8 1/4" Sterring
27 1 Rechter Houder
28 4 5/16" x 2 1/4" Schroef
29 1 3/8" x 1 3/4" Bout met Inbuskop
30 4 5/16" Platte tussenring
31 1 Inzetstuk van de Rechter
Handleuning
32 2 Inzetstuk van de Hellingmotor
33 6 3/8" Slotmoer
34 6 5/16" Moer
35 4 Klein Kussen
36 1 Linkerhouder
37 6 #8 x 5/8" Schroef
38 2 Wiel
39 4 Isolator
40 2 Achtervoet
41 1 Contactpunt
42 1 Linker Voetleuning
43 1 Waarschuwingssticker
44 1 Loopoppervlak
45 1 Loopband
46 2 Loopbandgeleider
47 1 Rechter Achtervoet
48 4 Kabelband
49 1 Aandrijfrol/Katrol
50 1 Magneet
51 1 Clip van de snelheidsensor
52 1 Vladveerschakelaar
53 2 1/4" x 1 1/4" Schroef
54 1 Aandrijfmotor
55 1 Motorriem
56 1 Onderstel
57 1 Linker Achtervoet
58 1 Aardingsdraad van het
Bedieningspaneel
59 4 Rubberkussen
60 1 Rechter Voetleuning
61 1 Ruststandrol
62 1 Motorplaat
63 1 Motorbus
64 1 Basis van het Bedieningspaneel
65 1 Motorkap
66 4 Onderkant van het Kussen
67 2 Inzetstuk van het Hellingonderstel
68 5 Klem van de Kap
69 1 Hellingmotor
70 1 Hellingonderstel
71 2 Tussenring van het Onderstel
72 1 Controller
73 1 Controllerplaat
74 2 Basis Kapje
75 1 Schakelaar
76 1 Stroomsnoer
77 2 Doorvoerhuls
78 1 Onderste Kap
79 1 Inzetstuk van de Linker Handleuning
80 1 Bedieningspaneel
81 1 Draad van de Staander
82 1 Kap van de Linkerbasis
83 1 Kap van de Rechterbasis
84 2 Handleuning
85 1 Basis
86 2 Binddraad
87 1 Kap van de Linker Handleuning
88 1 Sleutel/Klem
89 1 Linker Staander
90 1 Rechter Staander
91 2 Waarschuwingssticker
92 2 Klem van het Bedieningspaneel
93 2 5/16" x 3/4" Schroef
94 1 5/16" x 1 3/4" Bout
LIJST MET ONDERDELEN
Modelnr. PETL10714.0 R0214A
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
31
95 1 5/16" x 2 1/4" Schouderbout
96 1 Opbergvergrendeling
97 1 Dwarsstang van de Vergrendeling
98 2 Tussenstuk van de Vergrendeling
99 2 Inzetstuk van het Basiskussen
* Gebruikershandleiding
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
Aandacht: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de
achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden
niet getoond.
32
54
60
55
23
15
15
42
23
10
49
56
34
30
59
23
52
14
51
21
45
48
61
30
34
59
23
43
44
21
53
53
46
19
19
46
37
34
30
59
34
30
59
37
14
57
14
40
40
47
14
14
37
37
37
37
50
10
14
66
39
35
14
66
39
35
14
66
39
35
14
20
10
73
10
24
10
10
6
63
62
93
98
34
95
97
96
34
94
66
39
35
14
93
GEDETAILLEERDE TEKENING A
Modelnr. PETL10714.0 R0214A
33
68
75
65
72
78
67
67
33
29
69
33
70
16
71
33
33
71
32
4
4
4
68
68
68
68
4
4
4
4
4
4
4
4
4
76
41
GEDETAILLEERDE TEKENING B
Modelnr. PETL10714.0 R0214A
34
17
17
33
77
81
33
85
22
22
10
82
91
7
38
83
89
26
84
11
28
90
84
87
38
91
13
74
7
13
74
81
79
26
2
2
11
28
8
31
4
4
4
4
12
3
99
3
12
99
GEDETAILLEERDE TEKENING C
Modelnr. PETL10714.0 R0214A
35
25
36
80
18
86
92
92
4
25
27
58
10
64
1
4
4
4
4
4
1
1
1
1
1
1
1
88
26
5
9
26
4
4
4
4
4
4
9
GEDETAILLEERDE TEKENING D
Modelnr. PETL10714.0 R0214A
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden gegooid.
Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet worden gere-
cycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het ver-
werken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de
Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie
nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met uw
plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
RECYCLING INFORMATIE
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol-
gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
• het modelnummer en het serienummer van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
• de naam van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Onderdeel Nr. 356342 R0214A Gedrukt in China © 2014 ICON IP, Inc.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

Pro-Form PETL10714 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor