VOLTCRAFT 12 45 01 VC250 Operating Instructions Manual

Categorie
Multimeters
Type
Operating Instructions Manual

Deze handleiding is ook geschikt voor

2
Diese Bedienungsanleitung gehört zu diesem Produkt. Sie enthält wichtige Hinweise zur Inbe-
triebnahme und Hand habung. Achten Sie hierauf, auch wenn Sie dieses Produkt an Dritte wei-
tergeben.
Heben Sie deshalb diese Bedienungsanleitung zum Nach lesen auf!
Eine Auflistung der Inhalte finden Sie in dem Inhaltsverzeichnis mit Angabe der entsprechen-
den Seitenzahlen auf Seite 5.
These operating instructions belong with this product. They contain important information for
putting it into service and operating it. This should be noted also when this product is passed on
to a third party.
Therefore look after these operating instructions for future reference!
A list of contents with the corresponding page numbers can be found in the index on page 29.
Ce mode d'emploi appartient à ce produit. Il contient des recommandations en ce qui concerne
sa mise en service et sa manutention. Veuillez en tenir compte et ceci également lorsque vous
remettez le produit à des tiers.
Conservez ce mode d'emploi afin de pouvoir vous documenter en temps utile.!
Vous trouverez le récapitulatif des indications du contenu à la table des matières avec mention
de la page correspondante à la page 53.
Deze gebruiksaanwijzing hoort bij dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen in betreffende
de ingebruikname en gebruik, ook als u dit product doorgeeft aan derden.
Bewaar deze handleiding zorgvuldig, zodat u deze later nog eens kunt nalezen!
U vindt een opsomming van de inhoud in de inhoudsopgave met aanduiding van de pagina-
nummers op pagina 77.
76
Inleiding
Geachte klant,
hartelijk dank voor de aankoop van dit Voltcraft® product. U heeft hiermee een goede keus
gedaan.
U hebt een kwaliteitsproduct aangeschaft, dat ver boven het gemiddelde uitsteekt. Een product uit een
merkfamilie die zich op het gebied van meet-, laad-, en voedingstechniek vooral onderscheidt door
bijzondere vakkundigheid en permanente innovatie.
Met Voltcraft® kan zowel de ambitieuze hobbyelektronicus als de professionele gebruiker ingewikkel-
de taken uitvoeren. Voltcraft® biedt u betrouwbare technologie met een buitengewoon gunstige ver-
houding van prijs en prestaties.
Wij zijn zeker dat uw start met Voltcraft is tegelijkertijd het begin van een lange en goede samenwer-
king.
Veel plezier met uw nieuwe Voltcraft®-product!
Bij technische vragen kunt u zich wenden tot onze helpdesk.
Voor meer informatie kunt u kijken op www.conrad.nl of www.conrad.be
77
Inhoudsopgave
Inleiding ..............................................................................................................................................76
Voorgeschreven gebruik......................................................................................................................78
Bedieningselementen..........................................................................................................................79
Veiligheidsvoorschriften ......................................................................................................................80
Productbeschrijving ............................................................................................................................82
Leveringsomvang ................................................................................................................................83
Displaygegevens en symbolen............................................................................................................84
Meetbedrijf ..........................................................................................................................................85
a) Meetapparaat inschakelen ....................................................................................................85
b) Spanningsmeting “V”..............................................................................................................86
c) Stroommeting “A”.................................................................................................................. 86
d) Frequentiemeting (alleen VC270 en VC290) ........................................................................88
e) Weerstandsmeting ................................................................................................................88
f) Diodetest................................................................................................................................89
g) Doorgangstest........................................................................................................................89
h) Capaciteitsmeting (alleen VC270 en VC290) ........................................................................90
i) Batterijtest (alleen VC150) ....................................................................................................90
REL-functie (alleen VC270 en VC290)........................................................................................91
HOLD-functie (alleen VC290)......................................................................................................91
Low Imp. 400 kΩ-functie (alleen VC250 en VC270) ..................................................................91
Auto Power off-functie (alleen VC270 en VC290) ......................................................................91
Reiniging en onderhoud ......................................................................................................................92
Algemeen ....................................................................................................................................92
Reiniging......................................................................................................................................92
Meetapparaat openen ................................................................................................................92
Vervangen van de zekering ........................................................................................................93
Plaatsen en vervangen van de batterij (alleen VC250 en VC270) ..............................................94
VC290 opladen............................................................................................................................94
Afvalverwijdering ................................................................................................................................95
a) Product....................................................................................................................................95
b) Batterijen/accu’s......................................................................................................................95
Verhelpen van storingen......................................................................................................................96
Technische gegevens ........................................................................................................................96
78
Bestemmingsconform gebruik
- Meting en weergave van de elektrische grootheden binnen het bereik van de overspanningscatego-
rie III (tot max. 600V t.o.v. aardpotentiaal, volgens EN 61010-1) en alle lagere categorieën.
- Meten van gelijk- en wisselspanning tot max. 600 V
- Meten van gelijk- en wisselstromen tot max. 10 A
- Frequentiemeting tot 10 MHz (alleen VC270 en VC290)
- Meten van capaciteiten tot 100 µF (alleen VC270 en VC290)
- Meten van weerstanden tot 40 MΩ (VC250 max. 20 MΩ)
- Batterijtest voor 1,5 en 9V-batterijen (alleen VC250)
- Doorgangstest (< 10 Ω akoestisch)
- Diodetest
De afzonderlijke meetbereiken worden gekozen via de draaischakelaar. Bij de VC250 gbeurt de keu-
ze van een meetbereik met de hand, bij de VC270 en de VC290 is voor alle meetbereiken (uitgezon-
derd de stroombereiken) de automatische meetbereikkeuze actief.
De beide stroom-meetingen zijn beveiligd tegen overbelasting. De spanning in het meetcircuit mag
600 V niet overschrijden De beide stroommeetbereiken zijn voorzien van keramische hoog vermogen-
zekeringen. Bij de VC270 is het mA/µA-meetbereik voor zien van een zelfherstellende PTC-zekering.
Een laag impedantie-functie (Low-Imp) bij de VC250 en de VC270 maakt metingen mogelijk met ver-
kleinde inwendige weerstand. Hiermee worden fantoomspanningen onderdrukt, die bij hoogohmige
metingen kunnen optreden. Metingen met gereduceerde impedantie zijn alleen toegestaan in meetk-
ringen tot max. 250 V en gedurende max. 3 s.
De VC250 en de VC270 worden gebruikt met een gewone in de handel verkrijgbare 9V alkali-batterij.
Het gebruik is alleen toegestaan met de aangegeven batterijtypen. Bij de VC290 wordt voor de voe-
ding een ingebouwde condensator gebruikt met een grote capaciteit. Het laden gebeurt eenvoudig
vanaf een netspanningsbron van 230 V/AC. Tijdens het meten wordt de condensator bij voldoende
licht (halogeen-, dag- of zonlicht) via een ingebouwde zonnecel gebufferd, waardoor de bedrijfstijd per
lading toeneemt.
Het meetapparaat mag in geopende toestand of met open batterijvak niet worden gebruikt. Metingen
in vochtige ruimten of onder ongunstige omstandigheden zijn niet toegestaan. Ongunstige omstandig-
heden zijn:
- Vocht of hoge luchtvochtigheid,
- Stof en brandbare gassen, dampen of oplosmiddelen,
- Onweer resp. onweersachtige condities zoals sterke elektrostatische velden
Gebruik voor het meten alleen de meegeleverde meetdraden resp. meetaccessoires, die op de speci-
ficaties van de multimeter afgestemd zijn.
Gebruik anders dan hiervoor beschreven kan tot beschadiging van het product leiden en kan aanlei-
ding geven tot gevaarlijke situaties zoals kortsluiting, brand, elektrische schokken en dergelijke. Het
product als zodanig mag niet worden gewijzigd of omgebouwd.!
Lees deze handleiding zorgvuldig door en bewaar deze voor toekomstig gebruik.
De veiligheidsvoorschriften dienen absoluut in acht te worden genomen!
79
Bedieningselementen
(zie uitklappagina)
1 Aangespoten rubberen bescherming
2 Display met aansluitverklaring
3 Bedrijfsschakelaar bij VC250
REL-toets bij VC270/VC290
4 Draaischakelaar
5 mA µA-meetbus
6 10 A-meetbus
7VΩ-meetbus (bij gelijke grootte “+”)
8 COM-meetbus (referentiepotentiaal, “-”)
9 Functietoets:
SELECT-toets voor omschakelen van de functie bij de VC270
Houd-toets voor het vasthouden van de meetwaarde bij de VC290
10 Low Imp. 400 kΩ-toets voor het omschakelen van de impedantie bij de VC250 en de VC270
SELECT-toets voor omschakelen van de functie bij de VC290
11 Zonnecel voor het bufferen van de ingebouwde condensator (alleen VC290)
12 Afdekking, zonder functie.
13 Schroefdraad voor statief
14 Schroef batterijvak
15 Opklapbare beugel
16 Batterijvak (alleen VC250 en VC270)
17 Batterij- en zekeringvak
18 Stroomzekering F2 (zelfherstellend bij de VC270)
19 Stroomzekering F1
Sonde-sets die voor NETleiding-metingen worden gebruikt, zullen als geschikt worden
BEOORDEELD voor MEETCATEGORIE III of IV conform IEC/EN 61010-031 en zullen
een spannings BEOORDELING krijgen van minimaal de spanning van het te meten cir-
cuit.
80
Veiligheidsinstructies
Lees alstublieft voor ingebruikname de volledige handleiding door. Deze bevat
belangrijke aanwijzingen omtrent het correcte gebruik.
Bij schade veroorzaakt door het niet opvolgen van de gebruiksaanwijzing, vervalt
het recht op garantie! Voor vervolgschade die hieruit ontstaat, zijn wij niet aan-
sprakelijk!
Voor materiële schade of persoonlijk letsel veroorzaakt door ondeskundig gebruik
of het niet in acht nemen van de veiligheidsvoorschriften, zijn wij niet aansprake-
lijk! In dergelijke gevallen vervalt het recht op garantie.
Het apparaat heeft de fabriek in veiligheidstechnisch perfecte staat verlaten.
Om deze toestand te bewaren en om een gevaarloze werking te garanderen, moet de gebruiker de
veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen, die in deze gebruiksaanwijzingen vermeld staan, in acht
nemen.
Let op de volgende symbolen:
Een uitroepteken in een driehoek wijst op belangrijke instructies in deze gebruiksaan-
wijzing die absoluut opgevolgd dienen te worden.
Een bliksemschicht in een driehoek waarschuwt voor een elektrische schok of een nega-
tieve beïnvloeding van de elektrische veiligheid van het apparaat.
Het “
pijl
”-symbool vindt u bij bijzondere tips of instructies voor de bediening.
Dit apparaat is CE-goedgekeurd en voldoet aan de noodzakelijke Europese richtlijnen.
Beschermingsklasse 2 (dubbele of versterkte isolatie)
CAT II
Overspanningscategorie II voor metingen aan elektrische en elektronische apparaten,
die via een netstekker worden voorzien van spanning. Deze categorie omvat ook alle
kleinere categoriën (bijv. CAT I voor het meten van signaal- en stuurspanningen).
CAT III Overspanningscategorie III voor metingen in de gebouwinstallatie (b.v. stopcontacten of
onderverdelingen). Deze categorie omvat ook alle kleinere categorieën (bijv. CAT lI voor
het meten aan elektrische apparaten).
Aardpotentiaal
Om veiligheids- en vergunningsredenen (CE) is het eigenmachtig ombouwen en/of veranderen van
het product niet toegestaan.
Raadpleeg een vakman wanneer u twijfelt over de werking, veiligheid of aansluiting van het apparaat.
°
81
Meetapparaten en accessoires zijn geen speelgoed; houd deze buiten bereik van kinderen!
In industriële omgevingen dienen de Arbovoorschriften ter voorkoming van ongevallen met betrekking
tot elektrische installaties en bedrijfsmiddelen in acht te worden genomen.
In scholen, opleidingscentra, hobbyruimten en werkplaatsen moet door geschoold personeel voldoen-
de toezicht worden gehouden op de bediening van meetapparaten.
Zorg bij elke spanningsmeting dat het meetapparaat zich niet binnen het stroommeetbereik bevindt.
De spanning tussen de aansluitpunten van het meetapparaat en aardpotentiaal mag niet hoger zijn
dan 600 V DC/AC in CAT III.
Vóór elke wisseling van het meetbereik moeten de meetstiften van het meetobject worden verwijderd.
Wees vooral voorzichtig bij de omgang met spanningen >25 V wissel- (AC) resp. >35 V gelijkspanning
(DC)! Reeds bij deze spanningen kunt u door het aanraken van elektrische geleiders een levensge-
vaarlijke elektrische schok krijgen.
Controleer voor elke meting uw meetapparaat en de meetdraden op beschadiging(en). Voer in geen
geval metingen uit als de beschermende isolatie beschadigd (gescheurd, verwijderd enz.) is.
Om een elektrische schok te voorkomen, dient u ervoor te zorgen dat u de te meten aansluitingen/
meetpunten tijdens de meting niet (ook niet indirect) aanraakt. Pak tijdens het meten niet boven de
tastbare handgreepmarkeringen op de meetpunten vast.
Gebruik de multimeter nooit kort voor, tijdens, of kort na een onweersbui (blikseminslag! / energierijke
overspanningen!). Zorg dat uw handen, schoenen, kleding, de vloer, schakeling en onderdelen van de
schakeling enz. absoluut droog zijn.
Vermijd gebruik van het apparaat in de direct omgeving van:
- sterke magnetische of elektromagnetische velden
- zendantennes of HF-generatoren.
Daardoor kan de meetwaarde worden vervalst.
Wanneer kan worden aangenomen dat een veilig gebruik niet meer mogelijk is, mag het apparaat niet
meer worden gebruikt en moet het worden beveiligd tegen onbedoeld gebruik. Er is wellicht sprake
van onveilig gebruik als:
- het product zichtbaar is beschadigd,
- het product niet meer functioneert en
- het product gedurende langere tijd onder ongunstige omstandigheden is opgeslagen of
- het product tijdens transport zwaar is belast.
Schakel het meetapparaat nooit onmiddellijk in wanneer het van een koude naar een warme ruimte
gebracht werd. Door het condenswater dat wordt gevormd, kan het apparaat onder bepaalde omstan-
digheden beschadigd raken. Laat het apparaat uitgeschakeld op kamertemperatuur komen.
Laat het verpakkingsmateriaal niet achteloos liggen. Dit kan voor kinderen gevaarlijk speelgoed zijn.
Neem ook de veiligheidsvoorschriften in de afzonderlijke hoofdstukken in acht.
82
Productbeschrijving
De meetwaarden worden op de multimeter (hierna DMM genoemd) digitaal weergegeven. De aandui-
ding van de meetwaarde van de DMM omvat 2000 counts bij de VC250 en 4000 counts bij de VC270
(count = kleinste displaywaarde).
Bij de VC250 en de VC270 worden bovendien de te gebruiken meetbussen voor elk meetbereik op het
display aangegeven. Als beide DMM’s gedurende ca. 30 minuten niet bediend worden, dan schakelen
de apparaten zich automatisch uit. De batterijen worden hiermee gespaard, en er ontstaat een lange-
re bedrijfstijd. De automatische uitschakeling kan met de hand uitgeschakeld worden.
Het meetapparaat is bestemd voor hobbygebruik maar ook voor professionele toepassingen.
Voor een betere afleesbaarheid kan de DMM ideaal worden opgesteld met de beugel op de achter-
zijde.
Het mA/µA-stroombereik van de VC270 is volkomen vernieuwd. Bij dit meetapparaat is het niet meer
nodig een onbedoeld geactiveerde zekering te vervangen. De ingebouwde PTC-zekering reset zich na
een activering automatisch.
Het batterij- en zekeringsvak kan alleen geopend worden, als alle meetsnoeren van het meetapparaat
verwijderd werden. Bij geopend batterij- en zekeringvak is het niet mogelijk, de meetsnoeren in de
meetbussen te steken. Dit verhoogt de veiligheid van de gebruiker.
Draaischakelaar (4)
De afzonderlijke meetbereiken worden gekozen via een draai-
schakelaar. Bij de VC270 en de VC90 is de automatische bereik-
keuze „Autorange“ actief. Hierbij wordt altijd het passende meet-
bereik ingesteld. Bij de VC250 moeten de meetbereiken met de
hand ingesteld worden. Begin de metingen steeds met het groots-
te meetbereik, en schakel indien nodig over op een kleiner meet-
bereik.
Bij de VC270 en de VC290 bevindt zich op de draaischakelaar een functietoets (9). Met deze toets
schakelt u bij de VC270 over naar een subfunctie (SELECT) als een meetfunctie dubbel bezet is (b.v.
omschakeling weerstandsmeting – diodetest en doorgangsmeting of AC/DC-omschakeling in het
spanningsbereik). Bij de VC290 is dient deze toets voor data hold, om de momentane meetwaarde
vast te houden. Met elke keer drukken schakelt u de functie om.
De meetapparaten VC270 en VC290 zijn in de schakelaarstand „OFF“ uitgeschakeld. Schakel het
meetapparaat altijd uit wanneer u het niet gebruikt.
83
Display (2)
De meetapparaten van de reeks VC200 verschillen qua meetfuncties en ook qua display. De volgen-
de afbeelding geeft een overzicht van de mogelijke indicatie-elementen van uw DMM.
Leveromvang
Multimeter met aangespoten rubberen bescherming
9V blokbatterij (niet bij de VC290)
Veiligheidsmeetsnoeren
Handleiding
84
Displaygegevens en symbolen
De symbolen en indicaties verschillen naargelang het model. Dit is een overzicht van alle mogelijke
symbolen en indicaties bij de reeks VC200.
Delta-symbool voor relatieve metingen (=referentiewaardemeting)
Autorange/AUTO staat voor automatische keuze van het meetbereik
Connect terminal Grafische aanwijzing voor de keuze van de vereiste meetbussen
H De data hold-functie is actief.
OL of 1. overflow; het meetbereik werd overschreden
Symbool voor de bedrijfsschakelaar. In ingedrukte positie is het apparaat inge-
schakeld.
Batterij vervangen-symbool; de batterij zo snel mogelijk vervangen om meetfou-
ten te vermijden!
Symbool voor de diodetest
Symbool voor de akoestische continuïteitsmeting
AC Wisselgrootheid voor spanning en stroom
DC Gelijkspanningsgrootheid voor spanning en stroom
mV Millivolt (macht -3)
V Volt (eenheid van el. spanning)
A Ampere (eenheid van elektrische stroomsterkte)
mA milli-Ampère (macht -3)
µA micro-Ampère (macht -6)
Hz Hertz (eenheid van frequentie)
kHz kilo-Hertz (macht 3)
MHz MegaHertz (macht 6)
Ω Ohm (eenheid van el. weerstand)
kΩ Kilo-ohm, (macht 3)
MΩ Mega-ohm (macht 6)
nF nano-Farad (macht–9; eenheid van elektrische capaciteit, symbool )
µF microfarad (macht -6)
Symbool voor de batterijtest
Het bliksemsymbool verschijnt bij spanningsmeetbereik 600 V
85
Meetbedrijf
Overschrijd in geen geval de max. toegelaten ingangswaarden. Raak schakelingen
en schakeldelen niet aan als daarop een hogere spanning dan 25 V ACrms of 35 V
DC kan staan! Levensgevaarlijk!
Controleer voor aanvang van de meting de aangesloten meetdraden op beschadi-
gingen, zoals sneden, scheuren of afknellingen. Defecte meetleidingen mogen niet
meer worden gebruikt! Levensgevaarlijk!
Pak tijdens het meten niet boven de tastbare handgreepmarkeringen op de meet-
punten vast.
Meetbedrijf is alleen mogelijk bij gesloten batterije- en zekeringvak. Bij geopend
vak zijn alle meetbussen mechanisch beveiligd tegen insteken.
Er mogen altijd alleen die twee meetsnoeren op het meetapparaat aangesloten zijn,
die nodig zijn voor de meting. Verwijder omwille van veiligheidsredenen alle niet
nodige meetsnoeren uit het apparaat.
Voor elke meetfunctie wordt bij de VC250 en de VC270 dejuiste
aansluitvolgorde van de meetbussen op het display aangegeven.
Houd hier mee rekening bij het aansluiten van de meetsnoeren op
het meetapparaat.
Van zodra er “OL” (voor Overload = overbelasting) op het display
verschijnt, overschreed u het meet
bereik.
a) Meetapparaat inschakelen
De meetapparaten van de reeks VC200 worden op verschillende wijze
ingeschakeld. Schakel het meetapparaat altijd uit wanneer u het niet
gebruikt.
VC250: Schakel het meetapparaat in door te drukken op de aan/uit-schakelaar (3). De schakelaar
moet inklikken. In ingedrukte positie is het apparaat ingeschakeld. Druk voor het uitschakelen
nogmaals op deze toets.
VC270 Draai de draaischakelaar (4) in de gewenste stand. Draai voor het uitschakelen de draaischa-
kelaar in de stand „OFF“.
VC290 Draai de draaischakelaar (4) in de gewenste stand. Draai voor het uitschakelen de draaischa-
kelaar in de stand „OFF“. Deze is bij de VC290 aan beide zijden van het draaibereik voorhan-
den.
Voor u met het meetapparaat aan de slag kunt, moet eerst de meegeleverde batterij wor-
den geplaatst resp. bij de VC290 de ingebwoude condensator worden opgeladen.
Het plaatsen en vervangen van de batterij en het laden van de condensator worden
beschreven in het hoofdstuk „Reiniging en onderhoud“.
86
b) Spanningsmeting “V”
Voor het meten van gelijkspanningen “DC” (V ) gaat u als volgt te werk:
- Schakel de DMM in en kies het meetbereik „V ““. Voor kleine
spanningen tot max. 400 mV kiest u het meetbereik „mV “ “
- Steek het rode meetsnoer in de V-meetbus (7), het zwarte in de
COM-aansluiting (8).
- Sluit nu de beide meetpennen aan op het meetobject (batterij, scha-
keling, enz.). Het rode meetpunt komt overeen met de pluspool, het
zwarte meetpunt met de minpool.
- De betrokken polariteit van de meetwaarde wordt samen met de actuele meetwaarde in het display
weergegeven.
Is er bij gelijkspanning voor de meetwaarde een “-”(min)-teken te zien, dan is de gemeten
spanning negatief (of de meetleidingen zijn verwisseld).
Het spanningsbereik “V DC/AC” heeft een ingangsweerstand van >10 MOhm, het “mV DC”-
meetbereik van de VC270 en de VC290 >4000 MOhm.
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel de DMM uit.
Voor het meten van wisselspanningen “AC” (V ) gaat u als volgt te werk:
- Schakel de DMM in en kies het meetbereik „V “. Druk bij de VC290 op de toets “SELECT” (10)
om naar het AC-bereik over te schakelen. Op het display verschijnt “AC”.
- Steek het rode meetsnoer in de V-meetbus (7), het zwarte in de COM-aansluiting (8).
- Sluit nu de beide meetpennen aan op het meetobject (generator, schakeling, enz.).
- De meetwaarde wordt in het display weergegeven.
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel de DMM uit.
c) Stroommeting „A“
Overschrijd in geen geval de max. toegelaten ingangswaarden. Raak schakelingen
en schakeldelen niet aan als daarop een hogere spanning dan 25 V ACrms of 35 V
DC kan staan! Levensgevaarlijk!
De spanning in het meetcircuit mag 600 V niet overschrijden
Metingen in het >5 A-gebied mogen max. 10 seconden duren, en worden uitgevo-
erd met een interval van 15 minuten.
Begin de stroommeting steeds met het grootste meetbereik, en schakel indien
nodig over op een kleiner meetbereik. Schakel voor u van meetbereik verandert de
schakeling steeds spanningsvrij. Alle stroommeetbereiken zijn gezekerd en dus
beveiligd tegen overbelasting.
87
De µA/mA-meetingang van de VC270 heeft een zelfherstellende PTC-zekering, waardoor het vervan-
gen van zekeringen vervalt.
Als de PTC-zekering is geactiveerd (geen verandering van meetwaarden, enz), schakelt
u de DMM uit (OFF) en wacht u ongeveer 5 minuten. De zelfherstellende zekering koelt
af en is daarna weer klaar voor gebruik.
Voor het meten van gelijkstromen (A ) gaat u als volgt te werk:
- Schakel de DMM in en kies het meetbereik „A “.
- In de tabel zijn de verschillende meetfuncties en de mogelijke meetbereiken aangegeven. Selecteer
het meetbereik en de bijhorende meetbussen.
Meetfunctie VC250 VC270 VC290 Meetbussen
µA <200 µA <4000 µA <4000 µA COM + mAµA
mA 200 µA - 199 mA 4000 µA – 399 mA 4000 µA – 399 mA COM + mAµA
A 200 mA – 10 A 400 mA – 10 A 400 mA – 10 A COM + 10A
- Plug het rode meetsnoer in de mAµA- of 10A-meetbus. Het zwarte meetsnoer plugt u in de COM-
meetbus.
- Sluit nu de beide meetsnoeren in serie aan met het meetobject (batterij, schakeling, enz.); de
betrokken polariteit van de meetwaarde wordt samen met de actuele meetwaarde op het display
weergegeven.
Is er bij een gelijkstroommeting voor de meetwaarde een “-”(min)-teken te zien, dan is de
gemeten stroom tegengesteld (of zijn de meetsnoeren verwisseld).
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel de DMM uit.
Voor het meten van wisselstroom (A ) gaat u te werk zoals hierboven beschreven.
- Schakel de DMM in en kies het meetbereik „A “. Druk bij de VC270 en de VC290 op de toets
“SELECT” om naar het AC-bereik over te schakelen. Op het display verschijnt “AC”. Door nogmaals
op de knop te drukken, wordt weer overgeschakeld enz.
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel de DMM uit.
Meet op het bereik 10A in geen geval stromen van meer dan 10 A resp. in het
mA/µA-gebied stromen groter dan 400 mA: anders spreken de zekeringen aan.
88
d) Frequentiemeting (alleen VC270 en VC290)
De DMM ka
n de fre
quentie van een signaalspanning tussen 10 Hz - 10 MHz meten en aangeven.
Voor het meten van frequenties gaat u als volgt te werk:
-
Schakel de DMM in en kies het meetbereik „Hz“. Op het display ver-
schijnt „Hz“.
- Steek het rode meetsnoer in de Hz-meetbus (7), het zwarte in de COM-
aansluiting (8).
- Sluit nu de beide meetpennen aan op het meetobject (signaalgenerator,
schakeling, enz.).
-
De frequentie wordt in de bijbehorende eenheid op het display weerge-
geven.
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel de DMM uit.
e) Weerstandsmeting
Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals
andere meetobjecten absoluut spanningsloos en ontladen zijn.
Voor de weerstandsmeting gaat u als volgt te werk:
- Schakel de DMM in en kies het meetbereik “Ω”.
- Steek het rode meetsnoer in de Ω-meetbus (7), het zwarte in de COM-
aansluiting (8).
- Controleer de meetsnoeren op doorgang door beide meetpunten met
elkaar te verbinden. Nu moet zich een weerstandswaarde van ca. 0 - 0,5
ohm instellen (de eigen weerstand van de meetsnoeren).
- Bij laagohmige metingen drukt u op de VC270 en de VC290 op de toets “REL” (3), om de invloed
van de eigen weerstand van de meetsnoeren op de volgende weerstandsmeting uit te schakelen.
Het display geeft 0 ohm weer. De automatische bereikskeuze (autorange) is uitgeschakeld. De
autorange-functie wordt door het veranderen van meetfunctie terug ingeschakeld (bijv. de toets
„SELECT“ 2 x indrukken).
- Sluit nu de beide meetstiften aan op het meetobject. De meetwaarde wordt in het display weerge-
geven, mits het meetobject niet hoogohmig of onderbroken is. Wacht tot de displaywaarde gestabi-
liseerd is. Bij weerstanden >1 MOhm kan dit enkele seconden duren.
- Zodra “OL” (voor overflow = overloop) op het display verschijnt, heeft u het meetbereik overschre-
den of is het meetcircuit onderbroken.
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel de DMM uit.
Wanneer u een weerstandsmeting uitvoert, moet u erop letten dat de meetpunten waarmee
de meetsnoeren in contact komen, vrij zijn van vuil, olie, soldeerhars of dergelijke. Dergelijke
omstandigheden kunnen het meetresultaat vervalsen.
89
f) Diodetest
Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals
andere meetobjecten absoluut spanningsloos en ontladen zijn.
- Schakel de DMM in en kies het meetbereik
- Druk bij de VC270 en de VC290 op de toets “SELECT” om de meet-
functie om te schakelen. Op het display verschijnt het diodesymbool.
Door nogmaals op de knop te drukken, wordt de volgende meetfunctie
ingeschakeld.
- Steek het rode meetsnoer in de Ω-meetbus (7), het zwarte in de COM-
aansluiting (8).
- Controleer de meetsnoeren op doorgang door beide meetpunten met
elkaar te verbinden. Nu moet zich een waarde van ca. 0 V instellen.
- Verbind nu de beide meetpunten met het meetobject (diode).
- Op het display wordt de doorlaatspanning „Uf“ in volt (V) weergegeven.
Als „OL“ verschijnt, wordt de diode in sperrichting (Ur) gemeten of is de
diode defect (onderbreking). Voer ter controle een meting door met
omgekeerde polariteit.
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel de DMM uit.
g) Doorgangsmeting
Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals
andere meetobjecten absoluut spanningsloos en ontladen zijn.
- Schakel de DMM in en kies het meetbereik resp.
- Druk bij de VC270 en de VC290 2x op de toets “SELECT” om de meet-
functie om te schakelen. Op het display verschijnt het symbool door de
doorgangsmeting. Door nogmaals op de knop te drukken, wordt de eers-
te meetfunctie ingeschakeld.
- Steek het rode meetsnoer in de Ω-meetbus (7), het zwarte in de COM-
aansluiting (8).
- Als doorgang wordt een meetwaarde < 10 ohm herkend; hierbij klinkt
een pieptoon.
- Zodra “OL” (voor overflow = overflow) op het display verschijnt, heeft u
het meetbereik overschreden of is het meetcircuit onderbroken.
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel
de DMM uit.
90
h) Capaciteitsmeting (alleen VC270 en VC290)
Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals
andere meetobjecten absoluut spanningsloos en ontladen zijn.
Let bij elektrolyt-condensatoren absoluut op de polariteit.
- Schak
el de DMM in en kies het meetbereik
- Steek het rode meetsnoer in de V-meetbus (7), het zwarte in de COM-
aansluiting (8).
- Op het display verschijnt de eenheid „nF“.
Op basis van de gevoelige meetingang kan het bij “open” meets-
noeren komen tot een waarde-indicatie op het display. Door indruk-
ken van de toets “REL” wordt het display gereset op “0”. De auto-
rangefunctie blijft actief.
- Verbind nu de beide meetpunten (rood = pluspool/zwart = minpool) met het meetobject (condensa-
tor). In het display wordt na korte tijd de capaciteit weergegeven. Wacht tot de displaywaarde gesta-
biliseerd is. Bij condensatoren >40 µF kan dit enkele seconden duren.
- Van zodra er “OL” (voor Overload = overbelasting) op het display verschijnt, overschreed u het meet-
bereik.
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van
het meetobject, en schakel de DMM uit.
i) Batterijtest (alleen VC250)
De batterijtest dient voor het snel controleren van de meest voorkomende 1,5 en 9V-batterijen. Voor
een objectief meetresultaat worden de batterijen gemeten bij een kleine belasting. Op het display
wordt de werkelijke klemspanning onder belasting zichtbaar. De meting ook evengoed mogelijk
accu’s. Selecteer daartoe het meetbereik, dat het dichtst bij de accuspanning ligt (bijv. meetbereik 1,5
V voor 1,2 V-accu)
- Schakel de DMM in en kies het meetbereik
- Plug het rode meetsnoer in de m1-µA meetbus (5), het zwarte in de
COM-meetbus (8).
- Op het display verschijnt de eenheid „V“.
Bij accu’s is op basis van de geringe celspanning het meetresul-
taat lager dan bij normale batterijen.
-
Van zodra er “1.” op het display verschijnt, overschreed u het meet-
bereik.
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel de DMM uit.
.
91
REL-functie (alleen VC270 en VC290)
De REL-functie maakt een referentiewaardemeting mogelijk om ev. leidingsverliezen zoals bijv. bij
weerstandsmetingen te vermijden. Hiertoe wordt de momentane displaywaarde op nul gezet. Er wordt
een nieuwe referentiewaarde ingesteld.
Door indrukken van de toets “REL” wordt deze meetfunctie ingeschakeld. Op het display verschijnt
“. De automatische meetbereikkeuze wordt daarbij uitgeschakeld (behalve capaciteitsmeet-
bereik).
Om deze functie uit te schakelen verandert u van meetfunctie.
De REL-functie is niet actief in het frequentiemeetbereik noch bij hoogohmige
weerstandsmetingen, bij de diodetest en de doorgangsmeting.
HOLD-functie (alleen VC290)
De HOLD-functie bevriest in de DMM-modus de huidige meetwaarde op het display om deze rustig te
kunnen aflezen of verwerken.
Zorg er bij het controleren van spanningsvoerende geleiders voor, dat deze functie
bij het begin van de metingen uitgeschakeld is. Anders ziet u een verkeerd meetre-
sultaat!
Voor het inschakelen van de HOLD-functie drukt u op de toets „H“ (9); een geluidssignaal bevestigt
deze handeling en op het display wordt „H“ zichtbaar.
Om de HOLD-functie uit te schakelen, drukt u nogmaals op de toets „H“ (9) of verandert u van meet-
functie.
Low Imp. 400 kΩ-functie (alleen VC250 en VC270)
Deze functie mag alleen bij spanningen tot max. 250 V en gedurende max. 3 secon-
den worden gebruikt!
Deze meetfunctie maakt het verlagen mogelijk van de meetimpedantie van 10 MΩ naar 400 kΩ. Door
het verlagen van de meetimpedantie worden mogelijke fantoomspanningen onderdrukt, die het mee-
tresultaat zouden kunnen vervalsen.
Druk deze toets tijdens de spanningsmeting (max. 250 V!) max. 3 seconden in. Na het loslaten heeft
de multimeter terug zijn normale meetimpedantie van 10 MΩ.
Auto Power off-functie (alleen VC270 en VC290)
De DMM schakelt na 30 minuten automatisch uit, indien er geen enkele toets of schakelaar bediend
werd. Deze functie spaart de batterij en verlengt de gebruiksduur.
Om de DMM na een automatische uitschakeling terug in te schakelen bedient u de draaischakelaar of
drukt u op de “REL” of “SELECT”-toets.
92
De auto power-off functie kan handmatig worden uitgeschakeld.
Schakel daartoe het meetapparaat uit (OFF). Houd de toets “SELECT” ingedrukt, en schakel de DMM
met de draaischakelaar in. De functie is zo lang actief, tot het meetapparaat met de draaischakelaar
wordt uitgeschakeld.
Reiniging en onderhoud
Algemeen
Om de nauwkeurigheid van de multimeter over een langere periode te kunnen garanderen, moet het
apparaat jaarlijks worden geijkt.
Afgezien van een incidentele reinigingsbeurt en het vervangen van de batterij is het apparaat onder-
houdsvrij.
Het vervangen van batterij en zekeringen vindt u verderop in de gebruiksaanwijzing.
Controleer regelmatig de technische veiligheid van het apparaat en de meetsnoe-
ren, b.v. op beschadiging van de behuizing of afknellen van de snoeren enz.
Reiniging
Gelieve volgende veiligheidsvoorschriften nauwgezet op te volgen voordat u het product reinigt:
Bij het openen van deksels of het verwijderen van onderdelen, behalve wanneer dit
handmatig mogelijk is, kunnen spanningvoerende delen worden blootgelegd.
Vóór reiniging of reparatie moeten de aangesloten snoeren van het meetapparaat en van alle meet-
objecten worden gescheiden. Schakel de DMM uit.
Gebruik voor het schoonmaken geen carbonhoudende schoonmaakmiddelen, benzine, alcohol of
soortgelijke producten. Hierdoor wordt het oppervlak van het meetapparaat aangetast. Bovendien zijn
de dampen schadelijk voor de gezondheid en explosief. Gebruik voor de reiniging ook geen scherp
gereedschap, schroevendraaiers of staalborstels en dergelijke.
Gebruik een schone, pluisvrije, antistatische en licht vochtige schoonmaakdoek om het product te rei-
nigen. Laat het apparaat volledig drogen, voro u het voor de volgende metingen gebruikt.
Meetapparaat openen
Het vervangen van zekeringen en batterijen is omwille van veiligheidsgronden alleen mogelijk, als alle
meetsnoeren van het meetapparaat worden verwijderd. Het batterij- en zekeringvak (17) kan bij inge-
plugde meetsnoeren niet worden geopend.
Bovendien worden bij het openen alle meetbussen mechanisch vergrendeld, om het achteraf inplug-
gen bij geopende behuizing te voorkomen. De vergrendeling wordt automatisch opgeheven, van zod-
ra het batterij- en zekeringvak terug gesloten is.
93
Het design van de behuizing laat zelfs bij geopend batterij- en zekeringvak
alleen de toegang toe tot de batterij en de zekeringen. De behuizing moet niet
meer zoals gebruikelijk volledig worden geopend en gedemonteerd.
Deze maatregelen verhogen de veiligheid en de gebruiksvriendelijkheid.
Voor het openen gaat u als volgt te werk:
- Verwijder alle meetsnoeren van het apparaat en schakel het uit.
- Los en verwijder de schroef van het batterijvak aan de achterzijde (14).
- Trek bij dichtgeklapte beugel het batterij- en zekeringvak (17) naar benden
van het meetapparaat.
- De zekeringen en het batterijvak zijn nu toegankelijk.
- Sluit de behuizing in de omgekeerde volgorde en schroef het batterij- en
zekeringvak terug dicht.
- Het meetapparaat is nu weer klaar voor gebruik.
Vervangen van zekeringen
De beide stroommeetbereiken zijn voorzien van hoog vermogen-zekeringen. Als er geen meting in dit
bereik meer mogelijk is, moet de zekering worden vervangen.
Voor het vervangen gaat u als volgt te werk:
- Ontkoppel de aangesloten meetsnoeren van het meetcircuit en van uw meetapparaat. Schakel de
DMM uit.
- Sluit de behuizing zoals in het hoofdstuk „Meetapparaat openen“ beschreven.
- Vervang de defecte zekering door een nieuwe zekering van hetzelfde type en nominale strooms-
terkte. De zekeringen hebben de volgende waarde:
Zekering F1 F2
VC250 F10A 600V (6,35 x 31,8 mm) FF 200 mA 600V (32 x 6 mm)
VC270 F10A 600V (6,35 x 31,8 mm) 3 x F 160 mA/600 V zelfherstellend,
PTC (32 x 6,2 mm)
VC290 F10A 600V (6,35 x 31,8 mm) FF 400 mA 600V (6,35 x 31,8 mm)
Schakelvermogen 10 kA
- Sluit de behuizing weer zorgvuldig.
Het gebruik van herstelde zekeringen of het overbruggen van de zekeringhouder is
om veiligheidsreden niet toegestaan. Dit kan leiden tot brand of een vlamboogex-
plosie. Gebruik het meetapparaat in geen geval in geopende toestand.
94
Plaatsen en vervangen van de batterij (alleen VC250 en VC270)
Voor het gebruik van het meetapparaat is een 9V-batterij (b.v. 1604A) noodzakelijk. Bij de eerste inge-
bruikneming of wanneer het symbool voor vervanging van batterijen resp. op het display ver-
schijnt, moeten een nieuwe, volle batterij worden geplaatst.
Voor het plaatsen/vervangen gaat u als volgt te werk:
- Ontkoppel de aangesloten meetsnoeren van het meetcircuit en van uw meetapparaat. Schakel de
DMM uit.
- Sluit de behuizing zoals in het hoofdstuk „Meetapparaat openen“ beschreven.
- Vervang de lege batterij voor een nieuwe van hetzelfde type. Plaats de nieuwe batterij met de juis-
te polariteit in het batterijvak (16). Let op de in het batterijvak aangeduide polariteit.
- Sluit de behuizing weer zorgvuldig.
Gebruik het meetapparaat in geen geval in geopende toestand.
!LEVENSGEVAAR!
Laat geen lege batterijen in het meetapparaat aangezien zelfs batterijen die tegen
lekken zijn beveiligd, kunnen corroderen, waardoor chemicaliën vrij kunnen komen
die schadelijk zijn voor uw gezondheid of schade veroorzaken aan het apparaat.
Laat batterijen niet achteloos rondslingeren. Deze kunnen door kinderen of huis-
dieren worden ingeslikt. Raadpleeg bij inslikken onmiddellijk een arts.
Verwijder de batterijen als u het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt, om
lekkage te voorkomen.
Lekkende of beschadigde batterijen kunnen bij huidcontact bijtende wonden vero-
orzaken. Draag daarom in dit geval beschermende handschoenen.
Let op, dat batterijen niet worden kortgesloten. Gooi geen batterijen in het vuur.
Batterijen mogen niet worden opgeladen of gedemonteerd. Er bestaat explosiege-
vaar.
Een geschikte alkalinebatterij is onder het volgende bestelnummer verkrijgbaar:
Bestelnr. 65 25 09 (1x bestellen a.u.b.).
Gebruik uitsluitend alkalinebatterijen, omdat deze krachtig zijn en een lange gebruiksduur heb-
ben.
VC290 opladen
De
VC290 heeft geen batterij nodig voor zijn werking. De voeding gebeurt met een geïntegreerde, hoog-
capacitieve condensator (High-Cap). Deze condensator kan via een laadfunctie op de draaischakelaar
op elke wisselspanningsbron van 230 V/AC (netspanning) worden opgeladen.
Een zonnecel (11) buffert bij voldoende licht onafhankelijk van de meetfunctie de laadcondensator en
verlengt zo de gebruiksduur.
95
Voor het laden via de netspanning (230 V/AC) gaat u te werk als volgt:
- Schakel de DMM in en kies het bereik “CHARGE”.
- Steek het rode meetsnoer in de V-meetbus (7), het zwarte in de COM-
aansluiting (8).
- Op het display verschijnt het symbool „CHARGE!“ en de relatieve laad-
spanning. Deze gaat van –2,600 V (leeg) tot ca.3,999 V. Als de High-Cap
geladen is, dan wordt op het display „OL“ zichtbaar. Een lading van ca.
10 minuten volstaat op het DC V-meetbereik voor ca. 180 minuten meten.
- Als de High-Cap volledig ontladen is en er niets op het display verschijnt,
dan drukt u tijdens het laden op de toets „RESET“ (3). De DMM wordt
terug ingeschakeld.
Verwijdering
a) Product
Elektronische apparaten bevatten herbruikbare materialen en mogen niet bij het huishou-
delijk afval.
Voer het product aan het einde van zijn levensduur conform de geldende wettelijke bepa-
lingen af.
Neem eventueel ingebrachte batterijen/accu’s uit en verwijder deze gescheiden van het
product.
b) Batterijen/accu’s
Voer het product aan het einde van zijn levensduur conform de geldende wettelijke bepalingen af; ver-
wijdering via het huishoudelijke afval is niet toegestaan.
Batterijen-accu’s die schadelijke stoffen bevatten, worden met het hiernaast weergege-
ven pictogram aangeduid dat verwijst naar het verbod op verwijdering bij het huishoude-
lijk afval. De aanduidingen voor de betreffende zware metalen zijn: Cd=cadmium,
Hg=kwik, Pb=lood (De aanduiding staat op de batterij/accu bijvoorbeeld onder het links
afgebeelde pictogram van een vuilnisbak).
U kunt uw gebruikte batterijen/accu’s gratis inleveren bij de inzamelpunten van uw
gemeente, onze nevenvestigingen of overal waar batterijen/accu’s worden verkocht.
Hiermee voldoet u aan uw wettelijke verplichtingen en levert u een bijdrage aan de bescherming van
het milieu.
96
Verhelpen van storingen
U heeft met de DMM een product aangeschaft dat volgens de nieuwste stand der
techniek is ontwikkeld en veilig is in het gebruik.
Toch kunnen zich problemen of storingen voordoen.
Hieronder vindt u enkele maatregelen om eventuele storingen eenvoudig zelf te
verhelpen:
Neem altijd de veiligheidsvoorschriften in acht!
Storing Mogelijke oorzaak Mogelijke remedie
De multimeter Is de batterij leeg resp. de Controleer de toestand. Vervang de
werkt niet High-Cap (bij VC290) ontladen? batterij of laad het apparaat op.
Geen verandering Is een verkeerde meetfunctie Controleer de indicatie (AC/DC) en
van meetwaarden actief wijziging schakel de functie ev. om.
Werden de verkeerde aansluitingen Vergelijk de aansluiting met de indicatie
gebruikt? op het display.
Is de zekering defect? Controleer de zekeringen.
Is bij de VC290 de hold-functie Druk op de toets "H" om deze
actief (indicatie “H”) ? functie te activeren.
Laat andere reparaties dan hierboven beschreven uitsluitend door een bevoegd
vakman uitvoeren. Ga naar bladzijde 76, waar u de volledige service-hotlinepara-
graaf vindt.
Technische gegevens
Display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4000 counts (tekens), 2000 counts bij VC250
Meetsnelheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .ong. 2-3 metingen/seconde
Lengte meetdraden . . . . . . . . . . . . . . . . . .elk ca. 90 cm
Meetimpedantie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .>10MΩ (V-bereik)
Voedingsspanning . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9V blokbatterij (VC250/VC270)
High-Cap/zonnecel (VC290)
Bedrijfsvoorwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . .0 tot 30°C (<75%rF), >30 tot 40°C (<50%rv)
Gebruikshoogte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .max. 2.000 m
Opslagtemperatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . .-10°C tot +50°C
Gewicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .ca. 380 g
Afmetingen (LxBxH) . . . . . . . . . . . . . . . . .185 x 91 x 43 (mm)
Overspanningscategorie . . . . . . . . . . . . . .CAT III 600 V, Vervuilingsgraad 2
Meettoleranties
Weergave van de nauwkeurigheid in ± (% van de aflezing + weergavefouten in counts (= aantal
kleinste posities)). De nauwkeurigheid geldt 1 jaar lang bij een temperatuur van +23°C (±5°C), bij een
rel. luchtvochtigheid van minder dan 75 %, niet condenserend.
97
Gelijkspanning
Bereik
Nauwkeurig- Resolutie Bereik Nauwkeurigheid Resolutie
VC250 heid VC270/290 VC270 VC290
200 mV 0,1 mV 400 mV ±(0,8% + 10) ±(0,8% + 10) 0,1 mV
2 V
±(0,5% + 8)
1 mV 4 V 1 mV
20 V 0,01 V 40 V ±(0,8% + 10) ±(0,8% + 10) 0,01 V
200 V 0,1 V 400 V 0,1 V
600 V ±(0,8% + 8) 1 V 600 V ±(1% + 10) ±(1% + 10) 1 V
Overbelastingsbescherming 600 V
Wisselspanning
Bereik
Nauwkeurig- Resolutie Bereik Nauwkeurigheid Resolutie
VC250 heid VC270/290 VC270 VC290
2 V 0,001 V 4 V 0,001 V
20 V ±(1,0% + 10) 0,01 V 40 V ±(1,3% + 7) ±(1,5% + 8) 0,01 V
200 V 0,1 V 400 V 0,1 V
600 V ±(1,3% + 7) 1 V 600 V ±(1,6% + 7) ±(1,6% + 7) 1 V
Frequentiegebied 40 – 400 Hz; effectieve gemiddelde waarde bij een sinusvormige spanning;
overbelastingsbescherming 600 V
Gelijkstroom
Bereik
Nauwkeurig- Resolutie Bereik Nauwkeurigheid Resolutie
VC250
heid
VC270/290 VC270 VC290
200 µA 0,1 µA 400 µA
±(1,3% + 2) ±(1,2% + 10)
0,1 µA
2 mA 0,001 mA 4000 µA 0,001 mA
20 mA
±(1,0% + 5)
0,01 mA 40 mA
±(1,6% + 4) ±(1,5% + 10)
0,01 mA
200 mA 0,1 mA 400 mA 0,1 mA
10 A ±(1,6% + 7) 0,01 A 4 A
±(2,0% + 10) ±(2,0% + 8)
0,001 A
10 A 0,01 A
Overbelastingsbeveiliging: zekeringen; meettijdbegrenzing >5 A: max. 10 s met een pauze van 15 min
Wisselstroom
Bereik
Nauwkeurig- Resolutie Bereik Nauwkeurigheid Resolutie
VC250 VC270/290 VC270 VC290
200 µA ±(1,3% + 7) 0,1 µA 400 µA ±(1,6% + 2) ±(2,0% + 8) 0,1 µA
2 mA 0,001 mA 4000 µA 0,001 mA
20 mA 0,01 mA 40 mA ±(2,0% + 8) ±(2,6% + 7) 0,01 mA
200 mA 0,1 mA 400 mA 0,1 mA
10 A ±(2,6% + 7) 0,01 A 4 A ±(2,6% + 4) ±(3,3% + 7) 0,001 A
10 A 0,01 A
Overbelastingsbeveiliging: zekeringen; meettijdbegrenzing >5 A: max. 10 s met een pauze van 15 min
99
Diodetest
Proefspanning Definitie
VC250 ca. 3,0 V 0,001 V
VC270 ca. 1,48 V 0,001 V
VC290 ca. 1,48 V 0,001 V
Overbelastingsbeveiliging: 600 V
Akoest. doorgangstester <10 W continu too, overbelastingsbescherming 600 V
Overschrijd in geen geval de max. toegelaten ingangswaarden. Raak schakelingen
en schakeldelen niet aan als daarop een hogere spanning dan 25 V ACrms of 35 V
DC kan staan! Levensgevaarlijk!
Impressum
Dies ist eine Publikation der Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle Rechte einschließlich Übersetzung vorbehalten. Reproduktionen jeder Art, z. B. Fotokopie, Mikroverfilmung, oder die Erfassung in
elektronischen Datenverarbeitungsanlagen, bedürfen der schriftlichen Genehmigung des Herausgebers. Nachdruck, auch auszugswei-
se, verboten. Die Publikation entspricht dem technischen Stand bei Drucklegung.
© Copyright 2014 by Conrad Electronic SE.
Legal Notice
This is a publication by Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
All rights including translation reserved. Reproduction by any method, e.g. photocopy, microfilming, or the capture in electronic data pro-
cessing systems require the prior written approval by the editor. Reprinting, also in part, is prohibited. This publication represent the tech-
nical status at the time of printing.
© Copyright 2014 by Conrad Electronic SE.
Information légales
Ceci est une publication de Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Tous droits réservés, y compris de traduction. Toute reproduction, quelle qu‘elle soit (p. ex. photocopie, microfilm, saisie dans des instal-
lations de traitement de données) nécessite une autorisation écrite de l‘éditeur. Il est interdit de le réimprimer, même par extraits. Cette
publication correspond au niveau technique du moment de la mise sous presse.
© Copyright 2014 by Conrad Electronic SE.
Colofon
Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de
registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uit-
treksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen.
© Copyright 2014 by Conrad Electronic SE.
V8_0614_02/VTP

Documenttranscriptie

 Diese Bedienungsanleitung gehört zu diesem Produkt. Sie enthält wichtige Hinweise zur Inbetriebnahme und Handhabung. Achten Sie hierauf, auch wenn Sie dieses Produkt an Dritte weitergeben. Heben Sie deshalb diese Bedienungsanleitung zum Nachlesen auf! Eine Auflistung der Inhalte finden Sie in dem Inhaltsverzeichnis mit Angabe der entsprechenden Seitenzahlen auf Seite 5.  These operating instructions belong with this product. They contain important information for putting it into service and operating it. This should be noted also when this product is passed on to a third party. Therefore look after these operating instructions for future reference! A list of contents with the corresponding page numbers can be found in the index on page 29.  Ce mode d'emploi appartient à ce produit. Il contient des recommandations en ce qui concerne sa mise en service et sa manutention. Veuillez en tenir compte et ceci également lorsque vous remettez le produit à des tiers. Conservez ce mode d'emploi afin de pouvoir vous documenter en temps utile.! Vous trouverez le récapitulatif des indications du contenu à la table des matières avec mention de la page correspondante à la page 53.  Deze gebruiksaanwijzing hoort bij dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen in betreffende de ingebruikname en gebruik, ook als u dit product doorgeeft aan derden. Bewaar deze handleiding zorgvuldig, zodat u deze later nog eens kunt nalezen! U vindt een opsomming van de inhoud in de inhoudsopgave met aanduiding van de paginanummers op pagina 77. 2  Inleiding Geachte klant, hartelijk dank voor de aankoop van dit Voltcraft® product. U heeft hiermee een goede keus gedaan. U hebt een kwaliteitsproduct aangeschaft, dat ver boven het gemiddelde uitsteekt. Een product uit een merkfamilie die zich op het gebied van meet-, laad-, en voedingstechniek vooral onderscheidt door bijzondere vakkundigheid en permanente innovatie. Met Voltcraft® kan zowel de ambitieuze hobbyelektronicus als de professionele gebruiker ingewikkelde taken uitvoeren. Voltcraft® biedt u betrouwbare technologie met een buitengewoon gunstige verhouding van prijs en prestaties. Wij zijn zeker dat uw start met Voltcraft is tegelijkertijd het begin van een lange en goede samenwerking. Veel plezier met uw nieuwe Voltcraft®-product! Bij technische vragen kunt u zich wenden tot onze helpdesk. Voor meer informatie kunt u kijken op www.conrad.nl of www.conrad.be 76 Inhoudsopgave Inleiding ..............................................................................................................................................76 Voorgeschreven gebruik......................................................................................................................78 Bedieningselementen ..........................................................................................................................79 Veiligheidsvoorschriften ......................................................................................................................80 Productbeschrijving ............................................................................................................................82 Leveringsomvang ................................................................................................................................83 Displaygegevens en symbolen............................................................................................................84 Meetbedrijf ..........................................................................................................................................85 a) Meetapparaat inschakelen ....................................................................................................85 b) Spanningsmeting “V”..............................................................................................................86 c) Stroommeting “A”.................................................................................................................. 86 d) Frequentiemeting (alleen VC270 en VC290) ........................................................................88 e) Weerstandsmeting ................................................................................................................88 f) Diodetest................................................................................................................................89 g) Doorgangstest........................................................................................................................89 h) Capaciteitsmeting (alleen VC270 en VC290) ........................................................................90 i) Batterijtest (alleen VC150) ....................................................................................................90 REL-functie (alleen VC270 en VC290)........................................................................................91 HOLD-functie (alleen VC290)......................................................................................................91 Low Imp. 400 kΩ-functie (alleen VC250 en VC270) ..................................................................91 Auto Power off-functie (alleen VC270 en VC290) ......................................................................91 Reiniging en onderhoud ......................................................................................................................92 Algemeen ....................................................................................................................................92 Reiniging......................................................................................................................................92 Meetapparaat openen ................................................................................................................92 Vervangen van de zekering ........................................................................................................93 Plaatsen en vervangen van de batterij (alleen VC250 en VC270) ..............................................94 VC290 opladen............................................................................................................................94 Afvalverwijdering ................................................................................................................................95 a) Product ....................................................................................................................................95 b) Batterijen/accu’s ......................................................................................................................95 Verhelpen van storingen......................................................................................................................96 Technische gegevens ........................................................................................................................96 77 Bestemmingsconform gebruik - Meting en weergave van de elektrische grootheden binnen het bereik van de overspanningscategorie III (tot max. 600V t.o.v. aardpotentiaal, volgens EN 61010-1) en alle lagere categorieën. - Meten van gelijk- en wisselspanning tot max. 600 V - Meten van gelijk- en wisselstromen tot max. 10 A - Frequentiemeting tot 10 MHz (alleen VC270 en VC290) - Meten van capaciteiten tot 100 µF (alleen VC270 en VC290) - Meten van weerstanden tot 40 MΩ (VC250 max. 20 MΩ) - Batterijtest voor 1,5 en 9V-batterijen (alleen VC250) - Doorgangstest (< 10 Ω akoestisch) - Diodetest De afzonderlijke meetbereiken worden gekozen via de draaischakelaar. Bij de VC250 gbeurt de keuze van een meetbereik met de hand, bij de VC270 en de VC290 is voor alle meetbereiken (uitgezonderd de stroombereiken) de automatische meetbereikkeuze actief. De beide stroom-meetingen zijn beveiligd tegen overbelasting. De spanning in het meetcircuit mag 600 V niet overschrijden De beide stroommeetbereiken zijn voorzien van keramische hoog vermogenzekeringen. Bij de VC270 is het mA/µA-meetbereik voor zien van een zelfherstellende PTC-zekering. Een laag impedantie-functie (Low-Imp) bij de VC250 en de VC270 maakt metingen mogelijk met verkleinde inwendige weerstand. Hiermee worden fantoomspanningen onderdrukt, die bij hoogohmige metingen kunnen optreden. Metingen met gereduceerde impedantie zijn alleen toegestaan in meetkringen tot max. 250 V en gedurende max. 3 s. De VC250 en de VC270 worden gebruikt met een gewone in de handel verkrijgbare 9V alkali-batterij. Het gebruik is alleen toegestaan met de aangegeven batterijtypen. Bij de VC290 wordt voor de voeding een ingebouwde condensator gebruikt met een grote capaciteit. Het laden gebeurt eenvoudig vanaf een netspanningsbron van 230 V/AC. Tijdens het meten wordt de condensator bij voldoende licht (halogeen-, dag- of zonlicht) via een ingebouwde zonnecel gebufferd, waardoor de bedrijfstijd per lading toeneemt. Het meetapparaat mag in geopende toestand of met open batterijvak niet worden gebruikt. Metingen in vochtige ruimten of onder ongunstige omstandigheden zijn niet toegestaan. Ongunstige omstandigheden zijn: - Vocht of hoge luchtvochtigheid, - Stof en brandbare gassen, dampen of oplosmiddelen, - Onweer resp. onweersachtige condities zoals sterke elektrostatische velden Gebruik voor het meten alleen de meegeleverde meetdraden resp. meetaccessoires, die op de specificaties van de multimeter afgestemd zijn. Gebruik anders dan hiervoor beschreven kan tot beschadiging van het product leiden en kan aanleiding geven tot gevaarlijke situaties zoals kortsluiting, brand, elektrische schokken en dergelijke. Het product als zodanig mag niet worden gewijzigd of omgebouwd.! Lees deze handleiding zorgvuldig door en bewaar deze voor toekomstig gebruik. De veiligheidsvoorschriften dienen absoluut in acht te worden genomen! 78 Bedieningselementen (zie uitklappagina) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 Aangespoten rubberen bescherming Display met aansluitverklaring Bedrijfsschakelaar bij VC250 REL-toets bij VC270/VC290 Draaischakelaar mA µA-meetbus 10 A-meetbus VΩ-meetbus (bij gelijke grootte “+”) COM-meetbus (referentiepotentiaal, “-”) Functietoets: SELECT-toets voor omschakelen van de functie bij de VC270 Houd-toets voor het vasthouden van de meetwaarde bij de VC290 Low Imp. 400 kΩ-toets voor het omschakelen van de impedantie bij de VC250 en de VC270 SELECT-toets voor omschakelen van de functie bij de VC290 Zonnecel voor het bufferen van de ingebouwde condensator (alleen VC290) Afdekking, zonder functie. Schroefdraad voor statief Schroef batterijvak Opklapbare beugel Batterijvak (alleen VC250 en VC270) Batterij- en zekeringvak Stroomzekering F2 (zelfherstellend bij de VC270) Stroomzekering F1 Sonde-sets die voor NETleiding-metingen worden gebruikt, zullen als geschikt worden BEOORDEELD voor MEETCATEGORIE III of IV conform IEC/EN 61010-031 en zullen een spannings BEOORDELING krijgen van minimaal de spanning van het te meten circuit. 79 Veiligheidsinstructies Lees alstublieft voor ingebruikname de volledige handleiding door. Deze bevat belangrijke aanwijzingen omtrent het correcte gebruik. Bij schade veroorzaakt door het niet opvolgen van de gebruiksaanwijzing, vervalt het recht op garantie! Voor vervolgschade die hieruit ontstaat, zijn wij niet aansprakelijk! Voor materiële schade of persoonlijk letsel veroorzaakt door ondeskundig gebruik of het niet in acht nemen van de veiligheidsvoorschriften, zijn wij niet aansprakelijk! In dergelijke gevallen vervalt het recht op garantie. Het apparaat heeft de fabriek in veiligheidstechnisch perfecte staat verlaten. Om deze toestand te bewaren en om een gevaarloze werking te garanderen, moet de gebruiker de veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen, die in deze gebruiksaanwijzingen vermeld staan, in acht nemen. Let op de volgende symbolen: Een uitroepteken in een driehoek wijst op belangrijke instructies in deze gebruiksaanwijzing die absoluut opgevolgd dienen te worden. Een bliksemschicht in een driehoek waarschuwt voor een elektrische schok of een negatieve beïnvloeding van de elektrische veiligheid van het apparaat. Het “pijl”-symbool vindt u bij bijzondere tips of instructies voor de bediening. ° Dit apparaat is CE-goedgekeurd en voldoet aan de noodzakelijke Europese richtlijnen. Beschermingsklasse 2 (dubbele of versterkte isolatie) CAT II Overspanningscategorie II voor metingen aan elektrische en elektronische apparaten, die via een netstekker worden voorzien van spanning. Deze categorie omvat ook alle kleinere categoriën (bijv. CAT I voor het meten van signaal- en stuurspanningen). CAT III Overspanningscategorie III voor metingen in de gebouwinstallatie (b.v. stopcontacten of onderverdelingen). Deze categorie omvat ook alle kleinere categorieën (bijv. CAT lI voor het meten aan elektrische apparaten). Aardpotentiaal Om veiligheids- en vergunningsredenen (CE) is het eigenmachtig ombouwen en/of veranderen van het product niet toegestaan. Raadpleeg een vakman wanneer u twijfelt over de werking, veiligheid of aansluiting van het apparaat. 80 Meetapparaten en accessoires zijn geen speelgoed; houd deze buiten bereik van kinderen! In industriële omgevingen dienen de Arbovoorschriften ter voorkoming van ongevallen met betrekking tot elektrische installaties en bedrijfsmiddelen in acht te worden genomen. In scholen, opleidingscentra, hobbyruimten en werkplaatsen moet door geschoold personeel voldoende toezicht worden gehouden op de bediening van meetapparaten. Zorg bij elke spanningsmeting dat het meetapparaat zich niet binnen het stroommeetbereik bevindt. De spanning tussen de aansluitpunten van het meetapparaat en aardpotentiaal mag niet hoger zijn dan 600 V DC/AC in CAT III. Vóór elke wisseling van het meetbereik moeten de meetstiften van het meetobject worden verwijderd. Wees vooral voorzichtig bij de omgang met spanningen >25 V wissel- (AC) resp. >35 V gelijkspanning (DC)! Reeds bij deze spanningen kunt u door het aanraken van elektrische geleiders een levensgevaarlijke elektrische schok krijgen. Controleer voor elke meting uw meetapparaat en de meetdraden op beschadiging(en). Voer in geen geval metingen uit als de beschermende isolatie beschadigd (gescheurd, verwijderd enz.) is. Om een elektrische schok te voorkomen, dient u ervoor te zorgen dat u de te meten aansluitingen/ meetpunten tijdens de meting niet (ook niet indirect) aanraakt. Pak tijdens het meten niet boven de tastbare handgreepmarkeringen op de meetpunten vast. Gebruik de multimeter nooit kort voor, tijdens, of kort na een onweersbui (blikseminslag! / energierijke overspanningen!). Zorg dat uw handen, schoenen, kleding, de vloer, schakeling en onderdelen van de schakeling enz. absoluut droog zijn. Vermijd gebruik van het apparaat in de direct omgeving van: - sterke magnetische of elektromagnetische velden - zendantennes of HF-generatoren. Daardoor kan de meetwaarde worden vervalst. Wanneer kan worden aangenomen dat een veilig gebruik niet meer mogelijk is, mag het apparaat niet meer worden gebruikt en moet het worden beveiligd tegen onbedoeld gebruik. Er is wellicht sprake van onveilig gebruik als: - het product zichtbaar is beschadigd, het product niet meer functioneert en het product gedurende langere tijd onder ongunstige omstandigheden is opgeslagen of het product tijdens transport zwaar is belast. Schakel het meetapparaat nooit onmiddellijk in wanneer het van een koude naar een warme ruimte gebracht werd. Door het condenswater dat wordt gevormd, kan het apparaat onder bepaalde omstandigheden beschadigd raken. Laat het apparaat uitgeschakeld op kamertemperatuur komen. Laat het verpakkingsmateriaal niet achteloos liggen. Dit kan voor kinderen gevaarlijk speelgoed zijn. Neem ook de veiligheidsvoorschriften in de afzonderlijke hoofdstukken in acht. 81 Productbeschrijving De meetwaarden worden op de multimeter (hierna DMM genoemd) digitaal weergegeven. De aanduiding van de meetwaarde van de DMM omvat 2000 counts bij de VC250 en 4000 counts bij de VC270 (count = kleinste displaywaarde). Bij de VC250 en de VC270 worden bovendien de te gebruiken meetbussen voor elk meetbereik op het display aangegeven. Als beide DMM’s gedurende ca. 30 minuten niet bediend worden, dan schakelen de apparaten zich automatisch uit. De batterijen worden hiermee gespaard, en er ontstaat een langere bedrijfstijd. De automatische uitschakeling kan met de hand uitgeschakeld worden. Het meetapparaat is bestemd voor hobbygebruik maar ook voor professionele toepassingen. Voor een betere afleesbaarheid kan de DMM ideaal worden opgesteld met de beugel op de achterzijde. Het mA/µA-stroombereik van de VC270 is volkomen vernieuwd. Bij dit meetapparaat is het niet meer nodig een onbedoeld geactiveerde zekering te vervangen. De ingebouwde PTC-zekering reset zich na een activering automatisch. Het batterij- en zekeringsvak kan alleen geopend worden, als alle meetsnoeren van het meetapparaat verwijderd werden. Bij geopend batterij- en zekeringvak is het niet mogelijk, de meetsnoeren in de meetbussen te steken. Dit verhoogt de veiligheid van de gebruiker. Draaischakelaar (4) De afzonderlijke meetbereiken worden gekozen via een draaischakelaar. Bij de VC270 en de VC90 is de automatische bereikkeuze „Autorange“ actief. Hierbij wordt altijd het passende meetbereik ingesteld. Bij de VC250 moeten de meetbereiken met de hand ingesteld worden. Begin de metingen steeds met het grootste meetbereik, en schakel indien nodig over op een kleiner meetbereik. Bij de VC270 en de VC290 bevindt zich op de draaischakelaar een functietoets (9). Met deze toets schakelt u bij de VC270 over naar een subfunctie (SELECT) als een meetfunctie dubbel bezet is (b.v. omschakeling weerstandsmeting – diodetest en doorgangsmeting of AC/DC-omschakeling in het spanningsbereik). Bij de VC290 is dient deze toets voor data hold, om de momentane meetwaarde vast te houden. Met elke keer drukken schakelt u de functie om. De meetapparaten VC270 en VC290 zijn in de schakelaarstand „OFF“ uitgeschakeld. Schakel het meetapparaat altijd uit wanneer u het niet gebruikt. 82 Display (2) De meetapparaten van de reeks VC200 verschillen qua meetfuncties en ook qua display. De volgende afbeelding geeft een overzicht van de mogelijke indicatie-elementen van uw DMM. Leveromvang Multimeter met aangespoten rubberen bescherming 9V blokbatterij (niet bij de VC290) Veiligheidsmeetsnoeren Handleiding 83 Displaygegevens en symbolen De symbolen en indicaties verschillen naargelang het model. Dit is een overzicht van alle mogelijke symbolen en indicaties bij de reeks VC200. Delta-symbool voor relatieve metingen (=referentiewaardemeting) Autorange/AUTO staat voor automatische keuze van het meetbereik Connect terminal Grafische aanwijzing voor de keuze van de vereiste meetbussen H De data hold-functie is actief. OL of 1. overflow; het meetbereik werd overschreden Symbool voor de bedrijfsschakelaar. In ingedrukte positie is het apparaat ingeschakeld. Batterij vervangen-symbool; de batterij zo snel mogelijk vervangen om meetfouten te vermijden! Symbool voor de diodetest Symbool voor de akoestische continuïteitsmeting AC DC Wisselgrootheid voor spanning en stroom Gelijkspanningsgrootheid voor spanning en stroom mV Millivolt (macht -3) V Volt (eenheid van el. spanning) A Ampere (eenheid van elektrische stroomsterkte) mA milli-Ampère (macht -3) µA micro-Ampère (macht -6) Hz Hertz (eenheid van frequentie) kHz kilo-Hertz (macht 3) MHz MegaHertz (macht 6) Ω Ohm (eenheid van el. weerstand) kΩ Kilo-ohm, (macht 3) MΩ Mega-ohm (macht 6) nF nano-Farad (macht–9; eenheid van elektrische capaciteit, symbool µF microfarad (macht -6) Symbool voor de batterijtest Het bliksemsymbool verschijnt bij spanningsmeetbereik 600 V 84 ) Meetbedrijf Overschrijd in geen geval de max. toegelaten ingangswaarden. Raak schakelingen en schakeldelen niet aan als daarop een hogere spanning dan 25 V ACrms of 35 V DC kan staan! Levensgevaarlijk! Controleer voor aanvang van de meting de aangesloten meetdraden op beschadigingen, zoals sneden, scheuren of afknellingen. Defecte meetleidingen mogen niet meer worden gebruikt! Levensgevaarlijk! Pak tijdens het meten niet boven de tastbare handgreepmarkeringen op de meetpunten vast. Meetbedrijf is alleen mogelijk bij gesloten batterije- en zekeringvak. Bij geopend vak zijn alle meetbussen mechanisch beveiligd tegen insteken. Er mogen altijd alleen die twee meetsnoeren op het meetapparaat aangesloten zijn, die nodig zijn voor de meting. Verwijder omwille van veiligheidsredenen alle niet nodige meetsnoeren uit het apparaat. Voor elke meetfunctie wordt bij de VC250 en de VC270 dejuiste aansluitvolgorde van de meetbussen op het display aangegeven. Houd hier mee rekening bij het aansluiten van de meetsnoeren op het meetapparaat. Van zodra er “OL” (voor Overload = overbelasting) op het display verschijnt, overschreed u het meetbereik. a) Meetapparaat inschakelen De meetapparaten van de reeks VC200 worden op verschillende wijze ingeschakeld. Schakel het meetapparaat altijd uit wanneer u het niet gebruikt. VC250: Schakel het meetapparaat in door te drukken op de aan/uit-schakelaar (3). De schakelaar moet inklikken. In ingedrukte positie is het apparaat ingeschakeld. Druk voor het uitschakelen nogmaals op deze toets. VC270 Draai de draaischakelaar (4) in de gewenste stand. Draai voor het uitschakelen de draaischakelaar in de stand „OFF“. VC290 Draai de draaischakelaar (4) in de gewenste stand. Draai voor het uitschakelen de draaischakelaar in de stand „OFF“. Deze is bij de VC290 aan beide zijden van het draaibereik voorhanden. Voor u met het meetapparaat aan de slag kunt, moet eerst de meegeleverde batterij worden geplaatst resp. bij de VC290 de ingebwoude condensator worden opgeladen. Het plaatsen en vervangen van de batterij en het laden van de condensator worden beschreven in het hoofdstuk „Reiniging en onderhoud“. 85 b) Spanningsmeting “V” Voor het meten van gelijkspanningen “DC” (V ) gaat u als volgt te werk: - Schakel de DMM in en kies het meetbereik „V ““. Voor kleine spanningen tot max. 400 mV kiest u het meetbereik „mV ““ - Steek het rode meetsnoer in de V-meetbus (7), het zwarte in de COM-aansluiting (8). - Sluit nu de beide meetpennen aan op het meetobject (batterij, schakeling, enz.). Het rode meetpunt komt overeen met de pluspool, het zwarte meetpunt met de minpool. - De betrokken polariteit van de meetwaarde wordt samen met de actuele meetwaarde in het display weergegeven. Is er bij gelijkspanning voor de meetwaarde een “-”(min)-teken te zien, dan is de gemeten spanning negatief (of de meetleidingen zijn verwisseld). Het spanningsbereik “V DC/AC” heeft een ingangsweerstand van >10 MOhm, het “mV DC”meetbereik van de VC270 en de VC290 >4000 MOhm. - Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel de DMM uit. Voor het meten van wisselspanningen “AC” (V ) gaat u als volgt te werk: - Schakel de DMM in en kies het meetbereik „V “. Druk bij de VC290 op de toets “SELECT” (10) om naar het AC-bereik over te schakelen. Op het display verschijnt “AC”. - Steek het rode meetsnoer in de V-meetbus (7), het zwarte in de COM-aansluiting (8). - Sluit nu de beide meetpennen aan op het meetobject (generator, schakeling, enz.). - De meetwaarde wordt in het display weergegeven. - Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel de DMM uit. c) Stroommeting „A“ Overschrijd in geen geval de max. toegelaten ingangswaarden. Raak schakelingen en schakeldelen niet aan als daarop een hogere spanning dan 25 V ACrms of 35 V DC kan staan! Levensgevaarlijk! De spanning in het meetcircuit mag 600 V niet overschrijden Metingen in het >5 A-gebied mogen max. 10 seconden duren, en worden uitgevoerd met een interval van 15 minuten. Begin de stroommeting steeds met het grootste meetbereik, en schakel indien nodig over op een kleiner meetbereik. Schakel voor u van meetbereik verandert de schakeling steeds spanningsvrij. Alle stroommeetbereiken zijn gezekerd en dus beveiligd tegen overbelasting. 86 De µA/mA-meetingang van de VC270 heeft een zelfherstellende PTC-zekering, waardoor het vervangen van zekeringen vervalt. Als de PTC-zekering is geactiveerd (geen verandering van meetwaarden, enz), schakelt u de DMM uit (OFF) en wacht u ongeveer 5 minuten. De zelfherstellende zekering koelt af en is daarna weer klaar voor gebruik. Voor het meten van gelijkstromen (A ) gaat u als volgt te werk: - Schakel de DMM in en kies het meetbereik „A “. - In de tabel zijn de verschillende meetfuncties en de mogelijke meetbereiken aangegeven. Selecteer het meetbereik en de bijhorende meetbussen. Meetfunctie VC250 VC270 VC290 Meetbussen µA <200 µA <4000 µA <4000 µA COM + mAµA mA 200 µA - 199 mA 4000 µA – 399 mA 4000 µA – 399 mA COM + mAµA A 200 mA – 10 A 400 mA – 10 A 400 mA – 10 A COM + 10A - Plug het rode meetsnoer in de mAµA- of 10A-meetbus. Het zwarte meetsnoer plugt u in de COMmeetbus. - Sluit nu de beide meetsnoeren in serie aan met het meetobject (batterij, schakeling, enz.); de betrokken polariteit van de meetwaarde wordt samen met de actuele meetwaarde op het display weergegeven. Is er bij een gelijkstroommeting voor de meetwaarde een “-”(min)-teken te zien, dan is de gemeten stroom tegengesteld (of zijn de meetsnoeren verwisseld). - Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel de DMM uit. Voor het meten van wisselstroom (A ) gaat u te werk zoals hierboven beschreven. - Schakel de DMM in en kies het meetbereik „A “. Druk bij de VC270 en de VC290 op de toets “SELECT” om naar het AC-bereik over te schakelen. Op het display verschijnt “AC”. Door nogmaals op de knop te drukken, wordt weer overgeschakeld enz. - Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel de DMM uit. Meet op het bereik 10A in geen geval stromen van meer dan 10 A resp. in het mA/µA-gebied stromen groter dan 400 mA: anders spreken de zekeringen aan. 87 d) Frequentiemeting (alleen VC270 en VC290) De DMM kan de frequentie van een signaalspanning tussen 10 Hz - 10 MHz meten en aangeven. Voor het meten van frequenties gaat u als volgt te werk: - Schakel de DMM in en kies het meetbereik „Hz“. Op het display verschijnt „Hz“. - Steek het rode meetsnoer in de Hz-meetbus (7), het zwarte in de COMaansluiting (8). - Sluit nu de beide meetpennen aan op het meetobject (signaalgenerator, schakeling, enz.). - De frequentie wordt in de bijbehorende eenheid op het display weergegeven. - Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel de DMM uit. e) Weerstandsmeting Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals andere meetobjecten absoluut spanningsloos en ontladen zijn. Voor de weerstandsmeting gaat u als volgt te werk: - Schakel de DMM in en kies het meetbereik “Ω”. - Steek het rode meetsnoer in de Ω-meetbus (7), het zwarte in de COMaansluiting (8). - Controleer de meetsnoeren op doorgang door beide meetpunten met elkaar te verbinden. Nu moet zich een weerstandswaarde van ca. 0 - 0,5 ohm instellen (de eigen weerstand van de meetsnoeren). - Bij laagohmige metingen drukt u op de VC270 en de VC290 op de toets “REL” (3), om de invloed van de eigen weerstand van de meetsnoeren op de volgende weerstandsmeting uit te schakelen. Het display geeft 0 ohm weer. De automatische bereikskeuze (autorange) is uitgeschakeld. De autorange-functie wordt door het veranderen van meetfunctie terug ingeschakeld (bijv. de toets „SELECT“ 2 x indrukken). - Sluit nu de beide meetstiften aan op het meetobject. De meetwaarde wordt in het display weergegeven, mits het meetobject niet hoogohmig of onderbroken is. Wacht tot de displaywaarde gestabiliseerd is. Bij weerstanden >1 MOhm kan dit enkele seconden duren. - Zodra “OL” (voor overflow = overloop) op het display verschijnt, heeft u het meetbereik overschreden of is het meetcircuit onderbroken. - Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel de DMM uit. Wanneer u een weerstandsmeting uitvoert, moet u erop letten dat de meetpunten waarmee de meetsnoeren in contact komen, vrij zijn van vuil, olie, soldeerhars of dergelijke. Dergelijke omstandigheden kunnen het meetresultaat vervalsen. 88 f) Diodetest Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals andere meetobjecten absoluut spanningsloos en ontladen zijn. - Schakel de DMM in en kies het meetbereik - Druk bij de VC270 en de VC290 op de toets “SELECT” om de meetfunctie om te schakelen. Op het display verschijnt het diodesymbool. Door nogmaals op de knop te drukken, wordt de volgende meetfunctie ingeschakeld. - Steek het rode meetsnoer in de Ω-meetbus (7), het zwarte in de COMaansluiting (8). - Controleer de meetsnoeren op doorgang door beide meetpunten met elkaar te verbinden. Nu moet zich een waarde van ca. 0 V instellen. - Verbind nu de beide meetpunten met het meetobject (diode). - Op het display wordt de doorlaatspanning „Uf“ in volt (V) weergegeven. Als „OL“ verschijnt, wordt de diode in sperrichting (Ur) gemeten of is de diode defect (onderbreking). Voer ter controle een meting door met omgekeerde polariteit. - Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel de DMM uit. g) Doorgangsmeting Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals andere meetobjecten absoluut spanningsloos en ontladen zijn. - Schakel de DMM in en kies het meetbereik resp. - Druk bij de VC270 en de VC290 2x op de toets “SELECT” om de meetfunctie om te schakelen. Op het display verschijnt het symbool door de doorgangsmeting. Door nogmaals op de knop te drukken, wordt de eerste meetfunctie ingeschakeld. - Steek het rode meetsnoer in de Ω-meetbus (7), het zwarte in de COMaansluiting (8). - Als doorgang wordt een meetwaarde < 10 ohm herkend; hierbij klinkt een pieptoon. - Zodra “OL” (voor overflow = overflow) op het display verschijnt, heeft u het meetbereik overschreden of is het meetcircuit onderbroken. - Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel de DMM uit. 89 h) Capaciteitsmeting (alleen VC270 en VC290) Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals andere meetobjecten absoluut spanningsloos en ontladen zijn. Let bij elektrolyt-condensatoren absoluut op de polariteit. - Schakel de DMM in en kies het meetbereik - Steek het rode meetsnoer in de V-meetbus (7), het zwarte in de COMaansluiting (8). - Op het display verschijnt de eenheid „nF“. Op basis van de gevoelige meetingang kan het bij “open” meetsnoeren komen tot een waarde-indicatie op het display. Door indrukken van de toets “REL” wordt het display gereset op “0”. De autorangefunctie blijft actief. - Verbind nu de beide meetpunten (rood = pluspool/zwart = minpool) met het meetobject (condensator). In het display wordt na korte tijd de capaciteit weergegeven. Wacht tot de displaywaarde gestabiliseerd is. Bij condensatoren >40 µF kan dit enkele seconden duren. - Van zodra er “OL” (voor Overload = overbelasting) op het display verschijnt, overschreed u het meetbereik. - Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel de DMM uit. i) Batterijtest (alleen VC250) De batterijtest dient voor het snel controleren van de meest voorkomende 1,5 en 9V-batterijen. Voor een objectief meetresultaat worden de batterijen gemeten bij een kleine belasting. Op het display wordt de werkelijke klemspanning onder belasting zichtbaar. De meting ook evengoed mogelijk accu’s. Selecteer daartoe het meetbereik, dat het dichtst bij de accuspanning ligt (bijv. meetbereik 1,5 V voor 1,2 V-accu) - Schakel de DMM in en kies het meetbereik - Plug het rode meetsnoer in de m1-µA meetbus (5), het zwarte in de COM-meetbus (8). - Op het display verschijnt de eenheid „V“. Bij accu’s is op basis van de geringe celspanning het meetresultaat lager dan bij normale batterijen. - Van zodra er “1.” op het display verschijnt, overschreed u het meetbereik. - Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel de DMM uit. . 90 REL-functie (alleen VC270 en VC290) De REL-functie maakt een referentiewaardemeting mogelijk om ev. leidingsverliezen zoals bijv. bij weerstandsmetingen te vermijden. Hiertoe wordt de momentane displaywaarde op nul gezet. Er wordt een nieuwe referentiewaarde ingesteld. Door indrukken van de toets “REL” wordt deze meetfunctie ingeschakeld. Op het display verschijnt „ “. De automatische meetbereikkeuze wordt daarbij uitgeschakeld (behalve capaciteitsmeetbereik). Om deze functie uit te schakelen verandert u van meetfunctie. De REL-functie is niet actief in het frequentiemeetbereik noch bij hoogohmige weerstandsmetingen, bij de diodetest en de doorgangsmeting. HOLD-functie (alleen VC290) De HOLD-functie bevriest in de DMM-modus de huidige meetwaarde op het display om deze rustig te kunnen aflezen of verwerken. Zorg er bij het controleren van spanningsvoerende geleiders voor, dat deze functie bij het begin van de metingen uitgeschakeld is. Anders ziet u een verkeerd meetresultaat! Voor het inschakelen van de HOLD-functie drukt u op de toets „H“ (9); een geluidssignaal bevestigt deze handeling en op het display wordt „H“ zichtbaar. Om de HOLD-functie uit te schakelen, drukt u nogmaals op de toets „H“ (9) of verandert u van meetfunctie. Low Imp. 400 kΩ-functie (alleen VC250 en VC270) Deze functie mag alleen bij spanningen tot max. 250 V en gedurende max. 3 seconden worden gebruikt! Deze meetfunctie maakt het verlagen mogelijk van de meetimpedantie van 10 MΩ naar 400 kΩ. Door het verlagen van de meetimpedantie worden mogelijke fantoomspanningen onderdrukt, die het meetresultaat zouden kunnen vervalsen. Druk deze toets tijdens de spanningsmeting (max. 250 V!) max. 3 seconden in. Na het loslaten heeft de multimeter terug zijn normale meetimpedantie van 10 MΩ. Auto Power off-functie (alleen VC270 en VC290) De DMM schakelt na 30 minuten automatisch uit, indien er geen enkele toets of schakelaar bediend werd. Deze functie spaart de batterij en verlengt de gebruiksduur. Om de DMM na een automatische uitschakeling terug in te schakelen bedient u de draaischakelaar of drukt u op de “REL” of “SELECT”-toets. 91 De auto power-off functie kan handmatig worden uitgeschakeld. Schakel daartoe het meetapparaat uit (OFF). Houd de toets “SELECT” ingedrukt, en schakel de DMM met de draaischakelaar in. De functie is zo lang actief, tot het meetapparaat met de draaischakelaar wordt uitgeschakeld. Reiniging en onderhoud Algemeen Om de nauwkeurigheid van de multimeter over een langere periode te kunnen garanderen, moet het apparaat jaarlijks worden geijkt. Afgezien van een incidentele reinigingsbeurt en het vervangen van de batterij is het apparaat onderhoudsvrij. Het vervangen van batterij en zekeringen vindt u verderop in de gebruiksaanwijzing. Controleer regelmatig de technische veiligheid van het apparaat en de meetsnoeren, b.v. op beschadiging van de behuizing of afknellen van de snoeren enz. Reiniging Gelieve volgende veiligheidsvoorschriften nauwgezet op te volgen voordat u het product reinigt: Bij het openen van deksels of het verwijderen van onderdelen, behalve wanneer dit handmatig mogelijk is, kunnen spanningvoerende delen worden blootgelegd. Vóór reiniging of reparatie moeten de aangesloten snoeren van het meetapparaat en van alle meetobjecten worden gescheiden. Schakel de DMM uit. Gebruik voor het schoonmaken geen carbonhoudende schoonmaakmiddelen, benzine, alcohol of soortgelijke producten. Hierdoor wordt het oppervlak van het meetapparaat aangetast. Bovendien zijn de dampen schadelijk voor de gezondheid en explosief. Gebruik voor de reiniging ook geen scherp gereedschap, schroevendraaiers of staalborstels en dergelijke. Gebruik een schone, pluisvrije, antistatische en licht vochtige schoonmaakdoek om het product te reinigen. Laat het apparaat volledig drogen, voro u het voor de volgende metingen gebruikt. Meetapparaat openen Het vervangen van zekeringen en batterijen is omwille van veiligheidsgronden alleen mogelijk, als alle meetsnoeren van het meetapparaat worden verwijderd. Het batterij- en zekeringvak (17) kan bij ingeplugde meetsnoeren niet worden geopend. Bovendien worden bij het openen alle meetbussen mechanisch vergrendeld, om het achteraf inpluggen bij geopende behuizing te voorkomen. De vergrendeling wordt automatisch opgeheven, van zodra het batterij- en zekeringvak terug gesloten is. 92 Het design van de behuizing laat zelfs bij geopend batterij- en zekeringvak alleen de toegang toe tot de batterij en de zekeringen. De behuizing moet niet meer zoals gebruikelijk volledig worden geopend en gedemonteerd. Deze maatregelen verhogen de veiligheid en de gebruiksvriendelijkheid. Voor het openen gaat u als volgt te werk: - Verwijder alle meetsnoeren van het apparaat en schakel het uit. - Los en verwijder de schroef van het batterijvak aan de achterzijde (14). - Trek bij dichtgeklapte beugel het batterij- en zekeringvak (17) naar benden van het meetapparaat. - De zekeringen en het batterijvak zijn nu toegankelijk. - Sluit de behuizing in de omgekeerde volgorde en schroef het batterij- en zekeringvak terug dicht. - Het meetapparaat is nu weer klaar voor gebruik. Vervangen van zekeringen De beide stroommeetbereiken zijn voorzien van hoog vermogen-zekeringen. Als er geen meting in dit bereik meer mogelijk is, moet de zekering worden vervangen. Voor het vervangen gaat u als volgt te werk: - Ontkoppel de aangesloten meetsnoeren van het meetcircuit en van uw meetapparaat. Schakel de DMM uit. - Sluit de behuizing zoals in het hoofdstuk „Meetapparaat openen“ beschreven. - Vervang de defecte zekering door een nieuwe zekering van hetzelfde type en nominale stroomsterkte. De zekeringen hebben de volgende waarde: Zekering F1 F2 VC250 F10A 600V (6,35 x 31,8 mm) FF 200 mA 600V (32 x 6 mm) VC270 F10A 600V (6,35 x 31,8 mm) 3 x F 160 mA/600 V zelfherstellend, PTC (32 x 6,2 mm) VC290 F10A 600V (6,35 x 31,8 mm) FF 400 mA 600V (6,35 x 31,8 mm) Schakelvermogen 10 kA - Sluit de behuizing weer zorgvuldig. Het gebruik van herstelde zekeringen of het overbruggen van de zekeringhouder is om veiligheidsreden niet toegestaan. Dit kan leiden tot brand of een vlamboogexplosie. Gebruik het meetapparaat in geen geval in geopende toestand. 93 Plaatsen en vervangen van de batterij (alleen VC250 en VC270) Voor het gebruik van het meetapparaat is een 9V-batterij (b.v. 1604A) noodzakelijk. Bij de eerste ingebruikneming of wanneer het symbool voor vervanging van batterijen resp. op het display verschijnt, moeten een nieuwe, volle batterij worden geplaatst. Voor het plaatsen/vervangen gaat u als volgt te werk: - Ontkoppel de aangesloten meetsnoeren van het meetcircuit en van uw meetapparaat. Schakel de DMM uit. - Sluit de behuizing zoals in het hoofdstuk „Meetapparaat openen“ beschreven. - Vervang de lege batterij voor een nieuwe van hetzelfde type. Plaats de nieuwe batterij met de juiste polariteit in het batterijvak (16). Let op de in het batterijvak aangeduide polariteit. - Sluit de behuizing weer zorgvuldig. Gebruik het meetapparaat in geen geval in geopende toestand. !LEVENSGEVAAR! Laat geen lege batterijen in het meetapparaat aangezien zelfs batterijen die tegen lekken zijn beveiligd, kunnen corroderen, waardoor chemicaliën vrij kunnen komen die schadelijk zijn voor uw gezondheid of schade veroorzaken aan het apparaat. Laat batterijen niet achteloos rondslingeren. Deze kunnen door kinderen of huisdieren worden ingeslikt. Raadpleeg bij inslikken onmiddellijk een arts. Verwijder de batterijen als u het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt, om lekkage te voorkomen. Lekkende of beschadigde batterijen kunnen bij huidcontact bijtende wonden veroorzaken. Draag daarom in dit geval beschermende handschoenen. Let op, dat batterijen niet worden kortgesloten. Gooi geen batterijen in het vuur. Batterijen mogen niet worden opgeladen of gedemonteerd. Er bestaat explosiegevaar. Een geschikte alkalinebatterij is onder het volgende bestelnummer verkrijgbaar: Bestelnr. 65 25 09 (1x bestellen a.u.b.). Gebruik uitsluitend alkalinebatterijen, omdat deze krachtig zijn en een lange gebruiksduur hebben. VC290 opladen De VC290 heeft geen batterij nodig voor zijn werking. De voeding gebeurt met een geïntegreerde, hoogcapacitieve condensator (High-Cap). Deze condensator kan via een laadfunctie op de draaischakelaar op elke wisselspanningsbron van 230 V/AC (netspanning) worden opgeladen. Een zonnecel (11) buffert bij voldoende licht onafhankelijk van de meetfunctie de laadcondensator en verlengt zo de gebruiksduur. 94 Voor het laden via de netspanning (230 V/AC) gaat u te werk als volgt: - Schakel de DMM in en kies het bereik “CHARGE”. - Steek het rode meetsnoer in de V-meetbus (7), het zwarte in de COMaansluiting (8). - Op het display verschijnt het symbool „CHARGE!“ en de relatieve laadspanning. Deze gaat van –2,600 V (leeg) tot ca.3,999 V. Als de High-Cap geladen is, dan wordt op het display „OL“ zichtbaar. Een lading van ca. 10 minuten volstaat op het DC V-meetbereik voor ca. 180 minuten meten. - Als de High-Cap volledig ontladen is en er niets op het display verschijnt, dan drukt u tijdens het laden op de toets „RESET“ (3). De DMM wordt terug ingeschakeld. Verwijdering a) Product Elektronische apparaten bevatten herbruikbare materialen en mogen niet bij het huishoudelijk afval. Voer het product aan het einde van zijn levensduur conform de geldende wettelijke bepalingen af. Neem eventueel ingebrachte batterijen/accu’s uit en verwijder deze gescheiden van het product. b) Batterijen/accu’s Voer het product aan het einde van zijn levensduur conform de geldende wettelijke bepalingen af; verwijdering via het huishoudelijke afval is niet toegestaan. Batterijen-accu’s die schadelijke stoffen bevatten, worden met het hiernaast weergegeven pictogram aangeduid dat verwijst naar het verbod op verwijdering bij het huishoudelijk afval. De aanduidingen voor de betreffende zware metalen zijn: Cd=cadmium, Hg=kwik, Pb=lood (De aanduiding staat op de batterij/accu bijvoorbeeld onder het links afgebeelde pictogram van een vuilnisbak). U kunt uw gebruikte batterijen/accu’s gratis inleveren bij de inzamelpunten van uw gemeente, onze nevenvestigingen of overal waar batterijen/accu’s worden verkocht. Hiermee voldoet u aan uw wettelijke verplichtingen en levert u een bijdrage aan de bescherming van het milieu. 95 Verhelpen van storingen U heeft met de DMM een product aangeschaft dat volgens de nieuwste stand der techniek is ontwikkeld en veilig is in het gebruik. Toch kunnen zich problemen of storingen voordoen. Hieronder vindt u enkele maatregelen om eventuele storingen eenvoudig zelf te verhelpen: Neem altijd de veiligheidsvoorschriften in acht! Storing Mogelijke oorzaak Mogelijke remedie De multimeter werkt niet Is de batterij leeg resp. de High-Cap (bij VC290) ontladen? Controleer de toestand. Vervang de batterij of laad het apparaat op. Geen verandering Is een verkeerde meetfunctie van meetwaarden actief wijziging Controleer de indicatie (AC/DC) en schakel de functie ev. om. Werden de verkeerde aansluitingen gebruikt? Vergelijk de aansluiting met de indicatie op het display. Is de zekering defect? Controleer de zekeringen. Is bij de VC290 de hold-functie actief (indicatie “H”) ? Druk op de toets "H" om deze functie te activeren. Laat andere reparaties dan hierboven beschreven uitsluitend door een bevoegd vakman uitvoeren. Ga naar bladzijde 76, waar u de volledige service-hotlineparagraaf vindt. Technische gegevens Display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4000 counts (tekens), 2000 counts bij VC250 Meetsnelheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .ong. 2-3 metingen/seconde Lengte meetdraden . . . . . . . . . . . . . . . . . .elk ca. 90 cm Meetimpedantie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .>10MΩ (V-bereik) Voedingsspanning . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9V blokbatterij (VC250/VC270) High-Cap/zonnecel (VC290) Bedrijfsvoorwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . .0 tot 30°C (<75%rF), >30 tot 40°C (<50%rv) Gebruikshoogte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .max. 2.000 m Opslagtemperatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . .-10°C tot +50°C Gewicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .ca. 380 g Afmetingen (LxBxH) . . . . . . . . . . . . . . . . .185 x 91 x 43 (mm) Overspanningscategorie . . . . . . . . . . . . . .CAT III 600 V, Vervuilingsgraad 2 Meettoleranties Weergave van de nauwkeurigheid in ± (% van de aflezing + weergavefouten in counts (= aantal kleinste posities)). De nauwkeurigheid geldt 1 jaar lang bij een temperatuur van +23°C (±5°C), bij een rel. luchtvochtigheid van minder dan 75 %, niet condenserend. 96 Gelijkspanning Bereik Nauwkeurig- Resolutie VC250 heid 200 mV 0,1 mV 2V 1 mV ±(0,5% + 8) 20 V 0,01 V 200 V 0,1 V 600 V ±(0,8% + 8) 1V Overbelastingsbescherming 600 V Bereik Nauwkeurigheid VC270/290 VC270 VC290 400 mV ±(0,8% + 10) ±(0,8% + 10) 4V 40 V ±(0,8% + 10) ±(0,8% + 10) 400 V 600 V ±(1% + 10) ±(1% + 10) Resolutie Bereik Nauwkeurig- Resolutie Bereik Nauwkeurigheid VC250 heid VC270/290 VC270 VC290 2V 0,001 V 4V 20 V ±(1,0% + 10) 0,01 V 40 V ±(1,3% + 7) ±(1,5% + 8) 200 V 0,1 V 400 V 600 V ±(1,3% + 7) 1V 600 V ±(1,6% + 7) ±(1,6% + 7) Frequentiegebied 40 – 400 Hz; effectieve gemiddelde waarde bij een sinusvormige spanning; overbelastingsbescherming 600 V Resolutie 0,1 mV 1 mV 0,01 V 0,1 V 1V Wisselspanning 0,001 V 0,01 V 0,1 V 1V Gelijkstroom Bereik VC250 200 µA 2 mA 20 mA 200 mA 10 A Nauwkeurigheid Bereik Nauwkeurigheid Resolutie VC270/290 VC270 VC290 0,1 µA 400 µA 0,1 µA ±(1,3% + 2) ±(1,2% + 10) 0,001 mA 4000 µA 0,001 mA ±(1,0% + 5) 0,01 mA 40 mA 0,01 mA ±(1,6% + 4) ±(1,5% + 10) 0,1 mA 400 mA 0,1 mA ±(1,6% + 7) 0,01 A 4A 0,001 A ±(2,0% + 10) ±(2,0% + 8) 10 A 0,01 A Overbelastingsbeveiliging: zekeringen; meettijdbegrenzing >5 A: max. 10 s met een pauze van 15 min Wisselstroom NauwkeurigBereik VC250 200 µA ±(1,3% + 7) 2 mA 20 mA 200 mA 10 A ±(2,6% + 7) Resolutie Resolutie Bereik Nauwkeurigheid Resolutie VC270/290 VC270 VC290 0,1 µA 400 µA ±(1,6% + 2) ±(2,0% + 8) 0,1 µA 0,001 mA 4000 µA 0,001 mA 0,01 mA 40 mA ±(2,0% + 8) ±(2,6% + 7) 0,01 mA 0,1 mA 400 mA 0,1 mA 0,01 A 4A ±(2,6% + 4) ±(3,3% + 7) 0,001 A 10 A 0,01 A Overbelastingsbeveiliging: zekeringen; meettijdbegrenzing >5 A: max. 10 s met een pauze van 15 min 97 Diodetest Proefspanning VC250 ca. 3,0 V VC270 ca. 1,48 V VC290 ca. 1,48 V Overbelastingsbeveiliging: 600 V Definitie 0,001 V 0,001 V 0,001 V Akoest. doorgangstester <10 W continu too, overbelastingsbescherming 600 V Overschrijd in geen geval de max. toegelaten ingangswaarden. Raak schakelingen en schakeldelen niet aan als daarop een hogere spanning dan 25 V ACrms of 35 V DC kan staan! Levensgevaarlijk! 99  Impressum Dies ist eine Publikation der Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). Alle Rechte einschließlich Übersetzung vorbehalten. Reproduktionen jeder Art, z. B. Fotokopie, Mikroverfilmung, oder die Erfassung in elektronischen Datenverarbeitungsanlagen, bedürfen der schriftlichen Genehmigung des Herausgebers. Nachdruck, auch auszugsweise, verboten. Die Publikation entspricht dem technischen Stand bei Drucklegung. © Copyright 2014 by Conrad Electronic SE.  Legal Notice This is a publication by Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). All rights including translation reserved. Reproduction by any method, e.g. photocopy, microfilming, or the capture in electronic data processing systems require the prior written approval by the editor. Reprinting, also in part, is prohibited. This publication represent the technical status at the time of printing. © Copyright 2014 by Conrad Electronic SE.  Information légales Ceci est une publication de Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). Tous droits réservés, y compris de traduction. Toute reproduction, quelle qu‘elle soit (p. ex. photocopie, microfilm, saisie dans des installations de traitement de données) nécessite une autorisation écrite de l‘éditeur. Il est interdit de le réimprimer, même par extraits. Cette publication correspond au niveau technique du moment de la mise sous presse. © Copyright 2014 by Conrad Electronic SE.  Colofon Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. © Copyright 2014 by Conrad Electronic SE. V8_0614_02/VTP
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102

VOLTCRAFT 12 45 01 VC250 Operating Instructions Manual

Categorie
Multimeters
Type
Operating Instructions Manual
Deze handleiding is ook geschikt voor