Dolmar PM-5360 S3CP (2001) de handleiding

Categorie
Tuingereedschap
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Betriebsanweisung
Instruction Manual
Instructions d’emploi
Istruzioni d’impiego
Gebruiksaanwijzing
Instrucciones de manejo
Achtung:
Lesen Sie vor der ersten Inbetrieb-
nahme diese Betriebsanweisung
gründlich durch, und befolgen Sie
unbedingt die Sicherheitshinweise.
Betriebsanweisung sorgfältig auf-
bewahren!
Attenzione:
Osservare attentamente le norme
di sicurezza. Errori nell’uso della
tosaerba possono essere causa di
incidenti.
Conservare accuratamente le
istruzioni d’impiego!
Attention:
Lire attentivement ce manuel avant
la première mise en service et
observer absolument les pres-
criptions de sécurité! Garder avec
soins le manuel des instructions
d’emploi!
Atención:
Es indispensable leer con mucha
atención las instrucciones de
manejo antes de utilizar la
cortacésped por primera vez. ¡
Preste especial atención a las
recomendaciones de seguridad!
Conservar cuidados los
instrucciones de manejo.
Important:
Read this instruction manual
carefully before putting the mower
into operation and strictly observe
the safety precautions! Keep this
instruction manual!
Belangrijk:
Lees voor de eerste inbedrijfname
deze gebruiksaanwijzing zorg-
vuldig door en neem alle veilig-
heidsvoorschriften in acht!
Gebruiksaanwijzing zorgvuldig
bewaren!
PM-5360 S3CP
NL
NL 7
INHOUDSOPGAVE
Inleiding................................................................................... NL 7
Gebruik in overeenstemming met de voorschriften................. NL 7
Beschrijving afbeelding........................................................... NL 7
Betekenis van de symbolen op het apparaat.......................... NL 7
Veiligheidsinstructies............................................................... NL 8
Technische gegevens............................................................. NL 9
Montage.................................................................................. NL 9
Bedieningsinstructies.............................................................. NL 10
Verzorging van het gazon en maaien..................................... NL 11
Onderhoud en verzorging....................................................... NL 11
Opbergen van het apparaat.................................................... NL 12
Opsporen van defecten.......................................................... NL 13
EC-conformiteitsverklaring..................................................... NL 14
Garantiekaart.......................................................................... NL 14
INLEIDING
Geachte klant,
U heeft een nieuw apparaat aangeschaft. Wij bedanken u voor het ver-
trouwen dat u in onze kwaliteitsproducten heeft en wensen u veel ple-
zier bij het werken met uw nieuwe apparaat.
Stelt u zich voordat u het apparaat voor de eerste maal in gebruik
neemt absoluut op de hoogte van de inhoud van deze gebruiksaanwij-
zing!
Desondanks kunnen er van het apparaat gevaren uitgaan als het wordt
gebruikt door onvoldoende geschoold personeel of tegen de voorschrif-
ten in. De voorschriften ter voorkoming van ongevallen dienen te wor-
den nageleefd.
Neem a.u.b. de veiligheidsinstructies in deze gebruiksaanwijzing en de
veiligheidsinstructies op het apparaat zelf in acht.
Wij verwijzen ernaar dat schades aan de maaier die zijn ontstaan door
bedieningsfouten niet onderhevig zijn aan onze garantieverplichtingen.
Gebruik in overeenstemming met de voorschriften
Deze gazonmaaier is alleen maar bestemd voor het maaien van
gazons, een ander gebruik is niet toegestaan.
Hij is alleen maar geschikt voor particulier gebruik in de tuin rond het
huis. Met gazonmaaiers voor de particuliere tuin rond het huis worden
maaiers bedoeld die worden gebruikt voor het onderhoud van particu-
liere gras- en gazonoppervlakken, maar niet in openbare plantsoenen,
parken, sportvelden, en de land- en bosbouw.
Verboden voor de volgende gebruikers:
Personen die de gebruiksaanwijzing niet kennen. Kinderen, jeugdige
personen onder 16 jaar en personen onder invloed van alcohol, drugs
of medicamenten mogen het apparaat niet bedienen.
Tijden waarop de elektrische grasmaaier mag worden gebruikt
(volgens de wet op emissies in de BRD). Neem a.u.b. ook de gemeen-
telijke voorschriften m.b.t. het gebruik van gazonmaaiers in acht!
Maandag - zaterdag 7.00 - 12.00 en 15-00 - 19.00 uur
Op zon- en feestdagen niet toegestaan
Beschrijving van afbeelding
1. Schakelbeugel voor motorrem
2. Gashendel
3. Onderste stanggedeelte
4. Starthandgreep
5. Motor
6. Motorhuis
7. Maaihoogteaanduiding
8. Maaihoogteomzetting
9. Uitworpklep
10. Grasopvangbak
11. Bovenste stanggedeelte
12. Schakelhendel voor aandrijving
13. Schakelhendel voor meskoppeling
14. Schakelhendel voor wielaandrijving
Het model PM-5360 S3CP beschikt over een ingebouwde meskoppe-
ling (BBC).
Pas na inschakeling van de schakelbeugels 1 en 13 kan het maaimes
worden gebruikt.
Men kan het volgende doen als de motor loopt en de meskoppeling is
uitgeschakeld (maaimes staat stil):
a) de grasopvangbak eraf nemen.
b) ook buiten de gazons - met en zonder wielaandrijving - rijden.
BETEKENIS VAN DE SYMBOLEN OP HET APPA-
RAAT
Voor ingebruikneming deze gebruiksaanwij-
zing lezen!
Houdt derden weg uit de gevarenzone!
Vóór werkzaamheden aan het maaimes de
bougiestekker eruit treken!
Attentie gevaar!
Houdt handen en voeten uit de buurtvan de
maaimessen!
NL
NL 8
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
1. Algemene instructies
1.1 Gebruiksaanwijzing zorgvuldig doorlezen. Maak u vertrouwd met
de juiste manier om het apparaat te gebruiken.
1.2 Kinderen of personen die de gebruiksaanwijzing niet kennen
mogen het apparaat niet gebruiken. Plaatselijke voorschriften kun-
nen de minimum leeftijd van de gebruiker vaststellen.
1.3 Als er mensen, maar vooral kinderen of dieren in het werkgebied
zijn, mag er niet worden gemaaid.
1.4 De gebruiker van het apparaat is verantwoordelijk voor ongeval-
len met andere personen of hun eigendom.
1.5 Bewaar deze gebruiksaanwijzing om haar later eventueel te
raadplegen.
2. Voorbereidende maatregelen
2.1 Tijdens het maaien moet men altijd stevige schoenen en een
lange broek dragen. Maai nooit op blote voeten of met open sanda-
len.
2.2 Controleer het volledige terrein waar de maaier wordt ingezet, en
verwijder alle stenen, stokken, draden, botten en andere vreemde
voorwerpen. Ook tijdens het maaien moet men letten op vreemde
voorwerpen.
2.3 WAARSCHUWING ! - Benzine is zeer licht ontvlambaar!
- Sla benzine alleen maar in de daarvoor bedoelde tanks op.
- Tank alleen maar in de openlucht en rook niet tijdens het vullen
- Benzine moet vóór het starten van de motor bijgevuld worden.
Als de motor loopt of als de machine warm is dan mag de tanksluit-
ing niet worden geopend en er mag ook geen benzine worden bij-
gevuld.
- Als er benzine is overgelopen mag er niet worden geprobeerd de
motor te starten. In de plaats daarvan moet het apparaat wegge-
haald worden van het met benzine verontreinigde oppervlak. Iedere
poging tot starten moet worden vermeden totdat de benzinedam-
pen vervlogen zijn.
- Om veiligheidsredenen moeten de benzinetank en de tanksluiting
bij beschadiging worden vervangen.
- Gebruik bij het voltanken een bijpassende trechter of een vulpijp
zodat er geen brandstof op de motor en het huis of op het gazon
kan terechtkomen.
2.4 De uitlaat en het gebied rond de uitlaat kunnen tot 80° warm wor-
den. ATTENTIE: Gevaar voor verbranding. Beschadigde uitlaatdem-
pers vervangen.
2.5 Vóór het gebruik moet d.m.v. een visuele controle worden gecon-
troleerd of het maaimes, de bevestigingsbouten en de gehele maaiu-
nit versleten of beschadigd zijn. Om te voorkomen dat het apparaat
niet in evenwicht verkeert moeten versleten of beschadigde messen
worden vervangen door nieuwe.
3. Instructies m.b.t. het gebruik
3.1 De verbrandingsmotor mag niet in gesloten ruimtes lopen waarin
gevaarlijke uitlaatgassen zich kunnen ophopen - gevaar voor vergifti-
ging!
3.2 Maai alleen maar bij daglicht of bij een goede verlichting. Neem
ook de plaatselijk voor het gebruik toegestane tijden in acht.
3.3 Zorg er altijd voor dat u op hellingen goed staat.
3.4 Rij alleen maar stapvoets met de maaier.
3.5 Maai altijd dwars op de helling, nooit naar boven of naar bene-
den. Maai niet op extreem steile hellingen. Op hellingen met een hel-
lingshoek van meer dan 15° mag men uit veiligheidsoverwegingen
niet maaien. Als men op hellingen van richting verandert dient men
bijzonder voorzichtig te zijn!
3.6 Wees bijzonder voorzichtig: als u van richting verandert of als u
achteruit maait, wanneer de maaier naar u toe getrokken wordt.
3.7 Als de maaier tijdens het transport over andere oppervlakken dan
gras wordt geduwd moet de motor worden uitgeschakeld. - Gevaar
voor steenslag! Bij het transport naar en van de werkplek moet de
motor worden afgezet.
3.8 Gebruik nooit een maaier met een beschadigde behuizing resp.
beschadigde of ontbrekende beveiligingsvoorzieningen (b.v. stoot-
plaat, achterklep, grasopvangbak)
3.9 De basisafstelling van de motor is door de fabriek correct afge-
steld en mag niet worden veranderd.
3.10 Koppel voordat u de motor start alle maaigereedschap (indien
aanwezig) en aandrijvingen los.
3.11 Schakel de motor alleen maar in als er voldoende afstand is
tussen voeten en maaigereedschap.
3.12 Bij het inschakelen van de motor mag de maaier niet worden
gekanteld. Als de maaier hierbij moet worden opgetild, dan mag hij
slechts zóver worden gekanteld als absoluut nodig is. Til hierbij
alleen maar de van de gebruiker afgewende kant omhoog.
3.13 Start de motor niet als u vóór het uitworpkanaal staat (maaier
met zijuitworp).
3.14 Breng nooit handen of voeten binnen het bereik van het
roterende maaimes. Blijf uit de buurt van de uitworpopening als het
maaimes roteert.
3.15 Til of draag een gazonmaaier nooit als de motor loopt. Wacht
totdat het maaimes stilstaat en trek de stekker eruit.
3.16 Schakel de motor uit, wacht totdat het maaimes stilstaat en trek
de stekker uit het stopcontact.
a) Vóórdat u de grasopvangvoorziening wegneemt
b) Voordat u de blokkeringen verwijdert of verstoppingen in het uit-
worpkanaal verhelpt.
c) Voordat u de maaier controleert, reinigt of andere werkzaamheden
(b.v. maaihoogteomzetting) eraan uitvoert
d) Als u weggaat van de maaier en
e) Als de maaier abnormaal sterk begint te trillen. Dan moet onmid-
dellijk een controle door een vakman worden uitgevoerd.
f) Deze controle door een vakman is nodig als de maaier b.v. door-
dat hij tegen een hindernis is gebotst tot stilstand komt (schades
aan de motorassen, verbogen messen enz.)
3.17 De motor moet worden afgezet:
- als het apparaat wordt achtergelaten of getransporteerd,
- Vóór het bijvullen
- Vóórdat u de grasopvangvoorziening wegneemt
3.18 Als men een grasopvangbak gebruikt dient men op het vol-
gende te letten: Voordat u de grasopvangbak eraf haalt om deze
leeg te maken, moet de motor absoluut worden uitgeschakeld en
moet men wachten totdat het maaimes stilstaat. Maai met een
gazonmaaier met achteruitworp nooit zonder grasopvangvoorziening
(grasopvangbak) of bescherming tegen stoten (achterklep).
3.19 De door de duwboom bepaalde veiligheidsafstand moet altijd in
acht worden genomen. De gazonmaaier mag alleen maar worden
gebruikt als de duwboom in de werkstand is ingeklikt of bevestigd.
De boom is gereed voor gebruik tijdens het werk als hij schuin naar
achteren staat en in de hiervoor voorziene vergrendeling resp. beve-
stiging zit.
4. Onderhouds- en opslaginstructies
4.1 Onderhouds- en reinigingswerkzaamheden aan de maaier
mogen alleen worden uitgevoerd als de motor is uitgeschakeld, het
maaimes stilstaat en de bougiestekker is losgetrokken. BELAN-
GRIJK -contactsleutel weghalen!
4.2 Let erop dat moeren, bouten en schroeven stevig vastzitten.
4.3 Sla de maaier met benzine in de tank nooit op binnen in een
gebouw waarin eventueel benzinedampen met open vuur of met
vonken in contact kunnen komen - gevaar voor explosie!
4.4 Het leegmaken van de benzinetank moet in de openlucht plaats-
hebben.
4.5 Laat de motor afkoelen voordat u het apparaat in een gesloten
ruimte zet.
4.6 Om brandgevaar te vermijden moet de motor en de uitlaat niet
met gras, bladen en naar buiten lopend vet (olie) in aanraking kun-
nen komen.
4.7 Er moet regelmatig worden gecontroleerd of de grasopvangbak
in perfecte staat verkeert.
4.8 Versleten of beschadigde onderdelen moeten onmiddellijk wor-
den vervangen.
4.9 Neem a.u.b. voor deskundig onderhoud, controle en het naslijpen
van het mes de gebruiksaanwijzing in acht.
4.10 Gebruik aleen maar originele messen.
Wij maken u erop attent dat wij volgens de wet op de productaan-
sprakelijkheid niet aansprakelijk zijn voor schades die door ons
apparaat zijn veroorzaakt bij:
a) ondeskundige reparaties die niet zijn uitgevoerd door onze
geautoriseerde servicepunten,
b) of als bij een vervanging van onderdelen geen ORIGINELE
RESERVEONDERDELEN zijn gebruikt!
Voor accessoires gelden dezelfde bepalingen.
Constructie- en uitvoeringsveranderingen voorbehouden.
Geef bij vragen om inlichtingen of bestellingen van reserveonderdelen
het nummer van het artikel en het productienummer op.
NL
NL 9
TECHNISCHE GEGEVENS
TYPE: PM-5360 S3CP
Maten: Lengte: ca. 153 cm
breedte ca. 55 cm
hoogte: ca. 102 cm
(gemeten bij de laagste instelling van de maaihoogte).
Gewicht: ca. 48 kg
Maaibreedte: 52 cm
Maaihoogte: 3 -8cm
Maaihoogteomzetting: 5-voudig
Wielaandrijving: 2,7 / 4,2 / 5,5 / km/h
Motor: 4-takt benzinemotor B&S XRS 60
Slagvolume 190 cm
3
Vermogen: 2,6 kW bij 2900min
-1
Toerental: 2900 min
-1
Geluidsvermogen: LWA 100 dB(A)
volgens EG-richtlijnen 84/538 EEG
Geluidssterkte: LpA 90 dB(A)
volgens EG-richtlijnen 84/538 EEG
Trillingen van stang op de bovenste ledematen:
volgens DIN EN 1033 Avw = 2,5 m/s
2
Let a.u.b. op:
De links naast de tekst aangeduide cijfers, zoals hier b.v. de
verwijzen naar de afbeeldingen op pagina 2-5.
MONTAGE
Montage onderste stanggedeelte
Onderste stanggedeelte op de bouten van de stanghouder
zetten.
Onderste stanggedeelte op de stanghouder schroeven
2 veerringen Ø 8
2 afstandsringen Ø 8 / 14 x 4
2 kunststof vleugelmoeren M8
Montage bovenste stanggedeelte
Beschermdoppen op het bovenste stanggedeelte plaatsen.
Bovenste en onderste stanggedeelte vastschroeven.
Linkerkant:
1 platkopschroef M 8 x 50
1 schijf Ø 8
1 kunststof vleugelmoer M 8
Rechterkant met inhanging startkoord
1 platkopschroef M 8 x 50
1 stang startvoorziening
1 schijf Ø 8
1 kunststof vleugelmoer M 8
De schijf tussen stang startvoorziening en kunststof vleugel-
moer leggen.
Startkoord in de stang startvoorziening hangen
Attentie a.u.b. : Voor het uittrekken van het startkoord de rembeugel
van de motor naar het bovenste stanggedeelte trekken.
De startkabel volgens voorbeeld door startconsole halen.
Het handvat volgens voorbeeld door de windingen van de
startconsole halen,
zodat de draad door de spiraal komt te lopen.
Montage stangklem (2x)
Bowdenkabel aanbrengen en met de klem op de buis van
de stang zetten.
De klem naar boven drukken (pijl 1). Met de andere hand
de klem samendrukken (pijl 2), dusdanig dat de neus ink-
likt en de klem gesloten is.
Montage grasvangbak
Raamwerk zoals afgebeeld op een geschikte ondergrond
zetten (b.v. tafel).
Handgreeponderdelen midden op het raamwerk
vastschroeven.
2 kruiskopschroeven Ø 5 x 20
Achtergedeelte raamwerk op de onderkant van de tex-
tielzak plaatsen - zie afbeelding
Bovenstuk van de textielzak onder de hand-
greep doorvoeren en op de dwarsstang van het
raamwerk inklikken.
Textielzak volledig in het raamwerk inklikken (8x)
7
1
2
3
4
5
6
7
8
9
12
15
10 11+
13 14+
NL
NL 10
BEDIENINGSINSTRUCTIES
Inhangen van de grasopvangbak
Alleen maar bij uitgeschakelde motor en met stilstaand
maaimes.
Klep optillen en grasopvangbak erin zetten.
Grasopvangbak vergrendelen door klep naar beneden te
drukken.
Wegnemen van de grasopvangbak
Alleen maar bij uitgeschakelde motor en met stilstaand
maaimes.
Klep optillen (ontgrendelen) en grasopvangbak naar achter
toe eruit halen.
Grasopvangbak leegmaken.
Afstellen van de maaihoogte
Alleen maar bij uitgeschakelde motor en met stilstaand
maaimes.
Door de centrale maaihoogte-instelling kan de gazonmaaier
op 5 maaihoogten (3-8 cm) worden afgesteld.
De maaihoogte (in cm) kan direct worden afgelezen vanaf
de stuurstang.
Instelbare maaihoogten: 3, 4, 5, 6, 7 en 8 cm.
Voor het afstellen van de maaihoogte de instelhandgreep
indrukken. Lees op de schaal de maaihoogte af door de
gazonmaaier een beetje op te tillen of omlaag te drukken
Laat de instelhandgreep los als de gewenste maaihoogte is
bereikt. De instelhandgreep klikt in de ingestelde stand in.
De aangegeven maaihoogten zijn afhankelijk van een vaste
en egale ondergrond - niet van het gazon.
De eerste ingebruikneming
Neem de gazonmaaier pas in gebruik als u de montage volledig hebt
uitgevoerd. Voordat hij voor de eerste keer wordt gebruikt, moet u ben-
zine en olie in de machine doen. De machine mag voor de eerste keer
alleen maar worden gebruikt door personen die deze gebruiksaanwij-
zing gelezen en begrepen hebben!
Overzicht bedrijfsmiddelen
Gebruik om de gazonmaaier te gebruiken alleen maar de volgende
bedrijfsmiddelen!
Benzine - loodvrije normale benzine ROZ 91
Motoroliesoorten - SAE 10W-30 of 10W-40
Ingebruikneming van de motor
Gebruik de motor pas als u zich ervan verzekerd heeft dat de motor met
voldoende bedrijfsmiddelen (motorolie en benzine) is gevuld.
Neem absoluut de bijgevoegde gebruikersgebruiksaanwijzing voor de
benzinemotor van de motorfabrikant in acht!
Met benzine vullen.
Explosiegevaar! Vul de benzinetank alleen maar in de openlucht!
Nooit voltanken zolang de motor loopt of nog zeer warm is! Niet
roken tijdens het voltanken!
Tankdop losschroeven. Brandstof met een trechter bijvullen - niet laten
overlopen! Tankdop weer plaatsen en vastdraaien.
Met motorolie vullen
Olievuldop losschroeven. Motorolie met een trechter langzaam bijvullen
- vulhoeveelheid: 0,6 l.
Oliepeil met oliepeilstok controleren op correcte hoogte.
Oliepeilstok weer inzetten en vastdraaien.
Starten van de motor
De uitlaatgassen bevatten koolmonoxide, een reukloos en
dodelijk gas!
Start daarom de motor nooit in gesloten of slecht geventi-
leerde ruimten!
Let erop dat de gazonmaaier tijdens het starten van de motor niet
in hoog gras staat.
Model PM-5360 S3CP:
Bij koude motor de gashendel op stand zetten.
Startkoord er zóver uittrekken totdat er compressieweer-
stand valt te merken. Startkoord langzaam laten teruglopen
en daarna krachtig weer uittrekken. Als de motor loopt het
startkoord langzaam laten teruglopen.
De motor een beetje warm laten lopen, dan de gashendel in een stand
tussen en zetten.
Als de motor warm is de gashendel op stand zetten en
de motor zoals boven beschreven starten.
Om te maaien de gashendel in stand zetten.
In deze stand heeft de motor zijn grootste draaimoment het-
geen nodig is voor een mooi maaibeeld.
16
18
19
17
!
!
!
20
21
!
22
23
24
24
NL
NL 11
Bijzetten van het maaimes
Voor het bijzetten van het maaimes de motor ca. 1 minuut
laten warmlopen!
1. Gashendel in stand zetten.
2. Schakelbeugel 1 naar de bovenste stang trekken en
vasthouden.
3. Schakelbeugel 2 langzaam naar beneden drukken -
maaimes is nu aangekoppeld.
4. Schakelbeugel 2 loslaten - schakelbeugel gaat automa-
tisch weer naar stand-0 terug.
Uitschakelen van het maaimes
Schakelbeugel 1 loslaten
Wielaandrijving inschakelen
Bij het motortoerental van 2900 min
-1
(gashendel op ) bedraagt de
rijsnelheid:
1e versnelling: ca, 2,7 km/h
2e versnelling: ca. 4,2 km/h
3e versnelling: ca. 5,5 km/h
Schakelbeugel voor aandrijving tegen de bovenste stang
duwen en vasthouden. De schakelbeugel voor de aandri-
jving klikt niet in.
Instellen van de rijsnelheid van de transmissie met drie
versnellingen
De voorinstelling van de desbetreffende versnelling alleen
maar uitvoeren als de wielaandrijving uitgeschakeld is.
Wielaandrijving uitschakelen
Schakelbeugel voor transmissie loslaten.
Motor afzetten
Gashendel in stand zetten.
Let er a.u.b. op dat het mes na het uitschakelen nog
enkele seconden doorloopt. Grijp daarom nooit direct
onder de maaier in!
VERZORGING VAN HET GAZON EN MAAIEN
Door de huidige stand van de techniek kan men apparaten produceren
die het werk in de tuin of aan het gazon sterk reduceren ( gazonmaaiers
met grasopvangbak). Als het gazon sappig en groen moet blijven moet
het zorgvuldig gemaaid en regelmatig belucht worden.
Maai alleen maar met een scherp en perfect mes zodat de grashalmen
niet uitrafelen en het gazon niet geel wordt.
U krijgt een zuivere snede als u de maaier langs rechte lijnen beweegt.
De banen moeten elkaar altijd met enkele centimeter overlappen zodat
er geen strepen achterblijven.
Hoe vaak er moet worden gemaaid hangt principieel af van de snelheid
waarmee het gras groeit. Tijdens de tijd met de meeste groei (mei -
juni) twee maal per week, anders een keer per week. De maaihoogte
moet tussen 4-6 cm liggen en tot de volgende maaibeurt moet er 4-5
cm gras bijgegroeid zijn.
Tijdens perioden met hitte en droogte moet het gazon 1,5 cm hoger
worden gemaaid om te voorkomen dat de grond uitdroogt.
Als het gazon eens te lang te geworden, dan moet u achteraf niet de
fout maken het onmiddellijk weer tot de normale hoogte terug te
maaien. Dit beschadigt het gazon. Maai nooit meer dan de helft van de
grashoogte weg.
Kies de maaihoogte dusdanig uit dat de luchtstroom in het huis het
maaisel gemakkelijk de grasopvangbak in transporteert. Bij een te laag
afgestelde maaihoogte is de werveling van de lucht te klein, zodat de
grasopvangbak niet op de juiste wijze wordt gevuld resp. het huis van
de gazonmaaier verstopt.
Maak de grasopvangbak bijtijds leeg.
Alleen maar bij uitgeschakelde motor en met stilstaand maaimes.
1. Uitworpklep optillen (ontgrendelen) en
2. grasopvangbak nar achteren eruit halen.
Door een te volle grasopvangbak raakt het uitworpkanaal in het huis
van de gazonmaaier verstopt en blijft r gras op het gazon liggen.
Hang de leeggemaakte grasopvangbak er weer in en start de motor
Neem de op het gazon liggende restanten aan gras op door achteruit
over het gazon te rijden.
ONDERHOUD EN VERZORGING
Alle onderhouds-, service en reinigingswerkzaaamhe-
den mogen allen maar worden uitgevoerd als de
machine is afgezet en afgekoeld.
De onderstaande werkzaamheden mogen door de eigenaar zelf worden
uitgevoerd. Alle overige onderhouds-, service- en reparatiewerkzaam-
heden, in het bijzonder elektrische reparatiewerkzaamheden, moeten
bij een geautoriseerde servicewerkplaats worden uitgevoerd.
!
!
24
25
26
27
28
!
Oliepeil motor controleren
Motorolie vervangen
Reinigen van de luchtfilter
Bougie controleren
Vervangen van luchtfilter
Reinigen van het luchtaanzuigfilter
Controleren van de knaldemper
Maaimes op scherpte en beschadiging controleren
Aandrijfriemen op slijtage en beschadiging controleren
Controleren of er losse onderdelen zijn
Reinigen van de grasmaaier
Bij een sterke belasting kunnen kortere onderhoudsintervallen dan in de tabel staan aangegeven nodig zijn!
VOOR IEDER GEBRUIK
NA DE EERSTE 5 UUR
OM DE 25 BEDRIJFSUREN
OM DE 50 BEDRIJFSUREN
OM DE 100 BEDRIJFSUREN
AN HET BEGIN VAN HET SEI
ZOEN
IEDERE KEER VOOR HET OPS
LAAN
NL
NL 12
ONDERHOUD EN VERZORGING
Vóór alle onderhouds- en reinigingswerkzaamheden de
bougiestekker lostrekken!
Na afloop van uw werk moet u uw gazonmaaier reini-
gen. NIET MET WATER AFSPUITEN!
Water dat in de ontsteking of in de carburateur binnen-
dringt leidt tot storingen.
Neem voor het verwijderen van vuil en gras een lap of een handveger.
Reinig het apparaat alleen maar als de motor afgezet en volledig afge-
koeld is. !
Als de maaier naar één kant toe wordt gehouden dient u erop te letten
dat de carburateur naar boven moet wijzen.
Sla uw gazonmaaier in een droge ruimte op.
Controle door een deskundige is vereist.
- nadat tegen een hindernis is aangereden
- als de motor onmiddellijk stilstaat
- bij verbogen messen (niet uitrichten)
- bij een verbogen motoras (niet uitrichten)
- bij schade aan de transmissie
- bij defecte V-snaren
Let absoluut op het meegeleverde gebruikershandboek voor de benzi-
nemotor van de motorfabrikant!
Motorolie: olievervanging, oliepeil, luchtfilter, bougies - zie gebruik-
saanwijzing van de motorfabrikant.
Correcte afstelling van de Bowdenkabel - transmissie (wie-
laandrijving)
Als bij lopende motor de transmissie niet meer in- of uitgeschakeld kan
worden, dan moet de Bowdenkabel van de aandrijving worden bijge-
steld.
Motor afzetten!
De moeren 2 van de Bowdenkabel losdraaien en met de bij-
stelschroef 3 van het koppelingsingrijpingspunt opnieuw
afstellen. Bij het achteruit trekken van de maaier moeten de
aandrijfwielen bij een afstand van 60-70 mm blokkeren als
de schakelbeugel voor de aandrijving tegen de bovenste
stang wordt gedrukt.
Wielaandrijvingstransmissie
De transmissie heeft geen onderhoud nodig, omdat deze door de
fabriek voor zijn volledige levensduur met olie is gevuld. Reparaties aan
de aandrijving mogen alleen maar door een geautoriseerde service-
werkplaats worden uitgevoerd.
Vervangen en bijslijpen van de messen
Aan het begin van het maaiseizoen moet het mes steeds worden gesle-
pen. Als de puntjes van het gras splijten na het maaien of geel/bruin
verkleuren, dan moet het mes eveneens worden bijgeslepen.
De vervanging van het mes is nodig als de max. toegestane bijslijphoe-
veelheid (6 mm) is bereikt , het mes verbogen is of als er op het sni-
jvlak kerven zitten die niet te verhelpen zijn door bijslijpen.
Het vervangen en het bijslijpen van het mes altijd laten uitvoeren door
een klantenservicewerkplaats (meting van de onbalans).
Niet uitgebalanceerde messen leiden tot sterke trillingen van de
maaier!
Smering
Van tijd tot tijd, maar minstens een maal per jaar, moeten de lagers van
de wielen en de hoogteverstelling geolied of ingevet worden.
OPBERGEN VAN HET APPARAAT
Na het gazon maaien de gazonmaaier grondig reinigen.
Alleen maar als de motor uitgeschakeld is en het maaimes stil-
staat.
Afspuiten met water is absoluut verboden! Water dat in de ontste-
king resp. in de carbutareur binnendringt leidt tot storingen.
Neem voor het verwijderen van vuil en gras een doek of een hand-
veger.
Sla uw gazonmaaier in een droge ruimte op.
Het is goed als u uw gazonmaaier eens aan een winterinspectie
onderwerpt.
Sla de maaier nooit met benzine in de tank op binnen een gebouw
waarin de benzinedampen met open vuur of met vonken in contact kun-
nen komen - er kan explosiegevaar optreden!
Verwijder de benzinetank voor een langdurige opslag (tijdens de win-
ter).
Maak de benzinetank alleen maar in de openlucht leeg!
Voordat u de gazonmaaier in een gesloten ruimte opbergt moet u
de motor laten afkoelen!
Het gebruik van kunststoffen zal de komende jaren alleen nog maar
toenemen.
Daarom is het nodig dat wij ons bezig houden met de gebruikskosten.
Om deze reden is op bijna alle kunststof onderdelen van het apparaat
de precieze materiaalaanduiding aangebracht om hergebruik (recycling)
te garanderen.
!
29
NL
NL 13
SCHEMA VOOR OPSPOREN DEFECTEN
DEFECT MOGELIJKE OORZAKEN OPHEFFING
Motor springt niet aan a) Brandstoftekort a) Tank vullen
b) Slechte, vervuilde brandstof, oude brandstof in b) Gebruik altijd verse, schone brandstof uit schone
de tank vaten, carburateur reinigen
c) Luchtfilter vervuild c) Luchtfilter reinigen (zie motor-
bedieningsinstructies)
d) geen vonken d) Bougie reinigen, evt. nieuwe plaatsen,
ontstekingskabel controleren, ontstekings
installatie controleren (werkplaats)
e) Door meerde startpogingen motor verzopen e) Bougie losdraaien en afdrogen. Startkoord bij eruit
gedraaide bougies meerdere malen doortrekken
(gashendel op zetten.
f) Apparaat staat in hoog gras f) Op laag gras of op reeds gemaaid gras starten.
Eventueel maaihoogte veranderen (Attentie: Voor
het reinigen stekker eruit trekken.)
g) Maaihuis verstopt g) Huis reinigen, zodat het mes zonder hindernis
loopt (Attentie: Voor het reinigen bougiestekker
eruit trekken.)
h) Mes niet gemonteerd h) Mes demonteren
Motorvermogen laat na a) Te hoog of te vochtig gras a) Maaihoogte corrigeren, lucht verschaffen door
even terug te rijden
b) Maaihuis verstopt b) Huis reinigen (Attentie: Maaier afzetten,
bougiestekker uittrekken)
c) Luchtfilter vervuild c) Luchtfilter reinigen (zie ook motorinstructies)
d) Carburateurafstelling klopt niet d) Afstelling laten controleren
e) Mes zeer versleten e) Mes vervangen
Onzuiver maaien a) Mes versleten, bot a) Mes vervangen of bijslijpen
b) Verkeerde maaihoogte b) Maaihoogte corrigeren
Bak wordt niet gevuld a) Maaier te laag afgesteld; mes kan geen lucht a) Maaihoogte corrigeren
aanzuigen, daardoor geen luchtstroming om het
maaisel te transporteren
b) Gras is te vochtig - is te zwaar om door de b) Maaitijd verschuiven totdat gazonoppervlak
luchtstroming te worden getransporteerd gedroogd is
c) Mes zeer versleten, bot c) Mes vervangen - bijslijpen
d) Maaisel te hoog of grashalmen te lang, daardoor d) Gazon op 2 x opnemen, maaihoogte
transportproblemen naar de bak hieraan aanpassen
e) Rooster in de bak verstopt - geen doorstroming e) Rooster schoonmaken
van lucht
f) Windkanaal of huis vervuild - restanten van f) Windkanaal of huis reinigen (niet met water
vorige maaibeurt afspuiten) Attentie: Stekker uittrekken!
Aandrijving werkt niet a) Bowdenkabel verkeerd afgesteld a) Bowdenkabel bijstellen
b) V-snaar defect b) Klantenservicewerkplaats
c) Schade aan aandrijving c) Klantenservicewerkplaats
Wielen draaien niet bij a) Wielschroeven losgegaan a) Wielschroeven vastdraaien
ingeschakelde transmissie b) Wielnaaf defect b) Nieuw wiel monteren
NL
NL 14
Garantiekaart
12Maand
Type
Artikelnummer
Productnummer
Datum van aankoop
Stempel van de handelaar
Garantiekaart
Voor dit apparaat nemen wij de garantieplicht
op ons voor
12 Maand
1. De garantie begint vanaf de datum van aankoop en heeft plaats door
inlevering van de ingevulde garantiekaart en de rekening met vermel-
ding van het nummer van het apparaat, het type apparaat en het
motornummer én de stempel van de fabrikant.
2. Wij staan garant er voor dat het product geen defecten vertoont vol-
gens de huidige stand der techniek en het gebruiksdoel.
3. Voorwaarde voor een garantie is dat het apparaat deskundig wordt
behandeld en dat de gebruiksaanwijzing wordt opgevolgd.
4. De koper heeft een aanspraak op verbetering achteraf.
5. Eventueel optredende defecten en gebreken worden verholpen door
onze klantenservicedienst.
6. Claims die boven de garantie uitgaan zijn uitgesloten. Er bestaat
geen aanspraak op levering van vervangend materiaal.
7. Voor schades die ontstaan door ondeskundige behandeling of het
niet opvolgen van de gebruiksaanwijzing kunnen geen aanspraken
op garantie gemaakt worden.
8. Onderhouds- en reinigingswerkzaamheden, de montage van vre-
emde onderdelen, verandering in de constructie, natuurlijke slijtage
en lakschades zijn uitgesloten van garantieaanspraken.
9. Voor verbrandingsmotoren gelden de bepalingen van de fabrikant
van de motor.
10. Eventuele schades door transport moeten niet bij ons maar bij de
daarvoor verantwoordelijke goederenexpeditie, de spoorwegen of
de expediteur worden gemeld, omdat anders uw claims op vervan-
ging door deze bedrijven verloren gaan.
EC-conformiteitsverklaring
Wij, DOLMAR GmbH
Postfach 700240
D-22004 Hamburg
verklaren onder alleenverantwoordelijkheid, dat het product
gazonmaaier type: PM-5360 S3CP
aan de volgende EC-richtlijnen en normen:
98/37/EG  EN 836  89/336/EEG  CISPR 12  84/538/EEG.
Hamburg, 07.12.2000 ...........................................................
Junzo Asada Rainer Bergfeld

Documenttranscriptie

Betriebsanweisung Instruction Manual Instructions d’emploi Istruzioni d’impiego Gebruiksaanwijzing Instrucciones de manejo Achtung: Lesen Sie vor der ersten Inbetriebnahme diese Betriebsanweisung gründlich durch, und befolgen Sie unbedingt die Sicherheitshinweise. Betriebsanweisung sorgfältig aufbewahren! Important: Read this instruction manual carefully before putting the mower into operation and strictly observe the safety precautions! Keep this instruction manual! Attention: Lire attentivement ce manuel avant la première mise en service et observer absolument les prescriptions de sécurité! Garder avec soins le manuel des instructions d’emploi! Attenzione: Osservare attentamente le norme di sicurezza. Errori nell’uso della tosaerba possono essere causa di incidenti. Conservare accuratamente le istruzioni d’impiego! Belangrijk: Lees voor de eerste inbedrijfname deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en neem alle veiligheidsvoorschriften in acht! Gebruiksaanwijzing zorgvuldig bewaren! Atención: Es indispensable leer con mucha atención las instrucciones de manejo antes de utilizar la cortacésped por primera vez. ¡ Preste especial atención a las recomendaciones de seguridad! Conservar cuidados los instrucciones de manejo. PM-5360 S3CP NL INHOUDSOPGAVE Beschrijving van afbeelding 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. Inleiding................................................................................... NL 7 Gebruik in overeenstemming met de voorschriften................. NL 7 Beschrijving afbeelding........................................................... NL 7 Betekenis van de symbolen op het apparaat.......................... NL 7 Veiligheidsinstructies............................................................... NL 8 Technische gegevens............................................................. NL 9 Montage.................................................................................. NL 9 Bedieningsinstructies.............................................................. NL 10 Verzorging van het gazon en maaien..................................... NL 11 Onderhoud en verzorging....................................................... NL 11 Opbergen van het apparaat.................................................... NL 12 Opsporen van defecten.......................................................... NL 13 EC-conformiteitsverklaring..................................................... NL 14 Garantiekaart.......................................................................... NL 14 Schakelbeugel voor motorrem Gashendel Onderste stanggedeelte Starthandgreep Motor Motorhuis Maaihoogteaanduiding Maaihoogteomzetting Uitworpklep Grasopvangbak Bovenste stanggedeelte Schakelhendel voor aandrijving Schakelhendel voor meskoppeling Schakelhendel voor wielaandrijving Het model PM-5360 S3CP beschikt over een ingebouwde meskoppeling (BBC). Pas na inschakeling van de schakelbeugels 1 en 13 kan het maaimes worden gebruikt. Men kan het volgende doen als de motor loopt en de meskoppeling is uitgeschakeld (maaimes staat stil): INLEIDING a) de grasopvangbak eraf nemen. b) ook buiten de gazons - met en zonder wielaandrijving - rijden. Geachte klant, U heeft een nieuw apparaat aangeschaft. Wij bedanken u voor het vertrouwen dat u in onze kwaliteitsproducten heeft en wensen u veel plezier bij het werken met uw nieuwe apparaat. Stelt u zich voordat u het apparaat voor de eerste maal in gebruik neemt absoluut op de hoogte van de inhoud van deze gebruiksaanwijzing! Desondanks kunnen er van het apparaat gevaren uitgaan als het wordt gebruikt door onvoldoende geschoold personeel of tegen de voorschriften in. De voorschriften ter voorkoming van ongevallen dienen te worden nageleefd. Neem a.u.b. de veiligheidsinstructies in deze gebruiksaanwijzing en de veiligheidsinstructies op het apparaat zelf in acht. Wij verwijzen ernaar dat schades aan de maaier die zijn ontstaan door bedieningsfouten niet onderhevig zijn aan onze garantieverplichtingen. BETEKENIS VAN DE SYMBOLEN OP HET APPARAAT Voor ingebruikneming deze gebruiksaanwijzing lezen! Gebruik in overeenstemming met de voorschriften Deze gazonmaaier is alleen maar bestemd voor het maaien van gazons, een ander gebruik is niet toegestaan. Hij is alleen maar geschikt voor particulier gebruik in de tuin rond het huis. Met gazonmaaiers voor de particuliere tuin rond het huis worden maaiers bedoeld die worden gebruikt voor het onderhoud van particuliere gras- en gazonoppervlakken, maar niet in openbare plantsoenen, parken, sportvelden, en de land- en bosbouw. Verboden voor de volgende gebruikers: Personen die de gebruiksaanwijzing niet kennen. Kinderen, jeugdige personen onder 16 jaar en personen onder invloed van alcohol, drugs of medicamenten mogen het apparaat niet bedienen. Tijden waarop de elektrische grasmaaier mag worden gebruikt (volgens de wet op emissies in de BRD). Neem a.u.b. ook de gemeentelijke voorschriften m.b.t. het gebruik van gazonmaaiers in acht! Maandag - zaterdag 7.00 - 12.00 en 15-00 - 19.00 uur Op zon- en feestdagen niet toegestaan Houdt derden weg uit de gevarenzone! Vóór werkzaamheden aan het maaimes de bougiestekker eruit treken! Attentie gevaar! Houdt handen en voeten uit de buurtvan de maaimessen! NL 7 NL VEILIGHEIDSINSTRUCTIES 3.13 Start de motor niet als u vóór het uitworpkanaal staat (maaier met zijuitworp). 3.14 Breng nooit handen of voeten binnen het bereik van het roterende maaimes. Blijf uit de buurt van de uitworpopening als het maaimes roteert. 3.15 Til of draag een gazonmaaier nooit als de motor loopt. Wacht totdat het maaimes stilstaat en trek de stekker eruit. 3.16 Schakel de motor uit, wacht totdat het maaimes stilstaat en trek de stekker uit het stopcontact. a) Vóórdat u de grasopvangvoorziening wegneemt b) Voordat u de blokkeringen verwijdert of verstoppingen in het uitworpkanaal verhelpt. c) Voordat u de maaier controleert, reinigt of andere werkzaamheden (b.v. maaihoogteomzetting) eraan uitvoert d) Als u weggaat van de maaier en e) Als de maaier abnormaal sterk begint te trillen. Dan moet onmiddellijk een controle door een vakman worden uitgevoerd. f) Deze controle door een vakman is nodig als de maaier b.v. doordat hij tegen een hindernis is gebotst tot stilstand komt (schades aan de motorassen, verbogen messen enz.) 3.17 De motor moet worden afgezet: - als het apparaat wordt achtergelaten of getransporteerd, - Vóór het bijvullen - Vóórdat u de grasopvangvoorziening wegneemt 3.18 Als men een grasopvangbak gebruikt dient men op het volgende te letten: Voordat u de grasopvangbak eraf haalt om deze leeg te maken, moet de motor absoluut worden uitgeschakeld en moet men wachten totdat het maaimes stilstaat. Maai met een gazonmaaier met achteruitworp nooit zonder grasopvangvoorziening (grasopvangbak) of bescherming tegen stoten (achterklep). 3.19 De door de duwboom bepaalde veiligheidsafstand moet altijd in acht worden genomen. De gazonmaaier mag alleen maar worden gebruikt als de duwboom in de werkstand is ingeklikt of bevestigd. De boom is gereed voor gebruik tijdens het werk als hij schuin naar achteren staat en in de hiervoor voorziene vergrendeling resp. bevestiging zit. 1. Algemene instructies 1.1 Gebruiksaanwijzing zorgvuldig doorlezen. Maak u vertrouwd met de juiste manier om het apparaat te gebruiken. 1.2 Kinderen of personen die de gebruiksaanwijzing niet kennen mogen het apparaat niet gebruiken. Plaatselijke voorschriften kunnen de minimum leeftijd van de gebruiker vaststellen. 1.3 Als er mensen, maar vooral kinderen of dieren in het werkgebied zijn, mag er niet worden gemaaid. 1.4 De gebruiker van het apparaat is verantwoordelijk voor ongevallen met andere personen of hun eigendom. 1.5 Bewaar deze gebruiksaanwijzing om haar later eventueel te raadplegen. 2. Voorbereidende maatregelen 2.1 Tijdens het maaien moet men altijd stevige schoenen en een lange broek dragen. Maai nooit op blote voeten of met open sandalen. 2.2 Controleer het volledige terrein waar de maaier wordt ingezet, en verwijder alle stenen, stokken, draden, botten en andere vreemde voorwerpen. Ook tijdens het maaien moet men letten op vreemde voorwerpen. 2.3 WAARSCHUWING ! - Benzine is zeer licht ontvlambaar! - Sla benzine alleen maar in de daarvoor bedoelde tanks op. - Tank alleen maar in de openlucht en rook niet tijdens het vullen - Benzine moet vóór het starten van de motor bijgevuld worden. Als de motor loopt of als de machine warm is dan mag de tanksluiting niet worden geopend en er mag ook geen benzine worden bijgevuld. - Als er benzine is overgelopen mag er niet worden geprobeerd de motor te starten. In de plaats daarvan moet het apparaat weggehaald worden van het met benzine verontreinigde oppervlak. Iedere poging tot starten moet worden vermeden totdat de benzinedampen vervlogen zijn. - Om veiligheidsredenen moeten de benzinetank en de tanksluiting bij beschadiging worden vervangen. - Gebruik bij het voltanken een bijpassende trechter of een vulpijp zodat er geen brandstof op de motor en het huis of op het gazon kan terechtkomen. 2.4 De uitlaat en het gebied rond de uitlaat kunnen tot 80° warm worden. ATTENTIE: Gevaar voor verbranding. Beschadigde uitlaatdempers vervangen. 2.5 Vóór het gebruik moet d.m.v. een visuele controle worden gecontroleerd of het maaimes, de bevestigingsbouten en de gehele maaiunit versleten of beschadigd zijn. Om te voorkomen dat het apparaat niet in evenwicht verkeert moeten versleten of beschadigde messen worden vervangen door nieuwe. 4. Onderhouds- en opslaginstructies 4.1 Onderhouds- en reinigingswerkzaamheden aan de maaier mogen alleen worden uitgevoerd als de motor is uitgeschakeld, het maaimes stilstaat en de bougiestekker is losgetrokken. BELANGRIJK -contactsleutel weghalen! 4.2 Let erop dat moeren, bouten en schroeven stevig vastzitten. 4.3 Sla de maaier met benzine in de tank nooit op binnen in een gebouw waarin eventueel benzinedampen met open vuur of met vonken in contact kunnen komen - gevaar voor explosie! 4.4 Het leegmaken van de benzinetank moet in de openlucht plaatshebben. 4.5 Laat de motor afkoelen voordat u het apparaat in een gesloten ruimte zet. 4.6 Om brandgevaar te vermijden moet de motor en de uitlaat niet met gras, bladen en naar buiten lopend vet (olie) in aanraking kunnen komen. 4.7 Er moet regelmatig worden gecontroleerd of de grasopvangbak in perfecte staat verkeert. 4.8 Versleten of beschadigde onderdelen moeten onmiddellijk worden vervangen. 4.9 Neem a.u.b. voor deskundig onderhoud, controle en het naslijpen van het mes de gebruiksaanwijzing in acht. 4.10 Gebruik aleen maar originele messen. Wij maken u erop attent dat wij volgens de wet op de productaansprakelijkheid niet aansprakelijk zijn voor schades die door ons apparaat zijn veroorzaakt bij: a) ondeskundige reparaties die niet zijn uitgevoerd door onze geautoriseerde servicepunten, b) of als bij een vervanging van onderdelen geen ORIGINELE RESERVEONDERDELEN zijn gebruikt! Voor accessoires gelden dezelfde bepalingen. Constructie- en uitvoeringsveranderingen voorbehouden. Geef bij vragen om inlichtingen of bestellingen van reserveonderdelen het nummer van het artikel en het productienummer op. 3. Instructies m.b.t. het gebruik 3.1 De verbrandingsmotor mag niet in gesloten ruimtes lopen waarin gevaarlijke uitlaatgassen zich kunnen ophopen - gevaar voor vergiftiging! 3.2 Maai alleen maar bij daglicht of bij een goede verlichting. Neem ook de plaatselijk voor het gebruik toegestane tijden in acht. 3.3 Zorg er altijd voor dat u op hellingen goed staat. 3.4 Rij alleen maar stapvoets met de maaier. 3.5 Maai altijd dwars op de helling, nooit naar boven of naar beneden. Maai niet op extreem steile hellingen. Op hellingen met een hellingshoek van meer dan 15° mag men uit veiligheidsoverwegingen niet maaien. Als men op hellingen van richting verandert dient men bijzonder voorzichtig te zijn! 3.6 Wees bijzonder voorzichtig: als u van richting verandert of als u achteruit maait, wanneer de maaier naar u toe getrokken wordt. 3.7 Als de maaier tijdens het transport over andere oppervlakken dan gras wordt geduwd moet de motor worden uitgeschakeld. - Gevaar voor steenslag! Bij het transport naar en van de werkplek moet de motor worden afgezet. 3.8 Gebruik nooit een maaier met een beschadigde behuizing resp. beschadigde of ontbrekende beveiligingsvoorzieningen (b.v. stootplaat, achterklep, grasopvangbak) 3.9 De basisafstelling van de motor is door de fabriek correct afgesteld en mag niet worden veranderd. 3.10 Koppel voordat u de motor start alle maaigereedschap (indien aanwezig) en aandrijvingen los. 3.11 Schakel de motor alleen maar in als er voldoende afstand is tussen voeten en maaigereedschap. 3.12 Bij het inschakelen van de motor mag de maaier niet worden gekanteld. Als de maaier hierbij moet worden opgetild, dan mag hij slechts zóver worden gekanteld als absoluut nodig is. Til hierbij alleen maar de van de gebruiker afgewende kant omhoog. NL 8 NL TECHNISCHE GEGEVENS Let a.u.b. op: De links naast de tekst aangeduide cijfers, zoals hier b.v. de verwijzen naar de afbeeldingen op pagina 2-5. TYPE: PM-5360 S3CP Maten: Lengte: ca. 153 cm breedte ca. 55 cm hoogte: ca. 102 cm MONTAGE Montage onderste stanggedeelte (gemeten bij de laagste instelling van de maaihoogte). Gewicht: ca. 48 kg Maaibreedte: 52 cm Maaihoogte: 3 -8cm Maaihoogteomzetting: Wielaandrijving: Motor: Toerental: Geluidsvermogen: 190 cm 3 2,6 kW bij 2900min-1 2 Onderste stanggedeelte op de stanghouder schroeven 2 veerringen Ø 8 2 afstandsringen Ø 8 / 14 x 4 2 kunststof vleugelmoeren M8 3 4 Beschermdoppen op het bovenste stanggedeelte plaatsen. 5 Rechterkant met inhanging startkoord 1 platkopschroef M 8 x 50 1 stang startvoorziening 1 schijf Ø 8 1 kunststof vleugelmoer M 8 De schijf tussen stang startvoorziening en kunststof vleugelmoer leggen. 2900 min-1 LWA 100 dB(A) volgens EG-richtlijnen 84/538 EEG Geluidssterkte: Onderste stanggedeelte op de bouten van de stanghouder zetten. Montage bovenste stanggedeelte B&S XRS 60 Slagvolume Vermogen: 1 5-voudig 2,7 / 4,2 / 5,5 / km/h 4-takt benzinemotor LpA 90 dB(A) volgens EG-richtlijnen 84/538 EEG Trillingen van stang op de bovenste ledematen: volgens DIN EN 1033 7 Avw = 2,5 m/s2 Bovenste en onderste stanggedeelte vastschroeven. Linkerkant: 1 platkopschroef M 8 x 50 1 schijf Ø 8 1 kunststof vleugelmoer M 8 Startkoord in de stang startvoorziening hangen Attentie a.u.b. : Voor het uittrekken van het startkoord de rembeugel van de motor naar het bovenste stanggedeelte trekken. 6 De startkabel volgens voorbeeld door startconsole halen. 7 Het handvat volgens voorbeeld door de windingen van de startconsole halen, zodat de draad door de spiraal komt te lopen. Montage stangklem (2x) 8 Bowdenkabel aanbrengen en met de klem op de buis van de stang zetten. De klem naar boven drukken (pijl 1). Met de andere hand de klem samendrukken (pijl 2), dusdanig dat de neus inklikt en de klem gesloten is. Montage grasvangbak 9 Raamwerk zoals afgebeeld op een geschikte ondergrond zetten (b.v. tafel). 10 + 11 12 Achtergedeelte raamwerk op de onderkant van de textielzak plaatsen - zie afbeelding 13 + 14 15 NL 9 Handgreeponderdelen midden op het raamwerk vastschroeven. 2 kruiskopschroeven Ø 5 x 20 Bovenstuk van de textielzak onder de handgreep doorvoeren en op de dwarsstang van het raamwerk inklikken. Textielzak volledig in het raamwerk inklikken (8x) NL BEDIENINGSINSTRUCTIES Met benzine vullen. Explosiegevaar! Vul de benzinetank alleen maar in de openlucht! Nooit voltanken zolang de motor loopt of nog zeer warm is! Niet roken tijdens het voltanken! Inhangen van de grasopvangbak ! Alleen maar bij uitgeschakelde motor en met stilstaand maaimes. 16 Klep optillen en grasopvangbak erin zetten. 17 Grasopvangbak vergrendelen door klep naar beneden te drukken. Tankdop losschroeven. Brandstof met een trechter bijvullen - niet laten overlopen! Tankdop weer plaatsen en vastdraaien. Met motorolie vullen Olievuldop losschroeven. Motorolie met een trechter langzaam bijvullen - vulhoeveelheid: 0,6 l. Oliepeil met oliepeilstok controleren op correcte hoogte. Oliepeilstok weer inzetten en vastdraaien. Wegnemen van de grasopvangbak ! Alleen maar bij uitgeschakelde motor en met stilstaand maaimes. 18 Klep optillen (ontgrendelen) en grasopvangbak naar achter toe eruit halen. 19 Grasopvangbak leegmaken. Starten van de motor ! Let erop dat de gazonmaaier tijdens het starten van de motor niet in hoog gras staat. Afstellen van de maaihoogte ! Alleen maar bij uitgeschakelde motor en met stilstaand maaimes. 20 Door de centrale maaihoogte-instelling kan de gazonmaaier op 5 maaihoogten (3-8 cm) worden afgesteld. De maaihoogte (in cm) kan direct worden afgelezen vanaf de stuurstang. Instelbare maaihoogten: 3, 4, 5, 6, 7 en 8 cm. 21 Voor het afstellen van de maaihoogte de instelhandgreep indrukken. Lees op de schaal de maaihoogte af door de gazonmaaier een beetje op te tillen of omlaag te drukken Laat de instelhandgreep los als de gewenste maaihoogte is bereikt. De instelhandgreep klikt in de ingestelde stand in. De aangegeven maaihoogten zijn afhankelijk van een vaste en egale ondergrond - niet van het gazon. De uitlaatgassen bevatten koolmonoxide, een reukloos en dodelijk gas! Start daarom de motor nooit in gesloten of slecht geventileerde ruimten! Model PM-5360 S3CP: 22 Bij koude motor de gashendel op stand zetten. 23 Startkoord er zóver uittrekken totdat er compressieweerstand valt te merken. Startkoord langzaam laten teruglopen en daarna krachtig weer uittrekken. Als de motor loopt het startkoord langzaam laten teruglopen. De motor een beetje warm laten lopen, dan de gashendel in een stand tussen en zetten. De eerste ingebruikneming Neem de gazonmaaier pas in gebruik als u de montage volledig hebt uitgevoerd. Voordat hij voor de eerste keer wordt gebruikt, moet u benzine en olie in de machine doen. De machine mag voor de eerste keer alleen maar worden gebruikt door personen die deze gebruiksaanwijzing gelezen en begrepen hebben! Overzicht bedrijfsmiddelen Gebruik om de gazonmaaier te gebruiken alleen maar de volgende bedrijfsmiddelen! Benzine - loodvrije normale benzine ROZ 91 Motoroliesoorten - SAE 10W-30 of 10W-40 Ingebruikneming van de motor Gebruik de motor pas als u zich ervan verzekerd heeft dat de motor met voldoende bedrijfsmiddelen (motorolie en benzine) is gevuld. Neem absoluut de bijgevoegde gebruikersgebruiksaanwijzing voor de benzinemotor van de motorfabrikant in acht! NL 10 24 Als de motor warm is de gashendel op stand de motor zoals boven beschreven starten. zetten en 24 Om te maaien de gashendel in stand zetten. In deze stand heeft de motor zijn grootste draaimoment hetgeen nodig is voor een mooi maaibeeld. NL VERZORGING VAN HET GAZON EN MAAIEN Bijzetten van het maaimes Voor het bijzetten van het maaimes de motor ca. 1 minuut laten warmlopen! ! 24 1. Gashendel in stand 25 2. Schakelbeugel 1 naar de bovenste stang trekken en vasthouden. 3. Schakelbeugel 2 langzaam naar beneden drukken maaimes is nu aangekoppeld. 4. Schakelbeugel 2 loslaten - schakelbeugel gaat automatisch weer naar stand-0 terug. Door de huidige stand van de techniek kan men apparaten produceren die het werk in de tuin of aan het gazon sterk reduceren ( gazonmaaiers met grasopvangbak). Als het gazon sappig en groen moet blijven moet het zorgvuldig gemaaid en regelmatig belucht worden. Maai alleen maar met een scherp en perfect mes zodat de grashalmen niet uitrafelen en het gazon niet geel wordt. U krijgt een zuivere snede als u de maaier langs rechte lijnen beweegt. De banen moeten elkaar altijd met enkele centimeter overlappen zodat er geen strepen achterblijven. Hoe vaak er moet worden gemaaid hangt principieel af van de snelheid waarmee het gras groeit. Tijdens de tijd met de meeste groei (mei juni) twee maal per week, anders een keer per week. De maaihoogte moet tussen 4-6 cm liggen en tot de volgende maaibeurt moet er 4-5 cm gras bijgegroeid zijn. Tijdens perioden met hitte en droogte moet het gazon 1,5 cm hoger worden gemaaid om te voorkomen dat de grond uitdroogt. Als het gazon eens te lang te geworden, dan moet u achteraf niet de fout maken het onmiddellijk weer tot de normale hoogte terug te maaien. Dit beschadigt het gazon. Maai nooit meer dan de helft van de grashoogte weg. Kies de maaihoogte dusdanig uit dat de luchtstroom in het huis het maaisel gemakkelijk de grasopvangbak in transporteert. Bij een te laag afgestelde maaihoogte is de werveling van de lucht te klein, zodat de grasopvangbak niet op de juiste wijze wordt gevuld resp. het huis van de gazonmaaier verstopt. Maak de grasopvangbak bijtijds leeg. Alleen maar bij uitgeschakelde motor en met stilstaand maaimes. 1. Uitworpklep optillen (ontgrendelen) en 2. grasopvangbak nar achteren eruit halen. Door een te volle grasopvangbak raakt het uitworpkanaal in het huis van de gazonmaaier verstopt en blijft r gras op het gazon liggen. Hang de leeggemaakte grasopvangbak er weer in en start de motor Neem de op het gazon liggende restanten aan gras op door achteruit over het gazon te rijden. zetten. Uitschakelen van het maaimes Schakelbeugel 1 loslaten Wielaandrijving inschakelen Bij het motortoerental van 2900 min-1 (gashendel op rijsnelheid: 1e versnelling: ca, 2,7 km/h 2e versnelling: ca. 4,2 km/h 3e versnelling: ca. 5,5 km/h 26 27 ) bedraagt de Schakelbeugel voor aandrijving tegen de bovenste stang duwen en vasthouden. De schakelbeugel voor de aandrijving klikt niet in. Instellen van de rijsnelheid van de transmissie met drie versnellingen De voorinstelling van de desbetreffende versnelling alleen maar uitvoeren als de wielaandrijving uitgeschakeld is. Wielaandrijving uitschakelen Schakelbeugel voor transmissie loslaten. Motor afzetten 28 ! Gashendel in stand zetten. ONDERHOUD EN VERZORGING Alle onderhouds-, service en reinigingswerkzaaamheden mogen allen maar worden uitgevoerd als de machine is afgezet en afgekoeld. De onderstaande werkzaamheden mogen door de eigenaar zelf worden uitgevoerd. Alle overige onderhouds-, service- en reparatiewerkzaamheden, in het bijzonder elektrische reparatiewerkzaamheden, moeten bij een geautoriseerde servicewerkplaats worden uitgevoerd. ! Let er a.u.b. op dat het mes na het uitschakelen nog enkele seconden doorloopt. Grijp daarom nooit direct onder de maaier in! ER KE 10 AA Motorolie vervangen Reinigen van de luchtfilter Bougie controleren Vervangen van luchtfilter Reinigen van het luchtaanzuigfilter Controleren van de knaldemper Maaimes op scherpte en beschadiging controleren Aandrijfriemen op slijtage en beschadiging controleren Controleren of er losse onderdelen zijn Reinigen van de grasmaaier Bij een sterke belasting kunnen kortere onderhoudsintervallen dan in de tabel staan aangegeven nodig zijn! NL 11 N EN EN EN R N OE UR UR UR UU IZ SE FS FS FS 5 L PS TO HE IJ IJ IJ TE IK RU EB G T HE DR DR DR RS N VA BE BE BE EE OR VO 0 50 25 DE R DE IE N GI BE DE DE DE T HE M M M RE DE IE AN O O O NA R O VO Oliepeil motor controleren NL ONDERHOUD EN VERZORGING ! OPBERGEN VAN HET APPARAAT Vóór alle onderhouds- en reinigingswerkzaamheden de bougiestekker lostrekken! Na afloop van uw werk moet u uw gazonmaaier reinigen. NIET MET WATER AFSPUITEN! Water dat in de ontsteking of in de carburateur binnendringt leidt tot storingen. Na het gazon maaien de gazonmaaier grondig reinigen. Alleen maar als de motor uitgeschakeld is en het maaimes stilstaat. Afspuiten met water is absoluut verboden! Water dat in de ontsteking resp. in de carbutareur binnendringt leidt tot storingen. Neem voor het verwijderen van vuil en gras een lap of een handveger. Reinig het apparaat alleen maar als de motor afgezet en volledig afgekoeld is. ! Neem voor het verwijderen van vuil en gras een doek of een handveger. Sla uw gazonmaaier in een droge ruimte op. Het is goed als u uw gazonmaaier eens aan een winterinspectie onderwerpt. Als de maaier naar één kant toe wordt gehouden dient u erop te letten dat de carburateur naar boven moet wijzen. Sla uw gazonmaaier in een droge ruimte op. Sla de maaier nooit met benzine in de tank op binnen een gebouw waarin de benzinedampen met open vuur of met vonken in contact kunnen komen - er kan explosiegevaar optreden! Controle door een deskundige is vereist. - nadat tegen een hindernis is aangereden - als de motor onmiddellijk stilstaat - bij verbogen messen (niet uitrichten) - bij een verbogen motoras (niet uitrichten) - bij schade aan de transmissie - bij defecte V-snaren Verwijder de benzinetank voor een langdurige opslag (tijdens de winter). Maak de benzinetank alleen maar in de openlucht leeg! Let absoluut op het meegeleverde gebruikershandboek voor de benzinemotor van de motorfabrikant! Voordat u de gazonmaaier in een gesloten ruimte opbergt moet u de motor laten afkoelen! Motorolie: olievervanging, oliepeil, luchtfilter, bougies - zie gebruiksaanwijzing van de motorfabrikant. Het gebruik van kunststoffen zal de komende jaren alleen nog maar toenemen. Daarom is het nodig dat wij ons bezig houden met de gebruikskosten. Om deze reden is op bijna alle kunststof onderdelen van het apparaat de precieze materiaalaanduiding aangebracht om hergebruik (recycling) te garanderen. Correcte afstelling van de Bowdenkabel - transmissie (wielaandrijving) Als bij lopende motor de transmissie niet meer in- of uitgeschakeld kan worden, dan moet de Bowdenkabel van de aandrijving worden bijgesteld. Motor afzetten! De moeren 2 van de Bowdenkabel losdraaien en met de bijstelschroef 3 van het koppelingsingrijpingspunt opnieuw afstellen. Bij het achteruit trekken van de maaier moeten de aandrijfwielen bij een afstand van 60-70 mm blokkeren als de schakelbeugel voor de aandrijving tegen de bovenste stang wordt gedrukt. 29 Wielaandrijvingstransmissie De transmissie heeft geen onderhoud nodig, omdat deze door de fabriek voor zijn volledige levensduur met olie is gevuld. Reparaties aan de aandrijving mogen alleen maar door een geautoriseerde servicewerkplaats worden uitgevoerd. Vervangen en bijslijpen van de messen Aan het begin van het maaiseizoen moet het mes steeds worden geslepen. Als de puntjes van het gras splijten na het maaien of geel/bruin verkleuren, dan moet het mes eveneens worden bijgeslepen. De vervanging van het mes is nodig als de max. toegestane bijslijphoeveelheid (6 mm) is bereikt , het mes verbogen is of als er op het snijvlak kerven zitten die niet te verhelpen zijn door bijslijpen. Het vervangen en het bijslijpen van het mes altijd laten uitvoeren door een klantenservicewerkplaats (meting van de onbalans). Niet uitgebalanceerde messen leiden tot sterke trillingen van de maaier! Smering Van tijd tot tijd, maar minstens een maal per jaar, moeten de lagers van de wielen en de hoogteverstelling geolied of ingevet worden. NL 12 NL SCHEMA VOOR OPSPOREN DEFECTEN DEFECT Motor springt niet aan MOGELIJKE OORZAKEN a) Brandstoftekort b) Slechte, vervuilde brandstof, oude brandstof in de tank c) Luchtfilter vervuild d) geen vonken e) Door meerde startpogingen motor „verzopen“ f) Apparaat staat in hoog gras g) Maaihuis verstopt h) Mes niet gemonteerd Motorvermogen laat na a) Te hoog of te vochtig gras OPHEFFING a) Tank vullen b) Gebruik altijd verse, schone brandstof uit schone vaten, carburateur reinigen c) Luchtfilter reinigen (zie motorbedieningsinstructies) d) Bougie reinigen, evt. nieuwe plaatsen, ontstekingskabel controleren, ontstekings installatie controleren (werkplaats) e) Bougie losdraaien en afdrogen. Startkoord bij eruit gedraaide bougies meerdere malen doortrekken (gashendel op zetten. f) Op laag gras of op reeds gemaaid gras starten. Eventueel maaihoogte veranderen (Attentie: Voor het reinigen stekker eruit trekken.) g) Huis reinigen, zodat het mes zonder hindernis loopt (Attentie: Voor het reinigen bougiestekker eruit trekken.) h) Mes demonteren c) Luchtfilter vervuild d) Carburateurafstelling klopt niet e) Mes zeer versleten a) Maaihoogte corrigeren, lucht verschaffen door even terug te rijden b) Huis reinigen (Attentie: Maaier afzetten, bougiestekker uittrekken) c) Luchtfilter reinigen (zie ook motorinstructies) d) Afstelling laten controleren e) Mes vervangen Onzuiver maaien a) Mes versleten, bot b) Verkeerde maaihoogte a) Mes vervangen of bijslijpen b) Maaihoogte corrigeren Bak wordt niet gevuld a) Maaier te laag afgesteld; mes kan geen lucht aanzuigen, daardoor geen luchtstroming om het maaisel te transporteren b) Gras is te vochtig - is te zwaar om door de luchtstroming te worden getransporteerd c) Mes zeer versleten, bot d) Maaisel te hoog of grashalmen te lang, daardoor transportproblemen naar de bak e) Rooster in de bak verstopt - geen doorstroming van lucht f) Windkanaal of huis vervuild - restanten van vorige maaibeurt a) Maaihoogte corrigeren Aandrijving werkt niet a) Bowdenkabel verkeerd afgesteld b) V-snaar defect c) Schade aan aandrijving a) Bowdenkabel bijstellen b) Klantenservicewerkplaats c) Klantenservicewerkplaats Wielen draaien niet bij ingeschakelde transmissie a) Wielschroeven losgegaan b) Wielnaaf defect a) Wielschroeven vastdraaien b) Nieuw wiel monteren b) Maaihuis verstopt NL 13 b) Maaitijd verschuiven totdat gazonoppervlak gedroogd is c) Mes vervangen - bijslijpen d) Gazon op 2 x opnemen, maaihoogte hieraan aanpassen e) Rooster schoonmaken f) Windkanaal of huis reinigen (niet met water afspuiten) Attentie: Stekker uittrekken! NL EC-conformiteitsverklaring Wij, DOLMAR GmbH Postfach 700240 D-22004 Hamburg verklaren onder alleenverantwoordelijkheid, dat het product gazonmaaier type: PM-5360 S3CP aan de volgende EC-richtlijnen en normen: 98/37/EG • EN 836 • 89/336/EEG • CISPR 12 • 84/538/EEG. Hamburg, 07.12.2000 ........................................................... Junzo Asada Rainer Bergfeld Garantiekaart Type Voor dit apparaat nemen wij de garantieplicht op ons voor 12 Maand Artikelnummer 1. De garantie begint vanaf de datum van aankoop en heeft plaats door inlevering van de ingevulde garantiekaart en de rekening met vermelding van het nummer van het apparaat, het type apparaat en het motornummer én de stempel van de fabrikant. Productnummer 2. Wij staan garant er voor dat het product geen defecten vertoont volgens de huidige stand der techniek en het gebruiksdoel. Garantiekaart 12 3. Voorwaarde voor een garantie is dat het apparaat deskundig wordt behandeld en dat de gebruiksaanwijzing wordt opgevolgd. 4. De koper heeft een aanspraak op verbetering achteraf. Maand 5. Eventueel optredende defecten en gebreken worden verholpen door onze klantenservicedienst. 6. Claims die boven de garantie uitgaan zijn uitgesloten. Er bestaat geen aanspraak op levering van vervangend materiaal. 7. Voor schades die ontstaan door ondeskundige behandeling of het niet opvolgen van de gebruiksaanwijzing kunnen geen aanspraken op garantie gemaakt worden. 8. Onderhouds- en reinigingswerkzaamheden, de montage van vreemde onderdelen, verandering in de constructie, natuurlijke slijtage en lakschades zijn uitgesloten van garantieaanspraken. Stempel van de handelaar 9. Voor verbrandingsmotoren gelden de bepalingen van de fabrikant van de motor. 10. Eventuele schades door transport moeten niet bij ons maar bij de daarvoor verantwoordelijke goederenexpeditie, de spoorwegen of de expediteur worden gemeld, omdat anders uw claims op vervanging door deze bedrijven verloren gaan. Datum van aankoop NL 14
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66

Dolmar PM-5360 S3CP (2001) de handleiding

Categorie
Tuingereedschap
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor